De informatie in dit document kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
De enige garanties voor HP-producten en diensten worden vermeld in de specifieke
garantieverklaring bij dergelijke producten
en diensten. Geen enkele bepaling in dit
document mag worden geïnterpreteerd als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor fouten van technische of
redactionele aard of weggelaten informatie in
dit document.
OPMERKING:
De HP Designjet L26100-printer is slechts in
sommige landen verkrijgbaar. Neem contact
op met HP om voor beschikbaarheid in uw
land.
Let er bij de HP Designjet L26100-printer op
dat alle informatie in de documentatie over de
oppakspoel (waaronder lusvormers) en de
laadaccessoires moeten worden genegeerd
tenzij u deze onderdelen hebt aangeschaft als
accessoires.
Handelsmerken
Microsoft® en Windows® zijn in de
Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Index ................................................................................................................................. 92
ivNLWW
1Inleiding
Veiligheidsmaatregelen
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen alvorens de printer te gebruiken om er zeker van te zijn dat u
de apparatuur op een veilige manier gebruikt.
U wordt verwacht de juiste technische opleiding en ervaring te hebben die nodig zijn om bekend te zijn
met de gevaren waaraan u kunt blootstaan bij het uitvoeren van een taak, en de juiste maatregelen te
treffen om de risico's voor uzelf en anderen te minimaliseren.
Algemene veiligheidsrichtlijnen
Raadpleeg de installatie-instructies alvorens de printer op de stroomvoorziening aan te sluiten.
●
Inleiding
●Er zijn geen door de bediener te onderhouden onderdelen in de printer behalve die aan de orde
komen in het reparatieprogramma voor klanten van HP (zie
Raadpleeg voor onderhoud aan andere onderdelen gekwalificeerde onderhoudsmedewerkers.
Zet de printer uit, koppel beide netsnoeren los van het stopcontact en neem contact op met uw
●
onderhoudsvertegenwoordiger in een van de volgende gevallen.
Het netsnoer of de stekker is beschadigd.
◦
◦Er is vloeistof in de printer gekomen.
Er komt rook of een ongewone lucht uit de printer.
◦
De printer is gevallen of de droog- of hardingsmodule is beschadigd.
◦
De ingebouwde aardlekschakelaar is herhaaldelijk geactiveerd.
◦
De printer functioneert niet als normaal.
◦
Zet de printer uit en haal beide netsnoeren uit de stopcontacten in een van de volgende gevallen.
●
◦Tijdens onweer
Tijdens een stroomstoring
◦
http://www.hp.com/go/selfrepair/).
Gevaar van elektrische schok
WAARSCHUWING!De droog- en hardingsmodules werken op een gevaarlijke spanning die fataal
kan zijn of een ernstig persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
De printer gebruikt twee netsnoeren. Ontkoppel beide netsnoeren alvorens onderhoud aan de printer uit
te voeren. De printer mag alleen op geaarde stopcontacten worden aangesloten.
NLWW
Veiligheidsmaatregelen
1
Inleiding
Ter vermijding van een elektrische schok:
Probeer de droog- en hardingsmodules of de elektrische schakelkast niet te demonteren.
●
De afgesloten systeemkappen of -pluggen niet verwijderen of openen.
●
Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
●
Test de aardlekschakelaars om de 6 maanden.
●
Hittegevaar
De droogs- en hardingssubsystemen van de printer werken op hoge temperaturen en kunnen bij aanraking
brandwonden veroorzaken. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om persoonlijk letsel te
voorkomen.
●Raak in de interne ruimtes van de droog- en hardingsmodules van de printer niet aan. Zelfs na het
openen van het vensterslot dat de droog- en hardingsstroom afsluit, kunnen de interne vlakken heet
zijn.
Wees extra voorzichtig bij het benaderen van het substraatpad.
●
Brandgevaar
De droog- en hardingssubsystemen van de printer werken op hoge temperaturen. Neem contact op met
de servicevertegenwoordiger als de ingebouwde aardlekschakelaar van de printer herhaaldelijk is
geactiveerd.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op brand te vermijden.
Gebruik de stroomspanning die op het typeplaatje staat vermeld.
●
Sluit de netsnoeren aan op de aangegeven lijnen, ieder beschermd door een eindgroepbeveiliging
●
overeenkomstig de waarde van stopcontact. Gebruik geen verdeeldoos (verlengsnoer) om de
netsnoeren aan te sluiten.
Gebruik alleen netsnoeren die door HP met de printer zijn geleverd. Gebruik geen beschadigd
●
netsnoer. Gebruik de netsnoeren niet met andere producten.
Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
●
Mors geen vloeistof op de printer.
●
Gebruik in en om de printer geen spuitbusproducten die ontbrandbare gassen bevatten.
●
Blokkeer of bedek de openingen van de printer niet.
●
●Probeer de droog- en hardingsmodules of de elektrische schakelkast niet te demonteren.
Zorg ervoor dat de door de fabrikant aanbevolen bedrijfstemperatuur van het geladen substraat niet
●
wordt overschreden. Als deze informatie niet beschikbaar is van de fabrikant, laad dan geen
substraten die niet kunnen worden gebruikt bij een bedrijfstemperatuur lager dan 125°C (257°F).
Laad geen substraten met zelfontstekeningstemperaturen onder 300°C (572°F). Zie opmerking
●
hieronder.
2Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
OPMERKING:Testmethode gebaseerd op EN ISO 6942:2002; Evaluatie van materialen en
materiaalsamenstellingen bij blootstelling aan een stralingshittebron, methode B. De testcondities om de
temperatuur te bepalen waarop het substraat begint met ontsteken (vlam of gloed) waren:
Warmtestroomdichtheid: 30 kW/m², kopercalorimeter, K type thermokoppel.
