De VL70-m is een unieke toongenerator die werkt volgens volledig nieuwe principes die ongehoord waren tot het moment dat Yamaha 's werelds eerste “Virtual
Acoustic” synthesizer lanceerde gebaseerd op computer physical modelling. Als u
al ervaring hebt met de Yamaha VL1, VL1-m, VL-7 of hun “Versie 2” upgrades,
zult u geen problemen hebben met het begrijpen van de VL70-m. Als u echter voor
het eerst kennis maakt met VA synthese, heeft u een klein beetje extra informatie
nodig alvorens u de voices kunt editten en aanpassen. W e raden u daarom met klem
aan het volgende gedeelte van de handleiding door te lezen — “Virtual Acoustic
Synthesis — alvorens in detail te gaan. Dit zal later blijken van groot belang te zijn
bij het snel leren begrijpen van het VL70-m system, en hoe efficiënt u voices kunt
editten, om zo het geluid te creëren waar u naar op zoek bent.
Afgezien van het hierboven omschrevene, is de structuur van de handleiding
redelijk recht door zee. U kunt de stof stap voor stap doornemen, of iets opzoeken
als u iets niet snapt, en direct naar het gedeelte gaan waar u iets van op wilt zoeken.
Maak gebruik van de inhoudsopgave aan het begin, en de index aan het einde van
de handleiding om de vinden wat u zoekt.
Aanduidingen
De volgende aanduidingen zijn gebruikt in de handleiding van de VL70-m om
verwarring te voorkomen en het geheel makkelijker leesbaar te maken.
■ Knoppen e.a. Bedieningselementen
Knoppen e.a. bedieningselementen op het paneel van de VL70-m verschijnen in
grote letters, binnenin vierkante haakjes: bijvoorbeeld “de [ENTER] knop”.
■ Parameter Bereik
Met puntje-puntje wordt het bereik van een parameter waarde aangegeven: bijv.
“0 … 127”. Dit maakt de kans op verwarring kleiner die soms ontstaat als er in
zulke gevallen streepjes gebruikt worden.
Stel het instrument niet bloot aan de volgende omstandigheden om vervormen,
verkleuren of nog ergere schade te voorkomen.
•Direct zonlicht (m.a.w. in de buurt van een raam).
•Hoge temperaturen (d.w.z. in de buurt van een warmtebron, buiten, of overdag
in een auto).
•Overdreven vochtige omstandigheden.
•Overdreven stoffige omstandigheden.
•Schokken en stoten.
■ Voeding
•Zet het instrument uit als u het niet gebruikt.
•Haal de adaptor uit het stopcontact als u het instrument lange tijd niet gebruikt.
•Haal het instrument uit het stopcontact tijdens onweer.
•Sluit het instrument niet aan op hetzelfde stopcontact als apparatuur die veel
stroom gebruiken, zoals elektrische verwatmingselementen of ovens. Vermijdt
ook het gebruik van multi-plug adaptors aangezien deze kunnen resulteren in
verminderde geluidskwaliteit en mogelijke schade.
■ Doe het instrument uit tijdens het aansluiten.
•Om schade te voorkomen aan het instrument en andere apparatuur waar het op
aan is gesloten (een geluidssysteem bijvoorbeeld), moet u alle aangesloten
apparatuur uitzetten alvorens audio en MIDI kabels aan te sluiten.
■ MIDI Aansluitingen
•Bij het aansluiten van de VL70-m op MIDI apparatuur moet u gebruik maken
van hoge kwaliteit kabels die gemaakt zijn voor MIDI data transmissie.
•Gebruik geen MIDI kabels die langer zijn dan 15 meter. Langere kabels kunnen
'noise' oppikken die data errors kunnen veroorzaken.
■ Omgang en Transport
•Ga nooit te ruw om met de knoppen, aansluitingen of andere onderdelen op het
instrument.
•Haal de kabels er altijd uit door aan de plug te trekken,
te trekken.
•Haal alle kabels los alvorens het instrument te verplaatsen.
•Schokken, veroorzaakt door het instrument te laten vallen, stoten, of door het
plaatsen van zware voorwerpen op het instrument kunnen resulteren in krassen
of nog ergere schade.
nooit door aan de kabel
4
Voorzorgsmaatregelen
Page 6
■ Schoonmaken
•Maak de behuizing en het paneel schoon met een droge, zachte doek.
•Harddnekkig vuil kunt u verwijderen met een licht bevochtigde doek.
•Maak nooit gebruik van alcohol of oplosmiddelen.
■ Electrische Interferentie
•Dit instrument bevat digitale elektronica en kan interferentie veroorzaken als u
hem te dicht bij een radio of T.V . plaatst. Als dit gebeurt, moet u het instrument
verder verwijderen van betreffende apparatuur.
■ Data Backup
•De VL70-m bevat een speciale long-life battery die het interne geheugen, zelfs
als het instrument uitstaat, bewaard. Deze backup battery gaat vele jaren mee.
Zodra deze backup battery vervangen moet worden, verschijnt de melding
“Battery Low!” in de display zodra u het instrument aanzet. Zodra dit gebeurt
moet de batterij vervangen worden door gekwalificeerd Yamaha service personeel. VERVANG DE BACKUP BATTERY NOOIT ZELF!
■ Onderhoud en Modificaties
•Er zitten geen onderdelen in de VL70-m die door de gebruiker vervangen
kunnen worden. Het openen van- en knoeien met deze onderdelen kan leiden
tot onherroepelijke schade en mogelijke elektrische schokken. Laat derhalve al
het onderhoud over aan gekwalificeerd YAMAHA personeel.
■ Software van Derden
•Yamaha kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor software geproduceerd
voor dit produkt door derden. Richt evt. vragen of commentaar over zulke
software aan de fabrikanten of dealers van zulke software.
YAMAHA is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door foute bediening of
onjuiste behandeling.
Voorzor gsmaatregelen
5
Page 7
Virtual Acoustic Synthese
In tegenstelling tot toongeneratie systemen die gebruik maken van oscillators,
functie generators, preset gelofvormen of samples om geluid te produceren, past
Virtual Acoustic (“VA”) Synthese van Yamaha geavanceerde computer-gebaseerde
“physical modeling” technologie toe op muzikale geluidssynthese. Op dezelfde
manier dat computer “modellen” worden gebruikt bij het simuleren van weersystemen of de vluchtkarakteristieken van een vliegtuig in het ontwerp stadium,
simuleert de VL70-m de bijzonder complexe vibraties, resonanties, reflecties en
andere akoestische fenomenen die optreden in een echt wind- of snaarinstrument.
V A Voordelen
De VL70-m biedt muzikaal gezien vele voordelen. Niet alleen qua geluid, maar
ook qua "gedrag" die sommige akoestische instrument zo, nou ja, muzikaal
maakt! Yamaha Virtual Acoustic Synthese is verreweg het meest muzikale toongeneratie systeem dat ooit gecreërd is.
•De VL70-m klinkt beter, heeft meer diepgang en is muzikaal gesproken realtischer
dan wat voor toongenerator systeem dan ook.
•Om te beginnen produceert het simpelweg voortbrengen van één noot niet altijd
precies hetzelfde geluid. Het instrument reageert op allerlei elementen en
“leeft”.
•Overgangen van noot-naar-noot hebben dezelfde continuïteit die ten toon wordt
gespreidt bij akoestische instrumenten. Wat gebeurt tussen de verschillende
noten in is net zo belangrijk als de noten zelf.
•Het instrument is bijzonder expressief. In plaats van alleen het besturen van
parameters zoals volume en toonhoogte, kunt u karakteristieken zoals breath
(lett. 'adem') en reed pressure (lett. 'druk op het riet') toepassen, die het juiste
complexe effect hebben op het timbre van het geluid.
6
Virtual Acoustic Synthese
Page 8
Het VL70-m Model
Het algemene VL70-m model of “algorithm” bestaat uit drie hoofd blokken:
het instrument, de controllers en de modifiers. Schematisch verhouden deze blokken zich als volgt:
Controllers (ook envelopes)
InstrumentModifiers
Geluid Uit
7Virtual Acoustic Synthese
Page 9
■
OPMERKINGEN
• Het geluid dat zo
wordt geproduceerd
wordt versterkt en van
sustain voorzien door
de body van het
instrument.
• De toonhoogte van het
geluid wordt bepaald
door de lengte van de
luchtkolom of snaar, en
het timbre is een
complex produkt van
de aandrijfbron (riet,
lip, lucht, snaar), de
vorm van de resonantie
holte, het materiaal
waarvan het instrument
gemaakt, enz.
Het Instrument
Het toon block in deze algorithm is het instrument, aangezien het hier is dat de
fundamentele toon of “timbre” van het geluid wordt bepaald. Het model van het
instrument model bestaat voornamelijk uit een driver — het reed/mondstuk, lip/
mondstuk of strijkstok/snaren systeem — en een resonantie systeem dat correspondeert met de pijp en luchtkolom of snaar.
In al deze instrumenten leid druk op dit
punt (het aandrijfpunt) tot vibratie die
resulteert in geluid.
Reed
vibratie
Lip
vibratie
Lucht vibratie
Snaar
vibratie
8
Virtual Acoustic Synthese
Één van de opmerkelijke kenmerken van het Virtual Acoustic Synthese systeem
van de VL70-m is dat zo'n beetje iedere driver gebruikt kan worden met een
willekeurige type pijp of snaar.
DriversPipes/String
Page 10
De Controllers
De input van een akoestisch wind instrument komt uit de speler zijn longen,
luchtpijp, mondholte en lippen. Bij een snaarinstrument komt deze uit de beweging
van de arm, via de strijkstok overgebracht op de snaar. Deze elementen vormen
daadwerkelijk een belangrijk onderdeel in het geluidsgeneratie systeem en zijn, in
het VL70-m model, onderdeel van het controller block. De speler beïnvloedt het
geluid van het instrument ook met de toetsen, toonhoogte gaten of frets, en dit
aspect van het geluid maakt een ander deel uit van het controller block. Deze- en
andere control parameters die geboden worden door de VL70-m staan opgesomd
in de onderstaande illustratie.
In essentie bepalen de controller parameters hoe het instrument “speelt”. Al deze
parameters kunnen worden toegewezen aan een willekeurige externe controller die
gebruikt kan worden met de VL70-m: breath controller, foot controller, modulation
wheel, enz. De pressure parameter wordt normaal gesproken toegewezen aan een
breath controller zodat de speler de dynamiek van het instrument kan besturen door
de breath pressure die geboden worden door de controller te variëren — een
natuurlijke, instinctieve manier om wind-instrument klanken te bespelen. Daarbij
kunt u de growl ("grom") en throat ("strot") parameters ook toewijzen aan de
breath controller om levensechte respons en effecten te creëren.
Embouchure
De strakheid van de
lippen tegen het riet
of tegen elkaar, of de
kracht van de strijkstok tegen de snaar.
Tonguing (lett.
'tongen')
Simuleert de 'haltong' techniek die
saxofoon spelers vaak
gebruiken door de
grootte van de
“scheur” in het riet te
veranderen.
Toonhoogte
Verandert de lengte
van de luchtkolom of
snaar, en verandert
daardoor de toonhoogte van het geluid.
Demping & Absorptie
Simuleert het effect
van wrijving in de pijp
of met de snaar, en die
van verlies van hoge
frequenties aan het
eind van de pijp of
snaar.
Throat ("strot")
Bestuurt het karakter
van de keel of strijkarm
van de speler.
Pressure (druk)
De hoeveelheid breath
pressure toegediend aan
het riet of het mondstuk,
of kracht waarmee de
strijkstok aanstrijkt.
Growl
Een periodieke pressure
(strijkstok aanslaggevoeligheid) modulatie
die de “growl” effecten
produceert die zo vaak
voorkomen bij wind
instrumenten.
Scream (lett. "schreeuw")
Dwingt het gehele
systeem in chaotische
oscillatie, effecten
creërend die alleen
bereikt kunnen worden
met physical modelling
technologie.
9Virtual Acoustic Synthese
Page 11
De Modifiers (lett. 'aanpassers')
Het modifier block bestaat uit 4 gedeelten, zoals blijkt uit de diagram. Alhoewel
deze overkomen als simpele effecten, staan ze eigenlijk intiem in relatie met het
geluid-producerende model van de VL70-m en hebben ze een belangrijk effect op
het geluid (de VL70-m heeft een aparte effect afdeling met reverb, chorus, variation
en distortion effecten — zie pag. 86).
● Harmonic Enhancer
De Harmonic Enhancer bepaalt de harmonische structuur van het geluid, althans zodanig
dat het radicale timbrale variaties produceert
in een instrument “familie” (bijv. saxofoons).
U krijgt toegang tot de harmonic enhancer
parameters via de Yamaha VL70-m Expert
Editor software (pag. 25).
Harmonic
Enhancer
Dynamic
Filter
● Dynamic Filter
Dit gedeelte is hetzelfde als de dynamische
Frequency
Equalizer
filters die u vind in vele conventionele
synthesizers, met high-pass, bandpass, band
elimination en low-pass modes. Sommige fil-
Resonator
ter parameters zijn beschikbaar via de VL70m knoppen, maar gedetailleerde editten van
de parameters zoals het filter type moet via de
Yamaha VL70-m Expert Editor software (pag.
25)
● Frequentie Equalizer
Dit is een 5-band parametrische equalizer met frequentie-, Q (bandbreedte)-, en
level parameters. De equalizer bevat zowel pre-EQ high- en low-pass filters als
key scaling mogelijkheden om precies te equalize'n op het bereik van het instrument. Alhoewel simpele treble en bass parameters ingesteld kunnen worden met de
knoppen op de VL70-m, kunnen de volledige parameters alleen ingesteld worden
met de Yamaha VL70-m Expert Editor software (pag. 25).
● Resonator
De Resonator maakt gebruikt van gesimuleerde “resonator” pijpen of snaren en
delays om een “houten” resonantie effect te bewerkstelligen — alhoewel het op
sommige voices weinig of geen effect heeft. De resonator parameters kunnen
alleen worden ingesteld met de Yamaha VL70-m Expert Editor software (pag. 25).
10
Virtual Acoustic Synthese
Page 12
En er is Meer …
In deze korte inleiding in de algemene VL70-m instellingen hebben we alleen
gekeken naar het centrale fysieke model die het belangrijkste onderdeel is bij
het nog nooit gehoorde geluid en muzikale karakter van de VL70-m. Er is nog veel
meer mogelijk met dit instrument. Hij bevat ook een groot aantal andere functies
die veel lijken op die die u vind in conventionele synthesizers. Zo staan er
bijvoorbeeld een aantal programmeerbare envelopes tot uw beschikking die kunnen worden toegepast op de meeste controllers, afgezien van de real-time besturing
van de muzikant. Daarbij staan er natuurlijk ook nog een groot aantal utility
functies tot uw beschikking die de VL70-m maximum bedieningsgemak geven en
het instrument bijzonder breed inzetbaar maakt.
Nu u in het algemeen begrijpt wat de VL70-m is, is het een goed idee om er
helemaal in te duiken, om te zien van de VL70-m echt allemaal kan.
11Virtual Acoustic Synthese
Page 13
De Knoppen & Aansluitingen
De volgende korte beschrijving van de knoppen en aansluitingen van de VL70m
zullen u helpen de algemene logica van de interface te begrijpen.
Front Paneel
[POWER/VOL] Knop
q
Druk hierop om het instrument AAN en UIT te
zetten. Draai er aan om het volume af te stellen
(met de klok mee verhoogt het volume).
Breath Controller Jack
w
Hier kunt u een los verkrijgbare Yamaha BC3,
BC2 of BC1 Breath Controller op aansluiten.
pag. 17
➲
WX IN Jack
e
Hier kunt u een Yamaha WX-series Wind MIDI
Controller op aansluiten zoals de WX11 of WX7,
zonder WT11 of BT7 wind controller interface.
pag. 18
➲
PHONES Jack
r
Hier kunt u een standaard koptelefoon op aansluiten (stereo mini phone plug) zodat u het geluid van
de VL70-m kunt beluisteren zonder externe versterker. Het volume van het geluid van de koptelefoon kan afgesteld worden met de [POWER/VOL]
knop.
Display
t
Deze grote backlit liquid crystal display toont alle
alle parameters en prompts die nodig zijn om de
VL70-m gemakkelijk en efficiënt te programmeren. Het contrast van de display kan worden
afgeregeld op de manier die staat omschreven op
pag. 99.
pag. 31
➲
[PLAY] Knop
y
Druk op deze knop om de VL70-m PLAY mode te
selecteren waarin voices geselecteerd en bespeeld
kunnen worden. Als de PLAY mode al geselec-
teerd is, kunt u het huidig geselecteerde geluid
beluisteren door op de [PLAY] knop te drukken —
een handige test functie.
pag. 31
➲
[EDIT] Knop
u
Activateert de VL70-m EDIT mode waarin voices
ge-edit kunnen worden en nieuwe geluiden gecreëerd kunnen worden.
pag. 46
➲
[UTIL] Knop
i
Selecteert de VL70-m UTILITY mode. De
UTILITY mode bevat een aantal belangrijke utility
functies die bediening van de VL70-m beïnvloeden: SYSTEM SETUP, DUMP OUT, INITIALIZE,
en DEMO SONG.
pag. 97
➲
[EFFECT] Knop
o
Selecteert de VL70-m EFFECT mode waarin de
ingebouwde reverb, chorus, variation en distortion
effecten naar wens kunnen worden toegewezen en
ge-edit.
pag. 88
➲
[MODE] Knop
!0
Geeft toegang tot de VL70-m sound module mode
selectie functie.
pag. 29
➲
[BREATH] Knop
!1
Selecteert de BREATH SETTING die parameters
bevat die bepalen hoe de VL70-m reageert op besturing via een breath controller, WX-serie Wind
MIDI Controller, of aanverwante controller.
pag. 95
➲
12
De Knoppen & Aansluitingen
Page 14
[MIDI/WX] Knop
!2
Door te drukken op deze knop selecteert u om de
beurt de VL70-m MIDI en WX control modes (als
de HOST SELECT switch op het achterpaneel op
Mac, PC-1 of PC-2 staat).
pag. 18
➲
[ENTER] Knop
!3
Met de [ENTER] knop kunt u naar sub-modes
gaan, input bevestigen, en bepaalde handelingen
uitvoeren. Als u dubbelklikt op deze knop (m.a.w.
deze knop twee keer snel achter elkaar indrukt)
krijgt u toegang tot de SHOW CONTROL en
SHOW EXCLUSIVE (pag. 103) modes.
pag. 24
➲
[EXIT] Knop
!4
Met deze knop kunt u de sub-modes verlaten en
bepaalde handelingen annuleren. Waar u ook bent
in de VL70-m display structuur, het indrukken van
de [EXIT] knop (indien noodzakelijk een aantal
keren) brengt u uiteindelijk terug naar de PLAY
mode.
pag. 24
➲
PART [-] en [+] Knoppen
!5
Als de VL-XG sound module mode is geselecteerd (pag. 28) kunt u met de knoppen de part
selecteren die afgespeeld moet worden. Iedere knop
kan kort ingedrukt worden om stap voor stap in de
wy u i o !0 !1e
aangegeven richting te wandelen, of vastgehouden
worden om continue te scrollen. In zowel de VLXG of VOICE sound module mode (pag. 27) brengt
het tegelijk indrukken van beide knoppen u in en
uit de PLAY mode sub-control mode (pag. 34 en
40).
Als de EDIT mode is geselecteerd kunt u met
PART knoppen tussen de parameters springen zonder terug te keren naar het EDIT mode menu.
pag. 36
➲
SELECT [<] en [>] Knoppen
!6
Met deze knoppen kunt u de sub-modes of parameters selecteren. In sommige gevallen wordt de
selectie gemaakt in menu displays, en bij andere
kunt u met de SELECT knoppen daadwerkelijk
naar andere display page springen.
pag. 31
➲
VALUE [-] en [+] Knoppen
!7
Hiermee kunt u voices selecteren en parameter
waarden wijzigen. Iedere knop kan kort ingedrukt
worden om de waarde stap voor stap in de aangegeven richting te wijzigen, of vastgehouden worden om continue te scrollen. De knoppen kennen
ook een grote step functie waarmee u vooruit of
achteruit kunt wandelen in grote stappen bij het
selecteren van voices of bij het editten van numerieke parameters: druk de [-] of [+] knop terwijl u
de andere knop vasthoud.
pag. 31
➲
WX INBREATH
PHONES
POWER/VOL
PUSH ON/OFF
r
qt
VIRTUAL ACOUSTIC TONE GENERATOR
PARTMIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
MIDI/
WX
ENTER
EXIT
PART
ALL
SELECT
VALUE
BC/WX
VELOCITY
TOUCH EG
VOICE
VL-XG
PLAY EDIT
EFFECT
UTIL
BREATH
MODE
!2 !3 !4
De Knoppen & Aansluitingen
!5
!6
!7
13
Page 15
Achterpaneel
DC IN Connector
!8
Hier kunt u de DC output kabel van de meegeleverde
Yamaha PA-3B AC Power Adaptor insteken.
pag. 15
➲
OUTPUT L/MONO en R Jacks
!9
Dit zijn de hoofd stereo uitgangen van de VL70m. Let er op dat u deze aansluit op de juiste kanalen van een stereo geluidssysteem om te volledige
kwaliteit te krijgen van de VL70-m geluiden en
effecten. Bij het aansluiten op een mono geluidssysteem moet u alleen de L/MONO jack aansluiten (bijv. bij een instrumentversterker).
pag. 22
➲
MIDI IN, OUT en THRU Aansluitingen
@0
Op de MIDI IN aansluiting wordt data ontvangen
van een externe sequencer of ander MIDI apparaat
die bedoeld is om de VL70-m te besturen of aan te
spreken. De MIDI THRU aansluiting stuurt data
die ontvangen wordt door de MIDI IN aansluiting
gewoon door, zodat u meerdere MIDI apparaten
achter elkaar kunt hangen. De MIDI OUT aansluiting verstuurt data die correspondeert met de VL70m Breath Controller functies, of bulk data als één
van de MIDI data transmissie functies aktief zijn.
De MIDI OUT aansluiting kan ook gebruikt worden om data te “echo'en” (opnieuw te versturen)
die ontvangen wordt via de MIDI IN of TO HOST
aansluitingen.
pag. 16
➲
TO HOST Aansluiting & HOST SELECT Switch
@1
Op deze jack en met deze selector switch kunt u de
VL70-m direct aansluiten op een personal computer om te sequencen en andere muziek applicaties
te draaien — zonder externe MIDI interface.
pag. 20
➲
THRUOUTIN
14
De Knoppen & Aansluitingen
MIDI
HOST SELECT
MIDI Mac
PC-2 PC-1
TO HOSTDC IN
!8!9@1@0
OUTPUT
RL/MONO
SER NO.
