Inschakelen: druk op ON-toets
Uitschakelen: houd de ON-toets ca. 1
sec. ingedrukt.
Volumeregeling: VOL+ = sterker,
VOL- = zachter
T-toets (Frequentie Modulatie)
3 FM
Voor het kiezen van de FM-band.
Voor het wisselen van de FM-geheugenniveaus I,II en T (Travelstore). Druk
hiervoor de toets zovaak in, totdat het
gewenste niveau op het display verschijnt.
Om de zes sterkste zenders automatisch te programmeren met Travelstore:
Programmeren: druk op de FM
totdat de zoekafstemming op het display begint.
Oproepen: druk zo vaak op de FM
toets, totdat T op het display verschijnt.
Druk daarna kort op een van de voorkeuzetoetsen 1,2,3,4,5,6.
T-toets,
T-
4 M•L-toets (M = Middengolf, L = Lange
golf)
Voor het kiezen van de middengolf- of
lange-golfband.
Druk de toets opnieuw in om te wisselen tussen MG en LG.
5 -dB-toets
Voor het in- en uitschakelen van de
muting (laag volume). De MUTE-aanduiding verschijnt op het display.
Voor het programmeren van de ingestelde tijd en TIM TIME.
Voor het programmeren van zender- en
cd-naam bij CD-UPD.
6 Tuimelschakelaar <</>>,
/
Voor het instellen van de volgende
functies:
Tuimelschakelaar << / >>
Radiofunctie: Stapsgewijze, handmati-
ge afstemming. << =
omlaag, << = omhoog.
Wanneer de tuimelscha-
kelaar ingedrukt gehouden wordt, verloopt de
afstemming snel.
(Let op: de AF-functie
moet uitstaan)
ZGeeft de gekozen functies en ingestelde waarden aan.
Naam zender
Frequentiegebied
Plaats/niveau van het
geheugen
Functies
PTY
Soort programma
SPORT
Cd-functie TIME
Gespeelde tijd
Nummer titel/track
Functies
8 KeyCard-sleuf
Schuif de KeyCard met de contactzijde
naar boven in de sleuf.
Druk op de kaart om de KeyCard te
verwijderen.
KeyCard
9 PS/MIX-toets
Functie bij radiogebruik:
PS (Preset Station Scan)
Druk kort op de toets: het toestel laat
de onder de voorkeuzetoetsen geprogrammeerde zenders kort horen.
Druk langer dan 2 sec. op de toets: het
toestel laat alle te ontvangen zenders
horen.
Functie bij cd-gebruik:
MIX
Druk kort op de toets: het toestel laat
alle titels op de cd in willekeurige
volgorde kort horen.
Druk langer dan 2 sec. op de toets: CD
SCAN. Het toestel laat alle titels op
volgorde horen.
Druk kort op de PS/MIX-toets om de
SCAN-functie te beëindigen.
: TTPM-toets (Track Program Memory)
Om gekozen titels van een cd te programmeren. Er kunnen titels van 30
cd’s worden opgeslagen.
100
Page 6
; Io/CLR-toets
Bass +
Balans
rechts
Bass Balans
links
Treble -
Fader achter
Treble +
Fader vóór
Functie bij radiogebruik:
Io:Druk kort op de toets: wisselen
van gevoeligheid van de zoekafstemming.
Druk langer dan 2 sec. op de
toets: wisselen tussen stereo- en
mono-weergave.
Functie bij cd-gebruik:
CLR: Druk op de toets om cd-titels uit
het TPM-geheugen te wissen.
< TIM-toets (Traffic Information Memo)
Druk kort op de toets om opgenomen
verkeersinformatie weer te geven of de
weergave te beëindigen.
Druk de toets langer dan 2 sec. in om
TA (Traffic Announcement - voorrang
voor verkeersinformatie) te activeren of
te de-activeren.
= AF-toets (Alternatieve Frequentie bij
RDS)
Met AF zoekt de radio automatisch een
beter te ontvangen frequentie van hetzelfde programma.
Druk kort op de toets: AF aan of uit.
Druk langer dan 2 sec. op de toets:
REG ON of REG OFF (REG: regionale
zender).
> PTY-toets (Programma-Type)
Om de PTY-functie te activeren. In de
PTY-functie worden de voorkeuzetoetsen gebruikt als programma-soorttoetsen, zoals bv. NIEUWS, SPORT, POP,
INFORMATIE, etc.
-toets (Eject)
?
Voor het uitnemen van de cd.
@ Voorkeuzetoetsen 1-6
Voor het programmeren van 6 zenders
in elk van de geheugenniveaus I,II en T
op de FM-band en 6 zenders elk op de
MG- en LG-band.
A Cd-laadopening
Na het plaatsen van een cd vindt automatisch omschakeling plaats van radionaar cd-weergave.
B DSC-toets (Direct Software Control)
Voor het activeren van de geprogrammeerde basisinstellingen in combinatie
met de tuimelschakelaar 6.
Voor het programmeren van aangepaste basisinstellingen.
Voor het omschakelen van het display
naar tijdaanwijzing bij radio- of cd-gebruik.
C AUD-toets
Druk langer dan 2 sec. op de toets om
loudness in- of uit te schakelen.
Druk éénmaal op de toets om de bass/treble-functie te activeren.
Druk tweemaal op de toets om de
balans-/fader-functie te activeren.
Regel de instelling met de tuimelschakelaar.
D SRC-toets (Source = bron)
Om te wisselen van geluidsbron, bv.
cd-radio-cd.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
101
Page 7
Belangrijke aanwijzingen
Wat u beslist moet lezen
Lees voordat u de autoradio in gebruik neemt
de volgende aanwijzingen a.u.b. zorgvuldig
door.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat voor alles. Gebruik daarom uw autoradio altijd zó, dat u
steeds alert op de heersende verkeerssituatie kunt reageren
Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/
u elke seconde 14 meter aflegt.
Het is raadzaam uw radio niet te bedienen in
moeilijke verkeerssituaties.
De waarschuwingssignalen van bv. politie en
brandweer moeten in de auto op tijd en
duidelijk te horen zijn.
Beluister tijdens het rijden uw programma
daarom alleen met een aangepast geluidsvolume.
Gebruik met motorantenne
Wanneer u een autowasinstallatie binnenrijdt, moet de motorantenne ingetrokken worden. Schakel hiervoor het toestel uit. Verschijnt bij het uitschakelen van het apparaat
TIM ON op het display, dan is de timer
geactiveerd. De motorantenne blijft dan nog
drie uur uitgestoken.
Wanneer een timer-tijd is ingesteld, blijft het
apparaat bovendien 1,5 uur voor en na deze
tijd stand-by. Hierdoor wordt de motorantenne eveneens uitgeschoven. Druk na het uitschakelen kort op de TIM-toets. Op het display verschijnt dan STBY OFF. De motorantenne wordt ingeschoven.
Zet na het bezoek aan de wasinstallatie het
apparaat aan. De TIMER wordt opnieuw
ingesteld.
Inbouw/aansluiting
Wanneer u het apparaat zelf wilt inbouwen of
verwijderen, lees dan van te voren beslist de
bijgevoegde aanwijzingen voor inbouw en
aansluiting.
Optische indicatie als diefstalbeveiliging
Wanneer de auto is geparkeerd, kan de
KeyCard-tong knipperen bij wijze van diefstalbeveiliging. Met DSC kunnen twee toestanden worden ingesteld: LED ON of LEDOFF. Lees hiervoor “Programmeren met
DSC - LED ON/OFF”.
