Brother MFC-8220 User Manual [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-8220
Versie C
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
i
ii

EG Conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE

Producent Brother Industries Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek Brother Corporation (Asia) Ltd., Brother Buji Nan Ling Factory, Gold Garden Ind., Nan Ling Village, Buji, Rong Gang, Shenzhen, China
Brother Industries U.K. Ltd., Vauxhall Industrial Estate, Ruabon, Wrexham LL14 6HA, Verenigd Koninkrijk
Verklaren hierbij dat:
Omschrijving van het product : Faxmachine
Type : Groep 3
Modelnaam : MFC-8220
voldoet aan de bepalingen van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG) en wij verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normen:
Veiligheid : EN60950:2000
EMC : EN55022:1998 klasse B
EN55024:1998 EN61000-3-2:1995 + A14:2000 EN61000-3-3:1995
Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2004
Uitgegeven door : Brother Industries Ltd.
Datum : 22 oktober 2003
Plaats : Nagoya, Japan
iii

Veiligheidsmaatregelen

Veilig gebruik van de MFC

Bewaar deze instructies zodat u ze later nog kunt naslaan.
WAARSCHUWING
Binnen in de MFC bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Zorg dat u de MFC hebt uitgezet en de stekker uit het stopcontact hebt gehaald alvorens de machine te reinigen of vastgelopen papier te verwijderen.
Na gebruik kunnen sommige onderdelen in de MFC erg HEET zijn! Plaats uw vingers niet in het in de afbeelding aangegeven gedeelte,
teneinde letsel te voorkomen.
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te
Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Telefoonbedrading nooit tijdens onweer installeren. Een telefooncontact nooit op een natte plaats installeren.
Dit product moet worden geïnstalleerd in de nabijheid van een goed bereikbare wandcontactdoos. In geval van nood moet u het netsnoer uit de wandcontactdoos trekken om het apparaat volledig uit te schakelen.
iv
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Bij het gebruik van telefoonapparatuur dienen altijd algemene voorzorgsmaatregelen te worden getroffen; dit om het risico van brand, elektrische schok of lichamelijk letsel te reduceren. Let op het volgende:
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water (bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of wastobbe), in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
2. Vermijd het gebruik van dit product (met uitzondering van draadloze telefoons) tijdens onweer. Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
3. Als u een gaslek wilt rapporteren, gebruik dan nooit dit product in de buurt van dat gaslek.
4. Gebruik alleen netsnoer en batterijen die zijn aangegeven in deze handleiding. Gooi batterijen niet in het vuur. Ze kunnen exploderen. Controleer de plaatselijk wetgeving op eventuele speciale verwijderingvoorschriften.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
v

Een geschikte plaats kiezen

Zet de MFC op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats de MFC in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10°C en 32,5°C blijft.
Let op
Zet de MFC niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Zorg dat de MFC niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de MFC niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische tijdschakeling.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de MFC verloren gaan.
Sluit de MFC niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
vi

Beknopt overzicht

Faxen verzenden

Automatisch verzenden
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op
Fax
).
(
2
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer.
3
Toets het faxnummer in. U kunt hiervoor de kiestoetsen, directkiestoetsen of snelkiestoetsen gebruiken, of u kunt het nummer zoeken.
4
Druk op
Direct verzenden
U kunt faxen direct verzenden.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op
2
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer.
3
Druk op
4
Druk op of om
Aan
op —OF
Als de instelling alleen geldt voor de volgende fax, drukt u op of om
Alleen deze fax
selecteren en vervolgens op
Set
Start
.
Fax
).
(
Menu, 2, 2, 5
te selecteren en druk
Set
.
.
.
te
5
Druk voor alleen deze fax op
of om
Fax:Aan
druk op
6
Druk op 1 als u nog andere instellingen wilt maken. Op het LCD-scherm wordt opnieuw het weergegeven. —OF
Druk op
7
Toets het faxnummer in.
8
Druk op
te selecteren en
Set
2
om te faxen.
Start
Volgende
.
Verzendmenu
.