Page 16
Instellen
Stroomvoorziening
Uw VL70-m is voorzien van een Yamaha PA-3B AC adaptor. Steek de DC
output kabel van de AC adaptor in de DC IN jack op het achterpaneel, en steek
de adaptor in een nabijgelegen stopcontact. Het is ook een goed idee om de DC
kabel van de adaptor in de kabelclip te steken op het achterpaneel van de VL70-m
om te voorkomen dat de kabel er per ongeluk uitgetrokken worden tijdens het
spelen.
■
OPGEPAST
• Gebruik geen andere AC adaptor dan de meegeleverde of een soortgelijke door de dealer
verstrekte vervanging in het instrument. Het gebruik van een verkeerde adaptor kan
onherroepelijke schade veroorzaken aan de VL70-m, en kan zelfs een stroomschok veroorzaken!
• Let er op dat u de adaptor uit het stopcontact haalt als u de VL70-m niet gebruikt.
DC-IN
HOST SELECT
MIDI Mac
PC-2 PC-1
TO HOSTDC IN
OUTPUT
RL/MONO
SER NO.
PA-3B
AC power socket
15Instellen
Page 17
MIDI Aansluitingen
U kunt ieder willekeurig type MIDI controller gebruiken met de VL70-m:
keyboard, wind controller, sequencer, enz. Om zeker te zijn van foutloze
transmissie van MIDI data moet u altijd hoge-kwaliteit MIDI kabels, gekocht bij
uw Yamaha dealer of muziekhandel. Gebruik daarbij geen kabels langer dan 15
meter, aangezien langere kabels noise op kunnen pikken die data errors kunnen
veroorzaken.
De VL70-m MIDI receive kanaal en device nummer parameters kunnen worden
opgeroepen in de PLAY mode display en PLAY mode sub-control display (pag. 32
en 34). Let er op dat deze parameters corresponderen met de instellingen van de
gebruikte MIDI controller.
● De VL70-m ontvangt de volgende MIDI data:
Note
Control Change
Aftertouch
Pitch Bend
Program Change
& Bank Select
System Exclusive
De gespeelde note en velocity waarden.
Modulation wheel, breath controller, foot controller, sustain en
andere controller data.
Keyboard aftertouch pressure (alleen channel aftertouch).
Pitch bend wheel positie.
Voice nummers en bank select gegevens.
Voice en systeem data verstuurd in de vorm van “bulk dumps.”
16
Instellen
■
OPMERKINGEN
• BELANGRIJK!: De HOST SELECT switch op het achterpaneel moet op “MIDI” staan als de
VL70-m
• Zie, voor details over MIDI specificaties, het Engelse List Book “MIDI Data Format” pag.
26.
• ALs u de VL70-m gebruikt met andere MIDI apparatuur is het een goed idee om de MIDI
specificaties (implementation chart, MIDI data format) van de betreffende apparatuur te
bekijken, om er zeker van te zijn dat de apparatuur goed samenwerkt.
niet op een computer is aangesloten via de TO HOST aansluiting.
Page 18
Breath Controller
Als u de VL70-m bespeeld via een toetsenbord is een breath controller
onmisbaar — zowel voor realistische expressie bij wind-instrument voices
en nog nooit vertoonde controle bij de snaar voices. Sluit een los verkrijgbare
Yamaha BC3, BC2 of BC1 Breath Controller aan op de breath controller jack
op het frontpaneel. Als het MIDI toetsenbord in kwestie uitgerust is met een
breath controller ingang, kunt u de breath controller beter hierop aansluiten dat
op de VL70-m. De Breath Controller is ideaal bij het besturen van parameters
die normaal worden beïnvloedt door de lucht van de muzikant: dynamiek,
timbre, toonhoogte en anderen.
■
BELANGRIJK!
• Als u een BC3, BC2, of BC1 breath controller gebruikt die is aangesloten op de BREATH
jack, moet de “Breath Mode” parameter op “BC/WX” staan (pag. 96). Dit is ook noodzakelijk als u de breath controller aansluit op de breath controller jack van het toetsenbord.
BC3
MIDI keyboard
WX IN BREATH
BREATH
PHONES
POWER/VOL
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
PUSH ON/OFF
MIDI OUT
VIRTUAL ACOUSTIC TONE GENERATOR
VL70-m
MIDI IN
BC/WX
VELOCITY
TOUCH EG
VOICE
VL-XG
PLAY EDIT
UTIL
MODE
MIDI/
PART
ALL
WX
ENTER
SELECT
EFFECT
BREATH
EXIT
VALUE
17Instellen
Page 19
WX-series Wind MIDI Controller
De VL70-m is een ideale toongenerator voor Yamaha WX-series Wind MIDI
Controllers zoals de WX11 of WX7. In beide gevallen kan de controller
direct worden aangesloten op de WX IN aansluiting op het frontpaneel van de
VL70-m, zonder WT11 of BT7 wind controller interface.
WX IN
WX IN BREATH
PHONES
POWER/VOL
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
PUSH ON/OFF
VIRTUAL ACOUSTIC TONE GENERATOR
MIDI/
PART
PLAY EDIT
ALL
WX
ENTER
SELECT
EFFECT
UTIL
BC/WX
VELOCITY
TOUCH EG
BREATH
MODE
EXIT
VOICE
VL-XG
VALUE
VL70-m
WX11
U moet in het bijzonder op de volgende parameters en knoppen letten als u
gebruik maakt van een WX-series Wind MIDI Controller:
■
OPMERKINGEN
• Als de WX controller wordt losgehaald als de VL70-m nog aanstaat, kan het gebeuren
dat het breath level vast blijft staan op “0” en de volgende noten geen geluid produceren. Als dit gebeurt moet u de VL70-m uit- en weer aanzetten.
BREATH MODE
SOUND MODULE
MODE
LIP MODE
MIDI/WX
SETTING
De Breath Mode parameter (pag. 96) moet op “BC/WX” staan
omdat de VL70-m anders de breath data van de controller niet
herkent.
Als u van plan bent meerdere MIDI instrumenten met een Wind
MIDI Controller via de VL70-m MIDI OUT aansluiting aan te
sturen, moet de VL70-m sound module mode op VOICE gezet
worden (pag. 29). Als de VL-XG mode is geselecteerd, wordt
MIDI note data die ontvangen wordt via de MIDI IN aansluiting
niet verstuurd via de MIDI OUT aansluiting.
WX Wind MIDI Controllers produceren pitch bend data van “16” tot “+32” als respons op lip (riet) pressure. De WX Lip
parameter (pag. 98) bepaalt of deze waarden worden toegepast
zoals ze zijn (“Norm”), of dat ze worden geëxpandeerd tot een
“-64” t/m “+63” bereik (“Expd”). Als de “Expd” mode is geselecteerd, wordt de geëxpandeerde pitch bend data ook verstuurd
via de MIDI OUT aansluiting. We raden de “Expd” instelling aan
bij het gebruik van een WX controller in de “tight lip” mode.
We raden de “Norm” instelling aan als u de WX controller
gebruikt in “loose lip” mode.
Als de VL70-m is aangesloten op een WX controller
en een
computer via de TO HOST aansluiting, en de HOST SELECT switch
staat op een andere position dan “MIDI”, moet u met de [MIDI/
WX] knop op het frontpaneel de “WX” mode selecteren (een
kleine WX ikoon verschijnt hierop links in de display), anders
herkent de VL70-m geen data van de WX controller. Als de HOST
SELECT switch op “MIDI” staat, accepteert de VL70-m geen MIDI
en geen WX data (beide MIDI en WX ikonen verschijnen in de
display), en de [MIDI/WX] knop doet niets.
18
Instellen
Page 20
G50 Gitaar MIDI Converter
De Yamaha G50 is een hoge kwaliteit Gitaar MIDI Converter ontwikkeld om
samen te met de Yamaha G1D Divided Pickup Unit op een electrische of steelstring akoestische gitaar. De G50 is een fantastische MIDI guitar synthesizer met
exceptioneel snelle respons en een groot aantal geavanceerde functies die voor de
eerste keer alle creativiteit van MIDI control voor gitaristen naar buiten brengt.
Natuurlijk is de VL70-m een ideale toongenerator voor een MIDI gitaar systeem
gebaseerd op de G50.
Guitar
GUITAR MIDI
CONVERTER
G50
WRITE
PARAMETER
GUITAR SETUP EXTERNAL TG SETUP
A PLAYING STYLE
B NOTE ON LEVEL
C NOTE OFF LEVEL
D VELO CITY
E CHROMATIC
F TRANSPOSE
G PITCH BEND RANGE
H PROGRAM CHANGE #
I BANK MSB
J BANK LSB
K VOLUME
L PAN
M ASSIGNABLE 1
N
O ASSIGNABLE 2
P VALUE
REALTIME CONTROL
Q SPLIT
R MEMORY2#
S MEM2 LOCATION
T PICKING CONTROL
U FRONT
V REAR
VALUE
W TOUCH CONTROL
X SENSITIVITY
Y SUSTAIN/HOLD PEDAL
MIDI OUT
G1D
WX IN BREATH
PHONES
POWER/VOL
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
PUSH ON/OFF
VIRTUAL ACOUSTIC TONE GENERATOR
MIDI IN
BC/WX
VELOCITY
TOUCH EG
VOICE
VL-XG
PLAY EDIT
UTIL
MODE
MIDI/
PART
ALL
WX
ENTER
SELECT
EFFECT
BREATH
EXIT
VALUE
VL70-m
Aangezien de G50 MIDI output produceert, gelden de standaard MIDI aansluiting
regels die gelden bij een toetsenbord of andere MIDI controller ook bij het aansluiten van de G50 op de VL70-m (pag. 16).
19Instellen
Page 21
●Aansluiting Pin
Nummers
mini Din 8-pin
678
34125
D-SUB 9-pin
54321
9876
D-SUB 25-pin
123456789
14 15 161718 19 20
21 22
10 11 12
23 24 25
Aansluiten op een Personal Computer
Alhoewel de VL70-m kan worden aangesloten op een personal computer via de
MIDI IN/OUT aansluitingen en een MIDI interface, kunt u deze met de TO
HOST aansluiting en selector switch direct aansluiten op Apple Macintosh, IBM
PC/AT, of NEC PC-9801/9821 personal computers om te sequencen en andere
muziekapplicaties te draaien zonder aparte MIDI interface.
■
BELANGRIJK!
• Als de VL70-m is aangesloten op een computer via de TO HOST aansluiting
controller via de MIDI IN aansluiting, moet de “echo back” functie van de muziek software
of sequencer die u gebruikt “aan” staan, zodat de MIDI note data van de controller wordt
teruggestuurd naar de VL70-m en opvolgende apparatuur die is aangesloten op de VL70m MIDI OUT aansluiting.
Modem of
MIDI toetsenbord
MIDI OUT
WX IN BREATH
PHONES
POWER/VOL
13
PUSH ON/OFF
VIRTUAL ACOUSTIC TONE GENERATOR
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
VL70-m
Printerpoort
TO HOSTMIDI IN
PLAY EDIT
EFFECT
UTIL
BC/WX
VELOCITY
TOUCH EG
BREATH
MODE
VOICE
VL-XG
MIDI/
WX
ENTER
EXIT
RS-232C
PART
ALL
SELECT
VALUE
PS/V
IBM
en een MIDI
Personal System/V
Personal System/V
Personal
computer
20
Aansluiten op een Apple Macintosh Computer
Sluit de TO HOST aansluiting van de VL70-m aan op de modem of printerpoort
van uw Macintosh, afhankelijk van welke poort gebruikt wordt door uw MIDI
software voor MIDI data communicatie, m.b.v. een standaard Macintosh 8-pin
system peripheral kabel. Zet de TO HOST selector op “Mac” positie.
Misschien moeten er ook andere MIDI interface instellingen gewijzigd worden aan
de kant van de computer, afhankelijk van het type software dat u gebruikt (zie de
handleiding van de software). Zet in ieder geval de clock speed op 1 MHz.
● “Mac” Kabel Aansluitingen
mini Din 8-pinmini Din 8-pin
• 8-pin system peripheral kabel.
• Data transfer rate: 31,250 bps.
Instellen
Page 22
Aansluiten op een IBM PC/AT Computer
Sluit de TO HOST aansluiting van de VL70-m aan op de RS-232C poort van
uw IBM computer, m.b.v. een standaard 8-pin MINI DIN → 9-pin D-SUB cross
kabel. Zet de TO HOST selector op “PC-2” positie.
Zie de handleiding van uw software voor meer informatie over evt. instellingen
die gemaakt moeten worden aan de kant van de computer.
● “PC-2” Kabel Aansluitingen
mini Din 8-pinD-SUB 9-pin
• 8-pin mini DIN → 9-pin D-SUB kabel. Gebruik een “PC-1” type
kabel als uw computer is uitgerust met een 25-pin seriële poort.
• Data transfer rate: 38,400 bps.
Aansluiten van een NEC PC-9801/9821 Computer
NEC PC-9801/9821 computers worden overal in Japan gebruikt. Sluit de TO
HOST aansluiting van de VL70-m aan op de RS-232C poort van uw NEC
computer, m.b.v. een standaard 8-pin MINI DIN → 25-pin D-SUB cross kabel.
Zet de TO HOST selector op “PC-1” positie.
Zie de handleiding van uw software voor meer informatie over evt. instellingen
die gemaakt moeten worden aan de kant van de computer.
■
OPMERKINGEN
• Als uw systeem niet goed werkt, terwijl alles is aangesloten en ingesteld zoals hierboven
staat omschreven, kan het zijn dat de software anders moet worden ingesteld.
Controlleer de handleiding van uw software en zet de HOST SELECT switch op de positie
van de juiste data transfer rate.
● “PC-1” Kabel Aansluitingen
mini Din 8-pinD-SUB 25-pin
• 8-pin mini DIN → 25-pin D-SUB kabel. Gebruik een “PC-2” type
kabel als uw computer is uitgerust met een 9-pins seriële poort.
• Data transfer rate: 31,250 bps.
21Instellen
Page 23
Audio Aansluitingen
■ Koptelefoon
Om privé te luisteren en te oefenen is een koptelefoon ideaal. U hoeft helemaal
geen installatie aan te sluiten, en u stoort niemand, hoe hard of hoe laat u ook
speelt. Iedere willekeurige standaard stereo koptelefoon met een stereo steekplug
en een impedantie van 8 tot 150 ohms kan worden gebruikt.
■ Stereo Geluidssysteem
De VL70-m voices en effecten klinken het beste in stereo, dus moet er gebruik
gemaakt worden van een stereo geluidssysteem om het uiterste uit de VL70-m
voices en expressieve functies te halen. De VL70-m OUTPUT L/MONO en R
steekpluggen kunnen direct op een keyboardversterker worden aangesloten, of op
de line inputs van een mengpaneel. Het is ook mogelijk om de outputs van de
VL70-m aan te sluiten op de ingangen van een multitrack- of stereo tape recorder.
■
OPMERKINGEN
• Als u gebruik moet maken van een mono versterker of aanverwante apparatuur moet u
alleen de L/MONO output jack aansluiten. De signalen van de linker- en rechterkanalen
worden automatisch gecombineerd afgeleverd via de L/MONO jack als er een enkele phone
plug wordt aangesloten op deze jack en er niets wordt aangesloten op de R output jack.
• Let er op dat zowel de VL70-m als uw geluidssysteem uitstaan tijdens het maken van de
aansluitingen.
22
Instellen
Page 24
Aanzet Procedure
Hanteer altijd de juiste volgorde van aanzetten van uw geluidssysteem om
schade te voorkomen aan uw apparatuur (en uw oren!).
1. Let er op dat de volume knop van uw geluidssysteem en de VL70-m volume-
knop helemaal uitstaan voordat u ze aanzet.
2. Doe de VL70-m aan.
3. Doe uw MIDI controller aan (en de computer/sequencer, indien noodzake-
lijk).
4. Doe het geluidssysteem aan.
5. Zet het niveau van het geluidssysteem op een redelijk luisterniveau.
6. Draai langzaam de VL70-m VOLUME knop omhoog tijdens het spelen op de
MIDI controller, tot het gewenste luisterniveau is bereikt.
■
OPMERKINGEN
• Sommige toetsenbord en andere MIDI controllers versturen automatisch MIDI control
change data die correspondeert met hun control status zodra de controller wordt aan- of
uitgezet. De VL70-m is geprogrammeerd om deze data te ontvangen en hierop te reageren, dus is het een goed idee om eerst VL70-m aan te zetten
voordat u de controller aanzet.
Instellen
23
Page 25
De Demo Beluisteren
Als alles in uw VL70-m systeem is aangesloten, kunt u beginnen met het
beluisteren van de voor-geprogrammeerde demo sequence om te horen hoe
sommige voices klinken. Dit helpt u bovendien bij het bekend raken van sommige
selectie en edit procedures van de VL70-m.
■
OPMERKING
• Als de demo wordt afgespeeld worden alle systeem setup parameters en de huidige voice
geïnitializeerd. Als het geheugen van uw VL70-m data bevat die u wilt bewaren moet u
deze data eerst met de bulk dump functie (pag. 100) op een externe MIDI data recorder of
ander opslagmedium bewaren alvorens de demo af te spelen.
1. Selecteer de Utility Mode
Druk op de [UTILITY] knop om de utility mode te selecteren.
2. Selecteer de Demo Mode
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de “DEMO” mode.
3. Druk op [ENTER] en Bevestig
Druk op de [ENTER] knop om door te gaan met de demo. De VL70-m vraagt
u vervolgens dit te bevestigen: druk nogmaals op [ENTER] om door te gaan
naar de demo song select display, of druk op [EXIT] om te annuleren.
24
4. Selecteer een Song
Selecteer met de VALUE [-] en [+] knoppen het demo song nummer waarmee
u wilt beginnen.
5. Speel de Demo Af
Druk op de [ENTER] knop om de demo af te spelen. Het afspelen begint bij de
geselecteerde song, waarna vervolgens alle andere songs in volgorde worden
afgespeeld. De songs blijven herhalen tot u hem stopt.
6. Stop de Demo
Druk op de [EXIT] knop om te stoppen met het afspelen van de demo. Hierop
keert u terug naar de demo song select display.
7. Keer, als u klaar bent, terug naar de Play Mode
Druk op de [PLAY] knop om terug te keren naar de PLAY mode.
Instellen
Page 26
De Meegeleverde Demo Disk
Bij de VL70-m heeft u een diskette gekregen met demonstratie data die ver-
schillende songs bevat die een aantal van de geavanceerde muzikale mogelijkheden demonstreert van de VL70-m. De songs op deze diskette kunnen afgespeeld
worden met een willekeurige sequencer of computer-gebaseerde sequence software die om kan gaan met SMF (Standard MIDI File — format 0) song files.
Bij alle demo songs wordt de VL70-m gebruikt voor de melodie, terwijl er een
tweede XG toongenerator (Yamaha MU50 of MU80 bijvoorbeeld) verantwoordelijk is voor de backing.
■
OPMERKING
• De meegeleverde disk is van het type 2DD (720 kilobytes) in MS-DOS formaat. De disk kan
ook gelezen worden door Macintosh computers m.b.v. de PC Exchange applicatie of een
application zoals ResEdit waarmee u in staat bent het file type te wijzigen.
De VL70-m Voice Edit Software
— Wat Is Het & Waar Kan U Het Krijgen —
Het aantal parameters die direct toegankelijk zijn via programmeer interface
van de VL70-m zelf is beperkt tot het eenvoudigste “hoogste niveau” van de virtual
acoustic synthese parameters. Het “hart” van de parameters die de daadwerkelijk
fundering vormen van het 'fysiek modelleren' (physical modeling dus) zijn dermate
complex, dat ze niet direct toegankelijk zijn.
De VL70-m Expert Editor voice edit software geeft u toegang tot het volledige
aantal physical modeling parameters. Het kan alleen gebruikt worden om nieuwe
voices te creëren, of voices te editten die in het geheugen van de VL70-m geladen
zijn. De VL70-m Expert Editor is feitelijk een herziene versie van de edit software
die Yamaha voicing professionals gebruiken om originele voices te creëren voor
VL-synthesizers en toongenerators. Dit maakt dit hulpmiddel tot een bijzonder
krachtige, volledig professionele programmeer tool, vol mogelijkheden.
Een ander handig stukje VL edit software is de VL V isual Editor. Met de VL Visual
Editor kan iedereen, op simpele wijze, nieuwe VL voices maken m.b.v. een
graphische, eenvoudig te gebruiken edit interface. De VL70-m Expert Editor leest
ook voice files in die gecreëerd zijn met de VL Visual Editor, waar deze voices
diepgaander ge-edit kunnen worden.
De VL Voice Edit Software kan verkregen worden via Yamaha’s XG
home page op het World Wide Web, “http://www.yamaha.co.jp./english/xg/html/
libhm.html”.
25Instellen
Page 27
Voice Structuur en Sound Module Modes
Voice Structuur
De voices van de VL70-m zijn verdeeld in vier hoofdgroepen (banken). Addi-
tionele banken worden gebruikt als de VL70-m in de VL-XG sound module
mode wordt gezet (pag. 29). De vier hoofdgroepen zien er als volgt uit:
PRESET 1
PRESET 2
CUSTOM
INTERNAL
De PRESET 1 bank bevat 128 preset voices die bedoeld zijn om te
besturen met een toetsenbord.
De PRESET 2 bank bevat 128 preset voices die maximale expressiviteit
bieden, mits bespeeld met een breath controller of WX Wind MIDI
Controller .
De CUSTOM (uw eigen) bank bevat 6 geheugenlokaties waarin de
voices tot in detail ge-edit kunnen worden via het gewenste model
personal computer en de Yamaha VL70-m Expert Editor software
(pag. 25). Als de VL70-m de fabriek voor het eerst verlaat bevatten
CUSTOM voice nummers 001 t/m 006 een aantal sound-effect type
voices uit de PRESET banks.
De INTERNAL (interne) bank bavat 64 geheugenlokaties waarin de
voices die u hebt ge-edit kunnen worden opgeslagen en opgeroepen wanneer u wilt. In tegenstelling tot CUSTOM voices, kunnen
de INTERNAL voices wél worden ge-edit via paneel knoppen van
de VL70-m. Als de VL70-m de fabriek voor het eerst verlaat bevatten de INTERNAL voice nummers 001 t/m 064 een aantal voices uit
de PRESET 1 en PRESET 2 banken, bedoeld om ze te bespelen met
een WX Wind MIDI Controller.