Mechanisch gevaar
De printer heeft bewegende delen die persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen om persoonlijk letsel te voorkomen wanneer u dicht bij de printer werkt.
Houd kleding en alle lichaamsdelen uit de buurt van bewegende delen van de printer.
●
Draag geen halskettingen, armbanden en andere hangende voorwerpen.
●
Als uw haar lang is, probeer dit dan vast te zetten zodat het niet in de printer terecht kan komen.
●
Zorg ervoor dat mouwen of handschoenen niet vast komen te zitten in de bewegende delen van de
●
printer.
Sta niet te dicht bij ventilatoren, dit kan persoonlijk letsel veroorzaken en de afdrukkwaliteit
●
beïnvloeden (door blokkeren van de luchtstroom).
Raak aandrijvingen of bewegende rollen niet aan tijdens het afdrukken.
●
Gevaar bij zware substraten
Speciale aandacht is vereist om persoonlijk letsel te voorkomen bij het hanteren van zware substraten.
Bij het hanteren van zware substraten kunnen meerdere personen nodig zijn. Let erop dat de rug
●
niet te veel wordt belast en dat letsel wordt voorkomen.
Inleiding
Overweeg het gebruik van een vorkheftruck, pallettruck of ander hanteringsapparatuur.
●
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen, inclusief schoenen en handschoenen bij het hanteren
●
van zware substraatrollen.
Omgaan met inkt
Uw printer gebruikt geen solventinkten en kent niet de traditionele problemen die daarmee gepaard gaan.
HP beveelt echter het dragen van handschoenen aan bij het hanteren van inktsysteemcomponenten.
Waarschuwingen
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om een correct gebruik van de printer te
waarborgen en om te voorkomen dat de printer wordt beschadigd. Volg de instructies die met deze
symbolen zijn gemarkeerd.
WAARSCHUWING!Het niet opvolgen van deze richtlijnen die met dit symbool zijn gemarkeerd kan
leiden tot ernstig letsel of de dood.
VOORZICHTIG:Het niet opvolgen van deze richtlijnen die met dit symbool zijn gemarkeerd kan leiden
tot persoon letsel of schade aan het product.
NLWW
Veiligheidsmaatregelen
3
Inleiding
Waarschuwingslabels
LabelToelichting
Risico van brandwonden. Raak de interne ruimtes van de droogen hardingsmodules van de printer niet aan.
Risico van brandwonden. Raak de droogruimte van de printer
niet aan. Zelfs na het openen van het vensterslot dat de stroom
van de droog- en hardingsstroom afsluit, kunnen de interne
vlakken heet zijn.
Gevaar van elektrische schok De printer gebruikt twee
netsnoeren. Nadat de stroom is uitgeschakeld, is er nog steeds
spanning in de droog- en hardingsmodules. Er zijn geen door
de bediener te onderhouden onderdelen in de printer.
Raadpleeg voor onderhoud gekwalificeerde
onderhoudsmedewerkers. Ontkoppel alle netsnoeren alvorens
onderhoud uit te voeren.
Raadpleeg de installatie-instructies alvorens de stroom aan te
sluiten. Controleer of in invoerspanning binnen het
spanningsbereik van de printer is. De printer heeft twee speciale
snoeren nodig, ieder beschermd door een
eindgroepbeveiliging overeenkomstig de waarde van
stopcontact. Gebruik alleen geaarde stopcontacten en
netsnoeren die door HP met de printer zijn geleverd.
Risico van beklemd raken van de handen. Duw niet tegen de
rol tijdens het laden. Til de laadtafel om de as in de printer te
zetten.
Risico van beklemd raken van vingers. Raak de asaandrijvingen
niet aan als deze in beweging zijn.
Plaats geen voorwerpen boven op de printer. De bovenste
ventilatoren niet bedekken.
U wordt aangeraden handschoenen te dragen bij het hanteren
van inktpatronen, schoonmaakpatronen van de printkop en bij
de reinigingscontainer voor de printkop.
4Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
De belangrijkste onderdelen van de printer
Uw printer is een inkjetkleurenprinter die is ontworpen voor het afdrukken van afbeeldingen van hoge
kwaliteit op flexibele substraten van 0,584 m (23 in) tot 1,55 m (61 in) breed. Hieronder vindt u een
aantal basisfuncties van de printer:
Afdruksnelheden in conceptmodus tot 22,8 m²/u (246 ft²/h).
●
●Milieuvriendelijke, geurloze, waterachtige latexinkten in zes kleuren
Geen speciale ventilatie vereist, geen gevaarlijk afval
●
775 ml inktpatronen
●
Afdrukken op een breed scala aan substraten – inclusief de meeste goedkope, niet gecoate, solvent-
●
compatibele substraten
Er is een hele reeks HP herbruikbare substraten beschikbaar
●
●Duurzame afdrukken met outdoor-displaybestendigheid tot drie jaar voor ongelamineerd en tot vijf
jaar voor gelamineerd
Nauwkeurige en consistente kleurenreproductie met automatische kleurkalibratie (ingebouwde
●
spectrometer) voor de meeste substraten
Inleiding
Om afdruktaken naar de printer te verzenden, hebt u Raster Image Processor (RIP) software nodig, die
op een afzonderlijke computer wordt uitgevoerd. RIP-software is bij diverse bedrijven te verkrijgen; deze
software is niet met de printer meegeleverd.
Basisonderdelen van de printer
De basisonderdelen van de printer worden op de volgende afbeeldingen weergegeven.
NLWW
De belangrijkste onderdelen van de printer
5
Inleiding
Vooraanzicht
Inktpatroon
1.
Plaat
2.
Printkop
3.
Printkopwagen
4.
Inkttrechter en inkttubesamenstelling
5.