Faxen ontvangen

Ontvangststand selecteren
1
Druk op
2
Druk op of om
Alleen Fax, Handmatig Fax/Telefoon Telefoon/Beantw.
selecteren, en druk vervolgens op
Menu, 0, 1
of
Set
.
.
te

Nummers opslaan

Directkiesnummers opslaan
1
Druk op
2
Druk op de toets waar u een nummer wilt opslaan.
3
Toets een nummer in (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op
4
Toets een naam in (of laat deze ingang leeg) en druk op
5
Druk op
Menu, 2, 3, 1
Set
.
Stop/Exit
Set
.
.
.
,
vii
Snelkiesnummers opslaan
1
Druk op
2
Toets een driecijferig snelkiesnummer in en druk op
3
Toets een nummer in (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op
4
Toets een naam in (of laat deze ingang leeg) en druk op
5
Druk op
Menu, 2, 3, 2
Set
.
Set
.
Stop/Exit
Set
.
.
.

Nummers kiezen

Directkiesnummers/Snelkies­nummers
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op
Fax
(
).
2
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer.
3
Druk op het directkiesnummer dat u wilt bellen. —OF
Druk op
Dial
vervolgens het driecijferige snelkiesnummer in.
4
Druk op
Zoeken
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op
Search/Speed
en op # en toets
Start
.
Fax
).
(
2
Druk op
Dial
letter in van de naam die u zoekt.
3
Druk op of om in het geheugen te zoeken.
4
Druk op
Search/Speed
en toets de eerste
Start
.

Kopiëren

Enkele kopie
1
Druk op ( zodat deze toets groen oplicht.
2
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer.
3
Druk op
Meerdere kopieën sorteren
1
Druk op ( zodat deze toets groen
oplicht.
2
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op
te selecteren en druk vervolgens op
5
Druk op of om
Sorteren
te selecteren en druk vervolgens op
6
Druk op
Start
Options
Stapel/Sorteer
om
Start
.
Set
Stapelen
(of
Set
.
Copy
Copy
en of
.
.
)
)
)
viii