KeyCard
De autoradio kan alleen bediend worden met
een KeyCard 1 of 2, waarvan de code in het
geheugen is opgeslagen.
Zet het apparaat aan en schuif de KeyCard er
geheel in. De autoradio is nu klaar voor
gebruik. Wanneer een verkeerde KeyCard
wordt ingebracht, verschijnt “----” op het display. Na ca. 10 sec. wordt op het display
CARD ERR aangegeven. Bedien in dit geval
het apparaat alleen verder, wanneer u beschikt over de erbij behorende KeyCard.
Trek de KeyCard nooit uit het apparaat. Druk
eerst op de KeyCard. De KeyCard komt dan
in de uitneempositie. Neem dan pas de kaart
uit het apparaat.
Raakt een KeyCard zoek of beschadigd, dan
kunt u via een erkend servicestation een
nieuwe kaart aanvragen. Tegen meerprijs
zijn design-KeyCards leverbaar. De service-
102
Page 8
Versterker
stations zijn op de autoradio-servicelijst gemarkeerd (
). Bij twijfel kan de klantenservice-centrale in uw land u het adres van het
dichtstbijzijnde servicestation geven.
Met de KeyCard (1 en 2) kan de instelling van
de volgende functies afzonderlijk worden
geprogrammeerd: bass, treble, balans, fader, volume bij inschakelen, scan-tijd, bevestigingstoon “Beep“, klankkleur van gesproken uitzendingen “Speech“, voorkeurzenders, loudness, soort programma (PTY), TA
(volume verkeersinformatie).
Bovendien wordt de laatst ingestelde toestand, zoals frequentiebereik, zenderafstemming, TA-voorrang en gevoeligheid van
de zoekafstemming vastgelegd. Zo beschikt
u na het invoeren van uw KeyCard weer over
de gekozen basisinstelling.
KeyCard vervangen
Een KeyCard kan alleen worden vervangen
door een nieuwe met hetzelfde identificatienummer (1 of 2). Wanneer u bv. KeyCard 2
wilt vervangen:
•Voer KeyCard 1 in en zet het apparaat
aan.
•Druk op de KeyCard. De kaart komt
dan in de uitneempositie en op het display verschijnt LEARNING.
•Neem KeyCard 1 uit het apparaat en
voer, zolang LEARNING wordt aangegeven, de nieuwe KeyCard 2 in.
Het apparaat kan nu worden bediend met de
nieuwe KeyCard 2.
Er kan altijd maar één KeyCard 1 of 2 voor het
inschakelen worden gebruikt.
Aan- en uitschakelen
Om het apparaat aan te zetten:
•Druk op de ON-toets.
Op het display verschijnt CARD.
•Schuif de KeyCard geheel in de sleuf.
De autoradio is klaar voor gebruik.
Om het apparaat af te zetten:
•Druk op de ON-toets of
•neem de KeyCard uit het apparaat.
Druk hiervoor op de KeyCard (de kaart wordt
ontgrendeld) en neem de kaart uit het apparaat.
Wanneer u de KeyCard uit het ingeschakelde apparaat neemt, verschijnt LEARNING
op het display en vervolgens STBY OFF (of
TIM ON). Het apparaat schakelt dan zichzelf
uit.
Om het weer aan te zetten:
•Schuif de KeyCard in het apparaat.
Wanneer u het apparaat via het contactslot
uitschakelt, hoort u een dubbele pieptoon.
Deze wijst u erop, dat u de KeyCard uit het
apparaat moet nemen.
U kunt de radio ook in gebruik nemen wanneer de motor uitstaat.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
103
PORTUGUES
Page 9
Schuif de kaart terug in het apparaat of,
wanneer de KeyCard nog in het apparaat
geschoven is, druk op de ON-toets. Het apparaat schakelt zichzelf in en na een uur
automatisch weer uit. U kunt het inschakelen
zo vaak herhalen als u wilt.
“Beep-toon” bij bediening van
de toetsen
Functies waarvoor de toets bij het programmeren langer dan 2 sec. ingedrukt moet
blijven, kunnen met een “Beep” akoestisch
bevestigd worden. U kunt het door de fabriek
ingestelde volume van de “beep-toon” in de
DSC-mode onder BEEP veranderen met de
tuimelschakelaar <</>>. Deze functie is
voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
Instellen van het volume
Voor het regelen van het geluidsvolume:
•Druk op de VOL+ -toets voor een sterker, of op de VOL- - toets voor een
zachter volume.
De aanduiding op het display verloopt van 0
tot +63.
Wanneer u een sterk volume heeft ingesteld
en u wilt direct een zacht volume:
•Druk kort op de -dB-toets. Op het display verschijnt MUTE.
Wanneer u weer een sterker volume wilt:
•Druk opnieuw kort op de -dB-toets of
op de VOL+ -toets.
Om de MUTE-waarde te veranderen
(MUTE-aanduiding):
•Druk eerst op de VOL- -toets.
•Stel daarna het gewenste volume in
met de VOL+ of de VOL- -toets.
Om de instelling te bewaren:
•Druk langer dan 2 sec. op de -dB-toets.
Na korte tijd schakelt het display weer over
op radio- of cd-functie.
Instellen van het volume bij
inschakelen
U kunt de radio zo programmeren dat deze
steeds met een bepaald volume wordt ingeschakeld.
Dit is mogelijk in de DSC-mode met de
functie VOL FIX.
•Druk op de DSC-toets en daarna op de
tuimelschakelaar
Op het display verschijnt VOL FIX.
•Stel het gewenste volume bij inschakelen in met de tuimelschakelaar <</>>.
Bewaren:
•Druk op de DSC-toets.
Het apparaat schakelt vervolgens terug naar
het oorspronkelijk ingestelde volume.
.
Pas nadat het apparaat opnieuw is ingeschakeld, wordt het volume volgens de geprogrammeerde waarde weergegeven.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
Instellen van balans en fader
U kunt de verhouding tussen het volume van
de luidsprekers rechts/links (balans) aanpassen.
Wanneer u vier luidsprekers aangesloten
heeft, dan kunt u bovendien de verhouding
van het volume voor/achter (fader) regelen.
De balans- en fader-functie activeert u met
de AUD-toets.
•Druk tweemaal op de AUD-toets.
Op het display verschijnt BAL (balans) of
FAD (fader) en een getal tussen -9 en +9.
Om de balans (rechts/links) aan te passen:
•Druk op de tuimelschakelaar <</>>.
Om de fader (voor/achter) aan te passen:
•Druk op de tuimelschakelaar
Het getal op het display verloopt tussen -9 en
+9. Het blijft automatisch staan bij 0 (gelijke
verhouding van het volume rechts/links c.q.
voor/achter).
U beëindigt het instellen door opnieuw op de
AUD-toets te drukken; anders zal het display
na ca. 8 sec. weer de radio- of cd-functies
weergeven.
/ .
104
Page 10
Instellen van hoge en lage tonen
Om de instelling van hoge en lage tonen te
activeren:
•Druk eenmaal op de AUD-toets.
Op het display verschijnt BAS of TRE en een
getal tussen -6 en +6.
Om de lage tonen (BAS-bass) aan te passen:
•Druk op de tuimelschakelaar <</>>.
<<: Lage tonen worden zwakker weergegeven.
