58
Het aanzetten en de keuze van de functies
HOE TE KLIMATISEREN
Om het apparaat te laten functioneren in de
functie klimatisering, als volgt te werk gaan:
1. De toets indrukken, het lichtje I
gaat branden.
2. De functiekeuzeknop met de wijzers
van de klok in draaien.
• Door het symbool van het grote kristal
in overeenstemming met het referen-
tieteken te zetten, zal het apparaat in de
functie klimatisering met maximale ventilatiesnelheid functioneren (het lichtje
gaat branden, na 3 minuten het lichtje
gaat branden).
• Door het symbool van het kleine kristal
in overeenstemming met het referen-
tieteken te zetten, zal het apparaat in de
functie klimatisering met minimale ventilatiesnelheid functioneren (het lichtje
gaat branden, na 3 minuten het lichtje
gaat branden).
3. Nu kunt u de gewenste temperatuur instel-
len door de thermostaatknop te draaien.
N.B.:
De temperatuur is niet aangegeven in graden. Wij raden daarom aan de thermostaatknop op de maximale koude stand
te zetten, wanneer de temperatuur in de
ruimte het gewenste niveau van comfort
bereikt heeft, kunt u de thermostaatknop
langzaam kloksgewijs draaien totdat de thermostaat in werking treed en de functionering
onderbreekt. Het lichtje gaat uit. Het
lichtje ( op ) gaat uit. Op deze manier
zult u het apparaat geprogrammeerd hebben op de juiste temperatuur die automatisch door de thermostaat in stand gehouden
zal worden, waarmee tegelijkertijd een aanzienlijke energiebesparing verkregen wordt.
Iedere keer als de airconditioner de ingestelde temperatuur bereikt, zal het apparaat
doorgaan met functioneren met alleen de
ventilatie functie.Op deze manier blijft de
temperatuur van de lucht in de ruimte gelijkmatig verdeeld.
1514
21
19
19
15
21
14
21
18
9
10
HOE TE VENTILEREN
De functiekeuzeknop tegen de wijzers
van de klok mee draaien.
• De toets indrukken, het lichtje
gaat branden.
• Door het symbool van de grote propeller
(op ) in overeenstemming met het
referentieteken te zetten, zal het apparaat functioneren met de maximum ven-
tilatiesnelheid (het lichtje gaat branden).
• Door het symbool van de kleine propeller
(op ) in overeenstemming met het
referentieteken te zetten, zal het apparaat functioneren met de minimum venti-
latiesnelheid (het lichtje gaat branden).
ZUIVERINGSFILTER (slechts voor enkele
modellen)
Behalve stof, kan dit filter ook de kleinste
onzuiverheden (tot 0.003 milimeter) opvangen, zoals bijvoorbeeld de rook van een sigaret.
Het zuiveringsfilter dient nooit gebruikt te worden tegelijkertijd met het stoffilter, dat ook bijgeleverd wordt. Daarom:
A. Indien men het zuiveringsfilter wenst te
gebruiken: Het zuiveringsfilter uit de filterhouder halen; Het aanzuigrooster verwijderen
16
17
910
18
Opmerking: het duurt 3-5 min. voordat er
koude lucht uit rooster komt.
TURBO POWER (indien aanwezig)
De functie Turbo Power is ontwikkeld om een
aanvullend koelvermogen te leveren. Dit is
bijzonder nuttig wanneer men een zeer
warme ruimte snel wenst terug te brengen
naar omstandigheden van welzijn. In dat
geval:
Controleren of de tank vol is met water (zie p.
56);
Controleren of de functie keuzeknop op de
stand met de grote kristal staat.
Op de toets Turbo Power drukken .
Wanneer de gewenste temperatuur eenmaal bereikt is, kan men eventueel de Turbo
Power functie uitschakelen en de functie keuzeknop weer op de stand van de kleine kristal zetten. Hierdoor wordt een geruislozere
functionering verkregen.
20
1