Yamaha QY700 User Manual [nl]

MUSIC SEQUENCER
PITCH ASSIGNABLE
PATTERN
SONG
VOICE
MAX
VOLUME
SHIFT
CAPS
OCT
OCT
DOWN
UP
ON
ORG
BASS
BASS
_
A
SECTION
UTILITY
EFFECT
DISK
CONTRAST
PLAYREC
#
#
CBA
A
F
G
b
b
B
G
A
?
! MLK
B C D E F G H
OUTPUT
MUSIC SEQUENCER
FOOT SWRL/MONO
IN A
SHIFT F1 F2 F3 F4 F5 F6 SHIFT EXIT
7 7
b
(
13
(13)
/
)
add9
m
-1 +1
a
7
sus4
sus4
c
(9)
m7
m7
TRACK
JOB
EDIT
LOC 2LOC 1
(
# b
S
#
E)D
C#D
b
DbE
c
%
&
add9
D
M
TRACK
DOWN
UP
SOLOMUTE
REST
TIE
#
#
HGF
(
9)
(
5)
7
7
b
(
9)
b
(
5)
7
7
_ UTSRQPO#N
(9)
(9)
(9)
6
M7 M7
7
6
7
IN B
MIDI
YESNO
OUT BOUT A
IN A
OUT BOUT AIN B
MIDI
789
456
123
DEL
SPACE
JI
(11)
m7
OCT
OCT
3
#
(
11)
7
YX
dim
mM7
m6
m7
3
DOWN
UP
ZWV
aug
(b5
)
0
-
NEDERLANDSTALIGE HANDLEIDING
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit produkt maakt gebruik van batterijen of een externe voe­ding (een adaptor). Sluit dit produkt NIET aan op een andere adaptor dan die, die omschreven staat in de handleiding, op het naamplaatje of in het bijzonder is aangeraden door Ya­maha.
WAARSCHUWING: Plaats dit produkt niet op een plaats waar iemand er op zou kunnen stappen/over zou kunnen val­len, of iemand iets over het stroomsnoer of de kabels kan rollen. Het gebruik van een verlengkabel wordt afgeraden! Als dit niet te vermijden is, hou er dan rekening mee dat de minimum snoergrootte van een 25’ snoer (of minder) 18AWG is. N.B.: des te kleiner het AWG nummer, des te groter de capaciteit. Raadpleeg de plaatselijke elektricien voor langere verlengsnoeren.
Dit produkt kunt u het beste alleen gebruiken met de mee­geleverde componenten, of een kar, rack of standaard die wordt aangeraden door Yamaha. Als u zo’n component ge­bruikt, let dan goed op alle veiligheidsmarkeringen en instruc­ties die het component vergezellen.
SPECIFICATIES KUNNEN ZICH WIJZIGEN:
Wij geloven dat de informatie in deze handleiding correct is ten tijde van printen. Yamaha behoudt zich echter het recht voor om specificaties te wijzigen of aan te passen, zonder hier vantevoren melding van te maken op bestaande appara­tuur te update’n.
Dit produkt, alleen of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, is in staat geluidsniveaus te pro­duceren die gehoorverlies op kunnen leveren. WERK NIET te lang op te hoge volumes, of op oncomfortabele niveaus. Als u gehoorverlies ervaart of gering in uw oren moet u onmiddelijk contact opnemen met een sonoloog. BELANGRIJK: Des te harder het geluid des te sneller schade optreedt.
Sommige Yamaha produkten zijn vergezeld van krukjes en/of accessoires die bevestigd moeten worden. Een aantal van deze accessoires moeten door de dealer worden bevestigd of geïnstalleerd. Zorg er a.u.b. voor dat krukjes stabiel zijn en te bevestigen accessoires stevig bevestigd zijn VOORDAT u er gebruik van maakt.
BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare batte­rij bevatten, die (indien van toepassing) is vast gesoldeerd. De gemiddelde levensduur van een dergelijke batterij is on­geveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging toe bent, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervan­ging uit te voeren.
Dit produkt kan ook “huishoud” type batterijen bevatten. Som­mige van dit type batterij kan opgeladen worden. Zorg er voor dat batterij die opgeladen wordt inderdaad opgeladen kan worden en dat de oplader bedoeld is voor de batterij die u op wil laden.
Als u de batterijen wilt vervangen meng dan nooit oude- en nieuwe batterijen of verschillende soorten batterijen. Batte­rijen MOETEN goed vervangen worden. Gemaakte fouten bij het vervangen van de batterijen kunnen leiden tot oververhitting en ontploffende batterijen.
WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet te demon­teren of te verbranden. Houd ze weg bij kinderen. Gooi oude batterijen volgens voorschrift weg.
N.B.: Controleer bij uw leverancier van batterijen waar u uw oude batterijen kwijt kunt.
AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt raakt en niet meer te repareren is, gooi het dan weg volgens de geldende wettelijke voorschriften voor produkten die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u niet helpen, neem dan contact op met Yamaha.
NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje zit onderop het instrument. Op dit plaatje staat het model nummer, serienummer, voeding vereisten enz. Hieronder zou u het model nummer, serienummer en de da­tum van aanschaf in moeten vullen, en de handleiding goed bewaren als een permanent ‘bewijs’ van aanschaf.
OPMERKING:
Reparaties die te wijten zijn aan gebrek aan kennis met hoe een functie of een effect werkt (als het apparaat naar beho­ren functioneert), worden niet gedekt door de garantie, en zijn derhalve de verantwoording van de eigenaar. Bestudeer deze handleiding a.u.b. goed en raadpleeg uw dealer alvo­rens om service te verzoeken.
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar produkten die zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn. We zijn ervan overtuigd dat onze produkten en produktiemethodes hieraan voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de wet willen we u van het volgende op de hoogte brengen:
Model
Serienummer
Datum van Aanschaf
BEWAAR DEZE HANDLEIDING GOED
Bedieningshandleiding
Referentie
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van de Yamaha QY700 music sequencer.
De QY700 is een 20 song/ 32 sporen sequencer met een resolutie van 1/480 ste noot en bevat een ingebouwde XG en GM compatibiliteit AWM2 toongenerator, alles in één apparaat. De Stijl Sequencer functies die zo populair waren bij de QY300 enz. hebben we uitgebreid en zijn eenvoudiger in het gebruik geworden. Het grote LCD display maakt het werken eenvoudiger en intuïtiever.
Lees, om het meeste uit uw QY700 te halen, deze handleiding goed door. Als u het eenmaal gelezen heeft, kunt u het op een veilige plaats opbergen zodat u wanneer u deze weer nodig heeft, deze snel erbij kunt pakken.
3
Kenmerken van de QY700
Kenmerken van de QY700
Krachtige sequencer functionaliteit
De sequencer van de QY700 biedt 32 sequence sporen en 16 patroonsporen, en een opslag­capaciteit tot 110.000 noten, voor professionele sequence kracht. De noot timing resolutie is 1/480 ste kwart noot. Het geheugen wordt gebackupd, dus verdwijnt er geen data zodra het instrument uitgezet wordt. Met de Afspeel Effect functies en een volledige set wijzig functies kunt u uw data naar wens aanpassen en wijzigen. De Afspeel Effecten bevat een Groove Quantize functie waarmee u direct een variëteit aan verschillende “groove gevoelens” kunt toevoegen. Daarnaast staan er ook functies zoals Chord Sort (Akkoord Sorteer) en Chord Separate (Akkoord Scheiden) tot uw beschikking, voor het eenvoudig invoeren van gitaar akkoorden.
