Brother MFC-845CW Quick Setup Guide [nl]

MFC-845CW
U moet eerst alle hardware instellen en de software installeren, pas dan kunt u de machine gebruiken. Lees deze installatiehandleiding voor instructies over de correcte opstelling en installatie van deze machine.
Installatiehandleiding
Stap 1
De machine installeren
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
De installatie is voltooid!
Bewaar deze installatiehandleiding, de gebruikershandleiding en de meegeleverde CD-ROM op een veilige plaats, zodat u ze wanneer nodig snel even kunt raadplegen.
1

De symbolen die worden gebruikt in deze handleiding

Waarschuwing
Waarschuwingen informeren u over de maatregelen die u moet treffen om te vermijden dat u letsel oploopt.
Opmerking
Opmerkingen leggen u uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
Voorzichtig
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de machine of andere voorwerpen worden beschadigd.
Gebruikershandleiding,
softwarehandleiding of
netwerkhandleiding
Dit verwijst naar de meegeleverde gebruikershandleiding, softwarehandleiding of netwerkhandleiding.
Onjuiste configuratie
Het pictogram Onjuiste Configuratie waarschuwt u voor apparaten en bewerkingen die niet compatibel zijn met de machine.

Inhoudsopgave

Aan de slag
Onderdelen in de doos................................................................................................................................. 2
Bedieningspaneel.........................................................................................................................................3
Stap 1 –
De beschermingen verwijderen.................................................................................................................... 4
Het stroomsnoer van de houder van de batterijlader aansluiten.................................................................. 4
De batterij installeren ................................................................................................................................... 4
De batterij laden ........................................................................................................................................... 5
Uw land instellen .......................................................................................................................................... 5
Een geschikte plaats kiezen......................................................................................................................... 6
Plaats de antenne op de basiseenheid ........................................................................................................6
Papier laden ................................................................................................................................................. 6
De telefoonlijn aansluiten ............................................................................................................................. 8
Het netsnoer aansluiten ............................................................................................................................... 9
De inktcartridges plaatsen............................................................................................................................ 9
Afdrukkwaliteit controleren......................................................................................................................... 11
Het contrast van het LCD-scherm instellen................................................................................................ 12
De datum en tijd instellen........................................................................................................................... 12
Uw Stations-ID instellen ............................................................................................................................. 13
Kiesmodus Toon of Puls instellen .............................................................................................................. 14
Het type telefoonlijn instellen ..................................................................................................................... 14
De ontvangststand kiezen.......................................................................................................................... 15
ANTW.APP. instellen ................................................................................................................................. 15
Stap 2 –
Windows
Bij gebruik van de USB-interface (voor Windows Bij gebruik van de bedrade netwerkinterface (voor Windows Bij gebruik van draadloos netwerk (voor Windows
infrastructuurmodus) ................................................................................................................................. 25
Macintosh
Bij gebruik van de USB-interface (voor Mac OS Bij gebruik van de bedrade netwerkinterface (voor Mac OS Bij gebruik van draadloos netwerk (voor Mac OS
De machine installeren
Het stuurprogramma en software installeren
®
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition) ................................. 18
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition) ................................. 21
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition in
®
®
X 10.2.4 of recenter)........................................................................................................ 34
®
X 10.2.4 of recenter)........................................................................................................ 37
®
X 10.2.4 of recenter in infrastructuurmodus) ................................................................... 40
Voor netwerkgebruikers
BRAdmin Professional configuratiehulpprogramma (voor gebruikers van Windows®).............................. 47
Het configuratiehulpprogramma BRAdmin Professional installeren ..................................................... 47
Stel uw IP-adres, subnetmasker en gateway in met BRAdmin Professional ........................................ 47
BRAdmin Light configuratiehulpprogramma (voor gebruikers van Mac OS
Stel uw IP-adres, subnetmasker en gateway in met BRAdmin Light.................................................... 48
De netwerkinstellingen van de machine instellen op draadloze LAN of bedrade LAN .............................. 49
De netwerkinstellingen terugzetten naar de standaard fabrieksinstellingen .............................................. 49
Tekst invoeren ........................................................................................................................................... 50
®
X)........................................48
Verbruiksonderdelen
Vervanging verbruiksonderdelen ............................................................................................................... 51
Inktcartridge .......................................................................................................................................... 51
1

Aan de slag

1
1
Welke onderdelen er worden geleverd, kan van land tot land verschillen. Bewaar al het verpakkingsmateriaal en de doos, als u om wat voor reden dan ook uw machine moet verzenden.

Onderdelen in de doos

Installatiehandleiding
Draadloze telefoon
AC-adapter
(voor batterijlader)
Zwart (LC1000BK)
CD-ROM
Batterij en deksel van de batterij
Houder batterijlader
Geel (LC1000Y)
Inktcartridges
Gebruikershandleidingen
Cyaan (LC1000C)
Telefoonsnoer
Stroomsnoer
Magenta (LC1000M)
Een interfacekabel wordt niet standaard meegeleverd. U hebt een geschikte USB 2.0-interfacekabel of netwerkkabel nodig.
USB-kabel
Gebruik in ieder geval een USB 2.0-kabel die niet langer is dan 2 meter.Uw machine heeft een USB-interface die compatibel is met de USB 2.0-specificatie. Sluit de interfacekabel NIET aan op dit moment.
De interfacekabel wordt pas aangesloten wanneer de software wordt geïnstalleerd.
Netwerkkabel
Gebruik een rechte kabel met getwiste aderparen van Categorie 5 (of hoger) voor 10BASE-T of 100BASE-TX
Fast Ethernet netwerk.
2
Aan de slag
2

Bedieningspaneel

1 Microfoon
2 Luidsprekertoets
3Kiestoetsen
4 Telefoontoetsen
5 Modustoetsen
6 Menutoetsen
7 Starttoetsen
Geh.
8 Toets energiebesparing
9 Stop/Eindigen-toets
10 LCD-scherm (Liquid Crystal Display)
11 Toets Intern
12 Toets faxvoorbeeld
13 ANTW.APP. (antwoordapparaat)-toetsen
Zie voor meer informatie over het bedieningspaneelOverzicht bedieningspaneel in hoofdstuk 1 van de gebruikershandleiding.
3
Stap 1
1
1 De beschermingen
1 Verwijder de beschermtape en de film die de
2 Verwijder de zak in foam met de inktcartridges
De machine installeren
verwijderen
glasplaat bedekt.
van de bovenkant van de papierlade.
Onjuiste configuratie
Sluit de interfacekabel nog NIET aan. De interfacekabel wordt pas aangesloten tijdens de installatieprocedure van de software.

3 De batterij installeren

1 Zorg ervoor de batterij, het deksel van de
batterij en de draadloze telefoon uit de doos te en uit hun individuele verpakking te verwijderen.
2 Het stroomsnoer van de
houder van de batterijlader aansluiten
1 De connector in het stopcontact steken
(1) en vervolgens de kabel om de bevestigingsklem heen slaan (2) zoals weergegeven in onderstaand schema.
1 2
2 De AC-adapter in het stopcontact steken.
2 Plaats de connector (1) van de batterij (2) in de
hieronder aangegeven richting.
2
1
4
3 Plaats de batterij in de aangegeven positie.
4 Installeer het deksel van de batterij door deze
op de achterkant van de hoorn te schuiven.
De machine installeren

4 De batterij laden

1 Zet de draadloze telefoon op de houder met de
kiestoetsen naar de voorkant gericht.
Opmerking
• Na de installatie dient u de datum en tijd in te stellen. (Zie Datum en tijd in de DECT™­handleiding voor de telefoon.)
• Als het laadniveau van de batterij bijna op is, dient u de batterij te laden. U kunt de indicator van het laadniveau van de batterij rechtsonder op het LCD-scherm zien.
Opmerking
Zorg ervoor dat u niet bekneld raakt in het snoer van de batterijconnector.
Voorzichtig
Laad de batterij door de draadloze telefoon minstens 12 uur in de houder te laten staan, alvorens deze te gebruiken. U kunt verdergaan met het instellen van de telefoon gedurende deze tijd.

5 Uw land instellen

De eerste keer dat u de batterij installeert, moet u uw land instellen zodat de draadloze telefoon correct werkt op lokale telecommunicatielijnen.
1 Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Set Country Press OK Key
2 Druk op Menu/OK. 3 Druk op a of b om uw land te kiezen.
Druk op Menu/OK.
4 Druk op 1 om te bevestigen.
Opmerking
Op het LCD-scherm van de telefoon wordt weergegeven “Op zoek naar basisstation” of “Basisstation niet gevonden” totdat de eerste instellingen van de machine voltooid zijn.
5
Stap 1
De machine installeren

6 Een geschikte plaats kiezen

Kies een plaats waar de temperatuur tussen de
10°C en 35°C blijft.
Plaats de draadloze telefoon NIET in de buurt van
verwarmingstoestellen, airconditioners, water of chemicaliën.
Zorg dat de draadloze telefoon NIET wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Gebruik de draadloze telefoon NIET in de buurt
van de elektromedische apparatuur.
Wij adviseren een afstand van minstens 3 m
(9.8 ft) tussen de machine (basisstation) of draadloze telefoon en mogelijke bronnen die radiostoring kunnen veroorzaken.
(MFC-845CW)
3 m
9.8 ft
(
)
3 m
(
9.8 ft
)

8 Papier laden

U kunt max. 100 vel 80 g/m2-papier laden. Zie voor meer informatieAcceptabel papier en andere media in hoofdstuk 2 van de gebruikershandleiding.
1 Trek de papierlade volledig uit de machine en
til de uitvoerpapierlade op (1).
1
7 Plaats de antenne op de
basiseenheid
1 Beweeg de antenne naar de opwaartse positie
zoals hieronder aangegeven.
Opmerking
Vermijd gebruik in een gebied waarin radiogolven moeilijk kunnen doordringen, zoals in een gebouw van gewapend beton, in de buurt van metalen meubels of deuren.
2 Houd de papiergeleiders ingedrukt, en stel die
voor de breedte (1) en die voor de lengte (2) af op het correcte papierformaat.
1
2
6
De machine installeren
3 Blader de stapel papier goed door, om te
voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
4 Plaats het papier voorzichtig in de papierlade
met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier zich vlak in de lade bevindt.
5 De papiergeleiders voor de breedte met beide
handen voorzichtig aan het papier aanpassen. Controleer of de papiergeleiders de papierranden raken.
Opmerking
Zorg ervoor dat u er het papier niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de papierinvoer.
6 Sluit het deksel van de uitvoerpapierlade (1).
Opmerking
Wanneer u het formaat Legal gebruikt, drukt u op de universele ontgrendeling (1) en houdt u deze ingedrukt, terwijl u aan de achterkant van de papierlade trekt.
1
1
7 Duw de papierlade langzaam volledig in de
machine.
7
Stap 1
8 Terwijl u de papierlade vasthoudt, de
De machine installeren
papiersteun ( ) naar buiten trekken tot u een klik hoort, en vervolgens de papiersteunklep ( ) uitvouwen.
Opmerking
Gebruik de papiersteunklep niet voor Legal­papier.
Onjuiste configuratie
Sluit de interfacekabel nog NIET aan. De interfacekabel wordt pas aangesloten tijdens de installatieprocedure van de software.
Opmerking
Als u een telefoonlijn met een extern toestel deelt, moet u de aansluitingen zoals hieronder afgebeeld uitvoeren.
1
2
Opmerking
• U kunt de fotopapierlade gebruiken, die boven op de papierlade is geplaatst, om foto's af te drukken op papier van het formaat Foto 10 x 15 cm en Foto L.
• Voor meer details, raadpleegt u Enveloppen, briefkaarten en fotopapier laden in hoofdstuk 2 van de gebruikershandleiding.

9 De telefoonlijn aansluiten

1 Sluit het telefoonsnoer aan. Sluit het ene
uiteinde van het telefoonsnoer aan op de ingang LINE van de machine, en het andere uiteinde op een modulaire wandstekker.
1 Tweede toestel 2 Extern toestel
Opmerking
Als u een telefoonlijn met een extern antwoordapparaat deelt, moet u deze zoals hieronder afgebeeld aansluiten.
Stel de ontvangststand in op ‘Handmatig’ als u een extern antwoordapparaat gebruikt. Zie voor meer informatie Een extern ANTW.APP. (antwoordapparaat) aansluiten in hoofdstuk 7 van de gebruikershandleiding.
8

10 Het netsnoer aansluiten

1 Sluit het netsnoer aan.
Waarschuwing
• Deze machine moet worden voorzien van een geaarde stekker.
• Aangezien de machine via het stopcontact is geaard, kunt u zichzelf tegen mogelijke elektrische gevaren op het telefoonnetwerk beschermen, door het stroomsnoer op uw machine aangesloten te houden wanneer u de machine op een telefoonlijn aansluit. Wanneer de machine moet worden verplaatst, beschermt u zichzelf door eerst de telefoonlijn af te sluiten en pas daarna de stekker uit het stopcontact te halen.
De machine installeren
2 Open het deksel van de inktcartridge (1).
1
3 Duw alle ontgrendelingen naar beneden en
verwijder de gele bescherming (1).