Banken 112 t/m 119 komen beschikbaar als de VL70-m op VL-XG sound module
mode (pag. 29) wordt gezet. In de VL-XG sound module mode wordt aan sommige
voices uit de PRESET 1 en PRESET 2 banken MIDI bank en program change
nummers toegewezen die overeenkomen met het Yamaha XG formaat. Aangezien
de VL70-m echter geen volledige set XG-compatible voices bevat, worden sommige voice nummers overgeslagen (m.a.w. 23, 24, 27, enz. doen niet mee).
■
OPMERKINGEN
• PRESET 1, PRESET 2 en CUSTOM voices kunnen worden ge-edit via de VL70-m paneel-
knoppen, maar de ge-editte voices kunnen niet worden opgeslagen in de PRESET 1, PRESET
2 of CUSTOM bank. Ge-editte voices kunnen alleen worden opgeslagen in de INTERNAL
bank, en dan nog alleen als de VL70-m in VOICE sound module mode staat (pag. 29).
• De fabriekspresets van de CUSTOM en INTERNAL
voices kunnen worden teruggeroepen in het geheugen m.b.v. van de Factory Set Initialize
(initializeer) functie omschreven op pag. 102.
• Zie het aparte (engelse) “List Book” voor een
complete opsomming van de VL70-m voices.
• Maak gebruik van de MIDI bank MSB (control
nummer 00) en LSB (control nummer 32) nummers die hier rechts staan afgebeeld om VL70-m
banken te selecteren met een extern MIDI instrument. In de VOICE sound module mode, wordt
de MSB is genegeerd (wordt herkend als 33) en
worden alleen LSB nummers 0 t/m 3 herkend.
26
Voice Structuur en Sound Module Modes
BANKMSBLSB
PRESET 1330
PRESET 2331
CUSTOM332
INTERNAL333
BANK 11297 of 81112
BANK 11397 of 81113
BANK 11497 of 81114
BANK 11597 of 81115
BANK 11697 of 81116
BANK 11797 of 81117
BANK 11897 of 81118
BANK 11997 of 81119
Page 28
De VL70-m Sound Module Modes
De VL70-m bevat twee hoofd Sound Module Modes: VOICE en VL-XG. Het
is belangrijk dat u het veschil begrijpt tussen deze modes omdat zij bepalen hoe
de VL70-m reageert op MIDI program change en bank nummers die ontvangen
worden van een MIDI toetsenbord of andere controller, en hoe de interne effecten
zich gedragen t.o.v. de individuele voices.
De VOICE Mode
In deze mode functioneert de VL70-m als een “standaard” toongenerator. U kunt
de VOICE mode het beste gebruiken als u alleen de VL70-m gebruikt of in
samenwerking met andere niet-XG toongenerators/synthesizers (zie “VL Extensie
voor XG”, pag. 30).
● Voice Selectie
De PRESET 1, PRESET 2, CUSTOM, en INTERNAL voices kunnen individueel
worden geselecteerd door de VL70-m VALUE [-] en [+] paneel knoppen, of door
de juiste MIDI program change nummers en bank nummers ontvangen van uw
toetsenbord of controller (zie het “Voice Structuur” gedeelte hiervoor).
● Voices Editten
In de VOICE mode kunnen de INTERNAL voices individueel worden ge-edit met
de VL70-m paneelknoppen. Iedere voice bevat zijn eigen edit parameters die
kunnen worden opgeslagen in de voice, en worden opgeroepen zodra de voice
wordt geselecteerd. Om precies te zijn
in de voice alvorens u een nieuwe voice selecteert, of de data gaat verloren.
moet de ge-editte data worden opgeslagen
● Effecten
Iedere voice heeft zijn eigen effect instellingen die worden opgeroepen zodra de
voice wordt geselecteerd, waardoor dat de effecten een belangrijk onderdeel worden van het individuele geluid van de verschillende voices. Net als bij ge-editte
voice data,
een nieuwe voice wordt geselecteerd, of de ge-editte effect data gaat verloren.
● MIDI Output
Normaal gesproken wordt MIDI data die wordt ontvangen door de VL70-m MIDI
IN aansluiting “precies zoals die werd ontvangen” opnieuw verstuurd door de
MIDI OUT aansluiting. Met de Note Filter functie omschreven op pag. 99 kunt u
nootdata transmissies wegfilteren (m.a.w. blokkeren) op nader te bepalen kanalen.
moet ge-editte effect data opgeslagen worden in de voice alvorens er
27Voice Structuur en Sound Module Modes
Page 29
De VL-XG Mode
In deze mode functioneert de VL70-m als een “XG expansion” toongenerator. De
VL-XG mode moet worden geselecteerd als u de VL70-m gebruikt in samenwerking met andere XG toongenerators/synthesizers om muziekdata af te kunnen
spelen, die gecreëerd is voor toongenerators wiens klankstructuur is opgebouwd
volgens de Yamaha XG formaat (zie “VL Extensie voor XG”, pag. 30).
● Voice Selectie
De PRESET 1, PRESET 2, CUSTOM, en INTERNAL voices kunnen individueel
worden geselecteerd door de VL70-m paneel VALUE [-] en [+] knoppen, of door
de juiste MIDI program change nummers en bank nummers ontvangen van uw
toetsenbord of controller (zie het “Voice Structuur” gedeelte, hiervoor). In de VLXG mode kunt u beschikken over banken 112 t/m 119, en worden aan sommige
voices in de PRESET 1 en PRESET 2 banken MIDI bank en program change
nummers toegewezen volgens het Yamaha XG formaat. Aangezien de VL70-m
geen volledige set XG-basis voices bevat, worden sommige voice nummers echter
overgeslagen (bijv. 23, 24, 27, enz.).
● Voices Editten
In de VL-XG mode is er slechts één set voice parameters beschikbaar voor alle
voices. Voices
INTERNAL bank zoals in de VOICE mode. Om precies te zijn kent de VL-XG
mode geen store functie. Alle voice parameter edits blijven bewaard in het geheugen, onafhankelijk van de geselecteerde voice. Hierdoor blijven de controller- en
andere instellingen in het geheugen bewaard tijdens het selecteren van andere
voices.
kunnen niet individueel worden ge-edit en opgeslagen in de
● Effecten
In de VL-XG mode zijn alle voices voorzien van slechts één set effect parameters.
Effecten
bank zoals in de VOICE mode. De huidige effect instellingen blijven bewaard in
het geheugen onafhankelijk van de geselecteerde voice. Hierdoor blijven reverb en
andere “ambiance-bepalende” instellingen bewaard in het geheugen tijdens het
selecteren van andere voices.
● MIDI Output
Alleen MIDI gegevens die niet worden gebruikt door de VL70-m worden opnieuw
verstuurd via de MIDI OUT aansluiting. Met de Noot Filter functie omschreven op
pag. 99 kunt u nootdata wegfilteren (m.a.w. blokkeren) op nader te bepalen kanalen.
28
Voice Structuur en Sound Module Modes
kunnen niet worden ge-edit en opgeslagen per voice in de INTERNAL
Page 30
De VOICE of VL-XG Sound Module Mode Selecteren
De huidige sound module mode wordt aangegeven door de driehoekige pijl rechts
onderin de display in de PLAY mode.
VOICE
VL-XG
De VOICE of VL-XG sound module mode wordt als volgt geselecteerd:
1. Druk op de [MODE] Knop
Als u op de [MODE] knop drukt krijgt u toegang tot de VL70-m sound module
mode selectie functie.
2. Selecteer de VOICE of VL-XG Mode
Selecteer naar wens met de VALUE [-] en [+] knoppen de “VOICE” of “VL-XG”
sound module mode.
3. Druk op [EXIT] of [PLAY] Als U Klaar Bent
Druk op de [EXIT] of [PLAY] knop om terug te keren naar de PLAY mode als de
gewenste sound module mode is geselecteerd.
29Voice Structuur en Sound Module Modes
Page 31
■ VL Extensie voor XG
De VL Extensie voor XG (“VL Extensie voor XG” wordt
afgekort als VL-XG) die inbegrepen is in de VL70-m V irtual
Acoustic Toongenerator breidt de muzikale mogelijkheden
van het XG formaat aanzienlijk uit met de expressie en de
superieure geluidsmogelijkheden van de Virtual Acoustic Synthese van
Yamaha. Een VL70-m kan samengebruikt worden met een Yamaha MU80
of MU50 XG toongenerator bijvoorbeeld; de VL70-m biedt superieure
wind- en snaarinstrument voices terwijl de MU80 of MU50 de songs voorziet van drums, percussie, synth geluiden e.a. voices.
Het XG formaat is feitelijk een aantal regels die voorschrijven hoe een
toongenerator reageert op MIDI data. Het huidige GM (General MIDI)
formaat is een dergelijk concept, die het mogelijk maakt om GM muziekdata accuraat te reproduceren met een willekeurige GM toongenerator van
een willekeurige fabrikant. In GM heeft u echter maar een beperkt aantal
parameters tot uw beschikking. XG breidt dit basis GM formaat aanzienlijk
uit door veel meer voices-, voice edit capaciteiten, effecten, externe input,
en andere kenmerken te bieden die bijdragen tot een verhoogde muzikale
expressie. Omdat XG daarbij volledig compatible is met GM, kan GM data
accuraat worden gereproduceerd door iedere willekeurige XG toongenerator .
* De VL70-m bevat niet de algemene set geluiden van het XG formaat.
30
Voice Structuur en Sound Module Modes
Page 32
De VOICE PLAY Mode
Als de VOICE sound module mode is geselecteerd (zie “De VL70-m Sound
Module Modes, pag. 27), brengt het indrukken van de [PLAY] knop u naar de
VL70-m VOICE PLAY mode. In deze mode kunt u voices selecteren en bespelen,
waardoor dit dus de mode is die u normaal gesproken gebruikt als u de VL70-m
bespeelt. De VOICE PLAY mode biedt ook toegang tot een aantal belangrijke
performance parameters w.o. volume, panning, enz. De VOICE PLAY mode bestaat daadwerkelijk uit twee control modes — de hoofd control mode en de subcontrol mode — die toegang biedt tot verschillende sets van parameters, zoals
hieronder omschreven wordt.
De VOICE PLAY Main Control Mode
Deze mode wordt in eerste instantie geselecteerd als u de VL70-m aanzet. Als
de sub-control mode actief is (zie pag. 34), kan de hoofd control mode worden
geselecteerd door tegelijkertijd de PART [-] en [+] knoppen in te drukken. De
VOICE PLAY main control mode display ziet er als volgt uit:
PARTMIDIBANK/PGM VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
• Device Nummer
• Bank Nummer
• Program Nummer
• Volume
• Systeem Transpositie
• Variation Return
• Chorus Return
• Reverb Return
• Pan
De verschillende parameters in deze mode worden geselecteerd met de SELECT
[<] en [>] knoppen. De naam van de huidig geselecteerde parameter verschijnt
rechts bovenin de display (als de bank en program nummer parameters een gevulde
driehoekige pijl vertonen geeft dit aan welke van de twee parameters zijn geselecteerd). Een kleine driehoekige pijl verschijnt boven de ikoon die correspondeert
met de geselecteerde parameter in de onderste regel van de display. Als de gewenste parameter eenmaal is geselecteerd, kan zijn waarde worden ingegeven met
de VALUE [-] en [+] knoppen.
De VOICE PLAY Mode
31
Page 33
DevNo. (Device Nummer)
Instellingen: 001 … 016, all
Volume
Instellingen: 000 … 127
De Device Nummer parameter moet juist zijn ingesteld als u MIDI system exclusive data wilt versturen
naar- of ontvangen van een andere VL70-m of andere MIDI apparatuur (system exclusive data bevat
voice parameters, system setup parameters, enz). Het
VL70-m Device nummer moet op hetzelfde nummer
staan als het Device Nummer van het externe apparaat. Selecteer een device nummer van “001” tot
“016”, of “all”. Wanneer “all” is geselecteerd, kan er
MIDI system exclusive data ontvangen worden op
alle device nummers, maar het versturen vindt alleen
plaats via device nummer 001.
(Bank Nummer)
Instellingen: Pr1, Pr2, Cst, Int
Selecteert de VL70-m PRESET 1 (Pr1), PRESET 2
(Pr2), CUSTOM (Cst) of INTERNAL (Int) voice
bank (zie “Voice Structuur” op pag. 26).
Stelt het volume in van de huidige voice. Des te
hoger de waarder, des te hoger het volume.
Pan
Instellingen: Rnd, L63 … C … R63
Stelt de pan positie in van de huidige voice — d.w.z.
de positie van de voice in het linker- en rechter stereo
beeld. Met de instelling “L63: kiest u een pan positie
volledig links, “C” zet de pan in het midden, en
“R63” zet de pan uiterst rechts. Tussenliggende instellingen produceren correspondere tussenliggende
pan posities. Met de “Rnd” instelling wordt er een
willekeurige pan positie gegenereerd.
RevRtn (Reverb Return)
Instellingen: 000 … 127
(Program Nummer)
Instellingen: 001 … 128
Selecteert de voice die u wilt bespelen op de VL70m. De PRESET 1 en PRESET 2 banken hebben allen
voice nummers van “001” tot “128”, terwijl de
INTERNAL banken voice nummers hebben van “001”
tot “064”, en de CUSTOM bank voice nummers
heeft van “001” tot “006”.
32
De VOICE PLAY Mode
Om het niveau af te stellen van het signaal dat terugkeert van het VL70-m reverb effect. Des te hoger de
waarde, des te harder het reverb signaal.
Page 34
ChoRtn (Chorus Return)
Instellingen: 000 … 127
Om het niveau af te stellen van het signaal dat terugkeert van het VL70-m chorus effect. Des te hoger de
waarde, des te harder het chorus signaal.
VarRtn (Variation Return)
Instellingen: 000 … 127
Om het niveau af te stellen van het signaal dat terugkeert van het VL70-m variation effect. Des te hoger
de waarde, des te harder het variation effect signaal.
SysTran (System Transpose)
Instellingen: -24 … 0 … +24
Transponeert de toonhoogte van het gehele VL70-m
systeem (één enkele instelling die geldt voor alle
voices) omlaag of omhoog in stappen van halve tonen, over een bereik van ±2 oktaven. “+00” correspondeert met de standaard toonhoogte. Iedere toename correspondeert met één halve toon. De instelling “-12”, bijvoorbeeld, transponeert de toonhoogte
één oktaaf omlaag.
■
OPMERKING
• De Volume, Pan, Reverb Return, Chorus Return en
Variation Return instellingen zijn feitelijk voice parameters, en worden opgeslagen en opgeroepen per voice.
Dit betekent dat iedere wijziging die u aanbrengt weer
kan wijzigen op het moment dat er een nieuwe voice
wordt geselecteerd.
33De VOICE PLAY Mode
Page 35
De VOICE PLAY Sub-control Mode
De sub control mode kan worden geselecteerd in de hoofd control mode door
de PART [-] en [+] knoppen tegelijk in te drukken. De VOICE PLAY sub-
control mode display ziet er ongeveer zo uit:
PARTMIDIBANK/PGM VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
• Ontvangst Kanaal
• Bank Pijl
• Program Pijl
De verschillende parameters in deze mode kunnen worden geselecteerd met de
SELECT [<] en [>] knoppen. De naam van de huidig geselecteerde parameter
verschijnt rechtsboven in de hoek van de display (als de bank en program pijl
parameters een gevulde driehoekige pijl weergeven geeft dit aan welke van de de
twee parameters is geselecteerd). Een kleine driehoekige pijl verschijnt boven de
ikoon die correspondeert met de geselecteerde parameter in de onderste regel van
de display. Als de gewenste parameter eenmaal is geselecteerd, kan zijn waarde
naar wens worden ingesteld met de VALUE [-] en [+] knoppen.
• Noot Transpositie
• Variation Send
• Chorus Send
• Reverb Send
34
De VOICE PLAY Mode
Rcv CH (Receive ("ontvangst") Kanaal)
Instellingen: 01 … 16, all
Met deze parameter kunt u het MIDI receive (ontvangst) kanaal selecteren waarop de VL70-m data
van uw toetsenbord of andere controller ontvangt.
Het receive (ontvangst) moet op hetzelfde kanaal
staan als het kanaal waarop het besturende instrument stuurt (“01” t/m “16”), of op “all” om data te
Page 36
ontvangen op alle kanalen.
(Bank Pijl)
Instellingen: Pr1, Pr2, Cst
Deze parameter refereert naar de bank die de geselecteerde voice in de VOICE PLAY main control
mode bevat. Hiermee kunt u de VL70-m PRESET 1
(Pr1), PRESET 2 (Pr2) of CUSTOM (Cst) voice
bank selecteren (zie “Voice Structuur” op pag. 26).
(Program Pointer)
Instellingen: 001 … 128
Deze parameter refereert naar de geselecteerde voice
in de VOICE PLA Y main control mode. De PRESET
1 en PRESET 2 banken dragen voice nummers van
“001” tot “128”, en de CUSTOM bank dragen voice
nummers van “001” tot “006”.
ChoSend (Chorus Send)
Instellingen: 000 … 127
Hiermee kunt u het niveau van het signaal afstellen
dat naar het VL70-m chorus effect wordt gestuurd.
Des te hoger de waarde, des te harder het chorus send
signaal.
VarSend (Variation Send)
Instellingen: 000 … 127
Hiermee kunt u het niveau van het signaal afstellen
dat naar het VL70-m variation ef fect wordt gestuurd.
Des te hoger de waarde, des te harder het variation
send signaal.
NoteSft (Note Shift)
Instellingen: -24 … 0 … +24
RevSend (Reverb Send)
Instellingen: 000 … 127
Hiermee kunt u het niveau van het signaal afstellen
dat naar het VL70-m reverb effect wordt gestuurd.
Des te hoger de waarde, des te harder het reverb send
signaal.
Transponeert de toonhoogte van de huidige voice
omhoog of omlaag in stappen van een halve noot,
over een bereik van ±2 oktave range. “+00” correspondeert met standaard toonhoogte. Iedere toename
correspondeert met één halve noot. De instelling “12”, bijvoorbeeld, transponeert de toonhoogte één
oktaaf omlaag.
■
OPMERKING
• De Reverb Send, Chorus Send, Variation Send en Note
Shift instellingen zijn eigenlijk voice parameters, en
wordt opgeslagen en opgeroepen per individuele voice.
Dit betekent dat eventuele wijzigingen die u maakt
kunnen wijzigen bij het oproepen van een nieuwe/
andere voice.
35De VOICE PLAY Mode
Page 37
De VL-XG PLAY Mode
Als de VL-XG sound module mode is geselecteerd (zie “De VL70-m Sound
Module Modes, pag. 27), gaat u als u op de [PLAY] knop drukt naar de VL70-m
VL-XG PLAY mode. In deze mode kunt u de VL70-m gebruiken als een “XG
expansie” toongenerator in samenwerking met andere XG toongenerators/
synthesizers, om muziek af te spelen die gecreëerd is voor toongenerators wiens
geluid is gestructureerd volgens het Yamaha XG formaat (zie “VL Extensie voor
XG”, pag. 30). Net als de VOICE PLAY mode biedt de VL-XG PLAY mode ook
toegang tot verschillende belangrijke performance parameters via twee control
modes — de main control mode en de sub-control mode.
Als de VL-XG sound module mode is geselecteerd kunt u met de PART [-] en [+]
knoppen het XG “part” selecteren dat u wilt bespelen. De knoppen kunnen kort
worden ingedrukt om stap-voor-stap in de aangegeven richting te wandelen, of
vastgehouden worden om continue te scrollen. XG parts “01” t/m “16” kunnen
worden geselecteerd, en de part parameter kan op “Of” gezet worden (off=uit). Als
“Of” is geselecteerd is er geen geluid.
● Een Simpel XG Systeem En de VL70-m
XG toongenerator
INPUT
PHONES POWER/VOL
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
PUSH ON/OFF
MIDI controller
MUTE/
PART
PLAY EDIT
UTILEFFECT
XG
MODE
TG300B
C/M
DOC
PERFORM
MIDI IN
ALL
SOLO
ENTER
SELECT
EXIT
VALUE
Modem of
Printerpoort
MIDI OUT
WX IN BREATH
PHONES
POWER/VOL
PUSH ON/OFF
VIRTUAL ACOUSTIC TONE GENERATOR
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
PS/V
RS-232C
TO HOSTMIDI OUTMIDI IN
MIDI/
PART
PLAY EDIT
ALL
WX
ENTER
SELECT
EFFECT
UTIL
BC/WX
VELOCITY
TOUCH EG
BREATH
MODE
EXIT
VOICE
VL-XG
VALUE
IBM
Personal
computer
Personal System/V
Personal System/V
VL70-m
36
De VL-XG PLAY Mode
Page 38
De VL-XG PLAY Hoofd Control Mode
U gaat aanvankelijk naar deze mode als de VL-XG sound module mode wordt
geselecteerd. Als de sub-control mode aktief is (zie pag. 40) kan de hoofd
control mode worden geselecteerd door de PART [-] en [+] knoppen tegelijk in te
drukken. De VL-XG PLAY hoofd control mode display ziet er ongeveer zo uit:
PARTMIDIBANK/PGM VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
• Part Nummer
• Ontvangst Kanaal
• Bank Nummer
• Program Nummer
• Volume
• Expressie
• Noot Transpositie
• Variation Send
• Chorus Send
• Reverb Send
• Pan
De verschillende parameters in deze mode kunnen worden geselecteerd met de
SELECT [<] en [>] knoppen. De naam van de huidig geselecteerd parameter
verschijnt rechtsboven in de display (als de bank- en program nummer parameters
zichtbaar zijn geeft een gevulde driehoekige pijl aan welk van de twee parameters
is geselecteerd). Een kleine driehoekige pijl verschijnt boven de ikoon die correspondeert met de geselecteerde parameter in de onderste regel van de display. Als
de gewenste parameter eenmaal is geselecteerd, kan zijn waarde naar wens worden
ingesteld met de VALUE [-] en [+] knoppen.
37De VL-XG PLAY Mode
Page 39
Rcv CH (Receive Channel=Ontvangst Kanaal)
Instellingen: 01 … 16, OFF
Volume
Instellingen: 000 … 127
Stelt het MIDI receive (ontvangst) kanaal in waarop
de VL70-m data ontvangt van uw toetsenbord of
andere controller. Het receive (ontvangst) kanaal moet
op het kanaal staan waarop het besturende instrument op stuurt (“01” t/m “16”). Als u “OFF” hebt
geselecteerd ontvangt de VL70-m helemaal geen data
van externe MIDI instrumenten.
