GLasKEraMIsCHE fOrNuIs (INDuCtIEKOOKpLaat)
CuIsINIErE EN vItrOCEraMIQuE (tabLE DE travaIL a
INDuCtION)
Nederlands
Gebruiks-en installatievoorschriften Bladzijde 3
De beschrjvingen en aanduidingen vermeld in de gebruiks-en installatievoorschriften zijn
enkel van informatieve aard.
De constructeur behoudt zich het recht voor om zonder verwittiging en op gelijk welk
ogenblik wijzigingen aan zijn produkten aan te brengen.
français Mode d’emploi - Conseils français pour l’installation page 57
Le fabricant n’est pas responsable des erreurs éventuelles, dues à des fautes de frappe ou d’impression, susceptibles
de se trouver dans cette notice.
Il se réserve le droit, sans porter préjudice aux caractéristiques essentielles, du point de vue fonctionnel et du point
de vue sécurité, d’apporter à ses produits, à tout moment et sans préavis, toutes les modications éventuellement
nécessaires pour faire face à des exigences de fabrication ou de commercialisation.
DeutschDas Handbuch ist auch in deutscher sprache erhältlich
NOTICE: Before installing or using your new device, please register, here below , the serial
number of your appliance. This will be required for troubleshooting.
ATTENTION: Avant toute installation ou utilisation de votre appareil, veuillez inscrire cidessous le numéro de série de votre appareil. Celui-ci vous sera demandé en cas de
dépannage.
OPGEPAST: Gelieve voor gebruik of installatie van uw toestel, hier onder het serie
nummer van uw toestel te noteren. Dit nummer zal u gevraagd worden bij een aanvraag
herstelling.
Serial number / Numéro de série / Serie nummer :……………………………………………........
Ser. Nr.
2
Nederlands
Gebrauchsanweisung Installationsanleitung
Mevrouw, Juffrouw, Mijnheer,
U heeft onlangs een van onze fornuizen aangekocht en wij danken u
voor uw vertrouwen. Uw fornuis werd met de grootste zorg ontworpen,
vervaardigd en getest met het oog op uw volkomen tevredenheid.
Opdat u het optimaal zou kunnen gebruiken en de gewenste resultaten
zou bereiken, bevelen wij aan deze GEBRUIKSHANDLEIDING
aandachtig te lezen.
De instructies en wenken in deze handleiding zullen een doeltreffende
hulp zijn om alle kwaliteiten van uw nieuwe toestel te ontdekken.
Dit fornuis mag enkel worden gebruikt voor het doel waartoe
het werd ontworpen, met name de bereiding van eetwaren.
Alle ander gebruik dient als onjuist en gevaarlijk te worden
beschouwd.
Wij wijzen elke aansprakelijkhid van de hand in geval van
schade wegens onjuist, verkeerd of irrationnel gebruik van het
toestel.
vErKLarING vaN OvErEENstEMMING CE
•Dit fornuis is ontworpen om uitsluitend dienst te doen als kooktoestel. Ieder ander
gebruik (bijv. als kachel) is oneigenlijk en dientengevolge gevaarlijk.
•Dit fornuis is ontworpen, gebouwd en op de markt gebracht in overeenstemming met:
- De veiligheidsvoorschriften van “Laagspanning” Richtlijn 2014/35/EU;
- De voorschriften van “EMC” Richtlijn 2014/30/EU;
- De voorschriften van Richtlijn 93/68/EEG;
- De voorschriften van Richtlijn 2011/65/EU.
3
bELaNGrIJKE vEILIGHEIDsINstruCtIEs EN aaNbEvELINGEN
bELaNGrIJK: Dit toestel is enkel ontworpen en
geproduceerd voor het koken van huishoudelijk voedsel en
is niet geschikt voor enige niet-huishoudelijke toepassing.
Om die reden mag het niet gebruikt worden in een
commerciële omgeving.
De garantie van het toestel vervalt wanneer het toestel wordt
gebruikt in een niet-huishoudelijke omgeving, d.w.z. in een
semi-commerciële, commerciële of gemeenschappelijke
omgeving.
Lees aandachtig de instructies vooraleer u het toestel
installeert en gebruikt.
•Haal het toestel uit de verpakking. Controleer of het beschadigd
is en of de ovendeur goed sluit.
Gebruik het toestel bij twijfel niet en neem contact op met de
producent of met een vakkundig opgeleid technicus.
•Houd onderdelen van de verpakking (bijv. plastic zakken,
polystyreenschuim, nagels, bandjes, enz.) buiten het bereik
van kinderen, aangezien deze ernstige verwondingen kunnen
veroorzaken.
•Op de stalen en aluminium onderdelen van sommige toestellen
is een beschermende laag aangebracht. verwijder deze laag
vooraleer u het toestel gebruikt.
•BELANGRIJK: Het is aangeraden geschikte beschermingskleding
en -handschoenen te gebruiken voor het hanteren of reinigen
van dit toestel.
•Probeer niet om de technische eigenschappen van dit toestel te
wijzigen, aangezien dat gevaar bij het gebruik kan veroorzaken.
De producent is niet aansprakelijk voor ongemak door nietnaleving van deze instructie.
•Gebruik het toestel niet met een externe timer of een afzonderlijk
afstandsbedieningssysteem
•Koppel het toestel los van de elektriciteit vooraleer u het reinigt
of onderhoudt.
4
•WAARSCHUWING: Vermijd elektrische schokken door het
toestel uit te schakelen vooraleer u de ovenlamp vervangt.
•Gebruik geen stoomreiniger. Het vocht kan in het toestel
terechtkomen en dat onveilig maken.
• Raak het toestel niet aan met natte of bedampte handen (of voeten).
•Gebruik het toestel niet blootsvoets.
•Wanneer u het toestel niet meer gebruikt (of het wenst te vervangen
door een ander model), is het aangeraden om het – voor u het
weg doet – op een geschikte manier buiten werking te stellen, in
overeenstemming met de gezondheids- en milieubepalingen, en
er vooral voor te zorgen dat alle mogelijk gevaarlijke onderdelen
onschadelijk worden gemaakt, vooral met het oog op kinderen
die met ongebruikte toestellen zouden kunnen spelen.
•De verschillende componenten van het toestel zijn recyclebaar.
Verwijder deze als afval conform de geldende bepalingen in uw
land. Verwijder de elektriciteitskabel wanneer het toestel wordt
afgedankt.
•Zorg ervoor dat de knoppen na gebruik in de uit-positie staan.
•Houd kinderen onder de 8 jaar uit de buurt van het toestel, tenzij
ze continu onder toezicht staan.
