HP LaserJet 3700 User's Guide [nl]

HP Color LaserJet 3500 en 3700 series printer
Gebruikershandleiding
Auteursrecht en licentiebepalingen
© 2003 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Verveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en services van HP worden uiteengezet in de garantieverklaring die bij dergelijke producten en services wordt geleverd. Niets in deze verklaring mag worden opgevat als een aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of weglatingen in deze verklaring.
Onderdeelnummer: Q1321-90906
Uitgave 1, 10/2003
Handelsmerken
Adobe® is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Arial® is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Monotype Corporation.
CorelDRAW gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation of Corel Corporation Limited.
Energy Star® en het logo van Energy Star® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde merken van de Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency). Informatie over het juiste gebruik van de tekens vindt u in de richtlijnen voor het juiste gebruik van de naam en het internationale logo van Energy Star®.
Microsoft® is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten.
Netscape Navigator is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Netscape Communications Corporation.
Opera™ is een handelsmerk van Opera Software ASA.
*Het handelsmerk van Pantone, Inc. voor de controlestandaard voor kleuren.
PostScript® is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk van The Open Group.
Windows®, MS Windows® en Windows NT® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
is een handelsmerk of
Hewlett-Packard Development Company, L.P. 20555 S.H. 249 Houston, TX 77070
hp online klantenondersteuning
Telefonische ondersteuning
HP biedt gedurende de garantieperiode kosteloze telefonische ondersteuning. Als u belt, wordt u doorverbonden met een team van medewerkers die klaar staan om u te helpen. Raadpleeg de brochure in de productverpakking voor het telefoonnummer voor uw land/ regio. U kunt ook naar http://www.hp.com/support/callcenters gaan. Zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt als u HP belt: productnaam, serienummer, datum van aankoop en een beschrijving van het probleem.
U kunt voor ondersteuning ook terecht op http://www.hp.com. Klik op het vak support &
drivers. On line ondersteuning en overige ondersteuning
Online Services (24 uur per dag bereikbaar via een modem- of internetverbinding)
World Wide Web-adres: voor de HP Color LaserJet 3500 series printer kunt u op
http://www.hp.com/support/clj3500 updates van HP printersoftware, product- en
ondersteuningsinformatie en printerdrivers in verschillende talen krijgen. Voor de HP Color LaserJet 3700 series printer kunt u terecht op http://www.hp.com/support/clj3700. (Deze websites zijn Engelstalig.)
Printerdrivers: ga naar http://www.hp.com. Kies uw taal. Klik op het vak support & drivers en typ de productnaam color laserjet 3500 of color laserjet 3700. De webpagina voor de drivers kan Engelstalig zijn, maar u kunt de drivers in verschillende talen downloaden.
Toepassingen, drivers en elektronische informatie
Ga naar: www.hp.com/go/clj3500_software voor de HP Color LaserJet 3500 series printer of
www.hp.com/go/clj3700_software voor de HP Color LaserJet 3700 series printer. (De
website is Engelstalig, maar u kunt de printerdrivers in verschillende talen downloaden.)
Bel: (zie de brochure in de productverpakking).
Ga naar: http://www.hp.com/support/net_printing voor informatie over de HP Jetdirect en3700 externe printserver.
Rechtstreeks bestellen van HP accessoires en benodigdheden
In de Verenigde Staten kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/sbso/product/
supplies. In Canada kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.ca/catalog/supplies. In
Europa kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/supplies. In Zuidoost-Azië en Australië kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/paper/.
Accessoires kunnen worden besteld op http://www.hp.com/go/accessories.
Bel: 1-800-538-8787 (Verenigde Staten) of 1-800-387-3154 (Canada).
Cd HP Support Assistant
Deze ondersteunings-cd bevat een uitgebreid on line informatiesysteem met technische informatie en productinformatie over producten van HP. Als u zich op deze driemaandelijkse service wilt abonneren in de Verenigde Staten of Canada, belt u 1-800-457-1762. In Hong Kong SAR, Indonesië, Maleisië of Singapore belt u Mentor Media op nummer (65) 740-4477.
HP service-informatie
Voor de gegevens van geautoriseerde HP dealers kunt u bellen met 1-800-243-9816 (Verenigde Staten) of 1-800-387-3867 (Canada).
NLWW iii
Neem voor service voor uw product contact op met de afdeling klantenondersteuning van uw land/regio (zie de brochure in de productverpakking).
Serviceovereenkomsten van HP
Bel: 1-800-835-4747 (Verenigde Staten) of 1-800-268-1221 (Canada).
Verlengde service: 1-800-446-0522
HP werkset
Met HP werkset kunt u de printerstatus controleren en probleemoplossingsinformatie en on line documentatie bekijken. U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten of als deze op een netwerk is aangesloten. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd. Zie
gebruiken.
Ondersteuning en informatie van HP voor Macintosh-computers
Ga naar: http://www.hp.com/go/macosx voor ondersteuningsinformatie voor Macintosh OS X en de service voor driverupdates van HP.
Ga naar: http://www.hp.com/go/mac-connect voor producten die speciaal voor de Macintosh­gebruiker zijn ontworpen.
De hp werkset
iv NLWW
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over de printer
Snelle toegang tot printerinformatie ..........................................................................................2
Koppelingen naar handleiding ............................................................................................2
Als u meer informatie wilt ...................................................................................................2
Printerconfiguraties ...................................................................................................................4
HP Color LaserJet 3500 printer ..........................................................................................4
HP Color LaserJet 3500n printer ........................................................................................4
HP Color LaserJet 3700 printer ..........................................................................................5
HP Color LaserJet 3700n printer ........................................................................................5
HP Color LaserJet 3700dn printer ......................................................................................6
HP Color LaserJet 3700dtn printer .....................................................................................6
Printerfuncties ...........................................................................................................................7
Overzicht .................................................................................................................................10
Printersoftware ........................................................................................................................11
Printerdrivers ....................................................................................................................11
Software voor netwerken ..................................................................................................12
Hulpprogramma's .............................................................................................................14
Specificaties voor het afdrukmateriaal ....................................................................................16
Ondersteunde papiergewichten en -formaten ..................................................................16
2 Bedieningspaneel
Overzicht van het bedieningspaneel .......................................................................................20
Knoppen op het bedieningspaneel ...................................................................................20
Lampjes op het bedieningspaneel ....................................................................................21
Uitleesvenster ...................................................................................................................21
Toegang tot het bedieningspaneel via een computer ......................................................22
Menu's van het bedieningspaneel ..........................................................................................23
Aan de slag .......................................................................................................................23
Menuoverzicht .........................................................................................................................24
De menu's openen ............................................................................................................24
Menu Informatie ................................................................................................................24
Menu Papierverwerking ....................................................................................................24
Menu Apparaat configureren ............................................................................................25
Menu Diagnostiek .............................................................................................................26
Menu Informatie ......................................................................................................................28
Menu Papierverwerking ..........................................................................................................29
Menu Apparaat configureren ..................................................................................................30
Menu Afdrukken ................................................................................................................30
Menu Afdrukkwaliteit ........................................................................................................33
Menu Systeeminstellingen ................................................................................................34
Menu I/O ...........................................................................................................................37
Menu Herstel ....................................................................................................................38
Menu Diagnostiek ...................................................................................................................40
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel veranderen ............................................41
Opties voor ladegedrag: gewenste lade gebruiken en handmatige invoer ......................41
NLWW v
PowerSave-tijd ..................................................................................................................42
Helderheid van het uitleesvenster ....................................................................................43
Personality (beschikbaar voor de hp color LaserJet 3700 series printer) ........................43
Wisbare waarschuwingen (beschikbaar voor de hp color LaserJet 3700 series
printer) ..............................................................................................................................44
Automatisch doorgaan ......................................................................................................44
Printerbenodigdheden bijna op ........................................................................................45
Storingsherstel ..................................................................................................................45
Taal ...................................................................................................................................46
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld ..............................................47
3 I/O-configuratie
USB-configuratie .....................................................................................................................50
De USB-kabel aansluiten .................................................................................................50
Parallelle configuratie (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer) .......................51
EIO-configuratie (Enhanced I/O) (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer) ......52
HP Jetdirect printservers ..................................................................................................52
Beschikbare interfaces voor Enhanced I/O ......................................................................52
NetWare-netwerken ..........................................................................................................53
Windows- en Windows NT-netwerken .............................................................................53
AppleTalk-netwerken ........................................................................................................53
UNIX/Linux-netwerken ......................................................................................................53
Netwerkconfiguratie ................................................................................................................54
Configuratie van TCP/IP-parameters ...............................................................................54
Netwerkprotocollen uitschakelen (optioneel) ...................................................................59
4 Afdruktaken
Afdruktaken beheren ...............................................................................................................62
Bron .................................................................................................................................. 62
Soort en Formaat ..............................................................................................................63
Prioriteit van afdrukinstellingen ........................................................................................63
Toegang tot de instellingen in de printerdriver .................................................................64
Papier selecteren ....................................................................................................................65
Papier dat u moet vermijden .............................................................................................65
Papier dat de printer kan beschadigen .............................................................................66
Laden configureren ................................................................................................................. 67
Formaat configureren .......................................................................................................67
Soort configureren ............................................................................................................67
Aangepast papier voor Lade 1 .........................................................................................68
Afdrukken vanuit Lade 1 (multifunctionele lade) ..............................................................69
Enveloppen afdrukken vanuit Lade 1 ...............................................................................72
Afdrukken vanuit Lade 2 en Lade 3 ..................................................................................75
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal ...................................................................................80
Transparanten ..................................................................................................................80
Glanspapier ......................................................................................................................80
Gekleurd papier ................................................................................................................80
Enveloppen .......................................................................................................................81
Etiketten ............................................................................................................................81
Zwaar papier .....................................................................................................................82
HP LaserJet Tough paper ................................................................................................82
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier .................................................................82
Kringlooppapier .................................................................................................................83
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) ..............................................................................................84
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (beschikbaar voor de hp color LaserJet
3700dn en 3700dtn printer) ..............................................................................................84
vi NLWW
Instellingen van het bedieningspaneel voor automatisch dubbelzijdig afdrukken ...........84
Opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken ....................................................85
Handmatig dubbelzijdig afdrukken ...................................................................................85
Bijzondere afdruksituaties .......................................................................................................88
De eerste pagina anders afdrukken .................................................................................88
Afdrukken op speciaal papier ...........................................................................................88
Een afdruktaak afbreken ..................................................................................................88
Geheugen beheren (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer) ...........................90
5 Printerbeheer
Pagina's met printerinformatie ................................................................................................92
Menustructuur ...................................................................................................................92
Configuratiepagina ...........................................................................................................93
Statuspagina printerbenodigdheden ................................................................................93
Gebruikspagina (voor de HP Color LaserJet 3700 series printer) ...................................94
Demo ................................................................................................................................94
Bestandsdirectory (voor de HP Color LaserJet 3700 series printer) ...............................94
PCL- of PS-lettertypenoverzicht (voor de HP Color LaserJet 3700 series printer) ..........95
Ingebouwde webserver gebruiken (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series
printer) .....................................................................................................................................96
Toegang tot de ingebouwde webserver krijgen met behulp van een
netwerkverbinding ............................................................................................................96
Tabblad Informatie ............................................................................................................97
Tabblad Instellingen .........................................................................................................97
Tabblad Netwerken ..........................................................................................................98
Overige koppelingen .........................................................................................................98
De hp werkset gebruiken ........................................................................................................99
Ondersteunde besturingssystemen ..................................................................................99
Ondersteunde browsers ...................................................................................................99
De hp werkset weergeven ................................................................................................99
Onderdelen van de HP werkset .....................................................................................100
Overige koppelingen .......................................................................................................100
Tabblad Status ................................................................................................................100
Tabblad Problemen oplossen .........................................................................................100
Tabblad Waarschuwingen ..............................................................................................100
Tabblad Documentatie ...................................................................................................101
Geavanceerde printerinstellingen (venster) ...................................................................101
HP werkset links .............................................................................................................102
6 Kleur
Afdrukken in kleur .................................................................................................................104
HP ImageREt 2400 .........................................................................................................104
Papierselectie .................................................................................................................104
Kleuropties (voor de HP Color LaserJet 3700 series printer) ........................................104
sRGB (standard Red-Green-Blue) .................................................................................105
In vier kleuren afdrukken [CMYK (voor de HP Color LaserJet 3700 series printer)] .....105
Kleurbeheer ...........................................................................................................................106
Afdrukken in grijstinten ...................................................................................................106
Automatische of handmatige kleuraanpassing ..............................................................106
Kleuren overeenstemmen .....................................................................................................108
Kleurovereenstemming (voor de HP Color LaserJet 3700 series printer) .....................108
7 Onderhoud
Benodigdhedenbeheer ..........................................................................................................110
NLWW vii
Levensduur van benodigdheden ....................................................................................110
Vervangingstijden voor benodigdheden (bij benadering) voor de HP Color
LaserJet 3500 series printer ...........................................................................................110
Vervangingstijden voor benodigdheden (bij benadering) voor de HP Color
LaserJet 3700 series printer ...........................................................................................111
De levensduur van de inktcartridge controleren .............................................................111
Inktcartridges bewaren ...................................................................................................112
Inktcartridges van HP .....................................................................................................112
Inktcartridges van andere merken ..................................................................................113
Echtheidscontrole van inktcartridges ..............................................................................113
HP fraude-hotline ............................................................................................................113
Onderdelen en benodigdheden vervangen ..........................................................................114
Onderdelen en benodigdheden zoeken .........................................................................114
Richtlijnen voor vervanging ............................................................................................114
Inktcartridges vervangen ................................................................................................115
Transferkit vervangen .....................................................................................................117
De fuser en oppakrol vervangen ....................................................................................121
De printer reinigen .................................................................................................................131
De printer reinigen vanaf het bedieningspaneel .............................................................131
E-mailwaarschuwingen configureren ....................................................................................132
8 Problemen oplossen
Controlelijst voor het oplossen van problemen .....................................................................134
Factoren die de prestaties van de printer beïnvloeden ..................................................134
Soorten berichten op het bedieningspaneel .........................................................................135
Statusberichten ...............................................................................................................135
Waarschuwingsberichten ............................................................................................... 135
Foutberichten ..................................................................................................................135
Kritieke-foutberichten ......................................................................................................135
Berichten van het bedieningspaneel......................................................................................136
Papierstoringen .....................................................................................................................157
Herstel na papierstoringen .............................................................................................157
Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen ................................................................159
Papierstoringen verhelpen ....................................................................................................162
Papierstoring in Lade 1 ...................................................................................................162
Storing in Lade 2 of Lade 3 ............................................................................................164
Papierstoring in de bovenklep aan de achterzijde .........................................................166
Papierstoring in het fusergedeelte ..................................................................................169
Papierstoring in de onderklep aan de achterzijde (achteruitvoerbak) ............................174
Papierstoring in de voorklep ...........................................................................................175
Papierstoring in de duplex-eenheid ................................................................................177
Problemen met de papierverwerking ....................................................................................179
Informatiepagina's voor problemen oplossen .......................................................................187
Pagina van papierbaantest .............................................................................................187
Registratiepagina ............................................................................................................187
Logbestand .....................................................................................................................188
Problemen met de manier waarop de printer reageert .........................................................189
Problemen met het bedieningspaneel van de printer ...........................................................193
Problemen met het afdrukken van kleuren ...........................................................................195
Onjuiste printeruitvoer ...........................................................................................................197
Richtlijnen voor afdrukken met verschillende lettertypen ...............................................199
Problemen met programma's ................................................................................................200
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen .........................................................................201
Problemen met afdrukkwaliteit veroorzaakt door papier ................................................201
Problemen met overhead-transparanten .......................................................................201
viii NLWW
Problemen met afdrukkwaliteit veroorzaakt door de omgeving .....................................202
Problemen met afdrukkwaliteit veroorzaakt door papierstoringen .................................202
Problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaakt door een opeenhoping van toner
in de printer .....................................................................................................................202
Pagina voor problemen oplossen ...................................................................................202
De printer kalibreren .......................................................................................................203
Bijlage A Printerbenodigdheden en accessoires
Beschikbaarheid van reserveonderdelen en benodigdheden ..............................................205
Bestellen via de ingebouwde webserver (voor printers met een netwerkaansluiting) ..........205
Bijlage B Service en ondersteuning
Beperkte garantie van Hewlett-Packard ...............................................................................209
Beperkte garantie voor de inktcartridge ................................................................................210
Beperkte garantie voor de transfereenheid en fusereenheid ...............................................211
Onderhoudsovereenkomsten van HP ...................................................................................212
On-site servicecontracten ...............................................................................................212
Verlenging van de garantie .............................................................................................212
Printer opnieuw inpakken ......................................................................................................213
De printer opnieuw inpakken ..........................................................................................213
Bijlage C Printerspecificaties
Informatie over de specificaties ............................................................................................215
Bijlage D Overheidsinformatie
FCC-voorschriften .................................................................................................................219
Programma voor milieuvriendelijke producten ......................................................................219
Milieubescherming ..........................................................................................................219
Ozonproductie ................................................................................................................219
Minder energieverbruik ...................................................................................................220
Papierverbruik .................................................................................................................220
Plastic onderdelen ..........................................................................................................220
Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet ..................................................................220
Informatie over het HP Printing Supplies Returns and Recycling Program ...................221
Kringlooppapier ...............................................................................................................221
Materiaalbeperkingen .....................................................................................................221
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) .........................................................221
Meer informatie ...............................................................................................................221
Conformiteitsverklaring .........................................................................................................223
Veiligheidsverklaringen .........................................................................................................226
Laserverklaring ...............................................................................................................226
Canadese DOC-voorschriften ........................................................................................226
EMI-verklaring voor Korea ..............................................................................................226
VCCI-verklaring (Japan) .................................................................................................226
Laserverklaring voor Finland ..........................................................................................227
Bijlage E Werken met geheugenkaarten en printservers
Printergeheugen ....................................................................................................................229
Een configuratiepagina afdrukken ..................................................................................229
Geheugen- en lettertype-DIMM's installeren ........................................................................231
Geheugen- en lettertype-DIMM's installeren ..................................................................231
Geheugen activeren .......................................................................................................235
NLWW ix
De lettertype-DIMM activeren .........................................................................................235
Installatie van een DIMM controleren .............................................................................236
Een hp Jetdirect printserver installeren in de hp color LaserJet 3700 series printer ............237
Een HP Jetdirect printserver installeren .........................................................................237
Woordenlijst
Index
x NLWW
1

Basisinformatie over de printer

Dit hoofdstuk biedt informatie over de functies van de printer. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Snelle toegang tot printerinformatie
Printerconfiguraties
Printerfuncties
Overzicht
Printersoftware
Specificaties voor het afdrukmateriaal
NLWW 1

Snelle toegang tot printerinformatie

Koppelingen naar handleiding

Overzicht
Onderdelen en benodigdheden vervangen

Als u meer informatie wilt

Voor deze printer zijn verschillende handleidingen beschikbaar. Ga naar http://www.hp.com/
support/clj3500 voor HP Color LaserJet 3500 series printers. Ga naar http://www.hp.com/ support/clj3700 voor HP Color LaserJet 3700 series printers.
De printer gereedmaken
Aan de slag... Stapsgewijze instructies voor het installeren en instellen van de printer.
Handleiding voor HP Jetdirect printservers voor beheerders Instructies voor het
configureren van de HP Jetdirect printserver en het oplossen van problemen.
Handleidingen voor accessoires en benodigdheden Stapsgewijze instructies bij de optionele accessoires en benodigdheden van de printer voor het installeren van deze accessoires en benodigdheden.
2 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Gebruik van de printer
Gebruikershandleiding Uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en het
verhelpen van mogelijke problemen. Deze handleiding staat op de cd-rom die u bij de printer hebt gekregen.
On line Help Informatie over de printeropties die via de printerdrivers beschikbaar zijn. U kunt een Help-onderwerp raadplegen via het menu Help van de printerdriver.
NLWW Snelle toegang tot printerinformatie 3

Printerconfiguraties

Hartelijk dank voor het aanschaffen van de HP Color LaserJet 3500 series printer of de HP Color LaserJet 3700 series printer. Deze printers zijn verkrijgbaar in de hieronder beschreven configuraties.

