Index ......................................................................................I-1
®
8.6-9.2..........................10-5
®
X 10.1/10.2.1 - 10.3 of
®
-applicatie
vi
1
De MFC als een printer
gebruiken
De driver voor de Brother-MFC
gebruiken
Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door
de computer gebruikte formaat omzet in een formaat dat door een
bepaalde printer kan worden gebruikt; dit is meestal een
printeropdrachttaal of een page description language (PDL).
De printerdrivers staan op de meegeleverde cd-rom. Installeer de
drivers eerst aan de hand van de instructies in de
installatiehandleiding. De meest recente printerdrivers kunt u tevens
downloaden vanaf Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com
Printen onder Windows
De specifieke printerdriver en TrueType
Microsoft
Windows NT
geleverd. Met het installatieprogramma kunt u deze software
gemakkelijk op uw Windows
ondersteunt onze unieke compressiemodes om sneller te kunnen
printen in Windows
verschillende printerparameters in te stellen, zoals besparend
printen en speciaal papierformaat.
Ondersteuning van populaire printeremulaties
De MFC ondersteunt de HP LaserJet-printeremulatie (PCL level 6)
en de BR-Script-printeremulatie (PostScript
DOS-software gebruikt, kunt u de HP LaserJet-emulatie (PCL level
6) en de BR-Script-emulatie (PostScript
afdrukken.
®
Windows® 95/98/98SE/Me/2000 Professional/XP en
®
Workstation 4.0 staan op de cd-rom die bij de MFC is
®
®
™
-compatibele fonts voor
®
-systeem installeren. De driver
-toepassingen en biedt u de mogelijkheid om
®3™
). Wanneer u
®3™
) gebruiken voor het
1 - 1 DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Uw document afdrukken
Zodra de MFC gegevens van uw computer ontvangt, wordt het
afdrukken gestart door papier vanuit de papierlade in te voeren. Via
de papierlade kunnen diverse papiersoorten en enveloppen worden
ingevoerd.
1
Selecteer de afdrukopdracht op uw computer.
Als uw computer ook op andere printers is aangesloten,
selecteert u in het afdrukmenu of het menu met de
printerinstellingen van uw toepassing de MFC-8220 (USB) Printer of Brother MFC-8220 als uw printerdriver, waarna u op
OK klikt om af te drukken.
2
Uw computer zal nu een afdrukopdracht en gegevens naar de
MFC sturen.
3
De verlichting van het LCD-scherm wordt oranje en de MFC
begint af te drukken.
In de door u gebruikte toepassing kunt u de gewenste
papierafmetingen en afdrukstand instellen.
Als uw toepassing het door u gekozen papierformaat niet ondersteunt,
dan selecteert u een afmeting die net even iets groter is.
Daarna past u de breedte van de afdruk aan door in uw toepassing
de rechter- en de linkerkantlijn opnieuw in te stellen.
Handmatig tweezijdig afdrukken
De MFC drukt eerst alle even
pagina’s af op een zijde van het
papier.
Daarna vraagt de Windows
driver u (via een pop-up bericht)
om het papier opnieuw te
plaatsen. Voor u het papier
opnieuw plaatst, moet u het goed
recht leggen, anders kan het
papier vastlopen. We adviseren geen extreem dun of dik papier te
gebruiken.
Wij raden het u aan papier van 75 tot 90 g/m
®
2
te gebruiken.
DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 2
Bedrukte zijde naar beneden uitvoerlade
Het papier wordt met de bedrukte zijde naar beneden op de
uitvoerlade aan de voorkant van de MFC uitgeworpen. Vouw de
steunklep open om de bedrukte pagina’s op te vangen.
Voor het printen van transparanten moet u iedere transparant,
zodra deze is geprint, van de steunklep nemen.
Steun en extra
steun
1 - 3 DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Printen op normaal papier
De handinvoerlade
De MFC activeert automatisch de modus Handmatig invoeren
wanneer u papier in de handinvoerlade plaatst.
1
Selecteer Papierformaat, Papiersoort, Papierbron en andere
instellingen in de printerdriver.
Papiersoort: Normaal papier
Papierbron: Handmatig
2
Open de handinvoerlade. Verschuif de papiergeleiders naar het
juiste papierformaat.
3
Leg het papier met beide handen met de te bedrukken zijde
naar boven in de handinvoerlade, zodat de voorzijde van het
papier de papierinvoerrol raakt. De MFC voert het papier in.
■
Het papier moet recht en in de juiste positie in de
handinvoerlade liggen. Anders wordt het papier niet goed
ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het papier
vastlopen.
■
Leg slechts een vel papier tegelijk in de handinvoerlade,
anders kan het papier vastlopen.
4
Verzend de afdrukgegevens naar de MFC.
5
Wanneer het gedrukte vel uit de MFC komt, plaatst u het
volgende vel zoals is beschreven in stap 3. Herhaal dit voor elke
pagina die u wilt afdrukken.
DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 4
Afdrukken op dikker papier en karton
Wanneer de uitvoerlade aan de achterkant wordt geopend, heeft de
MFC een recht papierpad van de handinvoer tot de achterzijde van
de MFC. Gebruik deze methode voor het in- en uitvoeren van papier
wanneer u op dikker papier of karton wilt printen.
De handinvoerlade
1
Selecteer Papierformaat, Papiersoort, Papierbron en andere
instellingen in de printerdriver.
Papiersoort: Dik papier of dikker papier
Papierbron: Handmatig
2
Open de uitvoerlade aan de achterkant.
3
Open de handinvoerlade. Verschuif de papiergeleiders naar het
juiste papierformaat.
4
Leg de enveloppe met beide handen met de te bedrukken zijde
naar boven in de handinvoerlade zodat de voorzijde van de
enveloppe de papierinvoerrol raakt. De MFC voert de
enveloppe in.
■
Het papier moet recht en in de juiste positie in de
handinvoerlade liggen. Anders wordt het papier niet goed
ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het papier
vastlopen.
■
Leg slechts een vel papier tegelijk in de handinvoerlade,
anders kan het papier vastlopen.
1 - 5 DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
5
Verzend de afdrukgegevens naar de MFC.
6
Wanneer het gedrukte vel uit de MFC komt, plaatst u het
volgende vel zoals is beschreven in stap 4. Herhaal dit voor elke
pagina die u wilt afdrukken.
7
Wanneer u klaar bent met printen, sluit u de uitvoerlade aan de
achterkant.
Let op
Verwijder ieder vel zodra het is geprint. Anders kan het papier
vastlopen of omkrullen.
DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 6
Enveloppen printen
Gebruik de handinvoerlade als u op enveloppen wilt afdrukken.
■
De MFC activeert automatisch de modus Handmatig
invoeren wanneer u papier in de handinvoerlade plaatst.
■
Alle zijden moeten goed zijn gevouwen, zonder plooien of
kreuken.
1
Selecteer Papierformaat, Papiersoort, Papierbron en andere
instellingen in de printerdriver.
Papiersoort: Envelop, Env. Dun of Env. Dik
2
Open de uitvoerlade aan de achterkant.
1 - 7 DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
3
Open de handinvoerlade. Verschuif de papiergeleiders naar het
juiste envelopformaat.
Wanneer de enveloppen na het printen gekreukt zijn:
Opent u de MFC de uitvoerlade aan de achterkant en drukt u op
de blauwe lipjes links en rechts (zie de afbeelding op de
volgende pagina). Wanneer u klaar bent met het printen van de
enveloppen, sluit u de uitvoerlade aan de achterkant zodat de
twee blauwe lipjes weer in de oorspronkelijke stand staan.
DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 8
4
Leg de enveloppe met beide handen met de te bedrukken zijde
naar boven in de handinvoerlade zodat de voorzijde van de
enveloppe de papierinvoerrol raakt. De MFC voert de
enveloppe in.
■
Zorg ervoor dat de enveloppe recht ligt wanneer u deze in
de handinvoerlade plaatst. Anders wordt de enveloppe niet
goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kunnen de
enveloppen vastlopen.
■
Leg slechts een envelop tegelijk in de handinvoerlade,
anders kan de envelop vastlopen.
■
Plaats de envelop in de handinvoerlade, met de te
bedrukken zijde naar boven.
5
Verzend de afdrukgegevens naar de MFC.
6
Wanneer de bedrukte envelop is uitgevoerd, wacht de MFC tot
u de volgende envelop invoert. Herhaal stap 4 voor iedere
envelop die u wilt printen.
7
Wanneer u klaar bent met printen, sluit u de uitvoerlade aan de
achterkant.
1 - 9 DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Gelijktijdig afdrukken en faxen
De MFC kan gegevens van de computer afdrukken terwijl er een fax
wordt verzonden of ontvangen of terwijl er gegevens in de computer
worden gescand. Het verzenden van faxen kan tijdens het
pc-afdrukken gewoon doorgaan.
Bedieningstoetsen voor de printer
Job Cancel
U kunt gegevens in het geheugen wissen
door op de toets
drukken.
De toets Secure
Beveiligde gegevens zijn beschermd met een wachtwoord. Alleen
diegenen die het wachtwoord kennen, kunnen de gegevens
afdrukken. De MFC zal pas beveiligde gegevens afdrukken wanneer
het correcte wachtwoord is ingevoerd. Wanneer het document is
geprint, worden de gegevens uit het geheugen verwijderd. Om deze
functie te gebruiken moet u uw wachtwoord instellen in het
dialoogvenster van de printerdriver. (Raadpleeg Opties apparaat op
pagina 2-12.)
Job Cancel
te
De toets Secure werkt niet wanneer u de Brother
BR-Script-driver (PostScript
1
Druk op
2
Druk op of om de
gebruikersnaam te selecteren.
Druk op
de mogelijke taken weer.
Het LCD-scherm geeft
beveiligde gegevens in het geheugen zijn opgeslagen.
Secure
Set
.