•Dit toestel mag gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar
en door personen met beperkte lichamelijke, sensorische of
geestelijke vaardigheden of met een beperkte ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan, na gepaste instructies over het
veilige gebruik van dit toestel en indien zij de mogelijke risico’s
begrijpen. Laat kinderen niet met het toestel spelen. Kinderen
mogen het toestel niet reinigen en onderhouden zonder toezicht.
•De producent is niet aansprakelijk voor letsels van personen of
schade aan eigendom door incorrect of ongepast gebruik van
het toestel.
•WAARSCHUWING: Tijdens het gebruik worden het toestel en
de bereikbare onderdelen heet; ook na gebruik blijven deze nog
enige tijd heet.
– Wees voorzichtig en raak geen verwarmingselementen aan
(zowel aan de kookplaat als in de oven).
5
De deur is heet, gebruik de handgreep.
–
– Houd jonge kinderen uit de buurt om brandwonden te
vermijden.
•Zorg ervoor dat de elektriciteitskabels van andere toestellen in
de buurt van het fornuis niet in contact kunnen komen met de
kookplaten en niet tussen de ovendeur geklemd kunnen raken.
•WAARSCHUWING: Onbeheerd koken op een kookplaat met vet
of olie kan gevaarlijk zijn en brand veroorzaken. Probeer NOOIT
brand te doven met water, maar schakel het toestel uit en dek
het vuur af, bijv. met een deksel of een vuurdeken.
•WAARSCHUWING: Brandgevaar: bewaar geen voorwerpen op
het kookoppervlak.
•Plaats lege pannen niet op de glaskeramische kookplaat.
•Laat geen zware of scherpe voorwerpen op de glaskeramische
kookplaat vallen.
•Kras de kookplaten niet met scherpe voorwerpen. Gebruik de
kookplaten niet als werkoppervlak.
•WAARSCHUWING: Wanneer de kookplaten gebarsten of op een
andere manier beschadigd zijn, bijv. door gevallen voorwerpen,
koppel dan het toestel los van de elektriciteit om elektrische
schokken te vermijden en neem contact op met de klantenservice.
•WAARSCHUWING: Wanneer dit product correct geplaatst is,
voldoet het aan alle veiligheidseisen voor deze productcategorie.
Wees echter extra voorzichtig bij de achter- of onderkant van het
toestel, aangezien deze zones niet ontworpen en bedoeld zijn
om aan te raken en scherpe of ruwe kanten kunnen hebben, die
letsels kunnen veroorzaken.
•EERSTE GEBRUIK VAN DE OVEN – volg deze instructies:
– Richt de binnenkant van de oven in zoals beschreven in het
hoofdstuk ‘REINIGING EN ONDERHOUD’.
– Zet de lege oven op de maximumstand om vet van de
verwarmingselementen te verwijderen.
– Koppel het toestel los van de elektriciteit, laat de oven afkoelen
en reinig de binnenkant met een doek, water en een neutraal
reinigingsmiddel; droog daarna goed af.
6
•OPGELET: Gebruik geen ruwe schuurmiddelen of scherpe
metalen schrapers om het glas van de ovendeur te reinigen,
aangezien deze krassen op het oppervlak kunnen veroorzaken
waardoor het glas kan barsten.
•Breng geen aluminiumfolie aan op de wanden van de oven.
Plaats bakplaten of de druipplaat niet op de bodem van de oven.
•BRANDGEVAAR! Bewaar geen ontvlambaar materiaal in de
oven of in de opslagruimte.
•Gebruik altijd ovenwanten om schotels en bakplaten uit de hete
oven te halen.
•Hang geen handdoeken, theedoeken of andere voorwerpen aan
het toestel of aan de handgreep – dat kan brandgevaar opleveren.
•Reinig de oven regelmatig en zorg ervoor dat er zich geen vet of
olie verzamelt op de bodem van de oven of van de druipplaat.
Verwijder gemorste resten meteen.
•Sta niet op het fornuis of op de geopende ovendeur.
•Ga even achteruit wanneer u de ovendeur opent, zodat stoom en
hete lucht kunnen ontsnappen vooraleer u het voedsel eruit haalt.
•VEILIG OMGAAN MET VOEDSEL: Laat het voedsel voor en na
het koken zo kort mogelijk in de oven. Op die manier vermijdt u
verontreiniging door organismen, die voedselvergiftiging kunnen
veroorzaken. Let hier vooral voor op bij warm weer.
•WAARSCHUWING: Til het fornuis NIET op met de handgreep.
•INDUCTIEKOOKPLATEN
– Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels of deksels
mogen niet op de kookplaat geplaatst worden aangezien zij
warm kunnen worden.
– Gebruik geen metalen keukenvoorwerpen (zoals
opscheplepels). Het is aangeraden om plastieke of houten
voorwerpen te gebruiken.
– Gebruik kookpannen met de aanbeveelde diameter (zie minimum
diameter van kookpannen) Het is niet aangeraden om kookpannen
kleiner dan de kookzone te gebruiken. De kookpannen moeten in
het midden van de kookzone geplaatst worden.
7
Gebruik geen beschadigde kookpannen of pannen met een
–
ronde bodem.
– Gebruik kookpannen special voor inductiekoken.
– Hou een minimum afstand van de electromagnetische velden
door 5-10 cm van de kookzones te staan. Wanneer mogelijk
gebruik de kookzones achteraan.
geheugenkaarten) en electronische instrumenten (bijv.
computers) mogen niet in de buurt van de inductiekookplaat
geplaatst worden.
– Het gebruik van magnetische blikken is verboden! Gesloten
blikken kunnen ontploffen door te hoge druk by het opwarmen.
Brandgevaar is ook mogelijk met open blikken, omdat de
integrale temperatuursbeveiliging hier niet kan werken.
– BELANGRIJKE WAARSCHUWING: de inductiekookplaat
voldoet aan de Europese normen voor huishoudapparaten.
Dit betekent dat het niet met andere electronische apparaten
zou kunnen storen. Personen met een pacemaker of andere
electrische inplantingen moeten bij hun dokter navragen
of zij een inductiekookplaat kunnen gebruiken en mogelijke
storingen met de inplantingen controleren.
bELaNGrIJKE INfOrMatIE vOOr DE COrrECtE vErwErKING vaN HEt
prODuCt IN OvErEENstEMMING MEt DE EurOpEsE rICHtLIJN 2012/19/EC.
Aan het einde van zijn nuttig leven mag het product niet samen met het gewone huishoudelijke
afval worden verwerkt. Het moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling
van de gemeente worden gebracht, of naar een verkooppunt dat deze
service verschaft. Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat
voorkomt mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid
die door een ongeschikte verwerking ontstaan en zorgt ervoor dat
de materialen waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen
worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen
te verkrijgen. Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van
elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het
symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht.
