LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal
vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Aansluiten van luidsprekers .................................... 14
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
Informatie over aansluitingen en stekkers ..............18
Informatie over HDMI ............................................ 19
Stroomschema audio- en videosignalen ................. 20
Aansluiten van een beeldscherm of projector ......... 21
Aansluiten van andere componenten ...................... 22
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 28
Aansluiten van het netsnoer .................................... 29
Instellen van de luidspreker-impedantie .................30
Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 31
....... 17
AUTO SETUP ...................................................... 32
Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 32
GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
• LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
1 Nl
Page 4
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω)
Voor: 130 W + 130 W
Midden: 130 W
Surround: 130 W + 130 W
Surround Achter: 130 W + 130 W
Geluidsveldprogramma’s
◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van
geluidsvelden
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
◆ Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor het
V.K . en E ur op a)
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale
audio gebaseerd op HDMI versie 1.2a
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI
digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component
video → HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
iPod bediening mogelijk
◆ DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod
nano en iPod mini
Overige kenmerken
◆ YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer)
voor automatische instelling van de luidsprekers
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
◆ 6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
◆ Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i
(NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p
◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
◆ Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
◆ Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een
hoogwaardige stereo-installatie
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Leer- en Macrofuncties
◆ ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk
◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS
◆ Slaaptimer
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
“DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright
1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
®
iPod
“iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.,
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
2 Nl
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
Page 5
VAN START
VAN START
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
A/B/C/D/E
PHONO
V-AUX/DOCK
TV VOL
TV MUTE
LEVEL
TITLE
B
RETURN
CLASSICAL
STEREO
FREQ/TEXT
DISC SKIP
OFF
TV
DTV
+
–
D
N
A
1
5
9
REC
ON
TUNER CD
CBL/SAT
VCR 1
+
CH
TV INPUT
PRESET/CH
ENTER
LIVE/CLUB
2
SUR. DECODE
6
0
EON
MACRO
AUDIO SEL
MD/TAPE
DVR/VCR 2
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
SELECT
NIGHT
+
MODE PTY SEEK
LEARN
VOLUME
3
7
10
SLEEP
MULTI CH IN
CD-R
DVD
SELECT
AMP
+
SOURCE
TV
––
MUTE
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
MOVIE
4
EXTD SUR.
8
ENHANCER
ENT
START
CLEAR
RENAME
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
(behalve modellen voor Europa)
TUNER
CD
CD-R
DTV
CBL/SAT
MD/TAPE
DVD
VCR 1
DVR/VCR 2
PRESET
VOLUME
A/B/C/D/E
ID1
ID2
INLEIDING
Batterijen (6)
(AAA, R03, UM-4)
POWER
STANDBY
PHONO
V-AUX/DOCK
MUTE
ZONE 3
ZONE 2
Netsnoer
Optimalisatie-microfoonSleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
(Modellen voor de V.S., Canada, China, Azië,
FM binnenantenne
Korea en Algemene modellen)
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa, het V.K.
en Australië)
AM ringantenne
Over deze handleiding
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de
naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als
gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Nederlands
3 Nl
Page 6
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
• AM/FM radio ...................... zie bladzijde 54
32BA09
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
PROGRAM
ON
OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
MASTER
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 31).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 31).
Opmerkingen
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 INPUT keuzeknop
Selecteert de gewenste signaalbron (zie bladzijde 38).
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
YPAO
OPTIMIZER
MIC
PRESET/TUNING
SILENT CINEMA
PHONES
876541
PURE DIRECT
VOLUME
MEMORY
MULTI ZONE
S VIDEO
PRESET/
TUNING
VIDEO
EDIT
VIDEO AUX
FM/AM
ZONE 2
ZONE ON/OFF
L
AUDIO
MAN'L/AUTO FM
ZONE 3
R
TUNING
MODE
ZONE CONTROLS
OPTICAL
ENHANCER
NIGHT
GFEDC
4 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40).
5 TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voorkanalen, samen met PROGRAM (zie
bladzijde 50).
6 STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 49).
4 Nl
Page 7
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7 MULTI ZONE toetsen
ZONE 2 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of
uit (standby) zetten.
Zie bladzijde 107 voor details.
ZONE 3 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of
uit (standby) zetten.
Zie bladzijde 107 voor details.
Opmerking
Deze toetsen werken alleen wanneer MASTER ON/OFF
naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE CONTROLS
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3. Zie
bladzijde 107 voor details.
y
Nadat u op ZONE CONTROLS heeft gedrukt, zal de
indicator voor de op dit moment geselecteerde zone
ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het
voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de
indicator aan het knipperen is.
8 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 10).
9 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 52).
0 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie
bladzijde 9).
A NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 53).
B PURE DIRECT
Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 50).
C PROGRAM keuzeknop
• Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie
bladzijde 44).
• Hiermee kunt u de weergave van de lage/hoge tonen
regelen samen met TONE CONTROL (zie
bladzijde 50).
D OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon
aansluiten voor gebruik met de “AUTO SETUP” functie
(zie bladzijde 32).
EPHONES aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 41).
F VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe
signaalbron zoals een spelcomputer of videocamera
aansluiten (zie bladzijde 27).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
Opmerking
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
G VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
■ Open en dicht doen van de klep in het
voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
INLEIDING
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te
openen.
5 Nl
Nederlands
Page 8
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
■ Functies en bedieningsorganen van de afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
• AM/FM radio ................................... zie bladzijde 54
• TV bediening ................................... zie bladzijde 94
Bedienen van andere componenten
•
•
Bedienen van optionele componenten ... zie bladzijde 96
....... zie bladzijde 95
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
A
POWER
TV
PHONO
V-AUX/DOCK
DTV
+
TV VOL
–
TV MUTE
LEVEL
TITLE
A
B
A/B/C/D/E
RETURN
CLASSICAL
1
STEREO
5
9
FREQ/TEXT
REC
DISC SKIP
OFF
ND
ON
POWER
AV
TUNERCD
CBL/SAT
VCR 1
+
CH
TV INPUT
PRESET/CH
ENTER
LIVE/CLUB
2
SUR. DECODE
6
0
EON
LEARN
MACRO
STANDBY
AUDIO SEL
MD/TAPE
DVR/VCR 2
+
VOLU ME
––
MUTE
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
3
SELECT
7
NIGHT
+
10
MODE PTY SEEK
CLEAR
POWER
SLEEP
MULTI CH IN
CD-R
DVD
SELECT
AMP
SOURCE
TV
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
MOVIE
4
EXTD SUR.
8
ENHANCER
ENT
START
RENAME
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
t
U
Opmerking
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de
grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de
keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie. Zet de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen (zie
bladzijde 9).
2 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
y
De naam van de geselecteerde signaalbron verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening om aan te geven welk
toestel er op dat moment bediend wordt.
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u
kunt bedienen.
5 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 51).
6 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER
Hiermee kunt u de parameters van de
geluidsveldprogramma’s of de “SET MENU” parameters
selecteren en instellen.
7 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij
instellingen via het “SET MENU”.
8 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie
bladzijde 44).
9 SUR. DECODE
Hiermee stelt u decoders in werking om 2-kanaals
materiaal met surroundweergave weer te geven (zie
bladzijde 73).
6 Nl
Page 9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
0 MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie bladzijde 100).
A MACRO
Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets
programmeren (zie bladzijde 100).
B STANDBY
Hiermee zet u de hoofdzone uit (standby) (zie bladzijde 31).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C POWER
Hiermee zet u de weergave voor de hoofdzone aan (zie bladzijde 31).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
D AUDIO SEL
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40).
E SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 43).
F MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een
externe decoder enz. (zie bladzijde 41).
G SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u
onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
H Schakelaar voor de bedieningsfunctie
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in
de grijze gedeelten.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 95).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV of PHONO
(zie bladzijde 94).
I VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
J MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 41).
K PURE DIRECT
Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 50).
L SET MENU
Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 79).
M PA RA ME TE R
Toont de instellingen voor de geluidsveldparameters via
het in-beeld display (OSD) (zie bladzijde 69).
N STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 49).
O EXTD SUR.
Schakelt heen en weer tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals
weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 73).
P SELECT
Selecteert decoders voor 2-kanaals materiaal (zie de
bladzijden 73 en 75).
Q ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 52).
R NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 53).
S RENAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het
uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 99).
T CLEAR
Hiermee kunt u afstandsbedieningsfuncties die zijn
geprogrammeerd met de overname- of leerfunctie, de
macrofunctie en/of de functie voor het herbenoemen
wissen (zie bladzijde 103).
U LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren
of functies van andere afstandsbedieningen overnemen
(zie bladzijde 98).
INLEIDING
Opmerkingen
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 96.
• Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als
PHONO (zie bladzijde 96), wordt voorrang gegeven aan de
voor DTV ingestelde code.
Nederlands
7 Nl
Page 10
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van
de versterkerfuncties voor Zone 2 of Zone 3 beschreven.
Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere
functies en bedieningsmogelijkheden.
• AM/FM radio ................................
zie bladzijde 54
Opmerking
Een afstandsbediening voor Zone 2/Zone 3 wordt alleen
meegeleverd met modellen voor de V.S., Canada, Australië, het
V.K., China, Azië en met Algemene modellen.
POWER
3
TUNER
CD
CD-R
STANDBY
4
DTV
CBL/SAT
MD/TAPE
PHONO
1
VCR 1
PRESET
A/B/C/D/E
DVR/VCR 2
DVD
VOLUME
MUTE
V-AUX/DOCK
5
6
1 Ingangskeuzetoetsen
Selecteert de gewenste signaalbron voor Zone 2 of Zone 3.
2 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 97).
3 POWER
Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten.
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
4 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
5 VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of
Zone 3.
6 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of
Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de
geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te
zetten.
7 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3.
8 Nl
2
ID1
ID2
ZONE 2
ZONE 3
7
Page 11
Voorbereiden van de afstandsbediening
1
3
2
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
■ Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
■ Inzetten van batterijen in de Zone 2/
Zone 3 afstandsbediening (behalve
model voor Europa)
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de
informatie op de verpakking aandachtig door, want de
verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
■ Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Sensor voor de afstandsbediening
INLEIDING
1
3
2
1Verwijder de klep van het batterijvak.
2Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Ongeveer 6 m
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
30 30
9 Nl
Nederlands
Page 12
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
654321
0
A
B
C
D
E
DSD
PCM
DSD
PCM
VIRTUAL
YPAO
DIGITAL
PL x
VIRTUAL
YPAO
HiFi DSP
ENHANCER
EX
HiFi DSP
ENHANCER
DIGITAL
PL x
SILENT
CINEMA
MATRIX
EX
V-A UX
DOCK
DISCRETE
96
24
SILENT
CINEMA
MATRIX
DVR/VCR 2
DISCRETE
96
24
VCR 1
CBL/SAT
G
H
I
J
F
1 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluitingen (zie bladzijde 19).
2 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 27).
3 Oplaad-indicator
Licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de
aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit
(standby) staat (zie bladzijde 66).
4 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
5 VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
6 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 41).
7 Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
DVD
DTV
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
VOLUME
96/24
87
MULTI CH
LL C R
LFE
SL SB SR
9
K
L
M
N
O
TUNER
dB
MUTE
TUNED
AUTO
PTY HOLD
TUNED
MEMORY
AUTO
ZONE2
ZONE3
NIGHT
SLEEP
PTY HOLD
MEMORY
ZONE2
ZONE3
NIGHT
SLEEP
STEREO
PS
PTY
RT
CT
EON
STEREO
PTY
EON
O........ Alleen modellen voor het V.K. en Europa
8 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
Aanwezigheids- en surround achterluidspreker indicators
Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en
surround achter-luidsprekers dat is ingesteld voor
“PRESENCE SP” (zie bladzijde 82) en “SB L/R SP”
(zie bladzijde 82) in het “SOUND MENU” wanneer
“TEST” in het “SOUND MENU” is ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 85).
y
U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround
achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de “AUTO
SETUP” (zie bladzijde 32), of met de hand via de instellingen
voor “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82) en “SB L/R SP” (zie
bladzijde 82) in het “SOUND MENU”.
PS
RT
CT
10 Nl
Page 13
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
0 DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een DSP
geluidsveldprogramma is geselecteerd.
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45).
HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45).
A VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 49).
B YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer
de via de “AUTO SETUP” ingestelde luidsprekerinstellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (zie
bladzijde 32).
C DSD indicator
Licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital)
digitale audiosignalen produceert.
D ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 52).
E PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
F Dolby decoder indicators
Wanneer één van de Dolby decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
G Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
H Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie
bladzijde 41).
I SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 49).
J DTS decoder indicators
Wanneer één van de DTS decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
K Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat.
TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een
zender (zie bladzijde 54).
STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM
stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt
(zie bladzijde 54).
AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat (zie bladzijde 54).
MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan
worden (zie bladzijde 58).
L ZONE2/ZONE3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld (zie
bladzijde 107).
M NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie
bladzijde 53).
N SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie
bladzijde 43).
O Radio Data Systeem indicators (Alleen
modellen voor het V.K. en Europa)
PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde
weergavefunctie voor het Radio Data Systeem.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
INLEIDING
Nederlands
11 Nl
Page 14
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Achterpaneel
1
8765432
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
Y
P
B
P
R
REMOTE
HDMI
IN 2
CBL/
SAT
IN 1
DVD
OUT
DVD
DTV
CBL/SAT
AB
C
Y
P
B
P
R
OUT
IN
GND
CD
PHONO
L
R
DOCK
AUDIO
IN
(PLAY)
IN
(PLAY)
MD/
TAPE
FRONT(6CH)
CENTER
CD-R
(REC)
OUT
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
CD
1
VD
D
SB(8CH)
32
DVD
OUT
(REC)
L
R
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
DIGITAL INPUT
COAXIAL
DVR/
CD
4
VCR2
2
1
CONTROL OUT
VIDEO
CBL/SAT
IN
DTV
SINGLE(SB)
SURROUND
FRONT
SUR.BACK/
PRESENCE
PRE OUT
DTV
6
DVD
5
7
RS-232C
DVR/VCR 2
OUT
IN
ZONE 3
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
MD/
98
TAPE
OUT
MONITOR OUT
S VIDEO
VIDEO
+
R
+
+
R
+
OPTICAL
R
CD-R
VCR 1
ZONE 2
CBL/
SAT
FM
SP1
PRESENCE
SURROUND BACK/
BI-AMP
SURROUND
FRONT
ANTENNA
GND
SINGLE
AM
SPEAKERS
AC IN
+
L
WRENCH
HOLDER
CENTER
+
+
+
+
L
R
L
SP2
+
L
AC OUTLETS
DCBA09
SINGLE(SB)
CENTER
WOOFER
SUB
FRONT(6CH)
SB(8CH)
MULTI CH INPUT
SURROUND
CENTER
WOOFER
FRONT
SUB
PRE OUT
SURROUND
SUR.BACK/
PRESENCE
ZONE 2
ZONE 3
ZONE OUT
GFE
1 REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 106 voor details.
2 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 21 en 22 voor meer informatie over deze aansluitingen.
3 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen.
4 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 21 en 22 voor meer informatie over deze aansluitingen.
5 ANTENNA aansluitingen
Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze aansluitingen.
6 WRENCH HOLDER
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen
wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 15).
7 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor
Azië en Algemene modellen)
Zie bladzijde 29 voor details.
8 AC IN/OUTLET(S)
Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen.
9 HDMI aansluitingen
Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
0 DOCK aansluiting
Zie bladzijde 27 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
A DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
B CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties.
C RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
D Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 14 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
E MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze aansluitingen.
F PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 25 voor meer informatie over deze aansluitingen.
G ZONE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 106 voor meer informatie over deze aansluitingen.
12 Nl
Page 15
Luidsprekers opstellen
CONNECTIONS
CONNECTIONS
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
PL
FL
SL
SL
PR
PL
FL
0,5 tot 1 m0,5 tot 1 m
FL
FR
C
SL
C
30˚
60˚
80˚
SBL
30 cm of meer
SBR
SW
C
1,8 m
SBL
PR
FR
SR
SR
SR
SBR
1,8 m
PRPL
FR
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het
hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats
de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers
en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld
direct erboven of eronder.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
(SBL en SBR)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit elkaar
plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit
elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers.
Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra
omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP (zie
bladzijde 126). Deze effecten bestaan onder meer uit geluiden die
de filmmakers een stukje verder achter het scherm willen plaatsen
voor een groter bioscoopeffect. Plaats deze luidsprekers voor in de
kamer, ongeveer 0,5 tot 1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar
binnen gericht en ongeveer 1,8 m boven de vloer.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt
niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in
sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hifi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie
effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De
opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer
lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt
hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing
via de wanden te verminderen.
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
13 Nl
Page 16
CONNECTIONS
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 31).
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
•
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “
•
6ΩMIN
” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie
bladzijde 30). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 111)
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
• De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of “NONE” bij “SPEAKER SET”
(zie de bladzijden 80 en 82) worden naar de luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80).
• U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren.
Via de “PRIORITY” parameter in de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 82) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
• U kunt de PRESENCE aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 106).
Subwoofer
Surround achter-luidsprekers
Links
Rechts
Aanwezigheidsluidsprekers
Rechts
Links
.
.
SUB
WOOFER
PRE OUT
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
Midden-luidspreker
+
R
SURROUND BACK/
+
BI-AMP
SURROUND
+
R
FRONT
+
R
+
L
CENTER
+
SINGLE
+
+
+
L
R
L
SP2
+
L
SPEAKERS
SP1
PRESENCE
Zone 2 of Zone 3
luidsprekers
(zie bladzijde 106)
14 Nl
Rechts
Links
Voor-luidsprekers
Page 17
CONNECTIONS
FRONT aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter voor-luidsprekers
aansluiten.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround-luidsprekers
aansluiten.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround achterluidsprekers aansluiten.