. Het LCD-scherm geeft
DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 10
®3™
-taalemulatie) gebruikt.
Geen data!
Gebruiker?
MIKE
weer wanneer er geen
3
Druk op of om de taak te
selecteren.
Druk op
vraagt u uw wachtwoord van 4 cijfers in te voeren.
4
Toets u wachtwoord in met de
toetsen van het bedieningspaneel.
Druk op
5
Druk op of om
Druk op
—OF—
Wanneer u de beveiligde gegevens wilt verwijderen, drukt u op
■
■
Set
. Het LCD-scherm
Set
.
Print
Set
. De MFC drukt de gegevens af.
of om
Wanneer u de MFC uitzet, worden de beveiligde gegevens
uit het geheugen gewist.
Wanneer u de beveiligde gegevens hebt afgedrukt, worden
deze uit het geheugen gewist.
Verwijder
te selecteren.
te selecteren en op
Opdracht?
Tekst1
Tekst1
Wachtwoord:XXXX
Set
drukken.
1 - 11 DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
De emulatie selecteren
De MFC ontvangt de printopdrachten in een printerbesturingstaal of
emulatie. Verschillende besturingssystemen en toepassingen
versturen de printopdrachten in verschillende printerbesturingstalen.
De MFC kan printopdrachten in diverse emulaties ontvangen. Deze
MFC heeft een instelling voor automatische emulatieselectie.
Wanneer de MFC gegevens ontvangt van de pc, selecteert het
apparaat automatisch de emulatiemodus. Deze instelling is af
fabriek ingesteld op AUTO.
U kunt de standaard emulatiemodus handmatig wijzigen op het
bedieningspaneel.
1
Druk op
2
Druk op of om
LaserJet
selecteren.
Druk op
3
Druk op
Wij raden u aan de emulatie met uw software of netwerkserver
in te stellen. Als de instelling niet goed werkt, kunt u de
gewenste emulatie met de hand instellen. U gebruikt hiervoor
de toetsen op het bedieningspaneel van de MFC.
Menu, 4, 1
BR-Script 3
of
Set
.
Stop/Exit
.
Auto, HP
te
.
Printer
1.Emulatie
DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 1 - 12
De lijst met interne fonts printen
U kunt een lijst printen met de interne (of residente) fonts van de
MFC zodat u deze kunt bekijken voor u een lettertype selecteert.
1
2
3
Druk op
Druk op
Druk op
Menu, 4, 2, 1
Start
. De MFC print de lijst.
Stop/Exit
.
.
Printopties
1.Interne fonts
De configuratielijst printen
U kunt een lijst met de huidige printerinstellingen afdrukken.
1
2
3
Druk op
Druk op
opties.
Druk op
Menu, 4, 2, 2
Start
. De MFC print de
Stop/Exit
.
.
Printopties
2.Configuratie
De standaardinstellingen terugstellen
U kunt de MFC terugstellen op de standaardinstellingen. Fonts en
macro’s in het tijdelijke geheugen worden dan gewist.
1
Druk op
2
Druk op 1 om de
standaardinstellingen terug te
stellen.
—OF—
Druk op
3
Druk op
Menu, 4, 3
2
af te sluiten zonder deze te wijzigen.
Stop/Exit
.
.
Printer
3.Reset printer
Alleen de printerinstellingen worden teruggesteld op de
standaardinstellingen.
1 - 13 DE MFC ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
2
Instellingen van de
printerdriver
(alleen voor Windows®)
Instellingen van de printerdriver
Als u vanaf uw computer afdrukt, kunt u de volgende
printerinstellingen maken:
Papiersoort
■
Meerdere pag. afdrukken
■
Watermerk*
■
Scaling*
■
Datum en tijd afdrukken*
■
Snelle printerinstelling*
■
Afdruk beveiligen*
■
*1 Deze instellingen zijn niet beschikbaar bij de BR-Script driver
(PostScript
2
*
Deze instellingen zijn niet beschikbaar bij de universele driver.
1*2
2
®3™
-taalemulatie).
1*2
1*2
1
De instellingen in de printerdriver openen
1
Selecteer in het menu Afdrukken van uw software de opdracht
Bestand.
2
Selecteer Brother MFC-8220 (USB) Printer of Brother
MFC-8220 als uw printer en klik op Voorkeuren voor
Windows
en 2000, Standaardwaarden document voor Windows NT
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt
weergegeven:
Op welke wijze u toegang krijgt tot de instellingen in de
printerdriver, is afhankelijk van uw besturingssysteem en software.
De schermen die hier staan afgebeeld, zijn afkomstig uit
Windows
De schermen op uw computer kunnen variëren afhankelijk van
uw Windows
®
XP (Eigenschappen voor Windows® 95/98/98SE/Me
®
XP.
®
-besturingssysteem.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 1
®
4.0).
Functies in de native driver van Brother
De native driver van Brother is een printerdriver die speciaal door
Brother ontwikkeld is. Deze driver heeft meer functies dan de
universele printerdriver voor Microsoft
Het tabblad Normaal
1
Selecteer Papierformaat, Meerdere pag. afdrukken, Rand
(indien van toepassing) en Afdrukstand.
2
Selecteer het Aantal en de Soort papier.
3
Selecteer de Papierbron (Eerste pagina en Andere pagina’s).
Bij automatische selectie van de papierlade kan de printerdriver
automatisch een lade kiezen die geschikt is voor het
Papierformaat dat u gebruikt.
U kunt het papierformaat voor elke lade in het tabblad
Accessoires instellen. (Raadpleeg
pagina 2-17.)
4
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op de
knop Standaard.
®
Windows®.
Het tabblad Accessoires
1
2
3
4
op
2 - 2 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Papierformaat
In de keuzelijst selecteert u welk papierformaat u gebruikt.
Meerdere pag. afdrukken
Bij het afdrukken van meerdere pagina’s kunt u het beeld van een
pagina verkleinen, zodat er meerdere pagina's op een vel papier
worden afgedrukt, of het beeld juist vergroten om één pagina op
meerdere vellen af te drukken.
Bijv. 4 op 1Bijv. 1 op 2 × 2
Rand
Als u meerdere pagina's op een vel afdrukt met behulp van de functie
Meerdere pag. afdrukken, kunt u kiezen of u een rand, stippellijn of
geen rand om elke pagina op het vel wilt afdrukken.
Afdrukstand
Deze functie selecteert de stand waarin uw document zal worden
afgedrukt (Staand of Liggend).
StaandLiggend
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 3
Aantal
Hiermee selecteert u hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt.
Sorteren
Als het selectievakje Sorteren is geselecteerd, wordt er een
compleet exemplaar van uw document afgedrukt, en wordt dit
herhaald voor het aantal exemplaren dat u hebt geselecteerd. Als
het selectievakje Sorteren niet is geselecteerd, wordt voor alle
exemplaren eerst de eerste pagina afgedrukt en wordt pas dan de
volgende pagina van het document afgedrukt.
Vakje Sorteren Vakje Sorteren niet
Soort papier
U kunt de volgende papiersoorten kiezen voor uw MFC. Voor de
beste afdrukkwaliteit selecteert u welke papiersoort u wilt gebruiken.
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Dikker papier
Briefpapier
Transparanten
Enveloppen
Env. Dik
Env. Dun
2 - 4 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
■
Als u normaal papier gebruikt (70 tot 95 g/m2), moet u
Normaal papier selecteren. Als u zwaar papier, zware
enveloppen of grof papier gebruikt, moet u Dik papier of
Dikker papier selecteren. Voor briefpapier selecteert u
Briefpapier en voor OHP transparanten selecteert u
Transparanten.
■
Als u enveloppen gebruikt, selecteert u Enveloppen. Als de
toner niet goed aan de enveloppe hecht wanneer
Enveloppen is geselecteerd, moet u Env. Dik selecteren.
Als de enveloppe verkreukeld is wanneer Enveloppen is
geselecteerd, moet u Env. Dun selecteren.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 5
Het tabblad Geavanceerd
1 234 5
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op de
knop Standaard.
Klik op een van de volgende pictogrammen om de desbetreffende
functie in te stellen:
Als u het pictogram Afdrukkwaliteit selecteert, worden de
beschikbare opties voor de afdrukkwaliteit weergegeven.
Resolutie
U kunt de resolutie als volgt instellen:
■
HQ 1200
■
600 dpi
■
300 dpi
Tonerbespaarstand
U kunt kosten besparen met de tonerbespaarstand. Hierdoor wordt
de printdichtheid verlaagd.
Afdrukinstellingen
Voor Windows
Afdrukinstellingen wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit van het
document te verbeteren (foto’s, afbeeldingen of ingescande
afbeeldingen). Wanneer u Auto (Aanbevolen) selecteert, kiest de
printer automatisch de meest geschikte instellingen.
Wanneer de afdrukinstellingen op handmatig staan, kunt u de
helderheid, het contrast en de kwaliteit zelf instellen.
Voor Windows
■
Selecteer Halftonen printer gebruiken als u met halftonen wilt
afdrukken.
■
Selecteer Halftonen systeem gebruiken om te printen met de
halftonen van het systeem. Om de instelling te wijzigen klikt u op
Instelling.
■
Wanneer de halftoon niet correct kan worden geprint, selecteert
u Grijstinten verbeteren.
®
95/98/98SE/Me
®
2000/XP/NT® WS 4.0
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 7
Duplex
Met tweezijdig afdrukken kunt u het papier aan beide zijden
bedrukken, zodat u minder papier verbruikt. Wanneer u het
pictogram voor Tweezijdig aanklikt, ziet u de opties voor duplex
printen.
Handmatig tweezijdig afdrukken
Selecteer het vakje Handmatig tweezijdig afdrukken. In deze
stand print de MFC eerst alle pagina’s met even nummers. Dan stopt
de printer en worden de instructies weergegeven om het papier
opnieuw te plaatsen. Wanneer u op OK klikt, worden de oneven
pagina’s geprint.