11 De inktcartridges plaatsen

Waarschuwing
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze dan onmiddellijk uit met water en raadpleeg een arts als uw ogen geïrriteerd raken.
1 Zorg dat de machine aanstaat.
Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven:
Geen patroon Zwarte inkt Gele inkt Cyaan inkt Magenta inkt
1
Opmerking
Gooi de gele bescherming niet weg. U hebt het nodig als u de machine moet vervoeren.
4 Verwijder de inktcartridge.
9
Stap 1
De machine installeren
5 Verwijder voorzichtig het gele beschermkapje
(1).
1
Onjuiste configuratie
Raak het gebied uit de onderstaande afbeelding NIET aan.
Opmerking
Als het gele beschermkapje loskomt terwijl u de zak opent, zal de cartridge niet beschadigd worden.
6 Installeer elke inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket. Zorg dat de kleur van de ontgrendelingshendel (1) dezelfde is als de kleur van de cartridge (2), zoals in onderstaande afbeelding.
7 Til elke ongrendelingshendel op en duw er
zachtjes op tot u een klik hoort, en sluit vervolgens het deksel van de inktcartridge.
Opmerking
Wanneer u wordt gevraagd de tonercartridge opnieuw op de juiste wijze te plaatsen, nadat u de tonercartridges hebt geïnstalleerd, dient u te controleren of deze op de juiste wijze zijn geïnstalleerd.
De machine zal het inktbuizensysteem reinigen voor het eerste gebruik. Dit wordt slechts één keer gedaan, alleen de eerste keer dat de inktcartridges worden geplaatst. Het reinigingsproces duurt ongeveer vier minuten. Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven:
Reinigen
iiiii
Initialiseren Ong. 4 minuten
10
2
M
1
brother
XXXX
De machine installeren
Voorzichtig
• Verwijder GEEN inktcartridges wanneer u ze niet hoeft te vervangen. Als u dit toch doet, kan dit de hoeveelheid inkt verminderen en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
• Schud de inktcartridges NIET. Als de inkt vlekken op uw huid of kleding achterlaat, was deze dan onmiddellijk met zeep of een wasmiddel.
• Het is beter de cartridges NIET herhaaldelijk te plaatsen en te verwijderen. Anders kan er inkt uit de cartridge sijpelen.
• Als de kleuren gemengd zijn omdat u een inktcartridge in de verkeerde positie geïnstalleerd hebt, moet u nadat de cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd is de printkop diverse keren reinigen. (Zie De printkop
reinigen in Bijlage B van de gebruikershandleiding.)
• Installeer een inktcartridge onmiddellijk na het openen in de machine en verbruik deze binnen zes maanden na de installatie. Gebruik ongeopende inktcartridges vóór de uiterste verbruiksdatum die op de cartridgeverpakking vermeld is.
• De inktcartridge NIET openmaken of ermee knoeien, want daardoor kan de cartridge inkt verliezen.
De multifunctionele machines van Brother zijn ontworpen om te werken met inkt van een bepaalde specificatie en leveren optimale prestaties indien gebruikt met originele inktcartridges van Brother. Brother kan deze optimale prestaties niet garanderen indien inkt of inktcartridges van andere specificaties gebruikt worden. Het gebruik van cartridges anders dan originele cartridges van Brother of het gebruik van cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden op deze machine. Indien de printkop of andere delen van deze machine wordt beschadigd als gevolg van het gebruik van incompatibele producten voor deze machine, dan is het mogelijk dat enige reparaties die nodig zijn als gevolg daarvan niet door de garantie worden gedekt.

12 Afdrukkwaliteit controleren

1 Nadat het reinigen voltooid is, wordt op het
LCD-scherm het volgende weergegeven:
Plaats papier en druk
2 Zorg dat er papier in de papierlade zit.
Druk op Kleur Start. De machine begint de testpagina af te drukken (alleen wanneer de inktpatronen voor de eerste keer worden geïnstalleerd).
3 Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op de testpagina. (zwart/geel/cyaan/magenta)
Onjuiste configuratie
Raak het afgedrukte oppervlak van het papier niet aan vlak na het afdrukken; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
4 Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Kwaliteit OK?
Ja i druk op 1 Nee i druk op 2
11
Stap 1
5 Voer een van de volgende handelingen uit:
6 U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit voor
De machine installeren
Wanneer alle regels duidelijk en zichtbaar
zijn, drukt u op 1 (Ja) op het bedieningspaneel om de kwaliteitscontrole te voltooien.
Als er zoals hieronder korte lijnen
ontbreken, drukt u op 2 (Nee) op het bedieningspaneel en gaat u naar stap 6.
OK Slecht
zwart en kleur in orde is. Druk op 1 (Ja) of 2 (Nee) op het bedieningspaneel.
Zwart OK?
Ja i druk op 1 Nee i druk op 2
13 Het contrast van het LCD-
U kunt het contrast van het LCD-scherm aanpassen, zodat de weergave duidelijker wordt. Als u het LCD­scherm niet goed kunt lezen, kunt u proberen de contrastinstelling te wijzigen.
scherm instellen
1 Druk op Menu. 2 Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
3 Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren. Druk op OK.
4 Druk op a of b om LCD Contrast te
selecteren. Druk op OK.
Kleur OK?
Ja i druk op 1 Nee i druk op 2
Na te hebben gedrukt op 1 (Ja) of 2 (Nee) voor zowel zwart als kleur, wordt op het LCD­scherm weergegeven:
Reinigen starten
Ja i druk op 1 Nee i druk op 2
7 Druk op 1 (Ja), de machine gaat dan de
kleuren reinigen.
5 Druk op a of b om Licht, Half of Donker te
selecteren. Druk op OK.
6 Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt ook de helling van het LCD-scherm instellen door dit op te tillen.

14 De datum en tijd instellen

De machine geeft de datum en de tijd weer, en als u de Stations-ID instelt, worden deze gegevens toegevoegd aan elke door u verzonden fax.
1 Druk op Menu. 2 Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren. Druk op OK.
8 Wanneer het reinigen is voltooid, drukt u op
Kleur Start. De machine zal nu de Testpagina afdrukkwaliteit nogmaals afdrukken en vervolgens terugkeren naar stap 3.
12
3 Druk op a of b om Datum/Tijd te
selecteren. Druk op OK.
4 Toets de laatste twee cijfers van het jaar in op
het bedieningspaneel en druk vervolgens op OK.
Datum/Tijd Jaar:20 07
(Voer bijvoorbeeld 0 7 in voor 2007.)
5 Voer met behulp van de kiestoetsen de twee
cijfers voor de maand in en druk vervolgens op OK.
Datum/Tijd Maand: 03
De machine installeren

15 Uw Stations-ID instellen

U kunt uw naam en faxnummer opslaan, zodat deze gegevens worden afgedrukt op alle faxpagina's die u verstuurt.
1 Druk op Menu. 2 Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren. Druk op OK.
3 Druk op a of b om Stations-ID te
selecteren. Druk op OK.
4 Toets uw faxnummer in (max. 20 cijfers) op het
bedieningspaneel en druk vervolgens op OK. Om een “+” in te voeren voor internationale codes, drukt u op l. Bijvoorbeeld, om de kiescode voor het V.K. “+44”, in te voeren drukt u op l, 4, 4 gevolgd door de rest van uw nummer.
(Voer bijvoorbeeld 0 3 in voor maart.)
6 Voer met behulp van de kiestoetsen de twee
cijfers voor de dag in en druk vervolgens op OK.
Datum/Tijd Dag: 01
(Voer bv. 0 1 in voor de eerste dag van de maand.)
7 Voer op het bedieningspaneel de tijd in
24-uursformaat in en druk vervolgens op OK.
Datum/Tijd Tijd: 15:25
Stations-ID Fax: +44XXXXXXXX
5 Voer uw naam (max. 20 tekens) in met behulp
van de kiestoetsen en druk vervolgens op OK.
Stations-ID Naam: _
(Voer bijvoorbeeld 1 5, 2 5 in voor 15:25.)
8 Druk op Stop/Eindigen.
Om de huidige datum en tijd te bevestigen, kunt u het Rapport gebruikersinstellingen afdrukken. (Raadpleeg Rapporten afdrukken in hoofdstuk 11 van de gebruikershandleiding.)
13
Stap 1
De machine installeren
Opmerking
• Raadpleeg bij het invoeren van uw naam het onderstaande schema.
• Als u tweemaal achtereen dezelfde letter wilt invoeren, dan drukt u op om de cursor een
plaats naar rechts te zetten.
• Als u een letter fout ingevoerd hebt en deze wilt wijzigen, drukt u op of om de cursor onder
het fout ingevoerde teken te zetten, en drukt u op Wis/terug.
Druk op
toets
2 ABC2
3 DEF 3
4 GH I 4
5 JKL5
6 MNO 6
7 PQRS
8 TUV8
9 WXY Z
Eén
keer
Twee
keer
Drie keer
Vier
keer
6 Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als u een fout maakt en opnieuw wilt starten, drukt u op Stop/Eindigen en gaat u terug naar stap 1.
Zie voor meer informatie Tekst invoeren in bijlage C van de gebruikershandleiding.
16 Kiesmodus Toon of Puls
Uw machine is bij levering ingesteld voor toon-kiezen. Wanneer u een Pulskiezer hebt (kiesschijf), moet u de kiesmodus wijzigen.
instellen
1 Druk op Menu. 2 Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren. Druk op OK.
3 Druk op a of b om Toon/Puls te selecteren.
Druk op OK.
17 Het type telefoonlijn
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u ook het type telefoonlijn dienovereenkomstig wijzigen aan de hand van de volgende stappen.
instellen
1 Druk op Menu. 2 Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren. Druk op OK.
3 Druk op a of b om Tel lijn inst te
selecteren. Druk op OK.
4 Druk op a of b om PBX, ISDN (of Normaal) te
selecteren. Druk op OK.
5 Druk op Stop/Eindigen.
PBX en DOORVERBINDEN
De machine is in eerste instantie ingesteld op Normaal, om te worden aangesloten op een standaard openbaar telefoonnetwerk (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem oftewel een Private Branch Exchange (PBX). Uw machine kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de machine ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt met de meeste PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn kunt doorsturen. U activeert deze functie door te drukken op de toets Intern.
Opmerking
U kunt een druk op de toets Intern programmeren als onderdeel van een nummer dat is opgeslagen als een Snelkiesnummer. Hiertoe drukt u tijdens het programmeren van het Snelkiesnummer eerst op Intern (op het LCD-scherm verschijnt ‘!’), vervolgens toetst u het telefoonnummer in. Als u dit doet, hoeft u niet meer op Intern te drukken voordat u een nummer kiest met een Snelkiesnummer. (Zie Nummers opslaan in hoofdstuk 8 van de gebruikershandleiding.)
4 Druk op a of b om Puls (of Toon) te
selecteren. Druk op OK.
5 Druk op Stop/Eindigen.
14

18 De ontvangststand kiezen

Er zijn drie verschillende ontvangststanden: Alleen Fax, Fax/Telefoon en Handmatig.
Gebruikt u het ingebouwde ANTW.APP.?
Nee
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de machine?
Ja
Gebruikt u de functie voor voicemail van een extern antwoordapparaat?
Nee
Wilt u dat de machine faxoproepen en telefoongesprekken automatisch opneemt?
Raadpleeg Digitaal ANTW.APP. in hoofdstuk 9
Ja
van de gebruikershandleiding.
Nee
De machine installeren
4 Druk op a of b om de modus te selecteren.
Druk op OK.
5 Druk op Stop/Eindigen.
Zie voor meer informatie Ontvangststanden gebruiken in hoofdstuk 6 van de gebruikershandleiding.

