BEDIENING 27
Bediening
Aanpassen uitgangsniveaus
Het normale weergaveniveau van de AVR 2550
wordt ingesteld met behulp van het testsignaal,
als beschreven op pagina 20-21. In sommige
gevallen is het wenselijk de weergaveniveaus aan
te passen met programmamateriaal waarmee u
vertrouwd bent. Verder kunnen de niveaus voor
de subwoofer en de stereo en VMAx functies
alleen via deze procedure aangepast worden.
Om de uitgangen met behulp van programmamateriaal in te stellen, kiest u eerst de surround functie waarvoor u de luidsprekers wilt
instellen (zie opmerking verderop), door de
gewenste ingang te kiezen, gekoppeld aan de
gewenste surround functie, start het programmamateriaal en stel het referentieniveau voor de
linker en rechter front luidsprekers met de volu-
meregelaar
(".
Is het referentieniveau eenmaal ingesteld, druk
dan op Kanaalkeuze
CÛen merk op dat
FL LEVEL gedurende vijf seconden in de
display
M
verschijnt. Om het niveau te veran-
deren drukt u eerst op instellen
EÓen ver-
volgens verlaagt of verhoogt u het niveau met
keuze
5
of
⁄/¤
C
. Gebruik hiervoor NIET
de volumeregelaar, daar deze de referentie zal
veranderen.
Zijn de wijzigingen uitgevoerd druk dan op
instellen
FÓen druk op keuze5of
op
⁄/¤
C
om het volgende kanaal dat u wilt
instellen te kiezen. Om het niveau van de subwoofer in te stelle drukt u op keuze 5 of op
⁄/¤
C
tot SW LEVEL in de display
M
verschijnt. Deze indicatie verschijnt alleen wanneer de subwoofer tijdens het configureren ook
was gekozen. Zie pagina 17.
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display
M
en in beeld verschijnt, op instel-
len
EÓen volg de instructies op.
Herhaal de procedure zonodig, tot alle kanalen
die u wilt afstellen zijn ingesteld. Druk als alle
instellingen zijn uitgevoerd, tweemaal op de
insteltoets
EÓen de AVR 2550 zal terug-
keren naar normale bediening.
OPMERKING: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie afzonderlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus
voor een specifieke functie wenst, kies dan die
functie en volg stapsgewijs bovengenoemde
instructies.
Het veranderen van de niveaus als hiervoor aangegeven zal automatisch ook de niveaus die
worden aangegeven tijdens de Instelling van het
Uitgangsniveau (zie pagina 20) overeenkomstig
veranderen en zullen in het geheugen van de
AVR 2550 bewaard blijven, ook wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld. Voor wat betreft
de Stereo en VMAx functies, is de hier beschreven procedure de enige methode om een uit-
gangsniveau in te stellen, d.w.z. om een VMAx
niveau met andere functies in overeenstemming
te brengen.
Helderheid display
De display
Ú
op het frontpaneel van de
AVR 2550 is standaard ingesteld op een helderheidsniveau dat voldoende is om de informatie in
een normaal verlichte ruimte te kunnen lezen.
Het is echter mogelijk dat u onder bepaalde
omstandigheden de helderheid tijdelijk wilt
wijzigen, of zelfs geheel wilt uitschakelen.
De helderheid van het display kan ook gewijzigd
worden door de toets instellen
F
3 seconden
ingedrukt te houden, tot in de display
M
de
aanwijzing VFD FULL (volledig) aangegeven
wordt. Binnen 3 seconden dient u
‹/›
instellen
5
in te drukken tot de gewenste helderheid si
bereikt. Op dat moment drukt u weer op
instellen
Ó
om de instelling te activeren.
Geheugenbeveiliging
De AVR 2550 is uitgerust met een geheugenbeveiliging die de opgeslagen zenders van de tuner
en de systeemconfiguratie vasthoudt als het
apparaat helemaal wordt uitgeschakeld, de
stekker uit het stopcontact wordt genomen of
wanneer de netspanning uitvalt. Dit geheugen
blijft ca. 1 weke behouden; daarna dient alle
informatie opnieuw te worden ingevoerd.