8
ENErGIE-EtIKEttErING/ECOLOGIsCH ONtwErp
• Gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 van de commissie (houdende aanvulling van
Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad).
• Verordening (EU) Nr. 66/2014 van de commissie (tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG
van het Europees Parlement en de Raad).
Verwijzing naar de meet- en berekeningsmethoden die gebruikt zijn om de overeenstemming
met bovenstaande eisen vast te stellen:
• Norm EN 60350-1 (Elektrische ovens).
• Norm EN 60350-2 (kookplaten: elektrische kookzones en/of -gebieden).
GEbruIK vaN HEt apparaat, ENErGIEbEsparING tIps
OvEN
• Controleer dat de deur van de oven steeds goed sluit en dat de pakking van de deur
schoon is en goed werkt. Open de deur van de oven tijdens gebruik alleen wanneer
dat strikt noodzakelijk is. Zo voorkomt u warmteverlies (voor sommige functies
kan het nodig zijn de oven te gebruiken met de deur half gesloten, raadpleeg de
gebruiksinstructies van de oven).
• Zet de oven 5-10 minuten voor het einde van de theoretische bereidingstijd uit, om de
opgeslagen hitte te recupereren.
• We raden aan dat u geschikte ovenschotels gebruikt en de oventemperatuur indien
nodig aanpast tijdens de bereiding.
KOOKpLatEN
INDuCtIEKOOKZONEs EN/Of -GEbIEDEN
• Gebruik indien mogelijk een deksel, om elektriciteit te besparen.
• Wanneer de vloeistof in de pan kookt, zet u de temperatuur lager naar de gewenste
stand.
• Gebruik geschikte pannen die gemarkeerd zijn voor inductiekookplaten. Sommige
kookgerei dat wordt verkocht heeft een kleiner doeltreffend ferromagnetisch gebied
dan de diameter van de pan zelf. Voorkom het gebruik van dit soort kookgerei. Het
inductiekookfornuis zal in dit geval niet goed werken of kan zelfs worden beschadigd.
• Gebruik steeds pannen/kofeketels met een dikke, compleet vlakke bodem. Gebruik
geen pannen/kofeketels met een holle of bolle bodem. Deze kunnen ervoor zorgen
dat de kookzone oververhit raakt.
• Belangrijk: gebruik geen tussenstukken voor kookpotten/kofeketels.
9
OpGELEt – HEEL bELaNGrIJK !
braND-/OvErvErHIttINGsGEvaar:
• Geen servetten, lappen of andere voorwerpen op de
kookplaatbescherming of de handgreep/handgrepen van de
ovendeur aanbrengen terwijl het apparaat werkt of warm is.
OM sCHaDE aaN HEt apparaat tE vOOrKOMEN:
• Het beschermende blad of de handgreep/handgrepen van
de ovendeur niet gebruiken om het fornuis op te heffen/te
verplaatsen.
• Niet op de kookplaatbescherming blad of de handgreep/
handgrepen van de ovendeur steunen.
Kookplaatbescherming
Handgreep/
handgrepen
deur
10
Deze tekening is slechts
indicatief
KOOKtafEL
1
Afb. 1.1
INDUCTION
1
2
2
1
3
KOOKZONEs
1.
Inductie kookzone
2.
Inductie kookzone
3. Kookzonedisplay
Opmerking: het normale en maximale vermogen kan veranderen afhankelijk van de grootte
en materiaal van de kookpan op the kookplaat.
Ø 200 mm
Ø 160 mmNormaal vermogen: 1400 W
Normaal vermogen: 2300 W
Maximaal ‘BOOST’ vermogen: 3000 W
aandacht:
Indien u een barst op de glasplaat vaststelt, schakelt u meteen de elektrische stroom uit en
contacteert u de servicedienst.
Plaats geen metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en desksels op de kookplaat
aangezien zij heet kunnen worden.
11
2
10
10
Afb. 2.1
bEDIENINGspaNEEL
A
U
T
O
569
4
218
bEsCHrIJvING vaN DE bEDIENINGsKNOppEN
1. Bedieningsknop kookplaat rechtsvoor
2. Bedieningsknop kookplaat rechtsachter
3. Bedieningsknop kookplaat linksachter
4. Bedieningsknop kookplaat linksvoor
5. Schakelaar van de multifunctionele oven (oven links)
6. Thermostaatknop van de multifunctionele (oven links)
7. Thermostaatknop van de traditionele oven (oven rechts)
8. Schakelaar van de traditionele oven (oven rechts)
9. Elektronische klok/programmeur (
Controlelampje:
10. Temperatuurcontrolelampje van de multifunctionele oven (oven links)
11. Temperatuurcontrolelampje van de traditionele oven (oven rechts)
alleen de grote oven links)
73
ventilatiemotor voor koeling
Dit toestel beschikt over een veilige koeling dankzij de ventilatiemotor, waardoor een
optimale efciëntie van het controlepaneel wordt bereikt, de oppervlaktetemperatuur lager
blijft en de interne componenten worden afgekoeld.
De ventilatiemotor voor koeling wordt automatisch ingeschakeld wanneer de oven of de
grillbrander worden aangezet.
Deze kan (enkele minuten) blijven werken, ook nadat de oven of grillbrander werden
uitgeschakeld.
Deze periode hangt af van de baktemperatuur en -duur.
12
GEbruIK vaN DE INDuCtIEKOOKpLaat
3
De vitrokeramische kookplaat is uitgerust met inductiekookzones.
Deze zones, aangeduid met gedrukte cirkels op het keramisch oppervlak, worden geregeld
door aparte bedieningsknoppen op de display.
Vooraan in het midden van de kookplaat duidt de
display (bestaande uit 4 verlichtte cijfers - één voor
elke zone - het volgende aan:
= Kookzone OFF niet ingeschakeld
= Kookzone ON (ingeschakeld maar niet in werking)
Indien alle zones in nul staan, gaat de display vanzelf uit (kookzones OFF)
na ongeveer 10 seconden.
÷
Opmerking: elk verlicht cijfer verwijst naar de respectieve kookzone.
INDuCtIEKOOKsYstEEM
Zodra u een inductiekookzone aanzet en een kookzone kiest, gaan de elektronische
schakelingen inductiestromen produceren die onmiddellijk de bodem van de pan opwarmen
en de warmte doorgeven aan het gerecht. Op die manier is er bijna geen energieverlies
tussen de kookplaat en het gerecht.
Uw inductiekookplaat werkt alleen indien de juiste kookpan met juiste kenmerken op een
kookzone wordt geplaatst. Zie KOOKPANNEN VOOR INDUCTIEKOKEN.