19 ANTW.APP. instellen

U kunt deze stap overslaan, als u het digitale ANTW.APP. niet wilt gebruiken. Als u de ANTW.APP.-modus wilt gebruiken, moet u een uitgaand bericht opnemen.
1 Uitgaand bericht ANTW.APP. opnemen
(Beantw. Bericht).
Nee
Ja
Ja
Alleen Fax
De machine beantwoordt elk telefoontje automatisch alsof het een faxbericht betreft.
Handmatig
U beheert de telefoonlijn en moet elk telefoontje zelf beantwoorden.
Fax/Telefoon
De machine beheert de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep. Is de oproep geen fax, dan hoort u een belsignaal om aan te geven dat u de oproep moet aannemen.
Handmatig
Het externe antwoordapparaat beantwoordt alle telefoontjes automatisch. Ingesproken berichten worden op het antwoordapparaat opgeslagen. Als u Fax Waarnemen instelt op Aan, worden de faxberichten afgedrukt.
Zie Uitgaand bericht in hoofdstuk 9 van de gebruikershandleiding.
2 ANTW.APP.-modus activeren.
Druk op . De knop brandt wanneer de
modus actief is.
Als de ANTW.APP.-stand is ingeschakeld, heeft deze stand voorrang op de door u ingestelde Ontvangstmodus. De ingebouwde digitale TAD neemt telefoongesprekken aan. Als het een fax is, kunt u deze automatisch ontvangen. Zie voor meer informatie Digitaal ANTW.APP. in hoofdstuk 9 van de gebruikershandleiding.
Ga nu naar
Meegeleverde CD-ROM ‘MFL-Pro Suite’ op de volgende pagina om de drivers te installeren.
1 Druk op Menu. 2 Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren. Druk op OK.
3 Druk op a of b om Ontvangstmodus te
selecteren. Druk op OK.
15

Meegeleverde CD-ROM ‘MFL-Pro Suite’

