LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal
vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Aansluiten van luidsprekers .................................... 14
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
Informatie over aansluitingen en stekkers ..............18
Informatie over HDMI ............................................ 19
Stroomschema audio- en videosignalen ................. 20
Aansluiten van een beeldscherm of projector ......... 21
Aansluiten van andere componenten ...................... 22
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 28
Aansluiten van het netsnoer .................................... 29
Instellen van de luidspreker-impedantie .................30
Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 31
....... 17
AUTO SETUP ...................................................... 32
Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 32
GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
• LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
1 Nl
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω)
Voor: 130 W + 130 W
Midden: 130 W
Surround: 130 W + 130 W
Surround Achter: 130 W + 130 W
Geluidsveldprogramma’s
◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van
geluidsvelden
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
◆ Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor het
V.K . en E ur op a)
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale
audio gebaseerd op HDMI versie 1.2a
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI
digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component
video → HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
iPod bediening mogelijk
◆ DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod
nano en iPod mini
Overige kenmerken
◆ YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer)
voor automatische instelling van de luidsprekers
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
◆ 6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
◆ Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i
(NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p
◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
◆ Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
◆ Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een
hoogwaardige stereo-installatie
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Leer- en Macrofuncties
◆ ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk
◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS
◆ Slaaptimer
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
“DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright
1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
®
iPod
“iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.,
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
2 Nl
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
VAN START
VAN START
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
A/B/C/D/E
PHONO
V-AUX/DOCK
TV VOL
TV MUTE
LEVEL
TITLE
B
RETURN
CLASSICAL
STEREO
FREQ/TEXT
DISC SKIP
OFF
TV
DTV
+
–
D
N
A
1
5
9
REC
ON
TUNER CD
CBL/SAT
VCR 1
+
CH
TV INPUT
PRESET/CH
ENTER
LIVE/CLUB
2
SUR. DECODE
6
0
EON
MACRO
AUDIO SEL
MD/TAPE
DVR/VCR 2
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
SELECT
NIGHT
+
MODE PTY SEEK
LEARN
VOLUME
3
7
10
SLEEP
MULTI CH IN
CD-R
DVD
SELECT
AMP
+
SOURCE
TV
––
MUTE
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
MOVIE
4
EXTD SUR.
8
ENHANCER
ENT
START
CLEAR
RENAME
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
(behalve modellen voor Europa)
TUNER
CD
CD-R
DTV
CBL/SAT
MD/TAPE
DVD
VCR 1
DVR/VCR 2
PRESET
VOLUME
A/B/C/D/E
ID1
ID2
INLEIDING
Batterijen (6)
(AAA, R03, UM-4)
POWER
STANDBY
PHONO
V-AUX/DOCK
MUTE
ZONE 3
ZONE 2
Netsnoer
Optimalisatie-microfoonSleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
(Modellen voor de V.S., Canada, China, Azië,
FM binnenantenne
Korea en Algemene modellen)
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa, het V.K.
en Australië)
AM ringantenne
Over deze handleiding
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de
naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als
gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Nederlands
3 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
• AM/FM radio ...................... zie bladzijde 54
32BA09
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
PROGRAM
ON
OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
MASTER
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 31).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 31).
Opmerkingen
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 INPUT keuzeknop
Selecteert de gewenste signaalbron (zie bladzijde 38).
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
YPAO
OPTIMIZER
MIC
PRESET/TUNING
SILENT CINEMA
PHONES
876541
PURE DIRECT
VOLUME
MEMORY
MULTI ZONE
S VIDEO
PRESET/
TUNING
VIDEO
EDIT
VIDEO AUX
FM/AM
ZONE 2
ZONE ON/OFF
L
AUDIO
MAN'L/AUTO FM
ZONE 3
R
TUNING
MODE
ZONE CONTROLS
OPTICAL
ENHANCER
NIGHT
GFEDC
4 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40).
5 TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voorkanalen, samen met PROGRAM (zie
bladzijde 50).
6 STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 49).
4 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7 MULTI ZONE toetsen
ZONE 2 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of
uit (standby) zetten.