(Bank Nummer)
Instellingen: 112 … 119, Pr1, Pr2, Cst, Int
Selecteert de VL70-m voice bank: 112 t/m 119,
PRESET 1 (Pr1), PRESET 2 (Pr2), CUSTOM (Cst)
of INTERNAL (Int). Zie “Voice Structuur” op pag.
26.
(Program Nummer)
Instellingen: 001 … 128
Selecteert de voice die gespeeld moet worden op de
VL70-m. In banken 112 t/m 119 kunt u voice nummers selecteren van “022” tot “128”, alhoewel sommige voice nummers worden overgeslagen omdat de
VL70-m geen volledige algemene XG voice set bevat. De PRESET 1 en PRESET 2 banken bevatten
beiden voice nummers van “001” tot “128”, terwijl
de CUSTOM bank voice nummers bevat van “001”
tot “006” en de INTERNAL bank voice nummers
bevat van “001” tot “064”
Stelt het volume in van de huidige voice. Des te
hoger de waarde, des te harder het volume.
Expresn (Expression)
Instellingen: 000 … 127
Stelt het expression niveau in van de huidige voice.
Des te hoger de waarde, des te hoger het expression
niveau.
Pan
Instellingen: Rnd, L63 … C … R63
Stelt het stereobeeld ('pan positie) in van de huidige
voice — m.a.w . de linker/rechter positie van de voice
in het stereobeeld. De instelling “L63: zet de pan
positie uiterst links, “C” zet de pan in het midden en
“R63” zet de pan positie uiterst rechts. Tussenliggende instellingen produceren corresponderende tussenliggende pan posities. De “Rnd” instelling genereert willekeurige pan posities.
38
De VL-XG PLAY Mode
Page 40
RevSend (Reverb Send)
Instellingen: 000 … 127
NoteSft (Note Shift=Noot Transpositie)
Instellingen: -24 … 0 … +24
Stelt het niveau af van het signaal dat naar het reverb
effect VL70-m wordt gestuurd. Des te hoger de
waarde, des te harder het reverb send signaal.
ChoSend (Chorus Send)
Instellingen: 000 … 127
Stelt het niveau af van het signaal dat naar de chorus
effect VL70-m gestuurd wordt. Des te hoger de
waarde, des te harder het chorus send signaal.
VarSend (Variation Send)
Instellingen: 000 … 127 (on, off when “INS”)
Als het variation effect is aangesloten als systeem
effect (pag. 87), kunt u met deze parameter het niveau afregelen van het signaal dat naar het VL70-m
variation effect gestuurd wordt. Des te hoger de
waarde, des te harder het variation send signaal. Als
het variation effect is aangesloten als een “insertie”
effect (pag. 86), kunt u met deze parameter de variation
send op “on (aan)” of “off (uit)” zetten.
Transponeert de toonhoogte van de huidige voice
omlaag of omhoog in stappen van een halve noot
over een bereik van ±2 oktaaf. “+00” correspondeert
met standaard toonhoogte. Iedere toename correspondeert met één halve noot. De instelling “-12”,
bijvoorbeeld, transponeert de toonhoogte één oktaaf
omlaag.
De VL-XG PLAY Mode
39
Page 41
De VL-XG PLAY Sub-control Mode
De sub control mode kan worden geselecteerd vanuit de main control mode
door de PART [-] en [+] knoppen tegelijk in te drukk en. De VL-XG PLAY subcontrol mode display ziet er als volgt uit:
PARTMIDIBANK/PGM VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
• Device Nummer
• Master Volume
•When you enter de VL-XG sub control mode from de main
control mode, “ALL” is automatically selected for de
“part” by simultaneously pr essing de PART [-] en [+]
knoppen (“ALL”).
• Transpose
• Variation Return
• Chorus Return
• Reverb Return
40
De VL-XG PLAY Mode
De verschillende parameters in deze mode kunnen worden geselecteerd met de
SELECT [<] en [>] knoppen. De naam van de huidig geselecteerde parameter
verschijnt rechtsboven in de display . Een kleine driehoekige pijl die ver schijnt
boven de ikoon correspondeert met de geselecteerde parameter in de onderste regel
van de display . Als de gewenste par ameter eenmaal is geselecteerd, kan zijn
waarde naar wens wor den bepaald met de VALUE [-] en [+] knoppen.
Page 42
DevNo. (Device Nummer)
Instellingen: 001 … 016, all
ChoRtn (Chorus Return)
Instellingen: 000 … 127
De Device Nummer parameter moet juist zijn ingesteld als u MIDI system exclusive data wilt versturen
of ontvangen van of naar een andere VL70-m of
ander MIDI instrument (system exclusive data bevat
voice parameters, system setup parameters, enz). Het
Device nummer van de VL70-m moet op hetzelfde
nummer staan als het Device Nummer van het externe instrument. Selecteer een device nummer van
“001” tot “016”, of “all” . Als “all” is geselecteerd,
kan MIDI system exclusive data worden ontvangen
op alle device nummers, maar vindt transmissie alleen plaats op device nummer 001.
M.Volum (Master Volume)
Instellingen: 000 … 127
Stelt het master volume niveau van de VL70-m in.
Des te hoger de waarde, des te harder het volume.
RevRtn (Reverb Return)
Instellingen: 000 … 127
Stelt het niveau in van het signaal dat terug komt uit
het VL70-m reverb effect. Des te hoger de waarde,
des te harder het reverb effect.
Stelt het niveau in van het signaal dat terug komt uit
het VL70-m chorus effect. Des te hoger de waarde,
des te harder het chorus effect.
VarRtn (Variation Return)
Instellingen: 000 … 127
Stelt het niveau in van het signaal dat terug komt uit
het VL70-m variation effect. Des te hoger de waarde,
des te harder het variation effect. Deze parameter is
niet beschikbaar (“***” verschijnt op de plaats van
de VarRtn waarde) als het variation effect is aangesloten als een “insertie” effect (pag. 86).
Trans (Transpose)
Instellingen: -24 … 0 … +24
Transponeer de toonhoogte van het gehele VL70-m
systeem (één enkele instelling die geldt voor alle
voices) omlaag of omhoog in stappen van een halve
toon over een bereik van ±2 oktaaf. “+00” correspondeert met de standaard toonhoogte. Iedere toename correspondeert met één halve toon. De instelling van “-12”, bijvoorbeeld, transponeert de toonhoogte één oktaaf omlaag.
De VL-XG PLAY Mode
41
Page 43
Controllers & het Editten van de Besturing
Als u het “Virtual Acoustic Synthese” gedeelte hebt gelezen (en als u dit nog niet
hebt gedaan, doet u dit a.u.b. dan alsnog — pag. 6) moet u ondertussen het concept
van “contr ollers” zoals die gebruikt wor dt in de VL70-m wel begrijpen. De “controller
parameters” corresponderen met gesimuleerde karakteristieken van het instrument
model — m.a.w . br eath pr essur e, embouchure of 'tong-zetting'. Deze kunnen
allemaal bestuur d worden door u m.b .v. “physical (lett. fysieke) controllers” —
m.a.w. een breath contr oller of modulation wheel — die is toegewezen aan de
gewenste contr oller par ameter .
Physical Controllers
• Breath Controller
• Foot Controller
• Etc.
"Physical controllers" such as
the Breath or Foot Controller
can be assigned to "controller
parameters" such as Pressure
or Embouchure.
VL Controller Parameters
• Pressure
• Embouchure
• Etc.
De effectiviteit van de VL70-m als een muziekinstrument hangt voor een gr oot
deel af van hoe goed u leert omgaan met deze controllers. Aangezien het geluid van
de VL70-m wordt gepr oduceer d door een computer -gebaseer d fysiek model i.p .v.
een oscillator -gebaseer de toongener ator, zijn er geen spijk erhar de regels over hoe
een willekeurige controller daadwerkelijk het uiteindelijk geluid zal beïnvloeden.
Er zijn richtlijnen, gebaseerd op de regel van de corresponderende controller
parameter binnenin het fysiek e model, maar doelmatigheid met de VL70-m hangt
meer af van ervaring en oefening — net als ieder ander akoestisch instrument.
42
Controllers & het Editten van de Besturing
Page 44
● Fysieke Controllers
Laten we eerst eens een opsomming geven van een aantal fysieke controllers die
u misschien wilt gebruik en met de VL70-m:
Breath Controller
(MIDI control
change nr. 02)
Pitch Bend Wheel
Modulation
Wheel
(MIDI control
change nr. 01)
Foot Controller
(MIDI control
change nr. 04)
Aftertouch
Velocity
Others
A natuurlijke kandidaat voor het besturen van pressure, 'tongzetting', strot formant, grom en andere parameters.
Het pitch bend wheel op uw toetsenbord of andere MIDI controller
kan worden toegewezen aan een aantal parameters, maar zijn
“standaard” functie is pitch control. Een controller parameter zoals Embouchure kan ook worden toegewezen aan het pitch bend
wheel voor realistischer toonhoogte variaties.
Aangezien het modulatie wheel op uw toetsenbord of andere
MIDI controller kan worden toegewezen aan iedere controller
parameter, kan het een belangrijke hulpmiddel zijn qua
expressiviteit. Gebruik deze in samenwerking met een breath
controller of een foot controller voor een wijd scale aan expressieve variatie.
Net als het modulation wheel kan een foot controller die is aangesloten aan ue toetsenbord of andere MIDI controller worden toegewezen aan iedere VL70-m controller parameter.
Met toetsenbord aftertouch kunt u iedere controller parameter
aansturen d.m.v. de nadruk die u toepast iedere keer als een toets
is aangeslagen. Dit is waarschijnlijk de meest rudimentaire soort
van toetsenbord expressie aansturing.
Alhoewel normaal gesproken toegewezen aan pressure (In het
bijzonder in plucked string (gitaar) voices), kan velocity (aanslaggevoeligheid van het toetsenbord) ook worden toegewezen aan
iedere willekeurige controller parameter.
Het MIDI protocol bevat 119 control change nummers, waarvan
sommige vooraf zijn toegewezen aan bepaalde controllers — zoals
hierboven beschreven staat is “01” bijvoorbeeld het “Modulation
Wheel”. 95 van deze zijn beschikbaar om toe te wijzen aan de
VL70-m controller parameters, dus u kunt alle aanwezige MIDI
controllers voor de volle honderd procent gebruiken. Hieronder
staat een volledige opsomming van de beschikbare MIDI control
change nummers.
● MIDI Control Change Nummer Verwijzingen
Control Nr.Controller
off(00)uit (wordt gebruikt door Bank
Select MSB)
01Modulation Wheel
02Breath Controller
03Unassigned
04Foot Controller
05Portamento Time
06Data Entry MSB
07Volume Control
08~09Vrij
10Panpot
11Expression
12~31Vrij
72Release Time
73Attack Time
74Brightness
75~90Vrij
91Effect Send Level (Reverb
92Vrij
93Effect Send Level 3 (Chorus
94Effect Send Level 4 (Variation
95Vrij
ATAfter Touch
VELVelocity
PBPitch Bend
Select LSB)
inhoud)
Effect)
Effect)
Effect)
44
Controllers & het Editten van Controllers
Page 46
● VL70-m Controller Parameters
Alle hierboven vermelde fysieke controllers kunnen worden toegewezen aan één
van de beschikbar e VL70-m controller par ameter s:
Pressure
Embouchure
Tonguing
Amplitude
Scream
Breath Noise
Growl
Throat Formant
Filter
Harmonic
Enhancer
Damping
Absorption
De hoeveelheid breath (adem) pressure die wordt toegepast op
een riet of mondstuk, of de snelheid waarmee de strijkstok de
snaar aanstrijkt. Pressure variaties beïnvloeden zowel het volume
als het timbre.
Hoe strak u uw lippen tegen het riet of op elkaar houd. Bij een
snaar instrument correspondeert voice Embouchure met hoe sterk
de strijkstok tegen de snaar is gedrukt. Beïnvloedt zowel de toonhoogte als het timbre.
Simuleert de half-tonguing (lett. 'halve tong') techniek die zo vaak
door saxofonisten gebruikte wordt, door de “slit” in het riet te
veranderen. De slit is het gedeelte tussen de tip van het riet en het
mondstuk.
In tegenstelling tot Pressure bestuurt deze parameter alleen maar
het volume van het geluid zonder het timbre te variëren.
Brengt het hele systeem in chaotische oscillatie, effecten creëerend die alleen bereikt kunnen worden d.m.v. physical modeling
technologie.
Voegt breath noise toe, waardoor de meeste wind instrumenten
exceptioneel realistisch klinken.
Een periodieke pressure modulatie die de “growl” effecten produceert waar wind instrumenten zo om bekend staan.
Bestuurt de karakteristiek van longen, luchtpijp of mondholte van
de gesimuleerde speler. Voegt een realistische “ruigheid” toe aan
het geluid. Throat ('keel') formanten werken alleen op sommige
riet-achtige voices.
Gelijk aan de dynamische filters die u kunt vinden in vele conventionele synthesizers, kunt u met de cutoff frequentie een groot
aantal timbrale variaties produceren. De meeste voices maken
gebruik van de low-pass filter, maar sommige maken gebruik van
de bandpass, high-pass of band eliminate types. Sommige voices
maken erg weinig gebruik van filters. Het veranderen van de filter
instellingen kan dan ook soms niet hoorbaar zijn. Om de filter in
detail te programmeren moet u gebruik maken van de VL70-m
Expert Editor software (pag. 25).
De Harmonic Enhancer varieërt de harmonische structuur van het
geluid over een groot bereik. Aangezien de meeste VL70-m voices
genoeg natuurlijke harmonische inhoud bevatten, wordt de
Harmonic Enhancer eigenlijk maar op een paar voices gebruikt.
Het wijzigen van de controller destination (bestemming) bij de
meeste voices zal dan ook geen verandering opleveren, of alleen
een eenvoudige verandering in amplitude. Om de harmonic
enhancer in detail te programmeren moet u gebruik maken van de
VL70-m Expert Editor software (pag. 25).
Simulateert het demp effect wat te wijten is aan luchtverlies in een
wind instrument of aan wrijving in bij een snaar. Beïnvloedt zowel
de toonhoogte en het timbre.
Simulateert het effect van hoog-frequentie-verlies aan het einde
van de luchtkolom of snaar. In het geval van een wind instrument
besturen de Damping en Absorption parameters de diameter en
vorm van de bel.
Controllers & het Editten Controllers
45
Page 47
Naar de Control Parameters Gaan & Editten
U krijgt op de volgende manier vanuit de VOICE PLAY mode toegang tot de
CONTROL EDIT mode:
1. Druk op [EDIT]
Druk op de [EDIT] button om naar het VOICE EDIT sub-mode menu te gaan.
2. Selecteer de CONTROL Sub-mode
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de CONTROL sub-mode,
indien noodzakelijk. De ikoon links van “CONTROL” in de display knippert
als de CONTROL sub-mode is geselecteerd.
3. Druk op [ENTER]
Druk op de [ENTER] knop om naar de CONTROL EDIT mode te gaan.
“CONTROL EDIT” verschijnt boven in de display , samen met het nummer van
de huidig geselecteer de contr ol parameter .
4. Selecteer een Parameter
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de parameter die u wilt editten
(zie “De Control Edit Parameters”, hieronder). De naam van de huidig
geselecteerde parameter en zijn huidige instelling verschijnt in de tweede regel
van de display. Een pijl links en/of rechts van de par ameter naam/waar de geeft
aan dat u met de SELECT [<] en/of [>] knoppen meerdere parameters kunt
selecteren in de aangegeven richting.
5. Edit de Geselecteerde Parameter
Stel met de VALUE [-] en [+] knoppen de waarde in van de geselecteer de
par ameter.
6. Herhaal Dit Indien Noodzakelijk
Herhaal stappen 4 en 5 om alle parameters te editten die u wilt.
46
Controllers & het Editten van Controllers
Page 48
7. Exit Als U Klaar Bent
Druk op de [EXIT] knop om terug te k er en naar het VOICE EDIT sub-mode
menu, of druk op de [PLAY] knop om terug te k er en naar de VOICE PLAY
mode als u klaar bent met editten.
■
BELANGRIJK!
• Als u de in de VOICE EDIT mode gemaakte veranderingen wilt bewaren, moet u de geeditte voice opslaan in een geschikt INTERN voice nummer alvorens een nieuwe voice te
selecteren.
editte voice op te slaan!
Alle ge-editte data gaat verloren als u een nieuwe voice selecteert zonder de ge-
Controllers & het Editten van Controllers
47
Page 49
De Control Edit Parameters
Hou er rekening mee dat er een aantal CONTROL EDIT parameters zijn in de
VOICE sound module mode die niet in de VL-XG sound module mode
voorkomen (pag. 28). De parameter nummers wijken dus af in de twee modes.
Sommige van de waardes wijken ook af — de verschillende waarden zullen
worden opgesomd bij de gedetailleerde parameter beschrijvingen.
● VOICE Sound Module Mode Control Edit Parameters
Zie de vermelde pag. nummers voor volledige details over de verschillende parameters.
Pitch Bend ........................................................................................ 52
01: PB Ctrl (Pitch Bend Control)
02: PB LowCtrl (Pitch Bend Low Control)
03: PBLFO PMod (Pitch Bend LFO Pitch Modulatie)
22: Emb CC Nr. (Embouchure Control Change Nummer)
23: EmbUpprDpt (Embouchure Upper Control Sterkte)
24: EmbLowrDpt (Embouchure Lower Control Sterkte)
25: Emb Mode (Embouchure Mode)
30: Abs CC Nr. (Apsorption Control Change Nummer)
31: AbsCtrlDpt (Absorption Control Sterkte)
Controllers & het Editten van Controllers
51
Page 53
● Control Edit Parameter Beschrijvingen
De kleine parameter nummer s tussen vierkante haakjes gelden in de VL-XG sound module mode .
Pitch Bend
(01): PB Ctrl
01
• Pitch Bend Control
• Instellingen: -24 … +24
Met deze parameter kunt u de maximale hoeveelheid
pitch bend instellen die optreedt als de pitch controller in maximale positie staat (m.a.w. als het pitch
bend wheel op het toetsenbord helemaal omhoog
staat). Bij minus instellingen buigt de toon omlaag.
Iedere waarde correspondeert met één halve noot. De
instelling “+12”, bijvoorbeeld, resulteert in een
maximale opwaartse pitch bend van één octaaf.
•Deze instelling kiest automatisch de plus/minus
status van de “PB LowCtrl” parameter, hieronder:
als “PB Ctrl” op een “+” waarde staat, wordt “PB
LowCtrl” automatisch op een “-” waarde gezet,
en vice-versa.
•Natuurlijke akoestische instrumenten kennen geen
“pitch parameter”. Pitch (toonhoogte) wordt
bepaald door de eigenschappen van de body van
het instrument en de toestand van de driver van
het instrument. Hetzelfde geldt voor V irtual Acoustic Synthese: in de VL70-m wordt de pitch bend
gesimuleerd door de geschikte pijp/snaar lengte
en driver karateristieken. Hierdoor is het pitch
bend bereik niet altijd “wiskundig” precies.
02(02): PB LowCtrl
• Pitch Bend Low Control
• Instellingen: -24 … +24
Met deze parameter kunt u de maximale hoeveelheid
pitch bend instellen die optreedt als de pitch controller in de laagste positie staat (m.a.w. als het pitch
bend wheel op het toetsenbord helemaal beneden
staat). Bij plus instellingen buigt de toon omhoog.
Iedere waarde correspondeert met één halve noot. De
instelling “+12”, bijvoorbeeld, resulteert in een
maximale neerwaartse pitch bend van één octaaf.
03(03): PBLFO PMod
• Pitch Bend LFO Pitch Modulatie
• Instellingen: 000 … 127
Hier kunt u de hoeveelheid LFO pitch modulatie
bepalen voor de pitch controller (m.a.w. het pitch
bend wheel op een toetsenbord). Des te hoger de
waarde, des te groter de hoeveelheid pitch modulatie
als u de pitch controller bedient. De instelling “000”
produceert geen pitch modulatie.
•In de VL70-m produceert pitch modulatie extreem realistische vibrato effecten, omdat hij
tegelijkertijd pitch, embouchure en pressure parameters moduleert.
52
Controllers & het editten van Controllers
Page 54
Modulatie Wheel
04
(04): MWLFO PMod
• Modulatie Wheel LFO Pitch Modulatie
• Instellingen: 000 … 127
Aftertouch
(06): ATFil Ctrl
06
• Aftertouch Filter Control
• Instellingen: -64 … +63
Stelt de hoeveelheid LFO pitch modulatie in die wordt
geboden door de modulation controller (m.a.w. het
modulatie wheel op een toetsenbord — MIDI control
change nummer 01). Des te hoger de waarde, des te
groter de hoeveelheid pitch modulatie die
geproduceerd wordt door bediening van de modulation controller. De instelling “000” produceert geen
pitch modulatie.
05(05): MWLFO FMod
• Modulatie Wheel LFO Filter Modulatie
• Instellingen: 000 … 127
Stelt de hoeveelheid LFO filter cutoff frequentie modulatie in geboden door de modulatie controller (m.a.w .
het modulatie wheel op een toetsenbord — MIDI
control change nummer 01). Des te hoger de waarde,
des te groter de hoeveelheid filter modulatie die
geproduceerd wordt door bediening van de modulation controller. De instelling “000” produceert geen
filter modulatie.
Bepaalt de mate waarin aftertouch op het toetsenbord
de filter beïnvloedt. Plus instellingen zorgen er voor
dat de cutoff frequentie van het filter toeneemt als
respons op het toenemen van de aftertouch ('nadruk'),
terwijl minus waarden er voor zorgen dat de filter
frequentie afneemt als respons op het toenemen van
de aftertouch ('nadruk').
07(07): ATLFO PMod
• Aftertouch LFO Pitch Modulatie
• Instellingen: 000 … 127
Stelt de hoeveelheid LFO pitch modulatie in die
geboden wordt door aftertouch. Des te hoger de
waarde, des te groter de hoeveelheid pitch modulatie
geproduceerd door aftertouch ('nadruk'). De instelling
“000” produceert geen pitch modulatie.
53Controllers & het Editten van Controllers
Page 55
Vrij toewijsbare Controller
(08): AC1 CC Nr .
08
• Vrij Toewijsbare Controller 1 Control Change Nummer
• Instellingen: off … 95
Wijst het gespecificeerde control change nummer
aan als “Assignable (vrij toewijsbare) Controller 1”.
De toegewezen controller kan vervolgens het filter,
de amplitude en/of pitch modulatie besturen, op de
manier die is ingegeven door de “AC1FilCtrl”,
AC1AmpCtrl en “AC1LFOPMod” parameters
hieronder. Als deze parameter bijvoorbeeld op “04”
(Foot Controller) staat, kunt u met een MIDI foot
controller de juist genoemde parameters besturen.