1
1
Meegeleverde CD-ROM ‘MFL-Pro Suite’
Windows
®
MFL-Pro Suite installeren
U kunt de software voor MFL-Pro Suite en multifunctionele drivers installeren.
Andere drivers of programma's installeren
U kunt andere softwareprogramma's voor MFL-Pro
®
Suite installeren, zonder PaperPort
SE installeren of
alleen de printerdriver installeren.
Gebruikershandleiding
De softwarehandleiding en de netwerkhandleiding in HTML-formaat bekijken. De software- en netwerkhandleiding bevatten instructies voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer. (bv. afdrukken, scannen en details betr. netwerkgebruik)
On line registratie
Voor het snel registreren van uw machine wordt u doorverwezen naar de registratiepagina voor Brother­producten.
Brother Solutions Center
Hiermee gaat u naar het Brother Solutions Center, een website waar u informatie vindt over uw Brother­product, zoals veelgestelde vragen, gebruikershandleidingen, nieuwere versies van drivers en tips voor het gebruik van uw machine.
Repair MFL-Pro Suite (alleen USB)
Als er zich tijdens de installatie van de MFL-Pro Suite een fout heeft voorgedaan, kunt u deze optie gebruiken om de MFL-Pro Suite automatisch te laten repareren en opnieuw installeren.
Opmerking
MFL-Pro Suite bevat de printerdriver, scannerdriver, Brother ControlCenter3, ScanSoft
®
PaperPort
SE met OCR en True Type®-
lettertypen.
®
PaperPort
SE met OCR is een toepassing voor het beheren van documenten en voor het scannen en weergeven van documenten.
16
Macintosh
®
Start Here OSX
U kunt de MFL-Pro Suite, inclusief de printerdriver, scannerdriver en het Brother ControlCenter2 voor
®
Mac OS
10.2.4 of recenter installeren.
Presto! PageManager
®
U kunt ook Presto!
PageManager® installeren om OCR-capaciteit toe te voegen aan het Brother ControlCenter2 en eenvoudig foto’s en documenten scannen, gezamenlijk gebruiken en ordenen.
Documentation
De softwarehandleiding en de netwerkhandleiding in HTML-formaat bekijken. De software- en netwerkhandleiding bevatten instructies voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer. (bv. afdrukken, scannen en details betr. netwerkgebruik)
Brother Solutions Center
Hiermee gaat u naar het Brother Solutions Center, een website waar u informatie vindt over uw Brother­product, zoals veelgestelde vragen, gebruikershandleidingen, nieuwere versies van drivers en tips voor het gebruik van uw machine.
On-Line Registration
Voor het snel registreren van uw machine wordt u doorverwezen naar de registratiepagina voor Brother­producten.
Utilites
U kunt de volgende extra hulpprogramma’s gebruiken in deze map.
Setup Wizard draadloze LAN
®
Presto!BRAdmin Light
®
PageManager® UnInstaller
Stap 2
Volg de instructies op deze pagina die betrekking hebben op uw besturingssysteem en uw aansluiting. Voor de nieuwste drivers en documentatie en voor de beste oplossing voor uw problemen of vragen, heeft u vanaf uw driver direct toegang tot het Brother Solutions Center of kunt u de website raadplegen op http://solutions.brother.com
Het stuurprogramma en software installeren
.
Windows
Bij gebruik van de USB-interface (voor Windows
Bij gebruik van de bedrade netwerkinterface (voor Windows
Bij gebruik van draadloos netwerk (voor Windows
Professional/XP/XP Professional x64 Edition in infrastructuurmodus) .................... 25
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom voor meer informatie over de overige ondersteunde configuratiemethoden.
Macintosh
Bij gebruik van de USB-interface (voor Mac OS
®
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition).. 18
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition).. 21
®
98/98SE/Me/2000
®
®
X 10.2.4 of recenter) ............................................................................. 34
Bij gebruik van de bedrade netwerkinterface (voor Mac OS
Bij gebruik van draadloos netwerk (voor Mac OS
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom voor meer informatie over de overige ondersteunde configuratiemethoden.
Sluit uw draadloze machine en uw draadloos netwerk op elkaar aan: installeer de printerdriver in
infrastructuuurmodus
............................................................................................................................................................... 46
De SecureEasySetup™-software gebruiken om uw machine te configureren voor een draadloos
netwerk
............................................................................................................................................................... 48
®
X 10.2.4 of recenter) ............................................................................. 37
®
X 10.2.4 of recenter in infrastructuurmodus)..................................... 40
De voorbeeldschermen voor Windows De voorbeeldschermen voor Mac OS
®
in deze installatiehandleiding zijn gebaseerd op Windows® XP.
®
X in deze installatiehandleiding zijn gebaseerd op Mac OS® X 10.4.
17
Stap 2
1
1
®
Het stuurprogramma en software installeren
Bij gebruik van de USB-interface (voor Windows
Professional x64 Edition)
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP/XP
Windows
®
USB
Windows
Belangrijk
Zorg dat u de instructies vanaf stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot 15 voltooid hebt.
4 Het hoofdmenu van de CD-ROM wordt
geopend. Klik op MFL-Pro Suite installeren.
Opmerking
• Alle andere programma's sluiten voordat u MFL-Pro Suite installeert.
• Zorg dat er zich geen geheugenkaarten in het station van de machine bevinden.
1 Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact en uit uw computer, als u reeds een interfacekabel hebt aangesloten.
2 Zet uw PC aan.
(Voor Windows Professional x64 Edition, dient u als beheerder te zijn aangemeld.)
®
2000 Professional/XP/XP
3 Plaats de meegeleverde CD-ROM in uw
CD-ROM-station. Als het scherm met de modelnaam wordt weergegeven, kiest u uw machine. Als het scherm met de taal verschijnt, kiest u uw taal.
Opmerking
• Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
Windows setup.exe vanuit de hoofdmap van de CD-ROM van Brother uit te voeren.
Als u Windows
service pack 3 (SP3) of recenter niet hebt geïnstalleerd:
Als u via uw computer toegang wilt krijgen tot de functies van het PhotoCapture Center™, moet u
waarschijnlijk eerst een Windows installeren.
De Windows installatieprogramma van de MFL-Pro Suite. Volg onderstaande stappen om de update te installeren:
1 Klik op OK om de Windows
®
Explorer gebruiken om het programma
installeren.
®
2000 Professional gebruikt en
®
2000-update
®
2000-update is inbegrepen bij het
®
-updates te
18
2 Wanneer u daartoe opdracht ontvangt, klikt u
op OK om uw computer opnieuw op te starten.
3 Nadat de computer opnieuw is opgestart, zal
de installatie van MFL-Pro Suite automatisch
worden voortgezet. Als de installatie niet automatisch wordt voortgezet, opent u het hoofdmenu opnieuw door de CD-ROM uit te werpen en weer in de computer te steken of door in de hoofddirectory op het programma setup.exe te dubbelklikken, daarna gaat u verder vanaf stap 4 met het installeren van MFL-Pro Suite.
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
5 Kies Lokale verbinding, en klik vervolgens op
Volgende. De installatie hervat.
6 Als u de licentieovereenkomst van ScanSoft
PaperPort klikt u op Ja.
®
SE hebt gelezen en geaccepteerd,
®
10 Gebruik beide handen en de plastic lipjes aan
beide zijden van de machine om het scannerdeksel op te tillen, totdat deze in de open stand vergrendeld is.
®
USB
Windows
11 Sluit de USB-kabel aan op de USB-
contactdoos, gemarkeerd met een ­symbool. De USB-ingang bevindt zich rechts aan de binnenkant van de machine, zoals hieronder afgebeeld.
7 De installatie van PaperPort
automatisch en daarna wordt MFL-Pro Suite geïnstalleerd.
®
SE begint
8 Als het venster met de
softwarelicentieovereenkomst van Brother MFL-Pro Suite wordt geopend, klikt u op Ja als u de voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst accepteert.
9 Wanneer dit scherm verschijnt, gaat u naar de
volgende stap.
12 Leid de USB-kabel voorzichtig in de goot zoals
hieronder aangegeven, door de goot te volgen om de machine heen en naar de achterkant ervan. Sluit daarna de kabel op uw computer aan.
Onjuiste configuratie
• Sluit de machine NIET aan op een USB-poort op een toetsenbord of een USB-hub zonder voeding. Brother adviseert u de machine direct op uw computer aan te sluiten.
• Zorg dat de kabel het sluiten van de afdekkap niet beperkt, anders zou er een fout kunnen optreden.
• Gebruik in ieder geval een USB 2.0-kabel die niet langer is dan 2 meter.
19
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
13 Til het scannerdeksel op om de vergrendeling
los te maken ( ). Druk de steun van het scannerdeksel
voorzichtig naar beneden ( ) en sluit het
®
scannerdeksel ( ).
16 Klik op Voltooien om uw computer opnieuw op
te starten. (Na het herstarten van de computer met Windows Professional x64 Edition, dient u als beheerder te zijn aangemeld.)
®
2000 Professional/XP/XP
USB
Windows
Opmerking
Als de computer opnieuw is opgestart, wordt Installation Diagnostics automatisch uitgevoerd. Als de installatie is mislukt, ziet u de resultaten van
14 Zet de machine aan door het stroomsnoer aan
te sluiten.
de installatie op het venster. Als de Diagnostics een fout vertoont, volg dan de instructies op het scherm of lees de on-line hulp en veelgestelde vragen in Start/Alle programma's (Programma's)/Brother/MFC-XXXX.
De installatie van de Brother-drivers start automatisch. De installatieschermen worden één voor één geopend. U zult een paar
seconden moeten wachten voordat alle schermen worden geopend.
Onjuiste configuratie
Probeer NIET één van de schermen te annuleren tijdens de installatie.
15 Als het on-line registratiescherm verschijnt,
selecteert u daar de gewenste optie en volgt u de instructies op het scherm.
De MFL-Pro Suite is geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
Opmerking
MFL-Pro Suite bevat de printerdriver,
scannerdriver, Brother ControlCenter3, ScanSoft
®
PaperPort lettertypen.
PaperPort het beheren van documenten en voor het scannen en weergeven van documenten.
SE met OCR en True Type®-
®
SE met OCR is een toepassing voor
®
20
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
2
Bij gebruik van de bedrade netwerkinterface (voor Windows
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP/XP
Professional x64 Edition)
Belangrijk
Zorg dat u de instructies vanaf stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot 15 voltooid hebt.
1 Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
2 Gebruik beide handen en de plastic lipjes aan
beide zijden van de machine om het scannerdeksel op te tillen, totdat deze in de open stand vergrendeld is.
4 Leid de netwerkkabel voorzichtig in de goot
zoals hieronder aangegeven, door de goot te volgen om de machine heen en naar de achterkant ervan. Sluit daarna de kabel op uw netwerk aan.
Onjuiste configuratie
Zorg dat de kabel het sluiten van de afdekkap niet beperkt, anders zou er een fout kunnen optreden.
®
netwerk
Bedraad
Windows
3 Sluit de netwerkkabel aan op de LAN-
contactdoos gemarkeerd met een ­symbool. De LAN-contactdoos bevindt zich links aan de binnenkant van de machine, zoals hieronder afgebeeld.
Opmerking
Bij gebruik van zowel USB- als LAN-kabels, beide kabels door de goot leiden, met de ene bovenop de andere.
5 Til het scannerdeksel op om de vergrendeling
los te maken ( ). Druk de steun van het scannerdeksel
voorzichtig naar beneden ( ) en sluit het scannerdeksel ( ).
21
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
6 Zet de machine aan door het stroomsnoer aan
te sluiten.
®
9 Het hoofdmenu van de CD-ROM wordt
geopend. Klik op MFL-Pro Suite installeren.
Opmerking
netwerk
Bedraad
Windows
Onjuiste configuratie
Als u uw machine eerder hebt ingesteld op een draadloos netwerk en deze vervolgens wilt instellen op een bedraad netwerk, dient u te controleren of de Netwerk I/F van de machine op LAN met kabel staat. De draadloze netwerkinterface is uitgeschakeld met deze instelling. Druk op uw machine op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om Netwerk I/F te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om LAN met kabel te selecteren en druk op OK.
7 Zet de computer aan.
(Voor Windows Professional x64 Edition, dient u als beheerder te zijn aangemeld.) Sluit alle actieve toepassingen alvorens MFL-Pro Suite te installeren.
®
2000 Professional/XP/XP
• Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
Windows setup.exe vanuit de hoofdmap van de CD-ROM van Brother uit te voeren.
• Als het volgende scherm wordt weergegeven, klikt
u op OK om de Windows Wanneer de recentere versies zijn geïnstalleerd, kunt u de computer opnieuw starten. De installatie gaat dan automatisch verder.
Als de installatie niet automatisch wordt voortgezet, opent u het hoofdmenu opnieuw door de CD-ROM uit te werpen en weer in de computer te steken of door in de hoofddirectory op het programma setup.exe te dubbelklikken, en verder te gaan vanaf stap 9 met het installeren van MFL-Pro Suite.
®
Explorer gebruiken om het programma
®
-updates te installeren.
10 Kies Netwerkverbinding via kabel, en klik
vervolgens op Volgende.
Opmerking
Vóór installatie moet u eventuele persoonlijke firewall-software deactiveren.
8 Plaats de meegeleverde CD-ROM in uw
CD-ROM-station. Als het scherm met de modelnaam wordt weergegeven, kiest u uw machine. Als het scherm met de taal verschijnt, kiest u uw taal.
11 Als u de licentieovereenkomst van ScanSoft
PaperPort klikt u op Ja.
®
SE hebt gelezen en geaccepteerd,
®
22
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
12 De installatie van PaperPort
automatisch en daarna wordt MFL-Pro Suite geïnstalleerd.
®
SE begint
13 Als het venster met de
softwarelicentieovereenkomst van Brother MFL-Pro Suite wordt geopend, klikt u op Ja als u de voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst accepteert.
14 De installatie van de Brother-drivers start
automatisch. De installatieschermen worden één voor één geopend.
U zult een paar seconden moeten wachten voordat alle schermen worden geopend.
17 Als het on-line registratiescherm voor Brother
ScanSoft verschijnt, selecteert u daar de gewenste optie en volgt u de instructies op het scherm.
18 Klik op Voltooien om uw computer opnieuw op
te starten. (Voor Windows
Professional x64 Edition, dient u als beheerder te zijn aangemeld.)
®
2000 Professional/XP/XP
®
netwerk
Bedraad
Windows
Onjuiste configuratie
Probeer NIET één van de schermen te annuleren tijdens de installatie.
15 Als de machine is geconfigureerd voor uw
netwerk, selecteert u de machine uit de lijst en klikt u op Volgende.
Opmerking
Dit venster verschijnt niet als er slechts één machine op het netwerk is aangesloten, deze wordt automatisch gekozen.
16 Als de machine nog niet voor gebruik op uw
netwerk is geconfigureerd, verschijnt het volgende venster.
Opmerking
• Als de computer opnieuw is opgestart, wordt Installation Diagnostics automatisch uitgevoerd. Als de installatie is mislukt, ziet u de resultaten van de installatie op het venster. Als de Diagnostics een fout vertoont, volg dan de instructies op het scherm of lees de on-line hulp en veelgestelde vragen in Start/Alle programma's (Programma's)/Brother/MFC-XXXX.
• Als u zeker weet dat de printer na de installatie werkt, kunt u de Firewall-software opnieuw inschakelen.
