Delonghi ESAM 2000, E SAM 2200, ESAM 2600, EAM 2600, ECA 12600 Instructions Manual [nl]

...
1 Beschrijving van het apparaat … … … … … … … … … … … … … … … … …73
2 Veiligheidsvoorschriften … … … … … … … … … … … … … … … … … … …74
3 Installatie … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …74
4 Voorbereiding van het koffiezetapparaat … … … … … … … … … … … … …75
4.1 Vullen van het waterreservoir … … … … … … … … … … … … … … … …75
4.2 Vullen van het bakje voor koffiebonen … … … … … … … … … … … … …75
4.3 Eerste inwerkingstelling … … … … … … … … … … … … … … … … … …75
5 Koffie zetten (met koffiebonen) … … … … … … … … … … … … … … … … …76
7 Espressokoffie zetten met voorgemalen koffie (in plaats van koffiebonen) … … …79
8 Afgifte van warm water … … … … … … … … … … … … … … … … … … …79
9 Bereiding van cappuccino (gebruik makend van de stoom) … … … … … … … …80
10 Reiniging en onderhoud … … … … … … … … … … … … … … … … … … …81
10.1 Reiniging van het apparaat … … … … … … … … … … … … … … … …81
10.2 Reiniging van de infusor … … … … … … … … … … … … … … … … …82
10.3 Ontkalking … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …83
10.4 Programmering van de hardheid van het water … … … … … … … … … …84
11 Betekenis van de controlelampjes bij een normale werking … … … … … … … …85
12 Betekenis van de alarmlampjes en wat te doen wanneer deze branden … … … …86
13 Problemen op te lossen alvorens de Technische Servicedienst te bellen … … … …87
72
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
NL
73
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
1. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT (ZIE PAG. 3)
A. Ver warmplaat kopjes B. Stoomknop C. Stoompijpje D. Cappuccinomondstuk E. Waterreservoir (uitneembaar) F. Draagblad kopjes G. Druipbakje (uitneembaar) H. Dienstluikje I. Afgifteblok koffie (verstelbaar in de hoogte) J. Bedieningspaneel K. Deksel bakje voor koffiebonen L. Centraal dekseltje gemalen koffie
M. Infusor N. Stroomsnoer O. Cappuccinomondstuk (uittrekbaar) P. Opening cappuccinomondstuk (uittrekbaar) Q. Doseerlepel voor voorgemalen koffie R. Uitneembaar bakje (uitneembaar) voor koffie-
dik
S. Regelknop maalgraad T. Bakje voor koffiebonen U. Opbergvak maatlepel V. Trechter voor voorgemalen koffie Z. Mobiele lade
Bedieningspaneel
1) Knop aan/uit apparaat
2) Controlelampje 1 kop en OK temperatuur kof-
fie
3) Knop één kopje
4) Controlelampje 2 kopjes en OK temperatuur
koffie
5) Knop twee kopjes
6) Controlelampje stoom en OK temperatuur
stoom
7) Selectieknop stoomfunctie
8) Selectieknop hoeveelheid koffie (espresso,
middelgroot of groot)
9) Selectieknop hoeveelheid gemalen koffie (slappe, normale, sterke koffie)
10) Knop spoeling en ontkalking
11) Controlelampje selectie voorgemalen koffie
(uitsluiting van de koffiemaler)
12) Selectieknop voorgemalen koffie (uitsluiting van de koffiemaler)
13) Controlelampje kalkalarm
14) Controlelampje algemeen alarm
15) Controlelampje bakje voor koffiedik vol of
afwezigheid bakje voor koffiedik
16) Controlelampje water op of afwezigheid waterreservoir
1
2
8
34567
9
16 15 14 13
12
11
10
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
74
2 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LEES AANDACHTIG DEZE AANWIJZINGEN EN BEWAAR ZE!
• Dit apparaat is gebouwd om “koffie te zetten” en “dranken op te warmen”: verbrand u niet aan water- of stoomstralen of door een onei­genlijk gebruik van het apparaat.
•Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor hui­shoudelijke doeleinden. Elk ander gebruik wordt als oneigenlijk en bijgevolg gevaarlijk beschouwd.
• De fabrikant kan niet verantwoordelijk wor­den gesteld voor eventuele schade voortv­loeiend uit een oneigenlijk, verkeerd of onre­delijk gebruik.
• Raak de warme onderdelen van het apparaat niet aan wanneer het in werking is. Gebruik de knoppen of handvaten.
• Raak het apparaat niet aan als u natte han­den of voeten hebt.
