Epson EcoTank ET-7700 User manual

Page 1
Gebruikershandleiding
NPD5633-02 NL
Page 2
Gebruikershandleiding

Copyright

Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson­product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
schrielijke
toestemming van Seiko Epson
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
©Seiko Epson Corporation 2016.
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd.
2
Page 3
Gebruikershandleiding

Handelsmerken

Handelsmerken
EPSON® is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
PRINT Image Matching™ en het PRINT Image Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation. Copyright © 2001 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
Epson Scan 2 soware is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
libti
Copyright © 1988-1997 Sam
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS, IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL, INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
Leer
SDXC Logo is a trademark of SD-3C, LLC.
PictBridge is a trademark.
Microso
Apple, Macintosh, Mac OS, OS X, Bonjour, Safari, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are trademarks of Apple
Inc., registered in the U.S. and other countries. AirPrint and the AirPrint logo are trademarks of Apple Inc.
Google Cloud Print™, Chrome™, Chrome OS™, and Android™ are trademarks of Google Inc.
Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
, Windows®, and Windows Vista® are registered trademarks of
®
Microso
Corporation.
Intel
is a registered trademark of Intel Corporation.
®
3
Page 4
Gebruikershandleiding
Handelsmerken
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze handelsmerken.
4
Page 5
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Copyright
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen...............10
Markeringen en symbolen...................10
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 11
Referenties voor besturingssystemen............11
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................12
Veiligheidsinstructies voor inkt..............12
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer.......................... 14
Adviezen en waarschuwingen voor het
vervoeren of opslaan van de printer.......... 14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van geheugenkaarten.....................14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het display..........................15
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........15
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............16
Bedieningspaneel..........................19
Knoppen..............................19
Uitleg bij het LCD-scherm.................20
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................23
Ethernet-verbinding......................23
Wi-Fi-verbinding........................23
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................24
Een computer verbinden.................... 24
Een smart device verbinden..................25
Wi - F i - i n s t e l l i n g e n
congureren
op de printer. . . . . 25
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren. . . . .26
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling.......................27
Wi-Fi-instellingen congureren via de PIN
code-instelling (WPS).................... 28
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
Geavanceerde netwerkinstellingen congureren
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 30
De netwerkstatus controleren met het
netwerkpictogram.......................30
De netwerkstatus controleren op het
bedieningspaneel........................30
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 31
Een netwerkstatusvel afdrukken.............35
Toegangspunten vervangen of toevoegen.........36
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................36
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .37
Een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) verbreken vanaf het
conguratiescherm........................ 37
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................38
...........................29
congureren
....... 28
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 39
Beschikbaar papier en capaciteiten.............40
Lijst met papiertypes.....................41
Waar moet u papier laden....................43
Papier in de Papiercassette 1 laden........... 43
Papier in de Papiercassette 2 laden........... 48
Papier in de Papiertoevoer achter laden........52
Originelen plaatsen
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . . . 56
Verschillende originelen plaatsen.............. 57
Foto's plaatsen om te kopiëren.............. 57
Een cd/dvd plaatsen om daarop een label af
te drukken.............................57
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te
scannen...............................57
5
Page 6
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Een geheugenkaart plaatsen
Ondersteunde geheugenkaarten...............59
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen. . . . . . .59
Een cd/dvd laden om te bedrukken
Bedrukbare cd's/dvd's...................... 62
Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met
cd's/dvd's................................62
Een cd/dvd/ plaatsen en verwijderen............62
Afdrukken
Afdrukken via het bedieningspaneel............64
Foto's afdrukken door ze te selecteren op een
geheugenkaart..........................64
Foto's op een cd-/dvd-label afdrukken vanaf
een geheugenkaart.......................65
Foto's met handgeschreven notities
afdrukken vanaf een geheugenkaart. . . . . . . . . . 67
Gelinieerd papier, kalenders, origineel briefpapier en originele wenskaarten afdrukken. .68
Originele enveloppen afdrukken.............69
Afdrukken in diverse lay-outs...............71
Een kleurboek afdrukken..................72
Afdrukken met DPOF....................72
Menuopties voor het afdrukken via het
bedieningspaneel........................73
Afdrukken vanaf een computer................75
Basisprincipes — Windows.................75
Basisprincipes — Mac OS..................77
Dubbelzijdig afdrukken...................79
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 81
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . . 83
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)......................... 84
Eén aeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te maken (alleen voor Windows). . 85
Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken.............................91
Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print. . . 93 Een cd-/dvd-label afdrukken met Epson Print
CD..................................94
Afdrukken met Smart Devices................94
Epson iPrint gebruiken....................94
AirPrint gebruiken.......................96
Foto's afdrukken vanaf een digitale camera.......97
Afdrukken vanaf een via USB aangesloten
digitale camera......................... 97
Afdrukken vanaf een draadloos verbonden
digitale camera......................... 98
Afdrukken annuleren.......................99
Afdrukken annuleren — Printertoets......... 99
Afdrukken annuleren - Windows............ 99
Afdrukken annuleren — Mac OS............99
Kopiëren
Normaal kopiëren........................ 100
Menuopties voor de modus Kopiëren........ 100
Foto's kopiëren...........................103
Menuopties voor Foto's kopiëren/herstellen. . . . 103
Kopiëren op een cd-/dvd-label...............104
Menuopties voor Naar Cd/dvd kopiëren. . . . . . 106
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel.............107
Scannen naar een geheugenkaart............107
Scannen naar de cloud...................107
Scannen naar een computer...............108
Scannen naar een computer (WSD)..........109
Menuopties voor het scannen..............111
Scannen vanaf een computer.................112
Scannen met Epson Scan 2................112
Scannen met smart-apparaten................118
Epson iPrint installeren.................. 118
Scannen met Epson iPrint.................118
Inkt bijvullen en onderhoudscassettes vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren.............. 120
De status van de onderhoudscassette
controleren — Bedieningspaneel............120
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Windows. . . . 120
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Mac OS. . . . . 121
Codes van de inktessen....................121
Voorzorgsmaatregelen voor
De inkttanks bijvullen..................... 123
Onderhoudscassettecode................... 127
Voorzorgsmaatregelen voor de
onderhoudscassette....................... 127
Een onderhoudscassette vervangen............127
inktessen
.........122
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........130
6
Page 7
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
De printkop controleren en schoonmaken —
Bedieningspaneel.......................130
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................131
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 131
Krachtige reiniging uitvoeren................131
Krachtige reiniging uitvoeren —
Bedieningspaneel.......................132
Krachtige reiniging uitvoeren — Windows. . . . . 133
Krachtige reiniging starten — Mac OS........133
De printkop uitlijnen......................133
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .133
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . . . 134
De Scannerglasplaat reinigen................ 135
Controleren hoeveel pagina's in totaal door de
printer zijn gegaan........................135
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan — Bedieningspaneel. . . . 136
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan - Windows........... 136
Controleren hoeveel pagina's in totaal door
de printer zijn gegaan — Mac OS........... 136
Stroom besparen......................... 136
Energie besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . 137
Menuopties voor de modus Instellingen
Menuopties voor Onderhoud................138
Spuitstukcontrole:...................... 138
Kop reingen:..........................138
Krachtige reiniging:.....................138
Printkop uitlijnen:...................... 138
Inktpeil resetten:.......................138
Levensduur Onderhoudsset:...............138
Menuopties voor Printerinstelling.............139
Papierbroninstelling:.................... 139
Cd/dvd:..............................139
Stickers:..............................139
Dik papier:............................139
Stille modus:..........................139
Schermbeveiliging:......................139
Autom. inschakeling:....................139
Uitschakelinstellingen:...................139
Uitschakelingstimer:.....................140
Slaaptimer:........................... 140
Taal/Language:.........................140
Menuopties voor Netwerkinstellingen..........140
Menuopties voor Epson Connect-services.......141
Menuopties voor Afdrukinst. van Google cloud. . . 142
Menuopties voor Bestandsdeling instellen. . . . . . . 142
Menuopties voor Extern apparaat instellen. . . . . . 142
Menuopties voor Geleiderfuncties.............143
Menuopties voor Firmware-update............143
Menuopties voor Standaardinst. terugzetten. . . . . 143
Netwerkservice en softwareinformatie
De service van Epson Connect............... 145
Web Cong.............................145
Web Cong gebruiken in een webbrowser. . . . . 146
Web Cong uitvoeren op Windows..........146
We b
Windows-printerdriver.....................147
Uitleg bij de printerdriver voor Windows. . . . . . 148
Bedieningsinstellingen voor Windows-
printerdriver congureren................ 149
Mac OS-printerstuurprogramma..............150
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor
Mac OS..............................151
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 152
Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma)........153
Epson Event Manager......................153
Epson Easy Photo Print.................... 154
Epson Print CD..........................154
EPSON Soware Updater. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Toepassingen verwijderen...................155
Toepassingen verwijderen — Windows. . . . . . . 156
Toepassingen verwijderen — Mac OS. . . . . . . . 156
Toepassingen installeren....................157
Toepassingen en
De printerrmware bijwerken via het
bedieningspaneel.......................158
uitvoeren op Mac OS...........147
Cong
rmware
bijwerken...........157
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................159
Berichten op het display bekijken...........159
De printerstatus controleren - Windows. . . . . . .160
De printerstatus controleren — Mac OS. . . . . . 160
Vastgelopen papier verwijderen...............161
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiercassette..........................161
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................162
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Achterpaneel..........................164
7
Page 8
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Papier wordt niet goed ingevoerd.............165
Papier loopt vast........................166
Papier wordt schuin ingevoerd.............166
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................166
Het papier komt uit de Papiertoevoer achter
zonder dat erop is afgedrukt...............166
Cd-/dvd-lade wordt uitgeworpen...........166
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................167
De stroom wordt niet ingeschakeld..........167
Lampjes gingen aan en toen weer uit.........167
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 167
Stroom schakelt automatisch uit............167
Het display wordt donker.................168
De functie Autom. inschakeling werkt niet. . . . .168
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 168
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................169
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 169
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................171
De SSID voor de computer controleren.......172
De printer kan opeens niet afdrukken via een
netwerkverbinding........................173
De printer kan opeens niet afdrukken via een
USB-verbinding..........................173
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 174
Afdrukproblemen........................ 174
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 174 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .174 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........175
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 175
Afdrukkwaliteit is slecht..................176
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........177
Vlekken op het papier bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken...................178
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............178
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 178
De kleuren verschillen van wat u op het
scherm ziet........................... 179
Kan niet afdrukken zonder marges..........179
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken..................... 179
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 180
Er worden meerdere originelen gekopieerd
op één vel papier....................... 180
De afdrukpositie van fotostickers is verkeerd. . . 181
De afdrukpositie op een cd/dvd is verkeerd. . . . 181
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 181 De afgedrukte
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .181
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................182
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................182
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................182
Het probleem kon niet worden opgelost.......182
Overige afdrukproblemen...................183
Afdrukken verloopt te traag...............183
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................183
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............183
Kan niet beginnen met scannen.............. 184
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .184
Problemen met gescande
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................185
De
aeeldingskwaliteit
De
oset
aeeldingen.......................... 185
De tekst is onscherp.....................186
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 186
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 186
Kan geen voorbeeld weergeven in Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............187
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 188
Andere scanproblemen.....................188
Scansnelheid is laag.....................188
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 189
Overige problemen........................189
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 189
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 189
Kan gegevens niet opslaan op een
geheugenkaart.........................189
aeelding
schijnt door in de achtergrond van
is omgekeerd.......181
aeeldingen
is ruw..............185
......... 185
umbnail
. . 187
8
Page 9
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................190
'?' wordt weergegeven in het fotoselectiescherm 190 Een bericht over het resetten van het inktpeil
wordt weergegeven......................190
Gemorste inkt.........................190
Bijlage
Technische specicaties.................... 191
Printer specicaties..................... 191
Scannerspecicaties.....................192
Interfacespecicaties.................... 193
Lijst met netwerkfuncties.................193
Wi-Fi-specicaties......................194
Ethernetspecicaties.....................195
Beveiligingsprotocol.....................195
Ondersteunde services van derden.......... 195
Specicaties externe opslagapparaten. . . . . . . . 195
Dimensies............................197
Elektrische specicaties.................. 197
Omgevingsspecicaties...................198
Systeemvereisten.......................198
Regelgevingsinformatie.................... 199
Normen en goedkeuringen................199
Beperkingen op het kopiëren.............. 200
De printer vervoeren...................... 200
Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer 203
Hulp vragen.............................204
Technische ondersteuning (website)......... 204
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................205
9
Page 10
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het oplossen van problemen enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “EPSON Soware Updater” op pagina 155

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.
10
Page 11
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of OS
X El Capitan. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
Aeeldingen van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", en "Windows XP" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
Wi n dow s® 10 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 7 besturingssysteem
®
Wi n dow s Vi s ta® besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
11
Page 12
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken.Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen.Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die gebruikt worden op uw printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Bezoek de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een wandstopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt
halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het display beschadigd is. Als u vloeistof uit het display op uw handen
krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het display in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.

