Yamaha PSR-2100, PSR-1100 INSTALLATION GUIDE [nl]

Page 1
HANDLEIDING
HANDLEIDING
Page 2
.
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit product heeft batterijen of een externe spanningsvoor­ziening nodig (adapter). Sluit dit product NIET aan op een andere spanningsvoorziening of adapter dan in de hand­leiding wordt beschrev en, dan op het naamplaatje staat of die speciaal wordt aanbevolen door Yamaha.
WAARSCHUWING:
waar iemand over het netsnoer of aangesloten kabels kan lopen, erop kan stappen of er iets overheen kan rollen. Het gebruik van een verlengsnoer wordt niet aanbevolen! ALS u toch een verlengsnoer moet gebruiken, dan is de minimum draaddoorsnede voor een snoer van 8 meter (of minder) 18 AWG. OPMERKING: Des te lager het AWG­nummer, des te groter het stroomdoorlatend vermogen. Raadpleeg voor langere verlengsnoeren een plaatselijke elektricien.
Dit product zou alleen gebruikt mogen worden met de bij­geleverde componenten of een kar, rek of standaard die speciaal wordt aanbevolen door Yamaha. Als een kar, enz., wordt gebruikt, neem dan alstublieft alle veiligheids­markeringen en instructies, die het product vergezellen, in acht.
Plaats dit product niet op een plaats
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat juist is op het moment van drukken. Yamaha houdt zich echter het recht voor de specificaties te ver anderen of aan te passen, zonder kennisge ving en zonder de verplichting reeds bestaande modellen daar aan aan te passen.
Dit product, alleen of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon of luidsprekers, kan in staat zijn geluidsni­veaus voort te brengen die tot permanente gehoorbeschadi­ging kunnen leiden. Gebruik GEEN hoge of onaangename volumeniveaus gedurende een langere tijd. Mocht u gehoor­beschadiging of oorsuizen ervaren, dan kunt u het best con­tact opnemen met een KNO-arts of gehoordeskundige.
BELANGRIJK: Des te harder het geluid, des te korter de tijd die nodig is om tot gehoorbeschadiging te leiden.
Sommige Yamaha producten zijn voorzien van banken en/of accessoire bevestigingsmontagebeugels die of zijn bijgele­verd of als optionele accessoire leverbaar zijn. Sommige hiervan zijn zo ontworpen dat ze door de dealer moeten wor­den gemonteerd of geïnstalleerd. Zorg er alstublieft voor dat banken stabiel zijn en eventuele optionele bevestigingen (waar toepasbaar) goed bevestigd zijn VOOR gebruik.
Door Yamaha gele verde bank en zijn uitsluitend ontworpen om op te zitten. Ander gebruik wordt afgeraden.
MERK OP:
Servicekosten die worden gemaakt vanwege een gebrek aan kennis van hoe een functie of effect werkt (als het appa­raat wordt gebruikt waarvoor het is ontworpen) vallen niet onder de fabrieksgarantie en komen derhalve v oor rekening van de gebruiker . Bestudeer deze handleiding zorgvuldig en raadpleeg uw dealer voordat u om service verzoekt
Kennisgeving batterij:
Dit product KAN een kleine niet oplaadbare batterij be­vatten die (indien van toepassing) vastgesoldeerd zit. De gemiddelde levensduur van zo’n batterij is onge­veer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk wordt, neem dan contact op met gekwalificeerd servicepersoneel om de vervanging uit te voeren.
Het kan zijn dat dit product werkt met een normaal gangbaar type batterij. Enkele daarvan kunnen oplaad­baar zijn. Vergewis u ervan dat de op te laden batterij inderdaad oplaadbaar is en dat de oplader geschikt is voor het desbetreffende type batterij.
Als u batterijen plaatst, gebruik dan nooit oude en nieuwe batterijen en verschillende soorten batterijen door elkaar. De batterijen MOETEN juist worden ge­plaatst. Niet overeenkomende soorten of foutieve plaatsing kunnen leiden tot oververhitting en scheuren van de batterijbehuizing.
Waarschuwing:
Probeer geen enkele batterij uit elkaar te halen of te doorboren. Houd alle batterijen bij kinderen vandaan. Zorg dat lege batterijen niet bij het normale afval ko­men, maar zorg dat ze zo spoedig mogelijk als Klein Chemisch Afval worden ingeleverd. Opmerking: Infor­meer bij een willekeurige leverancier van batterijen in uw omgeving naar informatie over de verwijderings­voorschriften voor batterijen.
Opmerking over verwijdering:
Als u dit product weg wilt doen omdat het kapot is en niet meer gemaakt kan worden of omdat het apparaat om een of andere reden aan het eind van zijn bruikba­re levensduur is, vergewis u er dan van wat de wette­lijke regelingen op dat moment zijn voor het verwijde­ren van producten die lood, batterijen, plastics, etc. be­vatten. Als uw leverancier u daarmee niet kan helpen, neem dan alstublieft direct contact op met Yamaha.
POSITIE NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderzijde van het product. U vindt hierop het modelnummer, serie­nummer, vereisten voor de spanningsvoorziening, etc. Het is verstandig om het modelnummer, het serienum­mer en de aankoopdatum in de hieronder gereserveer­de ruimte te noteren. Bewaar ook uw officiële aan­koopbon, aangezien dat uw garantiebewijs is.
MILIEU ZAKEN:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als milieuvriendelijk zijn. Wij menen oprecht dat on­ze producten en de gebruikte productiemethodes aan de­ze doelstellingen voldoen. Om ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden, willen we dat u zich be­wust bent van de volgende zaken:
92-BP (onderkant)
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT
Model
Serienummer
Aankoopdatum
Page 3
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor eventuele latere bestudering.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorko­men dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netadapter
Gebruik alleen het voltage dat is aangegeven voor het instru­ment. Het vereiste voltage wordt genoemd op het naamplaatje van het instrument.
Gebruik uitsluitend de aangegeven adapter (PA-300 of een door Yamaha aanbevolen equivalent). Gebruik van een andere adap­ter kan brand en defecten veroorzaken.
Controleer zo nu en dan de stroomstekker en verwijder stof en vuil dat zich heeft verzameld op de stekker.
Plaats de netadapter niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of radiatoren. Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en leg het niet op een plaats waar men­sen er over kunnen struikelen of er voorwerpen ov er kunnen rollen.
Niet openen
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken door een Yamaha Service Center.
PAS OP
Waarschuwing tegen water
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevat­ten die in de openingen kunnen vallen.
Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
Waarschuwing tegen brand
Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kandelaars, op het apparaat. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
Als het snoer van de adapter beschadigd is of stuk gaat, als er plot­seling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uit zetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door een officieel Yamaha Service Center.
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om eventuele lichamelijke verwondingen, of beschadiging aan andere instrumenten of bezittingen te voorkomen. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netadapter Locatie
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer.
Haal de adapter uit het stopcontact gedurende een elektrische storm (b.v. onweer), of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact via een verdeel­stekker. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
(3)-7
Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, radio, stereo-installatie, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Anders kan het instrument, de TV of radio ruis opwekken.
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
Haal voordat u het instrument verplaatst alle kabels en de adapter los.
Gebruik alleen een voor het instrument bedoelde standaard. Als u het instrument vast maakt aan de standaard, gebruik dan uitsluitend de bijgeleverde schroev en. Anders kan dit leiden tot beschadiging van de interne componenten of het vallen van het instrument.
1/2
PSR-2100/1100/A1000
3
Page 4
Aansluitingen
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische com­ponenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
Onderhoud
Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik bij het schoonmaken geen verfverdunners (b.v. thinner), oplosmid­delen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes.
Zorgvuldig behandelen
Steek geen vinger of hand in de openingen van het instrument.
Steek of laat nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen op het paneel of het toetsenbord vallen. Als dit ge­beurt, zet dan onmiddellijk het instrument uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Laat vervolgens uw instrument nakijken door gekwalificeerd Y amaha servicepersoneel.
Plaats geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het toetsenbord tot gevolg kan hebben.
Leun niet op en plaats geen zware voorwerpen op het instru­ment, ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aan­sluitingen.
Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Als u gehoorbeschadiging of suizen in uw oor constateert, neem dan contact op met een KNO-arts of gehoordeskundige.
Data wegschrijven
Wegschrijven en back-up van uw data
De data in het geheugen (zie blz. 47) gaat verloren als u het instrument uitzet. Sla de data op op een diskette/de User Drive (zie blz. 44, 52). Opgeslagen data kan verloren raken ten gevolge v an een storing of foutieve handelingen. Sla belangrijke data op op een diskette.
Als u instellingen in een displaypagina wijzigt en die pagina verlaat, worden de System Setup data (opgesomd in de Parameter Chart van het bijgaande Engelstalige Data List boek) automatisch opgeslagen. De gewijzigde data gaan echter verloren als u het instrument uitzet zonder dat u de betreffende pagina eerst heeft verlaten.
Een backup van de diskette maken
Om te voorkomen dat er data verloren gaan door beschadigde media, adviseren wij u belangrijke data op twee afzonderllijke
diskettes op te slaan.
Pas op bij datahandelingen
Let er op dat u NOOIT de PSR-2100/1100/A1000 uitzet tijdens wat voor een datahandeling dan ook waarbij de USER/ FLOPPY DISK-drives betrokken zijn — zoals opslaan, wissen of kopiëren/plakken — totdat de handeling volledig is af­gerond. (Let er op dat u wacht totdat de waarschuwingsboodschap verdwijnt.) Het instrument uitzetten tijdens de handeling resulteert in het verloren gaan van de data die naar de betreffende drive werden opgeslagen of geplakt. Het aanhouden van het instrument is met name belangrijk met betrekking tot de USER-drive. Het instrument uitzetten terwijl er een opslag-/wis-/plakhandeling op de USER-drive wordt uitgevoerd, kan resulteren in het verloren gaan van ALLE data op de USER-drive (bij het opnieuw aanzetten) — en niet alleen de betreffende data. Met andere woorden, als u alleen een opslag-/wis-/plakhandeling met de songdata op de USER-drive uitvoert, en u zet het instrument uit voordat de handeling is afgerond, loopt u het risico AL uw data op de USER-drive kwijt te raken — inclusief alle v oices, stijlen, Multipadbanken en Registration Memory presets die u op de USER-drive heeft opgeslagen. Deze waarschuwing geldt ook voor het creëren van een nieuwe map op de USER-drive of het terugroepen van de fa­brieksgeprogrammeerde instellingen (blz. 165).
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik of modificaties aan het instrument, of data die verloren zijn gegaan of gewist.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. Zelfs als de POWER-schakelaar in de “STANDBY”-positie staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u het
instrument voor een langere tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.
PSR-2100/1100/A1000
4
(3)-7
2/2
Page 5
Dank u voor de aanschaf van de Yamaha PSR-2100/1100/A1000!
We adviseren u deze handleiding zorgvuldig te lezen zodat
u volledig gebruik kunt maken van de geavanceerde en
handige functies van de PSR-2100/1100/A1000.
We adviseren u ook deze handleiding op een veilige
en handige plaats te bewaren voor toekomstige raadpleging.
PSR-2100/1100/A1000
5
Page 6
Accessoires
PA-300 netadapter
Diskette [PSR-2100/1100: leeg]; [PSR-A1000: bevat begeleidingsstijlfiles, songfiles en MIDI-
*
driver (blz. 169)]
Muziekstandaard (blz. 19)
Data List (apart Engelstalig boekje)
Handleiding
* Alleen in bepaalde landen bijgeleverd. Informeer hiernaar bij uw Yamaha dealer.
Over deze handleiding en de Data List
Deze handleiding bestaat uit vier hoofdgedeelten: Inleiding, Beknopte handleiding, Basisbediening en Referentie. Er is ook een afzonderlijke Data List (Engelstalig boekje) bijgeleverd.
Inleiding (blz. 2): Beknopte handleiding (blz. 24):
Lees dit gedeelte alstublieft eerst.
Dit gedeelte legt uit hoe u de basisfuncties kunt gebruiken.
Basisbediening (blz. 43): Dit gedeelte legt de basisbediening uit, inclusief de op de display-gebaseerde regelaars. Referentie (blz. 61): Dit gedeelte legt uit hoe u gedetailleerde instellingen voor de PSR-2100/1100/A1000’s
verscheidene functies kunt maken.
Data List (apart Engelstalig boekje) : Voice-overzicht, MIDI-dataformat, enz.
* Deze Nederlandstalige handleiding is in eerste instantie geschreven voor de PSR-1100 en PSR-2100.
De PSR-A1000 lijkt qua bediening en functioneren erg op de PSR1100. Het grootste verschil is dat de PSR-A1000 niet over de MUSIC FINDER en ONE TOUCH SETTING functie beschikt, maar daarentegen wel over de ORIENTAL SCALE-functie. Over het algemeen kunt u als u over een PSR-A1000 beschikt, de bedieningsinstructies v oor de PSR-1100 aanhouden. Waar mogelijk zal de PSR-A1000 ook vermeld worden.
* De illustraties en LCD schermen zoals getoond in deze Nederlandstalige handleiding zijn uitsluitend voor instructie doel-
einden en kunnen enigszins afwijken (bijvoorbeeld de voice- en stijlnamen) van die op uw instrument.
* De voorbeeld bedieningsdisplays die in deze handleiding te zien zijn, zijn meestal van de PSR-2100 en in het Engels.
* Dit product (PSR-2100) is gefabriceerd onder licentie van U.S. Patentnummers 5231671, 5301259, 5428708 en 5567901
van IVL Technologies Ltd. * De in dit instrument gebruikte bitmap fonts zijn geleverd door en het eigendom van Ricoh Co., Ltd. * Ongeautoriseerd kopiëren van software waarop auteursrechten rusten, voor andere doeleinden dan voor persoonlijk ge-
bruik van de koper, is ten strengste verboden.