09(09): AC1FilCtrl
• Vrij toewijsbare Controller 1 Filter Control
• Instellingen: -64 … +63
Nr.”, hiervoor). Plus instellingen zorgen er voor dat
de de amplitude toeneemt als respons op toenemende
controller waarden, terwijl minus waarden er voor
zorgen dat de de amplitude afneemt als respons op
toenemende controller waarden.
Stelt de hoeveelheid LFO pitch modulatie in die wordt
geboden door V rij toewijsbare Controller 1 (zie “AC1
CC Nr.”, hiervoor). Des te groter de waarde, des te
groter de hoeveelheid pitch modulatie die
geproduceerd wordt door de controller. De instelling
“000” produceert geen pitch modulatie.
Bepaalt de mate waarop het filter wordt beïnvloedt
door Assignable (lett. 'vrij toewijsbare') Controller 1
(zie “AC1 CC Nr.”, hiervoor). Plus instellingen zorgen
er voor dat de cutoff frequentie van het filter toeneemt
als respons op toenemende controller waarden, terwijl
minus waarden er voor zorgen dat de filter frequentie
afneemt als respons op toenemende controller
waarden.
10(10): AC1AmpCtrl
• Vrij toewijsbare Controller 1 Amplitude Control
• Instellingen: -64 … +63
Bepaalt de mate waarop de amplitude wordt beïnvloedt
door Vrij Toewijsbare Controller 1 (zie “AC1 CC
Expressie
12: Exp Mode
• Expression Mode
• Settings: BC, Vol
(VOICE mode only)
Bepaalt of expressie control (MIDI control change
nummer 11) functioneert als volume control of als
breath controller. Als deze parameter op “Vol” staat
zal expressie het volume beïnvloeden, maar als deze
op “BC” staat, produceert expressie hetzelfde effect
als een breath controller, aangesloten op de VL70-m
BREATH jack, en beïnvloedt hij dezelfde breathcontrolled parameters.
54
Controllers & het Editten van Controllers
Page 56
Pressure
(12): Prs CC Nr.
13
• Pressure Control Change Nummer
• Instellingen: off… 95, AT, VEL, PB
“Pressure” correspondeert met de hoeveelheid breath
pressure die wordt toegepast op een riet of mondstuk, of de kracht ('snelheid') van de strijkstok op de
snaar. Pressure variaties beïnvloeden zowel het volume als het timbre. De “Prs CC Nr.” parameter
bepaalt de controller die gebruikt moet worden voor
pressure besturing. Als deze op “off” staat wordt er
ten alle tijde maximale pressure toegepast.
•Houd u er rekening mee dat pressure niet alleen
het volume, maar ook het timbre en de pitch
beïnvloedt. Alleen op maximum pressure wordt
accurate toetsenbord/controller pitch geproduceerd.
•De “PrsCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde gezet worden (hoger dan
“+01” of lager dan “-01”) om enig resultaat te
verkrijgen bij pressure besturing.
15: Prs Curve (alleen in de VOICE mode)
• Pressure Curve
• Instellingen: -16 … +16
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde
en pressure. Als deze op “+00” staat is de verhouding
linear . D.w.z. dat een wijziging in de controller waarde
een corresponderende verandering in pressure produceert. Als de curve waarde het lagere gedeelte van
het controller bereik verhoogt heeft dit weinig effect
op het geluid, terwijl hogere controller waarden meer
dramatische veranderingen teweeg brengt. Negatieve
curve waarden hebben het tegenovergestelde effect:
het geluid verandert dramatisch bij lagere controller
waarden, tewijl hogere waarden relatief weinig effect hebben. De “Curve” instelling wordt grafisch
weergegeven in de grafiek onder in de display — de
horizontale as geeft de controller waarde weer en de
vertikale as geeft pressure weer.
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan
pressure. Des te hoger de waarde, des te groter de
variatie. Positieve waarden verhogen de pressure bij
hogere controller waarden (m.a.w. meer breath
pressure of een hogere modulatie wheel positie), terwijl negatieve waarden de pressure verminderen bij
hogere controller waarden. De “Depth” (sterkte) instelling staat grafisch afgebeeld onder in de display
— de horizontale as geeft de controller waarde weer,
en de vertikale as geeft de pressure weer.
•Zet deze parameter op “+00” als u niet van plan
bent om pressure te besturen via een controller.
Filter
16: Fil CC Nr.
• Filter Control Change Nummer
• Instellingen: off… 95, AT, VEL, PB
(alleen de VOICE mode)
De “Fil CC Nr.” parameter bepaalt de controller die
gebruikt moet worden bij het besturen van de filter
cutoff frequentie (pag. 45). Als deze op “of f” staat
wordt de filter frequentie niet gevarieerd door een
controller.
•De “FilCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde staan (hoger dan “+01” of
lager dan “-01”) om filter control enig effect te
laten hebben.
•De meeste voices gebruiken het low-pass filter
type, maar sommige maken gebruik van de band-
Controllers & het Editten van Controllers
55
Page 57
pass, high-pass of band eliminate types. Sommige voices maken bijna helemaal geen gebruik
van het filter. Het kan zijn dat het wijzigen van de
filter instellingen geen hoorbaar effect heeft. Maak
bij het gedetaileerd programmeren van de filter
parameter gebruik van de VL70-m Expert Editor
software (pag. 25).
17: FilCtrlDpt (Alleen de VOICE mode)
• Filter Control Depth (sterkte)
• Instellingen: -127 … +127
Stelt de hoeveelheid in van de variatie die wordt
geproduceerd door de controller die is toegewezen
aan de dynamic filter. Des te groter de waarde, des te
groter de variatie. Positieve waarde verhogen de filter cutoff frequentie als reactie op hogere controller
waarden (m.a.w. toegenomen breath pressure of hogere modulatie wheel positie), terwijl minus waarden
een afname veroorzaken van de filter cutoff frequentie als reactie op hogere controller waarden. De
“Depth” instelling wordt grafisch weergegeven in de
grafiek onder in de display — de horizontale as geeft
de controller waarde weer en de vertikale as geeft de
filter cutoff frequentie weer.
•Het effect van de filter is soms nauwelijks hoorbaar bij sommige voices. In sommige gevallen is
het noodzakelijk om de cutoff frequentie te verlagen om het gewenste effect te verkrijgen.
18: Fil Curve (alleen de VOICE mode)
• Filter Curve
• Instellingen: -16 … +16
rende wijziging produceert in frequentie. Als de curve
waarde het lagere gedeelte van het controller bereik
aanstuurt is er relatief weinig effect op het geluid,
terwijl de hogere controller waarden meer dramatische veranderingen produceren. Negatieve curve
waarden hebben het tegenovergestelde effect: het
geluid verandert dramatisch bij lage controller waarden terwijl hogere waarden relatief weinig effect
hebben. De “Curve” instelling wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in display — de horizontale as geeft de controller waarde weer en de vertikale
as geeft de filter cutoff frequentie weer.
Amplitude
19: Amp CC Nr.
• Amplitude Control Change Nummer
• Instellingen: off… 95, AT, VEL, PB
(alleen de VOICE mode)
In tegenstelling tot pressure, bestuurt “Amplitude”
het volume van het geluid zonder het timbre of de
pitch te beïnvloeden. De “Amp CC Nr.” parameter
bepaalt de controller die gebruikt moet worden om
de amplitude aan te sturen. Als deze op “off” staat
wordt voortdurend maximaal volume geproduceerd.
•De “AmpCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde staan (hoger dan “+01” of
lager dan “-01”) wil er bij amplitude besturing
effect zijn.
20: AmpCtrlDpt (VOICE mode only)
• Amplitude Control Depth
• Instellingen: -127 … +127
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde
en de dynamic filter cutoff frequentie. Als deze op
“+00” staat is de verhouding linear. D.w.z. dat een
wijziging in de controller waarde een corresponde-
56
Controllers & het Editten van Controllers
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan
amplitude. Des te hoger de waarde, des te groter de
Page 58
variatie. Positieve waarden veroorzaken verhogen de
amplitude als reactie op hogere controller waarden
(m.a.w. toegenomen breath pressure of een hogere
modulatie wheel positie), terwijl negatieve waarden
de amplitude verminderen als reactie op hogere controller waarden. De “Depth (sterkte)” instelling wordt
grafisch weergegeven in de grafiek onderin de display — de horizontale as geeft de controller waarde
weer en de vertikale as de amplitude.
Embouchure
(14): Emb CC Nr.
22
• Embouchure Control Change Nummer
• Instellingen: off… 95, AT, VEL, PB
21: Amp Curve (alleen in de VOICE mode)
• Amplitude Curve
• Instellingen: -16 … +16
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde
en amplitude. Als deze op “+00” staat is de verhouding linear. D.w.z. dat een controller waarde verandering een corresponderende verandering in amplitude
produceert. Als de curve waarde het lagere gedeelte
van het controller bereik beïnvloedt heeft dit relatief
weinig effect op het geluid, terwijl hogere controller
waarden meer dramatische veranderingen teweeg
brengt. Negatieve curve waarden hebben het tegenovergestelde effect: het geluid verandert dramatisch
op lage controller waarden, terwijl hogere waarden
relatief weinig effect hebben. De “Curve” instelling
wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de
display — de horizontale as geeft de controller value
weer en de vertikale as de amplitude.
“Embouchure” correspondeert met de strakheid
waarop u uw lippen tegen het riet of tegen elkaar
drukt. Bij een snaarinstrument, correspondeert voice
embouchure met hoe sterkt u de strijkstok tegen de
snaar aandrukt. Beïnvloedt zowel pitch als timbre.
Met de “Emp CC Nr.” parameter bepaalt u welke
controller gebruikt moet worden voor embouchure
besturing. Als deze op “off” staat wordt continue
medium embouchure toegepast.
•Hou er rekening mee dat bij veel voices alleen
accurate toetsenbord/controller pitch wordt geproduceerd bij medium embouchure.
•De “EmbUpprDpt” en “EmbLowrDpt” parameters, hieronder, moeten op geschikte waarden staan
(hoger dan “+01” of lager dan “-01”) om
embouchure enig effect te laten hebben.
23: EmbUpprDpt (alleen VOICE mode)
• Embouchure Upper Control Depth (sterkte)
• Instellingen: -127 … +127
Stelt de hoeveelheid variatie in die geproduceerd
wordt door de controller die is toegewezen aan
embouchure als de controller in maximale positie
staat (m.a.w. bijv. een modulatie wheel die helemaal
omhoog staat). Des te hoger de waarde, des te groter
de variatie. Positieve waarden verhogen de
embouchure als reactie op hogere controller waarden, terwijl negatieve waarden de embouchure verlagen als reactie op hogere controller waarden.
Controllers & het Editten van Controllers
57
Page 59
24: EmbLowrDpt (alleen VOICE mode)
• Embouchure Lower Control Depth (sterkte)
• Instellingen: -127 … +127
25: Emb Mode (alleen in de VOICE mode)
• Embouchure Mode
• Instellingen: Cntr, Min
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan
embouchure als de controller in minimale position
staat (m.a.w. bijv. een modulatie wheel die helemaal
naar beneden staat). Des te hoger de waarde, des te
groter de variatie. Positieve waarden verhogen de
embouchure als reactie op lagere controller waarden,
terwijl negatieve waarden verlagen de embouchure
veroorzaken als reactie op lagere controller waarden.
De “EmbLowrDpt” parameter heeft geen effect als
de “Emb Mode” parameter, hieronder , op “Min” staat.
● VL-XG MODE
In de VL-XG sound module mode (pag. 28)
zijn de “EmbUpprDpt” en EmbLowrDpt” parameters vervangen door één enkele “EmbCtrlDpt”
parameter, als volgt:
15: EmbCtrlDpt
• Embouchure Control Depth (sterkte)
• Instellingen: -64 … +63
Selecteert de controller waarde (positie) die “normale” embouchure produceert. Als deze op “Cntr”
(Center=midden) staat produceert een centrale
controller positie normale embouchure, zodat u naar
beneden en naar boven variaties teweeg kunt brengen. De instelling “Min” (Minimum) produceert normale embouchure als de controller op zijn minimum
positie staat, waardoor u alleen naar boven variatie
kunt veroorzaken.
Tonguing (lett. 'tongen')
(16): Tng CC Nr.
26
• Tonguing Control Change Nummer
• Instellingen: off … 95, AT, VEL, PB
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan embouchure. Des te hoger de waarde,
des te groter de variatie. Positieve waarden verhogen de embouchure als reactie op hogere
controller waarden (m.a.w. bijv. toegenomen
breath pressure of een hogere modulatie wheel
positie), terwijl negatieve waarden verlagen de
embouchure als reactie op hogere controller
waarden.
58
Controllers & het Editten van Controllers
“Tonguing (tongen)” simulateert de 'halve-tong' techniek die vaak door saxofonisten toegepast. door de
“slit” van het riet aan te passen. De slit is het gedeelte tussen de tip van het riet en het mondstuk. De
“Tng CC Nr.” parameter specificeert de controller
die gebruikt moet worden als tonguing besturing. Als
deze op “off” staat wordt er geen tonguing toegepast.
•Hou er rekening mee dat er alleen accurate toetsenbord pitch wordt geproduceerd als er maximum tonguing wordt toegepast of de tonguing
controller op off (uit) staat.
•De “TngCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde staan (hoger dan “+01” of
lager dan “-01”) wil tonguing effect hebben.
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan
'tonguing'. Des te hoger de waarde, des te groter de
variatie. Positieve waarden veroorzaken verlagen de
'tonguing' als reactie op hogere controller waarden
(m.a.w. toegenomen breath pressure of een hogere
modulatie wheel positie), terwijl negatieve waarden
'tonguing' verhogen als reactie op hogere controller
waarden. De “Depth” instelling wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de display — de
horizontale as geeft de controller waarde weer en de
vertikale as 'tonguing'.
28: Tng Curve (alleen in de VOICE mode)
• Tonguing Curve
• Instellingen: -16 … +16
Scream (lett. schreeuw)
29
(18): Scr CC No.
• Scream Control Change Number
• Instellingen: off … 95, AT, VEL, PB
“Scream” stuurt het hele systeem in chaotische
oscillatie, waardoor effecten ontstaan die alleen bereikt kunnen worden door physical modeling technologie. Met de “Scr CC No.” parameter bepaalt u de
controller die 'scream' aan gaat te sturen. Als deze
parameter op “off” staat wordt er geen scream variatie geproduceerd via de controller , maar wordt er een
continue scream waarde bepaald door de “30(19):
ScrCtrlDpt” parameter, zie hieronder (negatieve waar den verhogen het scream niveau).
•De “ScrCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde staan (hoger dan “+01” of
lager dan “-01”) wil scream besturing enig effect
hebben.
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde
en tonguing. Als deze op “+00” staat is de verhouding linear . D.w.z. dat een verandering in de controller
waarde een corresponderende verandering in 'tonguing'
produceert. Als de curve waarde toeneemt hebben de
lagere controller waarden relatief weinig effect op
het geluid, terwijl hogere controller waarden dramatischer veranderingen teweeg brengt. Negatieve curve
waarden hebben het tegenovergestelde effect: het
geluid verandert dramatisch bij lagere controller
waarden terwijl hogere waarden relatief weinig effect produceren. De “Curve” instelling wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de display
— de horizontale as geeft de controller waarde weer
en de vertikale as 'tonguing'.
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan scream.
Des te hoger de waard, des te groter de variatie.
Positieve waarden verhogen het scream effect als
reactie op hogere controller waarden (m.a.w. toegenomen breath pressure of een hogere modulatie wheel
positie), terwijl negatieve waarden het scream effect
verlagen als reactie op hogere controller waarden.
De “Depth” instelling wordt grafisch weergegeven in
de grafiek onder in de display — de horizontale as
geeft de controller waarde weer en de vertikale as
'scream'.
Controllers & het Editten van Controllers
59
Page 61
31: Scr Curve (alleen in de VOICE mode)
• Scream Curve
• Instellingen: -16 … +16
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde
en 'scream'. Als deze op “+00” staat is de verhouding
linear. D.w .z. dat een verandering in controller waarde
een corresponderende verandering in scream effect
oplevert. Als de curve waarde toeneemt hebben de
lagere controller waarden relatief weinig effect op
het geluid, terwijl hogere controller waarden dramatischer veranderingen produceren. Negatieve curve
waarden hebben het tegenovergestelde effect: het
geluid verandert dramatisch bij lage controller waarden, terwijl hogere waarden relatief weinig effect
produceren. De “Curve” instelling wordt grafisch
weergegeven in de grafiek onder in de display — de
horizontale as geeft de controller waarde weer en de
vertikale as 'scream'.
•De “BnzCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde staan (hoger dan “+01” of
lager dan “-01”) wil breath noise enig effect hebben.
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd
door de controller die is toegewezen aan breath noise.
Des te hoger de waarde, des te groter de variatie. Positieve waarden veroorzaken verhogen het breath noise
niveau als reactie op hogere controller waarden (m.a.w.
breath pressure neemt toe of het modulatie wheel neemt
een hogere positie in), terwijl negatieve waarden het
breath noise niveau verlagen als reactie op hogere controller waarden. De “Depth” instelling wordt grafisch
weergegeven in de grafiek onder in de display — de
horizontale as geeft de controller waarde weer en de
vertikale as breath noise.
Breath Noise
(20): Bnz CC No.
32
• Breath Noise Control Change Number
• Instellingen: off… 95, AT, VEL, PB
“Breath Noise” voegt de gewenste hoeveelheid breath
noise toe aan een voice. Met de “Bnz CC No.” parameter bepaalt u welke controller gebruikt moet worden om de breath noise te besturen. Als deze op “off”
staat wordt er geen breath noise variatie geproduceerd via een controller, maar een continue breath
noise waarde kan worden bepaald door de “33(21):
BnzCtrlDpt” parameter, hieronder (door negatieve
waarde neemt het breath noise niveau toe).
60
Controllers & het Editten van Controllers
34: Bnz Curve (alleen in de VOICE mode)
• Breath Noise Curve
• Instellingen: -16 … +16
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde en
breath noise. Als deze op “+00” staat is de verhouding
linear. D.w.z. dat een verandering in de controller waarde
een corresponderende verandering in breath noise produceert. Als de curve waarde toeneemt hebben de lagere
controller waarden relatief weinig effect op het geluid,
terwijl hogere controller waarden dramatischer veranderingen teweeg brengt. Negatieve curve waarden hebben
het tegenovergestelde effect: het geluid verandert dramatisch bij lagere controller waarden terwijl hogere waarden
relatief weinig effect produceren. De “Curve” instelling
wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de
display — de horizontale as geeft de controller waarde
weer en de vertikale as breath noise.
Page 62
•De hoeveelheid breath noise die wordt geproduceerd hangt ook af van pressure, dus de breath noise
curve die wordt aangegeven in de grafiek onder in
de display geeft niet altijd de bedoelde curve weer.
Growl (lett. "grom")
(22): Grl CC No.
35
• Growl Control Change Nummer
• Instellingen: off… 95, AT, VEL, PB
groter de variatie. Positieve waarden verhogen het
growl niveau als reactie op hoge controller waarden
(m.a.w. breath pressure neemt toe of het modulatie
wheel neemt een hogere positie in), terwijl negatieve
waarden het growl niveau verminderen als reactie op
hogere controller waarden. De “Depth” instelling
wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de
display — de horizontale as geeft de controller waarde
weer en de vertikale as growl.
37: Grl Curve (alleen in de VOICE mode)
• Growl Curve
• Instellingen: -16 … +16
“Growl” produceert een periodieke pressure modulatie die het “growl” effect produceert wat zo vaak
gebruikt wordt bij wind instrumenten. Met de “Grl
CC No.” parameter kunt u de controller selecteren
die gebruikt moet worden om de growl aan te sturen.
Als deze op “off” staat wordt er geen growl variatie
geproduceerd via een controller, maar een continue
growl waarde kan worden bepaald met de “36(23):
GrlCtrlDpt” parameter, hieronder (negatieve waarden verhogen het growl niveau ).
•De “GrlCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde staan (hoger dan “+01” of
lager dan “-01”) voordat het aansturen van growl
enig effect heeft.
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde
en growl. Als deze op “+00” staat is de verhouding
linear. D.w.z. dat een verandering in de controller
waarde een corresponderende verandering in growl
produceert. Als de curve waarde toeneemt hebben
lagere controller waarden relatief weinig effect op
het geluid, terwijl hogere controller waarden dramatischer veranderingen teweeg brengt. Negatieve curve
waarden hebben het tegenovergestelde effect: het
geluid verandert dramatisch bij lagere controller
waarden terwijl hogere waarden relatief weinig effect produceren. De “Curve” instelling wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de display
— de horizontale as geeft de controller waarde weer
en de vertikale as growl.
Hiermee stelt u het niveau van de variatie in die
wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan growl. Des te hoger de waarde, des te
Controllers & het Editten van Controllers
61
Page 63
Throat (lett. 'keel') Formant
(24): Thr CC No.
38
• Throat Formant Control Change Number
• Instellingen: off… 95, AT, VEL, PB
“Throat Formant” bestuurt de karakteristiek van de gesimuleerde longen, luchtpijp en mondholte van de speler. Kan een realistische “ruigheid” toevoegen aan het
geluid. De “Thr CC No.” parameter bepaalt de controller die gebruikt moet worden om throat formant aan te
sturen. Als deze op “off” staat kan er geen throat formant
variatie geproduceerd worden via een controller, maar
een continue throat formant waarde wordt bepaald door
de “39(25): ThrCtrlDpt” parameter, hieronder (negatieve waarden verhogen het throat formant niveau).
•De “ThrCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde staan (hoger dan “+01” of
lager dan “-01”) wil throat formant besturing enig
effect hebben.
•Throat Formant werkt alleen op sommige riettype voices.
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde
en throat formant. Als deze op “+00” staat is de
verhouding linear. D.w.z. dat een verandering in de
controller waarde een corresponderende verandering
in throat formant produceert. Als de curve waarde
toeneemt hebben lagere controller waarden relatief
weinig effect op het geluid, terwijl hogere controller
waarden dramatischer veranderingen teweeg brengt.
Negatieve curve waarden hebben het tegenovergestelde effect: het geluid verandert dramatisch bij lagere controller waarden terwijl hogere waarden relatief weinig effect produceren. De “Curve” instelling
wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de
display — de horizontale as geeft de controller waarde
weer en de vertikale as throat formant.
Harmonic Enhancer
(26): Hrm CC No.
