Casio CTK-691 Owner's Manual [nl]

CTK691DI01‑01cover1‑4.fm1ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時46分
CTK691DI01‑01cover1‑4.fm2ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時46分
705A-D-243A705A-D-002A
CTK691D01‑01.book1ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
Lees de aanwijzingen in de ze geb ruiksaanwijzing
aandachtig door voordat u dit instrument gebruikt.
Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
Symbolen
Er zijn verschillende symbolen gebruikt in deze gebruiksa anwijzing en o p het product z e lf om er zeker van te zijn dat het product veilig en op de juiste wijze gebruikt wordt en om zowel letsel bij de gebruiker en andere personen alswel schade aan eigendommen te voorkomen. Deze symbolen met hun betekenis worden hieronder ge t oond.
GEVAAR
Alkaline batterij en
Voer de volgende stappen onmiddellijk uit als vloeistof uit de alkaline batterij ooit in uw ogen mocht komen.
1. WRIJF NIET IN UW OGEN ! Spoel ze met
2. Neem onmiddellijk contact op met een
U kunt uw gezichtsvermogen verliezen mocht de vloeistof van d e a lk a line batterij in u w o g en blijven zitten.
water.
arts.
Dit symbool duidt information aan die indien zij genegeerd of onjuist toegepast wordt, het gevaar op ernstig letsel of zelfs de dood met zich mee brengen.
WAARSCHUWING
Deze aanduiding laat zaken zien die het risico op ernstig letsel of zelfs de dood met zich mee brengen al s het t oestel onjuist bediend wordt en deze aanduiding genegeerd.
VOORZICHTIG
Deze aanduiding laat zaken zien die het risico op letsel of de kans op schade met zich mee brengen als het toestel onjuist bediend wordt en deze aanduiding genegeerd.
Voorbeelden van symbolen
Deze driehoek ( ) wijst erop dat de gebruiker voorzichtigheid dient te betra chten. (Het voorbeeld links duidt op een waarschuwing t.a.v. electrische schokken.)
Deze cirkel met een lijn erdoor (( ) wijst erop dat de aangegeven handeling niet uitgevoerd dient te worden. Deze handelingen zijn in het bijzonder verboden binnen deze aanduiding of in de buurt van het sym b ool. (Het voorbeeld links geeft aan dat demonteren verboden is.)
De zwarte stip ( ) geeft aan dat de aangegeven handeling uitgevoerd dient te worden. Aanduidingen binnen dit symbool zijn handelingen die specifiek uitgevoerd dienen te worden. (Het voorbeeld links geeft aan dat de netstekker uit het stopcontact getrokken dient te worden.)
Rook, vreemde geur, oververhitting
Als u het product blijft gebruike n terw ijl het rook, een vreemde geur of hitte afgeeft, kan dit het risico op brand en electrische schok met zi ch meebrengen. Volg onmiddellijk de volgende stappen.
1. Schakel de spanning uit.
2. Ha al d e ze uit het st opcontact als u de netadapter gebruikt voor stroomvoorziening.
3. Neem contact op met het oorspronkelijke verkooppunt of een erkende CASIO onderhoudsleverancier.
Netadapter
Onjuist gebruik van de netadapter kan het risico op brand en electrische schok met zich meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht ne em t .
Let erop dat u alleen de netada pter gebruikt
die voor dit products gespecificeerd is.
Gebruik enkel een voedingsbron waarvan
de spanning (het voltage) overeenkomt met de op de netadapter aangegeven waarde.
Belast stopcontacten en verlengsnoeren
niet te veel.
705A-D-003A
D-1
CTK691D01‑01.book2ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
Netadapter
Onjuist gebruik van het netsnoer van de netadapter kan het beschadigen of breken met het risico op brand en electrische schok. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Plaats nooit zware voorwe rpen op het
snoer en stel het niet bloot aan hitte.
Knutsel nooit aan het snoer en stel het niet
bloot aan overmatig buigen.
Draai het snoer niet en trek er nooit aan.
Mocht het netsnoer of de netstekker
beschadigd raken, neem dan cont act op met het oorspronkelijke ve r k oop punt of een erkende CASIO onderhoud sleverancier.
Netadapter
Raak de netadapter nooit aan terwijl uw handen nat zijn. Hierdoor kunt u een electrische schok oplopen.
Batterijen
Onjuist gebruik kan er toe leiden dat de batterijen gaan lekken hetgeen schade kan toebrengen aan voorwerpen in de buurt of een explosie veroorzaken, hetgeen het risico op brand en persoonlijk letsel met zich meebrengt. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Verbrand het product nooit .
Gooi het product no oit in vuur. Hierdoor kunnen ze ontploffen, hetgeen het risico op brand en per soonlijk letsel met zich meebrengt.
Water en vreemde voorwerpen
Mocht water, andere vloeistoffen of vreemde voorwerpen (zoals metale n vo orwerpen) het toestel binnendringen dan brengt dat het risico op brand en electrische schok met zich mee. Volg onmidd e llijk de volgende st appen.
1. Schakel de spanning uit.
2. Ha al d e ze uit het st opcontact als u de netadapter gebruikt voor stroomvoorziening.
3. Neem contact op met het oorspronkelijke verkooppunt of een erkende CASIO onderhoudsleverancier.
Demonteren en knutselen
Haal dit product nooit uit elkaar en knutsel er niet aan. Dit brengt het risico op electrische schok, brandwonde n en ander lichamelijk letsel met zich mee. Laat alle interne controles, bijstellingen en onderhoud over aan de oorspronkelijke winkelier of aan een erkende CASIO onderhoudsleverancier.
Laten vallen en stoten
Probeer nooit batterijen uit elkaar te halen
en laat ze nooit kortsluiting maken .
Stel batterijen nooit bloot aan hitte en doe
ze nooit van de hand door ze te verbranden.
Gebruik oude en nieuwe batterijen nooit
door elkaar.
Gebruik oude batterijen van verschillende
door elkaar.
Laad de batterijen nooit op.
Zorg ervoor dat de positieve (+) en
negatieve (–) kant van de batterijen in de juiste richting wijze n.
D-2
Gebruikt u het product nadat het beschadigd werd doordat u het heeft laten vallen of doordat er tegen werd gesto ten da n brengt dat het risico op brand en electrische schok met zi ch mee. Volg onm iddellijk de vol g ende stappen.
1. Schakel de spanning uit.
2. Haal de netstekker uit het stopcontact als u de netada p ter gebruikt voor stroomvoorziening.
3. Neem contact op met het oorspronkelijke verkooppunt of een erkende CASIO onderhoudsleverancier.
705A-D-004A
CTK691D01‑01.book3ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
Plastic zakken
Plaats de plastic zak waarin het product geleverd wordt nooit ove r uw hoo fd of in uw mond. Dit brengt het risico op verstikking met zich mee. Deze voorzorgsmaatr e ge l ve rd ient natuurlijk speciale aandacht bij de aanwezigheid va n kinderen.
Klim niet bovenop het product zelf of op de standaard.*
Door op het product of de sta nd aard te klimmen kan het omvallen of beschadigd raken. Deze voorzorgsmaatregel verdient natuurlijk sp eciale aandach t b ij de aanwezigheid van kinderen.
Plaatsing
Vermijd plaatsing van het product op een instabiele standaard, op een oneffen ondergrond of op een ande re in st ab iele plaats. Een instabiele pl aats kan er toe leiden dat het product omvalt, hetgeen het risico op persoonlijk letsel met zich meebrengt.
Netadapter
Onjuist gebruik van de netadapter kan het risico op brand en electrische schok met zich meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Leg het netsnoer nooit in de buurt van een
kachel of andere hittebron.
Trek nooit aan het snoer om het pr oduct los
te koppelen van het stopcontact. Pak altijd de netadapter zelf beet om deze uit het stopcontact te trekken.
Netadapter
Onjuist gebruik van de netadapter kan het risico op brand en electrische schok met zich meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Steek de netadapter zover mogelijk in het
stopcontact.
Trek de netadapter uit het stopcontact
tijdens onweersbuien of voordat u op vakantie gaat of langdurige afwezigheid.
Trek de netadapter minstens eens per jaar
uit het stopcontact en veeg eventueel stof weg dat zich rond de stekers van het apparaat heeft opgehoopt.
Verhuizen van het product
Voordat u het product verhuist of ergens anders neerzet, dient u altijd eerst de netadapter uit het stopcontact te halen en alle andere kabels en aansluitsnoeren los te maken. Als snoeren toch aangesloten gehouden worden, dan brengt dit het risic o op schade aan de snoeren, brand en electrische schok met zich mee.
Reinigen
Voordat u het product reinigt, dient u altijd eerst de netadapter uit het sto pcontact te ha len. Als de netadapter aangeslot en blijft, dan brengt dit het risico op schade aan de snoeren, brand en electrische schok met zich mee.