AUTEURSRECHTEN
Dit product bevat en gaat v ergezeld v an computerprogramma’ s en data w aarvan Yamaha eigenaar is van de auteursrechten of over de licentie beschikt om de auteursrechten van anderen te gebruiken. Materiaal waarop deze auteursrechten van toepassing zijn, zijn onder andere, zonder enige beperking, alle computersoftware, stijlfiles, MIDI-files, WAVE-data en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma’s en data, met uitzondering van persoonlijk gebruik door de koper, is niet toegestaan en is beschermd door wetten. Schending van de auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen.
MAAK, DISTRIBUEER EN GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN!
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld om u te helpen zich de bediening van het instrument eigen te maken. Er kunnen derhalve geen rechten aan ontleend worden.
Handelsmerken:
• Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• IBM-PC/AT is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
• Windows is het geregistreerde handelsmerk van Microsoft® Corporation.
• Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
PSR-2100/1100/A1000
6
Page 7
Omgaan met de diskdrive (FDD) en diskette
Let er op de diskettes en de diskdrive met zorg te behandelen. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
Ondersteunde diskettesoorten
• Er kunnen 3,5’’ 2DD- en 2HD-diskettes worden gebruikt.
Diskettes plaatsen en uitwerpen
Om een diskette in de diskdrive te plaatsen:
• Houd de diskette met het label naar boven en met het sluitermechanisme naar voren in de richting van de diskdrive. Plaats de diskette zorgvuldig in de opening, langzaam verder duwend tot het einde, waar deze op zijn plaats klikt en waardoor de uitwerpknop naar buiten komt.
Diskdrivelamp
Als het instrument wordt aangezet, licht de diskdrive­lamp (links onderaan de diskdrive) op om aan te geven dat de diskdrive kan worden gebruikt.
• Probeer nooit de diskette uit te werpen of het instru­ment uit te zetten als er data naar de diskette worden geschreven. Dit zou de diskette kunnen beschadigen en mogelijk zelfs de diskdrive. Druk langzaam op de uitwerp (eject) knop zo ver als deze gaat; de diskette zal automatisch naar buiten komen. Als de diskette er gedeeltelijk uitsteekt, haal deze er dan voorzichtig uit met de hand.
• Als de uitwerpknop te snel wordt ingedrukt, of niet ver genoeg, kan het zijn dat de diskette niet goed wordt uitgeworpen. De uitwerpknop kan dan halverwege vast komen te zitten waarbij de diskette slechts een paar millimeter uit de opening steekt. Als dit gebeurt, probeer dan niet de gedeeltelijk uitgeworpen diskette eruit te trekken, aangezien het uitoefenen van kracht in deze situatie de diskdrive en/of de diskette kan be­schadigen. Probeer nogmaals op de uitwerpknop te drukken, om de gedeeltelijk uitgeworpen diskette eruit te halen of druk de diskette weer terug op zijn plaats en herhaal de uitwerpprocedure.
• Zorg ervoor dat u de diskette uit de diskdrive haalt voordat u de PSR-2100/1100/A1000 uitschakelt. Als een diskette voor langere periodes in de diskdrive wordt gelaten, kan deze gemakkelijk stof en vuil aan­trekken die lees- en schrijffouten kunnen veroorzaken.
Om een diskette uit te werpen:
Let erop dat er geen data naar de diskette worden geschreven op het moment dat u de diskette wilt uitwerpen. Als er tijdens de volgende handelingen data op dat moment naar diskette worden geschreven staan er de volgende mededelingen in de display: “Now executing”, “Now copying” of “Now formatting”.
• Verplaatsen (move), kopiëren (copy), plakken (paste), wegschrijven (save), of wissen (delete) van data (blz. 50 - 52).
• Benoemen (name) van files en mappen (folders) (blz. 49); een nieuwe map (folder) maken (blz. 52).
• Een diskette naar een andere diskette kopiëren (blz.
164); de diskette formatteren (blz. 164).
Uitwerpknop
De lees/schrijfkop reinigen
• Reinig de lees/schrijfkop regelmatig. Dit instrument bevat een precisie magnetische lees/schrijfkop die, na langdurig gebruik, een laag magnetische deeltjes vast kan houden, die tenslotte lees- en schrijffouten kun­nen veroorzaken.
• Om de diskdrive in optimale toestand te houden, be­veelt Yamaha het gebruik van een commercieel be­schikbare drogesoort koppenreinigingsdiskette aan om de kop eens per maand te reinigen. Vraag uw Yamaha dealer naar de beschikbaarheid van de juiste reinigingsdiskette.
• Plaats nooit iets anders dan diskettes in de diskdrive. Andere voorwerpen kunnen beschadiging van de diskdrive of diskettes veroorzaken.
PSR-2100/1100/A1000
7
Page 8
Over de diskettes
Om de diskettes zorgvuldig te gebruiken:
• Plaats geen zware voorwerpen op de diskette en buig de diskette niet en oefen er op geen enkele manier druk op uit. Bewaar de diskettes altijd in hun bescher­mende doosjes als ze niet worden gebruikt.
• Stel de diskette niet bloot aan direct zonlicht, extreme hoge of lage temperaturen, overmatige vochtigheid, stof of vloeistoffen.
• Open het sluitermechanisme niet en raak het oppervlak van de daadwerkelijke disk in de diskette niet aan.
• Stel de diskette niet bloot aan magnetische velden, zoals die worden geproduceerd door televisies, luid­sprekers, motors, enz., aangezien magnetische velden de data op de diskette geheel of gedeeltelijk kunnen wissen, waardoor deze onleesbaar wordt.
• Gebruik nooit een diskette met een verbogen sluiter­mechanisme of behuizing.
• Plak niets anders dan de bijgeleverde labels op de dis­kette. Let er ook op dat de labels op de juiste plaats worden geplakt.
Om uw gegevens te beveiligen (schrijfbeschermingsnokje):
• Om per ongeluk wissen van belangrijke data te voorko­men, schuift u het disketteschrijfbeveiligingsnokje in de “protect” stand (vakje open).
schrijfbeveiligingsnokje open(beveiligde positie)
Data backup
• Om uw data optimaal veilig te stellen beveelt Yamaha aan om van belangrijke data twee kopieën op ver­schillende diskettes te bewaren. Hierdoor heeft u zelfs nog een kopie als één van de diskettes beschadigd of kwijt is. Gebruik voor het maken van een backupdis­kette de “Kopiëren van diskette naar diskette”-functie op blz. 164.
Over de displaymededelingen
Er verschijnt soms een mededeling (informatie- of bevestigingsdialoog) op het scherm om de bediening te vergemak­kelijken. Als zo’n mededeling verschijnt, volg dan gewoon de aangegeven instructies door op de betreffende knop te drukken.
OPM.
F
G
H
I
J
Bij dit voorbeeld, drukt u op de [G] (YES)-knop om het formatteren uit te voeren.
U kunt de gewenste taal van de Helpdisplay (blz. 58) selec­teren.
PSR-2100/1100/A1000
8
Page 9
Inhoudsopgave
Inleiding ................................. 2
VOORZORGSMAATREGELEN ................................... 3
Accessoires ............................................................... 6
Over deze handleiding en de Data List ................... 6
Omgaan met de diskdrive (FDD) en diskette.......... 7
Over de displaymededelingen................................. 8
Toepassingsindex................................................... 12
Wat kunt u doen met de PSR-2100/1100? ............ 14
Wat kunt u doen met de PSR-A1000? ................... 16
De PSR-2100/1100/A1000 opstellen ..................... 18
Bedieningspaneel en aansluitingen PSR-2100/1100...20
Bedieningspaneel en aansluitingen PSR-A1000 ..........22
Beknopte handleiding........... 24
De demo’s afspelen................................................ 24
Song afspelen......................................................... 25
Songs afspelen.........................................................25
Voices bespelen ..................................................... 29
Een voice bespelen ..................................................29
Twee voices tegelijkertijd bespelen...........................30
Verschillende voices met de linker- en rechterhand bespelen. . 31
Stijlen bespelen...................................................... 32
Een stijl spelen .........................................................32
Stijlsecties ................................................................34
One Touch Setting (alleen PSR-2100/1100).............36
Music Finder (alleen PSR-2100/1100) ................... 37
De Music Finder gebruiken (PSR-2100/1100)...........37
De Music Finder Records doorzoeken (PSR-2100/1100)
Music Finder-data opslaan en terugroepen ..............39
Met de songs (mee)spelen .................................... 40
Speel mee met de PSR-2100/1100/A1000 ...............40
Opnemen ................................................................41
Een Oriëntaalse stemming instellen (PSR-A1000).... 42
38
Basisbediening— Uw data
organiseren ........................... 43
Inhoudsweergave van de MAIN-display................ 43
Open/Save-display ................................................. 44
Voorbeeld — Open/Save-display..............................45
Files en mappen selecteren ................................... 48
File-/mapgerelateerde handelingen...................... 49
Files/mappen benoemen .........................................49
Files/mappen verplaatsen.........................................50
Files/mappen kopiëren.............................................51
Files/mappen wissen ................................................51
Files opslaan ............................................................52
Files organiseren door een nieuwe map aan te maken...52
Hogere niveau pagina’s tonen .................................52
Lettertekens invoeren en iconen veranderen ............52
De [DATA ENTRY]-dial gebruiken.......................... 54
Direct Access (Directe Toegang) — Rechtstreekse
displayselectie ..................................................... 55
Helpmededelingen................................................. 58
De metronoom gebruiken ..................................... 59
Het tempo aanpassen ............................................ 59
Tap tempo...............................................................60
Referentie
De demo’s afspelen................61
Voices.....................................63
Een voice selecteren............................................... 63
Layer/Left — Verscheidene geluiden tegelijkertijd
spelen .................................................................. 65
Layer — Twee verschillende voices stapelen (layeren). 65 Left — Afzonderlijke voices instellen voor het linker-
en rechtergedeelte van het toetsenbord............... 66
Voice-effecten toepassen....................................... 66
PITCH BEND-wiel & MODULATION-wiel ............... 67
De octaafinstelling aanpassen ............................... 67
Stijlen.....................................68
Een stijl spelen........................................................ 68
Alleen de ritmekanalen van een stijl afspelen........... 70
De volumebalans/kanaalonderdrukking (mute)
aanpassen............................................................ 70
Akkoordvingerzettingen ........................................ 71
De stijlpatronen arrangeren (SECTIES:
MAIN A/B/C/D, INTRO, ENDING, BREAK) ......... 73
Het afspelen van de stijl stoppen als u de toetsen
loslaat (SYNC. STOP) .......................................... 74
INTRO- en ENDING-types selecteren (INTRO/ENDING) ..75
Automatisch Fill-inpatronen spelen als er van
begeleidingssectie wordt veranderd — Auto Fill In . 75
Passende paneelinstelling voor de geselecteerde stijl
(ONE TOUCH SETTING) (alleen PSR-2100/1100)
Automatisch de One Touch Settings veranderen
met de secties — OTS Link................................... 77
De paneelregelaars in een One Touch Setting
registreren (ONE TOUCH SETTING)..................... 77
Ideale setups voor uw muziek oproepen
— Music Finder (alleen PSR-2100/1100) ............ 78
De ideale setups zoeken — Music Finder Search
Edit (bewerk) records — Music Finder Record Edit .. 80
76
......... 79
De multipads..........................82
De multipads bespelen .......................................... 82
Chord Match .......................................................... 82
Multipad Edit.......................................................... 83
Song afspelen ........................84
Compatibele songtypes ......................................... 84
Song afspelen......................................................... 85
De interne songs afspelen ....................................... 85
Songs van diskette afspelen..................................... 87
Andere afspeel-gerelateerde handelingen................ 87
Bepaalde parts uitschakelen
— Track1/Track2/Extra Tracks............................ 88
Herhaaldelijk afspelen van een bepaald gedeelte.... 88
Muzieknotatie weergeven
— Score (alleen PSR-2100/1100).................................... 89
De songteksten weergeven ................................... 92
PSR-2100/1100/A1000
9
Page 10
Oriëntaalse stemmingen gebrui­ken (alleen PSR-A1000) – Scale Setting/Scale Tuning/Scale
Memory .................................. 93
Een Oriëntaalse stemming instellen
— Scale Setting ................................................... 93
De toonhoogte van de stemming aanpassen
— Scale Tuning ................................................... 93
De Scale Setting onthouden — Scale Memory ..... 95
Uw Scale Settings opslaan ..................................... 95
De Scale Setting terugroepen ............................... 96
Custompaneelsetups opslaan en terugroepen — Registration
Memory ................................. 97
Paneelsetups registreren — Registration Memory 97
Uw Registration Memory Setups opslaan .................98
Een Registration Memory Setup terugroepen ...... 99
Voices bewerken
— Sound Creator ................. 100
Procedure ............................................................. 100
Regular Voice-parameters.................................... 101
Organ Flutes (alleen op de PSR-2100)................. 104
Uw spel opnemen en songs
creëren — Song Creator ...... 105
Over songopname ............................................... 105
Quick (Snel) Record ............................................. 106
Multi Record......................................................... 107
Afzonderlijke noten opnemen — Step Record.... 109
Procedure ..............................................................109
Melodieën opnemen — Step Record (Note) ..........111
Akkoordwisselingen voor de automatische
begeleiding opnemen — Step Record (Chord) ...112
Selecteer de opname-opties: Starten, Stoppen,
Punch In/Out — Rec Mode................................114
Een opgenomen song bewerken......................... 115
Kanaalgerelateerde parameters bewerken — Channel. 115
Nootevents bewerken — 1 - 16 .............................118
Akkoordevents bewerken — CHD ..........................119
Systeemevents bewerken — SYS/EX. (Systeem Exclusief)
Songteksten invoeren en bewerken........................120
Het eventoverzicht naar eigen wens aanpassen — Filter 120
119
Begeleidingsstijlen creëren
— Style Creator ................... 121
Over begeleidingsstijlen creëren......................... 121
Style File Format .................................................. 122
Procedure ............................................................. 122