Indien de indicator
kookpan niet geschikt en zal uw inductiekookplaat niet werken.
Indien na 10 minuten geen kookpan herkend is, zal de kookzone automatisch uitgeschakeld
worden en kan alleen ingeschakeld worden nadat de bedieningsknop terug op “O” (OFF)
staat.
= Instellen van vermogen
= Functie “snelkoken”
= Functie “BOOST” - koken op maximale sterkte
= Indicator voor de overblijvende warmte
= Indicator voor het herkennen van de kookpan
= Kinderbeveiliging
voor het herkennen van de kookpan op de display verschijnt is uw
Afb. 3.1
13
INDICatOr vOOr OvErbLIJvENDE warMtE
Wanneer de kookzone nog heet is, zal de respectievelijke indicator voor overblijvende
warmte op de display in werking zijn om u voor het hete oppervlak opmerkzaam te maken.
Raak de kookzone van de kookplaat niet aan. Let vooral op kinderen.
Wanneer de
Stel de bedieningsknop op het gewenste vermogen in.
KOOKpaNNEN vOOr INDuCtIEKOKEN
Het inductiekooksysteem WERKT ALLEEN indien de juiste kookpannen voor inductiekoken
gebruikt worden.
De bodem van de kookpan moet ferromagnetisch zijn om de inductiestromen, die nodig zijn
voor het verwarmingsproces, te generen. Dit wil zeggen dat een magneet aan de bodem van de
kookpan moet kleven.
Kookpannen bestaande uit de volgende materialen zijn niet geschikt:
• Glas, hout, porcelain, keramiek, aardewerk;
• Puur roestvrij staal, aluminium of koper zonder magnetische bodem.
Om te testen of een kookpan geschikt is of niet:
• Test de bodem van de kookpan met een magneet; indien de magneet kleeft, is de kookpan
geschikt.
• Indien een magneet niet beschikbaar is, vul de kookpan met een kleine hoeveelheid water
and plaats op een kookzone. Schakel de kookzone in: indien het symbol
voor het herkennen van de kookpan) verschijnt op de kookzonedisplay (in plaats van het
kookvermogen), is de pan niet geschikt.
belangrijke opmerking: the kookzones zullen niet werken indien de diameter van de kookpan te
klein is (
Om de kookzones correct te gebruiken, volg de aanwijzigingen in de tabel:
op de display verlicht is, is het mogelijk om opnieuw te beginnen koken.
(indicator
indicator voor het herkennen van de kookpan zal verschijnen op de kookzonedisplay).
InductiekookzoneMinimum aanbeveelde diameter van kookpan
Vooraan rechts Ø 160 mm110 mm
Achteraan rechts Ø 200 mm145 mm
Achteraan links Ø 160 mm110 mm
Vooraan links Ø 200 mm145 mm
aandacht: de kookpan moet altijd in het midden van de kookzone geplaatst worden.
Het is mogelijk om te grote kookpannen te gebruiken maar de bodem van de kookpan mag
de andere kookzones niet raken.
Gebruik altijd kookpannen met een dikke, totaal vlakke bodem.
Gebruik geen kookpan met holle of bolle bodem; deze kunnen de kookzone doen overhitten.
Nota: sommige types van kookpannen kunnen een geluid maken wanneer ze in gebruik
zijn op een inductiekookzone. Dit geluid betekent niet dat er een probleem is met uw
apparaat and heeft geen invloed op het koken.
14
bEDIENINGsKNOppEN
Elke kookzone kan worden ingesteld met een individuele bedieningsknop die op het
controlepaneel staat. Het koken wordt geregeld door een elektronisch systeem.
Indien een kookzone niet uitgeschakeld is (OFF), zal het elektronisch systeem
deze automatisch uitschakelen na een vooropgestelde tijd die afhankelijk is van het
kookvermogen.
1
2
3
4
5
Afb. 3.2a
A
P
9
8
7
6
tIJDsLIMIEt vaN DE KOOKZONEs
Elke kookzone wordt automatisch
uitgeschakeld OFF na een maximaal
vooropgestelde tijd indien het product niet
in werking is. De maximaal vooropgestelde
tijd is afhankelijk van het kookvermogen,
zoals aangeduid in dit schema. Bij elk
gebruik van de knoppen van de kookplaat
zal de maximaal vooropgestelde tijd naar
de beginwaarde herzet worden.
1
2
3
4
5
Afb. 3.2b
Kookvermogen
van de koozones
A
9
8
7
6
tijdslimiet
360 minuten
360 minuten
300 minuten
300 minuten
240 minuten
90 minuten
90 minuten
90 minuten
90 minuten
15
1 ÷ 9 KOOKvErMOGEN
Draai de bedieningsknop met de wijzers van de klok mee tot aan het gewenste
kookvermogen tussen 1 (minimum) en 9 (maximum).
Het kookvermogen kan op eender welk moment veranderd worden door de bedieningsknop
met de wijzers van de klok of tegen de wijzers van de klok naar een ander kookvermogen
te draaien.
De kookzonedisplay zal het geselecteerde kookvermogen tonen.
vOOrbEELDEN vaN KOOKvErMOGENs
OKookzone niet in werking
1 tot 2
2 tot 3
3 tot 4StomenGroenten, vis, vlees
4 tot 5Water
6 tot 7
7 tot 8KokenAardappelen, gerechten in beslag, wafeltjes
9
Smelten
Opwarmen
Sudderen
Ontdooien
Medium koken
Sudderen
Frituren, roosteren
Water koken
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Gerechten op voorhand bereid
Rijst, pudding, suikersiroop
Gedroogde groenten, vis, bevroren producten
Gestoomde aardappelen, soepen,
pasta, verse groenten
Vlees, lever, eieren, worstjes
Goulash, rollade, pens
Biefstuk, omeletten, gefrituurde gerechten
Water
16
fuNCtIE ‘sNELKOKEN’
Draai de bedieningsknop tegen de wijzers van de klok in tot aan en laat de
bedieningsknop los (na de “beep”); het respectievelijke symbool
de bedieningsknop binnen 5 seconden tot aan het gewenste kookvermogen (tussen 1
en 9); eenmaal het kookvermogen geselecteerd is, zullen
kookvermogen afwisselend knipperen op de kookzonedisplay.
Deze functie laat de kookzone toe om op maximum vermogen (100%) te werken gedurende
een bepaalde tijd die afhangt van het kookvermogen.
Deze functie is beschikbaar op alle kookzones.