Batterijen
Onjuist gebruik kan er toe leiden dat de batterijen gaan lekken hetgeen schade kan toebrengen aan voorwerpen in de buurt of een explosie ver oorzaken, het g e e n he t risico op brand en persoonlijk letsel met zich meebrengt. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
705A-D-005A
Gebruik enkel batterijen die gespecificeerd
zijn voor gebruik met dit product.
Verwijder de batterijen als u het product
voor langere tijd niet gaat gebruiken.
D-3
CTK691D01‑01.book4ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
Aansluitingen
Sluit enkel de gespecificeerde toestellen en apparatuur aan op de aansluitingen van dit product. Het aansluiten van een niet­gespecificeerd toestel brengt het risico op brand en electrische schok met zich mee.
Plaatsing
Vermijd de volgende plekken om dit product te plaatsen. Dergelijke plaatsen bren gen het risico op brand en electrische schok met zich mee.
Plaatsen die blootstaan aan overmatige
vochtigheid en grote hoeveelheden stof
Op plaatsen waar voedsel wordt bereid of
op andere plekken die blootst aan aan vettige rook
In de buurt van een airconditioner, op een
verwarmd tapijt, op plaatsen in het directe zonlicht, in een voertuig dat in de zon geparkeerd staat of op een andere plaats die het product aan hoge temperaturen blootstelt.
Displayscherm
Druk of stoot nooit sterk tegen het LCD
paneel van het scherm. Hierdoor kan het glas van het LCD paneel breken, hetgeen de kans op persoonlijk letsel met zich meebrengt.
Mocht het LCD paneel toch onverhoeds
breken of barsten, raak dan in geen geval de vloeistof binnenin het paneel aan. Deze LCD paneel vloeistof kan namelijk huidirritatie veroorzaken.
Mocht vloeistof van het LCD paneel
onverhoeds in uw mond komen, spoel dan onmiddellijk met water en neem contact op met een arts.
Zware voorwerpen
Plaats nooit zware voorwerpen bovenop dit product. Hierdoor kan het product topzwaar worden waardoor het overhelt of omvalt, hetgeen het risico op persoonlijk letsel met zich meebrengt.
Juist monteren van de standaard*.
Als de standaard niet jui st gemonteerd is, kan hij overhellen en omvallen, hetgeen het risico op persoonlijk letsel met zich meebrengt. Zorg ervoor dat u de standaard op de juiste wijze monteert door de meegeleverde aanwijzingen zorgvuldig op te volgen. Let er ook op dat het product goed op de standaard gezet is.
* De standaard is los ver krijgbaar als optie.
Vervang de batterijen of gebruik de AC adapter wanneer de volgende symptomen optreden.
Zwak brandende stroomindicatorHet instrument kan niet worden ing eschakeldWanneer de display knippert, donker of moeilijk af te lezen
is
Abnormaal laag luidspreker-/hoofdtelefoonvolumeVervorming van het geluidAf en toe onderbreken van geluid tijdens weergave bij een
hoog volume
Plotseling uitvallen van de stroom ti jdens weergave bi j een
hoog volume
Knipperen of donker worden van de display tijdens
weergave bij een hoog volume
Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van de toetsenEen toon die totaal verschilt v an de toon die u insteldeAbnormale weergave van het ritmepatroon en
demonstratiemelodieën
Uitvallen van stroom, geluids vervorming of laag v olume bij
spelen via een aangeslot en computer of MIDI toestel
Mocht vloeistof van het LCD paneel
onverhoeds in ogen of op u w hu id komen, spoel dan onmid de llijk voor minste ns 15 minuten met water af en neem contact op met een arts.
Geluidsniveau
Luister niet voor langere tijd bij een hoog volume. Deze voor zorgsmaat-regel dient bijzondere aandacht bij het gebruik van een hoofdtelefoon. Een hoog geluidsniveau kan uw gehoor beschadigen.
D-4
705A-D-006A
CTK691D01‑01.book5ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Inleiding
Inleiding
Gefeliciteerd met uw keuze van dit CASIO muziekinstrument. Dit keyboard geeft u de volgende kenmerken en functies.
J 516 tonen bevatten rijke, geavanceerde tonen
Er is een totaal van 300 geadvanceerde tonen die geprogrammeerd zijn met DSP tonen om ze rijker en krachtiger te maken. Geadvanceerde tonen zoals Stereo Piano en Tremolo Electric Pia no versterken de Piano en Electric Piano tonen om een totaal nieuw geluid te creëren.
J 50 Drawbar Organ tonen
Naast de 516 standaard to nen, bevat he t keyboard teven s 50 realist ische dra wbar organ tonen. Drawbar organ to nen kunnen m. b.v. negen digitale trekstaven worden gestuurd. U kunt ook percussie of toetsklikken selecteren en daarbij zelfs de parameters van voorkeuzetonen bewerken en maximaal 100 originele tonen opslaan in het gebruikerstoongeheugen.
J Flash-geheugen
Het ingebouwde Flash-geheugen laat u om uw selectie van tonen en ritmes uit breiden door data te downloaden vanaf de CASIO MUSIC SITE of van andere bronnen. U kunt ook maximaal 200 muziekbestanden in het SMF format opslaan voor weergave.
J PIANO SETTING toets
Door indrukken van deze toets worden de instellingen van het keyboard geoptimaliseerd voor spelen op de piano.
J 140 voorkeuzeritmes + 16 gebruikersritmes
De selectie van 140 ritme s bevat begeleidingen voor alles van r ock tot pops en jazz. U kunt begeleidingsda ta ook ov e rsture n vanaf uw computer en daarva n m aximaal 16 opslaan als gebruikers ri tme s in h e t keyboardgeheugen.
J Automatische begeleiding
Speel eenvoudigweg een akkoord en de corresponderende ritme-, bas- en akkoorddelen worden automatisch gespeeld. Een-toets voorkeuze roept onmiddellijk de meest geschikte toon en tempo instellingen op die passen bij het ritme dat u gebruikt.
J Grote display vol met informatie
Een grote ingebouwde display to ont akkoordnamen, te mpo-instellingen, to etsenbordinformati e, noten die ges peeld zijn volgens d e staafnotatie en nog meer om alle aspecten van spelen op het keyboard volledi g te on der st eunen. Een ingebo uwd acht er grondl icht houd de display goed leesbaar zelfs in het totale duister.
J Melodiegeheugen
Neem maximaal 6 delen op in het geheugen samen met toon, volume, linker/rechter weergave en andere parameters bij weergave worden verkregen. Realistische weergave van een ensemble kan worden gecreëerd m.b.v. de automatische begeleidingsfunctie.
J Synthesizerfunctie
Bewerk ingebouwde klanken om uw eigen originele creaties te produceren. Maximaal 120 van uw eigen klanken kunnen opgeslagen worden in het geheugen om te worden opgeroepen, op precies dezelfde wijze als bij ingebouwde tonen.
J Standaard MIDI compatibiliteit
De standaard MIDI functie staat a ansluiti ng op een per soonlij ke computer to e om “desktop muziek” mogelijkh eden voll edig uit te buiten. Dit keyboard kan gebruikt worden als een desktop muziekinvoertoestel of klankbron en het is bijzonder geschikt voor weergave van in de handel verkrijgbare voorbespeelde standaard MIDI muziek software.
J Krachtige effecten
Een collectie krachtige effecten, zoals DSP, nagalm, zweving en andere effecten geven u controle over het type geluid sound dat u wenst. U kunt zelfs de parameters van een effect veranderen om uw eigen originele effecten te creëren. Er is tevens een 4-banden equalizer ing e b o uwd.
705A-D-007A
D-5
CTK691D01‑01.book6ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Inleiding
J Mixer
U kunt toon, volume, panpositie en andere parameters instellen voor elk ingebouwd automatisch begeleidingsgedeelte. U kunt ook dezelfde parameters sturen voor elk kanaal tijdens het invoeren van MIDI signalen.
J Registratiegeheugen
Keyboard instellingen kunnen in het geheugen worden opgeslagen voor latere oproep en onmiddellijke instelling op het moment dat u ze nodig heeft. Maximaal 32 instellingen (4 instellingen x 8 banken) kunnen in het registratiegeheugen worden opgeslagen.
J Software om data te downloaden van uw computer
U kunt uw computer gebruiken voor het dowloaden van data van de CASIO MUSIC SITE.
