Blaupunkt LONDON RDM 104 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
London RDM 104
Page 2
20 18
19 17
16
15
14
1
7
7
RADIO
CD
13
32
7
86
10 11 124
Page 3
Inhoud
Beknopte gebruiksaanwijzing ..... 99
Belangrijke aanwijzingen........... 102
Wat u beslist moet lezen..................... 102
Verkeersveiligheid............................... 102
Gebruik met motorantenne ................. 102
Inbouw/aansluiting .............................. 102
Optische indicatie als diefstalbe-
veiliging ............................................... 102
KeyCard .............................................. 102
KeyCard vervangen......................... 103
Versterker ................................... 103
Aan- en uitschakelen .......................... 103
“Beep-toon” bij bediening van de
toetsen ................................................ 104
Instellen van het volume ..................... 104
Instellen van het volume bij
nschakelen .......................................... 104
Instellen van balans en fader .............. 104
Instellen van hoge en lage tonen ........ 105
Instellen van loudness ........................ 105
Instellen van de klok............................ 105
Radiogebruik met RDS .............. 106
AF - Alternatieve frequentie ................ 106
REG - Regionale programma’s ........... 106
Frequentieband kiezen ....................... 106
Automatisch afstemmen op zenders... 107
Handmatig afstemmen op zenders ..... 107
Gevoeligheid van de zoekafstemming
instellen ............................................... 107
Stereo-mono wisselen (FM)................ 107
Wisselen van geheugenniveau (FM)... 107
Zenders programmeren ...................... 108
Sterkste zenders automatisch
programmeren met Travelstore........... 108
Geprogrammeerde zenders oproepen 108 Geprogrammeerde zenders laten
horen met Preset Scan (PS) ............... 108
Zenders laten horen met Radio-Scan . 109
PTY (Programma-type) ....................... 109
PTY en zoekafstemming ................. 109
PTY en Scan ................................... 109
Ontvangst van verkeersinformatie
met RDS-EON ............................. 110
Voorrang voor verkeersinformatie....... 110
Waarschuwingssignaal ....................... 110
Volume van verkeersinformatie en
waarschuwingssignaal instellen ...... 110
Waarschuwingssignaal uitschakelen110 Automatische start zoekafstemming ... 110
Zendernamen invoeren ....................... 111
TIM (Traffic Information Memo).... 111
Activeren TIM-opnamefunctie
“TIM-TIME“.......................................... 111
TIM-opnamefunctie ............................. 112
Opgenomen verkeersinformatie
afluisteren............................................ 112
TIM de-activeren ................................. 112
TIM-opnamefunctie geheel uit-
schakelen ............................................ 112
Cd-weergave ............................... 113
Cd plaatsen ......................................... 113
Cd uitnemen........................................ 113
Titelkeuze............................................ 113
Versneld voor- en achteruit ver-
plaatsen............................................... 113
TPM (Track Program Memory) ........... 114
Titels programmeren met TPM........ 114
Cd-weergave met TPM.................... 114
TPM-geheugen wissen.................... 114
TPM-Update .................................... 114
Automatische, verkorte weergave
CD SCAN ............................................ 115
MIX-weergave ..................................... 115
Cd-namen invoeren............................. 115
Wisselen van geluidsbron met SRC.... 116
Telefoonaansluiting ............................. 116
Programmeren met DSC ............ 116
Overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen met DSC. 118
Cd-wisselaar (optie) ................... 119
Cd afspelen ......................................... 119
Titelkeuze (Track) ............................... 119
MIX-weergave ..................................... 119
TPM (Track Program Memory) ........... 119
Namen voor cd’s in het magazijn ........ 120
Appendix ..................................... 121
Technische gegevens ......................... 121
98
Page 4
Beknopte gebruiksaanwijzing
1 en 2
Inschakelen: druk op ON-toets Uitschakelen: houd de ON-toets ca. 1 sec. ingedrukt. Volumeregeling: VOL+ = sterker,
VOL- = zachter
T-toets (Frequentie Modulatie)
3 FM
Voor het kiezen van de FM-band. Voor het wisselen van de FM-geheu­genniveaus I,II en T (Travelstore). Druk hiervoor de toets zovaak in, totdat het gewenste niveau op het display ver­schijnt. Om de zes sterkste zenders automa­tisch te programmeren met Travelstore: Programmeren: druk op de FM totdat de zoekafstemming op het dis­play begint. Oproepen: druk zo vaak op de FM toets, totdat T op het display verschijnt. Druk daarna kort op een van de voor­keuzetoetsen 1,2,3,4,5,6.
T-toets,
T-
4 M•L-toets (M = Middengolf, L = Lange
golf) Voor het kiezen van de middengolf- of lange-golfband. Druk de toets opnieuw in om te wisse­len tussen MG en LG.
5 -dB-toets
Voor het in- en uitschakelen van de muting (laag volume). De MUTE-aan­duiding verschijnt op het display. Voor het programmeren van de inge­stelde tijd en TIM TIME. Voor het programmeren van zender- en cd-naam bij CD-UPD.
6 Tuimelschakelaar <</>>,
/
Voor het instellen van de volgende functies:
Tuimelschakelaar << / >>
Radiofunctie: Stapsgewijze, handmati-
ge afstemming. << = omlaag, << = omhoog. Wanneer de tuimelscha-
kelaar ingedrukt gehou­den wordt, verloopt de afstemming snel. (Let op: de AF-functie moet uitstaan)
AUD-functie: Klankkleur:
<< = bass-, << = bass+ Balans: << = links, << = rechts
Cd-functie: << = versneld achteruit
verplaatsen << = versneld vooruit verplaatsen
DSC-functie: ZVoor het instellen van
de gewenste DSC-waar­den.
AF-functie: Om binnen een zender-
keten te “bladeren“, bv.: NDR1...NDR4.
Tijdfunctie: Voor het kiezen van de
uur- c.q. minutenaandui­ding (Aanduiding knip­pert)..
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
99
Page 5
Tuimelschakelaar
/
Radiofunctie: Automatische zoekaf-
stemming
= omhoog, = omlaag
AUD-functie: Klankkleur:
= treble+, = treble-
Fader:
= voor, = achter
Cd-functie:
= track hoger = track lager
DSC-functie: Voor het kiezen van de
DSC-functies.
Tijdfunctie: Voor het instellen van
uren en minuten.
7 Display
ZGeeft de gekozen functies en inge­stelde waarden aan.
Naam zender Frequentiegebied Plaats/niveau van het geheugen Functies
PTY Soort programma SPORT
Cd-functie TIME Gespeelde tijd Nummer titel/track Functies
8 KeyCard-sleuf
Schuif de KeyCard met de contactzijde naar boven in de sleuf. Druk op de kaart om de KeyCard te verwijderen.
KeyCard
9 PS/MIX-toets
Functie bij radiogebruik: PS (Preset Station Scan) Druk kort op de toets: het toestel laat de onder de voorkeuzetoetsen gepro­grammeerde zenders kort horen. Druk langer dan 2 sec. op de toets: het toestel laat alle te ontvangen zenders horen.
Functie bij cd-gebruik:
MIX
Druk kort op de toets: het toestel laat alle titels op de cd in willekeurige volgorde kort horen. Druk langer dan 2 sec. op de toets: CD SCAN. Het toestel laat alle titels op volgorde horen. Druk kort op de PS/MIX-toets om de SCAN-functie te beëindigen.
: TTPM-toets (Track Program Memory)
Om gekozen titels van een cd te pro­grammeren. Er kunnen titels van 30 cd’s worden opgeslagen.
100
Page 6
; Io/CLR-toets
Bass + Balans rechts
Bass ­Balans links
Treble -
Fader achter
Treble +
Fader vóór
Functie bij radiogebruik: Io: Druk kort op de toets: wisselen
van gevoeligheid van de zoekaf­stemming. Druk langer dan 2 sec. op de toets: wisselen tussen stereo- en mono-weergave.