Zie bladzijde 107 voor details.
ZONE 3 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of
uit (standby) zetten.
Zie bladzijde 107 voor details.
Opmerking
Deze toetsen werken alleen wanneer MASTER ON/OFF
naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE CONTROLS
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3. Zie
bladzijde 107 voor details.
y
Nadat u op ZONE CONTROLS heeft gedrukt, zal de
indicator voor de op dit moment geselecteerde zone
ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het
voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de
indicator aan het knipperen is.
8 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 10).
9 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 52).
0 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie
bladzijde 9).
A NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 53).
B PURE DIRECT
Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 50).
C PROGRAM keuzeknop
• Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie
bladzijde 44).
• Hiermee kunt u de weergave van de lage/hoge tonen
regelen samen met TONE CONTROL (zie
bladzijde 50).
D OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon
aansluiten voor gebruik met de “AUTO SETUP” functie
(zie bladzijde 32).
EPHONES aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 41).
F VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe
signaalbron zoals een spelcomputer of videocamera
aansluiten (zie bladzijde 27).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
Opmerking
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
G VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
■ Open en dicht doen van de klep in het
voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
INLEIDING
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te
openen.
5 Nl
Nederlands
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
■ Functies en bedieningsorganen van de afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
• AM/FM radio ................................... zie bladzijde 54
• TV bediening ................................... zie bladzijde 94
Bedienen van andere componenten
•
•
Bedienen van optionele componenten ... zie bladzijde 96
....... zie bladzijde 95
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
A
POWER
TV
PHONO
V-AUX/DOCK
DTV
+
TV VOL
–
TV MUTE
LEVEL
TITLE
A
B
A/B/C/D/E
RETURN
CLASSICAL
1
STEREO
5
9
FREQ/TEXT
REC
DISC SKIP
OFF
ND
ON
POWER
AV
TUNERCD
CBL/SAT
VCR 1
+
CH
TV INPUT
PRESET/CH
ENTER
LIVE/CLUB
2
SUR. DECODE
6
0
EON
LEARN
MACRO
STANDBY
AUDIO SEL
MD/TAPE
DVR/VCR 2
+
VOLU ME
––
MUTE
SET MENU
MENU
SRCH MODE
PARAMETER
DISPLAY
ENTERTAIN
3
SELECT
7
NIGHT
+
10
MODE PTY SEEK
CLEAR
POWER
SLEEP
MULTI CH IN
CD-R
DVD
SELECT
AMP
SOURCE
TV
PURE DIRECT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
MOVIE
4
EXTD SUR.
8
ENHANCER
ENT
START
RENAME
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
t
U
Opmerking
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de
grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de
keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie. Zet de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen (zie
bladzijde 9).
2 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
y
De naam van de geselecteerde signaalbron verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening om aan te geven welk
toestel er op dat moment bediend wordt.
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u
kunt bedienen.
5 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 51).
6 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER
Hiermee kunt u de parameters van de
geluidsveldprogramma’s of de “SET MENU” parameters
selecteren en instellen.
7 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij
instellingen via het “SET MENU”.
8 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie
bladzijde 44).
9 SUR. DECODE
Hiermee stelt u decoders in werking om 2-kanaals
materiaal met surroundweergave weer te geven (zie
bladzijde 73).
6 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
0 MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie bladzijde 100).
A MACRO
Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets
programmeren (zie bladzijde 100).
B STANDBY
Hiermee zet u de hoofdzone uit (standby) (zie bladzijde 31).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C POWER
Hiermee zet u de weergave voor de hoofdzone aan (zie bladzijde 31).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
D AUDIO SEL
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40).
E SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 43).
F MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een
externe decoder enz. (zie bladzijde 41).
G SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u
onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
H Schakelaar voor de bedieningsfunctie
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in
de grijze gedeelten.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 95).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV of PHONO
(zie bladzijde 94).
I VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
J MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 41).
K PURE DIRECT
Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 50).
L SET MENU
Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 79).