Realtime Record — Basis...................................... 123
Step Record.......................................................... 124
Een begeleidingsstijl samenstellen
— Assembly ....................................................... 125
Bewerk de gecreëerde begeleidingsstijl.............. 126
Wijzig het ritmische gevoel — Groove en Dynamics ....126
De kanaaldata bewerken....................................... 128
Style File Format-instellingen maken —Parameter . 129
Multipad creëren
— Multi Pad Creator ............131
Procedure ............................................................. 131
Multipad realtime opnemen — Record ............... 132
Start het opnemen................................................ 132
Stop het opnemen................................................ 132
Step Record of multipads bewerken — Edit........ 133
De volumebalans aanpassen en voices wijzigen — Mixing
Console ................................134
Procedure ............................................................. 134
De niveaubalans en voice instellen
— Volume/Voice ............................................... 135
De klank van de voice wijzigen — Filter.............. 136
Toonhoogtegerelateerde instellingen wijzigen
— Tune .............................................................. 136
De effecten aanpassen ......................................... 137
Effectstructuur....................................................... 139
De equalizer instellen—EQ (alleen PSR-2100)........ 140
Een microfoon gebruiken
— MIC. (alleen PSR-2100) ....141
Een Vocal Harmonytype selecteren ..................... 142
Instellingen maken voor de Vocal Harmony
en microfoon — MICROPHONE SETTING ........ 144
De Vocal Harmony-instellingen en microfoon-
effecten aanpassen — OVERALL SETTING .......... 144
Het microfoonvolume en gerelateerde effecten
instellen — TALK SETTING ................................. 146
Totale en andere belangrijke in­stellingen maken — Function.147
Procedure ............................................................. 147
Toonhoogte fijnregelen/Stemming selecteren
— Master Tune/Scale Tune............................... 149
De totale toonhoogte regelen — Master Tune ...... 149
Een stemming selecteren — Scale Tune ................ 149
Songgerelateerde parameters instellen
— Song Settings................................................ 151
Automatische begeleidinggerelateerde parameters
instellen — Style Setting, Split Point en Chord
Fingering ........................................................... 152
Automatische begeleidinggerelateerde parameters
instellen— Style Setting en Split Point............... 152
De vingerzettingsmethode instellen — Chord Fingering
153
PSR-2100/1100/A1000
10
Page 11
Instellingen voor de pedalen en het toetsenbord
maken Controller.......................................... 153
Instellingen voor de pedalen maken.......................153
De aanslaggevoeligheid, modulatie en transponering
veranderen — Keyboard/Panel ..........................155
De registratiesequence, freeze en voiceset
instellen ............................................................. 156
Geef de volgorde van het oproepen van de registration
memory presets aan — Registration Sequence....156
Paneelinstellingen handhaven — Freeze.................156
De automatisch geselecteerde voice-instellingen wijzigen
— Voice Set........................................................157
Harmony en Echo instellen.................................. 157
De MIDI-parameters instellen.............................. 159
Overkoepelende systeeminstellingen maken
(Local Control, Clock, enz.) — System ................159
MIDI-data verzenden — Transmit ..........................160
MIDI-data ontvangen — Receive............................161
Grondtoonnootkanalen instellen — Root ...............161
Akkoordkanalen instellen — Chord Detect .............161
Overige instellingen Utility ............................. 162
Instellingen maken voor Fade In/Out, Metronome
Parameter Lock en Tap — CONFIG 1..................162
Instellingen maken voor de display-
en voicenummerindicatie — CONFIG 2..............163
Diskettes kopiëren en formatteren — Disk..............164
Uw naam en taalvoorkeur invoeren — Owner........165
De fabrieksgeprogrammeerde instellingen van de
PSR-2100/1100/A1000 terugroepen
— System Reset .................................................165
Uw PSR-2100/1100/A1000 met an-
Inleiding
Beknopte handleiding
Basisbediening - Uw data organiseren
De demo's afspelen
Voices
Stijlen
De multipads
Song afspelen
Oriëntaalse stemmingen gebruiken (PSR-A1000) Custompaneelsetups opslaan en terugroepen
- Registration Memory
dere apparaten gebruiken ........... 166
De hoofdtelefoon gebruiken (PHONES-aansluiting). 166 De microfoon of gitaar aansluiten
(MIC./LINE IN-aansluiting) (alleen PSR-2100). ....166
De geluiden van de PSR-2100/1100/A1000 over een externe
audio-installatie afspelen, en de geluiden opnemen op een
externe recorder (AUX OUT/OUTPUT-aansluitingen)
Het pedaal (voetschakelaar) of de voetregelaar
gebruiken (FOOT PEDAL 1/2-aansluiting) ...........167
Externe MIDI-apparaten aansluiten (MIDI-aansluitingen) ....167
PSR-A1000 aansluiten op een computer
(TO HOST-aansluiting/MIDI-aansluitingen).........168
PSR-2100/1100 aansluiten op een computer
(USB-aansluiting/MIDI-aansluitingen) .................170
Wat is MIDI? ..........................................................171
Wat u kunt doen met MIDI ....................................173
MIDI-datacompatibiliteit........................................174
Disketteformat .......................................................174
Sequenceformat ....................................................174
Voicetoewijzingsformat..........................................175
..... 167
Problemen oplossen ............ 176
Voices bewerken - Sound Creator
Uw spel opnemen en songs creëren - Song Creator
Begeleidingsstijlen creëren
- Style Creator
Multipad creëren - Multi Pad Creator
De volumebalans aanpassen en voices wijzigen
- Mixing Console
Een microfoon gebruiken - MIC. (PSR-2100)
Totale en andere belangrijke instellingen maken
- Function
Uw PSR-2100/1100/A1000 met andere apparaten gebruiken
Specificaties (PSR-2100/1100) 178
Specificaties (PSR-A1000) ...... 180
Index ................................... 182
Appendix
PSR-2100/1100/A1000
11
Page 12
Toepassingsindex
Gebruik deze index om referentiebladzijden te vinden die van pas kunnen komen bij uw specifieke toepassing en situatie.
Luisteren
Naar de interne songs luisteren ................................................................................................................blz. 85
Naar de diskettesongs luisteren ............................................................ “Songs van diskette afspelen” op blz. 87
Naar de demosongs luisteren ...................................................................................................................blz. 61
Naar de demo van de geselecteerde voices luisteren................................................................................blz. 63
Naar songs met de speciale voices van de PSR-2100/1100/A1000 luisteren............................................blz.135
Spelen
Een begeleiding afspelen met de juiste toonhoogte ............................................. “Transpose Assign” op blz.155
Twee voices combineren................................. “Layer - Twee verschillende voices stapelen (layeren)” op blz. 65
Afzonderlijke voices met de rechter- en linkerhand bespelen
........“Left - Afzonderlijke voices instellen voor het linker- en rechtergedeelte van het toetsenbord” op blz. 66
Het geluid veranderen
Verbeter het geluid met aanslag (touch) en andere effecten...................... “Voice-effecten toepassen” op blz. 66
...............................................................................................................“De effecten aanpassen” op blz. 137
De niveaubalans aanpassen ...................................................................................................................blz. 135
Twee voices combineren................................. “Layer - Twee verschillende voices stapelen (layeren)” op blz. 65
Afzonderlijke voices met de rechter- en linkerhand bespelen
........“Left - Afzonderlijke voices instellen voor het linker- en rechtergedeelte van het toetsenbord” op blz. 66
Voices creëren .......................................................................................................................................blz. 100
De automatische begeleiding afspelen
De begeleiding automatisch afspelen.......................................................................................................blz. 68
De ideale paneelinstellingen voor uw muziek oproepen..........................................................................blz. 78
Oefenen
Opnemen
Uw originele instellingen creëren
PSR-2100/1100/A1000
12
Oefenen met een accuraat en gelijkmatig tempo ................................... “De metronoom gebruiken” op blz. 59
Uw eigen spel opnemen ................................................................................................................blz. 106, 107
Een song creëren door noten in te voeren ..............................................................................................blz. 109
Voices creëren .......................................................................................................................................blz. 100
Begeleidingsstijlen creëren.....................................................................................................................blz. 121
Multipad creëren ...................................................................................................................................blz. 131
Page 13
Toepassingsindex
Een microfoon gebruiken (alleen PSR-2100)
De microfoon aansluiten.................”De microfoon of gitaar aansluiten (MIC./LINE IN-aansluiting)” op blz. 166
Automatisch harmonieën aan uw zang toevoegen ..................................................................................blz.141
Instellingen
Paneelsetups registreren ...........................................................................................................................blz. 97
De toonhoogte regelen/Een stemming selecteren (PSR-2100/1100) ........................................................blz. 149
De toonhoogte regelen/Een stemming selecteren (PSR-A1000).................................................................blz. 93
Gedetailleerde instellingen maken voor songs terugspelen.....................................................................blz. 151
Gedetailleerde instellingen maken voor de automatische begeleiding....................................................blz. 152
Gedetailleerde instellingen maken voor de toetsenbordvoices ...............................................................blz. 155
Gedetailleerde instellingen maken voor MIDI ........................................................................................blz. 159
De PSR-2100/1100/A1000 op andere apparaten aansluiten
Basisinformatie over MIDI........................................................................................ “Wat is MIDI?” op blz. 171
Uw eigen spel opnemen ........... ”De geluiden van de PSR-2100/1100/A1000 over een externe audio-installatie
afspelen, en de geluiden opnemen op een externe recorder (AUX OUT/OUTPUT-aansluitingen)” op blz. 167
Het volume verhogen ............... ”De geluiden van de PSR-2100/1100/A1000 over een externe audio-installatie
afspelen, en de geluiden opnemen op een externe recorder (AUX OUT/OUTPUT-aansluitingen)” op blz. 167
Een computer op de PSR-A1000 aansluiten
.......................”PSR-A1000 aansluiten op een computer (TO HOST-aansluiting/MIDI-aansluitingen)” op blz. 168
Een computer op de PSR-2100/1100 aansluiten
....................... .”PSR-2100/1100 aansluiten op een computer (USB-aansluiting/MIDI-aansluitingen)” op blz. 170
Snelle oplossingen
Basisfuncties van de PSR-2100/1100/A1000 en hoe ze het best te gebruiken.....................................blz. 12, 14
De PSR-2100/1100/A1000 terugzetten naar de standaardinstelling
........“De fabrieksgeprogrammeerde instellingen van de PSR-2100/1100/A1000 terugroepen - System Reset” op blz. 165
De mededelingen laten zien ..............................................................“Over de displaymededelingen” op blz. 8
Problemen oplossen...............................................................................................................................blz. 176
PSR-2100/1100/A1000
13
Page 14
Wat kunt u doen met de PSR-2100/1100?
Zie voor hetzelfde overzicht, maar dan specifiek voor de PSR-A1000: bladzijde 16.
SONG
Afspelen van reeds opgenomen songs (blz. 25, 40, 84)
Geniet van een grote verscheiden­heid aan preset songs, alsook songs op commercieel beschikbare disket­tes.
Multi Pads
Uw spel kruiden met speciale dynamische frases (blz. 82, 131)
Door gewoon op één van de multi­pads te drukken, kunt u korte ritmi­sche of melodische frases afspelen. U kunt ook uw originele multipad­frases creëren door ze direct via het toetsenbord op te nemen.
SONG
STYLE
TRACK2TRACK
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
MIN MAX
1
TOP
SWING &
JAZZ
DANCE
TRANSPOSE
RESET
FADE IN/OUT
START/STOP
BALLROOM
MULTI PAD
REPEAT
TEMPO
RESET
STOP
DEMO
Verken de Demo’s (blz. 24, 61)
Deze geven niet alleen een indruk van de verbluffende voices en stijlen van het in­strument, maar ze laten u ook kennis maken met de verscheidene functies en ei­genschappen — en laten u praktijkervaring opdoen met de PSR-2100/1100!
METRO­NOME
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
MARCH &
WALTZ
TAP TEMPO
DIGITAL RECORDING
MIXING CONSOLE
PART
MENU DEMO
HELP
FUNCTION
DIRECT
ACCESS
A
B
C
D
E
BALANCE
CHANNEL ON/OFF
STANDBY ON
STIJL
Onderbouw uw spel met automatische bege­leiding (blz. 32, 68)
Door een akkoord te spelen met uw linkerhand speelt u automatisch de automatische begeleiding. Selecteer een begeleidingsstijl — zoals pop, jazz, Latin, enz. — en laat de PSR-2100/1100 uw bege­leidingsband zijn!
PSR-2100/1100/A1000
14
STYLE CONTROL
ACMP
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
SYNC.
SYNC.
STOP
START OTS LINK
START/STOP
DIGITAAL OPNEMEN
Neem uw spel op (blz. 105, 121)
Met de krachtige en makkelijk-te-gebruiken songopname-eigenschappen, kunt u uw eigen toetsenspel opnemen en uw eigen volledig georkestreerde composities creëren — die u dan kunt opslaan op de USER-drive of een diskette voor toekomstig gebruik.
PART
Page 15
81 2 3 4 5 6 7
LCD
De grote LCD (samen met de verscheidene paneel­knoppen) zorgt voor een uitgebreide en makkelijk­te-begrijpen bediening van de PSR-2100/1100 func­ties.
BACK NEXT
MAIN
F
G
H
I
J
EXIT
LAYER
LEFT
MUSIC
FINDER
DATA ENTRY
MUSIC FINDER
Roep de perfecte begeleidingsstijl op (blz. 37, 78)
Als u weet welke song u wilt spelen, maar u weet niet welke stijl of voice ge­schikt zou zijn, laat de MUSIC FINDER u dan helpen. Selecteer gewoon de titel van de song en de PSR-2100/1100 roept automatisch de meest geschikte stijl en voice op.
