InstallatiehandleidingVolg de instructies voor het instellen van uw
Basis
gebruikershandleiding
Geavanceerde
gebruikershandleiding
Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Handleiding Web
Connect
AirPrint handleidingIn deze handleiding wordt uitgelegd hoe u AirPrint
Google cloud print
handleiding
Lees deze handleiding eerst. Lees de
Veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt.
Raadpleeg deze handleiding voor
handelsmerken en wettelijke beperkingen.
machine en het installeren van de drivers en de
software voor het besturingssysteem en het type
verbinding dat u gebruikt.
Maak kennis met de standaardhandelingen voor
faxen, kopiëren, scannen, PhotoCapture
1
Center™ en afdrukken op schijf
verbruiksartikelen kunt vervangen. Raadpleeg de
tips voor het oplossen van problemen.
Maak kennis met geavanceerde handelingen:
faxen, kopiëren, beveiliging, rapporten
afdrukken en routineonderhoud uitvoeren.
Deze handleiding bevat instructies voor scannen,
afdrukken, PC-Fax, afdrukken op schijf
andere bewerkingen die kunnen worden uitgevoerd
wanneer u de Brother-machine aansluit op een
computer. Daarnaast bevat deze handleiding
nuttige informatie over het gebruik van het Brother
ControlCenter, het gebruik van uw machine in een
netwerkomgeving en veelgebruikte termen.
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het
oproepen van internetservices vanaf de
Brother-machine, het downloaden van
afbeeldingen, het afdrukken van gegevens en het
rechtstreeks uploaden van bestanden naar
internetservices.
gebruikt om via OS X v10.7.x, 10.8.x en uw iPhone,
iPod touch, iPad of een ander iOS-apparaat af te
drukken op uw Brother-machine zonder een
printerdriver te installeren.
Deze handleiding bevat informatie over het gebruik
van Google Cloud Print™-diensten voor afdrukken
via internet.
en bekijk hoe u
1
, en
Afgedrukt /
In de verpakking
Afgedrukt /
In de verpakking
Afgedrukt /
In de verpakking
PDF-bestand /
cd-rom
HTML-bestand /
cd-rom
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
3
3
3
2
i
Welke handleiding?Wat staat erin?Waar is de
handleiding?
Wi-Fi Direct™
handleiding
1
In deze handleiding wordt beschreven hoe u uw
Brother-machine configureert en gebruikt voor
draadloos afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
ondersteuning biedt voor de Wi-Fi
Direct™-standaard.
Handleiding mobiel
printen/scannen voor
Brother iPrint&Scan
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het
afdrukken vanaf uw mobiele apparaat en het
scannen vanaf de Brother-machine naar uw
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
mobiele apparaat, indien aangesloten op een
Wi-Fi-netwerk.
De machine reinigen en controleren .................................................................. 76
De buitenkant van de machine reinigen ....................................................... 76
De geleiderol van de machine reinigen ........................................................ 77
De papierinvoerrollen reinigen ..................................................................... 77
De papierdoorvoerrollen reinigen ................................................................. 78
Het inktvolume controleren .......................................................................... 79
De machine inpakken en vervoeren .................................................................. 80
BVerklarende woordenlijst 83
CIndex 87
vi
vii
1
Algemene instellingen
BELANGRIJKE OPMERKING
De meeste afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn gebaseerd op model
MFC-J870DW.
1
Opslag in geheugen
(MFC-J870DW)
Uw menu-instellingen worden permanent
opgeslagen en blijven bij een eventuele
stroomstoring behouden. Tijdelijke
instellingen (zoals Internationaal) gaan
verloren. Als u Nieuwe standaard hebt
geselecteerd als voorkeursinstelling voor
Fax, Scannen, Kopiëren en Foto, gaan de
instellingen niet verloren. Bovendien blijven
tijdens een stroomstoring de datum en tijd en
geprogrammeerde faxtaken (zoals
Tijdklok) maximaal 24 uur behouden.
(DCP-J552DW, 752DW en MFC-J650DW)
Uw menu-instellingen worden permanent
opgeslagen en blijven bij een eventuele
stroomstoring behouden. Tijdelijke
1
instellingen (zoals Internationaal
verloren. Als u Nieuwe standaard hebt
geselecteerd als voorkeursinstelling voor
1
, Scannen, Kopiëren en Foto, gaan
Fax
de instellingen niet verloren. Mogelijk dient u
wel de datum en tijd opnieuw in te stellen.
1
Alleen MFC-J650DW
) gaan
Automatisch zomertijd
instellen
(MFC-modellen)
U kunt de machine zo instellen dat de
zomertijd automatisch wordt ingeschakeld.
De machine wordt dan automatisch in de
lente een uur vooruit gezet en in de herfst een
uur achteruit. Zorg daarbij wel dat u de juiste
datum en tijd instelt bij Datum&Tijd.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d
Druk op Stand.instel.
e
Druk op a of b om Datum&Tijd weer te
geven.
f
Druk op Datum&Tijd.
g
Druk op Aut. zomertijd.
h
Druk op Uit (of Aan).
i
Druk op .
1
Hoofdstuk 1
Slaapstand
U kunt opgeven na hoeveel tijd (maximaal 60
minuten) de machine in de slaapstand wordt
gezet wanneer er geen gebruik van wordt
gemaakt. Zodra een bewerking op de
machine wordt uitgevoerd, wordt de timer
opnieuw gestart.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d
Druk op Standaardinst.
e
Druk op a of b om Slaapstand weer te
geven.
f
Druk op Slaapstand.
g
Druk op a of b om 1Min. (Min),
2Min., 3Min., 5Min., 10Min.,
30Min. of 60Min. weer te geven en op
te geven na hoeveel tijd de machine bij
inactiviteit in de slaapstand moet worden
gezet. Druk op de gewenste optie.
h
Druk op .
Automatisch
uitschakelen
(DCP-modellen)
Als u de functie Automatisch uitschakelen
activeert, wordt de machine nadat deze in de
slaapstand is gezet na verloop van het aantal
uur dat u hebt ingesteld automatisch
uitgeschakeld. Als deze functie is ingesteld op
Uit, wordt de machine niet automatisch
uitgeschakeld.
De standaardinstelling is 1uur.
OPMERKING
De machine schakelt niet automatisch uit
wanneer:
• deze is aangesloten op een draadloos
netwerk
• WLAN Activeren
(WLAN activeren) is ingesteld op
Aan.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d
Druk op Standaardinst.
e
Druk op a of b om Autom. uit weer te
geven.
f
Druk op Autom. uit.
g
Druk op a of b om 1uur, 2uren, 4uren,
8uren of Uit weer te geven en druk dan
op de optie die u wilt instellen.
h
Druk op .
2
Touchscreen-LCD
De taal van het touchscreen
wijzigen (afhankelijk van uw
model)
U kunt de taal van het touchscreen wijzigen.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d
Druk op Stand.instel.
Algemene instellingen
f
Druk op LCD instell.
g
Druk op Lichtdim-timer.
h
Druk op a of b om 10Sec., 20Sec.,
30Sec. of Uit weer te geven en druk
op de optie die u wilt instellen.
i
Druk op .
1
e
(alleen MFC-modellen)
Druk op a of b om Taalkeuze weer te
geven.
f
Druk op Taalkeuze.
g
Druk op uw taal.
h
Druk op .
De lichtdimtimer voor de
achtergrondverlichting
instellen
U kunt instellen hoe lang de
achtergrondverlichting van het TouchscreenLCD blijft branden nadat u dit voor het laatst
hebt aangeraakt.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d
Druk op Standaardinst.
e
Druk op a of b om LCD instell. weer
te geven.
3
Beveiligingsfuncties
2
(MFC-modellen)
Verzendslot
(MFC-J650DW)
Met de functie Verzendslot kunt u voorkomen
dat ongeautoriseerde personen toegang
hebben tot de machine. U kunt uitgestelde
faxen of pollingtaken dan niet meer
inplannen. Voordien geplande uitgestelde
faxen worden echter wel verzonden ook al
activeert u het verzendslot. Deze gaan dus
niet verloren.
Wanneer Verzendslot is ingeschakeld, zijn de
volgende functies beschikbaar:
Faxen ontvangen
Fax doorzenden
(Als Fax doorzenden al was ingeschakeld)
Het wachtwoord voor
Verzendslot instellen en
veranderen
OPMERKING
Als u het wachtwoord al hebt ingesteld,
hoeft u dit niet opnieuw te doen.
Het wachtwoord instellen
Zorg ervoor dat u het wachtwoord noteert en
op een veilige plek bewaart.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
Afstandsbediening
(Als Fax opslaan al was ingeschakeld)
1
PC-Fax ontvangen
(Als PC-Fax ontvangen al was
ingeschakeld)
1
Wanneer de functie Verzendslot is ingeschakeld,
blijft de machine faxen ontvangen en slaat de
machine deze faxen op in het geheugen. Zodra
Verzendslot wordt uitgeschakeld, worden de faxen
naar de pc verzonden die u hebt opgegeven.
Wanneer Verzendslot is ingeschakeld, zijn de
volgende functies NIET beschikbaar:
Bediening vanaf het bedieningspaneel
Afdrukken vanaf computer
OPMERKING
Vraag de klantenservice van Brother om
hulp wanneer u het wachtwoord voor de
functie Verzendslot bent vergeten.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
f
Druk op Diversen.
g
Druk op Verzendslot.
h
Voer een viercijferig wachtwoord in met
behulp van het toetsenbord op het
touchscreen.
Druk op OK.
i
Als Controleren op het touchscreen
wordt weergegeven, voert u het
wachtwoord opnieuw in via het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
j
Druk op .
4
Beveiligingsfuncties (MFC-modellen)
Het wachtwoord wijzigen
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
f
Druk op Diversen.
g
Druk op Verzendslot.
h
Druk op Wachtw. inst.
i
Voer de vier cijfers van het huidige
wachtwoord in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
j
Voer vier cijfers voor het nieuwe
wachtwoord in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
k
Als Controleren op het touchscreen
wordt weergegeven, voert u het nieuwe
wachtwoord opnieuw in via het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
l
Druk op .
Verzendslot in-/uitschakelen
Verzendslot inschakelen
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
f
Druk op Diversen.
g
Druk op Verzendslot.
h
Druk op Verzendslot
Aan (Stel TX-slot in).
i
Voer het geregistreerde viercijferige
wachtwoord in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
De machine gaat offline en op het
touchscreen wordt Verzendslot
weergegeven.
Verzendslot uitschakelen
a
Druk op Ontgr.
b
Voer het geregistreerde viercijferige
wachtwoord in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
Verzendslot is uitgeschakeld.
2
OPMERKING
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
wordt Fout wachtwoord op het
touchscreen weergegeven en blijft de
machine offline. De machine blijft in de
verzendslotstand tot het geregistreerde
wachtwoord wordt ingevoerd.
5
Hoofdstuk 2
Geheugenbeveiliging
(MFC-J870DW)
Met de functie Geheugenbeveiliging kunt u
voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen
tot uw machine. U kunt uitgestelde faxen of
pollingtaken dan niet inplannen. Voordien
geplande uitgestelde faxen worden echter
wel verzonden, zelfs als u
Geheugenbeveiliging inschakelt. De
documenten gaan dus niet verloren.
Wanneer Geheugenbeveiliging is
ingeschakeld, zijn de volgende functies
beschikbaar:
Faxen in het geheugen ontvangen
(beperkt door geheugencapaciteit)
Fax doorzenden (als Fax doorzenden al
was ingeschakeld)
Afstandsbediening (als Fax opslaan al
was ingeschakeld)
Wanneer geheugenbeveiliging is
ingeschakeld, zijn de volgende functies NIET
beschikbaar:
• U dient PC-Fax ontvangen uit te schakelen
voordat u Geheugenbeveiliging kunt
inschakelen.
• Neem contact op met de klantenservice
van Brother wanneer u het wachtwoord
voor Geheugenbeveiliging bent vergeten.
Het wachtwoord voor
Geheugenbeveiliging
instellen en wijzigen
OPMERKING
Als u het wachtwoord al hebt ingesteld,
hoeft u dit niet opnieuw te doen.
Voor de eerste keer een wachtwoord
instellen
Zorg ervoor dat u het wachtwoord noteert en
op een veilige plek bewaart.
a
Druk op (Instell.).
Bediening vanaf het bedieningspaneel
Ontvangen faxen afdrukken
Afdrukken vanaf computer
PC-Fax ontvangen
Afdrukken op schijf
Afdrukken met NFC
Scannen met NFC
1
uu Basis gebruikershandleiding: Afdrukken en
scannen met NFC (Near Field Communication)
(MFC-J870DW).
1
1
OPMERKING
• Om faxen in het geheugen af te drukken,
moet u Geheugenbeveiliging
uitschakelen.
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
f
Druk op Diversen.
g
Druk op Geh.beveiliging.
h
Voer een viercijferig wachtwoord in met
behulp van het toetsenbord op het
touchscreen.
Druk op OK.
i
Wanneer Controleren op het
touchscreen wordt weergegeven, voert
u het wachtwoord opnieuw in via het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
6
j
Druk op .
Het wachtwoord voor
Geheugenbeveiliging wijzigen
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
f
Druk op Diversen.
g
Druk op Geh.beveiliging.
h
Druk op Wachtw. inst.
i
Voer de geregistreerde vier cijfers van
het huidige wachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
Beveiligingsfuncties (MFC-modellen)
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
f
Druk op Diversen.
g
Druk op Geh.beveiliging.
h
Druk op Stel beveilig
in (Instel beveilig).
i
Voer het geregistreerde viercijferige
wachtwoord in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
De machine gaat offline en op het
touchscreen wordt Geh.beveiliging
weergegeven.
OPMERKING
Als er een stroomstoring is, blijven de
gegevens ongeveer 24 uur in het
geheugen behouden.
2
j
Voer vier cijfers voor het nieuwe
wachtwoord in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
k
Wanneer Controleren op het
touchscreen wordt weergegeven, voert
u het nieuwe wachtwoord opnieuw in via
het toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
l
Druk op .
Geheugenbeveiliging in-/
uitschakelen
Geheugenbeveiliging inschakelen
a
Druk op (Instell.).
Geheugenbeveiliging uitschakelen
a
Druk op Ontgr.
b
Voer het geregistreerde viercijferige
wachtwoord in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
Geheugenbeveiliging is uitgeschakeld.
OPMERKING
Wanneer u het verkeerde wachtwoord
invoert, wordt Fout wachtwoord op het
touchscreen weergegeven en blijft de
machine offline. De machine blijft in de
beveiligde stand tot het geregistreerde
wachtwoord wordt ingevoerd.
b
Druk op Alle instell.
7
Een fax verzenden
3
(MFC-modellen)
Extra opties bij het
verzenden
Faxen met meer instellingen
verzenden
Als u een fax verzendt, kunt u een combinatie
van instellingen kiezen, zoals
Faxresolutie, Contrast,
Scanform. glas (Scanformaat glas)
en Direct verzenden.
Daarnaast kunt u Oproepoverz,
1
Adresboek, Rondsturen, Voorbeeld
Kleurinstelling, Tijdklok,
Verzamelen, Verzend Pollen,
Ontvang Pollen, Internationaal,
Nieuwe standaard en
Fabrieksinstell. selecteren.
1
Alleen MFC-J870DW
Sommige instellingen zijn alleen beschikbaar
als u zwart-witfaxen verzendt.
,
Op het touchscreen wordt het volgende
weergegeven:
c
Druk op Opties.
d
Druk op a of b om de instelling die u wilt
wijzigen weer te geven. Druk op de
instelling zodra deze wordt
weergegeven.
e
Druk op de gewenste optie.
f
Ga terug naar stap d om meer
instellingen te wijzigen.
g
Druk op OK als u klaar bent met het
wijzigen van instellingen.
h
Voer het faxnummer in.
a
Laad uw document.
b
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
(Fax).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
i
Druk op Fax starten (Fax
Start).
OPMERKING
• De meeste instellingen zijn tijdelijke
instellingen. Zodra u de fax hebt
verzonden, keert de machine terug naar
de standaardinstellingen.
• U kunt bepaalde veelgebruikte instellingen
opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen
uu pagina 10.)
• U kunt ook bepaalde veelgebruikte
instellingen opslaan door deze in te stellen
als snelkoppeling. (Zie Faxopties opslaanals snelkoppeling uu pagina 11.)
8
Faxen onderbreken
Een fax verzenden (MFC-modellen)
i
Druk op Fax starten (Fax
Start).
Druk op om het faxen te onderbreken.
Contrast
Als uw document erg licht of erg donker is,
kunt u proberen het contrast aan te passen.
Voor de meeste documenten kan de
fabrieksinstelling Automatisch worden
gebruikt. Met Automatisch wordt het juiste
contrast voor uw document geselecteerd.
Kies Licht voor het verzenden van een licht
document. Kies Donker voor het verzenden
van een donker document.
a
Laad uw document.
b
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Druk op a of b om Contrast weer te
geven.
e
Druk op Contrast.
f
Druk op Automatisch, Licht of
Donker.
g
Druk op OK.
(Fax).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
OPMERKING
Zelfs wanneer u Licht of Donker kiest,
verzendt de machine het faxbericht met de
instelling Automatisch in een van de
volgende gevallen:
• Als u een kleurenfax verzendt.
• Als u Foto selecteert als faxresolutie.
Faxresolutie wijzigen
U kunt de kwaliteit van een fax verbeteren
door de faxresolutie te wijzigen.
a
Laad uw document.
b
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Druk op a of b om Faxresolutie weer
te geven.
e
Druk op Faxresolutie.
f
Druk op a of b om Standaard, Fijn,
Superfijn of Foto weer te geven en
druk dan op de optie die u wilt instellen.
(Fax).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
3
h
Voer het faxnummer in.
g
Druk op OK.
9
Hoofdstuk 3
h
Voer het faxnummer in.
Uw wijzigingen instellen als
i
Druk op Fax starten (Fax
Start).
OPMERKING
U kunt kiezen uit vier verschillende
resoluties voor zwart-witfaxen en twee
voor kleurfaxen.