Voorpaneel
6.
Reinigingspatroon printkop
7.
Substraat-stelhendel
8.
Asvergrendelingshendel
9.
Opwikkelspoelmotor
10.
Opwikkelspoelkabel en sensorbehuizingseenheid
11.
As
12.
Laadtafel/opwikkelspoeldeflector
13.
Droogmodule
14.
Opwikkelspoelsensor
15.
Opwikkelspoelasstop
16.
Loop-shaper (lusvormer)
17.
Hardingsmodule
18.
6Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Achteraanzicht
Inleiding
Reinigingscontainer printkop
1.
Aansluitingen voor communicatiekabels en optionele accessoires
2.
Stroomschakelaar en stroomaansluitingen
3.
Aardlekschakelaars voor de verwarmingscomponenten
4.
Inktfilter
5.
Hoekhouderframe
NLWW
Basisonderdelen van de printer
7
Inleiding
Het frame is normaal gesproken aan de achterzijde van de printer bevestigd en bevat de twee
hoekhouders als deze niet in gebruik zijn.
Droogruimte
Opwikkelspoelmotor
Opwikkelspoelashendel
1.
Wikkelrichtingschakelaar
2.
Knoppen handmatig wikkelen
3.
8Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Laadaccessoire
Met het laadaccessoire kunt u sommige substraatsoorten laden die moeilijk te laden zijn. Zie Het
laadaccessoire op pagina 52.
Voorpaneel
Het voorpaneel van de printer bevindt zich rechts op de voorzijde van de printer. Dit paneel heeft de
volgende belangrijke functies:
Assistentie bij probleemoplossing
●
Inleiding
Wordt gebruikt bij bepaalde fysieke handelingen, zoals het afladen van het substraat en het
●
onderhouden van de printer
Geeft korte informatie weer over de status van de printer
●
Geeft waarschuwings- en foutmeldingen weer indien van toepassing met geluid om de aandacht te
●
vestigen op een waarschuwing of bericht
Het voorpaneel bestaat uit de volgende onderdelen:
Aan/uit-toets: Voor het uitzetten van de printer. Zie
1.
Aan/uit-lampje: Geeft aan of de printer is ingeschakeld of niet. Als het lichtje niet brandt, staat de
2.
printer uit. Als het lichtje groen brandt, staat de printer aan. Als het groen knippert, is de printer in
de overgang van aan naar uit.
In- en uitschakelen van printer op pagina 12.
NLWW
Voorpaneeldisplay: Geeft foutmeldingen, waarschuwingen en informatie over het gebruik van de
3.
printer weer.
Statuslicht: Geeft de operationele status van de printer weer Als het lichtje niet brandt, is de printer
4.
niet klaar. Als het lichtje groen brandt, is de printer klaar en stand-by. Als het lichtje groen knippert,
Basisonderdelen van de printer
9
Inleiding
is de printer bezig: met het ontvangen van gegevens, verwerken of afdrukken. Als het geel knippert,
is uw tussenkomst vereist. Als het groen brandt, heeft zich een ernstige fout voorgedaan.
Toets Omhoog: Om omhoog te gaan in een menu of een optie of om een waarde te vergroten.
5.
Toets OK: Om een actie te bevestigen tijdens een procedure of interactie. Om een submenu in het
6.
menu te openen. Om een waarde te selecteren wanneer een optie wordt gegeven.
Toets Omlaag: Om omlaag te gaan in een menu of een optie of om een waarde te verminderen
7.
Toets Terug: Om naar de vorige stap in een procedure of interactie te gaan. Om naar het
8.
bovenliggend niveau te gaan of om de optie in het menu te verlaten wanneer een optie wordt
gegeven.
Toets Annuleren: Om een procedure of interactie te annuleren.
9.
Toets Reset (opnieuw instellen): Om de printer opnieuw op te starten. Deze toets heeft hetzelfde effect
10.
als de printer uit- en weer inschakelen. U hebt een pen nodig om de toets Reset in te drukken.
Toets Substraat verplaatsen: Om het geladen substraat vooruit of achteruit te verplaatsen. Als de
11.
printer bezig is, kan het worden gebruikt om de substraatdoorvoer snel aan te passen.
Als u een item op het voorpaneel wilt markeren, drukt u op de toets Omhoog of Omlaag tot het item
is gemarkeerd.
Als u een item op de display van het voorpaneel wilt selecteren, markeert u het item en drukt u op de
toets OK.
Wanneer in deze handleiding een reeks voorpaneeldisplayitems wordt getoond zoals: Item1 >Item2 > Item3, betekent dit dat u eerst Item1 moet selecteren, daarna Item2 en daarna Item3.
Op verschillende plaatsen in deze handleiding vindt u informatie over specifieke gebruikstoepassingen
van het voorpaneel.
Geïntegreerde webserver
De geïntegreerde webserver is een webserver die in de printer actief is. U kunt deze gebruiken om
printerinformatie te verkrijgen, instellingen en voorinstellingen te beheren, printkoppen uit te lijnen, nieuwe
firmware te uploaden en problemen op te lossen. Onderhoudstechnici kunnen het gebruiken om interne
gegevens op te halen waarmee ze printerproblemen kunnen vaststellen.
U kunt de geïntegreerde webserver op afstand openen via een gewone webbrowser die op een computer
aanwezig is. Zie
Op het venster van de geïntegreerde webserver worden drie afzonderlijke tabbladen getoond. Knoppen
aan de bovenkant van iedere pagina bieden toegang tot online hulp en het nabestellen van
benodigdheden.
Geïntegreerde webserver openen op pagina 18.
10Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Hoofdtabblad
Het Hoofd-tabblad biedt informatie over de volgende items.