Functioneel Muziekproductieomgeving met Songs, Patronen en Frasen
De Begeleidingsfunctie van de QY700 biedt een zeer praktische muziekproductieomgeving waarmee u met patronen en frasen een song kunt creëren.
Eenvoudig te bedienen met het grote display, dials, functie knoppen en direct knoppen
Het grote 320 x 240 pixels volledig grafische display bied voldoende informatie voor het efficiënt maken van muziek. U kunt bijvoorbeeld afspeeldata niet alleen als event lijst bekijken, maar ook grafische data in een spoor-overzicht of piano-roll display. U kunt met de jog dial eenvoudig data aanpassen, en met de shuttle dial kunt u - net als bij een videorecorder - door de muziek heen en weer spoelen.
Volledig assortiment preset Frasen
De QY700 bied het gigantische aantal van 3.876 typen preset frasen, van allerlei muzikale genres. Alle preset frasen zijn zodanig geselecteerd zodat deze direct voor u bruikbaar zijn. Door het simpelweg combineren van preset frasen in patronen, kunt u met ongekende mogelijkheden begeleidingsdata creëren.
Undo (Ongedaan Maken) / Redo (“Hergedaan” Maken)
De QY700 bied een Undo/Redo functie. Zelfs als een opname, wijziging of functie uitvoering belangrijke data heeft laten verdwijnen, kunt u het altijd weer terugroepen.
4
XG toongenerator voor volledige expressie
De QY700 is uitgerust met een XG compatibele toongenerator die 491 hoge kwaliteit voices en 3 geavanceerde effectsystemen bevat, dat u de volle expressie biedt die u van XG verwacht.
Brede compatibiliteit
Het toongeneratorgedeelte van de QY700 is compatibel met zowel het XG als GM systeem level 1 formaat. Het sequencergedeelte is compatibel met ESEQ en SMF (Standaard Midi File) formaten 0 en 1. Afspeeldata die gecreëerd was op de QS300 music synthesizer kunnen tevens op de QY700 afgespeeld worden. U kunt daarnaast in de winkels verkrijgbare “XG compatibele song data” op de QY700 afspelen.
Kenmerken van de QY700
GM Systeem Level 1
“GM Systeem Level 1” is een standaard specificatie dat bepaalt hoe de voices in een toongenerator en de MIDI functionaliteit ingedeeld moeten zijn, zodat de data identiek op een ander GM­compatibele toongenerator klinkt, onafhankelijk van zijn merk of model. Toongeneratoren en song data die voldoen aan “GM Systeem Level 1” dragen dit logo.
XG
“XG” is een toongenerator formaat dat de voice indeling en de specificaties van “GM Systeem Level 1” uitbreidt om aan de steeds groeiende eisen van de huidige computeromgeving te voldoen, en biedt meer expressieve kracht en opwaards compatibel aan de data blijft. “XG” breidt “GM Systeem Level 1” flink uit door de manier waarop voices uitgebreid of gewijzigd worden én de structuur en typen effecten opnieuw te definiëren. Als in de winkels verkrijgbare song data het XG logo draagt wordt afgespeeld op een toongenerator waarop het XG logo afgebeeld staat, kunt u genieten van een grandioos muzikale beleving dat de ongelimiteerde uitgebreide voices en effect functies omvat.
5
Hoe deze Handleiding te gebruiken
Hoe deze handleiding te gebruiken
De documentatie van de QY700 bestaat uit de volgende gedeelten. Als u het doel van ieder gedeelte begrijpt, kunt u hier later naar refereren.
Handleiding : Referentie
Dit geeft u de voorzorgsmaatregelen voor het gebruik, hoe u aansluitingen maakt, en alle parameters en commando’s. Gebruik deze handleiding als een soort woordenboek zodra u het nodig heeft.
Hoofdstuk 1. ALGEMEEN CONCEPT Hoofdstuk 2. SONG MODE Hoofdstuk 3. VOICE MODE Hoofdstuk 4. EFFECT MODE Hoofdstuk 5. PATTERN MODE Hoofdstuk 6. UTILITY MODE Hoofdstuk 7. DISK MODE Appendix QY700 Referentie Lijsten
“Song mode” en “Pattern mode” bevatten enkele gemeenschappelijke functies. In de handleiding worden de meest gebruikte functies in hoofdstuk 2 “SONG MODE” in detail besproken. Enkele overlappende instructies worden in hoofdstuk 5 “PATTERN MODE” overgeslagen. In zo’n geval wordt er verwezen naar de corresponderende pagina in hoofdstuk 2 “SONG MODE”.
Gebruikte symbolen in deze handleiding
Deze handleiding gebruikt de volgende iconen om knoppen en de verschillende typen informatie weer te geven.
s
0101 1101
Dit geeft een paneelknop weer. De tekst in de box geeft de op het paneel gedrukt tekst weer. Knoppen waarvoor geen tekst op het paneel gedrukt zijn, worden aangegeven door de corresponderende symbolen, zoals l . In het geval van de functieknoppen 1 - 6 , correspondeert iedere knop met de knop op het paneel; bijvoorbeeld 3 (Effect).
[Uitleg] Dit icoon geeft aan dat er uitleg over een functie gegeven wordt.
[Waarden instellen] Dit icoon geeft de waarden of het bereik weer die ingesteld kunnen worden.
6
In de handleiding gebruikte symbolen
[PROCEDURE] Dit icoon geeft de daadwerkelijke procedure aan vóór het gebruik van de functie.
[T oevoegend commentaar] Dit icoon geeft toevoegend commentaar bij de functie weer, zoals voorbeelden en hints.
[PAS OP] Dit icoon geeft een waarschuwing weer. Lees deze instructies goed, om het verlies van data te voorkomen.
+ /
P. ●●
Dit icoon betekent dat er terwijl u de handeling verricht nóg iets uitgevoerd moet worden. s+ y betekent “houd s ingedrukt en druk op y“.
Dit icoon “betekent “of”. y / n bijvoorbeeld, betekent dat u de y knop óf n knop in moet drukken.
Dit icoon geeft de volgorde weer waarop de knoppen ingedrukt moeten worden. Bijvoorbeeld, numerieke toetsen ebetekent dat u met de numerieke toetsen een waarde in moet geven en op de e toets moet drukken.
Dit icoon geeft het resultaat van een handeling weer.
Dit geeft een paginanummer aan waar een gerelateerde functie of item uitgelegd wordt aan. Ga, indien nodig naar deze pagina(s).
7
De informatie die u nodig heeft opzoeken
De informatie die u nodig heeft opzoeken
U kunt, om de informatie te vinden die u nodig heeft, de volgende pagina’s gebruiken.
Inhoudsopgave ( p. 9)
Zoek de gewenste informatie op in deze opsomming van de gehele handleiding.
Front- en Achterpanelen. (p.12)
Hier kunt u lezen over de naam en plaats van ieder knop en aansluiting, en lezen over zijn functie.
Functie hiërarchie (p.34)
Hier kunt u de gewenste informatie opzoeken binnen de structuur van de commando hiërarchie.
Woordenlijst (p.324)
Dit gedeelte bevat onbekende termen of uitdrukkingen, opgesomd op alfabetische volgorde, samen met de bijbehorende uitleg..
Index (p.328)
Hier staan alfabetische gerangschikte verwijzingen naar pagina’s van onbekende termen of functies, die u direct op de desbetreffende pagina op kunt zoeken.