Zwart-wit
Standaard
Fijn
Superfijn
Foto
Kleur
Standaard
Fijn
Als u Superfijn of Foto selecteert en
vervolgens een kleurenfax verzendt (via
Kleur in Kleurinstelling), wordt de
fax met de instelling Fijn verzonden.
Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Geschikt voor documenten
met een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de
standaardresolutie.
Geschikt voor kleine
lettertypen of artwork. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de fijne resolutie.
Gebruik deze instelling
wanneer het document
verschillende grijstinten
heeft of een foto is. De
instelling Foto heeft de
laagste transmissiesnelheid.
Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Gebruik deze instelling
wanneer het document een
foto is. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de standaardresolutie.
nieuwe standaardinstellingen
U kunt de instellingen voor de meestgebruikte
faxopties, zoals Faxresolutie, Contrast,Scanform. glas (Scanformaat glas),
1
Voorbeeld
Kleurinstelling, opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze weer
wijzigt.
1
Alleen MFC-J870DW
a
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Druk op
b
Druk op Opties.
c
Druk op a of b om de menuoptie te
selecteren die u wilt wijzigen. Druk op uw
nieuwe optie.
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
d
Druk na het wijzigen van de laatste optie
op a of b om Nieuwe standaard weer
te geven.
, Direct verzenden en
(Fax).
(Fax) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
(Fax) en vervolgens
op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
10
e
Druk op Nieuwe standaard.
f
U wordt op het touchscreen gevraagd de
wijziging in de nieuwe
standaardinstellingen te bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging.
g
Druk op .
a
(MFC-J650DW)
Een fax verzenden (MFC-modellen)
Faxopties terugzetten naar de
fabrieksinstellingen
U kunt alle faxopties die u hebt gewijzigd,
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
(Fax).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
b
Voer het faxnummer in.
(Fax).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
OPMERKING
Als u de snelkoppeling voor het rondsturen
van faxen wilt gebruiken, drukt u op
Opties en selecteert u Rondsturen bij
stap d voordat u het faxnummer invoert
bij stap b.
(Zie Rondsturen (alleen zwart-wit)uu pagina 13.)
3
b
Druk op Opties.
c
Druk op a of b om
Fabrieksinstell. weer te geven.
d
Druk op Fabrieksinstell.
e
U wordt op het touchscreen gevraagd
het terugzetten van de
fabrieksinstellingen te bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging.
f
Druk op .
Faxopties opslaan als
snelkoppeling
U kunt alle nieuwe veelgebruikte faxopties
opslaan door deze in te stellen als
snelkoppeling.
c
Druk op Opties.
d
Druk op a of b om Faxresolutie,
Contrast, Voorbeeld
Kleurinstelling,
Direct verzenden,
Internationaal of
Scanform. glas (Scanformaat
glas) weer te geven en druk
vervolgens op de optie die u wilt
wijzigen. Druk vervolgens op de nieuwe
optie die u wilt instellen.
1
Alleen MFC-J870DW
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
e
Druk op OK wanneer u klaar bent met het
selecteren van nieuwe opties.
1
,
11
Hoofdstuk 3
f
Druk op
Opslaan als snelkoppeling.
g
Controleer de weergegeven lijst met
opties die u hebt geselecteerd als
snelkoppeling en druk vervolgens op
OK.
h
Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Raadpleeg voor het
invoeren van letters, uu Basis
gebruikershandleiding: Tekst invoeren.)
Druk op OK.
i
Druk op OK om de snelkoppeling op te
slaan.
Extra handelingen bij
het verzenden
Een fax handmatig verzenden
Als u documenten handmatig gaat
verzenden, hoort u de kiestoon, beltonen en
de faxontvangsttonen tijdens het faxen.
OPMERKING
Gebruik de ADF om een fax met meerdere
pagina's te verzenden.
a
Laad uw document.
b
Neem de hoorn van het externe toestel
van de haak om een kiestoon te horen.
c
Kies het faxnummer met het externe
toestel.
d
Als u de faxtonen hoort, drukt u op
Fax starten (Fax Start).
Druk bij gebruik van de glasplaat op
Verzenden op het touchscreen om de
fax te verzenden.
e
Plaats de hoorn weer op de haak.
12
Een fax verzenden (MFC-modellen)
Een fax verzenden aan het
einde van een gesprek
Aan het einde van een gesprek kunt u voordat
u beiden ophangt een fax naar de andere
partij verzenden.
a
Vraag de ontvanger om te wachten op
de faxtonen (piepjes) en vervolgens op
de start- of verzendtoets te drukken en
dan op te hangen.
b
Laad uw document.
c
Druk op Fax starten (Fax
Start).
Druk bij gebruik van de glasplaat op
Verzenden om de fax te verzenden.
d
Plaats de hoorn weer op de haak.
Tweevoudige werking
(alleen zwart-wit)
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen scannen terwijl de machine een fax
uit het geheugen verstuurt, faxen ontvangt of
computergegevens afdrukt. Het nieuwe
taaknummer wordt op het touchscreen
weergegeven.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
erop zijn afgedrukt.
OPMERKING
Wanneer de melding Geheugen vol
wordt weergegeven, drukt u op
Stoppen om de taak te annuleren of op
Nu verzenden om de tot dusver
gescande pagina's te verzenden.
of
Rondsturen
(alleen zwart-wit)
Met de functie Rondsturen kunt u één
faxbericht automatisch naar verschillende
faxnummers verzenden. U kunt een fax
tegelijkertijd rondsturen naar groepen,
adresboeknummers en maximaal 50 met de
hand gekozen nummers.
Nadat het rondsturen is voltooid, wordt een
rapport afgedrukt.
Voordat u gaat rondsturen
Adresboeknummers moeten in het geheugen
van de machine zijn opgeslagen voordat u ze
kunt gebruiken voor rondsturen. (uu Basis
gebruikershandleiding: Adresboeknummersopslaan.)
Ook groepsnummers moeten in het
geheugen van de machine zijn opgeslagen
voordat u ze kunt gebruiken voor rondsturen.
Groepsnummers bevatten een groot aantal
opgeslagen adresboeknummers zodat u
sneller kunt kiezen. (Zie Groepen instellenvoor rondsturen uu pagina 34.)
Faxberichten rondsturen
a
Laad uw document.
b
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
(Fax).
(Fax) als
3
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
13
Hoofdstuk 3
c
Druk op Opties.
Faxen verzenden via de glasplaat
d
Druk op a of b om Rondsturen weer te
geven.
e
Druk op Rondsturen.
f
Druk op Nummer toevoeg.
g
U kunt op de volgende manier nummers
aan de rondzending toevoegen:
Druk op Nummer toevoeg. en voer
een nummer in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
Druk op
Toevoegen uit adresboek.
Druk op a of b om het nummer weer
te geven dat u wilt toevoegen aan de
rondzending.
Druk op de selectievakjes van de
nummers die u wilt toevoegen aan de
rondzending.
Nadat u de gewenste nummers hebt
geselecteerd, drukt u op OK.
Druk op Zoeken in adresboek.
Voer de eerste letter van de naam in
en druk op OK.
Druk op de naam en druk vervolgens
op het nummer dat u wilt toevoegen
aan de groepsverzending.
Voer een van de volgende stappen uit
als op het touchscreen
Volgende Pagina? wordt
weergegeven:
Als u één pagina wilt verzenden,
drukt u op Nee.
De machine begint met het
verzenden van het document.
Als u meerdere pagina's wilt
verzenden, drukt u op Ja en plaatst
u de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
De machine begint met het scannen
van de pagina. (Herhaal deze stap
voor elke pagina.)
OPMERKING
• Als u geen locaties voor groepsnummers
gebruikt, kunt u faxen “rondsturen” naar
maximaal 250 verschillende nummers.
• Hoeveel geheugen op de machine
beschikbaar is, hangt af van het soort
opdrachten in het geheugen en de
nummers die u gebruikt voor het
rondsturen. Als u de fax naar het maximale
aantal nummers stuurt, kunt u de
tweevoudige werking en uitgestelde fax
niet gebruiken.
h
Nadat u alle faxnummers hebt ingevoerd
door stap f en g te herhalen, drukt u
op OK.
i
Druk op Fax starten (Fax
Start).
OPMERKING
Rondsturen is niet beschikbaar als u
Kleur in Kleurinstelling selecteert.
Faxen verzenden vanaf de ADF
De machine begint het document te
scannen.
14
• Wanneer de melding Geheugen vol
wordt weergegeven, drukt u op
Stoppen om de taak te annuleren of op
Nu verzenden om de tot dusver
gescande pagina's te verzenden.
Rondsturen annuleren
a
Druk op .
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
of
Een fax verzenden (MFC-modellen)
Als u de volledige zending wilt
annuleren, drukt u op
Volledige zending. Ga naar
stap c.
Als u de huidige taak wilt annuleren,
drukt u op het touchscreen op het
nummer dat wordt gekozen. Ga naar
stap d.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op
c
Wanneer u wordt gevraagd of u de
volledige zending wilt annuleren, voert u
een van de volgende handelingen uit:
Druk op Ja ter bevestiging.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
d
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de huidige taak wilt annuleren,
drukt u op Ja.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
.
Direct verzenden
Als u een fax gaat verzenden, worden de
documenten eerst in het geheugen gescand
voordat deze worden verzonden. Zodra de
telefoonlijn vrij is, kiest de machine het
nummer en wordt de fax verzonden.
Soms wilt u een belangrijk document echter
onmiddellijk verzenden zonder te wachten
totdat de machine het in het geheugen heeft
gescand. U kunt hiervoor
Direct verzenden inschakelen.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Druk op a of b om
Direct verzenden weer te geven.
e
Druk op Direct verzenden.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax starten (Fax
Start).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
OPMERKING
• Als u een kleurenfax verzendt of als het
geheugen vol is en u een zwart-witfax
vanuit de ADF verzendt, wordt het
document direct verzonden (zelfs als
Direct verzenden is ingesteld op
Uit).
• Bij Direct verzenden met de glasplaat
werkt de functie voor automatisch opnieuw
kiezen niet.
Internationale modus
3
a
Laad uw document.
b
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
(Fax).
Als u problemen hebt met het internationaal
verzenden, bijvoorbeeld vanwege ruis op de
lijn, is het raadzaam om de internationale
modus te activeren. Nadat u een fax in deze
modus hebt verzonden, wordt deze functie
automatisch weer uitgeschakeld.
a
Laad uw document.
15
Hoofdstuk 3
b
(MFC-J650DW)
Druk op
(Fax).
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Druk op a of b om Internationaal
weer te geven.
e
Druk op Internationaal.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax starten (Fax
Start).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Druk op a of b om Tijdklok weer te
geven.
e
Druk op Tijdklok.
f
Druk op Tijdklok.
g
Druk op Aan (of Uit).
h
Druk op Tijd inst.
i
Voer met behulp van het toetsenbord op
het touchscreen het tijdstip in waarop u
de fax wilt verzenden (in 24uursnotatie).
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
Druk op OK.
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
Uitgesteld verzenden
(alleen zwart-wit)
U kunt maximaal 50 faxberichten in het
geheugen opslaan om ze binnen 24 uur te
verzenden. Deze faxberichten worden
verzonden op het tijdstip dat u invoert in
stap i.
a
Laad uw document.
b
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
16
(Fax).
OPMERKING
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
op elke pagina zijn afgedrukt.
j
Druk op OK.
k
Voer het faxnummer in.
l
Druk op Fax starten (Fax
Start).
OPMERKING
Tijdklok is niet beschikbaar als u
Kleur in Kleurinstelling selecteert.
Een fax verzenden (MFC-modellen)
Uitgestelde
groepsverzending (alleen
zwart-wit)
Voordat de uitgestelde faxen worden
verzonden, worden alle faxen in het
geheugen eerst gesorteerd op bestemming
en gepland tijdstip. Alle uitgestelde faxen die
op hetzelfde tijdstip naar dezelfde
bestemming moeten worden verzonden,
worden als een enkele fax verzonden voor
een snellere transmissie.
a
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
(Fax).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
Taken in wachtrij controleren
en annuleren
U kunt controleren welke taken er nog in het
geheugen op verzending wachten en een
taak annuleren.
(Als er geen taken op verzending wachten,
wordt Geen opdrachten weergegeven.)
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Rest. jobs weer te
geven.
f
Druk op Rest. jobs.
Op het touchscreen worden alle taken
weergegeven die in de wachtrij staan.
g
Druk op a of b om door de taken te
bladeren en druk op de taak die u wilt
annuleren.
Druk op OK.
3
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
b
Druk op Opties.
c
Druk op a of b om Verzamelen weer te
geven.
d
Druk op Verzamelen.
e
Druk op Aan (of Uit).
f
Druk op .
h
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om een taak te
annuleren.
Als u nog een taak wilt annuleren,
gaat u naar stap g.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
i
Druk op zodra u gereed bent.
17
Hoofdstuk 3
Pollen
d
Druk op a of b om Verzend Pollen
weer te geven.
Met pollen kunt u de machine zo instellen dat
andere personen faxen van u kunnen
ontvangen, waarbij de ontvangende persoon
hiervoor betaalt. U kunt ook een andere
faxmachine bellen om een fax op te vragen,
zodat u hiervoor betaalt. De pollingfunctie
werkt alleen als deze op beide machines is
ingesteld. Niet alle faxmachines
ondersteunen de pollingfunctie.
Verzend Pollen (alleen zwartwit)
Met Verzend Pollen kunt u een document op
uw faxmachine klaarzetten zodat andere
faxmachines het apparaat kunnen bellen om
het document op te vragen.
Het document wordt opgeslagen en kan door
andere faxmachines worden opgevraagd
totdat u het uit het geheugen verwijdert. (Zie
Taken in wachtrij controleren en annuleren
uu pagina 17.)
Verzend Pollen instellen
e
Druk op Verzend Pollen.
f
Druk op Stand.
g
Druk op Fax starten (Fax
Start).
h
Als u gebruikmaakt van de glasplaat,
wordt u gevraagd een van de volgende
opties te selecteren:
Druk op Ja om de volgende pagina
te scannen.
Ga naar stap i.
Druk op Nee om het document in het
geheugen op te slaan. Andere
faxmachines kunnen uw machine nu
bellen en het document opvragen.
i
Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK. Herhaal de stappen h
en i voor iedere volgende pagina.
Het document wordt in het geheugen
opgeslagen en wordt verzonden als het
wordt opgevraagd.
a
Laad uw document.
b
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
(Fax).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
Verzend Pollen met een
beveiligingscode instellen
Met Beveiligd pollen kunt u instellen wie de
documenten kan opvragen die u hebt
klaargezet om te pollen.
Beveiligd pollen werkt alleen met Brotherfaxmachines. Als iemand een fax van uw
faxmachine wil ophalen, moet hij of zij de
beveiligingscode invoeren.
a
Laad uw document.
b
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(Fax).
18
Druk op (Fax) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Een fax verzenden (MFC-modellen)
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Druk op a of b om Verzend Pollen
weer te geven.
e
Druk op Verzend Pollen.
f
Druk op Beveilig.
g
Voer een viercijferig nummer in.
Druk op OK.
h
Druk op Fax starten (Fax
Start).
i
Als u gebruikmaakt van de glasplaat,
wordt u gevraagd een van de volgende
opties te selecteren:
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
3
Druk op Ja om de volgende pagina
te scannen.
Ga naar stap j.
Druk op Nee om het document te
verzenden.
j
Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK.
k
Herhaal de stappen i en j voor iedere
volgende pagina. De fax wordt
automatisch verzonden.
19
Een fax ontvangen
4
(MFC-modellen)
Geheugenontvangst
(alleen zwart-wit)
Met Geheugenontvangst kunt u faxen
ontvangen terwijl u zich niet bij de machine
bevindt.
U kunt slechts één optie voor
Geheugenontvangst tegelijk gebruiken:
Fax doorzenden
Fax opslaan
PC-Fax ontvangen
Uit
U kunt uw selectie op elk gewenst moment
wijzigen. Als er nog ontvangen faxberichten in
het geheugen van de machine staan wanneer
u de optie voor geheugenontvangst wijzigt,
wordt een melding weergegeven op het
touchscreen. (Zie Geheugenontvangstwijzigen uu pagina 23.)
Fax doorzenden
Met de functie Fax doorzenden kunt u
ontvangen faxen opslaan in het geheugen
van de machine. Vervolgens kiest de machine
het faxnummer dat u hebt geprogrammeerd
en wordt het faxbericht verzonden.
h
Druk op Geheugenontv.
i
Druk op a of b om Fax Doorzenden
(Fax doorzenden) weer te geven.
j
Druk op Fax Doorzenden
(Fax doorzenden).
k
Voer het doorzendnummer (maximaal
20 cijfers) in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
l
(MFC-J650DW)
Druk op Backup Print: Aan of
Backup Print: Uit.
(MFC-J870DW)
Als Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit,
drukt u op Backup Print: Aan of
Backup Print: Uit.
BELANGRIJK
• Als u Backup Print: Aan selecteert,
wordt de fax ook op uw machine afgedrukt,
zodat u een kopie hebt. Dit is een
veiligheidsmaatregel voor het geval dat de
stroom uitvalt voordat de fax is
doorgestuurd of er een probleem aan de
kant van de ontvanger is.
• Als u een kleurenfax ontvangt, wordt deze
fax afgedrukt maar niet doorgestuurd naar
het geprogrammeerde doorzendnummer.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f
Druk op Ontvangstmenu.
g
Druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
20
m
Druk op .
Fax opslaan
Met de functie Fax opslaan kunt u ontvangen
faxen opslaan in het geheugen van de
machine. U kunt opgeslagen faxberichten
vanaf een andere locatie uit het geheugen
ophalen met behulp van de
afstandsbedieningsopties.
Een fax ontvangen (MFC-modellen)
Als u Fax opslaan hebt ingeschakeld, wordt
er een reservekopie afgedrukt.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f
Druk op Ontvangstmenu.
g
Druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
h
Druk op Geheugenontv.
i
Druk op a of b om Fax Opslaan (Fax
opslaan) weer te geven.
j
Druk op Fax Opslaan (Fax
opslaan).
k
Druk op .