Inhoudsopgave

1
2
Inleiding ................................................................................1-1
Gebruik van deze handleiding.......................................... 1-1
Informatie opzoeken...............................................1-1
In deze handleiding gebruikte symbolen ................ 1-1
Naam en functie van de onderdelen van de MFC...... 1-2
Overzicht van het bedieningspaneel ................................ 1-4
De kleur van de verlichting geeft de status van
de MFC aan............................................................1-6
Omtrent faxmachines .......................................................1-8
Faxtonen en aansluitbevestiging................................ 1-8
ECM-modus (foutencorrectie) ................................... 1-9
De MFC aansluiten.........................................................1-10
Een extern toestel aansluiten ................................... 1-10
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.)
aansluiten ............................................................. 1-11
Volgorde van aansluiting ...................................... 1-11
Aansluitingen........................................................1-13
Een uitgaand bericht op een antwoordapparaat
opnemen ..........................................................1-13
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)....................... 1-14
Als u de MFC installeert om met een PBX te
laten werken.....................................................1-14
Speciale functies op uw telefoonlijn..........................1-14
Documenten en papier plaatsen ........................................2-1
Omtrent papier.................................................................. 2-1
Papierspecificaties voor iedere papierlade................. 2-1
Aanbevolen papiersoorten.......................................... 2-2
Geschikt papier kiezen...............................................2-3
Papier plaatsen...........................................................2-3
Papier of andere media in de papierlade plaatsen ... 2-3 Papier of andere media in de handinvoerlade
plaatsen..............................................................2-6
De automatische documentinvoer gebruiken ............. 2-8
3
Programmeren op het scherm ............................................3-1
Gebruikersvriendelijk programmeren ............................... 3-1
Tabel met overzicht van functies................................3-1
Opslag in geheugen ................................................... 3-1
Navigatietoetsen...............................................................3-2
ix
4
Aan de slag ...........................................................................4-1
Voorbereidende installatie ................................................ 4-1
De taal voor de meldingen op het LCD-scherm
instellen (uitsluitend voor België)............................ 4-1
De datum en tijd instellen ...........................................4-1
De stations-ID instellen...............................................4-2
Tekst invoeren........................................................4-3
Spaties invoeren.....................................................4-3
Corrigeren...............................................................4-4
Letters herhalen......................................................4-4
Speciale tekens en symbolen.................................4-4
Het type telefoonlijn instellen...................................... 4-5
PBX en DOORVERBINDEN...................................4-5
Algemene instellingen.......................................................4-6
De Mode Timer instellen.............................................4-6
De papiersoort instellen ..............................................4-6
Het papierformaat instellen.........................................4-7
Het volume van de bel instellen..................................4-8
Het volume van de waarschuwingstoon instellen.......4-8
Het volume van de luidspreker instellen.....................4-9
Automatische overschakeling naar zomer-/wintertijd
activeren.................................................................4-9
Tonerbespaarstand.....................................................4-9
Slaaptijd....................................................................4-10
Stroombespaarstand ................................................4-11
Het contrast van het LCD-scherm instellen ..............4-11
De lade voor kopieermodus instellen........................4-12
De lade voor faxmodus instellen...............................4-13
Toon of Puls kiesmodus instellen
(alleen voor Nederland)........................................ 4-13
5
x
De ontvangststand instellen ...............................................5-1
Basishandelingen bij het ontvangen ................................. 5-1
De ontvangststand kiezen .......................................... 5-1
De ontvangststand kiezen en wijzigen ................... 5-2
De belvertraging instellen ..........................................5-3
De F/T-beltijd instellen (alleen in de stand Fax/Tel) ... 5-4
Fax Waarnemen.........................................................5-5
Een verkleinde afdruk van een inkomend document
maken (automatische verkleining)..........................5-6
Ontvangst in het geheugen ........................................ 5-7
Een fax uit het geheugen afdrukken...........................5-8
De printdichtheid instellen...........................................5-8
Geavanceerde ontvangstopties ........................................ 5-9
Werken met een tweede toestel ................................. 5-9
Uitsluitend voor de stand Fax/Tel ............................... 5-9
Een draadloze externe telefoon gebruiken............... 5-10
De codes voor afstandsbediening wijzigen ..............5-10
Pollen........................................................................5-11
Beveiligd Pollen....................................................5-11
Ontvang Pollen instellen (standaard) ................... 5-11
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen .... 5-12
Uitgesteld Ontvang Pollen instellen...................... 5-12
Opeenvolgend Pollen ............................................... 5-13
6
Het verzenden instellen ....................................................... 6-1
Faxmodus instellen........................................................... 6-1
Nummers kiezen...............................................................6-1
Handmatig kiezen....................................................... 6-1
Directkiestoetsen gebruiken ....................................... 6-2
Snelkiezen..................................................................6-2
Zoeken........................................................................6-3
Faxen................................................................................6-3
Handmatig verzenden ................................................ 6-3
Automatisch verzenden..............................................6-4
De melding Geheugen vol .......................................... 6-4
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek ...6-4
Basishandelingen bij het verzenden................................. 6-5
Faxen met meerdere instellingen verzenden ............. 6-5
Contrast......................................................................6-5
Faxresolutie................................................................6-6
Faxnummers automatisch of met de hand opnieuw
kiezen.....................................................................6-7
Tweevoudige werking ................................................6-7
Direct verzenden ........................................................ 6-8
De status van taken controleren.................................6-9
Een fax tijdens de transmissie annuleren ................... 6-9
Een taak in de wachtrij annuleren ..............................6-9
Geavanceerde verzendopties......................................... 6-10
Het elektronische voorblad samenstellen.................6-10
Uw eigen opmerking opstellen .............................6-11
Voorblad voor alleen de volgende fax .................. 6-12
Met elke fax een voorblad verzenden .................. 6-13
Een afgedrukt voorblad gebruiken............................ 6-13