Opmerking
Wanneer u één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze
te verbinden met de linker SURROUND BACK aansluiting
(SINGLE).
PRESENCE aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers
aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan (zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System).
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
10 mm
VOORBEREIDINGEN
2Maak de knop los met behulp van de
meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel.
Sleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4Zet de knop en daarmee de draad vast met de
meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel.
Nederlands
15 Nl
Page 18
CONNECTIONS
5Haak de luidspreker-aansluitingensleutel
vast aan de WRENCH HOLDER op het
achterpaneel van dit toestel wanneer u de
sleutel niet gebruikt.
■ Verbinden met de SP2 luidspreker-
aansluitingen
Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten
(zie bladzijde 106).
1Doe het lipje open.
■ Aansluiten met bananenstekkers
(uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa, Azië en Korea)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
Bananenstekker
1Draai de knop vast met behulp van de
meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel.
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
2Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3Doe het lipje weer dicht om de draad vast te
zetten.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
2Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
y
U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidsprekeraansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het
gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een
bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft.
16 Nl
Page 19
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
CONNECTIONS
Sommige boxen kunnen dubbel bedraad worden zodat de
luidsprekers daarin kunnen worden aangesloten op
verschillende versterkers voor verschillende toonhoogten
om de prestaties van het luidsprekersysteem te verbeteren.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of
dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een
enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw
luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading
of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek worden de
luidsprekers geleverd met kortsluitplaatjes of -bruggen;
één voor de twee rode ingangsaansluitingen en de andere
voor de twee zwarte ingangsaansluitingen. Verwijder deze
kortsluitplaatjes of -bruggen alleen wanneer u van plan
bent om bi-amp dubbele bedrading of dubbele
versterkeraansluitingen te gebruiken voor uw luidsprekers.
■ Conventionele aansluitingen
Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt
aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de
linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede
stel aansluitingen negeren.
Dit toestel
++
R
FRONT
L
■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te
maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK
aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat
aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op
“ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 112).
Dit toestel
SURROUND BACK/
+
BI-AMP
+
R
FRONT
Rechts
Voor-luidsprekers
SINGLE
Links
+
+
L
VOORBEREIDINGEN
Korsluitplaatjes of
-bruggen
Opmerking
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag
doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar
te scheiden.
RechtsLinks
Voor-luidsprekers
Korsluitplaatjes of
-bruggen
Nederlands
17 Nl
Page 20
CONNECTIONS
Informatie over aansluitingen en stekkers
Audio-aansluitingen en stekkersVideo-aansluitingen en stekkers
AUDIO
L
L
Linker en
audiostekkers
R
(Rood)(Wit)(Oranje)(Geel)(Groen) (Blauw) (Rood)
R
rechter
analoge
DIGITAL
COAXIAL
C
Coaxiaal
digitale
audiostekker
DIGITAL
OPTICAL
O
Optisch
digitale
audiostekker
■ Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
VIDEOS VIDEO
V
Composiet
videostekker
S-videostekkerComponent
S
COMPONENT VIDEO
YR PB P
PB
Y
videostekkers
P
R
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Dit toestel is voorzien van een video-aansluiting. Zie de
bladzijden 20 en 90 voor details.
18 Nl
Page 21
CONNECTIONS
Informatie over HDMI
Dit toestel is uitgerust met HDMI IN 1, HDMI IN 2 en HDMI OUT aansluitingen voor het ontvangen en produceren van
digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel met de HDMI
uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector).
De video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van de geselecteerde
signaalbron worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
Opmerking
U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 42).
■ HDMI compatibiliteit met dit toestel
■ HDMI aansluiting en stekker
VOORBEREIDINGEN
Audiosignaaltypen
2-kanaals Lineair
PCM
Multikanaals
Lineair PCM
DSD2/5.1ch,
BitstroomDolby Digital,
Audiosignaal
formaten
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
8ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bits
2,8224 MHz, 1 bit
DTS
Compatibele
HDMI
componenten
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
DVD-Audio enz.
SACD, enz.
DVD-Video enz.
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
• HDCP Revisie 1.1 (High-bandwidth Digital
Content Protection System Revisie 1.1)
gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVDspeler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
HDMI
HDMI stekker
y
• We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5
meter en die duidelijk voorzien van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
↔ DVI-D
Opmerkingen
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
• Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan
de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen
niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting.
• Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat
dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand
kan brengen.
• Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, Svideo en component video-aansluitingen kunnen digitaal
worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd
kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet “V CONV.”
op “ON” via de “MANUAL SETUP” om deze functie in te
schakelen (zie bladzijde 91).
Nederlands
19 Nl
Page 22
CONNECTIONS
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen
UitgangIngang
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
AUDI O
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerkingen
• 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS
signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting wanneer “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op
“OTHER” (zie bladzijde 86).
• Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen
worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT of via
de DIGITAL OUTPUT aansluitingen.
■ Stroomschema videosignalen
Ingang
HDMI
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
Door
Video conversie (zie bladzijde 90)
Component geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting (zie bladzijde 91)
HDMI geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting (zie bladzijde 91)
Opmerkingen
• Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de
COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen,
zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
• Analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de
COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet
van 480i (NTSC)/576i (PAL) geïnterlinieerd naar 480p/576p.
Zet “CMPNT I/P” op “ON” via de MANUAL SETUP om deze
functie in te schakelen (zie bladzijde 91).
•
Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen
• Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
(NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video
of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
•
Component geïnterlinieerd/progressief conversie (zie bladzijde 91) en HDMI
geïnterlinieerd/progressief opwaardering/omzetting (zie bladzijde 91) zijn
alleen mogelijk wanneer “V CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 90
•
Gebruik de “HDMI I/P” parameter in het “OPTION MENU” om analoge videosignalen die
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting om te zetten van geïnterlinieerd naar
progressief (zie bladzijde 91). Wanneer een analoog videosignaal met een resolutie van
1080i of 720p wordt opgewaardeerd naar HDMI en wordt gereproduceerd via de HDMI
OUT jack, is het mogelijk dat de beeldkwaliteit achteruit gaat
•
Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de VCR 1
OUT en DVR/VCR 2 OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen
•
De kleur van de letters en afbeeldingen op het in-beeld display kan
verschillen, mede afhankelijk van de ingangssignalen en uw beeldscherm
Uitgang
.
.
).
.
.
20 Nl
Page 23
CONNECTIONS
Aansluiten van een beeldscherm of projector
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
y
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “SUPPORT AUDIO”
parameter in het “SOUND MENU” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 86).
Opmerkingen
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/videosignalen
herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
• Stel “V CONV.” in het “OPTION MENU” in op “ON” (zie bladzijde 90) om verkorte meldingen en parameters te laten weergeven.
• Stel “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” in op “ON” (zie bladzijde 90) om de parameters te laten weergeven.
• Het SET MENU en de parameters kunnen worden getoond met een grijze achtergrond, afhankelijk van het ontvangen videosignaal en
de instellingen bij “DISPLAY SET” (zie bladzijde 90).
VOORBEREIDINGEN
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
Y
P
B
P
R
HDMI
OUT
Y
PRPB
Component video in
HDMI ingang
VIDEO
MONITOR OUT
S VIDEO
VIDEO
Video ingang
S-video in
S
V
TV (of projector)
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
Nederlands
21 Nl
Page 24
CONNECTIONS
Aansluiten van andere componenten
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “V CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 90) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt
heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 21). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT
aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
• Wanneer “V CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 90), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen
alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 87).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
• De parameters worden niet getoond wanneer er component videosignalen van 720p, 1080i of 1080p worden ontvangen.
• De parameters en de verkorte meldingen worden niet getoond wanneer er component videosignalen van 480p/576p, 720p, 1080i of
1080p resolutie worden ontvangen en gereproduceerd via de VIDEO of S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
■ Aansluiten van een DVD-speler
HDMI uitgang
DVD-speler
Coaxiale uitgang
Component uitgang
S-video uitVideo uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
C
PRPBY
COMPONENT VIDEO
DVD
A
Y
P
B
P
R
HDMI
IN 1
DVD
D
2
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
OPTICAL
LR
O
V
S
DVD
L
R
DIGITAL INPUT
COAXIAL
D
V
VIDEO
DVD
5
22 Nl
Page 25
CONNECTIONS
■ Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
Opmerking
*1
Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR 1 aansluitingen (S VIDEO IN, VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO
OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR/VCR 2 aansluitingen, met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting.
VIDEO
L
R
DIGITAL INPUT
COAXIAL
DVR/
3
VCR2
Coaxiale uitgang
Video uitgang
S-video uit
S
C
V
DVR/VCR 2
VCR 1
OUT
ININ
OUT
DVR/VCR 2
IN
O
U
T
Audio uitgang
R
L
*1
S VIDEO
VIDEO
R
R
Audio ingang
Video ingang
S-video in
S
R
V
L
DVD-recorder, PVR of videorecorder
■ Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
VOORBEREIDINGEN
Component uitgang
PR PBY
HDTV decoder
kabel-tv ontvanger
HDMI uitgang
Component uitgang
Satellietontvanger,
S-video uit
Audio uitgang
Optische uitgang
NENT VIDEO
LR
DTV
CBL/SAT
B
C
O
CO
MP
O
Y
P
B
P
R
HDMI
IN 2
CBL/
SAT
Video uitgang
S
DTV
L
R
DIGITAL INPUT
CBL/SAT
6
S-video uit
S
VIDEO
CBL/
DTV
7
SAT
VV
OPTICAL
Video uitgang
L R
S VIDEO
VIDEO
Audio uitgang
Optische uitgang
O
PR PBY
Nederlands
23 Nl
Page 26
CONNECTIONS
■ Aansluiten van audiocomponenten
Opmerkingen
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 87).
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
• De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting
transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
• Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Audio uitgang
L
R
Optische ingang
O
Audio ingang
L
R
IN
(PLAY)
MD/
TAPE
CD
PHONO
GND
L
R
AUDIO
IN(PLAY)
CD-R
OUT(REC)
CD
1
OUT
(REC)
DIGITAL INPUT
COAXIAL
CD-recorder
L
R
CD
4
DIGITAL OUTPUT
MD/
CD-R
98
TAPE
OPTICAL
24 Nl
Aarde
Audio
uitgang
Draaitafel
Audio
uitgang
CD-speler
C
Coaxiale
uitgang
O
Optische
uitgang
LRLRLRLR
Audio
uitgang
Audio
ingang
MD-recorder of
cassettedeck
O
Optische ingang
Page 27
CONNECTIONS
5
■ Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik
bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor
de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere
versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluitingen.
Opmerkingen
• Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets
verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
• De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT
en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van
de TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 50).
• Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende SPEAKERS aansluiting.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf (zie bladzijde 51).
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de “SPEAKER SET” (zie bladzijde 80) en
“LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80) instellingen.
4321
CENTER
FRONT
SURROUND
SINGLE(SB)
L
5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan.
VOORBEREIDINGEN
R
SUB
WOOFER
PRE OUT
SUR.BACK/
PRESENCE
1 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
2 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
3 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker
aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te
verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting.
y
• Zet “SB L/R SP” op “LRGx2”, “LRGx1”, “SMLx2” of
“SMLx1” en zet “PRESENCE SP” op “NONE” (zie
bladzijde 82) om de signalen voor het surround-achterkanaal te
laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen.
• Zet “PRESENCE SP” op “YES” en “SB L/R SP” op “NONE”
(zie bladzijde 82) om de signalen voor het aanwezigheidskanaal
te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen.
Nederlands
25 Nl
Page 28
CONNECTIONS
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
SUB
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
SB(8CH)
TAPE
MD/
(C)
()
R
L
R
L
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u “INPUT CH” instelt op “8ch” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan “FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 41), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
Voor 6-kanaals ingangssignalenVoor 8-kanaals ingangssignalen
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
L
R
SUB
SB(8CH)
WOOFER
MULTI CH INPUT
Middenkanaal
LR
Subwoofer
uitgang
uitgang
Voorkanaal
uitgang
Surroundkanaal
LR
uitgang
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
*1
LR
Surround-achter
uitgang
Surroundkanaal
LRLR
uitgang
Voorkanaal uitgang
26 Nl
Multiformaat-speler/
externe decoder
Multiformaat-speler/
externe decoder
Opmerking
*1
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als
“FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89).
Page 29
CONNECTIONS
Aansluiten van een YAMAHA iPod
universeel dock
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het
achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel
dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden
aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen
met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een
YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los
verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor
bedoelde kabel.
LET OP
Sluit dit toestel pas aan op het lichtnet wanneer
alle verbindingen tussen de componenten
gemaakt zijn.
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
LET OP
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
Opmerking
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
PHONES
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
TUNING
EDIT
MULTI ZONE
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
NIGHT
MODE
FM/AM
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
ZONE 2
L
R
AUDIO
OPTICAL
VOLUME
VOORBEREIDINGEN
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10)
DOCK
S-video
uitgang
VIDEO
S VIDEO
V
S
Video
uitgang
Spelcomputer of
videocamera
L
L
AUDIO
Audio
uitgang
OPTICAL
R
O
R
Optische
uitgang
Nederlands
27 Nl
Page 30
CONNECTIONS
Aansluiten van de FM en AM antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier met
de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken zorgen
deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst.
Opmerkingen
• U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 111).
•
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
2Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
.
3Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
binnenantenne
(meegeleverd)
FM
ANTENNA
GND
FM
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden.
Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een
metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
AM ringantenne
(meegeleverd)
AM
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat u
bijvoorbeeld uit een raam
naar buiten spant.
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
4Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los.
5Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo
draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete
AM zenders (zie bladzijde 54).
28 Nl
Page 31
CONNECTIONS
Aansluiten van het netsnoer
■ Aansluiten van het netsnoer
LET OP
Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik geen andere netsnoeren, want deze kunnen elektrische
schokken veroorzaken of zelfs brand.
Steek het meegeleverde netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt verricht en steek
daarna pas de stekker in het stopcontact.
AC IN
Naar het stopcontact
AC OUTLETS
VOORBEREIDINGEN
■ VOLTAGE SELECTOR (Alleen model
voor Azië en Algemene model)
LET OP
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter
plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker
in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van
de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel
beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin
naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië ...... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is
ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter
niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt
uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale
vermogen of het totale stroomverbruik voor de
componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden
aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op
bladzijde 128.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
Nederlands
29 Nl
Page 32
CONNECTIONS
Instellen van de luidspreker-impedantie
LET OP
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u
“SPEAKER IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers
kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm
luidsprekers.
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
FM/AM
TUNING
EDIT
MULTI ZONE
ZONE 2
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
PHONES
NIGHT
MODE
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
VOLUME
2,432,5
1Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 31 voor details omtrent het aan en uit
zetten van dit toestel.
2Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
4Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om en selecteer “6ΩMIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
STRAIGHT
EFFECT
IMP.SPEAKER
6
MIN
5Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
MASTER
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
Houd ingedrukt
STRAIGHT
EFFECT
MASTER
3Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “SPEAKER IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
PROGRAM
IMP.SPEAKER
8
MIN
30 Nl
Page 33
Aan en uit zetten van dit toestel
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
MAIN ZONE ON/OFF
CONNECTIONS
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
FM/AM
TUNING
EDIT
MULTI ZONE
ZONE 2
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
PHONES
NIGHT
MODE
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
MASTER ON/OFF
■ Aan zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
naar binnen in de ON stand om dit toestel
aan te zetten.
Wanneer u dit toestel aan zet door op MASTER ON/OFF
te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld.
MASTER
Voorpaneel
■ Uit zetten van dit toestel
POWER
POWER
STANDBY
AV
PURE DIRECT
VOLUME
TV
AUDIO SEL
PHONO
TUNER CD
POWER
SLEEP
MULTI CH IN
STANDBY
POWER
■ Aan zetten van de hoofdzone wanneer
het toestel uit (standby) staat
Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op
het voorpaneel (of op POWER op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte
weer in te schakelen.
MAIN ZONE
ON/OFF
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
POWER
VOORBEREIDINGEN
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te
schakelen.
MASTER
Voorpaneel
Opmerkingen
• MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
• Zoals gewoonlijk bevelen we u aan het toestel uit (standby) te
zetten wanneer u het toestel niet gebruikt.
■ Zet de hoofdzone uit (standby)
Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of STANDBY op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte uit
(standby) te zetten.
MAIN ZONE
ON/OFF
of
VoorpaneelAfstandsbediening
STANDBY
Nederlands
31 Nl
Page 34
AUTO SETUP
AUTO SETUP
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Gebruiken van het AUTO SETUP
Wanneer u de meegeleverde optimalisatie-microfoon heeft
verbonden met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel en op een geschikte locatie in uw luisterruimte
heeft geplaatst, kunt u de “AUTO SETUP” beginnen via
het in-beeld display of via het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO
SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd.
• Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP”
procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
y
• U kunt de “AUTO SETUP” beginnen via het systeemmenu op
het in-beeld display, of via het display op het voorpaneel. In
deze handleiding worden de aanduidingen op het in-beeld
display gebruikt om de “AUTO SETUP” procedure te
illustreren.