D-6
705A-D-008A
CTK691D01‑01.book7ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Inhoudsopgave
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de
veiligheid ........................D-1
Inleiding .........................D-5
Algemene gids ...............D-9
Bevestigen van de deelituurstandaard Spelen van een demonstratiemelodie
Betreffende de display ....................... D-12
.. D-10
... D-11
Stroomvoorziening .....D-14
Werking op batterijen......................... D-14
Gebruik van de netadapter................. D-15
Automatische stroomonderbreking .... D-16
Uitschakelen van het keyboard.......... D-16
Geheugeninhoud................................ D-16
Aansluitingen ..............D-17
Basisbediening ............D-19
Instellen van een DSP type................ D-27
DSP Toets..........................................D-29
REVERB Selecteren .......................... D-29
Selecteren van CHORUS................... D-30
De equalizer gebruiken ...................... D-31
Gebruik van automatisch begeleiding
Aangaande de MODE toets ............... D-33
Instellen van een ritme .......................D-34
Spelen van een ritme ......................... D-34
Het tempo instellen.............................D-34
Automatische begeleiding gebruiken
Gebruik van een intro patroon............ D-37
Gebruik van een fill-in patroon ........... D-37
Gebruik van een ritmevariatie ............ D-38
Begeleiding en ritmespel tegelijk
starten ................................................ D-38
Afsluiten met een slotpatroon............. D-38
.................... D-33
....D-35
Spelen op het keyboard ..................... D-19
Instellen van een toon........................ D-19
PIANO STETTING toets .................... D-21
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie
(Drawbar Organ) ..........D-23
Een trefstaaforgeltoon selecteren ...... D-24
Een trekstaaforgeltoon bewerken ...... D-24
Parameter details............................... D-25
Het opslaan van een bewerkte
trekstaaforgeltoon .............................. D-26
Toepassen van effecten
op tonen .......................D-27
Effectblokken...................................... D-27
705A-D-009A
Gebruik van één-toets voorkeuzes..... D-39
Gebruik van automatische
harmonisatie....................................... D-39
Instellen van het begeleidingsvolume
...D-40
Mixerfunctie .................D-41
Wat kunt u met de Mixer doen? ......... D-41
In- en uitschakelen van kanalen......... D-42
Gebruik van de
parameterbewerkingsfunctie ..............D-43
Hoe parameters werken.....................D-43
Synthesizerfunctie ......D-46
Synthesizerfuncties ............................D-46
Creëren van een gebruikerstoon........D-49
D-7
CTK691D01‑01.book8ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Inhoudsopgave
In het geheugen opslaan van een
gebruikerstoon ................................... D-51
Registratiegeheugen ...D-53
Karakteristieken van het
registratiegeheugen ........................... D-53
Vastleggen van een opstelling in het
registratiegeheugen ........................... D-54
Oproepen van een opstelling van het
registratiegeheugen ........................... D-55
Melodiegeheugenfunctie
Sporen................................................ D-56
Basis melodiegeheugenbediening ..... D-57
Gebruik van real-time opname........... D-57
Instellingen bij de mixerfunctie........... D-58
Weergeven van het
melodiegeheugen............................... D-59
Opnemen van de melodie en
akkoorden met stapopname............... D-60
Opnemen van meerdere sporen ........ D-63
Corrigeren van fouten tijden s
stapopname ....................................... D-64
Bewerken van de geheugeninhoud.... D-66
Bewerken van een melodie................ D-68
....D-56
Gebruik van de SMF
speler ...........................D-80
Weergave van een SMF.....................D-82
Configureren van andere instellingen
....D-82
MIDI ............................... D-84
Wat is MIDI?....................................... D-84
Algemene MIDI...................................D-84
Zenden en ontvangen van MIDI
boodschappen.................................... D-85
MIDI instellingen. ....... ...... ....... ...... ...... D-85
Gebruik van de data download service
.D-86
Oplossen van
moeilijkheden ..............D-87
Technische gegevens .D-90 Onderhoud van uw
instrument .................... D-92
DSP algoritmelijst ........D-93
Appendix ........................ A-1
Toonlijst................................................ A-1
Drumklankenlijst ................................ A-12
Instellingen van het
keyboard ......................D-70
Gebruik van lagen.............................. D-70
Gebruik van splitsen........................... D-71
Gebruik van lagen en splitsen
tegelijkertijd........................................ D-72
Transpositie van het keyboard........... D-73
Gebruik van toetsrespons .................. D-73
Stemmen van het keyboard ............... D-74
Veranderen van andere instellingen .. D-75
D-8
Ritmelijst............................................. A-14
Fingered akkoordkaarten ................... A-16
Effectenlijst......................................... A-18
MIDI Implementation Chart
705A-D-010A
CTK691D01‑01.book9ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Algemene gids
Algemene gids
705A-D-011A
D-9
CTK691D01‑01.book10ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Algemene gids
cl SPLIT toets 1 POWER toets 2 Spanningsindicator 3 SONG MEMORY toets 4 SYNTH toets 5 TRANSPOSE/FUNCTION toets 6 MIXER toets 7 EFFECT toets 8 SMF PLAYER toets 9 VOLUME regelaar bk MODE toets bl ONE TOUCH PRESET toets bm ACCOMP VOLUME toets bn DATA ACCESS indicator bo RHYTHM toets bp TONE toets bq DRAWBAR ORGAN toets br DSP toets bs PIANO SETTING toets bt EXIT toets ck AUTO HARMONIZE toets
cm LAYER toets
cn [ ] / [ ] / [ ] / [ ]CURSOR toetsen
co DEMO toets (*3)
cp Luidspreker
cq Ritmelijst
cr Toonlijst
cs Display
ct CHORD akkoordnamen
dk Perceussie-instrumentenlijst
dl Akkoordtypenaam
dm INTRO/ENDING 1/2 toetsen
dn VARIATION/FILL-IN 1/2 toetsen
do SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets
dp START/STOP toets
dq TEMPO toetsen
dr REGISTRATION toetsen
ds SONG MEMORY TRACK toetsen
a) BANK toets b) STORE toets
J Bevestigen van de partlituurstandaard (*1)
Steek de partlituurstandaard in de gleuf aan de bovenkant van het ke ybo ard zoals aangegeven in de ill ust ratie.
D-10
705A-D-012A
CTK691D01‑01.book11ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
*2
dt Cijfertoetsen
Voor het invoeren van nummers om aangegeven instellingen te
veranderen.
ek [
]/[–] toetsen (JA/NEE) (YE S /NO)
+ Negatieve waarden kunnen enkel veranderd worden m.b.v. [+]
en [–] om de aangegeven waarde te vergroten of te verkle in e n .
Achterpaneel
Algemene gids
el MIDI OUT aansluiting
em MIDI IN aansluiting
en SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting
eo PHONES/OUTPUT aa n sluit in g
ep 9V gelijkspanningsaansluiting
J Spelen van een demonstratiemelodie (*3)
Door het indrukken van de DEMO toets wordt de weergave van de demonstratiemelodieën gestart. Er zijn 3 demonstratiemelodieën die onaf gebr oken in vo lgorde worden weergegeven. Druk op de DEMO to ets o f o p d e START/STOP toets om de weergave van de demonstratiemelodieën te stoppen.
Door op de [+]/[–] toetsen te drukken wordt doorgegeaan naar de volgende demonstratiemelodie.  De functies voor lagen en splitsen en de PIANO SETTING toets werken niet tijdens de weergave van een demonstratiemelodie.
705A-D-013C
D-11
CTK691D01‑01.book12ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Algemene gids
Betreffende de display
1. Er verschijnen hie r wijzers om aan te ge ven wanneer transpone ren, de keyboard in stelfunctie, de mix erfunctie,
de synthesizer, effecten, het melodiegeheugen of de SMF speler wordt gebruikt.
2. De TONE indicator verschijnt wanneer u de TONE instelling selecteert of bekijkt terwijl RHYTHM verschijnt
voor de RHYTHM instelling.
3. Toonnummer (cijfe rdee l)/Toonnaam (tekstdeel)
Het numerieke gebied en het tekstgebied worden tevens ge bruikt om het ritmenummer en de rit menaam aan te geven
en om verscheidene functies aan te geven in de synthesizerfunctie-, de mixerfunctie-, het registratie- en de melodiegeheugenfunctiestand.
4. Octaafsymbool
Dit symbool verschijnt wanneer de door het keyboard geproduceerde noot een octaaf hoger is dan de op de notenbalk aangegeven noot.
5. Op het toetsenbord gepeelde noten, noten gespeeld uit het melodiegeheugen, akkoordformaten, en
ontvangen MIDI data* worden door de notenbalk in de display aangegeven.
6. Er verschijnen hier wijzers om aan te geven wanneer lagen, splitsen of automatisch harmoniseren worden
gebruikt.
7. Niveaumeter
De snelheid van elk kanaal wordt aangegeven door één van dri e ni ve au’ s. De ze display toont tevens de mixerk an aal
aan/uit status.
Drawbar Organ functie
Tijdens de Drawbar Organ bewerkingsfunctie, toont de niveaumeter de posi tie van el ke treks taaf en de s tatus va n elke
percussieparameter.