Veiligheidsinstructies voor inkt

Zorg ervoor dat u de inkt niet aanraakt bij het omgaan met de inkttanks, de doppen van de inkttanks of
geopende inktessen of doppen.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
12
Page 13
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Haal de onderhoudscassette niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de
lekken.
Houd inktessen, de inkttank en de onderhoudscassette buiten het bereik van kinderen.Laat kinderen niet uit
de inktessen drinken en laat ze niet spelen met de inktessen en de dop van de essen.
niet met overdreven kracht en stel de
es
niet bloot aan sterke schokken. Hierdoor kan inkt
es

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

De openingen in de behuizing van de printer niet blokkeren of afdekken.
Gebruik alleen het type stroombron dat staat vermeld op het etiket op de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat, op de juiste richting van de stekkers
van de kabel. Elke stekker kan maar op één manier in het apparaat worden gestoken. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar verbonden zijn, beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
13
Page 14
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer

Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel en inktbuisjes binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Langdurig gebruik van de printer wanneer de inkt lager staat dan de onderste lijn, kan de printer
beschadigen.Vul de inkttank tot de bovenste lijn wanneer de printer niet in werking is.Reset het inktniveau nadat u de tank hebt gevuld om het juiste geschatte inktniveau weer te geven.
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.
in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
stoen

Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de printer

Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Controleer vóór het vervoeren van de printer of de printkop zich in de uitgangspositie (uiterst rechts) bevindt.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken. Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing. Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van geheugenkaarten

Verwijder een geheugenkaart niet en schakel de printer niet uit wanneer het lampje van de geheugenkaart
knippert.
Het gebruik van geheugenkaarten verschilt per type kaart. Raadpleeg de documentatie die bij de geheugenkaart
is geleverd voor meer informatie.
Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel zijn met het apparaat.
14
Page 15
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Gerelateerde informatie
& “Ondersteunde geheugenkaartspecicaties” op pagina 195

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display

Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en verwijder ze niet.

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instellingen > Standaardinst. terugzetten > Alle instellingen op het bedieningspaneel.
15
Page 16
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

Papiertoevoer achter Voor het handmatig laden van telkens één vel papier.
A
Papiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
B
Klep van papiertoevoer aan
C
achterzijde
Zijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd.Schuif deze naar de
D
Bedieningspaneel Voor bediening van de printer.U kunt de hoek van het bedieningspaneel
E
Cd-/dvd-lade Voor plaatsing van een cd/dvd om daar een label op af te drukken.Wordt
F
Hiermee voorkomt u dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen.Blijft meestal gesloten.
randen van het papier.
handmatig instellen.
meestal opgeborgen onder de printer.
16
Page 17
Gebruikershandleiding
Inkttankafdekking Open om de inkttank bij te vullen.
A
Inktreservoirs (inkttanks) Brengt inkt naar de printkop.
B
Inkttankeenheid Bevat de inkttanks.
C
Printkop Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
D
Basisprincipes van printer
Voorpaneel Openen om papier te kunnen laden in de papiercassette.
A
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.Handmatig uittrekken en
B
weer induwen voor bewaring.
Papiercassette 1 Laadt papier.
C
Papiercassette 2
D
Zijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd.Schuif deze naar de
E
randen van het papier.
17
Page 18
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Documentdeksel Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
A
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
B
Scannereenheid Scant de geplaatste originelen.Open om inkttanks opnieuw te vullen of
C
vastgelopen papier te verwijderen.Deze eenheid blijft meestal gesloten.
Geheugenkaartsleuf Plaats een geheugenkaart in het apparaat.
D
Externe USB-poort Voor aansluiting van een extern opslagapparaat of een apparaat met
E
PictBridge-ondersteuning.
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
A
Afdekking onderhoudscassette Verwijder deze afdekking wanneer u de onderhoudscassette wilt
B
vervangen.De onderhoudscassette is een houder waarin kleine hoeveelheden overtollige inkt wordt opgevangen tijdens het reinigen of afdrukken.
18
Page 19
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Achterpaneel Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen papier.
C
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer.
D
LAN-poort Voor aansluiting van een LAN-kabel.
E

Bedieningspaneel

U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.

Knoppen

A
B
C
D
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Niet uitschakelen zolang het aan/uit-lampje knippert (wanneer de printer bezig is of gegevens verwerkt).
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
Hiermee opent u het startscherm.
Hiermee selecteert u het aantal pagina's dat u wilt afdrukken.
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
E
F
G
H
u d l r
Hiermee geeft u menu's weer, zoals voor het afdrukken van cd-/dvd-labels en voor kopiëren.
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
OK Met de knoppen u d l r selecteert u een menu en vervolgens opent u het geselecteerde
menu met de knop OK.
Hiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.
19
Page 20
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer

Uitleg bij het LCD-scherm

Op het LCD-scherm worden menu's en berichten weergegeven. Selecteer een menu of instelling door te drukken
op de knoppen
u d l r
Uitleg bij het startscherm
De volgende pictogrammen en menu's worden weergegeven op het startscherm.
.
Hier staan pictogrammen die de netwerkstatus aangeven.U kunt de betekenis van de pictogrammen achterhalen
A
via het menu Hulp.Ga in het startscherm naar Hulp met de knop
u
OK.Selecteer Lijst met pictogrammen met de knop
Geeft de status van de onderhoudscassette weer.U kunt de betekenis van het pictogram achterhalen via het menu
B
Hulp.
of d en druk vervolgens op de knop OK.
l
of r en druk vervolgens op de knop
20
Page 21
Gebruikershandleiding
Functiepictogrammen en namen worden weergegeven als moduspictogrammen.
C
Kopiëren Hiermee kunt u een document kopiëren.
Foto's afdrukken Hiermee kunt foto's afdrukken die op een geheugenkaart staan.
Scannen Hiermee kunt u een document of foto scannen.
Meer functies Hiermee krijgt u toegang tot verschillende afdrukfuncties, zoals voor het kopiëren van foto's,
Basisprincipes van printer
het afdrukken van foto's in verschillende lay-outs en het kopiëren of afdrukken op een cd/dvd.
Stille modus
Instellingen Hiermee kunt u onderhoud uitvoeren en verschillende instellingen congureren voor de
Onderhoud Open de aanbevolen menu's om de kwaliteit van de afdrukken te verbeteren.Dit is een
Hulp Hiermee geeft u uitleg weer over basishandelingen, de betekenis van de pictogrammen op het
Wi-Fi instellen Hiermee geeft u menu's weer voor het instellen van de printer voor gebruik in een draadloos
D
Wanneer l en r worden weergegeven, kunt u naar rechts of links bladeren.
Hier staan de knoppen die u kunt gebruiken.In dit voorbeeld kunt u naar het geselecteerde menu gaan door op OK
E
te drukken en kunt u een ander menu selecteren door op
Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer minder geluid maakt.Als u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn.Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instellingen > Printerinstellingen > Stille modus
functies en bewerkingen van de printer.
snelkoppeling naar het volgende menu.
Instellingen > Onderhoud
display en informatie over het oplossen van problemen.
netwerk.
l
of r te drukken.
Gerelateerde informatie
& “Normaal kopiëren” op pagina 100 & “Foto's afdrukken door ze te selecteren op een geheugenkaart” op pagina 64 & “Scannen via het bedieningspaneel” op pagina 107 & “Foto's kopiëren” op pagina 103 & “Afdrukken in diverse lay-outs” op pagina 71 & “Foto's op een cd-/dvd-label afdrukken vanaf een geheugenkaart” op pagina 65 & “Menuopties voor de modus Instellingen” op pagina 138 & “Menuopties voor Onderhoud” op pagina 138 & “Menuopties voor Netwerkinstellingen” op pagina 140
Tekens invoeren
Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen, gebruik dan de
knoppen
u, d, l
of functietoets te selecteren op het toetsenbord en druk vervolgens ter bevestiging op OK. Wanneer u klaar bent met het invoeren van tekens, selecteert u Klaar en drukt u vervolgens op de knop OK.
en r en het sowaretoetsenbord op het display. Druk op de knop u, d, l of r om een teken
21
Page 22
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Hoe het weergegeven scherm eruitziet, hangt af van de gekozen instellingen. Dit is het scherm voor het invoeren van het wachtwoord voor het Wi-Fi-netwerk.
Pictogrammen Beschrijving
AB12 Hiermee verandert u kleine letters in hoofdletters.
ab12 Hiermee verandert u hoofdletters in kleine letters.
Symb. Hiermee geeft u symbolen weer.
l r
Spatie Hiermee voert u een spatie in rechts naast de cursor.
Klaar Hiermee sluit u het softwaretoetsenbord en geeft u een bevestigingsscherm weer of gaat u naar het
Hiermee verplaatst u de cursor naar links of rechts.
Hiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace).
volgende scherm.
22
Page 23
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Ethernet-verbinding

Verbind de printer met een hub met behulp van een Ethernet-kabel.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 24 & “Geavanceerde netwerkinstellingen congureren” op pagina 29

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een toegangspunt.
23
Page 24
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 24 & “Een smart device verbinden” op pagina 25 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 25

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
Opmerking:
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de ad­hocmodus.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi of Ethernet en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 28

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
24
Page 25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
Volg de instructies op het scherm.

Een smart device verbinden

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer te verbinden.
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt. Als u beschikt over de informatie voor het toegangspunt, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen handmatig congureren. drukknopinstellingen.
Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen
congureren
met
congureren.
25
Page 26
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren
U kunt de gegevens die voor de verbinding met een toegangspunt nodig zijn handmatig opgeven op het bedieningspaneel van de printer. Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van een toegangspunt nodig.
Opmerking:
Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID die en het wachtwoord dat op het label vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
hee
1. Selecteer Wi - Fi in st e ll en op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi (a an be vo l en ) en druk vervolgens op de knop OK.
3. Druk op de knop OK.
4. Selecteer Wi-Fi instel-wizard en druk vervolgens op de knop OK.
5.
Selecteer de SSID voor het toegangspunt op het bedieningspaneel van de printer en druk op de knop OK.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u wilt verbinden, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, selecteert u
Opnieuw zoeken om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, selecteert u Andere netwerken en voert u de SSID rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
6. Voer het wachtwoord in en selecteer Klaar. Druk op de knop OK.
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u het wachtwoord niet kent, controleer dan of het vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u het wachtwoord dat op het label staat. Het wachtwoord kan ook een sleutel of wachtwoordzin worden genoemd.
Als u het wachtwoord voor het toegangspunt niet kent, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd of neemt u contact op met de persoon die dit hee ingesteld.
7. Controleer de instellingen en druk vervolgens op de knop OK.
26
Page 27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
8. Selecteer of u al dan niet een netwerkverbindingsrapport wilt afdrukken na het voltooien van de instellingen.
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u papier en drukt u vervolgens op de knop netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 30 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
” op pagina 169
om een
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken. Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de soware, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt.
1. Selecteer Wi - Fi in st e ll en op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi (a an be vo l en ) en druk vervolgens op de knop OK.
3.
Druk op de knop OK.
4. Selecteer Instellen met drukknop (WPS) en druk vervolgens op de knop OK.
5. Houd de knop [WPS] op het toegangspunt ingedrukt tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen hee, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.
6. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer. Volg de instructies op het scherm die worden weergegeven.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
27
Page 28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 30 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 169
Wi-Fi-instellingen
U kunt verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode. U kunt deze methode gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer om een pincode in te voeren in het toegangspunt.
1. Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Wi - Fi in st e ll en op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
Selecteer Instellen met PIN-code (WPS) en druk vervolgens op de knop OK.
4.
5. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6.
Druk op de knop OK.
Het instellen is voltooid wanneer dit wordt gemeld in een bericht.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
congureren
via de PIN code-instelling (WPS)
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 30 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
” op pagina 169
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren
Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met een computer of smart device. De printer fungeert zelf als toegangspunt.
Belangrijk:
c
Wanneer u een computer of smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt), is de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en vindt communicatie tussen de beide apparaten plaats. Omdat de computer of het smart device automatisch wordt verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld. Maak vanuit de computer of het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt). Als u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de printer in- of uitschakelt, wordt aangeraden een Wi-Fi-netwerk te gebruiken door de printer te verbinden met een toegangspunt.
28
Page 29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
1. Selecteer Wi - Fi in st e ll en op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi Di re c t en druk vervolgens op de knop OK.
3. Druk op de knop OK.
4. Druk op de knop OK om de installatie te starten.
5. Druk op de knop OK.
6. Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven. Selecteer in het scherm Netwerkverbinding van de computer of het smart device de SSID die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer om verbinding te maken.
7. Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
8. Nadat de verbinding is gemaakt, drukt u op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
9.
Druk op de knop OK.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 30 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 169
Geavanceerde netwerkinstellingen
U kunt de naam van de netwerkprinter, TCP/IP-instellingen, DNS-server enzovoort aanpassen.Controleer de netwerkomgeving voordat u wijzigingen aanbrengt.
1. Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Handmatige netwerkinstelling en druk vervolgens op de knop OK.
4. Voer de apparaatnaam in.
U kunt de volgende tekens gebruiken.Als u de apparaatnaam wilt vastleggen, plaatst u de cursor op Klaar en drukt u vervolgens op de knop OK.
congureren
Tekenlimiet: 2 t/m 15 (u moet minstens 2 tekens invoeren)
Toegestane tekens: A t/m Z, a t/m z, 0 t/m 9, -.
Tekens die u niet bovenaan kunt gebruiken: 0 t/m 9, -.
Tekens die u niet onderaan kunt gebruiken: -
Opmerking:
Als u op de knop OK drukt zonder de apparaatnaam in te voeren, worden de standaardapparaatnaam (EPSON en de laatste zes cijfers van het MAC-adres van het apparaat) ingesteld.
29
Page 30
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
5. Selecteer op welke manier het IP-adres wordt opgevraagd (TCP/IP-instelling).
Auto
Selecteer deze optie wanneer u thuis een toegangspunt gebruikt of wanneer u het IP-adres automatisch laat toewijzen via DHCP.
Handmatig
Selecteer deze optie wanneer u niet wilt dat het IP-adres van de apparaat wordt gewijzigd.Voer het IP-adres, het subnetmasker, de standaardgateway, de primaire DNS-server en secundaire DNS-server in, aankelijk van uw netwerkomgeving.Druk op de knop OK en ga naar stap 7.
6.
Selecteer de manier waarop de DNS-server wordt ingesteld.
Auto
Selecteer deze optie wanneer het IP-adres automatisch moet worden opgevraagd.
Handmatig
Selecteer deze optie wanneer u een uniek DNS-serveradres wilt instellen voor de printer.Voer het adres in van de primaire DNS-server en van de secundaire DNS-server.
7. Selecteer of u al dan niet een proxyserver wilt gebruiken.
Niet gebruiken
Selecteer deze optie wanneer u de printer gebruikt in een thuisnetwerk.
Gebruiken
Selecteer deze optie wanneer u in uw netwerkomgeving een proxyserver gebruikt en u dit wilt instellen in de printer.Voer het adres en poortnummer van de proxyserver in.
8. Controleer de instellingen en druk op de knop OK.
Wanneer u klaar bent met de netwerkinstellingen, wordt een bericht weergegeven op het display. Kort daarna wordt opnieuw het startscherm weergegeven.