• Als er iets mis gaat tijdens de “AUTO SETUP” procedure en er
een foutmelding of een waarschuwing verschijnt op het in-beeld
display of op het display op het voorpaneel, raadpleeg dan de
“AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “OPLOSSEN
VAN PROBLEMEN” op de bladzijden 120 en 121 voor een
complete lijst met foutmeldingen en waarschuwingen en wat u
in zo’n geval moet doen.
• De begininstelling voor elk van de parameters staat vet
aangegeven.
• Als u het volume en de crossover-frequentie van uw subwoofer
kunt instellen, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en
zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
1Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
PROGRAM
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
YPAO
OPTIMIZER
PRESET/TUNING
MULTI ZONE
S VIDEO
SILENT CINEMA
PHONES
MIC
PRESET/
TUNING
EDIT
VIDEO
FM/AM
ZONE ON/OFF
ZONE 2
L
VIDEO AUX
MEMORY
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM
ZONE CONTROLS
ZONE 3
R
AUDIO
OPTICAL
Omnidirectionele
microfoon
ENHANCER
NIGHT
2Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven.
Optimalisatie-microfoon
32 Nl
AMP
SOURCE
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
4
TV
4,14
3-13
y
Het verdient aanbeveling een statief (o.i.d.) te gebruiken om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als
waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek
zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon met een schroef met een
+
+
+
VOLUME
TV VOL
CH
––
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
MENU
TITLE
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
PARAMETER
DISPLAY
RETURN
diameter van 6 mm vastmaken aan een statief (enz.).
Page 35
AUTO SETUP
3Controleer de volgende punten voor u met de
AUTO SETUP begint.
• De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
•
De meegeleverde optimalisatiemicrofoon moet zijn aangesloten
op dit toestel en op de juiste manier zijn opgesteld
.
• Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel.
• De kamer moet voldoende stil zijn.
• Het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel moet aan staan.
4
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk
vervolgens op SET MENU om het “SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
AMP
SOURCE
TV
SET MENU
.;AUTOSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNALINFO
p
[ ]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
5
Druk op ENTER om de “AUTO SETUP” te openen
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Het “AUTO:MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
• Selecteer “AUTO” om automatisch de hele “AUTO
SETUP” procedure te laten doen.
• Selecteer “RELOAD” om de laatste “AUTO SETUP” instellingen
opnieuw te laden en de vorige instellingen te negeren. Wanneer u
“RELOAD” selecteert, zullen de eerdere resultaten van de
automatische instelling op het in-beeld display verschijnen. Zie stap
7 op bladzijde 34 en voer de bijbehorende handelingen uit.
Opmerking
“RELOAD” is alleen beschikbaar wanneer u de “AUTO SETUP” procedure
al eens eerder gedaan heeft en de resultaten daarvan bevestigd heeft.
7
Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer “WIRING”,
“DISTANCE”, “SIZE”, “EQ” of “LEVEL”.
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en
de polariteit van elk van de luidsprekers.
Luidsprekerafstand DISTANCE
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de
luisterplek en stelt de timing voor elk van de kanalen af.
Luidsprekerafmetingen SIZE
Controleert de frequentierespons van elk van de
luidsprekers en stelt de juiste lage frequentiecrossover voor elk van de kanalen in.
Keuzes: CHECK, SKIP
.
• Selecteer “CHECK” om het onderdeel automatisch
te controleren en in te stellen.
• Selecteer “SKIP” om het onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
Parametrische equalizerniveau EQ
Regelt de frequentie en het parametrische equalizerniveau
voor elk van de kanalen om interferentie tussen de kanalen te
verminderen en een samenhangend geluidsveld te creëren.
Dit is vooral van belang wanneer u luidsprekers van
verschillende afmetingen of verschillende merken gebruikt
voor sommige kanalen of wanneer uw kamer bijzondere
akoestische kenmerken vertoond. Daarnaast zal de
frequentierespons van elk van de kanalen worden afgestemd
op de geluidsweergave van uw voor-luidsprekers.
Keuzes: NATURAL, FLAT, FRONT, SKIP
• Selecteer “NATURAL” om de frequentierespons van
alle luidsprekers te middelen, met minder nadruk op
de hogere frequenties. Aanbevolen wanneer de FLAT
instelling een beetje schel klinkt.
• Selecteer “FLAT” om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen. Aanbevolen wanneer al
uw luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn.
• Selecteer “FRONT” om de frequentierespons van
elk van de luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw voorluidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voor-
Nederlands
luidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn
dan uw andere luidsprekers.
• Selecteer “SKIP” om het geselecteerde onderdeel
over te slaan zonder instellingen te wijzigen.
33 Nl
Page 36
AUTO SETUP
Volumeniveau LEVEL
Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de luidsprekers.
Keuzes: CHECK, SKIP
• Selecteer “CHECK” om dit onderdeel automatisch
te controleren en in te stellen.
• Selecteer “SKIP” om dit onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
8
Druk op n, selecteer “START” en druk vervolgens op
ENTER om de setup procedure te laten beginnen.
Dit toestel begint met de automatische instelprocedure
(setup). Er worden luide testtonen geproduceerd via de
diverse luidsprekers tijdens de automatische setup.
Wanneer alle items zijn ingesteld, zal het “RESULT:EXIT”
scherm verschijnen op het in-beeld display.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Opmerkingen
• Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
• Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de
automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten
duren voor dit toestel de automatische setup heeft voltooid.
De resultaten zoals getoond onder “RESULT” zijn als
volgt.
Aantal luidsprekers SP
Toont het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit
toestel in deze volgorde:
Voor/Achter/Subwoofer
Luidsprekerafstand DIST
Toont de afstand van de luidsprekers tot de luisterplek
in deze volgorde:
Kleinste luidsprekerafstand/
Grootste luidsprekerafstand
Luidsprekerniveau LVL
Toont het uitgangsniveau van de luidsprekers in deze
volgorde:
Laagste luidspreker uitgangsniveau/
Hoogste luidspreker uitgangsniveau
Opmerkingen
• Als de melding “E-10:INTERNAL ERROR” verschijnt
tijdens het testen, dient u opnieuw te beginnen vanaf stap
4.
• Als u bij stap 4 “RELOAD” heeft geselecteerd zullen er
geen testtonen worden geproduceerd.
• Als er iets mis gaat tijdens de “AUTO:CHECK”
procedure, zal de setup procedure worden geannuleerd en
zal er een foutmelding verschijnen. Zie “Als er een
foutmelding verschijnt” op bladzijde 36 voor details.
• Wanneer dit toestel eventueel problemen detecteert tijdens
de “AUTO SETUP” procedure, zal de melding
“WARNING” en het nummer van de waarschuwing of
foutmelding boven “RESULT” verschijnen (zie
bladzijde 37).
• Afhankelijk van de luisteromgeving zal “SWFR
PHASE:REV” verschijnen tijdens de “AUTO:CHECK”
procedure en zal “SUBWOOFER PHASE” in het
“SOUND MENU” (zie bladzijde 82) automatisch worden
ingesteld op “REVERSE”.
34 Nl
2
AUTO:CHECK
INITIALIZING
.PRE CHECK
MAIN CHECK
EQUALIZING
LEVEL
CHECK CH=CENTER
|||||;;;;;;;;
FRONT L;;;+1.0dB
CENTER;;;;-1.5dB
FRONT R;;;+6.5dB
PRNS L;;;;-9.0dB
PRNS R;;;;+1.0dB
[]/[]:Select
p[
[ENTER]:Return
Resultaten voor de
parametrische equalizer
van elk van de
luidsprekers
Resultaten voor het
luidsprekeruitgangsniveau
y
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse parameters met de
hand wilt instellen, kunt u de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 77) doen.
Opmerkingen
•
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling
van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u de “AUTO
SETUP” opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren
• De afstanden bij de “DISTANCE” resultaten kunnen
groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw subwoofer.
• Bij de “EQ” resultaten kunnen er verschillende waarden
worden gebruikt voor dezelfde band om een nog
gedetailleerde instelling te bereiken.
Druk op k / n / l / h, selecteer “RETRY” of
“EXIT” en druk dan op ENTER.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “E-9:USER
CANCEL” verschijnt op het in-beeld display.
ERROR
E-9:USER CANCEL
. Don't operate
any function.
. RETRY EXIT
[
[p]/[[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Keuzes: RETRY, EXIT
• Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure
opnieuw te proberen.
• Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure af
te sluiten.
13 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
SET MENU
.;AUTOSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNALINFO
p
[ ]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
14 Druk op SET MENU om het “SET MENU” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Opmerkingen
• Nadat u de “AUTO SETUP” procedure heeft afgemaakt moet u
de optimalisatie-microfoon weer losmaken.
• De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte.
Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel.
36 Nl
Page 39
■ Als “WARNING” verschijnt
Wanneer dit toestel een probleem detecteert tijdens de
“AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING”
verschijnen in het “RESULT:EXIT” display. Controleer de
waarschuwingen en meldingen en corrigeer aan de hand
daarvan uw luidspreker-instellingen.
Opmerking
Waarschuwingen verschillen in die zin van foutmeldingen dat ze
de “AUTO SETUP” procedure niet annuleren.
AUTO SETUP
1Zorg ervoor dat “WARNING” wordt
aangewezen en druk vervolgens op ENTER
om gedetailleerde informatie betreffende de
waarschuwing te bekijken.
Het getal rechts van “WARNING” geeft het aantal
waarschuwingen aan.
< OUT OF PHASE >
Reverse Channel
FL-CENTER
PLPR
SLSR
SBLSBR
p[
[]/[] : Select
[ENTER] : Enter
VOORBEREIDINGEN
y
• Voor details omtrent de diverse waarschuwingen
verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het
hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op
bladzijde 120.
• Wanneer de waarschuwing in kwestie niet van toepassing
is op een bepaalde luidspreker, zal in plaats daarvan “–
worden getoond.
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CDspeler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
y
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave begint
“DECODER MODE” in het “INPUT MENU” instellen op “DTS” (zie bladzijde 89).
Basisprocedure
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
POWER
POWER
TV
PHONO
TUNER CD
V-AUX/DOCK
CBL/SAT
DTV
VCR 1
+
TV VOL
–
TV MUTE
TV INPUT
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
POWER
STANDBY
AV
SLEEP
AUDIO SEL
MULTI CH IN
CD-R
MD/TAPE
DVD
DVR/VCR 2
SELECT
AMP
+
+
SOURCE
VOLUME
CH
TV
––
MUTE
2Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de
PURE DIRECT
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
FM/AM
UNING
T
EDIT
MULTI ZONE
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
PHONES
NIGHT
MODE
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
ZONE 2
L
R
AUDIO
OPTICAL
VOLUME
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
INPUT
452
Voorpaneel
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
TITLE
BAND
A/B/C/D/E
2
2
4
RETURN
CLASSICAL
1
STEREO
5
5
9
FREQ/TEXT
REC
DISC SKIP
ON
OFF
ENTER
LIVE/CLUB
2
SUR. DECODE
6
0
EON
MACRO
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
SELECT
7
NIGHT
+
MODE PTY SEEK
LEARN
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
MOVIE
3
4
EXTD SUR.
8
ENHANCER
10
ENT
START
CLEAR
RENAME
AMP
SOURCE
TV
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en op het in-beeld display getoond.
of
PHONO
TUNER CD
V-AUX/DOCK
CBL/SAT
DTV
VCR 1
Afstandsbediening
MD/TAPE
DVR/VCR 2
MULTI CH IN
CD-R
DVD
1Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
• Zie bladzijde 42 om informatie over de signaalbron te
tonen.
• U kunt een grijze achtergrond laten weergeven achter het
in-beeld display wanneer er geen videosignaal binnenkomt
door “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” op
“AUTO” te zetten (zie bladzijde 90).
• U kunt de weergave-instellingen wijzigen met behulp van
de “SHORT MESSAGE” parameter onder “DISPLAY
SET”. Zie bladzijde 91 voor details.
38 Nl
Beschikbare signaalbronnen
DVR/VCR 2
CBL/SAT
DVD
DTV
VCR 1
V-AUX
INPUT:DVD
geselecteerde signaalbron
MD/TAPE
CD-R
PHONO
CD
TUNER
CH
ULTI
M
Op dit moment
Page 41
WEERGAVE
3Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
• Zie bladzijde 54 voor details omtrent het
afstemmen.
4Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
VOLUME
of
+
VOLUME
–
AfstandsbedieningVoorpaneel
y
Zie bladzijde 51 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
5Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of
druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en op het in-beeld display. Zie
bladzijde 45 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
LIVE/CLUB
PROGRAM
Voorpaneel
CLASSICAL
of
1
STEREO
5
Afstandsbediening
2
ENTERTAIN
3
MOVIE
4
Opmerking
Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music
Enhancer functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer
de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 41) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld
op “ANALOG” (zie bladzijde 40).
y
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
• Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display
over de op dit moment geselecteerde signaalbron, zie
bladzijde 69 voor details.
■ Inhoudsgids
Wanneer u...
Wilt luisteren naar pure hi-fi stereoweergave50
De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt
regelen.
Naar verbeterde weergave van gecomprimeerd
bronmateriaal wilt luisteren.
Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt
bewerken.
Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch
bereik (harde geluiden) wilt luisteren.
Een hoofdtelefoon wilt gebruiken.41
Wilt luisteren naar multikanaals materiaal met 2kanaals stereoweergave
Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee
weer te geven.
Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt
laten zetten.
Zie
bladzijde
50
52
69
53
51
73
43
BASISBEDIENING
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogrammacategorie
MOVIE
Sci-Fi
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma
Nederlands
39 Nl
Page 42
WEERGAVE
Selecteren van audio
ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen.
Gebruik deze functie (selecteren van audio
ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een
andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting
wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor
de signaalbron in kwestie.
y
• In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
• U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “AUDIO
SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 92).
1Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
INPUT
Voorpaneel
PHONO
V-AUX/DOCK
of
DTV
Afstandsbediening
CBL/SAT
VCR 1
MD/TAPE
DVR/VCR 2
CD
MULTI CH IN
CD-R
DVD
AUTOIngangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
HDMIEr zullen alleen HDMI signalen
worden geselecteerd. Als er geen
HDMI signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
COAX/OPT Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen die binnenkomen
via de COAXIAL aansluiting.
(2) Digitale signalen die binnenkomen
via de OPTICAL aansluiting.
Als er geen signalen binnenkomen, zal
er geen geluid worden weergegeven.
ANALOGEr zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Opmerking
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale
ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI)
zijn toegewezen. Daarnaast zal HDMI niet beschikbaar zijn
als instelling voor de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting als de HDMI IN 1 en HDMI IN 2
aansluitingen niet worden gebruikt. Gebruik “I/O
ASSIGNMENT” in het “INPUT MENU” om de
ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie
bladzijde 87).
2Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT op het
voorpaneel (of op AUDIO SEL op de
afstandsbediening) en selecteer de gewenste
instelling voor de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting.
AUDIO
SELECT
Beschikbare signaalbronnen
DVR/VCR 2
CBL/SAT
VCR 1
V-AUX
A.SEL:AUTO
AUDIO SEL
of
DVD
DTV
MD/TAPE
CD-R
PHONO
CD
TUNER
CH
ULTI
M
Huidige instelling
selectiefunctie audio
ingangsaansluiting
40 Nl
Page 43
WEERGAVE
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 26).
Verdraai de knop voor de keuze van de
signaalbron op het voorpaneel en selecteer
MULTI CH INPUT (of gebruik MULTI CH IN op de
afstandsbediening).
INPUT
of
Voorpaneel
y
Gebruik het “MULTI CH SET” menu in het “INPUT MENU” om
de parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie
bladzijde 89).
Opmerking
Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music Enhancer
functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component
die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is
geselecteerd als signaalbron en de ingangsfunctie voor Audio is
ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 40).
MULTI CH IN
Afstandsbediening
Gebruiken van een hoofdtelefoon
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
UNING
T
EDIT
MULTI ZONE
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
PHONES
NIGHT
MODE
FM/AM
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
ZONE 2
L
R
AUDIO
OPTICAL
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie
bladzijde 49).
Opmerkingen
•
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
•
Wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen van dit toestel wordt geselecteerd als
signaalbron en de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
is ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 40), dan zullen alleen
de signalen die binnenkomen via de FRONT aansluitingen worden
gereproduceerd via de aangesloten hoofdtelefoon.
•
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd
naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
VOLUME
BASISBEDIENING
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op MUTE op de afstandsbediening om de
geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
MUTE
y
• U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op
de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te
hervatten.
• U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“MUTE TYPE” parameter in het “SOUND MENU” (zie
bladzijde 86).
• De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
41 Nl
Nederlands
Page 44
WEERGAVE
Tonen van informatie over de
signaalbron
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
AMP
SOURCE
TV
SET MENU
MENU
SRCH MODE
2Druk herhaaldelijk op n om “SIGNAL INFO”
te selecteren en druk dan op ENTER.
De audio-informatie over de signaalbron zal op het
in-beeld display verschijnen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
3
Druk herhaaldelijk op k / n om de cursor te
verplaatsen over het in-beeld display en druk op
l
/ h om heen en weer te schakelen tussen de
schermen met audio en die met video-informatie.
PRESET/CH
SET MENU
.;AUTOSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNALINFO
p
[ ]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
■ Audio informatie
Signaalformattering FORMAT
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch
overgeschakeld naar analoog.
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan detecteren.
Bemonsteringsfrequentie SAMPLING
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel de
bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren.
Kanaal CHANNEL
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/
surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
Opmerking
“---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar zijn.
Bitsnelheid BITRATE
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan
detecteren.
Dialoog normalisatieniveau DIALOG
Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor het op
dit moment ontvangen Dolby Digital of DTS signaal.
