Yamaha RX-V1800 User Manual [nl]

RX-V1800
AV Receiver Ampli-tuner audio-vidéo
G
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
GEBRUIKSAANWIJZING
ИНСТРУКЦИЯ ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.

Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u AMASTER ON/
OFF in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF
stand om dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt:
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met AMASTER ON/OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Dit symbool stemt overeen met de EU-richtlijn 2002/96/EC.
Dit symbool betekent dat elektrische en elektronische apparaten aan het einde van hun levensduur moeten worden aangeboden voor gescheiden afvalverzameling. Leef de plaatselijke voorschriften na en bied uw oude producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Nl

Inhoud

INLEIDING
Kennisgeving ........................................................... 2
Kenmerken.............................................................. 3
Meegeleverde accessoires.......................................... 4
Van start .................................................................. 5
Snelstartgids ............................................................ 6
VOORBEREIDINGEN
Verbindingen......................................................... 12
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen
aan uw kamer.................................................... 37
Gebruiken van het AUTO SETUP .......................... 37
BASISBEDIENING
Weergave............................................................... 42
Basisprocedure......................................................... 42
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT).............................................. 43
Selecteren van de MULTI CH INPUT component
Gebruiken van een hoofdtelefoon............................ 43
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave Tonen van informatie over de signaalbron
(SIGNAL INFO) ................................................. 44
Weergeven van videomateriaal als achtergrond
bij audiomateriaal ................................................ 45
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 45
........ 43
............. 44
Geluidsveldprogramma’s.................................... 46
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 46
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ................ 46
Luisteren naar onbewerkte weergave ...................... 51
Gebruiken van audiofuncties............................... 52
Luisteren naar pure hi-fi weergave .......................... 52
Toonregeling............................................................ 52
Instellen luidsprekerniveaus .................................... 53
Luisteren naar multikanaals materiaal met
2-kanaals stereoweergave.................................... 53
FM/AM afstemmen .............................................. 54
Automatisch afstemmen .......................................... 54
Handmatig afstemmen ............................................. 54
Automatisch voorprogrammeren ............................. 55
Handmatig voorprogrammeren................................ 55
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 56
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 57
Radio Data Systeem ontvangst
(Alleen modellen voor Europa) ....................... 58
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 58
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie) ................. 59
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van
het gebruik van andere netwerken (Enhanced
Other Networks; EON)........................................ 60
Gebruiken van een iPod™ ................................... 61
Bedienen van een iPod™......................................... 61
Opnemen ............................................................... 63
GEAVANCEERDE BEDIENING
Geavanceerde geluidsinstellingen........................64
Veranderen van geluidsveldparameter instellingen
Selecteren van decoders........................................... 69
.......... 64
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren
(MANUAL SETUP) ..........................................72
Gebruiken van het SET MENU ............................... 76
1 BASIC MENU...................................................... 77
2 VOLUME MENU ................................................ 81
3 SOUND MENU.................................................... 82
4 INPUT MENU...................................................... 85
5 OPTION MENU................................................... 88
Opslaan en weer oproepen van de
systeeminstellingen (SYSTEM MEMORY)....93
Opslaan van de huidige systeeminstellingen ...........93
Laden van opgeslagen systeeminstellingen............. 94
Gebruiksvoorbeelden............................................... 95
Afstandsbedieningsfuncties ..................................97
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten ....................................................... 97
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 99
Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen .......................................... 101
Wijzigen van namen zoals die in het
uitleesvenster verschijnen.................................. 102
Macro programmeerfuncties.................................. 103
Instellingen wissen ................................................ 106
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
Bedienen van Zone 2 of Zone 3............................. 109
........108
........... 108
Geavanceerde setup ............................................113
Gebruiken van het uitgebreide instelmenu ............ 113
AANVULLENDE INFORMATIE
Oplossen van problemen.....................................117
Resetten van het systeem ....................................124
Woordenlijst ........................................................125
Geluidsveldprogramma informatie ...................129
Parametrische equalizer informatie ..................130
Technische gegevens............................................131
Index.....................................................................133
APPENDIX (AANHANGSEL)
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel.....................................................................i
Afstandsbediening .................................................. ii
Geluidsweergave in elk van de
geluidsveldprogramma’s .................................. iii
Lijst met afstandsbedieningscodes.........................v
“AMASTER ON/OFF aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen.
” of “1DVD
” (voorbeeld) geeft de naam
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
APPENDIX
Nederlands
1 Nl

KENNISGEVING

Kennisgeving
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
•“AMASTER ON/OFF” of “1DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen.
•Het “☞ ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de bijbehorende bladzijde(n) aan.
• De vormen van de op de illustraties in deze handleiding getoonde onderdelen (bijv. luidsprekeraansluitingen, in-/ uitgangsaansluitingen, netstroomaansluitingen enz.) kunnen verschillen, afhankelijk van het model in kwestie.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers: 5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,226,616;6,487,535 & andere V.S. en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven & aangevraagd. DTS is een gedeponeerd handelsmerk en de DTS logo’s, symbolen, DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
TM
iPod
“iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION.
2 Nl