41
• Harmonic Enhancer Control Change Number
• Instellingen: off … 95, AT, VEL, PB
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan throat
formant. Des te hoger de waarde, des te groter de
variatie. Positieve waarden verhogen het niveau van
de throat formant als reactie op hogere controller waarden (m.a.w . toegenomen breath pressure of een hogere
modulatie wheel positie), terwijl negatieve waarden
het throat formant niveau verminderen als reactie op
hogere controller waarden. De “Depth” (sterkte) instelling wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de display — de horizontale as geeft de controller waarde weer en de vertikale as throat formant.
62
Controllers & het Editten van Controllers
De Harmonic Enhancer is in staat de harmonische
structuur van het geluid te veranderen over een groot
bereik. De “Hrm CC No.” parameter bepaalt de controller die gebruikt moet worden voor het aansturen
van de harmonic enhancer depth (sterkte) (wet/droog
balans) parameter. Als deze op “off” staat kan het
geluid niet voorzien worden van harmonic enhancer
depth variatie via een controller.
•De “HrmCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde gezet worden (hoger dan
“+01” of lager dan “-01”) wil het aansturen van
de harmonic enhancer enig effect hebben.
•Aangezien de meeste VL70-m voices genoeg natuurlijke harmonische inhoud bevatten, wordt de
Harmonic Enhancer eigenlijk maar op een paar
Page 64
voices gebruikt. Hierdoor kan het voorkomen dat
het wijzigen van de controller destination (bestemming) bij veel voices ofwel geen verschil
oplevert, of slechts een eenvoudige amplitude
wijziging. Maak, voor gedetailleerd programmeren van de harmonic enhancer gebruik van de
VL70-m Expert Editor software (pag. 25).
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan de
harmonic enhancer. Des te hoger de waarde, des te
groter de variatie. Positieve waarden verhogen de
harmonic enhancer als reactie op hogere controller
waarden (m.a.w. toegenomen breath pressure of een
hogere modulatie wheel positie), terwijl negatieve
waarden harmonic enhancer verlagen als reactie op
hogere controller waarden. De “Depth” instelling
wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de
display — de horizontale as geeft de controller waarde
weer en de vertikale as harmonic enhancer.
43: Hrm Curve (alleen in de VOICE mode)
• Harmonic Enhancer Curve
• Instellingen: -16 … +16
fect op het geluid, terwijl hogere controller waarden
dramatischer veranderingen teweeg brengt. Negatieve
curve waarden hebben het tegenovergestelde effect:
het geluid verandert dramatisch bij lagere controller
waarden terwijl hogere waarden relatief weinig effect produceren. De “Curve” instelling wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de display
— de horizontale as geeft de controller waarde weer
en de vertikale as harmonic enhancer depth (sterkte).
Damping
(28): Dmp CC No.
44
• Damping Control Change Number
• Instellingen: off… 95, AT, VEL, PB
“Damping” simulateert het demp effect dat optreedt
door luchtverlies in een wind instrument of bij een
snaar door wrijving. Beïnvloedt zowel pitch (toonhoogte) als timbre. Met de “Dmp CC No.” parameter
bepaalt u welke controller damping aanstuurt. Als
deze op “off” staat wordt het geluid niet van damping
voorzien door een controller.
•U moet er rekening mee houden dat dat de toonhoogte van het toetsenbord alleen accuraat is als
damping op maximum staat.
•De “DmpCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde staan (hoger dan “+01” of
lager dan “-01”) wil damping enig effect hebben.
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde
en harmonic enhancer depth (sterkte). Als deze op
“+00” staat is de verhouding linear. D.w.z. dat een
verandering in de controller waarde een corresponderende verandering in harmonic enhancer depth
(sterkte) produceert. Als de curve waarde toeneemt
hebben lagere controller waarden relatief weinig ef-
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan damping. Des te hoger de waarde, des te groter de variatie. Positieve waarden verhogen de damping als reactie op hogere controller waarden (m.a.w. toegenomen breath pressure of een hogere modulatie wheel
positie), terwijl negatieve waarden damping verminderen als reactie op hogere controller waarden. De
“Depth” instelling wordt grafisch weergegeven in de
grafiek onder in de display — de horizontale as geeft
de controller waarde weer en de vertikale as damping.
46: Dmp Curve (alleen in de VOICE mode)
• Damping Curve
• Instellingen: -16 … +16
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde
en damping. Als deze op “+00” staat is de verhouding linear. D.w .z. dat een verandering in de controller
waarde een corresponderende verandering in damping produceert. Als de curve waarde toeneemt hebben lagere controller waarden relatief weinig effect
op het geluid, terwijl hogere controller waarden dramatischer veranderingen teweeg brengt. Negatieve
curve waarden hebben het tegenovergestelde effect:
het geluid verandert dramatisch bij lagere controller
waarden terwijl hogere waarden relatief weinig effect produceren. De “Curve” instelling wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de display
— de horizontale as geeft de controller waarde weer
en de vertikale as damping.
Absorption (absorptie)
(30): Abs CC No.
47
• Apsorption Control Change Number
• Instellingen: off … 95, AT, VEL, PB
“Absorption” simuleert het effect van hoog-frequentie verlies aan het einde van de luchtkolom of snaar.
De “Abs CC No.” parameter specificeert de controller
die gebruikt moet worden om de absorptie aan te
sturen. Als deze op “off” staat kan het geluid niet
voorzien worden van absorption variatie middels een
controller .
•Hou er rekening mee dat de toonhoogte van het
toetsenbord alleen accuraat is als absorption op
maximum staat.
•De “AbsCtrlDpt” parameter, hieronder, moet op
een geschikte waarde staan (hoger dan “+01” of
lager dan “-01”) wil absorption besturing enig
effect hebben.
Stelt de hoeveelheid variatie in die wordt geproduceerd door de controller die is toegewezen aan
absorption. Des te hoger de waarde, des te groter de
variatie. Positieve waarden verhogen absorption als
reactie op hogere controller waarden (m.a.w. toegenomen breath pressure of een hogere modulatie wheel
positie), terwijl negatieve waarden absorption verlagen als reactie op hogere controller waarden. De
“Depth” instelling wordt grafisch weergegeven in de
grafiek onder in de display — de horizontale as geeft
de controller waarde weer en de vertikale as absorption.
64
Controllers & het Editten Controllers
Page 66
49: Abs Curve (alleen in de VOICE mode)
• Absorption Curve
• Instellingen: -16 … +16
Bepaalt de verhouding tussen de controller waarde
en absorption. Als deze op “+00” staat is de verhouding linear . D.w.z. dat een verandering in de controller
waarde een corresponderende verandering in
absorption produceert. Als de curve waarde toeneemt
hebben lagere controller waarden relatief weinig effect op het geluid, terwijl hogere controller waarden
dramatischer veranderingen teweeg brengt. Negatieve
curve waarden hebben het tegenovergestelde effect:
het geluid verandert dramatisch bij lagere controller
waarden terwijl hogere waarden relatief weinig effect produceren. De “Curve” instelling wordt grafisch weergegeven in de grafiek onder in de display
— de horizontale as geeft de controller waarde weer
en de vertikale as absorption.
•Absorption besturing kan de toonhoogte aanzienlijk beïnvloeden.
65Controllers & het Editten Controllers
Page 67
Filter & Envelope Generator Editten
De VL70-m heeft twee envelope generators die onafhankelijk kunnen worden
ingesteld en waarmee tijd-gebaseerde variaties kunnen worden aangebracht in het
geluid.
● Amplitude & Filter EG
De Amplitude & Filter Envelope Generator bepaalt de amplitude van het geluid en
de cutoff frequentie van de filter van de VL70-m van note attack tot release. Deze
envelope generator bevat drie parameters die kunnen worden ge-edit via het VL70m paneel: attack time, decay time en release time. Amplitude parameters bepalen
de algemene “vorm” van de geproduceerde noten, terwijl met de filter parameters
een aantal dynamische timbrale sweeps geprogrammeerd kunnen worden.
■
OPMERKINGEN
• De meeste voices maken gebruik van de low-pass filter , maar sommigen maken gebruik van
de bandpass, high-pass or band eliminate types. Het filter type kan niet worden ge-edit met
de VL70-m paneel knoppen. Gebruik voor gedetailleerd programmeren van de filter de
VL70-m Expert Editor software (pag. 25).
• Bij sommige voices wordt de filter minimaal gebruikt. Als dat het geval is kan het zijn dat
het effect van de filter nauwelijks hoorbaar is.
• Het editten van de Amplitude & Filter envelope generator parameters hoeft niet altijd te
op te leveren wat u er van verwachtte — in het bijzonder bij snaar instrument voices zoals
gitaar of bas. Dit komt omdat de VL70-m het plukken aan de snaren, vrije oscillatie en het
dempen van de snaren daadwerkelijk simuleert, i.p.v. een EG te gebruiken om deze events
ongeveer na te bootsen.
● Pitch & Embouchure EG
De Pitch EG parameters beïnvloeden zowel de pitch (toonhoogte) van de noot en
de embouchure waar de noot van wordt voorzien, van attack tot release. Met de
initial (oorspronkelijk) level-, attack time-, release level- en release time parameters kunt u een groot aantal pitch (toonhoogte) variaties produceren met note attack
en release.
■
OPMERKINGEN
• Pitch control alleen heeft niet altijd het verwachte resultaat bij voices waarin de interne
parameters eerder nadruk leggen op de embouchure dan op pitch (toonhoogte). Gebruik
voor het in detail editten van alle VL70-m parameters de VL70-m Expert Editor software
(pag. 25).
66
Filter & Envelope Generator Editten
Page 68
Naar de Filter & EG Parameters Gaan en
Deze Editten
U kunt op de volgende manier, vanuit de PLAY mode naar de FILTER & EG
EDIT mode gaan:
1. Druk op [EDIT]
Druk op de [EDIT] knop om naar het EDIT sub-mode menu te gaan.
2. Selecteer de FIL&EG Sub-mode
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de FIL&EG sub-mode, indien
noodzakelijk. De ikoon links van “FIL&EG” in de display gaat knipperen als de
FIL&EG sub-mode wordt geselecteerd.
3. Druk op [ENTER]
Druk op de [ENTER] knop om naar de FILTER & EG EDIT mode te gaan.
“FIL&EG EDIT” verschijnt boven in de display , samen met het nummer van de
huidig geselecteerde control parameter.
4. Selecteer een Parameter
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de parameter die u wilt editten
(zie “De Filter & EG Edit Parameters”, hieronder). De naam van de huidig
geselecteerde parameter en zijn huidige instelling verschijnt in de tweede regel
van de display. Een pijl aan de linker - en/of rechterkant van de parameter naam/
waarde geeft aan dat er met de SELECT [<] en/of [>] knoppen meer parameters kunnen worden geselecteerd in de aangegeven richting.
67Filter & Envelope Generator Editten
Page 69
5. Edit de geselecteerde Parameter
Stel met de VALUE [-] en [+] knoppen naar wens de waarde in van de
geselecteerde parameter.
6. Herhaal Dit Indien Noodzakelijk
Herhaal stappen 4 en 5 om zoveel parameters te editten als u wilt.
7. Exit Als U Klaar Bent
Druk op de [EXIT] knop om terug te keren naar het EDIT sub-mode menu, of
druk op de [PLAY] knop om terug te keren naar de PLAY mode als u klaar bent
met editten.
■
BELANGRIJK!
• Als u de in de VOCE EDIT mode aangebrachte veranderingen wilt bewaren, moet u de geeditte voice eerst in een geschikt INTERN voice nummer opslaan voordat u een nieuwe
voice selecteert.
u de ge-editte voice opslaat!
Alle ge-editte data gaat verloren als u een nieuwe voice selecteert voordat
68
Filter & Envelope Generator Editten
Page 70
De Filter & EG Edit Parameters
U moet er rekening mee houden dat een aantal van de FIL&EG EDIT parame-
ters in de VOICE sound module mode niet aanwezig zijn in de VL-XG sound
module mode (pag. 28). De parameter nummers zijn daarom afwijkend in de twee
modes.
● VOICE Sound Module Mode Filter & EG Edit Para-
meters
Zie, voor volledige details, de paginanummers die vermeld staan
naast iedere parameter.
De kleine parameter nummers tussen vierkante haakjes gelden alleen voor de VL-XG sound module mode.
(03): FilEG Dept
Filter
● Voorbeeld: low pass filter
• Resonantie: minimum
niveau (level)niveau (level)
Passband
Cutoff
frequentie
• Resonantie: maximum
Passband
01(01): CutoffFreq
• Cutoff Frequentie
• Instellingen: -64 … +63
Cutoff
frequentie
Resonantie
frequentiefrequentie
03
• Filter EG Depth (sterkte)
• Instellingen: -64 … +63
De “FilEG Dept” parameter bepaalt in welke mate de
amplitude /filter envelope generator (zie “08(06):
Attack Time”, “09(07): Decay Time” en “10(08):
ReleaseTime”, hieronder) de cutoff frequentie van
het filter beïnvloedt. Hogere waarden zorgen er voor
dat de envelope generator de filter cutoff frequentie
over een groter bereik beinvloedt.
04: CutoffScBP (alleen in de VOICE mode)
• Cutoff Scaling Breakpoint
• Instellingen: C-2 … G8
Hiermee kunt u de cutoff frequentie van het VL70-m
filter instellen.
02(02): Resonance
• Resonance
• Instellingen: -64 … +63
Deze parameter produceert een resonante peak in de
cutoff frequentie van het filter, waardoor de frequentie componenten in die frequentie worden benadrukt.
Als “Resonance” op een minimale waarde staat, rolt
het filter rond over het cutoff punt heen. Neemt de
resonance waarde echter toe, wordt er een peak van
corresponderend toenemende amplitude geproduceerd
op het punt van de cutoff frequentie.
Filter cutoff frequency “scaling” ( of “key scaling”)
produceert natuurlijke timbre variaties over het gehele nootbereik van de VL70-m waardoor de filter
"depth (sterkte)" kan toenemen of afnemen boven
een door u te bepalen "breakpoint-toets". De
“CutoffScBP” parameter bepaalt deze toets.
05: CutoffScDpt (alleen in de VOICE mode)
• Cutoff Scaling Depth (sterkte)
• Instellingen: -64 … +63
Filter & Envelope Generator Editten
71
Page 73
Met deze parameter bepaalt u de hoeveelheid filter
cutoff frequency key scaling die moet worden toegepast boven- of onder de 'breakpoint' toets die is bepaald met de “CutoffScBP” parameter, hierboven.
De instelling “+00” produceert geen key scaling.
Positieve waarden passen scaling toe op noten onder
het 'breakpoint' (d.w.z. op een toetsenbord de toetsen
aan de linkerkant van het 'breakpoint'), waardoor de
cutoff frequentie langzaam afneemt naarmate u lager
speelt. Negatieve waarden passen scaling toe op noten boven het 'breakpoint' (d.w .z. op een toetsenbord,
noten aan de rechterkant van het 'breakpoint'), waardoor de cutoff frequentie langzaam afneemt naarmate u hoger speelt. Hogere positieve of negatieve
waarden produceren een grotere variatie in de filter
cutoff frequentie.
06(04): Bass
• Bass Tone Control
• Instellingen: -64 … +63
Boost ('oppeppen') of cuts ('indammen') de lage frequenties. Positieve waarden pept het laag op terwijl
negatieve waarde het laag 'indamt'. De instelling “+00”
heeft geen boost of cut als gevolg.
07(05): Treble
• Treble Tone Control
• Instellingen: -64 … +63
Amplitude & Filter Envelope
niveau (level)
tijd
Attack
time
Note
on (noot aangeslagen)
Decay
time
Release
time
Note
off (noot losgelaten)
08(06): Attack Time
• Amplitude & Filter Envelope Attack Time
• Instellingen: -64 … +63
Hiermee stelt u de attack time af van de amplitude &
filter envelope generator. “Attack time” betekent hoe
lang het duurt voordat de envelope het maximum
niveau bereikt vanaf het moment dat de toets is aangeslagen. Positieve waarden produceren een tragere
attack terwijl negatieve waarden een snellere attack
produceren.
09(07): Decay Time
• Amplitude & Filter Envelope Decay Time
• Instellingen: -64 … +63
Boost ('oppeppen') of cuts ('indammen') de hoge frequenties. Positieve waarden pept het hoog op terwijl
negatieve waarde het hoog 'indamt'. De instelling
“+00” heeft geen boost of cut als gevolg.
72
Filter & Envelope Generator Editten
Hiermee stelt u de decay time in van de amplitude &
filter envelope generator. “Decay time” betekent hoe
lang het duurt voordat de envelope naar het sustain
niveau zakt nadat het maximum attack time niveau is
bereikt. Positieve waarden produceren een tragere
decay terwijl negatieve waarden een snellere decay
produceren.
Page 74
10(08): ReleaseTime
• Amplitude & Filter Envelope Release Time
• Instellingen: -64 … +63
Hiermee stelt u de release time in van de amplitude
& filter envelope generator. “Release time ” betekent
hoe lang het duurt voordat de envelope op het "nul"
niveau zit nadat de toets wordt losgelaten. Positieve
waarden produceren een tragere release terwijl negatieve waarden een snellere release produceren.
aan de linkerkant van het 'breakpoint'), waardoor het
amplitude niveau langzaam afneemt naarmate u lager speelt. Negatieve waarden passen scaling toe op
noten boven het 'breakpoint' (d.w.z. op een toetsenbord, noten aan de rechterkant van het 'breakpoint'),
waardoor de amplitude niveau langzaam afneemt naarmate u hoger speelt. Hogere positieve of negatieve
waarden produceren een grotere variatie in het
amplitude niveau.
Pitch & Embouchure Envelope
11: AmpLvlScBP (alleen in de VOICE mode)
• Amplitude Level Scaling Breakpoint
• Instellingen: C-2 … G8
Amplitude level “scaling” ( of “key scaling”) produceert natuurlijke timbre variaties over het gehele nootbereik van de VL70-m waardoor de Amplitude "depth
(sterkte)" kan toenemen of afnemen boven een door
u te bepalen toets. Met de “AmpLvlScBP” parameter
bepaalt u deze 'breakpoint' toets.
12: AmpLvlScDpt (alleen in de VOICE mode only)
• Amplitude Level Scaling Depth
• Settings: -64 … +63
Met deze parameter bepaalt u de hoeveelheid
amplitude level key scaling die moet worden toegepast boven- of onder de 'breakpoint' toets die is bepaald met de “AmpLvlScBP” parameter, hierboven.
De instelling “+00” produceert geen key scaling.
Positieve waarden passen scaling toe op noten onder
het 'breakpoint' (d.w.z. op een toetsenbord de toetsen
pitch level
(lett. toonhoogte niveau)
+
Initial level
Release level
0
Attack
time
–
Note
on (noot aangeslagen)
Release
time
Note
off (noot losgelaten)
tijd
13(09): PEGInitLvl
• Pitch & Embouchure Envelope Initial Level
• Instellingen: -64 … +63
Hiermee stelt u het initial (lett. eerste/oorspronkelijke) niveau in van de pitch & embouchure envelope
generator . De instelling “+00” start de pitch envelope
op normale toonhoogte. Positieve waarden verhogen
de oorspronkelijke toonhoogte terwijl negatieve waarden de oorspronkelijke toonhoogte verlagen in verhouding met de normale toonhoogte.
Filter & Envelope Generator Editten
73
Page 75
14(10): PEGAtakTime
• Pitch & Embouchure Envelope Attack Time
• Instellingen: -64 … +63
Hiermee stelt u de attack time in van de pitch &
embouchure envelope generator. In dit geval slaat
“attack time” op hoe lang het duurt voordat de pitch
envelope de normale toonhoogte (“+00” niveau) bereikt vanaf het moment dat de toets werd aangeslagen. Positieve waarden produceren een tragere attack
terwijl negatieve waarden een snellere attack produceren.
15(11): PEGReleLvl
• Pitch & Embouchure Envelope Release Level
• Instellingen:-64 … +63
is losgelaten. Positieve waarden produceren een tragere release, terwijl negatieve waarden een snellere
release veroorzaken.
■
OPMERKINGEN
• Het effect van de Pitch & Embouchure EG instellingen
kunnen wel eens minder hoorbaar zijn bij voices waarvan de embouchure is veranderd.
Hiermee stelt u de uiteindelijke toonhoogte in die
bereikt moet worden nadat een toets is losgelaten. De
instelling “+00” produceert normale toonhoogte.
Positieve waarden verhogen de uiteindelijke toonhoogte, terwijl negatieve waarden de uiteindeliijke
toonhoogte verlagen t.o.v. de normale toonhoogte.
16(12): PEGReleTime
• Pitch & Embouchure Envelope Release Time
• IInstellingen: -64 … +63
Hiermee stelt u de release time in van de pitch &
embouchure envelope generator. “Release time” slaat
op hoe lang het duurt voordat de pitch envelope het
release level bereikt dat is bepaald door de
“PEGReleLvl” parameter (hierboven) nadat een toets
74
Filter & Envelope Generator Editing
Page 76
Overige Edit Parameters ('Others')
In de OTHERS EDIT mode vind u een aantal door u te wijzigen voice parameters
die vallen onder de kategorie CONTROLLER of FILTER & EG parameters.
Naar de “Others” Parameters Gaan & Editten
U kunt op de volgende manier, vanuit de PLAY mode, naar de OTHERS EDIT
mode gaan:
1. Druk op [EDIT]
Druk op de [EDIT] knop om naar het EDIT sub-mode menu te gaan.
2. Selecteer de OTHERS Sub-mode
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de OTHERS sub-mode, indien
noodzakelijk. De ikoon links van “OTHERS” in de display gaat knipperen
zodra de OTHERS sub-mode is geselecteerd.
3. Druk op [ENTER]
Druk op de [ENTER] knop om naar de OTHERS EDIT mode te gaan. “OTHERS”
verschijnt boven in de display, samen met het nummer van de huidig geselecteerde control parameter.
4. Selecteer een Parameter
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de parameter die u wilt editten
(zie “De Others Parameters”, hieronder). De naam van de huidig geselecteerde
parameter en zijn huidige instelling verschijnen in de tweede regel van de
display . Een pijl links en/of rechts van de parameter naam/waarde geeft aan dat
u met de SELECT [<] en/of [>] knoppen nog meer parameters kunt selecteren
in de aangegeven richting.
75Other Edit Parameters
Page 77
5. Edit de Geselecteerde Parameter
Stel met de VALUE [-] en [+] knoppen naar wens de waarde in van de
geselecteerde parameter.
6. Herhaal Als Noodzakelijk
Herhaal stappen 4 en 5 om alle parameters te editten die u wenst.
