Yamaha RX-V1600 User Manual

RX-V1600
AV Receiver
Ampli-tuner audio-vidéo
GB
OWNER'S MANUAL
MODE D'EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
MANUALE DI ISTRUZIONI
MANUAL DE INSTRUCCIONES
GEBRUIKSAANWIJZING
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
INHOUD
INLEIDING
KENMERKEN ....................................................... 2
VAN START ........................................................... 3
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen..... 4
Omgaan met de afstandsbediening ............................ 5
Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel.... 5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ......... 6
Voorpaneel................................................................. 6
Afstandsbediening ..................................................... 8
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening ............................ 10
Display voorpaneel .................................................. 11
Achterpaneel ............................................................ 13
VOORBEREIDINGEN
AANSLUITINGEN .............................................. 14
Voor u de luidsprekers gaat aansluiten .................... 14
Aansluiten van luidsprekers..................................... 15
Gebruik van dubbele bedrading en dubbele AMP
aansluitingen........................................................ 19
Informatie over de bedrading en de stekkers voor
de aansluitingen................................................... 20
Aansluiten van HDMI componenten ....................... 23
Aansluiten van videocomponenten.......................... 24
Aansluiten van audiocomponenten.......................... 27
Aansluiten van de antennes ..................................... 29
Aansluiten van het netsnoer..................................... 30
Aan en uit zetten van dit toestel............................... 30
Instellen van de luidspreker-impedantie ..................31
AUTO SETUP....................................................... 32
Inleiding................................................................... 32
Optimalisatie-microfoon setup ................................ 32
Gebruik van AUTO SETUP .................................... 33
BASISBEDIENING
WEERGAVE ........................................................ 36
Basisbediening......................................................... 36
Aanvullende mogelijkheden .................................... 38
OPNEMEN............................................................ 45
FM/AM AFSTEMMEN ....................................... 46
Automatisch afstemmen .......................................... 46
Handmatig afstemmen ............................................. 47
Automatisch voorprogrammeren ............................. 47
Handmatig voorprogrammeren................................ 49
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 50
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 51
Afstemmen op Radio Data Systeem zenders........... 52
Veranderen van de Radio Data Systeem functie ..... 52
De PTY SEEK functie ............................................. 53
De EON functie ....................................................... 54
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD
INSTELLINGEN ..............................................55
Wat is een geluidsveld? ........................................... 55
Veranderen van parameterinstellingen .................... 55
GELUIDSVELDPROGRAMMA
BESCHRIJVINGEN.........................................57
Voor film/video bronnen ......................................... 57
Voor muziekmateriaal ............................................. 59
GELUIDSVELD PARAMETER
BESCHRIJVINGEN.........................................60
GELUIDSVELDPROGRAMMA
LUIDSPREKEROPSTELLINGEN ................64
GEAVANCEERDE BEDIENING
HANDMATIGE SETUP ......................................68
Gebruik van MANUAL SETUP.............................. 70
Gebruik van BASIC MENU.................................... 71
Gebruik van SOUND MENU.................................. 74
Gebruik van INPUT MENU .................................... 76
Gebruik van OPTION MENU ................................. 78
GEAVANCEERDE BEDIENING .......................82
Kiezen van de weergavefunctie voor het in-beeld
display (OSD)...................................................... 82
Instellen luidsprekerniveaus .................................... 82
GEAVANCEERDE SETUP.................................83
Gebruik van ADVANCED SETUP......................... 83
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................85
Bedieningstoetsen .................................................... 85
Bedienen van andere componenten ......................... 86
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 87
Gebruik van LEARN ............................................... 89
Gebruik van RE-NAME .......................................... 91
Gebruik van MACRO.............................................. 92
Gebruik van CLEAR ............................................... 94
ZONE 2/ZONE 3 ...................................................97
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten .....97
Selecteren van Zone 2 of Zone 3 ............................. 98
Bedienen van Zone 2 en Zone 3 .............................. 99
Gebruiken van de bedieningsfunctie voor Zone 2
en Zone 3 ........................................................... 100
HDMI ...................................................................101
Wat is HDMI? ....................................................... 101
Aanpassen van de HDMI parameters .................... 102
Basisbediening HDMI ........................................... 102
AANVULLENDE INFORMATIE
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .....................103
WOORDENLIJST ..............................................110
Audio informatie.................................................... 110
Video informatie.................................................... 112
Geluidsveldprogramma informatie ........................ 112
Parametrische equalizer informatie ....................... 113
TECHNISCHE GEGEVENS .............................114
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
1
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen (0,04% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω) Voor: 120 W + 120 W Midden: 120 W Surround: 120 W + 120 W Surround Achter: 120 W + 120 W
Kenmerken geluidsveld
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van geluidsvelden
THX Select2
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6
decoder, DTS 96/24
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic x decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
40 Gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem (Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Radio Data Systeem fstemmogelijkheden
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high­definition video en multikanaals digitale audio
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component video HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
Overige kenmerken
YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) voor automatische instelling van uw luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
OSD (in-beeld display) menusysteem waarmee u dit
toestel optimaal kunt aanpassen aan uw audio/ videosysteem
6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen
Beknopte meldfunctie
PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe
weergave van analoge en PCM bronnen
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video in-/uitgangsaansluitingen
Analoge video I/P conversie van 576i naar 576p
Optische en coaxiale digitale audio-aansluitingen
Slaaptimer
Cinema en Muziek Middernacht luisterfuncties
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Leer-/Macrofunctie
Zone 2/Zone 3 mogelijkheid voor aangepaste installatie
y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Ontwerp en technische gegevens kunnen mede ten gevolge van technische verbeteringen enz. zonder kennisgeving gewijzigd worden. Indien handleiding en product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Surround EX”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
“DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION.
