Epson WF-7720DTWF, WF-7710DWF User manual

Gebruikershandleiding
NPD5746-02 NL
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................8
Informatie zoeken in de handleiding.............8
Markeringen en symbolen...................10
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 10
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................12
Veiligheidsinstructies voor inkt..............13
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het touchscreen......................15
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........15
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
Geavanceerde netwerkinstellingen maken. . . . . . 32
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 34
Netwerkpictogram.......................34
De gedetailleerde netwerkinformatie
controleren op het bedieningspaneel..........34
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 35
Een netwerkstatusvel afdrukken.............42
Toegangspunten vervangen of toevoegen.........42
De verbindingsmethode met een computer
De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het
bedieningspaneel..........................43
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .44
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt) verbreken vanaf het
bedieningspaneel..........................44
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................45
congureren
....... 31
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............16
Bedieningspaneel........................18
Conguratie basisscherm....................19
Pictogrammen op het lcd-scherm............20
Touchscreenbewerkingen..................21
Tekens invoeren.........................22
Conguratie
Job/Status-scherm............. 23
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................25
Ethernet-verbinding......................25
Wi-Fi-verbinding........................25
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................26
Een computer verbinden.................... 26
Een smart device verbinden..................27
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 27
Handmatig Wi-Fi-instellingen Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling (WPS).................29
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................30
congureren
.....28
De printer voorbereiden
Papier laden..............................46
Beschikbaar papier en capaciteiten...........46
Papier in de Papiercassette laden.............50
Papier in de Papiertoevoer achter laden........52
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen. . . . 55
Lijst met papiertypen.....................56
Originelen plaatsen........................ 56
Beschikbare originelen op de ADF...........57
Originelen op de ADF plaatsen..............57
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . 59
Een extern USB-apparaat plaatsen en
verwijderen............................61
Toegang tot een extern USB-apparaat
verkrijgen via een computer................61
Contactpersonen beheren....................62
Contacten registreren of bewerken...........62
Contactgroepen registreren of bewerken.......63
Veelgebruikte contacten registreren...........64
Contacten registreren op een computer........64
Back-up Contacten maken met een computer. . . 64
Uw favoriete instellingen vastleggen als
voorinstelling.............................65
Menuopties voor Presets...................65
2
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Menuopties voor Instel......................65
Menuopties voor Algemene instellingen. . . . . . . 65
Menuopties voor Afdrukteller...............73
Menuopties voor Voorraadstatus.............73
Menuopties voor Onderhoud...............73
Menuopties voor Taal/Language.............74
Menuopties voor Printerstatus/afdrukken......74
Menuopties voor Contacten-beheer.......... 75
Menuopties voor Gebruikersinstellingen. . . . . . . 75
Stroom besparen..........................76
Energie besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . . 76
Een e-mailserver gebruiken.................. 76
E-mailserver congureren.................76
Instelscherm e-mailserver..................77
Een verbinding met een e-mailserver
controleren............................78
Afdrukken
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Windows..............................79
Het printerstuurprogramma openen..........79
Basisprincipes voor afdrukken..............80
Dubbelzijdig afdrukken...................81
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 82
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde).........83
Een verkleind of vergroot document afdrukken. . 84 Een aeelding vergroot afdrukken op
meerdere vellen (een poster maken)..........84
Afdrukken met een kop- en voettekst.........90
Een watermerk afdrukken................. 91
Met een wachtwoord beschermde bestanden
afdrukken.............................92
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken. . . . 92
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele
kleuren...............................93
De afdrukkleur aanpassen................. 94
Dunne lijnen benadrukken tijdens het
afdrukken.............................95
Duidelijke streepjescodes afdrukken. . . . . . . . . . 95
Afdrukken annuleren.....................96
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . . 96
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
Basisprincipes voor afdrukken..............99
Dubbelzijdig afdrukken..................101
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . .102
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde). . . . . . . . 102
Een verkleind of vergroot document afdrukken 103
De afdrukkleur aanpassen.................104
Afdrukken annuleren....................104
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . 104 Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver
Bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat 107
JPEG-bestanden afdrukken vanaf een
geheugenapparaat...................... 107
TIFF-bestanden afdrukken vanaf een
geheugenapparaat...................... 108
Menuopties voor Geheugenapp.............108
Afdrukken met Smart Devices............... 110
Epson iPrint gebruiken...................110
Epson Print Enabler gebruiken.............113
AirPrint gebruiken......................114
Actieve taken of taken in de afdrukwachtrij
annuleren.............................. 115
congureren
................ 106
Kopiëren
Normaal kopiëren........................ 116
Dubbelzijdig kopiëren..................... 116
Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . . . 117
Basis menu-opties voor kopiëren..............117
Geavanceerde menu-opties voor kopiëren. . . . . . . 118
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel.............121
De gescande aeelding opslaan naar een
gedeelde map of FTP-server...............121
Scannen naar e-mailbericht............... 131
Scannen naar een computer (Event Manager). . 133