8
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inleiding
Kenmerken van de QY700 ............................................................................................................................................. 4
Hoe deze handleiding te gebruiken................................................................................................................................. 6
Gebruikte symbolen in deze handleiding........................................................................................................................ 6
De informatie die u nodig heeft opzoeken...................................................................................................................... 8
OPSTELLEN
1. Front- en Achterpanelen............................................................................................................................................ 12
Bovenpaneel ........................................................................................................................................ 12
Achterpaneel ........................................................................................................................................ 16
Floppy diskdrive .................................................................................................................................. 17
2. Aansluitingen ............................................................................................................................................................ 18
Aansluiting voor Stroomvoorziening .................................................................................................. 18
Audio apparatuur aansluitingen ........................................................................................................... 19
Een voetschakelaar aansluiten ............................................................................................................. 20
Externe MIDI apparaten aansluiten ..................................................................................................... 20
Een MTR (Multi-track recorder) aansluiten ........................................................................................ 21
Twee of meer apparaten aansluiten...................................................................................................... 21
3. De Stijl en Demonstratie diskette gebruiken ............................................................................................................ 22
Inhoud van de diskette ......................................................................................................................... 22
Luisteren naar de Demo song .............................................................................................................. 22
Fabrieksinstellingen oproepen ............................................................................................................. 23
Hoofdstuk 1. ALGEMEEN CONCEPT
1. Mode structuur .......................................................................................................................................................... 26
2. Functie hiërarchie ..................................................................................................................................................... 34
3. Hoe de QY700 georganiseerd is ............................................................................................................................... 36
4. Sequencer gedeelte ................................................................................................................................................... 37
5. Toongenerator gedeelte ............................................................................................................................................. 43
6. Besturings gedeelte ................................................................................................................................................... 46
7. Effect gedeelte .......................................................................................................................................................... 47
8. Algemene werking .................................................................................................................................................... 51
9. Song creatie procedure.............................................................................................................................................. 56
Patronen creëren .................................................................................................................................. 57
Een patroon wijzigen ........................................................................................................................... 59
Patroonspoor opname .......................................................................................................................... 60
Akkoordspoor opname ........................................................................................................................ 61
Voice instellingen................................................................................................................................. 62
Realtime opname van spoor 2 ............................................................................................................. 62
Step opname van spoor 1 ..................................................................................................................... 63
Sporen 1 en 2 Wijzigen........................................................................................................................ 65
De voice van spoor 1 aanpassen .......................................................................................................... 66
Opslaan op floppy disk ........................................................................................................................ 67
Hoofdstuk 2. SONG MODE
SONG MODE Overzicht .............................................................................................................................................. 70
1. SONGS AFSPELEN................................................................................................................................................. 72
2. Afspeel Effecten ........................................................................................................................................................ 80
Groove Quantize’n .............................................................................................................................. 82
Clock Shift, Gate Time, en aanslaggevoeligheid................................................................................. 90
Transponeren ....................................................................................................................................... 94
Drum T abel Wijzigen ........................................................................................................................... 97
3. Spoor overzicht ....................................................................................................................................................... 100
4. Uitgangskanalen...................................................................................................................................................... 103
5. Song Opname.......................................................................................................................................................... 106
Opname Stand-by zetten.................................................................................................................... 108
Realtime Opname : Sequence Sporen (TR1......TR32)...................................................................... 112
Realtime Opname : PATROON Spoor............................................................................................... 113
Realtime Opname : AKKOORD Spoor............................................................................................. 115
Realtime Opname : TEMPO Spoor ...................................................................................................117
Punch Opname................................................................................................................................... 118
Step Opname : Sequence Sporen (TR1...TR32) ................................................................................ 120
9
Inhoudsopgave
Step Opname : PATROON Spoor ...................................................................................................... 125
Step Opname : AKKOORD Spoor .................................................................................................... 127
6. Song Wijzigen......................................................................................................................................................... 129
1 (Grafisch) Grafisch scherm ................................................................................................... 135
7. Song Jobs (klusjes) ................................................................................................................................................. 138
Hoofdstuk 3. VOICE MODE
Over voice mode ......................................................................................................................................................... 168
1. Mixer (Mengpaneel) ............................................................................................................................................... 170
2. Tune (Stemmen)...................................................................................................................................................... 174
3. Voice Wijzigen ........................................................................................................................................................ 176
4. Drum Setup Wijzigen.............................................................................................................................................. 182
Hoofdstuk 4. EFFECT MODE
Over effect mode......................................................................................................................................................... 188
1. Aansluiting .............................................................................................................................................................. 190
2. Reverb, Chorus en Variation wijzigen .................................................................................................................... 193
Hoofdstuk 5. PATTERN MODE
PATTERN MODE Overzicht...................................................................................................................................... 198
1. PATCH .................................................................................................................................................................... 200
Frasen tabel........................................................................................................................................ 209
2. Afspeel Effecten ...................................................................................................................................................... 212
Groove Quantize’n ............................................................................................................................ 214
Clock Shift, Gate Time, en aanslaggevoeligheid............................................................................... 217
Transponeren ..................................................................................................................................... 219
Drum T abel W ijzigen......................................................................................................................... 222
3. Patroon Voice submode........................................................................................................................................... 225
Mixer (mengpaneel) .......................................................................................................................... 227
Voice Wijzigen................................................................................................................................... 232
Drum-setup Wijzigen......................................................................................................................... 235
4. Patroon Effecten...................................................................................................................................................... 239
Aansluiting......................................................................................................................................... 241
Reverb, Chorus en Variation Wijzigen .............................................................................................. 244
5. Frase Opname ......................................................................................................................................................... 247
Opname Stand-by aanzetten .............................................................................................................. 248
Realtime Opname .............................................................................................................................. 252
Step Opname...................................................................................................................................... 253
6. Frase Wijzigen ........................................................................................................................................................ 254
7. Patroon Jobs (klusjes) ............................................................................................................................................. 256
Hoofdstuk 6. UTILITY MODE
Over Utility mode ....................................................................................................................................................... 288
1. Systeem ................................................................................................................................................................... 289
2. MIDI ....................................................................................................................................................................... 291
3. MIDI filter............................................................................................................................................................... 293
4. Sequencer................................................................................................................................................................ 295
5. Click........................................................................................................................................................................ 297
6. Fingered akoordzone............................................................................................................................................... 299
Hoofdstuk 7. DISK MODE
Over floppy disks........................................................................................................................................................ 302
Over Disk Mode.......................................................................................................................................................... 304
1. Save (Opslaan) ........................................................................................................................................................ 307
2. Load (Inladen)......................................................................................................................................................... 310
3. Rename (Nieuwe naam geven) ............................................................................................................................... 312
4. Delete (Wissen)....................................................................................................................................................... 314
5. Format (Formatteren).............................................................................................................................................. 316
10
Inhoudsopgave
APPENDIX
1. Specificaties ............................................................................................................................................................ 318
2. Troubleshooting (In de Problemen ?) ..................................................................................................................... 320
3. Foutmeldingen ........................................................................................................................................................ 322
4. W oordenlijst............................................................................................................................................................ 324
5. Index ....................................................................................................................................................................... 328
11
OPSTELLEN
1. Front- en Achterpanelen
Boven paneel
1. PITCH wheel
3. Mode
3. Mode keys
knoppen
4. VOLUME knop
4. VOLUME control
2. ASSIGNABLE (Vrij toewijsbaar) wheel
2. ASSIGNABLE wheel 8. LCD display
1. PITCH wheel 13. MIDI Data monitors
OUTPUT
MUSIC SEQUENCER
PITCH ASSIGNABLE
PATTERN
SONG
VOICE
MAX
VOLUME
6. REC (recording) indicator
6. REC (opname) indicator
UTILITY
EFFECT
DISK
CONTRAST
PLAYREC
5. CONTRAST control
5. CONTRAST knop
7. PLAY indicator
7. PLAY indicator
SHIFT F1 F2 F3 F4 F5 F6 SHIFT EXIT
8. LCD Display
FOOT SWRL/MONO
10. Function keys
10. Functie toetsen
9. SHIFT key
9. SHIFT knop
IN A
IN B
MIDI
11. EXIT key
11. EXIT knop
13. MIDI Data monitors
OUT BOUT A
IN A
14. Shuttle dial
OUT BOUT AIN B
MIDI
14. Shuttle dial
12. Direct Cursor knoppen
15. Data dial
15. Data dial
1. PITCH wheel
Met deze controller kunt u realtime de toonhoogte of toon e.d. wijzigen. De controller keert altijd terug naar de midden­positie als u deze loslaat. ( p. 290)
12. Direct Cursor keys
2. ASSIGNABLE wheel
Met deze controller kunt u realtime de toon e.d. wijzigen terwijl u speelt. U kunt zelf specificeren hoe deze controller het geluid beïnvloedt. (p.290)
3. Mode knoppen
U kunt met deze knoppen kunt u tussen de diverse modes schakelen.