M PA RA ME TE R
Toont de instellingen voor de geluidsveldparameters via
het in-beeld display (OSD) (zie bladzijde 69).
N STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 49).
O EXTD SUR.
Schakelt heen en weer tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals
weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 73).
P SELECT
Selecteert decoders voor 2-kanaals materiaal (zie de
bladzijden 73 en 75).
Q ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 52).
R NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 53).
S RENAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het
uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 99).
T CLEAR
Hiermee kunt u afstandsbedieningsfuncties die zijn
geprogrammeerd met de overname- of leerfunctie, de
macrofunctie en/of de functie voor het herbenoemen
wissen (zie bladzijde 103).
U LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren
of functies van andere afstandsbedieningen overnemen
(zie bladzijde 98).
INLEIDING
Opmerkingen
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 96.
• Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als
PHONO (zie bladzijde 96), wordt voorrang gegeven aan de
voor DTV ingestelde code.
Nederlands
7 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van
de versterkerfuncties voor Zone 2 of Zone 3 beschreven.
Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere
functies en bedieningsmogelijkheden.
• AM/FM radio ................................
zie bladzijde 54
Opmerking
Een afstandsbediening voor Zone 2/Zone 3 wordt alleen
meegeleverd met modellen voor de V.S., Canada, Australië, het
V.K., China, Azië en met Algemene modellen.
POWER
3
TUNER
CD
CD-R
STANDBY
4
DTV
CBL/SAT
MD/TAPE
PHONO
1
VCR 1
PRESET
A/B/C/D/E
DVR/VCR 2
DVD
VOLUME
MUTE
V-AUX/DOCK
5
6
1 Ingangskeuzetoetsen
Selecteert de gewenste signaalbron voor Zone 2 of Zone 3.
2 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 97).
3 POWER
Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten.
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
4 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
5 VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of
Zone 3.
6 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of
Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de
geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te
zetten.
7 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3.
8 Nl
2
ID1
ID2
ZONE 2
ZONE 3
7
Voorbereiden van de afstandsbediening
1
3
2
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
■ Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
■ Inzetten van batterijen in de Zone 2/
Zone 3 afstandsbediening (behalve
model voor Europa)
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de
informatie op de verpakking aandachtig door, want de
verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
■ Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Sensor voor de afstandsbediening
INLEIDING
1
3
2
1Verwijder de klep van het batterijvak.
2Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Ongeveer 6 m
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
30 30
9 Nl
Nederlands
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
654321
0
A
B
C
D
E
DSD
PCM
DSD
PCM
VIRTUAL
YPAO
DIGITAL
PL x
VIRTUAL
YPAO
HiFi DSP
ENHANCER
EX
HiFi DSP
ENHANCER
DIGITAL
PL x
SILENT
CINEMA
MATRIX
EX
V-A UX
DOCK
DISCRETE
96
24
SILENT
CINEMA
MATRIX
DVR/VCR 2
DISCRETE
96
24
VCR 1
CBL/SAT
G
H
I
J
F
1 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluitingen (zie bladzijde 19).
2 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 27).
3 Oplaad-indicator
Licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de
aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit
(standby) staat (zie bladzijde 66).
4 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
5 VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
6 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 41).
7 Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
DVD
DTV
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
VOLUME
96/24
87
MULTI CH
LL C R
LFE
SL SB SR
9
K
L
M
N
O
TUNER
dB
MUTE
TUNED
AUTO
PTY HOLD
TUNED
MEMORY
AUTO
ZONE2
ZONE3
NIGHT
SLEEP
PTY HOLD
MEMORY
ZONE2
ZONE3
NIGHT
SLEEP
STEREO
PS
PTY
RT
CT
EON
STEREO
PTY
EON
O........ Alleen modellen voor het V.K. en Europa
8 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
Aanwezigheids- en surround achterluidspreker indicators
Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en
surround achter-luidsprekers dat is ingesteld voor
“PRESENCE SP” (zie bladzijde 82) en “SB L/R SP”
(zie bladzijde 82) in het “SOUND MENU” wanneer
“TEST” in het “SOUND MENU” is ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 85).
y
U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround
achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de “AUTO
SETUP” (zie bladzijde 32), of met de hand via de instellingen
voor “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82) en “SB L/R SP” (zie
bladzijde 82) in het “SOUND MENU”.
