for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please, read it
carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details
and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle
well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed
over to the new owner in the event of sale.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij
raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen
in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen
dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig,
waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste
moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
SCARABEO 50 4T 4V
Ed. 04 09
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; it also describes routine maintenance
procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an Aprilia Dealer or Authorised Workshop. This booklet also contains
instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical
knowledge; for these operations, please take your vehicle to an Aprilia Dealer or Authorised Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de
handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die bij een Dealer of Erkende aprilia Garage moeten uitgevoerd worden. De
handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven,
vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan
om zich te wenden tot een Dealer of Erkende aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The symbols shown above are very important. They
are used to highlight those parts of the booklet that
should be read with particular care. As you can see,
each sign consists of a different graphic symbol, making it quick and easy to locate the various topics.
Before starting the engine, read this booklet thoroughly and the "SAFE RIDING" section in particular. Your
safety as well as other's does not only depend on the
quickness of your reflexes and agility, but also on how
well you know your vehicle, the state of maintenance
of the vehicle itself and your knowledge of the rules
for SAFE RIDING. For your safety, get to know your
vehicle well so as to safely ride and master it in road
traffic IMPORTANT This booklet is an integral part of
the vehicle, and must be handed to the new owner in
the event of sale.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig,
en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze hebben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan
te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u
ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch symbool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen
duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillende delen. Vooraleer men de motor start, leest men
aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf
"VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen
hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar
ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig,
en van de kennis van de fundamentele regels voor het
VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd
te raken met het voertuig, zodat u zich veilig en beheersd kan bewegen in het verkeer. BELANGRIJK
Deze handleiding moet beschouwd worden als integrerend deel van het voertuig, en moet worden overhandigd bij de verkoop ervan.
Tabel van het geprogrammeerd onderhoud.................................. 118
6
SCARABEO 50 4T 4V
Chap. 01
Vehicle
Hst. 01
Voertuing
7
01_01
8
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_02
9
Arrangement of the main
components (01_02)
Plaats van de
hoofdcomponenten (01_02)
KEY:
1. Horn
2. Glovebox
3. Fuse box
4. Battery
5. Saddle lock
6. Luggage rack
7. Air filter
8. Centre Stand
9. Starting pedal
10. Left passenger footrest (countries where available)
11. Inspection cover
12. Fuel tank cap
13. Fuel tank
14. Bag hook
15. Chassis number cover
16. Front brake fluid reservoir
17. Ignition switch /steering lock
18. Spark plug
19. Right passenger footrest (countries where available)
LEGENDE:
1. Akoestische melder
2. Opbergruimte
3. Zekeringenhouder
4. Accu
5. Slot van het zadel
6. Bagagedrager
7. Luchtfilter
8. Centrale standaard
9. Startpedaal
10. Linker voetensteun van de passagier (in de landen waar voorzien)
11. Inspectiedeksel
12. Dop van de brandstoftank
13. Brandstoftank
14. Lasthaak
15. Dekseltje van het framenummer
16. Vloeistoftank van de voorrem
17. Schakelaar van de ontsteking/
stuurslot
18. Bougie
19. Rechter voetensteun van de
passagier (in de landen waar
voorzien)
10
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_03
Dashboard (01_03)
KEY
1. Electrical controls on the left side of the
handlebar
2. Rear brake lever
3. Left rear-view mirror
4. Instruments and gauges
11
Legenda (01_03)
Legende
1. Elektrische commando's op de linker
kant van het stuur
2. Achterremhendel
3. Linker achteruitkijkspiegeltje
4. Instrumenten en indicatoren
5. Hendel van de voorrem
5. Front brake lever
6. Throttle grip
7. Electrical controls on the right side of
the handlebar
8. Ignition switch / steering lock (ON -
OFF - LOCK)
9. Speedometer
10. Fuel gauge
11. Green turn indicator warning light
12. Odometer
13. High-beam blue warning light
14. Green low-beam warning light
6. Gashandvat
7. Elektrische commando's op de rechter
kant van het stuur
8. Ontstekingsschakelaar / stuurslot (ON
- OFF- LOCK)
9. Snelheidsmeter
10. Indicator van het brandstofpeil
11. Groene controlelamp van de richting-
aanwijzers
12. Kilometerteller
13. Blauwe controlelamp van het groot
licht
14. Groene controlelamp van het dimlicht
INSTRUMENT AND GAUGE DESCRIPTION
Speedometer «9»
Shows riding speed.