De status van de netwerkverbinding controleren

U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.

De netwerkstatus controleren met het netwerkpictogram

U kunt de status van de netwerkverbinding controleren aan de hand van het netwerkpictogram op het startscherm van de printer. Het pictogram verandert volgens verbindingstype en signaalsterkte. Selecteer voor meer informatie Hulp > Lijst met pictogrammen op het bedieningspaneel van de printer.

De netwerkstatus controleren op het bedieningspaneel

U kunt ook andere netwerkgerelateerde informatie bekijken door te drukken op andere netwerkmenu's die u wilt controleren.
1. Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
2. Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
30
Page 31
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
3. Selecteer Netwerkstatus en druk vervolgens op de knop OK.
Gee de verbindingsstatus voor Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) weer.U kunt controleren of de printer verbinding hee met het netwerk of hoeveel apparaten verbinding hebben wanneer de printer is verbonden door middel van een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt).
4. Als u nog meer informatie wilt controleren, drukt u op de knop
of d om de menu's te selecteren die u wilt controleren.
Status vast netwerk/Wi-Fi
Gee de netwerkinformatie (IP-adres ophalen, Standaardgateway, Instelmodus DNS-server enzovoort) voor Ethernet- of Wi-Fi-verbindingen weer.
Wi-Fi Direct-status
Gee de netwerkinformatie (IP-adres ophalen, het aantal verbonden apparaten, Standaardgateway enzovoort) voor Wi-Fi Direct-verbindingen (eenvoudig toegangspunt) weer.
Status van Epson Connect
Gee de geregistreerde gegevens weer voor Epson Connect.
Afdrukstatus van Google Cloud
Gee de geregistreerde gegevens weer voor Google Cloud Print en de status van de verbinding.
Statusblad afdrukken
Zorg ervoor dat er papier in de printer is geplaatst en druk vervolgens op de knop netwerkstatusvel af te drukken.
l
of r en drukt u vervolgens op de knop

Een netwerkverbindingsrapport afdrukken

x
om een
u
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en het toegangspunt te controleren.
1.
Papier laden.
2. Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
4. Selecteer Verbindingscontrole en druk vervolgens op de knop OK.
De verbindingscontrole wordt gestart.
5. Selecteer Ja en druk vervolgens op de knop OK.
6. Druk op de knop
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte oplossingen.
Gerelateerde informatie
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 32
x
om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
31
Page 32
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
a. Foutcode
Code Oplossing
E-1 Controleer of de ethernetkabel op de printer, een hub of andere netwerkapparaten is aangesloten.
Controleer of de hub of andere netwerkapparaten zijn ingeschakeld.
32
Page 33
Gebruikershandleiding
Code Oplossing
Netwerkinstellingen
E-2
E-3
E-7
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
Controleer of de computer of andere apparaten correct zijn verbonden met het toegangspunt.
Plaats de printer dicht bij het toegangspunt. Verwijder alle obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer het SSID-adres in
het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Om een netwerk tot stand te brengen met drukknopinstelling, moet u controleren of het toegangspunt WPS
ondersteunt. Als dit geen WPS ondersteunt, kunt u geen netwerk tot stand brengen met drukknopinstelling.
Controleer of alleen ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen) worden gebruikt voor de SSID. De
printer kan geen SSID weergeven die andere tekens dan ASCII-tekens bevat.
Controleer de SSID en het wachtwoord voordat u verbinding maakt met het toegangspunt. Als u een
toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt heeft ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
Wanneer u verbinding wilt maken met een SSID die is gegenereerd via de tethering-functie op een smart
device, controleert u de SSID en het wachtwoord in de documentatie die is meegeleverd met het smart device.
Als de
wi-verbinding toepassing is, herstelt u de netwerkinstellingen met behulp van het installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
plots wordt verbroken, controleert u het volgende. Indien een van deze situaties van
Er is een ander smart device aan het netwerk toegevoegd met de drukknopinstallatie.
Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan drukknopinstallatie.
E-5 Zorg dat het beveiligingstype van het toegangspunt is ingesteld op een van de volgende opties. Als dat niet het
geval is, wijzigt u het beveiligingstype op het toegangspunt en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP 64-bits (40-bits)
WEP 128-bits (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
WPA2 PSK (TKIP/AES)
WPA (TKIP/AES)
WPA2 (TKIP/AES)
* : WPA PSK is ook bekend als WPA Personal. WPA2 PSK is ook bekend als WPA2 Personal.
E-6 Controleer of het MAC-adreslter is uitgeschakeld. Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
printer zodat het niet wordt kunt het MAC-adres van de printer controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Als de gedeelde vericatie van het toegangspunt is ingeschakeld in de WEP-beveiligingsmethode, moet u
ervoor zorgen dat de vericatiesleutel en index correct zijn.
E-8 Schakel DHCP in op het toegangspunt wanneer IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op
Automatisch.
Als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op handmatig, is het IP-adres dat u handmatig instelt
buiten bereik (bijvoorbeeld: 0.0.0.0) en is dit uitgeschakeld. Stel een geldig IP-adres in op het bedieningspaneel van de printer of via Web Cong.
*
*
gelterd.
Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor details. U
33
Page 34
Gebruikershandleiding
Code Oplossing
E-9 Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als het probleem zich nog steeds voordoet nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, herstelt u de netwerkinstellingen met behulp van het installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
E-10 Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als het onjuist is. U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Netwerkinstellingen
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u IP-adres verkrijgen van de printer in Automatisch. Als u het IP-adres handmatig wilt instellen, controleert u het IP-adres van de printer in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport en selecteert u vervolgens Handmatig in het scherm Netwerkinstellingen. Stel het subnetmasker in op [255.255.255.0].
E-11 Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct wanneer u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in. U kunt het standaard gatewayadres van de printer controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
E-12 Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Congureer hetzelfde netwerk is verbonden als de printer. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt.
Als er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
met behulp van het installatieprogramma netwerkinstellingen op de computer die met
34
Page 35
Gebruikershandleiding
Code Oplossing
E-13 Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een toegangspunt, hub en router, zijn ingeschakeld.
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven. (Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Congureer met behulp van het installatieprogramma netwerkinstellingen op de computer die met
hetzelfde netwerk is verbonden als de printer. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een toegangspunt dat het WEP-beveiligingstype gebruikt.
Als er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
Netwerkinstellingen
b. Berichten over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
*Er zijn meerdere netwerknamen (SSID) gedetecteerd die overeenstemmen met de ingevoerde netwerknaam (SSID). Controleer de netwerknaam (SSID).
De Wi-Fi-omgeving moet worden verbeterd. Schakel de draadloze router uit en vervolgens weer in. Als de verbinding niet verbetert, raadpleegt u de documentatie voor de draadloze router.
*Er kunnen niet meer apparaten aangesloten worden. Verwijder een van de apparaten als u een ander wilt toevoegen.
Dezelfde SSID kan worden ingesteld op meerdere toegangspunten. Controleer de instellingen van de toegangspunten en wijzig de SSID.
Nadat u de printer dichter bij het toegangspunt hebt geplaatst en eventuele obstakels hebt verwijderd, schakelt u het toegangspunt in. Als de printer nog steeds geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is meegeleverd.
U kunt maximaal vier computers en smart devices tegelijk verbinden in een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt). Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen, moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 24 & “Web
” op pagina 145
Cong
& “Kan geen verbinding maken vanaf apparaten terwijl de netwerkinstellingen correct zijn” op pagina 169

Een netwerkstatusvel afdrukken

U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
3.
Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.
4. Selecteer Netwerkstatus en druk vervolgens op de knop OK.
35
Page 36
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
5. Druk op de knop l of r en selecteer vervolgens Statusblad afdrukken met de knop u of d.
x
6. Druk op de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
.

Toegangspunten vervangen of toevoegen

Als de SSID verandert doordat een toegangspunt wordt vervangen, of als een toegangspunt wordt toegevoegd en een nieuwe netwerkomgeving wordt ingesteld, stelt u de Wi-Fi-instellingen opnieuw in.
Gerelateerde informatie
& “De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 36

De verbindingsmethode met een computer wijzigen

Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
congureer
de instellingen.
36
Page 37
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Selecteer De verbindingsmethode wijzigen of resetten in het scherm Soware-installatie selecteren en klik vervolgens op Vo l g en d e .

Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel

Wanneer u Wi-Fi uitschakelt, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
1. Selecteer Instellingen op het startscherm.
2. Selecteer Netwerkinstellingen.
3. Selecteer Wi - Fi in st e ll en .
4. Selecteer Wi-Fi uitschakelen.
5. Controleer het bericht en selecteer Ja.
Een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) verbreken vanaf het conguratiescherm
Opmerking:
Wanneer de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding voor alle computers en smart devices die met de printer zijn verbonden in Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) verbroken. Als u de verbinding met een speciek apparaat wilt verbreken, doe dit dan op het apparaat in kwestie en niet op de printer.
37
Page 38
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
1. Selecteer Instellingen op het startscherm.
2. Selecteer Netwerkinstellingen.
3.
Selecteer Wi- Fi in st el le n.
4. Selecteer Wi - Fi Di re c t in st el le n.
5. Selecteer Wi-Fi Direct uitschakelen.
6. Controleer het bericht en selecteer Ja.

