NL Gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
Raadgevingen en waarschuwingen inzake
veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 . . . . . . . . .
Veiligheids-aanwijzingen . . . . . . . . . . . . .4 . . . . . . . . .
Schadeoorzaken . . . . . . . . . . . . . . . . 6. . . . . . . . .
Milieubescherming . . . . . . . . . . . . . . 7. . . . . . . . .
Tips om energie te besparen. . . . . . . . . . . . . 7. . . . . .
Vertrouwd raken met het apparaat. . . . . . . . . 8. .
Kookzones . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8. . . . . . . . .
Restwarmte-indicator . . . . . . . . . . . . . .9 . . . . . . . . .
Programmeren van de kookplaat. . . . . . . . . 9. . . .
De kookzone afstellen. . . . . . . . . . . . . . .9 . . . . . . . .
Tabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10. . . . . . . . . .
Onderhoud en reiniging. . . . . . . . . . . . 12. . . . . . . . .
Kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12. . . . . . . . . .
Frame van de kookplaat. . . . . . . . . . . . . . 13. . . . . . . .
Technische Dienst. . . . . . . . . . . . . . 13. . . . . . . . .
3
Raadgevingen en waarschuwingen inzake veiligheid
Veiligheidsaanwijzingen
Lees deze instructies aandachtig doorPas. daarna kunt u het apparaat op de juiste wijze gebruiken.
Bewaar de gebruiksen montageinstructies. Als u apparaat aan een ander persoon overdraagt, geef hem of haar dan ook de documentatie van het apparaat.
Controleer het toestel nadat de verpakking |
verwijder |
|
is. Indien het toestel transportschade |
heeft |
opgeloB |
pen, mag het niet worden aangesloten. Neem in d |
||
geval contact op met de technische |
dienst en leg |
veroorzaakte |
schade |
schriftelijk vast. Doet |
u dat nie |
dan gaat elk |
recht |
op schadevergoeding |
verloren. |
Het apparaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
De kookplaat mag uitsluitend gebruikt worden voor het bereiden van voedsel.
Veilig gebruik |
Voor een veilig |
gebruik van dit apparaat mogen |
|
|
volwassenen en |
kinderen die wegens |
|
|
H lichamelijke, zintuiglijke of psychische |
||
|
beperkingen, |
|
|
|
H onervarenheid |
of |
onwetendheid |
|
niet bekwaam zijn |
om dit apparaat te gebruiken, d |
|
|
alleen doen onder toezicht van een verantwoordelijk |
||
|
volwassen persoon. |
|
|
|
Houd kinderen in de gaten en voorkom dat zij me |
||
|
apparaat gaan |
spelen. |
4
Oververhitte olie, boter of Oververhitte olie of boter (margarine) vat gemakkelijk |
|||||||
margarine |
vlam. Brandgevaar! |
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|||
|
Loop nooit weg tijdens het |
bereiden van voedsel m |
|||||
|
olie of boter. Indien de olie |
of boter |
vlam |
vat, |
blu |
||
|
vuur dan nooit met water. |
|
|
|
|
||
|
Smoor |
de |
vlammen door de |
pan snel |
met |
een |
de |
|
of bord |
af |
te dekken. |
|
|
|
|
Hete kookplaat
Natte panbodems en kookzones
Gevaar voor brandwonden! Raak hete kookzones ni aan.
Het is van vitaal belang dat kinderen niet in de b van het apparaat komen. De restwarmteindicator geeft aan dat de kookzones warm zijn.
Brandgevaar! Leg nooit ontvlambare voorwerpen op de kookplaat.
Brandgevaar! Als er zich onder de kookplaat een l bevindt, mogen daarin geen ontvlambare voorwerpen of sprays worden bewaard.
Risico op verwonding! Indien er vloeistof tussen de bodem van de pan en de kookzone komt, kan er dampdruk ontstaan. Daardoor kan de pan plotseling opspringen.
Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van d pan altijd droog zijn.
Barsten in de kookplaat Gevaar |
voor elektrische |
schokken! Sluit |
het apparaa |
van het verdeelnet af indien de kookplaat stuk of |
|||
gebarsten is. |
|
|
|
Neem |
contact op met |
de technische |
dienst |
De kookzone wordt wel warm, maar de visuele indicator doet het niet
De kookplaat gaat vanzelf uit
Gevaar voor brandwonden! zet de |
kookzone |
uit a |
de indicator niet werkt. |
|
|
Neem contact op met de technische dienst |
|
|
Brandgevaar! Als de kookplaat vanzelf uitgaat en |
||
gedurende een tijd niet gebruikt kan |
worden, |
kan |
deze op een later tijdstip plotseling |
aan gaan. |
|
Schakel, om dat te voorkomen, de zekering in de stoppenkast uit. Neem contact op met de technisc dienst
5