HP Color LaserJet 3500 printer

De HP Color LaserJet 3500 printer is een vierkleurenlaserprinter met een maximumsnelheid van 12 pagina's per minuut (ppm) in zowel monochroom (zwart-wit) als kleur.
Laden. De printer wordt geleverd met een multifunctionele lade (Lade 1) voor maximaal
100 vel van verschillende papiersoorten en -formaten of 10 enveloppen en een
papierinvoer voor 250 vel (Lade 2) met ondersteuning voor verschillende papierformaten.
De printer ondersteunt een optionele papierinvoer voor 500 vel (Lade 3). Zie
Ondersteunde papiergewichten en -formaten voor meer informatie.
Connectiviteit. De printer heeft een Hi-Speed USB 2.0-poort als aansluitmogelijkheid.
Geheugen. De printer beschikt over 64 MB SDRAM-geheugen (Synchronous Dynamic
Random Access Memory).

HP Color LaserJet 3500n printer

De HP Color LaserJet 3500n printer biedt dezelfde functies als de HP Color LaserJet 3500 printer, en een HP Jetdirect en3700 externe printserver voor een eenvoudige verbinding met 10baseT-/100baseT-netwerken.
4 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW

HP Color LaserJet 3700 printer

De HP Color LaserJet 3700 printer is een vierkleurenlaserprinter met een maximumsnelheid van 16 pagina's per minuut (ppm) in zowel monochroom (zwart-wit) als kleur.
Laden. De printer wordt geleverd met een multifunctionele lade (Lade 1) voor maximaal
100 vel van verschillende papiersoorten en -formaten of 10 enveloppen en een
papierinvoer voor 250 vel (Lade 2) met ondersteuning voor verschillende papierformaten.
De printer ondersteunt een optionele papierinvoer voor 500 vel (Lade 3). Zie
Ondersteunde papiergewichten en -formaten voor meer informatie.
Connectiviteit. De printer biedt een USB-poort en een bidirectionele parallelle poort (die
voldoet aan IEEE-1284) als aansluitmogelijkheid.
Geheugen. De printer beschikt over 64 MB SDRAM-geheugen (Synchronous Dynamic
Random Access Memory). De printer heeft drie DIMM-sleuven waarin geheugenmodules
van 64, 128 of 256 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. Deze printer ondersteunt
maximaal 448 MB geheugen.

HP Color LaserJet 3700n printer

De HP Color LaserJet 3700n printer biedt dezelfde functies als de HP Color LaserJet 3700 printer, en een HP Jetdirect 615n printserver voor een eenvoudige verbinding met 10/100baseT-netwerken.
NLWW Printerconfiguraties 5

HP Color LaserJet 3700dn printer

De HP Color LaserJet 3700dn printer biedt dezelfde functies als de HP Color LaserJet 3700n printer, de functie voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex) en een totaal van 128 MB SDRAM.

HP Color LaserJet 3700dtn printer

De HP Color LaserJet 3700dtn printer biedt dezelfde functies als de HP Color LaserJet 3700dn printer en een extra papierinvoer voor 500 vel (Lade 3).
6 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW

Printerfuncties

In deze printer worden de kwaliteit en betrouwbaarheid van Hewlett-Packard gecombineerd met de onderstaande functies. Raadpleeg de volgende website van Hewlett-Packard:
http://www.hp.com/support/clj3500 voor meer informatie over de functies van de HP Color
LaserJet 3500 series printer. Raadpleeg de volgende website: http://www.hp.com/support/
clj3700 voor meer informatie over de functies van de HP Color LaserJet 3700 series printer.
Functies
HP Color LaserJet 3500 series printer
Prestaties 12 ppm (zowel zwart-wit als
kleur).
Zie
Factoren die de prestaties van de printer beïnvloeden als
de prestatie van de printer minder is.
Drukt af op verschillende
afdrukmaterialen. Zie
Ondersteunde papiergewichten en -formaten voor meer
informatie.
Geheugen 64 MB SDRAM-geheugen
(Synchronous Dynamic Random Access Memory).
Gebruikers­interface
Grafisch uitleesvenster op het
bedieningspaneel.
Verbeterde Help op het
bedieninsgpaneel.
HP werkset (een webtoepassing
voor informatie over status en problemen oplossen).
HP Color LaserJet 3700 series printer
16 ppm (zowel zwart-wit als kleur).
Factoren die de prestaties van
Zie
de printer beïnvloeden als de
prestatie van de printer minder is.
Drukt af op verschillende
afdrukmaterialen. Zie
Ondersteunde papiergewichten en
-formaten voor meer informatie.
MIPS RISC-processor (350 MHz)
64 MB SDRAM-geheugen
(Synchronous Dynamic Random Access Memory).
Uitbreidbaar tot 448 MB.
Grafisch uitleesvenster op het
bedieningspaneel.
Verbeterde Help op het
bedieninsgpaneel.
HP werkset (een webtoepassing
voor informatie over status en problemen oplossen).
Printerdrivers voor Windows en
Apple Macintosh.
Ondersteunde printer­personality's
Opslagfuncties Niet van toepassing. Lettertypen en formulieren.
Niet van toepassing. HP PCL 6.
Printerdrivers voor Windows en
Apple Macintosh.
Ingebouwde webserver voor
toegang tot ondersteuning en bestelmogelijkheden voor printerbenodigdheden (beheerhulpmiddel voor printers die op een netwerk zijn aangesloten).
PostScript 3-emulatie.
Automatisch schakelen tussen
printertalen.
NLWW Printerfuncties 7
HP Color LaserJet 3500 series printer
HP Color LaserJet 3700 series printer
Milieuvoor­zieningen
PowerSave-instelling.
Groot aantal onderdelen
geschikt voor recycling.
Voldoet aan Energy Star.
PowerSave-instelling.
Groot aantal onderdelen geschikt
voor recycling.
Voldoet aan Energy Star.
Lettertypen Niet van toepassing. 80 interne lettertypen beschikbaar
voor de PCL-printertaal en voor PostScript-emulatie.
80 schermlettertypen in
TrueType™-formaat geleverd bij de software.
Papierverwerking Drukt af op papier van 76 bij
127 mm tot 215 bij 355 mm.
Drukt af op papier met een
gewicht van 60 g/m
2
m
.
2
tot 163 g/
Drukt af op een verscheidenheid
van afdrukmateriaal waaronder glanspapier, zwaar papier, etiketten, film, transparanten en enveloppen.
Meerdere glansniveaus.
Een papierinvoer voor 250 vel
(Lade 2) die de papierformaten Letter, Legal, Executive, Executive (JIS), A4, A5, B5 (JIS), B5 (ISO) en 216 bij 330 mm ondersteunt.
Optionele papierinvoer voor 500
vel die de papierformaten letter en A4 (Lade 3) ondersteunt. Zie
Ondersteunde papiergewichten en -formaten voor meer
informatie.
Een uitvoerbak voor 150 vel
(boven) met de afdrukkant naar beneden en een uitvoerbak voor 25 vel (achter) met de afdrukkant naar boven.
Drukt af op papier van 76 bij
127 mm tot 215 bij 355 mm.
Drukt af op papier met een
gewicht van 60 g/m
2
tot 163 g/m2.
Drukt af op een verscheidenheid
van afdrukmateriaal waaronder glanspapier, zwaar papier, etiketten, film, transparanten en enveloppen.
Meerdere glansniveaus.
Een papierinvoer voor 250 vel
(Lade 2) die de papierformaten Letter, Legal, Executive, Executive (JIS), A4, A5, B5 (JIS), B5 (ISO) en 216 bij 330 mm ondersteunt.
Optionele papierinvoer voor 500
vel die de papierformaten letter en A4 (Lade 3) ondersteunt. Deze wordt standaard geleverd bij de HP Color LaserJet 3700dtn printer (Lade 3). Zie
Ondersteunde papiergewichten en -formaten
voor meer informatie.
Een uitvoerbak voor 150 vel
(boven) met de afdrukkant naar beneden en een uitvoerbak voor 25 vel (achter) met de afdrukkant naar boven.
Automatisch dubbelzijdig
afdrukken op de HP Color LaserJet 3700dn en 3700dtn.
8 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
HP Color LaserJet 3500 series printer
HP Color LaserJet 3700 series printer
Accessoires Optionele papierinvoer voor 500
vel die de papierformaten letter en A4 (Lade 3) ondersteunt.
Connectiviteit Interface met USB-kabel (Hi-
Speed Universal Serial Bus 2.0).
HP Jetdirect en3700 externe
printserver; standaard op de HP Color LaserJet 3500n printer.
HP Web Jetadmin-software.
Optionele papierinvoer voor 500
vel (Lade 3) die de papierformaten letter en A4 ondersteunt. Deze wordt standaard geleverd bij de HP Color LaserJet 3700dtn (Lade 3).
DIMM-modules (Dual Inline
Memory Modules).
Optionele flash-DIMM.
Standaardinterface met een
bidirectionele parallelle kabel (voldoet aan IEEE -1284) voor neerwaartse compatibiliteit.
Interface met USB-kabel
(Universal Serial Bus).
Optioneel verkrijgbare EIO-
netwerkkaart (Enhanced Input/ Output); standaard op de HP Color LaserJet 3700n, 3700dn en 3700dtn printers.
Ingebouwde webserver van HP
HP Web Jetadmin-software.
Toebehoren De statuspagina biedt informatie
over het niveau van de toner, het aantal afgedrukte pagina's en het geschatte aantal resterende pagina's.
Inktcartridges hoeven niet te
worden geschud.
Printer controleert of nieuw
geïnstalleerde inktcartridges van HP zijn.
Bestellen van
printerbenodigdheden via het internet (met HP werkset).
De statuspagina biedt informatie
over het niveau van de toner, het aantal afgedrukte pagina's en het geschatte aantal resterende pagina's.
Inktcartridges hoeven niet te
worden geschud.
Printer controleert of nieuw
geïnstalleerde inktcartridges van HP zijn.
Bestellen van
printerbenodigdheden via het internet (via de ingebouwde webserver en HP werkset).
NLWW Printerfuncties 9

Overzicht

De volgende afbeeldingen geven een overzicht van de naam en de plaats van de belangrijkste onderdelen van de printer.
Vooraanzicht (afgebeeld met papierinvoer voor 500 vel)
1 aan/uit-schakelaar 2 Lade 3 (optioneel; 500 vel normaal papier) 3 Lade 2 (250 vel normaal papier) 4 Lade 1 5 voorklep 6 printerbedieningspaneel 7 verlengstuk voor uitvoerbak, voor gebruik met B5 (JIS), B5 (ISO) en papier van 216 x 356 mm
(8,5 x 14 inch) 8 uitvoerbak 9 DIMM-toegangsklep (bij de HP Color LaserJet 3700 series printer)
Zij- en achteraanzicht
1 bovenklep aan de achterzijde 2 parallelle verbinding (bij de HP Color LaserJet 3700 series printer) 3 onderklep aan de achterzijde (achteruitvoerbak) 4 USB-verbinding 5 voedingsaansluiting 6 Lade 3 (optioneel) 7 aan/uit-schakelaar 8 EIO-aansluiting (bij de HP Color LaserJet 3700 series printer) 9 DIMM-toegangsklep (bij de HP Color LaserJet 3700 series printer)
10 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW

Printersoftware

Bij de printer hebt u een cd-rom gekregen met daarop de afdruksysteemsoftware. De softwareonderdelen en printerdrivers op deze cd-rom maken het mogelijk ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden van de printer. Instructies voor het installeren van deze software vindt u in de beknopte handleiding.
Opmerking
Opmerking
De nieuwste informatie over de verschillende componenten van de afdruksysteemsoftware vindt u in de Leesmij-bestanden op de cd-rom.
Hieronder volgt een beknopt overzicht van de software op de cd-rom. Het afdruksysteem omvat software voor eindgebruikers en netwerkbeheerders van de volgende besturingssystemen:
Microsoft Windows 98, ME en NT 4.0
Microsoft Windows 2000, XP 32-bits en XP 64-bits
Apple Mac OS versie 9.1 of hoger en Mac OS X versie 10.1 of hoger
Zie Netwerkconfiguratie voor een overzicht van alle netwerkomgevingen die door de netwerkbeheersoftware worden ondersteund.
Ga voor een lijst van printerdrivers, bijgewerkte printersoftware van HP en informatie over productondersteuning voor de HP Color LaserJet 3500 series printer naar
http://www.hp.com/support/clj3500. Ga naar http://www.hp.com/support/clj3700 voor de
HP Color LaserJet 3700 series printer.

Printerdrivers

Printerdrivers geven toegang tot de printerfuncties en zorgen ervoor dat de computer met de printer kan communiceren. De volgende printerdrivers worden bij de printer geleverd op een cd-rom.
Printerdrivers voor de HP Color LaserJet 3500 series printer
Besturingssysteem
Windows 98, ME
Windows NT 4.0
Windows 2000
Windows XP (32-bits)
Windows XP (64-bits)
Windows Server 2003 (32-bits)
Windows Server 2003 (64-bits)
Macintosh OS
1
Niet alle functies van de printer zijn beschikbaar vanuit alle drivers of besturingssystemen.
1
JetReady 4.0
Welke mogelijkheden in uw driver beschikbaar zijn, kunt u vinden in de on line Help.
NLWW Printersoftware 11
Printerdrivers voor de HP Color LaserJet 3700 series printer
Besturingssysteem
Windows 98, ME
Windows NT 4.0
Opmerking
Windows NT biedt geen ondersteuning voor USB
Windows 2000
Windows XP (32-bits)
Windows XP (64-bits)2,
Windows Server 2003 (32-bits)
Windows Server 2003 (64-bits)
Macintosh OS
1
Niet alle functies van de printer zijn beschikbaar vanuit alle drivers of besturingssystemen.
1
2
2
3
PCL 6 PS-emulatie
Welke mogelijkheden in uw driver beschikbaar zijn, kunt u vinden in de on line Help.
2
Voor Windows 2000 en Windows XP (32-bits en 64-bits) kunt u de PCL 5-driver
downloaden van http://www.hp.com/go/clj3700software.
3
Voor Windows XP (64-bits) kunt u de PCL 6-driver downloaden van http://www.hp.com/go/
clj3700software.
Opmerking
Opmerking
Als tijdens de installatie van de software niet automatisch is gezocht naar de meest recente drivers op het internet, kunt u de drivers downloaden voor de HP Color LaserJet 3500 series printer via de URL: http://www.hp.com/support/lj5500. Ga naar http://www.hp.com/go/
clj3700_software voor de HP Color LaserJet 3700 series printer.
Extra drivers
De volgene drivers zijn niet opgenomen op de cd-rom, maar zijn wel beschikbaar via
http://www.hp.com/go/clj3700software. Deze drivers zijn alleen voor de HP Color LaserJet
3700 series printer.
OS/2 PS- en PCL-printerdriver
UNIX-modelscripts
Linux-drivers
De drivers voor OS/2 zijn verkrijgbaar bij IBM en worden bij OS/2 geleverd. Deze drivers zijn niet beschikbaar voor de talen Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees, Koreaans en Japans.