Soort duplex
U kunt de Soort duplex selecteren. Voor iedere papierrichting zijn
zes soorten duplex beschikbaar.
Aan linkerkant omslaan
Aan rechterkant omslaan
Aan bovenkant omslaan
Aan onderkant omslaan
Aan bovenkant omslaan (niet ondersteboven)
Aan onderkant omslaan (niet ondersteboven)
2 - 8 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Inbindmarge
Selecteer de optie Inbindmarge. U kunt de waarde van de inbindmarge
invoeren in inch of millimeter (0 - 8 inches) [0 - 203,2 mm].
Watermerk
Wanneer u het pictogram voor Watermerk aanklikt, ziet u de opties
voor watermerk printen.
U kunt een logo of tekst als een watermerk op uw documenten
afdrukken. U kunt een van de voorgeprogrammeerde watermerken
selecteren, of een zelf gemaakt bitmap-bestand of tekst gebruiken.
Selecteer Watermerk gebruiken en selecteer vervolgens het
watermerk dat u wilt gebruiken.
Op de achtergrond
Selecteer Op de achtergrond als u het watermerk op de
achtergrond van uw document wilt afdrukken. Als deze optie niet is
geselecteerd, wordt het watermerk over de tekst of het beeld op uw
document afgedrukt.
In contourtekst
®
(alleen voor Windows
2000 Professional/XP/NT® WS 4.0)
Selecteer In contourtekst om alleen de contouren van het
watermerk af te drukken.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 9
Watermerk afdrukken
Bij Watermerk afdrukken kunt u de volgende opties selecteren:
Op alle pagina’s
■
Alleen op de eerste pagina
■
Vanaf tweede pagina
■
Aangepast
■
Vanaf tweede exemplaar toepassen (alleen sorteren)
■
(Voor Windows
®
2000 Professional/XP/ Windows NT® 4.0)
Watermerk instellen
U kunt de grootte van het watermerk en de plaats op de pagina
wijzigen door het watermerk te selecteren en op de knop Bewerken
te klikken. Als u een nieuw watermerk wilt toevoegen, klikt u op de
knop Nieuw en selecteert u Tekst of Bitmap bij de optie Stijl van
watermerk.
Titel
■
U kunt VERTROUWELIJK, AANTAL of CONCEPT selecteren
als de standaardtitel, of een titel in het veld invoeren die u wenst.
2 - 10 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Tekst van watermerk
■
Voer in het vak Tekst de tekst van uw watermerk in en selecteer
vervolgens Lettertype, Grootte, Contrast en Stijl.
Watermerk bitmap
■
Voer de bestandsnaam en de locatie van de bitmap in het vak
Bestand in, of selecteer Bladeren om de locatie te zoeken. U
kunt ook de schaal van het beeld opgeven.
Positie
■
De instellingen voor de positie bepalen op welke plaats het
watermerk op de pagina komt te staan.
Pagina-instelling
Als u het pictogram Pagina-instelling selecteert, worden de
beschikbare opties voor de pagina-instelling weergegeven.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 11
Scaling
U kunt de grootte van uw afgedrukte document wijzigen met de
functie Scaling.
Uit
■
Het document wordt afgedrukt zoals u dit op het scherm ziet.
Aanpassen aan papierformaat
■
Selecteer deze optie als uw document een ongebruikelijk formaat
heeft, of als u alleen het standaardpapierformaat hebt.
Vrij
■
U kunt de afdruk handmatig vergroten of verkleinen.
In spiegelbeeld afdrukken
De gegevens worden omgekeerd en van links naar rechts afgedrukt.
Ondersteboven afdrukken
De gegevens worden 180° gedraaid en afgedrukt.
Opties apparaat
Hier kunt u de volgende printerfuncties instellen:
2 - 12 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Afdruk beveiligen
Beveiligde documenten zijn documenten die bij het verzenden naar de
MFC zijn beveiligd met een wachtwoord. Alleen diegenen die het
wachtwoord kennen, kunnen het document afdrukken. Omdat de
documenten zijn beveiligd op de MFC, moet u het bedieningspaneel van
de MFC gebruiken (met het wachtwoord) om het document te printen.
Een beveiligd document verzenden:
1
Selecteer Afdruk beveiligen in de lijst van Printerfuncties en
klik op Afdruk beveiligen.
2
Voer uw wachtwoord, gebruikersnaam en de naam van de taak
in en klik op OK.
3
U moet het beveiligde document afdrukken via het
bedieningspaneel van de MFC. (Raadpleeg
pagina 1-10.)
Een beveiligd document wissen:
U moet het bedieningspaneel van de MFC gebruiken om een
beveiligd document te wissen. (Raadpleeg
pagina 1-10.)
U kunt maximaal 8 MB beveiligde gegevens opslaan in het
geheugen van de MFC.
De toets Secure
De toets Secure
op
op
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 13
Snelle printerinstelling
Met Snelle printerinstelling kunt u snel driverinstellingen
selecteren. Als u de instellingen wilt bekijken, klikt u gewoon met de
muis op het pictogram op de taakbalk. Deze functie kan worden
ingesteld op AAN of UIT via Opties apparaat.
De standaardinstelling is UIT.
2 - 14 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Beheerder (alleen bij gebruik van Windows® 95/98/98SE/Me)
Met de functie Beheerder kunnen de functies voor het aantal
kopieën, de schaal en het watermerk worden vergrendeld en met
een wachtwoord beveiligd.
Noteer uw wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats.
Wanneer u uw wachtwoord vergeet, hebt u geen toegang tot
deze functies.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 15
Datum & tijd afdrukken
Als u de optie Datum & tijd afdrukken hebt ingeschakeld, worden
de datum en de tijd die uw computerklok aangeeft, automatisch op
uw document afgedrukt.
Klik op Instelling om de notatie van de Datum en Tijd te wijzigen. U
kunt het lettertype wijzigen door op Lettertype of Positie te klikken. Als
u voor Datum en Tijd ook een achtergrond wilt gebruiken, selecteert u
Opmaak. Wanneer Opmaak is geselecteerd, kunt u het Contrast van
de achtergrond voor Datum en Tijd aanpassen door het percentage te
wijzigen.
De datum en tijd die in het selectievakje worden weergegeven,
staan in de notatie waarin deze gegevens worden afgedrukt. De
datum en tijd die op uw document worden afgedrukt, zijn
afkomstig van de klok op uw computer.
2 - 16 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Het tabblad Accessoires
Het tabblad Accessoires bevat de instellingen voor het configureren
van de printerdriver voor het papierformaat van iedere papierbron.
Dit tabblad installeert ook eventuele extra opties voor de
driverinstellingen.
Instelling papierbron
Om het papierformaat voor iedere papierbron te configureren,
markeert u de bron in de lijst Instelling papierbron. Selecteer het
Papierformaat uit de keuzelijst en klik op Update. Als in het tabblad
Algemeen van de printerdriver automatische selectie van de
papierbron (standaardpapierbron) is geselecteerd (Raadpleeg Het tabblad Normaal op pagina 2-2), zal de printerdriver automatisch de
gegevens van Instelling papierbron gebruiken om een lade te
selecteren met het Papierformaat dat in de printerdriver is
geselecteerd.
Standaardbron
Met Standaardbron selecteert u de papierbron die wordt gebruikt
wanneer het papierformaat van het verzonden document niet
overeenkomt met de instellingen voor Papierbron.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 17
Beschikbare opties
Om toegang te krijgen tot de optionele onderste papierlade moet in
de driver zijn aangegeven dat dit toebehoren is geïnstalleerd.
Markeer het modelnummer in de lijst Beschikbare opties en klik op
Toevoegen. De optionele papierlade staat dan in het vak
Geïnstalleerd, de lijst Instelling papierbron en de illustratie op het
scherm geeft de onderste papierlade weer.
2 - 18 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Het tabblad Ondersteuning
Het tabblad Ondersteuning geeft informatie over de versie en
instellingen van de driver. Verder staan hier ook links naar de
website Brother Solutions Center en websites voor driver-updates.
Klik op het tabblad Ondersteuning om het volgende scherm weer te
geven:
Brother Solutions Center
Het Brother Solutions Center is een website waar u informatie
vindt over uw Brother-product, zoals veelgestelde vragen,
gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het gebruik van
uw MFC.
Web Update
Web Update controleert Brother's website op nieuwe drivers,
downloadt deze en zal de driver op uw computer automatisch
updaten.
Instelling controleren
Bij Instelling controleren staat een lijst van de huidige instellingen
van uw driver.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 19
Functies in de PS-driver (PostScript®)
van Brother
(voor Windows
®
)
Windows® 95/98/98SE/Me/2000 Professional/XP and Windows NT®
4.0 maakt gebruik van de BR-Script 3-driver (PostScript
taalemulatie).
Ga voor de meest recente drivers naar het Brother Solutions Center
op http://solutions.brother.com.
De PS-driver installeren
Als u de printerdriver reeds geïnstalleerd hebt volgens de instructies
in de installatiehandleiding, moet u de cd-rom in het cd-rom-station
van uw pc plaatsen en op Software-installatieprogramma klikken.
Selecteer MFL-Pro Suite en volg de instructies op het scherm.
Wanneer het scherm Selecteer de gewenste onderdelen wordt
weergegeven, selecteert u PS printer driver en volgt u de
instructies op het scherm.
Als u de printerdriver en software nog niet geïnstalleerd hebt, moet
u de cd-rom in het cd-rom-station van uw plaatsen en op
Software-installatieprogramma klikken. Selecteer MFL-Pro Suite
en volg de instructies op het scherm. Als het scherm met Setup
Type wordt geopend, selecteert u Aangepast en selecteert u de PS
printer driver. Volg de instructies op uw scherm.