OPMERKING
Kleurenfaxen kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen. Als u een kleurenfax
ontvangt, dan wordt deze afgedrukt.
Een fax uit het geheugen
afdrukken
Als u de functie Fax opslaan hebt
ingeschakeld, kunt u nog altijd een fax uit het
geheugen afdrukken als u zich bij uw machine
bevindt.
a
Druk op (Instell.).
e
Druk op a of b om Print document
weer te geven.
f
Druk op Print document.
g
Druk op OK.
h
Druk op .
OPMERKING
• U kunt ook een fax opgeslagen in het
geheugen afdrukken door op Afdr. te
drukken op het touchscreen.
(MFC-J870DW: Wanneer Faxvoorbeeld is
ingesteld op Uit.)
• Als u een fax uit het geheugen afdrukt,
worden de faxgegevens van uw machine
gewist.
PC-Fax ontvangen
®
(Windows
Als u PC-Fax ontvangen instelt, worden
ontvangen faxen in het geheugen opgeslagen
en vervolgens naar de computer verzonden.
U kunt vervolgens de computer gebruiken
voor het weergeven en het opslaan van deze
faxen.
Zelfs wanneer u de computer hebt
uitgeschakeld (bijvoorbeeld 's nachts of in het
weekend), worden faxberichten ontvangen
en in het geheugen van de machine opslagen.
Als u de computer en de software voor PCFax ontvangen opstart, worden de
faxberichten naar de computer overgezet.
De computer moet beschikken over speciale
software voor PC-Fax ontvangen om
ontvangen faxberichten naar de computer te
kunnen overzetten. (uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
)
4
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
Als u Backup Print: Aan selecteert, wordt
de fax ook afgedrukt.
a
Druk op (Instell.).
21
Hoofdstuk 4
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f
Druk op Ontvangstmenu.
g
Druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
h
Druk op Geheugenontv.
i
Druk op a of b om PC-Fax ontv. weer
te geven.
j
Druk op PC-Fax ontv.
k
Op het touchscreen wordt de melding
Start PC-Fax op uw computer.
weergegeven.
Druk op OK.
• Voordat u PC-Fax ontvangen kunt
instellen, moet u de software MFL-Pro
Suite op de computer installeren.
Controleer of de computer is aangesloten
en is ingeschakeld. (uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding.)
• U kunt deze instelling gebruiken om
faxberichten over te zetten naar de
computer als u een foutbericht ontvangt en
de faxberichten in het geheugen niet
kunnen worden afgedrukt. (uu Basis
gebruikershandleiding: Faxberichten ofFaxjournaal overzetten.)
• Als u een kleurenfax ontvangt, wordt de
kleurenfax afgedrukt op de machine, maar
niet naar de computer verzonden.
• Herhaal stap a tot en met n om de
doelcomputer te wijzigen.
Geheugenontvangst
l
Druk op a of b om <USB> weer te geven
of de naam van de pc waarop u faxen
wilt ontvangen wanneer u aangesloten
bent op een netwerk.
Druk op <USB> of de naam van de pc.
Druk op OK.
m
(MFC-J650DW)
Druk op Backup Print: Aan of
Backup Print: Uit.
(MFC-J870DW)
Als Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit,
drukt u op Backup Print: Aan of
Backup Print: Uit.
n
Druk op .
OPMERKING
• PC-Fax ontvangen wordt niet ondersteund
door Macintosh.
uitschakelen
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f
Druk op Ontvangstmenu.
g
Druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
h
Druk op Geheugenontv.
i
Druk op Uit.
22
j
Druk op .
Een fax ontvangen (MFC-modellen)
OPMERKING
Als er nog ontvangen faxen in het
geheugen van de machine zijn
opgeslagen, worden op het touchscreen
meerdere opties weergegeven. (Zie
Geheugenontvangst wijzigen
uu pagina 23.)
Geheugenontvangst wijzigen
Als er ontvangen faxen in het geheugen van
uw machine zijn opgeslagen wanneer u
Geheugenontvangst wijzigt, wordt een van de
volgende vragen weergegeven op het
touchscreen:
Als alle ontvangen faxen al zijn
afgedrukt
Alle documenten wissen?
• Als u op Ja drukt, worden alle faxen in
het geheugen gewist voordat de
instelling wordt gewijzigd.
• Als u op Nee drukt, worden de
faxberichten in het geheugen niet
gewist en blijft de instelling
ongewijzigd.
Als er nog ontvangen faxen in het geheugen
van uw machine zijn opgeslagen wanneer u
overschakelt op PC-Fax ontv. vanuit een
andere optie [Fax Doorzenden
(Fax doorzenden) of
Fax Opslaan (Fax opslaan)], drukt u op
<USB> of op de naam van de computer als u
zich in een netwerk bevindt.
Druk op OK.
Op het touchscreen wordt de volgende vraag
weergegeven:
Fax i PC zenden?
• Als u op Ja drukt, worden de
faxberichten in het geheugen naar de
computer verzonden voordat de
instelling wordt gewijzigd. U wordt
gevraagd of u Reserveafdruk wilt
inschakelen. (Zie PC-Fax ontvangen
®
(Windows
informatie.)
• Als u op Nee drukt, worden de
faxberichten in het geheugen niet
gewist of overgezet naar de computer
en blijft de instelling ongewijzigd.
) uu pagina 21 voor meer
4
Als niet-afgedrukte faxen in het
geheugen achterblijven
Alle faxen afdrukken?
• Als u op Ja drukt, worden alle faxen in
het geheugen afgedrukt voordat de
instelling wordt gewijzigd. Als er al een
reservekopie is afgedrukt, wordt deze
niet meer afgedrukt.
• Als u op Nee drukt, worden de
faxberichten in het geheugen niet
afgedrukt en blijft de instelling
ongewijzigd.
23
Hoofdstuk 4
Afstandsbediening
U kunt uw machine vanaf elk telefoontoestel
of faxapparaat met toetstonen bellen en
vervolgens de toegangscode en opdrachten
op afstand gebruiken om uw faxen op te
vragen.
Een toegangscode voor
afstandsbediening instellen
De toegangscode biedt u toegang tot de
functies voor afstandsbediening wanneer u
zich niet bij uw machine bevindt. U moet eerst
uw eigen code instellen, pas dan kunt u vanaf
een ander toestel toegang tot de functies van
uw eigen machine krijgen. Standaard staat de
code op inactief (---
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
).
OPMERKING
U kunt uw code op elk gewenst moment
wijzigen door een nieuwe in te voeren. Als
u uw code wilt deactiveren, houdt u
stap g ingedrukt om terug te keren naar
de inactieve instelling (---l) en drukt u op
OK.
Uw toegangscode gebruiken
a
Kies uw faxnummer op een
toetstelefoon of op een andere
faxmachine.
b
Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u uw toegangscode in (3 cijfers
gevolgd door
c
De machine geeft met de volgende
signalen aan of er een faxbericht is
ontvangen:
1 lange toon: faxberichten
Geen toon: geen berichten
).
in
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Afst.bediening
weer te geven.
f
Druk op Afst.bediening.
g
Voer met behulp van het toetsenbord op
het touchscreen een driecijferige code in
met de cijfers 0 tot en met 9, l of #.
Druk op OK.
(Het vooraf ingestelde 'l' kan niet
worden gewijzigd.)
OPMERKING
Gebruik niet dezelfde code als voor
activeren op afstand (l 5 1) of deactiveren
op afstand (# 5 1). (uu Basis
gebruikershandleiding: Werken metexterne of tweede toestellen.)
d
De machine geeft twee korte
geluidssignalen om aan te geven dat u
een opdracht moet invoeren.
Als u na 30 seconden nog geen opdracht
hebt ingevoerd, wordt de verbinding
verbroken.
Als u een ongeldige opdracht invoert,
hoort u drie piepjes.
e
Als u klaar bent, drukt u op 9 0 om
toegang op afstand stop te zetten.
f
Hang op.
h
Druk op .
24
OPMERKING
• Als uw machine op de modus
Handmatig is ingesteld en u de functies
voor afstandsbediening wilt gebruiken,
kunt u toegang tot de machine krijgen door
de machine ongeveer 100 seconden te
laten overgaan en daarna binnen
30 seconden uw toegangscode in te
voeren.
• Mogelijk is deze functie in sommige landen
niet beschikbaar of wordt deze niet door
uw lokale telefoonbedrijf ondersteund.
Een fax ontvangen (MFC-modellen)
4
25
Hoofdstuk 4
Faxopdrachten voor afstandsbediening
U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de opdrachten in de tabel.
Wanneer u de machine opbelt en de toegangscode (3 cijfers gevolgd door
korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten voor afstandsbedieningInformatie over bewerking
95Wijzig de instellingen voor Fax
doorzenden of Fax opslaan
1 UITU kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt
opgehaald of gewist.
2 Fax doorzendenAls u één lange toon hoort, is de wijziging geaccepteerd.
4 Nummer voor Fax doorzenden
6 Fax opslaan
96Een fax opvragen
2 Alle faxen opvragenToets het nummer in van de faxmachine waarop de
Als u drie korte piepjes hoort, kunt u de instelling niet
wijzigen omdat aan één van de voorwaarden niet is
voldaan (er is bijvoorbeeld geen nummer opgegeven
waarnaar faxen moeten worden doorgestuurd).
Toets 4 in om het nummer voor Fax doorzenden te
registreren. (Zie Het nummer wijzigen waarnaarfaxberichten worden doorgestuurd uu pagina 27.)
Nadat u het nummer hebt geregistreerd, werkt de functie
Fax doorzenden.
opgeslagen faxberichten moeten worden ontvangen. (Zie
Faxberichten opvragen uu pagina 27.)
) invoert, hoort u twee
3 Faxen in het geheugen wissenAls u een lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het
geheugen gewist.
97De ontvangststatus controleren
1 FaxU kunt controleren of uw machine faxberichten heeft
ontvangen. Als dat het geval is, hoort u een lange toon.
Als er geen berichten zijn ontvangen, hoort u drie korte
piepjes.
98De ontvangstmodus wijzigen
1 Extern ANTW.APP.Als u één lange toon hoort, is de wijziging geaccepteerd.
2 Fax/Tel
3 Alleen fax
90AfsluitenDruk op 90 om de afstandsbediening af te sluiten.
Wacht op de lange toon en leg vervolgens de hoorn op de
haak.
26
Faxberichten opvragen
Een fax ontvangen (MFC-modellen)
Het nummer wijzigen
U kunt vanaf iedere toetstelefoon toegang
krijgen tot uw machine en uw faxberichten
naar een andere faxmachine laten sturen.
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet
u Fax opslaan of Faxvoorbeeld
1
inschakelen.
uu pagina 20 of uu Basis
gebruikershandleiding: Faxvoorbeeld (alleenzwart-wit) (MFC-J870DW.)
1
Alleen MFC-J870DW
a
Kies het nummer van uw faxmachine.
b
Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u uw toegangscode in (3 cijfers
gevolgd door
hoort, zijn er berichten voor u.
c
Als u twee korte piepjes hoort, drukt u op
962.
d
Wacht op de lange toon en toets
vervolgens met de kiestoetsen het
nummer (maximaal 20 cijfers) in van de
faxmachine waarheen de faxberichten
moeten worden doorgezonden, gevolgd
door # #.
(Zie Fax opslaan
). Als u een lange toon
OPMERKING
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken
om een pauze in een nummer in te lassen.
waarnaar faxberichten
worden doorgestuurd
U kunt vanaf een andere telefoon of
faxmachine met toetstonen de
standaardinstellingen voor het nummer voor
Fax doorzenden wijzigen.
a
Kies het nummer van uw faxmachine.
b
Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u uw toegangscode in (3 cijfers
gevolgd door
hoort, zijn er berichten voor u.
c
Als u twee korte piepjes hoort, drukt u op
954.
d
Wacht op de lange toon en toets
vervolgens met de kiestoetsen het
nieuwe nummer (maximaal 20 cijfers) in
van de faxmachine waarheen de
faxberichten moeten worden
doorgezonden, gevolgd door # #.
OPMERKING
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken
om een pauze in een nummer in te lassen.
e
Als u klaar bent, drukt u op 9 0 om
toegang op afstand stop te zetten.
). Als u een lange toon
4
e
Wacht totdat u het piepje van de
machine hoort en hang op. Uw machine
belt het andere apparaat en dit apparaat
drukt uw faxberichten af.
f
Wacht totdat u het piepje van de
machine hoort en hang op.
27
Hoofdstuk 4
Extra handelingen bij
het ontvangen
Ontvangst zonder papier
Als de papierlade leeg raakt tijdens het
ontvangen van een fax, wordt
Papier nazien weergegeven op het
touchscreen. Plaats dan papier in de
papierlade. (uu Basis gebruikershandleiding:
Papier en andere afdrukmedia laden.)
Wanneer u geen papier in de papierlade
plaatst, gaat de machine door met het
ontvangen van de fax. De resterende pagina's
worden in het geheugen opgeslagen indien
voldoende geheugen beschikbaar is.
Ook faxen die daarna worden ontvangen,
worden in het geheugen opgeslagen, totdat
het geheugen vol is. Plaats nieuw papier in de
lade om de faxberichten af te drukken.
Wanneer het geheugen vol is, stopt de
machine met het aannemen van oproepen.
Een verkleinde afdruk van een
e
Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f
Druk op Ontvangstmenu.
g
Druk op a of b om Auto reductie
(Autoreductie) weer te geven.
h
Druk op Auto reductie
(Autoreductie).
i
Druk op Aan (of Uit).
j
Druk op .
Een fax ontvangen aan het
einde van een gesprek
Aan het einde van een gesprek kunt u de
andere partij vragen een fax te verzenden
voordat u beiden ophangt. Controleer of de
ADF leeg is.
a
Vraag de andere partij om het document
in zijn of haar machine te plaatsen en
vervolgens op de start- of verzendtoets
te drukken.
inkomende fax maken
Als u Aan selecteert, wordt elke pagina van
een inkomend faxbericht verkleind om te
passen op een vel van A4- of Letter-formaat.
De machine berekent het
verkleiningspercentage aan de hand van het
paginaformaat van de fax en de opgegeven
instelling van het papierformaat.
(uu Basis gebruikershandleiding:
Papierformaat.)
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
b
Als u de faxtonen van de andere
machine hoort (langzaam herhaalde
tonen), drukt u op Fax starten (FaxStart).
OPMERKING
Als het touchscreen donker is door de
slaapstand, raakt u het aan zodat
Fax starten (Fax Start) wordt
weergegeven.
c
Druk op Ontvangen om de fax te
ontvangen.
d
Plaats de hoorn van het externe toestel
weer op de haak.
28
Pollen
Met pollen kunt u de machine zo instellen dat
andere personen faxen van u kunnen
ontvangen, waarbij de ontvangende persoon
hiervoor betaalt. U kunt ook een andere
faxmachine bellen om een fax op te vragen,
zodat u hiervoor betaalt. De pollingfunctie
werkt alleen als deze op beide machines is
ingesteld. Niet alle faxmachines
ondersteunen de pollingfunctie.
Ontvang Pollen
Met Ontvang Pollen kunt u een andere
faxmachine bellen om daar een document op
te vragen.
Ontvang Pollen instellen
a
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
(Fax).
(Fax) als
Een fax ontvangen (MFC-modellen)
g
Druk op Fax starten (Fax
Start).
Ontvang Pollen met een
beveiligingscode instellen
Met Beveiligd pollen kunt u instellen wie de
documenten kan opvragen die u hebt
klaargezet om te pollen.
Beveiligd pollen werkt alleen met Brotherfaxmachines. Als u een fax wilt ophalen van
een beveiligde Brother-machine, moet u de
beveiligingscode invoeren.
a
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
b
Druk op Opties.
(Fax).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
4
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
b
Druk op Opties.
c
Druk op a of b om Ontvang Pollen
weer te geven.
d
Druk op Ontvang Pollen.
e
Druk op Stand.
f
Voer het faxnummer in dat u wilt pollen
met behulp van het adresboek of de
kiestoetsen op het touchpanel.
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
c
Druk op a of b om Ontvang Pollen
weer te geven.
d
Druk op Ontvang Pollen.
e
Druk op Beveilig.
f
Voer een viercijferige beveiligingscode
in met behulp van het toetsenbord op het
touchscreen.
Dit is de beveiligingscode van de
faxmachine die u gaat pollen.
Druk op OK.
g
Voer het faxnummer in dat u wilt pollen
met behulp van het adresboek of de
kiestoetsen op het touchpanel.
29
Hoofdstuk 4
h
Druk op Fax starten (Fax
Start).
Uitgesteld pollen instellen
Met Uitgesteld pollen kunt u instellen dat
Ontvang Pollen op een later tijdstip wordt
uitgevoerd. U kunt slechts één uitgestelde
pollingtaak instellen.
a
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
(Fax).
(Fax) als
Opeenvolgend pollen
(alleen zwart-wit)
Met Opeenvolgend pollen kunt u in één
bewerking documenten op verschillende
faxmachines opvragen.
a
(MFC-J650DW)
Druk op
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.
Druk op
op
(Fax).
(Fax) als
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
Druk op
op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
b
Druk op Opties.
c
Druk op a of b om Ontvang Pollen
weer te geven.
d
Druk op Ontvang Pollen.
e
Druk op Tijdklok.
f
Voer (in 24-uursnotatie) in hoe laat u het
pollen wilt starten.
Voor kwart voor tien 's avonds voert u
bijvoorbeeld 21:45 in.
Druk op OK.
g
Voer het faxnummer in dat u wilt pollen
met behulp van het adresboek of de
kiestoetsen op het touchpanel.
h
Druk op Fax starten (Fax
Start).
De machine begint op het door u
aangegeven tijdstip met het pollen.
(Fax) en vervolgens
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
b
Druk op Opties.
c
Druk op a of b om Ontvang Pollen
weer te geven.
d
Druk op Ontvang Pollen.
e
Druk op Stand., Beveilig of
Tijdklok.
f
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Stand. hebt geselecteerd,
gaat u naar stap g.
Als u Beveilig hebt geselecteerd,
voert u een viercijferig nummer in en
drukt u op OK. Ga vervolgens naar
stap g.