Functie bij cd-gebruik: CLR: Druk op de toets om cd-titels uit
het TPM-geheugen te wissen.
< TIM-toets (Traffic Information Memo)
Druk kort op de toets om opgenomen verkeersinformatie weer te geven of de weergave te beëindigen. Druk de toets langer dan 2 sec. in om TA (Traffic Announcement - voorrang voor verkeersinformatie) te activeren of te de-activeren.
= AF-toets (Alternatieve Frequentie bij
RDS) Met AF zoekt de radio automatisch een beter te ontvangen frequentie van het­zelfde programma. Druk kort op de toets: AF aan of uit. Druk langer dan 2 sec. op de toets: REG ON of REG OFF (REG: regionale zender).
> PTY-toets (Programma-Type)
Om de PTY-functie te activeren. In de PTY-functie worden de voorkeuzetoet­sen gebruikt als programma-soorttoet­sen, zoals bv. NIEUWS, SPORT, POP, INFORMATIE, etc.
-toets (Eject)
?
Voor het uitnemen van de cd.
@ Voorkeuzetoetsen 1-6
Voor het programmeren van 6 zenders in elk van de geheugenniveaus I,II en T op de FM-band en 6 zenders elk op de MG- en LG-band.
A Cd-laadopening
Na het plaatsen van een cd vindt auto­matisch omschakeling plaats van radio­naar cd-weergave.
B DSC-toets (Direct Software Control)
Voor het activeren van de geprogram­meerde basisinstellingen in combinatie met de tuimelschakelaar 6. Voor het programmeren van aangepa­ste basisinstellingen. Voor het omschakelen van het display naar tijdaanwijzing bij radio- of cd-ge­bruik.
C AUD-toets
Druk langer dan 2 sec. op de toets om loudness in- of uit te schakelen. Druk éénmaal op de toets om de bass­/treble-functie te activeren. Druk tweemaal op de toets om de balans-/fader-functie te activeren. Regel de instelling met de tuimelscha­kelaar.
D SRC-toets (Source = bron)
Om te wisselen van geluidsbron, bv. cd-radio-cd.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
101
Page 7
Belangrijke aanwijzingen
Wat u beslist moet lezen
Lees voordat u de autoradio in gebruik neemt de volgende aanwijzingen a.u.b. zorgvuldig door.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat voor alles. Ge­bruik daarom uw autoradio altijd zó, dat u steeds alert op de heersende verkeerssitua­tie kunt reageren Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/ u elke seconde 14 meter aflegt. Het is raadzaam uw radio niet te bedienen in moeilijke verkeerssituaties. De waarschuwingssignalen van bv. politie en brandweer moeten in de auto op tijd en duidelijk te horen zijn. Beluister tijdens het rijden uw programma daarom alleen met een aangepast geluids­volume.
Gebruik met motorantenne
Wanneer u een autowasinstallatie binnen­rijdt, moet de motorantenne ingetrokken wor­den. Schakel hiervoor het toestel uit. Ver­schijnt bij het uitschakelen van het apparaat TIM ON op het display, dan is de timer geactiveerd. De motorantenne blijft dan nog drie uur uitgestoken. Wanneer een timer-tijd is ingesteld, blijft het apparaat bovendien 1,5 uur voor en na deze tijd stand-by. Hierdoor wordt de motoranten­ne eveneens uitgeschoven. Druk na het uit­schakelen kort op de TIM-toets. Op het dis­play verschijnt dan STBY OFF. De motoran­tenne wordt ingeschoven. Zet na het bezoek aan de wasinstallatie het apparaat aan. De TIMER wordt opnieuw ingesteld.
Inbouw/aansluiting
Wanneer u het apparaat zelf wilt inbouwen of verwijderen, lees dan van te voren beslist de bijgevoegde aanwijzingen voor inbouw en aansluiting.
Optische indicatie als diefstalbe­veiliging
Wanneer de auto is geparkeerd, kan de KeyCard-tong knipperen bij wijze van dief­stalbeveiliging. Met DSC kunnen twee toe­standen worden ingesteld: LED ON of LED OFF. Lees hiervoor “Programmeren met DSC - LED ON/OFF”.
KeyCard
De autoradio kan alleen bediend worden met een KeyCard 1 of 2, waarvan de code in het geheugen is opgeslagen. Zet het apparaat aan en schuif de KeyCard er geheel in. De autoradio is nu klaar voor gebruik. Wanneer een verkeerde KeyCard wordt ingebracht, verschijnt “----” op het dis­play. Na ca. 10 sec. wordt op het display CARD ERR aangegeven. Bedien in dit geval het apparaat alleen verder, wanneer u be­schikt over de erbij behorende KeyCard. Trek de KeyCard nooit uit het apparaat. Druk eerst op de KeyCard. De KeyCard komt dan in de uitneempositie. Neem dan pas de kaart uit het apparaat. Raakt een KeyCard zoek of beschadigd, dan kunt u via een erkend servicestation een nieuwe kaart aanvragen. Tegen meerprijs zijn design-KeyCards leverbaar. De service-
102
Page 8
Versterker
stations zijn op de autoradio-servicelijst ge­markeerd (
). Bij twijfel kan de klantenser­vice-centrale in uw land u het adres van het dichtstbijzijnde servicestation geven. Met de KeyCard (1 en 2) kan de instelling van de volgende functies afzonderlijk worden geprogrammeerd: bass, treble, balans, fa­der, volume bij inschakelen, scan-tijd, beve­stigingstoon “Beep“, klankkleur van gespro­ken uitzendingen “Speech“, voorkeurzen­ders, loudness, soort programma (PTY), TA (volume verkeersinformatie). Bovendien wordt de laatst ingestelde toe­stand, zoals frequentiebereik, zenderaf­stemming, TA-voorrang en gevoeligheid van de zoekafstemming vastgelegd. Zo beschikt u na het invoeren van uw KeyCard weer over de gekozen basisinstelling.
KeyCard vervangen
Een KeyCard kan alleen worden vervangen door een nieuwe met hetzelfde identificatie­nummer (1 of 2). Wanneer u bv. KeyCard 2 wilt vervangen:
Voer KeyCard 1 in en zet het apparaat aan.
Druk op de KeyCard. De kaart komt dan in de uitneempositie en op het dis­play verschijnt LEARNING.
Neem KeyCard 1 uit het apparaat en voer, zolang LEARNING wordt aange­geven, de nieuwe KeyCard 2 in.
Het apparaat kan nu worden bediend met de nieuwe KeyCard 2. Er kan altijd maar één KeyCard 1 of 2 voor het inschakelen worden gebruikt.
Aan- en uitschakelen
Om het apparaat aan te zetten:
Druk op de ON-toets. Op het display verschijnt CARD.
Schuif de KeyCard geheel in de sleuf. De autoradio is klaar voor gebruik.
Om het apparaat af te zetten:
Druk op de ON-toets of
neem de KeyCard uit het apparaat. Druk hiervoor op de KeyCard (de kaart wordt
ontgrendeld) en neem de kaart uit het appa­raat. Wanneer u de KeyCard uit het ingeschakel­de apparaat neemt, verschijnt LEARNING op het display en vervolgens STBY OFF (of TIM ON). Het apparaat schakelt dan zichzelf uit. Om het weer aan te zetten:
Schuif de KeyCard in het apparaat.
Wanneer u het apparaat via het contactslot uitschakelt, hoort u een dubbele pieptoon. Deze wijst u erop, dat u de KeyCard uit het apparaat moet nemen. U kunt de radio ook in gebruik nemen wan­neer de motor uitstaat.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
103
PORTUGUES
Page 9
Schuif de kaart terug in het apparaat of, wanneer de KeyCard nog in het apparaat geschoven is, druk op de ON-toets. Het ap­paraat schakelt zichzelf in en na een uur automatisch weer uit. U kunt het inschakelen zo vaak herhalen als u wilt.