VOICE EFFECT
LEFT
HOLD
VOICE
PIANO & HARPSI.
GUITAR
STRINGS CHOIR & PAD
USER
MIC.
VH TYPE SELECT
OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
E.PIANO
BASS
ORGAN FLUTES
MIC.
SETTING
ONE TOUCH SETTING
VOCAL HARMONY
ACCORDION
MONOTOUCH
ORGAN &
BRASS
SYNTH.
TALK
DSP
UPPER OCTAVE
RESET
EFFECT
VARIATION
PERCUSSION
WOODWIND
XG
Organ Flutes (alleen PSR-2100)
Vervaardig uw eigen orgelvoices (blz.
104)
Deze speciale functie geeft u niet alleen een complete set aan rijke en voluptueuze orgelgeluiden, het geeft u ook de moge­lijkheid uw eigen orgelvoices te creëren, net als op een traditioneel orgel, door de fluit voetmaten toe of af te laten nemen en percussieve geluiden toe te voegen.
VOICE
Geniet van een enorme ver­scheidenheid aan realistische voices (blz. 29, 63)
De PSR-2100/1100 beschikt over een schat aan uitzonderlijk au­thentieke en dynamische voices — inclusief vleugel, strijkers, houtblazers en meer!
USB-aansluiting
Muziek maken met een computer — snel en makkelijk (blz. 170)
Duik erin en doe uw voordeel met de uitgebreide wereld aan computermuzieksoftware. Aansluitingen en opstellingen zijn uitzonderlijk makkelijk en u kunt uw op de computer opgeno­men partijen afspelen met verschillende instru­mentgeluiden — alles met één enkele PSR-2100/ 1100!
LCD
CONTRAST
Vocal Harmony (alleen PSR-2100)
Voegt automatisch achtergrondstemmen aan uw zang­partij toe (blz. 142)
De verbazingwekkende Vocal Harmony-eigenschap (op de PSR-
2100) produceert automatisch achtergrondzangharmonieën bij de solozangpartij die u in de microfoon zingt. U kunt zelfs het geslacht van de harmoniestemmen veranderen — u voegt bijvoorbeeld een vrouwelijke achtergrondstem toe aan uw eigen mannelijke stem (of andersom).
INPUT
OUT
MIDIUSB FOOT PEDAL
2
MIC. LINEIN
VOLUME
LINE IN
MIC./
LR R L/L+R
AUX OUT
(LEVEL FIXED)
OUTPUT
PSR-2100/1100/A1000
DC IN 16V
15
Page 16
Wat kunt u doen met de PSR-A1000?
SCALE SETTING/
SONG
Afspelen van reeds opgenomen songs (blz. 25, 40, 84)
Geniet van een grote verscheidenheid aan preset songs, alsook songs op commercieel beschikbare diskettes.
SCALE MEMORY
De Scale Setting eigenschap laat u ge­makkelijk de toonhoogte van bepaalde noten verlagen met 50 cents om zo uw eigen oriëntaalse stemmingen te creëren. Er kunnen tot maximaal zes stemmingen worden opgeslagen voor onmiddellijk terugroepen (Scale Memory), wanneer u ze maar nodig heeft.
DEMO
Verken de demo’s (blz. 24, 61)
Deze geven niet alleen een indruk van de verbluffende voices en stij­len van het instrument, maar ze laten u ook kennis maken met de verscheidene functies en eigen­schappen — en laten u praktijker­varing opdoen met de PSR-A1000!
STIJL
Onderbouw uw spel met automatische bege­leiding (blz. 32, 68)
Door een akkoord te spelen met uw linkerhand, speelt u automatisch de automatische begeleiding. Selecteer een begeleidingsstijl — zoals pop, jazz, Latin, enz. — en laat de PSR-A1000 uw begelei­dingsband zijn!
DIGITAAL OPNEMEN
Neem uw eigen spel op (blz. 105, 121)
Met de krachtige en makkelijk te gebruiken songopname-eigenschappen, kunt u uw eigen toetsenspel opnemen en uw eigen volledig georkestreerde composities creëren — die u dan kunt opslaan op de USER-drive of een diskette voor toekomstig gebruik.
PSR-2100/1100/A1000
16
Page 17
LCD
De grote LCD (samen met de verscheidene paneelknoppen) zorgt voor een uitgebreide en makkelijk te begrijpen bedie­ning van de PSR-A1000-func­ties.
SCALE TUNING
U kunt een gewenste voorgepro­grammeerde stemming selecte­ren, waaronder oriëntaalse stem­mingen, en uw eigen stemming creëren door een stemming naar wens aan te passen.
VOICE
Geniet van een enorme verschei­denheid aan realistische voices (blz. 29, 63)
De PSR-A1000 beschikt over een schat aan uitzonderlijk authentieke en dyna­mische voices — waaronder vleugels, strijkers, houtblazers en meer!
TO HOST-aansluiting
Muziek maken met een computer — snel en makkelijk (blz. 168)
Duik erin en doe uw voordeel met de uitgebreide wereld aan computermuzieksoftware. Aansluitingen en opstellingen zijn uitzonderlijk makkelijk en u kunt uw op de computer opgenomen partijen afspelen met verschillende instrument­geluiden — alles met één enkele PSR-A1000!
Multipads
Uw spel kruiden met speciale dynamische frases (blz. 82, 131)
Door gewoon op één van de multipads te drukken, kunt u kor­te ritmische of melodische frases afspelen. U kunt ook uw origi­nele multipadfrases creëren door ze direct via het toetsenbord op te nemen.
PSR-2100/1100/A1000
17
Page 18
MIDI-master (verzendend apparaat)
Audio-apparatuur (eerst de mixer, dan de versterker)
12345678910111213141516LR
PSR-2100/1100/A1000 als MIDI-slave
(MIDI ontvangend apparaat)
AAN
ZETTEN
De PSR-2100/1100/A1000 opstellen
Spanningsvoorziening
Zorg ervoor dat de PSR-2100/1100/A1000’s STANDBY/
1
ON-schakelaar in de STANDBY (uit)-positie staat.
Sluit het éne eind van het netsnoer aan op de PA-300
2
Sluit de PA-300’s DC-stekker aan op de PSR-2100/
3
1100/A1000’s DC IN-aansluiting op het achterpaneel van het instrument.
DC IN 16V
L/L+R
OUTPUT
DC IN
Opstartprocedure
Als u alle nodige aansluitingen (blz. 166) heeft gemaakt tussen uw PSR-2100/1100/A1000 en elk van de andere apparaten, zorg er dan voor dat alle volume instellingen
.
helemaal dicht zijn gedraaid. Zet vervolgens elk appa­raat in uw setup aan in de volgende volgorde: MIDI-mas­ters (verzenders), MIDI-slaves (ontvangers), vervolgens de audio apparatuur (mixers, versterkers, luidsprekers, enz.). Dit zorgt voor een vloeiende MIDI-werking en voorkomt luidsprekerbeschadigingen.
Bij het uitzetten van de setup, zet u eerst weer het volu­me van elk audio-apparaat dicht en vervolgens zet u alle apparaten in de omgekeerde volgorde uit (eerst de audio apparaten en vervolgens de MIDI-apparaten).
Naar een stopcontact
Sluit het andere eind (normale netstekker) aan op het
4
dichtstbijzijnde stopcontact.
WAARSCHUWING
Gebruik geen andere netadapter dan de Yamaha PA-300 of een door Y amaha aanbevolen equiv alent. Gebruik v an een andere adapter kan niet te repareren schade aan de PSR-2100/1100/A1000 veroorzaken en kan zelfs een ernstige elektrische schok veroorzaken! HAAL DE NET AD APTER ALTIJD LOS VAN HET STOPCONTACT ALS DE PSR­2100/1100/A1000 NIET IN GEBRUIK IS.
PAS OP
Onderbreek nooit de spanningsvoorziening (bijv. de netadapter loshalen) tijdens een PSR-2100/1100/A1000 opnamehandeling! Dit zou namelijk kunnen resulteren in het verloren gaan van de data.
PAS OP
Zelfs als de schakelaar in de “STANDBY” positie staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u de PSR-2100/1100/A1000 gedurende een langere periode niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter loshaalt van het stopcontact.
PSR-2100/1100/A1000
18
Page 19
MAIN
BACK NEXT
LEFT
MUSIC FINDER
LAYER
I
F
J
G
H
D
A
E
B
C
Aanzetten
PAS OP
Schakel altijd eerst de PSR-2100/1100/A1000 aan voordat u de ver­sterkte luidsprekers of het mengpaneel en de versterker aanzet, om mogelijke schade aan de luidsprekers of andere aangesloten elek­tronische apparatuur te voorkomen. Andersom geldt, zet altijd de PSR-2100/1100/A1000 uit nadat u de versterkte luidsprekers of het mengpaneel en de versterker hebt uitgeschakeld.
PAS OP
Zelfs als de schakelaar in de "STANDBY"-positie staat, loopt er nog een minimale stroom door het instrument. Als u de PSR-2100/1100/ A1000 gedurende een langere periode niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter loshaalt van het stopcontact.
OPM.
Zet eerst het volume van alle aangesloten audio-apparatuur uit, v oor­dat u uw PSR-2100/1100/A1000 aan of uitzet.
1 Druk op de [STANDBY/ON] -schakelaar.
De algemene (MAIN)-display verschijnt.
STANDBY ON
Muziekstandaard
De PSR-2100/1100/A1000 wordt geleverd met een muziekstan­daard die aan het instrument kan worden bevestigd door deze in de uitsparing achter op het bedieningspaneel te plaatsen.
De paneellogo’s
De logo’s die op het PSR-2100/1100/A1000-paneel gedrukt zijn, geven de standaards/formats aan die worden ondersteund en de speciale eigenschappen waarover ze beschikken.
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een toevoeging aan de MIDI-standaard die garandeert dat alle data die voldoen aan de standaard nauwkeurig zal worden afgespeeld op elke GM-compatibele toongenerator of synthesizers van elke fabrikant.
XG-format
XG is een nieuwe Yamaha MIDI specificatie die een significante uit­breiding en verbetering is van de “GM System Level 1” standaard met een grotere voicecapaciteit, expressieve aansturing en effect moge­lijkheden, terwijl de compatibiliteit met GM volledig behouden blijft. Door de PSR-2100/1100/A1000 XG-voices te gebruiken, is het mo­gelijk om XG-compatibele songfiles op te nemen.
XF-format
Het Yamaha XF-format verbetert de SMF (Standard MIDI File) stan­daard met meer functionaliteit en een open architectuur voor latere uitbreidingsmogelijkheden. De PSR-2100/1100/A1000 is in staat songteksten weer te geven als er een XF-file met lyric (songtekst) data wordt afgespeeld. (SMF is het meest gebruikte format bij MIDI­sequencefiles. De PSR-2100/1100/A1000 is compatibel met de SMF­formats 0 en 1, en neemt “song”-data op met SMF-format 0.)
Als u klaar bent om het instrument uit te zetten, drukt u nogmaals op de [STANDBY/ON] -schakelaar.
Zowel de display- als de diskdrive lamp
(linksonderaan de diskdrive) zal uit gaan.
2 Het displaycontrast afstellen
Als de LCD moeilijk te lezen is, pas dan het contrast aan met de [ LCD CON-
TRAST]- knop op het achterpaneel.
3 Het volume instellen
Gebruik de [MASTER VOLUME] ­dial om het volumeniveau naar wens aan te passen.
CONTRAST
MASTER VOLUME
MIN MAX
LCD
FADE IN/OUT
Vocal Harmony (alleen de PSR-2100)
Vocal Harmony werkt met hoogwaardige digitale signaalverwerkings­technologie om automatisch geschikte vocale harmonieën toe te voe­gen aan een door de gebruiker gezongen zangpartij. Vocal Harmony is zelfs in staat het karakter en het geslacht van de solostem te veranderen, alsook die van de toegevoegde stemmen, om zo een uitgebreide reeks aan harmonie-effecten te produceren.
Disk Orchestra Collection
Het DOC voicetoewijzingsformat voorziet in een data-afspeelcompatibi­liteit met een groot aantal Yamaha instrumenten en MIDI-apparaten.
Style File Format
Het Style File Format (SFF) is Yamaha’s originele stijlfileformat, dat gebruik maakt van een uniek conversiesysteem om in een hoge kwaliteit automatische begeleiding te voorzien, gebaseerd op een uitgebreide reeks akkoordsoorten. De PSR-2100/1100/ A1000 gebruikt SFF intern, leest optionele SFF-stijldiskettes, en creëert SFF-stijlen als u de Stijl Creator-eigenschap gebruikt.
USB (alleen de PSR-2100/1100)
USB is een afkorting van Universal Serial Bus. Het is een seriële interface voor het aansluiten van randapparatuur op een com­puter. Er is “hot swapping” mee mogelijk (randapparatuur aan­sluiten terwijl de computer aan is).