Gedurende het snelkoken is het mogelijk om op eender welk moment het geselecteerde
kookvermogen hoger in te stellen, maar het is niet mogelijk om het te verlagen; door de
bedieningsknop tegen de wijzers van de klok in te draaien naar een lager kookvermogen
zal de functie uitgeschakeld worden.
Deze functie zal ook uitgeschakeld worden indien de bedieningsknop op 0 (OFF) ingesteld
wordt of indien de ‘BOOST’ functie gekozen wordt.
Opmerking: indien de kookpan van de kookzone wordt verwijderd voordat het
kookprogramma is beëindigd, kan de functie ‘snelkoken’ vervolledigd worden met de
overgebleven tijd indien de kookpan terug op de kookzone wordt gezet binnen 10 minuten.
fuNCtIE ‘bOOst’ - KOKEN Op MaXIMaLE stErKtE
Draai de bedieningsknop met de wijzers van de klok mee om het maximale kookvermogen
(9) in te stellen. Draai dan de bedieningsknop met de wijzers van de klok tot
de bedieningsknop los (na de “beep”). De bedieningsknop stelt zich automatisch in op
het maximale kookvermogen (9) and het respectievelijke symbool
kookzonedisplay.
Het BOOST programma is nu in werking.
Deze functie laat de kookzone toe om op maximale sterkte (hoger dan normal vermogen)
te werken voor een maximum van 5 minuten. Dit kan worden gebruikt om bijvoorbeeld een
grote hoeveelheid water snel op te warmen.
Deze functie is beschikbaar op: kookzones achteraan links en vooraan rechts.
Om deze functie uit te schakelen, draai de bedieningsknop tegen de wijzers van de klok in
naar een lager kookvermogen of naar “O” (OFF).
BOOST wordt ook uitgeschakeld door de bedieningsknop opnieuw naar
geval zal de kookzone werken op kookvermogen 9.
Opmerking: indien een kookzone nog warm is, is het niet mogelijk om de BOOST functie
te gebruiken. Indien u dit probeert aan te zetten, zal
automatisch op het maximum kookvermogen 9 ingesteld.
Het BOOST programma werkt slechts voor een maximum van 5 minuten. Het programma
kan terug opnieuw gebruikt worden na het wachten van 5 minuten.
bELaNGrIJK: het bOOst programma is niet geschikt voor het koken van gerechten
zonder water.
Gebruik dit programma niet voor het opwarmen van olie (bijv. frituurvet)
knipperen. De kookzone wordt
zal verschijnen. Draai
en het geselecteerde
and laat
verschijnt op de
te draaien; in dit
17
MaXIMuM bEsCHIKbaar vErMOGEN vOOr
DE KOOKZONEs
De rechter- en linkerkookzone werken met twee
afzonderlijk electronische circuits en het maximum
vermoger per circuit is 3700 W.
Indien een kookzone meer dan 3700 W nodig heeft,
dan heeft het laatste kookvermogen voorrang en zal het
kookvermogen van de andere kookzone automatisch
verminderd worden naar het overgebleven beschikbaar
vermogen.
Als dit zich voordoet, zal het symbool op de kookzone
knipperen voor ongeveer 3 seconden voordat het
automatisch het nieuwe kookvermogen toont.
Dit betekent bijvoorbeeld dat:
• Indien de BOOST functie voor een tweede kookzone wordt ingesteld, zal de andere
kookzone automatisch naar een lager beschikbaar vermogen ingesteld worden.
• Wanneer de BOOST functie voor de eerst kookzone wordt ingesteld en een ander
kookvermogen voor de tweede kookzone, maar het totale kookvermogen is meer dan
3700 W, dan zal de BOOST functie gestopt worden en het kookvermogen automatisch
naar een lager beschikbaar vermogen ingesteld worden.
Electronisch
circuit 1
Electronisch
circuit 2
HIttEbEvEILIGING
De inductiekookplaat is uitgerust met veiligheidsmaatregelen die het electronisch systeem
beveiligen en die elke kookzone van oververhitting beveiligen.
In geval van oververhitting zal een van de volgende functies automatisch gestart worden
door het electronisch system:
• BOOST functie wordt gestopt en kookvermogen gereduceerd;
• een of meer kookzones worden uitgeschakeld OFF;
• de koelventilator van de inductiekookplaat wordt gestart.
KINDErbEvEILIGING
Indien de inductiekookplaat niet in gebruik is, stel de kinderbeveiliging in om te voorkomen
dat kinderen door ongeluk de kookzones inschakelen.
Zorg ervoor dat alle kookzones uitgeschakeld zijn OFF draai dan de bedieningsknoppen
van de kookzones liks tegelijkertijd naar links (
totdat
Om de kinderbeveiliging uit te zetten, volg dezelfde procedure totdat
kookzonedisplay; laat dan de bedieningsknoppen los.
18
verschijnt op de kookzonedisplay; laat dan de bedieningsknoppen los.
en hou beide bedieningsknoppen ingedrukt
verschijnt op de
fOutMELDINGEN Op DE KOOKZONEDIspLaY
foutmeldingvoorbeeldwat te doen
1. Schakel het fornuis en de electrische
Erxx of
Ex (niet E2 of
EH)
of
display werkt
niet
E2
of
EH
stroom uit
2. Wacht 1 minuut en schakel het fornuis en
de kookzones aan.
3. Wacht 1 minuut en indien de foutmelding
niet meer verschijnt, kunnen de kookzones
opnieuw gebruikt worden.
4. Indien de foutmelding opnieuw verschijnt,
herhaal stap 1 tot 3.
5. Als het probleem zich blijft voordoen,
gebruik de inductiekookplaat niet (alleen
de oven) en contacteer de servicedienst.
E en 2 knipperen afwisselend voor een of
meerdere kookzones.
Dit betekent dat een of meerdere kookzones
overhit zijn.
1. Schakel het fornuis uit en laat het
afkoelen.
2. Als het probleem zich blijft voordoen,
gebruik de inductiekookplaat niet (alleen
de oven) en contacteer de servicedienst.
E6
of
display werkt
niet
symbool
zoals
op de
tekening
Het fornuis is foutief aangesloten.
Het apparaat moet aan de juiste electriciteit
aangesloten worden door een erkend
technicus.
Dit duidt een onjuiste uitvoering van een
of meerdere bedieningsknoppen van de
kookzones aan.
1. Draai de bedieningsknop van de kookzone
naar 0 (OFF), schakel het fornuis en de
electrische stroom uit.
2. Wacht 1 minuut, schakel het fornuis en de
kookzones aan.
3. Wacht 1 minuut en indien de foutmelding
niet meer verschijnt, kunnen de kookzones
opnieuw gebruikt worden.
4. Indien de foutmelding opnieuw verschijnt,
herhaal stap 1 tot 3.