“Beep-toon” bij bediening van de toetsen
Functies waarvoor de toets bij het program­meren langer dan 2 sec. ingedrukt moet blijven, kunnen met een “Beep” akoestisch bevestigd worden. U kunt het door de fabriek ingestelde volume van de “beep-toon” in de DSC-mode onder BEEP veranderen met de tuimelschakelaar <</>>. Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
Instellen van het volume
Voor het regelen van het geluidsvolume:
Druk op de VOL+ -toets voor een ster­ker, of op de VOL- - toets voor een zachter volume.
De aanduiding op het display verloopt van 0 tot +63. Wanneer u een sterk volume heeft ingesteld en u wilt direct een zacht volume:
Druk kort op de -dB-toets. Op het dis­play verschijnt MUTE.
Wanneer u weer een sterker volume wilt:
Druk opnieuw kort op de -dB-toets of op de VOL+ -toets.
Om de MUTE-waarde te veranderen (MUTE-aanduiding):
Druk eerst op de VOL- -toets.
Stel daarna het gewenste volume in met de VOL+ of de VOL- -toets.
Om de instelling te bewaren:
Druk langer dan 2 sec. op de -dB-toets.
Na korte tijd schakelt het display weer over op radio- of cd-functie.
Instellen van het volume bij inschakelen
U kunt de radio zo programmeren dat deze steeds met een bepaald volume wordt inge­schakeld. Dit is mogelijk in de DSC-mode met de functie VOL FIX.
Druk op de DSC-toets en daarna op de tuimelschakelaar
Op het display verschijnt VOL FIX.
Stel het gewenste volume bij inschake­len in met de tuimelschakelaar <</>>.
Bewaren:
Druk op de DSC-toets.
Het apparaat schakelt vervolgens terug naar het oorspronkelijk ingestelde volume.
.
Pas nadat het apparaat opnieuw is ingescha­keld, wordt het volume volgens de gepro­grammeerde waarde weergegeven. Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzon­derlijk in te stellen.
Instellen van balans en fader
U kunt de verhouding tussen het volume van de luidsprekers rechts/links (balans) aan­passen. Wanneer u vier luidsprekers aangesloten heeft, dan kunt u bovendien de verhouding van het volume voor/achter (fader) regelen. De balans- en fader-functie activeert u met de AUD-toets.
Druk tweemaal op de AUD-toets. Op het display verschijnt BAL (balans) of
FAD (fader) en een getal tussen -9 en +9. Om de balans (rechts/links) aan te passen:
Druk op de tuimelschakelaar <</>>. Om de fader (voor/achter) aan te passen:
Druk op de tuimelschakelaar Het getal op het display verloopt tussen -9 en
+9. Het blijft automatisch staan bij 0 (gelijke verhouding van het volume rechts/links c.q. voor/achter). U beëindigt het instellen door opnieuw op de AUD-toets te drukken; anders zal het display na ca. 8 sec. weer de radio- of cd-functies weergeven.
/ .
104
Page 10
Instellen van hoge en lage tonen
Om de instelling van hoge en lage tonen te activeren:
Druk eenmaal op de AUD-toets. Op het display verschijnt BAS of TRE en een
getal tussen -6 en +6. Om de lage tonen (BAS-bass) aan te passen:
Druk op de tuimelschakelaar <</>>. <<: Lage tonen worden zwakker weer­gegeven. <<: Lage tonen worden sterker weerge­geven.
Om de hoge tonen (TRE-treble) aan te pas­sen:
Druk op de tuimelschakelaar
: Hoge tonen worden sterker weerge-
geven.
: Hoge tonen worden zwakker weer-
gegeven.
Het getal op het display verloopt steeds tus­sen -6 en +6. Het blijft automatisch staan bij 0. U beëindigt het instellen door opnieuw op de AUD-toets te drukken; anders zal het display na ca. 8 sec. weer de radio-of cd-functies weergeven. Deze functies zijn voor KeyCard 1 en 2 afzon­derlijk in te stellen.
/ .
Instellen van loudness
Het menselijk gehoor neemt bij een laag geluidsvolume lage tonen minder goed waar dan hoge en middentonen. De loudness-stand verhelpt dit door de zachte, lage tonen te versterken. Om loudness in en uit te schakelen:
Druk langer dan 2 sec. op de AUD­toets.
Wanneer loudness ingeschakeld is, ver­schijnt LD op het display. Het punt waarop loudness in werking treedt, kunt u instellen in de DSC-mode.
Druk op de DSC-toets.
Druk daarna zo vaak op de tuimel- schakelaar het display verschijnt.
Om de instelling aan te passen:
Druk op de tuimelschakelaar <</>>.
Op het display verschijnt de aanduiding LOUD met een getal van 1 tot 6. Om de instelling te bewaren:
Druk op de DSC-toets.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzon­derlijk in te stellen.
, totdat LOUDNESS op
Instellen van de klok
De radio is uitgerust met een tijdaanduiding, waarop u tijdens radio- of cd-weergave kunt overschakelen. Bovendien wordt de klok voor de TIM-opnamefunctie gebruikt. Voor het kiezen van de klokfunctie:
Druk op de DSC-toets. Op het display verschijnt de tijdaanwijzing.
Voor de instelling van de uren:
Druk op de tuimelschakelaar << en stel de uren in met de tuimelschakela-
/ .
ar
Voor de instelling van de minuten:
Druk op de tuimelschakelaar << en stel de minuten in met de tuimelscha- kelaar
Om de ingestelde tijd te bewaren:
Druk op de -dB-toets of
Druk op de DSC-toets.
Tijdens radio- of cd-weergave kunt u met de DSC-toets overschakelen op de tijdaandui­ding.
/ .
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
105
PORTUGUES
Page 11
Radiogebruik met RDS (Radio Data System)
Het Radio Data System biedt u meer comfort bij het luisteren naar de radio op FM. Steeds meer radiozenders zenden bij hun programma’s ook RDS-informatie uit. Wanneer een radioprogramma kan worden herkend, verschijnt ook de afkorting van de zender op het display, evt. met regionale identificatie, bv. NDR1 NDS (Niedersach­sen). Met RDS worden de voorkeuzetoetsen ge­bruikt als programmatoetsen. Zo weet u pre­cies op welk programma u bent afgestemd en kunt u ook gericht het gewenste program­ma kiezen. RDS biedt u nog meer voordelen:
AF - Alternatieve frequentie
De AF-functie (Alternatieve Frequentie) zorgt ervoor dat automatisch op de best te ontvangen frequentie van het gekozen pro­gramma wordt afgestemd. Deze functie is ingeschakeld, wanneer AF verschijnt op het display. Voor het in- en uitschakelen van de functie:
Druk kort op de AF-toets. Tijdens het zoeken naar de sterkste frequen-
tie wordt de radioweergave even onderbro­ken.
Wanneer bij het aanzetten van het apparaat of bij het kiezen van een geprogrammeerde frequentie SEARCH in het display verschijnt, zoekt het apparaat automatisch naar een alternatieve frequentie. SEARCH verdwijnt wanneer een alternatie­ve frequentie gevonden is of na het doorlo­pen van de frequentieband. Wanneer dit programma niet meer naar wens te ontvangen is:
Kies dan een ander programma.
REG - Regionale programma’s
Bepaalde programma’s van radiozenders worden op bepaalde tijden in regionale uit­zendingen verdeeld. Zo verzorgt bv. het 1e net van de NDR op bepaalde tijden programma’s van verschillende inhoud voor gebieden in de noordelijke Duitse deelstaten Schleswig-Holstein, Hamburg en Nieder­sachsen. Wanneer u een regionaal programma ont­vangt en dit wilt blijven beluisteren:
Druk ca. 2 sec. op de AF-toets, totdat REG ON op het display verschijnt.