Vlag FLAG
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
ENTER
A/B/C/D/E
Verplaatsen van de cursorSelecteren van de audio- of
4
Druk nog eens op SET MENU op de
A/B/C/D/E
ENTER
video-informatie
afstandsbediening om het “SET MENU” te verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
42 Nl
■ Video informatie
HDMI Signal Type HDMI SIGNAL
Soort HDMI signalen die worden ontvangen of gereproduceerd
via de HDMI IN/OUT aansluitingen van dit toestel.
HDMI Resolution HDMI RES.
Resolutie van de HDMI signalen die worden ontvangen of
gereproduceerd via de HDMI IN/OUT aansluitingen van dit toestel.
Analog Resolution ANALOG RES.
Resolutie van de analoge signalen die binnenkomen of worden
gereproduceerd via de video-aansluitingen van dit toestel.
HDMI Error HDMI ERROR
Foutmelding voor HDMI bronnen of aangesloten
HDMI apparatuur. Zie bladzijde 119 voor details.
Page 45
WEERGAVE
Weergeven van videomateriaal als
achtergrond bij audiomateriaal
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
PHONO
V-AUX/DOCK
DTV
TUNERCD
CBL/SAT
VCR 1
MD/TAPE
DVR/VCR 2
MULTI CH IN
CD-R
DVD
Audiobronnen
Videobronnen
y
Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH SET” menu in op
de gewenste instelling om de standaard signaalbron voor
achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT
signaalbron (zie bladzijde 89).
Gebruiken van de slaaptimer
3Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
SLEEP
SLEEP 120min.SLEEP 90min.
SLEEP 60min.SLEEP 30min.SLEEP OFF
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel en het
display keert terug naar het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
SLEEP120min.
BASISBEDIENING
SLEEP
Knippert
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 29).
1Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
DTV
CBL/SAT
CD-R
MD/TAPE
VCR 1
DVD
DVR/VCR 2
2Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 54 voor details omtrent het afstemmen.
STRAIGHT
Analog
■ Gebruiken van de slaaptimer
Druk net zo vaak op SLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” verschijnt
op het display op het voorpaneel.
SLEEP
SLEEP
Licht op
SLEEPOFF
Verdwijnt
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF”
zal na een paar seconden verdwijnen van het display op
het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel)
de eerste ruimte van het toestel uit (standby) te zetten.
Nederlands
43 Nl
Page 46
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
• Wanneer u de “DECODER MODE” parameter in het “INPUT MENU” instelt op “AUTO”, zal dit toestel de juiste digitale decoder
instellen aan de hand van het ingangssignaal.
• De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen.
• De YAMAHA HiFi DSP geluidsveldprogramma’s zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de
variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
• U kunt de geluidsveldparameters wijzigen. Zie bladzijde 69 voor details.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Geluidsveldprogramma’s kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 41) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie
bladzijde 40).
• Wanneer u DSD materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel de DSD signalen omzetten naar PCM signalen en
vervolgens het geselecteerde programma toepassen.
• Wanneer u DTS 96/24 materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde programma toepassen
zonder de DTS 96/24 decoder in werking te stellen.
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
■ Bediening via het voorpaneel
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
FM/AM
TUNING
EDIT
MULTI ZONE
ZONE 2
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
PHONES
NIGHT
MODE
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
PROGRAM keuzeknop
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het inbeeld display.
VOLUME
■ Afstandsbediening
AMP
AMP
+
+
+
TV VOL
–
TV MUTE
LEVEL
TITLE
BAND
A/B/C/D/E
RETURN
CLASSICAL
1
STEREO
5
9
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk vervolgens op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het inbeeld display.
CH
TV INPUT
PRESET/CH
ENTER
LIVE/CLUB
2
SUR. DECODE
6
0
VOLUME
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
SELECT
NIGHT
+
SOURCE
TV
––
MUTE
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
Toetsen voor de
MOVIE
3
4
geluidsveldprogramma’s
EXTD SUR.
8
7
ENHANCER
10
ENT
44 Nl
Page 47
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
Toets
afstandsbediening
MOVIE
4
Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er
een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele
geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 50), de “STRAIGHT” functie (zie
bladzijde 49), of de surround decoderfunctie (zie bladzijde 73).
ENTERTAIN
CLASSICAL
3
1
Dit is een grote, waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen. Bijna het hele interieur is van hout. Er is relatief weinig
weerkaatsing via de wanden en het geluid spreidt zich op een verfijnde wijze uit.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ENTERTAIN
CLASSICAL
3
1
CLASSICALHall in Munich
ROOM SIZE
LIVENESS
DIALG.LIFT
CLASSICALHall in Vienna
HiFi DSP
HiFi DSP
BASISBEDIENING
Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe
reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ENTERTAIN
CLASSICAL
3
1
ROOM SIZE
LIVENESS
CLASSICAL
DIALG.LIFT
Hall in Amsterdam
HiFi DSP
Dit is een grote doosvormige concertzaal met 2200 zitplaatsen in Amsterdam. De zaal heeft een cirkelvormig podium met zitplaatsen
erachter.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ENTERTAIN
CLASSICAL
3
1
ROOM SIZE
LIVENESS
CLASSICAL
DIALG.LIFT
Church in Freiburg
HiFi DSP
Dit programma recreëert de akoestiek van een grote kerk in Zuid-Duitsland. De vertraging van de natrillingen is erg lang, terwijl de vroege
weerkaatsingen zachter zijn dan in andere geluidsveldprogramma’s.
DSP LEVEL
INIT. DLY
LIVENESS
REV.TIME
REV.DELAY
REV. LEVEL
DIALG.LIFT
Nederlands
45 Nl
Page 48
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
CLASSICAL
1
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige
natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
DSP LEVEL
INIT. DLY
LIVE/CLUB
2
Een traditionele jazzclub in New York, op 7th Avenue. Deze ruimte heeft een laag plafond en het “podium” bevindt zich in een hoek van de
ruimte. Dit programma creëert een intiem “met de neus er bovenop” gevoel.
DSP LEVEL
INIT. DLY
LIVE/CLUB
2
Dit programma simuleert een door beton omgeven ruimte. Er wordt een energetisch geluidsveld gecreëerd met relatief duidelijke
weerkaatsingen van de wanden.
DSP LEVEL
INIT. DLY
LIVE/CLUB
2
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld met een
krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein podium bevindt.
DSP LEVEL
INIT. DLY
CLASSICALChamber
LIVENESS
REV.TIME
REV.DELAY
REV. LEVEL
LIVE/CLUBVillage Vanguard
ROOM SIZE
LIVENESS
DIALG.LIFT
LIVE/CLUBWarehouse Loft
ROOM SIZE
LIVENESS
REV.TIME
REV.DELAY
LIVE/CLUBCellar Club
ROOM SIZE
LIVENESS
DIALG.LIFT
HiFi DSP
DIALG.LIFT
HiFi DSP
HiFi DSP
REV. LEVEL
DIALG.LIFT
HiFi DSP
LIVE/CLUB
2
Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de “hottest” rock
club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal.
DSP LEVEL
INIT. DLY
LIVE/CLUB
2
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en
rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave.
DSP LEVEL
INIT. DLY
LIVE/CLUBThe Roxy Theatre
ROOM SIZE
LIVENESS
REV.TIME
REV.DELAY
LIVE/CLUBThe Bottom Line
ROOM SIZE
LIVENESS
DIALG.LIFT
HiFi DSP
REV. LEVEL
DIALG.LIFT
HiFi DSP
■ Voor divers materiaal
Opmerking
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
ENTERTAIN
3
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit
de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het
stadion zich rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
ENTERTAINMENTSports
P. RO O M SI Z E
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
46 Nl
Page 49
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
ENTERTAIN
3
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen. Er wordt gebruik gemaakt
van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan
zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
ENTERTAIN
3
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor
actiespellen om de diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel mogelijk
recht wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
ENTERTAINMENTAction Game
P. RO O M SI Z E
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
ENTERTAINMENT Roleplaying Game
P. RO O M SI Z E
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
■ Voor visuele muziekbronnen
Opmerking
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
2
3
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in een hippe
livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de
ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
ENTERTAINMENTMusic Video
P. RO O M SI Z E
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
HiFi DSP
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
BASISBEDIENING
ENTERTAIN
3
Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke stem.
“Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk gevoel van aanwezigheid
voor de artiesten op het podium. Het surroundgeluidsveld is relatief gematigd, maar de gegevens voor de concertzaaleffecten worden gebruikt
om de schoonheid van de muziek zelf te benadrukken zodat de luisteraar ook na een voorstelling van enkele uren niet vermoeid raakt.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
ENTERTAINMENTRecital/Opera
P. RO O M SI Z E
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
■ Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve “Mono Movie”). Zie
bladzijde 75 voor details.
Opmerking
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
MOVIE
4
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische
positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale
bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen van links, rechts en van achteren.
DSP LEVEL
S. INIT. DLY
MOVIEStandard
S. ROOM SIZE
S. LIVENESS
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
SB LIVENESS
DIALG.LIFT
Nederlands
47 Nl
Page 50
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
MOVIE
4
MOVIESpectacle
Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en
gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of
DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films).
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
MOVIE
4
P. RO O M SI Z E
S. INIT. DLY
MOVIESci-Fi
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films,
zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in
een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde
technieken.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
MOVIE
4
P. RO O M SI Z E
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
MOVIEAdventure
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld
bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
MOVIE
4
P. RO O M SI Z E
S. INIT. DLY
MOVIEDrama
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en komedies.
De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven,
maar gesproken tekst wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na
vele uren kijken.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
MOVIE
4
P. RO O M SI Z E
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
MOVIEMono Movie
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het programma produceert optimale natrillingen
om het geluid ook alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ROOM SIZE
LIVENESS
REV.TIME
REV.DELAY
REV. LEVEL
DIALG.LIFT
■ Stereoweergave
STEREO
5
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen. Zie bladzijde 51 voor details.
DIRECT
STEREO
5
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal dit toestel het
bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld
en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
CT LEVEL
SL LEVEL
STEREO2ch STEREO
STEREO7ch STEREO
SR LEVEL
SB LEVEL
PL LEVEL
PR LEVEL
HiFi DSP
48 Nl
Page 51
■ Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “SUR. L/R SP”
op “NONE” (zie bladzijde 81)
instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45).
Opmerking
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie
bladzijde 81):
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 41).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
– wanneer Pure Direct (zie bladzijde 50) of “2ch Stereo” (zie
bladzijde 51) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de
“STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 49).
■ Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA
DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie
bladzijde 45). Indien ingeschakeld zal de SILENT
CINEMA indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
Opmerkingen
• SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 41).
• SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer Pure Direct
(zie bladzijde 50) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 51) is
geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie
staat (zie bladzijde 49).
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Luisteren naar onbewerkte
weergave
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
Druk op STRAIGHT op het voorpaneel (of de
afstandsbediening) en selecteer “STRAIGHT”.
STRAIGHT
EFFECT
STRAIGHT
FormaatBeschrijving
Dolby Digital
DTS
DSD
PCM
MPCM
Analog
■ Uitschakelen van de “STRAIGHT”
weergavefunctie
STRAIGHT
of
EFFECT
Standaard verwerking voor Dolby
Digital bronmateriaal.
Standaard verwerking voor DTS
bronmateriaal. Wanneer de
signaalbron een DTS-ES Discrete
of DTS-ES Matrix ingangssignaal
levert, zal de bijbehorende
indicator verschijnen op het
display op het voorpaneel.
Weergave van DSD (Direct
Stream Digital) materiaal.
Weergave van PCM (pulscode
modulatie) materiaal.
Weergave van multikanaals PCM
(pulscode modulatie) materiaal.
Voor weergave van analoog
bronmateriaal.
BASISBEDIENING
Druk op STRAIGHT op de afstandsbediening
zodat “STRAIGHT” van het display op het
voorpaneel verdwijnt.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
STRAIGHT
EFFECT
STRAIGHT
of
EFFECT
49 Nl
Nederlands
Page 52
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk nog eens op PURE DIRECT op het
voorpaneel (of op de afstandsbediening) om de
Pure Direct functie aan of uit te zetten.
De PURE DIRECT toets op het voorpaneel zal oplichten
wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. Het
display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
PURE DIRECT
of
Voorpaneel
Opmerkingen
• Wanneer u multikanaals PCM materiaal weergeeft (minder dan
192 kHz), zal dit toestel de multikanaals signalen terugbrengen
in overeenstemming met de “SPEAKER SET” instellingen in
het “BASIC MENU” (zie bladzijde 80).
• Wanneer de component die is verbonden met de HDMI IN
aansluitingen wordt geselecteerd als signaalbron en de
selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting is ingesteld op
“AUTO” of “HDMI”, dan zal dit toestel de videoschakelingen
niet uitschakelen in de Pure Direct stand.
• Wanneer u de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
instelt op “AUTO”, “HDMI” of “COAX/OPT” (zie
bladzijde 40) en vervolgens Dolby Digital, DTS of multikanaals
PCM materiaal weergeeft, dan zal dit toestel de
corresponderende decoder inschakelen.
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat:
– omschakelen van het geluidsveldprogramma
– weergeven van het in-beeld display
– instellen van de “SET MENU” parameters (behalve
instellingen voor de luidsprekerniveaus)
– bedienen van videofuncties (video-conversie enz.)
• De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer
dit toestel uit wordt gezet.
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
PURE DIRECT
Afstandsbediening
Toonregeling
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal, de
L/R aanwezigheidskanalen en het subwooferkanaal.
1Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel om de weergave van de hoge
tonen (TREBLE) of de weergave van de lage
tonen (BASS) te regelen.
TONE
CONTROL
2Verdraai PROGRAM om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te regelen.
PROGRAM
■ Passeren van de schakelingen voor de
toonregeling
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer
BYPASS en annuleer de toonregeling.
TONE
CONTROL
Opmerkingen
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers,
midden-luidspreker, L/R aanwezigheidsluidsprekers en de
subwoofer.
• TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE
DIRECT is geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is
geselecteerd als signaalbron.
50 Nl
Page 53
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Instellen luidsprekerniveaus
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar
muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal
dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 32) en “SP
LEVEL” (zie bladzijde 83) methodes.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op LEVEL
op de afstandsbediening tot u de luidspreker die
u wilt instellen heeft geselecteerd.
AMP
SOURCE
TV
DisplayIngestelde luidspreker
FRONT L
CENTER
FRONT R
SUR. R
SB R
SB L
SUR. L
SWFR
PRNS L
PRNS R
Linker voor-luidspreker
Midden-luidspreker
Rechter voor-luidspreker
Rechter surround-luidspreker
Rechter surround achter-luidspreker
Linker surround achter-luidspreker
Linker surround-luidspreker
Subwoofer
Linker aanwezigheidsluidspreker
Rechter aanwezigheidsluidspreker
y
• Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt,
kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met
• In plaats van “SB R” en “SB L”, zal “SUR. B” worden getoond indien
“SB L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 82).
2Druk op l / h op de afstandsbediening om
het uitgangsniveau (volume) van de
luidspreker te regelen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
LEVEL
TITLE
BAND
k
/ n.
Luisteren naar multikanaals
materiaal met 2-kanaals
stereoweergave
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2
kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk herhaaldelijk op STEREO op
de afstandsbediening om “2ch Stereo” te
selecteren.
AMP
SOURCE
TV
2ch Stereo
y
•
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer “LFE/
BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” of “BOTH” (zie bladzijde 80)
• U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM
op het voorpaneel te verdraaien.
2
Druk op PARAMETER en vervolgens op
l
/ h om de “DIRECT” parameter in te stellen.
PARAMETER
DISPLAY
Keuzes: AUTO, OFF
• Selecteer “AUTO” om de decoders, DSP
processoren en de toonregeling automatisch alleen
te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE”
zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 50).
• Selecteer “OFF” om de decoders, DSP processoren
en de toonregeling niet te laten passeren wanneer
“BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
y
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en
DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd
naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en
rechter voor-luidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en
rechter voor-luidsprekers omgeleid worden naar de subwoofer:
–“
LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 80).
–“
FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 81) en
“LFE/BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” (zie bladzijde 80).
• Druk nog eens op PARAMETER om de parameter
instelfunctie te verlaten.
STEREO
5
.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
BASISBEDIENING
Nederlands
51 Nl
Page 54
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Selecteren van de Compressed
Music Enhancer functie
Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan
onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij
gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de
geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een
lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen
onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed
Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde
compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen
te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd
voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies
in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als
de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
Opmerkingen
• Wanneer u DSD of PCM materiaal met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz weergeeft, zal dit toestel
deze terugbrengen tot 48 kHz of minder en de Compressed
Music Enhancer functie inschakelen.
• De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met
de geluidsveldprogramma’s.
Druk herhaaldelijk op ENHANCER op het
voorpaneel (of zet de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op AMP en druk op
ENHANCER op de afstandsbediening) om de
gewenste Compressed Music Enhancer functie
te selecteren.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld
display en de ENHANCER indicator zal oplichten op het
display op het voorpaneel.
Keuzes: 2ch Enhancer, 7ch Enhancer, Off
• Selecteer “2ch Enhancer” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in 2kanaals stereo.
• Selecteer “7ch Enhancer” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in 7kanaals stereo.
• Selecteer “Off” om de Compressed Music
Enhancer functie uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer u “Off” selecteert, keert dit toestel terug naar het
oorspronkelijk ingestelde geluidsveldprogramma.