s knop Schakel naar de Song mode ( p.70)
p knop Schakel naar de Pattern mode ( p. 198)
u knop Schakel naar de Utility mode ( p. 288)
v knop Schakel naar de Voice mode (p. 168)
e knop Schakel naar de Effect mode ( p.188)
d knop Schakel naar de Disk mode ( p.302)
12
OPSTELLEN
4. VOLUME knop
Hiermee kunt u het algehele volume dat uit de output jacks en hoofdtelefoon jack uitgestuurd wordt instellen.
5. CONTRAST knop
Hiermee kunt u het contrast van de display instellen.
6. REC (opname) indicator
Deze indicator licht op als de e knop ingedrukt wordt, zodat u kunt zien dat u in opname mode bent.
7. PLAY indicator
Tijdens het afspelen knippert deze indicator op de maat van het huidige tempo.
8. LCD display
Op dit 320x240 pixels verlichtte LCD (liquid crystal display) display toont u de diverse typen informatie. De tijd waarna de verlichting uitgaat kan in Utility mode ( p.289) ingesteld worden.
9. s knop
Deze knop wordt samen met andere knoppen gebruikt om diverse functies uit te voeren.
10. 1 6 knoppen
U kunt met deze knoppen een functie kiezen uit het menu dat onder in de LCD display verschijnt.
11. e knop
Met deze knop keert u van een sub menu of pagina display terug naar een hoger niveau in de commando hiërarchie.
12. d [D1] d [D5] direct knoppen
U kunt met deze knoppen de cursor op items zetten die aan de rechterkant van de display getoond worden.
13. MIDI Data monitors
De corresponderende indicator knippert zodra er MIDI data verstuurd/ontvangen wordt in de vier MIDI aansluitingen (IN-A, IN-B, OUT-A, OUT-B). Dit biedt de mogelijkheid om MIDI communicatie te verifiëren. (N.B.) Aangezien MIDI Clock boodschappen normaal gesproken altijd verstuurd worden, knipperen de MIDI OUT- A/B indicators licht.
14. Shuttle dial
U kunt hiermee snel in songs of patronen heen en weer spelen. Afhankelijk van de hoek waarin u de dial verdraaid, wijzigt de snelheid van het heen en weer spoelen afhankelijk hiervan.
15. Data dial
U kunt hiermee voices selecteren of continu een numerieke waarde verhogen/verlagen.
13
OPSTELLEN
19. Locate keys 20. Track keys
19. Locate knoppen
17. EDIT key
17. EDIT knop
16. Sequencer knoppen
16. Sequencer keys 18. JOB key
18. JOB knop
22. Afname toets, Toename toets
22. Decrement key, Increment key
20. Track (Spoor) knoppen
21. Cursor keys 23. Numeric keypad
19. Locate knoppen
23. Numeriek toetsenbord
SHIFT
CAPS
OCT DOWN
ON BASS
E FGAB C
SECTION
#
#
CBA
F
OCT UP
b
G
ORG
BASS
_
! MLK
A
B C D E F G H
A
G
b
B
A
#
? N
EDIT JOB
LOC 2LOC 1
# b
C#D DbE
c
S
%
26. Microtoetsenbord
)D(
E
&
D
# b
add9
M
TRACK
TRACK DOWN
UP
SOLOMUTE
REST
TIE
#
#
(
5)
7
b
(
5)
7
(9)
M7 M7
(
HGF
(
9)
7
7
b
(
9)
(13)
7
7
_ UTSRQPO
(9)
(9)
6
7
6
7
b
13
)
/
add9
m
-1 +1
a
7
sus4
sus4
c
(9)
mM7
m7
m7
YESNO
SPACE
JI
(11)
m7
OCT
3
#
DOWN
(
11)
7
ZWV
YX
dim
(b5
)
m6
m7
25. Octaaf knoppen
789
456
123
DEL
OCT
3
UP
aug
0
-
24. ENTER knop25. Octaaf knoppen
24. Enter key26. Microkeyboard25. Octave keys 25. Octave keys
16. Sequencer knoppen
Met deze knoppen kunt u songs, patronen en frasen opnemen of afspelen. De knoppen zijn te vergelijken met die op een taperecorder.
t (Top=Begin) Keert terug naar de eerste maat van een song of patroon. r (Rewind=Terugspoelen) Spoelt in de afspelende maat terug. f (Forward=Vooruit spoelen) Spoelt in de afspelende maat vooruit. r (Recording=Opnemen) Opname Stand-by in. s (Stop=Stoppen) Stopt het afspelen/opnemen. p (Play=Afspelen) Begint het afspelen/opnemen.
17. e knop
Schakel naar Song Wijzig mode ( p.129) of Frase Wijzig mode (p.254).
18. j knop
Geeft toegang tot Song Jobs (klusjes) (p.138) of Patroon Jobs (klusjes) ( p.256).
19. 1 (Locate 1) knop 2 (Locate 2) knop
U kunt met deze knoppen in de Song mode naar een van tevoren ingestelde maat “springen”. U kunt met s + 1 / 2 de huidige maat in de corresponderende locate toets opslaan.
20. Track (Spoor) knoppen
U kunt met deze knoppen het huidig geselecteerde spoor wijzigen, of specifieke sporen op mute of solo zetten.
d knop Met deze knoppen verwisselt u van huidig geselecteerde spoor. u knop
m knop Deze knop mute het huidig geselecteerde spoor. Druk nogmaals op deze knop
om het spoor van mute af te zetten.
s knop Hiermee zet u alle sporen - behalve het huidig geselecteerde - op mute. Druk
nogmaalsop de knop om deze weer aan te zetten. Gebruik deze knop als u alleen het huidige spoor wilt beluisteren.
14
OPSTELLEN
21. Cursor knoppen
U kunt met deze knoppen de cursor lokatie in de display bepalen.
22.n (Afname) knop y(Toename) knop
In diverse instel displays kunt u met deze knoppen waarden verhogen (toename) of verlagen (afname), of instellingen aan/uit zetten. U kunt met deze knoppen ook bij bevestigingsdisplays (“Are you sure?”) YES (ja) of NO (nee) invoeren.
23. Numeriek toetsenbord.
Hiermee kunt u numerieke waarden of nootwaarden invoeren.
24. e (ENTER) knop
Hiermee kunt u een op het numerieke toetsenbord ingegeven waarde invoeren, een functie op de cursorlokatie selecteren, een job (klusje) uitvoeren, enz.