Wanneer REG ON geactiveerd is, verschijnt bij het aanzetten van het apparaat steeds even REG ON. Wanneer u het ontvangstge­bied van het regionale programma verlaat of
de volledige RDS-service wilt gebruiken, schakel dan over op REG OFF.
Druk hiervoor ca. 2 sec. op AF, totdat
REG OFF verschijnt.
Frequentieband kiezen
Met uw autoradio kunt u kiezen tussen de golfgebieden FM (ultrakorte golf), MG (mid­dengolf) en LG (lange golf).
FM kiezen
Druk kort op de FM play verschijnt FM voor frequentie-mo­dulatie.
MG of LG kiezen
Druk kort op de M•L-toets. Op het dis­play verschijnt M voor MG of L voor LG.
Wanneer u wilt wisselen tussen MG en LG:
Druk nogmaals op de M•L-toets.
Wanneer niet anders vermeld wordt, gelden de volgende bedieningsinstructies voor alle golfgebie­den.
T-toets. Op het dis-
106
Page 12
Automatisch afstemmen op zenders
Afstemmen op de volgende zender:
Druk op de tuimelschakelaar autoradio zoekt automatisch de volgen­de zender.
Afstemmen op de vorige zender:
Druk op de tuimelschakelaar autoradio zoekt automatisch de vorige zender. Wanneer de tuimelschakelaar
/ ingedrukt gehouden wordt, loopt de zoekafstemming snel voor- of achte­ruit.
Omhoog
Met stappen
omlaag
Omlaag
. De
Met stappen omhoog
. De
Handmatig afstemmen op zen­ders
U kunt de zender ook “met de hand” instellen. Voorwaarde: AF is uitgeschakeld!
Druk op de tuimelschakelaar
of .
De frequentie gaat met vaste stappen omh­oog of omlaag. Wanneer u de tuimelschakelaar ingedrukt houdt, verloopt het zoeken snel. Wanneer u de gewenste frequentie bereikt hebt:
Laat de tuimelschakelaar
/ los.
Gevoeligheid van de zoekaf­stemming instellen
U kunt de gevoeligheid van de automatische zoekafstemming voor alle golfgebieden ve­randeren. Wanneer u alleen sterke zenders wilt ontvangen (geringe gevoeligheid):
Druk op de Io/CLR-toets totdat Io op het display verschijnt.
Wanneer u ook zwakkere zenders wilt ont­vangen (grotere gevoeligheid):
Druk opnieuw op de Io/CLR-toets. Io verdwijnt van het display.
U kunt de mate van gevoeligheid met elke gewenste tussenafstand variëren (zie hier­voor het hoofdstuk Programmeren met DSC
- S-DX, S-LO).
Stereo-mono wisselen (FM)
Wanneer u wilt wisselen tussen stereo- en monoweergave:
Druk langer dan 2 sec. op de Io/CLR­toets.
Bij stereoweergave verschijnt het teken
op het display. Wanneer het apparaat wordt aangezet, is de stereoweergave ingesteld. Bij slechte ontvangst schakelt het apparaat automatisch over op monoweergave.
Wisselen van geheugenniveau (FM)
U kunt de geheugenniveaus I, II en T afwis- selen om zenders te programmeren en om geprogrammeerde zenders op te roepen. Het gekozen geheugenniveau verschijnt op het display.
Druk zovaak op de FM
het gewenste geheugenniveau op het display verschijnt.
T-toets, totdat
107
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
Page 13
Zenders programmeren
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzon­derlijk in te stellen. Op de FM-band kunt u voor elk geheugenni­veau 6 zenders programmeren met de voor­keuzetoetsen 1-6. Op de MG- en LG-band kunt u elk 6 zenders programmeren.
Kies het frequentiegebied met de toet­sen FM
Stem af op een zender met de tuimel­schakelaar (automatisch: matig: <</>>).
Druk zolang op de gewenste zender­voorkeuzetoets totdat de pieptoon c.q. het programma weer te horen is na de geluidsonderdrukking (ca. 2 sec.).
De zender is nu geprogrammeerd. Het dis­play geeft aan welke toets is ingedrukt.
Let op:
Wanneer u afstemt op een reeds geprogram­meerde zender, knippert de betreffende voorkeuzetoets en bij FM het geheugenni­veau kort op het display.
T c.q. M•L.
/ of hand-
Sterkste zenders automatisch programmeren met Travelstore
U kunt de zes sterkste FM-zenders in het betreffende ontvangstgebied op volgorde van sterkte automatisch programmeren. Deze functie is vooral handig op reis.
Druk minstens 2 sec. op de FM Het apparaat zoekt dan de sterkste FM-
zenders en slaat ze op in geheugenniveau T (Travelstore). Na voltooiing wordt op de sterkste zender afgestemd. Indien gewenst kunnen op het Travelstore­niveau ook handmatig zenders worden inge­steld. Wanneer er minder dan zes zenders te ontvangen zijn, worden de toetsen zonder programma d.m.v. streepjes kort aangege­ven op het display.
T-toets
Geprogrammeerde zenders oproepen
Geprogrammeerde zenders kunt u weer oproepen met een druk op de toets.
Kies het frequentiegebied FM geheugenniveau, of het frequentiege­bied M•L.
Druk kort op de betreffende zender­voorkeuzetoets om de zender op te roepen.
T en het
Geprogrammeerde zenders laten horen met Preset Scan (PS)
Met Preset Scan kunt u alle geprogrammeer­de zenders van een frequentiegebied kort laten horen. U kunt de duur van het fragment instellen tussen 5 en 30 sec. (zie hiervoor het hoofdstuk Programmeren met DSC - SCAN­TIME).
Druk hiervoor kort op de PS/MIX-toets. Het apparaat laat alle geprogrammeerde
zenders van het frequentiegebied kort horen. Het nummer van de voorkeuzetoets knip­pert, bij FM ook het geheugenniveau. Op FM laat het apparaat, afhankelijk van de instelling, de zenders op de geheugenni­veaus I, II of het Travelstore-niveau T horen. Wanneer onder een voorkeuzetoets geen zender is geprogrammeerd, dan wordt deze toets overgeslagen. Wilt u ‘‘n van de gehoor­de zenders blijven beluisteren:
Druk opnieuw op de PS/MIX-toets.
108
Page 14
Zenders laten horen met Radio­Scan
U kunt alle te ontvangen zenders op het gekozen frequentiegebied achtereenvol­gens kort laten horen. De duur van het frag­ment kunt u instellen tussen 5 en 30 sec. (zie hiervoor het hoofdstuk Programmeren met DSC - SCANTIME). Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzon­derlijk in te stellen.
Druk hiervoor langer dan 2 sec. op de PS/MIX-toets.
De radio laat alle te ontvangen zenders na elkaar horen. De frequentie of de afkorting van de zender knippert op het display. Wilt u ‘‘n van de gehoorde zenders blijven beluisteren:
Druk dan kort op de PS/MIX-toets.
Wanneer u geen zender kiest, wordt de zoekafstemming beëindigd en laat de radio weer de oorspronkelijke zender horen.
PTY (Programma-type)
Het PTY-signaal is een programmasoort­identificatie die in de toekomst zal worden opgenomen in de RDS-informatie die de radiozenders uitzenden. De soorten programma’s worden verdeeld in nieuws, politiek, specifieke informatie, sport, etc. Dit
geeft u de mogelijkheid een bepaald soort programma te selecteren, in overeenstem­ming met uw eigen wensen. Met PTY bent u voorbereid op de toekomst van RDS. Om in of uit te schakelen:
Druk op de PTY-toets. U heeft nu de mogelijkheid om met de voor-
keuzetoetsen 6 verschillende soorten programma’s te kiezen. De voorkeuzetoetsen fungeren nu als pro­grammasoort-toetsen.