• Laat het apparaat niet gebruiken door kinde­ren of onbevoegden, zonder toezicht.
• Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
• Ingeval van een defect of een slechte werking van het apparaat, het apparaat uitzetten en er verder niet aan knoeien. Voor eventuele repa­raties, zich uitsluitend wenden tot een Technisch Service Centrum erkend door de fabrikant en vragen naar het gebruik van ori­ginele wisselonderdelen. Het niet naleven van dit voorschrift, kan de veilige werking van het apparaat in het gedrang brengen.
3 INSTALLATIE
•Verwijder de verpakking en controleer of het apparaat intact is. Bij twijfels, het apparaat niet in gebruik nemen en u wenden tot een vakbekwaam persoon.
• De verpakkingselementen (plastic zakken, pie­pschuim,…) dienen buiten het bereik van kin­deren te worden gehouden omdat ze een potentiële gevarenbron zijn.
• Zet het apparaat op een werkvlak, ver van waterkranen, spoelbakken en warmtebron­nen.
Nadat het apparaat op een werkvlak werd
gezet, controleer of er een ruimte van onge­veer 5 cm overblijft tussen de wanden van het apparaat en de zij- en achtermuren, en een ruimte van minstens 20 cm boven het koffiezetapparaat.
• Het apparaat nooit installeren in een ruimte waar de temperatuur 0°C of minder kan bedragen (indien het water bevriest, kan het apparaat beschadigd worden).
• Controleer of de netspanning overeenkomt met de waarde aangegeven op het type­plaatje van het apparaat. Sluit het apparaat alleen aan op een stopcontact met een mini­maal vermogen van 10A en voorzien van een doeltreffende aardaansluiting. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele ongevallen veroorzaakt door de afwezigheid van een aardleiding.
• Ingeval van incompatibiliteit tussen het stop­contact en de stekker van het apparaat, de stekker laten vervangen door een geschikte stekker, en uitsluitend door vakbekwaam per­soneel.
• Het stroomsnoer van dit apparaat dient niet te worden vervangen door de gebruiker, omdat hier speciaal gereedschap voor nodig is. Indien het stroomsnoer beschadigd is, of voor de vervanging ervan, zich uitsluitend wenden tot een Service Centrum erkend door de fabrikant, om elk risico te vermijden.
• Het is aangewezen zosnel mogelijk de hardheid van het water aan te passen, vol­gens de procedure beschreven in paragraaf
10.4.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
NL
Om vertrouwd te raken met het gebruik van het apparaat, wordt de eerste keer zorgvuldig te werk gegaan volgens de aanwijzingen besch­reven in de volgende paragrafen.
4 VOORBEREIDING VAN HET KOFFIEZETAPPARAAT
4.1 VULLEN VAN HET WATERRESERVOIR
•Verwijder het waterreservoir (fig. 1), spoel het en vul het met fris water, zonder de lijn MAX te overschrijden. Wanneer het waterreservoir uit het apparaat wordt genomen, moet het cappuccinomondstuk altijd naar het midden van het apparaat gericht zijn. Is dit niet het geval, dan kan het reservoir niet worden verwijderd.
• Duw het waterreservoir helemaal in het apparaat.
4.2 VULLEN VAN HET BAKJE VOOR KOFFIEBONEN
•Open het deksel van het bakje voor koffiebonen (fig. 2).
•Vul het bakje met koffiebonen.
• Sluit het deksel.
LET OP: Om een slechte werking te voorkomen, doe nooit voorge­malen koffie, oploskoffie, gekarameliseerde bonen of voorwerpen in het apparaat, om schade te voorkomen.
4.3 EERSTE INWERKINGSTELLING
1. Controleer of het waterreservoir gevuld is en of de stekker van het stroom­snoer in het stopcontact zit.
2. Verplaats het cappuccinomondstuk naar buiten toe, zet er een kopje onder (fig. 3) en schakel de machine in door te drukken op de knop (fig. 4).
3. ONMIDDELLIJK DAARNA; NA MAXIMAAL 30 SECONDEN de stoomknop helemaal tegen de wijzers van de klok draaien (fig. 5) (het is normaal dat het apparaat hier wat luidruchtig is).
4. Na enkele seconden komt water uit het cappuccinomondstuk. Wanneer ongeveer 30cc water in het kopje is gelopen, draai de stoomknop een halve toer in wijzerzin (fig. 6), om de waterafgifte te onderbreken.