Scannen naar een geheugenapparaat. . . . . . . . . 137
Scannen naar de cloud...................139
Scannen naar een computer (WSD)..........141
Scannen vanaf een computer.................143
Gebruikers
wanneer Toegangsbeheer is ingeschakeld......143
Scannen met Epson Scan 2................143
Scannen met smart-apparaten................146
Vanaf een smart device verbinding maken via
Wi-Fi Direct...........................146
Epson iPrint installeren.................. 147
Scannen met Epson iPrint.................147
Scannen door smart-apparaten voor de N-
markeringte houden.....................148
veriëren
in Epson Scan 2
Faxen
Een faxbericht instellen.................... 150
3
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Aansluiten op een telefoonlijn..............150
Basisinstellingen voor faxberichten
congureren..........................153
Faxen verzenden via de printer...............157
Basishandelingen bij het verzenden van faxen. . 157 Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden............................161
De instelling Ontvangstmodus.............167
Verschillende manieren om faxberichten te
ontvangen............................168
Ontvangen faxen opslaan en doorsturen
(Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen). . . . . . 171
Faxen die zijn ontvangen van een bepaalde afzender of op een bepaald tijdstip, opslaan of
doorsturen (Voorw. opslaan/doorsturen)......176
Een faxbericht verzenden via een computer. . . . . . 183
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Windows)................ 184
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Mac OS)................. 185
Faxen ontvangen op een computer............ 187
Instelling voor het opslaan van ontvangen
faxen op een computer...................187
Faxen ontvangen op een computer en
afdrukken vanaf de printer................188
Ontvangen faxen op de computer annuleren. . . 188
Controleren op nieuwe faxen (Windows). . . . . .188
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS).......189
De functies van de Fax-map gebruiken......... 190
Het Postvak IN gebruiken.................190
De map Vertrouwelijk gebruiken............191
De Opgeslagen documentenbox gebruiken. . . . 192
De Box Polling verzenden gebruiken.........193
De Bord-map gebruiken..................194
Een faxrapport en -lijst afdrukken...........195
Beveiligingsinstellingen voor faxberichten. . . . . 196
Faxopdrachten controleren................196
Menuopties voor de modus Fax...............198
Ontvanger............................198
Faxinstellingen.........................199
Meer................................201
Menuopties voor Faxinstellingen..............202
Knop Snelle bewerking...................202
Verzendinstellingen.....................202
Ontvangstinstellingen....................203
Rapportinstellingen.....................207
Basisinstellingen........................208
Veiligheidsinstel........................209
Fax-aansl. controleren................... 210
Wizard faxinstelling.....................210
Menuopties voor Gebruikersinstellingen........210
Menuopties voor Faxbox................... 210
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren.............. 212
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette controleren —
Bedieningspaneel.......................212
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Windows. . . . 212
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Mac OS. . . . . 212
Codes van de cartridges....................213
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen.......214
Onderhoudscassettecode................... 216
Voorzorgsmaatregelen voor de
onderhoudscassette....................... 216
Een onderhoudscassette vervangen............217
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken............217
Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt —
bedieningspaneel.......................218
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken —
Windows.............................218
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. 219
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows)................220
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........221
De printkop controleren en schoonmaken —
Bedieningspaneel.......................221
De printkop controleren en reinigen —
Windows.............................222
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 222
De printkop uitlijnen......................223
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .223
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . . . 224
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken............................224
4
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het
printerbewerkingen (Web Cong).............227
Webconguratie uitvoeren op een webbrowser. 227 We b
Cong
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........228
Toepassing voor het scannen van documenten
De netwerkscanner toevoegen..............229
Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel
(Epson Event Manager).................... 230
Toepassing voor het faxbewerkingen en het verzenden van faxen
(FAX Utility)............................230
Toepassing voor het verzenden van faxen
(stuurprogramma PC-FAX).................231
Toepassing voor fotolay-out (Epson Easy Photo
Print)................................. 232
Toepassing voor het afdrukken van webpagina's
(E-Web Print)........................... 232
Toepassing voor het congureren van meerdere
Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON
De meest recente toepassingen installeren. . . . . . . 234
De printerrmware bijwerken via het
bedieningspaneel.........................235
Toepassingen verwijderen...................236
Afdrukken via een netwerkservice.............237
Soware
Toepassingen verwijderen — Windows.......236
Toepassingen verwijderen — Mac OS........237
congureren
uitvoeren op Windows..........228
congureren
Updater)................. 233
van
van
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................239
Berichten op het display bekijken...........239
Foutcode in het statusmenu............... 241
De printerstatus controleren – Windows. . . . . . 245
De printerstatus controleren — Mac OS...... 245
De sowarestatus controleren................245
Vastgelopen papier verwijderen...............246
Papier wordt niet goed ingevoerd.............246
Papier loopt vast........................247
Papier wordt schuin ingevoerd.............247
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................247
Origineel wordt niet in ADF ingevoerd.......247
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................248
De stroom wordt niet ingeschakeld..........248
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 248
Stroom schakelt automatisch uit............248
Het display wordt donker.................249
Het touchscreen reageert niet..............249
