Blaupunkt LONDON RDM 104 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
London RDM 104
20 18
19 17
16
15
14
1
7
7
RADIO
CD
13
32
7
86
10 11 124
Inhoud
Beknopte gebruiksaanwijzing ..... 99
Belangrijke aanwijzingen........... 102
Wat u beslist moet lezen..................... 102
Verkeersveiligheid............................... 102
Gebruik met motorantenne ................. 102
Inbouw/aansluiting .............................. 102
Optische indicatie als diefstalbe-
veiliging ............................................... 102
KeyCard .............................................. 102
KeyCard vervangen......................... 103
Versterker ................................... 103
Aan- en uitschakelen .......................... 103
“Beep-toon” bij bediening van de
toetsen ................................................ 104
Instellen van het volume ..................... 104
Instellen van het volume bij
nschakelen .......................................... 104
Instellen van balans en fader .............. 104
Instellen van hoge en lage tonen ........ 105
Instellen van loudness ........................ 105
Instellen van de klok............................ 105
Radiogebruik met RDS .............. 106
AF - Alternatieve frequentie ................ 106
REG - Regionale programma’s ........... 106
Frequentieband kiezen ....................... 106
Automatisch afstemmen op zenders... 107
Handmatig afstemmen op zenders ..... 107
Gevoeligheid van de zoekafstemming
instellen ............................................... 107
Stereo-mono wisselen (FM)................ 107
Wisselen van geheugenniveau (FM)... 107
Zenders programmeren ...................... 108
Sterkste zenders automatisch
programmeren met Travelstore........... 108
Geprogrammeerde zenders oproepen 108 Geprogrammeerde zenders laten
horen met Preset Scan (PS) ............... 108
Zenders laten horen met Radio-Scan . 109
PTY (Programma-type) ....................... 109
PTY en zoekafstemming ................. 109
PTY en Scan ................................... 109
Ontvangst van verkeersinformatie
met RDS-EON ............................. 110
Voorrang voor verkeersinformatie....... 110
Waarschuwingssignaal ....................... 110
Volume van verkeersinformatie en
waarschuwingssignaal instellen ...... 110
Waarschuwingssignaal uitschakelen110 Automatische start zoekafstemming ... 110
Zendernamen invoeren ....................... 111
TIM (Traffic Information Memo).... 111
Activeren TIM-opnamefunctie
“TIM-TIME“.......................................... 111
TIM-opnamefunctie ............................. 112
Opgenomen verkeersinformatie
afluisteren............................................ 112
TIM de-activeren ................................. 112
TIM-opnamefunctie geheel uit-
schakelen ............................................ 112
Cd-weergave ............................... 113
Cd plaatsen ......................................... 113
Cd uitnemen........................................ 113
Titelkeuze............................................ 113
Versneld voor- en achteruit ver-
plaatsen............................................... 113
TPM (Track Program Memory) ........... 114
Titels programmeren met TPM........ 114
Cd-weergave met TPM.................... 114
TPM-geheugen wissen.................... 114
TPM-Update .................................... 114
Automatische, verkorte weergave
CD SCAN ............................................ 115
MIX-weergave ..................................... 115
Cd-namen invoeren............................. 115
Wisselen van geluidsbron met SRC.... 116
Telefoonaansluiting ............................. 116
Programmeren met DSC ............ 116
Overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen met DSC. 118
Cd-wisselaar (optie) ................... 119
Cd afspelen ......................................... 119
Titelkeuze (Track) ............................... 119
MIX-weergave ..................................... 119
TPM (Track Program Memory) ........... 119
Namen voor cd’s in het magazijn ........ 120
Appendix ..................................... 121
Technische gegevens ......................... 121
98
Beknopte gebruiksaanwijzing
1 en 2
Inschakelen: druk op ON-toets Uitschakelen: houd de ON-toets ca. 1 sec. ingedrukt. Volumeregeling: VOL+ = sterker,
VOL- = zachter
T-toets (Frequentie Modulatie)
3 FM
Voor het kiezen van de FM-band. Voor het wisselen van de FM-geheu­genniveaus I,II en T (Travelstore). Druk hiervoor de toets zovaak in, totdat het gewenste niveau op het display ver­schijnt. Om de zes sterkste zenders automa­tisch te programmeren met Travelstore: Programmeren: druk op de FM totdat de zoekafstemming op het dis­play begint. Oproepen: druk zo vaak op de FM toets, totdat T op het display verschijnt. Druk daarna kort op een van de voor­keuzetoetsen 1,2,3,4,5,6.
T-toets,
T-
4 M•L-toets (M = Middengolf, L = Lange
golf) Voor het kiezen van de middengolf- of lange-golfband. Druk de toets opnieuw in om te wisse­len tussen MG en LG.