Substraat, inkt, printkop en onderhoudsstatus
●
Temperaturen van droog- en hardingsmodules
●
●Substraat- en inktgebruik en telgegevens
Tabblad Setup
Met het tabblad Setup kunt u de volgende taken uitvoeren.
Inleiding
●Printerinstellingen opgeven zoals maateenheden en vernieuwingsdatum
Netwerk- en beveiligingsinstellingen opgeven
●
Datum en tijd instellen
●
●Firmware bijwerken
Printkoppen uitlijnen
●
Vooringestelde media uploaden
●
Tabblad Ondersteuning
Met het tabblad Ondersteuning krijgt u allerlei hulp voor uw printer.
Bladeren door nuttige informatie uit diverse bronnen
●
Problemen oplossen
●
HP Designjet-koppelingen voor technische ondersteuning voor uw printer en accessoires
●
Toegang tot serviceondersteuningspagina's die actuele en historische gegevens van het gebruik van
●
de printer tonen
NLWW
Geïntegreerde webserver
11
Inleiding
In- en uitschakelen van printer
Zorg er bij het aanzetten van de printer voor dat de aan/uit-schakelaar achter op de printer is aangezet
en zorg ervoor dat de stroomonderbrekers omhoog staan en druk dan op de Aan/uit-knop op het
voorpaneel. U kunt de printer aan laten staan zonder energie te verspillen. Door de printer aan te laten
staan verbetert u de reactietijd. Nadat de printer een bepaalde periode niet is gebruikt, wordt de
energiebesparende slaapstand ingeschakeld. De printer wordt echter opnieuw actief door willekeurige
interactie en het afdrukken kan onmiddellijk worden hervat.
De normale en aanbevolen manier om de printer in en uit te schakelen is met de aan/uit-toets op het
voorpaneel.
Wanneer u de printer op deze manier uitschakelt, worden de printkoppen automatisch naar de
printkopreinigingspatroon verplaatst om uitdrogen te voorkomen.
Als u de printer echter lange tijd uitgeschakeld wilt laten, wordt u aangeraden deze uit te schakelen met
de aan/uit-toets en vervolgens ook de aan/uit-schakelaar aan de achterkant uit te zetten.
Wanneer u de printer later weer wilt inschakelen, zet u de aan/uit-schakelaar aan de achterkant aan en
drukt u op de aan/uit-toets.
Wanneer de printer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 5 minuten voordat deze is geïnitialiseerd.
12Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
De printer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden kan het nodig zijn de printer opnieuw op te starten. Ga dan als volgt te
werk:
Druk op de aan/uit-toets op het voorpaneel om de printer uit te zetten. Wacht enkele seconden en
1.
druk dan nogmaals op de aan/uit-toets. Hierdoor wordt de printer opnieuw opgestart. Als dat niet
het geval is, ga dan door naar stap 2.
Gebruik de toets Reset op het voorpaneel. U hebt een pen nodig om de toets Reset in te drukken.
2.
Dit heeft normaal gesproken hetzelfde effect als het indrukken van de aan/uit-toets, maar is mogelijk
een oplossing als het indrukken van de aan/uit-toets niet werkt.
Als geen van beide stappen werkt, schakelt u de printer uit met de aan/uit-schakelaar aan de
3.
achterkant van de printer. Controleer of de aardlekschakelaars omhoog staan.
Haal het netsnoer uit de voedingsaansluiting.
4.
Wacht 10 seconden.
5.
Sluit het netsnoer weer aan en schakel de printer in met behulp van de aan/uit-schakelaar.
6.
Controleer of het aan/uit-lampje op het voorpaneel gaat branden. Als dat niet het geval is, gebruikt
7.
u de aan/uit-toets om de printer in te schakelen.
Inleiding
NLWW
De printer opnieuw opstarten
13
Connectiviteit
2Connectiviteit- en software-
instructies
Verbindingsmethode
Uw printer kan op de volgende manier worden verbonden.
OPMERKING:De snelheid van elke netwerkverbinding is afhankelijk van alle onderdelen van het
netwerk, zoals netwerkcontrollers, hubs, routers, switches en kabels. Als een of meer van deze onderdelen
niet geschikt zijn voor snelle verbindingen, vermindert de totale snelheid van de verbinding. De snelheid
van uw netwerkverbinding kan ook worden beïnvloed door het totale verkeer afkomstig van andere
apparaten in het netwerk.
Verbinden met een netwerk
Controleer de apparatuur voordat u begint:
Is de printer geconfigureerd en ingeschakeld?
●
De Gigabit-switch of router moet aan staan en correct werken.
●
Alle computers in het netwerk moeten zijn ingeschakeld en aangesloten op het netwerk.
●
Is de printer aangesloten op de switch?
●
Wanneer de printer is aangesloten op het netwerk en is ingeschakeld, moet het IP-adres van de printer
worden weergegeven op het voorpaneel (192,168.1,1 in dit voorbeeld). Noteer dit IP-adres. u kunt het
later gebruiken voor toegang tot de geïntegreerde webserver.
Lang (100 m = 328 ft)Vereist extra materiaal
(switches).
14Hoofdstuk 2 Connectiviteit- en software-instructiesNLWW
Als u dit scherm ziet zonder het IP-adres, is de printer niet goed aangesloten op het netwerk of uw netwerk
heeft geen DHCP-server. In dat laatste geval moet u het IP-adres handmatig instellen: zie de Handleidingonderhoud en probleemoplossing.
Raadpleeg de RIP-instructies (niet geleverd door HP) om de software RIP te installeren.
Connectiviteit
NLWW
Verbinden met een netwerk
15
3Basis instelopties
Printerinstelopties
De taal voor het voorpaneel wijzigen
Er zijn twee methoden om de taal te wijzigen die wordt gebruikt voor de menu's en berichten van het
voorpaneel.