Fuel gauge «10»
Shows the approximate fuel level in the
tank.
Turn indicator warning light«11»
Flashes when in turning mode.
Total odometer «12»
12
BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN EN DE INDICATOREN
Snelheidsmeter «9»
Duidt de rijsnelheid aan.
Indicator van het brandstofpeil «10»
Duidt bij benadering het brandstofpeil in
de tank aan.
Controlelamp van de richtingaanwijzers «11»
Knippert wanneer het signaal in functie
is.
Kilometerteller totaal «12»
1 Vehicle / 1 Voertuing
Shows the total number of kilometres
covered.
High-beam warning light «13»
Turns on when the front headlamp is set
to high-beam.
Low-beam warning light «14»
Turns on when the front headlamp is set
to low-beam.
Duidt het totaal aantal afgelegde kilometers aan.
Controlelamp van het groot licht «13»
Licht op wanneer het licht van het voorlicht zich in de positie van het groot licht
bevindt.
Controlelamp van het dimlicht «14»
Licht op wanneer het licht van het voorlicht zich in de positie van het dimlicht
bevindt.
Key switch (01_04)
The ignition switch is found on the righthand side, near the headstock.
NOTE
THE KEY ACTIVATES THE IGNITION/
STEERING LOCK SWITCH, THE SADDLE LOCK AND THE GLOVE-BOX LID.
NOTE
TWO KEYS ARE SUPPLIED WITH THE
VEHICLE (A SPARE ONE).
KEEP THE SPARE KEY IN A DIFFER-
ENT PLACE, NOT WITH THE VEHICLE.
13
Sleutelschakelaar (01_04)
De ontstekingsschakelaar bevindt zich
op de rechter kant, nabij de kop van de
stuurinrichting.
N.B.
DE SLEUTEL ACTIVEERT DE SCHA-
KELAAR VAN DE ONTSTEKING /
STUURSLOT, HET SLOT VAN HET ZADEL EN HET DEURTJE VAN DE OPBERGRUIMTE.
N.B.
BIJ HET VOERTUIG WORDEN TWEE
SLEUTELS GELEVERD (ÉÉN RESERVESLEUTEL).
BEWAAR DE RESERVESLEUTEL
NIET OP HET VOERTUIG.
01_04
OFF: The engine and lights cannot be set
to work. It is possible to withdraw the key.
ON: The engine can be set to work. The
lights turn on when the engine is running.
It is not possible to withdraw the key.
LOCK: The steering is locked. It is not
possible to start the engine or turn on the
lights. The key can be extracted.
OFF: De motor en de lichten kunnen niet
in werking worden gesteld. Het is mogelijk om de sleutel te verwijderen.
ON: De motor kan gestart worden. De
lichten gaan aan wanneer er gestart
wordt. Het is niet mogelijk om de sleutel
te verwijderen.
LOCK: De stuurinrichting is geblokkeerd.
Het is niet mogelijk om de motor te starten en om de lichten aan te schakelen.
De sleutel kan verwijderd worden.
01_05
Locking the steering wheel
(01_05)
To lock the steering:
•
Turn the handlebar completely
to the left.
•
Turn the key «1» to «OFF», and
press it.
•
Press and turn the key «1» anticlockwise (to the left), move
the handlebar slowly until the
key «1» is set to «LOCK».
•
Extract the key.
CAUTION
AVOIDING LOSING CONTROL OF THE
VEHICLE, NEVER TURN THE KEY TO
"LOCK" WHILE RIDING.
14
Inschakeling van het stuurslot
(01_05)
Om de stuurinrichting te blokkeren:
•
Draai het stuur volledig naar
links.
•
Draai sleutel «1» in positie
«OFF», en druk er op.
•
Druk op sleutel «1» en draai
hem in tegenwijzerszin (naar
links), draai traag aan het stuur
tot sleutel «1» op «LOCK»
wordt geplaatst.
•
Verwijder de sleutel.
LET OP
DRAAI DE SLEUTEL NOOIT IN POSITIE «LOCK» TIJDENS HET RIJDEN,
ZODAT MEN DE CONTROLE OVER
HET VOERTUIG NIET VERLIEST.
1 Vehicle / 1 Voertuing
NOTE
TURN THE KEY AND MOVE THE HAN-
DLEBAR AT THE SAME TIME.