5 -dB-toets
Voor het in- en uitschakelen van de muting (laag volume). De MUTE-aan­duiding verschijnt op het display. Voor het programmeren van de inge­stelde tijd en TIM TIME. Voor het programmeren van zender- en cd-naam bij CD-UPD.
6 Tuimelschakelaar <</>>,
/
Voor het instellen van de volgende functies:
Tuimelschakelaar << / >>
Radiofunctie: Stapsgewijze, handmati-
ge afstemming. << = omlaag, << = omhoog. Wanneer de tuimelscha-
kelaar ingedrukt gehou­den wordt, verloopt de afstemming snel. (Let op: de AF-functie moet uitstaan)
AUD-functie: Klankkleur:
<< = bass-, << = bass+ Balans: << = links, << = rechts
Cd-functie: << = versneld achteruit
verplaatsen << = versneld vooruit verplaatsen
DSC-functie: ZVoor het instellen van
de gewenste DSC-waar­den.
AF-functie: Om binnen een zender-
keten te “bladeren“, bv.: NDR1...NDR4.
Tijdfunctie: Voor het kiezen van de
uur- c.q. minutenaandui­ding (Aanduiding knip­pert)..
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
99
Tuimelschakelaar
/
Radiofunctie: Automatische zoekaf-
stemming
= omhoog, = omlaag
AUD-functie: Klankkleur:
= treble+, = treble-
Fader:
= voor, = achter
Cd-functie:
= track hoger = track lager
DSC-functie: Voor het kiezen van de
DSC-functies.
Tijdfunctie: Voor het instellen van
uren en minuten.
7 Display
ZGeeft de gekozen functies en inge­stelde waarden aan.
Naam zender Frequentiegebied Plaats/niveau van het geheugen Functies
PTY Soort programma SPORT
Cd-functie TIME Gespeelde tijd Nummer titel/track Functies
8 KeyCard-sleuf
Schuif de KeyCard met de contactzijde naar boven in de sleuf. Druk op de kaart om de KeyCard te verwijderen.
KeyCard
9 PS/MIX-toets
Functie bij radiogebruik: PS (Preset Station Scan) Druk kort op de toets: het toestel laat de onder de voorkeuzetoetsen gepro­grammeerde zenders kort horen. Druk langer dan 2 sec. op de toets: het toestel laat alle te ontvangen zenders horen.
Functie bij cd-gebruik:
MIX
Druk kort op de toets: het toestel laat alle titels op de cd in willekeurige volgorde kort horen. Druk langer dan 2 sec. op de toets: CD SCAN. Het toestel laat alle titels op volgorde horen. Druk kort op de PS/MIX-toets om de SCAN-functie te beëindigen.
: TTPM-toets (Track Program Memory)
Om gekozen titels van een cd te pro­grammeren. Er kunnen titels van 30 cd’s worden opgeslagen.
100
; Io/CLR-toets
Bass + Balans rechts
Bass ­Balans links
Treble -
Fader achter
Treble +
Fader vóór
Functie bij radiogebruik: Io: Druk kort op de toets: wisselen
van gevoeligheid van de zoekaf­stemming. Druk langer dan 2 sec. op de toets: wisselen tussen stereo- en mono-weergave.
Functie bij cd-gebruik: CLR: Druk op de toets om cd-titels uit
het TPM-geheugen te wissen.
< TIM-toets (Traffic Information Memo)
Druk kort op de toets om opgenomen verkeersinformatie weer te geven of de weergave te beëindigen. Druk de toets langer dan 2 sec. in om TA (Traffic Announcement - voorrang voor verkeersinformatie) te activeren of te de-activeren.
= AF-toets (Alternatieve Frequentie bij
RDS) Met AF zoekt de radio automatisch een beter te ontvangen frequentie van het­zelfde programma. Druk kort op de toets: AF aan of uit. Druk langer dan 2 sec. op de toets: REG ON of REG OFF (REG: regionale zender).
> PTY-toets (Programma-Type)
Om de PTY-functie te activeren. In de PTY-functie worden de voorkeuzetoet­sen gebruikt als programma-soorttoet­sen, zoals bv. NIEUWS, SPORT, POP, INFORMATIE, etc.
-toets (Eject)
?
Voor het uitnemen van de cd.
@ Voorkeuzetoetsen 1-6
Voor het programmeren van 6 zenders in elk van de geheugenniveaus I,II en T op de FM-band en 6 zenders elk op de MG- en LG-band.
A Cd-laadopening
Na het plaatsen van een cd vindt auto­matisch omschakeling plaats van radio­naar cd-weergave.