Groepsverzenden ..................................................... 6-14
Internationale modus................................................6-16
Uitgestelde fax..........................................................6-17
Verzamelen (van uitgestelde batch-transmissies).... 6-18
xi
Verzend Pollen instellen ........................................... 6-18
Beveiligd geheugen ..................................................6-20
Wachtwoord instellen ...........................................6-20
Geheugenbeveiliging activeren ............................6-21
Geheugenbeveiliging uitschakelen.......................6-21
7
8
Nummers die automatisch worden gekozen en
kiesopties .............................................................................7-1
Nummers opslaan om snel te kiezen................................7-1
Directkiesnummers opslaan .......................................7-1
Snelkiesnummers opslaan..........................................7-3
Directkiesnummers en snelkiesnummers wijzigen .....7-4
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen ... 7-5
Nummers kiezen...............................................................7-7
Toegangscodes en creditcardnummers ..................... 7-7
Pauze .........................................................................7-8
Toon of Puls (alleen voor Nederland)......................... 7-8
Werking als telefoon (gesprekken) ...................................7-9
Een telefoongesprek voeren.......................................7-9
Een extern toestel gebruiken......................................7-9
Opties voor afstandsbediening ..........................................8-1
Een nummer programmeren waarnaar faxberichten
worden doorgestuurd..............................................8-1
Fax Opslaan instellen .................................................8-2
De toegangscode instellen ...............................................8-3
Opvragen vanaf een ander toestel ................................... 8-4
De toegangscode gebruiken.......................................8-4
Opdrachten voor afstandsbediening...........................8-5
Faxberichten opvragen...............................................8-6
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden
doorgestuurd ..........................................................8-6
xii
9
10
Rapporten afdrukken ...........................................................9-1
Instellingen en activiteiten................................................. 9-1
Het verzendrapport aanpassen ..................................9-1
De journaalperiode instellen .......................................9-2
Rapporten afdrukken..................................................9-3
Een rapport afdrukken ............................................ 9-3
Kopiëren .............................................................................10-1
De MFC als een copier gebruiken ..................................10-1
Kopieermodus instellen ............................................10-1
Eén kopie maken......................................................10-2
Verscheidene kopieën sorteren................................ 10-2
De melding Geheugen vol ........................................ 10-3
De Kopieertoetsen gebruiken (tijdelijke instellingen)...... 10-4
Enlarge/Reduce........................................................ 10-5
Quality (type document) ...........................................10-7
Contrast.................................................................... 10-8
Options .....................................................................10-9
N op 1 kopie (pagina-indeling) ...........................10-10
Kopieën sorteren .................................................... 10-11
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen ... 10-12
Kwaliteit.................................................................. 10-12
Contrast..................................................................10-12
11
12
Belangrijke informatie .......................................................11-1
IEC 60825-specificatie.............................................. 11-1
Laserdiode............................................................11-1
Let op ...................................................................11-1
Voor uw veiligheid .................................................... 11-2
De voeding van het apparaat afsluiten..................... 11-2
Aansluiting op een LAN........................................11-2
Naleving van de bepalingen van het internationale
NERGY STAR
E Radiostoring (alleen voor modellen van
220-240 volt) ........................................................ 11-3
Belangrijke veiligheidsinstructies.................................... 11-4
Handelsmerken .............................................................. 11-6
Vervoer van de MFC ......................................................11-6
Problemen oplossen en routineonderhoud .................... 12-1
Problemen oplossen.......................................................12-1
Foutmeldingen.......................................................... 12-1
Originelen lopen vast................................................12-4
Vastgelopen papier................................................... 12-5
Als u problemen met de MFC hebt......................... 12-11
De afdrukkwaliteit verbeteren.................................12-15
Compatibel .............................................................12-18
De MFC inpakken en vervoeren...................................12-19
Routineonderhoud ........................................................ 12-22
De scanner reinigen ...............................................12-22
De printer reinigen..................................................12-23
De drumkit reinigen ................................................12-24
De tonercartridge vervangen.................................. 12-25
De tonercartridge vervangen.................................. 12-26
De drumkit vervangen ............................................12-30
®
-programma ....................................11-2
xiii
De gebruiksduur van de drumkit controleren..........12-33
Paginateller.............................................................12-33
13
V
S
Optionele toebehoren ........................................................13-1
Geheugenkaart ...............................................................13-1
De optionele geheugenkaart installeren ...................13-2
Netwerkkaart (LAN) ........................................................13-4
Voordat u met de installatie begint ...........................13-5
Stap 1: Installatie van de hardware ..........................13-6
Stap 2: De NC-9100h met een niet-afgeschermde
twisted-pair kabel aansluiten op een 10BASE-T of
100BASE-TX Ethernetnetwerk.............................13-8
LED.......................................................................13-9
Testtoets...............................................................13-9
Papierlade #2 .........................................................13-10
Verklarende woordenlijst ................................................... V-1
Specificaties ........................................................................ S-1
Omschrijving van product................................................ S-1
Algemeen......................................................................... S-1
Afdrukmedia..................................................................... S-2
Kopiëren .......................................................................... S-2
Fax................................................................................... S-3
Scanner ........................................................................... S-4
Printer.............................................................................. S-5
Interfaces......................................................................... S-5
Vereisten voor de computer............................................. S-6
Verbruiksartikelen............................................................ S-7
Netwerkkaart (LAN) (NC-9100h) ..................................... S-8
xiv
I
O
Index .......................................................................................I-1
Opvragen vanaf een ander toestel - Overzicht .................O-1
-