8. Het maatslagnummer wordt aangegeven terwijl een ritme, automatische begeleiding of
melodiegeheugenfunctie wordt gebruikt.
9. Het maatnummer wordt aangegeven terwijl een ritme, automatische begeleiding of de
melodiegeheugenfunctie gebruikt wordt.
D-12
705A-D-014A
CTK691D01‑01.book13ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Algemene gids
10. Het aantal maatslagen per minuut wordt aangegeven terwijl een ritme, automatische begeleiding of de
melodiegeheugenfunctie gebruikt wordt.
Het tempogebied wordt tevens gebruikt om de klok van de melodiegeheugenfunctie aan te geven.
11. De aanduiding R EC knippert in de displa y tijdens melod iegeheugen opname standby. De aandu iding REC blijft
in de display zonder te knipperen terwijl het opnemen plaatsvindt. De aanduiding STEP wordt aangegeven tijdens stap-voor-stap opnam e.
12. U kunt de metronoom inschakelen om een referentiemaatslag te krijgen voor spelen op het toetsenbord.
13. Deze display toont de op het toetsenbord gespeelde noot, noten die weergegeven worden uit het
melodiegeheugen, akkoordvormen en ontvangen MIDI data*.
14. De naam van het gespeelde akkoord wordt in de display aangegeven terwijl de automatische begeleiding
gebruikt wordt.
* Deze items verschijnen niet wanneer een noot ontvangen wordt buiten het displaybereik (C2 – C7).
Displayvoorbeelden aangegeven in deze gebruiksaanwijzing dienen enkel ter illustratie. De werkelijke tekst en waarden die in de
display verschijnen kunnen verschillen van de voorbeelden die hier in de gebruiksaanwijzing worden gegeven.
Door de karakteristieken van het LCD ele ment, ver ande rt het displayc ontra st af hank elijk van de hoek v an waa r uit u er na ar kijk t. De
oorspronkelijke contrastinstelling maa kt het voor een musicus die recht voor de display zit, mogelijk om alle s makkelijk te zien. U kunt het contrast ook bijregelen tot het niveau dat uw persoonlijke omstandigheden beter schikt. Voor meer informatie zie pagina D-78.
705A-D-015A
D-13
CTK691D01‑01.book14ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Stroomvoorziening
Stroomvoorziening
Dit keyboard kan werken op het st andaard licht net (m.b.v. de voorgeschreven netadapter) of op batterijen. Let er altijd op het keyboard uit te schakelen wanneer u hem niet gebruikt.
Werking op batterijen
Let er altijd op het keyboard uit te schake len voordat u batterijen inlegt of ze ver va ng t.
Inleggen van de batterijen
1. Verwijder het deksel van het batterijvak.
2. Leg zes batterijen maat D in het batterijvak.
Zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve (–)
polen in de juiste richting wijzen.
3. Steek de nokjes aan het deksel van het
batterijvak in de daarvoor bedoelde gaatjes en sluit het deksel.
Belangrijke informatie aangaande de batterijen
Hieronder volgt de geschatte levensduur van de batterijen
De bovenstaande w aarde is de sta ndaard levens duur van de batterijen bij normal e tempera tuur me t de vo lumest and van het keyboard ingesteld op een middelmatige stand. Bij heel hoge of lage temperaturen of weergave bij een hoog volume kan deze levensduur korter worden
Een van de volgende symptomen kan op een lage
batterijspanning duiden. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk wanneer een van deze symptomen optreedt
Mangaanbatterijen: Ongeveer 4 uur
.
.
Zwak brandende stroomindicatorHet instrument kan niet worden ingeschakeldWanneer de display kn ippert, do nker of moeil ijk af te
lezen is
Abnormaal laag lu idspreker-/ho of d telefoonvolumeVervormi ng van het gelu idAf en toe onderbreken van geluid tijdens weergave
bij een hoog volume
Plotseling uitvallen van de st room tijdens weergave
bij een hoog volume
Knipperen of donker worden van de display tijdens
weergave met een hoog volume
Geluid blijft klink e n ze lfs na loslaten van de toetsen
Een toon die totaal verschilt van de toon die u instelde
  Abnormale weergave van het ritmepatroon en
demonstratiemelodieën
Uitvallen van stroom, geluidsvervorming of laag
volume bij spelen via een aangesloten computer of MIDI toestel
.
1
Nokjes
Dit keyboard kan mogelijk niet goed functioneren als u
batterijen inlegt of verv angt met de spanning ingeschakeld. Mocht dit gebeuren dan zal het keyboard weer normaal functio neren door de s panning uit en daarna weer in te schakelen.
D-14
Misbruik van batterijen kan er de oorzaak van zijn dat ze gaan lekken, hetgeen leidt tot schade aan zich in de buurt bevindende voorwerpen, of ze kunnen exploder en, hetgeen het risico op brand of persoonlijk letsel met zich mee bre ngt. Let er altijd op dat u de volgende voorzorgs m aatregelen naleeft
Haal batterijen nooit uit elkaar en laat ze nooit
kortsluiting maken
Stel batterijen nooit bloot aan hit te en gooi ze niet
weg door ze te verbranden
Gebruik oude batterijen niet samen met nieuweGebruik nooit batterijen van verschillende door
elkaar
Laad de batterijen nooit opLet er op dat de positieve (+) en negatieve (–)
uiteinden van de batterije n in de juiste ri chting wijzen
705A-D-016A
CTK691D01‑01.book15ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Stroomvoorziening
Verkeerd gebruik van batte rije n kunnen er de oor zaak van zi jn dat ze gaan lekken he tgeen leidt t ot schade aan z ich in de buurt bevindende voorwerpen, of ze kunnen gaan exploder en, hetgeen het risico op brand en persoonlijk letsel met zich meebrengt. Let er a lti jd o p d e v ol gende v oo rzorgs ma atr egelen na te leven
Gebruik enkel batterijen dat voor gebruik met dit
product gespecificeerd zijn
Verwijder batterijen uit het product als u van
plan bent deze voor langere tij d niet t e gebruiken
Gebruik van de netadapter
Zorg ervoor enkel de voor dit keyboard voorgeschreven netadapter te gebruiken.
Voorgeschreven netadapter: AD-5
Achterpaneel
Verkeerd gebruik van de ne tadapter k an het ris ico op brand en op elektrische schok met zich meebrengen. Let er altijd op de volgende voorzorgsmaatregelen na te leven.
Zorg er voor uitsluitend gebruik te maken van de netadapter die gespecificeerd is voor gebruik met dit product
Gebruik enkel een voedingsbron waarvan het
voltage zich bevindt binnen de op de net ad apte r aangegeven nominale spanning.
Belast de stopcontacte n en verlengsnoer en niet te
veel.
Plaats nooit zware voorwe rpen op het snoer en
stel het niet bloot aan hitte.
Probeer nooit te knutselen aan het snoer en stel
het niet bloot aan overmatig buigen.
Draai het snoer niet en trek er niet aan.
Mocht het netsnoer of de netstekker beschadigd raken, neem dan contact op met het oorspronkelijke punt van verkoop of met een door CASIO erkende onderhoudswerkplaa ts
Raak de netadapter nooit aan terwijl uw handen
nat zijn. Hierdoor kunt u het risico op een elektrische schok in de hand werken.
.
.
1 9V gelijkstroomaansluiting 2 Netadapter AD-5 3 Stopcontact
Merk tevens de volgende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op bij gebruik van de netadapter.
Verkeerd gebruik van de ne tadapter k an het ris ico op brand en op elektrische schok met zich meebrengen. Let er altijd op de volgende voorzorgsmaatregelen na te leven.
Plaats het netsnoer niet bij een kachel of een
andere warmt e b ron.
Trek nooit aan het snoer wanneer u de stekker uit
het stopcontact wilt trekken. Houd daartoe altijd de stekker zelf beet.
Steek het netsnoer zover mogel ijk in het stopcontact
Haal de netadapter uit het stopcontact tijdens onweersbuien met bliksem of voordat u op reis gaat of wanneer u om andere redenen voor langere tijd weg bent
Minstens eens per jaar dient u d e ne tadapt er uit h et stopcontact te trekken om eventueel stof dat zich opgehoopt heeft rond te stekers te verwijderen
Zorg ervoor dat het keyboard uitgeschakeld is alvorens de
netadapter in het stopcontact te steken of hem er uit te trekken
Bij langdurig gebruik van de netadapt er kan deze warm
worden. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
.
.
.
.
705A-D-017A
D-15
CTK691D01‑01.book16ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Stroomvoorziening
Automatische stroomonderbreking
De spanning van het keyboard wordt bij werking op batterijen automatisch na ca. 6 minuten na het laatst indrukken van een toets uitgeschakeld. Druk op de POWER toets om de spanning opnieuw in te schakelen wanneer dit gebeurt
De automatische stroomonderbreking werkt niet wanneer
het keyboard op stroom van het lichtnet werkt.