Basis instelopties
Als u de huidige taal op het voorpaneel begrijpt, selecteert u het pictogram
●
en kiest u Front panel options (Voorpaneelopties) > Select language (Taal
selecteren).
Als u de huidige taal op het voorpaneel niet begrijpt, zet u de printer uit. Druk op de toets OK op
●
het voorpaneel en houd deze ingedrukt. Terwijl u de toets OK ingedrukt houdt, drukt u op de aan/
uit-toets. Houd ook deze ingedrukt. Houd beide toetsen ingedrukt tot het groene lampje aan de
linkerkant van het voorpaneel begint te knipperen en laat beide toetsen dan los. Een vertraging van
ongeveer één seconde is normaal. Als het groene lampje onmiddellijk begint te knipperen, moet u
mogelijk de procedure nogmaals uitvoeren.
Bij beide methoden verschijnt nu het taalselectiemenu op het voorpaneel.
op het voorpaneel
Markeer de gewenste taal en druk op de toets OK.
De datum en tijd weergeven of instellen
Om de datum en tijd van de printer weer te geven of in te stellen, gaat u naar het voorpaneel en selecteert
u het pictogram
options (Opties datum en tijd).
16Hoofdstuk 3 Basis insteloptiesNLWW
en daarna Front panel options (Voorpaneelopties) > Date and time
Hoogte instellen
Als uw printer op een hoogte werkt die aanzienlijk boven de het zeepeil ligt, gaat u naar het voorpaneel
en selecteert u het pictogram
de printer op te geven.
, daarna Select altitude (Hoogte selecteren) om de werkhoogte van
Een e-mailbericht over specifieke foutcondities aanvragen
1.Ga in de geïntegreerde webserver via het tabblad Setup naar de pagina E-mail server (E-mailserver)
en controleer of de volgende velden correct zijn ingevuld:
●
SMTP server (SMTP-server). Dit is het IP-adres van de uitgaande mailserver (Simple Mail
Transfer Protocol [SMTP]) die alle e-mailberichten van de printer verwerkt. Als de mailserver
verificatie vereist, kunt u geen e-mailmeldingen instellen.
●Printer E-mail address (Het e-mailadres van de printer). Ieder e-mailbericht dat de
printer verzendt, moet een antwoordadres hebben. Dit adres hoeft niet een echt, functioneel emailadres te zijn, maar het moet wel uniek zijn, zodat de ontvangers van het bericht de printer
die het verzonden heeft, kunnen identificeren.
2.Ga naar de pagina Notification (Melding), die ook op het tabblad Setup staat.
3.Klik op New (Nieuw) om een nieuwe meldingsconfiguratie in te voeren, of klik op Edit
(Bewerken) om bestaande meldingsconfiguraties te bewerken. Vul dan het e-mailadres in
waarnaar de meldingen moeten worden verzonden en selecteer de problemen waarvoor u een
melding wilt ontvangen.
Afkoelvertraging wijzigen
Wanneer er geen afdruktaken meer zijn, blijven de droog- en hardingselementen nog een tijdje
ingeschakeld, voor het geval een andere taak binnenkomt. Om te kiezen hoe lang ze in een dergelijke
situatie blijven ingeschakeld, gaat u naar het voorpaneel en selecteert u het pictogram
Substrate handling options (Opties hanteren substraat) > Cooldown wait when idle
(Afkoelwachttijd bij stand-by). Selecteer een tijd tussen 5 en 60 minuten en druk dan op de
toets OK.
Instelling slaapstand wijzigen
Als de printer is ingeschakeld maar een bepaalde periode niet wordt gebruikt, wordt automatisch de
slaapstand geactiveerd om energie te besparen. De standaard wachttijd is 30 minuten. Als u de wachttijd
voor het activeren van de slaapstand wilt wijzigen, selecteert u het pictogram
kiest u Front panel options (Voorpaneelopties) > Sleep mode wait time (Wachttijd
slaapstand). Markeer de gewenste wachttijd en druk op de toets OK.
De zoemer aan/uitzetten
Ga om de zoemer van de printer aan of uit te zetten naar het voorpaneel en selecteer het pictogram
, daarna Audio alert (Audiowaarschuwing), daarna aan of uit. Standaard is de zoemer
ingeschakeld.
Basis instelopties
daarna
op het voorpaneel en
NLWW
Printerinstelopties
17
Basis instelopties
Het contrast van het voorpaneel wijzigen
Als u het contrast van het voorpaneel wilt wijzigen, selecteert u het pictogram , daarna Front panel
options (Voorpaneelopties) > Select display contrast (Schermcontrast selecteren) en
selecteert u een waarde met behulp van de toets Omhoog of Omlaag. Druk op de toets OK om de waarde
op te slaan.
De maateenheden wijzigen
Als u een andere maateenheid wilt selecteren voor de waarden op het voorpaneel, selecteert u het
pictogram
selecteren) en selecteert u English (Engels) of Metric (Metrisch).
U kunt de maateenheid ook wijzigen in de geïntegreerde webserver.
, daarna Front panel options (Voorpaneelopties) > Select units (Eenheden
Fabrieksinstellingen herstellen
Om de printerinstellingen terug te zetten naar de oorspronkelijke fabriekswaarden gaat u naar het
voorpaneel en selecteert u het pictogram
(Fabrieksinstellingen herstellen). Met deze optie worden alle printerinstellingen behalve de Gigabit
Ethernet-instellingen hersteld.
Gebruik de geïntegreerde webserver om op afstand printerinformatie weer te geven via een gewone
webserver op een computer.