Het THX logo is een handelsmerk van THX Ltd. en is mogelijk gedeponeerd in sommige gebieden. Alle rechten voorbehouden.
2
VAN START
VAN START
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWER POWER
A
PHONO TUNER CD
V-AUX
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
LEVEL
TITLE
BAND
A/B/C/D/E
RETURN
STEREO
THX
5678
1
90
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
POWER
STANDBY
AVTV
B
SLEEP
AUDIO SEL
MULTI CH IN
CBL/SAT MD/TAPE
SELECT
+
+
VOLUME
CH
MUTE
PRESET
SET MENU
PURE DIRECT
MENU
SRCH MODE
NIGHT
ENTER
ON SCREEN
STRAIGHT
DISPLAY
EFFECT
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
STANDARD SELECT EXTD SUR.
2 B
A
SPEAKERSMEMORY
+10
CLEAR
LEARN
MACROONOFF
CD-R
AUDIO
ENT.
RE–NAME
SOURCE
Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
POWER
TUNER1CD2CD-R
AMP
TV
DTV4CBL/SAT5MD/TAPE
VCR17DVR/VCR2
PRESET
A/B/C/D/E
STANDBY
3
PHONO
6
ENT
V-AUX
DVD
8 9
0
0
++
VOLUME
MUTE
ID2ID1
ZONE 3ZONE 2
INLEIDING
Batterijen (x6)
(AAA, R03)
Netsnoer
AM ringantenne
Sleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
FM binnenantenne (modellen voor de V.S., Canada, China, Korea, Azië en algemene modellen)
Optimalisatie-microfoon
FM binnenantenne (modellen voor Australië, het V.K. en Europa )
75 Ohm/300 Ohm antenne-
adapter (alleen bij modellen
voor het V.K.)
Nederlands
3
VAN START
1
3
2
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
Opmerkingen
• Vervang alle batterijen tegelijk als u merkt dat bijvoorbeeld het bereik van de afstandsbediening afneemt, de indicator niet knippert of dat de indicator of het uitleesvenster zwakker worden.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen niet weg met het gewone afval; gooi batterijen alleen weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving, dus als klein chemisch afval.
Inzetten van de batterijen
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03) in het batterijvak, in overeenstemming met de polariteitsaanduidingen binnenin.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
2
1
3
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –) zoals aangegeven in het batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren.
4
Omgaan met de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. Richt de afstandsbediening goed op de sensor op het hoofdtoestel om dit te bedienen.
PURE DIRECT
MULTI CH
AUDIO
PRESET/
TUNING
PRESET/
INPUT
SELECT
INPUTMAIN ZONE
ON/OFF
MASTER
ON OFF
A/B/C/D/E
SPEAKERS
A
YPAO
OPTIMIZER
MIC
TUNING
MULTI ZONE
B
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
PHONES
MEMORY
FM/AM
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROL
ZONE 2
ZONE 3
AUDIO R OPTICAL
VIDEO/AUX
VOLUME
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PROGRAM
VAN START
INLEIDING
Ongeveer 6 m
POWER POWER POWER
A
PHONO TUNER CD
V-AUX
CBL/SAT MD/TAPE
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
LEVEL
TITLE
BAND
A/B/C/D/E
RETURN
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
THX
STANDARDSELECT EXTD SUR.
5678
90
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
MACROONOFF
30 30
SYSTEM
STANDBY
AVTV
B
SLEEP
AUDIO SEL
MULTI CH IN
CD-R
SELECT
AMP
+
+
SOURCE
VOL
CH
TV
MUTE
PRESET
SET MENU
PURE DIRECT
MENU
NIGHT
ENTER
AUDIO
ON SCREEN
STRAIGHT
DISPLAY
EFFECT
3421
B
A
SPEAKERS
ENT.
+10
CLEAR
LEARN
RE–NAME
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen op en bewaar ze niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken
Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te openen.
Nederlands
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
21 3 45 6 7 8 90AB C E F
MULTI CH
ON/OFF
MASTER
ON OFF
AUDIO
INPUT
SELECT
INPUTMAIN ZONE
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
SPEAKERS
A
B
YPAO
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
OPTIMIZER
PHONES
MIC
ILMKJHG
1 MASTER ON/OFF
Druk naar binnen in de ON stand.
• Hiermee zet u dit toestel aan.
• Hiermee zet u de weergave voor de eerste ruimte aan.
• Hiermee zet u Zone 2 en Zone 3 standby (uit). Druk nog eens om de knop weer naar buiten te laten komen, in de OFF stand.
• Hiermee zet u dit toestel uit.
• Hiermee zet u de weergave voor de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 uit.
Zie bladzijde 30 voor details.
2 MAIN ZONE ON/OFF
Hiermee zet u alleen dit toestel aan of uit (standby).
y
Dit toestel verbruikt een minieme hoeveelheid stroom wanneer het uit (standby) staat.
Opmerkingen
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 6 a 7 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 INPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
D
PURE DIRECT
VOLUME
STRAIGHT
PROGRAM
TONE
CONTROL
MULTI ZONE
PRESET/
TUNING
EDIT
FM/AM
ZONE 2
VIDEO/AUX
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
ZONE 3
AUDIO R OPTICAL
TUNING MODE
AUTO/MAN'L EFFECT
ZONE CONTROL
(Algemene modellen)
4 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal (AUTO, HDMI, COAX/OPT en ANALOG) dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen op het achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 43).