Uitzetten van de automatische stroomonderbreking
Houd de TONE toets ingedrukt terwijl u het keyboard inschakelt om de automatische stroomon d e rb re k er uit te zetten.
Bij uitzetten van de auto matis ch e stro omon der breke r zal
het keyboard niet meer zichzelf uitschakelen ongeacht hoe lang hij blijft staan zonder te worden aangeraakt.
Automatische stroomonderbreking is automatisch
ingeschakeld bij inschakelen van de spanning.
Instellingen
.
Uitschakelen van het keyboard
Vergeet niet op de POWER toets om de spanning uit te schakelen
en let er ook op dat d e LCD verlichting uit is voordat u de verbinding met de netadapter verbreekt of iets anders doet
Probeer de verbinding met de netadapter nooit te verbreken terwijl het keyboard nog ingeschakeld is en probeer de spanning nooit uit te schakelen door andere technieken te gebruiken dan op de POWER toets te drukken. Hierdoor kan de inhoud van het flash­geheugen van het keyboard beschadigd raken. V reemde werking en een abnormaal opstarten van het keyboard zijn sy mptomen van een beschadigd inhoud van het flash-geheugen. Zie “ moeilijkheden
Druk nooit op de POWER toets terwijl de volgende
boodschap op de display van het keyboard te zien is.
Als het keyboard uitgeschakeld word t terw ij l de bov enst aande boodschap zich in de d isplay bevindt, kan da ta (een gebruikersme lodie,
melodiegeheugendat a, enz.) beschadigd raken die zich in het geheugen van het keyboard bevindt. A ls de data eenmaal beschadigd is, kunt u de data waarschijnlijk niet m eer oproepen
” op pagina D-87 voor meer informatie
(boodschap) “Pls Wait” (wachten a.u.b.) of “Bulk In” (grote hoeveelheid gegevens komen binnen)
Oplossen van
.
.
.
Geheugeninhoud
Naast de bovenstaande instellingen, kunnen in de registratiefunctie en de melodiegeheugenfunctie opgeslagen data ook bewaard worden wanneer de spanning van het keyboard uitgeschakeld is
.
De toon, het ritme en andere “belangrijker instellingen van het keyboard ” die van kr acht waren toen u het keyboard met de hand uitschakelde door op de POWER toe ts te drukken of wanneer de automatische stroomonderbreker de spanning uitschakelt, zijn nog steeds in werking wanneer u de spanning d a a rna weer insc hakelt.
Belangrijkste keyboar dinstellingen
Toonnummer, lagen, splitsen, splitspunt, drawbar organ tooninstellingen, transponeren, stemmen, contrastinstellingen, aanslaggevoeligheid, nagalm, zweving, DSP, equalizer, ritmenummer, tempo, keyboardkanaal, MIDI In akkoordbeoordeling aan/uit, begeleiding M IDI uitgangssignaal aan/uit, toe wijsbare aansluitingsinstelling, begeleidingsvolume, gebruikergebied tonen (Synthesizer functie), gebruikergebied begeleidingen, gebruikers DSP gebied, automatisch harmonise ren aan/uit, type van automatisch harmoniseren, mixer aanhouden, DSP aanhouden, Au t o matische beg e le idingsfunctie, alle mixerparameters, al le syn the sizerfunctie parameters, melodiegeheugenmelodie nummers, SMF spelerinstellingen (weergavefunctie, handmatig weergavedeel, SMF weergavevolume)
D-16
Opslaan van instellingen en van de geheugeninhoud
J Betreffende het Flash-geheugen
Uw keyboard wordt gel everd met een ingebo uwd Flash -geheug en, hetgeen data kan blijven behouden zelfs wanneer de stroom volledig is uitgeschakeld. Dit betekent dat zelfs als de batterijen geheel uitgeput zijn, dan kunt u daarna de netadapter aansluiten en de data die in het geheugen opgeslagen zitten, opnieuw oproepen
Wanneer het keyboard op de batterijen werkt, dient u deze zo snel mogelijk te vervangen nadat de eerste tekenen van z wakke batterijen (donkere spanningsindicator, donkere letters in de display, enz.) zich melden. Hoewel het Flash-geheugen van het keyboard niet vluchtig is (hetgeen betekent dat data niet verloren gaat wanneer de spanning wordt onderbroken), kan data verloren gaan als de spanning plotseling uitvalt wanneer data overgeschreven wordt naar het flash-geheugen*
* Tijdens het opslaan of wissen van gebruikersdata,
tijdens het opnemen met de synthesizer, tijdens het oversturen van data vanaf een computer, enz.
.
Resetten van het keyboard
Gebruik de procedure op pagina D-79 om het keyboard te resetten (terug te stellen) waardoor alle data uit het geheugen worden gewist en de instellingen teruggesteld worden tot de oorspronkelijke waarde afgesteld in de fabriek
.
705A-D-018A
.
CTK691D01‑01.book17ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Aansluitingen
Aansluitingen
Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting
Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere aangesloten apparatuur zacht te zetten alvorens de hoofdtelefoon of andere uitwendige apparatuur aan te sluiten. Nadat u klaar bent met het maken van de aansluitingen kunt u dan het volume op het gewenste niveau instellen
Achterpaneel
J Aansluiten van een hoofdtelefoon 1
Bij aansluiten van de hoofdtelefoon wordt tegelijkertijd het geluid van de ingebouwde luidsprekers afgesneden, zodat u 's nachts kunt spelen zonder de buren wakker te houden.
.
Bij aansluiting op een versterker voor
muziekinstrumenten kunt u het volume van het keyboard relatief laag zetten en veranderingen in het volume maken met de bedieningsorganen van de versterker.
Aansluitvoorbeeld
U kunt het keyboard ook aansluiten op een computer of
sequencer. Zie “MIDI” op pagina D-84 voor details.
Aanhoudpedaal/toewijsbare aansluiting
U kunt een los verkrijgbaar aan ho ud p e da al (S P-2 of SP-20) aansluiten op de SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting om daaraan de hieronder beschreven moge li jkheden te verlenen.
Zie “Veranderen van andere instellingen” op pagina D-75 voor details aangaande de pedaal func tie.
J Geluidsapparatuur 2
Sluit het keyboard aan op geluidsapparatuur m.b.v. een los verkrijgbaar aansluitsnoe r met een st an d aardstekker aan de ene kant en twee pinstekkers aan het andere uiteinde, Merk op dat de op het keyboard aangesloten stan daardstekker een stereostekker dient te zij n anders kunt u slechts vi a een van de twee stereo kanalen geluid verkrijgen. Bij deze opstelling zet u de ingangskeuzeschakela ar v an de aan ge sl ot e n geluidsapparatuu r gewoonlijk in de daarvoo r bedoelde stand (normaliter aangeduid als AUX IN of iets in die geest) die dus overeenkomt met waar h e t snoer van het keyboard op aangesloten is. Zie de gebruiksaanwijzing van de geluidsappa rat u u r voor volledig e d e tails.
J Versterker voor muziekinstrumenten 3
Sluit het keyboard m.b.v. een los verkrijgbaar aansluitsnoer aan op de versterker voor m uziekinstrumenten.
Gebruik een aansluitsnoer met een stereo
standaardstekker aan het uiteinde dat u op het keyboard aansluit en een stekker, die vo orziet in een dubbele signaalingang (links en r ec hts), o p de verst erker waaro p u de aansluiting tot stand brengt. Bij gebruik van een verkeerde stekker aan een van beide uiteinden kan het stereo-effect verloren gaan.
1 SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting
J Aanhoudpedaal
Bij pianotonen zal het geluid aangehouden worden als
het pedaal wordt ingetrapt, net zoals bij het demppedaal van een piano.
Bij orgeltonen wordt het geluid doorlopend
aangehouden totdat het pedaal wordt losgelaten.
J Sostenutopedaal
Zoals bij het aanhoudpedaal hierb ov e n za l h et gelui d
aangehouden worden bij intrappen van het sostenutopedaal.
Het verschil tussen een sostenuto pedaal en een
aanhoudpedaal is de timing.
705A-D-019A
D-17
CTK691D01‑01.book18ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Aansluitingen
Bij een sostenutopedaal, kunt u op de klaviertoetsen
drukken en vervolgens het pedaal intrappen voordat u de klaviertoetsen loslaat. Dan worden enkel die noten aangehouden die klonken wanneer het pedaal werd ingetrapt.
J Zacht pedaal
Bij intrappen van het pedaal wordt de weergegeven noten verzacht.