N.B.
DRAAI DE SLEUTEL EN DRAAI TEGE-
LIJKERTIJD AAN HET STUUR.
01_06
Switch direction indicators
(01_06)
Move the switch «3» to the left, to indicate
a left turn; move the switch «3» to the
right, to indicate a right turn. Pressing the
button «2 » deactivates the turn indicator.
TURN INDICATOR DEACTIVATION
SWITCH
With the turn indicator switch «3» set to
the right or left, pressing the button deactivates the turn indicators.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Schakelaar richtingaanwijzers
(01_06)
Verplaats schakelaar «3» naar links, om
aan te duiden dat men naar links draait;
verplaats schakelaar «3» naar rechts, om
aan te duiden dat men naar rechts draait;
Druk op knop «2» om de richtingaanwijzer te desactiveren.
DRUKKNOP VOOR HET DESACTIVEREN VAN DE RICHTINGAANWIJZERS
Met de schakelaar van de richtingaanwijzers «3» naar rechts of links, drukt men
op de drukknop en de functie van de richtingaanwijzers wordt gedesactiveerd.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
15
Horn button (01_07)
Drukknop claxon (01_07)
01_07
01_08
Pressing the button «4» activates the
horn.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Light switch (01_08)
If the light switch is set to «A», this activates the low-beam light; if it is set to
«B», this activates the high-beam light.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
NOTE
THE LIGHTING SYSTEM WORKS ON-
LY WITH THE ENGINE RUNNING.
Door op drukknop «4» te drukken, activeert men de akoestische melder.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Koplampschakelaar (01_08)
Wanneer de omleider van de lichten zich
in positie «A» bevindt, wordt het dimlicht
geactiveerd; wanneer hij zich in positie
«B» bevindt, wordt het groot licht geactiveerd.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
N.B.
DE VERLICHTINGSINSTALLATIE
WERKT ENKEL WANNEER DE MOTOR GESTART IS.
ASD LIGHTS AUTOMATIC LIGHTINGAUTOMATISCHE ONTSTEKING VAN
16
DE LICHTEN ASD
1 Vehicle / 1 Voertuing
This vehicle is equipped with a system for
automatic switching of lights upon engine
start-up.
For this reason the light switch has been
replaced with a "high-beam-low-beam"
light switch.
Light switching on is instructed upon engine start-up.
•
Before starting, check that the
light switch is set to "lowbeam" (front low-beam light).
Dit voertuig is voorzien van een automatisch ontstekingssysteem van de lichten
bij het starten van de motor.
Daarom werd de schakelaar van de lichten vervangen door een omleider "dimlichten-grote lichten".
De lichten gaan uit wanneer de motor
wordt uitgeschakeld.
•
Vóór de start controleert men of
de omleider van de lichten op
"dimlichten" is geplaatst (voorste dimlicht).
01_09
Start-up button (01_09)
Pressing the starter button «5» and operating a break lever (front or rear) at the
same time, the starter motor spins the
engine.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
NOTE
THE LIGHTING SYSTEM WORKS ON-
LY WITH THE ENGINE RUNNING.
17
Startknop (01_09)
Door op startknop «5» te drukken en door
gelijktijdig de remhendel (vooraan of achteraan) te activeren, doet het startmotortje de motor draaien.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
N.B.
DE VERLICHTINGSINSTALLATIE
WERKT ENKEL WANNEER DE MOTOR GESTART IS.
The saddle (01_10)
Het zadel (01_10)
01_10
To unlock and lift the saddle:
•
Park the vehicle on its centre
stand on safe and level ground.
•
Insert the key in the saddle lock
«1».
•
Turn the key clockwise and lift
the saddle «2».
•
To lock the saddle, lower it and
press it in the centre to trip the
lock.
CAUTION
BEFORE RIDING, MAKE SURE THAT
THE SADDLE IS CORRECTLY
LOCKED INTO POSITION.
NOTE
BEFORE LOWERING AND LOCKING
THE SADDLE, MAKE SURE THAT THE
KEY HAS NOT BEEN LEFT INSIDE
THE HELMET COMPARTMENT.
Voor het deblokkeren en het opheffen
van het zadel, handelt men als volgt:
•
Plaats het voertuig op de centrale standaard en op een vlak
en stevig terrein.
•
Plaats de sleutel in het zadelslot
«1».