■ Wijzigen van de parameters van de
Compressed Music Enhancer functie
Druk op PARAMETER en vervolgens op l / h op
de afstandsbediening om het gewenste
effectniveau te selecteren.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
PRESET/CH
PARAMETER
DISPLAY
A/B/C/D/E
ENTER
MUSIC ENHANCER
2ch Stereo
. LOW)HIGH
ENHANCER
MUSICENHANCER
2chEnhancer
52 Nl
AMP
of
SOURCE
TV
ENHANCER
ENT
Keuzes: HIGH, LOW
• Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau.
• Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau.
y
Selecteer PARAMETER om het Compressed Music
Enhancer functieparameterdisplay uit te schakelen.
ENHANCER
Licht op
Opmerking
Zet het effectniveau op “HIGH” of “LOW” aan de hand van
de eigenschappen van het bronsignaal. Het is mogelijk dat
de hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt
worden. Zet het effectniveau in een dergelijk geval op
“LOW”.
Page 55
Selecteren van de nachtluisterfunctie
De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, zoals ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan.
Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”
afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
1
Druk herhaaldelijk op NIGHT op het voorpaneel (of
zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP
en druk op NIGHT op de afstandsbediening) om te
kiezen tussen “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC”.
NIGHT
of
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
• Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
• Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
AMP
SOURCE
TV
NIGHT
+
10
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
Opmerkingen
• In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties
niet gebruiken:
– wanneer de Pure Direct functie (zie bladzijde 50) is
ingeschakeld.
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 41).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting zit.
• Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt
mede af van het weergegeven materiaal en van uw
instellingen voor surroundweergave.
BASISBEDIENING
2
Druk op l / h
op de afstandsbediening om het
effectniveau te regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of
“NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het display
op het voorpaneel
.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
Keuzes: MIN, MID, MAX
• Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
• Selecteer “MID” voor standaard compressie.
• Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
Nederlands
53 Nl
Page 56
FM/AM AFSTEMMEN
FM/AM AFSTEMMEN
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5
groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
Opmerking
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen
■ Functies voorpaneel
1
AUDIO
SELECT
INPUT
PROGRAM
1 INPUT keuzeknop
Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron.
2 A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E) (zie
bladzijde 58).
3 PRESET/TUNING l / h
• Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt
op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 58).
• Selecteert de frequentie waarop u wilt afstemmen
wanneer de dubbele punt (:) niet getoond wordt op het
display (zie bladzijde 57).
4 PRESET/TUNING, EDIT
• Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
• Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 59).
754326
MEMORY
MULTI ZONE
S VIDEO
PRESET/
TUN
EDIT
VIDEO
G
IN
VIDEO AUX
CONTROL
TONE
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
YPAO
OPTIMIZER
MIC
PRESET/TUNING
SILENT CINEMA
PHONES
5 FM/AM
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (zie bladzijde 56).
6 MEMORY
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie
bladzijde 58).
7 TUNING MODE
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 56).
FM/AM
ZONE 2
ZONE ON/OFF
L
AUDIO
MAN'L/AUTO FM
ZONE 3
R
TUNING
MODE
ZONE CONTROLS
OPTICAL
54 Nl
Page 57
FM/AM AFSTEMMEN
■ Afstandsbedieningsfuncties
Opmerking
Een afstandsbediening voor Zone 2/Zone 3 wordt alleen meegeleverd met modellen voor de V.S., Canada, Australië, het V.K., China,
Azië en met Algemene modellen.
POWER
POWER
POWER
1
PHONO
V-AUX/DOCK
DTV
STANDBY
AV
TV
TUNER CD
CBL/SAT
VCR 1
AUDIO SEL
MD/TAPE
DVR/VCR 2
SLEEP
MULTI CH IN
CD-R
DVD
1
TUNER
DTV
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
POWER
STANDBY
CD
CD-R
PHONO
MD/TAPE
DVD
V-AUX/DOCK
SELECT
AMP
+
+
2
3
4
A/B/C/D/E
CLASSICAL
FREQ/TEXT
TV VOL
TV MUTE
LEVEL
TITLE
BAND
RETURN
STEREO
DISC SKIP
OFF
+
–
1
5
9
REC
ON
CH
TV INPUT
PRESET/CH
ENTER
LIVE/CLUB
2
SUR. DECODE
6
0
EON
MACRO
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
SELECT
NIGHT
MODE PTY SEEK
LEARN
VOLUME
3
7
+
SOURCE
Zet op
TV
––
MUTE
10
CLEAR
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
MOVIE
4
EXTD SUR.
8
ENHANCER
ENT
START
RENAME
SOURCE
5
6
1 TUNER
Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron. Dit toestel
zal afstemmen op de laatst geselecteerde zender.
2 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (zie bladzijde 56). Dit toestel zal afstemmen
op de laatst geselecteerde AM of FM zender.
3 PRESET/CH k / n
Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8)
kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 59).
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender
te selecteren (zie bladzijde 60).
PRESET
3
6
VOLUME
A/B/C/D/E
MUTE
ID1
ID2
ZONE 3
ZONE 2
5 A/B/C/D/E l / h, A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E) (zie
bladzijde 58).
6 Radio Data Systeem toetsen
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display
instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT
functie (als de zender in kwestie de corresponderende
diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie
bladzijde 62).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie
bladzijde 63).
PTY SEEK START
Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u
het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de
PTY SEEK functie (zie bladzijde 63).
EON
Hiermee kunt u het programmatype selecteren
(NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u
automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 64).
BASISBEDIENING
Nederlands
55 Nl
Page 58
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch afstemmen
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
FM/AM
UNING
T
EDIT
MULTI ZONE
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
PHONES
NIGHT
MODE
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
ZONE 2
L
R
AUDIO
OPTICAL
43231
1Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
Voorpaneel
2Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
FMAM
of
VOLUME
3Druk op TUNING MODE zodat de AUTO
indicator op het display oplicht.
TUNING
MODE
AFM 97.70MHz
AUTO
Licht opGeen dubbele punt (:)
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
PRESET/
TUNING
EDIT
4Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
• Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
• Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
56 Nl
PRESET/TUNING
AFM 97.70MHz
TUNED
Licht op
Page 59
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig afstemmen
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Opmerking
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
PHONES
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
FM/AM
UNING
T
EDIT
MULTI ZONE
ZONE 2
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
NIGHT
MODE
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
43231
1Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
VOLUME
3Druk op TUNING MODE zodat de AUTO
indicator van het display verdwijnt.
TUNING
MODE
AFM 97.70MHz
Geen dubbele punt (:)
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
PRESET/
TUNING
EDIT
4Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
PRESET/TUNING
BASISBEDIENING
Voorpaneel
2Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
FMAM
of
Nederlands
57 Nl
Page 60
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch voorprogrammeren
U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 8
voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de
bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
UNING
T
EDIT
MULTI ZONE
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
PHONES
NIGHT
MODE
FM/AM
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
ZONE 2
L
R
AUDIO
OPTICAL
321
1Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
Voorpaneel
2Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
FM
VOLUME
3Houd MEMORY tenminste 3 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5
seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
A1:FM 97.70MHz
Knippert
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
• U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel
moet beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op
A/B/C/D/E en vervolgens herhaaldelijk op PRESET/
TUNING l / h nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste
zender zal worden opgeslagen.
• U kunt automatisch laten beginnen met afstemmen en
opslaan van FM zenders in lagere frequenties. Druk op
PRESET/TUNING zodat de dubbele punt (:) verdwijnt
van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op
PRESET/TUNING l nadat u MEMORY tenminste 3
seconden ingedrukt heeft gehouden.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen
nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
worden opgeslagen bij het automatisch
voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt
opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op
bladzijde 59.
• Alleen Radio Data Systeem zenders worden opgeslagen
bij het automatisch voorprogrammeren.
MEMORY
AUTO
Knippert
58 Nl
Page 61
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig voorprogrammeren
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
PHONES
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
FM/AM
TUNING
EDIT
MULTI ZONE
ZONE 2
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
NIGHT
MODE
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
42,53
1Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie de bladzijden 56 en 57 voor aanwijzingen over
hoe u moet afstemmen op een zender.
2Druk op MEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer 5
seconden lang op het display op het voorpaneel.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
VOLUME
MEMORY
Knippert
4Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
• Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
• Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
PRESET/TUNING
A1:FM 97.70MHz
Voorkeuzenummer
Knippert
5Druk op MEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
MEMORY
BASISBEDIENING
3Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om een
voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E)
terwijl de MEMORY indicator knippert.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
A/B/C/D/E
A :FM 97.70MHz
Voorkeuzegroep
Dubbele punt (:)
Knippert
MEMORY
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
A1:FM 97.70MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Nederlands
59 Nl
Page 62
FM/AM AFSTEMMEN
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
TUNING
EDIT
MULTI ZONE
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
PHONES
NIGHT
MODE
FM/AM
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
ZONE 2
L
R
AUDIO
OPTICAL
21
AMP
+
+
+
TV VOL
–
TV MUTE
LEVEL
TITLE
BAND
1,2
A/B/C/D/E
RETURN
y
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op SOURCE te zetten en vervolgens
op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron
te selecteren.
PRESET/CH
CH
TV INPUT
ENTER
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
VOLUME
SOURCE
1
TV
––
MUTE
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
VOLUME
2Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel (of PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
PRESET/CH
PRESET/TUNING
Voorpaneel
A1:FM 97.70MHz
of
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
ENTER
1Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of zet
de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
SOURCE en druk op A/B/C/D/E l / h op de
afstandsbediening) om de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
A/B/C/D/E
Voorpaneel
of
PRESET/CH
AMP
SOURCE
TV
Afstandsbediening
A/B/C/D/E
ENTER
60 Nl
Page 63
FM/AM AFSTEMMEN
Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
PHONES
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
FM/AM
UNING
T
EDIT
MULTI ZONE
ZONE 2
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
NIGHT
MODE
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
3 2,43
1Selecteer voorkeuzezender “E1” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 60.
2Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
PRESET/
TUNING
EDIT
VOLUME
3Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 60.
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
A5:FM 97.70MHz
Knippert
4Druk nog eens op EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van
plaats wisselen.
PRESET/
TUNING
EDIT
MEMORY
Knippert
BASISBEDIENING
E1:FM 97.70MHz
EDITE1-A5
MEMORY
KnippertKnippert
Nederlands
61 Nl
Page 64
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
Opmerking
Raadpleeg “FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen” op
bladzijde 54 voor informatie over de functies en
bedieningsorganen voor het Radio Data Systeem.
FREQ/TEXT
REC
DISC SKIP
ON
OFF
START
CLEAR
LEARN
MACRO
RENAME
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
• U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
• U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
1Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
• Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 58).
• U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender.
2Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
FREQ/TEXT
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
• Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
• Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
62 Nl
Page 65
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie)
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
y
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio
Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 58).
PHONO
TUNER CD
CBL/SAT
TV INPUT
MULTI CH IN
CD-R
MD/TAPE
VCR 1
DVD
DVR/VCR 2
SELECT
AMP
+
+
SOURCE
VOLUME
CH
TV
––
MUTE
2
4
1
V-AUX/DOCK
1
DTV
+
TV VOL
–
TV MUTE
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op TUNER op de afstandsbediening,
selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron.
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
CLASSICAL
STEREO
FREQ/TEXT
TUNER
LEVEL
TITLE
BAND
RETURN
REC
DISC SKIP
PRESET/CH
SET MENU
PURE DIRECT
MENU
SRCH MODE
ENTER
AUDIO
PARAMETER
STRAIGHT
DISPLAY
EFFECT
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
SUR. DECODE
6
0
EON
SELECT
7
NIGHT
+
10
MODE PTY SEEK
EXTD SUR.
ENHANCER
4
8
ENT
START
3,5
1
5
9
4Druk op PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
ProgrammatypeBeschrijving
NEWS
AFFAIRS
INFO
SPORT
EDUCATE
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
Nieuws
Actualiteiten
Algemene informatie
Sport
Educatief
Theater
Cultuur
Wetenschap
POP M
Licht op
BASISBEDIENING
2Druk herhaaldelijk op BAND en selecteer
“FM” als de radioband.
LEVEL
TITLE
BAND
FM
3Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of “NEWS”
zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel.
MODE PTY SEEK
NEWS
Knippert
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
VARIED
POP M
ROCK M
M.O.R. M
LIGHT M
CLASSICS
OTHER M
Licht amusement
Populaire muziek
Rock muziek
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
Licht klassiek
Klassiek
Overige muziek
Nederlands
63 Nl
Page 66
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
5Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
PTY SEEK
START
POP M
KnippertLicht op
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te
drukken.
Opmerkingen
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken
naar een andere zender met een programma van het
gewenste type.
PTY HOLD
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van
andere netwerken (Enhanced
Other Networks; EON)
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
EON
DISC SKIP
REC
1Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display,
dient u af te stemmen op een ander Radio Data
Systeem programma waarbij de EON indicator wel
gaat branden.
START
64 Nl
EON
Page 67
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
3Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
EON
NEWS
Licht op
y
• Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
• Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE te
zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de
“TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
BASISBEDIENING
65 Nl
Nederlands
Page 68
GEBRUIKEN MET EEN IPOD
GEBRUIKEN MET EEN iPod
Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 27), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 52).
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
• Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van
andere componenten” op bladzijde 95.
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 120.
• Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) aangesloten op de
DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
• Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
• Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
• De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt
dat dit toestel de batterij van een aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “STANDBY
CHRG” parameter in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 93).
• Terwijl de aangesloten iPod wordt opgeladen terwijl dit toestel uit (standby) staat, zal de oplaadindicator (zie bladzijde 10) getoond
worden op het display op het voorpaneel. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen (of 4 uur nadat er met opladen is begonnen), zal
de indicator van het display verdwijnen.
iPod bediening
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is
geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via
het in-beeld display van dit toestel (menufunctie) of
zonder dit hulpmiddel (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie).
■ Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het inbeeld display van dit toestel.
y
• U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken.
• U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
■ Bedienen van een iPod met de
menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met
behulp van het in-beeld display van dit toestel. De naam
van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het
voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met
de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie
bladzijde 91). U kunt via het in-beeld display ook door de
muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien
instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke
voorkeuren.
Opmerkingen
• U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
• Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
• Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het
display op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit
toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via
het in-beeld display. Druk op ENTER op de afstandsbediening
om heen en weer te schakelen tussen de “Settings” instellingen.
• U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op
uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats
daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de
gewenste foto of videoclip te selecteren.
66 Nl
Page 69
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk vervolgens op DISPLAY
op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
AMP
SOURCE
TV
iPodTop
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Settings
PARAMETER
DISPLAY
>
>
>
>
>
>
>
2Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening om het iPod menu te
bedienen en druk vervolgens op ENTER om
het geselecteerde muziekstuk weer te laten
geven.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
GEBRUIKEN MET EEN iPod
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Opmerking
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal
“” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
• Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Opmerking
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off” staat, zal
“” of “” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Settings (instellingen)
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
• Settings > Shuffle, Repeat
Nederlands
67 Nl
Page 70
OPNEMEN
OPNEMEN
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
LET OP
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de
DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS
materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende
instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale
audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding
van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 50), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 83) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 45) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is
aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
• S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
• Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
2Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
TUNING
EDIT
MULTI ZONE
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
PHONES
NIGHT
MODE
FM/AM
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
ZONE 2
L
R
AUDIO
OPTICAL
VOLUME
2
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
PHONO
V-AUX/DOCK
2
DTV
TUNER CD
CBL/SAT
VCR 1
AUDIO SEL
MD/TAPE
DVR/VCR 2
SLEEP
MULTI CH IN
CD-R
DVD
afstandsbediening) om de signaalbron
waarvan u wilt opnemen te selecteren.
INPUT
PHONO
TUNER CD
V-AUX/DOCK
of
CBL/SAT
DTV
VoorpaneelAfstandsbediening
CD-R
MD/TAPE
VCR 1
DVR/VCR 2
DVD
3Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4
1Zet alle aangesloten componenten aan.
Start de opname op de opnemende component.
68 Nl
Page 71
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
Veranderen van
geluidsveldparameter instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
Opmerking
U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet
veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION
MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 92). Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD”
op “OFF” in te stellen.
AMP
+
+
+
TV VOL
–
TV MUTE
LEVEL
TITLE
BAND
4
A/B/C/D/E
RETURN
CLASSICAL
1
STEREO
3
SUR. DECODE
5
9
TV INPUT
PRESET/CH
ENTER
LIVE/CLUB
SOURCE
VOLUME
CH
––
MUTE
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
2
3
SELECT
7
6
NIGHT
+
10
0
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
MOVIE
4
EXTD SUR.
8
ENHANCER
ENT
2
TV
2,5
3Druk net zo vaak op één van de toetsen voor
de geluidsveldprogramma’s tot u het
geluidsveldprogramma dat u wilt instellen
geselecteerd heeft.
LIVE/CLUB
CLASSICAL
1
STEREO
5
ENTERTAIN
2
MOVIE
3
4
4Druk op k / n om de gewenste
geluidsveldparameter te selecteren en
vervolgens op l / h om de ingestelde
waarde te veranderen.
• Druk op h om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op l om de ingestelde waarde te verlagen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
GEAVANCEERDE
BEDIENING
1Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op PARAMETER
op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
• Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor
elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 70.
• Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere
waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (asterisk; *)
bij de parameternaam op het in-beeld display verschijnen.
• Herhaal de stappen 3 en 4 indien u nog andere parameters voor
dit geluidsveldprogramma wilt veranderen.
• Voor sommige geluidsveldprogrammafs zijn zoveel parameters
beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld
display beslaan. Druk in een dergelijk geval op k / n om door
de verschillende schermen te balderen.
•Als u l / h ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde van
een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke fabrieksinstelling
kort op het display op het voorpaneel worden getoond.