J Ritme start/stoppedaal
In dit geval vervult het pedaal de zelfde functies als de START/STOP toets.
Accessoires en opties
Gebruik enkel de accessoires en opties die genoemd worden voor dit keyboard. Bij gebruik van niet-erkende items bestaat er gevaar op brand, electrische schok en persoonlijk letsel.
D-18
705A-D-020A
CTK691D01‑01.book19ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Basisbediening
Basisbediening
1 VOLUME 2 POWER 3 TONE 4 DSP 5 PIANO SETTING 6 START/STOP 7 Cijfertoetsen 8 [+[/[–]
Dit hoofdstuk geeft informatie betreffende het uitvoeren van basis keyboardbediening.
Instellen van een toon
Spelen op het keyboard
1. Druk op de POWER toets om het keyboard in te
schakelen.
2. Gebruik de VOLUME regelaar om het volume in
te stellen op een relatief laag niveau.
3. Speel iets op het keyboard.
Deze piano wordt afgeleverd met ingebouwde tonen zoa ls hieronder aangegeven. Een gedeeltelijke lijst van de verkrijgbare toonnamen is afgebeeld op het console van het keyboard. Zie de “Toonlijst” op pagina A-1 van deze gebruiksaanwijzing voor een volledige lijst. “Geavanceerde tone n” zij n v ariaties op standaard tone n , die gecreëerd worden door het programmeren van ef fecten (DSP) en andere instellin g e n. Voor details aangaande de tonen van het trekstaaf orgel,verwijs naar “Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)” op pagina D-23.
Toontypes
Standaardtonen: 516 vo or keuzetonen + 124 gebruikerstonen
Nummer
000-299 300 Geavanceerde tonen Aan 300-499 200 Voorkeuzetonen Uit 500-515 16 Drumsets Uit 600-699 100
700-719 20
800-803 4
Aantal
tonen
Toontype
Gebruikerstonen ( *2) Gebruikerstonen met
golven (*4) Gebruikersdrumsets
met golven (*4)
DSP lijn
aan/uit (*1)
Aan/uit (*3)
Aan/uit (*3)
Aan/uit (*5)
705A-D-021A
D-19
CTK691D01‑01.book20ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Basisbediening
Trekstaaf orgeltonen : 50 voorkeuzetonen + 1 00 gebruikerstonen
Nummer
000-049 50 Voorkeuzetonen Aan/uit (*5) 100-199 100
*1: Zie “Het veranderen van tonen en het configureren van
DSP effectinstellingen” op pagina D-21.
*2: Geheugengebied voor tonen die u gecreëerd heeft. Zie
“Synthesizerfunctie” op pagina D-46. De gebruikerstoongebieden 600 tot en met 699 bevatten aanvankelijk dezelfde da ta als d e DSP types 000 tot en met 099.
*3: Dit hangt af van de brontoon of de tooninstelling. Zie
“Synthesizerfunctie” op pagina D-46 voor meer informatie.
*4: Gebied voor data die vanaf een computer werd
gestuurd. Zie “Gebruik van de data download service” op pagina D-86 voor meer informatie. Voor informatie aangaande golfvormen, zie “Creëren van een gebruikerstoon” op pagina D-49.
*5: Dit hangt af van de toon. De status ervan kan worden
bekeken door naar de DSP toets te kijken. Zie “DSP Toets” op pagina D-29 voor meer informatie.
*6: Geheugengebied voor tonen die door gecreëerd worden.
Zie “Een trekstaaforgeltoon bewerken” op pagina D-24. Gebruikers trefstaaforgeltoon gebieden bevatten aanvankelijk twee setten met dezelfde data als de trefstaaforgeltoon types 000 tot en m et 049 .
Aantal
tonen
Toontype
Gebruikerstoon (*6)
DSP lijn
aan/uit (*1)
Aan/uit (*3)
Instellen van een toon
1. Vind de te gebruiken toon op de toonlijst en
maak een notitie van het toonnummer.
2. D ruk op de TONE toets.
3. Voer het drie-cijferige toonnummer in van de
bewuste toon m.b.v. de cijfertoetsen.
Voorbeeld:
Om “332 ACOUSTIC BASS GM” te selecteren, voer 3, 3 en daarna 2 in.
Voer altijd alle drie cijfers in van het toonnummer inclusief
eventuele voorafgaande nullen.
U kunt het aangegeven to onnummer teven s vergrote n met
de [+] toets en verkleinen met de [–] toets.
Wanneer één van de drumsets geselecteerd is
(toonnummers 500 tot en met 51 5), dan wordt aan elke klaviertoets een ander percussiegeluid toegewez en. Zie pagina A-12 voor details.
U kunt toonnummers die niet in de boven staande berei ken
(standaardtonen 516 tot en met 599 en 720 tot e n met 799 , en trekstaaf orgeltone n van 050 t ot en met 099) vallen niet selecteren. U kunt bladeren door de ongebruikte nu mmers wanneer u de [+] en [–] toetsen gebruikt om door de toonnummers te bladeren. Wanneer u bijvoorbeeld op [+] drukt terwijl 515 geselecteerd is, springt het nummer door naar 600.
D-20
Polyfonie
De term polyfonie refereert aan het maximal aantal noten dat u op hetzelfde moment kunt spelen. Het keyboard heeft 32-noten polyfonie, hetgeen zowel d e noten die u spee lt omvat als de r itmes en automatisch begeleidingspatronen die door het keyboard worden gespeeld. Dit be te ken t du s dat wa nneer een ritme of een automatisch begeleidingspatroon gespeeld wordt door dit keyboard, het aantal noten (de polyfo nie dus) gereduceer d wordt dat open staat voor spele n op het t oetsenbor d. Merk te vens op dat sommige van de tonen slechts 10-noten polyfonie geven
.
705A-D-022A
CTK691D01‑01.book21ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Basisbediening
Digitale monsters
Veel van de klanken die beschikbaar zijn op dit keyboard zijn opgenomen en bewerkt met behulp van een techniek die (digital sampling) wordt genoemd. Om een hoge klankkwaliteit te verzekeren worden monsters (samples) genomen in de lage, midden en hoge frequentiegebieden en vervolgens weer gecombineerd om u te voorzien van geluiden die verbazingwekkend veel overeenkomen met de originelen. Soms zult u minieme verschillen in volume of geluidskwaliteit horen voor sommige klanken wanneer u ze op verschillende plaatse n op het toetsen bord speelt. Dit is een onvermijdelijke bijwerking van m eervoudig monsters maken en is geen teken van onjuist functioneren.
Het veranderen van tonen en het configureren van DSP effectinstellingen
Dit keyboard heeft slechts een enkele DSP klankbron. Hierdoor kunnen bij tonen waarbij DSP ingesteld is voor meerdere onderdelen bij het het maken van meerdere lagen en splitsen van tonen ( pagina D-70, 71) conflicten opt re d e n. Om conflicten te vermijden, wordt DSP toegewezen aan de laatste toon waarbij DSP ingesteld is terwijl DSP voor alle andere onderdelen uitgeschakeld (DSP lijn uit (OFF)) is. DSP lijn is een parameter die regelt of het op dat moment ingestelde DSP effect van toepassing is op een onderdeel.* Elke toon heeft een DSP lijnparameter. Door het selecteren van een toon wordt de DSP lijnparameter van die toon uitgeoefend op alle onderdelen.
* De DSP lijnparameter is ingeschakeld (het DSP effect
wordt uitgeoefend) bij de 300 geavanceerde tonen die genummerd zijn van 000 tot en met 299, en uitgeschakel d (het DSP effect wordt niet uitgeoefend) bij de 200 voorkeuzetonen genumme rd van 300 tot en met 499. Voor informatie ove r andere tonen, raadpleeg “Toontypes” op pagina D-19.
PIANO SETTING toets
Het indrukken van deze toets ve randert d e inste llin g van het keyboard om het te optimali se re n voor spelen op de piano.
Instellingen
Toonnummer: “000 St.GrPno”
Ritmenummer: “120 Pf Bld 1”
Begeleidingsfunctie: Normaal
Gelaagd: Uit
Splitsing: Uit
Automatisch harmoniseren
Transponeren: 0
Aanslaggevoeligheid: Uit: Keer t terug n aar de
Toewijsbare
aansluiting:
Lokale contr ole: Aan
Instelling van de
mixerkanaal 1 parameter
: Uit
oorspronkelijke inst elling Aan: Geen verandering SUS
: Hangt af van de toon
J De keyboard instellingen optimaliseren voor
spelen op de piano
1. D ruk op de PIANO SETTIN G toets.
2. Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
De noten die u speelt klinken als bij een piano.
3. D ruk op de STAR T/STOP toets als u met
ritmebegeleiding wilt spelen.
Hierdoor gaat een ritme spelen dat
geoptimaliseerd is voo r d e pi ano.