Software voor netwerken

Zie de Handleiding voor HP Jetdirect printservers voor beheerders voor een overzicht van verkrijgbare HP software voor netwerkinstallatie en configuratie. Deze handleiding kunt u vinden op de cd die bij de printer is geleverd.
12 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
HP Web Jetadmin
Met HP Web Jetadmin kunt u met een browser de printers beheren die via HP Jetdirect zijn aangesloten op het intranet. HP Web Jetadmin is een op de browsertechnologie gebaseerd beheerhulpmiddel en moet alleen op de netwerkcomputer van de beheerder worden geïnstalleerd. Het kan op een aantal verschillende systemen worden geïnstalleerd en uitgevoerd.
Ga naar HP Online Klantenondersteuning op http://www.hp.com/go/webjetadmin voor de meest recente versie van HP Web Jetadmin of een recente lijst met de meeste ondersteunde hostservers.
Als HP Web Jetadmin op een hostserver is geïnstalleerd, is het programma vanaf elke clientcomputer toegankelijk via een ondersteunde webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer 4.x of Netscape Navigator 4.x of hoger. In de browser kunt u naar de HP Web Jetadmin-host navigeren.
HP Web Jetadmin 6.5 of hoger beschikt over de volgende functies:
De taakgeoriënteerde gebruikersinterface biedt configureerbare weergaven, waardoor
netwerkbeheerders veel tijd kunnen besparen.
Met de aanpasbare gebruikersprofielen kunnen netwerkbeheerders ervoor zorgen dat
alleen de bekeken of gebruikte functie wordt opgenomen.
Onmiddellijke waarschuwingen per e-mail voor apparatuurdefecten, benodigdheden die
bijna op zijn en overige printerproblemen worden nu naar verschillende personen
verzonden.
Installatie-op-afstand en beheer-vanaf-waar-dan-ook met behulp van een standaard
webbrowser.
Met geavanceerde autodetectie wordt gezocht naar randapparatuur in het netwerk, zodat
de beheerder niet elke printer handmatig in de database hoeft in te voeren.
Eenvoudige integratie in beheertoepassingen voor de onderneming.
Snel zoeken naar randapparatuur gebaseerd op parameters, zoals het IP-adres, de
kleurcapaciteit of de naam van het model.
Eenvoudig organiseren van randapparatuur in logische groepen, met virtuele
kantoorplattegronden voor gemakkelijke navigatie.
Ga voor de meest recente informatie over HP Web Jetadmin naar de URL:
http://www.hp.com/go/webjetadmin.
UNIX
Het HP Jetdirect-printerinstallatieprogramma voor UNIX is een eenvoudig hulpprogramma voor het installeren van printers op HP-UX- en Solaris-netwerken. U kunt deze software downloaden via HP Online Klantenondersteuning op de volgende URL: http://www.hp.com/
support/net_printing.
Linux
Ga naar http://www.hp.com/go/linux voor meer informatie over ondersteuning van Linux.
NLWW Printersoftware 13

Hulpprogramma's

De HP Color LaserJet 3500 series printer en de HP Color LaserJet 3700 series printer zijn voorzien van verschillende hulpprogramma's waarmee u de printer op een netwerk eenvoudig kunt controleren en beheren.
HP werkset
De HP werkset is een toepassing die u voor de volgende taken kunt gebruiken:
de printerstatus controleren
de printerinstellingen configureren
informatie over het oplossen van problemen bekijken
on line documentatie bekijken
interne printerpagina's afdrukken
U kunt de HP werkset bekijken wanneer de printer direct is aangesloten op de computer of wanneer de printer is aangesloten op een netwerk. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd.
Ingebouwde webserver (bij de HP Color LaserJet 3700 series printer)
Deze printer is uitgerust met een ingebouwde webserver die toegang geeft tot informatie over de printer- en netwerkactiviteiten. Een webserver biedt een omgeving waarin webtoepassingen kunnen worden uitgevoerd, net zoals een besturingssysteem, zoals Windows, een omgeving biedt waarin computertoepassingen kunnen worden uitgevoerd. De resultaten van deze toepassingen kunnen vervolgens worden weergegeven door een webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer of Netscape Navigator.
Een ingebouwde webserver bevindt zich in een hardwareapparaat (zoals een printer) of in de firmware, in plaats van in software die op een netwerkserver is geladen.
Het voordeel van een ingebouwde webserver is dat deze een interface met de printer biedt die toegankelijk is voor iedereen met een standaard webbrowser en een op het netwerk aangesloten computer. Er is geen speciale software die moet worden geïnstalleerd en geconfigureerd, maar u moet wel een ondersteunde webbrowser op de computer hebben. Als u naar de ingebouwde webserver wilt gaan, typt u het IP-adres van de printer in de adresregel van de browser. (Als u het IP-adres niet weet, drukt u een configuratiepagina af. Meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina vindt u in
printerinformatie.)
Functies
De ingebouwde webserver van HP dient voor het bekijken van de status van de printer en de netwerkkaart en voor het beheren van de afdrukfuncties via uw computer. U kunt met de ingebouwde webserver van HP het volgende doen:
informatie over de printerstatus bekijken
de resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en nieuwe bestellen
de configuratie van laden bekijken en wijzigen
de configuratie van het bedieningspaneel van de printer bekijken en wijzigen
interne pagina's bekijken en afdrukken
Pagina's met
berichten van printergebeurtenissen en benodigdheden ontvangen
14 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
koppelingen naar andere websites maken en aanpassen
de taal selecteren waarin de pagina's van de ingebouwde webserver moeten worden
weergegeven
de netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen
ondersteuningsinformatie over de printer en over de huidige printerstatus bekijken.
Ingebouwde webserver gebruiken (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer)
Zie voor een volledig overzicht van de functies van de ingebouwde webserver.
Overige componenten en hulpprogramma's
Voor gebruikers van Windows en Macintosh-computers en voor netwerkbeheerders zijn diverse programma's beschikbaar. Een kort overzicht van deze programma's volgt hieronder.
Windows Macintosh OS
Een programma voor het
automatisch installeren van het afdruksysteem
On line webregistratie
HP werkset: een
webtoepassing voor het controleren van de printerstatus en ­instellingen voor gebruikers van Windows 98, 2000, ME en XP
PPD-bestanden (PostScript
Printer Description): voor gebruik met de Apple PostScript-drivers die worden geleverd met het besturingssysteem van de Macintosh (Mac OS)
HP werkset: een
webtoepassing voor het controleren van de printerstatus en ­instellingen voor gebruikers van Max OS X, 10.1 en
10.2.
Netwerkbeheerder
HP Web Jetadmin: een op
browsertechnologie gebaseerd hulpmiddel voor systeembeheer. Raadpleeg
http://www.hp.com/go/ webjetadmin voor de meest
recente software voor HP Web Jetadmin
HP JetDirect Printer
Installer voor UNIX: beschikbaar voor downloaden van
http://www.hp.com / support /net_printing
NLWW Printersoftware 15

Specificaties voor het afdrukmateriaal

Voor optimale resultaten gebruikt u fotokopieerpapier van 75 g/m2 tot 90 g/m2. Controleer of het papier van goede kwaliteit is en vrij is van insnijdingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, knikken, vouwen of omkrullende randen.

Ondersteunde papiergewichten en -formaten

Papierformaten voor Lade 1
1
Lade 1 Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Minimumformaat papier
Maximumformaat papier
Minimumformaat glanzend papier
Maximumformaat glanzend papier
Minimumformaat transparanten
2
Maximumformaat transparanten
2
Minimumformaat
76 bij 127 mm
216 bij 356 mm
76 bij 127 mm
216 bij 356 mm
60 tot 163 g/m
60 tot 163 g/m
75 tot 120 g/m
75 tot 120 g/m
76 bij 127 mm 0,12 tot 0,13 mm dik 50 vellen
216 bij 356 mm 0,12 tot 0,13 mm dik 50 vellen
76 bij 127 mm
60 tot 90 g/m
2
100 vellen (75 g/m
2
100 vellen (75 g/m
2
Maximale stapelhoogte: 12 mm
2
Maximale stapelhoogte: 12 mm
2
10 enveloppen
enveloppen
Maximumformaat
216 bij 356 mm
60 tot 90 g/m
2
10 enveloppen
enveloppen
2
)
2
)
Minimumformaat etiket 76 bij 127 mm
Maximumformaat etiket 216 bij 356 mm
Minimumformaat
76 bij 127 mm
75 tot 163 g/m
75 tot 163 g/m
135 tot 216 g/m
2
2
2
50 vellen
50 vellen
40 vellen
kaarten
Maximumformaat
216 bij 356 mm
135 tot 216 g/m
2
40 vellen
kaarten
1
De printer ondersteunt verschillende aangepaste en standaardformaten van het afdrukmateriaal. De capaciteit kan verschillen afhankelijk van het materiaalgewicht, de dikte van het materiaal en de omgevingsomstandigheden. Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield). Zie
Printerbenodigdheden en accessoires voor meer informatie over bestellen.
2
Gebruik uitsluitend transparanten die zijn ontwikkeld voor HP Color LaserJet printers. Deze printer herkent transparanten die niet zijn ontworpen voor gebruik met de HP Color LaserJet
Menu Afdrukkwaliteit voor meer informatie.
Opmerking
printers. Zie
In de volgende tabel worden de standaardpapierformaten weergegeven die de printer ondersteunt voor Lade 2.
16 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Papierformaten voor Lade 2
1
Lade 2 Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Letter 216 bij 279 mm
Legal 216 bij 356 mm
Executive 184 bij 267 mm
Executive (JIS) 216 bij 330 mm
A4 210 bij 297 mm
A5 148 bij 210 mm
B5 (JIS) 182 bij 257 mm
B5 (ISO) 176 bij 250 mm
1
De capaciteit kan verschillen afhankelijk van het materiaalgewicht, de dikte van het
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
2
2
2
2
2
2
2
2
250 vellen (75 g/m
2
250 vellen (75 g/m
2
250 vellen (75 g/m
2
250 vellen (75 g/m
2
250 vellen (75 g/m
2
250 vellen (75 g/m
2
250 vellen (75 g/m
2
250 vellen (75 g/m
2
)
)
)
)
)
)
)
)
materiaal en de omgevingsomstandigheden.
Papierformaten voor Lade 3
1
Lade 3 Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Letter 215 bij 279 mm
A4 210 bij 296 mm
1
De capaciteit kan verschillen afhankelijk van het materiaalgewicht, de dikte van het
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
2
2
500 vellen (75 g/m
2
500 vellen (75 g/m
2
)
)
materiaal en de omgevingsomstandigheden.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (beschikbaar op bepaalde modellen van de HP LaserJet 3700 series printer)
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Letter 216 bij 279 mm
Legal 216 bij 356 mm
A4 210 bij 297 mm
1
De printer drukt automatisch af op papier met een gewicht tot 163 gm2. Automatisch
Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
1
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
60 tot 105 g/m
2
2
2
onbeperkt aantal vellen
onbeperkt aantal vellen
onbeperkt aantal vellen
afdrukken op papier dat zwaarder is, kan echter leiden tot onverwachte resultaten.
NLWW Specificaties voor het afdrukmateriaal 17
Handmatig dubbelzijdig afdrukken. Op alle ondersteunde papierformaten en -soorten die vanuit Lade 1 worden afgedrukt, kan handmatig dubbelzijdig worden afgedrukt. Zie
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor meer informatie.
18 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
2

Bedieningspaneel

Dit hoofdstuk bevat informatie over het bedieningspaneel van de printer, waaronder de printerfuncties en gegevens over de printer en de afdruktaken. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Overzicht van het bedieningspaneel
Menu's van het bedieningspaneel
Menuoverzicht
Menu Informatie
Menu Papierverwerking
Menu Apparaat configureren
Menu Diagnostiek
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel veranderen
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld
NLWW 19

Overzicht van het bedieningspaneel

Het bedieningspaneel biedt functies voor de bediening van de printer en geeft informatie weer over de printer en over afdruktaken. Het uitleesvenster biedt grafische informatie over de printer en de status van de printerbenodigdheden zodat u gemakkelijker problemen kunt opsporen en oplossen.
Knoppen en lampjes op het bedieningspaneel
1
Help ( 2 Terug ( 3 Klaar (lampje) 4 Menu (knop) 5 Gegevens (lampje) 6 Attentie (lampje) 7 Stop (knop) 8 Omlaag ( 9 Selecteren ( 10 Omhoog ( 11 Inktcartridgeniveau (lampje) 12 uitleesvenster
) (knop)
) (knop)
) (knop)
) (knop)
) (knop)
De printer biedt informatie via het uitleesvenster en de lampjes in het onderste gedeelte van het bedieningspaneel. De lampjes Klaar, Gegevens en Attentie bieden overzichtelijke informatie over de status van de printer en waarschuwen u voor afdrukproblemen. Het uitleesvenster biedt verdere statusinformatie, menu's, Help-informatie en foutberichten.

Knoppen op het bedieningspaneel

U kunt de knoppen op het bedieningspaneel gebruiken voor het uitvoeren van printerfuncties en voor het doorlopen van de menu's en berichten in het uitleesvenster.
Knop Functie
Selecteren Hiermee kunt u selecties maken, het afdrukken
hervatten na wisbare fouten en inktcartridges activeren die niet van HP zijn.
20 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Knop Functie
Pijl omhoog
Pijl omlaag
Terug Springt terug in de menu's.
Menu Dient voor het openen en afsluiten van menu's.
Stop Hiermee kunt u de huidige taak onderbreken,
Help
Dient voor het doorlopen van menu's en tekst en voor het verhogen of verlagen van numerieke opties in het uitleesvenster.
kunt u de huidige afdruktaak hervatten of annuleren, kunt u papier uit de printer verwijderen en kunt u wisbare fouten bij de onderbreken taak verwijderen.
Hiermee krijgt u gedetailleerde informatie over printerberichten en menu's.

Lampjes op het bedieningspaneel

Lampje Aan Uit Knippert
Klaar
(groen)
Printer is on line (klaar om gegevens te ontvangen en af te drukken)
Printer is off line (onderbroken) of is uitgeschakeld.
Printer probeert het afdrukken te beëindigen en offline te gaan. Dit gebeurt meestal in reactie op een verzoek van de gebruiker om de huidige afdruktaak te onderbreken.
Gegevens
(groen)
Attentie
(geel)
Er zijn verwerkte gegevens in de printer aanwezig, maar er zijn nog meer gegevens nodig om de afdruktaak te kunnen voltooien. Ook kan afdruktaak zijn onderbroken of kan er sprake van fouten die moeten worden verholpen.
Er heeft zich een kritieke fout voorgedaan. De printer heeft aandacht nodig.
Printer kan geen gegevens verwerken of ontvangen.
Er zijn geen omstandigheden meer aanwezig die aandacht vragen.
Printer verwerkt of ontvangt gegevens.
Er heeft zich een fout voorgedaan. De printer heeft aandacht nodig.

Uitleesvenster

Het uitleesvenster van de printer biedt snel volledige informatie over de printer en de afdruktaken. Het niveau van de benodigdheden worden aangegeven met afbeeldingen. De menu's bieden toegang tot de printerfuncties en tot gedetailleerde informatie.
NLWW Overzicht van het bedieningspaneel 21
Het hoofdscherm van het uitleesvenster beschikt over twee gebieden: bericht/prompt en meter voor benodigdheden.
Uitleesvenster van de printer
1 Berichten/prompt-gebied 2 Meter voor de benodigdheden 3 Kleurinktcartridges van links naar rechts: zwart, cyaan, magenta en geel
Het bericht- en het promptgebied bieden informatie over de staat van de printer en laten u weten hoe u verder moet handelen.
De meter voor de benodigdheden toont het niveau in de inktcartridges (zwart, magenta, geel en cyaan). Als een inktcartridge is geïnstalleerd die niet van HP is, wordt er wellicht een weergegeven in plaats van het inktniveau. De meter voor benodigdheden wordt altijd met het bericht Gereed weergegeven en wanneer de printer een waarschuwing of foutbericht over een inktcartridge weergeeft.

Toegang tot het bedieningspaneel via een computer

Met de HP werkset of de instellingspagina van de ingebouwde webserver kunt u tevens toegang krijgen tot het bedieningspaneel van de printer via een computer.
Op de computer wordt dezelfde informatie weergegeven als op het bedieningspaneel. Verder kunt u via de computer een aantal functies van het bedieningspaneel uitvoeren, zoals het controleren van de printerbenodigdheden, het bekijken van berichten en het veranderen van de configuratie van de laden. Zie
gebruiken (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer) voor meer informatie.
De hp werkset gebruiken of Ingebouwde webserver
22 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Menu's van het bedieningspaneel

U kunt de meeste dagelijkse afdruktaken in de computer uitvoeren via de printerdriver of het programma. Dit is de eenvoudigste manier om de printer te bedienen. Wijzigingen die u aanbrengt met de computer hebben voorrang op de instellingen op het bedieningspaneel. Raadpleeg de bijbehorende Help-bestanden van de software of raadpleeg voor meer informatie over het openen van de printerdriver.
U kunt de printer ook bedienen door instellingen te wijzigen in het bedieningspaneel van de printer. Via het bedieningspaneel kunt u toegang krijgen tot printerfuncties die niet worden ondersteund door de printerdriver en het programma. U gebruikt het bedieningspaneel voor het configureren van de laden voor bepaalde soorten afdrukmateriaal en formaten.

Aan de slag

Met de volgende knoppen u door de menu's van het bedieningspaneel bladeren.
Knop Functie
Selecteren Maakt een selectie en hervat het afdrukken na
Printersoftware
een wisbare waarschuwing.
Pijl omhoog
Pijl omlaag
Terug Springt terug in de menu's.
Menu Dient voor het openen en afsluiten van menu's.
Gereed Als er 60 seconden niet op een knop wordt
Hangslotsymbool
Dient voor het doorlopen van menu's en tekst en voor het verhogen of verlagen van numerieke opties in het uitleesvenster. Houd de pijlen ingedrukt om sneller door de opties te bladeren.
gedrukt, keert de printer terug naar de status Gereed.
Het menu is door de netwerkbeheerder vergrendeld.
NLWW Menu's van het bedieningspaneel 23

Menuoverzicht

In de volgende tabellen vindt u een overzicht van ieder menu.

De menu's openen

1. Druk één keer op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op M
6.
Druk op
MENU'S Informatie
of om naar het overzicht te gaan.
om de gewenste optie te selecteren.
om naar het vorige niveau terug te gaan.
ENU
om extra informatie over een menu weer te geven.
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om MENU'S te verlaten.
PAPIERVERWERKING
Apparaat configureren
DIAGNOSTIEK
SERVICE

Menu Informatie

Zie Menu Informatie voor meer informatie.
Informatie MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN
CONFIGURATIE AFDRUKKEN
STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR.
STAT. BENODIGDHDN
GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN (voor de
HP Color LaserJet 3700 series printer)
DEMO AFDRUKKEN
BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN (voor de
HP Color LaserJet 3700 series printer)
PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK.
(voor de HP Color LaserJet 3700 series printer)
PS-LETTERTYPEN- OVERZICHT AFDRUK.
(voor de HP Color LaserJet 3700 series printer)

Menu Papierverwerking

Zie Menu Papierverwerking voor meer informatie.
24 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
PAPIERVERWERKING LADE 1 FORMAAT
LADE 1 TYPE
LADE 2 FORMAAT
LADE 2 TYPE
LADE 3 FORMAAT
LADE 3 TYPE

Menu Apparaat configureren

Zie Menu Apparaat configureren en Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel
veranderen voor meer informatie.
Apparaat configureren AFDRUKKEN EXEMPLAREN
Standaard papierformaat:
STAND. AANGEPAST PAPIERFORMAAT
DUBBELZIJDIG (voor de
HP Color LaserJet 3700dn en 3700dtn)
DUPLEX BINDEN (voor de HP Color LaserJet 3700dn en 3700dtn)
A4/LETTER VERVANGEN
HANDMATIG INVOEREN
LETTERTYPE COURIER (voor
de HP Color LaserJet 3700 series printer)
BREDE A4 (voor de HP Color LaserJet 3700 series printer)
Afdrukken PS fouten: (voor de HP Color LaserJet 3700 series printer)
PCL
AFDRUKKWALITEIT KLEUR AANPASSEN
KALIBRATIE INSTELLEN
FUSERMODI
AUTODETECTIEMODUS
INKTJET TRANSPARANTEN
OPTIMALISEREN
NU KALIBREREN
REINIGINGSPAGINA MAKEN
REINIGINGSPAGINA VERWERKEN
NLWW Menuoverzicht 25
SYSTEEM- INSTELLINGEN ADRES WEERGEVEN
(beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3700 series printer)
OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN
GEDRAG VAN LADE
POWERSAVE-TIJD
HELDERHEID WEERGEVEN
PERSONALITY (voor de
HP Color LaserJet 3700 series printer)
WISBARE BERICHTEN (voor de HP Color LaserJet 3700 series printer)
AUTOM. DOORGAAN
BENDIGDH. BIJNA OP
Storing verhelpen:
ram_disk (voor de HP Color
LaserJet 3700 series printer)
Taal
I/O I/O TIME-OUT
HERSTEL FABRIEKSINST.