• Gebruik de “PARAM. INI” functie in het “OPTION MENU”
om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een
groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 92).
• Om de parameters voor het geselecteerde
geluidsveldprogramma allemaal terug te zetten (initialiseren),
drukt u net zo vaak op n tot u “PARAM. INIT” geselecteerd
heeft, waarna u herhaaldelijk op h drukt.
5Druk op PARAMETER om het display met de
geluidsveldparameters uit te schakelen.
PARAMETER
DISPLAY
Nederlands
69 Nl
Page 72
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
■ Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
y
Voor details met betrekking tot het veranderen van ingestelde waarden voor geluidsveldparameters, zie bladzijde 69.
GeluidsveldparameterKenmerken
DSP LEVEL
INIT.DLY
P.INIT.DLY
S.INIT.DLY
SB INI.DLY
DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk
van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten
opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen
het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing
daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij de luisteraar
lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde
voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY en P.INIT.DLY)
1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY och SB INI.DLY)
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Niveau
Tijd
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend oppervlak
Niveau
Tijd
Vertraging
Niveau
Tijd
Vertraging
70 Nl
Kleine waarde = 1 msGrote waarde = 99 ms
Page 73
GeluidsveldparameterKenmerken
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
ROOM SIZE
P.ROOM SIZE
S.ROOM SIZE
SB ROOM SIZE
LIVENESS
S.LIVENESS
SB LIVENESS
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Niveau
TijdTijdTijd
Geluidsbron
Kleine waarde = 0.1
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit
van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht
afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker
in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid
weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch
“dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig”
genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen
wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Niveau
Niveau
Grote waarde = 2.0
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Instelbereik: 0 t/m 10
Niveau
Weinig weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0Grote waarde = 10
Dood
Tijd
Niveau
Brongeluid
TijdTijd
Niveau
Levendig
Veel weerkaatst
geluid
Nederlands
71 Nl
Page 74
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
GeluidsveldparameterKenmerken
REV.TIME
REV.DELAY
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
NatrillingenBrongeluid
REV.TIME
Lange
natrillingen
Geluidsbron
Natrillingen
Vroege weerkaatsingen
60 dB60 dB60 dB
REV.TIME
Korte
natrillingen
Kleine waarde = 1.0sGrote waarde = 5.0s
REV.TIME
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid
en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de
natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
REV.LEVEL
Brongeluid
Niveau
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
REV.DELAY
REV.TIME
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Dialoog-lift. Deze parameter regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door
sommige elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de
aanwezigheidsluidsprekers. Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de
weergave van de voor- en middenkanalen.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: AUTO, OFF
y
• Selecteer “AUTO” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling automatisch alleen te
laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 50).
• Selecteer “OFF” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren
wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers
omgeleid worden naar de subwoofer:
– “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 80).
– “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 81) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld
op “SWFR” (zie bladzijde 80).
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts
aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo
weergavefunctie.
Instelbereik: 0 tot 100%
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Selecteren van decoders
■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals
materiaal (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen
met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt
2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op
SUR. DECODE op de afstandsbediening om
de surround decoderfunctie te selecteren.
AMP
SOURCE
TV
SUR. DECODE
6
2Druk herhaaldelijk op SELECT op de
afstandsbediening om de gewenste decoder
te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
SELECT
7
y
• U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en
vervolgens herhaaldelijk op l / h op de
afstandsbediening te drukken.
• U kunt desgewenst de instellingen voor de decoder
wijzigen. Druk op PARAMETER en vervolgens
herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening om de
gewenste decoderparameter te selecteren. U kunt de
ingestelde waarde voor de geselecteerde parameter
veranderen door herhaaldelijk op l / h op de
afstandsbediening te drukken.
Nederlands
73 Nl
Page 76
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
■ Decoder beschrijvingen
Toets
afstandsbediening
SUR.DECODE
6
Categorie van het
programma
SURROUND DECODE
Naam van het
programma
PLIIxMusic
PLIIMusic
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder
kan niet worden gebruikt wanneer “SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82).
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
SUR.DECODE
6
SURROUND DECODE
PLIIx Movie
PL II Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82).
SUR.DECODE
6
SURROUND DECODE
PLIIx Music
PL II Music
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82).
PANORAMADIMENSIONCENTER WIDTH
SUR.DECODE
6
SURROUND DECODE
PLIIx Game
PL II Game
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82).
SUR.DECODE
6
SURROUND DECODENeo: 6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
SUR.DECODE
6
SURROUND DECODENeo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
C. IMAGE
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor Dolby Digital, DTS of DTS 96/24 materiaal, zal dit toestel automatisch het
“SURROUND DECODE Dolby Digital”, “SURROUND DECODE DTS” of “SURROUND DECODE DTS 96/24” programma
selecteren.
74 Nl
Page 77
Decoder parameter beschrijvingen
DecoderparameterKenmerken
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
PANORAMA
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
DIMENSION
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
CENTER WIDTH
DTS Neo:6 Music
C.IMAGE
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: OFF, ON
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een
grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang
met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0.3
(geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers
weergegeven)
■ Selecteren van de met
geluidsveldprogramma’s te gebruiken
decoders
Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt
gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s (behalve
met “Mono Movie”). Zie bladzijde 47 voor details over
MOVIE geluidsveldprogramma’s.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
MOVIE op de afstandsbediening tot u het
gewenste MOVIE geluidsveldprogramma
heeft geselecteerd.
AMP
SOURCE
TV
MOVIE
4
y
U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en
vervolgens herhaaldelijk op l / h op de afstandsbediening
te drukken.
Beschikbare decoders
DecoderFuncties
PRO LOGIC
PLIIx Movie
PLII Movie
Neo:6 Cinema
Dolby Pro Logic verwerking
voor elk bronmateriaal
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby
Pro Logic II) verwerking voor
filmmateriaal. De Pro Logic IIx
decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “SB L/R SP” op
“NONE” is ingesteld (zie
bladzijde 82).
DTS verwerking voor
filmmateriaal
GEAVANCEERDE
BEDIENING
2Druk herhaaldelijk op SELECT om de
decoder te selecteren die u wilt gebruiken
met het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
Nederlands
75 Nl
Page 78
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
■ Selecteren van decoders voor
multikanaals materiaal
Als u surround achter-luidsprekers heeft aangesloten, kunt
u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave
van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby
Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk herhaaldelijk op EXTD SUR.
op de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen 5.1- of 6.1/7.1-kanaals
weergave.
AMP
SOURCE
TV
EXTD SUR.
8
2Druk herhaaldelijk op l / h om een decoder
te selecteren terwijl de naam van de decoder
getoond wordt.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Automatisch AUTO
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1/
7.1 kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1/
7.1 kanalen worden weergegeven.
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders.
DecoderFuncties
PLIIxMovie
q D+PLIIx Movie
DTS+PLIIx Movie
MPCM+PLIIx Movie
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 7.1
kanalen met de Pro Logic IIx
filmdecoder.
DSD+PLIIx Movie
PLIIxMusic
q D+PLIIx Music
DTS+PLIIx Music
MPCM+PLIIx Music
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 6.1/
7.1 kanalen met de Pro Logic
IIx muziekdecoder.
DSD+PLIIx Music
DTS ES
DTS 96/24 ES
DOLBY D EX
DTS+DOLBY EX
MPCM+DOLBY EX
DSD+DOLBY EX
Voor weergave van DTS
signalen via 6.1/7.1 kanalen
met de DTS-ES decoder.
Voor weergave van
multikanaals materiaal via
6.1/7.1 kanalen met de Dolby
Digital EX decoder.
Uit OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te
creëren.
Opmerkingen
• “PLIIx Movie” is alleen beschikbaar wanneer “SB L/R SP” (zie
bladzijde 82) is ingesteld op “SMLx2” of “LRGx2”.
• Sommige discs met 6.1/7.1-kanaals materiaal hebben geen
aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan
detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1/7.1-kanaals
materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIx
Music”, “EX/ES” of “EX”) te kiezen.
• In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
– wanneer “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 81) of “SB L/R SP”
(zie bladzijde 82) op “NONE” staat.
– wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
– wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
– wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 51) of Pure Direct (zie
bladzijde 50) functie is ingeschakeld.
• Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar “AUTO”.
• De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82).
76 Nl
Page 79
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN
(MANUAL SETUP)
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis
van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
■ Automatische setup AUTO SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 32).
■ Handmatige setup MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Basismenu 1 BASIC MENU
Gebruik dit menu om met de hand de basisinstellingen voor uw systeem aan te passen.
ParameterKenmerken
A)SPEAKER SET
B)SP LEVEL
C)SP DISTANCE
D)TEST TONE
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen en de crossover frequentie.
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
Aan of uit zetten van de testtoon voor de SPEAKER SET, SPEAKER LEVEL en SP
DISTANCE instellingen.
Bladzijde
80
83
83
84
Geluidsmenu 2 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
ParameterKenmerken
A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC RANGE
D)AUDIO SET
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
Aanpassen van de volume-afname bij het tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave
(MUTE), de audiovertraging en de instellingen voor het passeren van de toonregeling.
Bladzijde
84
85
85
86
GEAVANCEERDE
BEDIENING
E)HDMI SET
Selecteren van de component voor weergave van HDMI audiosignalen.
86
Nederlands
77 Nl
Page 80
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Ingangsmenu 3 INPUT MENU
Via dit menu kunt u met de hand de in- en uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
ParameterKenmerken
A)I/O ASSIGNMENT
B)INPUT RENAME
C)VOLUME TRIM
D)DECODER MODE
E)MULTI CH SET
Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden
componenten.
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
Selecteren van de ingangsfunctie voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL
INPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Instellen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor de
broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen naartoe moeten.
Optiemenu 4 OPTION MENU
Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen.
ParameterKenmerken
A)DISPLAY SET
B)MEMORY GUARD
C)AUDIO SELECT
D)DECODER MODE
Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen.
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU”
instellingen.
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
Kiezen of u de instellingen wilt initialiseren of eerder gemaakte instellingen wilt oproepen
voor de ingangsfunctie die geselecteerd is in het INPUT MENU.
Bladzijde
87
88
89
89
89
Bladzijde
90
92
92
92
E)PARAM.INI
F)ZONE SET
G)DOCK SET
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
Aanpassen van de Zone 2 en Zone 3 parameters.
Instellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl
dit toestel zelf uit (standby) staat.
■ Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 42).
92
93
93
78 Nl
Page 81
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Gebruiken van het SET MENU
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
AMP
AMP
+
+
+
+
+
+
TV VOL
TV VOL
–
–
TV MUTE
TV MUTE
LEVEL
LEVEL
TITLE
TITLE
BAND
BAND
2-6
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
XM MEMORY
CLASSICAL
CLASSICAL
STEREO
STEREO
RETURN
RETURN
1
1
5
5
9
9
y
• U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel
geluid aan het weergeven is.
• Als u op PARAMETER drukt terwijl u bezig bent in het “SET
MENU”, zal het “SET MENU” worden geannuleerd.
• Herhaal de volgende procedure om de diverse instellingen te
selecteren en te wijzigen.
• Druk op RETURN of l om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
Opmerking
U kunt sommige “SET MENU” parameters niet wijzigen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” is geselecteerd als
nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 53).
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU
om het “SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
AMP
SOURCE
TV
CH
CH
TV INPUT
TV INPUT
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
LIVE/CLUB
LIVE/CLUB
2
2
SUR. DECODE
SUR. DECODE
6
6
0
0
VOLUME
SET MENU
SET MENU
MENU
MENU
SRCH MODE
SRCH MODE
PARAMETER
PARAMETER
DISPLAY
DISPLAY
ENTERTAIN
ENTERTAIN
SELECT
SELECT
NIGHT
NIGHT
+
+
VOLUME
MUTE
MUTE
3
3
7
7
10
10
SOURCE
SOURCE
1
TV
TV
––
––
PURE DIRECT
PURE DIRECT
1,7
AUDIO
AUDIO
STRAIGHT
STRAIGHT
EFFECT
EFFECT
MOVIE
MOVIE
4
4
EXTD SUR.
EXTD SUR.
8
8
ENHANCER
ENHANCER
ENT
ENT
SET MENU
MENU
SRCH MODE
2Druk op k / n en selecteer “MANUAL
SETUP”.
PRESET/CH
SET MENU
ENTER
A/B/C/D/E
;AUTO SETUP
. ;MANUAL SETUP
. ;SIGNAL INFO
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
3Druk op ENTER om de “MANUAL SETUP” te
openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
PRESET/CH
;MANUAL SETUP
.1BASICMENU
2SOUNDMENU
ENTER
A/B/C/D/E
3INPUTMENU
4OPTIONMENU
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
y
U kunt ook op h drukken om het geselecteerde menuonderdeel te openen.
4Druk herhaaldelijk op k / n om het gewenste
menu te selecteren en druk op ENTER om het
te openen.
De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het
“SOUND MENU” wordt geselecteerd.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
GEAVANCEERDE
BEDIENING
SET MENU
.;AUTOSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNALINFO
p
[ ]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
2 SOUND
MENU 1/2
. A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC RANGE
D)AUDIO SET
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
2 SOUND
. E)HDMI SET
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
MENU 2/2
p
p
Nederlands
79 Nl
Page 82
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
5Druk herhaaldelijk op k / n om het gewenste
submenu te selecteren en druk op ENTER
om het te openen.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “LFE
LEVEL” wordt geselecteerd.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
B)LFE LEVEL
.SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
p
[]/[]:Up/Down
p
[]/[]:Adjust
p
[
6Druk op k / n om de gewenste parameter te
selecteren en vervolgens op l / h om de
instelling te wijzigen.
• Druk op h om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op l om de ingestelde waarde te verlagen.
PRESET/CH
PRESET/CH
1 BASIC MENU
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen
wijzigen.
2 BASIC
MENU
. A)SPEAKERSET
B)SPLEVEL
C)SPDISTANCE
D)TESTTONE
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen.
y
• Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen
aan uw voorkeuren.
• Wanneer de diameter van de woofer van de box groter is dan
16 cm, dient u de corresponderende luidspreker-instelling op
“LARGE” (of “LRG”) te zetten.
LFE/Bass out LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: SWFR, FRONT, BOTH
A/B/C/D/E
ENTER
A/B/C/D/E
ENTER
7Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
LFE/BASS OUT
SWFRFRONTBOTH
• Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer
aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage
tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de
subwoofer gedirigeerd.
• Selecteer “FRONT” (voor) als u geen subwoofer heeft
aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de
linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd worden naar de
linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de
“FRONT SP” instelling (zie bladzijde 80).
• Selecteer “BOTH” (beide) als u een subwoofer
aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke
signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de
LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. De
lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen
naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de
subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT
SP” instelling (zie bladzijde 80).
[
80 Nl
Page 83
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Voor-luidsprekers FRONT SPKeuzes: SMALL, LARGE
FRONT SP
SMALLLARGE
• Selecteer “SMALL” (klein) als u kleine voorluidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen
weer te geven. De lage tonen in de signalen voor de
linker en rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij
“LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden (zie bladzijde 80).
• Selecteer “LARGE” (groot) als u grote voorluidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer
te geven. Alle signalen voor de linker en rechter
voorkanalen worden naar de linker en rechter voorluidsprekers gedirigeerd.
Opmerkingen
• Als “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT” (zie
bladzijde 80), zullen eventuele LFE signalen in Dolby Digital of
DTS bronsignalen, de lage tonen in de linker en rechter
voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “SML” (of “SMALL”) allemaal gedirigeerd
worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de
“FRONT SP” instelling.
• Wanneer “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT” (zie
bladzijde 80), kunt u alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT SP”.
Als “FRONT SP” van tevoren op een andere instelling dan
“LARGE” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch
veranderen naar “LARGE”.
Midden-luidspreker CENTER SPKeuzes: NONE, SML, LRG
[
• Selecteer “LRG” (groot) als u een grote middenluidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te
geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden
naar de midden-luidspreker gedirigeerd.
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen surroundluidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het
toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie
bladzijde 49) en zal “SB L/R SP” automatisch op
“NONE” (geen) worden ingesteld.
• Selecteer “SML” (klein) als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en
rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS
OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden.
• Selecteer “LRG” (groot) als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage
tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd.
[
GEAVANCEERDE
BEDIENING
CENTER SP
NONESMLLRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen middenluidspreker heeft aangesloten. De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter voorluidsprekers worden gestuurd.
• Selecteer “SML” (klein) als u een kleine middenluidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen
weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal
zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn
geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”.
[
Nederlands
81 Nl
Page 84
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround achterluidsprekers heeft aangesloten. De signalen voor het
surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter
surround-luidsprekers worden gestuurd.
• Selecteer “SMLx1” (klein x 1) als u een kleine
surround achter-luidspreker heeft die niet goed in staat
is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit de linker
en rechter surround-achterkanalen zullen gedirigeerd
worden naar de luidsprekers die zijn geselecteerd bij
“LFE/BASS OUT” en de rest van de surroundachterkanalen zal naar de linker surround achterluidspreker worden gestuurd.
• Selecteer “SMLx2” (klein x 2) als u twee kleine
surround achter-luidsprekers heeft die niet goed in staat
zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de
linker en rechter surround-achterkanalen zullen naar de
bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden.
• Selecteer “LRGx1” (groot x 1) als u een grote surround
achter-luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen
weer te geven. Het hele toonbereik van de linker en
rechter surround-achterkanalen zal naar de linker
surround achter-luidspreker worden gestuurd.