De schermen die hier staan afgebeeld, zijn afkomstig uit
Windows
De schermen op uw pc kunnen variëren afhankelijk van uw
besturingssysteem.
®
XP.
® 3™
2 - 20 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Het tabblad Poorten
Selecteer de poort waarop uw printer is aangesloten of het pad naar
de netwerkprinter.
Het tabblad Apparaatinstellingen
Selecteer de toebehoren die geïnstalleerd zijn, zodat u deze kunt
configureren.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 21
Het tabblad Indeling
Bij gebruik van Windows NT® 4.0, Windows® 2000 of XP opent
u het tabblad Indeling door in het tabblad Algemeen van de
Brother MFC-8220 BR-Script3 Voorkeursinstellingen op
Voorkeursinstellingen voor afdrukken... te klikken.
In het tabblad Indeling kunt u verschillende instellingen voor de
lay-out wijzigen, zoals Afdrukstand, Paginavolgorde en Pagina’s
per vel.
2 - 22 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
Het tabblad Papier/Kwaliteit
Bij gebruik van Windows NT® 4.0, Windows® 2000 of XP opent
u het tabblad Papier/Kwaliteit door in het tabblad Algemeen
van de Brother MFC-8220 BR-Script3 Eigenschappen op
Voorkeursinstellingen voor afdrukken... te klikken.
Selecteer de Papierinvoer.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER 2 - 23
Geavanceerde opties
Wanneer u Windows NT® 4.0, Windows® 2000 of XP gebruikt,
opent u het tabblad Geavanceerde opties voor Brother MFC-8220 BR-Script3 door te klikken op Geavanceerd... in het
tabblad Indeling of Papier/Kwaliteit.
1
Selecteer het Papierformaat en het Aantal afdrukken.
2
Stel Afdrukkwaliteit, Schaal en TrueType-lettertype in.
3
U kunt de instellingen wijzigen door de instelling te selecteren in
de lijst met printerfuncties:
■
Papiersoort
■
Tonerbespaarstand
■
BR-Script Level
1
2
3
2 - 24 INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER
3
Scannen bij gebruik van
Windows
De bewerkingen en drivers voor het scannen kunnen variëren,
afhankelijk van uw besturingssysteem.
Voor Windows
Windows NT
De MFC gebruikt een TWAIN-compatibele driver om
documenten naar uw toepassingen te scannen. (Raadpleeg
Een document scannen, TWAIN-compatibel op pagina 3-1.)
Voor Windows
De MFC gebruikt Windows
documenten te scannen. (Raadpleeg
(alleen voor Windows
Voor ScanSoft®, PaperPort® en TextBridge® OCR
Ga naar
op pagina 3-17.
ScanSoft
®
95/98/98SE/Me/2000 Professional en
®
Workstation 4.0
®
XP
®
®
®
Imaging Acquisition (WIA) om
®
XP)
op pagina 3-10.)
PaperPort® en TextBridge® OCR gebruiken
Een document scannen
Een document scannen
TWAIN-compatibel
De Brother MFL-Pro Suite software wordt geleverd met een
TWAIN-compliant scannerdriver. TWAIN-drivers voldoen aan het
algemene universele protocol voor communicatie tussen scanners
en softwaretoepassingen. Dit betekent dat u niet alleen beelden
rechtstreeks kunt scannen naar de PaperPort
MFC werd meegeleverd, maar dat u beelden ook rechtstreeks naar
honderden andere softwaretoepassingen kunt scannen, mits deze
toepassingen scannen met TWAIN ondersteunen. Het betreft hier
populaire programma’s zoals Adobe
PageMaker
®
, CorelDraw® en vele andere toepassingen.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 1
®
Photoshop®, Adobe®
®
Viewer die met de
Toegang krijgen tot de scanner
1
Open de toepassing (ScanSoft® PaperPort®) om een document
te scannen.
De instructies voor het scannen in deze handleiding hebben
betrekking op ScanSoft
2
Selecteer in het keuzemenu Bestand de optie Scannen of
selecteer de knop Scannen. Het deelvenster Scannen wordt in
het linkerdeel van het scherm weergegeven.
3
Selecteer Brother MFC-8220, Brother MFC-8220 USB of
Brother MFC-8220 LAN (als de optionele NC-9100h is
geïnstalleerd) in de keuzelijst Scanner.
4
Klik op
Wanneer de MFC is aangesloten via:
Parallel - gebruik Brother MFC-8220
USB - gebruik Brother MFC-8220 USB
LAN - gebruik Brother MFC-8220 LAN (als de optionele NC-9100h
is geïnstalleerd)
Het dialoogvenster Brother MFC-8220, Brother MFC-8220 USB of Brother MFC-8220 LAN Scanner Setup wordt
geopend:
Scannen
®
PaperPort® 8.0 SE.
.
3 - 2 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Een document naar de pc scannen
U kunt een hele pagina scannen
—OF—
een gedeelte van de pagina scannen nadat u het document snel
(vooraf) hebt gescand.
Een hele pagina scannen
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer.
2
Maak in het scannervenster desgewenst de volgende
instellingen:
Scan
■
Resolutie
■
Type scan
■
Helderheid
■
Contrast
■
Documentgrootte
■
Als u een documentformaat hebt gekozen, kunt u het te
scannen gedeelte bijstellen door er met de linkermuisknop op te
klikken en het te verslepen. Dit is nodig wanneer u tijdens het
scannen een deel van het beeld wilt trimmen. (Raadpleeg
Instellingen in het scannervenster op pagina 3-6.)
3
Klik in het scannervenster op de knop Starten.
Nadat het scannen is voltooid, klikt u op Annuleren om terug te
keren naar het venster PaperPort
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 3
®
.
Snel vooraf scannen om het te scannen gedeelte te
trimmen
De knop Vooraf scannen wordt gebruikt om een voorbeeld van een
beeld te bekijken, zodat u ongewenste delen kunt trimmen. Wanneer
u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de Starten in
het scannervenster om het beeld te scannen.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer.
Te scannen
gedeelte
2
Selecteer de gewenste instellingen voor Scan, Resolutie, Type
scan, Helderheid en Contrast.
3 - 4 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
3
Het dialoogvenster Brother MFC-8220, Brother MFC-8220
USB of Brother MFC-8220 LAN Scanner Setup wordt
geopend:
Het hele document wordt in uw pc gescand en wordt
weergegeven in het vak met het te scannen gedeelte.
Te scannen
gedeelte
4
Selecteer het deel van het beeld dat u wilt scannen door er met
de linkermuisknop op te klikken, en sleep de muis om het
gewenste deel te selecteren.
Als u het geselecteerde gedeelte wilt controleren, kunt u het
vergroten door op te klikken. Als u een ander deel wilt
selecteren, gebruikt u om de selectie ongedaan te maken.
5
Plaats het document weer met de bedrukte zijde naar beneden
in de automatische documentinvoer.
6
Klik op Starten.
Nu wordt alleen het geselecteerde deel in het venster
PaperPort
7
Gebruik in het venster PaperPort® de opties die beschikbaar zijn
om het beeld te verfijnen.
®
(of het venster van uw toepassing) weergegeven.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 5
Instellingen in het scannervenster
Scan
Selecteer in welk formaat het beeld moet worden uitgevoerd: Foto,
Web of Tekst. Resolutie en Type scan worden voor elke
standaardinstelling gewijzigd.
De standaardinstellingen zijn als volgt:
ScanResolutieType scan
FotoSelecteer dit als u foto’s scant.300 x 300 dpiWare
grijstinten
WebSelecteer dit als u het gescande
beeld aan webpagina’s wilt
toevoegen.
TekstSelecteer dit als u
tekstdocumenten gaat scannen.
Resolutie
U kunt de scanresolutie wijzigen in de keuzelijst Resolutie. Hogere
resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer
transfertijd, maar leveren een preciezer gescand beeld. U kunt
Zwart-wit/Grijs (Foutendiffusie) en Ware grijstinten selecteren.
Hieronder wordt aangegeven welke resoluties u kunt kiezen:
■
100 × 100 dpi
■
150 × 150 dpi
■
200 × 200 dpi
■
300 × 300 dpi
■
400 × 400 dpi
■
600 × 600 dpi
■
1200 × 1200 dpi
■
2400 × 2400 dpi
■
4800 × 4800 dpi
■
9600 × 9600 dpi
100 x 100 dpiWare
grijstinten
200 x 200 dpiZwart-wit
3 - 6 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Type scan
Zwart-witStel het scantype in op Zwart-wit voor tekst of
Grijs
(Foutendiffusie):
:
lijntekeningen.
Stel het scantype in op Grijs of Ware grijstinten
voor foto’s.
Helderheid
Stel de instellingen voor helderheid bij (-50 tot 50) tot u het beste
resultaat krijgt. De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een
‘gemiddelde’ instelling wordt beschouwd.
U kunt de helderheid instellen door het schuifbalkje naar rechts of
naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. U
kunt ook een waarde in het invoerveld typen.
Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een
lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het
gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere
waarde opgeven en het document nogmaals scannen.
Contrast
Het contrast kan alleen worden afgesteld als u een van de instellingen
voor de grijswaardenschaal hebt geselecteerd. Dit is niet beschikbaar
als u bij het Type scan de instellingen voor Zwart-wit hebt
geselecteerd.
U kunt het contrast verhogen of verlagen door het schuifbalkje naar
links of rechts te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de
donkere en heldere gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen van
het contrast meer detail weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een
waarde in het invoerveld typen.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 7
Documentgrootte
U kunt voor het documentformaat een van de volgende instellingen
selecteren:
■
Letter (8 1/2 × 11 inch)
■
A4 (210 × 297 mm)
■
Legal (8 1/2 × 14 inch)
■
A5 (148 × 210 mm)
■
B5 (182 × 257 mm)
■
Executive (7 1/4 × 10 1/2 inch)
■
Foto 9 × 13 cm
■
Foto 13 × 18 cm
■
APS C 10 × 15 cm
■
Business Card (60 × 90 mm)
■
Afwijkend (door gebruiker ingesteld van 0,35 × 0,35 inch tot
×
8,5
14 inch of 8,9 × 8,9 mm tot 215,9 × 355,6 mm)
Als u foto's of andere beelden scant die u in een tekstverwerker of
een grafische toepassing wilt gebruiken, is het raadzaam om
verschillende instellingen uit te proberen voor het contrast en de
resolutie, zodat u altijd het beste resultaat krijgt.