25. Octaaf knoppen
Met deze knoppen kunt u het octaaf van het microtoetsenbord wijzigen in stappen van één octaaf. Daarnaast kunt u met de linker octaaf knop On Bass of Original Bass voor een akkoord specificeren, en met de rechter octaaf knop stelt u akkoord Syncopen in.
d [OCT DOWN] (Octaaf omlaag) knopVerlaagt de toonhoogte van het microtoetsenbord in
stappen van één octaaf.
u [OCT UP] (Octaaf omhoog) knop Verhoogt de toonhoogte van het microtoetsenbord in
stappen van één octaaf.
26. Microtoetsenbord
Dit functioneert als een toetsenbord voor het invoeren van uw songs e.d. De knoppen zijn niet aanslag- of nadruk­gevoelig. Het microtoetsenbord wordt tevens gebruikt om akkoorden en patroongedeelten te specificeren, en tekens in te voeren.
15
OPSTELLEN
Achter paneel
1. MIDI aansluitingen 2. FOOT SW (Voetschakelaar) jack
4. PHONES (Hoofdtelefoon) jack
3. OUTPUT jacks
6. Kabel klemmetje
5. DC IN (Adaptor) jack
7. POWER schakelaar
1. MIDI aansluitingen
U kunt via deze aansluitingen met behulp van een MIDI kabel externe MIDI apparaten aansluiten. Er zijn vier MIDI aansluitingen: IN-A, IN-B, OUT-A en OUT-B. IN-A en IN-B zijn ingangen, OUT-A en OUT-B zijn uitgangen. (p.20)
2. FOOT SW (Voetschakelaar) jack
U kunt hierop een voetschakelaar (FC4, FC5: los verkrijgbaar) aansluiten. U kunt met een aangesloten voetschakelaar tijdens het spelen als een sustain pedaal of start/stop schakelaar gebruiken. (p.290)
3. OUTPUT jacks
U kunt met deze jacks de QY700 op een versterker/luidsprekersysteem aansluiten. Als u stereo gebruikt, gebruikt u beide jacks. Als u de QY700 mono gebruikt, gebruikt u alleen de L/MONO jack. (p.19)
4. PHONES (Hoofdtelefoon) jack
U kunt hierop een stereo hoofdtelefoon aansluiten. (HPE-170 of andere door Yamaha aangeraden hoofdtelefoon: impedantie 8-150 ohm.) U kunt het volume van de hoofdtelefoon met de Volume knop instellen. (p.19)
5. DC IN (Adaptor) jack
Sluit de meegeleverde PA-5B adaptor hierop aan. (p.18)
• Let erop, dat u voordat u de AC adaptor aansluit, er zeker van bent dat de QY700 uitstaat. Sluit de adaptor eerst aan op de QY700, en stop hem daarna in het stopcontact.
• Gebruik alleen de meegeleverde PA-5B adaptor. Het gebruik van een andere adaptor kan schade aan het instrument veroorzaken. Haal tevens, als u het instrument langere tijd niet gebruikt, de adaptor uit het stopcontact.
6. Kabel klemmetje
Klem de kabel van de AC adaptor in het klemmetje. Dit verkleint de mogelijkheid dat de adaptor plug per ongeluk eruit getrokken wordt.
Kabel klemmetje
7. POWER schakelaar
Hiermee zet u het instrument aan/uit. Het instrument staat aan als de schakelaar ingedrukt is. (p.18)
16
OPSTELLEN
1. Floppy disk ingang
Hier stopt u floppy disks in voor het opslaan/inladen van data. U kunt hiervoor 3.5 inch 2HD (MF2HD) of 2DD (MF2DD) floppy disks gebruiken. (p.302)
2. Disk-in-gebruik indicator
Deze indicator licht op zodra er data van/op de floppy disk ingeladen/opgeslagen wordt. Probeer de disk nooit te verwij­deren als deze indicator brandt.
3. Eject knop
Druk op deze knop om de floppy disk uit de floppy drive te halen. Diskettes moeten voorzichtig in en uit de floppy diskdrive gehaald worden, en alleen als de disk-in-gebruik indicator uit is.
2. Disk-in-gebruik indicator
1. Floppy disk ingang
• Op achterkant van de floppy disk zit een schrijfbeveiligingsschuifje, zoals in onderstaande illustratie getoond wordt. Als dit schuifje naar beneden staat (u kunt door het gaatje heen kijken), kunt u geen data van de disk wijzigen, toevoe­gen of wissen. Als u belangrijke data wilt beveiligen, schuift u het schuifje naar deze stand.
3. Eject knop
Schrijven mogelijk
Schrijven niet mogelijk
Schrijfbeveiligingsschuifje
• Houd er rekening mee dat Yamaha geen garantie geeft op eventueel verminkte data dat het resultaat is van onjuist
gebruik.
17
OPSTELLEN
2. Aansluitingen
Voordat u de QY700 kunt gebruiken, moeten eerst de AC adaptor en bijvoorbeeld een versterkersysteem aangesloten worden. Als u tevens externe MIDI apparaten gebruikt, moet ook deze aangesloten worden. Dit gedeelte toont u hoe u de aansluitingen moet maken.
• Zorg ervoor dat u de desbetreffende apparaten altijd uitzet als u aansluitingen maakt. Als u aansluitingen maakt terwijl de apparatuur aanstaat, loopt u het risico op schade aan externe apparaten, zoals de versterker en/of luidsprekers.
Stroomvoorziening aansluiten
1. Let er op dat de power schakelaar van de QY700 uitgedrukt staat, en sluit de meegeleverde AC adaptor (PA-5B) aan op
de DC IN aansluiting.
2. Steek de adaptor in een stopcontact, en zet de QY700 aan.
• Gebruik alleen de meegeleverde PA-5B adaptor. Andere adaptor kunnen schade aan het instrument veroorzaken. Let er op dat u de adaptor uit het stopcontact haalt als u het langere tijd niet gebruikt.
18
Audio Apparatuur aansluiten
Sluit, om het geluid van de QY700 te kunnen horen, een versterker of mengpaneel aan op de output jacks.
Aansluiten op Luidsprekers met ingebouwde versterker
Sluit altijd twee luidsprekers met ingebouwde versterker (links en rechts) aan op de output jack (L/MONO, R). Als u slechts één luidspreker heeft, gebruikt u de L/MONO jack.
OPSTELLEN
OUTPUT
POWER
OFF
ON
INDCPHONESL/MONORSWFOOT
Aansluiten op een mengpaneel
Sluit de output jacks (L/MONO, R) aan op twee ingangen in het mengpaneel. Van het kanaal waar de L/MONO jack op aangesloten is, moet de stereobeeld instelling op links gezet worden, en het kanaal waar de R jack op aangesloten zit moet rechts in het stereobeeld klinken. U kunt hetzelfde type aansluiting gebruiken als u de QY700 aan wilt sluiten op een MTR of cassetterecorder.
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
6
6
0
0
5
5
6
6 0 5 6 0 5 6 0
6016
6016
5 6 0 5
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6
6
6
0
0
0
5
5
5
10
10
10
0
0
0
5
5
5
10
10
10
20
20
20
STRST ST
0
5
6
0
5
6
0
5
6
0
5
6016
6016
6016
6016
6016
6
6
6
0
0
0
5
5
5
10
10
10
0
0
0
5
5
5
10
10
10
20
20
20
OUTPUT
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
POWER
OFF
ON
INDCPHONESL/MONORSWFOOT
6 0 5 10 0 5 10
20
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6
6
6
6
0
0
0
0
5
5
5
5
10
10
10
10
0
0
0
0
5
5
5
5
10
10
10
10
20
20
20
20
1 2 4 5 6 7 8 9 10 1213 14 1516
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6
6
0
0
5
5
10
10
0
0
5
5
10
10
20
20
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6
6
6
6
0
0
0
0
5
5
5
5
10
10
10
10
0
0
0
0
5
5
5
5
10
10
10
10
20
20
20
20
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6016
6
6
6
0
0
0
5
5
5
10
10
10
0
0
0
5
5
5
10
10
10
20
20
20
Een Hoofdtelefoon gebruiken
Als u een hoofdtelefoon wilt gebruiken, sluit u deze aan op de PHONES (hoofdtelefoon) jack. Zet, als u een hoofdtelefoon op heeft, het volume op een aangenaam volume, anders kan uw gehoor beschadigen.