Kenmerken

KENMERKEN
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω) Voor: 130 W + 130 W Midden: 130 W Surround: 130 W + 130 W Surround Achter: 130 W + 130 W
Geluidsveldprogramma’s
Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van geluidsvelden
Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen (die kunnen voorkomen bij MP3) tot het hoogwaardige multikanaals weergave
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Digitale audiodecoders
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus decoder
DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio
decoder
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/
Dolby Pro Logic IIx decoder
DTS NEO:6 decoder
Verfijnde FM/AM tuner
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa)
HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition video en multikanaals digitale audio gebaseerd op HDMI versie 1.3a
Automatische audio- en videosynchronisatie (‘lip sync’) informatiemogelijkheid
Geschikt voor de overdracht van Deep Color videosignalen (30/36 bits)
Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de verwerking van videosignalen met hoge resolutie
Geschikt voor de verwerking van digitale audiosignalen met een hoge definitie
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component video HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video van 480i (NTSC)/576i (PAL) of 480p/576p naar 720p, 1080i of 1080p
iPod™ bediening mogelijk
DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini
Overige kenmerken
YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor automatische instelling van de luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel
optimaal kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen
Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i (NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
Adaptieve regeling van het DSP effectniveau
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Leer- en Macrofuncties
ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk
Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS
SYSTEM MEMORY functie voor het opslaan en oproepen van meerdere systeeminstellingen
Slaaptimer
INLEIDING
Nederlands
3 Nl
Kenmerken

Meegeleverde accessoires

Controleer of u alle volgende accessoires inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
TUNER CD CD-R
DTV/CBL VCRDVR
+
TV VOL
TV MUTE
LEVEL
TITLE
BAND
A/B/C/D/E
RETURN
1
CLASSICAL LIVE/CLUB
5
9
FREQ/TEXT EON MODE – PTY SEEK – START
REC
DISC SKIP
OFF
ON
DVD BD/HD DVD PHONOMD/TAPE
+
CH
TV INPUT
PRESET/CH
ENTER
SYSTEM MEMORY
2
6
ENHANCERSTEREO
0
MACRO
LEARN
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
SUR. DECODE
+
VOLUME
3
7
10
SLEEPAUDIO SEL
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
SELECT
AMP
+
SOURCE
TV
MUTE
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
4
MOVIE
8
ENT
CLEAR
RENAME
luidspreker-aansluitingen
Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
(behalve modellen voor Europa)
POWER
STANDBY
CD
TUNER
CD-R
MD/TAPE DVD BD/HD DVD
DTV/CBL
PRESET
A/B/C/D/E
ID1
ID2
PHONO
V-AUX/DOCK
VCR
DVR
VOLUME
MUTE
ZONE 3
ZONE 2
Netsnoeren
(Twee bij modellen voor Azië)
Batterijen (6)
(AAA, R03, UM-4)
(behalve modellen voor Europa)
Batterijen (4)
Batterijen (4)
(AAA, R03, UM-4)
(AAA, R03, UM-4)
(Modellen voor Europa)
(Modellen voor Europa)
Optimalisatie-microfoonSleutel voor de
FM binnenantenne
AM ringantenne
Opmerking
De uitvoering van de meegeleverde accessoires hangt mede af van het model in kwestie.
4 Nl

Van start

1
3
2
VAN START
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen
(AAA, R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Inzetten van batterijen in de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening (behalve modellen voor Europa)
1
3
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. – de zendindicator (O) knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren.
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
Let op
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren. Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier. De voltages zijn als volgt: 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
INLEIDING
2
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen
(AAA, R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
VOLTAGE
SELECTOR
230­240V
Aanduiding voltage
Nederlands
5 Nl

SNELSTARTGIDS

Snelstartgids
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen thuisbioscoop.
Rechter voor-
Beeldscherm
Linker voor­luidspreker
Midden-
luidspreker
DVD-speler
luidspreker
Linker surround-
luidspreker
Subwoofer
Linker surround
achter-luidspreker
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
Rechter surround-
luidspreker
Rechter surround
achter-
luidspreker
P. 7