B DSC-toets (Direct Software Control)
Voor het activeren van de geprogram­meerde basisinstellingen in combinatie met de tuimelschakelaar 6. Voor het programmeren van aangepa­ste basisinstellingen. Voor het omschakelen van het display naar tijdaanwijzing bij radio- of cd-ge­bruik.
C AUD-toets
Druk langer dan 2 sec. op de toets om loudness in- of uit te schakelen. Druk éénmaal op de toets om de bass­/treble-functie te activeren. Druk tweemaal op de toets om de balans-/fader-functie te activeren. Regel de instelling met de tuimelscha­kelaar.
D SRC-toets (Source = bron)
Om te wisselen van geluidsbron, bv. cd-radio-cd.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
101
Belangrijke aanwijzingen
Wat u beslist moet lezen
Lees voordat u de autoradio in gebruik neemt de volgende aanwijzingen a.u.b. zorgvuldig door.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat voor alles. Ge­bruik daarom uw autoradio altijd zó, dat u steeds alert op de heersende verkeerssitua­tie kunt reageren Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/ u elke seconde 14 meter aflegt. Het is raadzaam uw radio niet te bedienen in moeilijke verkeerssituaties. De waarschuwingssignalen van bv. politie en brandweer moeten in de auto op tijd en duidelijk te horen zijn. Beluister tijdens het rijden uw programma daarom alleen met een aangepast geluids­volume.
Gebruik met motorantenne
Wanneer u een autowasinstallatie binnen­rijdt, moet de motorantenne ingetrokken wor­den. Schakel hiervoor het toestel uit. Ver­schijnt bij het uitschakelen van het apparaat TIM ON op het display, dan is de timer geactiveerd. De motorantenne blijft dan nog drie uur uitgestoken. Wanneer een timer-tijd is ingesteld, blijft het apparaat bovendien 1,5 uur voor en na deze tijd stand-by. Hierdoor wordt de motoranten­ne eveneens uitgeschoven. Druk na het uit­schakelen kort op de TIM-toets. Op het dis­play verschijnt dan STBY OFF. De motoran­tenne wordt ingeschoven. Zet na het bezoek aan de wasinstallatie het apparaat aan. De TIMER wordt opnieuw ingesteld.
Inbouw/aansluiting
Wanneer u het apparaat zelf wilt inbouwen of verwijderen, lees dan van te voren beslist de bijgevoegde aanwijzingen voor inbouw en aansluiting.
Optische indicatie als diefstalbe­veiliging
Wanneer de auto is geparkeerd, kan de KeyCard-tong knipperen bij wijze van dief­stalbeveiliging. Met DSC kunnen twee toe­standen worden ingesteld: LED ON of LED OFF. Lees hiervoor “Programmeren met DSC - LED ON/OFF”.
KeyCard
De autoradio kan alleen bediend worden met een KeyCard 1 of 2, waarvan de code in het geheugen is opgeslagen. Zet het apparaat aan en schuif de KeyCard er geheel in. De autoradio is nu klaar voor gebruik. Wanneer een verkeerde KeyCard wordt ingebracht, verschijnt “----” op het dis­play. Na ca. 10 sec. wordt op het display CARD ERR aangegeven. Bedien in dit geval het apparaat alleen verder, wanneer u be­schikt over de erbij behorende KeyCard. Trek de KeyCard nooit uit het apparaat. Druk eerst op de KeyCard. De KeyCard komt dan in de uitneempositie. Neem dan pas de kaart uit het apparaat. Raakt een KeyCard zoek of beschadigd, dan kunt u via een erkend servicestation een nieuwe kaart aanvragen. Tegen meerprijs zijn design-KeyCards leverbaar. De service-
102
Versterker
stations zijn op de autoradio-servicelijst ge­markeerd (
). Bij twijfel kan de klantenser­vice-centrale in uw land u het adres van het dichtstbijzijnde servicestation geven. Met de KeyCard (1 en 2) kan de instelling van de volgende functies afzonderlijk worden geprogrammeerd: bass, treble, balans, fa­der, volume bij inschakelen, scan-tijd, beve­stigingstoon “Beep“, klankkleur van gespro­ken uitzendingen “Speech“, voorkeurzen­ders, loudness, soort programma (PTY), TA (volume verkeersinformatie). Bovendien wordt de laatst ingestelde toe­stand, zoals frequentiebereik, zenderaf­stemming, TA-voorrang en gevoeligheid van de zoekafstemming vastgelegd. Zo beschikt u na het invoeren van uw KeyCard weer over de gekozen basisinstelling.
KeyCard vervangen
Een KeyCard kan alleen worden vervangen door een nieuwe met hetzelfde identificatie­nummer (1 of 2). Wanneer u bv. KeyCard 2 wilt vervangen:
Voer KeyCard 1 in en zet het apparaat aan.