Als u Afwijkend als het formaat hebt geselecteerd, wordt het
dialoogvenster Afwijkend document grootte geopend.
Typ de Naam, Breedte en Hoogte voor het document.
U kunt “mm” of “inch” kiezen als eenheid voor de breedte en hoogte.
3 - 8 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Het door u gespecificeerde papierformaat wordt op het scherm
weergegeven.
Breedte: toont de breedte van het te scannen gedeelte.
■
Hoogte: toont de hoogte van het te scannen gedeelte.
■
Data grootte: geeft bij benadering aan hoe groot de gegevens
■
zijn in Bitmap-formaat. De andere bestandsformaten, zoals
JPEG, hebben een andere grootte.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 9
Een document scannen
(alleen voor Windows® XP)
WIA-compliant
Windows® XP gebruikt Windows Image Acquisition (WIA) voor het
scannen van beelden van de MFC. U kunt beelden rechtstreeks naar
de PaperPort
maar u kunt beelden ook rechtstreeks scannen naar andere
toepassingen die scannen met WIA of TWAIN ondersteunen.
Toegang krijgen tot de scanner
1
Open uw toepassing om een document te scannen.
®
Viewer scannen, die met uw MFC werd geleverd,
De instructies voor het scannen in deze handleiding hebben
betrekking op ScanSoft
scannen met andere toepassingen kunnen variëren.
2
Selecteer in het keuzemenu Bestand de optie Scannen of
selecteer de knop Scan.
Het deelvenster Scan wordt in het linkerdeel van het scherm
weergegeven.
3
Selecteer de scanner die u gebruikt in de keuzelijst Scanner.
4
Klik op
Het dialoogvenster Scannen wordt geopend:
Scannen
®
PaperPort® 8.0. De stappen voor het
.
3 - 10 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
Een document naar de pc scannen
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer.
A
B
C
D
2
Selecteer Documentinvoer in de keuzelijst Papierinvoer (A).
3
Selecteer het beeldtype (B).
4
Selecteer het Paginaformaat in de keuzelijst (D).
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 11
5
Als u geavanceerde instellingen wilt maken, klikt u op De
kwaliteit van de gescande foto aanpassen (C). Bij de
Geavanceerde eigenschappen kunt u de Helderheid, het
Contrast, de Resolutie en het Type afbeelding selecteren. Klik nadat u alle instellingen hebt gemaakt op OK.
■
De hoogste scannerresolutie die u kunt selecteren, is
×
1200
■
Voor hogere resoluties dan 1200 dpi, gebruikt u de
scannertoepassing van Brother. (Raadpleeg De scannertoepassing van Brother op pagina 3-13.)
6
Klik op de knop Scannen in het scandialoogvenster om met
scannen te beginnen.
1200 dpi.
3 - 12 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
De scannertoepassing van Brother
Het scannerhulpprogramma van Brother wordt gebruikt om de
scannerdriver te configureren voor resoluties die hoger zijn dan 1200
dpi. De nieuwe instellingen gelden pas nadat u uw pc opnieuw hebt
gestart.
De toepassing uitvoeren:
U kunt het programma uitvoeren door de Scanner Toepassing te
selecteren via het menupad Start/Alle Programma’s/Brother/ MFL-Pro Suite MFC-8220.
Het scannen met resoluties die hoger zijn dan 1200 dpi kan met
sommige scanprogramma’s problemen opleveren.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 13
De scantoets gebruiken (bij gebruik van
de USB- of parallelle interfacekabel)
U kunt de toets (
Scan
) op het bedieningspaneel gebruiken
om documenten te scannen naar uw tekstverwerker, grafische
toepassing, e-mailprogramma of naar een map op uw computer. Het
voordeel van de toets (
Scan
) is, dat u kunt scannen zonder
met de muis te klikken.
Voor scannen naar e-mail, scannen naar beeld, scannen
naar OCR en scannen naar bestand
U dient de MFC eerst op een Windows
en de juiste Brother-drivers voor uw versie van Windows
installeren, pas dan kunt u de toets (
®
-computer aan te sluiten
®
te
Scan
) op het
bedieningspaneel gebruiken.
Scan
Als u klaar bent om de toets (
) te gebruiken, moet
u zorgen dat het Brother Control Center op uw computer draait.
Raadpleeg een van de volgende hoofdstukken voor nadere
informatie over het zodanig configureren van de toetsen van het
Brother Control Center, dat de toets (
gewenste toepassing opent:
■
Voor Windows® 95/98/98SE/Me/2000 Professional en
Windows NT
Brother gebruiken
■
Voor Windows® XP, raadpleeg
Center voor Windows
■
Wanneer uw MFC is aangesloten met zowel een USB-kabel
®
WS 4.0, raadpleeg
op pagina 4-1.
®
gebruiken
Het Brother SmartUI Control
als een parallelle kabel, moet u in iedere stap USB of
Parallel als bestemming selecteren.
3 - 14 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
Scan
) de
Het Control Center van
op pagina 5-1.
®
Scannen naar e-mail
U kunt een document in zwart-wit als een bijlage naar uw e-mail
scannen. U kunt ook de configuratie van de toets (
Scan
)
wijzigen. (Raadpleeg
4-12.) (Voor Windows
configuratie van de toets Scan to wijzigen op pagina 5-5 t/m 5-11.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer.
2
Druk op (
3
Druk op of om
Druk op
De MFC zal het document nu scannen, een bestand maken en
uw e-mailtoepassing opstarten met een nieuw e-mailbericht dat
nog niet geadresseerd is.
Set
Scannen naar e-mail
®
XP: raadpleeg Apparatuursectie: de
Scan
).
Scan nr e-mail
.
op pagina 5-17 tot en met
Kies ▲▼ & Set
Scan nr e-mail
te selecteren.
Naar beeld scannen
U kunt een plaatje naar een grafische toepassing scannen en dit
vervolgens bekijken en bewerken. U kunt ook de configuratie van de
Scan
toets (
pagina 4-16.) (Voor Windows
configuratie van de toets Scan to wijzigen op pagina 5-5 t/m 5-11.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer.
) wijzigen. (Raadpleeg Naar beeld scannen op
®
XP: raadpleeg Apparatuursectie: de
2
Druk op (
3
Druk op of om
Druk op
De MFC begint het document te scannen.
Set
Scan
).
Scan naar beeld
.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 15
Kies ▲▼ & Set
Scan naar beeld
te selecteren.
Naar OCR scannen
Als u tekst wilt scannen, kunt u deze automatisch door ScanSoft®
®
TextBridge
tekst vervolgens in een tekstverwerker weergeven, waar u deze kunt
bewerken. U kunt de configuratie van de toets (
wijzigen. (Raadpleeg Naar OCR scannen (tekstverwerker) op pagina
4-13 t/m 4-15.) (Voor Windows
configuratie van de toets Scan to wijzigen
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer.
in een bewerkbaar tekstbestand laten omzetten en de
Scan
)
®
XP: raadpleeg
Apparatuursectie: de
op pagina 5-5 t/m 5-11.)
2
Druk op (
3
Druk op of om
Druk op
De MFC begint het document te scannen.
Set
Scan
).
Scan naar OCR
.
Kies ▲▼ & Set
Scan naar OCR
te selecteren.
Naar een bestand scannen
U kunt een zwart-witbestand naar uw computer scannen en dit als
een bestand in de map van uw keuze opslaan. Welk bestandstype
en welke map wordt gebruikt, is afhankelijk van de instellingen die u
hebt gekozen in het scherm Naar bestand scannen van het Brother
MFL-Pro Control Center. (Raadpleeg
pagina 4-8 t/m 4-9.) (Voor Windows
Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to wijzigen op
pagina 5-5 t/m 5-11.)
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer.
2
Druk op (
3
Druk op of om
Druk op
De MFC begint het document te scannen.
Set
Scan
).
Scan n. bestnd
.
Naar een bestand scannen
®
XP: raadpleeg
Kies ▲▼ & Set
Scan n. bestnd
te selecteren.
op
3 - 16 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
ScanSoft® PaperPort® en TextBridge®
OCR gebruiken
ScanSoft® PaperPort® voor Brother is een toepassing voor het
beheren van documenten. PaperPort
®
wordt gebruikt voor het
weergeven van gescande documenten.
PaperPort
®
heeft een geraffineerd maar gebruikersvriendelijk
systeem voor het archiveren van grafisch werk en tekstdocumenten,
zodat u ze gemakkelijk kunt ordenen. U kunt documenten met
verschillende bestandsformaten combineren of “stapelen”, waarna u
ze kunt afdrukken of archiveren.
®
ScanSoft
programmagroep ScanSoft
Documentatie voor ScanSoft
Zie
PaperPort® kan worden geopend vanuit de
®
PaperPort®.
®
PaperPort® op de CD-ROM.
®
De complete gebruikershandleiding van ScanSoft
inclusief ScanSoft
®
TextBridge® OCR, staat in de documentatie op
PaperPort®,
de cd-rom.
Dit hoofdstuk laat u alleen kennismaken met de basisfuncties.
Wanneer u de MFL-Pro Suite installeert, worden automatisch ook
ScanSoft
®
PaperPort® voor Brother en ScanSoft® TextBridge® OCR
geïnstalleerd.