PS
RT
CT
10 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
0 DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een DSP
geluidsveldprogramma is geselecteerd.
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45).
HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45).
A VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 49).
B YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer
de via de “AUTO SETUP” ingestelde luidsprekerinstellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (zie
bladzijde 32).
C DSD indicator
Licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital)
digitale audiosignalen produceert.
D ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 52).
E PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
F Dolby decoder indicators
Wanneer één van de Dolby decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
G Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
H Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie
bladzijde 41).
I SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 49).
J DTS decoder indicators
Wanneer één van de DTS decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
K Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat.
TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een
zender (zie bladzijde 54).
STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM
stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt
(zie bladzijde 54).
AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat (zie bladzijde 54).
MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan
worden (zie bladzijde 58).
L ZONE2/ZONE3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld (zie
bladzijde 107).
M NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie
bladzijde 53).
N SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie
bladzijde 43).
O Radio Data Systeem indicators (Alleen
modellen voor het V.K. en Europa)
PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde
weergavefunctie voor het Radio Data Systeem.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
INLEIDING
Nederlands
11 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Achterpaneel
1
8765432
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
Y
P
B
P
R
REMOTE
HDMI
IN 2
CBL/
SAT
IN 1
DVD
OUT
DVD
DTV
CBL/SAT
AB
C
Y
P
B
P
R
OUT
IN
GND
CD
PHONO
L
R
DOCK
AUDIO
IN
(PLAY)
IN
(PLAY)
MD/
TAPE
FRONT(6CH)
CENTER
CD-R
(REC)
OUT
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
CD
1
VD
D
SB(8CH)
32
DVD
OUT
(REC)
L
R
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
DIGITAL INPUT
COAXIAL
DVR/
CD
4
VCR2
2
1
CONTROL OUT
VIDEO
CBL/SAT
IN
DTV
SINGLE(SB)
SURROUND
FRONT
SUR.BACK/
PRESENCE
PRE OUT
DTV
6
DVD
5
7
RS-232C
DVR/VCR 2
OUT
IN
ZONE 3
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
MD/
98
TAPE
OUT
MONITOR OUT
S VIDEO
VIDEO
+
R
+
+
R
+
OPTICAL
R
CD-R
VCR 1
ZONE 2
CBL/
SAT
FM
SP1
PRESENCE
SURROUND BACK/
BI-AMP
SURROUND
FRONT
ANTENNA
GND
SINGLE
AM
SPEAKERS
AC IN
+
L
WRENCH
HOLDER
CENTER
+
+
+
+
L
R
L
SP2
+
L
AC OUTLETS
DCBA09
SINGLE(SB)
CENTER
WOOFER
SUB
FRONT(6CH)
SB(8CH)
MULTI CH INPUT
SURROUND
CENTER
WOOFER
FRONT
SUB
PRE OUT
SURROUND
SUR.BACK/
PRESENCE
ZONE 2
ZONE 3
ZONE OUT
GFE
1 REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 106 voor details.
2 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 21 en 22 voor meer informatie over deze aansluitingen.
3 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen.
4 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 21 en 22 voor meer informatie over deze aansluitingen.
5 ANTENNA aansluitingen
Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze aansluitingen.
6 WRENCH HOLDER
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen
wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 15).
7 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor
Azië en Algemene modellen)
Zie bladzijde 29 voor details.
8 AC IN/OUTLET(S)
Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen.
9 HDMI aansluitingen
Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
0 DOCK aansluiting
Zie bladzijde 27 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
A DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
B CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties.
C RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
D Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 14 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
E MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze aansluitingen.
F PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 25 voor meer informatie over deze aansluitingen.
G ZONE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 106 voor meer informatie over deze aansluitingen.