Voorbereiding: Controleer de onderdelen

Bij de onderstaande stappen heeft u de volgende meegeleverde accessoires nodig.
AM ringantenneFM binnenantenneNetsnoer
De volgende onderdelen worden niet meegeleverd in de verpakking van dit toestel.
Luidsprekers
Voor-luidspreker ................................ x 2
Midden-luidspreker ............................ x 1
Surround-luidspreker ........................ x 4
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers. Minimaal heeft u in ieder geval twee voor­luidsprekers nodig. Hieronder staan de andere luidsprekers gerangschikt op volgorde van belangrijkheid:
1. Twee surround-luidsprekers
2. Eén midden-luidspreker
3. Eén (of twee) surround achter-luidspreker(s)
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
P. 8
Stap 3: Schakel de stroom in en
begin de weergave
P. 10
Geniet van uw DVD’s!
Actieve subwoofer ................................. x 1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met eigen versterking) met een RCA (tulpstekker) ingangsaansluiting.
Luidsprekerkabel ................................... x 7
Subwooferkabel ..................................... x 1
Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp) stekker.
DVD-speler .............................................. x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting en met een composiet video uitgangsaansluiting.
Beeldscherm............................................ x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met een composiet video ingangsaansluiting.
Videokabel .............................................. x 2
Kies RCA (tulpstekker) composiet videokabels.
Coaxiaal digitale audiokabel ................. x 1
6 Nl
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
Snelstartgids
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Voor-luidsprekers en midden-luidspreker
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit toestel.
HDMI
HD DVD
MONITOR OUT
IN4
PBP
DVR
P
IN3
DTV/ CBL
IN2
DVD
IN1
BD/
OUT
COMPONENT VIDEO
BD/HD DVD
DVD
DTV/CBL
A B C
Y
Y
B
IN
(PLAY)
P
R
R
REMOTE
GND
DOCK
MD/
TAPE
OUT
IN
CENTER
PHONO
L
R
FRONT(6CH)
CD
CD-R
IN(PLAY)
OUT(REC)
SUB
WOOFER
SB(8CH)
AUDIO
MULTI CH INPUT
DVD
CD
DVR
321
VIDEO
DVD
BD/HD DVD
OUT
(REC)
L
R
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
DIGITAL INPUT
COAXIAL
CD
4
2
1
TRIGGER OUT
FRONT
BD/ HD DVD
DTV/CBL
SURROUND
PRE OUT
65
RS-232C
SINGLE(SB)
SUR.BACK/
PRESENCE
DTV/
DVD CD-R
CBL
DVR
ZONE 2
OUT OUT
ININ
ZONE 3
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
987
VCR
OPTICAL MD/ TAPE
ANTENNA
MONITOR OUT
AM
FM
GND
75 UNBAL.
S VIDEO
VIDEO
SPEAKERS
SP1
L
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
+
SURROUND BACK/
R
+ + +
SURROUND
R
+ +
R
+ +
WRENCH
+
HOLDER
CENTER
L
BI-AMP
SINGLE
SP2
L
ZONE 2/ZONE 3
R
+
L
FRONT
AC IN
AC OUTLETS
L
SUBWOOFER PRE OUT Luidspreker-aansluitingen
1 Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2 Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
Los Inbrengen Vast
Sleutel voor de luidspreker-
Naar de rechter voor-
luidspreker
aansluitingen
Naar de linker voor-
luidspreker
Naar de midden­luidspreker
Surround en surround achter-luidsprekers
INLEIDING
3 Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op dit toestel.
12 3 4
12 3 4
1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als
die van de subwoofer allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
2 Draai de blootliggende draadjes van de
luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
elkaar niet kunnen raken.
4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
nergens contact kunnen maken met metalen onderdelen van dit toestel.
Naar de rechter surround achter­luidspreker
Naar de rechter surround-
luidspreker
Naar de linker surround­luidspreker
surround achter-
4 Verbind de subwooferkabel met de
SUBWOOFER PRE OUT aansluiting van dit toestel en met de ingangsaansluiting van de subwoofer.
AV-receiverSubwoofer
Ingangsaansluiting
Subwooferkabel
SUBWOOFER PRE OUT
Naar de linker
luidspreker
Nederlands
aansluiting
7 Nl
Snelstartgids
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
VIDEO MONITOR OUTDVD VIDEO
HDMI
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
BD/HD DVD
DVD
DTV/CBL
A B C
Y
Y
IN4
PBP
B
IN
P
R
OUT
IN
CD
AUDIO
MD/
TAPE
CENTER
CD-R
IN(PLAY)
OUT(REC)
SUB
WOOFER
DVD
CD
COAXIAL
(PLAY)
MULTI CH INPUT
FRONT(6CH)
SB(8CH)
321
DVR
P
R
IN3
REMOTE
DTV/ CBL
PHONO
GND
IN2
L
DVD
R
IN1
DOCK
BD/
HD DVD
OUT
DVD DIGITAL INPUT
1 Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting van dit toestel.
VIDEO
DVD
BD/HD DVD
OUT
(REC)
L
R
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
DIGITAL INPUT
COAXIAL
CD
DVR
4
2
1
TRIGGER OUT
FRONT
PRE OUT
BD/ HD DVD
DTV/CBL
SURROUND
DVD CD-R
65
RS-232C
VCR
DVR
OUT OUT
ININ
ZONE 2
ZONE 3
SINGLE(SB)
SUR.BACK/
PRESENCE
ZONE OUT DIGITAL OUTPUT
OPTICAL
DTV/
MD/
987
CBL
TAPE
ANTENNA
MONITOR OUT
AM
FM
GND
75 UNBAL.
S VIDEO
VIDEO
SPEAKERS
SP1
L
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
+
SURROUND BACK/
R
+ + +
R
+ +
R
+ +
WRENCH
+
HOLDER
CENTER
L
BI-AMP
SINGLE
SP2
L
SURROUND
ZONE 2/ZONE 3
R
+
L
FRONT
AC IN
AC OUTLETS
L
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van de DVD-speler allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
2 Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw DVD­speler en met de DVD VIDEO aansluiting van dit toestel.
AV-receiver
DVD VIDEO aansluiting
Composiet video
uitgangsaansluiting
DVD-speler
Videokabel
3 Verbind de videokabel met de VIDEO
MONITOR OUT aansluiting van dit toestel en met de video ingangsaansluiting van uw beeldscherm.
Beeldscherm
AV-receiver
DVD-speler
Coaxiaal digitale
uitgangsaansluiting
audio
Coaxiaal digitale
audiokabel
AV-receiver
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting
y
• Wanneer u een component aansluit die alleen voorzien is van een SCART aansluiting, dient u een geschikte converter (adapter) te gebruiken. De verbinding tussen de converter (adapter) en dit toestel hangt af van de signalen waarvoor de converter (adapter) geschikt is. Raadpleeg voor details de handleiding van de converter of adapter in kwestie.
• Dit toestel is niet in staat RGB signalen over te brengen.
Video ingangsaansluiting
Videokabel
VIDEO MONITOR OUT aansluiting
8 Nl
Snelstartgids
4 Sluit de meegeleverde AM ringantenne en de
FM binnenantenne aan op dit toestel.
AM ringantenne
FM binnenantenne
Opmerking
Wat voor soort FM binnenantenne wordt meegeleverd en wat voor FM antenne-aansluiting dit toestel heeft, hangt af van het model.
Aansluiten van de draad van de AM ringantenne
Houd het lipje
ingedrukt
Inbrengen Laat het lipje los
5 Sluit het meegeleverde stroomsnoer aan op
dit toestel en doe vervolgens de stekker hiervan en die van de andere apparatuur in het stopcontact.
y
• Dit toestel is voorzien van AC OUTLET(S) (netstroomaansluiting(en)) via welke andere componenten van stroom kunnen worden voorzien (met uitzondering van modellen voor Korea). Zie bladzijde 32 voor details.
• (Alleen bij de modellen voor Azië) Kies één van de meegeleverde netsnoeren aan de hand van het soort stopcontact op de plek waar u het toestel gaat gebruiken.
Voor andere aansluitingen
• Gebruiken van andere luidsprekercombinaties P. 14
• Aansluiten van een beeldscherm op verschillende
manieren ☞ P. 24
• Aansluiten van een DVD-speler op verschillende
manieren ☞ P. 25
• Aansluiten van een DVD-recorder of digitale
videorecorder ☞ P. 27
• Aansluiten van een ‘set-top box’
(apart aansluitkastje; ontvanger of decoder) ☞ P. 27
• Aansluiten van een CD-speler, een MD-recorder of
een draaitafel ☞ P. 28
INLEIDING
y
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u verbindt met de AM of GND aansluiting.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM ringantenne
• Aansluiten van een externe versterker ☞ P. 29
• Aansluiten van een DVD-speler via een multikanaals
analoge audioverbinding ☞ P. 30
• Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock P. 31
• Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen P. 31
• Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het
voorpaneel ☞ P. 31
• Aansluiten van een FM/AM buitenantenne ☞ P. 32
Algemene informatie over
aansluitingen
• Algemene informatie over aansluitingen en stekkers
P. 20
• Algemene informatie over HDMI ☞ P. 21–22
• Luidsprekerimpedantie instelling ☞ P. 33
Nederlands
9 Nl
Snelstartgids
Stap 3: Schakel de stroom in en
begin de weergave
Controleer wat voor soort luidsprekers er is aangesloten.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6 MIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 33). Als voor-luidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 113).
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk
A
MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, naar de ON (Aan) stand.
4 Begin met het afspelen van de DVD op uw
DVD-speler.
5 Verdraai
regelen.
Wanneer u klaar bent met dit toestel...
Druk op BMAIN ZONE ON/OFF om dit toestel uit (standby) te zetten.
Q
VOLUME om het volume te
3 Verdraai
signaalbron.
y
• Het aanbevolen geluidsveldprogramma is ingesteld voor
elke signaalbron (DVD enz.). U kunt natuurlijk gebruik maken van andere geluidsveldprogramma’s en andere weergavefuncties bij de weergave. Raadpleeg de volgende bladzijden voor details:
• U kunt ook “TUNER” instellen als signaalbron om de
FM/AM radio te kunnen gebruiken. Voor informatie over de FM/AM radio, zie de bladzijden 54 t/m 57.
C
INPUT en stel “DVD” in als
– zie de bladzijden 46 t/m 50 voor het gebruiken van
diverse geluidsveldprogramma’s
– zie bladzijde 51 om de geluidseffecten aan of uit te
zetten
– zie bladzijde 52 voor het gebruiken van de Pure Direct
directe weergavefunctie voor natuurgetrouwe weergave
10 Nl
Wanneer het uit (standby) staat, verbruikt het toestel nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. Om het toestel aan te zetten wanneer het uit (standby) staat, kunt u op BMAIN ZONE ON/ OFF op het voorpaneel (of 8POWER op de afstandsbediening) drukken. Zie bladzijde 33 voor details.
t