Als u Windows® XP, Windows NT® 4.0 of Windows® 2000
Professional gebruikt, raden wij u aan om u als beheerder aan
te melden.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 17
Items bekijken
In ScanSoft® PaperPort® kunt u items op diverse manieren bekijken:
Bureaubladweergave toont een miniatuurweergave van elk item op
een bureaublad of in een map.
Items in de geselecteerde map worden op het bureaublad van
PaperPort
weergegeven, maar ook andere items die niet in PaperPort
gemaakt (bestanden die in andere toepassingen zijn gemaakt).
Bij items die niet in PaperPort
aangeeft in welke toepassing het item was gemaakt. Een item dat niet in
PaperPort
miniatuurweergave, het eigenlijke beeld wordt niet getoond.
®
weergegeven. Er worden PaperPort®-items (MAX-bestanden)
®
zijn gemaakt, staat een pictogram dat
®
is gemaakt, wordt weergegeven als een kleine rechthoekige
De bureaubladweergave toont items
als miniaturen
®
zijn
Paginaweergave toont een close-up van een enkele pagina en u
kunt een PaperPort
U kunt ook dubbelklikken op items die niet in PaperPort
®
-item openen door erop te dubbelklikken.
®
zijn
gemaakt; deze worden dan geopend mits op uw computer een
toepassing is geïnstalleerd die het item kan weergeven.
De paginaweergave toont elk item als een
3 - 18 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
volledige pagina
®
Uw items in mappen rangschikken
PaperPort® heeft een gebruikersvriendelijk systeem voor het
archiveren en ordenen van uw items. Het archiveringssysteem
bestaat uit mappen en items die u kunt selecteren en in
bureaubladweergave kunt bekijken. Een item kan in PaperPort
gemaakt, of in een andere toepassing (niet in PaperPort
■
Mappen worden in de mapweergave gerangschikt in een
hiërarchische structuur.
U gebruikt dit venster om mappen te selecteren en om items in
de bureaubladweergave te bekijken.
■
U sleept een item gewoon naar een map en zet het daar neer.
Zodra de map is gemarkeerd, laat u de muisknop los. Het item
wordt dan in deze map opgeslagen.
■
Mappen kunnen worden “genest”—met andere woorden binnen
mappen kunnen andere mappen worden opgeslagen.
■
Als u op een map dubbelklikt, worden de items in die map (zowel
MAX-bestanden van PaperPort
PaperPort
Voor het beheren van de mappen en items die in
■
®
zijn gemaakt) op het bureaublad weergegeven.
®
als andere bestanden die niet in
bureaubladweergave worden weergeven, kunt u ook
®
Windows
Verkenner gebruiken.
®
):
®
zijn
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 19
Koppelingen naar andere toepassingen
ScanSoft® PaperPort® zal de meeste andere toepassingen op uw
computer automatisch herkennen en daar een koppeling voor
maken.
Op de balk Verzenden naar onder aan de bureaubladweergave
staan pictogrammen van de toepassingen waarnaar een koppeling
is gemaakt.
Als u een koppeling wilt gebruiken, sleept u een item naar de
koppeling in kwestie. De desbetreffende toepassing wordt dan
opgestart. Deze balk kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een item
te selecteren en dit vervolgens te faxen.
Het volgende voorbeeld van een ‘Verzenden naar’ balk toont diverse
toepassingen met koppelingen naar PaperPort
®
Als PaperPort
een van de toepassingen op uw computer niet
automatisch herkent, dient u handmatig een koppeling te maken met
behulp van de opdracht Aan Verzenden naar balk toevoegen...
(Raadpleeg de documentatie van PaperPort
meer informatie over het maken van nieuwe koppelingen.)
®
.
®
op de cd-rom voor
3 - 20 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
ScanSoft® TextBridge® OCR gebruiken om tekst
in een beeld om te zetten in tekst die u kunt
bewerken
Software van:
Wanneer u de MFL-Pro Suite installeert, worden automatisch ook
ScanSoft
®
TextBridge® OCR en PaperPort® op uw computer
geïnstalleerd.
ScanSoft
PaperPort
®
PaperPort® kan de tekst op een ScanSoft®
®
-item (dit is in feite gewoon een plaatje van de tekst) snel
omzetten in tekst die u in een tekstverwerker kunt bewerken.
PaperPort
®
gebruikt hiervoor ScanSoft® TextBridge®, een
programma voor optische tekenherkenning dat samen met
PaperPort
—OF—
®
wordt geleverd.
PaperPort® kan echter ook een reeds op uw computer geïnstalleerd
OCR-programma gebruiken. U kunt het hele item converteren, maar
met gebruikmaking van de opdracht Tekst kopiëren kunt u ook
slechts een deel van de tekst selecteren en alleen dit stuk tekst
converteren.
Door een item naar het pictogram van een tekstverwerkerkoppeling
te slepen en het op dit pictogram neer te zetten, wordt de
ingebouwde OCR-toepassing van PaperPort
®
opgestart. U kunt
desgewenst ook uw eigen OCR-toepassing gebruiken.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 21
Items uit andere toepassingen importeren
U kunt items scannen, maar u kunt items ook op andere manieren
naar PaperPort
(MAX-bestanden) omzetten:
■
Vanuit een andere toepassing, zoals Microsoft® Excel, afdrukken
naar de bureaubladweergave.
■
Bestanden importeren die in andere formaten zijn opgeslagen,
zoals Windows
®
overbrengen en in PaperPort®-bestanden
®
Bitmap (BMP) of Tag Image File Format (TIFF).
Items in andere bestandsformaten exporteren
U kunt PaperPort®-items in diverse populaire bestandsformaten
opslaan of exporteren, bijvoorbeeld BMP, JPEG, TIFF en zichzelf
uitpakkende bestanden.
U kunt bijvoorbeeld een bestand voor een website op internet maken
en dit als een JPEG-bestand exporteren. Websites gebruiken voor
het weergeven van beelden vaak JPEG-bestanden.
Een beeldbestand exporteren
1
Selecteer in het bestandsmenu van het venster PaperPort® de
opdracht waarmee u het bestand onder een andere naam kunt
opslaan. Het dialoogvenster ‘XXXXX’ Opslaan als wordt
geopend.
2
Selecteer het station en de directory waar u het bestand wilt
opslaan.
3
Geef een nieuwe bestandsnaam op en kies het bestandstype,
of selecteer een naam in het tekstvak voor de bestandsnaam.
(U kunt door de directory's en bestandsnamen bladeren om een
naam en locatie te kiezen.)
4
Klik op OK om het bestand op te slaan, of op Annuleren om
terug te keren naar PaperPort
slaan.
®
zonder het document op te
3 - 22 SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS
®
PaperPort® en ScanSoft® TextBridge® verwijderen
Voor Windows® 95/98/98SE, en Windows NT® Workstation 4.0 en
Windows
®
Me:
Selecteer Start, Instellingen, Configuratiescherm, Software en
het tabblad Installeren en verwijderen.
Selecteer Brother Extensions for Paperport en klik op de knop
Software.
®
Selecteer PaperPort
Voor Windows
®
2000 Professional:
8.0 SE in de lijst en klik op Software.
Selecteer Start, Instellingen, Configuratiescherm en Software.
Selecteer Brother Extensions for Paperport en klik op de knop
Wijzigen/Verwijderen.
XP:
®
8.0 SE in de lijst en klik op Wijzigen.
Selecteer PaperPort
Voor Windows
®
Selecteer Start, Configuratiescherm, Software en het pictogram
Programma’s wijzigen of verwijderen.
Selecteer PaperPort
®
8.0 SE in de lijst en klik op Wijzigen.
SCANNEN BIJ GEBRUIK VAN WINDOWS® 3 - 23
4
Het Control Center van
Brother gebruiken
(voor Windows® 95/98/98SE/Me/2000 Professional en
Windows NT
Als u Windows® 2000 Professional of Windows NT® 4.0
gebruikt, raden wij u aan om u als beheerder aan te melden.
®
WS 4.0)
Brother MFL-Pro Control Center
Het Brother Control Center is een programma dat op het
computerscherm wordt weergegeven wanneer u papier in de
automatische documentinvoer van de MFC plaatst. Deze software
geeft u met een paar muisklikken toegang tot de meest frequent
gebruikte scantoepassingen. Als u het Control Center gebruikt, hoeft
u bepaalde toepassingen niet handmatig te starten.
Het Brother Control Center heeft drie toepassingen (scannen,
kopiëren en PC-FAX):
■
Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail, tekstverwerker
of grafische toepassing van uw keuze
■
Kopiëren
■
Faxen via de pc, met gebruikmaking van de PC-FAX-software
van Brother
4 - 1 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
Brother Control Center automatisch laden
Het Control Center wordt automatisch geladen telkens wanneer
Windows
Wanneer het Control Center is geladen, wordt het pictogram Control
Center op de taakbalk weergegeven.
Als u niet wilt dat Control Center automatisch wordt geladen, kunt u
het automatisch laden uitschakelen.
®
wordt opgestart.
Als het pictogram Control Center niet op de taakbalk
wordt weergegeven, moet u deze software zelf starten.
Dubbelklik op het pictogram Control Center op het
bureaublad of kies het menu Start, selecteer Programma’s,
ScanSoft PaperPort 8.0, en klik op Brother SmartUI PopUp.
Het automatisch laden uitschakelen
1
Klik met de linkermuisknop op het pictogram van het Control
Center en klik op Tonen.
2
Als het venster van het Control Center wordt weergegeven, klikt
u op de knop Configuratie Control Center.
Er wordt een dialoogvenster geopend:
3
Deselecteer het aankruisvakje Popup automatisch laden.
HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN 4 - 2
Functies van het Brother Control Center
Automatisch configureren
Tijdens de installatie controleert het Control Center welke
e-mailtoepassingen en tekstverwerkers, en welke grafische
toepassingen voor het bekijken en bewerken van beelden op uw
systeem worden gebruikt.