<<: Lage tonen worden sterker weergegeven.
Om de hoge tonen (TRE-treble) aan te passen:
•Druk op de tuimelschakelaar
: Hoge tonen worden sterker weerge-
geven.
: Hoge tonen worden zwakker weer-
gegeven.
Het getal op het display verloopt steeds tussen -6 en +6. Het blijft automatisch staan bij 0.
U beëindigt het instellen door opnieuw op de
AUD-toets te drukken; anders zal het display
na ca. 8 sec. weer de radio-of cd-functies
weergeven.
Deze functies zijn voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
/ .
Instellen van loudness
Het menselijk gehoor neemt bij een laag
geluidsvolume lage tonen minder goed waar
dan hoge en middentonen.
De loudness-stand verhelpt dit door de
zachte, lage tonen te versterken.
Om loudness in en uit te schakelen:
•Druk langer dan 2 sec. op de AUDtoets.
Wanneer loudness ingeschakeld is, verschijnt LD op het display.
Het punt waarop loudness in werking treedt,
kunt u instellen in de DSC-mode.
•Druk op de DSC-toets.
•Druk daarna zo vaak op de tuimel-schakelaar
het display verschijnt.
Om de instelling aan te passen:
•Druk op de tuimelschakelaar <</>>.
Op het display verschijnt de aanduiding
LOUD met een getal van 1 tot 6.
Om de instelling te bewaren:
•Druk op de DSC-toets.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
, totdat LOUDNESS op
Instellen van de klok
De radio is uitgerust met een tijdaanduiding,
waarop u tijdens radio- of cd-weergave kunt
overschakelen. Bovendien wordt de klok
voor de TIM-opnamefunctie gebruikt.
Voor het kiezen van de klokfunctie:
•Druk op de DSC-toets.
Op het display verschijnt de tijdaanwijzing.
Voor de instelling van de uren:
•Druk op de tuimelschakelaar << en
stel de uren in met de tuimelschakela-
/ .
ar
Voor de instelling van de minuten:
•Druk op de tuimelschakelaar << en
stel de minuten in met de tuimelscha-kelaar
Om de ingestelde tijd te bewaren:
•Druk op de -dB-toets of
•Druk op de DSC-toets.
Tijdens radio- of cd-weergave kunt u met de
DSC-toets overschakelen op de tijdaanduiding.
/ .
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
105
PORTUGUES
Page 11
Radiogebruik met RDS (Radio Data System)
Het Radio Data System biedt u meer comfort
bij het luisteren naar de radio op FM.
Steeds meer radiozenders zenden bij hun
programma’s ook RDS-informatie uit.
Wanneer een radioprogramma kan worden
herkend, verschijnt ook de afkorting van de
zender op het display, evt. met regionale
identificatie, bv. NDR1 NDS (Niedersachsen).
Met RDS worden de voorkeuzetoetsen gebruikt als programmatoetsen. Zo weet u precies op welk programma u bent afgestemd
en kunt u ook gericht het gewenste programma kiezen.
RDS biedt u nog meer voordelen:
AF - Alternatieve frequentie
De AF-functie (Alternatieve Frequentie)
zorgt ervoor dat automatisch op de best te
ontvangen frequentie van het gekozen programma wordt afgestemd. Deze functie is
ingeschakeld, wanneer AF verschijnt op het
display.
Voor het in- en uitschakelen van de functie:
•Druk kort op de AF-toets.
Tijdens het zoeken naar de sterkste frequen-
tie wordt de radioweergave even onderbroken.
Wanneer bij het aanzetten van het apparaat
of bij het kiezen van een geprogrammeerde
frequentie SEARCH in het display verschijnt,
zoekt het apparaat automatisch naar een
alternatieve frequentie.
SEARCH verdwijnt wanneer een alternatieve frequentie gevonden is of na het doorlopen van de frequentieband.
Wanneer dit programma niet meer naar
wens te ontvangen is:
•Kies dan een ander programma.
REG - Regionale programma’s
Bepaalde programma’s van radiozenders
worden op bepaalde tijden in regionale uitzendingen verdeeld. Zo verzorgt bv. het 1e
net van de NDR op bepaalde tijden
programma’s van verschillende inhoud voor
gebieden in de noordelijke Duitse deelstaten
Schleswig-Holstein, Hamburg en Niedersachsen.
Wanneer u een regionaal programma ontvangt en dit wilt blijven beluisteren:
•Druk ca. 2 sec. op de AF-toets, totdat
REG ON op het display verschijnt.
Wanneer REG ON geactiveerd is, verschijnt
bij het aanzetten van het apparaat steeds
even REG ON. Wanneer u het ontvangstgebied van het regionale programma verlaat of
de volledige RDS-service wilt gebruiken,
schakel dan over op REG OFF.
•Druk hiervoor ca. 2 sec. op AF, totdat
REG OFF verschijnt.
Frequentieband kiezen
Met uw autoradio kunt u kiezen tussen de
golfgebieden FM (ultrakorte golf), MG (middengolf) en LG (lange golf).
FM kiezen
•Druk kort op de FM
play verschijnt FM voor frequentie-modulatie.
MG of LG kiezen
•Druk kort op de M•L-toets. Op het display verschijnt M voor MG of L voor
LG.
Wanneer u wilt wisselen tussen MG en LG:
•Druk nogmaals op de M•L-toets.
Wanneer niet anders vermeld wordt, gelden
de volgende
bedieningsinstructies voor alle golfgebieden.
T-toets. Op het dis-
106
Page 12
Automatisch afstemmen op
zenders
Afstemmen op de volgende zender:
•Druk op de tuimelschakelaar
autoradio zoekt automatisch de volgende zender.
Afstemmen op de vorige zender:
•Druk op de tuimelschakelaar
autoradio zoekt automatisch de vorige
zender. Wanneer de tuimelschakelaar
/ ingedrukt gehouden wordt, loopt
de zoekafstemming snel voor- of achteruit.
Omhoog
Met stappen
omlaag
Omlaag
. De
Met stappen
omhoog
. De
Handmatig afstemmen op zenders
U kunt de zender ook “met de hand” instellen.
Voorwaarde: AF is uitgeschakeld!
•Druk op de tuimelschakelaar
of .
De frequentie gaat met vaste stappen omhoog of omlaag.
Wanneer u de tuimelschakelaar ingedrukt
houdt, verloopt het zoeken snel.
Wanneer u de gewenste frequentie bereikt
hebt:
•Laat de tuimelschakelaar
/ los.
Gevoeligheid van de zoekafstemming instellen
U kunt de gevoeligheid van de automatische
zoekafstemming voor alle golfgebieden veranderen. Wanneer u alleen sterke zenders
wilt ontvangen (geringe gevoeligheid):
•Druk op de Io/CLR-toets totdat Io op
het display verschijnt.
Wanneer u ook zwakkere zenders wilt ontvangen (grotere gevoeligheid):
•Druk opnieuw op de Io/CLR-toets. Io
verdwijnt van het display.
U kunt de mate van gevoeligheid met elke
gewenste tussenafstand variëren (zie hiervoor het hoofdstuk Programmeren met DSC
- S-DX, S-LO).
Stereo-mono wisselen (FM)
Wanneer u wilt wisselen tussen stereo- en
monoweergave:
•Druk langer dan 2 sec. op de Io/CLRtoets.
Bij stereoweergave verschijnt het teken
op
het display.