De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel

U kunt alle netwerkinstellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1. Selecteer Instellingen op het startscherm.
2. Selecteer Standaardinst. terugzetten > Netwerkinstellingen.
3. Controleer het bericht en selecteer Ja.
38
Page 39
Gebruikershandleiding

Papier laden

Papier laden

Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking

Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden.Fotopapier niet waaieren of buigen.Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op.Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen papier dat golvend, gescheurd, gesneden, gevouwen, vochtig, te dik of te dun is of papier met
stickers op.Het gebruik van deze papiertypen kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden.Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Gebruik geen omgekrulde of gevouwen enveloppen.Het gebruik van dergelijke enveloppen kan papierstoringen
of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen enveloppen met zellevende oppervlakken of vensters.
Vermijd het gebruik van enveloppen die te dun zijn aangezien die kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Printer specicaties” op pagina 191
39
Page 40
Gebruikershandleiding
Papier laden

Beschikbaar papier en capaciteiten

Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Origineel Epson-papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Dubbelzij
dig
Epson Bright White Ink Jet Paper
Epson Ultra Glossy Photo Paper
Epson Premium Glossy Photo Paper
Epson Premium Semigloss Photo Paper
Papiercass ette 1
A4
A4 20 1
10×15 cm (4×6 inch),
13×18 cm (5×7 inch)
A4 20 1
10×15 cm (4×6 inch),
13×18 cm (5×7 inch)
16:9 breed (102×181 mm)
A4 20 1
10×15 cm (4×6 inch)
20 20 1
20 20 1
20 20 1
Papiercass ette 2
*3
80
Papiertoe voer achter
1Auto,
afdrukken
*1
Handmatig
Randloos afdrukken
*2
Epson Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper­Heavyweight
Epson Double­Sided Matte Paper
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
Epson Iron-On Cool Peel Transfer
*4
Paper
Epson Photo Stickers
A4 20 1
10×15 cm (4×6 inch),
13×18 cm (5×7 inch)
A4 20 1
A4 –11Handmatig
A4 –801––
A4 –11––
A6 111––
20 20 1
40
Page 41
Gebruikershandleiding
Papier laden
*1 Automatisch dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk met de papiertoevoer achter.
*2 Bij dubbelzijdig afdrukken is randloos afdrukken niet mogelijk.
*3 Wanneer u handmatig dubbelzijdig wilt afdrukken, kunt u tot 30 pagina's laden waarvan één zijde al is bedrukt.
*4 Alleen afdrukken vanaf de computer is beschikbaar.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie.Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie over beschikbaar papier in uw omgeving.
Commercieel beschikbaar papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Dubbelzij
dig Papiercass ette 1
Gewoon papier
Enveloppe
*1 Automatisch dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk met de papiertoevoer achter.
*2 Gebruik de papiertoevoer achter als u voorgeperforeerd papier wilt laden.
*2
*3
Letter*3, A4, B5
A5 1 Handmatig
*3
Legal
*3
A6
Gebruikergedenie
*3
erd
Enveloppe #10, Enveloppe DL, Enveloppe C6
*3
–Tot aan de
––1Handmatig
20 20 1 Handmatig
–101––
Papiercass ette 2
lijn met het driehoekje op de
zijgeleider.
4
*5
1
Papiertoe voer achter
1Auto,
*
1Handmatig
afdrukken
*1
Handmatig
Randloos afdrukken
*3 Alleen afdrukken vanaf een computer of smart device is beschikbaar.
*4 Wanneer u handmatig dubbelzijdig wilt afdrukken, kunt u tot 30 pagina's laden waarvan één zijde al is bedrukt.
*5 Gebruik de papiertoevoer achter als u papier wilt laden dat langer is dan A4.
Gerelateerde informatie
& “Namen en functies van onderdelen” op pagina 16 & “Technische ondersteuning (website)” op pagina 204

Lijst met papiertypes

Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
41
Page 42
Gebruikershandleiding
Papier laden
Medianaam Afdrukmateriaal
Epson Bright White Ink Jet Paper
Epson Ultra Glossy Photo Paper
Epson Premium Glossy Photo Paper
*1
*1
*1
Epson Premium Semigloss Photo Paper
Epson Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight
Epson Double-Sided Matte Paper
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
*1
*1
*1
*1
Epson Iron-On Cool Peel Transfer Paper
Epson Photo Stickers
Gewoon papier
*1
*1
Enveloppe
Bedieningspaneel Printerstuurprogramma,
smart device
Gewoon papier Gewoon papier
Ultra Glossy Epson Ultra Glossy
Prem. Glossy Epson Premium Glossy
*1
Prem. Semigloss Epson Premium Semigloss
Glossy Photo Paper Glossy
Matte Epson Matte
Fotokwaliteit IJ Epson Photo Quality Ink Jet
Gewoon papier
*3
Gewoon papier
Fotostickers Epson Photo Stickers
Gewoon papier Gewoon papier
Enveloppe
*3
Enveloppe
*2
*1 Dit afdrukmateriaal is compatibel met Exif Print en PRINT Image Matching wanneer wordt afgedrukt met het
printerstuurprogramma.Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van een met Exif Print of PRINT Image Matching compatibele digitale camera.
*2 Voor smart devices kunnen deze soorten afdrukmateriaal worden geselecteerd bij het afdrukken met Epson iPrint.
*3 Alleen voor het registreren van papierinformatie tijdens het laden van papier.Afdrukken vanuit het bedieningspaneel is
niet beschikbaar.
42
Page 43
Gebruikershandleiding
Papier laden

Waar moet u papier laden

Laad papier in een van de volgende papierbronnen.
Papiertoevoer achter U kunt losse vellen laden van alle soorten papier die worden
A
ondersteund.
Ook kunt u dik papier (tot 0,6 mm dik) en voorgeperforeerd papier laden,
waarvoor de papiercassette niet geschikt is.Zelfs als de dikte binnen deze specicaties ligt, worden sommige papiersoorten mogelijk niet goed geladen als gevolg van de hardheid van het papier.
Laad papier wanneer er een melding hiertoe wordt weergegeven op het
bedieningspaneel.
Papiercassette 1 U kunt meerdere vellen fotopapier van een kleiner formaat laden.
B
Als u in papiercassette 1 en papiercassette 2 hetzelfde papier laadt en in
de printerinstellingen Cassette 1>Cassette 2 selecteert als instelling voor de Papierbron, voert de printer automatisch papier in vanuit papiercassette 2 wanneer papiercassette 1 leeg is.
Papiercassette 2 Wij raden u aan om gewoon papier van A4-formaat te gebruiken. Dit wordt
C
het meest gebruikt.

Papier in de Papiercassette 1 laden

1. Wanneer de uitvoerlade wordt uitgeworpen, controleer dan of er geen papier op de lade ligt. Vervolgens duwt u de lade dicht met uw hand.
43
Page 44
Gebruikershandleiding
2. Breng het bedieningspaneel omhoog.
3. Open het voorpaneel.
Papier laden
4.
Controleer of de printer niet in werking is en trek dan papiercassette 1 naar buiten.Papiercassette 1 hee het
uitlijningsteken
Belangrijk:
, zodat u deze lade gemakkelijk terugvindt.
c
Als papiercassette 1 te ver naar binnen zit, zet de printer dan uit en weer aan.
5. Zet de geleiders op de ruimste positie.
44
Page 45
Gebruikershandleiding
Papier laden
6. Schuif de voorste geleider naar het papierformaat dat u wilt gebruiken.
7. Met de te bedrukken zijde omlaag plaatst u het papier tegen de voorste geleider.
Belangrijk:
c
Zorg ervoor dat het papier niet verder komt dan het driehoekje aan het eind van de cassette.
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype.Laad het papier niet tot
boven de streep met het driehoekje op de zijgeleider.
45
Page 46
Gebruikershandleiding
Papier laden
Vel met fotostickers
Volg de instructies die u bij de stickers hebt gekregen om één vel fotostickers te laden.De steunvellen mag u niet in het apparaat laden.
8. Schuif de rechterzijgeleider tegen de zijkant van het papier.
9. Schuif de papiercassette 1 naar binnen.Breng de uitlijningstekens op de printer en lade op dezelfde hoogte.
46
Page 47
Gebruikershandleiding
Papier laden
10. Controleer de instellingen voor het papierformaat en papiertype op het bedieningspaneel.Als u de instellingen
u
wilt gebruiken, selecteert u Bevestigen met de knop
12.Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u Wi j z i g e n met de knop knop OK en gaat u naar de volgende stap.
Opmerking:
Wanneer de functie Waarschuwing papierinstelling in het menu Geleiderfuncties is ingeschakeld, wordt een
melding weergegeven wanneer de vastgelegde instellingen voor papierformaat en -type afwijken van de afdrukinstellingen.
of d. Vervolgens drukt u op OK en gaat u naar stap
u
of d. Vervolgens drukt u op de
Het scherm met papierinstellingen wordt niet weergegeven als u Papierconguratie hebt uitgeschakeld in de
volgende menu's.Ga naar stap 12.In dit geval kunt u niet afdrukken met een iPhone of iPad via AirPrint.
Instellingen > Printerinstelling > Papierbroninstelling > Papierconguratie
11. Selecteer in het scherm voor het instellen van het papierformaat het papierformaat met de knop u of d en druk vervolgens op de knop OK.Selecteer op dezelfde manier het papiertype in het scherm voor het instellen van het papiertype en druk vervolgens op de knop OK.Controleer de instellingen en druk vervolgens op de knop OK.
Opmerking:
U kunt het scherm met instellingen voor het papierformaat en papiertype ook weergeven door de papierbron te selecteren in de volgende menu's.
Instellingen > Printerinstelling > Papierbroninstelling > Papierinstelling
12.
Schuif de uitvoerlade uit.
Gerelateerde informatie
& “Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 39 & “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 40 & “Menuopties voor Printerinstelling” op pagina 139
47
Page 48
Gebruikershandleiding
Papier laden
& “Menuopties voor Geleiderfuncties” op pagina 143

Papier in de Papiercassette 2 laden

1. Wanneer de uitvoerlade wordt uitgeworpen, controleer dan of er geen papier op de lade ligt. Vervolgens duwt u de lade dicht met uw hand.
2. Breng het bedieningspaneel omhoog.
3. Open het voorpaneel.
4. Controleer of de printer niet in werking is en trek dan papiercassette 2 naar buiten.
5. Zet de geleiders op de ruimste positie.
48
Page 49
Gebruikershandleiding
Papier laden
6. Schuif de voorste geleider naar het papierformaat dat u wilt gebruiken.
7. Met de te bedrukken zijde omlaag plaatst u het papier tegen de voorste geleider.
Belangrijk:
c
Zorg ervoor dat het papier niet verder komt dan het driehoekje aan het eind van de cassette.
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype.Let er bij gewoon papier op
dat het niet boven de streep met het driehoekje op de zijgeleider komt.
49
Page 50
Gebruikershandleiding
Enveloppen
Vel met fotostickers
Volg de instructies die u bij de stickers hebt gekregen om één vel fotostickers te laden.De steunvellen mag u niet in het apparaat laden.
Papier laden
8. Schuif de rechterzijgeleider tegen de zijkant van het papier.
50
Page 51
Gebruikershandleiding
Papier laden
9. Schuif de papiercassette 2 naar binnen.
10. Controleer de instellingen voor het papierformaat en papiertype op het bedieningspaneel.Als u de instellingen
u
wilt gebruiken, selecteert u Bevestigen met de knop
12.Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u Wi j z i g e n met de knop knop OK en gaat u naar de volgende stap.
of d. Vervolgens drukt u op OK en gaat u naar stap
u
of d. Vervolgens drukt u op de
Opmerking:
Wanneer de functie Waarschuwing papierinstelling in het menu Geleiderfuncties is ingeschakeld, wordt een
melding weergegeven wanneer de vastgelegde instellingen voor papierformaat en -type afwijken van de afdrukinstellingen.
Het scherm met papierinstellingen wordt niet weergegeven als u
volgende menu.Ga naar stap 12.In dit geval kunt u niet afdrukken met een iPhone of iPad via AirPrint.
Instellingen > Printerinstelling > Papierbroninstelling > Papierconguratie
11. Selecteer in het scherm voor het instellen van het papierformaat het papierformaat met de knop u of d en druk vervolgens op de knop OK.Selecteer op dezelfde manier het papiertype in het scherm voor het instellen van het papiertype en druk vervolgens op de knop OK.Controleer de instellingen en druk vervolgens op de knop OK.
Papierconguratie
hebt uitgeschakeld in het
Opmerking:
U kunt het scherm met instellingen voor het papierformaat en papiertype ook weergeven door de papierbron te selecteren in de volgende menu's.
Instellingen > Printerinstelling > Papierbroninstelling > Papierinstelling
51
Page 52
Gebruikershandleiding
Papier laden
12. Schuif de uitvoerlade uit.
Gerelateerde informatie
& “Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 39 & “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 40 & “Menuopties voor Printerinstelling” op pagina 139 & “Menuopties voor Geleiderfuncties” op pagina 143

Papier in de Papiertoevoer achter laden

Belangrijk:
c
Laad pas papier in de papiertoevoer achter wanneer de printer daarom vraagt.Anders komt het lege vel zo weer uit de printer.
1. Voer een van de volgende handelingen uit.
Als vanaf het bedieningspaneel wordt afgedrukt: selecteer papiertoevoer achter als de instelling voor
x
Papierbron, geef de overige afdrukinstellingen op en druk vervolgens op de knop
Als vanaf een computer wordt afgedrukt: selecteer papiertoevoer achter als de instelling voor Papierbron,
geef de overige afdrukinstellingen op en klik vervolgens op de knop Afdrukken.
2. Schuif de uitvoerlade uit.
.
3. Op het bedieningspaneel wordt het bericht weergegeven dat de printer wordt voorbereid en vervolgens krijgt u opdracht om papier te laden.Volg de onderstaande instructies om papier te laden.
52
Page 53
Gebruikershandleiding
4. Open de papiertoevoer achter.
5. Schuif de papiersteun uit.
Papier laden
6.
Schuif de zijgeleiders naar buiten.
53
Page 54
Gebruikershandleiding
Papier laden
7. Laad één vel papier in het midden van de papiertoevoer achter met de afdrukzijde naar boven en schuif het papier ongeveer 5 cm in de printer.
Wanneer u papier van het formaat 10×15 cm (4×6 inch) gebruikt, moet u het uitlijnen met de papierformaatindicator op de papiersteun. Het papier wordt ongeveer 5 cm in de printer getrokken.
Enveloppen
Voorgeperforeerd papier
Laad een enkel vel van een opgegeven formaat normaal papier met perforatie aan de linker- of rechterzijde.Pas de afdrukpositie van uw bestand aan zodat u niet over de perforatorgaten heen afdrukt.
54
Page 55
Gebruikershandleiding
Papier laden
8. Schuif de geleiders tegen de randen van het papier aan.
9. Druk op de knop x om het afdrukken te starten.
Gerelateerde informatie
& “Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 39 & “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 40
55
Page 56
Gebruikershandleiding

Originelen plaatsen

Originelen plaatsen

Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen

Belangrijk:
c
Plaatst u omvangrijke originelen zoals boeken, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de scannerglasplaat schijnt.
1. Open het documentdeksel.
2. Verwijder stof en vlekken van de scannerglasplaat.
3. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de rand van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
4.
Sluit het deksel voorzichtig.
Belangrijk:
c
Oefen niet te veel kracht uit op het scannerglasplaat of de documentkap. Deze kunnen anders beschadigd raken.
56
Page 57
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
5. Verwijder de originelen na het scannen.
Opmerking:
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.