7. Exit Als U Klaar Bent
Druk op de [EXIT] knop om terug te keren naar het EDIT sub-mode menu, of
druk op de [PLAY] knop om terug te keren naar de PLAY mode als u klaar bent
met editten.
■
BELANGRIJK!
• Als u de door u in de VOICE EDIT mode gemaakte veranderingen wilt bewaren, moet u de
ge-editte voice opslaan in een geschikt INTERN voice nummer alvorens een nieuwe voice te
selecteren.
ge-editte voice hebt opgeslagen!
Alle ge-editte data gaat verloren als u een nieuwe voice selecteert voordat u de
76
Overige ('OTHERS') Edit Parameters
Page 78
De “Others” Edit Parameters
Hou er rekening mee dat een aantal OTHERS EDIT parameters van de VOICE
sound module mode niet aanwezig zijn in de VL-XG sound module mode (pag.
28). De parameter nummers wijken daarom af in de verschillende modes.
De kleine parameter nummers tussen vierkante haakjes gelden alleen in de VL-XG sound module
mode.
Vibrato
(01): Vib Rate
01
• Vibrato Rate (snelheid)
• Instellingen: -64 … +63
Het vibrato effect produceert een cyclische toonhoogte en embouchure variatie. Met de “Vib Rate”
parameter kunt u de snelheid van het vibrato effect
instellen. Positieve waarden produceren een snellere
vibrato, terwijl negatieve waarden een langzamere
vibrato produceren.
•De vibrato effecten van de VL70-m zijn bijzonder realistisch, vanwege het tegelijk moduleren
van de pitch (toonhoogte), embouchure en pressure
parameters.
02(02): Vib Depth (sterkte)
• Vibrato Depth (sterkte)
• Instellingen: -64 … +63
Hiermee kunt u de delay time (vertragingstijd) instellen tussen het aanslaan van een noot en het begin
van het vibrato effect. Positieve waarden produceren
grotere vertragingen terwijl negatieve waarden de
vertraging reduceren.
Detune (ontstemmen) & Voice Level (niveau)
(04): Detune
04
• Detune (ontstemmen)
• Instellingen: -12.8 … +12.7 Hz
Met de “Detune” parameter kunt u de toonhoogte
van de VL70-m een klein beetje omhoog- of omlaag
brengen, en kunt u de VL70-m een beetje ontstemmen
t.o.v. andere VL70-m units of andere toongenerators,
die u gebruikt in samenwerking met de VL70-m (zgn.
'detune effect'). Positieve waarden stemmen de toonhoogte een beetje omhoog volgens de geselecteerde
hoeveelheid Hertz, en negatieve waarden stemmen
de toonhoogte een beetje naar beneden.
Hiermee stelt u de depth (sterkte) in van het vibrato
effect. Des te hoger de waarde des te groter de vibrato depth (sterkte). Positieve waarden produceren
meer vibrato depth (sterkte), negatieve waarden reduren de vibrato depth.
03(03): Vib Delay (vertraging)
• Vibrato Delay (vertraging)
• Instellingen: -64 … +63
05: Voice Level (alleen in de VOICE mode)
• Voice Level (niveau)
• Instellingen: 000 … 127
Hiermee kunt u het volumeniveau instellen van de
voice. Des te hoger de waarde, des te hoger het
volume. Bij de minimum instelling “000” is er
geen geluid.
Overige ('OTHERS') Edit Parameters
79
Page 81
Assignment & Expansion (toewijzen & expanderen)
(05): Mono/Poly
06
• Monophonic/Polyphonic Mode (monofone/polyfone
mode)
• Instellingen: mono, poly
Hiermee selecteert u de VL70-m monofone of
polyfone note mode. Als de “mono” mode is geselecteerd wordt er altijd 'note output' gegenereerd zolang
er een MIDI note-on gegeven wordt ontvangen. Als u
bijvoorbeeld toets “A” aanslaat op het toetsenbord
en dan - terwijl u toets “A” vasthoud - toets “B”
aanslaat, zal noot “B” klinken maar springt hij terug
naar noot “A” zodra toets “B” wordt losgelaten. In de
“poly” mode echter stopt het geluid zodra toets “B”
wordt losgelaten.
•Zodra “mono” is geselecteerd en “14(10): Porta
Sw” staat op “on”, is “single-trigger” actief (de
EG wordt niet opnieuw ge-trigger'd als een nieuwe
noot wordt gespeeld terwijl u de vorige noot vasthoud). In alle andere gevallen (m.a.w. als de “poly”
mode is geselecteerd of de “14(10): Porta Sw”
parameter op “off” staat) is de “multi-trigger”
mode actief en wordt de EG iedere keer als er een
noot wordt gespeeld opnieuw ge-trigger'd.
07: AssignMode (alleen in de VOICE mode)
• Assign (toewijs) Mode
• Instellingen: Botm, Top, Last
Bepaalt welke noot wordt voortgebracht als er meer
dan één noot tegelijk aangeslagen wordt. Als “Botm”
(Bottom) wordt geselecteerd zal alleen de laagste
noot in een groep van noten die tegelijk wordt aangeslagen klinken. Wordt “Top” geselecteerd zal alleen
de hoogste noot in een groep van noten die tegelijk
worden aangeslagen klinken. De “Last” instelling
zorgt er voor dat alleen de laatst aangeslagen noot
klinkt.
Deze parameter wordt gebruikt als u meerdere VL70m's gebruikt, om het aantal noten dat zij samen tegelijk voort kunnen brengen te vergroten (anders gezegd; 'om de polyfonie vergroten'). Het nummer voor
de “>” moet zo ingesteld worden dat het getal correspondeert met het aantal VL70-m's die er gebruikt
worden. Het nummer dat volgt op “>” moet een
uniek nummer zijn bij iedere VL70-m. Als u bijvoorbeeld vier VL70-m's gebruikt moeten hun
“PolyExpnd” parameters als volgt worden ingesteld:
VL70-m Unit Nr.PolyExpnd Instelling
104>01
204>02
304>03
404>04
MIDI controller
MIDI
OUT
MIDI IN
WX IN BREATH
PHONES
POWER/VOL
MIDI IN
WX IN BREATH
PHONES
POWER/VOL
MIDI IN
WX IN BREATH
PHONES
POWER/VOL
MIDI IN
WX IN BREATH
PHONES
POWER/VOL
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
PUSH ON/OFF
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
PUSH ON/OFF
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
PUSH ON/OFF
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
PUSH ON/OFF
MIDI
THRU
MIDI
THRU
MIDI
THRU
VIRTUAL ACOUSTIC TONE GENERATOR
VIRTUAL ACOUSTIC TONE GENERATOR
VIRTUAL ACOUSTIC TONE GENERATOR
VIRTUAL ACOUSTIC TONE GENERATOR
MIDI/
PLAY EDIT
WX
ENTER
EFFECT
UTIL
BC/WX
VELOCITY
TOUCH EG
BREATH
MODE
EXIT
VOICE
VL-XG
VL70-m (1-ste)
MIDI/
PLAY EDIT
WX
ENTER
EFFECT
UTIL
BC/WX
VELOCITY
TOUCH EG
BREATH
MODE
EXIT
VOICE
VL-XG
VL70-m (2-de)
MIDI/
PLAY EDIT
WX
ENTER
EFFECT
UTIL
BC/WX
VELOCITY
TOUCH EG
BREATH
MODE
EXIT
VOICE
VL-XG
VL70-m (3-de)
MIDI/
PLAY EDIT
WX
ENTER
EFFECT
UTIL
BC/WX
VELOCITY
TOUCH EG
BREATH
MODE
EXIT
VOICE
VL-XG
VL70-m (4-de)
PART
ALL
SELECT
VALUE
PART
SELECT
VALUE
PART
SELECT
VALUE
PART
SELECT
VALUE
04>01
ALL
04>02
ALL
04>03
ALL
04>04
80
Overige ('OTHERS') Edit Parameters
Page 82
•Polyfone Expansie werkt niet als de “06(05):
Mono/Poly” parameter op “mono” staat.
•Als u gebruikt maakt van Polyfone Expansie moet
u er op letten dat de “07: AssignMode” parameter
op “Last” staat.
Velocity Sensitivity
09
(06): VelSensDpt
• Velocity Sensitivity Depth (sterkte van aanslag-
gevoeligheid)
• Instellingen: 000 … 127
Note Limits (nootbereik)
(08): NoteLimitL
11
• Low Note Limit (lage noot bereik)
• Instellingen: C-2 … G8
notenbereikgeen geluidgeen geluid
Hiermee bepaalt u hoe de VL70-m reageert op aanslaggevoeligheid. Als deze op “000”, staat is het geluid
niet aanslaggevoelig, m.a.w. de kracht waarmee u
aanslaat op het toetsenbord heeft geen effect op het
geluid. Bij waarden hoger dan “001”, zullen hoge
velocity waarden het volume van het geluid verhogen en zullen lage velocity waarden het volume van
het geluid verlagen . Des te hoger de waarde, des te
groter het effect van velocity op het volume niveau
van de voice. De grafiek onder in de display geeft de
huidige velocity sensitivity respons aan zoals deze
bepaald is door de “09(06): VelSensDpt” en “10(07):
VelSensOfs” parameters. De horizontale as geeft de
velocity weer en de vertikale as het output niveau.
10(07): VelSensOfs
• Velocity Sensitivity Offset
• Instellingen: 000 … 127
Low note limit
(lage noot bereik)
High note limit
(hoge noot bereik)
Hiermee kunt u de laagste noot bepalen die nog
geluid produceert op de VL70-m. Deze parameter en
de “NoteLimitH” parameter, hieronder, bepalen het
noot bereik van de VL70-m.
12(09): NoteLimitH
• High Note Limit (hoge noot bereik)
• Instellingen: C-2 … G8
Hiermee kunt u de hoogste noot bepalen die nog
geluid produceert op de VL70-m. Deze parameter en
de “NoteLimitL” parameter, hierboven, bepalen het
noot bereik van de VL70-m.
Hier geeft u een offset waarde in die geldt voor het
laagste velocity niveau. De grafiek onder in de display geeft de huidige velocity sensitivity respons aan
zoals deze bepaald is door de “09(06): VelSensDpt”
en “10(07): VelSensOfs” parameters. De horizontale
as geeft de velocity weer en de vertikale as het output
niveau.
Overige ('OTHERS') Edit Parameters
81
Page 83
Portamento
13: Porta Mode
• Portamento Mode
• Instellingen: Full, Fngr
(alleen in de VOICE mode)
Portamento produceert een “slide (lett. 'glij')” effect
tussen twee opvolgende noten. Met de “Portamento
Mode” parameter kunt u bepalen hoe de portamento
slide wordt uitgevoerd. Als u “Full” selecteert treedt
de portamento slide altijd op tussen twee opvolgende
noten, mits de “14(10): Porta Sw” parameter, hieronder, op “on” staat, zelfs als de eerst wordt losgelaten
voordat de tweede noot is aangeslagen. Als
“Fngr”(Fingered) is geselecteerd treedt de portamento
slide alleen op als de eerste noot nog is vastgehouden
terwijl de tweede noot wordt aangeslagen.
•Het kan zijn dat Portamento een niet perfecte
slide produceert bij voices waarin de driver karakteristieken de toonhoogte beïnvloedt (brass
instrumenten bijvoorbeeld).
15(11): Porta Time (tijd)
• Portamento Time (tijd)
• Instellingen: 000 … 127
In de “Time” parameter kunt u de portamento tijd
instellen (m.a.w. hoe lang de slide er over doet om
van de ene noot naar de andere de 'glijden'). De
instelling “000” produceert de snelste portamento
tijd; “127” produceert het langste portamento slide
effect.
Dry Level (droog niveau) & Voice Name (voice naam)
16
(12): Dry Level
• Dry Output Level (droog niveau)
• Instellingen: 000 … 127
14(10): Porta Sw
• Portamento Switch
• Instellingen: off, on
Zet portamento “on” of “off”. Als deze op “on” staat
wordt het portamento effect geproduceerd op de manier
die is aangegeven in de “13: Porta Mode” en “15:
Porta Time” parameters.
•In deze parameter kunt u ook de “single-trigger”
of “multi-trigger” mode selecteren. Zie “06(05):
Mono/Poly” op pag. 80.
82
Overige ('OTHERS') Edit Parameters
Hiermee kunt u het uitgangsniveau instellen van de
VL70-m “dry” geluid (=droog, m.a.w. geluid zonder
effect). Des te hoger de waarde, des te hoger het dry
output level. Als het dry level toeneemt, neemt de
bereikte 'diepgang' van toegepaste effecten relatief
af.
•Deze parameter display verschijnt niet als de
“V arConnect” parameter in de VARIA TION EDIT
mode op “INS” (Insertion Effect) staat.
Page 84
17: V oice Name (alleen in de VOICE mode)
• Voice Name (voice naam)
• Instellingen: Een voice naam bestaande uit max. 8 lettertekens.
Om een naam in te geven moet u eerst de “Voice
Name” parameter selecteren en op de [ENTER] knop
drukken. De huidige voice naam verschijnt hierop
tussen vierkante haakjes in de display, terwijl het
eerste letterteken knippert (het knipperende letterteken is geselecteerd om gewijzigd te worden). Selecteer, naar wens, een nieuw letterteken voor de huidige edit lokatie met de VALUE [-] en [+] knoppen ,
en ga vervolgens naar het volgende letterteken met
de SELECT [<] en/of [>] knoppen, en herhaal dit
tot u klaar bent. Als de voice naam compleet is moet
u op [EXIT] drukken om terug te keren naar de
OTHERS edit mode.
● Character List
(space) ! " # $ % & ' ( ) * + , - . / 0 1 2 3 4 5 6 7
8 9 : ; < = > ? @
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W
X Y Z [ ¥ ] ^ _ `
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
} →←
{
Overige ('OTHERS') Edit Parameters
83
Page 85
De Store Functie
Als u eenmaal een nieuwe voice hebt gecreëerd in de edit mode, is het noodzakelijk deze voice op te slaan (store'n) in één van de VL70-m INTERNAL geheugen
lokaties, anders gaat deze ge-editte data verloren zodra er een nieuwe voice wordt
geselecteerd.
■
OPMERKINGEN
• De data die voorheen in de geheugenlokatie zat waarin u de nieuwe voice wilt opslaan
wordt gewist. Als u deze data niet kwijt wilt, moet u deze bewaren op een extern MIDI
opslagmedium, m.b.v. de UTILITY mode DUMP OUT functie (pag. 100).
• De STORE functie is niet beschikbaar in de VL-XG sound module mode.
Het Opslaan Van een Ge-editte Voice
U kunt op de volgende manier vanuit de VOICE PLAY mode in de STORE
functie mode komen:
1. Druk op [EDIT]
Druk op de [EDIT] knop om naar het EDIT sub-mode menu te gaan.
84
De Store Functie
2. Selecteer de STORE Sub-mode
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de STORE sub-mode, indien
noodzakelijk. De ikoon links van “STORE” in de display gaat knipperen zodra
de STORE sub-mode wordt geselecteerd.
3. Druk op [ENTER]
Druk op de [ENTER] knop om naar de STORE functie te gaan. “Store Voice”
verschijnt boven in de display samen met het knipperende nummer van het
huidig geselecteerde INTERNAL voice nummer.
4. Selecteer een Destination (bestemming) Voice Nummer
Selecteer met de VALUE [-] en [+] knoppen het nummer van de INTERNAL
geheugen lokatie waarin u de ge-editte voice op wilt slaan (I01" t/m “I64”).
Page 86
5. Druk op [ENTER] om op te slaan (om te Store'n)
Druk op de [ENTER] knop om de voice op te slaan. “Executing” verschijnt
even in de display tijdens het opslaan van de data , waarna de VL70-m terugkeert naar het EDIT sub-mode menu. Druk op [EXIT] i.p.v. [ENTER] als u de
store handeling wilt verlaten.
De Store Functie
85
Page 87
Effecten & het Editten van Effecten
Dry/Wet (lett. droog/nat)
RevSend
SendCho→Rev
ChoSend
DryLine
(droog lijnsignaal)
RevRtn
ChoRtnChoPan
RevPan
Dry/Wet
(lett. droog/nat)
Output
(uitgangssignaal)
DistortionVariation
Reverb
Chorus
Toon
generator
Mono
Stereo
De VL70-m bevat een veelzijdig intern effectsysteem die bestaat uit vier onafhankelijke effect stages ('afdelingen'): REVERB, CHORUS, VARIATION en
DISTORTION. Van deze effecten functioneren de REVERB en CHORUS stages
als “systeem effecten”, kan de VARIATION stage zowel gebruikt worden als een
systeem- of “insertie” effect, en werkt de DISTOR TION stage altijd als een insertie
effect. Zie de signal-baan diagrammen hieronder voor het verschil tussen “systeem” en “Insertie” effecten.
■
OPMERKING
• Als u de VOICE sound module mode hebt geselecteerd (pag. 27) kunt u de wijzigingen die
u hebt aangebracht aan de effecten opslaan bij iedere individuele voice.
Signaalbaan van het Effect
De volgende schema's moeten u helpen begrijpen wat de verhouding is tussen
de VL70-m effect stages en het algemene verloop van het signaal.
● Als u de Variation Stage gebruikt als Insertie Effect
In dit geval wordt de output van de toongenerator eerst naar de distortion stage
gestuurd, en wordt het distortion effect signaal vervolgens gemixt met het hoofdsignaal via de corresponderende “Dry/Wet (lett. droog/nat)” parameter. De volgende is de variation stage, die dezelfde “Dry/Wet” mixing mogelijkheden heeft.
Bij deze manier van aansluiten functioneren de distortion en variation stages
beiden als insertie effecten. Na de insertie effecten kan het signaal naar de reverb
en chorus stages gestuurd worden via de “RevSend” en “ChoSend” parameters die
beschikbaar zijn in de PLAY mode (pag. 35 en 39). De output (uitgangssignaal)
van deze beide stages is stereo, en het effect signaal kan vervolgens gemixt worden
86
Effecten & het Editten van Effecten
Page 88
met het hoofdsignaal via de “RevRtn” en “ChoRtn” parameters die beschikbaar
Dry/Wet (lett. droog/nat)
RevSend
SendCho→Rev
ChoSend
DryLevel
(droog niveau)
DryLine
(droog
lijnsignaal)
RevRtn
ChoRtnChoPan
SendVar→Cho
SendVar→Rev
VarSend
VarRtnVarPan
RevPan
Mono
Stereo
Output
(uitgangssignaal)
Distortion
Variation
Reverb
Chorus
Toon
generator
zijn in de PLAY mode (pag. 32 en 41). Met de “SendCho→Rev” parameter (pag.
91) kunt u een gedeelte van de output of de totale output van de chorus stage naar
de reverb stage sturen. Als de “SendCho→Rev” parameter op maximum staat en
de “ChoRtn” parameter op “000” staat, zijn de chorus stage en de reverb stage op
effectieve wijze in serie aangesloten.
● Als de Variation Stage Gebruikt Wordt Als Systeem Effect
In dit geval wordt de output van de toongenerator eerst naar de distortion stage
gestuurd, en wordt het distortion effect signaal vervolgens tussen het hoofdsignaal
gemixt volgens de corresponderende “Dry/Wet” parameter. Bij deze manier van
aansluiten funtioneert alleen de distortion stage als insertie effect. Na de distortion
stage kan het signaal naar de reverb, chorus en variation stages gestuurd worden
via de “RevSend”, “ChoSend” en “VarSend” parameters beschikbaar in de PLAY
mode (pag. 35 en 39). De output van alle drie deze stages is stereo, en het effect
signaal kan terug worden gemixt in het hoofdsignaal via de “RevRtn”, “ChoRtn”
en “VarRtn” parameters beschikbaar in de PLAY mode (pag. 32, 33 en 41). Met de
“SendCho→Rev” parameter (pag. 32) kunt u een gedeelte van de output of al het
output signaal van de chorus stage naar de reverb stage sturen. Als de
“SendCho→Rev” parameter op maximum staat en de “ChoRtn” parameter staat
“000”, zijn de chorus stage en reverb stage op effectieve wijze in serie aangesloten.
Met de “SendVar→Rev” en “SendVar→Cho” parameters (pag. 93) kunt u een
gedeelte van de output of al het output signaal van de variation stage naar de reverb
en chorus stages sturen.
Effecten & het Editten van Effecten
87
Page 89
Naar de Effect Parameters Gaan & Editten
U kunt, vanuit de PLAY mode, alleen op de volgende manier in de EFFECT
sub-modes — REV, CHO, VAR en DIST — en hun bijbehorende parameters
komen:
1. Druk op [EFFECT]
Druk op de [EFFECT] knop om naar het EFFECT sub-mode menu te gaan.
2. Selecteer de Gewenste Sub-mode
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de REV (reverb), CHO (chorus),
VAR (variation) of DIST (distortion) sub-mode. De ikoon links van de naam
van de geselecteerde sub-mode knippert zodra de corresponderende sub-mode
is geselecteerd.
3. Druk op [ENTER]
Druk op de [ENTER] knop om naar de geselecteerde sub-mode te gaan.
“REVERB EDIT”, “CHORUS EDIT”, “VARIA TION EDIT” of “DISTOR TION
EDIT” verschijnt hierop boven in de display, afhankelijk van de geselecteerde
sub-mode.
4. Selecteer een Parameter
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de parameter die u wilt editten
(zie de parameter beschrijvingen die later volgen). De naam van de huidig
geselecteerde parameter en zijn huidige instelling verschijnt in de tweede regel
van de display. Een pijl links en/of rechts van de parameter naam/waarde geeft
aan dat u met de SELECT [<] en/of [>] knoppen nog meer parameters kunt
selecteren in de aangegeven richting.
5. Edit de Geselecteerde Parameter
Stel met de VALUE [-] en [+] knoppen de waarde van de geselecteerde parameter naar wens in.
88
Effecten & het Editten van Effecten
Page 90
6. Herhaal Dit, Indien Noodzakelijk
Herhaal stappen 4 en 5 om alle parameters te editten die u wilt.
7. Exit Als U Klaar Bent
Druk op de [EXIT] knop om terug te keren naar het EFFECT sub-mode menu,
of druk op de [PLAY] knop om terug te keren naar de PLAY mode als u klaar
bent met editten.
■
BELANGRIJK!
• Als u de in de VOICE EDIT mode gemaakte wijzigingen wilt bewaren, moet u de ge-editte
voice opslaan in een geschikt INTERNAL voice nummer voordat u een nieuwe voice selecteert.
Alle ge-editte data gaat verloren als u een nieuwe voice selecteert alvorens de ge-
editte voice op te slaan!