PTY en zoekafstemming
Kies bv. voorkeuzetoets 6 SPORT.
Start de zoekafstemming met de tui- melschakelaar
/ .
Het apparaat stemt alleen af op zenders met de PTY-code SPORT. Tijdens het zoeken knippert op het display afwisselend SEARCH en SPORT! Wanneer geen zender gevonden wordt, knippert op het display nog ca. 3 sec. SPORT. De radio keert terug naar de uit­gangspositie.
PTY en Scan
In de Scan-mode laat het apparaat alleen zenders met de gekozen PTY-code horen.
Druk bv. op voorkeuzetoets 6 voor SPORT.
Start Scan met de PS/MIX-toets.
Tijdens het zoeken knippert op het display PTY SCAN en SPORT. Wanneer geen SPORT-zenders gevonden worden, keert de radio terug naar de uit­gangspositie. Behalve de 6 programmasoorten zijn mo­menteel in de DSC-mode onder PTY SET nog 9 andere programmasoorten, 15 vrije geheugenplaatsen en de standaardinstelling geprogrammeerd. Hoe u de voorkeuzetoetsen anders kunt pro­grammeren en ook de taal kunt veranderen, leest u in het hoofdstuk Programmeren met DSC - PTY SET en PTY LANG.
109
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
Page 15
Ontvangst van verkeersinformatie met RDS-EON
Veel FM-zenders zenden regelmatig actuele verkeersinformatie uit voor hun regio. Zenders met verkeersinformatie zenden ter identificatie een signaal uit, waaraan uw au­toradio ze herkent. Wanneer een dergelijk signaal herkend wordt, verschijnt op het dis­play TP (Traffic Program - Uitzending met verkeersinformatie). Daarnaast zijn er zenders die zelf geen ver­keersinformatie uitzenden, maar met RDS­EON de mogelijkheid bieden de verkeersin­formatie van een andere zender van dezelf­de omroep te ontvangen. Wanneer op een dergelijke zender (bv. NDR3) is afgestemd, verschijnt ook TP op het display. Wanneer de voorrang voor verkeersinformatie geactive­erd is, verschijnt TA op het display. Bij verkeersinformatie wordt automatisch overgeschakeld op de zender met de ver­keersinformatie (in dit geval NDR2). Dan volgt de verkeersinformatie, waarna auto­matisch naar het ervoor beluisterde pro­gramma (NDR3) wordt teruggeschakeld.
Voorrang voor verkeersinformatie
Bij radio- of cd-weergave kunt u kiezen of de verkeersinformatie voorrang krijgt. Om de voorrang in of uit te schakelen:
Druk langer dan 2 sec. op de TIM-toets. Op het display verschijnt, c.q. verdwijnt TA.
Waarschuwingssignaal
Wanneer u het ontvangstgebied van de inge­stelde verkeersinformatie-zender verlaat, klinkt na ca. 30 sec. een waarschuwingssign­aal. Wanneer u de AF-functie ingeschakeld heeft, verschijnt na korte tijd SEARCH op het display. De radio zoekt dan een alternatieve zender. Wanneer geen overeenkomstige zender ge­vonden wordt, klinkt opnieuw het waarschu­wingssignaal.
Volume van verkeersinformatie en waarschuwingssignaal instellen
Dit volume is door de fabriek ingesteld. Wilt u de waarde veranderen, ga dan als volgt te werk:
Druk op de DSC-toets.
Druk vervolgens zo vaak op de tuimel-
schakelaar TA LEVEL verschijnt.
Stel met de tuimelschakelaar <</>> de gewenste waarde in tussen T1 en T9.
Om de instelling te bewaren:
Druk op de DSC-toets.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzon­derlijk in te stellen.
/ totdat op het display
Waarschuwingssignaal uitschakelen
Om het waarschuwingssignaal af te zetten: – Kunt u op een andere zender afstem-
men.
Druk hiervoor op de tuimelschakelaar / of
Druk op een voorkeuzetoets waaronder
een zender met verkeersinformatie geprogrammeerd is.
– Kunt u de voorrang voor verkeersinfor-
matie uitzetten.
Druk hiervoor langer dan 2 sec. op de
TIM-toets. TA verdwijnt.
Automatische start zoekafstem­ming
(Cd-gebruik)
Wanneer u het ontvangstgebied van de inge­stelde verkeersinformatie-zender verlaat ter­wijl u een cd beluistert, zoekt de autoradio automatisch een andere zender met ver­keersinformatie. Wanneer ca. 30 sec. na het begin van de zoekafstemming geen programma met ver­keersinformatie gevonden wordt, stopt de cd en klinkt het waarschuwingssignaal. U kunt het waarschuwingssignaal op de reeds beschreven manier afzetten.
110
Page 16
TIM (Traffic Information Memo)
Zendernamen invoeren
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzon­derlijk in te stellen. Wanneer u een zender kiest, verschijnt de frequentie ervan op het display, bv. 96,20, en bij RDS-zenders vervolgens de verkorte zen­dernaam, bv. NDR2. Bij geprogrammeerde zenders zonder RDS-identificatie kunt u deze frequentie-aanduiding vervangen door een naam van maximaal 8 tekens. Deze zenders moeten op de geheugenni­veaus I en II geprogrammeerd zijn.
Kies de gewenste voorkeuzetoets. Naam invoeren:
Druk op de DSC-toets.
Druk zo vaak op de tuimelschakelaar / , totdat op het display ST NAME
verschijnt.
Kies de wijze van invoeren met de tui-
melschakelaar <</>>.
Op het display wordt de frequentie aangege­ven met daarnaast liggende streepjes. Het eerste streepje knippert. U kunt kiezen uit de hoofdletters A-Z, Umlau­te, bijzondere tekens en de cijfers 0-9. Om de eerste letter in te voeren:
Druk zo vaak op de tuimelschakelaar / als nodig.
De aanduiding wijzigt zich, totdat de eerste gekozen letter knippert. Ingevoerde letter bevestigen:
Druk op de tuimelschakelaar <<. De eerste letter verschijnt en het tweede
streepje knippert. Voer nu op dezelfde manier de volgende letters of cijfers in. Wanneer de gewenste naam is ingevoerd:
Druk langer dan 2 sec. op de -dB-toets. Terugschakelen naar radioweergave:
Druk op de DSC-toets. Steeds wanneer u de zender kiest, verschijnt
de naam op het display. De RDS-aanduiding heeft voorrang. Wan­neer u een RDS-zender een naam gegeven heeft, verschijnt deze na het indrukken van de betreffende voorkeuzetoets voor ca. 2 sec. Daarna verschijnt de RDS-naam. Wanneer u onder de voorkeuzetoets een nieuwe zender programmeert, wist u tegelijk de oude naam.
Het apparaat beschikt over een digitaal spraakgeheugen, waarmee automatisch maximaal vier verkeersberichten met een totale duur van maximaal 4 minuten worden opgenomen. Wanneer het apparaat is ingeschakeld, wordt de verkeersinformatie altijd opgeno­men, ook wanneer in de DSC-mode TIM OFF gekozen is of TA uitgeschakeld is. Om verkeersinformatie te kunnen opnemen bij afwezigheid en uitgeschakelde radio, is het apparaat uitgerust met een timer.
Activeren TIM-opnamefunctie “TIM-TIME“
Stel voordat u de timer activeert - indien dit nog niet gebeurd is - in de DSC-mode de juiste tijd in. Lees hiervoor het gedeelte “Instellen van de klok”. Om de gewenste opnametijd in te stellen:
Druk op de DSC-toets.
Toets de tuimelschakelaar vaak in, totdat op het display TIM TIME verschijnt.
Druk op de tuimelschakelaar <<. De aanduiding OFF/uren knippert.
Uren instellen:
Druk zo vaak als nodig op de tuimel- schakelaar
/ .