PSR-2100/1100/A1000
19
Page 20
7
[E
[E
Bedieningspaneel en aansluitingen PSR-2100/1100
STANDBY ON
1
PITCH BEND MODULATION
2 3
STYLE CONTROL
ACMP
23
BREAK
24 25
55
LCD
CONTRAST
SONG
EXTRA
TRACK2TRACK
1
TRACKS
9 10
6
7 8
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
START/STOP
TOP
10 11 12 13 14
NEW SONG SYNC. START
STYLE
15
INTRO
MAIN
26
282930 33
27
SWING &
JAZZ
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
DANCE
TRANSPOSE
RESET
MASTER VOLUME
21
FADE IN/OUT
MIN MAX
19
20
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
31
MULTI PAD
OTS LINK
32
BALLROOM
SYNC. STOP
REPEAT
METRO­NOME
5
9
36
MARCH &
WALTZ
37 38
TAP TEMPO
TEMPO
RESET
1716
STOP
22
SYNC. START
34
START/STOP
18
35
39 40 41
TO HOST
DIGITAL
STUDIO
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MIXING CONSOLE
PART
MENU DEMO
HELP
FUNCTION
Mac
HOST SELECT
DIRECT ACCESS
43
7574
PC2PC1
42
BALANCE
CHANNEL ON/OFF
MIDI
76
OUTIN
MIDI
A
B
C
D
E
44 45
PART
46
4
PHONES
C1
CLICK
POWER
[STANDBY/ON]-schakelaar ...............................................blz. 19
1
WIELEN
PITCH BEND.....................................................................blz. 67
2
MODULATIE (alleen de PSR-2100)...................................blz. 67
3
HOOFDTELEFOON
[PHONES]-aansluiting .................................................... blz. 166
4
METRONOOM
[METRONOME]-knop.......................................................blz. 59
5
SONG
6
[EXTRA TRACKS (STYLE)]-knop......................................blz. 88
[TRACK 2 (L)]-knop ...........................................................blz. 88
7
[TRACK 1 (R)]-knop...........................................................blz. 88
8
[REPEAT]-knop ..................................................................blz. 88
9
[REC]-knop ..................................................................... blz. 105
10
[TOP]-knop.........................................................................blz. 87
11
[START / STOP]-knop........................................................blz. 85
12
[REW]-knop........................................................................blz. 87
13
[FF]-knop............................................................................blz. 87
14
STIJL
STYLE-knoppen.................................................................blz. 68
15
TRANSPONERING
] [F ]-knoppen........................................................ blz. 155
16
TEMPO
] [F ]-knoppen...........................................................blz. 59
17
[T AP TEMPO]-knop............................................................blz. 60
18
D138E1
36T37S39F141
40 46 49
R
G1
43
42 44A145
L
B1
L
MASTERVOLUME
[MASTER VOLUME]-dial...................................................blz. 19
19
[FADE IN / OUT]-knop.......................................................blz. 74
20
MULTIPAD
[1] - [4]-knoppen.................................................................blz. 82
21
[STOP]-knop......................................................................blz. 82
22
STIJLREGELAARS
[ACMP]-knop......................................................................blz. 69
23 24
[BREAK]-knop....................................................................blz. 73
[INTRO]-knop...............................................................blz. 35, 75
25
MAIN [A]-knop ...................................................................blz. 73
26
MAIN [B]-knop ...................................................................blz. 73
27
MAIN [C]-knop...................................................................blz. 73
28
MAIN [D]-knop...................................................................blz. 73
29
[ENDING / rit.]-knop.....................................................blz. 35, 75
30
[AUTO FILL IN]-knop .........................................................blz. 75
31
[OTS LINK]-knop................................................................blz. 77
32
[SYNC.STOP]-knop...........................................................blz. 74
33
[SYNC.START]-knop.......................................................... blz. 69
34
[START / STOP]-knop........................................................blz. 69
35
DIGITALE STUDIO
[SOUND CREATOR]-knop...............................................blz. 100
36
[DIGITAL RECORDING]-knop .................................blz. 105, 121
37
[MIXING CONSOLE]-knop ..............................................blz. 134
38
MENU
[DEMO]-knop.....................................................................blz. 61
39
[HELP]-knop ......................................................................blz. 58
40
[FUNCTION]-knop........................................................... blz. 147
41
D2
C2
47
48
M
H
E2
F2
50
51
M
G2
52
53
5554 56A257
H
L
H
58 61
L
D3
B2
C3
59
60
M
M
L
H
E364F3
62
63
C
H
1
65R66G36
R 1
S
PSR-2100/1100/A1000
20
Page 21
76
FOOT PEDAL
77
78
72
INPUT
2
MIC. LINE
BACK NEXT
47
42
F
G
H
I
J
EXIT
54
VOLUME
MAIN
LAYER
LEFT
MUSIC FINDER
53
DATA ENTRY
MIC./
LINE IN
LEFT HOLD
56
VOICE
PIANO & HARPSI.
63
GUITAR
STRINGS CHOIR & PAD
USER
MIC.
65
OVER SIGNAL
ENTER
(LEVEL FIXED)
VOICE EFFECT
VH TYPE SELECT
67
73
48
49 50
51
66
52
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
68
69 70
LR R L/L+R
AUX OUT
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
57 58
E.PIANO
BASS
ORGAN FLUTES
VOCAL
MIC.
SETTING
HARMONY
ONE TOUCH SETTING
79 80
OUTPUT
MONOTOUCH
59
60
ORGAN &
ACCORDION
BRASS
SYNTH.
UPPER OCTAVE
RESET
64
TALK
DSP
61
EFFECT
DC IN 16V
VARIATION
62
PERCUSSION
WOODWIND
XG
71
A3
B3
D4
E4
F4
G4
A4
B4
69
67S68 70C472H73
71
C
R
2
2
74 75
76
77H78
L
H
79H80
L
L
L
81 82
83
H
C5
84L85S87D586
E5
L
H
DISPLAYBESTURING
42
[A] - [J]-knoppen.................................................................blz. 48
43
[DIRECT ACCESS]-knop...................................................blz. 55
44
[BALANCE]-knop...............................................................blz. 70
45
[CHANNEL ON / OFF]-knop....................................... blz. 70, 87
46
[1 ▲▼ ] - [8 ▲▼ ]-knoppen............................................ blz. 43 - 53
47
[BACK]-knop............................................................... blz. 48, 54
48
[NEXT]-knop ............................................................... blz. 48, 54
49
VOICE PART AAN/UIT [MAIN]-knop..................................blz. 65
50
VOICE PART AAN/UIT [LAYER]-knop...............................blz. 65
51
VOICE PART AAN/UIT [LEFT]-knop..................................blz. 65
52
[ENTER]-knop....................................................................blz. 54
[DATA ENTRY]-dial.............................................................blz. 54
53
[EXIT]-knop ........................................................................blz. 48
54 55
[LCD CONTRAST]-knop....................................................blz. 19
VOICE-EFFECT
[LEFT HOLD]-knop............................................................blz. 67
56
[TOUCH]-knop...................................................................blz. 66
57
[SUSTAIN]-knop.................................................................blz. 66
58
[HARMONY / ECHO]-knop................................................blz. 67
59
[MONO]-knop.....................................................................blz. 67
60
[DSP]-knop.........................................................................blz. 66
61
[VARIATION]-knop .............................................................blz. 67
62
VOICE
VOICE-knoppen.................................................................blz. 63
63
UPPER OCTAVE
[UPPER OCTAVE]-knop ....................................................blz. 67
64
F5
88
89
L M
G5
90
91A59392 94B595C696
O
MIC.
MIC.-knoppen (alleen op de PSR-2100)..........................blz. 141
65
MUSIC FINDER
[MUSIC FINDER]-knop......................................................blz. 78
66
ONE TOUCH SETTING
[1] - [4]-knoppen.................................................................blz. 76
67
REGISTRATION MEMORY
[FREEZE]-knop..................................................................blz. 99
68
[1] – [8]-knoppen................................................................blz. 97
69
[MEMORY]-knop................................................................blz. 97
70
DISKETTE
Diskdrive (3,5”) ....................................................................blz. 7
71
Microfoon (alleen op de PSR-2100)
[INPUT VOLUME]-knop...................................................blz. 166
72
[MIC. LINE IN]-aansluiting................................................blz. 166
73
Aansluitingen
[USB]-aansluiting.............................................................blz. 170
74
[MIDI [OUT] [IN]-aansluitingen.........................................blz. 167
75
[FOOT PEDAL 1 (SWITCH) ]-aansluiting........................blz. 167
76
[FOOT PEDAL 2]-aansluiting...........................................blz. 167
77
[AUX OUT (LEVEL FIXED) [L] [R]-aansluitingen.............blz. 167
78
OUTPUT [L / L+R] [R]-aansluitingen ...............................blz. 167
79
DC IN-aansluiting...............................................................blz. 18
80
PSR-2100/1100/A1000
21
Page 22
Bedieningspaneel en aansluitingen PSR-A1000
73
14
72
71
51
11
12 13
4
38
32
5
6
7 8
10
9
33 34
35 36
37
39
40 41
42
19
20
21
15
18
16
23 31
24 25 26 27 28 29 30
22
17
1
2
3
C1
CLICK
POWER
1
[STANDBY/ON]-schakelaar ...............................................blz. 19
WIEL
2
PITCH BEND.....................................................................blz. 67
HOOFDTELEFOON
3
[PHONES]-aansluiting .................................................... blz. 166
METRONOOM
4
[METRONOME]-knop........................................................blz. 59
SONG
5
[EXTRA TRACKS (STYLE)]-knop......................................blz. 88
6
[TRACK 2 (L)]-knop ...........................................................blz. 88
7
[TRACK 1 (R)]-knop...........................................................blz. 88
8
[REPEAT]-knop ..................................................................blz. 88
9
[REC]-knop ..................................................................... blz. 105
10
[TOP]-knop.........................................................................blz. 87
11
[START / STOP]-knop........................................................blz. 85
12
[REW]-knop........................................................................blz. 87
13
[FF]-knop............................................................................blz. 87
STIJL
STYLE-knoppen.................................................................blz. 68
14
SCALE SETTING (stemmingsinstelling)
[SCALE SETTING]-knoppen..............................................blz. 93
15
SCALE MEMORY (stemmingsgeheugen)
[MEMORY]-knop................................................................blz. 95
16
[SCALE MEMORY]-knoppen.............................................blz. 95
17
D138E1
36T37S39F141
40 46 49
G1
43
42 44A145
R
L
L
MASTERVOLUME
18
[MASTER VOLUME]-dail...................................................blz. 19
STIJLREGELAARS
19
[ACMP]-knop......................................................................blz. 69
20
[BREAK]-knop....................................................................blz. 73
[INTRO]-knop...............................................................blz. 35, 75
21
MAIN [A]-knop ...................................................................blz. 73
22 23
MAIN [B]-knop ...................................................................blz. 73
24
MAIN [C]-knop...................................................................blz. 73
25
MAIN [D]-knop...................................................................blz. 73
26
[ENDING / rit.]-knop.....................................................blz. 35, 75
27
[AUTO FILL IN]-knop .........................................................blz. 75
28
[FADE IN / OUT]-knop.......................................................blz. 74
29
[SYNC.STOP]-knop...........................................................blz. 74
30
[SYNC.START]-knop..........................................................blz. 69
31
[START / STOP]-knop........................................................blz. 69
DIGITALE STUDIO
[SOUND CREATOR]-knop...............................................blz. 100
32
[DIGITAL RECORDING]-knop .................................blz. 105, 121
33
[MIXING CONSOLE]-knop ..............................................blz. 134
34
MENU
[DEMO]-knop.....................................................................blz. 61
35
[HELP]-knop ......................................................................blz. 58
36
[FUNCTION]-knop...........................................................blz. 147
37
D2
B1
C2
47
48
M
H
E2
F2
50
51
M
G2
52
53
5554 56A257
H
L
H
58 61
L
D3
B2
C3
59
60
M
M
L
H
E364F3
62
63
C
H
1
65R66G367
R 1
S
PSR-2100/1100/A1000
22
Page 23
[E
[E
7574
43
44
52 53 57 5854
45
59
38
76
55
77
78
56
70
46 47
50
49
64
60 63
67
48
68
65
61
62
66
69
A3
B3
D4
E4
F4
G4
A4
B4
69
71
68 70C472H73
C
R
2
2
74 75
76
77H78
L
H
L
79H80
L
L
81 82
83
H
C5
84L85S87D586
E5
88
L
H
DISPLAYBESTURING
38
[A] - [J]-knoppen.................................................................blz. 48
39
[DIRECT ACCESS]-knop...................................................blz. 55
40
[BALANCE]-knop...............................................................blz. 70
41
[CHANNEL ON / OFF]-knop....................................... blz. 70, 87
42
[1 ▲▼ ] - [8 ▲▼ ]-knoppen............................................ blz. 44 - 53
43
[BACK]-knop............................................................... blz. 48, 54
44
[NEXT]-knop ............................................................... blz. 48, 54
45
VOICE PART AAN / UIT [MAIN]-knop................................blz. 65
46
VOICE PART AAN / UIT [LAYER]-knop.............................blz. 65
47
VOICE PART AAN / UIT [LEFT]-knop................................blz. 65
48
[ENTER]-knop....................................................................blz. 54
49
[DATA ENTRY]-dial.............................................................blz. 54
50
[EXIT]-knop........................................................................blz. 48
51
[LCD CONTRAST]-knop....................................................blz. 19
VOICE-EFFECT
52
[LEFT HOLD]-knop............................................................blz. 67
[TOUCH]-knop...................................................................blz. 66
53
[SUSTAIN]-knop.................................................................blz. 66
54 55
[HARMONY/ECHO]-knop..................................................blz. 67
[MONO]-knop.....................................................................blz. 67
56
[DSP]-knop.........................................................................blz. 66
57
[VARIATION]-knop .............................................................blz. 67
58
VOICE
VOICE-knoppen.................................................................blz. 63
59
TRANSPONERING
] [F ]-knoppen........................................................ blz. 155
60
F5
89
L M
G5
90
O
91A59392 94B595C696
TEMPO
61 62
UPPER OCTAVE
63
SCALE TUNING (stemming regelen)
64
MULTI PAD
65 66
REGISTRATION MEMORY
67 68 69
DISKETTE
70
Aansluitingen
71 72 73 74 75 76 77 78
] [F ]-knoppen...........................................................blz. 59
[T AP TEMPO]-knop............................................................blz. 60
[UPPER OCTAVE]-knop ....................................................blz. 67
[SCALE TUNING]-knop .....................................................blz. 93
[1] - [4]-knoppen.................................................................blz. 82
[STOP]-knop......................................................................blz. 82
[FREEZE]-knop..................................................................blz. 99
[1] – [8]-knoppen................................................................blz. 97
[MEMORY]-knop................................................................blz. 97
Diskdrive (3,5") ....................................................................blz. 7
[TO HOST]-aansluiting.....................................................blz. 168
[HOST SELECT]-schakelaar...........................................blz. 168
MIDI [OUT] [IN]-aansluitingen..........................................blz. 167
[FOOT PEDAL 1 (SWITCH) ]-aansluiting........................blz. 167
[FOOT PEDAL 2]-aansluiting...........................................blz. 167
AUX OUT (LEVEL FIXED) [L] [R]-aansluitingen..............blz. 167
OUTPUT [L / L+R] [R]-aansluitingen ...............................blz. 167
DC IN-aansluiting...............................................................blz. 18
PSR-2100/1100/A1000
23
Page 24
81 2 3 4 5 6 7
81 2 3 4 5 6 7
Beknopte handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . .
De demo’s afspelen
De PSR-2100/1100/A1000 beschikt over een uitgebreide verschei­denheid aan demosongs, die een goede indruk geven van de rijke, authentieke voices en zijn dynamische ritmes en stijlen.
Handiger nog, er is een speciale selectie aan demofuncties. Aan de hand van praktijkvoorbeelden worden alle belangrijke eigenschappen en functies van het instrument doorgenomen— zodat u uit de eerste hand kunt zien hoe u de PSR-2100/1100/ A1000 effectief in uw eigen muziek kunt gebruiken.
1
PSR-2100/1100: Druk op de
MENU DEMO
[DEMO]-knop om het menu voor het selecteren van een
HELP
demosong op te roepen. PSR-A1000: Drukken op de
FUNCTION
[DEMO]-knop speelt auto­matisch de demosongs af in willekeurige volgorde.
PSR-A1000: Selecteer als voorbeeld op de PSR-A1000 FUNCTION. De functiedemo’s demonstreren al de ver­schillende functies op de PSR-A1000.
PSR-2100/1100: Voor dit voorbeeld is VOICE geselec­teerd. De voicedemo’s geven een indruk van de verschil­lende voices op de PSR-2100/1100.
2 Druk op de [BACK]/[NEXT] knop om de
Demoknop
democategorieën te selecteren.
Zie ook
blz. 61
BACK NEXT
OPM.
Voicedemo’s geven een in­druk van de voices van de PSR-2100/1100/A1000. Functiedemo’s demonstreren de verschillende functies op de PSR-2100/1100/A1000. Stijldemo’s introduceren u de ritmes en begeleidingsstijlen van de PSR-2100/1100/ A1000 (blz. 61).
3 Druk op één van de [A] tot [J] knoppen of [8] [AUTO] knop (alleen in de FUNCTION pagina) om de demosongs te selecteren.
PSR-A1000: Druk voor dit voorbeeld op [8] (AUTO).
Alle functiedemo’s worden achtereenvolgens afgespeeld.
MAIN
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
LAYER
LEFT
Druk op de [EXIT]-knop om de demomode te verlaten en terug te keren naar de MAIN-display als u klaar bent met het afspelen van de demosongs.
PSR-2100/1100: Druk voor dit voorbeeld op de [A]-knop, om de demo van de hobo (Oboe) af te spelen.
MAIN
OPM.
F
G
H
I
J
LAYER
LEFT
A
B
C
D
E
Zie voor details over de demo’s blz. 61.
Als u klaar bent met de demo’s, kunt u uw PSR-2100/1100/A1000 zelfs nog beter leren kennen met deze functies:
• Song afspelen (blz. 25)
• Korte demonstratie van de geselecteerde voice (in de Voice Open-display; blz. 30).
Beknopte handleiding
24
Page 25
Song afspelen
Song afspelen
Zie ook
blz. 84
Hier komen alle verbazingwekkende voices, effecten, ritmes, stijlen en andere geavanceerde eigenschappen van de PSR-2100/1100/A1000 samen — in songs!
Songgerelateerde knoppen
BALANCE (balans) en CHANNEL (kanaal) knoppen
Diskdrive
OPM.
Let erop dat de taalinstelling voor het instrument (blz. 165) gelijk is aan die van de file­naam van de song die u af­speelt.
De volgende songs zijn compatibel wat afspelen betreft op de PSR-2100/1100/A1000. Zie de bladzijden 84, 174 voor meer details over de logo’s.
Diskettes die zijn voorzien van dit logo bevatten songdata voor voices zoals die zijn vast­gelegd in de GM-standaard.
Diskettes voorzien van dit logo be v atten songdata volgens het XG-format, een uitbreiding van de GM-standaard die in een grotere verscheidenheid aan voices en meer uit­gebreidere geluidsregelmogelijkhedenvoorziet.
Diskettes voorzien van dit logo bevatten songdata voor voices zoals vastgelegd in het Yamaha DOC-format.
OPM.
Songs die een grote hoeveel­heid data bevatten, kunnen misschien niet goed worden ingelezen door het instru­ment, waardoor u ze mis­schien ook niet kunt selecte­ren. De maximale capaciteit bedraagt ongeveer 200-300 KB, maar dit kan afwijken tengevolge van de inhoud van de data van elk van de songs.
Songs afspelen
Als u een diskettesong wilt afspelen, plaats dan een geschikte diskette die songdata bevat in de diskdrive.
1
PAS OP !
• Zorg ervoor dat u het ge­deelte “De diskdrive (FDD) en diskettes gebruiken” op blz. 7 heeft gelezen.
Beknopte handleiding
25
Page 26
Song afspelen
2
Druk op de [A] knop om de Song Open display op te roepen.
Als het MAIN scherm niet wordt weergegeven, druk dan op de [DIRECT ACCESS]-knop gevolgd door de [EXIT]-knop.
26
OPM.
Vanuit de MAIN-display (de
A
B
C
D
E
display die te zien is als u het instrument aanzet), kunt u songs, voices, begeleidings­stijlen, enz. selecteren.
PRESET (Songs voor Demo’s)
Druk op de [A] - [C] knop om de Voice-/Style-/Functionmap te selecteren.
3
A
B
C
D
E
FLOPPY DISK (commercieel beschik­bare songs, uw eigen songs, enz.)
Druk op de [BACK]/[NEXT]-knop om de drive te se­lecteren. In het voorbeeld in de linker display, is de PRESET-pagina geselecteerd; rechts is FLOPPY DISK (diskette) geselecteerd.
Beknopte handleiding
Page 27
81 2 3 4 5 6 781 2 3 4 5 6 7
27
]
4
Druk op één van de [A] tot [J]-knoppen om de songfile te selecteren.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te starten.
5
REC
NEW SONG SYNC. START
6
Probeer de Mute-functie eens uit, terwijl de song speelt, om bepaalde instrumentkanalen uit of aan te zetten — waardoor u ter plekke dynamische arrangementen kunt vervaardigen!
1) Druk op de [CHANNEL ON/OFF] -knop.
2) Druk op de [1 - 8
TOP
START/STOP
▲▼
-knop die overeenkomt met het kanaal dat u aan of uit wilt zetten.
OPM.
• Om terug of snel vooruit te spoelen naar het afspeelpunt van de song, drukt u op de [REW] of [FF]-knop.
• Bij songdatasoftware (Standard MIDI format 0) die teksten bevat, kunt u de teksten zien in de display tijdens het afspelen. U kunt ook de notatie zien (alleen bij de PSR-2100/1100). Zie de bladzijden 89 en 92 voor details.
Song afspelen
CHANNEL ON/OFF
PART
Als de STYLE-tab is geselecteerd, drukt u nogmaals op deze knop.
Beknopte handleiding
Page 28
Song afspelen
81 2 3 4 5 6 7
7
Neem tenslotte plaats op de producersstoel en neem de mix eens onderhanden. Deze balansregelaars laten u de niveaus aanpassen van de afzonderlijke onderdelen — de song, de stijl, uw zangpartij (alleen bij de PSR-2100) en uw spel.
1) Druk op de [BALANCE] -knop.
2) Druk op de [1 - 8
28
]
▲▼
-knop die overeenkomt met de part waarvan u het volume wilt aanpassen.
BALANCE
8
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te stoppen.
REC
NEW SONG SYNC. START
TOP
START/STOP
OPM.
U kunt een volledige set mengregelaars oproepen door op de [MIXING CON­SOLE]-knop te drukken (blz. 134).
OPM.
• De [FADE IN/OUT]-knop (blz. 74) kan worden ge­bruikt om vloeiende fade­ins en fade-outs te maken als u de song of de bege­leiding start of stopt.
Beknopte handleiding
Page 29
Voices bespelen
Voices bespelen
De PSR-2100/1100/A1000 beschikt over een verbluffende verscheidenheid van meer dan 700
Zie ook
blz. 63
dynamische, rijke en realistische voices. Probeer nu eens enkele van deze voices te bespelen en luister eens naar wat ze voor uw muziek kunnen betekenen. Hier leert u hoe u afzonderlijke voices selecteert, twee voices in een layer combineert en twee voices apart neemt (split) voor uw linker en rechter hand.
Voicegerelateerde knoppen
Een voice bespelen
Druk op de [MAIN]-knop om de MAIN-part aan te zetten en druk vervolgens op de [F]-knop om het menu
1
voor het selecteren van de MAIN-voice op te roepen.
Als het MAIN-scherm niet wordt weergegeven, druk dan op de [DIRECT ACCESS]-knop gevolgd door de [EXIT]-knop.
Zet MAIN aan.
MAIN
F
G
H
I
J
LAYER
LEFT
OPM.
De voice die u hier selec­teert, behoort toe aan de MAIN-part, en wordt de MAIN-voice genoemd. (Zie blz. 65 voor meer informatie.)
2
Selecteer een voicegroep.
Voor dit v oorbeeld is STRINGS geselecteerd. Bij de PSR-A1000 is dit een andere knop, maar er staat wel STRINGS bij.
VOICE
PIANO & HARPSI.
GUITAR BASS
STRINGS CHOIR & PAD
USER ORGAN FLUTES
E.PIANO
ORGAN &
ACCORDION
BRASS
SYNTH.
U wilt de MAIN-voice helemaal apart horen — zorg er dus voor dat de LAYER- en LEFT-parts zijn uitgezet.
Druk op de [BACK]/[NEXT]-knop om de geheugenlocatie van de voice te selecteren. Voor dit voor­beeld is PRESET geselecteerd.
PERCUSSION
WOODWIND
XG
Beknopte handleiding
29
Page 30
Voices bespelen
Selecteer een voice.
3
Voor dit v oorbeeld is ”Orchestra” gese­lecteerd.
A
B
C
D
E
Druk op de corresponderende knoppen om de andere pagina’s te selecteren — en zelfs nog meer voices te ontdekken.
30
OPM.
• U kunt onmiddellijk terug­springen naar de MAIN­display door met één van de [A] - [J] knoppen te "dubbelklikken".
• De voices aangegeven op de PSR-1100 en PSR­A1000 zijn afwijkend van de linker voorbeelddisplay; de handelingen zijn echter hetzelfde.
Druk op de [8]-knop om de demo voor de geselecteerde voice te starten. Om de demo te stoppen, drukt u nogmaals op deze knop. Er komt echter meer kijken bij de demofunc­ties dan alleen maar voices – zie voor meer informatie blz. 61.
4
Bespeel de voices.
Uiteraard kunt u de voice zelf bespelen via het toetsenbord, maar u kunt de PSR-2100/ 1100/A1000 ook de voice voor u laten demonstreren. Druk gewoon op de [8 van de display hierboven en er wordt automatisch een demo van de voice afgespeeld.
Twee voices tegelijkertijd bespelen
Druk op de VOICE PART AAN/UIT [LAYER]-knop om de
1
LAYER-part aan te zetten.
2
Druk op de [G]-knop om de LAYER-part te selecteren.
Selecteer een voicegroep.
3
In dit geval selecteren we een weelderige opvulling (pad) om het totaalgeluid op te vullen. Roep de “CHOIR & PAD”-groep op. Bij de PSR-A1000 zit deze knop op een andere plek, maar er staat wel “CHOIR & PAD” bij.
4
Selecteer een voice.
Selecteer voor dit voorbeeld “Gothic Vox.”
]-knop
MAIN
LAYER
LEFT
VOICE
PIANO & HARPSI.
GUITAR BASS
STRINGS CHOIR & PAD
USER ORGAN FLUTES
E.PIANO
ORGAN &
ACCORDION
BRASS
SYNTH.
PERCUSSION
WOODWIND
XG
5
Bespeel de voices.
Nu kunt u twee verschillende voices samen in een rijk klinkende layer bespelen — de MAIN-voice die u in het voorgaande gedeelte heeft geselecteerd, plus de nieuwe LAYER-voice die u hier heeft geselecteerd.
En dat is pas het begin. Probeer deze andere voicegerelateerde eigenschappen eens uit:
• Creëer uw eigen originele voices — snel en makkelijk — door de instellingen van bestaande voices te veranderen (blz. 100).
• Stel uw favoriete paneelinstellingen in — inclusief voices, stijlen en meer — en roep ze op wanneer u ze ook maar nodig heeft (blz. 97).
Beknopte handleiding
Page 31
Voices bespelen
USER ORGAN FLUTES
STRINGS CHOIR & PAD
GUITAR BASS
PIANO & HARPSI.
E.PIANO
XG
WOODWIND
PERCUSSION
SYNTH.
BRASS
ORGAN &
ACCORDION
VOICE
Splitpunt
LEFT
MAIN/LAYER
EXIT
Verschillende voices met de linker- en rechterhand bespelen
1 Druk op de VOICE PART AAN/UIT [LEFT]-knop om de LEFT-part
MAIN
aan te zetten.
LAYER
LEFT
2 Druk op de [H] knop om de LEFT-part te selecteren. 3 Selecteer een voicegroep.
In dit geval selecteren we de “STRINGS”-groep — zodat u rijke, orkestrale akkoorden met uw linkerhand kunt spelen. De knop bevindt zich bij de PSR-A1000 weer op een andere plek.