•
Draai de sleutel in wijzerszin en
hef het zadel «2» op.
•
Om het zadel te blokkeren, sluit
men het en drukt men er in het
midden op, door het slot te doen
klikken.
LET OP
VOORALEER MEN GAAT RIJDEN,
CONTROLEERT MEN OF HET ZADEL
CORRECT GEBLOKKEERD IS.
N.B.
VOORALEER MEN HET ZADEL DICHT
DOET EN BLOKKEERT, CONTROLEERT MEN OF MEN DE SLEUTEL
NIET HEEFT VERGETEN IN DE ZADELRUIMTE.
18
Identification (01_11, 01_12)
1 Vehicle / 1 Voertuing
Identificatie (01_11, 01_12)
Write down the chassis and engine numbers in the specific space in this manual.
The chassis number can be used to order
spare parts.
NOTE
ALTERING IDENTIFICATION NUMBERS CAN BE SERIOUSLY PUNISHED BY LAW, PARTICULARLY MODIFYING THE CHASSIS NUMBER WILL
IMMEDIATELY INVALIDATE THE
WARRANTY.
CHASSIS NUMBER
The chassis number is stamped on the
central chassis bar. Remove the cover«1» to read it.
Chassis No...............................
Het is goed om het framenummer en het
motornummer op de speciale plaats in dit
boekje te schrijven.
Het framenummer kan gebruikt worden
voor het aanschaffen van reserveonderdelen.
N.B.
HET WIJZIGEN VAN DE IDENTIFICATIENUMMERS KAN LEIDEN TOT ERNSTIGE STRAFRECHTELIJKE EN ADMINISTRATIEVE SANCTIES, VOORAL
HET WIJZIGEN VAN HET FRAMENUMMER DOET DE GARANTIE ONMIDDELLIJK VERVALLEN.
FRAMENUMMER
Het framenummer is gedrukt op de centrale buis van het frame. Voor de lezing
is het nodig om het dekseltje «1» te verwijderen.
Frame n°..............................
01_11
19
01_12
ENGINE NUMBER
The engine number is stamped near the
rear shock absorber lower support.
Engine No...................................
MOTORNUMMER
Het motornummer is gedrukt in de nabijheid van de onderste steun van de achterste schokdemper.
Motor n°..................................
01_13
Rear top box opening (01_13)
To open the glovebox:
•
Park the vehicle on its centre
stand on safe and level ground.
•
Insert the ignition key in the lock
«3» and turn it clockwise.
To close:
•
Insert the ignition key, turn it
clockwise by pushing it, then
turn the key anticlockwise to
lock it.
•
Extract the key and check that
the compartment is closed.
NOTE
DO NOT OVERLOAD THE GLOVE-
BOX.
Characteristic
Maximum weight allowed:
20
Penen van de koffer voor
(01_13)
Om de documentenruimte te openen:
•
Plaats het voertuig op de centrale standaard en op een vlak
en stevig terrein.
•
Plaats de ontstekingssleutel in
het slot «3» en draai ze in wijzerszin.
Om ze te sluiten:
•
Plaats de ontstekingssleutel,
draai ze in wijzerszin en druk er
op, en draai de sleutel in de omgekeerde richting om te blokkeren.
•
Verwijder de sleutel en controleer of de ruimte dicht is.
N.B.
LAADT DE DOCUMENTENRUIMTE
NIET TE VEEL.
1 Vehicle / 1 Voertuing
1.5 kg.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht:
1,5 kg.
01_14
Bag clip (01_14)
The bag hook «4» is under the saddle in
the front part.
CAUTION
DO NOT HANG BULKY BAGS OR
PACKAGES ON THE HOOK TO AVOID
OBSTRUCTING VEHICLE HANDLING
AND FEET MOVEMENT.
Characteristic
Maximum weight allowed:
1.5 kg.
Tassenhaak (01_14)
De lasthaak «4» bevindt zich vooraan onder het zadel.
LET OP
HANG GEEN TE GROTE TASSEN OF
PAKKEN AAN DE LASTHAAK, OMDAT DE HANDELBAARHEID VAN HET
VOERTUIG OF DE BEWEGING VAN
DE VOETEN ZOU KUNNEN GEHINDERD WORDEN.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht:
1,5 kg.