Wanneer het apparaat wordt aangezet, is de
stereoweergave ingesteld.
Bij slechte ontvangst schakelt het apparaat
automatisch over op monoweergave.
Wisselen van geheugenniveau
(FM)
U kunt de geheugenniveaus I, II en T afwis-
selen om zenders te programmeren en om
geprogrammeerde zenders op te roepen.
Het gekozen geheugenniveau verschijnt op
het display.
•Druk zovaak op de FM
het gewenste geheugenniveau op het
display verschijnt.
T-toets, totdat
107
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
Page 13
Zenders programmeren
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
Op de FM-band kunt u voor elk geheugenniveau 6 zenders programmeren met de voorkeuzetoetsen 1-6. Op de MG- en LG-band
kunt u elk 6 zenders programmeren.
•Kies het frequentiegebied met de toetsen FM
•Stem af op een zender met de tuimelschakelaar (automatisch:
matig: <</>>).
•Druk zolang op de gewenste zendervoorkeuzetoets totdat de pieptoon c.q.
het programma weer te horen is na de
geluidsonderdrukking (ca. 2 sec.).
De zender is nu geprogrammeerd. Het display geeft aan welke toets is ingedrukt.
Let op:
Wanneer u afstemt op een reeds geprogrammeerde zender, knippert de betreffende
voorkeuzetoets en bij FM het geheugenniveau kort op het display.
T c.q. M•L.
/ of hand-
Sterkste zenders automatisch
programmeren met Travelstore
U kunt de zes sterkste FM-zenders in het
betreffende ontvangstgebied op volgorde
van sterkte automatisch programmeren.
Deze functie is vooral handig op reis.
•Druk minstens 2 sec. op de FM
Het apparaat zoekt dan de sterkste FM-
zenders en slaat ze op in geheugenniveau T
(Travelstore). Na voltooiing wordt op de
sterkste zender afgestemd.
Indien gewenst kunnen op het Travelstoreniveau ook handmatig zenders worden ingesteld. Wanneer er minder dan zes zenders te
ontvangen zijn, worden de toetsen zonder
programma d.m.v. streepjes kort aangegeven op het display.
T-toets
Geprogrammeerde zenders
oproepen
Geprogrammeerde zenders kunt u weer
oproepen met een druk op de toets.
•Kies het frequentiegebied FM
geheugenniveau, of het frequentiegebied M•L.
•Druk kort op de betreffende zendervoorkeuzetoets om de zender op te
roepen.
T en het
Geprogrammeerde zenders laten
horen met Preset Scan (PS)
Met Preset Scan kunt u alle geprogrammeerde zenders van een frequentiegebied kort
laten horen. U kunt de duur van het fragment
instellen tussen 5 en 30 sec. (zie hiervoor het
hoofdstuk Programmeren met DSC - SCANTIME).
•Druk hiervoor kort op de PS/MIX-toets.
Het apparaat laat alle geprogrammeerde
zenders van het frequentiegebied kort horen.
Het nummer van de voorkeuzetoets knippert, bij FM ook het geheugenniveau.
Op FM laat het apparaat, afhankelijk van de
instelling, de zenders op de geheugenniveaus I, II of het Travelstore-niveau T horen.
Wanneer onder een voorkeuzetoets geen
zender is geprogrammeerd, dan wordt deze
toets overgeslagen. Wilt u ‘‘n van de gehoorde zenders blijven beluisteren:
•Druk opnieuw op de PS/MIX-toets.
108
Page 14
Zenders laten horen met RadioScan
U kunt alle te ontvangen zenders op het
gekozen frequentiegebied achtereenvolgens kort laten horen. De duur van het fragment kunt u instellen tussen 5 en 30 sec. (zie
hiervoor het hoofdstuk Programmeren met
DSC - SCANTIME).
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
•Druk hiervoor langer dan 2 sec. op de
PS/MIX-toets.
De radio laat alle te ontvangen zenders na
elkaar horen. De frequentie of de afkorting
van de zender knippert op het display.
Wilt u ‘‘n van de gehoorde zenders blijven
beluisteren:
•Druk dan kort op de PS/MIX-toets.
Wanneer u geen zender kiest, wordt de
zoekafstemming beëindigd en laat de radio
weer de oorspronkelijke zender horen.
PTY (Programma-type)
Het PTY-signaal is een programmasoortidentificatie die in de toekomst zal worden
opgenomen in de RDS-informatie die de
radiozenders uitzenden. De soorten
programma’s worden verdeeld in nieuws,
politiek, specifieke informatie, sport, etc. Dit
geeft u de mogelijkheid een bepaald soort
programma te selecteren, in overeenstemming met uw eigen wensen. Met PTY bent u
voorbereid op de toekomst van RDS.
Om in of uit te schakelen:
•Druk op de PTY-toets.
U heeft nu de mogelijkheid om met de voor-
keuzetoetsen 6 verschillende soorten
programma’s te kiezen.
De voorkeuzetoetsen fungeren nu als programmasoort-toetsen.
PTY en zoekafstemming
•Kies bv. voorkeuzetoets 6 SPORT.
•Start de zoekafstemming met de tui-melschakelaar
/ .
Het apparaat stemt alleen af op zenders met
de PTY-code SPORT.
Tijdens het zoeken knippert op het display
afwisselend SEARCH en SPORT!
Wanneer geen zender gevonden wordt,
knippert op het display nog ca. 3 sec.
SPORT. De radio keert terug naar de uitgangspositie.
PTY en Scan
In de Scan-mode laat het apparaat alleen
zenders met de gekozen PTY-code horen.
•Druk bv. op voorkeuzetoets 6 voor
SPORT.
•Start Scan met de PS/MIX-toets.
Tijdens het zoeken knippert op het display
PTY SCAN en SPORT.
Wanneer geen SPORT-zenders gevonden
worden, keert de radio terug naar de uitgangspositie.
Behalve de 6 programmasoorten zijn momenteel in de DSC-mode onder PTY SET
nog 9 andere programmasoorten, 15 vrije
geheugenplaatsen en de standaardinstelling
geprogrammeerd.
Hoe u de voorkeuzetoetsen anders kunt programmeren en ook de taal kunt veranderen,
leest u in het hoofdstuk Programmeren met
DSC - PTY SET en PTY LANG.
109
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
Page 15
Ontvangst van verkeersinformatie met RDS-EON
Veel FM-zenders zenden regelmatig actuele
verkeersinformatie uit voor hun regio.
Zenders met verkeersinformatie zenden ter
identificatie een signaal uit, waaraan uw autoradio ze herkent. Wanneer een dergelijk
signaal herkend wordt, verschijnt op het display TP (Traffic Program - Uitzending met
verkeersinformatie).
Daarnaast zijn er zenders die zelf geen verkeersinformatie uitzenden, maar met RDSEON de mogelijkheid bieden de verkeersinformatie van een andere zender van dezelfde omroep te ontvangen. Wanneer op een
dergelijke zender (bv. NDR3) is afgestemd,
verschijnt ook TP op het display. Wanneer de
voorrang voor verkeersinformatie geactiveerd is, verschijnt TA op het display.
Bij verkeersinformatie wordt automatisch
overgeschakeld op de zender met de verkeersinformatie (in dit geval NDR2). Dan
volgt de verkeersinformatie, waarna automatisch naar het ervoor beluisterde programma (NDR3) wordt teruggeschakeld.