De volgende browsers zijn getest op compatibiliteit met de geïntegreerde webserver:
Internet Explorer 6 of hoger voor Windows
●
Safari 2 of hoger voor Mac OS X
●
Mozilla Firefox 2 en hoger
●
Google Chrome 7
●
Om de geïntegreerde webserver op een willekeurige computer te gebruiken opent u de webbrowser en
typt u het URL-adres van de printer in. Het URL-adres van de printer wordt op het statusscherm op het
voorpaneel van de printer weergegeven (http://192,168.1,1 in dit voorbeeld):
daarna Connectivity
18Hoofdstuk 3 Basis insteloptiesNLWW
Als u deze instructies volgt maar de geïntegreerde webserver niet kunt openen, raadpleegt u de
Handleiding onderhoud en probleemoplossing.
De taal voor de geïntegreerde webserver wijzigen
De geïntegreerde webserver werkt in de volgende talen: Engels, Portugees, Spaans, Catalaans, Frans,
Italiaans, Duits, vereenvoudigd Chinees, traditioneel Chinees, Koreaans en Japans. De server gebruikt de
taal die u opgeeft in de webbrowseropties. Als u een niet-ondersteunde taal hebt opgegeven, wordt het
Engels geselecteerd.
Als u een andere taal wilt selecteren, moet u de taalinstelling in uw webbrowser wijzigen. Als u
bijvoorbeeld Internet Explorer versie 6 gebruikt, gaat u naar het menu Extra en selecteert u Internet-opties > Talen. Controleer of de taal die u wilt gebruiken, boven aan de lijst in het dialoogvenster staat.
Sluit de webbrowser en open deze opnieuw om de wijziging door te voeren.
Toegang tot de printer beperken
In de geïntegreerde webserver kunt u Setup > Security (Beveiliging) selecteren om een
beheerderswachtwoord in te stellen. Als dit is ingesteld moeten het wachtwoord worden gegeven om de
volgende printerfuncties uit te voeren.
Printerinstellingen wijzigen.
●
Basis instelopties
●De firmware bijwerken.
De datum en de tijd van de printer wijzigen.
●
Telgegevens wissen.
●
Ga voor meer informatie naar de online hulp van de geïntegreerde webserver.
Als u het beheerderswachtwoord bent vergeten, kunt u het huidige wachtwoord wissen vanaf het
voorpaneel: Selecteer het pictogram
(Geavanceerd) > Embedded Web Server (Geïntegreerde webserver) > Reset EWS
password (Wachtwoord opnieuw instellen).
, daarna Connectivity (Verbindingen) > Advanced
NLWW
Setup-opties Geïntegreerde webserver
19
4Omgaan met het substraat
Overzicht
U kunt op een breed scala aan printmaterialen drukken; in deze handleiding wordt hiernaar verwezen
met substraten.
Substraattips
De keuze van het juiste substraat voor uw toepassingen is van essentieel belang voor een goede
afdrukkwaliteit.
Hier zijn enkele tips voor het gebruik van substraten.
Haal alle substraten 24 uur vóór het afdrukken uit de verpakking en wacht tot het is aangepast aan
●
de temperatuur en vochtigheidsgraad van de ruimte waarin de printer zich bevindt.
Omgaan substraat
Neem film en fotosubstraten altijd bij de randen vast of draag katoenen handschoenen. Huidolie
●
kan vingerafdrukken achterlaten op het substraat.
●Zorg dat het substraat altijd stevig op de rol is gedraaid tijdens het laden en verwijderen. Om er
zeker van te zijn dat de rol strak opgedraaid blijft, zou u tape kunnen gebruiken om de bovenrand
van de rol tot de kern vast te plakken vlak voordat de rol van de printer wordt gehaald. U kunt de
tape tijdens de opslag op de rol laten zitten. Als de rol los begint te komen, is het moeilijk vast te
pakken.
OPMERKING:Het gebruik van tape om de bovenrand van de rol aan de kern vast te maken is
vooral van belang bij zware substraten omdat de inherente stijfheid van het substraat ervoor kan
zorgen dat de rol losraakt en van de kern wordt afgewikkeld.
Door de opwikkelspoel te gebruiken krijgt de printer een betere grip op het substraaten.
●
●De afdrukkwaliteit kan verslechteren als u een substraat gebruikt dat ongeschikt is voor de
afbeelding.
Zorg ervoor dat de juiste afdrukkwaliteit is geselecteerd in RIP.
●
Wanneer u een rol plaatst, moet u op het voorpaneel aangeven welk substraattype u plaatst. Voor
●
een goede afdrukkwaliteit is het heel belangrijk dat u het juiste type selecteert. Controleer of het
20Hoofdstuk 4 Omgaan met het substraatNLWW
substraat behoort tot het type dat op het voorpaneel wordt weergegeven en controleer ook of het
overeenkomt met het substraatprofiel in de RIP.
●Als het substraattype dat op het voorpaneel wordt weergegeven niet overeenkomt met het door u
geplaatste substraat, voer dan een van de volgende handelingen uit:
Plaats de rol opnieuw in de printer en selecteer het juiste substraattype. Zie
◦
verwijderen op pagina 35 en Rol in de printer laden (automatisch) op pagina 28.
OPMERKING:Substraatdoorvoerkalibratie wordt niet uitgevoerd wanneer het substraattype
wordt gewijzigd vanaf het voorpaneel.
VOORZICHTIG:Door het substraat handmatig van de printer te halen zonder het voorpaneel te
gebruiken, kan de printer beschadigd raken. Doe dit alleen als dit nodig is om een substraatstoring te
verhelpen.