Als u Tijdklok hebt geselecteerd,
voert u het tijdstip (24-uursnotatie) in
waarop u het pollen wilt laten
beginnen en drukt u op OK. Ga
vervolgens naar stap g.
g
Druk op Opties.
30
Een fax ontvangen (MFC-modellen)
h
Druk op a of b om Rondsturen weer te
geven.
i
Druk op Rondsturen.
j
Druk op Nummer toevoeg.
k
U kunt op de volgende manier nummers
aan de rondzending toevoegen:
Druk op Nummer toevoeg. en voer
een nummer in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
Druk op
Toevoegen uit adresboek.
Druk op a of b om het nummer weer
te geven dat u wilt toevoegen aan de
rondzending.
Druk op de selectievakjes van de
nummers die u wilt toevoegen aan de
rondzending.
Nadat u de gewenste nummers hebt
geselecteerd, drukt u op OK.
Druk op Zoeken in adresboek.
Voer de eerste letter van de naam in
en druk op OK.
Druk op de naam en druk vervolgens
op het nummer dat u wilt toevoegen
aan de rondverzending.
l
Nadat u alle faxnummers hebt ingevoerd
door stap j en k te herhalen, drukt u
op OK.
m
Druk op Fax starten (Fax
Start).
Elk nummer of elk groepsnummer wordt
op volgorde gekozen en de documenten
worden op de betreffende faxmachines
opgevraagd.
Opeenvolgende pollingtaken
annuleren
a
Druk op .
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de volledige opeenvolgende
pollingtaak wilt annuleren, drukt u op
Volledige opv.
poll (Volledige opv. Poll).
Ga naar stap c.
Als u de huidige taak wilt annuleren,
drukt u op het touchscreen op het
nummer dat wordt gekozen. Ga naar
stap d.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op
c
Wanneer u wordt gevraagd of u de
volledige opeenvolgende pollingtaak wilt
annuleren, voert u een van de volgende
handelingen uit:
Druk op Ja ter bevestiging.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
d
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de huidige taak wilt annuleren,
drukt u op Ja.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
4
.
Druk op
kiest om de huidige pollingtaak te annuleren.
Zie Opeenvolgende pollingtaken annulerenuu pagina 31 om alle opeenvolgende
pollingtaken te annuleren.
terwijl de machine een nummer
31
Nummers kiezen en opslaan
5
(MFC-modellen)
Opties voor normale
telefoongesprekken
U kunt een tweede of externe telefoon
gebruiken om te telefoneren.
Extra handelingen bij
het kiezen
Adresboeknummers
combineren
Het kan zijn dat u een keuze wilt maken uit
meerdere verschillende lokale providers
wanneer u een fax verzendt. Tarieven kunnen
afhankelijk zijn van de tijd en de bestemming.
Om te profiteren van lage tarieven kunt u de
toegangscodes van interlokale providers en
creditcardnummers opslaan als
adresboeknummers. (uu Basis
gebruikershandleiding: Adresboeknummersopslaan.)
Deze lange kiesreeksen kunt u opslaan door
de reeksen op te splitsen en in de gewenste
combinatie samen te stellen als afzonderlijke
adresboeknummers.
U kunt hieraan zelfs handmatig kiezen met de
kiestoetsen toevoegen.
Stel bijvoorbeeld dat u '01632' hebt
opgeslagen in adresboek: Brother 1 en
'960555' in adresboek: Brother 2. U kunt
beide adresboeknummers gebruiken om
'01632-960555' te kiezen, zoals in het
volgende voorbeeld wordt getoond:
a
Druk op (Fax).
b
Druk op (Adresboek).
c
Druk op a of b om het nummer van
Brother 1 weer te geven.
32
d
Druk op het nummer.
e
Druk op Toepassen.
f
Druk op Opties.
g
Druk op a of b om Adresboek weer te
geven.
h
Druk op Adresboek.
i
Druk op a of b om het nummer van
Brother 2 weer te geven.
j
Druk op het nummer.
k
Druk op Toepassen.
l
Druk op Fax starten (Fax
Start).
U kiest nu '01632-960555'.
Als u tijdelijk een nummer wilt wijzigen, kunt u
een gedeelte van het nummer vervangen
door handmatig te kiezen met de kiestoetsen.
Als u het nummer bijvoorbeeld wilt wijzigen in
01632-960556, kunt u het nummer (Brother 1:
01632) invoeren met
(Adresboek).
Nummers kiezen en opslaan (MFC-modellen)
Extra manieren om
nummers op te slaan
Adresboeknummers uit het
overzicht van uitgaande
gesprekken opslaan
U kunt ook adresboeknummers opslaan
vanuit het overzicht van uitgaande
gesprekken.
a
Druk op (Fax).
b
Druk op (Oproep- overzicht).
c
Druk op Uitg. Gesprek
(Uitg. gesprek).
5
Vervolgens drukt u op Toepassen en ten
slotte op 960556 met de kiestoetsen.
OPMERKING
Als u op een andere beltoon of signaal in
de kiesreeks moet wachten, kunt ook een
pauze toevoegen door op Pauze te
drukken. Iedere keer dat u op de toets
drukt, wordt een pauze van 3,5 seconde
toegevoegd. U kunt zo vaak als nodig op
Pauze drukken om de pauze te verlengen.
d
Druk op a of b om het nummer dat u wilt
opslaan weer te geven.
e
Druk op het nummer dat u wilt opslaan.
f
Druk op Bewerken.
g
Druk op
Toevoegen aan adresboek.
h
Druk op Naam.
i
Voer de naam (maximaal 16 tekens) in
met behulp van het toetsenbord op het
touchscreen.
Druk op OK.
(Raadpleeg voor het invoeren van
letters, uu Basis gebruikershandleiding:Tekst invoeren.)
j
Als u het tweede fax- of telefoonnummer
wilt opslaan, drukt u op Adres 2.
Voer het tweede fax- of telefoonnummer
in via het toetsenbord op het
touchscreen (maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
33
Hoofdstuk 5
k
Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer dat u wilt opslaan te
bevestigen.
l
Druk op .
Adresboeknummers uit het
Druk op OK.
k
Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer dat u wilt opslaan te
bevestigen.
l
Druk op .
overzicht beller-ID opslaan
Als u bent geabonneerd op nummerweergave
(beller-ID), kunt u ook adresboeknummers
opslaan vanuit inkomende gesprekken in het
overzicht beller-ID. (uu Basis
gebruikershandleiding: Nummerweergave(beller-ID).)
a
Druk op (Fax).
b
Druk op (Oproep- overzicht).
c
Druk op Overzicht beller-id.
d
Druk op a of b om de naam of het
nummer dat u wilt opslaan weer te
geven.
e
Druk op de naam of het nummer dat u
wilt opslaan.
Groepen instellen voor
rondsturen
Met een groep, die u in het adresboek kunt
opslaan, kunt u dezelfde fax naar meerdere
nummers verzenden door op
(Adresboek), Toepassen en
Fax starten (Fax Start) te drukken.
(Zie Rondsturen (alleen zwart-wit)uu pagina 13.)
Eerst moet u elk faxnummer opslaan in het
adresboek. (uu Basis gebruikershandleiding:
Adresboeknummers opslaan.) Vervolgens
kunt u deze als nummers in de groep
opnemen. Elke groep heeft een eigen
adresboeknummer. U kunt maximaal zes
groepen gebruiken, of u kunt maximaal 198
nummers aan een grote groep toewijzen.
(Fax),
f
Druk op Bewerken.
g
Druk op
Toevoegen aan adresboek.
h
Druk op Naam.
i
Voer de naam (maximaal 16 tekens) in
met behulp van het toetsenbord op het
touchscreen.
Druk op OK.
(Raadpleeg voor het invoeren van
letters, uu Basis gebruikershandleiding:Tekst invoeren.)
j
Als u het tweede fax- of telefoonnummer
wilt opslaan, drukt u op Adres 2.
Voer het tweede fax- of telefoonnummer
in via het toetsenbord op het
touchscreen (maximaal 20 cijfers).
34
a
Druk op (Fax).
b
Druk op (Adresboek).
c
Druk op Bewerken.
d
Druk op a of b om
Groepen instellen weer te geven.
e
Druk op Groepen instellen.
f
Druk op Naam.
g
Voer de groepsnaam (maximaal 16
tekens) in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
h
Druk op Toevoegen/verw.
i
U kunt adresboeknummers aan de
groep toevoegen door erop te drukken
zodat deze met een rood vinkje worden
gemarkeerd. Druk op OK.
j
Bekijk en controleer de weergegeven
lijst met namen en nummers die u hebt
geselecteerd en druk vervolgens op OK
om de groep op te slaan.
k
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Herhaal de stappen c tot en met j
om nog een groep op te slaan voor
rondsturen.
Druk op
groepen voor rondsturen af te
ronden.
om het opslaan van
OPMERKING
U kunt een lijst met alle
adresboeknummers afdrukken. (Zie
Rapporten uu pagina 38.)
Nummers kiezen en opslaan (MFC-modellen)
i
Voer de nieuwe naam (maximaal 16
tekens) in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
(Typ bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.)
OPMERKING
Een opgeslagen naam wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op
d of c om de cursor te plaatsen en het
gewenste teken te markeren. Druk
vervolgens op
in.
(Raadpleeg voor het invoeren van letters,
uu Basis gebruikershandleiding: Tekst
invoeren.)
j
Druk op OK.
k
Druk op .
Een groep verwijderen
a
Druk op (Fax).
. Voer het nieuwe teken
5
Een groepsnaam wijzigen
a
Druk op (Fax).
b
Druk op (Adresboek).
c
Druk op Bewerken.
d
Druk op a of b om Wijzigen weer te
geven.
e
Druk op Wijzigen.
f
Druk op a of b om de groep die u wilt
wijzigen weer te geven.
g
Druk op de groep.
h
Druk op Naam.
b
Druk op (Adresboek).
c
Druk op Bewerken.
d
Druk op a of b om Verwijder weer te
geven.
e
Druk op Verwijder.
f
Druk op a of b om de groep die u wilt
verwijderen weer te geven.
g
Druk op de groepsnaam.
h
Druk op OK.
Druk op Ja ter bevestiging.
i
Druk op .
35
Hoofdstuk 5
Een nummer toevoegen aan of
verwijderen uit een groep
a
Druk op (Fax).
b
Druk op (Adresboek).
c
Druk op Bewerken.
d
Druk op a of b om Wijzigen weer te
geven.
e
Druk op Wijzigen.
f
Druk op a of b om de groep die u wilt
wijzigen weer te geven.
g
Druk op de groep.
h
Druk op a of b om Toevoegen/verw.
weer te geven.
i
Druk op Toevoegen/verw.
j
Druk op a of b om het gewenste nummer
weer te geven.
k
Doe het volgende voor elk nummer dat
u wilt wijzigen:
Als u een nummer aan de groep wilt
toevoegen, drukt u op het
selectievakje van het nummer om
een vinkje toe te voegen.
Als u een nummer uit de groep wilt
verwijderen, drukt u op het
selectievakje van het nummer om het
vinkje te verwijderen.
Druk op OK om alle wijzigingen te
bevestigen.
l
Druk op OK.
m
Druk op .
36
6
Rapporten afdrukken
Faxrapporten
(MFC-modellen)
Druk op (Instell.) op het
touchscreen om het verzendrapport en de
journaaltijd in te stellen.
Verzendrapport
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden.
(uu Basis gebruikershandleiding:
Verzendrapport.)
Faxjournaal
(activiteitenrapport)
i
Druk op a of b om een interval te kiezen.
Als u Na 50 faxen kiest, gaat u naar
stap m.
6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen
De machine drukt het rapport op het
opgegeven tijdstip af en verwijdert
vervolgens alle taken uit het
geheugen. Als het geheugen van de
machine vol is omdat het maximum
van 200 taken is bereikt en de door u
geselecteerde tijd nog niet is
verstreken, wordt het faxjournaal
voortijdig afgedrukt en worden
vervolgens alle taken uit het
geheugen gewist. Als u een extra
rapport wilt voordat het tijd is om dit
automatisch af te drukken, kunt u er
een afdrukken zonder dat de taken
uit het geheugen worden gewist.
6
U kunt de machine zo instellen dat er op vaste
tijden een journaal wordt afgedrukt (elke 50
faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen).
Als u het interval op Uit zet, kunt u evengoed
het rapport afdrukken door de stappen in Eenrapport afdrukken uu pagina 39 te volgen.
De standaardinstelling is Na 50 faxen.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Druk op a of b om Kies rapport weer
te geven.
f
Druk op Kies rapport.
g
Druk op Journaal tijd
(Journaalper.).
h
Druk op Journaal tijd
(Journaalper.).
Na 50 faxen
Het faxjournaal wordt afgedrukt als
50 taken in de machine zijn
opgeslagen.
j
Druk op Tijd en voer vervolgens met
behulp van het toetsenbord op het
touchscreen het tijdstip in waarop u het
afdrukken wilt starten (in 24uursnotatie).
Druk op OK.
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
k
Als u
Elke 7 dagen (Om de 7 dagen)
selecteert, drukt u op Dag.
l
Druk op a of b om Elke maandag,
Elke dinsdag, Elke woensdag,
Elke donderdag, Elke vrijdag,
Elke zaterdag of Elke zondag
weer te geven en druk vervolgens op de
eerste dag voor de 7-daagse
aftelperiode.
37
Hoofdstuk 6
m
Druk op .
Rapporten
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Verzendrapport
(alleen MFC-modellen)
Hiermee drukt u een verzendrapport af
van de laatste transmissie.
Adresboek
(alleen MFC-modellen)
Hiermee drukt u een alfabetisch
gerangschikte lijst af van namen en
nummers die zijn opgeslagen in het
geheugen van het adresboek.
Fax Journaal (Faxjournaal)
(alleen MFC-modellen)
Hiermee drukt u een lijst af met informatie
over de laatst ontvangen en verzonden
faxen.
(TX: verzonden.) (RX: ontvangen.)
Gebruikersinst
Hiermee drukt u een lijst af met uw
instellingen.
Netwerkconfiguratie
Hiermee drukt u een lijst af met uw
netwerkinstellingen.
WLAN-rapport
Hiermee drukt u een WLANverbindingsrapport af.
Overzicht beller-id
(alleen MFC-modellen)
Hiermee drukt u een lijst af met de
beschikbare informatie over
nummerweergave (beller-ID's) van de 30
laatst ontvangen faxen en
telefoongesprekken.
38
Een rapport afdrukken
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op Alle instell.
c
Druk op a of b om Print lijsten
weer te geven.
d
Druk op Print lijsten.
e
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(MFC-modellen)
Druk op a of b om het rapport dat u
wilt afdrukken weer te geven en druk
er vervolgens op.
Rapporten afdrukken
6
(DCP-modellen)
Druk op het rapport dat u wilt
afdrukken.
f
Druk op OK.
g
Druk op .
39
7
Kopiëren
Kopieeropties
U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende kopie.
De machine keert na 1 minuut inactiviteit
terug naar de standaardinstellingen.
Druk op Kopiëren en vervolgens op
Opties. Druk op a of b om door de
kopieerinstellingen te bladeren. Druk op de
gewenste instelling en selecteer de optie van
uw voorkeur.
Als u klaar bent met het wijzigen van de
opties, drukt u op OK en drukt u vervolgens op
Mono start (Mono Start) of
Kleur Start.
OPMERKING
• U kunt bepaalde veelgebruikte instellingen
opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen
uu pagina 52.)
De kopieersnelheid en kwaliteit verbeteren
U kunt kiezen tussen snelheid en kwaliteit. De
standaardinstelling is Normaal.
OPMERKING
Wanneer u Snel of Normaal kiest, kunt u
alleen Normaal pap. in Papiersoort
kiezen.
Snel
Snelle kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Gebruik deze instelling om
tijd te besparen bij het afdrukken van
documenten om te proeflezen, grote
documenten of een groot aantal
exemplaren.
Normaal
Normaal is de aanbevolen modus voor
normale afdrukken. Hiermee verkrijgt u
een goede kopieerkwaliteit met adequate
kopieersnelheid.
• U kunt bepaalde veelgebruikte opties
opslaan door deze in te stellen als
snelkoppeling. (Zie Kopieeropties opslaanals snelkoppeling uu pagina 53.)
1
• De functies Inktspaarmodus
Dun papier kopiëren
1
Boek kopiëren
Watermerk kop.
door technologie van Reallusion, Inc.
1
Alleen MFC-J870DW
en
1
1
worden ondersteund
,
,
Kopiëren stoppen
Druk op om het kopiëren te stoppen.
Fijn
Gebruik de modus Fijn voor het kopiëren
van gedetailleerde beelden, zoals foto's.
Deze modus biedt de hoogste resolutie en
de laagste snelheid.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om Kwaliteit weer te
geven.
f
Druk op Kwaliteit.
g
Druk op Snel, Normaal of Fijn.
40
Kopiëren
h
Druk op OK.
i
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Mono start (Mono Start) of
Kleur Start.
Kopieën vergroten of
verkleinen
U kunt een vergrotings-/
verkleiningspercentage selecteren. Als u
Aanp. aan pag. selecteert, wordt de
grootte afgestemd op het door u ingestelde
papierformaat.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Kopiëren).
Als u Aangepast (25-400%) hebt
geselecteerd, drukt u op
weergegeven percentage te wissen
of drukt u op d om de cursor te
verplaatsen, en voert u vervolgens
een vergrotings- of
verkleiningspercentage tussen 25%
en 400% in.
Druk op OK.
Als u 100% of Aanp. aan pag.
selecteert, gaat u naar stap i.
om het
7
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om Vergr./verkl.
weer te geven.
f
Druk op Vergr./verkl.
g
Druk op a of b om de beschikbare opties
weer te geven en druk vervolgens op de
optie die u wilt wijzigen.
h
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Vergroten of Verkleinen
hebt geselecteerd, drukt u op het
gewenste vergrotings -of
verkleiningspercentage.
41
Hoofdstuk 7
198% 10x15cm i A4
186% 10x15cm i Letter
141% A5 i A4
100%
97% Letter i A4
93% A4 i Letter
83% (DCP-J552DW)
83% Legal i A4
(DCP-J752DW, MFC-J650DW en
MFC-J870DW)
69% A4 i A5
47% A4 i 10x15cm
Aanp. aan pag.