Wat wilt u doen met dit toestel?

Snelstartgids
Gebruiken van diverse signaalbronnen
• Basisbediening van dit toestel ☞ P. 42
• Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s ☞ P. 54
• Luisteren naar Radio Data Systeem programma’s P. 58
• Uw iPod gebruiken met dit toestel ☞ P. 61
Gebruiken van diverse
weergavefuncties
• Gebruiken van diverse geluidsveldprogramma’s P. 46
• Gebruiken van de Pure Direct directe
weergavefunctie voor natuurgetrouwe weergave
P. 52
• Regelen van de klankkleur (toon) van de luidsprekers P. 52
• Aanpassen van de geluidsveldprogramma’s ☞ P. 64
Wijzigen van de instellingen van dit
toestel
• Automatisch aanpassen van de
luidsprekerinstellingen aan uw kamer (AUTO SETUP) ☞ P. 37
Handmatig wijzigen van de diverse
instellingen van dit toestel
Instellen van de basis-luidsprekerconfiguratie
• Instellen van de balans van de luidsprekerniveaus
• Instellen van de afstand voor elke luidspreker
• Instellen van de parameters voor het volumeniveau
• Regelen van de toonkleur met behulp van de grafische equalizer ☞ P. 82
• Instellen van de ‘lip sync’ audio-video synchronisatie voor de HDMI aansluiting ☞ P. 84
• Toewijzen van de in-/uitgangsaansluitingen van dit toestel ☞ P. 86
• Instellen van de parameters voor het display op het voorpaneel of het in-beeld display (OSD) ☞ P. 88
• Instellen van de parameters voor de videosignalen
• Beveiligen van de diverse instellingen ☞ P. 90
• Instellen van de parameters voor de ‘multi-zone’ functie ☞ P. 91
P. 77
P. 79
P. 80
P. 81
P. 89
INLEIDING
• Instellen van de afstandsbediening ☞ P. 97
Extra functies
• Tonen van informatie over het huidige ingangssignaal via het in-beeld display (OSD)
P. 44
• Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen van dit toestel (SYSTEM MEMORY) ☞ P. 93
• Gebruiken van een hoofdtelefoon ☞ P. 43
• Dit toestel gelijktijdig gebruiken in meerdere ruimten (multi-zone) ☞ P. 108
• Automatisch uitschakelen van dit toestel ☞ P. 45
Aanpassen van de geavanceerde
instellingen
• Instellen van de impedantie voor de aangesloten luidsprekers ☞ P. 113
• De parameters van dit toestel terugzetten op de standaardinstellingen ☞ P. 116
Nederlands
11 Nl