Kan niet bedienen via het bedieningspaneel. . . . 249
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 249
De verbinding controleren (USB)...........249
De verbinding controleren (netwerk).........250
De soware en gegevens controleren.........251
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................253
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................254
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................254
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 254
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................256
De SSID voor de computer controleren.......257
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 258
Afdrukproblemen........................ 258
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 258 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .258 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........259
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 259
Afdrukkwaliteit is slecht..................260
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........261
Vlekken op het papier bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken...................262
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............262
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 262
Kan niet afdrukken zonder marges..........263
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken..................... 263
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 263
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 263
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 264
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .264
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................264
5
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................264
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................265
Het probleem kon niet worden opgelost. . . . . . .265
Overige afdrukproblemen...................265
Afdrukken verloopt te traag...............265
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................266
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............266
Kan niet beginnen met scannen.............. 266
Problemen met gescande aeeldingen......... 267
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................267
Rechte lijnen verschijnen bij het scannen
vanaf ADF............................267
De aeeldingskwaliteit is ruw..............268
De
aeeldingen.......................... 268
De tekst is onscherp.....................268
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 268
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 269
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............269
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 270
Kan geen gescande aeeldingen opslaan naar
de gedeelde map. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .271
Berichten op de printer controleren..........271
Het opslaan van de gescande aeeldingen
duurt lang............................272
Schakelen tussen een particulier en openbaar
netwerk..............................272
Andere scanproblemen.....................275
Scansnelheid is laag.....................275
Kan de gescande
verzenden............................275
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 275
Problemen met verzenden en ontvangen van
Kan geen fax verzenden of ontvangen........276
Kan geen faxen versturen.................277
Kan geen faxen verzenden naar opgegeven
ontvanger............................ 278
Kan geen faxen verzenden op speciek tijdstip. .278
schijnt door in de achtergrond van
oset
aeelding
niet via e-mail
Kan geen faxberichten ontvangen...........279
Kan ontvangen faxen niet opslaan op een
geheugenapparaat...................... 279
Foutmelding geheugen vol................280
Verzonden fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 280
Faxen worden op verkeerde grootte verzonden. .281
Ontvangen fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 281
Kan geen A3-faxberichten ontvangen........281
Ontvangen faxen worden niet afgedrukt. . . . . . 282
Pagina's zijn blanco of er wordt slechts een klein deel van de tekst afgedrukt op de
tweede pagina van ontvangen faxen..........282
Andere faxproblemen......................282
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon. . . . 282
Antwoordapparaat kan geen gesprekken
aannemen............................283
Faxnummer van de zender wordt niet op ontvangen faxberichten weergegeven of het
nummer is fout........................ 283
Overige problemen........................283
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 283
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 283
Papiertoevoer achter wordt verwijderd. . . . . . . 284
Datum en tijd zijn verkeerd............... 284
Geheugenapparaat wordt niet herkend....... 284
Kan gegevens niet opslaan op een
geheugenapparaat...................... 284
Wachtwoord vergeten?...................284
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................285
"!" wordt weergegeven in het fotoselectiescherm 285
Bijlage
Technische specicaties.................... 286
Printer
Scannerspecicaties.....................287
Interfacespecicaties.................... 287
Faxspecicaties
Lijst met netwerkfuncties.................289
Wi-Fi-specicaties......................289
Ethernetspecicaties.....................290
Beveiligingsprotocol.....................290
Ondersteunde services van derden.......... 290
Specicaties van extern USB-apparaat........290
Ondersteunde gegevensspecicaties......... 291
Dimensies............................291
Elektrische
Omgevingsspecicaties...................293
Systeemvereisten....................... 293
specicaties
specicaties
..................... 286
........................ 288
.................. 292
6
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Regelgevingsinformatie.................... 294
Normen en goedkeuringen................294
De Duitse blauwe engel.................. 295
Beperkingen op het kopiëren.............. 295
Meldingen die worden weergegeven tijdens
Verbinding controleren.....................298
Copyright.............................. 300
Hulp vragen.............................301
Technische ondersteuning (website)......... 301
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................302
7
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer.Naast de handleidingen kunt u ook de verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer en het installeren van de soware.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding.Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
Beheerdershandleiding (digitale handleiding)
Gee informatie aan netwerkbeheerders over het beheer en de printerinstellingen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer.EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON Soware Updater)” op pagina 233