Verschillende originelen plaatsen

Foto's plaatsen om te kopiëren

U kunt meerdere foto's tegelijk plaatsen en deze afzonderlijk kopiëren. De foto's moeten groter zijn dan 30×40 cm. Plaats een foto 5 mm van de hoekmarkering van de scannerglasplaat en laat 5 mm ruimte tussen de foto's. U kunt foto's met een verschillend formaat op de glasplaat leggen.
Maximumformaat: 10×15 cm (4×6 inch)

Een cd/dvd plaatsen om daarop een label af te drukken

Plaats een cd/dvd in het midden van de scannerglasplaat. Als de cd/dvd niet precies in het midden ligt, wordt de positionering automatisch bijgeregeld.

Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen

U kunt meerdere foto's tegelijk scannen en elke umbnail selecteert in de lijst boven in het voorbeeldvenster. Plaats de foto's 4,5 mm van de horizontale en
aeelding
opslaan in Fotomodus in Epson Scan 2 wanneer u
57
Page 58
Gebruikershandleiding
Originelen plaatsen
verticale rand van de scannerglasplaat en plaats de foto's ten minste 20 mm uit elkaar. De foto's moeten groter zijn dan 15×15 mm.
58
Page 59
Gebruikershandleiding

Een geheugenkaart plaatsen

Een geheugenkaart plaatsen

Ondersteunde geheugenkaarten

*
miniSD
miniSDHC
microSD*
microSDHC
microSDXC
SD
SDHC
SDXC
*
*
*
* Gebruik een geschikte adapter voor de geheugenkaartsleuf. Anders kan de kaart vast komen te zitten.
Gerelateerde informatie
“Ondersteunde
&
geheugenkaartspecicaties
” op pagina 195

Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen

1. Plaats een geheugenkaart in de printer.
De printer begint de gegevens te lezen en het lampje knippert. Wanneer de printer klaar is met lezen, blij het lampje branden.
59
Page 60
Gebruikershandleiding
Belangrijk:
c
Plaats een geheugenkaart rechtstreeks in de printer.
De kaart kan er niet volledig in. Probeer de kaart niet volledig in de sleuf te duwen.
Een geheugenkaart plaatsen
2. Wanneer u klaar bent met de geheugenkaart, kunt u de geheugenkaart verwijderen nadat u hebt gecontroleerd of het lampje niet knippert.
Belangrijk:
c
Als u de geheugenkaart verwijdert terwijl het lampje knippert, kunt u gegevens op de geheugenkaart kwijtraken.
60
Page 61
Gebruikershandleiding
Een geheugenkaart plaatsen
Opmerking:
Als u de geheugenkaart opent vanaf een computer, moet u de computer gebruiken om het verwisselbare apparaat veilig te verwijderen.
Gerelateerde informatie
& “Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer” op pagina 203
61
Page 62
Gebruikershandleiding

Een cd/dvd laden om te bedrukken

Een cd/dvd laden om te bedrukken

Bedrukbare cd's/dvd's

U kunt afdrukken op ronde 12 cm cd's of dvd's die speciek bedoeld zijn om op af te drukken, zoals aangegeven met "bedrukbare labelzijde" of "kan worden bedrukt met een inkjetprinter".
U kunt ook afdrukken op Blu-ray Discs™.

Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/ dvd's

Zie de documentatie bij de cd/dvd voor meer informatie over het gebruik van het schije of het wegschrijven
van gegevens.
Druk pas af op de cd/dvd wanneer de gegevens erop zijn weggeschreven. Doet u dat niet, dan kunnen
schrijouten
Aankelijk van het type cd/dvd en de afdrukgegevens kunnen inktvegen ontstaan. Doe eerst een test op een
extra cd/dvd. Controleer de bedrukte zijde na één hele dag.
Vergeleken met een afdruk op origineel Epson-papier ligt de afdrukdichtheid lager om inktvlekken op de
cd/dvd te voorkomen. Pas de afdrukdichtheid zo nodig aan.
Laat bedrukte cd's/dvd's minstens 24 uur drogen (niet in de volle zon). Leg de cd's/dvd's niet op elkaar en plaats
ze niet in het apparaat zolang ze niet volledig droog zijn.
Als de afdruk nog plakkerig is nadat de droogtijd is verstreken, verlaag dan de afdrukdichtheid.
Wanneer dezelfde cd/dvd opnieuw wordt bedrukt, zal de afdrukkwaliteit niet verbeteren.
Veeg de inkt onmiddellijk weg als u per ongeluk op de cd-/dvd-lade of het doorzichtige gedeelte van de cd/dvd
afdrukt.
Aankelijk van het ingestelde afdrukgebied kan de cd/dvd of de cd-/dvd-lade vies worden. Geef de juiste
instellingen op om af te drukken binnen het afdrukgebied.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukgebied voor cd's/dvd's” op pagina 192
optreden als gevolg van vingerafdrukken, stof of krassen op het oppervlak van het
schije.

Een cd/dvd/ plaatsen en verwijderen

Wanneer u afdrukt op een cd/dvd of hiervan kopieert, worden instructies over het moment van plaatsen en verwijderen va n de cd/dvd weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Bedrukbare cd's/dvd's” op pagina 62 & “Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/dvd's” op pagina 62
62
Page 63
Gebruikershandleiding
Een cd/dvd laden om te bedrukken
& “Foto's op een cd-/dvd-label afdrukken vanaf een geheugenkaart” op pagina 65 & “Een cd-/dvd-label afdrukken met Epson Print CD” op pagina 94 & “Kopiëren op een cd-/dvd-label” op pagina 104 & “Menuopties voor Naar Cd/dvd kopiëren” op pagina 106
63
Page 64
Gebruikershandleiding

Afdrukken

Afdrukken

Afdrukken via het bedieningspaneel

Foto's afdrukken door ze te selecteren op een geheugenkaart

1. Laad papier in de printer.
2. Plaats een geheugenkaart in de printer.
Belangrijk:
c
Verwijder de geheugenkaart pas wanneer u klaar bent met afdrukken.
Opmerking:
Verwijder de geheugenkaart wanneer u wilt afdrukken vanaf een extern opslagapparaat, zoals een harde schijf of
USB-stick.
Als u 1000 foto's of meer op uw geheugenkaart hebt, worden de foto's automatisch opgedeeld in groepen van
maximaal 999 foto's en wordt het scherm voor het selecteren van de gewenste groep weergegeven.Selecteer de groep die de foto's bevat die u wilt afdrukken.
3. Ga in het startscherm naar Foto's afdrukken met de knop l of r en druk vervolgens op de knop OK.
4. Selecteer een foto met de knop procedure wanneer u meer dan één foto wilt afdrukken.
Opmerking:
De volgende menu's, die worden weergegeven wanneer u op de knop wanneer uw geheugenkaart een groot aantal foto's bevat.
Zoeken: met het menu Zoeken op datum sorteert u foto's op datum en selecteert u vervolgens in één keer alle foto's
met dezelfde datum.
Displaymodus: met het menu 9-omhoog
5. Druk op de knop d om het menu weer te geven, selecteer Afdrukinstellingen met de knop u of d en druk vervolgens op de knop OK.
l
of r en stel het aantal exemplaren in met de knop – of +.Herhaal deze
d
drukt, helpen u bij het selecteren van foto's
u negen foto's weer op het scherm.
gee
Opmerking:
Selecteer Bijsnijden/zoomen als u de foto wilt bijsnijden.Gebruik de knop naar het deel dat u wilt bijsnijden en druk vervolgens op de knop – of + om de grootte van het kader aan te
passen.Druk op de knop
6. Gebruik de knop u of d om instellingen zoals het papierformaat en papiertype te selecteren en pas de
instellingen aan met de knop
7. Druk op de knop
x
om het kader te draaien.
l
of r.
.
64
u, d, l
of r om het kader te verplaatsen
Page 65
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Lijst met papiertypes” op pagina 41 & “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 59 & “Menuopties voor het afdrukken via het bedieningspaneel” op pagina 73

Foto's op een cd-/dvd-label afdrukken vanaf een geheugenkaart

U kunt foto's op een geheugenkaart selecteren en afdrukken op een cd-/dvd-label.
Belangrijk:
c
Raadpleeg de voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/dvd's voordat u op een cd/dvd afdrukt.
Plaats de cd-/dvd-lade niet in de printer zolang het apparaat bezig is. Dit kan de printer beschadigen.
Plaats de cd-/dvd-lade pas in het apparaat wanneer dit in de instructies wordt aangegeven. Anders treedt er een
fout op en wordt de cd/dvd uitgeworpen.
1. Plaats een geheugenkaart in de printer.
Belangrijk:
c
Verwijder de geheugenkaart pas wanneer u klaar bent met afdrukken.
2. Druk op de knop , selecteer Op Cd/dvd afdrukken met de knop u of d en druk vervolgens op de knop OK.
l
3. Selecteer de lay-out met de knop
U kunt Cd/dvd 1-omhoog, Cd/dvd 4-omhoog of Cd/dvd variëteit selecteren.
of r en druk vervolgens op de knop OK.
4.
Voer een van de volgende handelingen uit.
Wan n ee r u Cd/dvd 1-omhoog of Cd/dvd variëteit selecteert, controleert u het scherm en drukt u
vervolgens op de knop OK.
Wan n ee r u Cd/dvd 4-omhoog selecteert, selecteert u Automatische lay-out of Foto's met de hand
u
plaatsen met de knop
5.
Voer een van de volgende handelingen uit.
Wan n ee r u Cd/dvd 1-omhoog, Cd/dvd variëteit of Automatische lay-out selecteert voor Cd/dvd 4-
omhoog, selecteert u de foto's die u wilt afdrukken met de knop
met de knop – of + en drukt u vervolgens op de knop OK.
of d en drukt u vervolgens op de knop OK.
l
of r, stelt u het aantal exemplaren in
65
Page 66
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Wan n ee r u Foto's met de hand plaatsen selecteert voor Cd/dvd 4-omhoog, selecteert u na weergave van
l
de foto die u wilt afdrukken met de knop
of r, Deze foto plaatsen met de knop u of d en drukt u
vervolgens op de knop OK. Als u een lege plek in de afdruk wilt, selecteert u Blanco laten met de knop
of d en drukt u vervolgens op de knop OK.
Opmerking:
Het beschikbare aantal exemplaren wordt weergegeven boven in het scherm voor het selecteren van de gewenste
foto's en het aantal exemplaren. U kunt foto's selecteren tot 0 wordt aangegeven.
d
Druk op de knop
Gebruik de knop op de knop – of + om de grootte van het kader aan te passen.
6. Controleer het scherm en druk vervolgens op de knop OK.
7. Stel de buitendiameter in met de knop vervolgens op de knop OK.
Opmerking:
Als buitendiameter kunt u 114 tot 120 mm instellen, als binnendiameter 18 tot 46 mm, in stappen van 1 mm.
8. Selecteer Op Cd/dvd afdrukken met de knop u of d en druk vervolgens op de knop OK.
Opmerking:
Als u een testafdruk wilt maken, selecteert u Tes tafd ruk op A 4-p api er met de knop gewoon A4-papier in de papiercassette. Voordat u afdrukt op een cd-/dvd-label, kunt u een voorbeeld van de afdrukken.
en selecteer vervolgens Bijsnijden/zoomen met de knop u of d als u een foto wilt bijsnijden.
u, d, l
of r om het kader te verplaatsen naar het deel dat u wilt bijsnijden en druk vervolgens
l
of r, stel de binnendiameter in met de knop u of d en druk
u
of d en laadt u vervolgens
u
aeelding
9. Op het scherm wordt gemeld dat de printer wordt voorbereid. Vervolgens krijgt u opdracht om een cd/dvd te
d
laden. Druk op de knop
Belangrijk:
om de instructies te bekijken en laad een cd/dvd.
c
Druk op het midden van de cd/dvd om deze stevig vast te zetten op de cd/dvd-lade. De cd/dvd kan anders uit de lade vallen.
10. Druk op de knop OK. Er wordt gemeld dat de printer klaar is. Druk vervolgens op de knop OK.
x
11. Druk op de knop
12. Na het afdrukken wordt de cd-/dvd-lade automatisch uitgeworpen. Verwijder de cd-/dvd-lade uit de printer en verwijder vervolgens de cd/dvd uit de lade.
Belangrijk:
.
c
Zorg ervoor dat u de cd-/dvd-lade verwijdert nadat het afdrukken is voltooid. Als u de lade niet verwijdert en de printer aan- of uitzet of een printkopreiniging uitvoert, komt de cd-/dvd-lade tegen de printkop en kan de printer defect raken.
13. Berg de cd-/dvd-lade op onder de printer.
Gerelateerde informatie
& “Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met cd's/dvd's” op pagina 62
66
Page 67
Gebruikershandleiding
Afdrukken
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 59 & “Een cd/dvd/ plaatsen en verwijderen” op pagina 62 & “Menuopties voor het afdrukken via het bedieningspaneel” op pagina 73