21
22
SCARABEO 50 4T 4V
Chap. 02
Use
Hst. 02
Gebruik
23
Checks (02_01, 02_02)
Controles (02_01, 02_02)
CAUTION
BEFORE SETTING-OFF, ALWAYS
CARRY OUT A PRELIMINARY CHECK
OF THE VEHICLE, FOR CORRECT
AND SAFE OPERATION. FAILURE TO
DO SO MAY RESULT IN SEVERE PERSONAL INJURY OR VEHICLE DAMAGE.
DO NOT HESITATE TO CONTACT AN
Official aprilia Dealer IF YOU DO NOT
UNDERSTAND HOW SOME CONTROLS WORK OR IF A MALFUNCTION
IS DETECTED OR SUSPECTED.
CHECKS DO NOT TAKE LONG AND
RESULT IN SIGNIFICANTLY ENHANCED SAFETY.
LET OP
VÓÓR HET VERTREK VOERT MEN
STEEDS EEN VOORAFGAANDE CONTROLE UIT VAN HET VOERTUIG,
VOOR EEN CORRECTE EN VEILIGE
WERKING. HET NIET UITVOEREN
VAN DEZE CONTROLEHANDELINGEN KAN ERNSTIGE LETSELS AAN
UZELF OF SCHADE AAN HET VOERTUIG VEROORZAKEN.
AARZEL NIET OM ZICH TE WENDEN
TOT EEN Officiële aprilia Dealer, WANNEER OPGEMERKT WORDT DAT ER
ONREGELMATIGHEDEN ZIJN IN VERBAND MET ENKELE COMMANDO'S
OF MET DE WERKING.
DE NODIGE TIJD VOOR EEN CONTROLE IS UITERST BEPERKT, EN DE
VEILIGHEID KOMT OP DE EERSTE
PLAATS.
24
2 Use / 2 Gebruik
02_01
Disc brake
Check its correct operation, the brake fluid level and possible leaks. Check the
brake pad wear. If necessary top-up with
brake fluid.
Rear drum brake
Check its correct operation, the empty
travel and the gear lever conditions. Adjust the clearance if it is not correct.
Throttle grip
Check it functions smoothly and that it
can be fully opened and closed in all
steering positions. Adjust and/or lubricate
if necessary.
Wheels/tyres
Check that tyres are in good conditions,
check inflation pressure, tyre wear and
possible damage. Remove any possible
strange body that might be stuck in the
tread design.
Brake levers
Check they function smoothly. Lubricate
the joints if necessary.
Steering
Check that the rotation is homogeneous,
smooth and there are no signs of clearance or slackness.
Stand
Check that they work smoothly and they
go back to their normal position when the
Schijfremmen
Controleer de werking, het peil van de
remvloeistof, en eventuele lekken. Controleer de slijtage van de pastilles. Indien
nodig vult men remvloeistof bij.
Trommelrem achteraan
Controleer de werking, de lege loop, en
de condities van de commandohendel.
Registreer de speling indien deze niet
correct is.
Gashendel
Controleer of ze zacht werken en of men
ze volledig kan openen en sluiten, in alle
posities van de stuurinrichting. Registreer en/of smeer indien nodig.
Wielen/banden
Controleer de conditie van de rijvlakken
van de banden, de spanning, de slijtage
en eventuele schade. Verwijder eventueel vastgeraakte vreemde voorwerpen
uit de kerven van het rijvlak.
Remhendels
Controleer of ze zacht werken. Smeer indien nodig de bewegingsplaatsen.
Stuurinrichting
Controleer of het draaien homogeen en
vloeiend, en zonder speling of het lossen
ervan gebeurt.
Standaard
25
springs are released. Lubricate couplings
and joints if necessary.
Clamping elements
Check that he clamping elements are not
loose. If necessary, adjust or tighten
them.
Fuel tank
Check the coolant level and refill if necessary. Check the circuit for possible
leaks or obstructions.
Lights, warning lights, horn and electrical devices
Check the correct operation of the devices. Replace the light bulbs or repair the
fault, if necessary.
Controleer of deze zacht werken, en of de
spanning van de veren ze in de normale
positie terugbrengen. Smeer indien nodig
de koppelingen en de bewegingsplaatsen.
Bevestigingselementen
Controleer of de bevestigingselementen
niet gelost zijn. Registreer of sluit ze
eventueel.
Brandstoftank
Controleer het peil, en tank indien nodig.
Controleer eventuele lekken of afsluitingen van het circuit.