5 MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron. Indien geselecteerd, zal de MULTI CH INPUT signaalbron voorrang krijgen over een met INPUT (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
6 A/B/C/D/E
Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren (A t/m E) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 50).
7 PRESET/TUNING l / h
Hiermee stelt u één van de voorkeuzenummers (1 t/m 8) in wanneer het toestel op de TUNER (radio) staat en er op het display op het voorpaneel naast de radioband een dubbele punt (:) te zien is. Hiermee kunt u afstemmen op een bepaalde frequentie wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron en de dubbele punt (:) niet te zien is op het display op het voorpaneel. Zie de bladzijden 46 t/m 51 voor details.
6
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt.
9 PRESET/TUNING (EDIT)
Hiermee kunt u de functie van PRESET/TUNING l / h omschakelen tussen het kiezen van voorkeuzezenders en zelf afstemmen wanneer het toestel op de TUNER (radio) staat (zie de bladzijden 46 t/m 51).
0 FM/AM
Hiermee kunt u overschakelen naar de andere radioband (FM or AM) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
Opmerking
Er wordt automatisch afgestemd op de frequentie van de laatst ontvangen zender.
A MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron. Houd tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren van zenders te laten beginnen (zie bladzijde 47).
B TUNING MODE (AUTO/MAN’L), DISPLAY
Hiemee schakelt u heen en weer tussen automatisch (de AUTO indicator brandt) en handmatig afstemmen (de AUTO indicator is uit) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
C STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee kunt u de geluidsveldprogramma’s aan of uit zetten. Wanneer STRAIGHT is geselecteerd zullen 2­kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
D Sensor voor de afstandsbediening
Deze ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
E TONE CONTROL
Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen regelen voor de linker, rechter en midden voorkanalen (zie bladzijde 38).
F PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 41).
Opmerking
De indicator rond de toets licht op wanneer het toestel in de PURE DIRECT stand staat.
G OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon aansluiten voor de AUTO SETUP (zie bladzijde 32).
H SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voor­luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
I PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Deze aansluiting produceert audiosignalen waarnaar u kunt luisteren met een hoofdtelefoon.
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar 2-kanaals stereo (de linker en rechter voorkanalen).
J VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals een spelcomputer aansluiten. Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron.
K MULTI ZONE toetsen
ZONE 2 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of uit (standby) zetten. Zie bladzijde 30 voor details.
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE 3 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of uit (standby) zetten. Zie bladzijde 30 voor details.
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE CONTROL
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer schakelen tussen het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3 (zie bladzijde 99). Nadat u op ZONE CONTROL heeft gedrukt, zal de indicator voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het knipperen is.
L PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de weergave van de lage/hoge tonen regelen in samenspel met TONE CONTROL.
M VOLUME
Hiermee kunt u het volumeniveau van alle audiokanalen tegelijk instellen.
Opmerking
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
INLEIDING
Nederlands
7
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP om dit toestel te bedienen. Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op bladzijde 85 als u andere componenten wilt kunnen bedienen.
1
2
POWER POWER
AVTV
A
POWER
STANDBY
B
AUDIO SEL
SLEEP
A
B C D
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
E
3
4
5
6
7
8
V-AUX
CBL/SAT MD/TAPE
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
+
+
CH
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
PRESET
LEVEL
TITLE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
5678
1
2 B
90
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
FREQ/TEXT
EON STARTMODE PTY SEEK
VOLUME
SET MENU
MENU
ON SCREEN
DISPLAY
3421
A
+10
+
MUTE
SPEAKERSMEMORY
CD-R
SELECT
AMP
SOURCE
TV
PURE DIRECT
NIGHT
AUDIO
STRAIGHT
EFFECT
ENT.
F
G
H
I
J K
L M
N
O
S
REC
DISC SKIP
9
MACROONOFF
0
(Modellen voor het V.K. en Europa)
LEARN
CLEAR
RE–NAME
P Q R
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
2 Zendindicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen aan het uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt. Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op TUNER om de TUNER (radio) als signaalbron in te stellen.
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen.
5 LEVEL, BAND
Hiermee selecteert u de luidspreker waarvoor u het uitgangsniveau wilt instellen wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP (zie de bladzijden 82). Hiermee kunt u de radioband heen en weer schakelen tussen FM en AM (MG) wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op SOURCE en de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
6 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER
Hiermee kunt u DSP programma parameters of OSD menu-items selecteren en instellen wanneer AMP/ SOURCE/TV op AMP staat. Gebruik l / h om een voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren en k / n om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op SOURCE en de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
7 RETURN
Hiermee keert u terug naar de het hoger gelegen niveau, of de vorige directory in het in-beeld menusysteem (OSD).
8 Geluidsveldprogramma / cijfertoetsen
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP. Gebruik SELECT om 2-kanaals bronmateriaal weer te geven als multikanaals materiaal (zie bladzijde 40). Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1 en 6.1/
7.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 39). Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om voorkeuzezenders te selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat en de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
9 MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie bladzijde 93).
0 MACRO
Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets programmeren (zie bladzijde 92).
8
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
A STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 en Zone 3 standby (uit) (zie bladzijde 30).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
B POWER
Hiermee zet u dit toestel, Zone 2 Zone 3 aan (zie bladzijde 30).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C AUDIO SEL
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal (AUTO, HDMI, COAX/OPT en ANALOG) dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen op het achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 43).
D SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
E MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de MULTI CH INPUT functie bij gebruik van een externe decoder (enz.).
F SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
G VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
H AMP/SOURCE/TV
Hiermee selecteert u de component die wilt bedienen met de afstandsbediening.
AMP
In deze stand kunt u dit toestel bedienen.
SOURCE
In deze stand kunt u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component bedienen.
TV
In deze stand kunt u de aan DTV of PHONO toegewezen televisie bedienen.
Opmerking
Als er zowel aan DTV als aan PHONO televisies toegewezen zijn, zal de aan DTV toegewezen televisie de voorrang krijgen wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op TV.
y
Zie bladzijde 87 voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere componenten.
I MUTE
Deze toets schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten.
J PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 41).
K SET MENU
Hiermee zet u de SET MENU functie aan of uit.
L NIGHT
Hiermee kunt u de middernacht luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 41).
M ON SCREEN
Hiermee selecteert u de weergavefunctie voor het in-beeld menusysteem (OSD) zoals dit op uw beeldscherm zal verschijnen (zie de bladzijden 82).
N STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer STRAIGHT is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
O SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voor­luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
P RE-NAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 91).
Q CLEAR
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes of functies die zijn geprogrammeerd met de overnamefunctie, de macrofunctie of de functie voor het herbenoemen wissen (zie bladzijde 94).
R LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren of functies van andere afstandsbedieningen overnemen (zie bladzijde 89).
S Radio Data Systeem afstemtoetsen
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Deze toetsen werken alleen wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT functie (als de zender in kwestie de corresponderende diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie bladzijde 52).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 53).
PTY SEEK START
Druk hierop om het zoeken naar een geschikte zender te laten beginnen nadat u het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 53).
EON
Hiermee kunt u een soort programma kiezen (NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORTS) waarop automatisch afgestemd kan worden (zie bladzijde 54).
INLEIDING
Nederlands
9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van Zone 2 of Zone 3 beschreven.
POWER
5
TUNER1CD2CD-R
DTV4CBL/SAT5MD/TAPE
1
VCR17DVR/VCR2
8 9
+
2
PRESET
3 8
A/B/C/D/E
4
ID2ID1
3
6
DVD
+
VOLUME
MUTE
STANDBY
PHONO
ENT
V-AU X
0
0
6
7
ZONE 3ZONE 2
9
1 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron voor Zone 2 of Zone 3 en bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt.
2 PRESET +/–
Hiermee selecteert u het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron voor Zone 2 of Zone 3.
3 A/B/C/D/E
Hiermee selecteert u de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron voor Zone 2 of Zone 3.
4 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 88).
5 POWER
Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten.
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
6 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit).
(Modellen voor het V.K. en Europa)
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
7 VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of Zone 3.
8 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten.
9 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3.
10
Display voorpaneel
CS
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Opmerking
De XM indicator is alleen van toepassing op modellen voor de V.S.
123 4 5 6 7 890A
V-A UX
DIGITAL
YPAO
SP
A B
SILENT CINEMA
HiFi DSP
VIRTUAL
PL x EX
DISCRETE
MATRIX
96 24
1 YPAO indicator
Licht op wanneer de AUTO SETUP procedure bezig is en wanneer de AUTO SETUP luidspreker-instellingen zonder verdere wijzigingen worden gebruikt.
2 HDMI indicator
Licht op wanneer er HDMI componenten zijn toegewezen aan de HDMI IN 1 en HDMI IN 2 aansluitingen en deze worden herkend door dit toestel (zie bladzijde 76). Gaat uit wanneer er geen HDMI component is toegewezen aan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting of wanneer er geen HDMI component wordt herkend door dit toestel alhoewel deze wel zijn toegewezen aan de HDMI IN aansluitingen (zie bladzijde 76). Zie bladzijde 101 voor details.
3 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert.
4 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
5 Signaalbron indicators
Licht op wanneer de corresponderende signaalbron wordt geselecteerd.
6 VOLUME niveauaanduiding
Hiermee wordt het volumeniveau aangegeven.
7 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld.
8 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie staat.
9 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt.
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
CS
DSD
PCM
I
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
(Modellen voor het V.K. en Europa)
A MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender kan worden opgeslagen.
B Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
C SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 38).
D SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer u beide sets voor-luidsprekers heeft geselecteerd of bij dubbele aansluiting van een enkele set.
E VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 43).
F Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn.
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Linker surround DSP geluidsveld
Surround/achter surround DSP geluidsveld
G HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert.
H PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft.
I DSD indicator
Licht op wanneer dit toestel DSD (direct stream digital) digitale audiosignalen weergeeft.
J Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen.
TUNERPHONO
STEREO AUTO
dB
MUTE
VOLUME
96/24
LL C R
LFE
SL SB SR
Luisterplek
Rechter surround DSP geluidsveld
ZONE2 ZONE3
NIGHT SLEEP
PTY
XM
TUNED
MEMORY
PS
PTY
RT CT
EON
HOLD
QOPNMLKJHGFEDCB
INLEIDING
Nederlands
11
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
K 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt.
L LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal bevat.
M Indicators voor ingangskanalen en
luidsprekers
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat.
LL C R SL SB SR
Aanwezigheids- en surround achter­luidspreker indicators
Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers ingesteld voor PRESENCE SP (zie bladzijde 72) en voor SB L/R SP (zie bladzijde 72) via de MANUAL SETUP wanneer TEST TONE in de MANUAL SETUP is ingesteld op ON (zie bladzijde 74).
y
U kunt automatisch instellingen laten maken voor de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers via de AUTO SETUP (zie bladzijde 32), of met de hand door de instellingen bij PRESENCE SP (zie bladzijde 72) en SB L/R SP (zie bladzijde 72) via de MANUAL SETUP te wijzigen.