Informatie zoeken in de handleiding

In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan met behulp van de bladwijzers. U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt. Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
8
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken. Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die u zoekt en klik vervolgens op Zoeken. Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst. Klik op een van de weergegeven zoekresultaten om naar de
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
betreende
pagina te gaan.
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan. Klik op en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte. Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi n d ow s : ho ud d e Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken. Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voorb eeld : 20- 2 5
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
9
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
Aeeldingen van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
blij
hetzelfde.

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen als "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", "Windows XP", "Windows Server 2016", "Windows Server 2012 R2", "Windows Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2" en "Windows Server 2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Wi n d o w s® 10 besturingssysteem
®
Wi n d o w s® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n d o w s® 8 besturingssysteem
®
Wi n d o w s® 7 besturingssysteem
®
Wi n d o w s Vi s t a® besturingssysteem
®
Wi n d o w s® XP besturingssysteem
®
Wi n d o w s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Wi n d o w s Se r ve r® 2016 besturingssysteem
®
Wi n d o w s Se r ve r® 2012 R2 besturingssysteem
®
Wi n d o w s Se r ve r® 2012 besturingssysteem
®
10
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Microso® Wi n d o w s Se r ve r® 2008 R2 besturingssysteem
Microso
Microso
Microso
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
Wi n d o w s Se r ve r® 2008 besturingssysteem
®
Wi n d o w s Se r ve r® 2003 R2 besturingssysteem
®
Wi n d o w s Se r ve r® 2003 besturingssysteem
®
11
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen. Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die gebruikt worden op uw printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Bezoek de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een wandstopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt
halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het display beschadigd is. Als u vloeistof uit het display op uw handen
krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het display in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Vermijd het gebruik van de telefoon tijdens onweer. Er bestaat een minieme kans op elektrische schokken door
bliksem.
Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
12
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
De printer is zwaar en wanneer deze opgetild of verplaatst moet worden, moet dit altijd door ten minste twee
personen gebeuren. Bij het optillen van de printer moeten de twee of meer personen de correcte posities innemen (zie hieronder).

Veiligheidsinstructies voor inkt

Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water.Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge of onderhoudscassette niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen.Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt.Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges en de onderhoudscassette buiten het bereik van kinderen.

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

De openingen in de behuizing van de printer niet blokkeren of afdekken.
Gebruik alleen het type stroombron dat staat vermeld op het etiket op de printer.
13
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat, op de juiste richting van de stekkers
van de kabel. Elke stekker kan maar op één manier in het apparaat worden gestoken. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar verbonden zijn, beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.
14
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken. Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing. Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het touchscreen