Als u normaal gesproken bijvoorbeeld Outlook gebruikt voor uw
e-mail, zal het Control Center automatisch een koppeling en een
scanknop voor Outlook creëren.
U kunt een standaardtoepassing wijzigen. Klik met de
rechtermuisknop op de knop van het Control Center waarvan u de
configuratie wilt wijzigen. Klik op de
weergegeven. Selecteer een andere toepassing.
U kunt bijvoorbeeld een scanknop van MS Word Pad
vervangen door MS Word door de toepassing te
wijzigen die is aangegeven onder tekstverwerker.
configuratie
die wordt
4 - 3 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
Functies van de scantoets
Naar bestand scannen—Hiermee kunt u rechtstreeks naar een
bestand op uw computer scannen. U kunt het bestandstype en de
directory voor het document dat u scant desgewenst wijzigen.
Naar e-mail scannen—Hiermee kunt u een plaatje of tekst
rechtstreeks als een normale bijlage naar uw e-mailtoepassing
scannen. U kunt het bestandstype en de resolutie voor de bijlage
selecteren.
Scannen/OCR (tekstverwerker)
tekstdocument scannen, ScanSoft
—Hiermee kunt u een
®
TextBridge® OCR uitvoeren en
de tekst (geen grafische afbeeldingen) in een tekstverwerkerbestand
invoegen. U kunt zelf selecteren welke tekstverwerker wordt
gebruikt, bijvoorbeeld Word Pad, MS Word, enzovoort.
Een beeld scannen—Hiermee kunt u een beeld rechtstreeks
scannen naar de grafische toepassing die u gebruikt voor het
bekijken en bewerken van afbeeldingen. U kunt zelf selecteren
welke toepassing wordt gebruikt, bijvoorbeeld Microsoft Paint.
Kopieerfuncties
Kopiëren—Hiermee kunt u de pc en een Windows
®
printerdriver
gebruiken voor geavanceerde kopieerbewerkingen.
U kunt de pagina inscannen op de Brother MFC en de kopieën
afdrukken met alle functies van de Brother MFC printerdriver.
—OF—
U kunt de kopie naar ieder standaard Windows
®
-printerdriver sturen
die op uw pc geïnstalleerd is.
Faxen via de pc
Fax verzenden
tekstdocument te scannen en vanaf de pc als fax te verzenden met
behulp van de Brother PC-FAX-software.
—Maakt het mogelijk een afbeelding of
HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN 4 - 4
Scannerinstellingen voor de scan-, kopieer- en
PC-FAX-knoppen
Als het venster Pop-Up wordt weergegeven, kunt u het venster met
de scannerinstellingen openen.
Klik op het pictogram Configuratie Control Center
rechtsboven in het venster Brother Control Center.
—OF—
Klik op de knop Instellingen aanpassen in een willekeurig
configuratiescherm.
Algemene instellingen
Popup automatisch laden
Brother MFL Control Center automatisch bij het starten van de
computer wordt geladen.
4 - 5 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
—Selecteer dit vakje indien u wilt dat het
De scanner configureren
In de toepassing Pop-Up zijn acht verschillende scanmodi
opgeslagen. Telkens wanneer u een document scant, moet u de
beste scanmodus selecteren. U kunt kiezen uit:
Faxen, archiveren en kopiëren
Tekst voor OCR
Foto’s
Foto’s (hoge kwaliteit)
Foto’s (snel scannen)
Aangepast
Kladexemplaar
Kwaliteitsexemplaar
Elke modus heeft een eigen set opgeslagen instellingen. U kunt
deze standaardinstellingen gebruiken, of uw eigen instellingen
maken:
Resolutie
vaakst gebruikt.
Kleurmodus—Selecteer in de keuzelijst de kleurinstellingen die
u het vaakst gebruikt.
Scangrootte—Selecteer in de keuzelijst de scangrootte die u
het vaakst gebruikt.
Helderheid—U kunt een waarde instellen van 0% tot 100%
Contrast
Klik op OK om de instellingen op te slaan. Wanneer u een fout maakt
of de originele instellingen opnieuw wilt laden, klikt u op Standaard instellingen herstellen wanneer de scanmodus wordt
weergegeven.
—Selecteer in de keuzelijst de resolutie die u het
—U kunt een waarde instellen van 0% tot 100%
HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN 4 - 6
In het scherm Brother Control Center een
bewerking uitvoeren
Als dit scherm wordt geopend, hebt u met de linkermuisknop op een
knop in het scherm van het Control Center geklikt zonder dat u een
document in de automatische documentinvoer had geplaatst.
Plaats het document in de automatische documentinvoer van de
MFC en klik op OK om naar het Control Center scherm te gaan.
4 - 7 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
Naar een bestand scannen
Het configuratiescherm voor het scannen naar
bestand
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op Naar bestand scannen en klik
op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het
configuratiescherm van het Control Center weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
—OF—
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaard instellingen herstellen.
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren;
Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel
scannen); Aangepast; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor de
betreffende stand te wijzigen.
HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN 4 - 8
Map van bestemming
PaperPort-map—Selecteer dit vakje als u het document in de map
PaperPort wilt scannen.
Andere map
bestandstype wilt scannen, of het in een andere directory/map wilt
opslaan.
Bestand—Als u hebt geselecteerd dat u het document in een andere
map wilt scannen, dient u het bestandstype te selecteren:
PaperPort-beelditem (*.max)
PaperPort Self Viewing (*.exe)
Bekijkbaar in PaperPort-browser (*.htm)
PaperPort 5.0-beelditem (*.max)
PaperPort 4.0-beelditem (*.max)
PaperPort 3.0-beelditem (*.max)
Windows Bitmap (*.bmp)
PC Paintbrush (*.pcx)
PCX Multi-page (*.dcx)
JPEG (*.jpg)
TIFF - Niet-gecomprimeerd (*.tif)
TIFF - Groep 4 (*.tif)
TIFF - Klasse F (*.tif)
TIFF Multi-page - Niet-gecomprimeerd (*.tif)
TIFF Multi-page - Groep 4 (*.tif)
TIFF Multi-page - Klasse F (*.tif)
Portable Network Graphics (*.png)
FlashPix (*.fpx)
Klik op Bladeren als u op uw systeem wilt zoeken naar een directory
of map. Klik op OK om de instellingen op te slaan.
—Selecteer dit vakje als u het document als een ander
4 - 9 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
Naar e-mail scannen
Het configuratiescherm voor het scannen naar
e-mail
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op de knop van de
e-mailtoepassing en klik op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het configuratiescherm van het Control Center
weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
—OF—
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaardinstellingen herstellen.
HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN 4 - 10
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren;
Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel
scannen); Aangepast; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor
deze stand te wijzigen.
E-mailapplicatie
E-mailapplicatie—Selecteer uw e-mailtoepassing in de lijst.
E-mailinstellingen—Klik op de knop E-mailinstellingen om de
koppelingen in te stellen.
Het venster Verzenden naar-opties wordt weergegeven:
4 - 11 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
Verzenden naar-opties
Bijlagen converteren naar opgegeven bestandstype—
Converteert items naar het bestandstype dat in het vak
Bestandstype is geselecteerd. Deselecteer dit vakje als u de
bestanden in de oorspronkelijke bestandsindeling wilt houden,
bijvoorbeeld als Word-documenten de bestandsindeling .doc
moeten behouden en JPEG-beelden de bestandsindeling .jpg.
Alle documenten en beelditems—Converteert alle items ongeacht
het programma waarin deze waren gemaakt; converteert
bijvoorbeeld alle Word-bestanden (.doc) en JPEG-bestanden (.jpg)
naar dit bestandstype.
Alleen PaperPort-beelditems (max)—Converteert alleen
PaperPort-beeldbestanden (.max). PaperPort converteert geen
andere bestandstypen, zoals JPEG-beelden en Word-documenten.
Bestandstype—Identificeert naar welke bestandsindeling de items
moeten worden geconverteerd; bijvoorbeeld JPEG of TIFF.
Items, indien mogelijk, in een enkel bestand combineren—
Combineert alle geselecteerde items in een enkel bestand dat uit
meerdere pagina's bestaat. Deze optie is alleen beschikbaar als het
bestandstype meerdere pagina’s ondersteunt, zoals multi-page TIFF.
HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN 4 - 12
Naar OCR scannen (tekstverwerker)
Het configuratiescherm voor het scannen naar OCR
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op de knop van de tekstverwerker
en klik op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het
configuratiescherm van het Control Center weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
—OF—
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaard instellingen herstellen.
4 - 13 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren;
Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel
scannen); Aangepast; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor
deze stand te wijzigen.
Tekstverwerker
Tekstverwerker—Selecteer in de lijst de tekstverwerker die u wilt
gebruiken.
Klik op de knop Koppelinginstellingen om een scherm te openen
waar u het gewenste documentformaat kunt instellen en het
OCR-programma kunt identificeren:
Bestandstype—Selecteer in de keuzelijst de bestandsindeling die u
voor uw documenten wilt gebruiken.
OCR—Geef aan welk OCR-programma u wilt gebruiken om de
gescande documentbeelden om te zetten in bewerkbare
documenten. Deze optie is alleen beschikbaar als u een ander
OCR-programma hebt dan het programma dat met PaperPort werd
geleverd. (PaperPort 8.0 gebruikt dezelfde OCR engine als die van
ScanSoft
®
's TextBridge® Pro Millennium.)
HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN 4 - 14
Klik op de knop Instellingen om te kiezen op welke wijze de
OCR-toepassing de pagina's leest die u in uw tekstverwerker scant.
Het venster OCR-instellingen wordt weergegeven:
Selecteer de gewenste instelling en klik op OK.
Pagina automatisch oriënteren—Klik op dit selectievakje als u
■
de pagina's automatisch wilt omdraaien, zodat de tekst rechtop
komt te staan.