Achterpaneel

2 314567

Verbindingen

HDMI
HD DVD
IN4
DVR
IN3
DTV/ CBL
IN2
DVD
IN1
BD/
OUT
MONITOR OUT
Y
P
B
P
R
REMOTE
GND
DOCK
COMPONENT VIDEO
PHONO
L
R
BD/HD DVD
A B C
Y
P
B
P
R
OUT
IN
CD
IN(PLAY)
AUDIO
DVD
DTV/CBL
CD-R
OUT(REC)
Naam
VIDEO
DVD
BD/HD DVD
DTV/CBL
OUT
IN
(PLAY)
(REC)
MD/
TAPE
CENTER
SUB
WOOFER
D
CD
FRONT(6CH)
SB(8CH)
MULTI CH INPUT
VD
321
DVR
SURROUND
DIGITAL INPUT
COAXIAL
1
TRIGGER OUT
L
R
0
SURROUND
FRONT
PRE OUT
BD/ HD DVD
SINGLE(SB)
SUR.BACK/
PRESENCE
DVD CD-R
65
RS-232C
CENTER
SUB
WOOFER
CD
4
2
A98B
Bladzijde
1 HDMI aansluitingen 21
2 COMPONENT VIDEO aansluitingen 24 – 27
3 Aansluitingen voor audio-apparatuur 28
REMOTE IN/OUT aansluitingen 31, 108
4 Aansluitingen voor video-apparatuur 24 – 27
5 ANTENNA aansluitingen 32
6 VOLTAGE SELECTOR
32
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
7 AC IN 32
AC OUTLET(S) 32
8 DOCK aansluiting 31
9 DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen 25
B MULTI CH INPUT aansluitingen 30
PRE OUT aansluitingen 29
ZONE OUT aansluitingen 108
Luidspreker-aansluitingen 16
WRENCH HOLDER 18
DVR
DTV/ CBL
OUT OUT
ININ
ZONE 2
ZONE 3
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
MD/
987
TAPE
MONITOR OUT
VCR
S VIDEO
VIDEO
R
+
R
+ + +
R
+ +
R
OPTICAL
+ +
FM
75Ω UNBAL.
SP1
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
SURROUND BACK/
BI-AMP
SURROUND
FRONT
ANTENNA
GND
SINGLE
AM
SPEAKERS
L
WRENCH
+
HOLDER
CENTER
L
SP2
L
ZONE 2/ZONE 3
L
R
+
L
AC OUTLETS
0 TRIGGER OUT aansluitingen
Dit zijn bedieningsaansluitingen voor aangepaste installaties.
A RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent.
AC IN
12 Nl
Verbindingen