Het lcd-scherm kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder.
Dit is normaal en wil geenszins zeggen dat het beschadigd is.
Maak het lcd-scherm alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De afdekplaat van het touchscreen kan breken bij zware schokken. Neem contact op met uw leverancier als het
display barst of breekt. Raak het gebroken glas niet aan en probeer dit niet te verwijderen.
Raak het touchscreen zachtjes met uw vinger aan. Druk niet te hard en gebruik niet uw nagels.
Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals balpennen of scherpe potloden om handelingen uit te voeren.
De werking van het touchscreen kan verminderen als gevolg van condensatie in het touchscreen veroorzaakt
door plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, wordt aangeraden alle persoonlijke gegevens in het geheugen van de printer te wissen door de menu's op het bedieningspaneel als volgt te selecteren.
Instel. > Algemene instellingen > Systeembeheer > Standaardinst. herstellen > Alle gegevens en instellingen wissen
15
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

Deksel van ADF (Automatic Document
A
Feeder — Papierlade van de automatische documentinvoer)
Zijgeleider van de ADF Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden
B
Invoerlade van de ADF Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd.
C
Uitvoerlade van de ADF Bevat de originelen die uit de ADF komen.
D
Papiercassette 1 of papiercassette Laadt papier.
E
Papiercassette 2 Alleen op beschikbare modellen.
F
Open dit om vastgelopen originelen te verwijderen uit de ADF.
ingevoerd.Schuif naar de randen van het papier.
Laadt papier.
16
Gebruikershandleiding
Zijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd.Schuif deze
A
Papiertoevoer achter Voor het handmatig laden van telkens één vel papier.
B
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
C
Zijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd.Schuif deze
D
Papiercassette Laadt papier.
E
Papiercassettepaneel Voorkomt dat ongewenste zaken in de papiercassette terechtkomen.
F
Basisprincipes van printer
naar de randen van het papier.
naar de randen van het papier.
Documentdeksel Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
A
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
B
Bedieningspaneel Voor bediening van de printer.
C
U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.
Externe USB-poort Aansluiting van geheugenapparaten.
D
17
Gebruikershandleiding
Scannereenheid Scant de geplaatste originelen.Open de eenheid om inktpatronen te
A
Inktcartridgeafdekking Openen wanneer u cartridges wilt vervangen.
B
Cartridgehouder Installeer de inktpatronen.Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de
C
Basisprincipes van printer
vervangen of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
printkop.
Achterpaneel 2 Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen papier.
A
Achterpaneel 1 Open dit om de onderhoudscassette te vervangen, of vastgelopen
B
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
C
Lijnpoort Voor aansluiting van een telefoonlijn.
D
EXT.-poort Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
E
LAN-poort Voor aansluiting van een LAN-kabel.
F
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel.
G

Bedieningspaneel

papier te verwijderen.
18
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
Houd een smart device tegen deze markering aan om rechtstreeks af te drukken of te scannen.
Gaat branden wanneer ontvangen documenten die nog niet gelezen, afgedrukt of opgeslagen zijn, in het geheugen van de printer staan.
Hiermee opent u het startscherm.
Hiermee geeft u menu's en berichten weer.
Hiermee wordt het scherm Hulp weergegeven.
Hier kunt u oplossingen voor problemen bekijken.
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
Hiermee onderbreekt u de actuele afdruktaak en kunt u een andere taak onderbreken.Druk nogmaals op deze toets om een onderbroken taak te hervatten.
Reset de huidige instellingen naar de standaard gebruikersinstellingen.Als standaard gebruikersinstellingen niet zijn gemaakt, wordt gereset naar standaard fabriekswaarden.
Hiermee wordt het scherm Papierinstelling weergegeven.U kunt voor elke papierbron de instellingen voor papiergrootte en papiertype selecteren.
K
L
M
N
Hiermee wordt het menu Job/Status weergegeven.U kunt de status en taakgeschiedenis van de printer weergeven.
Als er een storing optreedt, knipper het storingslampje links of gaat het branden.
Als de printer gegevens aan het verwerken is, knippert het gegevenslampje rechts.Het gaat branden als er taken in de afdrukwachtrij staan.
Hiermee voert u getallen, tekens en symbolen in.
Hiermee wordt de lijst Contacten weergegeven.U kunt contacten vastleggen, bewerken en verwijderen.
Hiermee wist u aantal instellingen, zoals het aantal exemplaren.
Conguratie basisscherm
19
Gebruikershandleiding
Hierop worden items aangegeven die voor de printer als pictogram zijn ingesteld.Selecteer elk pictogram om de
A
huidige instellingen te controleren of elk instellingenmenu te openen.
Geeft elk menu weer.U kunt de volgorde wijzigen of items toevoegen.
B
Hiermee worden actieve taken en de status van de printer weergegeven.Selecteer het bericht om het menu Job/
C
Status weer te geven.
Geeft de datum en tijd weer wanneer de printer niet actief is en er geen fouten zijn.
Tussen tabbladen wisselen.
D
Geeft de instellingsitems aan.Selecteer elk item om de instellingen te congureren of te wijzigen.
E
De items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar.Selecteer het item om te controleren waarom dit niet beschikbaar is.
Hiermee voert u de huidige instellingen uit.Beschikbare functies variëren afhankelijk van elk menu.
F
Basisprincipes van printer