Menu Diagnostiek

Zie Menu Diagnostiek voor meer informatie.
PAGINA BUFFERINSTELLINGEN
PARALLELLE INVOER (voor
de HP Color LaserJet 3700 series printer)
EIO X (voor de HP Color LaserJet 3700 series printer)
HERSTELLEN
POWERSAVE
RESET BENODIGDHDN
26 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
DIAGNOSTIEK GEBEURTENISLOG- BOEK AFDRUKKEN
GEBEURTENISLOG- BOEK WEERGEVEN
PQ PROBLEEMOPLOSSING
CARTRIDGE CONTR. UITSCHAKELEN
SENSOREN PAPIERBAAN
PAPIERBAANTEST
HANDMATIGE SENSORTEST
ONDERDELENTEST
TEST AFDRUKKEN/STOPPEN
KLEURBANDTEST
NLWW Menuoverzicht 27

Menu Informatie

U kunt het menu Informatie gebruiken voor toegang tot bepaalde printerinformatie en het afdrukken ervan.
Menuoptie Omschrijving
MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN Drukt een overzicht af van het menu van het
CONFIGURATIE AFDRUKKEN Hiermee drukt u de configuratiepagina van de
STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR. Maakt een afdruk van de resterende levensduur
STAT. BENODIGDHDN Toont de status van de benodigdheden in een
bedieningspaneel waarop u de lay-out en de instelling van de diverse opties van het menu van het bedieningspaneel kunt zien. Zie
printerinformatie.
printer af.
van de benodigdheden en rapporteert gegevens over het totaal aantal afgedrukte pagina's en de verwerkte taken, de productiedatum van de inktcartridges, het serienummer, het aantal afgedrukte pagina's en onderhoudsinformatie.
lijst.
Pagina's met
GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN Maakt een afdruk van alle materiaalformaten die
door de printer zijn gevoerd; geeft aan of de afdrukken enkelzijdig (simplex), dubbelzijdig (duplex), zwart-wit of in kleur zijn; en rapporteert het aantal pagina's.
Beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3700 series printer.
DEMO AFDRUKKEN Drukt een demonstratiepagina af.
BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN Maakt een afdruk van de naam en de directory
van de bestanden die in de printer zijn opgeslagen.
Beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3700 series printer.
PCL-LETTERTYPEN OVERZICHT AFDRUK. Maakt een afdruk van de beschikbare PCL-
lettertypen.
Beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3700 series printer.
PS-LETTERTYPEN- OVERZICHT AFDRUK. Maakt een afdruk van de beschikbare PS-
lettertypen (PostScript-emulatie).
Beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3700 series printer.
28 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Menu Papierverwerking

Via het menu Papierverwerking kunt u de laden configureren op soort en formaat. Het is belangrijk om door middel van dit menu de laden juist te configureren alvorens u voor het eerst afdrukt.
Opmerking
Als u eerdere HP LaserJet printers hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om Lade 1 te configureren in de Eerste modus of de Cassettemodus. Als u de instellingen voor de Eerste modus wilt nabootsen, configureert u Lade 1 met formaat = ELK FORMAAT en type = ELK SOORT. Als u de instellingen van de Cassettemodus wilt nabootsen, stelt u de soort of het formaat voor Lade 1 in op een andere instelling dan ELK FORMAAT of ELK SOORT.
Menuoptie
LADE 1 FORMAAT Er wordt een lijst met de
LADE 1 TYPE Er wordt een lijst met de
LADE 2 FORMAAT
LADE 3 FORMAAT
Waarde Omschrijving
Dient voor het configureren van beschikbare formaten weergegeven.
beschikbare typen weergegeven.
Er wordt een lijst met de beschikbare formaten weergegeven.
het papierformaat voor Lade 1.
De standaardinstelling is ELK
FORMAAT. Zie
papiergewichten en -formaten
voor een volledig overzicht van
de beschikbare formaten.
Dient voor het configureren van
het papiertype voor Lade 1. De
standaardinstelling is ELK
SOORT. Zie
papiergewichten en -formaten
voor een volledig overzicht van
de beschikbare soorten.
Hiermee kunt u het
papierformaat voor Lade 2 of
Lade 3 configureren. De
standaardinstelling is Letter of
A4, afhankelijk van het land/de
regio. Zie
papiergewichten en -formaten
voor een volledig overzicht van
de beschikbare formaten.
Ondersteunde
Ondersteunde
Ondersteunde
LADE 2 TYPE
LADE 3 TYPE
Er wordt een lijst met de beschikbare typen weergegeven.
Hiermee kunt u de papiersoort
voor Lade 2 of Lade 3
configureren. De
standaardinstelling is
GEWOON. Zie
papiergewichten en -formaten
voor een volledig overzicht van
de beschikbare soorten.
Ondersteunde
NLWW Menu Papierverwerking 29

Menu Apparaat configureren

Met het menu Apparaat configureren kunt u de standaardafdrukinstellingen wijzigen of opnieuw instellen, de afdrukkwaliteit aanpassen en de systeemconfiguratie en de I/O-opties wijzigen.

Menu Afdrukken

Deze instellingen zijn alleen van toepassing op taken zonder specifieke eigenschappen. Voor de meeste taken worden alle eigenschappen specifiek opgegeven en worden de instellingen in dit menu tenietgedaan. Met dit menu kunt u ook de standaardinstellingen voor papierformaat en -type opgeven.
Menuoptie Waarden Omschrijving
EXEMPLAREN 1–32.000 Dient voor instelling van het
standaardaantal exemplaren.
Het standaardaantal
exemplaren is 1.
Standaard papierformaat: Er wordt een lijst met de
beschikbare formaten weergegeven.
STAND. AANGEPAST PAPIERFORMAAT
DUBBELZIJDIG UIT
DUPLEX BINDEN LANGE RAND
A4/LETTER VERVANGEN NEE
MAATEENHEID
X-GROOTTE Y-GROOTTE
AAN
KORTE RAND
JA
Dient voor het instellen van het
standaardpapierformaat.
Dient voor het instellen van
standaardafmetingen voor
aangepaste taken zonder
formaat. Beschikbaar voor
Lade 1.
Dient voor het in- en
uitschakelen van de
duplexfunctie (automatisch
dubbelzijdig afdrukken). De
standaardwaarde is UIT. U kunt
deze instelling tenietdoen in de
printerdriver.
Beschikbaar voor de HP Color
LaserJet 3700dn en 3700dtn
printer.
Hiermee kunt u instellen of een
dubbelzijdige afdruktaak aan de
lange zijde of de korte zijde
wordt afgedrukt.
Hiermee kunt u instellen dat A4-
formaat wordt afgedrukt op
papier van Letter-formaat
wanneer er geen papier van A4-
formaat in de printer is geplaatst
of dat Letter-formaat wordt
afgedrukt op papier van A4-
formaat wanneer er geen papier
van Letter-formaat is geplaatst.
De standaardwaarde is NEE.
30 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Waarden Omschrijving
HANDMATIG INVOEREN AAN
UIT
LETTERTYPE COURIER NORMAAL
DONKER
BREDE A4 NEE
JA
De standaardwaarde is UIT. Als
u de optie instelt op AAN, wordt
HANDMATIG INVOEREN de
standaardwaarde voor taken
waarbij geen lade wordt
geselecteerd. U kunt deze
instelling tenietdoen in de
printerdriver.
Dient voor het selecteren van
een van de beschikbare versies
van het lettertype Courier. De
standaardwaarde is
NORMAAL.
Beschikbaar voor de HP Color
LaserJet 3700 series printer.
Dient voor het veranderen van
het afdrukgebied van het A4-
formaat zodat 80 10-pitch
tekens op een enkele regel
passen. De standaardwaarde is
NEE.
Beschikbaar voor de HP Color
LaserJet 3700 series printer.
Afdrukken PS fouten: UIT
AAN
Dient voor het in- of
uitschakelen van pagina's met
PS-fouten (emulated
PostScript). De
standaardwaarde is UIT.
Beschikbaar voor de HP Color
LaserJet 3700 series printer.
NLWW Menu Apparaat configureren 31
Menuoptie Waarden Omschrijving
PCL PAGINALENGTE
AFDRUKSTAND
BRON LETTERTYPEN
GROOTTE LETTERTYPE
PITCH LETTERTYPE
PUNTGROOTTE LETTERTYPE
SYMBOOLSET
CR AAN LF TOEVOEGEN
BLANCO PAGINA'S ONDERDRUKKEN
Dient voor het configureren van
de instellingen voor de
printertaal.
Met PAGINALENGTE stelt u
het aantal regels per pagina in.
De standaardwaarde is 0.
Met AFDRUKSTAND bepaalt u
of de pagina wordt opgemaakt
langs de lange zijde of de korte
zijde. De standaardwaarde is
STAAND (beschikbaar voor de
HP Color LaserJet 3700 series
printer).
Met BRON LETTERTYPEN
selecteert u welk lettertype
wordt gebruikt op het
bedieningspaneel van de
printer. De standaardwaarde is
INTERN. GROOTTE
LETTERTYPE is het getal van
het lettertype dat u selecteert.
Als dit lettertype een
contourlettertype is, kunt u met
PITCH LETTERTYPE de pitch
van een lettertype met een
vaste letterafstand instellen. De
standaardwaarde is 10,00
(beschikbaar voor de HP Color
LaserJet 3700 series printer).
Met PUNTGROOTTE
LETTERTYPE wordt de grootte
van een geselecteerd lettertype
met een vaste letterafstand
ingesteld. Het
standaardlettertype is 12
punten.
Met SYMBOOLSET stelt u in
welke symbolenset wordt
gebruikt op het bedienings-
paneel van de printer. De
standaardwaarde is PC-8.
Met CR AAN LF TOEVOEGEN
kunt u instellen of een
regelinvoer wordt toegevoegd
aan elke regelterugloop bij een
neerwaarts compatibele PCL-
taak. De standaardwaarde is
NEE.
Met BLANCO PAGINA'S
ONDERDRUKKEN kunt u
instellen of lege pagina's in
PCL-taken automatisch worden
onderdrukt. JA betekent dat
lege pagina's worden
onderdrukt (beschikbaar voor
de HP Color LaserJet 3700
series printer.
32 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Menu Afdrukkwaliteit

Dit menu dient voor het aanpassen van alle aspecten van de afdrukkwaliteit, waaronder instellingen voor de kalibratie, registratie en de kleurhalftonen.
Menuoptie Waarden Omschrijving
KLEUR AANPASSEN CYAANDICHTHEID
MAGENTADICHTHEID
GEELDICHTHEID
ZWARTDICHTHEID
KLEURWAARDEN HERSTELLEN
KALIBRATIE INSTELLEN TESTPAGINA AFDRUKKEN
Bron
LADE 1
LADE 2
LADE 3
AUTODETECTIEMODUS ALLEEN TRANSPARANT
UITGEBR. DETECT.
Dient voor het aanpassen van
de halftooninstellingen voor
iedere kleur apart. De
standaardwaarde voor elke
kleur is 0.
Dient voor het uitlijnen van de
afbeelding voor enkelzijdig en
dubbelzijdig afdrukken. De
standaardwaarde voor Bron is
LADE 2. De standaardwaarde
voor de subitems LADE 1,
LADE 2 en LADE 3 is 0.
Als een lade is ingesteld op
GEWOON of ELK FORM en in
de afdruktaak geen
materiaalsoort is opgegeven,
wordt de afdrukkwaliteit
aangepast aan de
materiaalsoort die door de
printer wordt herkend. De
standaardwaarde is ALLEEN
TRANSPARANT, waarmee
transparanten, glanzend papier
en tough paper worden
herkend.
INKTJET TRANSPARANTEN WEIG.-BEV. FUSER
ACCEPT.-NIET GEADV.
FUSERMODI Er wordt een lijst met de
beschikbare modi weergegeven.
WEIG.-BEV. FUSER zorgt
ervoor dat een afdruktaak wordt
stopgezet wanneer is
vastgesteld dat een type
transparant ongeschikt is om op
af te drukken. Deze optie
beschermt de printerfuser tegen
beschadiging.
Met ACCEPT.-NIET GEADV.
kan de taak toch worden
afgedrukt, zelfs wanneer een
ongeschikt type transparant
wordt gebruikt.
De standaardwaarde is WEIG.-
BEV. FUSER.
Dient voor het koppelen van
een papiertype aan een
bepaalde afdrukmodus.
NLWW Menu Apparaat configureren 33
Menuoptie Waarden Omschrijving
OPTIMALISEREN T1 OMLAAG
T1 OMHOOG
T2 OMHOOG 1
T2 OMHOOG 2
T2 OMLAAG 1
T2 OMLAAG 2
VOORRAND OMHOOG
VOORRAND OMLAAG
ACHTERGR.VERKL. 1
ACHTERGR.VERKL. 2
FUSER OMLAAG 1
FUSER OMLAAG 2
VERSCHUIVING
SPOOKEFF.VOORK.
ROTATIE VOORAF
OPTIMALISATIE OPNIEUW INSTELLEN
NU KALIBREREN Hiermee worden alle
Hiermee kunt u bepaalde
parameters optimaliseren voor
alle taken in plaats van (of
naast) alleen parameters te
optimaliseren voor bepaalde
papiertypen. De
standaardwaarde voor elke
optie is UIT.
OPTIMALISATIE OPNIEUW
INSTELLEN zorgt ervoor dat
alle waarden worden teruggezet
op UIT.
printerkalibraties uitgevoerd om
de afdrukkwaliteit te
optimaliseren.
REINIGINGSPAGINA MAKEN Dient om een reinigingspagina
af te drukken waarmee de
printer kan worden gereinigd.
Deze pagina bevat instructies
voor het verwerken van de
REINIGINGSPAGINA VERWERKEN
reinigingspagina. Zie
reinigen voor meer informatie.
Nadat de reinigingspagina in
Lade 1 is geplaatst, zorgt deze
menuoptie ervoor dat de
reinigingspagina door de printer
wordt verwerkt. Het
reinigingsproces duurt enkele
momenten. Zie
reinigen voor meer informatie.
De printer
De printer

Menu Systeeminstellingen

In het menu Systeeminstellingen kunt u de standaardinstellingen voor de algemene printerconfiguratie wijzigen, zoals de PowerSave-tijd, de printer-personality (printertaal) en het herstel na een storing. Zie voor meer informatie.
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel veranderen
34 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Waarden Omschrijving
ADRES WEERGEVEN AUTO
UIT
OPTIMALE SNELHEID/ KOSTEN AUTO
MEESTAL KLEURENPAG
MEESTAL MONO PAG.
Met AUTO kan op het bedieningspaneel van de printer afwisselend het IP-adres van de printer en het bericht Gereed worden weergegeven. De standaardwaarde is UIT.
Deze menuoptie wordt alleen weergegeven als de printer is aangesloten op een netwerk (beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3700n, 3700dn en 3700dtn printer).
Deze menuoptie bepaalt hoe de printer overschakelt van afdrukken in kleur naar monochroom (zwart-wit) afdrukken zodat maximale prestaties en een maximale gebruiksduur van de inktcartridges worden verkregen.
Met AUTO worden de standaardinstellingen van de printer hersteld. De standaardwaarde is AUTO.
Selecteer MEESTAL KLEURENPAG als u bijna al uw taken afdrukt in kleur met een hoge paginadekking.
Selecteer MEESTAL MONO PAG. als u meestal monochrome taken of een combinatie van kleurentaken en monochrome taken afdrukt.
GEDRAG VAN LADE GEBRUIK
GEWENSTE LADE
HANDINVOER PROMPT
PS OF AFDRUKMATERI AAL
Dient voor het opgeven van instellingen voor de ladeselectie. (Met deze instelling kunt u laden configureren als laden van bepaalde oudere printers van HP.)
De standaardwaarde voor GEBRUIK GEWENSTE LADE is EXCLUSIEF.
De standaardwaarde voor
HANDINVOER PROMPT is ALTIJD.
PS OF AFDRUKMATERIAAL bepaalt
hoe papier wordt verwerkt wanneer u afdrukt vanuit een Adobe PS­printerdriver. Bij INGESCHAKELD wordt de HP papierverwerking gebruikt. Bij Niet mogelijk wordt de papierverwerking van Adobe PS gebruikt. De standaardwaarde is INGESCHAKELD.
Zie
Opties voor ladegedrag: gewenste lade gebruiken en handmatige invoer
voor meer informatie.
NLWW Menu Apparaat configureren 35
Menuoptie Waarden Omschrijving
POWERSAVE-TIJD 1 UREN
2 MINUUT
30 MINUTEN
4 UREN
15 MINUTEN
15 UUR
HELDERHEID WEERGEVEN 1–10 Met deze optie kunt u de helderheid
PERSONALITY AUTO
PS
PCL
Vermindert het stroomverbruik wanneer de printer een bepaalde tijd niet gebruikt is.
Met deze optie kunt u instellen hoe lang het duurt voordat de PowerSave­stand van de printer wordt ingeschakeld als de printer niet actief is. De standaardwaarde is 30 MINUTEN.
Zie
PowerSave-tijd voor meer
informatie.
van het bedieningspaneel van de printer instellen. De standaardwaarde is 5. Zie
uitleesvenster.
Dient voor het instellen van de standaard-personality op PCL, PostScript-emulatie of op automatisch heen en weer schakelen. De standaardwaarde is AUTO.
Zie
hp color LaserJet 3700 series printer)
voor meer informatie.
Helderheid van het
Personality (beschikbaar voor de
WISBARE BERICHTEN TAAK
AAN
AUTOM. DOORGAAN UIT
AAN
Met deze optie kunt u instellen hoe lang een wisbare waarschuwing wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. De standaardwaarde is TAAK. Dit wordt weergegeven tot u op
drukt. AAN wordt weergegeven tot
het einde van de taak waardoor de waarschuwing is gegenereerd.
Zie
Wisbare waarschuwingen (beschikbaar voor de hp color LaserJet 3700 series printer) voor meer
informatie.
Bepaalt wat de printer doet wanneer er een fout optreedt waarna automatisch doorgaan mogelijk is. De standaardwaarde is AAN.
Bij AAN wordt het afdrukken na 10 seconden automatisch hervat.
Met UIT wordt het afdrukken onderbroken. Druk op gaan met afdrukken.
Automatisch doorgaan voor meer
Zie informatie.
om door te
36 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Waarden Omschrijving
BENDIGDH. BIJNA OP STOP
VERDER
Storing verhelpen: UIT
AAN
AUTO
ram_disk AUTO
UIT
Dient voor instelling van rapportage over benodigdheden die bijna op zijn. De standaardwaarde is VERDER.
BijSTOP wordt het afdrukken stopgezet zodra wordt vastgesteld dat printerbenodigdheden bijna op zijn. Druk op afdrukken.
Zie voor meer informatie.
Bepaalt of de printer na een papierstoring zal proberen om overgeslagen pagina's opnieuw af te drukken. De standaardwaarde is AUTO.
Zie informatie.
Bepaalt hoe de functie voor de RAM­schijf is geconfigureerd. AUTO stelt de printer in staat de optimale grootte van de RAM-schijf te bepalen op basis van de hoeveelheid beschikbaar geheugen. Met UIT wordt de RAM­schijf uitgeschakeld, maar blijft een klein gedeelte van de RAM-schijf nog beschikbaar. De standaardwaarde is AUTO.
om door te gaan met
Printerbenodigdheden bijna op
Storingsherstel voor meer
Beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3700 series printer.
Taal Er wordt een lijst
met beschikbare talen weergegeven.
Dient voor het instellen van de standaardtaal voor het bedieningspaneel.
Zie
Taal voor meer informatie.