5. Wacht tot de groene controlelampjes en ophouden met knippe­ren en continu branden. Wanneer de groene controlelampjes knipperen, betekent dit dat het apparaat aan het voorverwarmen is. Wanneer ze continu branden, betekent dit dat de ideale temperatuur werd bereikt om koffie te zetten – hoofdstuk 11 – punten 1 en 2).
(Net vóór de controlelampjes continu branden, voert het apparaat auto­matisch een spoeling uit: er komt wat warm water uit de spuitmonden van het afgifteblok, dat wordt opgevangen in het onderstaand druipbakje).
Tip: om een kleinere (minder dan 60 cc) en warmere espresso te bekomen, wordt het kopje eerst gevuld met het warm spoelwater. Laat het water enkele seconden in het kopje (alvorens het leeg te gieten) om het kopje voor te verwarmen.
6. Het apparaat is nu klaar om te worden gebruikt.
Fig.1
Fig.2
Fig.3
Fig.4
75
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
5 KOFFIE ZETTEN (MET KOFFIEBONEN)
1) Vóór de koffieafgifte, controleer altijd of de groene controlelampjes en continu branden en of het waterreservoir en het bakje voor koffiebonen vol zijn.
2) Draai aan de rechterknop (fig. 7) om de smaak van de koffie te rege­len. Hoe verder in wijzerzin wordt gedraaid, hoe meer koffiebonen worden gemalen en hoe sterker de koffie zal zijn. Wanneer het koffie­zetapparaat nieuw is, moeten meerdere kopjes koffie worden gezet vooraleer de juiste stand van de knop wordt gevonden. Draai de knop niet te ver in wijzerzin, omdat de koffie anders te langzaam wor
dt
afgegeven (druppels), vooral wanneer twee kopjes koffie wor
den gezet.
3) Draai aan de linkerknop (fig. 8) om de hoeveelheid koffie te regelen. Hoe verder in wijzerzin wordt gedraaid, hoe meer koffie wordt afge­geven. Wanneer het koffiezetapparaat nieuw is, moeten meerdere kopjes koffie worden gezet vooraleer de juiste stand van de knop wordt gevonden om koffie met de gewenste smaak te bekomen.
4) Zet een of twee kopjes onder de spuitmonden, naargelang u 1 of 2 kopjes koffie wilt zetten (fig. 9 en 10). Om een mooie crème op de koffie te bekomen, worden de kopjes zo dicht mogelijk tegen de spuitmonden gehouden door het afgifteblok te verlagen (fig. 11).
5) Druk op de knop (fig. 12) indien u een kopje koffie wilt zetten of op de knop (fig. 13) om 2 kopjes koffie te zetten. . (Het appa-
raat maalt de koffiebonen, voert een korte voorinfusie uit, pauzeert even en gaat verder met de afgifte. Wanneer de gewenste hoeveelheid koffie werd bekomen, wordt de afgifte automatisch stopgezet en wordt het samengeperst koffiedik afgevoerd in het bakje voor koffiedik).
6) Na enkele seconden, wanneer beide groene controlelampjes en opnieuw branden, kan een ander kopje worden gezet.
7) Om het apparaat uit te zetten, druk op de knop . (Vóór het apparaat
uitgaat, voert het automatisch een spoeling uit: er komt wat warm water uit de spuitmonden, dat wordt opgevangen in het onderstaand druipbakje. et erop u niet te verbranden). Indien het apparaat niet wordt uitgezet met de knop en in ieder geval 3 uur na het laatste gebruik, gaat het
vanzelf
uit na eerst een korte spoeling te hebben uitgevoerd.
Fig.5
Fig.6
Fig.7
Fig.8
OPMERKING 1: : Indien de koffie druppelsgewijs of helemaal niet wordt afgegeven, dan wordt de regelknop van de maalgraad (fig. 17) even in wij-
zerzin gedraaid (zie par. 6). Draai een streepje per keer, tot de gewenste afgif­te wordt bekomen.
OPMERKING 2: Indien kof
fie te snel wordt afgegeven en de crème niet geslaagd is, draai de rechterknop (fig.7) even in wijzerzin. Zet meerdere kopjes koffie, om de correcte positie van de knop te bepalen. Draai de knop niet te ver in wijzerzin, omdat de koffie anders te langzaam wordt afgegeven (druppels), vooral wanneer twee kopjes koffie worden gezet. Indien na enkele kopjes nog geen bevredigende crème wordt bekomen, wordt ook de regelknop van de maalgraad (fig. 17) een beetje tegen de wijzers van de klok in gedraaid (zie hoofdstuk 6).