Pictogrammen op het lcd-scherm

De volgende pictogrammen worden op het display weergegeven naargelang de status van de printer.
Hiermee wordt het scherm Printerstatus weergegeven.
U kunt controleren hoeveel inkt er nog is en hoe lang de onderhoudscassette nog meegaat (bij benadering).
Geeft de status van de netwerkverbinding aan.
Selecteer het pictogram om de instellingen te controleren en te wijzigen.Dit is de snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Wi-Fi instellen
De printer is niet verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk of de verbinding is verbroken.
De printer is verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met het draadloze (wi-)netwerk.
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer.Hoe meer balkjes, des te sterker de verbinding is.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt).
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt).
20
Gebruikershandleiding
Hiermee wordt het scherm Geluidsinstellingen apparaat weergegeven.U kunt Dempen en Stille modus instellen.
Vanaf dit scherm kunt u tevens het menu Geluid openen.Dit is de snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Geluid
Selecteer het pictogram om de slaapmodus in te schakelen.Wanneer het pictogram grijs wordt weergegeven, kan de slaapmodus niet worden ingeschakeld voor de printer.
Geeft aan dat de blokkeringsfunctie geactiveerd is.Selecteer dit pictogram om u aan te melden op de printer.U moet een gebruikersnaam selecteren en wachtwoord invoeren.Neem voor uw aanmeldgegevens contact op met uw printerbeheerder.
Basisprincipes van printer
Hiermee wordt aangegeven of Stille modus is ingesteld voor de printer.Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt het geluid dat door de printer wordt gemaakt gedempt. De afdruksnelheid kan hierdoor verminderen.Het geluid wordt mogelijk niet gedempt, afhankelijk van het geselecteerde papiertype en de gekozen afdrukkwaliteit.
Hiermee wordt aangegeven dat Dempen is ingesteld voor de printer.
Geeft aan dat een gebruiker met toegang aangemeld is.
Selecteer het pictogram om u af te melden.
Hiermee wordt het scherm Informatie faxgegevens weergegeven.
Geeft aan dat de instellingen zijn gewijzigd van de standaardinstellingen van de gebruiker naar de fabrieksinstellingen.
Geeft aan dat er aanvullende informatie is.Selecteer het pictogram om het bericht weer te geven.
Geeft aan dat er een probleem is met de items.Selecteer het pictogram om te zien hoe u het probleem kunt oplossen.
Geeft aan dat er gegevens zijn die nog niet zijn gelezen, afgedrukt of opgeslagen.Het weergegeven getal geeft het aantal gegevensitems weer.
Gerelateerde informatie
& “Netwerkinstellingen” op pagina 70 & “Geluid:” op pagina 66

Touchscreenbewerkingen

Het touchscreen is compatibel met de volgende bewerkingen.
Tik ke n Druk op de items of pictogrammen of selecteer deze.
21
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Vegen Veeg snel over het scherm.
Schuiven
Houd de items vast en verplaats ze.