Lichten, controlelampen, akoestische
melder en elektrische mechanismen
Controleer de correcte werking van de
mechanismen. Vervang de lampjes of
herstel de schade indien nodig.
02_02
SWITCH CHECK
There are two switches in the vehicle:
•
Stop light switch on the rear
brake control lever «3».
•
Stop light switch on the front
brake control lever «4».
To access the switches:
•
Remove the front handlebar
cover.
Carry out the following checks regularly:
•
Check that there are no deposits
of dirt or mud on the switches;
26
CONTROLE VAN DE SCHAKELAARS
Op het voertuig zijn er twee schakelaars
aanwezig:
•
Schakelaar van de stoplichten,
op de commandohendel van de
achterrem «3».
•
Schakelaar van de stoplichten,
op de commandohendel van de
voorrem «4».
Om de schakelaars te bereiken, handelt
men als volgt:
•
Verwijder de voorste stuurbedekking.
2 Use / 2 Gebruik
the guiding pin should move
without interference, going back
to its initial position automatically.
•
Check that the cables are connected correctly.
Voer regelmatig de volgende controles
uit:
•
Controleer of er op de schakelaar geen vuil of modderresten
aanwezig zijn; De pinnetjes
moeten zonder interferenties
bewegen, en automatisch naar
de oorspronkelijke positie terugkeren.
•
Controleer of de kabels correct
verbonden zijn.
Refuelling (02_03)
CAUTION
FUEL USED TO DRIVE EXPLOSION
ENGINES IS HIGHLY INFLAMMABLE
AND CAN BECOME EXPLOSIVE UNDER SPECIFIC CONDITIONS.
CARRY OUT REFILLING AND MAINTENANCE PROCEDURES IN A WELLVENTILATED PLACE AND WITH THE
ENGINE OFF.
DO NOT SMOKE WHILE REFUELLING
OR WHEN CLOSE TO FUEL VAPOURS, AVOID CONTACT WITH NAKED FLAMES, SPARKS OR ANY OTHER SOURCE THAT MAY CAUSE FUEL
TO CATCH FIRE OR EXPLODE.
27
Tanken (02_03)
LET OP
DE BRANDSTOF DIE WORDT GEBRUIKT VOOR DE AANDRIJVING VAN
DE ONTPLOFFINGSMOTOR IS UITERST BRANDBAAR EN KAN EXPLOSIEF WORDEN IN BEPAALDE OMSTANDIGHEDEN.
VOER HET TANKEN EN DE ONDERHOUDSHANDELINGEN UIT IN EEN
GEVENTILEERDE ZONE EN MET DE
MOTOR UIT.
ROOK NIET TIJDENS HET TANKEN
EN IN DE NABIJHEID VAN BRANDSTOFDAMPEN, EN VERMIJDT ABSOLUUT CONTACT MET VRIJE VLAMMEN, VONKEN EN EENDER WELKE
AVOID SPILLING FUEL OFF THE FILLER AS IT MAY CATCH FIRE IN CONTACT WITH THE ENGINE HOT SURFACES. IN CASE OF ACCIDENTAL
FUEL SPILLS, CHECK THAT THE
AREA IS COMPLETELY DRY BEFORE
STARTING THE VEHICLE.
FUEL EXPANDS WHEN EXPOSED TO
HEAT OR SUN RAYS, THEREFORE BE
CAREFUL AND DO NOT REFILL THE
TANK UP TO THE TOP.
CLOSE THE CAP ADEQUATELY AFTER REFUELLING. BE CAREFUL
FUEL DOES NOT GET INTO CONTACT
WITH YOUR SKIN, DO NOT INHALE
VAPOURS OR SWALLOW FUEL. DO
NOT TRANSFER FUEL FROM ONE
CONTAINER TO ANOTHER USING A
HOSE.
CAUTION
DO NOT DISPOSE OF FUEL INTO THE
ENVIRONMENT.
CAUTION
ANDER BRON DIE HET VLAM VATTEN
OF EXPLODEREN ERVAN KAN VEROORZAKEN.
VERMIJDT BOVENDIEN HET UITSTROMEN VAN BRANDSTOF UIT DE
KLEP, OMDAT HIJ KAN VLAM VATTEN IN CONTACT MET DE GLOEIEND
HETE OPPERVLAKKEN VAN DE MOTOR. WANNEER ER ONVRIJWILLIG
BRANDSTOF WORDT GEMORST,
CONTROLEERT MEN OF DE ZONE
COMPLEET DROOG IS, VOORDAT
MEN HET VOERTUIG START.