Aangepast (25-400%)
i
Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde opties en druk vervolgens
op OK.
j
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Mono start (Mono Start) of
Kleur Start.
OPMERKING
• Pagina layout (Pagina lay-out)
is niet beschikbaar bij Vergr./verkl.
• Pagina layout (Pagina lay-out),
2-zijdige kopie, Boek kopiëren
Sorteer, Dun papier kopiëren
Watermerk kop.
1
en
Achtergr.kleur verwijderen zijn
niet beschikbaar bij Aanp. aan pag.
1
• Aanp. aan pag. is niet beschikbaar als
2
de ADF wordt gebruikt
.
• Aanp. aan pag. is niet beschikbaar
voor documenten van Legal-formaat.
1
Alleen MFC-J870DW
2
Alleen DCP-J752DW, MFC-J650DW en
MFC-J870DW
N op 1 kopieën of een poster
maken (Paginalay-out)
Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of
vier pagina's op één pagina afdrukken. Dit is
handig om papier te besparen.
U kunt ook een poster creëren. Wanneer u de
posteroptie gebruikt, wordt uw document in
delen opgesplitst. Deze delen worden
vervolgens vergroot, zodat u ze kunt
samenvoegen tot een poster. Gebruik de
glasplaat om een poster af te drukken.
OPMERKING
• Boek kopiëren 1, Sorteer,
Dun papier kopiëren
Inktspaarmodus
Watermerk kop.
1
1
Achtergr.kleur verwijderen zijn
niet beschikbaar bij Pagina layout
1
,
,
(Pagina lay-out).
• 2-zijdige kopie is niet beschikbaar
voor posterkopieën.
1
Alleen MFC-J870DW
1
,
, Vergr./verkl.,
en
• Aanp. aan pag. werkt niet naar
behoren wanneer het document op de
glasplaat meer dan 3 graden schuin ligt.
Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenzijde om uw document in
de linkerbovenhoek van de glasplaat te
leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
42
a
Laad uw document.
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
1
U kunt slechts één kopie tegelijk maken
wanneer u de lay-outinstelling Poster
gebruikt.
d
Druk op Opties.
1
e
Druk op a of b om Pagina layout
(Pagina lay-out) weer te geven.
f
Druk op Pagina layout
(Pagina lay-out).
g
Druk op a of b om Uit (1 op 1),
2 op 1 (staand),
2 op 1 (liggend), 2op1(id)
4 op 1 (staand),
4 op 1 (liggend), Poster(2x1),
Poster(2x2) of Poster(3x3) weer
te geven.
Druk op de gewenste optie.
1
Zie 2 op 1 (id) kopiëren (Paginalay-out)uu pagina 44 voor meer informatie over 2 op
1 (id).
Kopiëren
OPMERKING
• Controleer of het papierformaat is
ingesteld op A4 of Letter.
• U kunt slechts één kleurkopie per keer
maken.
• U kunt slechts één posterkopie per keer
maken.
1
,
• U kunt geen poster kopiëren op
transparanten.
Plaats het document met de bedrukte zijde
naar beneden en in de hieronder
aangegeven richting op de glasplaat:
2 op 1 (staand)
h
Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde instellingen en druk
vervolgens op OK.
i
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Mono start (Mono Start) of
Kleur Start om de pagina te
scannen.
Als u het document in de ADF
geplaatst of een poster maakt, wordt het
document door de machine gescand en
wordt begonnen met afdrukken.
1
Alleen DCP-J752DW, MFC-J650DW en
MFC-J870DW
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar stap j.
j
Nadat de pagina is gescand, drukt u
op Ja om de volgende pagina te
scannen.
1
hebt
2 op 1 (liggend)
4 op 1 (staand)
4 op 1 (liggend)
Poster(2x1)
7
k
Leg de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op OK om de pagina te scannen.
Herhaal stap j en k voor elke pagina
van de lay-out.
l
Druk op Nee om te stoppen wanneer alle
pagina's zijn gescand.
43
Hoofdstuk 7
Poster(2x2)
Poster(3x3)
OPMERKING
De posterkopieën hebben overlappende
gedeelten zodat u ze gemakkelijk aan
elkaar kunt plakken.
2 op 1 (id) kopiëren
(Paginalay-out)
U kunt beide zijden van uw identiteitskaart op
een enkele pagina kopiëren, in het originele
kaartformaat. Controleer of het papierformaat
is ingesteld op A4 of Letter.
OPMERKING
U dient zich bij het kopiëren van
identiteitskaarten aan de daarvoor
geldende regels te houden.
(uu Handleiding product veiligheid:
Onwettig gebruik van kopieerapparatuur.)
a
Plaats uw identiteitskaart linksboven op
de glasplaat met de te kopiëren zijdenaar beneden, zoals in de illustratie
getoond.
1
1
4
3
1
1
2
13 mm of groter (boven, links)
2210 mm
3148 mm
4scangebied
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
44
e
Druk op a of b om Pagina layout
(Pagina lay-out) weer te geven.
f
Druk op Pagina layout
(Pagina lay-out).
g
Druk op a of b om 2op1(id) weer te
geven.
h
Druk op 2op1(id).
i
Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde instellingen en druk
vervolgens op OK.
j
Druk op Mono start (Mono
Start) of Kleur Start.
De machine begint één zijde van de
identiteitskaart te scannen.
k
Nadat de ene zijde is gescand, drukt u
op Ja. Draai de identiteitskaart om en
druk op OK om de andere zijde te
scannen.
OPMERKING
• Boek kopiëren 1, Sorteer,
2-zijdige kopie,
1
Dun papier kopiëren
Inktspaarmodus
Watermerk kop.
Achtergr.kleur verwijderen zijn
niet beschikbaar bij 2op1(id).
1
, Vergr./verkl.,
1
en
,
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om Stapel/Sorteer
weer te geven.
f
Druk op Stapel/Sorteer.
g
Druk op Sorteer.
h
Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde instellingen en druk
vervolgens op OK.
i
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Mono start (Mono Start) of
Kleur Start.
Als u het document in de ADF
geplaatst, scant de machine het
document en begint vervolgens met
afdrukken.
1
Alleen DCP-J752DW, MFC-J650DW en
MFC-J870DW
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar stap j.
Kopiëren
1
hebt
7
• U kunt slechts één kleurkopie per keer
maken.
1
Alleen MFC-J870DW
Kopieën sorteren
U kunt meerdere kopieën sorteren. De
pagina's worden gesorteerd in de volgorde
123, 123, 123, enzovoort.
Het verdient aanbeveling om enkelzijdige
1
documenten in de ADF
kopieën te sorteren. Gebruik voor 2-zijdige
documenten en boeken de glasplaat.
1
Alleen DCP-J752DW, MFC-J650DW en
MFC-J870DW
a
Laad uw document.
te plaatsen om
j
Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op Ja om de volgende
pagina te scannen.
k
Leg de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op OK om de pagina te scannen.
Herhaal stap j en k totdat alle pagina's
zijn gescand.
l
Druk op Nee als u klaar bent met
scannen.
Het afdrukken wordt gestart.
45
Hoofdstuk 7
OPMERKING
Aanp. aan pag., Pagina layout
(Pagina lay-out) en
1
Boek kopiëren
bij Sorteer.
1
Alleen MFC-J870DW
zijn niet beschikbaar
Dichtheid aanpassen
U kunt de kopieerdichtheid aanpassen om
kopieën donkerder of lichter te maken.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om Dichtheid weer te
geven.
f
Druk op Dichtheid.
g
Druk op het gewenste dichtheidsniveau,
van Licht tot Donker.
h
Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde instellingen en druk
vervolgens op OK.
i
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Mono start (Mono Start) of
Kleur Start.
46
Inktspaarmodus
f
Druk op Geavanceerde inst.
Kopiëren
(MFC-J870DW)
Met de inktspaarmodus kunt u inkt besparen.
De machine drukt de kleuren lichter af en
benadrukt de randen van de afbeeldingen
zoals hieronder weergegeven.
Hoeveel inkt wordt bespaard, verschilt per
document.
Inktspaarmodus: Uit
g
Druk op a of b om Inktspaarmodus
weer te geven.
h
Druk op Inktspaarmodus.
i
Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde instellingen en druk
vervolgens op OK.
j
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Mono start (Mono Start) of
Kleur Start.
OPMERKING
• Boek kopiëren,
Dun papier kopiëren,
Pagina layout (Pagina lay-out),
Watermerk kop. en Achtergr.kleur
verwijderen zijn niet beschikbaar bij
Inktspaarmodus.
7
Inktspaarmodus: Aan
(De bovenstaande schermen worden
gebruikt in ISO/IEC 24712.)
a
Laad uw document.
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
• Inktspaarmodus kan ervoor zorgen dat
de afdrukken er anders uitzien dan uw
originele document.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om Geavanceerde
inst. weer te geven.
47
Hoofdstuk 7
Dun papier kopiëren
(MFC-J870DW)
Als u een 2-zijdig document op dun papier
hebt, selecteert u Dun papier kopiëren,
zodat de afdruk op de andere zijde niet
doorschemert.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om Geavanceerde
inst. weer te geven.
f
Druk op Geavanceerde inst.
g
Druk op a of b om
Dun papier kopiëren weer te
geven.
h
Druk op Dun papier kopiëren.
i
Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde instellingen en druk
vervolgens op OK.
j
Druk op Mono start (Mono
Start) of Kleur Start.
OPMERKING
Aanp. aan pag., Pagina layout
(Pagina lay-out),
Inktspaarmodus, Boek kopiëren,
Watermerk kop. en Achtergr.kleur
verwijderen zijn niet beschikbaar bij
Dun papier kopiëren.
Boek kopiëren (MFC-J870DW)
Hiermee worden donkere randen en
scheefstand gecorrigeerd bij kopiëren via de
glasplaat. U kunt de gegevens automatisch
door de machine laten corrigeren.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om Geavanceerde
inst. weer te geven.
f
Druk op Geavanceerde inst.
g
Druk op a of b om Boek kopiëren
weer te geven.
h
Druk op Boek kopiëren.
i
Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde instellingen en druk
vervolgens op OK.
j
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Mono start (Mono Start) of
Kleur Start.
OPMERKING
Pagina layout (Pagina lay-out),
Sorteer, 2-zijdige kopie,
Inktspaarmodus, Aanp. aan pag.,
Dun papier kopiëren,
Watermerk kop. en Achtergr.kleur
verwijderen zijn niet beschikbaar bij
Boek kopiëren.
48
Kopiëren
Watermerk kopiëren
(MFC-J870DW)
U kunt uw document kopiëren inclusief een
watermerk, selecteer een watermerk uit de
lijst met watermerksjablonen.
OPMERKING
Aanp. aan pag., Pagina layout
(Pagina lay-out),
Dun papier kopiëren,
Inktspaarmodus, Boek kopiëren en
Achtergr.kleur verwijderen zijn
niet beschikbaar bij Watermerk kop.
Een sjabloon gebruiken
a
Laad uw document.
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om Geavanceerde
inst. weer te geven.
Kopieerinstellingen voor het
watermerk
Optie1Optie2Optie3
Watermerk kop.
Tekst
PositieA
FormaatKlein
Hoek-90°
VERTROUWELIJK*
CONCEPT
KOPIE
BELANGRIJK
URGENT
B
C
D
E*
F
G
H
I
Patroon
Midden*
Groot
-45°*
7
f
Druk op Geavanceerde inst.
g
Druk op a of b om Watermerk kop.
weer te geven.
h
Druk op Watermerk kop.
i
Wijzig indien nodig de
watermerkinstellingen van de opties die
op het touchscreen worden
weergegeven. (Zie Kopieerinstellingenvoor het watermerk uu pagina 49 voor
meer informatie.)
Druk op OK.
j
Druk op OK om het gebruik van het
watermerk te bevestigen.
k
Druk op Mono start (Mono
Start) of Kleur Start.
0°
45°
90°
Transparantie -2
-1
0*
+1
+2
Kleur
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een
sterretje weergegeven.
Zwart*
Groen
Blauw
Paars
Rood
Oranje
Geel
49
Hoofdstuk 7
1
1
1
Achtergrondkleur verwijderen
Met Achtergrondkleur verwijderen wordt de
achtergrondkleur van het document
verwijderd tijdens het kopiëren. Hiermee kunt
u inkt besparen en wordt het document beter
leesbaar.
OPMERKING
Deze functie kan alleen worden gebruikt
voor kleurenkopieën. De achtergrondkleur
wordt namelijk automatisch verwijderd
voor alle zwart-witkopieën.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om Geavanceerde
inst. weer te geven.
OPMERKING
Aanp. aan pag., Pagina layout
(Pagina lay-out),
1
Inktspaarmodus
Dun papier kopiëren
Boek kopiëren
Watermerk kop.
bij Achtergr.kleur verwijderen.
1
Alleen MFC-J870DW
,
1
,
1
en
1
zijn niet beschikbaar
2-zijdig kopiëren
U kunt papier besparen door op beide zijden
te kopiëren.
Het verdient aanbeveling om enkelzijdige
documenten voor 2-zijdig kopiëren in de
1
ADF
documenten en boeken de glasplaat.
1
(omslaan over lange zijde)
te plaatsen. Gebruik voor 2-zijdige
Alleen DCP-J752DW, MFC-J650DW en
MFC-J870DW
f
Druk op Geavanceerde inst.
g
(MFC-J870DW)
Druk op a of b om Achtergr.kleurverwijderen weer te geven.
h
Druk op Achtergr.kleur
verwijderen.
i
Druk op Laag, Gemiddeld of Hoog.
j
Druk op OK.
k
Druk op Kleur Start.
Staand
1
2
Liggend
1
2
(omslaan over korte zijde)
Staand
1
2
1
2
1
2
1
2
50
Kopiëren
1
Liggend
1
1
2
2
OPMERKING
• 2op1(id), Poster, Boek kopiëren
en Aanp. aan pag. zijn niet
beschikbaar bij 2-zijdige kopie.
• U kunt alleen normaal papier van de
formaten A4, A5 of Letter gebruiken.
1
Alleen MFC-J870DW
a
Laad uw document.
b
Druk op (Kopiëren).
c
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d
Druk op Opties.
e
Als u meerdere kopieën wilt sorteren,
drukt u op a of b om
Stapel/Sorteer weer te geven.
l
Controleer uw instellingen op het
touchscreen en druk op OK.
m
Druk op Mono start (Mono
Start) of Kleur Start.
1
Als u het document in de ADF
geplaatst, scant de machine het
1
document en begint vervolgens met
afdrukken.
1
Alleen DCP-J752DW, MFC-J650DW en
MFC-J870DW
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar stap n.
n
Op het touchscreen wordt het volgende
weergegeven:
Draai document
om (of sla boek
om) en druk op [Scannen]. Druk
na afloop op [Voltooien].
Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op Scannen.
Druk op OK.
Het afdrukken wordt gestart.
hebt
7
f
Druk op Stapel/Sorteer.
g
Druk op Sorteer.
h
Druk op a of b om 2-zijdige kopie
weer te geven.
i
Druk op 2-zijdige kopie.
j
Druk op a of b om het gewenste soort 2zijdige kopie weer te geven. Druk
vervolgens op Staand omslaan
lange zijde, Liggend omslaan
lange zijde, Staand omslaan
korte zijde of Liggend omslaan
korte zijde.
k
(DCP-J752DW, MFC-J650DW en
MFC-J870DW)
Bekijk en controleer de melding op het
touchscreen en druk vervolgens op OK.
o
Als u op Sorteer hebt gedrukt voor
meerdere kopieën, herhaalt u stap n
voor elke pagina. Druk op Voltooien
nadat alle pagina's zijn gescand.
Het afdrukken wordt gestart.
Raak de afdrukken NIET aan voordat ze een
tweede keer zijn uitgeworpen. De machine
drukt de eerste zijde af, werpt het papier uit
en voert het papier vervolgens weer in om de
tweede zijde af te drukken.
51
Hoofdstuk 7
OPMERKING
Probeer een van de speciale instellingen
voor 2-zijdig kopiëren als uw document
een papierstoring veroorzaakt. Druk op
Geavanc. na stap i en selecteer
vervolgens 2-zijdig 1 of 2-zijdig 2. 2-zijdig 1 helpt papierstoringen te
voorkomen doordat de inkt langer de tijd
krijgt om te drogen. Met 2-zijdig 2
krijgt de inkt langer de tijd om te drogen en
verbruikt u tegelijkertijd minder inkt.
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen
U kunt instellingen voor de kopieeropties die
u het meest gebruikt, zoals Kwaliteit,
Vergr./verkl., Dichtheid,
Pagina layout (Pagina lay-out),
2-zijdige kopie en Geavanceerde
inst. opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a
Druk op (Kopiëren).
b
Druk op Opties.
c
Druk op a of b om de instellingen weer
te geven en druk op de instelling die u
wilt wijzigen. Druk vervolgens op de
nieuwe optie.
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
d
Als u de laatste instelling hebt gewijzigd,
drukt u op a of b om
Nieuwe standaard weer te geven.
e
Druk op Nieuwe standaard.
f
Op het touchscreen wordt opnieuw
gevraagd of u de wijzigingen als de
nieuwe standaardinstellingen wilt
opslaan.
Druk op Ja.
g
Druk op .
52
Kopiëren
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen
U kunt de fabrieksinstellingen van
kopieerinstellingen die u hebt gewijzigd, zoals
Kwaliteit, Vergr./verkl., Dichtheid,
Pagina layout (Pagina lay-out),
2-zijdige kopie en Geavanceerde
inst. herstellen.
a
Druk op (Kopiëren).
b
Druk op Opties.
c
Druk op a of b om
Fabrieksinstell. weer te geven.
d
Druk op Fabrieksinstell.
e
Druk op Ja.
f
Druk op .