/ zo
111
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
Page 17
Minuten instellen:
Druk op de tuimelschakelaar <<.
Stel de gewenste waarde in met de tuimelschakelaar
Om de ingestelde tijd (TIM TIME) te bewa­ren:
Druk op de -dB- of DSC-toets.
De TIM-tijd ligt in het midden van de opname­tijd van 3 uur. Voorbeeld: TIM-tijd = 7:30 uur:
Start
6:00
/ .
TIM-TIME Einde
7:30 9:00
TIM actief
TIM-opnamefunctie
TIM is geactiveerd. Na het uitschakelen van het apparaat staat TIM automatisch 3 uur lang in de Standby­functie. Bovendien is TIM 1,5 uur vóór en na de ingestelde TIM-TIME actief. Wanneer TIM geactiveerd is, laat het display bij het uitschakelen kort TIM ON zien.
Opgenomen verkeersinformatie afluisteren
Druk kort op de TIM-toets. Op het display verschijnt bijvoorbeeld:
T1 7:30, d.w.z. T1 = bericht 1, dat werd opgenomen om 7:30 uur. Wanneer vier verkeersberichten zijn opge­nomen, is T4 steeds het meest recente en wordt als eerste weergegeven. Tijdens het bericht kunt u met de tuimel- schakelaar 6 de volgende functies bedie- nen:
<<: terug naar het begin van het bericht
: vorige bericht afluisteren : volgende bericht afluisteren
>>: overschakelen op radio- of cd-weer-
gave
Om verder (Cue), c.q. terug te spoelen (Re­view) binnen een bericht:
Houd de tuimelschakelaar drukt.
Wanneer geen verkeersinformatie is opge­nomen, verschijnt na het indrukken van de TIM-toets NO TIM op het display.
/ inge-
TIM de-activeren
Na het uitschakelen kunt u de TIM-functie door het indrukken van de TIM-toets de­activeren totdat opnieuw wordt ingescha­keld. Het apparaat bevestigt het de-activeren met de mededeling STBY OFF.
TIM-opnamefunctie geheel uit­schakelen
Opnamefunctie uitschakelen:
Druk op de DSC-toets.
Kies met de tuimelschakelaar menu TIM TIME.
Druk op de -dB-toets en zet de tijdaan­duiding met de tuimelschakelaar op TIM OFF.
TIM OFF ligt bij de overgang van de uurin­stelling van 23:00 naar 0:00 uur. Om de instelling te bewaren en de TIM-mode te verlaten:
Druk op de -dB- of de DSC-toets.
/ het
/
112
Page 18
Cd-weergave
Let op:
Wanneer u de auto langere tijd niet gebruikt (bv. vakantie), schakel TIM dan geheel uit.
Handel volgens het gedeelte “Gebruik met motorantenne” in het hoofdstuk “Belangrijke aanwijzingen“, wanneer u een wasstraat be­zoekt.
Cd plaatsen
Zet de radio aan.
Schuif de cd met de tekst naar boven zonder forceren in de disc-opening.
De cd wordt automatisch in de afspeelpositie gebracht. Op het display verschijnt CD ON en het titelnummer T1 (Track). De display-aanduiding verandert en toont de speeltijd òf CD PLAY òf de vrij gekozen naam.
Cd uitnemen
Druk langer dan 1 sec. op de -toets (Eject).
De cd wordt uit het apparaat geschoven. Ter bescherming van het mechaniek mag de automatische cd-inleg niet geholpen of ge­hinderd worden.
Titelkeuze
Tijdens de weergave kunt u met de tuimel­schakelaar
/ andere titels kiezen. Wanneer u een van de volgende titels wilt afspelen:
Druk op de tuimelschakelaar
.
Wilt u de lopende titel opnieuw vanaf het begin beluisteren:
Druk eenmaal op de tuimelschakelaar
.
Wilt u voorafgaande titels afspelen:
Druk zo vaak op de tuimelschakelaar
totdat de gewenste titel is bereikt.
Versneld voor- en achteruit verplaatsen
Versneld vooruit verplaatsen:
Houd de tuimelschakelaar << inge-
drukt.
Versneld achteruit verplaatsen:
Houd de tuimelschakelaar << inge-
drukt.
Laat, wanneer u de gewenste passage bereikt hebt, de toets los. De weergave wordt voortgezet.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
113
PORTUGUES
Page 19
TPM (Track Program Memory)
Met TPM kunt u van 30 cd’s elk 20 titels kiezen en programmeren. Steeds wanneer TPM geactiveerd is (op het display verschijnt TPM), worden de gekozen titels van de geplaatste cd afgespeeld. Wanneer een cd wordt geplaatst waarvan geen titels zijn gekozen met TPM, verschijnt kort NO TPM op het display. Alle titels van de cd worden dan afgespeeld.
Titels programmeren met TPM
Plaats een cd.
Kies de titel met de tuimelschakelaar / .
Bewaren:
Druk zolang op de TPM-toets, totdat u
de pieptoon hoort of de geluidsonderb­reking beëindigd is.
Kies de volgende titels steeds met de tuimel- schakelaar toets zoals beschreven. Tijdens de cd-weergave kunt u altijd titels programmeren. TPM moet hiervoor echter uitgeschakeld zijn (druk op TPM-toets). Op dezelfde manier kunt u TPM­programma’s voor andere cd’s vastleggen.
114
/ en bewaar ze met de TPM-
Cd-weergave met TPM
Plaats een cd.
Druk op de TPM-toets. De met TPM geprogrammeerde titels wor-
den in oplopende volgorde afgespeeld. Alle niet geprogrammeerde titels worden over­geslagen.
TPM-geheugen wissen
Met de Io/CLR-toets (Clear = wissen) kun­nen afzonderlijke titels, alle titels van een cd of het gehele TPM-geheugen gewist worden. Om TPM-programma’s te wissen moet TPM ingeschakeld zijn. Op het display verschijnt dan TPM. Is het TPM-geheugen leeg, dan verschijnt op het display NO TPM.
– Wissen van een TPM-titel:
Plaats de cd.
Zet TPM aan.
Kies de titel met de tuimelschakelaar / .
Druk zo lang op de Io/CLR-toets totdat
op het display CLEAR verschijnt.
– TPM van een cd wissen:
Plaats de cd.
Zet TPM aan.
Houd de Io/CLR-toets ca. 8 sec. inge­drukt, totdat op het display CLR CD verschijnt.
De TPM van deze cd is gewist.
– TPM-geheugen wissen
Plaats een cd.
Zet TPM aan.
Houd de Io/CLR-toets ca. 14 sec. inge­drukt, totdat op het display CLR TPM verschijnt.
Het TPM-geheugen is voor alle cd’s gewist.
TPM-Update
Met de Update-functie (nieuwe toestand van het TPM-geheugen bewaren) kunnen alle cd’s waarvan de TPM bewaard moet blijven, bevestigd worden.
Druk op de DSC-toets.
Kies met de tuimelschakelaar CD UPD-mode.
Schakel met de tuimelschakelaar <</>> LOAD CD in.
Plaats een cd. Op het display verschijnt achtereenvolgens: READ CD, READY en daarna NEXT CD.
/ de
Page 20
Druk op de
-toets (Eject) en verwij-
der de cd.
Herhaal deze handeling voor alle cd’s waar­van het TPM-programma bewaard moet blij­ven. Laat de laatste cd die u wilt bevestigen in het apparaat.
Druk ter afsluiting langer dan 2 sec. op de TPM-toets. Op het display verschijnt READY en daarna CD UPD.
Om de DSC-mode te verlaten:
Druk op de DSC-toets.
Het TPM-programma van alle cd’s die wer­den geplaatst, is bewaard. Van alle andere cd’s is het TPM-programma gewist.