Menu I/O

Met dit menu kunt u de I/O-opties van de printer configureren.
Netwerkconfiguratie.
Zie
Menuoptie Waarden Omschrijving
I/O TIME-OUT 5–300 Dient voor het selecteren van
de I/O-time-out in seconden.
NLWW Menu Apparaat configureren 37
Menuoptie Waarden Omschrijving
PAGINA BUFFERINSTELLINGEN
PARALLELLE INVOER HOGE SNELHEID
UIT
AAN
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Hiermee stelt u in of de printer de prestaties moet optimaliseren of het apparaatgebruik moet beperken terwijl wordt gewacht op gegevensoverdracht. Selecteer AAN als de printer USB 1.1 of Ethernet 10 base T gebruikt. De standaardwaarde is UIT (beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3500 series printer).
Dient voor het selecteren van de snelheid waarmee de parallelle poort communiceert met de host en voor het in- en uitschakelen van de bidirectionele parallelle communicatie.
De standaardwaarde voor HOGE SNELHEID is JA. De standaardwaarde voor
GEAVANCEERDE FUNCTIES
is AAN.
Beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3700 series printer.
EIO X Mogelijke waarden zijn:
TCP/IP
IPX/SPX
APPLETALK
DLC/LLC
LINK-SNELH
Hiermee kunt u EIO-apparaten configureren die in de EIO-sleuf zijn geïnstalleerd.
Beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3700 series printer.
Zie
EIO-configuratie (Enhanced I/O) (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer)
voor meer informatie.

Menu Herstel

In het menu Herstel kunt u de fabrieksinstellingen herstellen, de PowerSave-functie in- en uitschakelen en de printer bijwerken na het installeren van nieuwe printerbenodigdheden.
Menuoptie Waarden Omschrijving
FABRIEKSINST. HERSTELLEN
Geen Hiermee kunt u de paginabuffer
wissen, alle tijdelijke personality-gegevens verwijderen, de afdrukomgeving opnieuw instellen en alle standaardinstellingen herstellen. Met dit menu worden de netwerkinstellingen van HP Jetdirect echter niet teruggezet naar de standaardwaarden.
38 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Menuoptie Waarden Omschrijving
POWERSAVE UIT
AAN
RESET BENODIGDHDN NWE. TRANSFERKIT
NIEUWE FUSERKIT
Dient voor het in- en uitschakelen van de PowerSave-functie. De standaardwaarde is AAN.
Hiermee kunt u doorgeven aan de printer dat er een nieuwe transferkit of fuserkit is geïnstalleerd.
NLWW Menu Apparaat configureren 39

Menu Diagnostiek

Met het menu Diagnostiek kunnen tests worden uitgevoerd waarmee de problemen met de printer kunnen worden vastgesteld en opgelost.
Menuoptie Omschrijving
GEBEURTENISLOG- BOEK AFDRUKKEN Met deze optie kunt u een lijst met de laatste 50
GEBEURTENISLOG- BOEK WEERGEVEN Deze optie toont de laatste 50 gebeurtenissen
PQ PROBLEEMOPLOSSING Deze optie drukt een aantal pagina's af die u kunt
CARTRIDGE CONTR. UITSCHAKELEN Met deze test kunt u afdrukken als een of meer
SENSOREN PAPIERBAAN Deze optie toont de waarden van de sensoren.
vermeldingen in het printerlogboek afdrukken, te beginnen met het meest recente bericht.
van het bedieningspaneel, te beginnen met de meest recente gebeurtenis.
gebruiken om problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen.
inktcartridges zijn verwijderd, zodat u problemen met inktcartridges kunt vaststellen.
De waarden worden elke keer dat het papier de sensoren passeert, bijgewerkt. Afdruktaken kunnen worden gestart op het bedieningspaneel of worden verzonden via de computer.
PAPIERBAANTEST Deze optie komt is nuttig voor het testen van de
functies voor de papierverwerking, zoals de configuratie van de laden.
HANDMATIGE SENSORTEST Met dit item kan een servicemedewerker testen
of de sensors en schakelaars voor de papierbaan correct functioneren.
ONDERDELENTEST Met deze optie kunt u aparte onderdelen
onafhankelijk activeren om geluiden, lekkages en andere kwesties te isoleren.
TEST AFDRUKKEN/STOPPEN Met dit item worden problemen met de
afdrukkwaliteit nauwkeuriger geïsoleerd door de printer tijdens het afdrukken te onderbreken. Als u de printer tijdens het afdrukken onderbreekt, heeft dit wellicht een papierstoring tot gevolg die handmatig moet worden verwijderd. Een servicemedewerker moet deze test uitvoeren.
KLEURBANDTEST Met dit item kan een servicemedewerker
vonkvorming in de voedingsbron met hoog voltage vaststellen. Deze test is alleen bedoeld voor de HP Color LaserJet 3700 series printer.
40 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel veranderen

Via het bedieningspaneel van de printer kunt u de algemene standaardinstellingen van de printerconfiguratie wijzigen, zoals het formaat en het type afdrukmateriaal van een lade, de tijd voor de PowerSave-functie, de personality van de printer (de printertaal) en de methode van storingherstel.
U hebt tevens toegang tot het bedieningspaneel van de printer via een computer als u de instellingspagina van de ingebouwde webserver gebruikt. De computer toont dezelfde informatie als op het bedieningspaneel wordt weergegeven. Zie
gebruiken (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer) voor meer informatie.
Ingebouwde webserver
VOORZICHTIG
De configuratie-instellingen hoeven maar zelden te worden gewijzigd. Hewlett-Packard beveelt aan dat de configuratie-instellingen uitsluitend door de systeembeheerder worden veranderd.

Opties voor ladegedrag: gewenste lade gebruiken en handmatige invoer

De laden hebben de volgende opties die door de gebruiker kunnen worden ingesteld:
GEBRUIK GEWENSTE LADE. Als u EXCLUSIEF (de standaardinstelling) selecteert,
selecteert de printer niet automatisch een andere lade wanneer u aangeeft dat een bepaalde lade moet worden gebruikt. Als u EERSTE selecteert, kan de printer papier opnemen uit een tweede lade als de opgegeven lade leeg is.
Handmatig laden. Als u ALTIJD (de standaardinstelling) selecteert, geeft het systeem
altijd eerst een melding voordat papier uit de multifunctionele lade wordt opgenomen. Als u TENZIJ GELADEN selecteert, geeft het systeem alleen een melding als de multifunctionele lade leeg is.
Ga als volgt te werk om gebruik van de verzochte lade in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op M
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om GEDRAG VAN LADE te markeren. om GEDRAG VAN LADE te selecteren. om GEBRUIK GEWENSTE LADE te selecteren.
of om EXCLUSIEF of EERSTE te selecteren.
om het gedrag van de lade in te stellen.
ENU
.
Ga als volgt te werk om de prompt voor handinvoer in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel veranderen 41
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op om Apparaat configureren te selecteren.
Opmerking
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op M
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om GEDRAG VAN LADE te markeren. om GEDRAG VAN LADE te selecteren.
om HANDINVOER PROMPT te markeren. om HANDINVOER PROMPT te selecteren.
of om ALTIJD of TENZIJ GELADEN te selecteren.
om het gedrag van de lade in te stellen.
ENU
.

PowerSave-tijd

Met de instelbare PowerSave-functie kunt u het energieverbruik beperken wanneer de printer enige tijd niet actief is geweest. De tijdsduur die verstrijkt voordat de PowerSave-stand van de printer wordt ingeschakeld, kan worden ingesteld op 1 UREN, 2 MINUUT, 30 MINUTEN, 4 UREN, 4 UREN, 15 MINUTEN of 15 UUR. De standaardinstelling is 30 MINUTEN.
Het uitleesvenster van de printer wordt gedimd wanneer de printer naar de PowerSave-stand verspringt. De PowerSave-stand heeft geen invloed op de opwarmtijd van de printer, tenzij deze meer dan 8 uur in de PowerSave-stand heeft gestaan.
Ga als volgt te werk om de tijd voor de PowerSave-stand in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om POWERSAVE-TIJD te markeren. om POWERSAVE-TIJD te selecteren.
of om de gewenste tijd te selecteren.
om de tijd in te stellen.
ENU
.
Ga als volgt te werk om PowerSave in of uit te schakelen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om HERSTEL te markeren.
5. Druk op
6. Druk op
om HERSTEL te selecteren.
om POWERSAVE te markeren.
42 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
7. Druk op om POWERSAVE te selecteren.
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
of om AAN of UIT te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.

Helderheid van het uitleesvenster

U kunt de helderheid van het bedieningspaneel aanpassen met de optie HELDERHEID WEERGEVEN.
Ga als volgt te werk om de helderheid van het uitleesvenster in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om HELDERHEID WEERGEVEN te markeren. om HELDERHEID WEERGEVEN te selecteren.
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.

Personality (beschikbaar voor de hp color LaserJet 3700 series printer)

Deze printer schakelt automatisch over naar de juiste personality (printertaal).
AUTO stelt de printer in staat om automatisch de aard van de afdruktaak te detecteren
en de personality voor de betreffende taak in te stellen.
PCL stelt de printer in voor gebruik van de printertaal PCL (Printer Control Language).
PS stelt de printer in voor gebruik van de PostScript-emulatiemodus.
Ga als volgt te werk om de personality in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren.
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel veranderen 43
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om PERSONALITY te markeren. om PERSONALITY te selecteren.
8. Druk op of om de juiste personality te selecteren (AUTO, PS of PCL).
9. Druk op
10. Druk op M
om de personality in te stellen.
ENU
.

Wisbare waarschuwingen (beschikbaar voor de hp color LaserJet 3700 series printer)

Met deze optie bepaalt u de tijd dat wisbare waarschuwingen worden weergegeven door AAN of TAAK te selecteren. De standaardwaarde is TAAK.
AAN geeft de wisbare waarschuwingen weer totdat u op
TAAK geeft de wisbare waarschuwingen weer totdat de taak waardoor het bericht is
veroorzaakt, is beëindigd.
Ga als volgt te werk om de wisbare waarschuwingen in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
drukt.
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om WISBARE BERICHTEN te markeren. om WISBARE BERICHTEN te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.

Automatisch doorgaan

U bepaalt wat de printer doet wanneer er een fout optreedt waarna automatisch doorgaan mogelijk is. AAN is de standaardinstelling.
AAN toont gedurende tien seconden een foutbericht alvorens automatisch door te gaan
met afdrukken.
UIT zet het afdrukken tijdelijk stil wanneer er een foutbericht wordt weergegeven. Dat
duurt totdat u op
Ga als volgt te werk om de printer in te stellen op automatisch doorgaan
1. Druk op M
2. Druk op
ENU
om Apparaat configureren te markeren.
drukt.
om naar MENU'S te gaan.
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
44 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om AUTOM. DOORGAAN te markeren.
7. Druk op om AUTOM. DOORGAAN te selecteren.
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.

Printerbenodigdheden bijna op

De printer biedt twee opties voor het rapporteren dat de benodigdheden bijna op zijn; VERDER is de standaardwaarde.
Met VERDER kan de printer ondanks het feit dat er een waarschuwing wordt
weergegeven, doorgaan met afdrukken totdat de benodigdheden zijn vervangen of op zijn.
Met STOP houdt de printer op met afdrukken totdat de benodigdheden zijn vervangen of
totdat u op blijft.
Ga als volgt te werk om de waarschuwing voor de printerbenodigdheden in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
drukt waardoor de printer verder afdrukt terwijl de waarschuwing zichtbaar
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren.
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om BENDIGDH. BIJNA OP te markeren. om BENDIGDH. BIJNA OP te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.

Storingsherstel

Met deze optie bepaalt u de reactie van de printer na een papierstoring, waaronder de manier waarop de printer de betrokken pagina's verwerkt. AUTO is de standaardwaarde.
AUTO. Wanneer er voldoende geheugen beschikbaar is, wordt de functie voor
storingsherstel automatisch door de printer ingeschakeld.
AAN. De pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden opnieuw afgedrukt. Er
wordt aanvullende geheugencapaciteit toegewezen om de laatste afgedrukte pagina's op te slaan. Hierdoor kunnen de algemene afdrukprestaties afnemen.
UIT. Pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden niet opnieuw afgedrukt.
Aangezien er geen geheugen wordt gebruikt voor het opslaan van de laatst afgedrukte pagina's, is het mogelijk dat de prestaties optimaal zijn.
NLWW Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel veranderen 45
Ga als volgt te werk om de reactie van de printer op een papierstoring in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om Storing verhelpen: te markeren. om Storing verhelpen: te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.

Taal

De optie voor het instellen van de standaardtaal wordt weergegeven wanneer de printer voor het eerst wordt gestart. Als u de beschikbare opties doorloopt, wordt de lijst weergegeven in de taal die is gemarkeerd. Wanneer de lijst in de gewenste taal wordt weergegeven, drukt u
om de betreffende taal in te stellen. U kunt de taal ook wijzigen met de onderstaande
op procedures:
Ga als volgt te werk om de taal te selecteren
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren.
om Taal te markeren. om Taal te selecteren.
of om de gewenste taal te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.
46 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW

Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld

Als gebruik van de printer met anderen wordt gedeeld, volgt u de onderstaande richtlijnen:
Raadpleeg altijd uw systeembeheerder voordat u de instellingen op het
bedieningspaneel wijzigt. Het wijzigen van de instellingen op het bedieningspaneel kan gevolgen hebben voor andere afdruktaken.
Overleg altijd met de andere gebruikers voordat u het standaardlettertype van de printer
wijzigt of software-lettertypen downloadt. Een goede coördinatie bespaart printergeheugen en voorkomt onverwachte afdrukresultaten.
Houd er rekening mee dat overschakeling op een andere printer-personality, zoals
geëmuleerde PostScript of PCL, van invloed is op de afdrukresultaten van andere gebruikers.
Opmerking
Het besturingssysteem van het netwerk beschermt wellicht de afdruktaak van elke gebruiker automatisch tegen de invloed van andere afdruktaken. Raadpleeg uw systeembeheerder voor meer informatie.
NLWW Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld 47
48 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
3

I/O-configuratie

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u bepaalde netwerkparameters configureert op de printer. De volgende onderwerpen komen aan bod:
USB-configuratie
Parallelle configuratie (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer)
EIO-configuratie (Enhanced I/O) (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer)
Netwerkconfiguratie
NLWW 49

USB-configuratie

Voor alle printermodellen worden USB-aansluitingen ondersteund. De USB-poort bevindt zich aan de achterkant van de printer.

De USB-kabel aansluiten

Sluit de USB-kabel aan op de printer. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer.
1
2
Verbinding voor de USB-poort
1 USB-poort 2 USB-aansluiting
50 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW

Parallelle configuratie (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer)

De HP Color LaserJet 3700 biedt ondersteuning voor een netwerk- en een parallelle verbinding tegelijk. Een parallelle verbinding wordt gemaakt door de printer op een computer aan te sluiten via een bidirectionele parallelle kabel (die voldoet aan IEEE-1284) waarbij de b-connector in de parallelle poort van de printer wordt gestoken. De kabel mag maximaal 10 m lang zijn.
Wanneer een parallelle interface wordt beschreven, duidt de term bidirectioneel erop dat de printer via de parallelle poort zowel gegevens van de computer kan ontvangen als gegevens naar de computer kan verzenden. Met de parallelle interface beschikt u over neerwaartse compatibiliteit. U kunt echter het beste de USB- of netwerkaansluiting gebruiken voor de beste prestaties.
1
2
Opmerking
Opmerking
Verbinding voor de parallelle poort
1 b-connector 2 parallelle poort
Voor gebruik van de geavanceerde mogelijkheden van de bidirectionele parallelle interface, zoals de bidirectionele communicatie tussen de computer en de printer, snellere overdracht van gegevens en automatische configuratie van printerdrivers, moet u ervoor zorgen dat de meest recente printerdriver is geïnstalleerd. Zie
De fabrieksinstellingen bieden ondersteuning voor automatisch heen en weer schakelen tussen de parallelle poort en een of meer netwerkverbindingen van de printer. Als zich problemen voordoen, raadpleegt u
Netwerkconfiguratie.
Printerdrivers voor meer informatie.
NLWW Parallelle configuratie (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer) 51

EIO-configuratie (Enhanced I/O) (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer)

De printer beschikt over één EIO-sleuf (Enhanced Input/Output). In de EIO-sleuf kunt u compatibele, externe apparaten installeren, zoals netwerkkaarten voor de HP Jetdirect printserver of andere apparaten. Als u een EIO-netwerkkaart in de sleuf installeert, verhoogt u het aantal netwerkinterfaces dat voor de printer beschikbaar is.
EIO-netwerkkaarten kunnen de prestaties van de printer maximaliseren wanneer u afdrukt via een netwerk. Bovendien beschikt u op deze manier over de mogelijkheid om de printer overal in een netwerk te plaatsen. Hierdoor is het niet nodig om de printer rechtstreeks op een server of een werkstation aan te sluiten en kunt u de printer dichter bij de gebruikers van het netwerk plaatsen.
Als de printer van een EIO-netwerkkaart is voorzien, kunt u deze kaart configureren via het menu Apparaat configureren van het bedieningspaneel.