Foto's met handgeschreven notities afdrukken vanaf een geheugenkaart

U kunt een foto van een geheugenkaart afdrukken met eigen tekst of tekeningen erbij.Zo kunt u allerlei leuke kaarten maken, bijvoorbeeld voor kerst of een verjaardag.
Eerst selecteert u een foto en drukt u een sjabloon af op gewoon papier.Vervolgens schrij of tekent u op die sjabloon en scant u het resultaat op de printer.Ten slotte drukt u de foto af samen met uw notities of tekeningen.
1. Plaats een geheugenkaart in de printer.
Belangrijk:
c
Verwijder de geheugenkaart pas wanneer u klaar bent met afdrukken.
2. Ga in het startscherm naar Meer functies met de knop l of r en druk vervolgens op de knop OK.
3.
Selecteer Fotowenskaart afdrukken met de knop
4. Selecteer Kies foto- en afdruksjabloon. met de knop
5. Selecteer een foto met de knop
6. Selecteer het papiertype voor het afdrukken van een foto met eigen tekst erbij met de knop vervolgens op de knop OK.
7. Selecteer de lay-out met de knop
8. Selecteer het kader met de knop
l
of r en druk vervolgens op de knop OK.
u
of d en druk vervolgens op de knop OK.
u
of d en druk vervolgens op de knop OK.
u
of d en druk vervolgens op de knop OK.
u
of d en druk vervolgens op de knop OK.
u
of d en druk
9.
Laad gewoon A4-papier in papiercassette 2 en trek vervolgens de uitvoerlade uit om een sjabloon af te drukken.
x
10. Druk op de knop
11. Volg voor het schrijven en tekenen de instructies op de sjabloon.
om een sjabloon af te drukken.
67
Page 68
Gebruikershandleiding
Afdrukken
12. Sluit de uitvoerlade met de hand.Laad fotopapier in papiercassette 1 en trek vervolgens de uitvoerlade uit.
u
13. Selecteer Wenskaarten afdrukken van sjabloon met de knop
14. Controleer het scherm, plaats de sjabloon op de scannerglasplaat en druk vervolgens op de knop OK.
Opmerking:
De tekst op de sjabloon moet volledig droog zijn voordat u de sjabloon op de scannerglasplaat legt.Als er vlekken op de scannerglasplaat zitten, worden die ook afgedrukt op de foto.
15. Stel het aantal exemplaren in met de knop – of + en druk vervolgens op de knop x.
Gerelateerde informatie
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 59 & “Menuopties voor het afdrukken via het bedieningspaneel” op pagina 73 & “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Lijst met papiertypes” op pagina 41 & “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 56
of d en druk vervolgens op de knop OK.

Gelinieerd papier, kalenders, origineel briefpapier en originele wenskaarten afdrukken

U kunt gemakkelijk gelinieerd papier, kalenders, origineel briefpapier en originele wenskaarten afdrukken met behulp van het menu Persoonlijk briefpapier.
1. Laad papier in de printer.
2.
Plaats de geheugenkaart in de printer als u briefpapier en wenskaarten wilt afdrukken met een foto van uw geheugenkaart.
3. Ga in het startscherm naar Meer functies met de knop
4. Selecteer Persoonlijk briefpapier met de knop
u
of d en druk vervolgens op de knop OK.
68
l
of r en druk vervolgens op de knop OK.
Page 69
Gebruikershandleiding
Afdrukken
5. Selecteer een menu-item met de knop u of d en druk vervolgens op de knop OK.
Opmerking:
Wanneer u wenskaarten wilt afdrukken, kunt u een aeelding toevoegen die in de printer is opgeslagen in plaats van een foto op uw geheugenkaart te gebruiken.Selecteer Sjabloon voor aeelding als u een aeelding wilt gebruiken die in de printer is opgeslagen.
6. Volg de afdrukinstructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Lijst met papiertypes” op pagina 41 & “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 59 & “Menuopties voor het afdrukken van gelinieerd papier, kalenders, origineel briefpapier en originele
wenskaarten” op pagina 69
& “Menuopties voor het afdrukken via het bedieningspaneel” op pagina 73
Menuopties voor het afdrukken van gelinieerd papier, kalenders, origineel briefpapier en originele wenskaarten
Gelinieerd papier:
Drukt sommige soorten gelinieerd papier, graekpapier of muziekpapier af.
Briefpapier:
Drukt sommige soorten briefpapier af met een foto van de geheugenkaart als achtergrond.De foto wordt licht afgedrukt, zodat er gemakkelijk op kan worden geschreven.
Kalender:
Drukt een week- of maandkalender af.Selecteer het jaar en de maand voor de maandkalender.
Berichtkaart:
Drukt een wenskaart af met
Positie aeelding
Selecteer waar u de aeelding op de wenskaart wilt plaatsen.
Type lijn
Selecteer het type lijn dat u op de wenskaart wilt afdrukken.
aeeldingen
uit de printer of
aeeldingen
op de geheugenkaart.
Lijnkleur
Selecteer de kleur van de lijn die u op de wenskaart wilt afdrukken.

Originele enveloppen afdrukken

Vi a h et me nu Persoonlijk briefpapier kunt u originele enveloppen maken door een de printer is opgeslagen.U kunt dezelfde enveloppen.
aeelding
gebruiken om wenskaarten te maken die passen bij de
69
aeelding
te gebruiken die in
Page 70
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Druk eerst een schema voor een envelop af op A4-papier. Vervolgens maakt u er een envelop van door het papier te vouwen.
1. Ga in het startscherm naar Meer functies met de knop l of r en druk vervolgens op de knop OK.
u
2. Selecteer Persoonlijk briefpapier met de knop
of d en druk vervolgens op de knop OK.
3. Selecteer Origami met de knop
4. Selecteer Origami-envelop met de knop
5.
Selecteer de aeelding die u op de enveloppen wilt afdrukken met de knop knop OK.
Er wordt nu een scherm weergegeven dat de afdrukpositie van de aeelding aangee. Ook kunt u aangeven of vouwlijnen moeten worden afgedrukt.
6. Als u de positie van de aeelding en de instelling voor vouwlijnen wilt aanpassen, drukt u op de knop het scherm met instellingen weer te geven en de instellingen te wijzigen.
7. Wanneer u klaar bent met het opgeven van instellingen, drukt u op de knop bevestigingsscherm en vervolgens drukt u op de knop OK.
8.
Selecteer het formaat van de enveloppen met de knop
9. Laad gewoon A4-papier in de printer en druk op de knop OK.
10. Trek de uitvoerlade naar buiten.
u
of d en druk vervolgens op de knop OK.
u
of d en druk vervolgens op de knop OK.
l
of r en druk vervolgens op de knop OK.
l
of r en druk vervolgens op de
y
om terug te keren naar het
d
om
x
11. Stel het aantal exemplaren in met de knop – of + en druk vervolgens op de knop
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48
.
Enveloppen vouwen
Nadat u het schema voor een envelop hebt afgedrukt, drukt u een instructievel af waarop te zien is hoe u de envelop moet vouwen. U legt het instructievel boven op het schema en vouwt beide vellen tegelijk.
70
Page 71
Gebruikershandleiding
Afdrukken
1. Selecteer Instructie origami-envelop in het menu Origami en druk vervolgens op de knop OK.
2.
Selecteer met de knop
3.
Laad gewoon A4-papier in de printer en druk op de knop OK.
l
en r het envelopformaat van het schema en druk vervolgens op de knop OK.
4. Stel het aantal exemplaren in met de knop – of + en druk vervolgens op de knop
x
.
Het volgende instructievel wordt afgedrukt.
10
10 10
8
8
8
7
7
8
8
8
9
6
6
99
6
5
5
6
6
6
4
11
160mm
115mm
3
2
1
9
9
9
10
10
10
7
1111111111
3
8
181mm
91mm
6
2
5
7
44
7
7
5
8
8
1
6
6
5
5
4
5. Leg het instructievel op het schema en vouw nu beide vellen tegelijk zoals op het instructievel is aangegeven.
6. Wanneer u klaar bent, haalt u het papier weer uit elkaar en verwijdert u het instructievel. Vervolgens vouwt u alleen het envelopschema opnieuw. De vouwen zitten er nu al in.

Afdrukken in diverse lay-outs

U kunt de foto's op de geheugenkaart afdrukken in een aantal verschillende lay-outs, zodat u twee of vier foto's op één pagina krijgt of alleen de bovenste hel van het papier bedrukt.
Ga in het startscherm naar Meer functies met de knop l of r en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer Ve l
u
fotolay-out met de knop
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor het afdrukken via het bedieningspaneel” op pagina 73
of d en druk vervolgens op de knop OK. Volg de afdrukinstructies op het scherm.
71
Page 72
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Een kleurboek afdrukken

U kunt alleen de omtrek van foto's of illustraties laten afdrukken. Zo maakt u uw eigen unieke kleurboeken.
Opmerking:
Tenzij voor persoonlijk gebruik (thuis of in een andere besloten omgeving) hebt u toestemming van de houder van het auteursrecht nodig wanneer u voor uw kleurboek originelen wilt gebruiken waarop auteursrechten rusten.
Ga in het startscherm naar Meer functies met de knop l of r en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer
u
Kleurboek met de knop dat u een foto op een geheugenkaart wilt gebruiken voor uw kleurboek. Volg verder de instructies op het scherm.
of d en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer of u een origineel wilt scannen of
Gerelateerde informatie
& “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 73

Afdrukken met DPOF

Deze printer is compatibel met DPOF (Digital Print Order Format) versie 1.10. DPOF is een standaard voor het opslaan van extra informatie bij foto's, zoals datum, tijdstip, gebruikersnaam en afdrukgegevens. DPOF­compatibele camera's bieden de mogelijkheid om in te stellen welke aeelding op een geheugenkaart u wilt afdrukken en in hoeveel exemplaren. Wanneer u de geheugenkaart in de printer plaatst, worden de door de camera geselecteerde foto's afgedrukt.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de camera voor meer informatie over het opgeven van afdrukinstellingen op de camera.
Wanneer u een geheugenkaart in de printer plaatst, wordt een bevestigingsscherm weergegeven. Selecteer Ja met
u
de knop
Druk op de knop De instellingen zijn identiek aan die van de modus Foto's afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Foto's afdrukken door ze te selecteren op een geheugenkaart” op pagina 64 & “Menuopties voor het afdrukken via het bedieningspaneel” op pagina 73
of d en druk vervolgens op de knop OK om het scherm voor het starten van de afdruk weer te geven.
x
om het afdrukken te starten. Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, drukt u op de knop d.
72
Page 73
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Menuopties voor het afdrukken via het bedieningspaneel