Voorrang voor verkeersinformatie
Bij radio- of cd-weergave kunt u kiezen of de
verkeersinformatie voorrang krijgt.
Om de voorrang in of uit te schakelen:
•Druk langer dan 2 sec. op de TIM-toets.
Op het display verschijnt, c.q. verdwijnt TA.
Waarschuwingssignaal
Wanneer u het ontvangstgebied van de ingestelde verkeersinformatie-zender verlaat,
klinkt na ca. 30 sec. een waarschuwingssignaal. Wanneer u de AF-functie ingeschakeld
heeft, verschijnt na korte tijd SEARCH op het
display.
De radio zoekt dan een alternatieve zender.
Wanneer geen overeenkomstige zender gevonden wordt, klinkt opnieuw het waarschuwingssignaal.
Volume van verkeersinformatie en
waarschuwingssignaal instellen
Dit volume is door de fabriek ingesteld. Wilt u
de waarde veranderen, ga dan als volgt te
werk:
•Druk op de DSC-toets.
•Druk vervolgens zo vaak op de tuimel-
schakelaar
TA LEVEL verschijnt.
•Stel met de tuimelschakelaar <</>>
de gewenste waarde in tussen T1 en
T9.
Om de instelling te bewaren:
•Druk op de DSC-toets.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
/ totdat op het display
Waarschuwingssignaal uitschakelen
Om het waarschuwingssignaal af te zetten:
– Kunt u op een andere zender afstem-
men.
•Druk hiervoor op de tuimelschakelaar
/ of
•Druk op een voorkeuzetoets waaronder
een zender met verkeersinformatie
geprogrammeerd is.
– Kunt u de voorrang voor verkeersinfor-
matie uitzetten.
•Druk hiervoor langer dan 2 sec. op de
TIM-toets. TA verdwijnt.
Automatische start zoekafstemming
(Cd-gebruik)
Wanneer u het ontvangstgebied van de ingestelde verkeersinformatie-zender verlaat terwijl u een cd beluistert, zoekt de autoradio
automatisch een andere zender met verkeersinformatie.
Wanneer ca. 30 sec. na het begin van de
zoekafstemming geen programma met verkeersinformatie gevonden wordt, stopt de cd
en klinkt het waarschuwingssignaal.
U kunt het waarschuwingssignaal op de
reeds beschreven manier afzetten.
110
Page 16
TIM (Traffic Information Memo)
Zendernamen invoeren
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in te stellen.
Wanneer u een zender kiest, verschijnt de
frequentie ervan op het display, bv. 96,20, en
bij RDS-zenders vervolgens de verkorte zendernaam, bv. NDR2. Bij geprogrammeerde
zenders zonder RDS-identificatie kunt u
deze frequentie-aanduiding vervangen door
een naam van maximaal 8 tekens.
Deze zenders moeten op de geheugenniveaus I en II geprogrammeerd zijn.
•Kies de gewenste voorkeuzetoets.
Naam invoeren:
•Druk op de DSC-toets.
•Druk zo vaak op de tuimelschakelaar
/ , totdat op het display ST NAME
verschijnt.
•Kies de wijze van invoeren met de tui-
melschakelaar <</>>.
Op het display wordt de frequentie aangegeven met daarnaast liggende streepjes. Het
eerste streepje knippert.
U kunt kiezen uit de hoofdletters A-Z, Umlaute, bijzondere tekens en de cijfers 0-9.
Om de eerste letter in te voeren:
•Druk zo vaak op de tuimelschakelaar
/ als nodig.
De aanduiding wijzigt zich, totdat de eerste
gekozen letter knippert.
Ingevoerde letter bevestigen:
•Druk op de tuimelschakelaar <<.
De eerste letter verschijnt en het tweede
streepje knippert.
Voer nu op dezelfde manier de volgende
letters of cijfers in.
Wanneer de gewenste naam is ingevoerd:
•Druk langer dan 2 sec. op de -dB-toets.
Terugschakelen naar radioweergave:
•Druk op de DSC-toets.
Steeds wanneer u de zender kiest, verschijnt
de naam op het display.
De RDS-aanduiding heeft voorrang. Wanneer u een RDS-zender een naam gegeven
heeft, verschijnt deze na het indrukken van
de betreffende voorkeuzetoets voor ca. 2
sec. Daarna verschijnt de RDS-naam.
Wanneer u onder de voorkeuzetoets een
nieuwe zender programmeert, wist u tegelijk
de oude naam.
Het apparaat beschikt over een digitaal
spraakgeheugen, waarmee automatisch
maximaal vier verkeersberichten met een
totale duur van maximaal 4 minuten worden
opgenomen.
Wanneer het apparaat is ingeschakeld,
wordt de verkeersinformatie altijd opgenomen, ook wanneer in de DSC-mode TIM OFF
gekozen is of TA uitgeschakeld is.
Om verkeersinformatie te kunnen opnemen
bij afwezigheid en uitgeschakelde radio, is
het apparaat uitgerust met een timer.
Activeren TIM-opnamefunctie
“TIM-TIME“
Stel voordat u de timer activeert - indien dit
nog niet gebeurd is - in de DSC-mode de
juiste tijd in.
Lees hiervoor het gedeelte “Instellen van de
klok”.
Om de gewenste opnametijd in te stellen:
•Druk op de DSC-toets.
•Toets de tuimelschakelaar
vaak in, totdat op het display TIM TIME
verschijnt.
•Druk op de tuimelschakelaar <<. De
aanduiding OFF/uren knippert.
Uren instellen:
•Druk zo vaak als nodig op de tuimel-schakelaar
/ .
/ zo
111
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
Page 17
Minuten instellen:
•Druk op de tuimelschakelaar <<.
•Stel de gewenste waarde in met de
tuimelschakelaar
Om de ingestelde tijd (TIM TIME) te bewaren:
•Druk op de -dB- of DSC-toets.
De TIM-tijd ligt in het midden van de opnametijd van 3 uur.
Voorbeeld: TIM-tijd = 7:30 uur:
Start
6:00
/ .
TIM-TIMEEinde
7:309:00
TIM actief
TIM-opnamefunctie
TIM is geactiveerd.
Na het uitschakelen van het apparaat staat
TIM automatisch 3 uur lang in de Standbyfunctie. Bovendien is TIM 1,5 uur vóór en na
de ingestelde TIM-TIME actief. Wanneer
TIM geactiveerd is, laat het display bij het
uitschakelen kort TIM ON zien.
Opgenomen verkeersinformatie
afluisteren
•Druk kort op de TIM-toets.
Op het display verschijnt bijvoorbeeld:
T1 7:30, d.w.z. T1 = bericht 1, dat werd
opgenomen om 7:30 uur.
Wanneer vier verkeersberichten zijn opgenomen, is T4 steeds het meest recente en
wordt als eerste weergegeven.
Tijdens het bericht kunt u met de tuimel-schakelaar6 de volgende functies bedie-
nen:
Om verder (Cue), c.q. terug te spoelen (Review) binnen een
bericht:
•Houd de tuimelschakelaar
drukt.
Wanneer geen verkeersinformatie is opgenomen, verschijnt na het indrukken van de
TIM-toets NO TIM op het display.
/ inge-
TIM de-activeren
Na het uitschakelen kunt u de TIM-functie
door het indrukken van de TIM-toets deactiveren totdat opnieuw wordt ingeschakeld.