HP Jetdirect printservers

HP Jetdirect printservers (netwerkkaarten) kunnen worden geïnstalleerd in een van de EIO­sleuven van de printer. Deze kaarten ondersteunen diverse netwerkprotocollen en besturingssystemen. HP Jetdirect printservers vergemakkelijken het netwerkbeheer doordat u de mogelijkheid hebt om een printer op iedere locatie rechtstreeks aan te sluiten op uw netwerk. HP Jetdirect printservers ondersteunen ook het SNMP (Simple Network Management Protocol), waarmee netwerkbeheerders printers op afstand kunnen beheren en problemen via HP Jetadmin software kunnen oplossen.
Opmerking
Opmerking
Installatie van deze kaarten en de netwerkconfiguratie moet worden uitgevoerd door een netwerkbeheerder. U kunt de kaart configureren via het bedieningspaneel, via de installatiesoftware voor de printer of via het programma HP Web Jetadmin.
Raadpleeg de documentatie bij de HP Jetdirect printserver voor informatie over welke externe apparaten of EIO-netwerkkaarten worden ondersteund.

Beschikbare interfaces voor Enhanced I/O

HP Jetdirect printservers (netwerkkaarten) bieden oplossingen voor:
Novell NetWare Network
Microsoft Windows- en Windows NT-netwerken
Apple Mac OS (AppleTalk)
UNIX (HP-UX en Solaris)
Linux (Red Hat en SuSE)
Afdrukken via het internet
Voor een overzicht van beschikbare netwerkoplossingen raadpleegt u de Handleiding voor HP Jetdirect printservers voor beheerders of bezoekt u HP Online Klantenondersteuning op
http://www.hp.com/support/net_printing.
52 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW

NetWare-netwerken

Als u Novell NetWare samen met een HP Jetdirect printserver gebruikt, biedt de modus Queue Server betere afdrukprestaties dan de modus Remote Printer. De HP Jetdirect printserver biedt ondersteuning voor NDS (Novell Directory Services) en Bindery. Raadpleeg voor verdere informatie de Handleiding voor HP Jetdirect printservers voor beheerders.
Voor computers met Windows 98, Me, NT 4.0, 2000 en XP gebruikt u het hulpprogramma voor printerinstallatie om de printer in een NetWare-netwerk in te stellen.

Windows- en Windows NT-netwerken

Voor computers met Windows 98, Me, NT 4.0, 2000 en XP gebruikt u het hulpprogramma voor printerinstallatie om de printer in een Microsoft Windows-netwerk in te stellen. Het hulpprogramma kan worden gebruikt om printers in te stellen voor peer-to-peer gebruik of voor client-server netwerkgebruik.

AppleTalk-netwerken

Gebruik de HP werkset om de printer te configureren voor een EtherTalk- of een LocalTalk­netwerk. Raadpleeg de Handleiding voor HP Jetdirect printservers voor beheerders voor meer informatie. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een HP Jetdirect printserver is geïnstalleerd.

UNIX/Linux-netwerken

Gebruik het HP Jetdirect printerinstallatieprogramma voor UNIX om de printer voor een HP­UX- of Sun Solaris-netwerk in te stellen.
Gebruik HP Web Jetadmin om printers voor een UNIX- of Linux-netwerk in te stellen en te beheren.
Als u software van HP wilt aanschaffen voor UNIX/Linux-netwerken, bezoekt u HP Online Klantenondersteuning op URL: http://www.hp.com/support/net_printing. Raadpleeg de Handleiding voor HP Jetdirect printservers voor beheerders voor overige installatieopties die door de HP Jetdirect printserver worden ondersteund. Deze handleiding wordt geleverd bij printers met een HP Jetdirect printserver.
NLWW EIO-configuratie (Enhanced I/O) (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer) 53

Netwerkconfiguratie

Opmerking
Opmerking
De netwerkconfiguratiefunctie is beschikbaar voor de HP Color LaserJet 3700 series printer als een EIO-apparaat is geïnstalleerd.
Het is mogelijk dat u bepaalde netwerkparameters op de printer moet configureren. U kunt deze parameters configureren via het bedieningspaneel van de printer, de ingebouwde webserver en voor de meeste netwerken ook vanuit HP Web Jetadmin of de HP werkset.
Zie voor meer informatie over het gebruik van de ingebouwde webserver Ingebouwde
webserver gebruiken (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer).
Raadpleeg de Handleiding voor HP Jetdirect printservers voor beheerders voor een volledig overzicht van ondersteunde netwerken en instructies voor het configureren van netwerkparameters vanuit software. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een HP Jetdirect printserver is geïnstalleerd.
Dit gedeelte bevat de volgende instructies voor het configureren van netwerkparameters vanaf het bedieningspaneel van de printer:
configuratie van TCP/IP-parameters
uitschakelen van ongebruikte netwerkparameters

Configuratie van TCP/IP-parameters

Via het printerbedieningspaneel kunt u de volgende TCP/IP-parameters configureren:
gebruik van het bestand BOOTP voor configuratieparameters (het bestand BOOTP
wordt standaard gebruikt)
IP-adres (4 bytes)
subnetmasker (4 bytes)
standaard-gateway (4 bytes)
time-out voor niet-actieve TCP-verbinding (in seconden)
TCP/IP-parameters configureren met BOOTP of DHCP
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren. om I/O te selecteren.
om EIO X te markeren. om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren. om TCP/IP te selecteren.
10. Druk op
11. Druk op
54 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
om CONFIG.METHODE te selecteren.
om BOOTP of DHCP te markeren.
12. Druk op om de instelling op te slaan.
ENU
13. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel van de printer
Stel handmatig een IP-adres, subnetmasker, standaardgateway, syslog server en time-out bij inactiviteit in.
Een IP-adres instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
14. Druk op
15. Druk op
16. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren. om I/O te selecteren.
om EIO X te markeren. om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren. om TCP/IP te selecteren. om CONFIG.METHODE te selecteren.
om HANDMATIG te markeren. om HANDMATIG te selecteren.
om HANDM. INST. te markeren. om HANDM. INST. te selecteren.
om IP-adres: te markeren. om IP-adres: te selecteren.
Opmerking
De eerste serie van vier series getallen is gemarkeerd. Elke serie getallen geeft een byte aan informatie weer en heeft een bereik van 0 tot 255.
17. Druk op
of op om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van het
IP-adres.
Opmerking
Houd de pijltoets ingedrukt om de getallen sneller te doorlopen.
18. Druk op
om naar de volgende serie getallen te verspringen. (Druk op om naar de
vorige reeks getallen te gaan.)
19. Herhaal stap 17 en 18 totdat het gewenste IP-adres is opgegeven.
20. Druk op
21. Druk op M
om de instelling op te slaan.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
NLWW Netwerkconfiguratie 55
Het subnetmasker instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
14. Druk op
15. Druk op
16. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren. om I/O te selecteren.
om EIO X te markeren. om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren. om TCP/IP te selecteren. om CONFIG.METHODE te selecteren.
om HANDMATIG te markeren. om HANDMATIG te selecteren.
om HANDM. INST. te markeren. om HANDM. INST. te selecteren.
om SUBNETMASKER te markeren. om SUBNETMASKER te selecteren.
Opmerking
De eerste serie van vier series getallen is gemarkeerd. Elke serie getallen geeft een byte aan informatie weer en heeft een bereik van 0 tot 255.
17. Druk op
of op de om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van
het subnetmasker.
18. Druk op
om naar de volgende serie getallen te verspringen. (Druk op om naar de
vorige reeks getallen te gaan.)
19. Herhaal stap 17 en 18 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
20. Druk op
21. Druk op M
om het subnetmasker op te slaan.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
De standaardgateway instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren. om I/O te selecteren.
om EIO X te markeren.
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren. om TCP/IP te selecteren. om CONFIG.METHODE te selecteren.
56 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
11. Druk op om HANDMATIG te markeren.
Opmerking
12. Druk op
13. Druk op
14. Druk op
15. Druk op
16. Druk op
om HANDMATIG te selecteren.
om HANDM. INST. te markeren. om HANDM. INST. te selecteren.
om STANDAARDGATEWAY te markeren. om STANDAARDGATEWAY te selecteren.
De eerste serie van vier series getallen vormt de standaardinstellingen. Elke serie getallen geeft een byte aan informatie weer en heeft een bereik van 0 tot 255.
17. Druk op
of op om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van de
standaardgateway.
18. Druk op
om naar de volgende serie getallen te verspringen. (Druk op om naar de
vorige reeks getallen te gaan.)
19. Herhaal stap 17 en 18 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
20. Druk op
21. Druk op M
om de standaardgateway op te slaan.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
De syslog server instellen
1. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
Opmerking
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
14. Druk op
15. Druk op
16. Druk op
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren. om I/O te selecteren.
om EIO X te markeren. om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren. om TCP/IP te selecteren. om CONFIG.METHODE te selecteren.
om HANDMATIG te markeren. om HANDMATIG te selecteren.
om HANDM. INST. te markeren. om HANDM. INST. te selecteren.
om SYSLOG SERVER te markeren. om SYSLOG SERVER te selecteren.
De eerste serie van vier series getallen vormt de standaardinstellingen. Elke serie getallen geeft een byte aan informatie weer en heeft een bereik van 0 tot 255.
17. Druk op
of op om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van de
standaardgateway.
18. Druk op
om naar de volgende serie getallen te verspringen. (Druk op om naar de
vorige reeks getallen te gaan.)
NLWW Netwerkconfiguratie 57
19. Herhaal stap 17 en 18 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
20. Druk op
21. Druk op M
om de syslog server op te slaan.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
De time-out bij inactiviteit instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren. om I/O te selecteren.
om EIO X te markeren. om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren. om TCP/IP te selecteren. om CONFIG.METHODE te selecteren.
om HANDMATIG te markeren. om HANDMATIG te selecteren.
om HANDM. INST. te markeren.
14. Druk op
15. Druk op
16. Druk op
17. Druk op
om HANDM. INST. te selecteren.
om INACTIV.TIME-OUT te markeren. om INACTIV.TIME-OUT te selecteren.
of om het aantal seconden voor de time-out bij inactiviteit te verhogen of te
verlagen.
18. Druk op
19. Druk op M
om de time-out bij inactiviteit op te slaan.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
De verbindingssnelheid instellen
De verbindingssnelheid is standaard ingesteld op AUTO. Voer de volgende procedure uit om een bepaalde snelheid in te stellen:
ENU
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O SUBMENU te markeren. om I/O SUBMENU te selecteren.
om EIO X te markeren.
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
om EIO X te selecteren.
om LINK-SNELH te markeren. om LINK-SNELH te selecteren.
58 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
10. Druk op om de gewenste verbindingssnelheid te markeren.
Opmerking
Opmerking
11. Druk op
12. Druk op M
om de gewenste verbindingssnelheid te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.

Netwerkprotocollen uitschakelen (optioneel)

Alle ondersteunde netwerkprotocollen zijn ingeschakeld in de fabriek. Het uitschakelen van de ongebruikte protocollen heeft de volgende voordelen:
vermindert door printers veroorzaakt netwerkverkeer
verhindert dat onbevoegde gebruikers op de printer afdrukken
geeft alleen toepasselijke informatie op de configuratiepagina
maakt het mogelijk dat het bedieningspaneel van de printer protocolspecifieke
foutberichten en waarschuwingen weergeeft
De TCP/IP-configuratie van de HP Color LaserJet 3500 moet niet worden uitgeschakeld. Als u TCP/IP uitschakelt, verliest u de verbinding met de pagina van de ingebouwde webserver van de printer.
IPX/SPX uitschakelen
Schakel dit protocol niet uit als Windows 95/98, Windows NT, Me, 2000 en XP naar de printer afdrukken met IPX/SPX.
ENU
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren. om I/O te selecteren.
om EIO X te markeren. om EIO X te selecteren.
om IPX/SPX te markeren. om IPX/SPX te selecteren. om INSCHAKELEN te selecteren.
om UIT te markeren. om UIT te selecteren. Er verschijnt een bericht op het bedieningspaneel dat de
instelling is opgeslagen en er wordt een optie weergegeven waarmee IPX/SPX opnieuw kan worden ingesteld.
ENU
13. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
AppleTalk uitschakelen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
NLWW Netwerkconfiguratie 59
4. Druk op om I/O te markeren.
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
om I/O te selecteren.
om EIO X te markeren. om EIO X te selecteren.
om APPLETALK te markeren. om APPLETALK te selecteren. om INSCHAKELEN te selecteren.
om UIT te markeren. om UIT te selecteren. Er verschijnt een bericht op het bedieningspaneel dat de
instelling is opgeslagen en er wordt een optie weergegeven waarmee AppleTalk opnieuw kan worden ingesteld.
ENU
13. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
DLC/LLC uitschakelen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
om I/O te selecteren.
om EIO X te markeren. om EIO X te selecteren.
om DCL/LLC te markeren. om DCL/LLC te selecteren. om INSCHAKELEN te selecteren.
om UIT te markeren. om UIT te selecteren. Er verschijnt een bericht op het bedieningspaneel dat de
instelling is opgeslagen en er wordt een optie weergegeven waarmee DLC/LLC opnieuw kan worden ingesteld.
ENU
13. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
60 Hoofdstuk 3 I/O-configuratie NLWW
4

Afdruktaken

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u eenvoudige afdruktaken uitvoert. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Afdruktaken beheren
Papier selecteren
Laden configureren
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Dubbelzijdig afdrukken (duplex)
Bijzondere afdruksituaties
Geheugen beheren (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer)
NLWW 61

Afdruktaken beheren

Als u het besturingssysteem Microsoft Windows gebruikt en een taak wilt afdrukken, wordt door drie instellingen bepaald waar de printerdriver zal proberen om papier op te nemen. De instellingen voor Bron, Soort en Formaat worden in de meeste softwareapplicaties weergegeven in het dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of Afdrukeigenschappen. Als u deze instellingen niet verandert, selecteert de printer automatisch een lade op basis van de standaardinstellingen.
VOORZICHTIG
Opmerking
Als u afdruktaken van andere gebruikers onveranderd wilt laten, is het verstandig om veranderingen in de instelling aan te brengen via het programma of de printerdriver. Wijzigingen van de printerinstellingen die zijn aangebracht via het bedieningspaneel van de printer, worden de standaardinstellingen voor alle volgende afdruktaken. De instellingen die in de software of de printerdriver worden geselecteerd, krijgen voorrang op de instellingen die op het bedieningspaneel worden geselecteerd.

Bron

Afdrukken volgens Bron houdt in dat u een specifieke lade kiest waaruit de printer het papier moet opnemen. De printer zal proberen om uit de opgegeven lade af te drukken, ongeacht de soort en het formaat van het afdrukmateriaal in de lade. Als u een lade kiest die is geconfigureerd voor een soort of formaat dat niet met de afdruktaak overeenkomt, drukt de printer niet automatisch af. In plaats daarvan wacht de printer totdat u in de opgegeven lade papier van de juiste soort en het juiste formaat voor de afdruktaak plaatst. Als het papier juist in de lade is geplaatst, begint de printer met afdrukken. Als u op uitleesvenster andere laden kiezen.
Zie Prioriteit van afdrukinstellingen als u problemen hebt met afdrukken op Bron.
drukt, kunt u via het
62 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW

Soort en Formaat

Afdrukken volgens Soort of Formaat houdt in dat de printer papier ophaalt vanuit de eerste lade die papier van de gewenste soort of het gewenste formaat bevat. Selectie van papier volgens soort in plaats van bron is vergelijkbaar met het vergrendelen van laden en zorgt ervoor dat speciaal papier niet per ongeluk wordt gebruikt. (Als u echter de instelling Willekeurig selecteert, wordt de functie voor het vergrendelen van laden niet ingeschakeld.) Als een lade bijvoorbeeld voor briefhoofdpapier is geconfigureerd en u in de printerdriver opgeeft dat u op normaal papier wilt afdrukken, wordt door de printer geen papier uit de lade briefhoofdpapier opgenomen. In plaats daarvan wordt papier opgenomen uit een lade die normaal papier bevat en die via het bedieningspaneel voor normaal papier is geconfigureerd. Selectie van papier volgens soort en formaat leidt tot aanmerkelijke verbeteringen in de afdrukkwaliteit voor zwaar papier, glanspapier en transparanten. Gebruik van de onjuiste instelling kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit. Druk altijd af volgens Soort voor speciaal afdrukmateriaal, zoals etiketten of transparanten. Druk altijd af volgens Formaat voor enveloppen.
Als u wilt afdrukken volgens Soort of Formaat en de laden niet zijn geconfigureerd voor
een bepaalde soort of een bepaald formaat, plaatst u het papier of het afdrukmateriaal in Lade 1. Vervolgens selecteert u de opties Soort en Formaat in de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken of Afdrukeigenschappen.
Als u vaak op een bepaalde soort of een bepaald formaat papier afdrukt, kunt u (voor
een lokale printer) of kan de netwerkbeheerder (voor een netwerkprinter) een lade voor de betreffende soort of het betreffende formaat papier configureren. Zie
webserver gebruiken (alleen voor de hp color LaserJet 3700 series printer) en Laden configureren voor soort en formaat. Als u daarna die soort of dat formaat kiest als
afdruktaak, zal de printer papier opnemen uit de lade die voor de betreffende soort of het betreffende formaat is geconfigureerd.
Ingebouwde
Opmerking
Elke keer dat Lade 2 of de optionele Lade 3 wordt gesloten, wordt een bericht
weergegeven dat u een Soort of Formaat voor de lade moet selecteren. Als de lade al correct is geconfigureerd, drukt u op
om terug te keren naar de status Gereed.