Kopieeropties opslaan als
snelkoppeling
U kunt veelgebruikte kopieeropties opslaan
door deze in te stellen als snelkoppeling.
a
Druk op (Kopiëren).
b
Druk op Opties.
c
Druk op a of b om Kwaliteit,
Papiersoort, Papierformaat,
Vergr./verkl., Dichtheid,
Stapel/Sorteer, Pagina layout
(Pagina lay-out),
2-zijdige kopie of Geavanceerde
inst. weer te geven en druk
vervolgens op de optie die u wilt
wijzigen. Druk vervolgens op de
gewenste nieuwe optie.
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
7
d
Druk op Opslaan als snelk.
(Opslaan als snelkoppeling)
wanneer u klaar bent met het selecteren
van nieuwe opties.
e
Bekijk en controleer de weergegeven
lijst met opties die u hebt geselecteerd
als snelkoppeling en druk vervolgens op
OK.
f
Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Raadpleeg voor het
invoeren van letters, uu Basis
gebruikershandleiding: Tekst invoeren.)
Druk op OK.
g
Druk op OK om de snelkoppeling op te
slaan.
53
Foto's afdrukken vanaf een
8
geheugenkaart of USBflashstation
PhotoCapture
Center™-functies
OPMERKING
USB-flashstations worden niet
ondersteund door de DCP-J552DW.
Geheugenkaarten, USBflashstations en
mapstructuren
Uw machine is compatibel met
beeldbestanden van moderne digitale
camera's, geheugenkaarten en USBflashstations. Lees echter onderstaande
punten om fouten te vermijden:
De extensie van het beeldbestand
moet .JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Direct afdrukken via PhotoCapture
Center™ moet apart van PhotoCapture
Center™ met de computer worden
uitgevoerd. (Het is niet mogelijk om deze
bewerkingen gelijktijdig uit te voeren.)
Let op het volgende:
Als u de index of afbeeldingen afdrukt, zal
PhotoCapture Center™ alle geldige
afbeeldingen afdrukken, zelfs als een of
meer afbeeldingen beschadigd zijn.
Beschadigde afbeeldingen worden niet
afgedrukt.
(Gebruikers van geheugenkaarten)
Uw machine is ontworpen om
geheugenkaarten te lezen die door een
digitale camera zijn geformatteerd.
Wanneer een digitale camera een
geheugenkaart formatteert, maakt de
camera een speciale map waar de
beeldgegevens naartoe worden
gekopieerd. Als u de beeldgegevens op
een geheugenkaart wilt aanpassen met de
computer, raden wij u aan de mapstructuur
die door de digitale camera is
aangemaakt, niet te wijzigen. Als u nieuwe
of gewijzigde beeldbestanden op de
geheugenkaart opslaat, raden wij u ook
aan dezelfde map te gebruiken als door
uw digitale camera wordt gebruikt. Als de
gegevens niet in dezelfde map worden
opgeslagen, kan de machine het bestand
misschien niet lezen of het beeld niet
afdrukken.
De machine kan maximaal 999
1
bestanden
USB-flashstation lezen.
1
De map binnen geheugenkaarten of USBflashstations wordt ook meegeteld.
Het DPOF-bestand op de
geheugenkaarten moet een geldig DPOFformaat hebben. (Zie Afdrukken in DPOF-formaat uu pagina 60.)
54
op een geheugenkaart of een
(Gebruikers van USB-flashstations)
Deze machine ondersteunt USB-
®
flashstations die door Windows
geformatteerd.
zijn
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Films afdrukken
U kunt beelden afdrukken van filmbestanden
die op een geheugenkaart of USBflashstation zijn opgeslagen.
Filmbestanden worden automatisch op basis
van filmopnametijden in 9 delen opgesplitst
en op 3 regels geplaatst, waarna u de
opgesplitste scènes kunt bekijken en
afdrukken.
OPMERKING
• Het is niet mogelijk een specifieke
filmscène te selecteren.
• U kunt de filmbestandsformaten AVI en
MOV gebruiken (alleen Motion JPEG).
AVI-bestanden van 1 GB of meer (een
opnametijd van ongeveer 30 minuten) en
MOV-bestanden van 2 GB of meer (een
opnametijd van ongeveer 60 minuten)
kunnen echter niet worden afgedrukt.
• Als de gegevens voor een opgesplitste
scène zijn beschadigd, wordt het gedeelte
voor die scène leeg weergegeven.
Foto's afdrukken
Index afdrukken (miniaturen)
PhotoCapture Center™ wijst nummers aan
de foto's toe (bijvoorbeeld nr. 1, nr. 2, nr. 3,
enz.).
Deze nummers worden door PhotoCapture
Center™ ter identificatie van de foto's
gebruikt. U kunt een pagina met
miniatuurweergaven afdrukken om alle
afbeeldingen op de geheugenkaart of het
USB-flashstation te tonen.
OPMERKING
Alleen bestandsnamen van 20 tekens of
minder worden correct op de indexpagina
afgedrukt.
8
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Index afdrukken
weer te geven.
e
Druk op Index afdrukken.
f
Druk op Index afdrukken.
g
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Afdrukinstell. om de
papiersoort of het papierformaat te
wijzigen.
Ga naar stap h.
Als u de papierinstellingen niet wilt
wijzigen, drukt u op Start.
55
Hoofdstuk 8
h
Druk op Papiersoort.
i
Druk op a of b om Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71 of
Glossy anders weer te geven en druk
op de optie die u wilt instellen.
j
Druk op Papierform.
k
Druk op A4 of Letter.
l
Druk op OK.
m
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
Foto's afdrukken
U dient eerst het nummer van een foto te
weten, pas dan kunt u de foto afdrukken.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
OPMERKING
• U kunt de nummers in één keer invoeren
door komma's of een koppelteken te
gebruiken. Voer bijvoorbeeld 1,3,6 in om
afbeelding 1, 3 en 6 af te drukken. Voer 1-5
in om afbeelding 1 tot en met 5 af te
drukken.
• U kunt maximaal 12 tekens (inclusief
komma's en koppeltekens) invoeren om
op te geven welke foto's u wilt afdrukken.
i
U kunt het aantal kopieën op de
volgende manieren invoeren:
(alleen MFC-modellen)
Met de kiestoetsen op het
touchpanel.
Druk op het aantal kopieën op het
touchscreen.
Voer het aantal kopieën in via het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
c
Druk op Foto.
d
Druk de index af. (Zie Index afdrukken
(miniaturen) uu pagina 55.)
e
Druk op d of c om Index afdrukken
weer te geven.
f
Druk op Index afdrukken.
g
Druk op Foto’s afdrukken.
h
Voer het nummer in van de afbeelding
die u wilt afdrukken van de miniaturen op
de pagina Index.
Nadat u de afbeeldingsnummers hebt
geselecteerd, drukt u op OK.
j
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Afdrukinstell. en wijzig
de afdrukinstellingen. (Zie
PhotoCapture Center™afdrukinstellingen uu pagina 61.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Start om af te drukken.
Foto's verbeteren
(MFC-J870DW)
U kunt foto's bewerken en effecten toevoegen
en de foto's bekijken op het touchscreen
voordat u deze afdrukt.
OPMERKING
De functie Foto’s verb. wordt
ondersteund door technologie van
Reallusion, Inc.
56
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s verb. weer
te geven.
e
Druk op Foto’s verb.
OPMERKING
• Er worden vier miniaturen per keer
weergegeven met daaronder het huidige
paginanummer en het totale aantal
pagina's.
• Druk herhaaldelijk op d of c om de
afzonderlijke fotopagina's te selecteren of
houdt de toets ingedrukt om door alle
fotopagina's te bladeren.
f
Druk in de miniaturen op een foto.
g
Selecteer Verbeteren of
Bijsnijden door erop te drukken,
zodat een rood vinkje wordt
weergegeven en druk vervolgens op
OK.
h
Als u Verbeteren hebt gekozen in
stap g, drukt u op het effect dat u wilt
toevoegen.
Druk op OK.
OPMERKING
• U kunt 10 mogelijke effecten op uw foto's
toepassen.
(Aut. corrigeren)
De machine bepaalt het geschikte
effect voor uw foto.
(Huid verbeteren)
U kunt dit effect het beste gebruiken
voor het aanpassen van portretfoto's.
Hiermee wordt de huidskleur
aangepast. Druk op d of c om het
contrast te wijzigen.
(Landschap verb.)
U kunt dit effect het beste gebruiken
voor het aanpassen van
landschappen. Hiermee worden de
groene en blauwe gebieden in uw
foto geaccentueerd. Druk op d of c
om het contrast te wijzigen.
(
Rood-oog Verw. (Rode ogen verw.)
Hiermee worden rode ogen uit uw
foto verwijderd. Als het detecteren
van rode ogen is mislukt, kunt u op
Opnieuw
nogmaals te proberen.
(Nachtfoto)
U kunt de optie Nachtfoto het beste
gebruiken om nachtopnamen te
verlevendigen. Druk op d of c om het
contrast te wijzigen.
(Tegenlicht)
U kunt de optie Tegenlicht het beste
gebruiken voor foto's die tegen het
licht in zijn genomen. Druk op d of
om het contrast te wijzigen.
(Whiteboard)
U kunt de optie Whiteboard het beste
gebruiken voor het aanpassen van
foto's. Hiermee worden letters op een
whiteboard in uw foto
gedetecteerd en leesbaarder
gemaakt.
(Zwart-wit)
U kunt uw foto omzetten in zwart-wit.
(Sepia)
U kunt de kleur van uw foto
wijzigen in sepia.
(
Autocorr. en Rode ogen verwijderen
De machine bepaalt de geschikte
effecten voor uw foto. Daarnaast
probeert de machine rode ogen
uit uw foto te verwijderen.
drukken om het
c
• In sommige gevallen kunnen rode ogen
niet worden verwijderd.
• Als het gezicht op de foto te klein is.
• Als het gezicht te ver omhoog, omlaag,
naar links of naar rechts is gedraaid.
)
8
)
57
Hoofdstuk 8
• Druk op Annuleren om terug te keren
naar de lijst met effecten.
• Als uw foto erg klein is of onregelmatig van
vorm, kunt u deze mogelijk niet bijsnijden
of verbeteren. Op het touchscreen wordt
Afbeelding te klein of
Afbeelding te lang weergegeven.
i
Als u Bijsnijden hebt gekozen in
stap g, past u het rode kader om uw foto
aan.
Het gedeelte in het rode kader wordt
afgedrukt.
Druk op
kader te vergroten of te verkleinen.
Druk op a, b, d of c om de positie van
het kader te wijzigen.
of om het
Druk op Afdrukinstell. en wijzig
de afdrukinstellingen. (Zie
PhotoCapture Center™afdrukinstellingen uu pagina 61.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Start om af te drukken.
Pasfoto's afdrukken
U kunt een foto selecteren die is opgeslagen
op een geheugenkaart of USB-flashstation en
pasfoto's afdrukken voor uw cv, paspoort,
enzovoort. U kunt vier pasfoto's op één vel
papier afdrukken.
Druk op
draaien.
Druk op OK als u klaar bent met het
aanpassen van het kader.
Druk op OK ter bevestiging.
om het kader te
OPMERKING
Als uw foto erg klein is of onregelmatig van
vorm, kunt u deze mogelijk niet bijsnijden
of verbeteren. Op het touchscreen wordt
Afbeelding te klein of
Afbeelding te lang weergegeven.
j
Voer het gewenste aantal kopieën in
door te drukken op + of - of met behulp
van de kiestoetsen op het touchpanel.
Druk op OK.
k
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
OPMERKING
Als u 2x2inch of 50x70mm (2x2,75")
(50x70mm (2x2,75in)) selecteert,
wordt slechts één foto afgedrukt in
pasfotoformaat en 10x15cm in
Papierform.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Pasfotoafdruk
weer te geven.
58
e
Druk op Pasfotoafdruk.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven.
Druk op de foto zodra deze wordt
weergegeven.
g
Druk op a of b om 25x36mm, 35x45mm,
36x51mm, 45x45mm, 45x55mm,
35x48mm, 50x70mm (2x2,75")
(50x70mm (2x2,75in)) of
2x2inch weer te geven en druk
vervolgens op de optie die u als
fotoformaat wilt instellen.
h
Bevestig de afbeelding die op het
touchscreen wordt weergegeven.
Draai de afbeelding indien nodig door op
te drukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Druk op Papierform. om het
papierformaat te wijzigen.
Druk op a of b om 10x15cm,13x18cm, A4 of Letter weer te
geven en druk vervolgens op de optie
die u wilt instellen.
(MFC-J870DW)
Om verbeteringseffecten toe te
voegen, drukt u op a of b om
Foto verbeteren weer te geven.
Druk op Foto verbeteren.
OPMERKING
De bijsnijdfunctie is niet beschikbaar.
i
Druk op OK.
j
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Afdrukinstell. en wijzig
de afdrukinstellingen. Ga naar
stap k.
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Start om af te drukken.
k
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Printkwaliteit om de
afdrukkwaliteit te wijzigen.
Druk op Normaal of Foto.
Druk op Papiersoort om het
papiertype te wijzigen.
Druk op a of b om Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71 of
Glossy anders weer te geven en
druk op de optie die u wilt instellen.
Druk op a of b om
Autom. correctie
(Autocorrectie),
Rood-oog Verw.
(Rode ogen verw.), Autocorr.
en Rode ogen verwijderen of
Uit weer te geven en druk op de
optie die u wilt instellen.
l
Druk op OK wanneer u klaar bent met het
wijzigen van de instellingen.
m
Druk op Start.
Diavoorstelling
U kunt alle foto's op het touchscreen bekijken
met Diavoorstelling. Ook kunt u een foto
selecteren tijdens de bewerking.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Diavoorstelling
weer te geven.
8
e
Druk op Diavoorstelling.
f
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
59
Hoofdstuk 8
Als u de weergaveduur voor de foto's
wilt wijzigen, drukt u op
Elke foto weergeven voor.
Druk op a of b om 3Sec., 10Sec.,30Sec., 1Min. (Min) of 5Min.
weer te geven en druk vervolgens op
de optie die u wilt instellen.
Als u de instellingen niet wilt wijzigen,
drukt u op Start.
g
Druk op om Diavoorstelling af
te sluiten.
Een foto afdrukken tijdens een
diavoorstelling
a
Als u een afbeelding wilt afdrukken
tijdens een diavoorstelling, drukt u op de
afbeelding wanneer deze op het
touchscreen wordt weergegeven.
Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak
Company, FUJIFILM Corporation, Panasonic
Corporation en Sony Corporation) hebben
deze standaard ontwikkeld om het afdrukken
van beelden vanaf een digitale camera te
vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt
voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de
beelden en het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken, op het display van de digitale
camera selecteren.
Als een geheugenkaart met DPOF-informatie
in de machine wordt geplaatst, kunt u de
geselecteerde foto op eenvoudige wijze
afdrukken.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
b
U kunt het aantal kopieën op de
volgende manieren invoeren:
(alleen MFC-modellen)
Met de kiestoetsen op het
touchpanel.
Druk op het aantal kopieën op het
touchscreen.
Voer het aantal kopieën in via het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
c
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Afdrukinstell. en wijzig
de afdrukinstellingen.
(Zie PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen uu pagina 61.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Start om af te drukken.
Afdrukken in DPOF-formaat
c
Druk op a of b om DPOF weer te geven.
d
Druk op DPOF.
e
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Afdrukinstell. en wijzig
de afdrukinstellingen. (Zie
PhotoCapture Center™afdrukinstellingen uu pagina 61.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Start om af te drukken.
OPMERKING
Als de op de camera gemaakte
afdrukvolgorde beschadigd is geraakt, kan
een DPOF-bestandsfout optreden. U kunt
dit probleem verhelpen door de
afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw
te maken met uw camera. Raadpleeg de
ondersteuningswebsite van de
camerafabrikant of de bijbehorende
documentatie om na te gaan hoe u
hiervoor te werk gaat.
DPOF betekent Digital Print Order Format.
60
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
PhotoCapture
Center™afdrukinstellingen
U kunt tijdelijk de afdrukinstellingen wijzigen
voor de volgende taak.
De machine keert na 1 minuut inactiviteit
terug naar de standaardinstellingen.
OPMERKING
U kunt de afdrukinstellingen die u vaak
gebruikt, opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren. (Zie
Uw wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen uu pagina 67.)
i
Druk op a of b om Printkwaliteit
weer te geven.
j
Druk op Printkwaliteit.
k
Druk op Normaal of Foto.
l
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op of OK.
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
OPMERKING
Als u Inkjetpapier selecteert in
Papiersoort, kunt u alleen Foto
selecteren.
Papieropties
Afdrukkwaliteit
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
Papiersoort
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
h
Druk op Afdrukinstell.
i
Druk op a of b om Papiersoort weer
te geven.
j
Druk op Papiersoort.
8
h
Druk op Afdrukinstell.
61
Hoofdstuk 8
k
Druk op a of b om Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71 of
Glossy anders weer te geven en druk
op de optie die u wilt instellen.
Druk op a of b om de opties in de
volgende tabel weer te geven en druk
vervolgens op de gewenste optie.
l
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
of OK.
Papierformaat en afdrukformaat
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
Voorbeeld: Afdrukpositie voor papier van
A4-formaat
1
8x10cm
4
13x18cm
m
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op of OK.
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
2
9x13cm
5
15x20cm
3
10x15cm
6
Max. afm.
h
Druk op Afdrukinstell.
i
Druk op a of b om Papierform. weer
te geven.
j
Druk op Papierform.
k
Druk op a of b om 10x15cm, 13x18cm,
A4 of Letter weer te geven.
Druk op de gewenste optie.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u A4 of Letter selecteert, gaat
u naar stap l.
Als u 10x15cm of 13x18cm
selecteert, gaat u naar stap m.
l
Druk op a of b om Afdrukformaat
weer te geven.
Druk op Afdrukformaat.
62
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Autocorrectie (MFC-J870DW)
Autocorrectie is voor de meeste foto's
beschikbaar. De machine bepaalt het
geschikte effect voor uw foto.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
Helderheid, contrast en kleur
instellen
Helderheid
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
h
Druk op Afdrukinstell.
i
Druk op a of b om Aut. corrigeren
weer te geven.
j
Druk op Aut. corrigeren.
k
Druk op Aan (of Uit).
l
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
of OK.
h
Druk op Afdrukinstell.
i
Druk op a of b om Helderheid weer te
geven.
j
Druk op Helderheid.
k
Pas het helderheidsniveau aan door
hierop te drukken op het touchscreen.
l
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
of OK.