• Sluit de output jacks van de QY700 nooit aan op MIC ingangen van een versterker of cassettedeck e.d. Als deze op de MIC ingang aangesloten worden, gaat dit ten koste van de geluidskwaliteit én kan het schade aan het apparaat aanbren gen. Zet tevens, als u de QY700 op een mengpaneel of dergelijke aansluit, de mengpaneel ingangen op Line ingangs niveau.
19
OPSTELLEN
Aansluiten van een voetschakelaar
Als u gebruik wilt maken van een los verkrijgbare FC4 of FC5 voetschakelaar, sluit u deze aan op de foot switch jack op het achterpaneel van de QY700.
FC4 of FC5
FC4 or FC5
OUTPUT
INDCPHONESL/MONORSWFOOT
POWER
OFF
ON
Aansluiten van externe MIDI apparaten
Aansluiten van een MIDI toetsenbord
Realtime opname of fingered akkoorden invoeren is eenvoudiger als u gebruik maakt van een MIDI toetsenbord. Sluit met een MIDI kabel de MIDI OUT van het externe MIDI toetsenbord aan op de MIDI IN-A of IN-B aansluiting op het achterpaneel van de QY700.
MIDI
IN-AIN-BOUT-AOUT-B
ABCD
MIDI OUT
Aansluiten van een toongenerator module
U kunt QY700 songdata en patroondata afspelen op een externe toongenerator module. Sluit met een MIDI kabel de MIDI OUT-A of OUT-B aansluiting op het achterpaneel van de QY700 aan op de MIDI IN aansluiting van het externe MIDI apparaat.
MIDI IN
MUTE/
XG TG300B C/M PERFORM
PLAY EDIT
UTIL EFFECT
MODE EQ
MIDI
IN-AIN-BOUT-AOUT-B
A/D INPUT
PHONES POWER/VOL
PUSH ON/OFF
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
ENTER
PART
ALL
SOLO
SELECT
EXIT
VALUE
20
OPSTELLEN
Aansluiten op een MTR (Multi-track recorder)
Omdat de QY700 zowel MTC (MIDI Time Code) als MMC (MIDI Machine Control) bevat, kunt u muziek maken terwijl het synchroon loop met een MTC- of MMC compatibele multi-track recorders. Omdat de QY700 geen MTC uitstuurt, heeft u een extra apparaat nodig dat MTC uitstuurt (zoals de Yamaha MD-4) als u MTC als synchronisatie wilt gebruiken. Sluit in dit geval de MIDI IN-A of IN-B van de QY700 aan op de MIDI OUT van het externe apparaat. MTC boodschappen worden vanaf het externe apparaat naar de QY700 gestuurd, en de QY700 wordt synchroniseert op de clock van het externe apparaat. Als u op afstand handelingen wilt uitvoeren, zoals start/stop en snel vooruit/achteruit spoelen op een extern MMC-compa­tibel apparaat, sluit u met een MIDI kabel de MIDI OUT-A of OUT-B van de QY700 aan op de MIDI IN van het externe apparaat. MMC boodschappen worden vanaf de QY700 naar het externe apparaat, en bestuurd de QY700 op afstand het externe apparaat. Sluit in dit geval MIDI sync op “MTC:MIDI-A” of “MTC:MIDI B” in de MIDI pagina van de Utility mode (p.291)
De QY700 synchronizeren met MTC vanaf een extern apparaat
PITCH ASSIGNABLE
PATTERN
SONG
EFFECT
VOICE
MAX
VOLUME
PLAYREC
SHIFT
CAPS
#
F
OCT
OCT
DOWN
UP
b
G
ON
ORG
BASS
BASS
_
! MLK
E FGA BC
A
SECTION
B C D E F G H
PITCH ASSIGNABLE
PATTERN
SONG
EFFECT
VOICE
MAX
VOLUME
SHIFT
CAPS
#
F
OCT
OCT
DOWN
UP
b
G
ON
ORG
BASS
BASS
_
! MLK
E
FGABC
A
SECTION
B C D E F G H
FOOT SWRL/MONO
OUTPUT
MUSIC SEQUENCER
UTILITY
DISK
SHIFT F1 F2 F3 F4 F5 F6 SHIFT EXIT
CONTRAST
TRACK
JOB
EDIT
DOWN
LOC 2LOC 1
REST
(
#
#
#
E)D
#
CBA
(
5)
A
C#D
G
7
b
b
b
B
b
(
5)
A
DbE
7
c
S
%
&
?
(9)
add9
M7
D
M7
M
FOOT SWRL/MONO
OUTPUT
MUSIC SEQUENCER
UTILITY
DISK
SHIFT F1 F2 F3 F4 F5 F6 SHIFT EXIT
CONTRAST
PLAYREC
TRACK
JOB
EDIT
DOWN
LOC 2LOC 1
REST
(
#
#
#
E)D
#
CBA
(
A
C#D
G
7
b
b
b
B
b
(
A
DbE
7
c
S
%
&
?
(9)
add9
M7
D
M7
M
3
789
456
123
0
OUT BOUT A
OUT BOUT AIN B
IN A
MIDI
-
MIDI IN-A or IN-B
MIDI OUT-A or OUT-B
MIDI OUT
MIDI IN
MTR
(MTC/MMC-compatible)
IN A
IN B
MIDI
-1 +1
TRACK
YESNO
UP
SOLOMUTE
TIE
DEL
SPACE
a
#
b
(
13
)
HGF
JI
9)
(
(11)
7
7
7
sus4
m7
OCT
OCT
3
#
DOWN
UP
b
11)
(
9)
(
(13)
7
7
7
sus4
c
_
/
ZWV
YX
UTSRQPO#N
(9)
(9)
(9)
dim
add9
mM7
6
7
m7
aug
(b5
)
6
7
m
m6
m7
m7
Via MMC vanaf de QY700 een extern apparaat besturen
DEL
3
OUT BOUT A
IN A
789
456
123
-
0
MIDI
MIDI IN-A or IN-B
OUT BOUT AIN B
MIDI OUT-A or OUT-B
MIDI OUT
MIDI IN
MTR
(MTC/MMC-compatible)
IN A
IN B
MIDI
-1 +1
TRACK
YESNO
UP
SOLOMUTE
TIE
SPACE
a
#
b
(
13
)
HGF
JI
9)
(
(11)
5) 7
7
7
sus4
m7
OCT
OCT
3
#
DOWN
UP
b
11)
(
9)
(
(13)
5)
7
7
7
sus4
c
_
/
ZWV
UTSRQPO#N
YX
(9)
(9)
(9)
dim
add9
mM7
6
7
m7
aug
(b5
)
6
7
m
m6
m7
m7
Twee of meer apparaten aansluiten.