Ondersteunde substraattypen
SubstraattypeBeschrijving
ZelfklevendAfdrukbare OVC-films met kleefmateriaal aan een zijde en een afneembare voering. Er zijn twee
belangrijke vinyltypen geclassificeerd door het productieproces en het toepassingsdoel: gekalanderd
(voor vlakke oppervlakken) en gegoten (voor complexe 3D-curven). De film kan verschillende
afwerkingen hebben: wit, finished, transparant, reflectief of geperforeerd. Voor geperforeerde
substraten is vaak een handmatig afstemming van de printkop nodig en geen automatische.
Rol uit printer
-pictogram en selecteer dan View loaded
Voorbeelden: HP Air Release Adhesive Gloss Cast Vinyl, Avery MPI3000 (gekalanderd),
Avery MPI1005 (gegoten), 3M IJ-380 (gegoten)
BannerDoorgaans een polyester mesh (die een mechanische weerstand levert) gecoat met PVC. Er zijn ook
recyclebare versies voor dezelfde toepassingen (groene banners). Voor banners is een breed scala aan
grammages en ze kunnen worden gegroepeerd in frontlit, backlit en block-out-categorieën.
TextielAfdrukbare textiel substraten zijn doorgaans gemaakt van polyester of katoenen garen. Sommige open
of licht-textiel substraattypen worden geleverd met een verwijderbare voering om te voorkomen dat de
inkt door het substraat komt. Textielmaterialen die erg stijf zijn (zoals canvas) moeten bij voorkeur
worden geplaatst als "lage temperatuur"-substraten. Voor deze substraten is vaak een handmatig
afstemming van de printkop nodig en geen automatische. Strækbare og meget løse tekstiler kan
kræve brug af opsamlingshjulet og/eller kantholdere.
FilmGewoonlijk een polyester film, hoewel er ook andere materialen zijn zoals PVC of PC. Gewoonlijk
worden deze substraten gebruikt voor backlit-toepassingen. Selecteer dit deze type-instelling voor
substraten die temperaturen van boven de 95°C (200°F) kunnen weerstaan. Plaats ze anders bij
voorkeur als "Lage temperatuur"-substraat. Voor deze substraten is vaak een handmatige afstemming
van de printkop nodig en geen automatische.
Voorbeeld: Intelicoat SBL-7 Polyester Backlit Film
Synthetisch papierSubstraten die vervaardigd zijn met synthetische hars, doorgaans geëxtrudeerd van polypropyleen (PP).
Ze hebben karakteristieken die vergelijkbaar zijn met die van plastic film, maar het uiterlijk en de
eigenschappen zijn gelijk aan die van gewoon papier van houtpulp.
Omgaan substraat
NLWW
Voorbeelden: Yupo FEB 250, Ilford Omnijet Dry Glossy Portable Display Film
Overzicht
21
SubstraattypeBeschrijving
Papier-waterachtigLichte, papiergebaseerde (cellulose) substraten met een coating die compatibel is met inkt op
waterbasis, of offset-papier. De substraten zijn niet compatibel met solventinkten. Het gewicht is
gewoonlijk rond 100 g/m².
Voorbeeld: HP Papier met Coating, extra zwaar
Papier-solventPapiergebaseerde (cellulose) substraten met een topcoating die compatibel is met solventinkten. Het
gewicht is gewoonlijk tussen 120 en 200 g/m².
Voorbeelden: HP Billboard Papier met blauwe rug, Intelicoat GPIOF140, substraten met
blauwe rug
Omgaan substraat
Low-temp. (Lage
temperatuur) (inclusief
HP Photorealistic)
MeshEen open en resistente polyester mesh gecoat met PVC en vooral gebruikt voor verpakkingen in de
Substraten die gevoelig zijn voor hoge temperaturen (PP, HDPE, PET dunne films) en papiergebaseerde
(cellulose) substraten met een topcoating met een hoge stijfheid en grammage (200 g/m² of hoger).
Voorbeeld: HP Photorealistic Poster Paper
bouw. Sommige van deze substraten hebben een verwijderbare voering om te voorkomen dat de inkt
door het substraat komt. Voor deze substraten is vaak een handmatige afstemming van de printkop
nodig en geen automatische.
Voorbeeld: Ultraflex Stripmesh
Moet worden gebruikt met de 2 inch as (zie Accessoires op pagina 85)
De Latex Media Finder is een hulpmiddel waarmee u kunt zoeken naar substraten (van HP en derden) die
zijn getest en waarvan is aangetoond dat ze compatibel zijn met uw printer. Met dit hulpmiddel kunt u
zoeken op merk, substraattype, toepassing of plaatselijke beschikbaarheid. Het is te vinden op
http://www.hp.com/go/latexmediafinder/.
Ondersteunde HP-substraten
Substraat2 inchRecycleTake
Back
Color
Pro
FSC®PEFCOeko
Banners
HP HDPE Reinforced Banner
HP dubbelzijdige HDPE Reinforced Banner
HP Durable Frontlit Scrim Banner
HP Everyday Matte Polypropylene
HP Durable Semi-gloss Display Film
Zelfklevende materialen
HP Air Release Adhesive Gloss Cast Vinyl
HP One-view Perforated Adhesive Window Vinyl
HP Permanent Gloss Adhesive Vinyl
HP Permanent Matte Adhesive Vinyl
HP Everyday Adhesive Matte Polypropylene
Films
22Hoofdstuk 4 Omgaan met het substraatNLWW
Substraat2 inchRecycleTake
Back
HP Backlit Polyester Film
Color
Pro
FSC®PEFCOeko
Stoffen
HP Heavy Textile Banner•
HP Light Textile Display Banner•
Papier
HP PVC-vrij behangpapier Greenguard, AgBB)
HP White Satin Poster Paper
HP Photo-realistic Poster Paper
HP Billboard papier met blauwe rug
HP Papier met Coating•
HP Universeel Papier met Coating•
HP Universal Papier met Coating, extra zwaar•
HP Papier met Coating, extra zwaar•
HP Universal Bond Paper••
HP Super Heavyweight Plus Papier, mat
Speciale materialen
HP DuPont Tyvek Banner
HP Satin Canvas
HP Collector Satin Canvas
Code
Moet worden gebruikt met de as van 2 inch (zie Accessoires op pagina 85)
Recyclen: Substraten kunnen worden gerecycled via de algemeen beschikbare
recyclingprogramma's.