Druk nogmaals op de START/STOP toets om het
spelen van het ritme te stoppen.
705A-D-023A
D-21
CTK691D01‑01.book22ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Basisbediening
Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl een
ritme aan het spelen i s, wor dt het r i tme ges topt wa arna de instelling van het keyboard vervolgens verandert.
Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl de
synthesizerfunctie o f e en an der e func ti e van h et k e yboard ingeschakeld is, wordt de huidige f unctie verlaten waarna de instelling van het keyboard vervolgens verandert.
De instelling van het keyboard verandert ni et als u op de
PIANO SETTING toets drukt onde r één van de volgende omstandigheden.
* Tijdens realtime opname, tij dens stapopname of
tijdens het gebruik van de montagefunctie van het melodiegeheugen.
* Terwijl de melding voor het opslaan van data of het
overschrijven van data op de display aangegeven wordt
* Tijdens een registratiedata-opslagbewerking
D-22
705A-D-024A
CTK691D01‑01.book23ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
1 DRAWBAR ORGAN 2 [ ]/[ ]/[ ]/[ ] CURSOR 3 EXIT 4 Cijfertoetsen 5 [
Uw keyboard heeft ingebouwde “ trekstaaforgeltonen ” die gewijzigd kunnen worde n m.b.v. negen digitale tr ekstaven waarvan de bediening eender is aan die van de regelaars bij een trekstaaforgel. U kunt ook percussie selecteren of toetsklikken. Er is genoeg ruimte in het geheugen voor het opslaan van maximaal 100 door de gebruiker gecreëerde trekstaaftoon variaties.
+
]/[–]
Trekstaaforgel bedieningsvolgorde
* U kunt het selectiescherm vo or de trekstaaf orgeltoon ook ver krijgen van het functie scherm voor d e melodiegeheugenf unctie
of de SMF weergave. In dit geval verschijnt echter het bewerkingsscherm voor de trekstaaforgeltoon niet.
705A-D-025A
D-23
CTK691D01‑01.book24ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
2. Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om
Een trefstaaforgeltoon selecteren
1. Vind de te gebruiken trefstaaforgeltoon op de
toonlijst en maak een notitie van het toonnummer.
2. Druk op de DRAWBAR ORGAN toets.
Hierdoor verschijnt het selectiescherm voor de
trekstaaforgeltoon.
1 Toonnummer 2 Toonnaam
3. Gebruik de cijfertoetsen om het driecijferige
toonnummer in te voeren vo or de toon die u wilt selecteren.
3. Gebrui k de [ ] en [ ] CURSOR toetsen of
Voer altijd alle drie cijfers in voor het t oonnummer , inclu sief
eventuele voorafgaande nullen.
U kunt ook het aangegeven toonnummer met telkens
één vergroten of verkleinen door op de [+] en op de [–] toetsen te drukken.
Een trekstaaforgeltoon
het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon te verkrijgen. Selecteer de parameter waarvan u de instelling wilt veranderen.
Voorbeeld:
Selecteren van de “F t1 6’” parameter
1 Parameterinstelling 2 Parameternaam
In het totaal zijn er 13 parameters. U kunt de
[ ] en [ ] CURSOR toetsen gebruiken om door de instellingen heen te gaan. Zie “Parameter details” op pagina D-25 voor nadere informatie .
Terwijl het “More?” (meer?) scherm zich op de
display bevindt, kunt u doorgaan naar de synthesizer en DSP effect bewerkingsschermen door te drukken op de [ ] CURSOR toets of op de [+] toets.
de [+] en [–] toetsen om de instelling van de momenteel aangegeven parameter te veranderen.
U kunt een parameterinstelling ook veranderen
door een waarde in te voeren m.b.v. de cijfertoetsen.
U kunt de veranderingen in een toon bemerken
door noten op het keyboard te spelen terwijl u de parameterinstellingen aan het instellen bent.
bewerken
1. Selecteer de treks taaforgeltoon (000 tot en met
049, 100 tot en met 199) die u wilt bewerken.
D-24
Wanneer een andere toon gesele cteerd wordt nadat u de
parameters bewerkt heeft, zullen de p arameterinst ellingen vervangen worden door die va n de nieuw geselecteerde toon.
Als u trefstaaforgeltonen toegewezen heeft aan meer dan
één kanaal, dan zal bij wijzigen van de instelling van de trefstaaforgeltoon instelling van één van de kanalen, diezelfde instelling ook worden toegepast op alle andere kanalen.
Zie “Het opslaan van ee n bewerkte trekstaaforgeltoon” op
pagina D-26 voor informatie over het opslaan van uw bewerkingen.
705A-D-026A
CTK691D01‑01.book25ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
Het bewerken van synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de trekstaaftonen
Precies zoals bij standaard (ni et-trek staaf) tonen, kunt u de synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de trekstaaforgel tonen bewerken Zie “Trekstaaforgel bedieningsvolgorde” op pagi na D-23.
1. Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om
de “More?” (meer?) display te verkrijgen en druk vervolgens op de [ ] CURSOR toets.
Hierdoor wordt de synthesizerfun cti e
ingeschakeld, hetgeen wordt aangegeven door de aanwijzer naast SYNTH in het displayscherm.
Voer voor de rest van deze procedure de stappen
uit te beginnen met stap 3 onder “Creëren van een gebruikerstoon” op pagina D-49.
Parameter details
Het volgende geeft details over de parameters die u kunt configureren m.b.v. het trekstaaforgel toon bewerkingsscherm.
Klik
De parameter bepaalt of een toets k lik a l da n niet toegevoegd wordt wanneer een aangehouden toon wordt gespeeld die geconfigureerd is m.b.v. de trekstaven.
Parameternaam
Klik Click
Parameterdisplay
aanduiding
Instellingen
oFF: (uit)
on: (aan)
Click Off (klik uit)
Click On (klik aan)
Percussie
Deze parameter laat u percussiegeluid toevoegen, hetgeen in modulatie voorziet bi j aangeh oude n to ne n di e u aan he t cre ëren bent. Wanneer u een klaviertoets op het toetsenbord ingedrukt houdt, zal het geproduceerde langzaam wegsterven tot het niet langer te horen i s. Door de k lavier toets nog maals aan te slaan zal de noot weer luider weergegeven worden. Percussie heeft de “2nd Percussion” (2de over toon toonhoogte) en de “3rd Percussion” (3de overtoon toonhoogte) instellingen, die elk in- of uitgeschakeld kunnen worden U kunt de percussie wegsterftijd ook specificeren, hetgeen regelt hoe lang het duurt vo or het percussiegeluid om weg te ster ven
.
.
Trekstaaf positie
Deze parameter definiëert de positie van el ke trekstaaf en het volume van elke overtoon. Hoe groter de waarde, des te groter het volume van de corresponderende overtoon.
Parameternaam
Trekstaaf 16’ Ft16’ 0 tot en met 3 Trekstaaf 5 1/3’ Ft 5 1/3’ 0 tot en met 3 Trekstaaf 8’ Ft 8’ 0 tot en met 3 Trekstaaf 4’ Ft 4’ 0 tot en met 3 Trekstaaf 2 2/3’ Ft 2 2/3’ 0 tot en met 3 Trekstaaf 2’ Ft 2’ 0 tot en met 3 Trekstaaf 1 3/5’ Ft 1 3/5’ 0 tot en met 3 Trekstaaf 1 1/3’ Ft 1 1/3’ 0 tot en met 3 Trekstaaf 1’ Ft 1’ 0 tot en met 3
(Ft: voet)
Parameterdisplay
indicatie
Instellingen
Parameternaam
2nd Percussion (tweede percussie)
3rd Percussi on (derde percussie)
Percussiewegsterftijd
Parameterdisplay
aanduiding
Second (tweede)
Third (derde)
Decay (wegsterven)
Instellingen
oFF: (uit) on: (aan)
oFF: (uit) on: (aan) 000 tot en met 127
J Inhoud van de display tijdens de
trekstaaforgelfunctie
Tijdens de trekstaaforgelfunctie worden de huidige status van de trekstaafposities, toetsklikken, en percus s ieparameters aangegeven op de staafaa nduidingen van de display zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Er is één lijn voor elke parameter en het onderste segment van de g eselecteerde parameterlijn knippert Het onderste segment van de staafgr a f iek k o lo m die de huidige geselecteerde parameter voorstelt, gaat knipperen om aan te geven dat deze geselecteerd is. Geen van de kanaalnummers (1 tot en met 16) is aangegeven tijdens de trekstaaforgel selectiefunctie en de bewerkingsfuntie.
.