5. Als het probleem zich blijft voordoen,
gebruik de inductiekookplaat niet (alleen
de oven) en contacteer de servicedienst.
19
raaD vOOr HEt vEILIG GEbruIK
vaN DE KOOKpLaat
• Controleer welke knop de gekozen
kookzone bedient voordat u aan de
knoppen draait. Het is raadzaam de
pan op de kookzone te zetten voordat u
deze aan zet, en de pan te verwijderen
wanneer het koken klaar is.
• Gebruik pannen met een platte,
gladde bodem. Een oneffen of ruwe
bodem kan de glaskeramische plaat
bekrassen. Controleer of de bodem
van de pan schoon en droog is.
• Laat een vochtig deksel niet op de
kookplaat liggen.
• Het glaskeramische oppervlak en
de pannen moeten schoon zijn.
Verwijder alle voedselresten (vooral
die van suikerrijk voedsel), vuil, enz.
zorgvuldig met afwasmiddel.
• Gebruik geen pannen met een steel
die zo lang is dat deze over de rand
van de kookplaat uitsteekt, om te
voorkomen dat de pan per ongeluk
wordt omgestoten. Met deze voorzorg
is de pan ook moeilijker te bereiken
voor kinderen.
• Buig u niet over de kookplaat wanneer
de kookzones in bedrijf zijn.
• Laat geen zware of scherpe
voorwerpen op de keramische
kookplaat vallen. Neem de stekker uit
het stopcontact als het keramische
oppervlak beschadigd is en stel u in
verbinding met de servicedienst.
• Leg geen aluminiumfolie of plastic
voorwerpen op de kookzones wanneer
deze warm zijn.
• Volg de schoonmaakinstructies
nauwgezet op.
Afb. 3.3
Gebruik geen pannen met een ruwe
ronde bodem.
20
Afb. 3.4
rEINIGING
• vooraleer u de kookplaat reinigt, dient u na te gaan of het toestel uitgeschakeld is.
• Volg de schoonmaakinstructies nauwgezet op.
• Verwijder eventuele voedselresten of andere stoffen die zich habben vastgezet.
• Verwijder stof met een vochtige doek.
• U kan ook gebruik maken van niet schurende of niet corrosieve detergenten.
• Het is aanbevolen alles dat door warmte kan smelten, van de kookplaat te verwijderen:
plastic voorwerpen, aluminiumfolie, suiker of heel zoete produkten.
• Indien een voorwerp of materiaal op de plaat gsmolten is, dient u dit onmiddellijk te
verwijderen (terwijl het oppervlak nog warm is) met de schraper om beschadiging van
het vitroceramische vlak te vermijden.
• Gebruik geen messen of puntige voorwerpen, want zij kunnen de kookpmaat
onherroepelijk beschadigen.
• Gebruik ook geen schurende schilfers of schuursponsen die onherstelbare krassen
kunnen veroorzaken.
OpGELEt: HEEL bELaNGrIJK!
Ingeval van schoonmaak van de plaat in glasceramiek met behulp van een accessoire
(bijvoorbeeld een kleine schraper) moet men erop letten dat de pakking ter hoogte
van de hoeken van het glasceramiek oppervlak niet beschadigd wordt.
Kras het keramische oppervlak niet
met scherpe voorwerpen Gebruik
het keramische oppervlak niet als
werkblad of bergplaats.
Afb. 3.5
21
ELEKtrIsCHE MuLtIfuNKtIE OvEN (oven links)
4
Opgelet :
tijdens de werking van de oven is de
ovendeur warm.
Houdt de jonge kinderen op afstand.
aLGEMENE KENMErKEN
Zoals zijn naam het zegt, gaat het hier
om een oven die specifieke funktionele
kenmerken bezit Het is inderdaad mogelijk
7 verschillende funkties te gebruiken om
aan elke kookvereiste te voldoen.
Deze 7 funkties, met thermostatische
controle, worden verwezenlijkt door 4
verwarmingselementen:
Voor het eerste gebruik is het raadzaam om
de lege oven 30 minuten op stand
laten werken en vervolgens nogmaals 30
minuten op de maximumtemperatuur
(thermostaatknop op 250°C) in de standen
, om alle sporen van vet van de
en
verwarmingselementen te verwijderen.
Maak de oven en zijn accessoires schoon
met warm water en vloeibaar afwasmiddel.
waarsCHuwING:
De deur is heet. Gebruik het handvat.
Gedurende het gebruik wordt het
apparaat warm. Opletten om niet de
warme elementen binnen de oven te
treffen.
te
wErKINGsprINCIpE
Het opwarmen en koken met de
MULTIFUNKTIE oven gebeurt als volgt:
a. door natuurlijke convectie
De warmte wordt produceerd door de
boven- en onderweerstand.
b. door gedwongen convectie
Een turbine zuigt de lucht in de moffel
van de oven aan, stuwt deze door de
witgloeiende schroefgangen van een
elektrische weerstand en stuwt deze
weer in de moffel. De warme lucht alvorens weer aangezogen te worden
om dezelfde cyc/us te hernemen
- omhult de gerechten in de oven
waardoor deze vlug en volledig
gaargekookt worden.
Bovendien kan men verschillende
gerechten tegelijkertijd koken.
c. door semi-gedwongen convectie
De door de boven- en onderweerstand
geproduceerde warmte wordt door de
turbine in de oven verdeeld.
d. door straling
De warmte wordt door de infraroodstralen van de grillweerstand
uitgestraald.
e. door straling en ventilatie
De door de infra-roodgrillweerstand
uitgestraalde warmte wordt door de
turbine in de oven verdeeld.
f. ventilatie
Het voedsel wordt zonder verwarming
door de ventilator ontdooid.
22
Afb. 4.1
Afb. 4.2
tHErMOstaat(afb. 4.1)
De verwarmingselementen van de oven worden ingeschakeld door de knop op de
gewenste funktie te plaatsen en door de thermostaatknop op de gewenste temperatuur in
te stellen.
De controle van de werking (ON-OFF) van de verwarmingselementen wordt
uitgevoerd door de thermostaat; zijn werking wordt aangegeven door het lampje op het
knoppenbord.
baKstaNDENsCHaKELaar(afb. 4.2)
Draai de knop met de klok mee om één van de bakstanden in te stellen.
vErLICHtING
Bij het instellen van de knop in deze positie, licht het ovenlampje op.
De oven blijft verlicht als de schakelaar op één van de funkties is ingesteld.
traDItIONEEL KOKEN-CONvECtIE
Werking van de onder- en bovenweerstand.