TakeBack: HP biedt het HP Large-format Media TakeBack-programma in Noord-Amerika
en Europa waarmee de meeste te recyclen substraten van HP kunnen worden
geretourneerd. De beschikbaarheid varieert. Ga voor details naar
recycle/. Naast dit programma zijn er voor deze producten momenteel in een beperkt
aantal gebieden mogelijkheden voor recycling. Klanten dienen de plaatselijke
recyclinginstanties te raadplegen voor het recyclen van deze producten.
Papier dat het ColorPRO-logo voert, is vervaardigd om te voldoen aan een aantal vaste
kwaliteitsspecificaties, met prestatiecriteria zoals optische dichtheid (zwart),
kleurenspectrum, lijnrandscherpte en kleur-tot-kleur-afloop. De prestaties en kwaliteit van
ColorPRO-papier worden gecontroleerd door een onafhankelijke testinstantie.
http://www.hp.com/
Omgaan substraat
NLWW
Overzicht
23
Papier met FSC®-certificaat hebben het Forest Stewardship Council® (FSC) Mixed
Sources-label, dat aangeeft dat deze substraten de ontwikkeling van verantwoord
bosbeheer wereldwijd ondersteunen. Het hout komt van FSC®-gecertificeerde, goed
beheerde bossen, door het bedrijf gecontroleerde bronnen en/of gerecycled materiaal.
Het label "Program for the Endorsement of Forest Certification" (Programma voor
erkenning van boscertificaties) geeft aan de gecertificeerd HP-papier van bossen afkomstig
is, die duurzaam worden beheerd.
Het niet bedrukte HP Heavy Textile Banner, HP Light Textile Display Banner en HP Wrinklefree Flag met Liner hebben een Oeko-Tex-certificaat volgens Oeko-Tex Standard 100, wat
een wereldwijd uniform test- en certificeringssysteem is voor textiel-grondstoffen,
tussenproducten en eindproducten in alle stadia van de productie. Getest op uitstoot van
chemicaliën zoals pesticiden, allergie-opwekkende kleurstoffen of organische
tinverbindingen.
GreenguardHP PVC-vrij behang gedrukt met HP Latexinkt wordt vermeld in de GREENGUARD-
productlijst van producten met een lage uitstoot en is getest volgens de GREENGUARD
Children & Schools-standaard. De afdruk heeft geen GREENGUARD-certificaat of
GREENGUARD Children & Schools-certificaat. Het GREENGUARD Environmental Institute
is een American National Standards Institute (ANSI - Amerikaans normalisatie- en
standaardisatie-instituut) een geautoriseerde ontwikkelaar van normen die aanvaardbare
binnenluchtnormen voor binnenproducten, omgevingen en gebouwen vaststelt. Zie
http://www.greenguard.org/.
Omgaan substraat
AgBBDe Committee for Health-related Evaluation of Building Products, AgBB, stelt de basis vast
voor een uniform en reproduceerbare gezondheidsgerelateerde beoordeling van
bouwproducten in Duitsland, inclusief criteria voor het testen en een beoordelingsschema
voor gezondheidsgerelateerd evaluatie van VOC-emissies (Vluchtige organische stof) van
bouwproducten die worden gebruikt voor toepassingen binnen.
Poreuze substraten
Substraten van een beperkte poreusheid kunnen met deze printer worden gebruikt, maar zeer poreuze
substraten kunnen de printer beschadigen.
Ga naar de Maintenance and troubleshooting guide (handleiding onderhoud en probleemoplossing) om
de poreusheid van het substraat te controleren.
Als u een substraat gebruikt dat te poreus is, of als u de plaat niet reinigt zoals aanbevolen, kunt u een
verminderde afdrukkwaliteit krijgen waarvoor een servicereparatie is vereist die niet door de garantie
wordt gedekt.
Een rol op de as plaatsen
Zorg dat de printerwielen zijn vergrendeld (de remhendel moet omlaag staan) om te voorkomen dat
1.
de printer wegrolt.
24Hoofdstuk 4 Omgaan met het substraatNLWW
Til de asvergrendelingshendel omhoog om de as te ontkoppelen.
2.
Haal het eerste uiteinde van de as uit de rechterzijde van de printer en trek de as naar rechts om
3.
het andere uiteinde kunnen verwijderen. Plaats uw vingers niet in de assteunen tijdens het
verwijderen.
Aan elk uiteinde van de as bevindt zich een stop om de rol op zijn plaats te houden. Verwijder de
blauwe stop aan het linkereinde om een nieuwe rol te plaatsen (de stop aan het andere einde kan
desgewenst ook worden verwijderd). De stop schuift over de as om rollen van verschillende breedten
te kunnen vasthouden.
Schuif de hendelvergrendeling op de blauwe stop naar de niet-vergrendelde positie.
4.
Omgaan substraat
NLWW
Een rol op de as plaatsen
25
Verwijder de stop van het linkeruiteinde van de as.
5.
Leg de rol van het substraat dat u wilt plaatsen op de laadtafel. Als de rol te lang en te zwaar is,
6.
zijn er twee mensen nodig om de rol te hanteren.
Omgaan substraat
Schuif de as in de rol.
7.
26Hoofdstuk 4 Omgaan met het substraatNLWW
Loading...
+ 67 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.