Prioriteit van afdrukinstellingen

Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, krijgen voorrang (of hebben prioriteit) afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht:
Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders teniet gedaan.
Dialoogvenster Afdrukken. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Afdrukken, Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina- instelling niet teniet.
Dialoogvenster Printereigenschappen (printerdriver). De printerdriver wordt geopend
wanneer u klikt op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die in het dialoogvenster Printereigenschappen worden gewijzigd, hebben geen prioriteit over instellingen die elders in het programma zijn gekozen.
NLWW Afdruktaken beheren 63
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken of Eigenschappen voor printer, zoals hierboven wordt beschreven.
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die hier worden
gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders worden gewijzigd.

Toegang tot de instellingen in de printerdriver

Besturingssysteem Instellingen voor afdruktaken
tijdelijk wijzigen
Windows 98, NT 4.0, 2000, Me en XP
Macintosh OS 9.1 Kies Print in het menu Archief.
Macintosh OS X Kies Print in het menu Archief.
1
Toegang tot de standaardinstellingen voor de printer is wellicht beperkt en de instellingen
Kies Afdrukken in het menu Bestand. Selecteer de printer en klik op Eigenschappen. (De werkelijke procedure kan verschillen; dit is de meestvoorkomende procedure.)
Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop­upmenu's.
Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop­upmenu's.
Standaardinstellingen definitief wijzigen
Klik op Start en kies Instellingen en Printers of Printers en faxapparaten. Klik
met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen. Veel functies zijn beschikbaar als u de opdracht Standaardwaarden
document (NT 4.0) of Voorkeursinstellingen voor afdrukken (2000 en XP)
gebruikt.
Kies Print in het menu Archief. Als u de instellingen hebt gewijzigd in het pop-upmenu, klikt u op Bewaar instellingen.
Kies Print in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop­upmenu's en klik op Bewaar speciale instellingen in het hoofdpop-upmenu. Deze instellingen worden opgeslagen als de optie Speciaal. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de optie Speciaal selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken.
1
zijn dus wellicht niet beschikbaar.
64 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW

Papier selecteren

Met deze printer kunt u op verschillende soorten papier en andere afdrukmaterialen afdrukken. In dit gedeelte worden richtlijnen en specificaties voor de keuze en het gebruik van verschillende afdrukmaterialen gegeven.
Zorg voordat u papier of speciale formulieren in grotere hoeveelheden aanschaft, dat uw leverancier weet welke eisen worden gesteld aan afdrukmaterialen die op uw printer mogen worden gebruikt. Deze eisen worden beschreven in de HP LaserJet Printer Family Print Media Specification Guide.
Printerbenodigdheden en accessoires voor informatie over het bestellen van de HP
Zie
LaserJet Printer Family Print Media Specification Guide. Als u een exemplaar van de HP LaserJet Printer Family Print Media Specification Guide wilt downloaden, gaat u naar
http://www.hp.com/support/clj3500 voor de HP Color LaserJet 3500 series en naar http://www.hp.com/support/clj3700 voor de HP Color LaserJet 3700 series. Selecteer
Manuals (Handleidingen).
Het is mogelijk dat het papier voldoet aan alle richtlijnen van dit hoofdstuk of van de HP LaserJet Printer Family Print Media Specification Guide en toch niet tot voldoende afdrukresultaten leidt. Dit kan te wijten zijn aan abnormale omstandigheden in de ruimte waar wordt afgedrukt, of aan andere variabelen waarover Hewlett-Packard geen controle heeft (bijvoorbeeld een extreem hoge of lage temperatuur of luchtvochtigheid).
Hewlett-Packard raadt aan papier eerst uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft.
VOORZICHTIG
Het gebruik van papier dat niet voldoet aan de hier of in de handleiding voor afdrukmateriaal beschreven specificaties, kan problemen veroorzaken waar reparaties voor nodig zijn die niet door de garantie- of service-overeenkomst van Hewlett-Packard worden gedekt.

Papier dat u moet vermijden

De printer kan veel verschillende soorten papier verwerken. Gebruik van papier dat niet aan de specificaties van de printer voldoet, leidt tot verslechtering van de afdrukkwaliteit en een verhoogde kans op papierstoringen.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak.
Gebruik geen papier met gaatjes of perforaties, behalve geperforeerd standaardpapier
met 3 gaatjes.
Gebruik geen meerdelige formulieren.
Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt of dat door een kopieerapparaat is
gevoerd.
Gebruik geen papier met een watermerk als u afdrukt met dekkende kleurvlakken of
patronen.
NLWW Papier selecteren 65

Papier dat de printer kan beschadigen

In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de printer door het papier wordt beschadigd. Als u schade aan de printer wilt voorkomen, moet u gebruik van het volgende papier vermijden:
Gebruik geen papier met nietjes.
Gebruik geen transparanten die bestemd zijn voor inkjetprinters of voor andere printers
met lage temperaturen of transparanten die bestemd zijn voor zwart-wit afdrukken. Gebruik uitsluitend transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik met HP Color LaserJet printers.
Gebruik geen fotopapier bestemd voor Inkjet-printers.
Gebruik geen gebosseleerd of gecoat papier dat niet geschikt is voor de temperatuur van
de fusereenheden van de HP Color LaserJet 3500 en 3700 series printer. Selecteer papier dat gedurende 0,1 seconde een temperatuur van 190° C kan doorstaan. HP levert verschillende soorten papier die speciaal zijn ontwikkeld voor gebruik in HP Color LaserJet 3500 en 3700 series printers.
Gebruik geen briefhoofdpapier dat met lage-temperatuurinkt of thermografie is bedrukt.
Op voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier moet inkt zijn gebruikt dat gedurende 0,1 seconde een temperatuur van 190° C kan doorstaan.
Gebruik geen afdrukmateriaal dat schadelijke emissies produceert of dat smelt, vervormd
of verkleurd als het gedurende 0,1 seconde aan een temperatuur van 190° C wordt blootgesteld.
Als u benodigdheden voor HP Color LaserJet printers wilt bestellen, gaat u naar URL:
http://www.hp.com/go/ljsupplies in de V.S. of naar URL: http://www.hp.com/ghp/buyonline. html in de overige delen van de wereld.
66 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW

Laden configureren

U kunt met de HP Color LaserJet 3500 en 3700 series printer laden configureren per soort en formaat. U kunt verschillende soorten papier in de laden van de printer plaatsen en vervolgens papier opvragen per soort of formaat in de toepassing of de printerdriver.
Opmerking
Opmerking
Als u eerder HP LaserJet printers hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om Lade 1 te configureren in de Eerste modus of de Cassettemodus. Als u de instellingen voor de Eerste modus wilt nabootsen, configureert u voor Lade 1 de opties ELK FORMAAT en ELK SOORT. Het papier wordt eerst uit Lade 1 gehaald (indien deze lade papier bevat) wanneer er voor de afdruktaak geen andere lade is opgegeven. Deze instelling wordt aanbevolen als u verschillende soorten of formaten papier in Lade 1 plaatst. Als u de instellingen van de Cassettemodus wilt nabootsen, stelt u de soort of het formaat voor Lade 1 in op een andere instelling dan ELK FORMAAT of ELK SOORT. Deze instelling wordt aanbevolen wanneer u hetzelfde papierformaat en dezelfde papiersoort gebruikt in Lade 1.
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, controleert u of het geplaatste papier voldoet aan de specificaties voor dubbelzijdig afdrukken. (Zie
Met de volgende instructies kunt u de laden configureren op het bedieningspaneel van de printer. Het is tevens mogelijk om de laden via de computer te configureren met behulp van de ingebouwde webserver. Zie
LaserJet 3700 series printer).
Ingebouwde webserver gebruiken (alleen voor de hp color
Ondersteunde papiergewichten en -formaten.)

Formaat configureren

1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om PAPIERVERWERKING te markeren.
om PAPIERVERWERKING te selecteren.
4. Druk op markeren.
5. Druk op selecteren.
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op M
9. Als LADE 1 FORMAAT is ingesteld op custom, wordt het pop-upmenu voor speciaal papier weergegeven. Zie
om LADE 1 FORMAAT, LADE 2 FORMAAT, LADE 3 FORMAAT te
om LADE 1 FORMAAT, LADE 2 FORMAAT, LADE 3 FORMAAT te
of om het gewenste papierformaat te markeren.
om het papierformaat te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
Aangepast papier voor Lade 1 voor meer informatie.

Soort configureren

1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om PAPIERVERWERKING te markeren.
om PAPIERVERWERKING te selecteren.
om LADE 1 TYPE, LADE 2 TYPE, LADE 3 TYPE te markeren.
om LADE 1 TYPE, LADE 2 TYPE, LADE 3 TYPE te selecteren.
of om de gewenste papiersoort te markeren.
NLWW Laden configureren 67
7. Druk op om de papiersoort te selecteren.
ENU
8. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.

Aangepast papier voor Lade 1

Gebruik de instelling ELK FORMAAT wanneer het papier waarop u wilt afdrukken, niet precies overeenkomt met het papierformaat dat is opgegeven in het document dat u afdrukt. De printer probeert eerst papier te vinden dat precies overeenkomt met het document en probeert vervolgens af te drukken vanuit de lade die is ingesteld op ELK FORMAAT of ELK SOORT.
Gebruik de instelling ELK AANGEPAST wanneer het formaat van het papier waarop u wilt afdrukken, niet precies overeenkomt met het papierformaat dat is opgegeven in het document dat u afdrukt. De printer probeert een formaat te vinden dat precies overeenkomt. Wanneer er geen formaat wordt gevonden dat precies overeenkomt met het aangepaste formaat dat is opgegeven, probeert de printer de lade te vinden die is ingesteld op ELK AANGEPAST. Uiteindelijk drukt de printer af vanuit een lade die is ingesteld op ELK FORM.
Het instellen van aangepast papier bestaat uit twee stappen. Nadat u beide stappen hebt uitgevoerd, wordt op het uitleesvenster opnieuw het menu PAPIERVERWERKING weergegeven. Wanneer een aangepast formaat voor een lade is ingesteld, blijft deze instelling behouden totdat u de instelling wijzigt in het bedieningspaneel.
?
yy
x
1 X-afmeting 2 Y-afmeting
Maateenheid
1. Druk op om MAATEENHEID te markeren.
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
om MAATEENHEID te selecteren.
of om de gewenste maateenheid te markeren.
om de instelling te selecteren.
2
1
X-afmeting
De X-afmeting is de breedte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd.
1. Druk op
2. Druk op
68 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
om X-GROOTTE te markeren.
om X-GROOTTE te selecteren.
3. Druk op of om de gewenste instelling te markeren.
4. Druk op bereik valt, wordt gedurende twee seconden Ongeldige waarde weergegeven. U wordt in het uitleesvenster gevraagd om een andere instelling op te geven.
om de instelling te selecteren. Als de opgegeven instelling buiten het geldige
Y-afmeting
De Y-afmeting is de lengte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd.
1. Druk op
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op bereik valt, wordt gedurende twee seconden Ongeldige waarde weergegeven. U wordt in het uitleesvenster gevraagd om een andere instelling op te geven.
om Y-GROOTTE te markeren.
om Y-GROOTTE te selecteren.
of om de gewenste instelling te markeren.
om de instelling te selecteren. Als de opgegeven instelling buiten het geldige

Afdrukken vanuit Lade 1 (multifunctionele lade)

Lade 1 is een multifunctionele lade die 100 vel papier of 10 enveloppen kan bevatten. Deze lade biedt een gemakkelijke manier voor het afdrukken van enveloppen, transparanten, aangepaste papierformaten of andere papiersoorten zonder dat u papier uit andere laden hoeft te verwijderen.
NLWW Laden configureren 69
Papier plaatsen in Lade 1
VOORZICHTIG
Opmerking
Plaats geen afdrukmateriaal in Lade 1 tijdens het afdrukken om papierstoringen te voorkomen.
1. Open Lade 1.
Gebruik Lade 1 als u wilt afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, zoals enveloppen. Zie
Enveloppen afdrukken vanuit Lade 1 voor meer informatie.
2. Trek het verlengstuk van de lade uit en open indien nodig het extra verlengstuk van de lade.
70 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
3. Schuif de papiergeleiders voor de breedte iets verder uit elkaar dan de breedte van het afdrukmateriaal.
?
4. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar boven en met de bovenste, korte zijde als eerste in de lade.
Opmerking
Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
?
NLWW Laden configureren 71
5. Schuif de papiergeleiders voor de breedte net zover naar binnen totdat deze de stapel afdrukmateriaal op zijn plaats houden zonder het materiaal te buigen. Het afdrukmateriaal moet onder de lipjes op de breedtegeleiders passen.
?
VOORZICHTIG
Wacht totdat de printer gereed is met afdrukken voordat u Lade 1 (optioneel) sluit. Anders kunnen papierstoringen ontstaan.
6. Als u afdrukt op speciaal afdrukmateriaal, zoals etiketten, enveloppen of zwaarder of lichter papier, opent u de onderklep aan de achterzijde van de printer (achteruitvoerbak). Trek het verlengstuk van de lade uit.

Enveloppen afdrukken vanuit Lade 1

U kunt vanuit Lade 1 verschillende soorten enveloppen afdrukken. Er kunnen maximaal 10 enveloppen in de lade worden geplaatst. De afdrukkwaliteit is afhankelijk van de soort envelop.
In de software stelt u de marges in op ten minste 15 mm van de rand van de envelop.
VOORZICHTIG
Enveloppen met klemmetjes, vensters, binnenvoering, niet-bedekt plakmiddel of andere synthetische materialen kunnen de printer zwaar beschadigen. Probeer nooit op beide zijden van een envelop af te drukken om storingen en mogelijke beschadiging van de printer te vermijden. Voordat u enveloppen laadt, moet u ervoor zorgen dat deze vlak en onbeschadigd zijn en niet aan elkaar plakken. Gebruik geen zelfklevende enveloppen waarvan de kleefstroken onder druk vastkleven. Verwijder geen enveloppen uit de lade en vul de lade niet bij tijdens het afdrukken, omdat u hiermee papierstoringen kunt veroorzaken.
72 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Ga als volgt te werk om enveloppen in Lade 1 te plaatsen
1. Open Lade 1.
2. Trek het verlengstuk van de lade uit en open indien nodig het extra verlengstuk van de lade.
3. Stel de papiergeleiders voor de breedte in.
?
NLWW Laden configureren 73
4. Plaats maximaal 10 enveloppen in het midden van Lade 1 met de afdrukzijde naar boven, de postzegelhoek naar de printer gericht en de korte zijde naar de printer gekeerd. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer zonder te forceren.
?
5. Schuif de geleiders tegen de stapel enveloppen, zonder dat deze echter opbollen. De enveloppen moeten onder de lipjes op de geleiders passen.
?
Opmerking
Enveloppen bedrukken
1. Als voor Lade 1 een specifiek formaat is ingesteld, stelt u op het bedieningspaneel het papierformaat voor Lade 1 in op het formaat van de enveloppen.
2. Geef Lade 1 op of selecteer de papierbron op formaat in de printerdriver.
3. Wanneer uw software niet automatisch de juiste opmaak voor een envelop kiest, moet u in uw programma of in de printerdriver de oriëntatie Liggend opgeven. Neem bij het instellen van de marges voor het adres van de afzender en de ontvanger op enveloppen van het formaat Commercial #10 of DL de volgende richtlijnen in acht.
Kies voor andere envelopformaten een marge-instelling die met dit formaat overeenkomt.
4. Selecteer in het programma of de printerdriver de opdracht Afdrukken.
Adrestype Linkermarge Bovenmarge
Afzender 15 mm 15 mm
Bestemming 102 mm 51 mm
74 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW

Afdrukken vanuit Lade 2 en Lade 3

Lade 2 biedt plaats aan 250 vel normaal papier. Voor Lade 2 kan een groot aantal formaten worden ingesteld. De optionele Lade 3 kan maximaal 500 vel normaal papier bevatten. Lade 3 kan onder Lade 2 worden geplaatst. Lade 3 is geschikt voor Letter- en A4-papier. Indien juist geïnstalleerd, wordt Lade 3 door de printer herkend en wordt Lade 3 weergegeven als een optie in het menu Apparaat configureren op het bedieningspaneel.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
De papierbaan voor Lade 3 loopt door Lade 2. Wanneer Lade 2 of Lade 3 gedeeltelijk naar buiten is getrokken of is verwijderd, kan papier in Lade 3 niet worden ingevoerd. Hierdoor kan in de printer een papierstoring ontstaan.
Papier plaatsen in Lade 2
Als u papierstoringen wilt vermijden, moet u geen lade toevoegen of verwijderen tijdens het afdrukken.
1. Trek Lade 2 uit de printer en verwijder alle papier.
2. Verschuif de zijgeleiders totdat de blauwe pijlen op de breedtegeleiders het geplaatste papierformaat aangeven.
NLWW Laden configureren 75
3. Druk op de achterkant van de lade op de blauwe ribbels en verschuif de lengtegeleiders totdat de pijl gericht is op het papierformaat dat u plaatst.
4. Plaats het papier in de lade. Als dit speciaal papier is, bijvoorbeeld briefhoofdpapier, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar beneden en de bovenrand richting de voorkant van de lade.
Opmerking
Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
76 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
5. Druk op de stapel papier totdat de metalen hefplaat vastklikt. Zorg dat de stapel papier vlak ligt en dat het papier onder de hoogtelipjes is geplaatst.
6. Schuif de lade terug in de printer.
NLWW Laden configureren 77
Papier plaatsen in Lade 3
1. Trek de lade uit de printer en verwijder alle papier.
2. Pas de lengtegeleiders aan. Als u Letter-papier gebruikt, tilt u de blauwe afsluiter aan de achterkant op. Als u A4-papier gebruikt, laat u de blauwe afsluiter aan de achterkant zakken.
3. Pas de breedtegeleiders aan. Druk voor Letter-papier het midden van de breedtegeleiders aan de zijkant zo ver mogelijk naar buiten. Druk voor A4-papier de blauwe ribbels aan de buitenkant van de breedtegeleiders aan de zijkant zo ver mogelijk naar binnen.
78 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
4. Plaats het papier in de lade. Als dit speciaal papier is, bijvoorbeeld briefhoofdpapier, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar beneden en de bovenrand naar de voorkant van de lade gericht.
Opmerking
Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
5. De stapel papier moet in alle vier hoeken vlak in de lade liggen en moet onder de hoogtelipjes zijn geplaatst.
6. Schuif de lade terug in de printer.
NLWW Laden configureren 79

Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal

Ga bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal te werk volgens onderstaande richtlijnen.