705A-D-027A
D-25
CTK691D01‑01.book26ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
Trekstaafpositiegrafiek
Instelwaarde 0 1 2 3
Display
Uit Aan
Knippert
Klik en percussie aan/uit gra fiek
Instelwaarde Uit Aan
Display
Percussie vertraging st ijdg ra fiek
Instelwaarde 0-31 32-63 64-95 96-127
Display
Het opslaan van een bewerkte
5. Druk nadat alles naar wens is op de [ ]
CURSOR toets om de toon op te slaan.
Hierdoor verschijnt een bevestigi ngsboods c hap
die u vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op de YES toets om de data inderdaad op te slaan.
Nadat het opslaan is voltooid verschijnt de
boodschap “Complete” (kla ar) waarna de display opnieuw het toonselectie sc h e rm of het ritmeselectiescherm aangeeft.
Druk op de EXIT toets om het op slaan te
annuleren.
trekstaaforgeltoon
1. Gebruik na het bewerken van parameters de
[ ] en [ ] CURSOR toetsen om de “More?” (meer?) display te verkrijgen.
2. Druk driemaal op de [ ] CURSOR toets om
het scherm te verkrijgen voor het invoeren van een toonnaam en het toewijzen van een toonnummer.
3. Gebruik de [
toonnummer te selecteren .
U kunt een toonnummer selecteren binnen het
bereik lopend van 100 tot en met 199.
] en [–] toetsen om een
+
4. Druk nadat de toon naam naar wens inge steld is
op de [ ] CURSOR toets om de toon op te slaan.
Gebruik de [+] en [–] toetsen om door d e letters bij
de huidige cursorlocatie heen te bladeren.
Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om de
cursor naar links en naar rechts te verplaatsen.
Zie D-52 pagina voor informat ie ov er het
invoeren van tekst.
D-26
705A-D-028A
CTK691D01‑01.book27ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Toepassen van effecten op tonen
Toepassen van effecten op tonen
1 EFFECT 2 EXIT 3 DSP 4 [ ]/[ ]/[ ]/[ ] CURSOR 5 Cijfertoetsen 6 [
+
]/[–]
Dit keyboard geeft u een selectie van effecten die u kunt toepassen op tonen. De ingebouwde effecten omvatten een grote rijkheid aan variaties u toegang ge ve n tot een selectie van alg e mene digitale effecten.
Effectblokken
Het volgende toont hoe de effecten van dit keyboard georganiseerd zijn.
J DSP
DSP effecten worden uitgeoefend op de aansl uiting tussen de klankbron en het uitgangssignaal. U kunt vervorming en modulatie effecten selecteren. U kunt DSP effectinstellingen creëren en tevens gedownloade DSP data van uw computer oversturen. Het keyboard heeft geheugen voor het opslaan van maximaal 100 DSP effectinstellingen. Zie “Gebruik va n de data download service” op pagina D-86 en “Opslaan van de instellingen van de DSP parameters” op pagina D-29 voor nadere informat ie .
J REVERB (Nagalm)
Nagalm boots t d e ak oe st ie k e n na van specifieke omgevingstypes. U kunt kiezen uit 16 verschillende nagalmeffecten, inclusief “Room” (kamer) en “Hall” (zaal).
J CHORUS (Zweving)
Het zwevingseffect geeft het geluid meer diepte door het te laten vibreren. U kunt kiezen uit 16 verschillende zwevingseffecten, inc lusief “Chorus” (zweving ) en “Flanger”.
De equalizer is een ander type effect dat u kunt gebruiken om bijstellingen te maken in de toonkwaliteit. De frequenties zijn verdeeld over een aantal frequentiebanden en het verhogen of verlagen van het niveau van één of meerdere frequentiebanden heeft een wij ziging in het ge luid tot gevolg. U kunt de optimale akoestie ke n re p roduceren voor het type musiek dat u aan het spelen bent ( bijvoorbeeld kl assiek) door de van toepassing zijnde equalizerinstelling te selecter en.
Instellen van een DSP type
Naast de 100 ingebouwde effecttypes kunt u ook effecttypes bewerken om uw eigen types te creëren en ze op te slaan in het gebruikersgeheugen. U kunt maximaal 100 effecttypes tegelijkertijd in het gebruikersgeheugen hebben. U kunt ook het DSP type selecteren of de laatste toon die gebruikt is waarbij DSP mogelijk is. Dit betekent dat u altijd toegang heeft tot het DSP type van gavanceerde tonen en tonen die u kunt downloaden van het Internet. Om het DSP type van de laatst gebruikte toon waarbij DSP ingeschakeld is te selecteren, dient u “ton ” in stap 3 van de onderstaan de procedure te selecteren.
Voer de volgende stappen uit om een DSP type te selecteren.
Bij gebruik van een DSP effect dient u de mix er te
gebruiken om te bevestigen dat de DSP lijnen van de vereiste onderdelen inges chakeld is. Zie “Mixerfunc tie” op pagina D-41 voor meer inf ormatie.
705A-D-029A
D-27
CTK691D01‑01.book28ページ2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Toepassen van effecten op tonen
1. Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer naas t
EFFECT in de display verschijnt.
2. Druk op de [ ] CURSOR toets.
Het DSP type instelscherm versch ijnt
automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van de toets.
3. Selecteer het gewe nste type DSP m.b.v. de [
en [–] toetsen of de cijfertoetsen.
Zie de “Effectenlijst” op pagina A-18 voor
informatie aangaande de DSP types die kunnen worden geslecteerd.
Hire kunt u ook de parameters veranderen van
de effecten die u selecteerde, indien u dit wenst. Zie “Veranderen van de instellingen va n de D SP parameters” voor meer informatie.
Het DSP type displaygebied toont het DSP nummer (000
tot en met 199) of “ton” (gebruikerstoon gecreëerd m.b.v. DSP).
Veranderen van de instellingen van de DSP parameters
U kunt de relatieve sterkte van een DSP en hoe deze wordt toegepast regelen. Zie de volgende paragraaf getiteld “DSP parameters” voor meer informatie.
1. Gebruik na het selecteren van het gewenste
DSP type de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt veranderen.
Hierdoor verschijnt het parameterinstelscherm.
2. Maak de gewenste parameterinstelling m.b.v.
de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen.
Door de [+] en [–] toetsen tegelijkertijd in te
drukken wordt de oorspronkelijke instelling van de parameter opnieuw verkregen.
3. Druk op de EFFECT of EXIT toets.
Hierdoor wordt het toon of ritme instelscherm
verlaten.
DSP parameters
Het volgende beschrijft de parameters voor elke DSP .
J DSP
z Parameter 0 tot en met 7
]
+
Deze parameters verschillen afhankelijk van het algoritme* van het geselecteerde DSP type. Zie de “Effectenlijst” op pagina A-18 en de “DSP algoritmelijst” op pagina D-93 voor meer informatie.
* Effectorstructuur en –bedieningstype.
z DSP nagalmzenden (DSP Reverb Send)
(Bereik 000 tot en met 127) Specificeert hoeveel van h et post-DSP geluid naar nagalm
dient te worden gezonden.
z DSP zwevingszenden (DSP Chorus Send)
(Bereik 000 tot en met 127) Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar
zweving dient te worden gezonden.
Of een effect al dan niet toegepast wordt op de delen die
klinken hangt af van de nagalmz enden, zwevingzend en en DSP aan/uit instellingen van de mixerfunctie. Zie “Mixerfunctie” op pagina D-41 voor meer informatie.
Bij weergeven van een demonstra tiemelodie (pagina D-11)
verandert het effect automatisch naar het effect dat toegewezen is aan die melodie. U kunt het effect van een demonstratiemelodie niet veranderen.
Door de effectinstelling te veranderen terwijl het geluid
weergegeven wordt door het keyboard, zal een korte onderbreking in het geluid p laatsvinde n op het mo ment dat van effect wordt veranderd.
Een aantal tonen, die de “Advanced Tones,”
(geavanceerde tonen) worden genoemd, schakelen automatisch de DSP lijn in voor een rijker geluid met een hogere kwaliteit. Als u een geava nceerde toon toewijst aan een toetsenborddeel (kanalen 1 tot en met 4), wordt de DSP lijn automatisch ingeschakeld en de DSP selectie verandert in overeenkomst met de instellingen van de Advanced Tone (geavancee rde toon). Daa rnaast wordt de aan/uit instelling van de mixerfunctie DSP lijn ingeschakeld voor het toetsenborddeel waaraan de Advanced Tone (geavanceerde toon) is toegewezen.*
* De mixer DSP lijn instelling wordt automatisch
uitgeschakeld voor elk deel waaraan geen geavanceerde toon is toegewezen. Hierdoor worden eerdere o p deze del en uitg eoefen de DSP effecten uitgeschakeld waardoor de klank van hun tonen anders kan klinken. Verkrij g in dit geval he t mixerscherm en schakel de DSP weer in.
D-28
705A-D-030A
Loading...
+ 101 hidden pages