N ZONE 2/ZONE 3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld.
O NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert.
P SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
Q Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment op is afgestemd zullen oplichten.
EON
Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
PTY HOLD
Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie naar zenders wordt gezocht.
12
Achterpaneel
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
CD DVD
CD
DVD
DTV
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DIGITAL OUTOUT
DIGITAL INPUT
OPTICAL
RS-232C
HDMI
COMPONENT VIDEO
COAXIAL
DVD
DVR/
VCR 2
DTV
CBL/
SAT
MONITOR OUT
IN 1
IN 2
OUT
S VIDEO
PR
PBY
MONITOR OUT
AUDIOVIDEO
VIDEO
R
DVD
DTV
CBL/ SAT
IN
VCR 1
OUT
IN
DVR/VCR 2
OUT
ZONE
2
ZONE
3
OUTPUT
L
R
(PLAY)
IN
MD/TAPE
OUT
(REC) (PLAY)
IN
CD-R
OUT
(REC)
CD
PHONO
FRONT(6CH)/SB(8CH)
SURROUND
MULTI CH INPUT
AUDIO
L
FRONT
SURROUND
SUBWOOFER
CENTERSUBWOOFER
REMOTE
OUT
SURROUND BACK/PRESENCE
1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor meer informatie over deze aansluitingen.
2 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor details.
3 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 24 en 25 voor meer informatie over deze aansluitingen.
4 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor meer informatie over deze aansluitingen.
5 CONTROL OUT aansluitingen
Dit zijn aansluitingen die uitsluitend bedoeld zijn voor gebruik in de fabriek.
6 WRENCH HOLDER
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 16).
7 Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen.
8 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
Zie bladzijde 30 voor gedetailleerde informatie.
9 AC OUTLETS
Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van stroom voorzien (zie bladzijde 30).
812 3 4 56 7 90
CONTROL OUT
+12V 15mA MAX.
IN
GND
R
R
R
PRE OUT
21
WRENCH HOLDER
CENTER
SINGLE
L
L
(SB)
L
TUNER
FM ANT
75
UNBAL.
SPEAKERS
+
R
FRONT
+
SURROUND/ZONE 2(3)
+
R
+
R
SURROUND BACK
AM ANT
GND
+
A
B
L
CENTER
+
SINGLE
++–
+
SPEAKER IMPEDANCE
L
L
PRESENCE/ZONE 2(3)
R
VOLTAGE
SELECTOR
+
AC OUTLETS
L
50W MAX.TOTAL
(Algemene modellen)
HGFEDCBA
A HDMI IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 101 voor meer informatie over deze aansluitingen.
B RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent.
C ZONE 2/ZONE 3 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 97 voor details.
D MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze aansluitingen.
E PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze aansluitingen.
F REMOTE IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 97 voor details.
G Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze aansluitingen.
H PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-
aansluitingen
Zie bladzijde 17 voor meer informatie over deze aansluitingen.
SWITCHED
INLEIDING
AC IN
Nederlands
0 AC IN
Steek hier het meegeleverde netsnoer in (zie bladzijde 30).
13
AANSLUITINGEN
.
AANSLUITINGEN
Voor u de luidsprekers gaat aansluiten
Hierboven ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP, multikanaals audio en THX weergave.
*
ITU-R is de radiocommunicatie afdeling van de ITU (International Telecommunication Union).
PL
FL
SL
SL
1,8 m
C
30˚
60˚
80˚
SBL
Meer dan 30 cm
SBR
Voor-luidsprekers (FR en FL)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een midden­luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder.
PR
FR
SR
SR
1,8 m
Surround-luidsprekers (SR en SL)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de surround-luidsprekers. Deze luidsprekers moeten tenminste 30 cm uit elkaar worden geplaatst. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers.
Subwoofer
Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in de diverse weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP (zie bladzijde 57). Deze effecten bestaan onder meer uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect. Plaats deze luidsprekers voor in de ruimte, ongeveer 0,5 – 1 m buiten de voor-luidsprekers, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Opmerking
De surround-achter en de zogenaamde aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd geluid weergeven. Via de PRIORITY parameter in de MANUAL SETUP (zie bladzijde 72) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
14
Opstelling di-pool luidsprekers
Voor THX surroundweergave kunnen di-pool of direct weerkaatsende luidsprekers worden gebruikt. Als u voor di-pool luidsprekers kiest, dient u de surround- en surround achter-luidsprekers op te stellen zoals hieronder schematisch is aangegeven.
FL
SL
: Di-pool luidspreker
: Richting fase di-pool luidspreker
SBL
C
SBR
FR
SR
AANSLUITINGEN
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
• Als u 6 Ohm luidsprekers wilt gebruiken, moet u de luidsprekerimpedantie van dit toestel voor gebruik op 6 Ohm instellen (zie bladzijde 31). Als u 8 Ohm luidsprekers gebruikt, moet u de begininstelling voor de luidsprekerimpedantie van dit toestel gebruiken.
• Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is.
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestele en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Opmerking
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere door een andere kleur, of misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
VOORBEREIDINGEN
Gebruik van de luidspreker-aansluitingen
FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen aansluiten. Als u slechts één luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of B aansluitingen verbinden.
Opmerking
Modellen voor Canada zijn niet in staat weergave via twee verschillende luidsprekersystemen tegelijkertijd te verzorgen.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
SURROUND ZONE 2(3) aansluitingen
Hierop kunt u surround-luidsprekers aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u surround achter-luidsprekers aansluiten. Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen.