• De instellingen van de Firewall op uw PC kunnen de noodzakelijke netwerkverbinding voor scannen via het netwerk en PC-Fax afwijzen. Volg onderstaande instructies om de Windows firewall te configureren. Als u een persoonlijke Firewall­software gebruikt, raadpleeg dan de gebruikershandleiding voor uw software of neem contact op met de softwareproducent.
Bij gebruik van Windows 1 Klik op de knop Start, Bedieningspaneel en
vervolgens op Windows Firewall. Zorg ervoor dat Windows Firewall in het tabblad Algemeen op Aan staat.
®
XP SP2:
Klik op OK. Het venster Configureer het IP Adres verschijnt. Voer een IP-adres voor uw machine in, dat geschikt is voor uw netwerk, door de instructie op het scherm te volgen.
23
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
2 Klik op het tabblad Geavanceerd en de knop
Instellingen….
Opmerking
MFL-Pro Suite bevat de netwerkprinterdriver, netwerkscannerdriver, Brother ControlCenter3,
ScanSoft
True Type
PaperPort
®
PaperPort® SE met OCR en
®
-lettertypen.
®
SE is een toepassing voor het beheren van documenten en voor het scannen en weergeven van documenten.
®
netwerk
Bedraad
Windows
3 Klik op de knop Voeg toe. 4 Voeg poort 54925 toe voor scannen via het
netwerk, voer onderstaande informatie in:
1) (Een willekeurige beschrijving)
2) Localhost
3) 54925
4) 54925
5) Selecteer UDP Klik vervolgens op OK.
1
2
3
4
5
5 Klik op de knop Voeg toe. 6 Voeg poort 54926 toe voor Network PC-Fax,
voer onderstaande informatie in:
1) (Een willekeurige beschrijving)
2) Localhost
3) 54926
4) 54926
5) Selecteer UDP Klik vervolgens op OK.
7 Als u problemen blijft hebben met uw
netwerkverbinding, klikt u op de knop Voeg toe.
8 Voeg poort 137 toe zowel voor scannen via het
netwerk als Network PC-Fax Ontvangen, voer onderstaande informatie in:
1) (Een willekeurige beschrijving)
2) Localhost
3) 137
4) 137
5) Selecteer UDP Klik vervolgens op OK.
9 Zorg ervoor dat de nieuwe instellingen worden
toegevoegd en gecontroleerd, en klik vervolgens op OK.
24
De MFL-Pro Suite is geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
3
Bij gebruik van draadloos netwerk (voor Windows
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP/XP
Professional x64 Edition in infrastructuurmodus)
Sluit uw draadloze machine en uw draadloos netwerk op elkaar aan: installeer de printerdriver in infrastructuuurmodus
Eerst dient u de draadloze netwerkinstellingen van uw machine te configureren om te communiceren met het toegangspunt tot uw netwerk (router). Nadat de machine is geconfigureerd om te communiceren met uw toegangspunt (router), hebben de computers op uw netwerk toegang tot de machine. Om de machine vanaf deze computers te gebruiken, dient u de MFL-Pro Suite te installeren. De volgende stappen leiden u door het configuratie- en installatieproces.
Om optimale resultaten te bereiken bij het dagelijks afdrukken van documenten, zet u de Brother-machine zo dicht mogelijk bij het toegangspunt (router) tot het netwerk, met zo weinig mogelijk belemmeringen. Grote voorwerpen en muren tussen de twee apparaten, en ook interferentie van andere elektronische apparaten kan de gegevensoverdrachtsnelheid van uw documenten beïnvloeden.
Belangrijk
In de hiernavolgende instructies vindt u twee manieren waarop u uw Brother-machine in een draadloze netwerkomgeving kunt installeren. Beide manieren gelden voor de infrastructuurmodus, met behulp van een draadloze router of toegangspunt dat DHCP gebruikt om IP-adressen toe te wijzen. Als uw draadloze router/toegangspunt SecureEasySetup™ ondersteunt, volg de stappen op pagina 27 De SecureEasySetup™-software gebruiken om uw machine te configureren voor een draadloos netwerk. Als uw draadloze router/toegangspunt SecureEasySetup™ niet ondersteunt, volg de stappen op pagina 29 De Setup Wizard gebruiken vanuit het LAN-menu op het bedieningspaneel om een draadloos netwerk te configureren. Instructies om uw machine in een andere draadloze omgeving te installeren, vindt u in de netwerkhandleiding op de CD-ROM.
®
Windows
netwerk
Draadloos
U kunt de instructies bekijken in de netwerkhandleiding, door onderstaande instructies te volgen. 1 Zet uw PC aan. Plaats de Brother CD-ROM in uw CD-ROM-station. 2 Als het scherm met de modelnaam verschijnt, klikt u op de naam van uw model. 3 Als het scherm met de taal verschijnt, klikt u op de gewenste taal. Het hoofdmenu van de CD-ROM wordt
geopend. 4 Klik op de Gebruikershandleiding. 5 Klik op de Netwerkhandleiding.
25
Stap 2
Bevestig uw netwerkomgeving
De instellingsprocedure verschilt afhankelijk van uw netwerkomgeving.
Installatie met behulp van SecureEasySetup™
®
Als uw draadloze toegangspunt (A) SecureEasySetup™ ondersteunt, hoeft u geen computer te gebruiken om de machine te configureren. Het toegangspunt (router) en uw machine kunnen automatisch gegevens uitwisselen door middel van de
netwerk
Draadloos
Windows
SecureEasySetup™-procedure. Ga voor instructies naar pagina 27.
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
Infrastructuurmodus
Als uw draadloze toegangspunt (A) SecureEasySetup™ niet ondersteunt, volg de instructies op pagina 29.
26
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
De SecureEasySetup™-software gebruiken om uw machine te configureren voor een draadloos netwerk
®
Belangrijk
Zorg dat u de instructies vanaf stap 1 De
machine installeren op pagina 4 tot 15
voltooid hebt.
Met de SecureEasySetup™-software kunt het draadloze netwerk eenvoudiger configureren dan dit handmatig te configureren. Door te drukken op een knop op de draadloze router of het toegangspunt, kunt u de installatie voltooien en het draadloze netwerk beveiligen. Uw router of toegangspunt moeten ook SecureEasySetup™ ondersteunen. Zie de gebruikershandleiding voor uw draadloze LAN­router of toegangspunt, voor instructies over het configureren van uw machine voor een draadloos netwerk. Als uw draadloze router of toegangspunt SecureEasySetup™ niet ondersteunt, ga dan naar pagina 29 voor instructies over de installatie.
Opmerking
Routers of toegangspunten die
SecureEasySetup™ ondersteunen, dragen het
SecureEasySetup™-symbool zoals hieronder
aangegeven.
Onjuiste configuratie
Als u de draadloze instellingen van de machine eerder hebt geconfigureerd, dient u de netwerk (LAN)-instellingen opnieuw in stellen voordat u de draadloze instellingen weer kunt configureren. Druk op uw machine op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren, en druk vervolgens op OK. Druk op a of b om Factory Reset te selecteren, en druk vervolgens op OK. Druk twee keer op 1 voor Ja om de wijziging te accepteren.
2 Zet de Brother-machine dichtbij de
SecureEasySetup™-router of -toegangspunt (minder dan 5 m).
3 Druk op de SecureEasySetup™-knop op uw
draadloze router of toegangspunt. Zie de gebruikershandleiding voor uw draadloze router of toegangspunt voor instructies.
4 Druk op uw machine op Menu.
Druk op a of b om LAN te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om Netwerk I/F te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om WLAN te selecteren, en druk op OK. De bedrade netwerkinterface wordt uitgeschakeld met deze instelling. Het duurt ongeveer een minuut voordat het LAN-menu weer op het LCD-scherm beschikbaar is. Druk op Stop/Eindigen.
®
Windows
netwerk
Draadloos
1 Zet de machine aan door het stroomsnoer aan
te sluiten.
5 Wanneer het LAN-menu beschikbaar wordt,
drukt u op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren en druk op OK. Druk op a of b om Instell. WLAN te selecteren en druk op OK. Druk op a of b om SecureEasySetup te selecteren en druk op OK.
27
Stap 2
6 Met behulp van de SecureEasySetup™-
Het stuurprogramma en software installeren
software wordt de status van de draadloze netwerkverbinding weergegeven:
Bezig Verb. WLAN, Verbonden of Verbindingsfout.
Bezig Verb. WLAN wordt weergegeven,
wanneer de printerserver probeert verbindingen tot stand te brengen met uw router of toegangspunt. Wacht totdat Verbonden of Verbindingsfout wordt weergegeven.
Verbonden wordt weergegeven, wanneer de verbinding van de printerserver met uw router of toegangspunt tot stand is gebracht. U kunt uw machine nu in een draadloos netwerk gebruiken.
Windows
®
®
Windows
Verbindingsfout wordt weergegeven, wanneer de verbinding van de printserver met uw router of toegangspunt mislukt is. Probeer
netwerk
Draadloos
opnieuw te starten vanaf stap 2. Als hetzelfde bericht opnieuw wordt weergegeven, stelt u de printserver terug op de standaard fabrieksinstellingen en probeert u het opnieuw. (Zie De netwerkinstellingen terugzetten naar
de standaard fabrieksinstellingen op pagina 49.)
De draadloze installatie is nu voltooid. Voor de installatie van de MFL-Pro suite, gaat u verder naar stap 13 op pagina 31.
28
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
De Setup Wizard gebruiken vanuit het LAN-menu op het bedieningspaneel om een draadloos netwerk te configureren
®
Belangrijk
Zorg dat u de instructies vanaf stap 1 De
machine installeren op pagina 4 tot 15
voltooid hebt.
1 Noteer de draadloze netwerkinstellingen van
uw toegangspunt of draadloze router. SSID (Service Set ID of Netwerknaam)
_________________________ WEP-sleutel (indien nodig)
________________________ WPA/WPA2-PSK (TKIP of AES) (indien nodig)
WPA/WPA2-PSK is een toegangssleutel, de
®
Wi-Fi
Protected Access Pre-share key, waarmee de draadloze Brother-machine een verbinding kan maken met toegangspunten die gebruik maken van TKIP- of AES-encryptie (WPA-Personal). WPA/WPA2-PSK (TKIP of AES) gebruikt een Pre-Shared Key (PSK) die langer is dan 8 en korter dan 63 tekens.
Raadpleeg de netwerkhandleiding voor meer informatie.
2 Zet de machine aan door het stroomsnoer aan
te sluiten.
®
Windows
netwerk
Draadloos
_________________________
De WEP-sleutel is voor 64-bit gecodeerde netwerken of 128-bit gecodeerde netwerken en kan zowel nummers als letters bevatten. Als u niet op de hoogte bent van deze informatie, raadpleeg dan de bij uw toegangspunt of draadloze router meegeleverde documentatie. Deze sleutel is een 64-bits of 128-bitswaarde, die moet worden ingevoerd in een ASCII- of HEXADECIMAAL formaat.
Bijvoorbeeld:
64 bit ASCII: gebruikt 5 tekens, bv. “Hello” (met
onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters)
64 bit Hexadecimal:
128 bit ASCII: gebruikt 13 tekens, bv.
128 bit Hexadecimal:
gebruikt 10 tekens van hexadecimale gegevens, bv. “71f2234aba”
“Wirelesscomms” (met onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters)
gebruikt 26 tekens van hexadecimale gegevens, bv. “71f2234ab56cd709e5412aa3ba”
Onjuiste configuratie
Als u de draadloze instellingen van de machine eerder hebt geconfigureerd, dient u de netwerk (LAN)-instellingen opnieuw in stellen voordat u de draadloze instellingen weer kunt configureren. Druk op uw machine op Menu. Druk op a of b voor LAN, en druk op OK. Druk op a of b om Factory Reset te selecteren, en druk vervolgens op OK. Druk twee keer op 1 voor Ja om de wijziging te accepteren.
3 Druk op uw machine op Menu.
Druk op a of b om LAN te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om Netwerk I/F te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om WLAN te selecteren, en druk op OK. De bedrade netwerkinterface wordt uitgeschakeld met deze instelling. Het duurt ongeveer een minuut voordat het LAN-menu weer op het LCD-scherm beschikbaar is. Druk op Stop/Eindigen.
29
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
®
Windows
4 Wanneer het LAN-menu beschikbaar wordt,
drukt u op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren en druk op OK. Druk op a of b om Instell. WLAN te selecteren en druk op OK. Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren en druk op OK. Hierdoor start de draadloze setup wizard.
5 De machine zoekt naar beschikbare SSID's.
Als een lijst met SSID's wordt weergegeven, gebruikt u de toetsen a of b om de SSID te selecteren, die u hebt opgeschreven in stap 1, vervolgens drukt u op OK. Ga naar stap 9.
Opmerking
Het duurt een aantal seconden voordat de lijst met beschikbare SSID’s wordt weergegeven.
netwerk
Draadloos
Als uw toegangspunt is ingesteld om de SSID niet te verzenden, moet u de SSID-naam handmatig toevoegen. Ga naar stap 6.
6 Selecteer <Nieuwe SSID> met behulp van a
of b en druk op OK. Ga naar stap 7.
7 Voer de door u in stap 1 genoteerde SSID in en
gebruik de kiestoetsen om iedere letter of ieder nummer te kiezen. U kunt de toetsen en
gebruiken om de cursor naar links en rechts te bewegen. Om bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt u één keer op de toets 2 op het bedieningspaneel. Om het nummer 3 in te voeren, drukt u zeven keer op de toets 3 op het bedieningspaneel. De letters verschijnen in deze volgorde: kleine letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens speciale letters. (Voor meer informatie, zie Tekst invoeren op pagina 50.)
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd.
8 Druk op a of b om Infrastructure te
selecteren, druk vervolgens op OK.
9 Gebruik de toetsen a, b en OK om één van
onderstaande opties te kiezen: Als uw netwerk is geconfigureerd voor Authenticatie of Encryptie, dient u de voor uw netwerk gebruikte instellingen daaraan aan te passen.
Geen Authenticatie of Encryptie: Kies Open Systeem, druk op OK en kies vervolgens Geen voor Type Codering en druk op OK. Druk vervolgens op 1 voor Ja om uw instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
Geen Authenticatie met WEP-encryptie: Kies Open Systeem, druk op OK en gebruik vervolgens de a of b om WEP te selecteren voor de Type Codering en druk op OK. Ga naar stap 10.
Authenticatie met WEP-encryptie: Kies Gedeelde Sleutel, druk op OK. Ga naar stap 10.
Authenticatie met WPA/WPA2-PSK (TKIP of AES)-encryptie: Kies WPA/WPA2-PSK, druk
op OK. Ga naar stap 11.
10 Kies de desbetreffende cijfertoets en druk op
OK. Voer de door u in stap 1 genoteerde WEP- sleutel in en gebruik de kiestoetsen om iedere letter of ieder nummer te kiezen. U kunt de toetsen en gebruiken om de cursor naar links en rechts te bewegen. Om bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt u één keer op de toets 2 op het bedieningspaneel. Om het nummer 3 in te voeren, drukt u zeven keer op de toets 3 op het bedieningspaneel. De letters verschijnen in deze volgorde: kleine letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens speciale letters. (Voor meer informatie, zie Tekst invoeren op pagina 50.)
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd, en druk vervolgens op 1 voor Ja om uw instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
De meeste toegangspunten en routers kunnen meer dan één sleutel opslaan, maar zij zullen er altijd slechts één gebruiken voor authenticatie en encryptie.
11 Druk op a of b om TKIP of AES te selecteren
voor Type Codering en druk op OK. Voer de door u in stap 1 genoteerde WPA/WPA2-PSK in en gebruik de kiestoetsen om iedere letter of ieder nummer te kiezen. U
kunt de toetsen en gebruiken om de cursor naar links en rechts te bewegen. Om bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt u één keer op de toets 2 op het bedieningspaneel. Om het nummer 3 in te voeren, drukt u zeven keer op de toets 3 op het bedieningspaneel.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens speciale letters. (Voor meer informatie, zie Tekst invoeren op pagina 50.)
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd, en druk vervolgens op 1 voor Ja om uw instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
30
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
12 Uw machine probeert nu een verbinding met