Gebruik van tuner
De AVR 2550 is geschikt voor de ontvangst van
MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst
van RSD-gegevens. Zenders kunnen met de hand
worden afgestemd, of worden opgeslagen als
voorkeurzenders en weer worden opgeroepen uit
een geheugen met een capaciteit voor 30 posities.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM
6
op de afstandsbediening om de tuner als ingang te kiezen, of door
op de voorzijde op ingang
!
te drukken tot de
tuner geactiveerd is, dan wel door direct op
MG/FM
9
te drukken.
2. Druk nogmaals op MG/FM
6
of op de
MG/FM
9
om tussen MG en FM om te schake-
len, tot het gewenste bereik wordt aangegeven.
3. Druk op tunerfunctie
H
op de afstandsbe-
diening of houd FM/MG
9
op het frontpaneel 3
seconden ingedrukt om handafstemming of automatische afstemming te kiezen. Zodra de indicatie
AUTO
O
oplicht, zal de tuner alleen die zenders
laten horen die met een voldoende sterk signaal
binnenkomen om met een acceptabele kwaliteit
ontvangen te kunnen worden.Wanneer de indicatie AUTO
O
niet oplicht, staat de tuner op hand-
afstemming en gaat bij elke keer dat op afstem-
men
8
wordt gedrukt een stapje voor of achter-
uit binnen het gekozen bereik.
4. Door op afstemmen
8
te drukken kunt u
zenders opzoeken. Licht de indicatie AUTO
O
op, dan wordt na op de toets gedrukt te hebben
de eerstvolgende zender op een hogere of lagere
frequentie opgezocht die met een behoorlijk signaal binnenkomt. U kunt de toets ingedrukt houden om sneller te zoeken en het automatisch
zoeken te activeren. Is Auto gekozen, dan zal de
tuner alle zenders zowel in mono als in stereo
laten horen, afhankelijk van de uitzending.
Brandt de indicatie AUTO
O
niet, raak dan de
toets afstemmen
8
kort aan om steeds één
stap verder of terug te gaan, of houd de toets
ingedrukt om bepaalde zender te zoeken. Zodra
de indicatie afstemming
L
oplicht is correct
op de zender afgestemd en dient de zender helder te klinken.
5. Ook kan er op zenders afgestemd worden
door eerst op direct
I
te drukken en vervol-
gens met de cijfertoetsen
G
de frequentie
van de zender in te voeren. Wanneer het laatste
cijfer van de frequentie ingevoerd is wordt automatisch op de gewenste zender afgestemd.
Mocht u bij het invoeren van de frequentie een
verkeerde toets drukken, druk dan op wissen
om de frequentie opnieuw in te voeren.
OPMERKING: Is de FM ontvangst van een stereozender zwak, kan de kwaliteit verbeterd worden door om te schakelen naar mono. U doet dat
door op tunerfunctie
H
op de afstandsbedie-
ning te drukken, of door FM/MG
9
op de voorzijde 3 seconden ingedrukt te houden tot de indicatie STEREO
U
uitgaat.
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
geheugen van de AVR 2550, die gemakkelijk kunnen worden opgeroepen via de toetsen op het
frontpaneel, dan wel via de afstandsbediening.
Om een zender in het geheugen op te slaan,
stemt u eerst op de zender af door de hierboven
beschreven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op de geheugentoets
Q
op de
afstandsbediening. Merk op dat de indicatie
MEMORY
T
oplicht en knippert in de display.
2. Binnen vijf seconden kiest u met de cijfer-
toetsen
G
de positie waarop u de zender wilt
opslaan. Het nummer verschijnt in de display bij
voorkeurpositie/sluimerfunctie
Q
.
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u
vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde
zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
cijfertoetsen
G
overeenkomend met de
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen
te doorlopen. drukt u op voorkeurposities
)
op de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
O
op de afstandsbediening.