• Selecteer “LRGx2” (groot x 2) als u twee grote
surround achter-luidsprekers heeft die goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de
linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de
linker en rechter surround achter-luidsprekers worden
gestuurd.
Aanwezigheidsluidsprekers PRESENCE SP
Gebruik deze functie wanneer u
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken met dit toestel.
Keuzes: NONE, YES
Lage tonen crossover CROSS OVER
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor
alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of
op “NONE” via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 80 en 82).
Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de
subwoofer worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn
ingesteld op “LRG” (of “LARGE”) via “SPEAKER SET” (zie
de bladzijden 80 en 82).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
CROSS OVER
FREQ;;;80Hz
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven,
kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen.
Keuzes: NORMAL, REVERSE
02ASUBWOOFER PHASE
NORMALREVERSE
[
• Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw
subwoofer niet wilt omkeren.
•
Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer om te keren
Gebruik deze functie om de voorkeur te geven aan hetzij uw
aanwezigheidsluidsprekers, hetzij uw surround achter-luidsprekers
bij het afspelen van materiaal met signalen voor een surround
achterkanaal met de CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: PRNS, SB
PRIORITY
.
PRESENCE SP
NONEYES
[
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen
aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten.
• Selecteer “YES” (ja) als u wel
aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten en deze
ook wilt gebruiken.
82 Nl
PRNS SB
[
• Selecteer “PRNS” als u uw aanwezigheidsluidsprekers
wilt gebruiken, ook wanneer er wel een surround
achterkanaal binnenkomt. De signalen voor het
surround achterkanaal zullen worden weergegeven via
de suround-luidsprekers.
• Selecteer “SB” als u uw surround achter-luidsprekers
wilt gebruiken wanneer er een surround achterkanaal
wordt gedetecteerd in een CINEMA DSP programma.
Eventuele signalen voor een aanwezigheidskanaal
zullen worden weergegeven via de voor-luidsprekers.
Page 85
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
■ Luidsprekerniveau B)SP LEVEL
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 80) geselecteerde
luidsprekers.
Instelbereik: –10,0 t/m +10,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling:
FR. L/FR. R/SWFR/PR. L/PR. R: 0 dB
CENT./SUR. L/SUR. R/SB L/SB R: –1,0 dB
B)SP
LEVEL
-__________+
.FR.L;;;;;;;;;;
FR.R;;;;;;;;;;
CENT.;;;;;;;;;;
p
[]/[]:Up/Down
[p]/[[]:Adjust
• Selecteer “FR. L” om de balans voor de linker voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “FR. R” om de balans voor de rechter voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “CENT.” om de balans voor de middenluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SUR. L” om de balans voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SUR. R” om de balans voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SB L” om de balans voor de linker surround
achter-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SB R” om de balans voor de rechter
surround achter-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SWFR” om de balans voor de subwoofer in
te stellen.
• Selecteer “PR. L” om de balans voor de linker
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
• Selecteer “PR. R” om de balans voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
“PR. L” en “PR. R” kunnen niet worden ingesteld indien
“CENTER SP” (zie bladzijde 81), “SUR. L/R SP” (zie
bladzijde 81), “SB L/R SP” (zie bladzijde 82), “LFE/BASS
OUT” (zie bladzijde 80) en “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82)
zijn ingesteld op “NONE”.
• In plaats van “SB L” en “SB R”, zal “SB” worden getoond
indien “SB L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie
bladzijde 82).
p
■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes
vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op
hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
• Selecteer “FRONT L” om de afstand voor de linker
voor-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “FRONT R” om de afstand voor de rechter
voor-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “CENTER” om de afstand voor de middenluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SUR. L” om de afstand voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SUR. R” om de afstand voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SB L” om de afstand voor de linker
surround achter-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SB R” om de afstand voor de rechter
surround achter-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SWFR” om de afstand voor de subwoofer in
te stellen.
• Selecteer “PRNS L” om de afstand voor de linker
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
• Selecteer “PRNS R” om de afstand voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
p
p
[
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
83 Nl
Page 86
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Opmerkingen
• “CENTER”, “SUR. L”, “SUR. R”, “SB L”, “SB R”, “SWFR”,
“PRNS L” en “PRNS R” kunnen niet worden ingesteld indien
“CENTER SP” (zie bladzijde 81), “SUR. L/R SP” (zie
bladzijde 81), “SB L/R SP” (zie bladzijde 82), “LFE/BASS
OUT” (zie bladzijde 80) en “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82)
zijn ingesteld op “NONE”.
• In plaats van “SB L” en “SB R”, zal “SB” worden getoond
indien “SB L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie
bladzijde 82).
■ Testtoon D)TEST TONE
Aan of uit zetten van de testtoon voor de SPEAKER SET,
SP LEVEL en SP DISTANCE instellingen.
Keuzes: ON, OFF
D)TEST TONE
TEST TONE;;;;OFF
[]/[]:Select
)
)
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan
met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze
zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal
en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
2 SOUND MENU
Hiermee kunt u met de hand luidspreker-instellingen
wijzigen of compenseren voor vertragingen bij het
verwerken van videosignalen bij gebruik van LCD
monitoren of projectoren. De meeste SOUND MENU
parameters worden automatisch ingesteld wanneer u de
AUTO SETUP (zie bladzijde 32) laat doen.
2 SOUND
MENU 1/2
. A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC RANGE
D)AUDIO SET
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
■ Equalizer A)EQUALIZER
Gebruik deze functie om te kiezen tussen de
parametrische en de grafische equalizer.
Equalizer selecteren SELECT
Gebruik deze functie om het type equalizer te kiezen.
Keuzes: AUTO PEQ, GEQ, EQ OFF
A)EQUALIZER
SELECT;;;;;;;GEQ
2 SOUND
MENU 2/2
. E)HDMI SET
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
Opmerkingen
• Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u het
“BASIC MENU” verlaat.
• Als u “ON” kiest en het “SPEAKER SET”, “SP LEVEL” of
“SP DISTANCE” menu opent, zal de testtoon via de
geselecteerde luidsprekers worden weergegeven.
)
)
[]/[]:Adjust
[ENTER]:Enter
• Selecteer “AUTO PEQ” om de parametrische equalizer
zoals ingesteld via de “AUTO SETUP” (zie
bladzijde 32) te gebruiken.
• Selecteer “GEQ” om de ingebouwde 7frequentiebanden grafische equalizer zo in te stellen
dat de toonkleuren van de diverse luidsprekers met
elkaar overeenkomt. Druk op ENTER om het scherm
voor de grafische equalizer te openen.
• Selecteer “EQ OFF” om de equalizerfunctie uit te
schakelen.
Opmerking
U kunt alleen “AUTO PEQ” selecteren wanneer u eerst al de
“AUTO SETUP” heeft uitgevoerd (zie bladzijde 32). In dit geval
zal “AUTO PEQ” automatisch geselecteerd staan als de
standaardinstelling.
84 Nl
Page 87
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Graphische equalizer GEQ
Hiermee kunt u de toonkleur van de midden-, L/R
surround- en L/R surround achter-, surround achter-, L/R
aanwezigheidsluidsprekers en de subwoofer afstemmen
op die van de L/R voor-luidsprekers. U kunt instellingen
verrichten voor 7 frequentiebanden (63Hz, 160Hz, 400Hz,
1kHz, 2.5kHz, 6.3kHz, 16kHz).
Keuzes: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Druk op k / n om een frequentieband te selecteren en op l / h
om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
Opmerking
De “GEQ” parameter kan alleen worden ingesteld wanneer
“GEQ” is geselecteerd bij “SELECT”.
TesttoonTEST TONE
A)EQUALIZER
CHANNEL;;FRONTL
-______+
16kHz ;;;;;; 0.0dB
. TESTTONE;;;;OFF
p
[]/[]:Up/Down
p
[]/[]:Adjust
p[
Gebruik deze functie om instellingen te verrichten via de
“GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon. Om “TEST
TONE” te selecteren, dient u op het scherm voor de
grafische equalizer herhaaldelijk op n te drukken.
Keuzes: OFF, ON
• Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
• Selecteer “ON” om de geselecteerde luidsprekers
testtonen te laten produceren.
■ Niveau Lage Frequentie Effecten
B)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling
treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel
Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
B)LFE LEVEL
.SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
p
[]/[]:Up/Down
p
[]/[]:Adjust
p
[
Luidspreker SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT” (zie
bladzijde 80) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
■ Dynamisch bereik C)DYNAMIC RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Keuzes: MIN, STD, MAX
• Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een
laag volume wilt luisteren.
• Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
• Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste
dynamische bereik te behouden.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
C)DYNAMIC RANGE
.SP:MINSTDMAX
HP:MINSTDMAX
p
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Select
p[
Luidspreker SP
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
Hoofdtelefoon HP
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in.
[
[
p
Nederlands
85 Nl
Page 88
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
■ Audio instellingen D)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
D)AUDIO SET
. MUTE TYPE;;;FULL
A.DELAY;;;;;;0ms
TONE BYPASS;AUTO
LE>E
p
[]/[]:Up/Down
p
[]/[]:Adjust
[p
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTING TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt (zie
bladzijde 41).
Keuzes: FULL, –20dB
• Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
• Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio vertraging AUDIO DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
Passeren toonregeling TONE BYPASS
Gebruik deze functie om de geluidssignalen de
schakelingen voor de toonregeling helemaal te laten
negeren wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn
ingesteld (zie bladzijde 50).
Keuzes: AUTO, OFF
• Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
• Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeerd wordt.
■ HDMI instellingen E)HDMI SET
Gebruik deze functie om de component te selecteren die
de HDMI audiosignalen moet weergeven.
E)HDMI SET
SUPPORT AUDIO:
RX-V1700
[]/[]:Adjust
[p
Audio ondersteuning SUPPORT AUDIO
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Keuzes: RX-V1700, OTHER
• Kies “RX-V1700” om HDMI audiosignalen weer te
laten geven door dit toestel. De HDMI audiosignalen
die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van
dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
• Kies “OTHER” om HDMI audiosignalen weer te laten
geven door een andere HDMI component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Opmerking
De HDMI videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel, worden altijd
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
86 Nl
Page 89
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
3 INPUT MENU
Via dit menu kunt u de in-/uitgangsaansluitingen
toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
3 INPUT
MENU 1/2
. A)I/OASSIGNMENT
B)INPUT RENAME
C)VOLUME TRIM
D)DECODER MODE
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
■ Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
A)I/O ASSIGNMENT
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
(of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
y
De naam van de signaalbron tussen haakjes geeft de standaard
ingestelde signaalbron aan.
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Voor de OPTICAL OUTPUT aansluitingen 8 en 9
OPTICAL OUT
1Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
Keuzes: (8) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V- AUX
(9) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V- AUX
OPTICAL
OUT
.(8);;;;;MD/TAPE
(9);;;;;;;CD-R
(MD/TAPE )
(CD-R)
2Druk op l / h op de afstandsbediening om
de afstandsbediening om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te
selecteren.
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
DTV
CBL/SAT
CD-R
MD/TAPE
VCR 1
DVR/VCR 2
DVD
de “_” (onderstreping) onder de spatie of het
teken dat u wilt bewerken te plaatsen.
Opmerkingen
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Wanneer u een bepaalde component zowel met de DIGITAL
INPUT (COAXIAL) als met de DIGITAL INPUT (OPTICAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Voor HDMI IN aansluitingen 1 en 2 HDMI IN
Keuzes: [IN1] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1,
DVR/VCR 2, V-AUX
[IN2] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1,
DVR/VCR 2, V-AUX
HDMI IN
.[IN1];;; DVD
■ Signaalbronnen nieuwe namen geven
B) INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die
op het in-beeld display op het voorpaneel verschijnen veranderen.
DVD-> DVD
[p]/[[]:Position
[]/[]:Chara.
( DVD )
[IN2];;;CBL/SAT
(CBL/SAT)
C)INPUT
RENAME
________
p
p
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
3Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met l / h naar het
volgende teken.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Opmerkingen
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op n om de tekens als volgt te laten veranderen, of
druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, 0 t/m 9, a t/m z, symbolen (#, *, –, +, enz.),
spatie.
4Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
y
• Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of
uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen
en component video ingangsaansluitingen.
• U kunt ook de naam van de signaalbron zoals die verschijnt in
het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen.
Raadpleeg “Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster
verschijnen” op bladzijde 99.
88 Nl
5Druk nog eens op SET MENU op de
afstandsbediening om de “INPUT RENAME”
functie af te sluiten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Page 91
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
■ Volume Trim C)VOLUME TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar
afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden
dat het volume plotseling verandert wanneer u
overschakelt naar een andere signaalbron.
Keuzes: TUNER, PHONO, CD, CD-R, MD/TAPE,
DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX, DOCK, MULTI CH
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden
geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen.
■ Decoderfunctie D)DECODER MODE
Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen.
U kunt de opnieuw toegewezen digitale
ingangsaansluitingen instellen voor bepaalde
audiosignalen (DTS, enz.).
Keuzes: AUTO, DTS
D)DECODER MODE
.CD ;;;;AUTO
DVD ;;;;AUTO
DTV ;;;;AUTO
CBL/SAT ;;;;AUTO
p
[]/[]:Up/Down
p
[]/[]:Adjust
p
[
• Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
• Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als
ingangsfunctie wilt laten gebruiken.
■ Multikanaals ingang Setup
E)MULTI CH SET
Instellen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en
surroundkanalen voor een broncomponent die is
aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen
naartoe moeten. Als u een ingangssignaal met 8 kanalen
van een externe decoder gebruikt, kunt u met deze functie
de aansluitingen kiezen voor de extra voorkanalen.
E)MULTI CH SET
. BGV;;;;;;;;;LAST
INPUTCH;;;;;6CH
p
[]/[]:Up/Down
p
[]/[]:Adjust
p
[
BGV BGV
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als
achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen
die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX, LAST, OFF
• Selecteer “LAST” om dit toestel automatisch de laatst
geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten
gebruiken.
• Selecteer “OFF” om dit toestel geen achtergrondvideo
weer te laten geven.
Ingangskanalen INPUT CH
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder.
Keuzes: 6CH, 8CH
•Selecteer “6CH” als de ingangssignalen uit 6 kanalen bestaan.
•Selecteer “8CH” als de ingangssignalen uit 8 kanalen bestaan.
Opmerking
Als “ZONE2 AMP” is ingesteld op “[SP1]”, “[SP2]” of “BOTH” (zie
bladzijde 93), zal er geen geluid worden weergegeven via de surround
achter-luidsprekers, ook niet als u “8CH” selecteert. Selecteer in dit geval
“6CH” en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen.
Als u 8ch heeft ingesteld bij “INPUT CH”, kunt u de
analoge aansluitingen selecteren waarop de voorkanalen
van de externe decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: MD/TAPE, CD-R, CD, DVD, DTV, CBL/SAT,
VCR1, DVR/VCR2, V-AUX
Opmerking
De “FRONT” parameter komt alleen beschikbaar wanneer u
“INPUT CH” instelt op “8CH”.
89 Nl
Nederlands
Page 92
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
4 OPTION MENU
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
4 OPTION
MENU 1/2
. A)DISPLAYSET
B)MEMORY GUARD
C)AUDIO SELECT
D)DECODER MODE
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
■ Display instellingen A)DISPLAY SET
Opmerking
Gebruik “V-RESET” in de “ADVANCED SETUP” om de parameters
onder “DISPLAY SET” terug te zetten op de fabrieksinstellingen (met
uitzondering van “DIMMER”, “SHORT MESSAGE”, “ON
SCREEN” en “FL SCROLL”) (zie bladzijde 112).
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: –4 t/m 0
Instelstap: 1
• Druk op l om het display op het voorpaneel te
dimmen.
• Druk op h om het display op het voorpaneel helderder
te maken.
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld
display) instellen.
Instelbereik: –5 (naar boven) t/m +5 (naar beneden)
Instelstap: 1
Begininstelling: 0
• Druk op l om het in-beeld display hoger op het
scherm weer te geven.
• Druk op h om het in-beeld display lager op het
scherm weer te geven.
Grijze achtergrond GRAY BACK
Met deze functie kunt u een grijze achtergrond weer laten geven
op uw beeldscherm wanneer er geen videosignaal binnenkomt.
Keuzes: AUTO, OFF
• Selecteer “AUTO” om een grijze achtergrond weer
laten geven op uw beeldscherm wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
• Selecteer “OFF” om geen grijze achtergrond weer te
laten geven op uw beeldscherm.
p
p[
4 OPTION
MENU 2/2
. E)PARAM. INI
F)ZONE SET
G)DOCKSET
p
[]/[]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
SET
Opmerkingen
• Afhankelijk van de binnenkomende signalen of de
systeeminstelling van uw beeldscherm (NTSC of PAL), is het
mogelijk dat het in-beeld display niet correct kan worden
weergegeven. Zet in dergelijke gevallen “GRAY BACK” op
“OFF”.
• Zelfs wanneer “GRAY BACK” is ingesteld op “OFF”, is het,
afhankelijk van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat
het in-beeld display niet correct zal worden weergegeven.
Video conversie V CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die
binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en
COMPONENT VIDEO aansluitingen moeten worden
omgezet.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” om composiet, S-videosignalen en
component videosignalen om te zetten en in
voorkomende gevallen S-video- en component
videosignalen op te waarderen naar HDMI
videosignalen.
• Selecteer “OFF” om geen signalen om te laten zetten.
Opmerkingen
• Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen,
kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw
videorecorder.
• Stel “V CONV.” in op “ON” om het display voor de
geluidsveldparameters en de verkorte meldingen weer te laten
geven.