Automatische, verkorte weerga­ve CD SCAN
Met deze functie heeft u de mogelijkheid om alle muziektitels op de cd snel na elkaar te laten horen. Activeer SCAN:
Druk langer dan 2 sec. op de PS/MIX­toets.
Op het display verschijnt CD SCAN. Het apparaat laat de volgende muziektitels na elkaar kort horen. Wanneer TPM geacti­veerd is, laat het apparaat alleen de titels in het TPM-geheugen horen.
Wanneer het muziekfragment u bevalt:
Druk opnieuw op de PS/MIX-toets. SCAN wordt uitgeschakeld en de betreffen-
de titel wordt verder afgespeeld. De duur van het een fragment kunt u in de DSC-mode SCANTIME instellen tussen 5 en 30 sec.
MIX-weergave
Wanneer de functie MIX is ingeschakeld, worden de cd-titels in willekeurige volgorde weergegeven. Op het display verschijnt MIX. Wanneer TPM geactiveerd is, worden alleen de titels in het TPM-geheugen weergegeven. Wanneer de afgespeelde titel u niet bevalt, kunt u een andere titel kiezen door op de tuimelschakelaar
/ te drukken.
In-/uitschakelen van de MIX-functie:
Druk kort op de PS/MIX-toets.
Cd-namen invoeren
U kunt namen voor 30 cd’s invoeren. De naam verschijnt steeds wanneer de cd geplaatst is.
Plaats een cd.
Druk op de DSC-toets.
Kies met de tuimelschakelaar de DSC-mode de functie CD DISP.
/ in
Stel met de tuimelschakelaar <</>> de functie NAME in.
Kies daarna met de tuimelschakelaar
/ de DSC-mode CD NAME en
Druk vervolgens op de tuimelscha- kelaar <</>>.
Op het display verschijnen 8 streepjes. Het eerste streepje knippert.
Kies nu de eerste letter met de tuimel- schakelaar
/ .
U kunt kiezen uit de hoofdletters A-Z, Umlau­te, bijzondere tekens en de cijfers 0-9. De eerste gekozen letter knippert. Om in te voeren:
Druk op de tuimelschakelaar <<.
De eerste letter verschijnt en het tweede streepje knippert. Voer nu op dezelfde manier de volgende letters of tekens in. Wanneer u de gewenste naam heeft ingevo­erd:
Druk om te bewaren op de -dB-toets, en om de NAME-mode te verlaten op de DSC-toets.
Een geprogrammeerde naam wordt door het invoeren van een nieuwe naam gewist (over­schreven). Heeft u NAME gekozen maar geen naam ingevoerd, dan verschijnt CD PLAY.
115
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
Page 21
Programmeren met DSC
Wisselen van geluidsbron met SRC
U kunt de verschillende geluidsbronnen af­wisselen in de volgorde cd - radio - cd. Wanneer u bij cd-gebruik wilt wisselen van geluidsbron:
Druk op de SRC-toets. Het apparaat gaat over op radio-gebruik.
Wanneer u als extra een cd-wisselaar aan­gesloten heeft, kunt u van geluidsbron wisse­len in de volgorde cd - radio - cd-wisselaar ­cd.
Telefoonaansluiting
Wanneer u in uw auto een autotelefoon in gebruik heeft, kan de radio/cd-weergave bij gebruik van de telefoon automatisch worden onderbroken. Op het display verschijnt dan TELEFON. Voorwaarde hiervoor is echter dat het tele­foontoestel op de juiste wijze op dit apparaat is aangesloten. Lees hiervoor de aanwijzin­gen voor aansluiting in de inbouw-handlei­ding.
Uw autoradio biedt u de mogelijkheid om met DSC (Direct Software Control) enkele instel­lingen en functies aan uw wensen aan te passen en deze aanpassingen te program­meren. Het apparaat is door de fabriek ingesteld. Een overzicht van de door de fabriek inge­stelde basisinstellingen vindt u hieronder, zodat u deze altijd kunt raadplegen. Wanneer u een geprogrammeerde waarde wilt veranderen:
Druk op de DSC-toets. Met de tuimelschakelaar kunt u een keuze
maken uit de de hierna beschreven functies en deze instellen. Op het display wordt de ingestelde waarde aangegeven.
Functie kiezen
Waarde
instellen
Functie kiezen
Waarde instellen
De volgende DSC-instellingen zijn mogelijk: TIJD: Selecteer de uurinstelling
met <<, de minuten met <<. Druk om de tijd in te stellen op de tuimelschakelaar
.
CD-NAME: Met deze functie kunt u
cd’s naar eigen inzicht be­noemen.
ANGLE: Met deze instelling kunt u
uw individuele waar­nemingshoek instellen tus­sen -1, 0 en +1.
BEEP: Bevestigingssignaal voor
functies waarvoor een toets langer dan 2 sec. ingedrukt moet blijven. Het volume is met de tuimelschakelaar <</>> instelbaar van 0-9 (0 = uit).
/
116
Om de instelling te bevestigen of te beëindi­gen:
Druk op de -dB- of de DSC-toets.
Page 22
BRIGHT: U kunt de helderheid van
het display instellen tussen 1 en 16. U kunt een afzon­derlijke helderheidswaarde kiezen voor dag en nacht. Invoeren van de helderheid voor ‘s nachts: Zet de verlichting van de auto aan en programmeer de helderheidswaarde. Voorwaarde is dat de radio is aangesloten op de ver­lichting van de auto.
COLOUR: Hiermee kunt u de kleur
van het display instellen tussen G = groen en R = rood.
CD DISP: Hier kunt u met de tuimel-
schakelaar <</>> kiezen of tijdens cd-weergave de gekozen naam NAME of de speelduur TIME of het titel­nummer NUMBER wordt aangegeven.
LED ON/OFF: U kunt kiezen tussen LED
ON of LED OFF. Bij LED ON knippert de KeyCard­tong als extra beveiliging wanneer het apparaat uit­geschakeld is en de Key­Card is verwijderd.
LOUDNESS: Hiermee is aanpassing
mogelijk van zachte, lage tonen aan het menselijk gehoor. LOUD 1: geringe versterkin LOUD 2: maximale verster­king
PTY LANG: Hiermee kiest u de taal van
de programmasoort-aan­duiding uit Duits of Engels.
PTY SET: U kunt de standaardinstel-
lingen van de zender-voor­keuzetoetsen aanpassen in de PTY SET-mode. Druk op de aan te passen voorkeuzetoets. Selecteer in de DSC-mode PTY SET
/ . Stel met de tui-
met melschakelaar <</>> het gewenste soort programma in. Druk vervolgens langer
dan 2 sec. op de voorkeu­zetoets. Deze functie is voor Key­Card 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
SCANTIME: Met deze functie kunt u de
duur van het fragment voor radio en cd met de tuimel­schakelaar <</>> vastleg­gen tussen 5 en 30 sec.
S-DX: Hiermee kunt u de gevoe-
ligheid van de zoekafstem­ming voor interlokale ont­vangst vastleggen. DX 1: zeer gevoelig DX 3: gevoelig
S-LO: Hiermee kunt u de gevoe-
ligheid van de zoekafstem­ming voor lokale ontvangst vastleggen. LO 1: gevoelig LO 3: ongevoelig
117
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
Page 23
SPEECH: In de toekomst zullen ver-
schillende RDS-omroepen onderscheid gaan maken tussen uitzendingen van muziek en gesproken woord. U kunt hier de klankkleur instellen tussen 0 en 4. Deze functie is voor Key­Card 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
ST NAME: U kunt elk station een ei-
gen naam geven.
TA LEVEL: Hiermee kunt u het volume
van de verkeersinformatie instellen tussen 1 en 9. U hoort de verkeersinformatie altijd op dit volume. Bovendien kunt u de geo­metrie (BAL/FAD) en de klankkleur (BAS/TRE) voor TA instellen (bv. gericht op de bestuurdersplaats). Dit moet vòòr de instelling van TA LEVEL gebeuren. Stel wanneer de programmering gereed is, opnieuw uw standaardwaarden voor geometrie en klankkleur in.