De warmte wordt door natuurlijke convectie verspreid en de temperatuur moet geregeld
worden van 50° tot 250 °C met de thermostaatknop. De oven dient voorverwarmd te
worden alvorens de gerechten in de oven te plaatsen.
aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die volledig gaargekookt moeten worden.
Vb: gebraad, varkensribben, schuimgebak (meringue).
23
rOOstErEN MEt DE GrILL
Werking van de elektrische weerstand met infra-roodstraling.
Met de ovendeur dicht gebruiken en met de thermostaatknop op een stand tussen 50° en
225°C voor ten hoogste 15 minuten en vervolgens op 175°C.
De grill niet langer dan 30 min. gebruiken.
Opgelet : tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge
kinderen op afstand.
Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “Gebruik van de grill”
aangeraden Gebruik:
Traditioneel roosteren met de grill, braden, bruinen, gratineren, roosteren, enz.
ONtvrIEZEN vaN INGEvrO rEN vOEDINGsMIDDELEN
Enkel werking van de ovenventilator.
Te gebruiken met de thermostaatknop op stand “
uitwerking heeft.
Het ontvriezen gebeurt door de ventilatie, zonder verwarming.
• ” daar elke andere stand geen enkele
aangeraden Gebruik:
Om snel de ingevroren gerechten te ontvriezen.
Ongeveer één uur per kilo.
De duur variëert in funktie van de kwaliteit en het soort te ontvriezen voedingsmiddelen.
KOKEN MEt warME LuCHt
Werking van de ringvormige weerstand en van de turbine.
De warmte wordt door gedwongen convectie verspreid en de temperatuur dient
geregeld te worden van 50° tot 250 °C d.m.v. de thermostaatknop. De oven moet niet
voorverwarmd worden.
aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die een goedgebakken korstje moeten hebben en binnen zacht of roze
dienen te zijn.
Vb.: lasagne, lamsvlees, rosbif, gehele vissen, enz.
24
KOKEN MEt GEvENtILEErDE GrILL
Werking van de infra-roodgrillweerstand en de turbine.
De warmte wordt hoofdzakelijk verspreid door straling en de ventilator verdeelt de warmte
over de ganse oven. De temperatuur moet d.m.v. de thermostaatknop worden geregeld
op een stand tussen 50° en 175° (voor maximaal 30 minuten).
De oven moet voorverwarmd worden gedurende 5 minuten.
attentie: voor gebruik moet de deut-van de oven gesloten zijn.
attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN
GRATINEREN” .
aangeraden Gebruik:
Voor het roosteren van gerechten waarvan de buitenkant gebruind moet worden om het
vleessap binnenin te behouden. Vb: kalfsbiefstuk, entre-côte, hamburger, enz.
warMHOuDEN vaN GEKOOKtE GErECHtEN Of ZaCHtJEs
OpwarMEN vaN GErECHtEM
Werking van de bovenweerstand, van de ringvormige weerstand en de turbine.
De warmte wordt verspreid door gedwongen convectie, met meer intensiteit op het
niveau van de bovenweerstand.
De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 140°C met de thermostaatknop.
aangeraden Gebruik:
Om vooraf gekookte gerechten warm te houden. Om zachtjes de reeds gekookte
gerechten op te warmen.
KOKEN MEt GEDwONGEN CONvECtIE
Werking van de onder- en bovenweerstand en van de turbine.
De boven-en onderwarmte wordt in de oven verdeeld door semi gedwongen convectie.
De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 250 ° C met de thermostaatknop.
aangeraden Gebruik:
Voor grote hoeveelheden en grotere volumes die gelijkmatig moeten gebakken of
gebraden worden.
Vb : roulades, kalkoen, lamsbout, taart, enz.
25
KOOKwENKEN
stErILIsErEN
Het steriliseren van levensmiddelen in
bokalen gebeurt als volgt (volle bokalen,
hermetisch gesloten):
a. de schakelaar op stand
b. de thermostaatknop op stand 185 °C
plaatsen en de oven voorverwarmen;
c. de druipplaat met warm water vullen;
d. de bokalen op de druipplaat zetten
en erop letten dat ze elkaar niet
raken; de deksels bevochtigen met
water; de ovendeur sluiten en de
thermostaatknop op stand 135 °C
plaatsen.
Wanneer het steriliseren begint, t.w.
wanneer er luchtbellen in de bokalen
gevormd wor den, de oven uitschakelen
en laten afkoelen.
vErbEtErEN
De schakelaar op stand plaatsen en de
thermostaatknop op stand 150 °C.
Brood wordt weer knappend vers als
men het ongeveer 10 minuten in de oven
plaatst nadat het lichtjes bevochtigd werd.
braDEN
Om op de klassieke manier te braden
(gaar gebakken) volstaat het volgende
punten in acht te nemen:
– de oventemperatuurinstellen tussen
180° en 200 ° C .
– de hoeveelheid en de kwaliteit van het
vlees.
plaatsen;
sIMuLtaaN KOKEN
De standen en de MULTIFUNKTIE
oven laten toe verschillende heterogene
bereidingen simultaan te koken. Aldus kan
men tezelfdertijd verschillende gerechten
koken zoals vb. vis, taart en vlees
zonder dat de aroma’s en smaken zich
vermengen.
Dit is mogelijk omdat de dampen en vetten
geoxydeerd worden door de elektrische
weerstand en zich dus niet kunnen
afzetten op de gerechten.
De enige te nemen voorzorgen zijn:
– de kooktemperaturen moeten zo
dicht mogelijk bij elkaar liggen met
een verschil van maximum 20° tot
25 °C tussen de extreem vereiste
temperaturen voor de verschillende
gerechten;
– de gerechten zullen op verschillende
tijdstippen in de oven geplaast worden,
rekening houdend met de verschillende
kookduur.
Het resultaat van deze kookwijze is een
evidente energie en tijdbesparing.
rOOstErEN EN GratINErEN
Met de schakelaar op stand
kan het roosteren zonder braadspit
gbeuren, daar delucht volledig rond
de gerechten verspreid wordt. De
thermostaatknop op stand 175°C plaatsen
en na voorverwarming van de oven de
gerechten op het rooster plaatsen, de
ovendeur sluiten en de oven laten verder
verwarmen tot het roosteren voleindigd is.
Voor het eind van de kooktijd enkele
boterkrulletjes toevoegen om het mooie
gravneffekt te bekomen.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
26
KOKEN MEt DE GrILL
De oven moet voorverwarmd worden
gedurende 5 minuten.
Voor gebruik moet de deur van de oven
gesloten zijn.
Het gerecht op het ovenroosterplaatsen
dat zo hoog mogelijk in de oven wordt
geschoven.