4 Selecteer een voice en druk vervolgens op de [EXIT]-knop om
terug te keren naar de MAIN-display.
Selecteer bijvoorbeeld “Symphon. Str.”
5 Roep de SPLIT POINT-display op (blz. 152). Hier kunt u een bepaalde toets op het toetsenbord instellen die de
twee voices scheidt — het splitpunt genoemd. Om dit te doen, houdt u de [F]- of [G]-knop ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de gewenste toets op het toetsenbord. (Zie voor meer informatie blz. 152.)
MENU DEMO
HELP
FUNCTION
6 Bespeel de voices.
A
B
C
D
E
De noten die u met uw linkerhand speelt geven de éne voice, terwijl de noten die u met uw rechterhand speelt een andere voice (of voices) geven. MAIN- en LAYER-voices zijn bedoeld om met de rechterhand te worden bespeeld. De LEFT-voice wordt gespeeld met de linkerhand.
7 Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar de MAIN-
display.
Beknopte handleiding
31
Page 32
Stijlen bespelen
Stijlen bespelen
De PSR-2100/1100/A1000 heeft een enorme verscheidenheid aan muzikale “stijlen” die u kunt oproepen om uw eigen spel te ondersteunen. Ze bieden u van alles, van een eenvoudige, maar effectieve pianobegeleiding of percussiebegeleiding tot een volledige band of orkest.
Stijlgerelateerde knoppen
Een stijl spelen
1 Selecteer een stijlgroep en een stijl.
STYLE
POP & ROCK BALLROOM
BALLAD USERLATIN
SWING &
JAZZ
DANCE
MARCH &
WALTZ
A
B
C
D
E
Zie ook
blz. 68
Voor dit voorbeeld is Dance geselecteerd. Kies bij de PSR-A1000: D ANCE & BALLROOM.
Voor dit voorbeeld is EuroTrance geselecteerd. Kies bij de PSR-A1000 voor VienneseWaltz.
Druk op de [BACK/[NEXT]-knop om de geheugenlocatie van de stijl te selecteren. Voor dit voorbeeld is PRESET geselecteerd.
2 Zet ACMP aan.
Het als linkerhandsectie aangegeven gedeelte van het toetsenbord wordt het “Automatische begeleidings­gedeelte” genoemd, en akkoorden die in dit gedeelte worden gespeeld worden automatisch gedetecteerd en gebruikt als basis voor een volledig automatische begeleiding met de geselecteerd stijl.
Splitpunt
ACMP
Automatische
begeleidingsgedeelte
OPM.
Het punt op het toetsen­bord dat het automatische begeleidingsgedeelte en het rechterhandgedeelte van het toetsenbord scheidt, wordt het split­punt genoemd. Zie blz. 152 voor instructies over het splitpunt instellen.
Beknopte handleiding
32
Page 33
3 Zet SYNC.START aan.
SYNC. START
4 Zodra u een akkoord met uw linkerhand speelt, begint de stijl.
Speel als voorbeeld een C-majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
Stijlen bespelen
5 Wijzig het tempo door indien nodig de TEMPO[ ] [ ]-knoppen te gebruiken.
Druk tegelijkertijd op de TEMPO [ ] [ ]-knoppen om het tempo terug te zetten naar zijn originele instelling. Druk op de [EXIT]-knop om de TEMPO­display te verlaten.
OPM.
U kunt het tempo ook aan­passen door de [TAP TEM­PO]-knop te gebruiken (blz. 60).
6 Probeer eens andere akkoorden met uw linkerhand te spelen.
Zie voor informatie over hoe akkoorden in te voeren “Akkoordvingerzettingen” op blz. 71.
7 Druk op de STYLE [START/STOP]-knop om de stijl te stoppen.
En er is nog veel meer. Probeer deze andere stijlgerelateerde eigenschappen eens uit:
Gemakkelijk uw eigen originele stijlen creëren (blz. 100).
Stel uw favoriete paneelinstellingen in — inclusief stijlen, voices en meer — en roep ze op wanneer u ze ook maar
nodig heeft (blz. 97).
Verrijk en verfraai uw melodieën — met de automatische Harmony- en Echo-effecten
Deze krachtige speeleigenschap laat u automatisch harmonienoten toevoegen aan de melodieën die u met uw rechterhand speelt — gebaseerd op de akkoorden die u links speelt. Tremolo, Echo en andere effecten zijn ook beschikbaar.
1 Zet HARMONY/ECHO aan.
LEFT
HOLD
VOICE EFFECT
SUSTAIN
HARMONY/ ECHO
DSP
MONOTOUCH
VARIATION
2 Zet ACMP aan (blz. 32).
3 Speel een akkoord met uw linkerhand en speel enkele noten in het rechterhand-
bereik van het toetsenbord.
De PSR-2100/1100/A1000 heeft verscheidene Harmony-/Echotypes (blz. 157). Het Harmony-/Echotype kan wijzigen overeenkomstig de geselecteerde MAIN-voice.
OPM.
Zie voor details over Harmony-/Echotypes de afzonderlijke Engelstalige Data List.
• Harmony/Echo is slechts één van de vele voice-effecten die u kunt gebruiken. Probeer eens enkele van de andere effecten uit en hoor hoe ze uw spel kunnen verbeteren (blz. 66).
Beknopte handleiding
33
Page 34
Stijlen bespelen
Stijlsecties
Elke stijl in de automatische begeleiding is opgebouwd uit “secties”. Aangezien elke sectie een ritmische variatie van de basisstijl is, kunt u ze gebruiken om extra variatie aan te brengen in uw spel en om de beat op te sieren — terwijl u speelt. Intro’s, Endings, Main Patterns en Breaks — ze zijn hier allemaal, u de dynamische elementen aanrijkend die u nodig heeft om uw eigen professioneel-klinkende arrangementen te creëren.
INTRO Deze wordt gebruikt voor het begin van de song. Als het intro klaar is met spelen, gaat de begeleiding door
MAIN Deze wordt gebruikt voor het spelen van het algemene gedeelte v an de song. Deze speelt een begeleidings-
BREAK Deze laat u dynamisch variaties en breaks aan het ritme van de begeleiding toevoegen, om uw spel nog
ENDING Deze wordt gebruikt voor het einde van de song. Als de ending klaar is, stopt de automatische begeleiding
met de mainsectie.
patroon van verscheidene maten en wordt eindeloos herhaald tot er een andere sectieknop wordt ingedrukt.
professioneler te laten klinken.
automatisch.
1 - 3 Pas dezelfde procedure toe als bij “Een stijl spelen” op de bladzijden 32 en 33.
4 Druk op de [INTRO]-knop.
BREAK
INTRO
5 Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint het intro.
Speel als voorbeeld een C-majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Splitpunt
MAIN
ENDING
/ rit.
Automatische
begeleidingsgedeelte
Als het afspelen van het intro is afgerond, gaat deze automatisch over in de mainsectie.
6 Druk desgewenst op één van de MAIN [A] tot [D]-
knoppen of de [BREAK]-knop. (Zie de Begeleidings­structuur op de volgende bladzijde.)
7 Druk indien nodig op de [AUTO FILL IN]-knop om een fill-
in toe te voegen.
Fill-inpatronen worden automatisch afgespeeld tussen elke wijziging in de Mainsectie.
8 Druk op de [ENDING]-knop.
Hierdoor wordt naar de endingsectie geschakeld. Als de ending is afgerond, stopt de stijl automatisch.
BREAK
PSR-2100/1100:
BREAK
INTRO
of
INTRO
AUTO FILL IN
OTS LINK
MAIN
PSR-A1000:
MAIN
AUTO FILL IN
FADE IN/OUT
ENDING
ENDING
/ rit.
/ rit.
Beknopte handleiding
34
Page 35
Begeleidingsstructuur
Stijlen bespelen
INTRO (blz. 75)
INTRO (blz. xx)
MAIN V ARIA TION
via BREAK
INTRO D
INTRO A INTRO B INTRO C
(PSR-2100/1100: max. drie patronen) (PSR-A1000: max. vier patronen)
via BREAK
(Alleen
PSR-A1000)
MAIN
VARIATIONB
MAIN
VARIATION
A
MAIN
VARIATION
C
MAIN
VARIATION
D
via BREAK
via BREAK
Druk op de [ENDING]-knop.
U kunt de ending gelei­delijk laten vertragen (ritardando) door nog-
ENDING (blz. xx)
ENDING (blz. 75)
OPM.
ENDING A ENDING B ENDING C
(PSR-2100/1100: max. drie patronen) (PSR-A1000: max. vier patronen)
ENDING D
(Alleen
PSR-A1000)
maals op de [ENDING]- knop te drukken terwijl de ending afspeelt.
Een Intro hoeft niet noodzakelijkerwijs aan het begin te worden toegepast! Als u wilt, kunt u een Introsectie in het midden van uw spel afspelen door gewoon op het gewenste punt op de [INTRO]-knop te drukken.
Houd uw timing in de gaten bij de Breaksecties. Als u te dicht bij het einde van de maat op een [BREAK]-knop drukt (dat wil zeggen, na de laatste achtste noot), begint de Breaksectie vanaf de volgende maat te spelen. Dit geldt ook voor de Auto Fill-in.
Gooi uw intros door elkaar en gebruik één van de andere secties om de stijl te starten, als u wilt.
Als u weer terug wilt keren naar de stijl, gelijk na een Ending, drukt u gewoon op de [INTRO]-knop terwijl de Endingsectie afspeelt.
Als u op de [BREAK]-knop drukt terwijl de ending afspeelt, zal de break onmiddellijk gaan spelen spelen, gevolgd door de mainsectie.
Andere regelaars
FADE IN/OUT
PSR-2100 PSR-A1000 /1100:
FADE IN/OUT
De [FADE IN/OUT]-knop kan worden gebruikt om vloeiende fade-ins en fade-outs te maken (blz. 74) bij het starten en stoppen van de stijl
FADE IN/OUT
TAP TEMPO De stijl kan worden gestart in elk door u gewenste tempo door het tempo "in te tikken" met de [TAP/TEMPO]-knop. Zie
TAP TEMPO
voor details blz. 60.
SYNC.STOP Als Synchro Stop aan is, kunt u de stijl op elk moment stoppen en starten door gewoon de toetsen los te laten of te spe-
SYNC. STOP
len (in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord). Dit is een te gekke manier om dramatische breaks en accenten aan uw spel toe te voegen. Zie voor details blz. 74.
Beknopte handleiding
35
Page 36
Stijlen bespelen
ONE TOUCH SETTING ­knoppen
One Touch Setting (alleen PSR-2100/1100)
One Touch Setting is een krachtige en handige eigenschap die automatisch de meest geschikte paneelinstellingen (voice nummer, enz.) oproept voor de momenteel geselecteerde stijl, met één druk op een enkele knop. Dit is een fantastische manier om onmiddellijk alle instellingen op de PSR-2100/1100 opnieuw te configureren overeenkomstig de stijl die u wilt spelen.
1 Selecteer een stijl (blz. 32).
2 Druk op één van de [ONE TOUCH SETTING]-knop-
pen.
ONE TOUCH SETTING
Dit roept niet alleen onmiddellijk alle instellingen (voices, effecten, enz.) op die passen bij de huidige stijl (zie blz. 76) — het zet ook automatisch ACMP en SYNC.START aan, zodat u onmiddellijk de stijl kunt gaan bespelen.
3 Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
automatische begeleiding.
4 Speel melodieën met uw rechterhand en speel verscheidene
akkoorden met uw linkerhand.
5 Probeer eens andere One Touch Setting-setups uit.
U kunt ook uw eigen One Touch Setting-setups creëren.
ONE TOUCH SETTING
Zie voor details blz. 77.
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
• Hier is nog een andere manier om muzikale wijzigingen verder te automatiseren en uw spel op te luisteren: Gebruik de handige OTS (One Touch Setting) Link-functie om automatisch One Touch Settings te wijzigen, als u een andere MAIN-sectie selecteert (blz. 77).
Beknopte handleiding
36
Page 37
Music Finder (alleen PSR-2100/1100)
81 2 3 4 5 6 7
Music Finder (alleen PSR-2100/1100)
Zie ook
blz. 78
MUSIC FINDER-knop
Als u een bepaalde song wilt spelen, maar u weet niet welke stijl- en voice-instellingen het meest geschikt zouden zijn, dan kan de handige Music Finder u helpen. Selecteer gewoonweg de songnaam in de Music Finder en de PSR­2100/1100 maakt automatisch alle geschikte paneelinstellingen om u in die muziekstijl te laten spelen!
De Music Finder gebruiken (PSR-2100/1100)
1 Druk op de [MUSIC FINDER]-knop.
MUSIC
FINDER
2 Selecteer een record(nummer).
Selecteer de gewenste record.
Druk voor dit voorbeeld op de [1▲▼] - [3▲▼]-knoppen om een record te selecteren op songnaam.
3 Meespelen terwijl de stijl afspeelt.
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar de MAIN-display.
Druk op de [BACK/[NEXT]­knop om de gewenste pagina met records te selecteren. Voor dit voorbeeld is ALL geselecteerd.
OPM.
Ook kunnen de voice en an­dere belangrijke instellingen automatisch met de stijlwij­zigingen meegewijzigd wor­den. Om dit te doen, zet u de OTS LINK (blz. 77) aan en stelt u de OTS LINK TIMING (blz. 152) in op “REAL TIME.
Beknopte handleiding
37
Page 38
Music Finder (alleen PSR-2100/1100)
81 2 3 4 5 6 7
De Music Finder Records doorzoeken (PSR-2100/1100)
De Music Finder is ook voorzien van een handige zoekfunctie die u in staat stelt om een songtitel of trefwoord in te voeren — en onmiddellijk alle records die voldoen aan uw zoekcriteria op te roepen.