Inleiding

1

Gebruik van deze handleiding

Dank u voor de aanschaf van een Multifunctionele centralen (MFC) van Brother. De MFC-8220 is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen worden weergegeven die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van de MFC.

Informatie opzoeken

De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. Informatie over specifieke kenmerken of functies kan worden opgezocht in de index achter in deze handleiding.

In deze handleiding gebruikte symbolen

In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Voor alle duidelijkheid zijn hier en daar speciale lettertypen gebruikt en LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.
Vet Vet gedrukte tekst identificeert specifieke toetsen
op het bedieningspaneel van de MFC.
Cursief
Courier New
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u letsel oploopt.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de machine wordt beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
Dit symbool waarschuwt u voor niet-compatibele apparaten of voor bewerkingen die met de MFC niet kunnen worden uitgevoerd.
Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Het lettertype Courier New identificeert de meldingen op het LCD-scherm van de MFC.
INLEIDING 1 - 1

Naam en functie van de onderdelen van de MFC

r
Vooraanzicht
4 Steun van
automatische documentinvoer
3 Steun van
uitvoerlade
2 Ontgrendelknop
voorklep
5 Bedieningspaneel
6 Steun face-down
uitvoerlade met extra steun
7 Stroomschakelaa
1
Handinvoerlade
8 Voorklep
9 Papierlade (Lade 1)
Nr. Naam Omschrijving
1 Handinvoerlade Hier plaatst u papier. 2 Ontgrendelknop voorklep Druk hierop om de voorklep te openen. 3 Steun van uitvoerlade Hier worden de originelen uitgevoerd. 4 Steun van automatische documentinvoer Plaats het document hier om de
automatische documentinvoer te gebruiken.
5 Bedieningspaneel Gebruik de toetsen en het scherm voor
het beheren van de MFC.
6 Steun van face-down uitvoerlade met
extra steun
Vouw deze klep uit om te voorkomen dat bedrukte vellen van de MFC glijden.
7 Stroomschakelaar Zet deze aan of uit. 8 Voorklep Open dit deksel om een tonercartridge of
drumkit te installeren.
9 Papierlade (Lade 1) Hier plaatst u papier.
1 - 2 INLEIDING
Achteraanzicht
12 Papiergeleiders
13 Ingang voor telefoonsnoer
14 Aansluiting
USB-interface
10 Ingang voor
netsnoer
11 Face-up uitvoerlade
(uitvoerlade aan achterkant)
15 Aansluiting parallelle
interface
Nr. Naam Omschrijving
10 Ingang voor netsnoer Sluit de stroomkabel hier aan.
11 Face-up uitvoerlade
(uitvoerlade aan de achterkant)
Maak deze lade open wanneer dikkere papiersoorten in de MF-lade of handinvoerlade zijn geplaatst.
12 Papiergeleiders Stel deze af op de breedte van het document.
13 Ingang voor telefoonsnoer Sluit het met de MFC geleverde telefoonsnoer
hier aan.
14 Aansluiting USB-interface Sluit de USB-kabel hier aan.
15 Aansluiting parallelle interface Sluit de parallelle kabel hier aan.
INLEIDING 1 - 3