Luidsprekers opstellen

Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio.
7.1-kanaals luidsprekeropstelling
Een 7.1-kanaals luidsprekeropstelling wordt ten zeerste aanbevolen voor de weergave van zowel digitale audioformaten met hoge definitie (Dolby TrueHD, DTS-HD Master Audio, enz.) als conventionele audiobronnen met gebruikmaking van geluidsveldprogramma’s. Zie bladzijde 16 voor informatie over de vereiste verbindingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 46 voor details.
VOORBEREIDINGEN
FL
SL
SL
C
30˚
60˚
80˚
SBL
30 cm of meer
SBR
FR
FR
SR
SR
FL
SW
C
SL
SR
SBR
SBL
1,8 m
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers (SBL en SBR)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in bitstroomsignalen en multikanaals PCM geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
13 Nl
Nederlands
Verbindingen
6.1-kanaals luidsprekeropstelling
Zie bladzijde 17 voor meer informatie over deze aansluitingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 15 voor details.
FR
FL
SW
C
SL
FL
C
30˚
SR
SB
1,8 m
FR
5.1-kanaals luidsprekeropstelling
Zie bladzijde 17 voor meer informatie over deze aansluitingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 15 voor details.
FR
FL
SW
C
SL
FL
C
30˚
SR
1,8 m
FR
SL
SL
60˚
80˚
SB
SR
SR
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR) Midden-luidspreker (C) Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR) Subwoofer (SW)
De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 13).
Surround achter-luidspreker (SB)
Verbind een enkele surround-luidspreker met de SURROUND BACK (SINGLE) luidsprekeraansluitingen en plaats de enkele surround achter-luidspreker recht achter de luisterplek. De linker en rechter surround achterkanalen worden gemengd en weergegeven via de enkele surround achter-luidspreker wanneer u “SUR.B L/ R SP” instelt op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 78).
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR) Midden-luidspreker (C) Subwoofer (SW)
De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 13).
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
Verbind de surround-luidsprekers met de SURROUND luidsprekeraansluitingen, ook al plaatst u de surround­luidsprekers direct achter de luisterplek. Voor een gelijkmatig en ononderbroken geluidsveld achter de luisterplek dient u de linker en rechter surround­luidsprekers verder naar achteren te plaatsen in vergelijking met de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling. De signalen voor het surround-achterkanaal zullen naar de linker
SL
SL
60˚
80˚
SR
SR
en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd wanneer “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “NONE” (zie bladzijde 78).
Voor andere luidsprekercombinaties
U kunt luisteren naar multikanaals materiaal met geluidsveldprogramma’s door een andere luidsprekercombinatie te gebruiken dan de 7.1/6.1/5.1-kanaals luidsprekercombinaties. Gebruik de automatische instelfunctie (zie bladzijde 37) of stel de “SPEAKER SET” parameters onder “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 72) zo in dat de surroundsignalen worden weergegeven via de aangesloten luidsprekers.
14 Nl
Verbindingen
Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 46). We raden u aan aanwezigheidsluidsprekers te gebruiken, in het bijzonder voor de CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s. Om aanwezigheidsluidsprekers te kunnen gebruiken, dient u de luidsprekers te verbinden met de SP1 luidsprekeraansluitingen en vervolgens “PRESENCE SP” in te stellen op “YES” (zie bladzijde 78).
0,5 t/m 1 m 0,5 t/m 1 m
PRPL
1,8 m
FL
FR
1,8 m
C
Opmerking
U kunt zowel aanwezigheids- als surround achter-luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Dit toestel schakelt automatisch tussen de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers aan de hand van de ingangssignalen en de geselecteerde geluidsveldprogramma’s. Via de “PRIORITY” parameter in de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 79) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
VOORBEREIDINGEN
15 Nl
Nederlands
Verbindingen

Aansluiten van luidsprekers

Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Let op
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 33).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6Ω MIN” instellen voor u dit toestel in gebruik
• neemt (zie bladzijde 33). Als voor-luidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 113).
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
• U kunt de SP1 aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 108).
• U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Dit toestel schakelt automatisch tussen de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers aan de hand van de ingangssignalen en de geselecteerde geluidsveldprogramma’s. Via de “PRIORITY” parameter in de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 79) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
Voor de 7.1-kanaals luidsprekerinstelling
Subwoofer
Surround achter-luidsprekers
Links
SUB
WOOFER
Rechts
Rechts
PRE OUT
Links
Surround-luidsprekers
Aanwezigheidsluidsprekers
Rechts
Links
Midden-luidspreker
SPEAKERS
SP1
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
+
SURROUND BACK/
R
+ + +
R
+ +
R
+ +
BI-AMP
SURROUND
FRONT
L
+
CENTER
L
SINGLE
SP2
L
ZONE 2/ZONE 3
R
+
L
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers (zie bladzijde 108)
L
16 Nl
Rechts
Links
Voor-luidsprekers
Voor de 6.1-kanaals luidsprekerinstelling
Surround achter-luidspreker
Subwoofer
Aanwezigheidsluidsprekers (zie de bladzijden 15 en 16)
Verbindingen
Midden-luidspreker
SPEAKERS
SP1
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
+
L
+
SUB
WOOFER
PRE OUT
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
Voor de 5.1-kanaals luidsprekerinstelling
Subwoofer
Voor-luidsprekers voor dubbele versterkeraansluitingen (zie bladzijde 19)
Aanwezigheidsluidsprekers (zie de bladzijden 15 en 16)
SINGLE
Links
CENTER
L
SP2
L
ZONE 2/ZONE 3
R
+
L
SURROUND BACK/
R
+ + +
+ +
+ +
BI-AMP
SURROUND
R
FRONT
R
Rechts
Voor-luidsprekers
SPEAKERS
SP1
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
+
L
+
VOORBEREIDINGEN
L
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers (zie bladzijde 108)
Midden-luidspreker
SUB
WOOFER
PRE OUT
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
SURROUND BACK/
R
+ + +
R
+ +
R
+ +
Rechts
BI-AMP
SURROUND
FRONT
Links
CENTER
L
SINGLE
SP2
L
ZONE 2/ZONE 3
L
R
+
L
Voor-luidsprekers
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers (zie bladzijde 108)
Nederlands
17 Nl
Verbindingen
Aansluiten van de luidsprekerkabel
1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
10 mm
5 Haak de luidspreker-aansluitingensleutel
vast aan de WRENCH HOLDER op het achterpaneel van dit toestel wanneer u de sleutel niet gebruikt.
2 Maak de knop los met behulp van de
meegeleverde luidspreker­aansluitingensleutel.
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
Verbinden met de SP2 luidspreker­aansluitingen
Met deze aansluitingen kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers verbinden (zie bladzijde 108).
1 Doe het lipje open.
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
4 Zet de knop en daarmee de draad vast met de
meegeleverde luidspreker­aansluitingensleutel.
18 Nl
3 Doe het lipje weer dicht om de draad vast te
zetten.
Verbindingen
Aansluiten met bananenstekkers (uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa, Azië en Korea)
1 Draai de knop vast met behulp van de
meegeleverde luidspreker­aansluitingensleutel.
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
2 Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
Bananenstekker
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
Let op
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen van uw luidsprekers om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK/BI­AMP luidsprekeraansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u “BI­AMP” in te stellen op “ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 116).
Dit toestel
SURROUND BACK/
R
+
BI-AMP
SINGLE
L
+
VOORBEREIDINGEN
y
U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidspreker­aansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft.
R
+ +
R
++
SURROUND
FRONT
L
L
LinksRechts
Voor-luidsprekers
Opmerking
Wanneer u conventionele luidsprekeraansluitingen maakt, moet u ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes of -bruggen op de juiste manier op de luidsprekeraansluitingen worden geïnstalleerd. Raadpleeg de handleiding van de luidsprekers in kwestie voor details.
Nederlands
19 Nl
Verbindingen