uw draadloze netwerk tot stand te brengen, met behulp van de door u ingevoerde gegevens. Indien dit lukt, verschijnt even Verbonden op het LCD-scherm.
Als het uw machine niet lukt een verbinding met uw netwerk tot stand te brengen, dient u stappen 4 tot 11 te herhalen, om er zeker van te zijn dat u de juiste gegevens hebt ingevoerd.
Als DHCP voor uw toegangspunt niet geactiveerd is, dient u het IP-adres, het subnetmasker en de gateway van de machine handmatig te configureren om voor uw netwerk geschikt te zijn. Raadpleeg de netwerkhandleiding voor nadere informatie.
De draadloze installatie is nu voltooid. Op een indicator met vier niveaus, onderaan op het LCD-scherm, kunt u nu de signaalsterkte aflezen van uw draadloos toegangspunt of router. Voor de installatie van de MFL-Pro Software suite, gaat u verder naar stap 13.
13 Zet uw computer aan.
(Voor Windows Professional x64 Edition, dient u als beheerder te zijn aangemeld.) Sluit alle actieve toepassingen alvorens MFL-Pro Suite te installeren.
®
2000 Professional/XP/XP
Opmerking
• Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
Windows
®
Explorer gebruiken om het programma
setup.exe vanuit de hoofdmap van de CD-ROM van Brother uit te voeren.
• Als het volgende scherm wordt weergegeven, klikt
u op OK om de Windows
®
-updates te installeren. Wanneer de recentere versies zijn geïnstalleerd, kunt u de computer opnieuw starten. De installatie gaat dan automatisch verder.
Als de installatie niet automatisch wordt voortgezet, opent u het hoofdmenu opnieuw door de CD-ROM uit te werpen en weer in de computer te steken of door in de hoofddirectory op het programma setup.exe te dubbelklikken, en verder te gaan vanaf stap 15 met het installeren van MFL-Pro Suite.
16 Kies Draadloze netwerkverbinding, en klik
vervolgens op Volgende.
®
Windows
netwerk
Draadloos
Opmerking
Vóór de installatie moet u eventuele personal firewall-software deactiveren.
14 Plaats de meegeleverde CD-ROM in uw
CD-ROM-station. Als het scherm met de modelnaam wordt weergegeven, kiest u uw machine. Als het scherm met de taal verschijnt, kiest u uw taal.
15 Het hoofdmenu van de CD-ROM wordt
geopend. Klik op MFL-Pro Suite installeren.
17 Kruis het vakje gecontroleerd en bevestigd
aan en selecteer vervolgens Volgende.
18 Als u de licentieovereenkomst van ScanSoft
PaperPort klikt u op Ja.
®
SE hebt gelezen en geaccepteerd,
®
31
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
®
Windows
19 De installatie van PaperPort
automatisch en daarna wordt MFL-Pro Suite geïnstalleerd.
20 Als het venster met de
softwarelicentieovereenkomst van Brother MFL-Pro Suite wordt geopend, klikt u op Ja als u de voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst accepteert.
21 De installatie van de Brother-drivers start
automatisch. De installatieschermen worden
netwerk
Draadloos
één voor één geopend. U zult een paar seconden moeten wachten voordat alle schermen worden geopend.
®
SE begint
23 Als het on-line registratiescherm voor Brother
ScanSoft verschijnt, selecteert u daar de gewenste optie en volgt u de instructies op het scherm.
24 Klik op Voltooien om uw computer opnieuw te
starten. (Voor Windows
Professional x64 Edition, dient u als beheerder te zijn aangemeld.)
®
2000 Professional/XP/XP
Onjuiste configuratie
• Probeer NIET één van de schermen te annuleren tijdens de installatie.
• Als uw draadloze instellingen mislukken, verschijnt er een foutmelding tijdens de installatie van MFL-Pro Suite en wordt de installatie beëindigd. Als deze fout zich voordoet, gaat u naar stap 1 en installeert u de draadloze verbinding opnieuw.
22 Selecteer de machine uit de lijst, en klik
vervolgens op Volgende.
Opmerking
Dit venster verschijnt niet als er slechts één Brother-machine op het netwerk is aangesloten, omdat deze automatisch wordt gekozen.
Opmerking
• Als de computer opnieuw is opgestart, wordt Installation Diagnostics automatisch uitgevoerd. Als de installatie is mislukt, ziet u de resultaten van de installatie op het venster. Als de Diagnostics een fout vertoont, volg dan de instructies op het scherm of lees de on-line hulp en veelgestelde vragen in Start/Alle programma's (Programma's)/Brother/MFC-XXXX.
• Als u zeker weet dat de printer na de installatie werkt, kunt u de Firewall-software opnieuw inschakelen.
• De instellingen van de Firewall op uw PC kunnen de noodzakelijke netwerkverbinding voor scannen via het netwerk en PC-Fax afwijzen. Volg onderstaande instructies om de Windows firewall te configureren. Als u een persoonlijke Firewall­software gebruikt, raadpleeg dan de gebruikershandleiding voor uw software of neem contact op met de softwareproducent.
Bij gebruik van Windows 1 Klik op de knop Start, Bedieningspaneel en
vervolgens op Windows Firewall. Zorg ervoor dat Windows Firewall in het tabblad Algemeen op Aan staat.
®
XP SP2:
32
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
2 Klik op het tabblad Geavanceerd en de knop
Instellingen….
3 Klik op de knop Voeg toe. 4 Voeg poort 54925 toe voor scannen via het
netwerk, voer onderstaande informatie in:
1) (Een willekeurige beschrijving)
2) Localhost
3) 54925
4) 54925
5) Selecteer UDP Klik vervolgens op OK.
Opmerking
MFL-Pro Suite bevat de netwerkprinterdriver, netwerkscannerdriver, Brother ControlCenter3,
ScanSoft
True Type
PaperPort beheren van documenten en voor het scannen en weergeven van documenten.
®
PaperPort® SE met OCR en
®
-lettertypen.
®
SE is een toepassing voor het
®
Windows
netwerk
Draadloos
1
2
3
4
5
5 Klik op de knop Voeg toe. 6 Voeg poort 54926 toe voor Network PC-Fax,
voer onderstaande informatie in:
1) (Een willekeurige beschrijving)
2) Localhost
3) 54926
4) 54926
5) Select UDP Klik vervolgens op OK.
7 Als u problemen blijft hebben met uw
netwerkverbinding, klikt u op de knop Voeg toe.
8 Voeg poort 137 toe zowel voor scannen via het
netwerk als Network PC-Fax Ontvangen, voer onderstaande informatie in:
1) (Een willekeurige beschrijving)
2) Localhost
3) 137
4) 137
5) Selecteer UDP Klik vervolgens op OK.
9 Zorg ervoor dat de nieuwe instellingen worden
toegevoegd en gecontroleerd, en klik vervolgens op OK.
De MFL-Pro Suite is geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
33
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
4
Bij gebruik van de USB-interface (voor Mac OS
Belangrijk
Zorg dat u de instructies vanaf stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot 15 voltooid hebt.
®
X 10.2.4 of recenter)
3 Leid de USB-kabel voorzichtig in de goot zoals
hieronder aangegeven, door de goot te volgen om de machine heen en naar de achterkant ervan. Sluit daarna de kabel op uw computer aan.
Opmerking
Als u Mac OS® X 10.2.0 tot en met 10.2.3 gebruikt,
moet u upgraden naar Mac OS recenter. (Ga voor de meest recente informatie
over Mac OS
®
X naar http://solutions.brother.com)
®
X 10.2.4 of
1 Gebruik beide handen en de plastic lipjes aan
beide zijden van de machine om het scannerdeksel op tillen, totdat deze in de open stand vergrendeld is.
®
USB
Macintosh
Onjuiste configuratie
• Sluit de machine NIET aan op een USB-poort op een toetsenbord of een USB-hub zonder voeding. Brother adviseert u de machine direct op uw computer aan te sluiten.
• Zorg dat de kabel het sluiten van de afdekkap niet beperkt, anders zou er een fout kunnen optreden.
• Gebruik in ieder geval een USB 2.0-kabel die niet langer is dan 2 meter.
4 Til het scannerdeksel op om de vergrendeling
los te maken ( ). Druk de steun van het scannerdeksel
voorzichtig naar beneden ( ) en sluit het
2 Sluit de USB-kabel aan op de USB-
contactdoos, gemarkeerd met een ­symbool. De USB-ingang bevindt zich rechts aan de binnenkant van de machine, zoals hieronder afgebeeld.
scannerdeksel ( ).
34
Opmerking
Zorg dat de machine wordt aangezet door het stroomsnoer aan te sluiten.
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
5 Zet uw Macintosh
®
aan.
6 Plaats de meegeleverde CD-ROM in uw
CD-ROM-station.
7 Dubbelklik op het pictogram Start Here OSX
om te installeren.
8 Kies Lokale verbinding, en klik vervolgens op
Volgende. Volg de instructie op uw scherm.
11 Voor gebruikers van Mac OS
®
X 10.2.4 tot
10.2.8: Klik op Voeg toe.
12 Kies USB.
13 Selecteer MFC-XXXX (waarbij XXXX uw
modelnaam is), en klik vervolgens op
Voeg toe.
®
Opmerking
U zult een paar seconden moeten wachten voordat de software geïnstalleerd wordt. Klik na de installatie op Herstart om de installatie van de software te voltooien.
9 De Brother-software zoekt naar het Brother-
apparaat. Tijdens deze periode verschijnt het volgende scherm.
10 In dit scherm klikt u op OK.
Bij gebruik van Mac OS® X 10.3.x of recenter: De MFL-Pro Suite, de Brother­printerdriver, -scannerdriver en Brother ControlCenter2 zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid. Ga naar stap 15.
14 Klik op Afdrukbeheer, en vervolgens op
Stop 'Afdrukbeheer'.
De MFL-Pro Suite, de Brother­printerdriver, -scannerdriver en Brother ControlCenter2 zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
USB
Macintosh
35
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
15 Klik voor de installatie van
Presto! Presto! PageManager en volg de instructies op het scherm.
®
PageManager® op het pictogram
Opmerking
Wanneer Presto!® PageManager® is geïnstalleerd, wordt er OCR-mogelijkheid toegevoegd aan het Brother ControlCenter2. U kunt gemakkelijk foto’s en documenten scannen, gezamenlijk gebruiken, en ordenen met behulp
van de Presto!
Presto!®PageManager® is geïnstalleerd
®
en de installatie is nu voltooid.
®
PageManager®.
USB
Macintosh
36
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
5
Bij gebruik van de bedrade netwerkinterface (voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter)
Belangrijk
Zorg dat u de instructies vanaf stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot 15 voltooid hebt.
1 Gebruik beide handen en de plastic lipjes aan
beide zijden van de machine om het scannerdeksel op te tillen, totdat deze in de open stand vergrendeld is.
Onjuiste configuratie
Zorg dat de kabel het sluiten van de afdekkap niet beperkt, anders zou er een fout kunnen optreden.
Opmerking
Bij gebruik van zowel USB- als LAN-kabels, beide kabels door de goot leiden, met de ene bovenop de andere.
4 Til het scannerdeksel op om de vergrendeling
los te maken ( ). Druk de steun van het scannerdeksel
voorzichtig naar beneden ( ) en sluit het scannerdeksel ( ).
2 Sluit de netwerkkabel aan op de LAN-
contactdoos gemarkeerd met een ­symbool. De LAN-contactdoos bevindt zich links aan de binnenkant van de machine, zoals hieronder afgebeeld.
3 Leid de netwerkkabel voorzichtig in de goot
zoals hieronder aangegeven, door de goot te volgen om de machine heen en naar de achterkant ervan. Sluit daarna de kabel op uw netwerk aan.
Opmerking
Zorg dat de machine wordt aangezet door het stroomsnoer aan te sluiten.
Onjuiste configuratie
Als u uw machine eerder hebt ingesteld op een draadloos netwerk en deze vervolgens wilt instellen op een bedraad netwerk, dient u te controleren op de Netwerk I/F van de machine op LAN met kabel staat. De draadloze netwerkinterface is uitgeschakeld met deze instelling. Druk op uw machine op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om Netwerk I/F te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om LAN met kabel te selecteren en druk op OK.
®
netwerk
Bedraad
Macintosh
37
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
5 Zet uw Macintosh
®
aan.
6 Plaats de meegeleverde CD-ROM in uw
CD-ROM-station.
7 Dubbelklik op het pictogram Start Here OSX
om te installeren.
8 Kies Netwerkverbinding via kable, en klik
vervolgens op Volgende. Volg de instructies op uw scherm.
Opmerking
• Als de machine is geconfigureerd voor uw netwerk, selecteert u de machine uit de lijst en klikt u op OK. Dit venster verschijnt niet als er slechts één machine op het netwerk is aangesloten, deze wordt automatisch gekozen. Ga naar stap 10.
• In dit scherm klikt u op OK.
• Voer een naam in voor uw Macintosh® in
Display naam (max. 15 tekens lang) en klik op OK. Ga naar stap 10.
U zult een paar seconden moeten wachten
®
netwerk
Bedraad
Macintosh
voordat de software geïnstalleerd wordt. Klik na de installatie op Herstart om de installatie van de software te voltooien.
9 De Brother-software zoekt naar het Brother-
apparaat. Tijdens deze periode verschijnt het volgende scherm.
• Als u de scansleutel van de machine wilt gebruiken om via het netwerk te scannen, dient u het vakje Registreer uw computer met de "Scannen naar"-functies op de machine aan te vinken.
• De naam die u invoert verschijnt op het LCD­scherm van de machine, wanneer u op de Scan-toets drukt en een scanoptie kiest. (Voor meer informatie, zie Netwerkscannen in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
10 Klik op Voeg toe.
38
Opmerking
Bij gebruik van Mac OS® X 10.4, ga naar stap 13.
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
11 Bij gebruik van Mac OS
®
X 10.2.4 tot en met
10.3.x: Hieronder de gewenste optie selecteren.
12 Selecteer MFC-XXXX (waarbij XXXX uw
modelnaam is), en klik vervolgens op
Voeg toe. Ga naar stap 14.
13 Bij gebruik van Mac OS
Selecteer MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is), en klik vervolgens op Voeg toe.
®
X 10.4:
De MFL-Pro Suite, de Brother­printerdriver, -scannerdriver en Brother ControlCenter2 zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
15 Klik voor de installatie van
Presto!
®
PageManager® op het pictogram Presto! PageManager en volg de instructies op het scherm.
Opmerking
Wanneer Presto!® PageManager® is geïnstalleerd, wordt er OCR-mogelijkheid toegevoegd aan het Brother ControlCenter2. U kunt gemakkelijk foto’s en documenten scannen, gezamenlijk gebruiken, en ordenen met behulp
van de Presto!
Presto!®PageManager® is geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
®
PageManager®.
®
14 Klik op Printerconfiguratie, en vervolgens op
Stop Printerconfiguratie.
Opmerking
Bij gebruik van Mac OS® X 10.2.x, klikt u op
Afdrukbeheer, en vervolgens op Stop 'Afdrukbeheer'.
netwerk
Bedraad
Macintosh
39
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
6
Bij gebruik van draadloos netwerk (voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter in infrastructuurmodus)
Sluit uw draadloze machine en uw draadloos netwerk op elkaar aan: installeer de printerdriver in infrastructuuurmodus
Eerst dient u de draadloze netwerkinstellingen van uw machine te configureren om te communiceren met het toegangspunt tot uw netwerk (router). Nadat de machine is geconfigureerd om te communiceren met uw toegangspunt (router), hebben de computers op uw netwerk toegang tot de machine. Om de machine vanaf deze computers te gebruiken, dient u de MFL-Pro Suite te installeren. De volgende stappen leiden u door het configuratie- en installatieproces.
Om optimale resultaten te bereiken bij het dagelijks afdrukken van documenten, zet u de Brother-machine zo dicht mogelijk bij het toegangspunt (router) tot het netwerk, met zo weinig mogelijk belemmeringen. Grote voorwerpen en muren tussen de twee apparaten, en ook interferentie van andere elektronische apparaten kan de gegevensoverdrachtsnelheid van uw documenten beïnvloeden.
Belangrijk