TIM TIME: Met dit menu stelt u de
opnametijd in van de ver­keersinformatie wanneer het apparaat uitstaat. Wan­neer de timer geactiveerd is, verschijnt bij het uitscha­kelen TIM ON. Zet om de timer af te zetten de tijd op OFF (stap van 23:00 naar 0:00 uur).
CD UPD: et deze Update-functie legt
u de laatste TPM- program­mering van uw cd’s vast. Bij alle cd’s die u plaatst, blijft de programmering bewaard. Cd’s met TPM die u niet plaatst, worden uit het ge­heugen gewist. Na selectie van CD UPD plaatst u een cd. Op het display verschijnen achte­reenvolgens READ CD, READY, NEXT CD. Wan­neer u de cd verwijdert, verschijnt LOAD CD. U kunt dan een andere cd plaatsen.
VOL FIX: iermee kunt u het volume
bij inschakelen instellen, waarmee het apparaat al­tijd zal inschakelen.
Let op:
In het DSC-menu mogen geen afstandsbe­dieningstoetsen bediend worden.
Overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen met DSC
KLOK 0:00 ANGLE 0 BEEP 4 BRIGHT 16 COLOUR midden CD DISP TIME LED ON LOUDNESS 3 PTY LANG Engels SCANTIME 10 s S-DX 2 S-LO 2 SPEECH 0 TA LEVEL 5 TIM TIME OFF VOL FIX 20
118
Page 24
Cd-wisselaar (optie)
Met uw autoradio kunt u de Blaupunkt cd­wisselaars CDC-A03/-F03 en CDC-A05/­F05 op afstand bedienen. Voor informatie over de bediening van het wissel-magazijn verwijzen wij u graag naar de gebruiksaanwijzing van de cd-wisselaar. Bij gebruik van de cd-wisselaar is de bedie­ning grotendeels gelijk aan de bediening van de cd-speler in de radio. Hierom worden de identieke bedienings­functies slechts kort beschreven.
Cd afspelen
Schuif eerst het met cd’s geladen ma­gazijn in de wisselaar.
Zet voor het afspelen van cd’s uit het maga­zijn de radio op wisselaar-gebruik.
Druk daarvoor zovaak op de SRC­toets, totdat de CDC-mode is ingescha­keld.
De cd-weergave start. In het DSC-menu kunt u onder CD DISP kiezen of het display de naam (NAME), de speelduur (TIME) of het CD-nummer (NUM­BER) aangeeft. Wanneer u voor NAME gekozen heeft maar geen naam heeft ingevoerd, verschijnt kort het nummer van de cd en vervolgens CDC
PLAY.
Titelkeuze (Track)
Om een titel te selecteren:
Druk kort op de tuimelschakelaar .
Versneld voor- en achteruit verplaatsen
Houd hiervoor de tuimelschakelaar
of ingedrukt tijdens het afspelen.
De speelduur wordt aangegeven.
Cd kiezen
Om een disc uit het magazijn te kiezen:
Druk op de tuimelschakelaar << of <<.
Kiest u een cd-nummer dat niet geladen is in het magazijn, dan verschijnt op het display NO CD. De wisselaar kiest dan de eerstvol­gende geladen cd.
Titels kort weergeven (CDC SCAN)
Voor korte weergave van alle titels:
Druk langer dan 2 sec. op de PS/MIX-
toets.
Wilt u het fragment dat u hoort verder belui­steren:
Druk opnieuw op de PS/MIX-toets.
Na het scannen van alle cd’s in het magazijn wordt de weergave normaal voortgezet.
of
MIX-weergave
U kunt de titels van ‘‘n cd (MIX CD) of van alle cd’s in het magazijn (MIX MAG - magazijn) in een willekeurige volgorde afspelen.
MIX CD
Kies de cd met de tuimelschakelaar <</>>.
Druk kort op de PS/MIX-toets.
MIX MAG
Druk tweemaal op de PS/MIX-toets.
MIX-functie uitschakelen:
Druk op de PS/MIX-toets, totdat op het display MIX OFF verschijnt.
TPM (Track Program Memory)
Met TPM kunt u van alle cd’s in het magazijn en in andere magazijnen uw favoriete titels programmeren met een maximum van 99 cd’s.
Kies de cd met de tuimelschakelaar <</>>.
Druk zo vaak op de tuimelschakelaar
/ , totdat het nummer van de titel
verschijnt.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
119
PORTUGUES
Page 25
Programmeren:
Druk zo lang op de TPM-toets, totdat u de pieptoon hoort of de geluidsonderb­reking is opgeheven.
Op dezelfde manier programmeert u met TPM de overige titels.
Weergave met TPM
Om met TPM geprogrammeerde titels weer te geven:
Druk op de TPM-toets.
Kies met de tuimelschakelaar <</>> bv. CD 1.
De met TPM geprogrammeerde titels wor­den in oplopende volgorde afgespeeld.
TPM-geheugen wissen
U wist de TPM-programmering van een titel of een cd in het magazijn net zo als bij de cd­speler van de radio. TPM moet aanstaan.
Wissen van een titel
Kies de titel met de tuimelschakelaar
/ .
Druk op de Io/CLR-toets, totdat op het display bv. CLR TR 2 verschijnt.
TPM van een cd wissen
Kies het cd-nummer met de tuimel­schakelaar <</>>.
Druk op de Io/CLR-toets, totdat op het display bv. CLR CD 3 verschijnt.
TPM van alle cd’s in het magazijn wis­sen
Druk zo lang op de Io/CLR-toets, totdat op het display CLR MAG verschijnt.
Het wissen van TPM wordt op het display bevestigd met READY.
TPM-Update met magazijn
Voor een Update laat u alle cd’s waarvan het programma bewaard moet blijven, in het magazijn. Alle andere cd’s verwijdert u uit het magazijn.
Kies CD UPD in de DSC-mode.
Schuif het magazijn in de wisselaar.
Druk op de -dB-toets.
Tijdens de Update verschijnt op het display LOAD CD 1 ... LOAD CD 10. Wanneer de Update voor het magazijn is voltooid, verschijnt NEXT MAG. Schuif evt. het volgende magazijn in de wisselaar. Ter afsluiting van de Update:
Druk op de TPM-toets totdat READY verschijnt en druk daarna op de DSC­toets.
Namen voor cd’s in het magazijn
U kunt elke cd in het magazijn een naam geven, die bij het afspelen getoond wordt (CD DISP - NAME). In totaal kunt u 99 cd’s benoemen.
Kies in de DSC-mode het menu CDC NAME.
Druk daarna op de -dB-toets.
Op het display verschijnen liggende streepjes. Het eerste streepje knippert.
Voer met de tuimelschakelaar eerste letter, een speciaal teken of een cijfer van 0 - 9 in.
Bevestigen:
Druk op de tuimelschakelaar <<.
Voer op dezelfde manier de volgende letters of tekens in. Bewaren:
Druk op de -dB-toets.
Om de DSC-mode te verlaten:
Druk op de DSC-toets.
/ de
120
Page 26
Appendix
Technische gegevens
Versterker:
Uitgangsvermogen:4x 20 Watt sinus
volgens DIN 45 324 4x 25 Watt muziek volgens DIN 45 324
FM:
Gevoeligheid: 0,9 µV bij 26 dB
signaal-ruisverhouding
Frequentie­bereik: 30 - 16 000 Hz (- 3 dB)
CD:
Frequentie­bereik: 20 - 20 000 Hz (-1 dB)
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
Wijzigingen voorbehouden!
ESPAOL
PORTUGUES
121
Page 27
Blaupunkt-Werke GmbH
Bosch Gruppe
6/94 K7/VKD 3 D94 147 008 PM
26
Loading...