12 Nl
Luidsprekers opstellen
CONNECTIONS
CONNECTIONS
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
PL
FL
SL
SL
PR
PL
FL
0,5 tot 1 m0,5 tot 1 m
FL
FR
C
SL
C
30˚
60˚
80˚
SBL
30 cm of meer
SBR
SW
C
1,8 m
SBL
PR
FR
SR
SR
SR
SBR
1,8 m
PRPL
FR
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het
hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats
de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers
en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld
direct erboven of eronder.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
(SBL en SBR)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit elkaar
plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit
elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers.
Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra
omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP (zie
bladzijde 126). Deze effecten bestaan onder meer uit geluiden die
de filmmakers een stukje verder achter het scherm willen plaatsen
voor een groter bioscoopeffect. Plaats deze luidsprekers voor in de
kamer, ongeveer 0,5 tot 1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar
binnen gericht en ongeveer 1,8 m boven de vloer.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt
niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in
sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hifi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie
effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De
opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer
lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt
hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing
via de wanden te verminderen.
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
13 Nl
CONNECTIONS
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 31).
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
•
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “
•
6ΩMIN
” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie
bladzijde 30). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 111)
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
• De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of “NONE” bij “SPEAKER SET”
(zie de bladzijden 80 en 82) worden naar de luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80).
• U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren.
Via de “PRIORITY” parameter in de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 82) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
• U kunt de PRESENCE aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 106).
Subwoofer
Surround achter-luidsprekers
Links
Rechts
Aanwezigheidsluidsprekers
Rechts
Links
.
.
SUB
WOOFER
PRE OUT
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
Midden-luidspreker
+
R
SURROUND BACK/
+
BI-AMP
SURROUND
+
R
FRONT
+
R
+
L
CENTER
+
SINGLE
+
+
+
L
R
L
SP2
+
L
SPEAKERS
SP1
PRESENCE
Zone 2 of Zone 3
luidsprekers
(zie bladzijde 106)
14 Nl
Rechts
Links
Voor-luidsprekers
CONNECTIONS
FRONT aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter voor-luidsprekers
aansluiten.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround-luidsprekers
aansluiten.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround achterluidsprekers aansluiten.
Opmerking
Wanneer u één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze
te verbinden met de linker SURROUND BACK aansluiting
(SINGLE).
PRESENCE aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers
aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan (zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System).
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
10 mm
VOORBEREIDINGEN
2Maak de knop los met behulp van de
meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel.
Sleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4Zet de knop en daarmee de draad vast met de
meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel.
Nederlands
15 Nl
CONNECTIONS
5Haak de luidspreker-aansluitingensleutel
vast aan de WRENCH HOLDER op het
achterpaneel van dit toestel wanneer u de
sleutel niet gebruikt.
■ Verbinden met de SP2 luidspreker-
aansluitingen
Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten
(zie bladzijde 106).
1Doe het lipje open.
■ Aansluiten met bananenstekkers
(uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa, Azië en Korea)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
Bananenstekker
1Draai de knop vast met behulp van de
meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel.
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
2Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3Doe het lipje weer dicht om de draad vast te
zetten.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
2Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
y
U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidsprekeraansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het
gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een
bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft.
16 Nl
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
CONNECTIONS
Sommige boxen kunnen dubbel bedraad worden zodat de
luidsprekers daarin kunnen worden aangesloten op
verschillende versterkers voor verschillende toonhoogten
om de prestaties van het luidsprekersysteem te verbeteren.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of
dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een
enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw
luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading
of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek worden de
luidsprekers geleverd met kortsluitplaatjes of -bruggen;
één voor de twee rode ingangsaansluitingen en de andere
voor de twee zwarte ingangsaansluitingen. Verwijder deze
kortsluitplaatjes of -bruggen alleen wanneer u van plan
bent om bi-amp dubbele bedrading of dubbele
versterkeraansluitingen te gebruiken voor uw luidsprekers.
■ Conventionele aansluitingen
Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt
aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de
linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede
stel aansluitingen negeren.
Dit toestel
++
R
FRONT
L
■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te
maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK
aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat
aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op
“ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 112).