In de hiernavolgende instructies vindt u twee manieren waarop u uw Brother-machine in een draadloze netwerkomgeving kunt installeren. Beide manieren gelden voor de infrastructuurmodus, met behulp van een draadloze router of toegangspunt dat DHCP gebruikt om IP-adressen toe te wijzen. Als uw draadloze router/toegangspunt SecureEasySetup™ ondersteunt, volg de stappen op pagina 42 De SecureEasySetup™-software gebruiken om uw machine te configureren voor een draadloos netwerk. Als uw draadloze router/toegangspunt SecureEasySetup™ niet ondersteunt, volg de stappen op pagina 43 De Setup Wizard gebruiken vanuit het LAN-menu op het bedieningspaneel om een draadloos netwerk te configureren. Instructies om uw machine in een andere draadloze omgeving te installeren, vindt u in de netwerkhandleiding op de CD-ROM.
U kunt de instructies bekijken in de netwerkhandleiding, door onderstaande instructies te volgen. 1 Zet uw Macintosh
2 Dubbelklik op het bestand Documentation.
®
Macintosh
3 Dubbelklik op uw taalmap. 4 Dubbelklik op de netwerkhandleiding.
netwerk
Draadloos
®
aan. Plaats de Brother CD-ROM in uw CD-ROM-station.
40
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
Bevestig uw netwerkomgeving
De instellingsprocedure verschilt afhankelijk van uw netwerkomgeving.
Installatie met behulp van SecureEasySetup™
Als uw draadloze toegangspunt (A) SecureEasySetup™ ondersteunt, hoeft u geen computer te gebruiken om de machine te configureren. Het toegangspunt (router) en uw machine kunnen automatisch gegevens uitwisselen door middel van de SecureEasySetup™-procedure. Ga voor instructies naar pagina 42.
®
Infrastructuurmodus
Als uw draadloze toegangspunt (A) SecureEasySetup™ niet ondersteunt, volg de instructies op pagina 43.
®
netwerk
Draadloos
Macintosh
41
Stap 2
De SecureEasySetup™-software gebruiken om uw machine te configureren voor een draadloos netwerk
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
Belangrijk
Zorg dat u de instructies vanaf stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot 15 voltooid hebt.
Met de SecureEasySetup™-software kunt het draadloze netwerk eenvoudiger configureren dan dit handmatig te configureren. Door te drukken op een knop op de draadloze router of het toegangspunt, kunt u de installatie voltooien en het draadloze netwerk beveiligen. Uw router of toegangspunt moeten ook SecureEasySetup™ ondersteunen. Zie de gebruikershandleiding voor uw draadloze LAN­router of toegangspunt, voor instructies over het configureren van uw machine voor een draadloos netwerk. Als uw draadloze router of toegangspunt SecureEasySetup™ niet ondersteunt, ga dan naar pagina 43 voor instructies over de installatie.
1 Zet de Brother-machine dichtbij de
SecureEasySetup™-router of -toegangspunt (minder dan 5 m).
2 Druk op de SecureEasySetup™-knop op uw
draadloze router of toegangspunt. Zie de gebruikershandleiding voor uw draadloze router of toegangspunt voor instructies.
3 Druk op uw machine op Menu.
Druk op a of b om LAN te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om Netwerk I/F te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om WLAN te selecteren, en druk op OK. De bedrade netwerkinterface wordt uitgeschakeld met deze instelling. Het duurt ongeveer een minuut voordat het LAN-menu weer op het LCD-scherm beschikbaar is. Druk op Stop/Eindigen.
4 Wanneer het LAN-menu beschikbaar wordt,
drukt u op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren en druk op OK. Druk op a of b om Instell. WLAN te selecteren, en druk op OK.
Opmerking
Routers of toegangspunten die SecureEasySetup™ ondersteunen, dragen het SecureEasySetup™-symbool zoals hieronder aangegeven.
®
netwerk
Draadloos
Macintosh
Opmerking
Zorg dat de machine wordt aangezet door het stroomsnoer aan te sluiten.
Onjuiste configuratie
Als u de draadloze instellingen van de machine eerder hebt geconfigureerd, dient u de netwerk (LAN)-instellingen opnieuw in stellen voordat u de draadloze instellingen weer kunt configureren. Druk op uw machine op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren, en druk vervolgens op OK. Druk op a of b om Factory Reset te selecteren, en druk vervolgens op OK. Druk twee keer op 1 voor Ja om de wijziging te accepteren.
Druk op a of b om SecureEasySetup te selecteren, en druk op OK.
5 Met behulp van de SecureEasySetup™-
software wordt de status van de draadloze netwerkverbinding weergegeven:
Bezig Verb. WLAN, Verbonden of Verbindingsfout.
Bezig Verb. WLAN wordt weergegeven,
wanneer de printserver probeert verbindingen tot stand te brengen met uw router of toegangspunt. Wacht totdat Verbonden of
Verbindingsfout wordt weergegeven.
Verbonden wordt weergegeven, wanneer de
verbinding van de printserver met uw router of toegangspunt tot stand is gebracht. U kunt uw machine nu in een draadloos netwerk gebruiken.
Verbindingsfout wordt weergegeven, wanneer de verbinding van de printserver met uw router of toegangspunt mislukt is. Probeer opnieuw te starten vanaf stap 1. Als hetzelfde bericht opnieuw wordt weergegeven, stelt u de printserver terug op de standaard fabrieksinstellingen en probeert u het opnieuw. (Zie De netwerkinstellingen terugzetten naar
de standaard fabrieksinstellingen op pagina 49.)
De draadloze installatie is nu voltooid. Voor de installatie van de MFL-Pro suite, gaat u verder naar stap 12 op pagina 45.
42
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
De Setup Wizard gebruiken vanuit het LAN-menu op het bedieningspaneel om een draadloos netwerk te configureren
®
Belangrijk
Zorg dat u de instructies vanaf stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot 15 voltooid hebt.
1 Noteer de draadloze netwerkinstellingen van
uw toegangspunt of draadloze router. SSID (Service Set ID of Netwerknaam)
_________________________ WEP-sleutel (indien nodig)
________________________ WPA/WPA2-PSK (TKIP of AES) (indien nodig)
_________________________
De WEP-sleutel is voor 64-bit gecodeerde netwerken of 128-bit gecodeerde netwerken en kan zowel nummers als letters bevatten. Als u niet op de hoogte bent van deze informatie, raadpleeg dan de bij uw toegangspunt of draadloze router meegeleverde documentatie. Deze sleutel is een 64-bits of 128-bitswaarde, die moet worden ingevoerd in een ASCII- of HEXADECIMAAL formaat.
Bijvoorbeeld:
64 bit ASCII: gebruikt 5 tekens, bv. “Hello” (met
onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters)
64 bit Hexadecimal:
128 bit ASCII: gebruikt 13 tekens, bv.
128 bit Hexadecimal:
gebruikt 10 tekens van hexadecimale gegevens, bv. “71f2234aba”
“Wirelesscomms” (met onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters)
gebruikt 26 tekens van hexadecimale gegevens, bv. “71f2234ab56cd709e5412aa3ba”
WPA/WPA2-PSK is een toegangssleutel, de
®
Wi-Fi
Protected Access Pre-share key, waarmee de draadloze Brother-machine een verbinding kan maken met toegangspunten die gebruik maken van TKIP- of AES-encryptie (WPA-Personal). WPA/WPA2-PSK (TKIP of AES) gebruikt een Pre-Shared Key (PSK) die langer is dan 8 en korter dan 63 tekens.
Raadpleeg de netwerkhandleiding voor meer informatie.
Opmerking
Zorg dat de machine wordt aangezet door het stroomsnoer aan te sluiten.
Onjuiste configuratie
Als u de draadloze instellingen van de machine eerder hebt geconfigureerd, dient u de netwerk (LAN)-instellingen opnieuw in stellen voordat u de draadloze instellingen weer kunt configureren. Druk op uw machine op Menu. Druk op a of b voor LAN, en druk op OK. Druk op a of b om Factory Reset te selecteren, en druk vervolgens op OK. Druk twee keer op 1 voor Ja om de wijziging te accepteren.
2 Druk op uw machine op Menu.
Druk op a of b om LAN te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om Netwerk I/F te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om WLAN te selecteren, en druk op OK. De bedrade netwerkinterface wordt uitgeschakeld met deze instelling. Het duurt ongeveer een minuut voordat het LAN-menu weer op het LCD-scherm beschikbaar is. Druk op Stop/Eindigen.
3 Wanneer het LAN-menu beschikbaar wordt,
drukt u op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren en druk op OK. Druk op a of b om Instell. WLAN te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren, en druk op OK. Hierdoor start de draadloze setup wizard.
®
netwerk
Draadloos
Macintosh
43
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
4 De machine zoekt naar beschikbare SSID's.
Als een lijst met SSID's wordt weergegeven, gebruikt u de toetsen a of b om de SSID te selecteren, die u hebt opgeschreven in stap 1, vervolgens drukt u op OK. Ga naar stap 8.
Opmerking
Het duurt een aantal seconden voordat de lijst met beschikbare SSID’s wordt weergegeven.
Als uw toegangspunt is ingesteld om de SSID niet te verzenden, moet u de SSID-naam handmatig toevoegen. Ga naar stap 5.
5 Selecteer <Nieuwe SSID> met behulp van a
of b en druk op OK. Ga naar stap 6.
6 Voer de door u in stap 1 genoteerde SSID in en
gebruik de kiestoetsen om iedere letter of ieder nummer te kiezen. U kunt de toetsen en
gebruiken om de cursor naar links en rechts te bewegen. Om bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt u één keer op de toets 2 op het bedieningspaneel. Om het nummer 3 in te voeren, drukt u zeven keer op de toets 3 op het bedieningspaneel. De letters verschijnen in deze volgorde: kleine letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens speciale letters. (Voor meer informatie, zie Tekst invoeren op pagina 50.)
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd.
7 Druk op a of b om Infrastructure te
selecteren, druk vervolgens op OK.
®
Macintosh
8 Gebruik de toetsen a, b en OK om één van
onderstaande opties te kiezen: Als uw netwerk is geconfigureerd voor Authenticatie of
netwerk
Draadloos
Encryptie, dient u de voor uw netwerk gebruikte instellingen daaraan aan te passen.
Geen Authenticatie of Encryptie: Kies Open Systeem, druk op OK en kies vervolgens Geen voor Type Codering en druk op OK. Druk vervolgens op 1 voor Ja om uw instellingen toe te passen. Ga naar stap 11.
Geen Authenticatie met WEP-encryptie: Kies Open Systeem, druk op OK en gebruik vervolgens de a of b om WEP te selecteren voor de Type Codering en druk op OK. Ga naar stap 9.
Authenticatie met WEP-encryptie: Kies Gedeelde Sleutel, druk op OK. Ga naar stap 9.
Authenticatie met WPA/WPA2-PSK (TKIP of AES)-encryptie: Kies WPA/WPA2-PSK, druk
op OK. Ga naar stap 10.
9 Kies de desbetreffende cijfertoets en druk op
OK. Voer de door u in stap 1 genoteerde WEP- sleutel in en gebruik de kiestoetsen om iedere letter of ieder nummer te kiezen. U kunt de toetsen en gebruiken om de cursor naar links en rechts te bewegen. Om bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt u één keer op de toets 2 op het bedieningspaneel. Om het nummer 3 in te voeren, drukt u zeven keer op de toets 3 op het bedieningspaneel. De letters verschijnen in deze volgorde: kleine letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens speciale letters. (Voor meer informatie, zie Tekst invoeren op pagina 50.)
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd, en druk vervolgens op 1 voor Ja om uw instellingen toe te passen. Ga naar stap 11.
De meeste toegangspunten en routers kunnen meer dan één sleutel opslaan, maar zij zullen er altijd slechts één gebruiken voor authenticatie en encryptie.
10 Druk op a of b om TKIP of AES te selecteren
voor Type Codering en druk op OK. Voer de door u in stap 1 genoteerde WPA/WPA2-PSK in en gebruik de kiestoetsen om iedere letter of ieder nummer te kiezen. U
kunt de toetsen en gebruiken om de cursor naar links en rechts te bewegen. Om bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt u één keer op de toets 2 op het bedieningspaneel. Om het nummer 3 in te voeren, drukt u zeven keer op de toets 3 op het bedieningspaneel.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine letters, hoofdletters, cijfers en vervolgens speciale letters. (Voor meer informatie, zie Tekst invoeren op pagina 50.)
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd, en druk vervolgens op 1 voor Ja om uw instellingen toe te passen. Ga naar stap 11.
11 Uw machine probeert nu een verbinding met
uw draadloze netwerk tot stand te brengen, met behulp van de door u ingevoerde gegevens. Indien dit lukt, verschijnt even Verbonden op het LCD-scherm.
Als het uw machine niet lukt een verbinding met uw netwerk tot stand te brengen, dient u stappen 3 tot 10 te herhalen, om er zeker van te zijn dat u de juiste gegevens hebt ingevoerd.
44
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
Als DHCP voor uw toegangspunt niet geactiveerd is, dient u het IP-adres, het subnetmasker en de gateway van de machine handmatig te configureren om voor uw netwerk geschikt te zijn. Raadpleeg de netwerkhandleiding voor nadere informatie.
De draadloze installatie is nu voltooid. Op een indicator met vier niveaus, onderaan op het LCD-scherm, kunt u nu de signaalsterkte aflezen van uw draadloze toegangspunt of router. Voor de installatie van de MFL-Pro Software suite, gaat u verder naar stap 12.
12 Zet uw Macintosh
®
aan.
13 Plaats de meegeleverde CD-ROM in uw
CD-ROM-station.
14 Dubbelklik op het pictogram Start Here OSX
om te installeren.
U zult een paar seconden moeten wachten voordat de software geïnstalleerd wordt. Klik na de installatie op Herstart om de installatie van de software te voltooien.
17 De Brother-software zoekt naar het Brother-
apparaat. Tijdens deze periode verschijnt het volgende scherm.
Opmerking
• Als de machine is geconfigureerd voor uw netwerk, selecteert u de machine uit de lijst en klikt u op OK. Dit venster verschijnt niet als er slechts één machine op het netwerk is aangesloten, deze wordt automatisch gekozen. Ga naar stap 18.
15 Kies Draadloze newerkverbinding, en klik
vervolgens op Volgende.
16 Kruis het vakje gecontroleerd en bevestigd
aan en selecteer vervolgens Volgende. Volg de instructies op uw scherm.
• In dit scherm klikt u op OK.
• Voer een naam in voor uw Macintosh® in
Display naam (max. 15 tekens lang)en klik op OK. Ga naar stap 18.
• Als u de scansleutel van de machine wilt gebruiken om via het netwerk te scannen, dient u het vakje Registreer uw computer met de "Scannen naar"-functies op de machine aan te vinken.
• De naam die u invoert verschijnt op het LCD­scherm van de machine, wanneer u op de Scan- toets drukt en een scanoptie kiest. (Voor meer informatie, zie Netwerkscannen in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
®
netwerk
Draadloos
Macintosh
45
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
18 Klik op Voeg toe.
Opmerking
Bij gebruik van Mac OS® X 10.4, ga naar stap 21.
19 Bij gebruik van Mac OS
®
X 10.2.4 tot en met
10.3.x: Hieronder de gewenste optie selecteren.
20 Selecteer MFC-XXXX (waarbij XXXX uw
modelnaam is), en klik vervolgens op
Voeg toe. Ga naar stap 22.
22 Klik op Printerconfiguratie, en vervolgens op
Stop Printerconfiguratie.
Opmerking
Bij gebruik van Mac OS® X 10.2.x, klikt u op
Afdrukbeheer, en vervolgens op Stop 'Afdrukbeheer'.
De MFL-Pro Suite, de Brother­printerdriver, -scannerdriver en Brother ControlCenter2 zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
23 Klik voor de installatie van
Presto! Presto! PageManager en volg de instructies op het scherm.
®
PageManager® op het pictogram
®
21 Bij gebruik van Mac OS
®
X 10.4: Selecteer MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is), en klik vervolgens op
netwerk
Draadloos
Macintosh
Voeg toe.
Opmerking
Wanneer Presto!® PageManager® is geïnstalleerd, wordt er OCR-mogelijkheid toegevoegd aan het Brother ControlCenter2. U kunt gemakkelijk foto’s en documenten scannen, gezamenlijk gebruiken, en ordenen met behulp
van de Presto!
®
PageManager®.
Presto!®PageManager® is geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
46