Informatie over aansluitingen en stekkers

Audio-aansluitingen en stekkers
AUDIO
L
L
Linker en rechter
audiostekkers
R
(Rood)(Wit) (Oranje)
R
analoge
DIGITAL
COAXIAL
C
Coaxiaal
digitale
audiostekker
DIGITAL
OPTICAL
O
Optisch
digitale
audiostekker
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio­aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels.
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van maximaal 96 kHz.
Video-aansluitingen en stekkers
VIDEO S VIDEO
(Geel) (Groen) (Blauw) (Rood)
V
Composiet
videostekker
S
S-videostekker Component
COMPONENT VIDEO
Y
Y
B
P
PB
videostekkers
R
P
R
P
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Verbind de video ingangsaansluitingen van dit toestel met de video uitgangsaansluitingen van de signaalbronnen om de audio en videobronnen tegelijk om te kunnen schakelen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels.
y
Dit toestel is uitgerust met een videoconversiefunctie. Zie de bladzijden 23 en 89 voor details.
20 Nl
Verbindingen

Informatie over HDMI™

Dit toestel is uitgerust met vier HDMI ingangsaansluitingen en één HDMI uitgangsaansluiting voor het ontvangen en produceren van digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1, HDMI IN 2, HDMI IN 3, of HDMI IN 4 aansluiting van dit toestel met de HDMI uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI ingangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een TV of een projector). De video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van de geselecteerde signaalbron worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
De HDMI interface van dit toestel is gebaseerd op de volgende standaarden en normen:
• HDMI Versie 1.3a (High-Definition Multimedia Interface Specification Versie 1.3a) gelicenseerd door HDMI Licensing, LLC.
• HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection System) gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
Opmerking
U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 44).
HDMI aansluiting en stekker
Standaard ingangstoewijzing voor HDMI
ingangsaansluitingen
HDMI
HDMI stekker
y
• We raden u aan een in de handel verkrijgbare HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur.
DVI-D
Opmerkingen
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
• De HDMI OUT aansluiting reproduceert alleen de audiosignalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen, zelfs als “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op “OTHER” (zie bladzijde 85).
• Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand kan brengen.
• Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet “VIDEO CONV.” op “ON” via de “MANUAL SETUP” om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 89).
HDMI
ingangsaansluiting
IN1 BD/HD DVD
IN2 DVD
IN3 DTV/CBL
IN4 DVR
Toegewezen signaalbron
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
21 Nl
Verbindingen
HDMI compatibiliteit van signalen met dit toestel
Audiosignalen
Audiosignaaltypen
2-kanaals Lineair PCM
Multikanaals Lineair PCM
DSD 2/5.1-kanaals,
Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video, enz.
Bitstromen (‘High definition’ audio)
Audiosignaal
formaten
2ch, 32-192 kHz, 16/20/24 bit
8-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bits
2,8224 MHz, 1 bit
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio
y
• Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom
audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u de audiobronnen laten weergeven met de audiocommentaren teruggemengd via de volgende aansluitingen: – multikanaals analoge audio ingangssignalen (zie bladzijde 30) – DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL)
• Raadpleeg de bij de signaalbron behorende handleidingen en
stel de apparatuur op de juiste manier in.
Compatibele
media
CD, DVD-Video, DVD-Audio, enz.
DVD-Audio, enz.
SACD, enz.
Blu-ray Disc, HD DVD, enz.
Videosignalen
Dit toestel is compatibel met videosignalen met de volgende resoluties:
Videosignaalformaten
– 480i/576i – 480p/576p – 720p – 1080i – 1080p
Verversingsfrequentie
– 59,94(60)/50 Hz
Dit toestel accepteert ook 30 of 36-bits Deep Color videosignalen.
Opmerkingen
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD­speler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
• Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u
de signaalbron op de juiste manier in te stellen zodat deze de audio bitstroomsignalen onveranderd reproduceert (en niet zelf decodeert). Raadpleeg de bijbehorende handleidingen voor details.
• Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties
(bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het Internet) van Blu-ray Disc of HD DVD. Dit toestel is niet in staat de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD materiaal weer te geven.
22 Nl

Stroomschema audio- en videosignalen

Verbindingen
Stroomschema audiosignalen
UitgangIngang
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
AUDI O
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerkingen
• 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op “OTHER” (zie bladzijde 85).
• De volgende typen audiosignalen kunnen alleen worden ontvangen via de HDMI ingangsaansluitingen: –DSD – Dolby TrueHD – Dolby Digital Plus – DTS-HD Master Audio – DTS-HD High Resolution Audio
Stroomschema videosignalen
UitgangIngang
HDMI
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
Door
Video conversie ON (zie bladzijde 89)
y
U kunt videosignalen laten deïnterliniëren en de resolutie laten omzetten met behulp van de “VIDEO SET” parameters. Zie bladzijde 89 voor details.
Opmerkingen
• Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
• Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen.
• Analoge component videosignalen (alleen met een resolutie van 480i (NTSC)/576i (PAL)) worden omgezet naar S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de VIDEO of S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
• De analoge component videosignalen met een resolutie van 1080p worden alleen gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
• Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de DVR OUT en VCR OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen.
VOORBEREIDINGEN
23 Nl
Nederlands
Verbindingen