Overzicht van het bedieningspaneel

1
1011
Afdruktoetsen:
1
Secure
Voor het afdrukken van in het geheugen opgeslagen gegevens. Voer eerst uw wachtwoord van 4 cijfers in.
Job Cancel
Gegevens in het printergeheugen wissen.
Liquid Crystal Display (LCD)
2
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies van de MFC. Het LCD verandert van kleur, afhankelijk van de status van de MFC.
Modustoetsen:
3
2 3 4
9
Hiermee start u de scanmodus. (Raadpleeg de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Navigatietoetsen:
4
Menu
Geeft toegang tot het programmamenu.
Set
Voor het opslaan van de instellingen in de MFC.
Clear/Back
Verwijdert ingevoerde gegevens. Als u meermaals op deze toets drukt, verlaat u het menu.
78
Scan
6
5
Fax
Voor het faxen van documenten.
Copy
Voor het kopiëren van documenten.
1 - 4 INLEIDING
of
Druk op deze toetsen om vooruit of achteruit door de menuopties te bladeren. Met deze toetsen kunt u ook het volume van de bel of de luidspreker in de faxmodus afstellen.
of
Druk op deze toetsen om door de menu's en opties te bladeren.
U kunt deze toetsen tevens gebruiken om in de faxmodus door de namen te bladeren die bij de nummers in het geheugen zijn opgeslagen.
5 Fax- en telefoontoetsen:
Tel/R Als u in de stand F/T het dubbele belsignaal hoort en u het telefoontje op een extern toestel hebt aangenomen, kunt u na een druk op deze toets met de persoon aan de andere kant van de lijn spreken. Deze toets wordt tevens gebruikt om toegang te krijgen tot een buitenlijn en/of om de telefoniste op te roepen of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PBX is aangesloten.
Resolution
Hiermee stelt u de faxresolutie in.
Search/Speed Dial
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u tevens opgeslagen nummers kiezen door op de toets # te drukken en vervolgens een driecijferig nummer in te voeren.
Redial/Pause
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer opnieuw gekozen. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in automatisch te kiezen nummers.
6
Start
Met deze toets start u het faxen, maakt u kopieën of scant u documenten.
7
Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt, een kopieer­of scanbewerking geannuleerd of het menu afgesloten.
Stop/Exit
8
Kopieertoetsen (tijdelijke instellingen):
Enlarge/Reduce
Hiermee kunt u kopieën vergroten of verkleinen, afhankelijk van het door u geselecteerde percentage.
Contrast
Hiermee kunt u een lichtere of donkerdere kopie maken van het document.
Quality
Hiermee kunt u de kopieerkwaliteit voor het document kiezen.
Options
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren.
9
Kiestoetsen
Met deze toetsen worden telefoon- of faxnummers gekozen. Deze toetsen worden tevens gebruikt om informatie in de MFC in te voeren.
In Nederland kunt u met de toets # tijdens een oproep de kiesmodus tijdelijk veranderen van Puls naar Toon.
0
Shift
Om toegang te krijgen tot de geheugenlocaties 17 t/m 32 van de directkiestoetsen, houdt u de Shift-toets ingedrukt.
A Directkiestoetsen
Deze 16 toetsen geven direct toegang tot 32 vooraf opgeslagen telefoonnummers.
INLEIDING 1 - 5

De kleur van de verlichting geeft de status van de MFC aan

Het LCD verandert van kleur, afhankelijk van de status van de MFC.
LCD-scherm MFC Status Omschrijving
Slaapstand De MFC staat uit of in de slaapstand.
Uit
Oranje
Groen
Bezig met initialiseren
Opwarmen in slaapstand
Menu in gebruik Het menu wordt gebruikt. Er worden
gegevens van de computer ontvangen
Resterende gegevens in het printergeheugen
Bezig met opwarmen
Klaar De MFC is klaar voor gebruik. Er worden
faxgegevens ontvangen
De MFC wordt geïnitialiseerd nadat u de machine hebt aangezet.
De MFC warmt op om vanuit de slaapstand te gaan afdrukken.
De MFC ontvangt gegevens van de computer, verwerkt gegevens in het geheugen of drukt gegevens af.
Er zitten nog gegevens in het geheugen van de MFC.
De MFC warmt op voor het afdrukken.
De MFC ontvangt faxgegevens, verwerkt gegevens in het geheugen of drukt gegevens af.
1 - 6 INLEIDING
LCD-scherm MFC Status Omschrijving
Storing Volg de hieronder beschreven stappen.
Rood
Deksel open Het deksel is open. Sluit het deksel.
Toner op Vervang de tonercartridge. (Raadpleeg
Storing in papierdoorvoer
Geheugen vol Het geheugen is vol. (Raadpleeg
Overige fouten Controleer de melding op het LCD-scherm.
1. Zet de machine uit.
2. Wacht enkele seconden, zet de machine weer aan en probeer opnieuw af te drukken.
Als u de foutmelding niet kunt wissen en het rode licht nog steeds brandt wanneer u de MFC weer aanzet, moet u contact opnemen met uw dealer of een door Brother erkend onderhoudscentrum.
(Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 12-1.)
De tonercartridge vervangen op pagina 12-25.)
Plaats papier in de lade of verwijder vastgelopen papier. Controleer de melding op het LCD-scherm. (Raadpleeg
Problemen oplossen
Foutmeldingen op pagina 12-1.)
(Raadpleeg Problemen oplossen en routineonderhoud op pagina 12-1.)
op pagina 12-1.)
INLEIDING 1 - 7