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “V CONV.” op “OFF”.
• Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen
worden binnenkomen (zoals videosignalen van een
spelcomputer), is het mogelijk dat dit toestel de signalen niet zal
kunnen omzetten, ook al heeft u “V CONV.” ingesteld op
“ON”.
90 Nl
Page 93
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Component geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting CMPNT I/P
Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en
component video-aansluitingen in- of uit te schakelen
zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen
waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting
naar 480p/576p worden geproduceerd via de
COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” om analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen in te
schakelen.
• Selecteer “OFF” om analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen uit te
schakelen.
Opmerkingen
• Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het in-beeld display (OSD) indien “V CONV.” is ingesteld
op “OFF”.
• Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen
met een 480p/576p resolutie, is het mogelijk dat de SET MENU
items niet op uw beeldscherm getoond kunnen worden wanneer
“CMPNT I/P” is ingesteld op “ON”. Gebruik “V-RESET” in de
“ADVANCED SETUP” om de parameters onder “CMPNT I/P”
terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 112).
HDMI geïnterlinieerde/progressieve weergave
opwaardering en omzetting HDMI I/P
Gebruik deze functie om de HDMI geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en
component video-aansluitingen in- of uit te schakelen
zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen
waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting
naar 480p/576p worden geproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” om de HDMI geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen in te
schakelen.
• Selecteer “OFF” om de HDMI geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen uit te
schakelen.
Opmerkingen
• Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het in-beeld display (OSD) indien “V CONV.” is ingesteld
op “OFF”.
• Wanneer een analoog videosignaal met een resolutie van 1080i
of 720p wordt opgewaardeerd naar HDMI en wordt
gereproduceerd via de HDMI OUT jack, is het mogelijk dat de
beeldkwaliteit achteruit gaat.
Verkorte weergave meldingen
SHORT MESSAGE
Gebruik deze functie om de verkorte weergave van
meldingen aan of uit te zetten.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” om de verkorte weergave van
meldingen in te schakelen. De inhoud van het display
op het voorpaneel wordt onderaan het scherm getoond
telkens wanneer het toestel bediend wordt.
• Selecteer “OFF” om de verkorte weergave van
meldingen uit te schakelen.
Opmerking
De verkorte weergave van meldingen zal in de volgende gevallen
niet verschijnen:
– wanneer er component videosignalen met een resolutie van
480p/576p, 720p, 1080i of 1080p binnenkomen
– wanneer er HDMI videosignalen binnenkomen
Weergavetijd in-beeld display ON SCREEN
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu
nog moet worden weergegeven op het in-beeld display
(OSD) nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
Keuzes: ALWAYS, 10SEC, 30SEC
• Select “ALWAYS” om het in-beeld display
voortdurend te laten weergeven tijdens een handeling.
• Selecteer “10SEC” om het in-beeld display 10
seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te
schakelen.
• Selecteer “30SEC” om het in-beeld display 30
seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te
schakelen.
Scrollen over het display op het voorpaneel
FL SCROLL
Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie
(zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig
over het display op het voorpaneel moet worden
weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat
alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven
moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer
over het display is geschoven wanneer “DOCK” is
geselecteerd als signaalbron.
Keuzes: CONT, ONCE
• Selecteer “CONT” om de bedieningsstatus doorlopend
weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
• Selecteer “ONCE” om de bedieningsstatus met de
eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het
voorpaneel te laten zien.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
91 Nl
Page 94
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
■ Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: OFF, ON
B)MEMORY
GUARD
OFFON
[]/[]:Adjust
p[[
• Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie
uit te schakelen.
• Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te
beveiligen:
– DSP geluidsveldprogrammaparameters
– alle “SET MENU” onderdelen
– alle luidsprekerniveaus
Opmerking
Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u
geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen.
■ Audio selectie C)AUDIO SELECT
Met deze functie kunt u de een bepaalde ingangsfunctie
standaard instellen voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
C)AUDIO SELECT
[AUTO LAST
[p]/[[]:Adjust
• Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
• Kies “LAST” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Opmerking
Bij “LAST” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de EXTD
SUR. toets op de afstandsbediening worden opgeroepen.
■ Decoderfunctie D)DECODER MODE
Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie
standaard instellen voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
D)DECODER MODE
[AUTO LAST
[p]/[[]:Adjust
• Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het
soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoderfunctie wilt laten selecteren.
• Kies “LAST” om het toestel automatisch de
decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Opmerking
Bij “LAST” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de EXTD
SUR. toets op de afstandsbediening worden opgeroepen.
■ Parameters initialiseren E)PARAM.INI
Met deze functie kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk
initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep
initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de
programma’s in die groep worden teruggezet op hun
beginwaarden.
Druk op de corresponderende toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s op de afstandsbediening om het
geluidsveldprogramma
selecteren.
Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van
programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn.
Keuzes: CLASSICAL, LIVE/CLUB,
ENTERTAINMENT, MOVIE, STEREO,
SURROUND DECODE
dat u wilt initialiseren te
E)PARAM.
INI
CLASSICAL
*LIVE/CLUB
ENTERTAINMENT
*MOVIE
STEREO
SURROUNDDECODE
Press DSP key
92 Nl
Opmerkingen
• U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft
geïnitialiseerd.
• U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
• U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren
wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 92).
Page 95
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal
werken met betrekking tot de ZONE 2 OUTPUT of
ZONE 3 OUTPUT aansluitingen.
Keuzes: VAR, FIX
• Kies “VAR” om het ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3
OUTPUT volume tegelijkertijd met VOLUME +/– op
de afstandsbediening te kunnen regelen.
• Kies “FIX” om het ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3
OUTPUT volumeniveau vast te zetten op een standaard
niveau.
Zone 2 versterker ZONE2 AMP
Zone 3 versterker ZONE3 AMP
U kunt instellen hoe de ZONE 2 en/of ZONE 3
luidsprekers versterkt moeten worden.
Keuzes: EXT, [SP1], [SP2], BOTH
• Selecteer “EXT” als u uw Zone 2 of Zone 3
luidsprekers wilt aansluiten op een externe versterker
via de ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “[SP1]” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt
aansluiten op de SP1 luidspreker-aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “[SP2]” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt
aansluiten op de SP2 luidspreker-aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “BOTH” om de ingebouwde surround- en
surround achter-versterkers van dit toestel te gebruiken
als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks
wilt aansluiten op de SP1 en SP2 luidsprekeraansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Opmerkingen
• Als “BI-AMP” is ingesteld op “ON” via het “ADVANCED
SETUP” menu, kunnen “[SP1]”, “[SP2]” en “BOTH” niet
worden geselecteerd.
• Wanneer “BOTH” is ingesteld bij “ZONE2 AMP”, kan alleen
“EXT” worden geselecteerd bij “ZONE3 AMP”.
• Wanneer “BOTH” is ingesteld bij “ZONE3 AMP”, kan alleen
“EXT” worden geselecteerd bij “ZONE2 AMP”.
• Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op
“[SP1]” of “[SP2]” en de corresponderende zone wordt
ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de
surround achter-luidsprekers.
• Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op
“BOTH” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld, zal
er geen geluid worden weergegeven via de surroundluidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de
hoofdzone.
• Wanneer “ZONE2 AMP” en “ZONE3 AMP” zijn ingesteld op
“[SP1]” of wanneer “[SP2]” en Zone 2 en Zone 3 zijn
ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de
surround-luidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de
hoofdzone.
• Wanneer u de interne versterkers gebruikt voor Zone 2 of
Zone 3, is het mogelijk dat sommige geluidsveldprogramma’s
niet op dezelfde manier werken als wanneer u de interne
versterkers niet gebruikt voor Zone 2 of Zone 3.
■ Dock instelling G)DOCK SET
G)DOCK SET
.STANDBYCHRG;AUTO
[]/[]:Adjust
)
[ENTER]:Return
Opladen terwijl het toestel uit (standby) staat
STANDBY CHRG
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de
batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of
niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat (zie
bladzijde 66).
Keuzes: AUTO, OFF
• Selecteer “AUTO” om de batterij van de aangesloten
iPod op te laden wanneer dit toestel aan staat en
wanneer het uit (standby) staat.
• Selecteer “OFF” om de batterij van de aangesloten
iPod alleen op te laden wanneer dit toestel aan staat.
)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
93 Nl
Nederlands
Page 96
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes
voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 96).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
■ Bedienen van dit toestel
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP om
dit toestel te bedienen (zie bladzijde 6).
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
V-AUX/DOCK
A/B/C/D/E
CLASSICAL
TV
PHONO
DTV
+
TV VOL
–
TV MUTE
LEVEL
TITLE
BAND
RETURN
STEREO
5
9
FREQ/TEXT
REC
DISC SKIP
OFF
1
ON
TUNER CD
CBL/SAT
VCR 1
+
CH
TV INPUT
PRESET/CH
ENTER
LIVE/CLUB
2
SUR. DECODE
6
0
EON
MACRO
AUDIO SEL
MD/TAPE
DVR/VCR 2
VOLUME
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
SELECT
NIGHT
+
MODE PTY SEEK
LEARN
SLEEP
*1
MULTI CH IN
CD-R
DVD
SELECT
AMP
+
SOURCE
TV
––
MUTE
PURE DIRECT
*1
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
*1
MOVIE
3
4
EXTD SUR.
8
7
10
CLEAR
ENHANCER
*2
ENT
START
RENAME
■ Bedienen van een TV
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV om uw
TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de
juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV of
PHONO (zie bladzijde 96). Wanneer u
afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als
PHONO, wordt voorrang gegeven aan de voor DTV
ingestelde code.
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
V-AUX/DOCK
A/B/C/D/E
CLASSICAL
FREQ/TEXT
PHONO
STEREO
OFF
DTV
TV VOL
TV MUTE
LEVEL
TITLE
BAND
RETURN
REC
DISC SKIP
TV
+
–
1
5
9
ON
TUNER CD
CBL/SAT
VCR 1
+
CH
TV INPUT
PRESET/CH
ENTER
LIVE/CLUB
2
SUR. DECODE
6
0
EON
MACRO
AUDIO SEL
MD/TAPE
DVR/VCR 2
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
SELECT
NIGHT
MODE PTY SEEK
LEARN
VOLUME
3
7
+
10
SLEEP
*2
MULTI CH IN
CD-R
DVD
SELECT
AMP
SOURCE
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
MOVIE
4
EXTD SUR.
8
ENHANCER
ENT
START
RENAME
*2
TV
*2
+
––
MUTE
CLEAR
*1
*1
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP staat.
94 Nl
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
schakelaar voor de bedieningsfunctie.
AfstandsbedieningDigitale TV/Kabel TV
TV POWERHiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
TV MUTE
TV INPUTWijzigt de signaalbron.
*2
Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op TV staat. Zie voor details de
“TV” kolom op bladzijde 95.
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
Page 97
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Bedienen van andere componenten
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE om andere
apparatuur die u met de ingangskeuzetoetsen, of kunt selecteren
te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste
afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 96). De volgende tabel
toont de functies van de bedieningstoetsen voor het bedienen van andere
componenten die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen, of
. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect
hebben op de geselecteerde component.
y
De afstandsbediening heeft 14 standen (sets bedieningstoetsen)
om 14 verschillende componenten te kunnen bedienen.
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron
kunt bedienen.
Druk herhaaldelijk op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in
het uitleesvenster van de afstandsbediening.
SELECT
■ Bedienen van optionele apparatuur
(‘Optie’ set)
“OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan
worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties
die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen.
Deze set is handig voor het programmeren van instructies
die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt
gebruiken of waarvoor geen geldige
afstandsbedieningscode bestaat.
Om de optionele set bedieningstoetsen te
selecteren dient u net zo vaak op SELECT n te
drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnt.
SELECT
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Ingang
PHONOTV ––
TUNERTUNER
CDCD
MULTI CH
INPUT
V- AU X/
DOCK
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-RCD-R
DTVTV––
VCR 1VCR––
DVR/VCR2
DVDDVD
Archief
(componentencategorie)
TA PE
TUNER
DVD
TUNER
CABLE––
MD
DVR
Fabrikant
YA M A H A
YA M A H A
YA M A H A
YA M A H A
YA M A H A
YA M A H A
YA M A H A
YA M A H A
YA M A H A
YA M A H A
Standaard
code
2700
2607
2602
2300
2100
2606
2500
2400
2807
2100
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk
geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen.
Opmerking
U kunt geen afstandsbedieningscode instellen voor de extra of
‘optionele’ set bedieningstoetsen. Zie bladzijde 98 voor het
programmeren van bedieningstoetsen voor deze set.
Instellen van
afstandsbedieningscodes
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
96 Nl
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets,
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
AMP
SOURCE
TV
of
PHONO
V-AUX/DOCK
DTV
om de set
TUNERCD
CBL/SAT
VCR 1
DVR/VCR 2
MD/TAPE
MULTI CH IN
CD-R
DVD
Page 99
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
2Houd vervolgens LEARN ongeveer 3
seconden ingedrukt met een balpen of iets
dergelijks.
De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de
geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. DVD)
zullen om en om in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
LEARN
y
• U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een
andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set
bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op l / h om de
componentencategorie (het ‘archief’) te veranderen.
Beschikbare archieven:
• Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk
dan op de ingangskeuzetoets, of , of druk
herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste set te
selecteren.
Opmerkingen
• U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster.
Opmerking
0000 zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen
code is ingesteld.
4Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
LIVE/CLUB
CLASSICAL
1
STEREO
5
2
SUR. DECODE
6
ENTERTAIN
3
SELECT
7
MOVIE
4
EXTD SUR.
8
5Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als de instelling met
succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als de instelling niet
met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets
of op of SELECT k / n om de gewenste component te
selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5.
6Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
LEARN
7Druk op p of AV POWER om te controleren
of u de component in kwestie inderdaad met
de afstandsbediening kunt bedienen.
of
y
Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere
codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze
dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen heeft ingedrukt.
• De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke
codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en videoapparatuur (met inbegrip van YAMAHA componenten). Als
geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur,
kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘leerfunctie’
(zie “Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen” op bladzijde 98) of dient u de met de
apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te
gebruiken.
• Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
POWER
AV
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
0
9
97 Nl
Page 100
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Overnemen van instructies van
andere afstandsbedieningen
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van andere
afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die niet mogelijk
zijn onder één van de afstandsbedieningscodes, of als er geen
geschikte afstandsbedieningscode gevonden kan worden, dan kunt u
proberen de ‘leerfunctie’ te gebruiken. U kunt functies van een
andere afstandsbediening programmeren onder de op de volgende
afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen kunnen apart voor elke
set bedieningstoetsen worden geprogrammeerd.
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
TITLE
A/B/C/D/E
CLASSICAL
FREQ/TEXT
STEREO
OFF
BAND
RETURN
REC
DISC SKIP
1
5
9
POWER
PHONO
V-AUX/DOCK
DTV
TV VOL
TV MUTE
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
+
–
TUNER CD
CBL/SAT
VCR 1
+
CH
TV INPUT
AUDIO SEL
MD/TAPE
DVR/VCR 2
VOLUME
MUTE
SLEEP
MULTI CH IN
CD-R
DVD
SELECT
AMP
+
SOURCE
TV
––
Opmerking
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de
andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan
deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen.
Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter
mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de
handleiding van de betreffende afstandsbediening.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets,
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
AMP
SOURCE
TV
ofom de set
PHONO
TUNERCD
V-AUX/DOCK
CBL/SAT
DTV
VCR 1
PURE DIRECT
MENU
SRCH MODE
ENTER
AUDIO
PARAMETER
STRAIGHT
DISPLAY
EFFECT
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
EXTD SUR.
SELECT
SUR. DECODE
8
7
6
NIGHT
ENHANCER
+
10
0
ENT
EON
MODE PTY SEEK
START
CLEAR
LEARN
MACRO
ON
RENAME
MULTI CH IN
CD-R
MD/TAPE
DVR/VCR 2
DVD
2Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
V
-
POWER
PHONO
AUX/DOCK
SELECT
DTV
VCR 1
DVR/VCR 2
DVD
TV
CBL/SAT
POWER
TUNER CD
AV
AUDIO SEL
MD/TAPE
STANDBY
MULTI CH IN
POWER
SLEEP
CD-R
Andere
afstandsbediening
5 tot 10 cm
3Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde set
bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om in
het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen.
LEARN
Opmerkingen
• Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
4Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
A/B/C/D/E
FREQ/TEXT
OFF
DISC SKIP
REC
ON
MACRO
EON
LEARN
MODE PTY SEEK
CLEAR
RENAME
START
CLASSICAL
STEREO
RETURN
5
9
1
SUR. DECODE
LIVE/CLUB
0
6
2
ENTERTAIN
SELECT
DISPLAY
NIGHT
+
7
3
10
ENHANCER
EXTD SUR.
EFFECT
MOVIE
ENT
8
4
PARAMETER
STRAIGHT
TV MUTE
LEVEL
TV VOL
BAND
TITLE
–
+
PRESET/CH
TV INPUT
ENTER
AUDIO
SRCH MODE
MENU
SET MENU
PURE DIRECT
CH
+
VOLUME
MUTE
+
––
SOURCE
AMP
TV
SELECT
V
-
PHONO
AUX/DOCK
DTV
CBL/SAT
TUNER CD
VCR 1
DVR/VCR 2
AUDIO SEL
MD/TAPE
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD
POWER
TV
POWER
AV
STANDBY
POWER
Opmerking
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op AMP zet en vervolgens instructies van
andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets in
kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen.
98 Nl
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.