Aansluiten van een beeldscherm of projector

Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel.
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn.
y
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “SUPPORT AUDIO” parameter in het “SOUND MENU” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 85).
HDMI
MONITOR OUT
Y
P
B
P
R
COMPONENT VIDEO
VIDEO
Opmerkingen
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/ videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
• Stel “VIDEO CONV.” in het “OPTION MENU” in op “ON” (zie bladzijde 89) om verkorte meldingen en geluidsveldparameters te laten weergeven.
• Het “SET MENU” en de geluidsveldparameters kunnen worden getoond met een grijze achtergrond, afhankelijk van het ontvangen videosignaal en de instellingen bij “DISPLAY SET” (zie bladzijde 88).
• Als het aangesloten beeldscherm geschikt is voor automatische audio en video synchronisatie (automatische ‘lip sync’ functie), zal dit toestel de timing van de audio en video automatisch aanpassen (zie bladzijde 84). Verbind het beeldscherm met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel om om deze functie te kunnen gebruiken.
MONITOR OUT
S VIDEO
VIDEO
24 Nl
OUT
S
Y
PRPB
Component video ingang
HDMI ingang
V
Video ingang
S-video ingang
TV (of projector)
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
Verbindingen

Aansluiten van andere componenten

• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 89) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 24). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
Aansluiten van een Blu-ray Disc of HD DVD-speler
Verbind uw Blu-ray Disc of HD DVD-speler met de HDMI IN 1 aansluiting van dit toestel om volledig gebruik te kunnen maken van de functies van de Blu-ray Disc of HD DVD.
bladzijde 89), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 86).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT OPTICAL als met de DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
• De verkorte weergave van de meldingen wordt niet getoond wanneer er component videosignalen van 480p/576p, 720p, 1080i of 1080p resolutie worden ontvangen.
VOORBEREIDINGEN
HDMI
HD DVD
Blu-ray Disc of HD
BD/HD DVD
L
R
DIGITAL INPUT
DVD-speler
V
S
BD/
5
HD DVD
Video uitgang
VIDEO
Optische uitgang
Audio uitgang
L R
S VIDEO
VIDEO
OPTICAL
O
HDMI uitgang
Component uitgang
S-video uitgang
PRPBY
COMPONENT VIDEO
BD/HD DVD
A
Y
P
B
P
R
IN1
BD/
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
Nederlands
25 Nl
Verbindingen
Aansluiten van een DVD-speler
HDMI uitgang
Coaxiale uitgang
DVD-speler
Optische uitgang
Audio uitgang
Component uitgang
S-video
Video uitgang
uitgang
S VIDEO
VIDEO
L R
O
C
HDMI
COMPONENT VIDEO
DVD
B
Y
P
B
P
R
IN2
DVD
PRPBY
VD
D
2
S
L
R
DIGITAL INPUT
COAXIAL
V
VIDEO
DVD
DVD
6
OPTICAL
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
26 Nl
Verbindingen
Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
Opmerking
* Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR aansluitingen (S VIDEO IN,
VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR aansluitingen, met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting.
HDMI
IN4
DVR
Coaxiale uitgang
HDMI uitgang
C
L
R
DIGITAL INPUT
COAXIAL
3
DVR
S-video uitgang
S
V
Video uitgang
VIDEO
R
L
DVR
OUT OUT
DVR
IN
Audio uitgang
VCR
ININ
S VIDEO
VIDEO
OUT
Video ingang
S-video ingang
S
Audio ingang
R
V
L
DVD-recorder, PVR of videorecorder
Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
Satellietontvanger, kabel-
tv ontvanger of HDTV-
HDMI uitgang
Component uitgang
decoder
Optische uitgang
*
VOORBEREIDINGEN
Video uitgang
S-video uitgang
PRPBY
HDMI
COMPONENT VIDEO
Y
P
B
P
IN3
DTV/ CBL
R
DTV/CBL
C
L
R
DTV/CBL
VIDEO
V
S
S VIDEO
VIDEO
L R
Audio uitgang
O
Nederlands
DIGITAL INPUT
DTV/
7
CBL
OPTICAL
27 Nl
Verbindingen
Aansluiten van audiocomponenten
Opmerkingen
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
• De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
• Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT OPTICAL als met de DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Audio uitgang
L
R
Audio ingang
L
R
OUT
IN
(PLAY)
(REC)
MD/
TAPE
PHONO
GND
CD
AUDIO
IN(PLAY)
CD-R
OUT(REC)
CD
1
L
R
DIGITAL INPUT
COAXIAL
L
R
CD
4
CD-recorder
DIGITAL OUTPUT
CD-R
98
OPTICAL MD/ TAPE
Optische ingang
O
28 Nl
Optische uitgang
Audio uitgang
L RL RL RL R
Aarde
Audio uitgang
Audio uitgang
Coaxiale uitgang
C
Draaitafel CD-speler MD-recorder of
cassettedeck
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
Audio ingang
Optische ingang
OO
Loading...
+ 121 hidden pages