Effecten & het Editten van Effecten
89
Page 91
De Reverb Parameters
De reverb effecten zijn essentieel voor het geluid, ze maken het geluid ruimtelijk, geven het geluid
extra dimensie, en voegen warmte en diepte toe aan een anders droog geluid.
Type
• Reverb Type
• Instellingen: NO EFFECT, HALL 1, HALL 2, ROOM 1,
ROOM 2, ROOM 3, STAGE 1, STAGE 2, PLATE, WHITE
ROOM, TUNNEL, CANYON, BASEMENT
Rev Pan
• Reverb Pan
• Instellingen: L63 … C … R63
Selecteert het reverb type, of “NO EFFECT” als u
geen reverb effect wilt. Zie het aparte engelstalige
“List Book” voor korte beschrijvingen van elk van
de reverb types.
Specifieke Parameters Per Reverb-Type
• Zie het aparte engelstalige “List Book”
Alle reverb types, geselecteerd via de “Type” parameter, hierboven, zijn uitgerust met een afwijkend
stel parameters die het daadwerkelijke reverb geluid
bepalen. Zie het aparte engelstalige “List Book” voor
gedetailleerde informatie over de individuele parameters van de verschillende reverb types.
Hiermee stelt u het stereobeeld ("pan positie") in van
het reverb geluid — m.a.w. de beoogde positie van
het reverb geluid in het stereobeeld. De instelling
“L63” plaatst het reverb geluid volledig links, “R63”
plaatst het reverb geluid volledig rechts, en “C” plaatst
het reverb geluid in het midden. Tussenliggende pan
instellingen plaatsen het reverb geluid in corresponderende posities in het stereobeeld.
90
Effecten & het Editten van Effecten
Page 92
De Chorus Parameters
De VL70-m chorus stage bevat een aantal modulatie effecten waarmee u het geluid van extra animatie
en leven voorziet.
Selecteert het chorus type, of “NO EFFECT” als u
geen chorus effect wilt. Zie het aparte engelstalige
“List Book” voor korte beschrijvingen van elk van
de chorus types.
Type-Specific Chorus Parameters
• Zie aparte engelstalige “List Book”
Alle chorus types, geselecteerd met de “Type” parameter, hierboven, bevatten een afwijkend stel parameters die het daadwerkelijke chorus geluid bepalen.
Zie het aparte engelstalige “List Book” voor details
over de individuele parameters van de verschillende
chorus types.
“L63” plaatst het chorus geluid volledig links, “R63”
plaatst het chorus geluid volledig rechts, en “C” plaatst
het chorus geluid in het midden. Tussenliggende pan
instellingen plaatsen het chorus geluid in corresponderende posities in het stereobeeld.
SendCho'Rev
• Chorus-to-Reverb Send Level
• Instellingen: 000 … 127
Hiermee bepaalt u hoeveel output signaal van de
chorus effect stage terug wordt gestuurd naar de input van de reverb effect stage (zie diagram op pag.
86 en 87). Des te hoger de waarde, des te meer
chorus signaal naar de reverb stage wordt gestuurd.
Als deze parameter en de PLAY mode “ChoRtn”
parameter beiden hoger dan “001” staan, wordt de
output van de chorus stage in corresponderende hoeveelheden naar de input van de reverb stage en de
hoofd outputs gestuurd.
Cho Pan
• Chorus Pan
• Instellingen: L63 … C … R63
Hiermee stelt u het stereobeeld ("pan positie") in van
het chorus geluid — m.a.w. de beoogde positie van
het chorus geluid in het stereobeeld. De instelling
Effecten & het Editten van Effecten
91
Page 93
De Variation Parameters
De variation stage bevat reverb-, delay-, echo-, modulatie-, distortion-, wah- en een aantal andere
effecten.
Selecteert het variation type, of “NO EFFECT” als u
geen variation effect wilt. Zie het aparte engelstalige
“List Book” voor korte beschrijvingen van elk van
de variation types.
* Aural Exciter®is een geregistreerd handelsmerk
van- en wordt gefabriceerd onder licentie door
Aphex Systems Ltd.
Specifiele Variation Type Parameters
• Zie het aparte engelstalige “List Book”
AT VarCtrl
• Aftertouch Variation Control (besturing)
• Instellingen: -64 … +63
Deze parameter is alleen maar beschikbaar als de
“V arConnect” parameter (pag. 93) op “INS” staat (m.a.w .
als de variation stage is aangesloten als een insertie
effect). Aftertouch Variation Control (lett. "besturing")
maakt het mogelijk de geselecteerde variation effect
parameters aan te sturen in real time via aftertouch
pressure van het toetsenbord. De parameter die kan
worden bestuurd is per variation effect type vast
ingeprogrammeerd (zie het aparte engelstalige “List
Book”). De “AT VarCtrl” parameter bepaalt in welke
mate de effect parameter wordt beïnvloedt door aftertouch
pressure. Als bijvoorbeeld het TREMOLO effect is geselecteerd, bestuurd aftertouch de “LFO Frequency”
parameter. In dit geval zorgen hogere positieve “AT
VarCtrl” waarden er voor dat als de aftertouch pressure
toeneemt de LFO speed (snelheid) toeneemt, terwijl
hogere negatieve waarden er voor zorgen dat als de
aftertouch pressure toeneemt de LFO speed (snelheid)
afneemt. Als deze parameter op “+00” staat heeft
aftertouch geen effect op het Variation effect.
Alle variation types, geselecteerd met de “T ype” parameter, hierboven, bevatten een afwijkend stel parameters die
het daadwerkelijke variation geluid bepalen. Zie het aparte
engelstalige “List Book” voor details over de individuele
parameters van de verschillende variation types.
92
Effecten & het Editten van Effecten
AC1VarCtrl
• Vrij Toewijsbare Controller 1 Variation Control
• Instellingen: -64 … +63
Deze parameter is alleen maar beschikbaar als de
“V arConnect” parameter (pag. 93) op “INS” staat (m.a.w .
als de variation stage is aangesloten als een insertie effect). Assignable ("vrij toewijsbaar) Controller variation
control (lett. "besturing") maakt het mogelijk de geselec-
Page 94
teerde variation effect parameters in real time aan te
sturen via de Assignable (vrij toewijsbare) Controller 1.
De parameter die kan worden bestuurd is per variation
effect type inge-programmeerd (zie het aparte engelstalige “List Book”). De “AC1VarCtrl” parameter bepaalt
in welke mate de effect parameter wordt beïnvloedt door
de controller. Als bijvoorbeeld het TREMOLO effect is
geselecteerd, bestuurd de controller de “LFO Frequency”
parameter. In dit geval verhogen positieve “AC1V arCtrl”
waarden er voor dat als de controller waarden toenemen
de LFO speed (snelheid) toeneemt, terwijl hogere negatieve waarden er voor zorgen dat als de controller waarden toenemen de LFO speed (snelheid) afneemt. Als
deze parameter op “+00” staat heeft de Assignable (vrij
toewijsbare) controller 1 geen effect op de Variation.
Var Pan
• Variation Pan
• Instellingen: L63 … C … R63
Hiermee stelt u het stereobeeld ("pan positie") in van
het variation effect — m.a.w. de beoogde positie van
het variation geluid in het stereobeeld. De instelling
“L63” plaatst het variation effect volledig links, “R63”
plaatst het variation effect volledig rechts, en “C”
plaatst het variation effect in het midden. Tussenliggende pan instellingen plaatsen het variation effect in
corresponderende posities in het stereobeeld. Deze
parameter is alleen beschikbaar als de“VarConnect”
parameter op “SYS” staat (m.a.w. als de variation
stage is aangesloten als een systeem effect.)
chorus effect stage (zie diagram op pag. 87). Des te
hoger de waarde, des te meer variation signaal naar de
chorus stage wordt gestuurd. Als deze parameter en de
PLA Y mode “V arRtn” parameter beiden hoger dan “001”
staan, wordt de output van de variation stage in corresponderende hoeveelheden naar de input van de chorus
stage en de hoofd outputs gestuurd. Deze parameter is
alleen maar beschikbaar als de“VarConnect” parameter
op “SYS” staat (m.a.w. als de variation stage is aangesloten als een systeem effect.)
SendVar➔Rev
• Variation-to-Reverb Send Level (V. naar R. stuur niveau)
• Instellingen: 000 … 127
Hiermee bepaalt u hoeveel output signaal van de variation
effect stage terug wordt gestuurd naar de input van de
reverb effect stage (zie diagram op pag. 87). Des te hoger
de waarde, des te meer variation signaal naar de reverb
stage wordt gestuurd. Als deze parameter en de PLAY
mode “VarRtn” parameter beiden hoger dan “001” staan,
wordt de output van de variation stage in corresponderende hoeveelheden naar de input van de reverb stage en
de hoofd outputs gestuurd. Deze parameter is alleen maar
beschikbaar als de“V arConnect” parameter op “SYS” staat
(m.a.w. als de variation stage is aangesloten als een systeem effect.)
VarConnect
• Variation Connection (aansluiting) Mode
• Instellingen: INS, SYS
SendVar➔Cho
• Variation-to-Chorus Send Level (V. naar C. stuur niveau)
• Instellingen: 000 … 127
Hiermee bepaalt u hoeveel output signaal van de variation
effect stage terug wordt gestuurd naar de input van de
Hiermee bepaalt u of de variation effects stage functioneert als een insertie effect (“INS”) of als een
systeem effect (“SYS”). Zie de diagrammen en uitleg
op pag. 86 en 87 voor het verschil tussen deze verschillende manieren van aansluiten (de zgn. verschillende "connection modes").
Effecten & het Editten van Effecten
93
Page 95
De Distortion Parameters
Distortion is een prima manier om een geluid drastisch te wijzigen — alhoewel subtiele distortion instellingen verbazingwekkende delicate variaties teweeg kunnen brengen.
Hiermee selecteert u het distortion type, of “THRU”
als u geen distortion effect nodig hebt. Zie het aparte
engelstalige “List Book” voor een korte uitleg van de
verschillende distortion types.
Type-Specific Distortion Parameters
• Zie het aparte engelstalige “List Book”
De verschillende distortion types, te selecteren met
de “Type” parameter, hierboven, bevatten verschillende parameters die het daadwerkelijke distortion
geluid bepalen. Zie het aparte engelstalige “List Book”
voor meer informatie over de individuele parameters
van de verschillende distortion types.
AT DstCtrl
• Aftertouch Distortion Control (besturing)
• Instellingen: -64 … +63
mate de effect parameter wordt beïnvloedt door aftertouch
pressure. Als bijvoorbeeld het OVERDRIVE effect is
geselecteerd, bestuurt aftertouch de “Drive” parameter .
In dit geval zorgen hogere positieve “AT DstCtrl” waarden er voor dat als de aftertouch pressure toeneemt de
drive waarde toeneemt, terwijl hogere negatieve waarden er voor zorgen dat als de aftertouch pressure toeneemt de drive waarde afneemt. Als deze parameter op
“+00” staat heeft aftertouch geen effect.
AC1DstCtrl
• Assignable Controller 1 Distortion Control
• Instellingen: -64 … +63
Als u met de Assignable (vrij toewijsbare) Controller
het variation effect aanstuurt kunt u de geselecteerde
distortion ef fect parameters realtime aansturen (zie pag.
54). De parameter die kan worden bestuurd is per
distortion effect type ingeprogrammeerd (zie het aparte
engelstalige “List Book”). De “AC1Dst Ctrl” parameter
bepaalt in welke mate de effect parameter wordt beïnvloedt door de controller. Als bijvoorbeeld het OVERDRIVE effect is geselecteerd, bestuurd de controller de
“Drive” parameter. In dit geval zorgen hogere positieve
“AC1DstCtrl” waarden er voor dat als de controller waarden toenemen de drive waarde toeneemt, terwijl hogere
negatieve waarden er voor zorgen dat als de controller
waarden toenemen de drive waarde afneemt. Als deze
parameter op “+00” staat heeft de Assignable (vrij toewijsbare) controller 1 geen effect.
Door het distortion effect te laten besturen door
aftertouch, kunt u via aftertouch pressure van het toetsenbord de geselecteerde effect parameters van de
distortion in realtime aansturen. De parameter die kan
worden bestuurd is per distortion effect type vast
ingeprogrammeerd (zie het aparte engelstalige “List
Book”). De “AT DstCtrl” parameter bepaalt in welke
94
Effecten & het Editten van Effecten
Dist Part
• Distortion Part
• Instellingen: off, on
Zet de distortion effect stage “aan” of “uit”.
Page 96
Breath Instelling
Bij De Breath Instelling vinden we een aantal parameters die bepalen hoe de
VL70-m reageert op breath control van een breath controller, een Yamaha WXWind MIDI controller, of MIDI.
Naar de Breath Parameters Gaan & Editten
U krijgt op de volgende manier vanuit de PLAY mode toegang tot de BREATH
parameters om deze te editten:
1. Druk op [BREATH]
Druk op de [BREATH] knop om naar de Breath Instelling te gaan.
2. Selecteer een Parameter
Selecteer met de SELECT [<] en [>] knoppen de parameter die u wilt editten
(zie “De Breath Parameters”, hierna). De naam van de huidig geselecteerde
parameter en zijn huidige instelling verschijnt in de bovenste regel van de
display, terwijl de huidige instelling van de parameter verschijnt op de tweede
regel. Een pijl links en/of rechts van de parameter naam geeft aan u met de
SELECT [<] en/of [>] knoppen nog meer parameters kunt selecteren in de
aangegeven richting.
3. Edit de Geselecteerde Parameter
Stel met de VALUE [-] en [+] knoppen naar wens de waarde in van de
geselecteerde parameter.
4. Herhaal Dit Indien Noodzakelijk
Herhaal stappen 2 en 3 om alle parameters te editten die u wilt.
5. Exit Als U Klaar Bent
Druk op [EXIT] of op de [PLAY] knop om terug te keren naar de PLAY mode
als u klaar bent met editten.
95Breath Instellingen
Page 97
De Breath Parameters
Breath Mode
• Instellingen: BC/WX, Velocity, Touch EG
Hiermee stelt u de control source (lett. "besturingsbron") in die moet worden gebruikt voor het aansturen van “breath”. Deze parameter moet op “BC/WX”
gezet worden als u gebruikt maakt van een breath
controller of Y amaha WX-Wind MIDI Controller (pag.
18). Staat deze op “Velocity”, wordt breath bestuurd
door aanslaggevoeligheid op het toetsenbord. Als
“Touch EG” is geselecteerd wordt breath bestuurd
door een combinatie van aanslaggevoeligheid en
aftertouch. Aanslaggevoeligheid stelt het eerste breath
niveau in, en aftertouch bepaalt vervolgens de vorm
van de opvolgende breath envelope.
•De ikoon van de “Breath Mode”, “Breath Control”
en “Breath Setting Lock” parameters geven aan
welke “Breath Mode” parameter instellingen zijn
geselecteerd.
Breath Control (besturing)
• Settings: BC, Exp
Breath Curve
• Instellingen: -16 … +16
Bepaalt de verhouding tussen breath control data die
wordt ontvangen van een breath controller, WX-W ind
MIDI Controller of via de MIDI IN connector, en de
daadwerkelijk toegepaste hoeveelheid breath variatie. Negatieve instellingen resulteren in een grote
breath variatie als er een relatief kleine hoeveelheid
breath wordt uitgestuurd door de controller, terwijl
positieve instellingen een groter bereik van input
breath control waarden vereisen om dezelfde hoeveelheid breath variatie te produceren. De grafiek
onder in de display geeft deze verhouding weer: de
horizontale as geeft input breath pressure weer en de
vertikale as geeft de daadwerkelijke breath variatie
weer.
Breath Setting Lock (lett. "instelling slot")
• off, on
Hier kunt het MIDI control change nummer selecteren dat moet worden gebruikt voor breath control als
u breath control wilt aansturen met een breath
controller, WX-W ind MIDI Controller of via de VL70m MIDI IN aansluiting. Als “BC” is geselecteerd
wordt control change nummer “02” (breath control)
gebruikt voor breath control. Als “Exp” is geselecteerd wordt control change nummer “11” (expression)
gebruikt voor breath control. Deze instelling beïnvloedt bovendien zowel MIDI en HOST output van
de VL70-m.
96
Breath Instellingen
Als deze op “off” staat, wordt de VL70-m “Breath
Mode” parameter (hierboven) automatisch op “BC/
WX” gezet zodra er een MIDI “XG SYSTEM ON”
of “VOICE MODE ON” gegeven wordt ontvangen.
Daarbij wordt de “Breath Control” parameter (hierboven) meteen op “BC” gezet en de “Breath Curve”
parameter (ook hierboven) op +00" gezet. Zet deze
parameter op “on” als u geen MIDI gegevens
(messages) wilt ontvangen om de breath instellingen
te beïnvloeden.
Page 98
De Utility Mode
In de UTILITY mode vind u een aantal parameters voor de algemene bediening
van de VL70-m, en een aantal functies die bijdragen aan het flexibel maken van het
systeem. Selecteer het UTILITY sub-mode menu vanuit de PLAY mode door op de
[UTILITY] knop te drukken. Er zijn vier sub-modes beschikbaar:
SYSTEM
DUMPOUT
INITIAL
DEMO
De SYSTEM sub-mode bevat parameters voor de algemene
bediening van de VL70-m. Pag. 98.
Met de Dump Out functie kan de VL70-m setup en system
exclusive data versturen naar een tweede VL70-m of een extern
MIDI opslagmedium zoals een Yamaha MDF2 MIDI Data Filer via
de MIDI OUT of TO HOST aansluiting. Pag. 100.
De VL70-m Initialize functie bevat twee sub-modes — “Factory
Set” en “System Initialize”. “Factory Set” initializatie brengt alle
VL70-m data naar de fabrieksinstellingen)… inclusief alle Custom
en Interne voices. “System Initialize” roept ook alle systeem
setup parameters terug (pag. 98) in hun standaard instellingen.
Pag. 102.
De “demonstratie” functie demonstreert een aantal VL70-m
voices en mogelijkheden. De DEMO functie wordt beschreven in
detail op pag. 24.
De Utility Mode
97
Page 99
De Systeem Parameters
In de UTILITY SYSTEM sub-mode zitten de parameters die met de algemene bediening van de VL70m te maken hebben.
M.Tune
• Master Tuning (algemene stemming)
• Instellingen: -102.4c … +102.3c
Hiermee kunt u de VL70-m stemmen in stappen van
0.1-cent (een “cent” is 1/100ste halve noot). De maxi-
mum min en plus instellingen stemmen iets meer dan
één halve toon omhoog of omlaag. De instelling
"+000.0" heeft geen toonhoogte wijziging ten gevolg.
RcvSysExcl
• System Exclusive Receive (SE ontvangen)
• Instellingen: off, on
WX Lip
• WX Lip Mode
• Instellingen: Norm, Expd
WX-Wind MIDI Controllers produceren pitch bend
data die loopt van “-16” tot “+32” in respons op lip
(riet) pressure. De “WX Lip” parameter bepaalt
whether deze waarden gebruikt worden zoals ze ontvangen worden (“Norm”), of worden geëxpandeerd
tot een volledige “-64” t/m “+63” bereik (“Expd”).
Als de “Expd” mode is geselecteerd, wordt de
geëxpandeerde pitch bend data ook verstuurd via de
MIDI OUT en TO HOST connector. We raden de
“Expd” instelling aan als u gebruik maakt van een
WX controller in de “tight lip” mode. We raden de
“Norm” instelling aan als u gebruik maakt van een
WX controller in de “loose lip” mode.
Met deze parameter kunt u bepalen of de VL70-m
wel of niet MIDI system exclusive gegevens ontvangt. System exclusive data wordt ontvangen als
deze parameter op “on” staat, en genegeerd als deze
parameter op “off” staat.
TransmitCH
• MIDI Transmit Channel (stuurkanaal)
• Instellingen: 1 … 16
Hiermee kunt u het MIDI kanaal selecteren waarover
data verstuurd wordt die correspondeert met handelingen die verricht worden met een breath controller
die is aangesloten op de VL70-m.
98
De Utility Mode
WX LipLock
• WX Lip Lock (lett. "lip slot")
• Instellingen: off, on
Als deze parameter op “off” staat wordt de VL70-m
“WX Lip” parameter (zie hierboven) automatisch op
“Norm” gezet zodra er een MIDI “XG SYSTEM
ON” of “VOICE MODE ON” gegeven wordt ontvangen. Zet deze parameter op “on” als u niet wilt
dat MIDI gegevens de “WX Lip” instelling beïnvloeden.
Page 100
Contrast
• Display Contrast
• Instellingen: 1 … 8
Hiermee kunt u de contrast van de VL70-m display
instellen, zodat deze optimaal zichtbaar is. De beste
instelling hangt af van de hoek waarin u naar de
display kijkt en de lampen die u gebruikt in uw
ruimte. De instelling “1” produceert de hoogste contrast, terwijl de instelling “8” produceert de “zwakste” contrast produceert.
DumpIntrval
• MIDI Bulk Dump Interval ("pauze")
• Instellingen: 50, 100, 150, 200, 300
OUT aansluiting. Selecteer het kanaal dat weggefilterd
moet worden, of selecteer “Thru” waardoor alle data
doorgestuurd wordt.
•Als de VL-XG sound module mode is geselecteerd en er wordt een program change nummer ontvangen die correspondeert met een VL70-m voice,
wordt de “NoteFilter” parameter automatisch op het
kanaal gezet waarop het program change nummer
werd ontvangen. Dit gebeurt niet in de VOICE sound
module mode.
•Als het ontvangst kanaal van de VL70-m MIDI
wordt gewijzigd via de paneel knoppen (pag. 34 en
38), wordt de “NoteFilter” parameter automatisch op
hetzelfde kanaal gezet, als deze oorspronkelijk op 01
… 16 stond, maar niet als deze op “Thru” stond. Dit
treedt niet op als het MIDI ontvangst kanaal wordt
gewijzigd via een MIDI system exclusive gegeven.
Hiermee kunt u de lengte instellen van de tussenpozen die moeten worden ingelast tussen data blocks
tijdens een “Dump Out” handeling (pag. 100). De
vereiste interval hangt af van het ontvangende MIDI
apparaat. De instellingen zijn in milliseconden: 50
milliseconden, 100 milliseconden, enz. Probeer deze
parameter af te stellen als het ontvangende MIDI
apparaat een foutmelding geeft tijdens het ontvangen
van een bulk dump van de VL70-m.
NoteFilter
• MIDI Note Filter
• Instellingen: ch01 … ch16, Thru
Met deze parameter kunt u voorkomen dat MIDI
note on/off gegevens die ontvangen worden op het
gespecificeerde kanaal worden doorgestuurd MIDI
De Utility Mode
99
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.