Nederlands
15
AANSLUITINGEN
1 Strip ongeveer 10 mm isolatie van het
uiteinde van de luidsprekerdraden.
10 mm
2 Draai de blootgekomen draadjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
3 Maak de knop los met behulp van de
meegeleverde luidspreker­aansluitingensleutel.
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
5 Zet de knop en daarmee de draad vast met de
meegeleverde luidspreker­aansluitingensleutel.
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
6 Haak de luidspreker-aansluitingensleutel
vast aan de WRENCH HOLDER op het achterpaneel van dit toestel wanneer u de sleutel niet gebruikt.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
4 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
16
AANSLUITINGEN
PRESENCE/ZONE 2(3) aansluitingen
Hierop kunt u aanwezigheidsluidsprekers aansluiten.
Opmerking
U kunt deze aansluitingen ook gebruiken om Zone 2 luidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 98).
1 Doe het lipje open.
2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3 Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad
vast te zetten.
Opstelling van de luidsprekers
Kijk op de volgende afbeelding voor de opstelling van luidsprekers in uw luisterruimte.
9
10
3
1 Subwoofer 2 Rechter voor-luidspreker 3 Linker voor-luidspreker 4 Midden-luidspreker 5 Rechter surround achter-luidspreker 6 Linker surround achter-luidspreker 7 Rechter surround-luidspreker 8 Linker surround-luidspreker 9 Rechter aanwezigheidsluidspreker 10 Linker aanwezigheidsluidspreker
2
4
1
8
7
5
6
VOORBEREIDINGEN
Gebruik van bananenstekkers
(Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië) Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de bananenstekker in het gat bovenin de aansluiting.
Bananenstekker
(Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië)
y
Voor de PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen kunt u ook bananenstekkers gebruiken. Doe het lipje open, en steek één bananenstekker in het gat van elk van de aansluitingen. Probeer de lipjes niet weer dicht te doen nadat u de bananenstekkers in de aansluitingen heeft gestoken.
Nederlands
17
AANSLUITINGEN
(Algemene modellen)
Subwoofer met
ingebouwde versterker
Voor-luidsprekers (A)
LinksRechts
Midden-
luidspreker
Voor-
luidsprekers
(B)
FRONT
R
SURROUND
R
SUBWOOFER
R
SURROUND BACK/PRESENCE
LinksRechts LinksRechts
Surround-luidsprekers
PRE OUT
SPEAKERS
+
R
FRONT
+
+
R
L
L
CENTER
+
R
SINGLE
(SB)
L
SURROUND BACK
Surround
achter-luidsprekers
+
A
B
L
CENTER
+
++–
+
SINGLE
SPEAKER IMPEDANCE
L
L
PRESENCE/ZONE 2(3)
+
R
L
LinksRechts
Aanwezigheidsluidsprekers
• U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Via de PRIORITY parameter in de MANUAL SETUP (zie bladzijde 72) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
• De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en werken alleen wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES, Dolby Pro Logic
x, THX Select2, THX Music, THX Games of THX Surround
EX decoder is ingeschakeld.
• De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn.
18
Gebruik van dubbele bedrading en dubbele AMP aansluitingen
Sommige luidsprekers die tegenwoordig op de markt zijn kunnen dubbel bedraad worden of dubbel worden aangesloten op versterkers om de prestaties van het luidsprekersysteem te verbeteren. Dit toestel stelt u in staat dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen te gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek worden de luidsprekers geleverd met vergulde kortsluitplaatjes of -bruggen; één voor de twee rode ingangsaansluitingen en de andere voor de twee zwarte ingangsaansluitingen. Verwijder deze kortsluitplaatjes of ­bruggen alleen wanneer u van plan bent om dubbele bedrading of dubbele versterker-aansluitingen te gebruiken voor uw luidsprekers.
Conventionele aansluitingen
Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede stel aansluitingen negeren.
+
++–
R
orsluitplaatjes
FRONT
of -bruggen
Dubbele bedrading
Aansluiten met dubbele bedrading scheidt de woofer (lage tonen) van het deel van de box voor de midden- en hoge tonen. Een luidspreker die geschikt is voor dubbele bedrading heeft vier aparte aansluitpunten. Door twee paar aansluitingen kan de box gesplitst worden in twee onafhankelijke gedeelten. Het ene paar aansluitingen is voor de midden- en de hoge tonen, terwijl het andere paar bestemd is voor de lage tonen.
A
B
Dit toestel
L
+
Korsluitplaatjes of -bruggen
AANSLUITINGEN
+
A
B
L
+
FRONT
R
++–
Dit toestel
Dubbele versterkeraansluitingen
Bij een dubbele versterkeraansluiting worden twee versterkers gebruikt voor beide luidsprekers. De ene versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossover-schakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde waarde een HPF gewoon passeren.
Opmerkingen
• Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden.
• Om dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u BI-AMP in te stellen op ON in de ADVANCED SETUP (zie bladzijde 84).
• Om dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat aangegeven.
+
+
R
A
L
VOORBEREIDINGEN
Opmerkingen
• Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden.
• Om gebruik van dubbele bedrading te kunnen maken moet u SPEAKERS A op het voorpaneel indrukken zodat SP A op het display op het voorpaneel oplicht.