Menuopties voor het selecteren van foto's
Zoeken:
Zoeken op datum
Gee de foto's op de geheugenkaart weer op datum.Selecteer een datum om alle foto's weer te geven die op die dag zijn opgeslagen.
Zoeken annuleren
Annuleert het sorteren van de foto's en
Foto's selecteren:
Alle foto's selecteren
Selecteert alle foto's op de geheugenkaart en stelt het aantal afdrukken in.
alle foto's weer.
gee
Fotoselectie annuleren
Zet het aantal exemplaren van alle foto's op 0 (nul).
Displaymodus:
1-omhoog
Gee één foto weer op het scherm.Ook informatie over de instellingen, zoals de zoom, wordt weergegeven.
1-omhoog zonder info
één foto weer op het scherm.Informatie over de instellingen, zoals de zoom, wordt niet
Gee weergegeven.
9-omhoog
Gee negen foto's weer op het scherm.
Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen
Papierformaat:
Selecteer het papierformaat dat u hebt geladen.
Papiertype:
Selecteer het papiertype dat u hebt geladen.
Papierbron:
Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken.
Randloos:
Drukt af zonder marge rond de randen.De randen van het papier te verwijderen.
aeelding
73
wordt een beetje vergroot om de marges rond de
Page 74
Gebruikershandleiding
Kwaliteit:
Selecteer de afdrukkwaliteit.Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
Uitbreiding:
Bij het randloos afdrukken wordt de aeelding een klein beetje vergroot om de randen rondom te laten verdwijnen.Selecteer hoeveel u de
Datum:
Selecteer de notatie waarin de datum moet worden afgedrukt op foto's die de opname- of opslagdatum bevatten.Bij sommige lay-outs wordt geen datum afgedrukt.
Afdrukinfo op foto's:
Uit
Drukt af zonder enige informatie erbij.
Afdrukken
aeelding
wilt vergroten.
Cameratekst
Drukt tekst af die op de digitale camera is ingesteld.Raadpleeg de documentatie van de camera voor meer informatie over de tekstinstellingen.De informatie kan alleen randloos worden afgedrukt op het formaat 10×15 cm, 13×18 cm of 16:9 breed.
Oriëntatiepunt
Drukt de naam af van een plaats of oriëntatiepunt waar de foto is gemaakt (voor digitale camera's die een functie voor oriëntatiepunten hebben).Raadpleeg de website van de camerafabrikant voor meer informatie.De informatie kan alleen randloos worden afgedrukt op het formaat 10×15 cm, 13×18 cm of 16:9 breed.
Passend binnen rand:
Als de aeeldingsgegevens en het papierformaat niet dezelfde beeldverhouding hebben, wordt de aeelding papier.Als de lange zijde van de aeelding bijgesneden.Deze functie werkt mogelijk niet bij panoramafoto's.
automatisch vergroot of verkleind, zodat de korte zijde gelijkloopt met de korte zijde van het
aeelding
langer is dan de lange zijde van het papier, wordt de
Bidirectioneel:
Drukt af wanneer de printkop naar links beweegt en wanneer hij naar rechts beweegt.Als verticale of horizontale lijnen op uw afdrukken niet scherp of niet goed uitgelijnd zijn, kunt u dit probleem mogelijk verhelpen door deze functie uit te schakelen. De afdruksnelheid kan dan wel afnemen.
Dichtheid cd:
Voor het bedrukken van een cd/dvd.Stel de dichtheid in die u wilt gebruiken voor de afdruk op een cd/ dvd.
Dichtheid:
Voor het afdrukken van kleurboeken.Selecteer de dichtheid voor de omtrek van de kleurplaat.
Lijndetectie:
Voor het afdrukken van kleurboeken.Selecteer de gevoeligheid voor het detecteren van omtrekken in de foto.
74
Page 75
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Menuopties voor het aanpassen en inzoomen op foto's
Versterken:
Selecteer een van de opties voor het aanpassen van aeeldingen.Selecteer PhotoEnhance om scherpere afdrukken en levendigere kleuren te produceren door aanpassing van het contrast, de verzadiging en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.Selecteer P. I . M . om de aeelding aan te passen met de PRINT Image Matching- of Exif Print-informatie van de camera.
Scène-detectie:
Beschikbaar wanneer u PhotoEnhance selecteert als instelling bij Ver s te r k en .Verbetert de kwaliteit van foto's van mensen en landschappen en van nachtfoto's.
Rode ogen verwijderen:
Corrigeert rode ogen in foto's.Correcties worden niet toegepast op het oorspronkelijke bestand, alleen op de afdrukken.Aankelijk van het type foto worden mogelijk andere delen van het beeld gecorrigeerd.
Helderheid:
Past de helderheid van de aeelding aan.
Contrast:
Past het verschil tussen licht en donker aan.
Scherpte:
Maakt omtrekken in de
Verzadiging:
Past de levendigheid van de aeelding aan.
Filter:
Drukt af in sepia of zwart-wit.
Bijsnijden/zoomen:
Vergroot een deel van de foto om af te drukken.
aeelding
scherper of minder scherp.

Afdrukken vanaf een computer

Basisprincipes — Windows

Opmerking:
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.Rechtsklik op een item en klik dan op Help.
De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1.
Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
75
Page 76
Gebruikershandleiding
Afdrukken
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4. Selecteer uw printer.
5. Selecteer Vo o rk e u re n of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
6. Geef de volgende instellingen op.
Papierbron: selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen.
documentformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Randloos: selecteer deze optie om af te drukken zonder marges rond de aeelding.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom.Klik op Instellingen om de mate van vergroting te selecteren.
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Papiertype: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Kwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wan nee r u Hoog selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
Kleur: selecteer Grijswaarden wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden.
Opmerking: Selecteer de instelling Liggend als Afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
7. Klik op OK om het venster van het printerstuurprogramma te sluiten.
8. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 40
&
76
Page 77
Gebruikershandleiding
Afdrukken
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 148 & “Lijst met papiertypes” op pagina 41

Basisprincipes — Mac OS

Opmerking:
In de uitleg in dit gedeelte wordt TextEdit gebruikt als voorbeeld.De precieze werking en schermen hangen af van de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
d
Klik indien nodig op To on de ta il s of
om het afdrukvenster te vergroten.
4.
Geef de volgende instellingen op.
Printer: selecteer uw printer.
Voorinstellingen: gebruik deze optie wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
Papierformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Selecteer een "randloos" papierformaat voor het afdrukken zonder marges.
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
77
Page 78
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Opmerking:
Als de bovenstaande menu's niet worden weergegeven, sluit dan het afdrukvenster, selecteer Pagina-instelling in het
menu Bestand en geef vervolgens instellingen op.
Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
5.
Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
Opmerking:
Als in OS X Mountain Lion of later het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven, is het Epson­printerprogramma fout geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.Zie het volgende om een printer toe te voegen.
http://epson.sn
6.
Geef de volgende instellingen op.
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
Papierbron: selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen.
Als u de functie Autom. cassette omschakelen inschakelt, wordt automatisch papier uit papiercassette 2 ingevoerd op het moment dat het papier in papiercassette 1 op is.Laad hetzelfde papier (type en formaat) in papiercassette 1 en papiercassette 2.
Als u Autom. cassette omschakelen wilt inschakelen, selecteert u Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en vervolgens selecteert u de printer.Geef instellingen op in het weergegeven scherm door te klikken op Opties en toebehoren > Opties (of Besturingsbestand).
Afdrukmateriaal: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
78
Page 79
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Afdrukkwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wan nee r u Fijn selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
Uitbreiding: beschikbaar wanneer het randloos papierformaat is geselecteerd.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom.Selecteer de mate van vergroting.
Grijswaarden: selecteer om af te drukken in zwart of grijswaarden.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 40 & “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 151 & “Lijst met papiertypes” op pagina 41

Dubbelzijdig afdrukken

U kunt een van de volgende methoden gebruiken om aan beide zijden van het papier af te drukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (alleen Windows)
Wanneer de printer de eerste zijde
U kunt ook een brochure afdrukken. (Uitsluitend voor Windows)
afgedrukt, draait u het papier om om aan de andere zijde af te drukken.
hee
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Als u papier gebruikt dat eigenlijk niet geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan het papier vastlopen en de
afdrukkwaliteit minder zijn.
Aankelijk van het papier en de hoeveelheid inkt die wordt gebruikt om tekst en aeeldingen af te drukken, kan de inkt
vlekken veroorzaken op de andere zijde van het papier.
79
Page 80
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 40
Dubbelzijdig afdrukken - Windows
Opmerking: Handmatig dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 ingeschakeld is. Is EPSON Status
Monitor 3 uitgeschakeld, ga dan naar de printerdriver, klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteer EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer via een netwerk of als gedeelde
printer wordt gebruikt.
1.
Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Automatisch (binden langs lange zijde), Automatisch (binden langs korte zijde), Handmatig (binden langs lange zijde), of Handmatig (binden langs korte zijde) bij Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen,
Opmerking: Selecteer Boekje om een gevouwen boekje af te drukken.
6. Klik op Afdrukdichtheid, selecteer het documenttype in Documenttype selecteren, en klik vervolgens op OK.
De printerdriver stelt automatisch de opties voor Aanpassingen in voor dat documenttype.
Opmerking:
Afdrukken kan langzaam zijn
het venster Afdrukdichtheid aanpassen en voor Kw al it e it op het tabblad Hoofdgroep.
De instelling Afdrukdichtheid aanpassen is niet beschikbaar voor handmatig dubbelzijdig afdrukken.
7.
Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
8. Klik op Afdrukken.
congureer
de instellingen en klik op OK.
aankelijk
van de opties die u gecombineerd hebt voor Documenttype selecteren in
Wanneer bij handmatig dubbelzijdig afdrukken de eerste zijde klaar is, verschijnt een pop-upvenster op de computer. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Basisprincipes — Windows” op pagina 75
Dubbelzijdig afdrukken — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
80
Page 81
Gebruikershandleiding
Afdrukken
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4.
Selecteer Inst. dubbelzijdig afdr. in het snelmenu.
5. Selecteer de bindingen in Dubbelz. afdrukken.
6. Selecteer het type van uw origineel in Documenttype.
Opmerking:
Het afdrukken kan traag verlopen naargelang de instellingen van Documenttype.
Als u iets met een hoge gegevensdichtheid afdrukt, zoals foto's of
instelling voor Documenttype.Als de aeelding vlekken vertoont of doorloopt naar de achterkant, past u de afdrukdichtheid en de droogtijd voor de inkt aan door op de pijl te klikken naast Aanpassingen.
7.
Geef naar wens nog meer instellingen op.
8. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 77
graeken,

Meerdere pagina's op één vel afdrukken

U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
selecteert u Teks t me t fo t o of Foto als de
Meerdere pagina's op één vel afdrukken - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
81
Page 82
Gebruikershandleiding
Afdrukken
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4.
Selecteer 2 per vel of 4 per vel als de instelling voor Meerdere pagina's op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Pag.volgorde, sluiten.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
“Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43
&
“Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48
& & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Basisprincipes — Windows” op pagina 75
congeer
de toepasselijke instellingen en klik vervolgens op OK om het venster te
Meerdere pagina's op één vel afdrukken — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3.
Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer Lay-out in het snelmenu.
5. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen.
6. Geef naar wens nog meer instellingen op.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 77
82
Page 83
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Afdruk aanpassen aan papierformaat

U kunt de afdruk aanpassen aan het papierformaat dat u in de printer hebt geladen.
Afdruk aanpassen aan papierformaat - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Meer opties.
documentformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Uitvoerpapier: Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Volledige pagina wordt automatisch geselecteerd.
Opmerking: Als u een verkleinde aeelding wenst af te drukken in het midden van de pagina, selecteer dan Centreren.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6.
Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Basisprincipes — Windows” op pagina 75
Afdruk aanpassen aan papierformaat — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
83
Page 84
Gebruikershandleiding
Afdrukken
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4.
Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
5. Selecteer Papierverwerking in het snelmenu.
6. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
7. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
8. Geef naar wens nog meer instellingen op.
9. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 77

Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen voor Windows)

Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals lay-out, afdrukvolgorde en oriëntatie, voor gecombineerde bestanden congureren.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Taken indelen Lite op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
6. Klik op Druk af.
Het venster Ta k en in d ele n Lite wordt weergegeven en de afdruktaak wordt aan het Afdrukproject toegevoegd.
84
Page 85
Gebruikershandleiding
Afdrukken
7. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite openstaat. Herhaal vervolgens stap 3 t/m 6.
Opmerking:
Als u het venster Take n i n de l en Li te sluit, wordt het niet opgeslagen Afdrukproject verwijderd. Selecteer Opslaan
in het menu Bestand om op een later tijdstip af te drukken.
Als u een Afdrukproject dat is opgeslagen in Tak e n i nd el e n Lit e wilt openen, klikt u op Ta ken ind ele n L i te op het
tabblad Hulpprogramma's van de printerdriver. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand om het bestand te selecteren. De bestandsextensie van de opgeslagen bestand is "ecl".
8. Selecteer de menu's Lay-out en Bewerken in Tak en i n del en L ite om de Afdrukproject indien nodig aan te passen. Raadpleeg de Help-functie van de Taken indelen Lite voor details.
9. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Basisprincipes — Windows” op pagina 75

Eén afbeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te maken (alleen voor Windows)

Met deze functie kunt u één door ze samen te plakken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
aeelding
afdrukken op meerdere vellen papier. U kunt een grotere poster maken
3.
Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's in het tabblad Hoofdgroep.
85
Page 86
Gebruikershandleiding
Afdrukken
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking: Snijlijnen afdrukken met deze optie kunt u een snijlijn afdrukken.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Basisprincipes — Windows” op pagina 75
Posters maken met behulp van Overlappende uitlijningstekens
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
86
Page 87
Gebruikershandleiding
Afdrukken
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van de kruisjes boven en onder.
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig aan elkaar vast.
87
Page 88
Gebruikershandleiding
Afdrukken
3. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn links van de kruisjes).
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
88
Page 89
Gebruikershandleiding
Afdrukken
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de linker- en rechterkant.
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig aan de achterkant aan elkaar.
89
Page 90
Gebruikershandleiding
Afdrukken
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
90
Page 91
Gebruikershandleiding
Afdrukken
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.