Druk op de KeyCard. De kaart komt dan in de uitneempositie en op het dis­play verschijnt LEARNING.
Neem KeyCard 1 uit het apparaat en voer, zolang LEARNING wordt aange­geven, de nieuwe KeyCard 2 in.
Het apparaat kan nu worden bediend met de nieuwe KeyCard 2. Er kan altijd maar één KeyCard 1 of 2 voor het inschakelen worden gebruikt.
Aan- en uitschakelen
Om het apparaat aan te zetten:
Druk op de ON-toets. Op het display verschijnt CARD.
Schuif de KeyCard geheel in de sleuf. De autoradio is klaar voor gebruik.
Om het apparaat af te zetten:
Druk op de ON-toets of
neem de KeyCard uit het apparaat. Druk hiervoor op de KeyCard (de kaart wordt
ontgrendeld) en neem de kaart uit het appa­raat. Wanneer u de KeyCard uit het ingeschakel­de apparaat neemt, verschijnt LEARNING op het display en vervolgens STBY OFF (of TIM ON). Het apparaat schakelt dan zichzelf uit. Om het weer aan te zetten:
Schuif de KeyCard in het apparaat.
Wanneer u het apparaat via het contactslot uitschakelt, hoort u een dubbele pieptoon. Deze wijst u erop, dat u de KeyCard uit het apparaat moet nemen. U kunt de radio ook in gebruik nemen wan­neer de motor uitstaat.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
103
PORTUGUES
Schuif de kaart terug in het apparaat of, wanneer de KeyCard nog in het apparaat geschoven is, druk op de ON-toets. Het ap­paraat schakelt zichzelf in en na een uur automatisch weer uit. U kunt het inschakelen zo vaak herhalen als u wilt.
“Beep-toon” bij bediening van de toetsen
Functies waarvoor de toets bij het program­meren langer dan 2 sec. ingedrukt moet blijven, kunnen met een “Beep” akoestisch bevestigd worden. U kunt het door de fabriek ingestelde volume van de “beep-toon” in de DSC-mode onder BEEP veranderen met de tuimelschakelaar <</>>. Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
Instellen van het volume
Voor het regelen van het geluidsvolume:
Druk op de VOL+ -toets voor een ster­ker, of op de VOL- - toets voor een zachter volume.
De aanduiding op het display verloopt van 0 tot +63. Wanneer u een sterk volume heeft ingesteld en u wilt direct een zacht volume:
Druk kort op de -dB-toets. Op het dis­play verschijnt MUTE.
Wanneer u weer een sterker volume wilt:
Druk opnieuw kort op de -dB-toets of op de VOL+ -toets.
Om de MUTE-waarde te veranderen (MUTE-aanduiding):
Druk eerst op de VOL- -toets.
Stel daarna het gewenste volume in met de VOL+ of de VOL- -toets.
Om de instelling te bewaren:
Druk langer dan 2 sec. op de -dB-toets.
Na korte tijd schakelt het display weer over op radio- of cd-functie.
Instellen van het volume bij inschakelen
U kunt de radio zo programmeren dat deze steeds met een bepaald volume wordt inge­schakeld. Dit is mogelijk in de DSC-mode met de functie VOL FIX.
Druk op de DSC-toets en daarna op de tuimelschakelaar
Op het display verschijnt VOL FIX.
Stel het gewenste volume bij inschake­len in met de tuimelschakelaar <</>>.
Bewaren:
Druk op de DSC-toets.
Het apparaat schakelt vervolgens terug naar het oorspronkelijk ingestelde volume.
.
Pas nadat het apparaat opnieuw is ingescha­keld, wordt het volume volgens de gepro­grammeerde waarde weergegeven. Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzon­derlijk in te stellen.
Instellen van balans en fader
U kunt de verhouding tussen het volume van de luidsprekers rechts/links (balans) aan­passen. Wanneer u vier luidsprekers aangesloten heeft, dan kunt u bovendien de verhouding van het volume voor/achter (fader) regelen. De balans- en fader-functie activeert u met de AUD-toets.
Druk tweemaal op de AUD-toets. Op het display verschijnt BAL (balans) of
FAD (fader) en een getal tussen -9 en +9. Om de balans (rechts/links) aan te passen:
Druk op de tuimelschakelaar <</>>. Om de fader (voor/achter) aan te passen:
Druk op de tuimelschakelaar Het getal op het display verloopt tussen -9 en
+9. Het blijft automatisch staan bij 0 (gelijke verhouding van het volume rechts/links c.q. voor/achter). U beëindigt het instellen door opnieuw op de AUD-toets te drukken; anders zal het display na ca. 8 sec. weer de radio- of cd-functies weergeven.
/ .
104
Loading...
+ 18 hidden pages