Aangezien de QY700 twee paar MIDI aansluitingen heeft, kunt u eenvoudig twee of meer MIDI apparaten aansluiten. In onderstaande voorbeeld, is MIDI IN-A aangesloten op een MIDI toetsenbord, MIDI OUT-A op een toongenerator module, en MIDI IN-B en OUT-B zijn aangesloten op een MTR. Als u de MTR met MTC of MMC wilt besturen, moet u de MIDI Sync instelling in de MIDI pagina van de Utility Mode op “MTC:MIDI -B” zetten. (p.291) Als u met het MIDI toetsenbord parts wilt opnemen die gebruik maken van de toongenerator module, zet u de Echo Back instelling in de MIDI pagina van de Utility mode op “RecMonitor.” (p.292)
A/D INPUT
PHONES POWER/VOL
PUSH ON/OFF
ABCD
PART MIDI BANK/PGM# VOL EXP PAN REV CHO VAR KEY
MIDI IN-A
MIDI OUT
MUTE/
PART
PLAY EDIT
ALL
SOLO
UTIL EFFECT
ENTER
MODE EQ
SELECT
EXIT
VALUE
XG TG300B C/M PERFORM
MIDI OUT-A
MIDI IN
PITCH ASSIGNABLE
SONG
VOICE
MAX
VOLUME
SHIFT
CAPS
OCT
OCT
DOWN
UP
ON
ORG
BASS
BASS
_
E
FGABC
A
SECTION
B C D E F G H
PATTERN
UTILITY
EFFECT
DISK
CONTRAST
PLAYREC
#
#
#
CBA
A
F
G
b
b
b
B
G
A
?
! MLK
IN A
FOOT SWRL/MONO
OUTPUT
MUSIC SEQUENCER
SHIFT F1 F2 F3 F4 F5 F6 SHIFT EXIT
-1 +1
TRACK
TRACK
EDIT
JOB
DOWN
UP
SOLOMUTE
LOC 2LOC 1
REST
TIE
a
(
#
b
#
#
E)D
(
13
)
HGF
(
9)
5)
(
C#D
7
7
7
sus4
7
b
(
9) (13)
b
b
5)
(
DbE
7
7
sus4
7
c
c
_
S
/
%
&
UTSRQPO#N
(9)
(9)
(9)
(9)
add9
add9
6
7
M7
m7
D
6
7
M7
M
m
m7
OUT BOUT A
IN B
MIDI
MIDI IN-B
OUT BOUT AIN B
IN A
MIDI
MIDI OUT-B
789
YESNO
456
123
DEL
SPACE
JI
(11)
-
0
m7
OCT
OCT
3
3
#
DOWN
UP
(
11)
7
ZWV
YX
dim
mM7
aug
(b5
)
m6
m7
MIDI OUT
MIDI IN
MTR
(MTC/MMC-compatible)
21
OPSTELLEN
3. De Stijl en Demonstratiedisk gebruiken
Zo gebruikt u de meegeleverde “STYLE & DEMONSTRATION” disk.
Inhoud of de disk
• De meegeleverde disk bevat “STYLE”, “DEMO 1” en “DEMO 2”.
• “DEMO 1” en “DEMO 2” zijn demonstraties die u af kunt spelen, terwijl u tijdens het afspelen de Afspeel effecten of Multi kunt gebruiken om de mogelijkheden van de QY700 te onderzoeken.
• Met “STYLE” kunt u de fabrieksinstellingen van de QY700 oproepen.
Naar de demosong luisteren
• Zo laad u de demo song van disk in en kunt u genieten van de demonstratie.
• Als “DEMO 1” of “DEMO 2” van disk ingeladen wordt, wordt het gehele geheugen overgeschreven door de demo data. Als het interne geheugen belangrijke data bevat dat u wilt behouden, moet u de data eerst opslaan voordat u de demo inlaadt.
1. Stop de diskette met het label naar boven wijzend in de floppy disk ingang.
schuif de diskette net zolang in de ingang totdat deze erin
klikt.
3. Druk op 2 (Load=Inladen) U komt in de Load sub-mode. Op de bovenste lijn
van de display verschijnt “DISK -- LOAD --”.
4. Druk op d [D1] (All Data=Alle Data) De Load All Data pagina verschijnt, en de filenamen
worden getoond.
2. Druk op d U komt in Disk mode.
2. Druk op d
U komt in Disk mode.
5. Zet met de cursor knoppen / data dial de cursor op “DEMO 1” of “DEMO 2” en druk op e.
De boodschap “Are You Sure? (Y/N)” verschijnt,
die bevestiging vraagt om het interne geheugen te wissen en deze te vervangen door de data van disk.
• Als u de data in het geheugen niet wilt wissen, drukt u op n om het inladen te annuleren. Schrijf de data in het geheugen naar disk, en voer de Inlaad hande­ling nogmaals uit. (p.307)
22
OPSTELLEN
6. Druk op y. Op de display verschijnt “Executing...” en de data
wordt ingelezen.
7. Druk op s. U keert terug naar de Song mode display.
8. Zet met de cursor knoppen de cursor naar het song nummer, en zet met de data dial, y / n of nume- rieke knoppen en druk op e om het songnummer op 01 te zetten.
9. Druk op r om de demosong af te spelen.
Het afspelen gaat beginnen, en kunt u het volume
met de volume knop op een aangenaam niveau in­stellen.
• Druk op s om het afspelen te stoppen.
De Fabrieksinstellingen restoren
• Zo kunt u de fabrieksinstellingen van de QY700 in­laden.
• Als u “STYLE” van diskette inlaad, wordt het ge­hele interne geheugen overschreven met de fabriek­sinstellingen. Als het interne geheugen data bevat dat u wilt bewaren, moet u het voordat u de “STYLE” data inlaadt, eerst wegschrijven.
1. Stop de diskette met het label naar boven wijzend in de floppy disk ingang.
schuif de diskette net zolang in de ingang totdat deze
klikt.
2. Druk op d
U komt in Disk mode.
• Als u in stap 8 het songnummer wijzigt, kunt u an­dere songs afspelen.
3. Druk op 2 (Load=Inladen). U komt in de Load sub-mode. Op de bovenste lijn
van de display verschijnt “DISK -- LOAD --”.
23
OPSTELLEN
4. Druk op d [D1] (All Data=Alle Data) De Load All Data pagina verschijnt, en de filenamen
worden getoond.
5. Zet met de cursor knoppen / data dial de cursor op “STYLE” en druk op e.
De boodschap “Are You Sure? (Y/N)” verschijnt,
dat bevestiging vraagt om het interne geheugen te wissen en deze te vervangen met de data van disk.
• Als u de data in het geheugen niet wilt wissen, drukt u op n om het inladen te annuleren. Schrijf de data in het geheugen naar disk, en voer de Inlaad hande­ling nogmaals uit. ( p.307)
6. Druk op y.
Op de display verschijnt “Executing...” en de data
wordt ingelezen.
24
ALGEMEEN CONCEPT
Hoofdstuk 1. Algemeen CONCEPT
Dit hoofdstuk legt het algemene concept uit van wat u moet weten voordat u de QY700 gaat gebruiken, zoals de mode structuur en de interne structuur van de QY700.
1. Mode structuur .......................... 26
2. Functie Hiërarchie ...................... 34
3. Hoe de QY700 georganiseerd is. 36
4. Sequencer gedeelte ................... 37
5. Het toongenerator gedeelte......... 43
6. Controller gedeelte .................... 46
7. Effect gedeelte........................... 47
8. Algemene werking ..................... 51
9. Song creatie procedure .............. 56
Hoofdstuk 1
25
ALGEMEEN CONCEPT
1. Mode structuur
Over modes
• De vele functies van de QY700 zijn onderverdeeld in modes, sub-modes, en pagina’s (zie onderstaande diagram). Als u met de QY700 gaat werken, komt u in de gewenste functie door eerst de mode te selecte­ren, daarna de sub-mode, gevolgd door de pagina.