FRONT
R
+
SURROUND BACK
Dit toestel
+
L
SINGLE
Nederlands
19
AANSLUITINGEN
Informatie over de bedrading en de stekkers voor de aansluitingen
LET OP
Sluit dit toestel of andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
Kabelaanduidingen
Voor analoge signalen
linker analoge bedrading
rechter analoge bedrading
Voor digitale signalen
optische kabels
coaxiale bedrading
Voor videosignalen
videobedrading
S-Videobedrading
Voor HDMI signalen
L
R
O
C
V
S
Analoge aansluitingen
Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Opmerking
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende audiosignalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen kunnen worden weergegeven.
20
AANSLUITINGEN
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft vier soorten audio-aansluitingen (analoge audio, digitale audio coaxiaal, digitale audio optisch en HDMI). Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO
R
L
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen.
DIGITAL AUDIO (COAXIAL) aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via digitale coaxiale bedrading.
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via digitale optische bedrading.
HDMI aansluitingen
Voor HDMI digitale audiosignalen.
Stroomschema audiosignalen voor OUT (REC)
Ingang
HDMI
DIGITAL AUDIO (COAXIAL)
DIGITAL AUDIO (OPTICAL)
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
HDMI
VOORBEREIDINGEN
Uitgang
OUT (REC)
Digitale audio
AUDIO
Door
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Analoge audio
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting worden alleen gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluitingen en niet via de analoge OUT (REC) aansluitingen.
• 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer HDMI SET is ingesteld op OTHER (zie bladzijde 75).
• 2-Kanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen, met uitzondering van multi-kanaals PCM signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting, kunnen worden gereproduceerd via de DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen.
• Kopieerbeveiligde 2-kanaals PCM signalen van meer dan 48 kHz/16-bits di binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting worden niet gereproduceerd via de DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen.
Nederlands
21
AANSLUITINGEN
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft vier soorten video-aansluitingen (composiet, component, S-video en HDMI). Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van die van uw beeldscherm. Wanneer V CONV. op ON (zie bladzijde 78) is ingesteld, zullen analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen naar keuze kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Als bovendien V CONV. is ingesteld op ON (zie bladzijde 78) en HDMI I/P is ingesteld op ON (zie bladzijde 79), kunnen analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO of COMPONENT VIDEO aansluitingen worden omgezet in digitale signalen en worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
VIDEO
S VIDEO
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen voor kleurweergave van een hoge kwaliteit.
COMPONENT VIDEO
Y PBP
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleurverschil (P beste beeldkwaliteit.
HDMI aansluitingen
Voor HDMI digitale videosignalen.
Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Ingang
HDMI
COMPONENT VIDEO
S VIDEO
R
B, PR) gescheiden videosignalen voor de
HDMI
Uitgang
(MONITOR OUT)
Digitale video
Analoge video
VIDEO
Door
Component geïnterlinieerd/progressieve conversie (zie bladzijde 78)
HDMI geïnterlinieerd /progressieve opwaardering en omzetting (zie bladzijde 79)
Opmerkingen
• Analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen niet geïnterlinieerd worden en worden omgezet van 576i naar 576p. Zet CMPNT I/P op ON via de MANUAL SETUP om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 78).
• De analoge videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen en worden gereproduceerd via de S VIDEO of VIDEO aansluitingen kunnen niet worden omgezet naar 576p/1080i/720p signalen.
• Wanneer de analoge videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en via de VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur gworden geven, met dien verstande dat aan eventuele analoge videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen de hoogste prioriteit wordt toegekend.
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
• Component geïnterlinieerd/progressief conversie (zie bladzijde 78) en HDMI geïnterlinieerd/progressief opwaardering/omzetting (zie bladzijde 79) zijn alleen mogelijk wanneer V CONV. is ingesteld op ON (zie bladzijde 78).
22
AANSLUITINGEN
Aansluiten van HDMI componenten
Dit toestel heeft naast HDMI IN 1 en HDMI IN 2 ingangsaansluitingen voor binnenkomende digitale audio- en videosignalen ook een HDMI OUT uitgangsaansluiting voor het reproduceren van digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel met de HDMI OUT aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector). Video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting die u geselecteerd heeft met het HDMI IN menu bij I/O ASSIGNMENT (zie bladzijde 76) of met INPUT op het voorpaneel, worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Bovendien zullen audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting worden weergegeven via de luidsprekers, een eventuele hoofdtelefoon en via de DIGITAL OUTPUT aansluitingen.
Opmerkingen
• We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien van het HDMI logo.
• Digitale audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT aansluitingen.
• Afhankelijk van het signaaltype is het mogelijk dat sommige audiosignalen niet worden gereproduceerd via DIGITAL OUTPUT.
• Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet HDMI I/P op ON via de MANUAL SETUP om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 79).
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audiosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In dit geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen en zal de melding HDCP ERROR verschijnen op het display op het voorpaneel alsof het DVI beeldscherm in kwestie de HDCP kopieerbeveiliging niet ondersteunt.
VOORBEREIDINGEN
DVD-speler
Kabel TV of
satellietontvanger
Beeldscherm
HDMI uitgang
HDMI uitgang
HDMI ingang
IN 1
IN 2
OUT
HDMI
(Algemene modellen)
Nederlands
23
AANSLUITINGEN
Aansluiten van videocomponenten
Aansluiten van een DVD-speler
HDMI uitgang
O
DVD
DIGITAL
OUTPUT
Optische uitgang
Coaxiale uitgang
C
DIGITAL INPUT
COAXIAL
DVD
OPTICAL
IN 1
IN 2
OUT
HDMI
DVD-speler
COMPONENT VIDEO
DVD
PBY
MONITOR OUT
Audio uitgang
Video uitgang
PR
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
DVD
OUTPUT
LR
AUDI OVIDEO
R
L
Beeldscherm
Vid eo
ingang
HDMI ingang
(Algemene modellen)
Opmerking
Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw DVD-speler en kies het gewenste type verbinding voor de audio-/video- in-/ uitgangssignalen. Als u kiest voor een HDMI aansluiting, kunt u zowel audio- als videoverbindingen maken via een één enkele HDMI kabel.