Breng de ovenschaal onder de grill aan,
om het vet en de sappen op te vangen.
attentie: voor gebruik moet de deur
van de oven gesloten zijn.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
KOKEN MEt DE OvEN
De oven voorverwarmen op de gewenste
temperatuur.
Wanneer de oven de gewenste
temperatuur bereikt heeft, het gerecht in
de oven plaatsen en de kooktijd nakijken.
De oven 5 min. voor het eind van de
kooktijd uitschakelen om de in de oven
opgestapelde warmte te benutten.
Ter informatie geven we in volgende
tabel enkele gerechten met hun
bereidingstemperauren in °C.
Tijd en temperatuur schommelen
afhankelijk van de hoeveelheid en de
grootte van de stukken.
GErECHtEN
tEMpEratuur
Savoiegebakjes 150°C
Chocoladecake 150°C
Rijst in de oven 150°C
Konijnepastei 175°C
Kaassoufflé 175°C
Rundsvlees met uitjes 175°C
Macaronikrans 175°C
Vier-vierde gebak 175°C
Karamelvla 175°C
Gevulde tomaten 200°C
Pizza 200°C
Zeebrasem met uitjes 200°C
Forel met amandelen 200°C
Wijting in de oven 200°C
Eend 200°C
Aardappelen in de oven 200°C
Appeltaart 200°C
Soezendeeg 200°C
Geroosterde paprika’s 200°C
Kalfskotelet 200°C
Varkenskotelet 200°C
Lamskotelet 225°C
Kalfsgebraad 225°C
Kippegebraad 225°C
Appelen in de oven 225°C
Eieren in vuurvaste schoteltjes 225°C
Omelet 225°C
Rundsgebraad 225°C
Lamsbout 225°C
Lamsschouder 225°C
Gegratineerde macaroni 225°C
27
ELEKtrIsCHE OvEN MEt Na tuurLIJKE CONvECtIE
5
OpMErING:
Opgelet: tijdens de werking van de
oven is de ovendeur warm.
Houdt de jonge kinderen op afstand.
waarsCHuwING:
De deur is heet. Gebruik het handvat.
tijdens gebruik wordt het toestel heet.
De zorg zou moeten worden genomen
vermijden ontroerend het verwarmen
elementen binnen de oven.
aLGEMENE KENMErKEN
De aangegeven modellen zijn
multifunktionele ovens. Zoals de naam al
aangeeft, zijn deze ovens uitgevoerd met 4
speciale funkties.
Deze funkties voldoen aan al uw
kookwensen.
De 4 functies met temperatuurregeling
maken gebruik van 3
verwarmingselementen,
in het bijzonder:
• Bovenweerstand
• Onderweerstand
• Grillweerstand
Alvorens de oven voor de eerste keer te
gebruiken, de oven leeg aanzetten. Stel de
hoogste stand in en zet de temperatuurknop
op 250°C.
Laat de oven gedurende een uur in functie
functie
Hierdoor worden eventuele vetresten van
de verwarmingselomenten verwijderd.
(oven rechts)
anstaan en daarna nog 15 minuten in
.
Deze oven is uitgerust met een special
bordenrek dat gebruikt kan worden met de
speciale functie:
Met deze functie kan u uw convectie-oven
gebruiken om de borden te verwarmen
(op ongeveer 60°C) voordat u het diner
serveert.
Voor het correct gebruik van deze
functie, zie het hoofdstuk ‘BORDEN
VERWARMEN’ en ‘GEBRUIK VAN HET
SPECIALE BORDENREK’.
28
“bordenverwarming”.
wErKINGsprINCIpE
Het opwarmen en koken met de
NATUURLIKE CONVECTIE oven gebeurt
als volgt:
a. door natuurlijke convectie
De warmte wordt produceerd door de
boven- en onderweerstand.
b. door straling
De warmte wordt door de infra-
roodstralen van de grillweerstand
uitgestraald (voor gebruik moet de deur van de oven gesloten zijn).
Afb. 5.1
Afb. 5.2
tHErMOstaat (afb. 5.2)
De verwarmingselementen van de oven worden ingeschakeld door de knop op de gewenste
funktie te plaatsen en door de thermostaatknop op de gewenste temperatuur in te stellen.
De controle van de werking (ON-OFF) van de verwarmingselementen wordt uitgevoerd
door de thermostaat; zijn werking wordt aangegeven door het lampje op het knoppenbord.
baKstaNDENsCHaKELaar (afb. 5.1)
Draai de knop met de klok mee om één van de bakstanden in te stellen.
vErLICHtING
Bij het instellen van de knop in deze positie, licht het ovenlampje op.
De oven blijft verlicht als de schakelaar op één van de funkties is ingesteld.
traDItIONEEL KOKEN-CONvECtIE
Werking van de onder- en bovenweerstand.
De warmte wordt door natuurlijke convectie verspreid en de temperatuur moet geregeld
worden van 50° tot 250 °C met de thermostaatknop. De oven dient voorverwarmd te
worden alvorens de gerechten in de oven te plaatsen.
aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die volledig gaargekookt moeten worden.
Vb: gebraad, varkensribben, schuimgebak (meringue).
29
De onder- en bovenweerstand worden ingeschakeld. De warmte wordt verspreid door
natuurlijke convectie.
De thermostaatknop op ongeveer 60°C.
Deze funktie kan ook gebruikt worden voor het traditioneel bakken. Hiervoor met de
thermostaatknop ingesteld worden tussen 50 en 250°C.
aangeraden Gebruik:
Het verwarmen van borden met gebruik van het speciale bordenrek. Voor het correct
gebruik zie het hoofdstuk “GEBRUIK VAN HET SPECIALE BORDENREK”.
bOrDEN vErwarMEN
KOKEN MEt DE braaDspIt
De infrarode elektrische weerstand en de draaispitmotor worden ingesteld. De warmte wordt
verspreid door radiatie. Gebruik de oven met de deur gesloten en zet de thermostaatknop
op stand 225°C gedurende 15 minuten en dan op stand 175°C.
Voor kooktips, zie het hoofdstuk ‘KOKEN MET DE GRILL’ en “HET GEBRUIK VAN HET
BRAADSPIT”.
attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
Werking van de elektrische weerstand met infra-roodstraling.
Met de ovendeur dicht gebruiken en met de thermostaatknop op een stand tussen 50° en
225°C voor ten hoogste 15 minuten en vervolgens op 175°C.
Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN GRA TINEREN”.
De grill niet langer dan 30 min. gebruiken.
Opgelet : tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge
kinderen op afstand.
aangeraden Gebruik:
Traditioneel roosteren met de grill, braden, bruinen, gratineren, roosteren, enz.
30
Loading...
+ 82 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.