OPMERKING 3: Tips om warmere koffie te zetten:
1) Indien het apparaat net werd aangezet en men een espresso wilt zetten (minder
dan 60 cc), wordt het warm water van de spoeling gebruikt om de kopjes voor te verwarmen (zie tip par. 4.3, punt 5.). Indien evenwel na de laatst gezette kop kof­fie meer dan 2/3 minuten zijn verlopen alvorens een nieuw kopje te zetten, moet de infusor worden voorverwarmd door te drukken op de knop (fig. 14). Laat het water in het onderliggend druipbakje lopen of gebruik dit water om het kopje
76
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
NL
Fig.9
Fig.10
waaruit de koffie zal worden gedronken te vullen (en weer te ledigen), met de bedoeling het voor te verwarmen.
2) Gebruik geen te dikke kopjes, omdat deze teveel warmte onttrekken aan de koffie, tenzij ze voorverwarmd werden.
3) Gebruik voorverwarmde kopjes die onder warm water werden afgespoeld of laat ze minstens 20 minuten op de verwarmplaat op het deksel van het apparaat staan wanneer dit ingeschakeld is.
OPMERKING 4: Ter wijl het apparaat koffie zet, kan de afgifte op om het even wel moment worden onderbroken door te drukken op de eerder geselecteerde knop (fig. 12) of (fig. 13).
OPMERKING 5: Net na de koffieafgifte en indien men de hoeveelheid koffie wilt verhogen, volstaat het de eerder geselecteerde knop (fig. 12) of (fig. 13) ingedrukt te houden tot de gewenste hoeveelheid is bekomen (dit moet gebeuren binnen 3 seconden na de koffieafgifte).
OPMERKING 6: : wanneer het alar
m (hoofdstuk 12 – punt 1) continu brandt, moet het waterreservoir worden gevuld om koffie te kunnen zetten. Het waterreservoir kan alleen verwijderd worden wanneer het cappuccinomond­stuk eerst naar het midden van het apparaat gericht is. (Wanneer het alarm brandt, kan het zijn dat nog wat water overblijft in het waterreservoir).
OPMERKING 7: het apparaat telt de hoeveelheid gezette kopjes koffie. Na elke 14 gewone kopjes (of 7 dubbele), brandt het contr
olelampje continu hoofdstuk (12 – punt 3) om aan te geven dat het bakje voor koffiedik vol is. Maak het bakje leeg en reinig het. Zolang het bakje voor koffiedik niet wordt gereinigd, blijft het controle­lampje branden en kan geen koffie worden gezet. Voor de reiniging, open het dien­stluikje vooraan door aan het handvat te trekken (fig. 15); het controlelampje knippert (zie par. 12 punt 9); verwijder nu het druipbakje (fig. 16), ledig en reinig het. Maak het bakje voor koffiedik leeg en reinig het, door alle restjes die zich op de bodem hebben afgezet zorgvuldig te verwijderen. Droog ook eventuele druppels condensvocht af aan de binnenkant van het apparaat en onder het druipbakje.
BELANGRIJK: wanneer het druipbakje wordt verwijderd, is het VERPLICHT het bakje voor koffiedik leeg te maken, zelfs al is dit bakje niet helemaal vol. Doet u dit niet, dan kan het bij het zetten van de volgende kopjes koffie gebeuren dat het bakje voor koffiedik meer dan voorzien vult en dat het apparaat verstopt raakt met schijven samengeperste koffie.
OPMERKING 8: met verloop van tijd kan het gebeuren dan de maalmessen
versleten raken en dat de koffie een andere smaak krijgt omdat de koffiebonen grover worden gemalen. Om dit te voorkomen, wordt de maalgraad aangepast met behulp van de relatie­ve regelknop (fig.17), die een beetje tegen de wijzers van de klok in wordt gedraaid zoals beschreven in hoofdstuk 6).
OPMERKING 9: wanneer het apparaat lange tijd niet werd gebruikt, wordt de infusor gereinigd zoals beschreven in par. 10.2.
OPMERKING 10: wanneer het apparaat kof
fie afgeeft, wordt het waterreservoir nooit verwijderd. Mocht dit toch gebeuren, dan slaagt het apparaat er niet meer in koffie te zetten en knippert het controlelampje (water op). Wanneer u nog een kopje wilt zetten, zal het apparaat rumoerig zijn en geen koffie afgeven. Om de werking te herstellen, wordt de stoomknop helemaal tegen de wijzers van de klok in gedraaid en wordt gedurende enkele seconden water afgegeven uit het cappuc­cinomondstuk.
Fig.11
Fig.12
77
Loading...
+ 11 hidden pages