24
Aansluiten van andere videocomponenten
HDMI uitgang
AANSLUITINGEN
O
CBL/SAT
DIGITAL
OUTPUT
Optische uitgang
DIGITAL INPUT
OPTICAL
HDMI
COAXIAL
DVR/
VCR 2
IN 1
IN 2
OUT
Kabel TV of
satellietontvanger
Video uitgang
COMPONENT VIDEO
DTV
CBL/
SAT
Audio uitgang
PRPBY
(Algemene modellen)
S VIDEO
VIDEO
CBL/
SAT
IN
VCR 1
OUT
LR
VOORBEREIDINGEN
AUDIOVIDEO
R
L
Beeldscherm
C
LR LR
Audio ingang
Video uitgang
Video uitgang
DVD-recorder of
videorecorder
Audio uitgang
Coaxiale uitgang
HDMI ingang
HDMI uitgang
Opmerking
Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw andere video-apparatuur en kies het gewenste type verbinding voor de audio-/ video- in-/uitgangssignalen. Als u kiest voor een HDMI aansluiting, kunt u zowel audio- als videoverbindingen maken via een één enkele HDMI kabel.
25
Nederlands
AANSLUITINGEN
Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Als u INPUT CH instelt op 8ch via MULTI CH SET (zie bladzijde 77), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen aan FRONT via MULTI CH SET (zie bladzijde 77) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
LR
Voorkanaal
uitgang
Voor 6-kanaals
ingangssignalen
FRONT(6CH)/SB(8CH)
SURROUND
CENTER
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
Subwoofer uitgang
Middenkanaal uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
LR
Surroundkanaal uitgang
Surround-
achter uitgang
FRONT(6CH)/SB(8CH)
SURROUND
CENTER
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
Subwoofer uitgang
Middenkanaal
uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
Voor 8-kanaals
ingangssignalen
DVD
DTV
CBL/
SAT
IN
VCR 1
LRLR
OUT
IN
DVR/VCR 2
Surroundkanaal uitgang
R
L
Voorkanaal uitgang
AUDIO
R
L
(
PLAY
IN
MD/TAPE
OUT
(REC)
(
PLAY
IN
CD-R
OUT
(REC)
CD
AUDIO
R
L
)
)
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
• Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de L/R voorkanalen worden weergegeven.
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen, zoals spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op dit toestel.
S VIDEO VIDEO L
S
V
VIDEO/AUX
L
AUDIO R OPTICAL
R
O
Optische uitgang
Audio uitgang R Audio uitgang L
Video uitgang
S-video uitgang
Spelcomputer of videocamera
26
Aansluiten van audiocomponenten
Optische
ingang
CD-recorder
AANSLUITINGEN
O
Optische ingang
MD-recorder of
cassettedeck
Audio ingang
O
DIGITAL INPUT
CD
OPTICAL
CD
MD/TAPE
CD-R
DIGITAL OUTPUT
COAXIAL
Audio uitgang
(Algemene modellen)
Audio uitgang
LRLRLR LR
AUDIO
R
(PLAY)
IN
MD/TAPE
OUT
(REC) (PLAY)
IN
CD-R
OUT
(REC)
CD
PHONO
Audio ingang
VOORBEREIDINGEN
L
GND
LRLR
Audio uitgang
Optische uitgang
O
Coaxiale uitgang
C
Audio uitgang
CD-speler
GND
Draaitafel
Opmerkingen
• Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw audio-apparatuur en kies het gewenste type verbinding voor de audio-/ video- in-/uitgangssignalen.
• De PHONO aansluitingen zijn bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel heeft met een laag-vermogen MC cartridge, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken bij verbinding met deze aansluitingen.
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers is het echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
Nederlands
27
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een externe versterker
Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker verbinden met de PRE OUT aansluiten.
Opmerkingen
• Wanneer er audio tulpstekkers in de PRE OUT aansluitingen zitten voor de verbinding met een externe versterker, is het niet meer nodig de corresponderende SPEAKERS aansluitingen te gebruiken. Zet het volume van de op dit toestel aangesloten externe versterker op de hoogste stand.
• Het signaal dat wordt doorgegeven via de FRONT PRE OUT en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervindt invloed van de TONE CONTROL instellingen.
• Als SPEAKERS A uit staat en SPEAKERS B op ZONE B (zie bladzijde 80) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen.
PRE OUT
FRONT
1
2
3
4
R
SURROUND
R
SUBWOOFER
R
SURROUND BACK/PRESENCE
CENTER
SINGLE
L
L
5
(SB)
L
1 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
2 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
3 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. Als u slechts één externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te verbinden met de linker (L) aansluiting.
5 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
Opmerkingen
• Elk van de PRE OUT uitgangsaansluitingen produceert hetzelfde signaal als de bij dat kanaal behorende luidsprekeraansluiting. Wanneer echter zowel surround-achter als zg. aanwezigheidsluidsprekers zijn ingesteld op dit toestel, is het mogelijk dat de signalen geproduceerd via de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen niet corresponderen met de juiste luidsprekers.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf.
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting, afhankelijk van de SPEAKER SET (zie bladzijde 71) instellingen.
28
Loading...
+ 93 hidden pages