BRANDSTOF ZET UIT INDIEN BLOOTGESTELD AAN WARMTE EN ZONNESTRALEN, DUS MAG MEN DE TANK
NOOIT VULLEN TOT AAN DE RAND.
SLUIT ZORGVULDIG DE DOP NA HET
TANKEN. VERMIJDT DAT DE BRANDSTOF IN CONTACT KOMT MET DE
HUID, VERMIJDT HET INADEMEN
VAN DE DAMPEN, HET INSLIKKEN,
EN HET OVERGIETEN VAN EEN TANK
NAAR EEN ANDERE MET BEHULP
VAN EEN BUIS.
LET OP
KEEP OUT OF THE REACH OF CHILDREN.
28
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET
MILIEU.
2 Use / 2 Gebruik
LET OP
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
02_03
Use unleaded premium petrol with minimum octane rating of 95 (NORM) and 85
(NOMM)
To refuel:
•
Lift the saddle.
•
Unscrew and remove fuel tank
cap «1».
•
Carry out the refuelling.
•
Refit the cap «1».
DO NOT ADD ADDITIVES OR ANY
OTHER SUBSTANCES TO THE FUEL.
WHEN USING A FUNNEL OR ANY
OTHER ELEMENT, MAKE SURE IT IS
PERFECTLY CLEAN.
NOTE
AFTER REFUELLING, REFIT THE
FUEL TANK CAP «1» ADEQUATELY.
Characteristic
Fuel tank capacity (reserve included):
8 l
Tank reserve:
1 l
Gebruik loodvrije superbenzine, met een
minimum octaangehalte van 95
(N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.).
Voor het tanken van brandstof, handelt men als volgt:
•
Hef het zadel op.
•
Draai de dop van de brandstoftank «1» los en verwijder hem.
•
Voer het tanken van brandstof
uit.
•
Plaats dop «1» opnieuw.
VOEG GEEN ADDITIEVEN OF ANDERE STOFFEN AAN DE BRANDSTOF
TOE.
WANNEER EEN TRECHTER OF IETS
ANDERS WORDT GEBRUIKT, MOET
DEZE PERFECT SCHOON WORDEN.
N.B.
NA HET TANKEN, PLAATST MEN DOP
«1» OPNIEUW OP CORRECTE WIJZE.
Technische kenmerken
Capaciteit van de tank (inclusief de reserve):
8 l
29
Reserve van de tank:
1 l
02_04
02_05
Running in (02_04, 02_05)
Engine run-in is essential to ensure engine long life and correct operation. If
possible, ride on roads with lots of bends
and/or slopes to test that the engine, suspensions and brakes perform efficiently.
For the first 500 km (312 miles) travelled,
observe the following indications:
•
0-100 km (0-62 miles) During
the first 100 km (62 miles) operate the brakes with caution to
avoid rough and long braking.
That is to permit the adequate
adjustment of the pad friction
material to the brake disc.
•
0-300 km (0-187 miles) Do not
maintain the throttle grip twisted
more than half the way during
long rides.
•
300-1000 km (187-625 miles)
Do not keep the throttle grip
twisted more than 3/4 the way
during long rides.
CAUTION
AFTER THE FIRST 1000 KM (625
MILES) IN OPERATION, PERFORM
Inrijden (02_04, 02_05)
De proefperiode van de motor is fundamenteel voor het garanderen van de duur
en de correcte werking. Rij indien mogelijk op wegen met veel bochten en/of hellingen, waar de motor, de ophangingen
en de remmen worden onderworpen aan
een meer efficiëntere proefperiode. Voor
de eerste 500 km (312 mijl), moet men de
volgende normen respecteren:
•
0-100 km (0-62 mijl) Tijdens de
eerste 100 km (62 mijl) handelt
men voorzichtig op de remmen,
en vermijdt men om bruusk en
lang te remmen. Dit om een correcte stabilisatie van het wrijvingsmateriaal van de pastilles
op de remschijf toe te staan.
•
0-300 km (0-187 mijl) Hou het
gashandvat niet te lang open
voor meer dan de helft.
•
300-1000 km (187-625 mijl)
Hou het gashandvat niet te lang
open voor meer dan 3/4.
30
Loading...
+ 99 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.