Transparanten

Neem bij het afdrukken op transparanten het volgende in acht:
Pak transparanten altijd bij de randen vast. Vettige vingerafdrukken op een transparant
kunnen de afdrukkwaliteit aantasten.
Gebruik alleen overheadtransparanten die voor gebruik in deze printer worden
aanbevolen. Hewlett-Packard beveelt voor deze printer HP Color LaserJet Transparanten aan. HP producten zijn zo ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke resultaten garanderen.
Selecteer TRANSPARANT als materiaalsoort in de toepassing of de printerdriver of druk
af uit een lade die is geconfigureerd voor transparanten.
VOORZICHTIG
Opmerking
Transparanten die niet zijn ontwikkeld voor afdrukken in een LaserJet printer smelten in de printer, waardoor de printer wordt beschadigd. Gebruik geen transparanten die bestemd zijn voor zwart-wit afdrukken.

Glanspapier

Selecteer in het programma of in de driver de optie Glanspapier als de soort
afdrukmateriaal of druk af vanuit een lade die voor glanspapier is geconfigureerd.
Selecteer Glanzend voor materialen met een gewicht tot 105 g/m glanzend voor materialen met een gewicht tot 120 g/m
Aangezien dit voor alle afdruktaken geldt, is het belangrijk dat u na uitvoering van uw
afdruktaak de normale instelling van de printer herstelt. Zie meer informatie.
Hewlett-Packard beveelt voor deze printer HP Color LaserJet Soft Gloss paper aan. HP producten zijn zo ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke resultaten garanderen. Als in deze printer geen HP Color LaserJet Soft Gloss paper wordt gebruikt, kan de afdrukkwaliteit verminderen.
2
.
2
. Selecteer Zwaar
Laden configureren voor

Gekleurd papier

Gekleurd papier moet van dezelfde hoge kwaliteit zijn als wit fotokopieerpapier.
De gebruikte kleurpigmenten moeten de temperatuur van de fuser van de printer
(190° C) gedurende 0,1 seconde kunnen doorstaan zonder dat de kwaliteit van de kleuren wordt aangetast.
Gebruik geen papier met een gekleurde coating die na fabricage van het papier is
aangebracht.
De printer produceert kleuren door patronen puntjes – overlappend en met variërende
spatiëring – af te drukken. De tint of de kleur van het gebruikte papier kan de tinten van de afgedrukte kleuren beïnvloeden.
80 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW

Enveloppen

Opmerking
Opmerking
U kunt enveloppen alleen bedrukken vanuit Lade 1. Stel het formaat voor de lade in op het specifieke envelopformaat. Zie
Houd rekening met de volgende punten om juist af te drukken op enveloppen en om papierstoringen te voorkomen:
Plaats niet meer dan 10 enveloppen tegelijk in Lade 1.
De enveloppen mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m
Enveloppen moeten plat zijn.
Gebruik geen vensterenveloppen of enveloppen met sluithaakjes.
Enveloppen mogen niet verkreukeld, geknikt of gevouwen of anderszins beschadigd zijn.
Zelfklevende enveloppen moeten zijn voorzien van lijm die bestand is tegen de hitte en
de druk van het smeltproces van de printer.
De enveloppen moeten worden geplaatst met de afdrukkant naar beneden, de
bovenkant van de envelop naar links en de korte zijde naar de printer gericht.
In een vochtige omgeving moeten enveloppen met de lange zijde naar de printer gericht worden afgedrukt. Dit voorkomt dat de enveloppen tijdens het afdrukken worden dichtgeplakt. Enveloppen moeten met de afdrukkant naar beneden en met de lange zijde naar de printer worden geplaatst als u wilt afdrukken langs de lange zijde. Zie
afdrukken vanuit Lade 1 als u de afdrukstand van de printer voor enveloppen wilt wijzigen.
Enveloppen afdrukken vanuit Lade 1.
2
.
Enveloppen
Opmerking

Etiketten

Selecteer in de toepassing of de printerdriver Etiketten als de materiaalsoort of configureer Lade 1 voor etiketten. Zie
Neem bij het afdrukken op etiketten het volgende in acht:
Controleer of de kleeflaag van de etiketten gedurende 0,1 seconde een temperatuur van
190° C kan doorstaan.
Zorg ervoor dat de kleeflaag tussen de etiketten nergens blootligt. Op plaatsen waar de
kleeflaag blootligt, kunnen de etiketten loslaten, waardoor papierstoringen kunnen worden veroorzaakt. Een blootliggende kleeflaag kan ook onderdelen van de printer beschadigen.
Laad een vel etiketten niet meer dan een keer in de printer.
Zorg ervoor dat de etiketten goed vlak liggen.
Gebruik geen etiketten met kreukels, bobbels of andere beschadigingen.
Laden configureren.
NLWW Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal 81

Zwaar papier

De laden kunnen de meeste zware materialen tot 105 g/m
Gebruik in Lade 1 alleen kaarten met een gewicht van 135 g/m
Selecteer ZWAAR 106 g/m materiaalsoort in de toepassing of de printerdriver of druk af uit een lade die is geconfigureerd voor zwaar papier. Aangezien deze instelling voor alle afdruktaken geldt, is het belangrijk dat u na uitvoering van uw afdruktaak de normale instelling van de printer herstelt. Zie
Laden configureren.
2
tot 163 g/m2 of KAARTEN 135 g/m2 tot 216 g/m2 als
2
verwerken.
2
tot 216 g/m2.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Gebruik over het algemeen geen papier dat zwaarder is dan het afdrukmateriaal dat voor deze printer wordt aanbevolen. Gebruik van te zwaar papier kan tot transportproblemen, papierstoringen, verminderde afdrukkwaliteit of tot overmatige slijtage van de printermechanismen leiden. Bepaalde zware afdrukmaterialen, zoals HP Cover Stock, kunnen echter zonder problemen worden gebruikt.

HP LaserJet Tough paper

Volg onderstaande richtlijnen wanneer u op HP LaserJet Tough paper afdrukt:
Pak het papier altijd bij de randen vast. Vettige vingerafdrukken op het papier kunnen de
afdrukkwaliteit aantasten.
Gebruik alleen HP LaserJet Tough paper voor deze printer. HP producten zijn zo
ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke resultaten garanderen.
Selecteer STEVIG PAP. als materiaalsoort in de toepassing of de printerdriver of druk af
uit een lade die is geconfigureerd voor HP LaserJet Tough paper.
Transparant materiaal dat niet is ontwikkeld voor afdrukken in een LaserJet printer, smelt in de printer waardoor de printer wordt beschadigd.

Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier

Als u afdrukt op voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier bereikt u de beste resultaten wanneer u de volgende richtlijnen in acht neemt:
Formulieren en briefhoofdpapier moeten zijn bedrukt met hittebestendige inkt die niet
smelt, verdampt of schadelijke emissies produceert wanneer deze gedurende 0,1 aan de temperatuur van de fuser van de printer (ongeveer 190° C) wordt blootgesteld.
De inkt op het papier mag niet brandbaar zijn en de rollen in de printer niet aantasten.
Formulieren en briefhoofdpapier moeten in een vochtbestendige verpakking worden
bewaard om veranderingen in het materiaal tegen te gaan.
Controleer voordat u voorgedrukte formulieren of briefhoofdpapier in de printer laadt,
eerst of de inkt goed droog is. Natte inkt op voorgedrukt papier kan tijdens het smeltproces loslaten.
82 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Tijdens dubbelzijdig afdrukken op de HP Color LaserJet 3700 series printer plaatst u
voorgedrukte formulieren en briefhoofdpapier in Lade 2 en Lade 3 met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand van de pagina naar de achterkant van de lade. Als u voorgedrukte formulieren of briefhoofdpapier in Lade 1 wilt plaatsen, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar beneden en de onderrand naar de printer gericht.
Tijdens enkelzijdig afdrukken plaatst u voorgedrukte formulieren en briefhoofdpapier in
Lade 2 en Lade 3 met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand van de pagina naar links. Als u voorgedrukte formulieren en briefhoofdpapier in Lade 1 wilt plaatsen, plaatst u deze in de lade met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenste korte zijde naar de printer gericht.

Kringlooppapier

U kunt op uw printer ook kringlooppapier gebruiken. Kringlooppapier moet aan dezelfde eisen voldoen als normaal papier. Raadpleeg de HP LaserJet Printer Family Print Media Specification Guide voor meer informatie. Hewlett-Packard beveelt aan om kringlooppapier te gebruiken dat niet meer dan 5 procent houtpulp bevat.
NLWW Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal 83

Dubbelzijdig afdrukken (duplex)

De printer kan op beide zijden van het papier afdrukken. Raadpleeg Handmatig dubbelzijdig
afdrukken als de printer niet beschikt over een functie voor automatisch dubbelzijdig
afdrukken.

Automatisch dubbelzijdig afdrukken (beschikbaar voor de hp color LaserJet 3700dn en 3700dtn printer)

Opmerking
Als u automatisch dubbelzijdig wilt afdrukken, moet u dit aangeven in het programma dat u gebruikt of in de printerdriver.
Ga als volgt te werk om automatisch dubbelzijdig af te drukken:
Zorg ervoor dat de printerdriver voor dubbelzijdig afdrukken is ingesteld. (Raadpleeg de
on line Help van de printerdriver voor instructies.)
Selecteer de opties voor dubbelzijdig afdrukken in de printerdriver. U moet opties
instellen voor de pagina-oriëntatie en het binden.
Bepaalde afdrukmaterialen, zoals transparanten, etiketten, kaarten en glansfilm kunnen
niet dubbelzijdig worden bedrukt.
Voor de beste resultaten kunt u dubbelzijdig afdrukken het beste vermijden bij gebruik
van ruw en zwaar papier.
Tijdens dubbelzijdig afdrukken plaatst u voorgedrukte formulieren en briefhoofdpapier in
Lade 2 en Lade 3 met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand van de pagina richting de achterzijde van de lade. Als u voorgedrukte formulieren of briefhoofdpapier in Lade 1 wilt plaatsen, plaatst u het papier met de afdrukkant naar beneden en de onderrand als eerste in de lade.

Instellingen van het bedieningspaneel voor automatisch dubbelzijdig afdrukken

In veel programma's kunt u de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken zelf wijzigen. Als u de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken niet in uw programma of printerdriver kunt wijzigen, kunt u dit doen via het bedieningspaneel van de printer. De fabrieksinstelling is UIT.
84 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
VOORZICHTIG
Druk niet dubbelzijdig af op etiketten, transparanten of glanzend papier. De printer kan hierdoor ernstig worden beschadigd.
Ga als volgt te werk om het dubbelzijdig afdrukken via het bedieningspaneel te activeren
Opmerking
Opmerking
Het wijzigen van de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken heeft gevolgen voor alle afdruktaken. Wijzig deze instellingen daarom indien mogelijk altijd via uw programma of de printerdriver.
ENU
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op om dubbelzijdig afdrukken uit te schakelen.
8. Druk op
9. Druk op M
10. Selecteer, indien mogelijk, dubbelzijdig afdrukken in het programma dat u gebruikt of in de printerdriver.
Als u dubbelzijdig afdrukken in de printerdriver wilt selecteren, moet eerst de driver juist worden geconfigureerd. (Raadpleeg de on line Help van de printerdriver voor instructies.)
om naar MENU'S te gaan.
om Apparaat configureren te markeren. om Apparaat configureren te selecteren. om AFDRUKKEN te selecteren.
om DUBBELZIJDIG te markeren. om DUBBELZIJDIG te selecteren.
of om AAN te selecteren om dubbelzijdig afdrukken in te schakelen of UIT
om de waarde op te slaan.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
Opmerking
Opmerking

Opties voor het binden van dubbelzijdige afdruktaken

Voordat u een dubbelzijdig document afdrukt, kiest u de printerdriver de rand waarlangs het voltooide document moet worden gebonden. Over de lengte van het papier (boekbinden) is de bindmethode die voor boeken wordt gebruikt. Over de breedte van het papier is de bindmethode die voor kalenders wordt gebruikt.
De standaardbindmethode is binden langs de lange zijde waarbij de pagina is ingesteld op de staande oriëntatie. Als u langs de korte zijde wilt binden, schakelt u het selectievakje
Pagina's naar boven omslaan in.

Handmatig dubbelzijdig afdrukken

De HP Color LaserJet 3500 series printer ondersteunt automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex) niet.
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken op papier waarvan het formaat of gewicht niet wordt ondersteund (bijvoorbeeld papier dat zwaarder is dan 105 g/m printer geen automatisch dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, moet u het papier handmatig opnieuw in de printer plaatsen nadat de eerste zijde is afgedrukt. U moet het papier ook opnieuw handmatig in de printer plaatsen als u in de printerdriver de optie Uitvoer in de juiste volgorde voor de achterste bak of Uitvoer in de juiste volgorde voor de rechte papierbaan selecteert. Volg de instructies in de printerdriver.
2
of heel dun papier), of als de
NLWW Dubbelzijdig afdrukken (duplex) 85
Als u kaarten of zwaar papier gebruikt, selecteert u Uitvoer in de juiste volgorde in de printerdriver om papierstoringen te voorkomen. Open de onderklep aan de achterzijde (achteruitvoerbak).
Opmerking
Gebruik geen beschadigd of eerder bedrukt papier. Dit kan papierstoringen veroorzaken.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier gebruikt, bijvoorbeeld briefhoofdpapier, plaatst u het papier op een van de volgende manieren in de lade:
Als u Lade 1 gebruikt, plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar onder en met de onderzijde als eerste in de lade.
Als u Lade 2 gebruikt (lade voor 250 vel) of Lade 3 (lade voor 500 vel), plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand van de pagina richting de achterzijde van de lade.
2. Open de printerdriver.
3. Selecteer het juiste formaat en type.
4. Als u afdrukt op zwaar papier of zeer dun papier, selecteert u Uitvoer in de juiste volgorde of Uitvoer in de juiste volgorde in de printerdriver. Open de onderklep aan de achterzijde (achteruitvoerbak).
5. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) op het tabblad Afwerking.
6. Klik op OK.
7. Stuur de afdruktaak naar de printer.
86 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
8. Ga naar de printer. Wanneer de melding HANDMATIG INVOEREN verschijnt, verwijdert u eventueel leeg papier uit Lade 1. Plaats de afgedrukte stapel met de onbedrukte zijde omhoog en met de bovenrand als eerste in de lade. U moet de tweede zijde altijd afdrukken vanuit Lade 1.
Opmerking
Opmerking
Verwijder geen lege vellen uit de afgedrukte stapel.
9. Als er een bericht verschijnt in het bedieningspaneel drukt u op
.
Als het totale aantal vellen in Lade 1 het toegestane aantal voor handmatig dubbelzijdig afdrukken overschrijdt, herhaalt u stap 6 en 7 elke keer dat u opnieuw papier plaatst totdat de dubbelzijdige afdruktaak is voltooid. Plaats het bovenste gedeelte van de stapel als eerste in de lade.
10. Als de afdruktaak niet wordt afgedrukt, gaat u terug naar de printer en drukt u op VERDER.
NLWW Dubbelzijdig afdrukken (duplex) 87

Bijzondere afdruksituaties

Gebruik deze richtlijnen als u gaat afdrukken op speciale papiersoorten.

De eerste pagina anders afdrukken

Voer de onderstaande procedure uit om de eerste pagina van een document op een andere papiersoort af te drukken dan de rest van het document. U kunt bijvoorbeeld de eerste pagina van een document op briefhoofdpapier afdrukken en de rest op normaal papier.
1. Geef vanuit uw toepassing of de printerdriver een lade op voor de eerste pagina en een andere lade voor de overige pagina's.
2. Plaats het speciale papier in de lade die u in stap 1 hebt opgegeven.
3. Leg het papier voor de overige pagina's van het document in een andere lade.
4. Druk het document af.
U kunt ook op ander papier afdrukken door via het bedieningspaneel of vanuit de printerdriver de soorten papier in de laden in te stellen en vervolgens voor de eerste pagina en de resterende pagina's de gewenste papiersoort te selecteren.

Afdrukken op speciaal papier

Opmerking
U kunt met deze printer ook enkelzijdig en handmatig dubbelzijdig afdrukken op papier van afwijkend formaat. Lade 1 ondersteunt papierformaten van 76 bij 127 mm tot 216 bij 356 mm.
Als tijdens het afdrukken op speciaal papier Lade 1 via het bedieningspaneel van de printer is geconfigureerd als LADE X TYPE= ELK SOORT en LADE X FORMAAT= ELK FORM, zal de printer afdrukken op het papier in de lade, ongeacht de papiersoort.
In sommige programma's en printerdrivers kunt u zelf speciale papierformaten opgeven. Let er in dat geval op dat u het papierformaat correct instelt, zowel in het dialoogvenster Pagina­instelling als in het dialoogvenster Afdrukken. Wanneer dit niet mogelijk is met de software, geeft u de afmetingen van het speciale papierformaat op in het menu Papierverwerking op het bedieningspaneel van de printer. Zie
Wanneer u in uw programma ook zelf de marges voor een speciaal papierformaat moet berekenen, raadpleeg dan de on line Help van de toepassing.
Menu Papierverwerking voor meer informatie.

Een afdruktaak afbreken

U kunt een afdruktaak afbreken vanaf het bedieningspaneel of vanuit het programma. Voor instructies voor het afbreken van een afdruktaak vanaf een computer in een netwerk raadpleegt u de on line Help voor het desbetreffende netwerkbesturingssysteem.
Nadat een afdruktaak is geannuleerd, kan het even duren voordat alle afdrukgegevens uit het geheugen zijn verwijderd.
88 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW
Loading...