Omtrent faxmachines

Faxtonen en aansluitbevestiging

Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen naar uw MFC (de zgn. CNG-tonen). Dit zijn zachte, onderbroken piepjes die met een tussenpoos van vier seconden worden uitgezonden. U hoort deze tonen als u na het kiezen op Ze houden tot ongeveer 60 seconden na het kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden begint de verzendende machine de aansluitbevestiging of aansluiting met het ontvangende apparaat.
Telkens wanneer u automatisch een fax verzendt, worden er via de telefoonlijn faxtonen uitgezonden. Wanneer u deze tonen op uw telefoonlijn hoort, betekent dit dat er een fax binnenkomt.
Het ontvangende apparaat antwoordt met faxontvangsttonen: een luid tjirpend geluid. Een faxmachine die een fax ontvangt laat dit tjirpende geluid ongeveer 40 seconden lang horen, waarna op het LCD-scherm de melding
Als de MFC in de stand automatisch met de faxontvangsttonen beantwoord. Zelfs als de andere partij ophangt, blijft uw MFC gedurende ongeveer 40 seconden faxontvangsttonen uitzenden en blijft de melding
Ontvangst
opnemen te onderbreken. De aansluitbevestiging vindt plaats wanneer beide faxmachines
tegelijkertijd het tjirpende geluid maken. Dit moet ten minste 2 tot 4 seconden duren, zodat de machines kunnen bepalen op welke wijze de fax wordt verzonden en ontvangen. De aansluitbevestiging kan pas beginnen wanneer de oproep is beantwoord. De aansluitbevestiging tonen blijven slechts circa 60 seconden actief nadat het nummer is gekozen. Het is dus belangrijk dat de machine die de oproep ontvangt, deze oproep zo snel mogelijk beantwoordt.
op het LCD-scherm staan. Druk op
Ontvangst
Alleen Fax
wordt weergegeven.
staat, wordt elk telefoontje
Stop/Exit
Start
om het
drukt.
Als er op uw faxlijn ook een extern antwoordapparaat is aangesloten, bepaalt dit apparaat na hoeveel keer overgaan een telefoontje wordt beantwoord. Besteed bijzondere aandacht aan de instructies voor het aansluiten van een antwoordapparaat elders in dit hoofdstuk. (Raadpleeg
aansluiten
1 - 8 INLEIDING
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.)
op pagina 1-11.)

ECM-modus (foutencorrectie)

In deze modus controleert de MFC de faxtransmissie om te zien of deze zonder storingen verloopt. Wanneer de MFC tijdens de faxtransmissie fouten ontdekt, worden de benodigde pagina’s opnieuw verzonden. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd door de MFC.
Deze functie werkt alleen als de MFC is voorzien van voldoende geheugen.
INLEIDING 1 - 9

De MFC aansluiten

Een extern toestel aansluiten

De MFC heeft weliswaar geen hoorn, maar u kunt een apart toestel rechtstreeks op de MFC aansluiten (zie onderstaand schema).
<Nederland>
Tweedetoestel
Externtoestel
<België>
Tweedetoestel
Externtoestel
Wanneer een tweede toestel (of antwoordapparaat) in gebruik is, wordt op het LCD-scherm de melding
1 - 10 INLEIDING
Telefoon
weergegeven.

Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten

Volgorde van aansluiting
U wilt misschien een antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de MFC, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat, en “luistert” de MFC naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de MFC het gesprek over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de MFC het gesprek over aan het antwoordapparaat en kan er op normale wijze een bericht worden ingesproken.
Het antwoordapparaat moet elk gesprek binnen vier keer bellen beantwoorden (u wordt echter aangeraden om het apparaat in te stellen op twee keer overgaan). De MFC kan de faxtonen pas opvangen als het antwoordapparaat het gesprek heeft beantwoord, en met vier keer bellen blijven er slechts 8 tot 10 seconden over voor de aansluitbevestiging. Volg de procedure voor het opnemen van een uitgaand bericht in deze handleiding nauwkeurig. Het wordt afgeraden om op uw externe antwoordapparaat de instelling voor “toll-saver” (bespaarstand voor telefoonkosten) te gebruiken wanneer het meer dan vijf keer overgaat.
Als niet al uw faxen worden ontvangen, dient u uw antwoordapparaat zodanig in te stellen, dat het de telefoon sneller aanneemt.
INLEIDING 1 - 11
U mag een antwoordapparaat niet op een andere plaats op dezelfde lijn aansluiten.
<Nederland>
ANTW.APP.
ANTW.APP.
<België>
ANTW.APP.
1 - 12 INLEIDING
ANTW.APP.
Aansluitingen
Het antwoordapparaat moet zoals hierboven aangegeven worden aangesloten.
1
Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na één of twee keer overgaan wordt opgenomen. (De instelling voor de belvertraging van de MFC is niet van toepassing.)
2
Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op.
3
Activeer het antwoordapparaat.
4
Stel de ontvangststand in op (Raadpleeg De ontvangststand kiezen op pagina 5-1.)
Telefoon/Beantw.
Een uitgaand bericht op een antwoordapparaat opnemen
Timing is van essentieel belang wanneer u een uitgaand bericht opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt.
1
Neem eerst vijf seconden stilte op. (Dit geeft uw MFC de gelegenheid om bij automatische faxtransmissies de faxtonen te horen voordat deze stoppen.)
2
U wordt aangeraden het bericht tot maximaal 20 seconden te beperken.
3
U wordt aangeraden om aan het einde van het uitgaande bericht de code voor activeren te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld:
“Spreek een bericht in na de toon, of druk op 51 en Start.”
Wij raden u aan om aan het begin van uw uitgaand bericht eerst een stilte van ongeveer 5 seconden op te nemen, omdat de MFC geen faxtonen kan horen over een resonerende of luide stem. U kunt proberen om deze pauze weg te laten, maar als de MFC problemen heeft met het ontvangen van faxberichten, dient u het bericht opnieuw op te nemen en deze stilte in te lassen.
INLEIDING 1 - 13

Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)

De meeste kantoren gebruiken een centraal telefoonsysteem (PABX). Hoewel het vaak relatief eenvoudig is om de MFC aan te sluiten op een PBX-systeem (Private Branch Exchange), raden wij u toch aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw telefoonsysteem heeft geïnstalleerd en hen te vragen de MFC voor u aan te sluiten. Het wordt aangeraden de MFC op een aparte lijn aan te sluiten. De machine kan dan continu in de ontvangststand dag en nacht faxberichten kunt ontvangen.
Als de MFC moet worden aangesloten op een systeem met meerdere lijnen, vraagt u uw installateur dan om de machine op de laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd telkens wanneer er een telefoongesprek wordt ontvangen.
Net als bij alle andere faxapparaten, dient ook deze MFC te worden aangesloten op een tweedraads systeem. Als uw lijn meer dan twee draden heeft, kan de MFC niet naar behoren worden aangesloten.
Als u de MFC installeert om met een PBX te laten werken
1
Het wordt niet gegarandeerd dat het apparaat onder alle omstandigheden naar behoren met PBX's zal kunnen werken. Bij problemen dient u zich in eerste instantie te wenden tot het bedrijf dat uw PBX verzorgt.
2
Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwoord, is het raadzaam de stand voor beantwoorden op
Handmatig
dan in eerste instantie als telefoongesprekken beschouwd.
in te stellen. Alle inkomende telefoontjes worden
Alleen Fax
blijven staan, zodat u
Als u de MFC op een PBX aansluit, moet u
Menu, 0, 4
instellen op
PBX
(
).
Tel lijn inst

Speciale functies op uw telefoonlijn

Als u functies zoals Voicemail, Wisselgesprek, Wisselgesprek/Nummerweergave, Nummerweergave, BelMaster, een antwoordapparaat, alarmsysteem of een andere speciale functie op dezelfde lijn als deze machine gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij de werking van de MFC. (Raadpleeg functies op een enkele telefoonlijn. op pagina 12-12.)
1 - 14 INLEIDING
Speciale
2
Documenten en papier
plaatsen

Omtrent papier

Papierspecificaties voor iedere papierlade

Handinvoerlade Papierlade Optionele
onderste lade
Papiersoorten Normaal papier,
briefpapier, kringlooppapier, enveloppen, etiketten en transparanten
Papiergewicht 60 tot 161 g/m Papierformaten Breedte:
69,8 tot 220 mm Hoogte:
116 tot 406,4 mm
Aantal vel Een vel 250 vel
Normaal papier, kringlooppapier en transparanten
2
60 tot 105 g/m A4, Letter, Legal,
B5 (ISO), Executive, A5, A6, B6 (ISO)
(80 g/m
Normaal papier, kringlooppapier en
*
transparanten
2
60 tot 105 g/m A4, Letter, Legal,
B5 (ISO), Executive, A5, B6 (ISO)
250 vel
2
)
(80 g/m2)
*
2
* Max. 10 vel
Wanneer u transparanten bedrukt, dient u iedere transparant uit de uitvoerlade te halen nadat deze door de MFC is uitgevoerd.

DOCUMENTEN EN PAPIER PLAATSEN 2 - 1

Loading...
+ 171 hidden pages