Het apparaat bevestigt het de-activeren met
de mededeling STBY OFF.
TIM-opnamefunctie geheel uitschakelen
Opnamefunctie uitschakelen:
•Druk op de DSC-toets.
•Kies met de tuimelschakelaar
menu TIM TIME.
•Druk op de -dB-toets en zet de tijdaanduiding met de tuimelschakelaar
op TIM OFF.
TIM OFF ligt bij de overgang van de uurinstelling van 23:00 naar 0:00 uur.
Om de instelling te bewaren en de TIM-mode
te verlaten:
•Druk op de -dB- of de DSC-toets.
/ het
/
112
Page 18
Cd-weergave
Let op:
Wanneer u de auto langere tijd niet gebruikt
(bv. vakantie), schakel TIM dan geheel uit.
Handel volgens het gedeelte “Gebruik met
motorantenne” in het hoofdstuk “Belangrijke
aanwijzingen“, wanneer u een wasstraat bezoekt.
Cd plaatsen
•Zet de radio aan.
•Schuif de cd met de tekst naar boven
zonder forceren in de disc-opening.
De cd wordt automatisch in de afspeelpositie
gebracht.
Op het display verschijnt CD ON en het
titelnummer T1 (Track).
De display-aanduiding verandert en toont de
speeltijd òf CD PLAY òf de vrij gekozen
naam.
Cd uitnemen
•Druk langer dan 1 sec. op de -toets
(Eject).
De cd wordt uit het apparaat geschoven.
Ter bescherming van het mechaniek mag de
automatische cd-inleg niet geholpen of gehinderd worden.
Titelkeuze
Tijdens de weergave kunt u met de tuimelschakelaar
/ andere titels kiezen.
Wanneer u een van de volgende titels wilt
afspelen:
•Druk op de tuimelschakelaar
.
Wilt u de lopende titel opnieuw vanaf het
begin beluisteren:
•Druk eenmaal op de tuimelschakelaar
.
Wilt u voorafgaande titels afspelen:
•Druk zo vaak op de tuimelschakelaar
totdat de gewenste titel is bereikt.
Versneld voor- en achteruit
verplaatsen
Versneld vooruit verplaatsen:
•Houd de tuimelschakelaar << inge-
drukt.
Versneld achteruit verplaatsen:
•Houd de tuimelschakelaar << inge-
drukt.
Laat, wanneer u de gewenste passage
bereikt hebt, de toets los. De weergave wordt
voortgezet.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
113
PORTUGUES
Page 19
TPM (Track Program Memory)
Met TPM kunt u van 30 cd’s elk 20 titels
kiezen en programmeren.
Steeds wanneer TPM geactiveerd is (op het
display verschijnt TPM), worden de gekozen
titels van de geplaatste cd afgespeeld.
Wanneer een cd wordt geplaatst waarvan
geen titels zijn gekozen met TPM, verschijnt
kort NO TPM op het display. Alle titels van de
cd worden dan afgespeeld.
Titels programmeren met TPM
•Plaats een cd.
•Kies de titel met de tuimelschakelaar
/ .
Bewaren:
•Druk zolang op de TPM-toets, totdat u
de pieptoon hoort of de geluidsonderbreking beëindigd is.
Kies de volgende titels steeds met de tuimel-schakelaar
toets zoals beschreven.
Tijdens de cd-weergave kunt u altijd titels
programmeren. TPM moet hiervoor echter
uitgeschakeld zijn (druk op TPM-toets).
Op dezelfde manier kunt u TPMprogramma’s voor andere cd’s vastleggen.
114
/ en bewaar ze met de TPM-
Cd-weergave met TPM
•Plaats een cd.
•Druk op de TPM-toets.
De met TPM geprogrammeerde titels wor-
den in oplopende volgorde afgespeeld. Alle
niet geprogrammeerde titels worden overgeslagen.
TPM-geheugen wissen
Met de Io/CLR-toets (Clear = wissen) kunnen afzonderlijke titels, alle titels van een cd
of het gehele TPM-geheugen gewist worden.
Om TPM-programma’s te wissen moet TPM
ingeschakeld zijn. Op het display verschijnt
dan TPM. Is het TPM-geheugen leeg, dan
verschijnt op het display NO TPM.
– Wissen van een TPM-titel:
•Plaats de cd.
•Zet TPM aan.
•Kies de titel met de tuimelschakelaar
/ .
•Druk zo lang op de Io/CLR-toets totdat
op het display CLEAR verschijnt.
– TPM van een cd wissen:
•Plaats de cd.
•Zet TPM aan.
•Houd de Io/CLR-toets ca. 8 sec. ingedrukt, totdat op het display CLR CD
verschijnt.
De TPM van deze cd is gewist.
– TPM-geheugen wissen
•Plaats een cd.
•Zet TPM aan.
•Houd de Io/CLR-toets ca. 14 sec. ingedrukt, totdat op het display CLR TPM
verschijnt.
Het TPM-geheugen is voor alle cd’s gewist.
TPM-Update
Met de Update-functie (nieuwe toestand van
het TPM-geheugen bewaren) kunnen alle
cd’s waarvan de TPM bewaard moet blijven,
bevestigd worden.
•Druk op de DSC-toets.
•Kies met de tuimelschakelaar
CD UPD-mode.
•Schakel met de tuimelschakelaar
<</>> LOAD CD in.
•Plaats een cd. Op het display verschijnt
achtereenvolgens: READ CD, READY
en daarna NEXT CD.
/ de
Page 20
•Druk op de
-toets (Eject) en verwij-
der de cd.
Herhaal deze handeling voor alle cd’s waarvan het TPM-programma bewaard moet blijven.
Laat de laatste cd die u wilt bevestigen in het
apparaat.
•Druk ter afsluiting langer dan 2 sec. op
de TPM-toets.
Op het display verschijnt READY en
daarna CD UPD.
Om de DSC-mode te verlaten:
•Druk op de DSC-toets.
Het TPM-programma van alle cd’s die werden geplaatst, is bewaard. Van alle andere
cd’s is het TPM-programma gewist.
Automatische, verkorte weergave CD SCAN
Met deze functie heeft u de mogelijkheid om
alle muziektitels op de cd snel na elkaar te
laten horen.
Activeer SCAN:
•Druk langer dan 2 sec. op de PS/MIXtoets.
Op het display verschijnt CD SCAN.
Het apparaat laat de volgende muziektitels
na elkaar kort horen. Wanneer TPM geactiveerd is, laat het apparaat alleen de titels in
het TPM-geheugen horen.
Wanneer het muziekfragment u bevalt:
•Druk opnieuw op de PS/MIX-toets.
SCAN wordt uitgeschakeld en de betreffen-
de titel wordt verder afgespeeld.
De duur van het een fragment kunt u in de
DSC-mode SCANTIME instellen tussen 5 en
30 sec.
MIX-weergave
Wanneer de functie MIX is ingeschakeld,
worden de cd-titels in willekeurige volgorde
weergegeven. Op het display verschijnt MIX.
Wanneer TPM geactiveerd is, worden alleen
de titels in het TPM-geheugen weergegeven.
Wanneer de afgespeelde titel u niet bevalt,
kunt u een andere titel kiezen door op de
tuimelschakelaar
/ te drukken.
In-/uitschakelen van de MIX-functie:
•Druk kort op de PS/MIX-toets.
Cd-namen invoeren
U kunt namen voor 30 cd’s invoeren. De
naam verschijnt steeds
wanneer de cd geplaatst is.