Geavanceerde functies gebruiken voor afdrukken

In deze sectie worden verschillende aanvullende afdruk- en lay-outfuncties beschreven die in de printerdriver beschikbaar zijn.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 147 & “Mac OS-printerstuurprogramma” op pagina 150
Eenvoudig afdrukken met voorkeursinstellingen
Als u uw eigen preset maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze preset in de lijst te selecteren.
91
Page 92
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Windows
Stel items in zoals documentformaat en Papiertype op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties, en klik dan op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de naam selecteert van de desbetreende voorinstelling en deze verwijdert.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Om uw eigen preset toe te voegen, stel Papierformaat en Afdrukmateriaal in en sla dan de actuele instellingen op als preset in de Voorinstellingen instelling.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen > Voorinstellingen weergeven, selecteert u de naam van de voorinstelling die u wilt verwijderen en verwijdert u deze.
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Stel documentformaat in op het tabblad Meer opties.Selecteer Ve r kl ein /ver gro ot d oc u men t, Zoomen naar en voer vervolgens een percentage in.
Mac OS
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Selecteer Pagina-instelling (of Afdrukken) vanaf het menu Bestand.Selecteer de printer in Opmaak voor, stel het papierformaat in en voer dan een percentage in bij Schaal.Sluit het venster en druk de volgende basisafdrukinstructies af.
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Opmerking:
Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren.Als u de locatie van het onderwerp
hebt gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen.Wanneer u de instelling voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen resulteert.Als de aeelding niet scherpgesteld is, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk.Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden, druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
92
Page 93
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Windows
Selecteer de methode voor kleurcorrectie bij Kleurcorrectie op het tabblad Meer opties.
Als u Automatisch selecteert, worden de kleuren automatisch aangepast aan de instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit.Als u Aangepast selecteert en op Geavanceerd klikt, kunt u uw eigen instellingen
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON Kleurencontrole.Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties.Klik op
de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
congureren.
Een watermerk afdrukken (alleen voor Windows)
U kunt een watermerk, zoals bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', op uw documenten afdrukken. U kunt ook uw eigen watermerk toevoegen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Klik op Wat e r me r k fu n c ti e s in het tabblad Meer opties en selecteer daar een watermerk. Klik op Instellingen om details te wijzigen zoals de dichtheid en positie van het watermerk.
Een kop- en voettekst afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt in een kop- of voettekst de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken.
Klik op Wat e r me r k fu n c ti e s in het tabblad Meer opties en selecteer daar Koptekst/voettekst. Klik op Instellingen en selecteer de gewenste items in de vervolgkeuzelijst.

Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print

Epson Easy Photo Print maakt het mogelijk om heel eenvoudig een lay-out te maken voor het afdrukken van uw foto's op verschillende soorten papier. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Wanneer u afdrukt op origineel Epson-fotopapier, wordt de inktkwaliteit gemaximaliseerd en krijgt u levendige en
scherpe afdrukken.
Als u randloos wilt afdrukken met een in de handel verkrijgbaar sowarepakket, congureert u de volgende instellingen.
Zorg dat uw gegevens passen op het papierformaat. Als u in de toepassing die u gebruikt een marge kunt
instellen, stel de marge dan in op 0 mm.
Schakel in de printerdriver de instelling voor randloos afdrukken in.
93
Page 94
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Gerelateerde informatie
& “Epson Easy Photo Print” op pagina 154 & “Toepassingen installeren” op pagina 157

Een cd-/dvd-label afdrukken met Epson Print CD

Met Epson Print CD kunt u gemakkelijk allerlei originele labels maken voor een cd/dvd.Verder is het mogelijk om een cd-/dvd-hoesje te maken en af te drukken.
U kunt het afdrukgebied voor de cd/dvd instellen op minimaal 18 mm voor de binnendiameter en maximaal 120 mm voor de buitendiameter.Aankelijk van de instellingen kan de cd/dvd of de lade vies worden.Blijf binnen het afdrukgebied van de cd/dvd die u wilt bedrukken.
Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Als u een cd-/dvd-label wilt afdrukken met een in de handel verkrijgbaar sowarepakket, congureert u de volgende instellingen.
Voor Windows wordt automatisch A4 geselecteerd bij documentformaat wanneer u Cd-/dvd-lade selecteert bij
Papierbron.Selecteer Staand als instelling voor Afdrukstand en CD/DVD als instelling voor Papiertype.
Voor Mac OS selecteert u A4 (CD/DVD) bij Papierformaat.Selecteer staand als afdrukrichting en selecteer vervolgens
CD/DVD als Afdrukmateriaal in het menu Printerinstellingen.
Bij sommige toepassingen kan het zijn dat u het type lade moet opgeven.Selecteer Epson-lade type 2.De precieze naam
van de instelling kan anders zijn, aankelijk van de toepassing.
Gerelateerde informatie
& “Epson Print CD” op pagina 154 & “Toepassingen installeren” op pagina 157

Afdrukken met Smart Devices

Epson iPrint gebruiken

Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart­apparaten, zoals smartphones of tablets. U kunt lokaal afdrukken (afdrukken vanaf een smart-apparaat dat verbinding vanaf een externe locatie). Registreer uw printer bij de service Epson Connect om op afstand af te drukken.
met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer) of afdrukken op afstand (via internet afdrukken
hee
Gerelateerde informatie
&
“De service van Epson Connect” op pagina 145
94
Page 95
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te scannen.
http://ipr.to/a
Afdrukken met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.
A
B
C
D
E
F
G
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
Selecteer wat u wilt afdrukken zoals foto's, documenten en webpagina's.
Geeft het scherm weer om printerinstellingen te congureren zoals het papierformaat en -type.
Geeft het papierformaat weer. Wanneer dit wordt weergegeven als knop, kunt u daarop drukken om de papierinstellingen weer te geven die op de printer zijn ingesteld.
Geeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
95
Page 96
Gebruikershandleiding
Afdrukken
H
Opmerking:
Als u vanuit het documentmenu wilt afdrukken met iPhone, iPad, en iPod touch op iOS, start u Epson iPrint na het overbrengen van het document dat u wilt afdrukken wanneer u wilt afdrukken met de functie voor het delen van bestanden in iTunes.
Start het afdrukken.

AirPrint gebruiken

AirPrint maakt het mogelijk om meteen draadloos af te drukken vanaf een iPhone, iPad of iPod touch met daarop de meest recente versie van iOS, of een Mac met daarop de meest recente versie van OS X.
Opmerking:
Als u de meldingen voor de papierconguratie op het bedieningspaneel van uw apparaat hebt uitgeschakeld, kunt u AirPrint niet gebruiken. Volg de onderstaande koppeling om de meldingen zo nodig in te schakelen.
1. Laad papier in uw apparaat.
2. Stel uw apparaat correct in om draadloos afdrukken mogelijk te maken. Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
3. Verbind uw Apple-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat uw apparaat gebruikt.
4.
Druk vanaf uw toestel af op uw apparaat.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48
96
Page 97
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Foto's afdrukken vanaf een digitale camera

Opmerking:
U kunt foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera die compatibel is met PictBridge. Raadpleeg de
documentatie van de camera voor meer informatie over het opgeven van instellingen op de camera.
Meestal krijgen de instellingen van de digitale camera voorrang. In de volgende gevallen worden echter de instellingen
van de printer gebruikt.
Wanneer in de afdrukinstellingen van de camera is opgegeven dat de printerinstellingen moeten worden
gebruikt.
Wanneer de optie Sepia of Zwart-wit is geselecteerd in de afdrukinstellingen van de printer.
Wanneer de combinatie van afdrukinstellingen van de camera en van de printer instellingen oplevert die op
de printer niet beschikbaar zijn.
U kunt foto's met DPOF-instellingen rechtstreeks vanaf een digitale camera afdrukken.

Afdrukken vanaf een via USB aangesloten digitale camera

U kunt foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera die met een USB-kabel is aangesloten.
1. Verwijder een geheugenkaart uit de printer.
2. Laad papier in de printer.
3. Ga in het startscherm naar Instellingen met de knop
u
Extern apparaat instellen met de knop
4. Selecteer Afdrukinstellingen of Foto-aanpassingen, druk op de knop OK en wijzig zo nodig de instellingen.
Selecteer de instellingen met de knop
5. Zet de digitale camera aan en sluit deze vervolgens met een USB-kabel aan op de printer.
of d en druk vervolgens op de knop OK.
u
of d en pas de instellingen aan met de knop l of r.
l
of r en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer
Opmerking:
Gebruik een USB-kabel die niet langer is dan 2 meter.
6. Selecteer de foto's die u wilt afdrukken vanaf de digitale camera, geef instellingen op, zoals het aantal exemplaren, en begin met afdrukken.
97
Page 98
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Menuopties voor het aanpassen en inzoomen op foto's” op pagina 75 & “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 73

Afdrukken vanaf een draadloos verbonden digitale camera

U kunt draadloos foto's afdrukken vanaf een digitale camera met ondersteuning voor DPS over IP (hierna PictBridge (draadloos LAN) genoemd).
1. Controleer of het pictogram dat aangee dat de printer verbinding hee met een draadloos netwerk, wordt weergegeven op het startscherm.
Opmerking: U kunt de betekenis van de pictogrammen opvragen op het bedieningspaneel. Selecteer Hulp in het startscherm met de
l
knop vervolgens op de knop OK.
of r en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer Lijst met pictogrammen met de knop u of d en druk
2. Laad papier in de printer.
l
3. Selecteer Instellingen in het startscherm met de knop
u
Extern apparaat instellen met de knop
4. Selecteer Afdrukinstellingen of Foto-aanpassingen, druk op de knop OK en wijzig zo nodig de instellingen.
Selecteer de instellingen met de knop
5. De digitale camera moet met hetzelfde netwerk verbonden zijn als de printer.
6.
Geef de lijst met beschikbare printers weer op de digitale camera en selecteer vervolgens de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Opmerking:
Als u de naam van de printer wilt weten, selecteert u Instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus in het
startscherm.
Als uw digitale camera een functie hee om printers te registreren, kunt u in het vervolg verbinding met de printer
maken door de printer te selecteren.
7. Selecteer de foto's die u wilt afdrukken vanaf de digitale camera, geef instellingen op, zoals het aantal exemplaren, en begin met afdrukken.
8. Verbreek op de digitale camera de PictBridge-verbinding (verbinding met draadloos LAN) met de printer.
of d en druk vervolgens op de knop OK.
u
of d en pas de instellingen aan met de knop l of r.
of r en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer
Belangrijk:
c
Wanneer u PictBridge (draadloos LAN) gebruikt, kunt u geen andere printerfuncties gebruiken of afdrukken vanaf andere apparaten. Verbreek meteen de verbinding zodra u klaar bent met afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48
98
Page 99
Gebruikershandleiding
Afdrukken
& “Menuopties voor het aanpassen en inzoomen op foto's” op pagina 75 & “Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen” op pagina 73

Afdrukken annuleren

Opmerking:
In Windows kunt u een afdruktaak niet via de computer annuleren als deze volledig naar de printer verzonden is.In dit
geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Wanneer u verschillende pagina's afdrukt via Mac OS, kunt u niet alle taken annuleren via het bedieningspaneel.In dit
geval moet u de afdruktaak op de computer zelf annuleren.
Als u een afdruktaak vanuit Mac OS X v10.6.8 via het netwerk hebt verzonden, kunt u het afdrukken mogelijk niet via
de computer annuleren.In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.

Afdrukken annuleren — Printertoets

Druk op y om de actieve afdruktaak te annuleren.

Afdrukken annuleren - Windows

1. Open het venster van de printerdriver.
2. Selecteer de tab Hulpprogramma's.
3. Klik op Wa ch t r ij .
4. Klik met de rechtermuisknop op de taak die u wilt annuleren en selecteer Annuleren.
Gerelateerde informatie
“Windows-printerdriver” op pagina 147
&

Afdrukken annuleren — Mac OS

1.
Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Selecteer de taak die u wilt annuleren.
3. Annuleer de taak.
OS X Mountain Lion of hoger
Klik op
Mac OS X v10.6.8 t/m v10.7.x
Klik op Ver w i j d er e n.
naast de voortgangsbalk.
99
Page 100
Gebruikershandleiding

Kopiëren

Normaal kopiëren

1. Laad papier in de printer.
Kopiëren
Wanneer u papier laadt in de papiertoevoer achter, wacht u met laden tot de printer doen.
2. Plaats de originelen.
3. Ga in het startscherm naar Kopiëren met de knop
4. Stel het aantal exemplaren in met de knop – of +.
5. Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit met de knop
6. Selecteer papier- & kopie-inst. met de knop zoals het papierformaat en papiertype, en pas de instellingen zo nodig aan.Selecteer de instellingen met de
u
knop
Opmerking: Als u het document bij het kopiëren met een bepaald percentage groter of kleiner wilt maken, selecteert u Aangep. form. bij Verkleinen/Vergroten en gee u vervolgens het gewenste percentage op met de knop – of +.U kunt het
percentage wijzigen in stappen van 5% door de knop – of + ingedrukt te houden.
7. Druk op de knop x.Wanneer u afdrukt via de papiertoevoer achter, drukt u op de knop x en vervolgens laadt u het papier wanneer u daartoe opdracht krijgt.
of d en pas de instellingen aan met de knop l of r.
l
of r en druk vervolgens op de knop OK.
l
of r.
d
en druk vervolgens op de knop OK.Controleer de instellingen,
aangee
dat u dat kunt
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gekopieerde aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Papier in de Papiercassette 1 laden” op pagina 43 & “Papier in de Papiercassette 2 laden” op pagina 48 & “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 52 & “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 56 & “Menuopties voor de modus Kopiëren” op pagina 100

Menuopties voor de modus Kopiëren

Opmerking:
Beschikbare menu's kunnen variëren naargelang de geselecteerde lay-out.
Het aantal kopieën:
Voer het aantal kopieën in.
100
Loading...