Tekens invoeren

Wanneer u contactpersonen registreert, netwerkinstellingen congureert, etc. kunt u tekens en symbolen invoeren via het toetsenbord op het scherm.
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen variëren naargelang de instelling.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Geeft het aantal tekens weer.
Verplaatst de cursor naar de invoerpositie.
Hiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters, of cijfers en symbolen.
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.U kunt alfanumerieke tekens en symbolen gebruiken.
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.U kunt alfanumerieke tekens en speciale tekens, zoals umlauten en accenten gebruiken.
Hiermee voert u veelgebruikte e-maildomeinadressen of URL's in door het item te selecteren.
Hiermee typt u een spatie.
Hiermee voert u een teken in.
Hiermee wist u het teken links van de cursor.
22
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Conguratie Job/Status-scherm
Druk op de knop om het menu Job/Status weer te geven.U kunt de status van de printer of de taken controleren.
Hiermee schakelt u tussen de weergegeven lijsten.
A
Hiermee ltert u de taken op functie.
B
Wanneer Actief is geselecteerd, wordt een lijst weergegeven met actuele opdrachten en opdrachten in de wachtrij.
C
Wanneer Logboek is geselecteerd, wordt de taakgeschiedenis weergegeven.
U kunt taken annuleren of de foutcode controleren die in de geschiedenis wordt weergegeven wanneer een taak is mislukt.
Geeft het geschatte inktpeil weer.
D
Geeft de geschatte levensduur van de onderhoudscassette weer.
E
Geeft fouten weer die in de printer zijn opgetreden.Selecteer de fout in de lijst om het foutbericht weer te geven.
F
Gerelateerde informatie
& “Foutcode in het statusmenu” op pagina 241

Animaties bekijken

Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het verwijderen van vastgelopen papier.
Ti k op
wilt bekijken.
rechts op het lcd-scherm. Het scherm Hulp wordt weergegeven.Tik op Hoe en selecteer de items die u
23
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Selecteer Hoe onderaan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven.
Geeft het totale aantal stappen en het nummer van de huidige stap weer.
A
In het voorbeeld hierboven wordt stap 3 van 7 stappen weergegeven.
Hiermee keert u terug naar de vorige stap.
B
Geeft de voortgang in de huidige stap aan.De animatie wordt herhaald wanneer de voortgangsbalk het einde
C
bereikt.
Hiermee gaat u naar de volgende stap.
D
24
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Ethernet-verbinding

Verbind de printer met een hub met behulp van een Ethernet-kabel.
Raadpleeg Beheerdershandleiding voor het toewijzen van een statisch IP-adres.
Gerelateerde informatie
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 32

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een toegangspunt.
25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 26 & “Een smart device verbinden” op pagina 27 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 27

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
Opmerking:
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de ad­hocmodus.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi of Ethernet en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 31

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
26
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo lg e n de .
Volg de instructies op het scherm.

Een smart device verbinden

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer te verbinden.
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen congureren.Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor het toegangspunt, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen handmatig congureren.
Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen
27
congureren
met drukknopinstellingen.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Congureer geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
Gerelateerde informatie
& “Handmatig Wi-Fi-instellingen & “Wi-Fi-instellingen &
“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 30
& “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 31 & “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 32
congureren
congureren
via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 29
” op pagina 28
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren
Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van het toegangspunt nodig.
Opmerking:
Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label vermeld staan.Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt hee ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Tik op Wij zig n a ar Wi -Fi - verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
5. Selecteer de SSID van het toegangspunt.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, tikt
u op Opnieuw zoeken om de lijst te vernieuwen.Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, tikt u op Handmatig invoeren en voert u de SSID vervolgens rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt.Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
6. Voer het wachtwoord in.
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u het wachtwoord niet kent, controleer dan of het vermeld staat op het label van het toegangspunt.Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u het wachtwoord dat op het label staat.Het wachtwoord kan ook een sleutel of wachtwoordzin worden genoemd.
Als u het wachtwoord voor het toegangspunt niet kent, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd of neemt u contact op met de persoon die dit hee ingesteld.
7. Als u klaar bent, tikt u op Start installatie.
8.
Tik op OK om af te sluiten.
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u normaal papier op A4-formaat en tikt u op Controlerapport afdrukken om een netwerkverbindingsrapport af te drukken.
9. Sluit het scherm met instellingen voor de netwerkverbinding.
Gerelateerde informatie
& “Tekens invoeren” op pagina 22 & “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 34 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
” op pagina 254
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken.Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de soware, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Router.
3.
Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Tik op Wij zig n a ar Wi -Fi - verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Instellen met drukknop (WPS).
29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op het toegangspunt tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.
6. Tik op Start installatie.
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer.Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Sluit het scherm met instellingen voor de netwerkverbinding.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 34 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
” op pagina 254
raadpleeg dan de
hee,
Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)
U kunt automatisch verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode.U kunt deze methode gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt.Gebruik een computer om een pincode in te voeren in het toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op
2. Selecteer Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Tik op Wij zig n a ar Wi -Fi - verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Overige > Instellen met PIN (WPS)
.
30
Loading...
+ 278 hidden pages