Dit toestel
SURROUND BACK/
+
BI-AMP
+
R
FRONT
Rechts
Voor-luidsprekers
SINGLE
Links
+
+
L
VOORBEREIDINGEN
Korsluitplaatjes of
-bruggen
Opmerking
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag
doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar
te scheiden.
RechtsLinks
Voor-luidsprekers
Korsluitplaatjes of
-bruggen
Nederlands
17 Nl
CONNECTIONS
Informatie over aansluitingen en stekkers
Audio-aansluitingen en stekkersVideo-aansluitingen en stekkers
AUDIO
L
L
Linker en
audiostekkers
R
(Rood)(Wit)(Oranje)(Geel)(Groen) (Blauw) (Rood)
R
rechter
analoge
DIGITAL
COAXIAL
C
Coaxiaal
digitale
audiostekker
DIGITAL
OPTICAL
O
Optisch
digitale
audiostekker
■ Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
VIDEOS VIDEO
V
Composiet
videostekker
S-videostekkerComponent
S
COMPONENT VIDEO
YR PB P
PB
Y
videostekkers
P
R
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Dit toestel is voorzien van een video-aansluiting. Zie de
bladzijden 20 en 90 voor details.
18 Nl
CONNECTIONS
Informatie over HDMI
Dit toestel is uitgerust met HDMI IN 1, HDMI IN 2 en HDMI OUT aansluitingen voor het ontvangen en produceren van
digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel met de HDMI
uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector).
De video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van de geselecteerde
signaalbron worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
Opmerking
U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 42).
■ HDMI compatibiliteit met dit toestel
■ HDMI aansluiting en stekker
VOORBEREIDINGEN
Audiosignaaltypen
2-kanaals Lineair
PCM
Multikanaals
Lineair PCM
DSD2/5.1ch,
BitstroomDolby Digital,
Audiosignaal
formaten
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
8ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bits
2,8224 MHz, 1 bit
DTS
Compatibele
HDMI
componenten
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
DVD-Audio enz.
SACD, enz.
DVD-Video enz.
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
• HDCP Revisie 1.1 (High-bandwidth Digital
Content Protection System Revisie 1.1)
gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVDspeler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
HDMI
HDMI stekker
y
• We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5
meter en die duidelijk voorzien van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
↔ DVI-D
Opmerkingen
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
• Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan
de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen
niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting.
• Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat
dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand
kan brengen.
• Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, Svideo en component video-aansluitingen kunnen digitaal
worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd
kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet “V CONV.”
op “ON” via de “MANUAL SETUP” om deze functie in te
schakelen (zie bladzijde 91).
Nederlands
19 Nl
CONNECTIONS
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen
UitgangIngang
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
AUDI O
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerkingen
• 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS
signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting wanneer “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op
“OTHER” (zie bladzijde 86).
• Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen
worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT of via
de DIGITAL OUTPUT aansluitingen.
■ Stroomschema videosignalen
Ingang
HDMI
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
Door
Video conversie (zie bladzijde 90)
Component geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting (zie bladzijde 91)
HDMI geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting (zie bladzijde 91)
Opmerkingen
• Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de
COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen,
zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
• Analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de
COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet
van 480i (NTSC)/576i (PAL) geïnterlinieerd naar 480p/576p.
Zet “CMPNT I/P” op “ON” via de MANUAL SETUP om deze
functie in te schakelen (zie bladzijde 91).
•
Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen
• Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
(NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video
of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
•
Component geïnterlinieerd/progressief conversie (zie bladzijde 91) en HDMI
geïnterlinieerd/progressief opwaardering/omzetting (zie bladzijde 91) zijn
alleen mogelijk wanneer “V CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 90
•
Gebruik de “HDMI I/P” parameter in het “OPTION MENU” om analoge videosignalen die
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting om te zetten van geïnterlinieerd naar
progressief (zie bladzijde 91). Wanneer een analoog videosignaal met een resolutie van
1080i of 720p wordt opgewaardeerd naar HDMI en wordt gereproduceerd via de HDMI
OUT jack, is het mogelijk dat de beeldkwaliteit achteruit gaat
•
Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de VCR 1
OUT en DVR/VCR 2 OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen
•
De kleur van de letters en afbeeldingen op het in-beeld display kan
verschillen, mede afhankelijk van de ingangssignalen en uw beeldscherm
Uitgang
.