•Plaats een cd.
•Druk op de DSC-toets.
•Kies met de tuimelschakelaar
de DSC-mode de functie CD DISP.
/ in
•Stel met de tuimelschakelaar <</>>
de functie NAME in.
•Kies daarna met de tuimelschakelaar
/ de DSC-mode CD NAME en
•Druk vervolgens op de tuimelscha-kelaar <</>>.
Op het display verschijnen 8 streepjes. Het
eerste streepje knippert.
•Kies nu de eerste letter met de tuimel-schakelaar
/ .
U kunt kiezen uit de hoofdletters A-Z, Umlaute, bijzondere tekens en de cijfers 0-9.
De eerste gekozen letter knippert.
Om in te voeren:
•Druk op de tuimelschakelaar <<.
De eerste letter verschijnt en het tweede
streepje knippert.
Voer nu op dezelfde manier de volgende
letters of tekens in.
Wanneer u de gewenste naam heeft ingevoerd:
•Druk om te bewaren op de -dB-toets,
en om de NAME-mode te verlaten op
de DSC-toets.
Een geprogrammeerde naam wordt door het
invoeren van een nieuwe naam gewist (overschreven).
Heeft u NAME gekozen maar geen naam
ingevoerd, dan verschijnt CD PLAY.
115
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
Page 21
Programmeren met DSC
Wisselen van geluidsbron met
SRC
U kunt de verschillende geluidsbronnen afwisselen in de volgorde cd - radio - cd.
Wanneer u bij cd-gebruik wilt wisselen van
geluidsbron:
•Druk op de SRC-toets.
Het apparaat gaat over op radio-gebruik.
Wanneer u als extra een cd-wisselaar aangesloten heeft, kunt u van geluidsbron wisselen in de volgorde cd - radio - cd-wisselaar cd.
Telefoonaansluiting
Wanneer u in uw auto een autotelefoon in
gebruik heeft, kan de radio/cd-weergave bij
gebruik van de telefoon automatisch worden
onderbroken.
Op het display verschijnt dan TELEFON.
Voorwaarde hiervoor is echter dat het telefoontoestel op de juiste wijze op dit apparaat
is aangesloten. Lees hiervoor de aanwijzingen voor aansluiting in de inbouw-handleiding.
Uw autoradio biedt u de mogelijkheid om met
DSC (Direct Software Control) enkele instellingen en functies aan uw wensen aan te
passen en deze aanpassingen te programmeren.
Het apparaat is door de fabriek ingesteld.
Een overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen vindt u hieronder,
zodat u deze altijd kunt raadplegen.
Wanneer u een geprogrammeerde waarde
wilt veranderen:
•Druk op de DSC-toets.
Met de tuimelschakelaar kunt u een keuze
maken uit de de hierna beschreven functies
en deze instellen. Op het display wordt de
ingestelde waarde aangegeven.
Functie kiezen
Waarde
instellen
Functie kiezen
Waarde
instellen
De volgende DSC-instellingen zijn mogelijk:
TIJD:Selecteer de uurinstelling
met <<, de minuten met <<.
Druk om de tijd in te stellen
op de tuimelschakelaar
.
CD-NAME:Met deze functie kunt u
cd’s naar eigen inzicht benoemen.
ANGLE:Met deze instelling kunt u
uw individuele waarnemingshoek instellen tussen -1, 0 en +1.
BEEP:Bevestigingssignaal voor
functies waarvoor een toets
langer dan 2 sec. ingedrukt
moet blijven. Het volume is
met de tuimelschakelaar
<</>> instelbaar van 0-9
(0 = uit).
/
116
Om de instelling te bevestigen of te beëindigen:
•Druk op de -dB- of de DSC-toets.
Page 22
BRIGHT:U kunt de helderheid van
het display instellen tussen
1 en 16. U kunt een afzonderlijke helderheidswaarde
kiezen voor dag en nacht.
Invoeren van de helderheid
voor ‘s nachts:
Zet de verlichting van de
auto aan en programmeer
de helderheidswaarde.
Voorwaarde is dat de radio
is aangesloten op de verlichting van de auto.
COLOUR:Hiermee kunt u de kleur
van het display instellen
tussen G = groen en R =
rood.
CD DISP:Hier kunt u met de tuimel-
schakelaar <</>> kiezen of
tijdens cd-weergave de
gekozen naam NAME of de
speelduur TIME of het titelnummer NUMBER wordt
aangegeven.
LED ON/OFF: U kunt kiezen tussen LED
ON of LED OFF. Bij LED
ON knippert de KeyCardtong als extra beveiliging
wanneer het apparaat uitgeschakeld is en de KeyCard is verwijderd.
LOUDNESS: Hiermee is aanpassing
mogelijk van zachte, lage
tonen aan het menselijk
gehoor.
LOUD 1: geringe versterkin
LOUD 2: maximale versterking
PTY LANG:Hiermee kiest u de taal van
de programmasoort-aanduiding uit Duits of Engels.
PTY SET:U kunt de standaardinstel-
lingen van de zender-voorkeuzetoetsen aanpassen in
de PTY SET-mode.
Druk op de aan te passen
voorkeuzetoets. Selecteer
in de DSC-mode PTY SET
/ . Stel met de tui-
met
melschakelaar <</>> het
gewenste soort programma
in. Druk vervolgens langer
dan 2 sec. op de voorkeuzetoets.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in
te stellen.
SCANTIME:Met deze functie kunt u de
duur van het fragment voor
radio en cd met de tuimelschakelaar <</>> vastleggen tussen 5 en 30 sec.
S-DX:Hiermee kunt u de gevoe-
ligheid van de zoekafstemming voor interlokale ontvangst vastleggen.
DX 1: zeer gevoelig
DX 3: gevoelig
S-LO:Hiermee kunt u de gevoe-
ligheid van de zoekafstemming voor lokale ontvangst
vastleggen.
LO 1: gevoelig
LO 3: ongevoelig
117
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
Page 23
SPEECH:In de toekomst zullen ver-
schillende RDS-omroepen
onderscheid gaan maken
tussen uitzendingen van
muziek en gesproken
woord. U kunt hier de
klankkleur instellen tussen
0 en 4.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 afzonderlijk in
te stellen.
ST NAME:U kunt elk station een ei-
gen naam geven.
TA LEVEL:Hiermee kunt u het volume
van de verkeersinformatie
instellen tussen 1 en 9. U
hoort de verkeersinformatie
altijd op dit volume.
Bovendien kunt u de geometrie (BAL/FAD) en de
klankkleur (BAS/TRE) voor
TA instellen (bv. gericht op
de bestuurdersplaats). Dit
moet vòòr de instelling van
TA LEVEL gebeuren. Stel
wanneer de programmering
gereed is, opnieuw uw
standaardwaarden voor
geometrie en klankkleur in.
TIM TIME:Met dit menu stelt u de
opnametijd in van de verkeersinformatie wanneer
het apparaat uitstaat. Wanneer de timer geactiveerd
is, verschijnt bij het uitschakelen TIM ON. Zet om de
timer af te zetten de tijd op
OFF (stap van 23:00 naar
0:00 uur).
CD UPD:et deze Update-functie legt
u de laatste TPM- programmering van uw cd’s vast.
Bij alle cd’s die u plaatst,
blijft de programmering
bewaard.