• Modes zijn de grootste onderverdelingen van func­ties. Gebruik de Mode knoppen om tussen de modes te schakelen.
• Sub-mode is een onderverdeling van de functies in ieder menu. In de onderste lijn van de display wordt een menu getoond dat op knoppen lijkt, en kunt u door op de corresponderende knop te drukken de gewenste sub-mode selecteren. In sommige geval­len kunt u een sub-mode selecteren door op de s, e, of j knop te drukken.
• Pagina’s bevatten groepen gerelateerde parameters in een sub-mode. Onderaan de sub-mode display wordt een knoppenmenu getoond, en kunt u door op de corresponderende knop te drukken van pagina wis­selen. In sommige sub-modes, kunt u sub-pagina’s in een pagina kiezen of naar een speciale pagina sprin­gen om bepaalde instellingen te maken.
Mode
Sub-mode Sub-mode
Page Page Page
Mode
Sub-mode Sub-mode
Sub-page Sub-page
Special page
Mode naam Sub-mode naam
Pagina naam
Sub-pagina naam
Speciale pagina naam
Modes en sub-modes
De QY700 bevat de volgende modes en sub-modes.
Song mode
Hier kunt u songs opnemen en afspelen. ( p. 70) U kunt met de Begeleidingsfunctie op efficiënte wijze muziek creëren. Druk op s om deze mode te selecteren.
Song Play (Afspelen)
Hier kunt u songs selecteren en afspelen. ( p. 72) Dit is de eerste sub-mode die u te zien krijgt als u op s drukt.
• De volgende voorbeelden tonen de Song (mode), Afspeel Effecten (sub-mode) en Groove Quantize (pagina) display.
26
Hoofdstuk 1
ALGEMEEN CONCEPT
ALGEMEEN CONCEPT
Afspeel Effect
Hier kunt u tijdelijke aanpassingen maken aan de noot­timing en dynamiek voor het afspelen van een song. ( p.80) Druk, in Song Afspeel mode, op 1 (PlayFx) om naar deze sub-mode te gaan.
Tracks View (Sporen Overzicht)
Deze display toont de maten in ieder spoor waar data ingevoerd is. (p.100) Druk, in Song Afspeel mode, op 2 (TrView) om naar deze sub-mode te gaan.
Song Opname
Hier kunt u song data op de sporen van de song opne­men. ( p.106) Druk, in Song Afspeel mode, op e om naar deze sub­mode te gaan.
Song Edit (Song Wijzigen)
Hier kunt u song data van een song aanpassen, of nieuwe data toevoegen. ( p.129) Druk, in Song Afspeel mode, op e om naar deze sub-mode te gaan.
Out Channel (Uitstuurkanaal)
Hier kunt u voor ieder spoor en patroon waar de song uit bestaat, het uitstuurkanaal specificeren, en bepalen hoe deze naar de interne toongenerator en de MIDI OUT aansluitingen gestuurd worden. ( p.103) Druk, in Song Afspeel mode, op 3 (OutCh.) om naar deze sub-mode te gaan.
Hoofdstuk 1
Song Job (Song Klusje)
Hier kunt u song klusjes selecteren en uitvoeren om een song te wijzigen of aan te passen. ( p.138) Druk, in Song Afspeel mode, op j om naar deze sub-mode te gaan.
27
ALGEMEEN CONCEPT
Voice mode
Hier kunt u toongenerator instellingen zoals voice en volume van iedere part instellen, hetgeen bepaalt hoe de part gaat klinken als deze afgespeeld wordt. ( p.168) Druk op v om naar deze mode te gaan
Mixer (Mengpaneel)
Hier kunt u toongenerator instellingen zoals voice, pan en volume van iedere part instellen. ( p.170) Druk, in Voice mode, op 1 (Mixer) om naar deze sub-mode te gaan.
Tune (Stemmen)
Hier kunt u de transpose en tune van iedere Part apart instellen. ( p.174) Druk, in Voice mode, op 2 (tune) om naar deze sub-mode te gaan.
Drum Setup Edit (Wijzigen)
Hier kunt u Drum Setup 1 en 2 wijzigen om indirect de drumvoices aan te passen. ( p.182) Druk, nadat u Drum Setup 1 of 2 als voice categorie geselecteerd heeft, op 4 of 5 om naar deze sub-mode te gaan.
Effect mode
Hier kunt u instellingen maken voor de effecten die in een song gebruikt worden. ( p.188) Druk op e om naar deze mode te gaan.
Effect Connection (Aansluiting)
Hier kunt u selecteren op welke manier het Variation effect “aangesloten” is. ( p.190) Druk, in Effect mode, op 1 om naar deze sub-mode te gaan.
Voice Edit (Wijzigen)
Hier kunt u parameter waarden van de voice van iedere part wijzigen. (p.176) Druk, in voice mode, op 3 (VoiceEdit) om naar deze sub-mode te gaan.
28
Hoofdstuk 1
ALGEMEEN CONCEPT
Effect Reverb Edit (Wijzigen)
Hier kunt u instellingen van het Reverb effect wijzigen. ( p. 200)
Druk, in Effect mode, op 2 (Reverb) om naar deze mode te gaan.
Effect Chorus Edit (Wijzigen)
Hier kunt u instellingen van het Chorus effect wijzigen. ( p.193) Druk, in Effect mode, op 3 (Chorus) om naar deze sub-mode te gaan.
Pattern (Patroon) mode
Hier kunt u patronen of frasen creëren en afspelen. ( p.200) Druk op p om naar deze mode te gaan.
Patch
Hier kunt u patronen selecteren en afspelen. U kunt pa­tronen creëren door frasen aan ieder spoor van de pa­troon toe te wijzen. ( p.200) Dit is de sub-mode waar u in terecht komt als u voor het eerst op p drukt.
Play (Afspeel) Effect
Hier kunt u tijdelijke aanpassingen maken aan de timing en dynamiek aan het afspelen van patronen. ( p.212) Druk, in Patch mode, op 1 (PlayFx) om naar deze sub-mode te gaan.
Effect Variation Edit (Wijzigen)
Hier kunt u instellingen van het Variation effect wijzi­gen. ( p.193) Druk, in Effect mode, op 4 (Vari.) om naar deze mode te gaan.
Hoofdstuk 1
29
ALGEMEEN CONCEPT
Pattern (Patroon) Voice
Hier kunt u toongenerator instellingen maken zoals voice en volume voor ieder patroonspoor. ( p.225) Druk, in Patch, op 2 (Voice) om naar deze sub­mode te gaan.
Pattern (Patroon) Effect
Hier kunt u instellingen voor de in de patroon gebruikte effecten maken. ( p.239) Druk, in Patch, op 3 (Effect) om naar deze sub­mode te gaan.
Phrase Edit (Frase Wijzigen)
Hier kunt u data in een Preset Frase of User Frase wijzi­gen of toevoegen. (Het is mogelijk om met een preset frase naar de Edit mode te gaan, maar kan deze niet ge­wijzigd worden.) ( p.254) Zet, in Patch, de cursor op User Phrase en druk op e om naar deze sub-mode te gaan.
Pattern Job (Patroon Klusje)
Hier kunt u - om patronen te wijzigen of aan te passen ­klusjes selecteren en uitvoeren. ( p.256) Druk, in Patch, op j om naar deze sub-mode te gaan.
Phrase (Frase) Opname
Hier kunt u muzikale data in de geselecteerde User Phrase opnemen. ( p.247)
Zet, in Patch, de cursor op User Phrase en druk op e om naar deze sub-mode te gaan.
30
Hoofdstuk 1
Loading...
+ 346 hidden pages