.
).
.
.
20 Nl
CONNECTIONS
Aansluiten van een beeldscherm of projector
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
y
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “SUPPORT AUDIO”
parameter in het “SOUND MENU” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 86).
Opmerkingen
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/videosignalen
herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
• Stel “V CONV.” in het “OPTION MENU” in op “ON” (zie bladzijde 90) om verkorte meldingen en parameters te laten weergeven.
• Stel “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” in op “ON” (zie bladzijde 90) om de parameters te laten weergeven.
• Het SET MENU en de parameters kunnen worden getoond met een grijze achtergrond, afhankelijk van het ontvangen videosignaal en
de instellingen bij “DISPLAY SET” (zie bladzijde 90).
VOORBEREIDINGEN
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
Y
P
B
P
R
HDMI
OUT
Y
PRPB
Component video in
HDMI ingang
VIDEO
MONITOR OUT
S VIDEO
VIDEO
Video ingang
S-video in
S
V
TV (of projector)
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
Nederlands
21 Nl
CONNECTIONS
Aansluiten van andere componenten
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “V CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 90) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt
heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 21). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT
aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
• Wanneer “V CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 90), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen
alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 87).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
• De parameters worden niet getoond wanneer er component videosignalen van 720p, 1080i of 1080p worden ontvangen.
• De parameters en de verkorte meldingen worden niet getoond wanneer er component videosignalen van 480p/576p, 720p, 1080i of
1080p resolutie worden ontvangen en gereproduceerd via de VIDEO of S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
■ Aansluiten van een DVD-speler
HDMI uitgang
DVD-speler
Coaxiale uitgang
Component uitgang
S-video uitVideo uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
C
PRPBY
COMPONENT VIDEO
DVD
A
Y
P
B
P
R
HDMI
IN 1
DVD
D
2
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
OPTICAL
LR
O
V
S
DVD
L
R
DIGITAL INPUT
COAXIAL
D
V
VIDEO
DVD
5
22 Nl
CONNECTIONS
■ Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
Opmerking
*1
Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR 1 aansluitingen (S VIDEO IN, VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO
OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR/VCR 2 aansluitingen, met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting.
VIDEO
L
R
DIGITAL INPUT
COAXIAL
DVR/
3
VCR2
Coaxiale uitgang
Video uitgang
S-video uit
S
C
V
DVR/VCR 2
VCR 1
OUT
ININ
OUT
DVR/VCR 2
IN
O
U
T
Audio uitgang
R
L
*1
S VIDEO
VIDEO
R
R
Audio ingang
Video ingang
S-video in
S
R
V
L
DVD-recorder, PVR of videorecorder
■ Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
VOORBEREIDINGEN
Component uitgang
PR PBY
HDTV decoder
kabel-tv ontvanger
HDMI uitgang
Component uitgang
Satellietontvanger,
S-video uit
Audio uitgang
Optische uitgang
NENT VIDEO
LR
DTV
CBL/SAT
B
C
O
CO
MP
O
Y
P
B
P
R
HDMI
IN 2
CBL/
SAT
Video uitgang
S
DTV
L
R
DIGITAL INPUT
CBL/SAT
6
S-video uit
S
VIDEO
CBL/
DTV
7
SAT
VV
OPTICAL
Video uitgang
L R
S VIDEO
VIDEO
Audio uitgang
Optische uitgang
O
PR PBY
Nederlands
23 Nl
CONNECTIONS
■ Aansluiten van audiocomponenten
Opmerkingen
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 87).