Uitvoer in enkele kolom—Klik op dit selectievakje als u
■
kolommen wilt verwijderen uit documenten met meerdere
kolommen, zodat de geconverteerde tekst in één kolom wordt
weergegeven.
4 - 15 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
Naar beeld scannen
Het configuratiescherm voor het scannen naar
beeld
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op de knop van de grafische
toepassing en klik op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het configuratiescherm van het Control Center
weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
—OF—
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaard instellingen herstellen.
HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN 4 - 16
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren;
Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel
scannen); Aangepast; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor
deze stand te wijzigen.
Toepassing van bestemming
Applicatie—Selecteer in de lijst de toepassing die u aan dit Pop-up
venster wilt toevoegen.
Klik op de knop Aangepaste koppelinginstellingen om
koppelingen naar de door u gespecificeerde toepassing te maken.
4 - 17 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
Kopiëren
Het configuratiescherm voor het kopiëren
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op Kopiëren en klik op
Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het
configuratiescherm van het Control Center weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
—OF—
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaard instellingen herstellen.
HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN 4 - 18
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor
deze stand te wijzigen.
Aantal kopieën
Aantal—Toets het aantal gewenste exemplaren in.
Klik op de knop Kopieeropties indien u de kopieeropties wilt
aanpassen.
Klik op OK om de kopieerinstellingen op te slaan.
4 - 19 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
Een fax verzenden
Het configuratiescherm Fax verzenden
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer. Het Brother Control Center
wordt weergegeven.
2
Klik met de rechtermuisknop op Fax verzenden en klik op
Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het
configuratiescherm van het Control Center weer te geven.
3
Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
—OF—
Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u
op de knop Standaard instellingen herstellen.
Scannerinstelling
Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het
bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren;
Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel
scannen); Aangepast; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar.
Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor
deze stand te wijzigen.
HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN 4 - 20
Instellingen voor PC-FAX
Brother PC-FAX
Faxresolutie
1
Klik op de knop Faxopties indien u de faxopties wilt aanpassen.
Het scherm met de eigenschappen van Brother PC-FAX wordt
geopend.
Voor Windows
—Fijn (200
×
200)
®
95/98/98SE/Me
Voor Windows
2
Selecteer Papierformaat en Afdrukstand (Staand of Liggend) en
klik op OK.
Als u weer terug wilt keren naar de Standaardinstellingen, klikt
u op de knop Standaard.
4 - 21 HET CONTROL CENTER VAN BROTHER GEBRUIKEN
®
2000 Professional en Windows NT® WS 4.0
5
Het Brother SmartUI Control
Center voor Windows
(voor Windows® XP)
Brother SmartUI Control Center
Het Control Center van Brother is een hulpprogramma waarmee u
gemakkelijk en met slechts een paar muisklikken toegang krijgt tot
de meest gebruikte scantoepassingen. Als u het Control Center
gebruikt, hoeft u bepaalde toepassingen niet handmatig te starten en
kunt u een document rechtstreeks naar een map op uw computer
sturen. Het Control Center van Brother geeft u de beschikking over
vier verschillende functies:
1
Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail,
tekstverwerker of grafische toepassing van uw keuze.
2
Geavanceerde kopieerfuncties, zoals vier of twee op één, of
een-op-een kopiëren.
3
Faxen via de pc, met gebruikmaking van de Brother
PC-FAX-software.
4
Programmeerbare knoppen die u kunt configureren om aan de
vereisten van uw eigen toepassing te voldoen.
®
gebruiken
Klik in de taakbalk met de rechtermuisknop op het pictogram
SmartUI en selecteer Weergeven om het venster van het
Brother SmartUI Control Center te openen.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
5 - 1
Brother Control Center automatisch laden
Het Control Center is in eerste instantie zodanig geconfigureerd, dat
het automatisch wordt geladen wanneer Windows
Wanneer het Control Center is geladen, wordt het pictogram van het
SmartUI op de taakbalk weergegeven. Als u niet wilt dat Control
Center automatisch wordt geladen, kunt u het automatisch laden
uitschakelen.
®
wordt gestart.
Het automatisch laden uitschakelen
1
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het SmartUI
op de taakbalk en selecteer Weergeven.
2
Het hoofdvenster van het SmartUI Control Center wordt
geopend. Onder in het venster staat een selectievakje met de
naam “Pop-up Auto-laden”.
3
Deselecteer de optie Pop-Up Auto-laden om te voorkomen dat
SmartUI automatisch wordt geladen wanneer Windows wordt
gestart.
5 - 2
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
Functies van het Brother Control
Center
Het SmartUI Control Center biedt u de mogelijkheid om de toets
Scan
op uw MFC te configureren en om de ingebouwde
softwarefuncties zoals “Scannen naar bestand” te gebruiken. Met de
functie “Scannen naar bestand” kunt u een document rechtstreeks
naar de harde schijf scannen, naar de directory en in de
bestandsindeling van uw keuze, zonder dat u een andere applicatie
hoeft te gebruiken. Selecteer de gewenste sectie door op het
betreffende tabblad te klikken.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
5 - 3
Automatisch configureren
Tijdens de installatie controleert het Control Center welke
e-mailtoepassingen en tekstverwerkers, en welke grafische
toepassingen voor het bekijken en bewerken van beelden op uw
systeem worden gebruikt.
Bijvoorbeeld: als u normaal gesproken Outlook gebruikt voor uw
e-mail, zal het Control Center automatisch een koppeling en een
scanknop voor Outlook creëren.
Als u een andere e-mailtoepassing wilt gebruiken, klikt u met de
rechtermuisknop op een van de scanknoppen in het Control Center,
waarna u op Configuratie klikt. Selecteer het tabblad Configuratie en
selecteer in het keuzemenu Applicatie een andere toepassing. U kunt
de E-mail scanknop van Outlook Express bijvoorbeeld in Outlook
veranderen door in de lijst de betreffende toepassing te selecteren.
5 - 4
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
Apparatuursectie: de configuratie van
de toets Scan to wijzigen
Wanneer het Brother SmartUI Control Center wordt weergegeven,
kunt u het venster Apparatuursectie openen om de toets
Scan
(
Apparatuursectie linksboven in het venster Brother SmartUI Control
Center. (Raadpleeg ScanSoft
gebruiken
) op de MFC te configureren. Klik op het tabblad
®
PaperPort® en TextBridge® OCR
op pagina 3-17.)
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
5 - 5
Naar e-mail scannen
Als u de functie voor het naar e-mail scannen wilt configureren, klikt
u met de linkermuisknop op de knop Scan To E-mail. Het
onderstaande scherm wordt dan geopend. U kunt de configuratie
wijzigen, bijvoorbeeld de e-mailtoepassing waarnaar gescand wordt,
de bestandsindeling van het bestand dat als bijlage wordt verzonden
en de scaninstellingen.
Als u de e-mailtoepassing waarnaar gescand wordt wilt wijzigen,
selecteert u in de keuzelijst Applicatie een andere compatibele
e-mailtoepassing die op uw systeem is geïnstalleerd.
Als u het bestand dat als bijlage wordt verzonden wilt wijzigen, klikt
u op de knop Koppelingsvoorkeuren om een lijst van
bestandstypen weer te geven.
5 - 6
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
Scannen naar bestand
Als u de functie voor het naar bestand scannen wilt configureren,
klikt u met de linkermuisknop op de knop Scan to File. Het
onderstaande scherm wordt dan geopend.
Selecteer het bestandstype voor het opgeslagen beeld in de
keuzelijst Indeling. U kunt het bestand opslaan in de standaardmap
PaperPort, zodat het bestand in PaperPort wordt weergegeven, of u
kunt een andere map/directory selecteren door op de knop Bladeren
te klikken.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
5 - 7
Naar beeld scannen
Als u de functie voor het naar beeld scannen wilt configureren, klikt
u met de linkermuisknop op de knop Scan to Image. Het
onderstaande scherm wordt dan geopend. U kunt de configuratie
wijzigen, bijvoorbeeld de beeldbestandsindeling of de toepassing
waarnaar gescand wordt.
5 - 8
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
Als u de standaardinstelling van de scan wilt wijzigen, klikt u op het
tabblad Scaninstellingen.
U kunt de kleurenmodus instellen op zwart-wit of 8-bits grijs.
De resolutie kan worden gewijzigd van 100 tot 1200 dpi. U kunt het
door u gebruikte papierformaat definiëren en de helderheid en het
contrast van het beeld instellen voordat u gaat scannen.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
5 - 9
Naar OCR scannen
Als u de functie voor het naar OCR scannen wilt configureren, klikt u
met de linkermuisknop op de knop Scan to OCR. Het onderstaande
scherm wordt dan geopend. U kunt de configuratie wijzigen,
bijvoorbeeld de toepassing waarnaar gescand wordt.
5 - 10
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
U kunt uw scan als een ander bestandstype verzenden. Selecteer de
toepassing in het venster Bestandstype.
Selecteer voor uw OCR-instelling Uitvoer in enkele kolom of Pagina automatisch oriënteren.
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
5 - 11
Softwaresectie
De Softwaresectie bevat vier groepen met knoppen voor Scannen
naar. Elke groep heeft een aantal verschillende knoppen, die zijn
voorgeprogrammeerd voor de meest gebruikte toepassingen. De
groep Scannen bevat vier knoppen: een voor het scannen naar
bestand, een voor het scannen naar e-mail, een voor het scannen
naar een tekstverwerker en een voor het scannen naar een grafische
toepassing. De groep Kopiëren bevat drie knoppen voor het
kopiëren van N op 1. De groep Faxen is bedoeld voor het verzenden
van faxen met behulp van de toepassing Brother PC-FAX, en de
groep Aangepast bevat drie knoppen waaraan u uw eigen functies
kunt toewijzen.
*1
*2
*3
*4
5 - 12
HET BROTHER SMARTUI CONTROL CENTER VOOR WINDOWS® GEBRUIKEN
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.