Voor netwerkgebruikers

1
1
Het hulpprogramma BRAdmin Professional utility voor Windows® is ontworpen om de apparaten te configureren en beheren die via een Local Area Network (LAN-omgeving) zijn aangesloten op uw Brother-netwerk, zoals multifunctionele netwerkapparaten en/of netwerkprinters. Ga voor meer informatie over BRAdmin Professional naar http://solutions.brother.com
BRAdmin Professional configuratiehulpprogramma (voor gebruikers van Windows
.
®
)

Het configuratiehulpprogramma BRAdmin Professional installeren

1 Plaats de meegeleverde CD-ROM in uw
CD-ROM-station. Het beginscherm wordt automatisch weergegeven. Volg de instructies op uw scherm.
2 Klik op
Andere drivers of programma's installeren in het menuscherm.
2 Klik op Apparaten, en vervolgens op
Actieve apparaten zoeken. BRAdmin zoekt
nu automatisch naar nieuwe apparaten.
3 Dubbelklik op het nieuwe apparaat.
3 Klik op BRAdmin Professional en volg de
instructies op uw scherm.

Stel uw IP-adres, subnetmasker en gateway in met BRAdmin Professional

1 Start BRAdmin Professional en selecteer
TCP/IP.
4 Voer het IP-adres, Subnetmasker en
Gateway in, en klik vervolgens op OK.
5 De adresgegevens voor de machine worden
opgeslagen.
Opmerking
U kunt het wachtwoord instellen met behulp van het hulpprogramma BRAdmin Professional. (Zie de netwerkhandleiding op de CD-ROM.)
47
Voor netwerkgebruikers
2
De Brother BRAdmin Light-software is een Java™-toepassing die is ontworpen voor de Apple Mac OS® X­omgeving. De software ondersteunt sommige functies van de Windows BRAdmin Professional-software. U kunt bijvoorbeeld met behulp van BRAdmin Light software sommige netwerkinstellingen wijzigen op netwerkprinters e multifunctionele netwerkapparaten van het Brother-netwerk. De BRAdmin Light software wordt automatisch geïnstalleerd, wanneer u de MFL-Pro Suite installeert. Raadpleeg a.u.b. De driver en software installeren in deze installatiehandleiding, als u de MFL-Pro Suite nog niet hebt geïnstalleerd. Ga voor meer informatie over BRAdmin Light naar http://solutions.brother.com

Stel uw IP-adres, subnetmasker en gateway in met BRAdmin Light

BRAdmin Light configuratiehulpprogramma (voor gebruikers van Mac OS
.
®
X)
3 Dubbelklik op het bestand BRAdmin Light.jar.
Voer de BRAdmin Light-software uit. BRAdmin Light zoekt nu automatisch naar nieuwe apparaten.
Opmerking
Als u beschikt over een DHCP/BOOTP/RARP­server in uw netwerk, hoeft u de volgende handeling niet uit te voeren. De printserver krijgt automatisch zijn eigen IP-adres. Controleer of de versie 1.4.1_07 of recenter van Java™ client­software op uw computer geïnstalleerd is.
1 Dubbelklik op het pictogram Macintosh HD op
uw bureaublad.
4 Dubbelklik op het nieuwe apparaat.
2 Kies Bibliotheek, Printers, Brother en
vervolgens Hulpprogramma's.
5 Voer het IP Address, Subnet Mask en
Gateway in, en klik vervolgens op OK.
6 De adresgegevens voor de machine worden
opgeslagen.
48
Voor netwerkgebruikers
3

De netwerkinstellingen van de machine instellen op draadloze LAN of bedrade LAN

Om uw Brother-machine aan te sluiten op een draadloos of bedraad netwerk dient u de machine te configureren via het bedieningspaneel van de machine voor het type netwerk dat u gebruikt.
Voor draadloze LAN
Druk op uw machine op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om Netwerk I/F te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om WLAN te selecteren, en druk op OK. De bedrade netwerkinterface wordt uitgeschakeld met deze instelling. Druk op Stop/Eindigen.
Het duurt ongeveer een minuut voordat het LAN­menu weer op het LCD-scherm beschikbaar is.
Voor bedrade LAN
Druk op uw machine op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om Netwerk I/F te selecteren, en druk op OK. Druk op a of b om LAN met kabel te selecteren, en druk op OK. De draadloze netwerkinterface wordt uitgeschakeld met deze instelling. Druk op Stop/Eindigen.
4

De netwerkinstellingen terugzetten naar de standaard fabrieksinstellingen

Om alle netwerkinstellingen van de server van de interne printer/scanner terug te zetten naar de standaard fabrieksinstellingen, volg a.u.b. onderstaande stappen.
1 Controleer of de machine niet in werking is en
haal vervolgens alle kabels uit de machine (behalve het stroomsnoer).
2 Druk op Menu. 3 Druk op a of b om LAN te selecteren.
Druk op OK.
4 Druk op a of b om Factory Reset te
selecteren. Druk op OK.
5 Druk op 1 om Ja te selecteren. 6 Druk op 1 om Heropstart te selecteren. 7 De machine zal opnieuw starten, daarna de
kabels opnieuw aansluiten.
49
Voor netwerkgebruikers
5

Tekst invoeren

Bij het instellen van bepaalde menuopties, zoals de Stations-ID, kan het zijn dat u tekst in de machine moet invoeren. Op de meeste cijfertoetsen staan drie of vier letters. Boven de toetsen 0, # en l staan geen letters, omdat deze toetsen voor speciale tekens gebruikt worden. Door meerdere malen op de juiste cijfertoets te drukken, kunt u het gewenste teken kiezen.
Voor het instellen van een draadloos netwerk
Druk op
toets
2 abcABC2a
3 de fDEF3d
4 gh iGHI 4g
5 jklJKL5j
6 mn oMNO6m
7 pq rsPQRS
8 tuvTUV8t
9 wxyzWXYZ
één
keer
twee
keer
drie
keer
vier
keer
vijf
keer
zes
keer
zeven
keer
acht keer
Spaties invoeren
Als u een spatie in een faxnummer wilt invoegen, drukt u één keer op tussen de cijfers. Om een spatie in een naam in te voegen, twee keer drukken op tussen de tekens.
Corrigeren
Als u een letter fout ingevoerd hebt en deze wilt corrigeren, druk dan op om de cursor onder het fout ingevoerde teken te zetten, en druk op Wis/terung. U kunt nu het juiste teken invoeren. U kunt ook teruggaan en letters invoeren.
Letters herhalen
Als u een letter wilt invoeren dat op dezelfde toets als de vorige letter staat, dan drukt u op om de cursor naar rechts te bewegen en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen
Druk herhaaldelijk op l, # of 0 totdat u het gewenste speciale teken of symbool ziet. Druk op OK om het te selecteren.
Druk op l voor (spatie) ! ” # $ % & ’ ( ) l + , - . /
Druk op # for : ; < = > ? @ [ ] ˆ _
Druk op 0 for 0 \ { | } ~
50

Verbruiksonderdelen

1
1
Wanneer het tijd is om inktcartridges te vervangen, wordt er een foutmelding op het LCD-scherm weergegeven. Ga voor meer informatie over de inktcartridges voor uw machine naar http://solutions.brother.com op met uw lokale Brother-dealer.

Inktcartridge

Vervanging verbruiksonderdelen

of neem contact
Zwart Geel Cyaan Magenta
LC1000BK LC1000Y LC1000C LC1000M
51
Handelsmerken
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. Windows en Microsoft zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de V.S. en andere landen. Macintosh en TrueType zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. PaperPort is een gedeponeerd handelsmerk van ScanSoft, Inc. Presto! PageManager is een wettig gedeponeerd handelsmerk van NewSoft Technology Corporation. PictBridge is een handelsmerk. DECT is een handelsmerk van ETSI. Elk bedrijf wiens software in deze handleiding wordt vermeld, heeft een softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de betreffende programma’s.
Alle andere merknamen en productnamen die in deze handleiding worden gebruikt, zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt. De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie. Dit product is bedoeld voor gebruik in een professionele omgeving.
Copyright and License
©2006 Brother Industries, Ltd. Dit product bevat software ontwikkeld door de volgende leveranciers. ©1998-2006 TROY Group, Inc. ©1983-2006 PACIFIC SOFTWORKS INC. Dit product bevat de “KASAGO TCP/IP”-software ontwikkeld door Elmic Systems, Inc. ©2006 Devicescape Software, Inc.
LP5836009 DUT Gedrukt in China
Loading...