8
63
Hoofdstuk 8
Contrast
U kunt de contrastinstelling selecteren. Hoe
hoger het contrast, des te scherper en
levendiger een beeld eruitziet.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
h
Druk op Afdrukinstell.
i
Druk op a of b om Contrast weer te
geven.
Kleurverbetering
U kunt de functie voor kleurverbetering
inschakelen om afdrukken levendiger te
maken. Met deze functie duurt het afdrukken
echter langer en wordt er, afhankelijk van de
afbeelding die u afdrukt, mogelijk meer inkt
verbruikt.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
h
Druk op Afdrukinstell.
j
Druk op Contrast.
k
Pas het contrastniveau aan door hierop
te drukken op het touchscreen.
l
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
of OK.
i
Druk op a of b om
Kleur verbeteren weer te geven.
j
Druk op Kleur verbeteren.
k
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de instelling voor
Wit Balans (Witbalans),
Scherpte of Kleurdensiteit wilt
aanpassen, drukt u op
Kleur verbeteren en vervolgens
op Aan.
Ga naar stap l.
Als u niets wilt aanpassen, drukt u op
Kleur verbeteren en vervolgens
op Uit.
Druk op
Ga naar stap o.
.
64
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
l
Druk op a of b om
Wit Balans (Witbalans),
Scherpte of Kleurdensiteit weer
te geven en vervolgens op de optie die
u wilt wijzigen.
m
Druk op d of c om de mate van de
instelling aan te passen.
Druk op OK.
n
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u nog meer kleuraanpassingen
wilt doen, herhaalt u stap l en m.
Druk op
Als u andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op
afdrukmenu weer te geven en drukt
u op de instelling die u wilt wijzigen.
(Zie PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen uu pagina 61.)
o
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op of OK.
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
.
om het
OPMERKING
• Witbalans
• Scherpte
Met deze instelling wordt het detail van
een afbeelding verbeterd, zoals bij het
scherpstellen van een camera. Als de
afbeelding niet goed scherp is en u de fijne
details van de afbeelding niet kunt zien,
kunt u de scherpte aanpassen.
•Kleurdichtheid
Met deze instelling kunt u de totale
hoeveelheid kleur in de afbeelding
bijstellen. U kunt de totale hoeveelheid
kleur in een foto verhogen of verlagen om
een vage of vale foto te verbeteren.
Bijsnijden (crop)
Als uw foto te lang of te breed is voor de ruimte
die u hebt geselecteerd, wordt een deel van
het beeld afgesneden.
De standaardinstelling is Aan. Wanneer u het
hele beeld wilt afdrukken, wijzigt u deze
instelling in Uit. Als u Bijsnijd(crop) op
Uit instelt, moet u Zonder rand ook op
Uit instellen. (Zie Afdrukken zonder rand
uu pagina 66.)
a
Open de mediasleufklep.
8
Met deze instelling past u de tint van de
witte gedeelten in een afbeelding aan. Het
licht, de instellingen van de camera en
andere zaken beïnvloeden de tint wit. De
witte vlakken van een foto kunnen er een
beetje roze of geelachtig uitzien, of naar
een andere kleur neigen. Met deze
instelling kunt u dat effect corrigeren en de
witte vlakken weer zuiver wit maken.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
h
Druk op Afdrukinstell.
i
Druk op a of b om Bijsnijd(crop)
weer te geven.
65
Hoofdstuk 8
j
Druk op Bijsnijd(crop).
k
Druk op Uit (of Aan).
l
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
Bijsnijd(crop): Aan
Bijsnijd(crop): Uit
of OK.
i
Druk op a of b om Zonder rand weer
te geven.
j
Druk op Zonder rand.
k
Druk op Uit (of Aan).
l
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op of OK.
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
Datum afdrukken
U kunt de datum afdrukken die al in de
fotogegevens is opgenomen. De datum wordt
in de rechterbenedenhoek afgedrukt. Als de
datum niet in de gegevens is opgenomen,
kunt u deze functie niet gebruiken.
Afdrukken zonder rand
Met deze optie wordt het afdrukgebied
uitgebreid naar de randen van het papier. Het
afdrukken zal iets langer duren.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
h
Druk op Afdrukinstell.
i
Druk op a of b om Datum afdr. weer
te geven.
j
Druk op Datum afdr.
k
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op OK.
h
Druk op Afdrukinstell.
66
l
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op of OK.
Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
OPMERKING
De DPOF-instelling van uw camera moet
uitgeschakeld zijn om de functie
Datum afdr. te kunnen gebruiken.
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen
U kunt de meestgebruikte afdrukinstellingen,
zoals Printkwaliteit, Papiersoort,
Papierform., Afdrukformaat,
1
Aut. corrigeren
Contrast, Kleur verbeteren,
Bijsnijd(crop), Zonder rand en
Datum afdr. opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze weer
wijzigt.
1
Alleen MFC-J870DW
a
Open de mediasleufklep.
, Helderheid,
k
Druk op Nieuwe standaard.
l
U wordt op het touchscreen gevraagd de
wijziging in de nieuwe
standaardinstellingen te bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging.
m
Druk op .
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen
U kunt de PhotoCapture-instellingen die u
hebt gewijzigd, zoals Printkwaliteit,Papiersoort, Papierform.,
1
Afdrukformaat, Aut. corrigeren
Helderheid, Contrast,
Kleur verbeteren, Bijsnijd(crop),
Zonder rand en Datum afdr. terugzetten
naar de fabrieksinstellingen.
1
Alleen MFC-J870DW
a
Open de mediasleufklep.
,
8
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
h
Druk op Afdrukinstell.
i
Druk op uw nieuwe instelling.
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
j
Als u de laatste instelling hebt gewijzigd,
drukt u op a of b om
Nieuwe standaard weer te geven.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Foto.
d
Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e
Druk op Foto’s weerg.
f
Druk op d of c om elke foto weer te
geven. Druk op de gewenste foto en
druk vervolgens op OK.
g
Druk op OK.
h
Druk op Afdrukinstell.
i
Druk op a of b om
Fabrieksinstell. weer te geven.
j
Druk op Fabrieksinstell.
67
Hoofdstuk 8
A4
k
U wordt op het touchscreen gevraagd
het terugzetten van de
fabrieksinstellingen te bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging.
l
Druk op .
Naar een
geheugenkaart of een
USB-flashstation
scannen
Automatisch bijsnijden
(MFC-J870DW)
U kunt meerdere documenten op de glasplaat
scannen. U kunt een document eerst bekijken
op het touchscreen voordat u het opslaat. Als
u Automatisch bijsnijden selecteert,
worden de respectieve documenten door de
machine gescand, waarna hiervan
afzonderlijk bestanden worden gemaakt. Als
u bijvoorbeeld vier documenten op de
glasplaat plaatst, scant de machine deze en
maakt vier afzonderlijke bestanden aan.
Wanneer u een bestand van vier pagina's wilt
maken, kiest u PDF of TIFF voor
Bestandstype.
(Als u JPEG selecteert, worden de vier
documenten als vier afzonderlijke bestanden
gemaakt.)
1
1
A4
3
1
243
4
2
21
110 mm of groter (bovenzijde, links, rechts)
220 mm of groter (onderzijde)
68
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
OPMERKING
Automatisch bijsnijden wordt
ondersteund door technologie van
Reallusion, Inc.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Scannen naar media.
d
Laad uw document.
e
Druk op Opties.
f
Druk op a of b om Automatisch
bijsnijden weer te geven.
g
Druk op Automatisch bijsnijden.
• Als uw document te lang of te breed is,
werkt deze instelling niet goed. Het
document moet voldoen aan de volgende
specificatie: maximaal 195 × 270 mm.
Als de hoogte-breedteverhouding van het
document groter is dan 1 op 8, werkt deze
instelling niet goed.
• U moet de documenten altijd uit de buurt
van de randen van de glasplaat plaatsen,
zoals afgebeeld.
• U moet de documenten op een afstand
van minimaal 10 mm van elkaar plaatsen.
• Met Automatisch bijsnijden wordt
de scheefstand van het document op de
glasplaat aangepast, maar als het
document meer dan 10 graden scheef ligt,
werkt deze instelling niet.
• U kunt Automatisch bijsnijden
alleen gebruiken als de ADF leeg is.
h
Druk op Aan.
i
Druk op OK.
j
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Start om te
beginnen met scannen.
k
Het aantal gescande documenten wordt
op het touchscreen weergegeven.
Druk op OK ter bevestiging.
l
Druk op d of c om de gegevens voor elk
document vooraf te bekijken.
m
Druk op Alles opsl. om de gegevens
op te slaan.
OPMERKING
• Automatisch bijsnijden is
beschikbaar voor papier met vier rechte
hoeken van 90 graden. Als een van de
hoeken niet recht is, kan Automatischbijsnijden het document niet
waarnemen.
• De functie Automatisch bijsnijden
is beschikbaar voor maximaal
16 documenten, afhankelijk van het
formaat van uw documenten.
BELANGRIJK
Verwijder NOOIT de geheugenkaart of het
USB-flashstation terwijl er door de
machine lees- of schrijfbewerkingen op
worden uitgevoerd. De kaart, het USBflashstation of de daarop opgeslagen
gegevens kunnen anders beschadigd
raken.
8
69
Hoofdstuk 8
Nieuwe
standaardinstellingen
opslaan
U kunt de meestgebruikte kopieerinstellingen
voor Scannen naar media (Scantype,
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
c
Druk op Scannen naar media.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om
Fabrieksinstell. weer te geven.
en Achtergrondkleur
e
Druk op a of b om Scantype,
Resolutie, Bestandstype,
Afmeting scan, Automatisch
1
bijsnijden
verwijderen weer te geven en druk
vervolgens op de optie die u wilt
wijzigen. Druk op de optie die u wilt
instellen.
1
Alleen MFC-J870DW
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
f
Wanneer u klaar bent met het opgeven
van uw voorkeursinstellingen, drukt u op
a of b om Nieuwe standaard weer te
geven.
g
Druk op Nieuwe standaard.
h
U wordt op het touchscreen gevraagd de
wijziging in de nieuwe
standaardinstellingen te bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging.
of Achtergrondkleur
f
Druk op Fabrieksinstell.
g
U wordt op het touchscreen gevraagd
het terugzetten van de
fabrieksinstellingen te bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging.
h
Druk op .
Scanopties opslaan als
snelkoppeling
U kunt veelgebruikte scanopties opslaan door
deze in te stellen als snelkoppeling. In deze
paragraaf wordt uitgelegd hoe u een
snelkoppeling toevoegt voor Scannen naarmedia.
a
Open de mediasleufklep.
b
Plaats de geheugenkaart of het USBflashstation in de juiste sleuf.
i
Druk op .
70
c
Druk op Scannen naar media.
d
Druk op Opties.
e
Druk op a of b om Scantype,
Resolutie, Bestandstype,
Afmeting scan,
Lang papier scannen,
Bestandsnaam, Automatisch
1
bijsnijden
verwijderen weer te geven en druk
vervolgens op de optie die u wilt
wijzigen. Druk op de optie die u wilt
instellen.
1
Alleen MFC-J870DW
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
f
Druk op OK wanneer u klaar bent met het
selecteren van nieuwe opties.
of Achtergrondkleur
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
g
Druk op
Opslaan als snelkoppeling.
h
Controleer de weergegeven lijst met
instellingen die u hebt geselecteerd als
snelkoppeling en druk vervolgens op
OK.
i
Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Raadpleeg voor het
invoeren van letters, uu Basis
gebruikershandleiding: Tekst invoeren.)
Druk op OK.
j
Druk op OK om de snelkoppeling op te
slaan.
8
71
Foto's vanaf een camera
9
afdrukken (DCP-J752DW,
MFC-J650DW en MFC-J870DW)
Foto's direct afdrukken
vanaf een PictBridgecamera
Uw machine van Brother ondersteunt de
PictBridge-standaard, zodat u een met
PictBridge compatibele camera kunt
aansluiten op uw machine en direct via de
camera kunt afdrukken.
Als uw camera de standaard voor USBmassaopslag gebruikt, kunt u ook foto's
afdrukken vanaf een digitale camera zonder
PictBridge. (Zie Foto's direct afdrukken vanaf
een digitale camera (zonder PictBridge)
uu pagina 74.)
Vereisten voor PictBridge
Houd rekening met het volgende om fouten te
voorkomen:
De machine en de digitale camera moeten
met een geschikte USB-kabel worden
aangesloten.
De extensie van het beeldbestand
moet .JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Bewerkingen in het PhotoCapture
Center™ zijn niet beschikbaar als u de
functie PictBridge gebruikt.
Uw digitale camera instellen
Zet uw camera in de modus PictBridge. De
volgende PictBridge-instellingen zijn wellicht
beschikbaar via het LCD-scherm van uw met
PictBridge compatibele camera.
Het kan zijn dat sommige van deze
instellingen niet beschikbaar zijn, afhankelijk
van uw type camera.
Menuselectie
voor de
camera
PapierformaatA4, Letter, 10 × 15 cm,
PapiersoortNormaal papier, Glanzend
Lay-outZonder rand: Aan,
DPOF-instelling
AfdrukkwaliteitNormaal, Fijn,
Kleurverbetering
Datum
afdrukken
1
Zie Afdrukken in DPOF-formaat uu pagina 74 voor
meer informatie.
2
Als uw camera is ingesteld om de printerinstellingen
(standaardinstelling) te gebruiken, drukt de machine
uw foto af met de volgende instellingen.
Opties
Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
papier, Inkjetpapier,
Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
Zonder rand: Uit,
Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
1
-
Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
Aan, Uit,
Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
Aan, Uit,
Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
2
2
2
2
2
2
72
Foto's vanaf een camera afdrukken (DCP-J752DW, MFC-J650DW en MFC-J870DW)
InstellingenOpties
Papierformaat10 × 15 cm
PapiersoortGlanzend papier
Lay-outZonder rand: Aan
AfdrukkwaliteitFijn
KleurverbeteringUit
Datum afdrukkenUit
Als uw camera geen menuselecties heeft,
worden deze instellingen ook gebruikt.
De naam en de beschikbaarheid van elke
instelling hangt af van de specificatie van
uw camera.
Raadpleeg de documentatie die is
meegeleverd met uw camera voor meer
informatie over het wijzigen van PictBridgeinstellingen.
Foto's afdrukken
OPMERKING
Verwijder eventuele geheugenkaarten of
USB-flashstations uit de machine voordat
u een digitale camera aansluit.
a
Open de mediasleufklep.
b
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Sluit uw camera met de USB-kabel aan
op de USB-interface (1) van de machine.
1
1USB-interface
c
Schakel de camera in.
Als de machine de camera heeft
herkend, wordt
Camera aangesloten. weergegeven
op het touchscreen.
d
Selecteer de foto die u wilt afdrukken
aan de hand van de instructies van uw
camera.
Als de machine begint met het afdrukken
van de foto, wordt Printen
weergegeven op het touchscreen.
BELANGRIJK
Sluit geen ander apparaat dan een digitale
camera of een USB-flashstation aan op de
USB-interface om beschadiging van de
machine te voorkomen.
9
73
Hoofdstuk 9
Afdrukken in DPOF-formaat
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak
Company, FUJIFILM Corporation, Panasonic
Corporation en Sony Corporation) hebben
deze standaard ontwikkeld om het afdrukken
van beelden vanaf een digitale camera te
vereenvoudigen.
Als uw digitale camera afdrukken in DPOFformaat ondersteunt, kunt u op het display
van de camera de afbeeldingen of het aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken selecteren.
OPMERKING
Als de op de camera gemaakte
afdrukvolgorde beschadigd is geraakt, kan
een DPOF-bestandsfout optreden. U kunt
dit probleem verhelpen door de
afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw
te maken met uw camera. Raadpleeg de
ondersteuningswebsite van de
camerafabrikant of de bijbehorende
documentatie om na te gaan hoe u
hiervoor te werk gaat.
Foto's direct afdrukken
vanaf een digitale
camera
(zonder PictBridge)
Als uw camera de standaard voor USBmassaopslag ondersteunt, kunt u uw camera
in de modus massaopslag aansluiten. Op
deze manier kunt u foto's vanaf uw camera
afdrukken.
(Zie Foto's direct afdrukken vanaf eenPictBridge-camera uu pagina 72 als u foto's
in de modus PictBridge wilt afdrukken.)
OPMERKING
De naam en beschikbaarheid van functies
en bewerkingen verschillen per camera.
Raadpleeg de documentatie die bij uw
camera is geleverd voor meer informatie
over bijvoorbeeld het wijzigen van de
PictBridge-modus in de modus USBmassaopslag.
74
Foto's vanaf een camera afdrukken (DCP-J752DW, MFC-J650DW en MFC-J870DW)
Foto's afdrukken
OPMERKING
Verwijder eventuele geheugenkaarten of
USB-flashstations uit de machine voordat
u een digitale camera aansluit.
a
Open de mediasleufklep.
b
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Sluit uw camera met de USB-kabel aan
op de USB-interface (1) van de machine.
1
1USB-interface
c
Schakel de camera in.
d
Volg de stappen in Foto's afdrukkenuu pagina 55.
BELANGRIJK
Sluit geen ander apparaat dan een digitale
camera of een USB-flashstation aan op de
USB-interface om beschadiging van de
machine te voorkomen.
9
75
A
Routineonderhoud
De machine reinigen en
controleren
De buitenkant van de machine
reinigen
Reinig het touchscreen als volgt:
BELANGRIJK
• Houd ingedrukt om de machine uit te
zetten. Op het touchscreen wordt enkele
seconden Afsluiten weergegeven
voordat de stroom wordt uitgeschakeld.
• Gebruik GEEN vloeibare
reinigingsmiddelen (inclusief ethanol).
a
Reinig het touchscreen met een droge,
zachte pluisvrije doek.
Reinig de buitenkant van de machine als
volgt:
BELANGRIJK
• Gebruik neutrale reinigingsmiddelen.