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
• De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting
transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
• Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Audio uitgang
L
R
Optische ingang
O
Audio ingang
L
R
IN
(PLAY)
MD/
TAPE
CD
PHONO
GND
L
R
AUDIO
IN(PLAY)
CD-R
OUT(REC)
CD
1
OUT
(REC)
DIGITAL INPUT
COAXIAL
CD-recorder
L
R
CD
4
DIGITAL OUTPUT
MD/
CD-R
98
TAPE
OPTICAL
24 Nl
Aarde
Audio
uitgang
Draaitafel
Audio
uitgang
CD-speler
C
Coaxiale
uitgang
O
Optische
uitgang
LRLRLRLR
Audio
uitgang
Audio
ingang
MD-recorder of
cassettedeck
O
Optische ingang
CONNECTIONS
5
■ Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik
bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor
de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere
versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluitingen.
Opmerkingen
• Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets
verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
• De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT
en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van
de TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 50).
• Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende SPEAKERS aansluiting.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf (zie bladzijde 51).
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de “SPEAKER SET” (zie bladzijde 80) en
“LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80) instellingen.
4321
CENTER
FRONT
SURROUND
SINGLE(SB)
L
5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan.
VOORBEREIDINGEN
R
SUB
WOOFER
PRE OUT
SUR.BACK/
PRESENCE
1 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
2 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
3 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker
aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te
verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting.
y
• Zet “SB L/R SP” op “LRGx2”, “LRGx1”, “SMLx2” of
“SMLx1” en zet “PRESENCE SP” op “NONE” (zie
bladzijde 82) om de signalen voor het surround-achterkanaal te
laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen.
• Zet “PRESENCE SP” op “YES” en “SB L/R SP” op “NONE”
(zie bladzijde 82) om de signalen voor het aanwezigheidskanaal
te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen.
Nederlands
25 Nl
CONNECTIONS
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
SUB
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
SB(8CH)
TAPE
MD/
(C)
()
R
L
R
L
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u “INPUT CH” instelt op “8ch” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan “FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 41), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
Voor 6-kanaals ingangssignalenVoor 8-kanaals ingangssignalen
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
L
R
SUB
SB(8CH)
WOOFER
MULTI CH INPUT
Middenkanaal
LR
Subwoofer
uitgang
uitgang
Voorkanaal
uitgang
Surroundkanaal
LR
uitgang
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
*1
LR
Surround-achter
uitgang
Surroundkanaal
LRLR
uitgang
Voorkanaal uitgang
26 Nl
Multiformaat-speler/
externe decoder
Multiformaat-speler/
externe decoder
Opmerking
*1
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als
“FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89).
CONNECTIONS
Aansluiten van een YAMAHA iPod
universeel dock
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het
achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel
dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden
aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen
met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een
YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los
verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor
bedoelde kabel.
LET OP
Sluit dit toestel pas aan op het lichtnet wanneer
alle verbindingen tussen de componenten
gemaakt zijn.
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
LET OP
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
Opmerking
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
PURE DIRECT
AUDIO
TONE
CONTROL
SELECT
INPUT
MAIN ZONE
ON/OFF
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
PROGRAM
OPTIMIZER
PHONES
MIC
MEMORY
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
TUNING
EDIT
MULTI ZONE
S VIDEO
VIDEO
VIDEO AUX
NIGHT
MODE
FM/AM
ENHANCER
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
ZONE 3
ZONE 2
L
R
AUDIO
OPTICAL
VOLUME
VOORBEREIDINGEN
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10)
DOCK
S-video
uitgang
VIDEO
S VIDEO
V
S
Video
uitgang
Spelcomputer of
videocamera
L
L
AUDIO
Audio
uitgang
OPTICAL
R
O
R
Optische
uitgang
Nederlands
27 Nl
CONNECTIONS
Aansluiten van de FM en AM antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier met
de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken zorgen
deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst.
Opmerkingen
• U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 111).
•
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
2Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
.
3Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
binnenantenne
(meegeleverd)
FM
ANTENNA
GND
FM
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden.
Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een
metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
AM ringantenne
(meegeleverd)
AM
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat u
bijvoorbeeld uit een raam
naar buiten spant.
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
4Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los.
5Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo
draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete
AM zenders (zie bladzijde 54).
28 Nl
Loading...
+ 111 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.