Cd’s met TPM die u niet
plaatst, worden uit het geheugen gewist.
Na selectie van CD UPD
plaatst u een cd. Op het
display verschijnen achtereenvolgens READ CD,
READY, NEXT CD. Wanneer u de cd verwijdert,
verschijnt LOAD CD. U
kunt dan een andere cd
plaatsen.
VOL FIX:iermee kunt u het volume
bij inschakelen instellen,
waarmee het apparaat altijd zal inschakelen.
Let op:
In het DSC-menu mogen geen afstandsbedieningstoetsen bediend worden.
Overzicht van de door de fabriek
ingestelde basisinstellingen met
DSC
KLOK0:00
ANGLE0
BEEP4
BRIGHT16
COLOURmidden
CD DISPTIME
LEDON
LOUDNESS3
PTY LANGEngels
SCANTIME10 s
S-DX2
S-LO2
SPEECH0
TA LEVEL5
TIM TIMEOFF
VOL FIX20
118
Page 24
Cd-wisselaar (optie)
Met uw autoradio kunt u de Blaupunkt cdwisselaars CDC-A03/-F03 en CDC-A05/F05 op afstand bedienen.
Voor informatie over de bediening van het
wissel-magazijn verwijzen wij u graag naar
de gebruiksaanwijzing van de cd-wisselaar.
Bij gebruik van de cd-wisselaar is de bediening grotendeels gelijk aan de bediening van
de cd-speler in de radio.
Hierom worden de identieke bedieningsfuncties slechts kort beschreven.
Cd afspelen
•Schuif eerst het met cd’s geladen magazijn in de wisselaar.
Zet voor het afspelen van cd’s uit het magazijn de radio op wisselaar-gebruik.
•Druk daarvoor zovaak op de SRCtoets, totdat de CDC-mode is ingeschakeld.
De cd-weergave start.
In het DSC-menu kunt u onder CD DISP
kiezen of het display de naam (NAME), de
speelduur (TIME) of het CD-nummer (NUMBER) aangeeft.
Wanneer u voor NAME gekozen heeft maar
geen naam heeft ingevoerd, verschijnt kort
het nummer van de cd en vervolgens CDC
PLAY.
Titelkeuze (Track)
Om een titel te selecteren:
•Druk kort op de tuimelschakelaar
.
Versneld voor- en achteruit verplaatsen
•Houd hiervoor de tuimelschakelaar
of ingedrukt tijdens het afspelen.
De speelduur wordt aangegeven.
Cd kiezen
Om een disc uit het magazijn te kiezen:
•Druk op de tuimelschakelaar << of <<.
Kiest u een cd-nummer dat niet geladen is in
het magazijn, dan verschijnt op het display
NO CD. De wisselaar kiest dan de eerstvolgende geladen cd.
Titels kort weergeven (CDC SCAN)
Voor korte weergave van alle titels:
•Druk langer dan 2 sec. op de PS/MIX-
toets.
Wilt u het fragment dat u hoort verder beluisteren:
•Druk opnieuw op de PS/MIX-toets.
Na het scannen van alle cd’s in het magazijn
wordt de weergave normaal voortgezet.
of
MIX-weergave
U kunt de titels van ‘‘n cd (MIX CD) of van alle
cd’s in het magazijn (MIX MAG - magazijn) in
een willekeurige volgorde afspelen.
MIX CD
•Kies de cd met de tuimelschakelaar
<</>>.
•Druk kort op de PS/MIX-toets.
MIX MAG
•Druk tweemaal op de PS/MIX-toets.
MIX-functie uitschakelen:
•Druk op de PS/MIX-toets, totdat op het
display MIX OFF verschijnt.
TPM (Track Program Memory)
Met TPM kunt u van alle cd’s in het magazijn
en in andere magazijnen uw favoriete titels
programmeren met een maximum van 99
cd’s.
•Kies de cd met de tuimelschakelaar
<</>>.
•Druk zo vaak op de tuimelschakelaar
/ , totdat het nummer van de titel
verschijnt.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
119
PORTUGUES
Page 25
Programmeren:
•Druk zo lang op de TPM-toets, totdat u
de pieptoon hoort of de geluidsonderbreking is opgeheven.
Op dezelfde manier programmeert u met
TPM de overige titels.
Weergave met TPM
Om met TPM geprogrammeerde titels weer
te geven:
•Druk op de TPM-toets.
•Kies met de tuimelschakelaar <</>>
bv. CD 1.
De met TPM geprogrammeerde titels worden in oplopende volgorde afgespeeld.
TPM-geheugen wissen
U wist de TPM-programmering van een titel
of een cd in het magazijn net zo als bij de cdspeler van de radio.
TPM moet aanstaan.
Wissen van een titel
•Kies de titel met de tuimelschakelaar
/ .
•Druk op de Io/CLR-toets, totdat op het
display bv. CLR TR 2 verschijnt.
TPM van een cd wissen
•Kies het cd-nummer met de tuimelschakelaar <</>>.
•Druk op de Io/CLR-toets, totdat op het
display bv. CLR CD 3 verschijnt.
TPM van alle cd’s in het magazijn wissen
•Druk zo lang op de Io/CLR-toets, totdat
op het display CLR MAG verschijnt.
Het wissen van TPM wordt op het display
bevestigd met READY.
TPM-Update met magazijn
Voor een Update laat u alle cd’s waarvan het
programma bewaard moet blijven, in het
magazijn.
Alle andere cd’s verwijdert u uit het magazijn.
•Kies CD UPD in de DSC-mode.
•Schuif het magazijn in de wisselaar.
•Druk op de -dB-toets.
Tijdens de Update verschijnt op het display
LOAD CD 1 ... LOAD CD 10.
Wanneer de Update voor het magazijn is
voltooid, verschijnt NEXT MAG. Schuif evt.
het volgende magazijn in de wisselaar.
Ter afsluiting van de Update:
•Druk op de TPM-toets totdat READY
verschijnt en druk daarna op de DSCtoets.
Namen voor cd’s in het magazijn
U kunt elke cd in het magazijn een naam
geven, die bij het afspelen getoond wordt
(CD DISP - NAME). In totaal kunt u 99 cd’s
benoemen.
•Kies in de DSC-mode het menu CDCNAME.
•Druk daarna op de -dB-toets.
Op het display verschijnen liggende
streepjes. Het eerste
streepje knippert.
•Voer met de tuimelschakelaar
eerste letter, een speciaal teken of een
cijfer van 0 - 9 in.
Bevestigen:
•Druk op de tuimelschakelaar <<.
Voer op dezelfde manier de volgende letters
of tekens in.
Bewaren:
•Druk op de -dB-toets.
Om de DSC-mode te verlaten:
•Druk op de DSC-toets.
/ de
120
Page 26
Appendix
Technische gegevens
Versterker:
Uitgangsvermogen:4x 20 Watt sinus
volgens DIN 45 324
4x 25 Watt muziek
volgens DIN 45 324
FM:
Gevoeligheid:0,9 µV bij 26 dB
signaal-ruisverhouding
Frequentiebereik:30 - 16 000 Hz (- 3 dB)
CD:
Frequentiebereik:20 - 20 000 Hz (-1 dB)
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
Wijzigingen voorbehouden!
ESPAGÑOL
PORTUGUES
121
Page 27
Blaupunkt-Werke GmbH
Bosch Gruppe
6/94K7/VKD 3 D94 147 008PM
26
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.