Reiniging met vluchtige vloeistoffen, zoals
verdunner of benzine, beschadigt de
buitenkant van de machine.
• Gebruik GEEN reinigingsmiddelen die
ammoniak bevatten.
• Gebruik GEEN isopropylalcohol om het
bedieningspaneel te reinigen. Het paneel
kan anders barsten.
a
Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
1
76
b
Reinig de buitenkant van de machine
met een droge, zachte pluisvrije doek
om stof te verwijderen.
c
Breng het deksel van de uitvoerlade
omhoog en verwijder alles wat
eventueel nog in de papierlade vastzit.
d
Reinig de binnen- en buitenkant van de
papierlade met een droge, zachte
pluisvrije doek om stof te verwijderen.
Routineonderhoud
b
Reinig de geleiderol van de
machine (1) en het gedeelte eromheen
en veeg eventuele inkt weg met een
zachte, droge pluisvrije doek.
e
Sluit het deksel van de uitvoerlade en
plaats de lade stevig in de machine
terug.
De geleiderol van de machine
reinigen
WAARSCHUWING
Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact voordat u de geleiderol reinigt.
Als u dit niet doet, kunt u een elektrische
schok krijgen.
a
Plaats beide handen onder de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine
om het scannerdeksel in de geopende
stand te zetten.
BELANGRIJK
Raak de codeerstrip (2) NIET aan.
Hierdoor kan de machine beschadigd
raken.
c
Breng het scannerdeksel omhoog om de
vergrendeling op te heffen. Duw de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
omlaag en sluit het scannerdeksel met
beide handen.
d
Sluit het netsnoer weer aan.
De papierinvoerrollen
reinigen
1
2
A
Als de papierinvoerrollen met inkt zijn bevuild,
kan dit papierstoringen veroorzaken.
77
a
Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact. Trek de papierlade (1)
volledig uit de machine.
OPMERKING
Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun naar binnen.
b
Reinig de voorzijde van de
papierinvoerrollen (1) in een heen en
weer gaande beweging met een zachte,
pluisvrije doek die met water is
bevochtigd.
Wrijf de rollen na het reinigen na met een
droge, zachte pluisvrije doek om al het
vocht te verwijderen.
c
Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (2) en reinig
vervolgens de achterzijde van de
papierinvoerrollen (1) met een zachte,
pluisvrije doek die met water is
1
bevochtigd.
Wrijf de rollen na het reinigen na met een
droge, zachte pluisvrije doek om al het
vocht te verwijderen.
1
d
Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
2
e
Sluit het netsnoer weer aan.
OPMERKING
Gebruik de machine pas weer wanneer de
rollen volledig droog zijn. Als u de machine
gebruikt terwijl de rollen nog niet droog
1
zijn, kunnen er problemen met het
invoeren van het papier optreden.
De papierdoorvoerrollen
reinigen
a
Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b
Trek de papierlade volledig uit de
machine.
78
Routineonderhoud
OPMERKING
Als de machine meerdere pagina's tegelijk
begint in te voeren wanneer er nog maar
een paar vellen in de lade liggen, reinigt u
het scheidingskussen (1) met een zachte,
pluisvrije doek die met water is bevochtigd.
Gebruik na het reinigen van het kussen
een droge, zachte pluisvrije doek om al het
vocht te verwijderen.
1
Wrijf de rollen na het reinigen na met een
droge, zachte pluisvrije doek om al het
vocht te verwijderen.
1
e
Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed gesloten is.
c
Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine.
1
d
Reinig de papierdoorvoerrollen (1) met
een zachte, pluisvrije doek die met water
is bevochtigd.
Draai de rollen langzaam rond zodat het
hele oppervlak gereinigd wordt.
f
Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
g
Sluit het netsnoer weer aan.
Het inktvolume controleren
Hoewel op het touchscreen een
inktvolumepictogram wordt weergegeven,
kunt u ook via het inktmenu een groot diagram
weergeven waarop wordt aangegeven
hoeveel inkt in elke cartridge over is.
a
Druk op .
OPMERKING
U kunt ook op (Instell.) en
Inkt drukken.
A
79
b
Druk op Inktvolume.
Op het touchscreen wordt het
inktvolume weergegeven.
De machine inpakken
en vervoeren
Gebruik het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal van de machine
wanneer u de machine vervoert. Volg de
onderstaande instructies om uw machine
correct te verpakken. Wanneer de machine
tijdens vervoer schade ondervindt, valt deze
schade mogelijk niet onder uw garantie.
OPMERKING
Als de inktcartridge een probleem heeft of
bijna aan vervanging toe is, wordt een van
de volgende pictogrammen weergegeven.
De inkt is bijna op.
De inktcartridge is leeg.
Er is een probleem met de
inktcartridge.
c
Druk op .
OPMERKING
U kunt het inktniveau vanaf uw computer
controleren.
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
De machine dient passend te worden
verzekerd voor het vervoer.
BELANGRIJK
Het is belangrijk dat u de machine na een
afdruktaak de printkop laat “parkeren”.
Luister goed naar de machine alvorens
deze los te koppelen, om te controleren of
alle mechanische geluiden zijn gestopt.
Indien u de machine dit proces niet laat
voltooien, kan dit leiden tot
afdrukproblemen en mogelijke schade
aan de printkop.
a
Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b
Plaats beide handen onder de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine
om het scannerdeksel in de geopende
stand te zetten. Haal vervolgens de
stekker van de machine uit de
telefoonaansluiting en haal het
telefoonsnoer uit de machine.
80
c
Koppel de interfacekabel van de
machine los, indien deze is aangesloten.
d
3
Breng het scannerdeksel (1) omhoog
om de vergrendeling op te heffen. Duw
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag (2) en sluit het
scannerdeksel (3) met beide handen.
1
2
Routineonderhoud
g
Breng de oranje bescherming aan en
sluit het kapje van de cartridge.
3
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat uw vingers hierbij niet
bekneld raken.
e
Open het deksel van de inktcartridge.
f
Verwijder alle vier de inktcartridges.
Druk op de ontgrendelingshendel boven
elke cartridge om deze te ontgrendelen.
(uu Basis gebruikershandleiding: Deinktcartridges vervangen.)
BELANGRIJK
• Zorg ervoor dat het plastic lipje aan de
linkerzijde van de oranje bescherming (1)
stevig op zijn plaats klikt (2).
1
2
• Als u de oranje bescherming niet kunt
vinden, vervoert u de machine zonder dit
onderdeel. Installeer in plaats daarvan
NIET de inktcartridges.
h
(MFC-J870DW)
Open het documentdeksel, controleer of
de schijflade op zijn plaats zit, en sluit
dan het deksel weer.
A
81
i
Verpak de machine in de plastic zak.
j
Verpak de machine en de gedrukte
materialen met het originele
verpakkingsmateriaal in de originele
doos, zoals in de afbeelding getoond.
Stop de verbruikte inktcartridges niet in
de doos.
k
Sluit de doos en maak deze dicht met
verpakkingstape.
82
B
Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen.
Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft.
Verklarende woordenlijst
2,7" (67,5-mm) touchscreen-LCD en
touchpanel
De touchscreen-LCD (Liquid Crystal
Display) op de machine toont interactieve
meldingen en aanwijzingen voor het
gebruik van de machine. U bedient het
touchscreen door op het scherm te
drukken of te vegen.
De lampjes van het touchpanel aan de
rechterzijde van de touchscreen-LCD
gaan branden wanneer deze beschikbaar
zijn voor de huidige bewerking.
ADF (automatische documentinvoer)
Het document kan in de ADF worden
geplaatst en automatisch met één pagina
tegelijk worden gescand.
Adresboek
Namen en nummers die u hebt
opgeslagen voor snelkiezen.
Adresboeklijst
Een alfabetisch gerangschikte lijst van
namen en nummers die zijn opgeslagen in
het geheugen van het adresboek.
Afstandsbediening
De mogelijkheid om op afstand toegang
tot de machine te krijgen met een telefoon
met toetstonen.
ANTW.APP. (antwoordapparaat)
U kunt een extern antwoordapparaat op
de machine aansluiten.
Automatisch een fax verzenden
Een fax verzenden zonder de hoorn van
een externe telefoon op te nemen.
Automatisch opnieuw kiezen
Een functie waarmee de machine het
laatste faxnummer na vijf minuten
opnieuw kan kiezen als de fax niet kon
worden verzonden omdat de lijn bezet
was.
Autoreductie
Hiermee wordt een inkomend faxbericht
verkleind afgedrukt.
Belvertraging
Het aantal keren dat het belsignaal
overgaat voordat de machine reageert in
de modi Alleen Fax (Alleen fax)
en Fax/Telefoon.
Belvolume
Instelling van het volume voor het
belsignaal van de machine.
Code voor activeren op afstand
Toets deze code (l 51) in wanneer u een
faxoproep aanneemt op een extern of
tweede toestel.
Code voor deactiveren op afstand
(alleen modus Fax/Tel)
Als de machine een telefoongesprek
aanneemt, wordt het snelle dubbele
belsignaal gebruikt. U kunt de oproep op
een tweede toestel aannemen door deze
code (# 5 1) in te toetsen.
Coderingsmethode
Methode voor het coderen van de
informatie in een document. Alle
faxmachines dienen ten minste de
standaard Modified Huffman (MH) te
gebruiken. De machine is uitgerust met
betere compressiemethoden, Modified
Read (MR) en Modified Modified Read
(MMR) en JPEG, die werken als de
ontvangende machine over deze
mogelijkheden beschikt.
Communicatiefout (Comm. Fout)
Een fout tijdens het verzenden of
ontvangen van een faxbericht, meestal
veroorzaakt door ruis of statische
elektriciteit op de lijn.
B
83
Compatibiliteitsgroep
De mogelijkheid van een faxapparaat om
met een ander faxapparaat te
communiceren. Tussen ITU-T-groepen is
compatibiliteit verzekerd.
Fax/Telefoon
In deze modus kunt u faxoproepen en
telefoongesprekken ontvangen. Gebruik
deze modus niet als een
antwoordapparaat is aangesloten.
Contrast
Instelling om te compenseren voor
donkere of lichte documenten. Faxen of
kopieën van donkere documenten worden
lichter en omgekeerd.
Dichtheid
Wijziging van de dichtheid maakt de
gehele afbeelding lichter of donkerder.
Direct verzenden
Als het geheugen vol is, kunt u faxen
onmiddellijk verzenden.
ECM-modus (Foutencorrectiemodus)
Met deze functie worden fouten tijdens
een faxtransmissie gedetecteerd en
worden de faxpagina's met fouten
opnieuw verzonden.
Extern toestel
Een antwoordapparaat of telefoon die is
aangesloten op de machine.
F/T-beltijd
Het aantal keren dat de dubbele bel van
de machine overgaat om u te
waarschuwen dat u een telefoongesprek
moet aannemen (als de machine in de
modus Fax/Tel de telefoon automatisch
heeft beantwoord).
Faxjournaal
In het journaal staat informatie over de
laatste 200 faxberichten die zijn
ontvangen en verzonden. TX betekent
verzonden. RX betekent ontvangen.
Faxtonen
De speciale tonen (geluidssignalen) die
een faxmachine tijdens automatische
transmissie uitzendt om de ontvangende
machine te laten weten dat het een
faxtransmissie betreft.
Faxtonen
De tonen die tijdens faxtransmissies door
de faxmachines worden uitgezonden.
Fijne resolutie
Resolutie is 203 × 196 dpi. Deze wordt
gebruikt voor faxberichten met kleine
lettertypen en afbeeldingen.
Fotoresolutie (alleen zwart-wit)
Een instelling van de resolutie die
verschillende grijstinten gebruikt, zodat
foto's optimaal worden gereproduceerd.
Gebruikersinstellingen
Een afgedrukt rapport waarin de huidige
instellingen van de machine worden
weergegeven.
Fax doorzenden
Hiermee wordt een fax die in het
geheugen is ontvangen, doorgestuurd
naar een ander, voorgeprogrammeerd
faxnummer.
Fax opslaan
U kunt ontvangen faxen in het geheugen
opslaan.
Fax Waarnemen
Hiermee reageert de machine toch op
faxtonen als u de telefoon aanneemt en
het een faxoproep blijkt te zijn.
84
Geheugenontvangst
Faxen worden in het geheugen van de
machine opgeslagen als het papier van de
machine op is.
Grijstinten
De grijstinten die voor het kopiëren,
scannen en faxen van foto's worden
gebruikt.
Groepsnummer
Een combinatie van nummers die zijn
opgeslagen in het adresboek en worden
gebruikt voor rondsturen.
Verklarende woordenlijst
Groepsverzending
(Alleen zwart-witfaxen) Om kosten te
besparen kunnen alle uitgestelde faxen
naar hetzelfde nummer als één zending
worden gestuurd.
Handmatig faxen verzenden
Als u de hoorn van het externe toestel
opneemt, kunt u luisteren of het
ontvangende faxapparaat antwoordt
voordat u op Fax starten (FaxStart) drukt om met verzenden te
beginnen.
Helderheid
Wijziging van de helderheid maakt de
gehele afbeelding lichter of donkerder.
Innobella™
Innobella™ is een assortiment
verbruiksartikelen van Brother. Voor
resultaten van de hoogste kwaliteit
adviseert Brother het gebruik van
Innobella™-inkt en -papier.
Nummerweergave (Beller ID)
Een dienst van het telefoonbedrijf
waarmee u het nummer (of de naam) van
de beller kunt zien.
OCR (optical character recognition)
De softwaretoepassing Nuance™
PaperPort™ 12SE of Presto!
PageManager zet een afbeelding van
tekst om in tekst die u kunt bewerken.
Pauze
Hiermee kunt u een pauze van
3,5 seconden in de kiesreeks inlassen
terwijl u met de kiestoetsen kiest of terwijl
u adresboeknummers opslaat. Druk voor
langere pauzes zo vaak als nodig op
Pauze op het touchscreen.
PhotoCapture Center™
Hiermee kunt u digitale foto's van uw
digitale camera met een hoge resolutie
afdrukken voor een afdrukkwaliteit die
gelijkwaardig is aan die van foto's.
Instellingstabellen
Beknopte instructies voor alle instellingen
en opties die beschikbaar zijn voor het
instellen van de machine.
Internationale modus
In deze modus worden de faxtonen tijdelijk
gewijzigd, zodat ruis en statische
elektriciteit op de lijn onderdrukt worden.
Journaaltijd
De voorgeprogrammeerde regelmaat
waarmee het faxjournaal automatisch
wordt afgedrukt. U kunt het faxjournaal
desgewenst ook op elk ander tijdstip
afdrukken (zonder deze instelling op te
heffen).
Kleurverbetering
Hiermee wordt de kleur in de afbeelding
aangepast. De afdrukkwaliteit wordt
verhoogd door de scherpte, witbalans en
kleurdichtheid te verbeteren.
PictBridge
Hiermee kunt u foto's rechtstreeks vanaf
uw digitale camera met een hoge resolutie
afdrukken voor een afdrukkwaliteit die
gelijkwaardig is aan die van foto's.
Pollen
Het proces waarbij een faxmachine een
andere faxmachine oproept om een
wachtende fax op te halen.
Puls (alleen Nederland)
Een kiesmethode voor een telefoonlijn
(traditionele kiesschijf).
Reserveafdruk
De machine maakt een afdruk van alle
faxen die zijn ontvangen en in het
geheugen zijn opgeslagen. Dit is een
veiligheidsmaatregel die ervoor zorgt dat
er in geval van stroomstoringen geen
faxberichten verloren gaan.
B
85
Resolutie
Het aantal verticale en horizontale lijnen
per inch. (Zie ook: Standaardresolutie,
Fijne resolutie, Superfijne resolutie en
Fotoresolutie.)
Resterende taken
U kunt controleren welke taken nog in het
geheugen staan en deze taken
afzonderlijk annuleren.
Rondsturen
De mogelijkheid om één en hetzelfde
faxbericht naar meerdere locaties te
verzenden.
Scannen
De procedure waarmee een elektronische
afbeelding van een papieren document
naar uw computer wordt verzonden.
Toegangscode op afstand
Uw eigen code van vier tekens (--waarmee u de machine vanaf een toestel
op afstand kunt bellen en bedienen.
Toon (alleen Nederland)
Een kiesmethode die wordt gebruikt bij
toetstelefoons.
Transmissie
Het proces waarbij een fax vanaf de
machine via de telefoonlijn naar het
ontvangende faxapparaat wordt
verzonden.
Tweede telefoontoestel
Een telefoontoestel dat gebruikmaakt van
dezelfde telefoonlijn als de faxmachine,
maar op een aparte wandcontactdoos is
aangesloten.
)
Scannen naar media
U kunt een document in zwart-wit of in
kleur naar een geheugenkaart of een
USB-flashstation scannen. Zwartwitafbeeldingen hebben het
bestandsformaat TIFF of PDF en
afbeeldingen in kleur kunnen het
bestandsformaat PDF of JPEG hebben.
Standaardresolutie
203 × 98 dpi (zwart-wit). 203 × 196 dpi
(kleur). Wordt gebruikt voor tekst van
normaal formaat en biedt de snelste
transmissie.
Stations-ID
De opgeslagen informatie die boven aan
gefaxte pagina's wordt weergegeven.
Deze inforegel bevat de naam van de
afzender en het faxnummer.
Superfijne resolutie (alleen zwart-wit)
203 × 392 dpi. Ideaal voor zeer kleine
lettertypen en lijntekeningen.
Tijdelijke instellingen
Voor elke faxtransmissie en kopie kunt u
bepaalde opties selecteren die geen
invloed hebben op de
standaardinstellingen.
Tweevoudige werking
De machine kan uitgaande faxen of
geplande taken in het geheugen scannen
terwijl deze een fax uit het geheugen
verzendt, een fax ontvangt of een
binnenkomende fax afdrukt.
Uitgestelde fax
Hiermee kunt u uw fax later op een door u
opgegeven tijdstip verzenden.
instellen voor volgende fax ..................... 9
C
89
Bezoek ons op World Wide Web
http://www.brother.com/
Deze machines zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service voor machines die in hun eigen land zijn
aangekocht.
www.brotherearth.com
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.