1 Druk op de [MUSIC FINDER]-knop.
MUSIC
FINDER
2 Druk op de [I]-knop om de MUSIC FINDER SEARCH 1-display op te roepen.
Voor dit voorbeeld
4
drukt u op de [A]­knop om de display voor het invoeren van de de songtitel
A
B
C
D
E
op te roepen.
Voor dit voorbeeld is ANY geselecteerd.
OPM.
De resultaten van Search 1 en 2 verschijnen in de overeen­komstig genummerde SEARCH 1/2-displays.
F
G
H
I
J
OPM.
Zie blz. 53 v oor instructies over
F
G
H
I
J
het invoeren van karakters .
Druk op [F], [G]
3
of [H] om, indien nodig, de voor­gaande condities te wissen.
Voer de songtitel in en
5
druk vervolgens op de
[8] (OK)-knop.
Beknopte handleiding
38
Voor dit voorbeeld is ALL geselecteerd.
Druk op de [8] (START SEARCH)-
6
knop.
De zoekfunctie roept alle records op die het ingevoerde woord of de woorden bevat.
Page 39
Music Finder (alleen PSR-2100/1100)
7 Selecteer een record (zie stap 2 op blz. 37) en speel mee met de afspelende stijl.
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar de MAIN-display.
U kunt ook uw eigen Music Finder-setups creëren en ze opslaan op diskette (bladzijden 43 en 52). Op deze manier, kunt u uw Music Finder-collectie uitbreiden door ze met andere PSR-2100/1100 gebruikers uit te wisselen. Zie voor details blz. 80.
Music Finder-data opslaan en terugroepen
Om uw Music Finder-data op te slaan, roept u het MUSIC FINDER Open/Save-venster van de SYSTEM RESET-pagina (blz. 165) van de UTILITY-display op, en volgt u dezelfde procedure als bij het Open/Save-venster voor Voice (blz. 48, 52). Om de opgeslagen data terug te roepen, voert u de juiste handeling vanuit het MUSIC FINDER’s Open/Save-
OPM.
Music Finder-data zijn com­patibel voor zowel de PSR­2100 als de PSR-1100.
venster uit. Records kunnen worden vervangen of toegevoegd (blz. 80).
In de bovenstaande instructies worden alle Music Finder-data samen verwerkt. Daarnaast is het zo dat als u stijlfiles opslaat of laadt, de Music Finder-data die door de betreffende stijlfile(s) worden gebruikt, ook automatisch worden opgeslagen of toegevoegd. Als u een stijlfile van een diskette kopieert of verplaatst naar de USER­drive (blz. 50, 51), wordt de record die werd opgenomen toen u de betreffende stijl opsloeg, automatisch toegevoegd aan de PSR-2100/1100.
In het voorbeeld hierboven heeft u een bepaalde songtitel aangegeven, maar u kunt ook naar relevante records
zoeken met een trefwoord of muziekgenre — bijvoorbeeld, Latin, 8-beat, enz. (blz. 79).
Beknopte handleiding
39
Page 40
Met de songs (mee)spelen
Als u de song gelijk wilt starten zon­der een intro, gebruikt u de Sync Startfunctie. Om de Sync Start standby te zetten, drukt u, terwijl u de [TOP]-knop ingedrukt houdt, op de SONG [START/STOP]-knop. Het af­spelen van de song begint automa­tisch op het moment dat u de melo­die begint te spelen.
Als u ook de PSR-2100/1100/A1000 de melodie hoort spelen, controleer dan de kanaalinstelling voor de me­lodiepart in de songdata, en wijzig het aan Track 1 toegewezen kanaal (blz. 151). U kunt ook het songka­naal zelf permanent wijzigen (blz.
116).
OPM.
Met de songs (mee)spelen
Zie ook
blz. 84
Songgerelateerde knoppen
Speel mee met de PSR-2100/1100/A1000
Probeer in dit gedeelte de PSR-2100/1100/A1000 ’s songafspeelfuncties te gebruiken om de rechterhandmelodie te annuleren of muten (uitschakelen) en dan zelf het betreffende gedeelte te spelen. Het is net alsof u een getalenteerde en veelzijdige collega heeft die u vergezelt terwijl u speelt.
1 - 4 Gebruik dezelfde procedure als bij “Song afspelen” op de bladzijden 25 - 27. 5 Druk op de [TRACK 1]-knop om het rechterhandmelodiegedeelte te annuleren .
TRACK
1
(R)
OPM.
Om het linkerhandgedeelte te annuleren, drukt u op de [TRACK 2]-knop.
6 Als u de notatie in het scherm wilt terwijl u speelt (alleen op de PSR-2100/1100), druk dan op de [C]-knop.
Als u de songtekst (PSR-2100/1100/A1000) wilt zien, drukt u op de [B]-knop.
Als het MAIN-scherm niet wordt weergegeven, druk dan op de [DIRECT ACCESS]-knop gevolgd door de [EXIT]-knop.
7 Druk op de SONG [START/STOP]-knop en speel de part.
Als u wilt, kunt u het tempo aanpassen door op de TEMPO[ ] [ ]­knoppen te drukken.
REC
8 Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te stoppen.
Beknopte handleiding
40
TOP
NEW SONG SYNC. START
REC
TOP
NEW SONG SYNC. START
A
B
C
D
E
START/STOP
START/STOP
OPM.
Als de geselecteerde song geen songtekstdata bevat, worden songteksten niet weergegeven
Page 41
Met de songs (mee)spelen
Opnemen
De PSR-2100/1100/A1000 laat u ook opnemen — snel en makkelijk. Probeer de Quick (Snel) Recordeigenschap eens uit en leg uw toetsenbordspel vast.
1 - 3 Selecteer een voice voor opname. Gebruik dezelfde procedure als bij “Een voice bespelen” op de
bladzijden 29, 30.
4 Druk tegelijkertijd op de [REC] en [TOP] knoppen om “New Song” voor opname te selecteren.
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
TOP
START/STOP
5 PSR-2100/1100: Druk op de [REC]-knop. PSR-A1000: Houd de [REC]-knop ingedrukt en druk op de
[TRACK1]-knop.
REC
REC
SONG
EXTRA
TRACK2TRACK
TRACKS
(STYLE) (R)(L)
1
6 Het opnemen begint zodra u het toetsenbord bespeelt.
7 Als klaar bent met opnemen, drukt u op de [REC]-knop.
REC
8 Om uw zojuist opgenomen spel te beluisteren, zet u de song terug naar het
begin door op de [TOP]-knop te drukken en de song te starten met de SONG [START/STOP]-knop.
REC
NEW SONG SYNC. START
TOP
START/STOP
9 Sla de opgenomen data op de gewenste manier op (bladzijden 44, 52).
PAS OP !
De opgenomen data zullen verloren gaan als u het in­strument uit zet. Om uw be­langrijke opnamen te bewa­ren, is het noodzakelijk ze op te slaan op de USER-drive of op diskette.
Beknopte handleiding
41
Page 42
Een Oriëntaalse stemming instellen (PSR-A1000)
Een Oriëntaalse stemming instellen (PSR-A1000)
De Scale Setting (stemmingsinstel)-eigenschap laat u eenvoudig de toonhoogte van bepaalde noten
Zie ook
blz. 93
met 50 cent verlagen. Er kunnen tot zes stemmingsinstellingen worden opgeslagen om ogenblikkelijk terug te roepen (Scale Memory), op het moment dat u ze nodig heeft.
Stemming (scale) gerelateerde knoppen
1 De [SCALE SETTING]-knoppen stellen een één octaafs toetsenbord voor (C t/m B). Druk op de knop die
overeenkomt met de toets waarvan u de toonhoogte wilt verlagen (de knop licht op). Druk nogmaals om de toonhoogte terug te zetten naar de normale toonhoogte.
2 De stemmingsinstellingen die u maakt, worden onthouden door de Scale Memory-functie.
Druk, terwijl u de [MEMORY]-knop ingedrukt houdt, op één van de SCALE MEMORY-knoppen. U kunt de opgeslagen instelling terugroepen door op een willekeurige moment op de betreffende knop te drukken.
OPM.
Zorg ervoor dat, om de opge­slagen stemmingsinstellingen zelfs te onthouden als het instrument wordt uitgezet, de instellingen worden opgesla­gen als een le (blz. 95).
OPM.
In de SCALE TUNE-display, kunt u een gewenste voorge­programmeerde stemming, waaronder oriëntaalse stem­mingen, selecteren en uw eigen stemmingen creëren door de stemmingsnoten fijn te stemmen (blz. 93).
Beknopte handleiding
42
Page 43
Basisbediening — Uw data organiseren
Inhoudsweergave van de MAIN-display
Als het instrument wordt aangezet zal de MAIN -display verschijnen, die u belangrijke en relevante bedieningsinformatie laat zien. Drukken op de
[A] - [J] -knoppen als de MAIN -display verschijnt zal de
met de knop corresponderende display oproepen. De displays die door de knoppen worden opge­roepen (met uitzondering van
[B] en [C] op de PSR-2100/1100, en [B] op de PSR-A1000) worden
Open/Save -displays genoemd (zie volgende bladzijde). Indrukken van de [B] - knop roept de Lyrics -
display op en indrukken van de [C]-knop roept (alleen op de PSR-2100/1100) de
PSR-2100/1100:
89
PSR-A1000:
Score -display op.
4
89
OPM.
Druk, als de MAIN-dis­play niet wordt weerge­geven, op de [DIRECT
ACCESS] -knop en ver-
volgens op [EXIT] -knop.
0
A B
C
D
E
1
2 3 5
6
D
7
1
2
3
4 5
6
7
F
Transponeren (blz. 155)
1
De [TRANSPOSE]-knoppen maken het u mogelijk de toonhoogte van het toetsnbord en song in stappen van halve noten te verhogen of te verlagen. De transponeerwaarde in halve noten wordt hier aangegeven.
Song (blz. 84)
2
De naam van de huidige song en andere songinformatie worden hier aangegeven.
Afspeelpositite van de song (blz. 84) of begeleidingsstijl (blz. 68)
3
De huidige positie van de song of begeleidingsstijl wordt hier aangegeven.
4
Tempo (blz. 59)
Als er een begeleiding of song speelt, wordt het tempo aangegeven.
Akkoord (blz. 71)
5
Als de [ACMP] (automatische begeleiding) aanstaat wordt het akoord dat in de linkerhand wordt gespeeld aangegeven.
Begeleindingsstijl (blz. 68)
6
De naam, tel en het tempo van de huidig geselecteerde begeleidingsstijl worden hier aangegeven.
7
Intro en Ending (blz. 75)
De namen van het intro en de ending van de huidige geselecteerde stijl worden hier aangegeven.
Octavering (blz. 67)
8
De [UPPER OCTAVE]-knoppen maken het u mogelijk de toonhoogte van het toetsenbord in octaven te verhogen of te verlagen. De octaverings­waarde wordt hier aangegeven.
9
Splitpunt (blz. 152)
Splitpunten zijn bepaalde posities op het toetsenbord die het toetsenbord in verschillende gedeelten verdelen. Er zijn twee soorten splitpunten: “A”, die de scheiding tussen het begeleidingsgedeelte en de rest van het toetsnbord aangeeft , en “L”, die het linker- en rechterhandgedeelte scheidt.
0
Registratiesequence (blz. 156)
U kunt uw zelfgemaakte paneelinstellingen opslaan als Registration Memory-presets en ze op elk gewenst moment terugroepen door op de betreffende REGISTRATION MEMORY [1]-[8]-knop te drukken. U kunt ook de Registration Sequencefunctie gebruiken om er voor te zorgen dat de Registration Memories in een bepaalde volgorde worden geselecteerd, en er in die volgorde door te gaan met de [BACK]/[NEXT]­knoppen of het pedaal. De Registration Sequence wordt hier aangegeven (tenzij de Registration Sequence is uitgezet).
Main-part (blz. 63)
A
Hier wordt de voice die voor de MAIN-part is geselecteerd aangegeven.
B
Layer-part (blz. 65)
Hier wordt de voice die voor de LAYER-part is geselecteerd aangegeven.
C
Left-part (blz. 66)
Hier wordt de voice die voor de LEFT-part is geselecteerd aangegeven.
Multi Padbank (blz. 82)
D
De Multi Pads stellen u in staat om onmiddellijk bepaalde frases (z oals ritmische fills en melodieën) af te spelen tijdens uw spel, door op de MULTI PAD [1]-[8]-knoppen te drukken. Multipaddata worden opgeslagen in banken (vier pads per bank) en er zijn zowel preset- als userbanken beschik­baar. De naam van de momenteel geselecteerde Multipadbank wordt hier aangegeven.
E
Registration Memorybank (blz. 98)
Registration Memory-presets worden opgeslagen in banken, acht presets per bank. De naam van de momenteel geselecteerde Registration Memorybank wordt hier aangegeven.
Volumebalans tussen de parts (blz. 70)
F
U kunt de volumebalans veranderen door op de [1 ▲▼ ]-[8 ▲▼ ]-knoppen onder de LCD te drukken. De volumebalans van elk van de parts wordt aangegeven.
G
Alleen PSR-A1000: Scale Tunebank (blz. 93)
Scale Settings (stemmingsinstellingen) worden opgeslagen in banken, zes presets per bank. De naam van de momenteel geselecteerde Scale Tunebank wordt hier aangegeven.
PSR-2100/1100/A1000
0
A B
C
G
E
F
43
Page 44
44
Basisbediening — Uw data organiseren
Open/Save-display
De PSR-2100/1100/A1000 past een verscheidenheid aan datatypes toe — inclusief voices, begeleidingsstijlen, songs, multipads en registration memory instellingen. Veel van deze data zijn reeds geprogrammeerd en vastgelegd in de PSR­2100/1100/A1000; u kunt ook uw eigen data creëren en bewerken met enkele van de functies van het instrument. Al deze data worden in afzonderlijke files opgeslagen — net zoals het in een computer gebeurt. Hier laten we u zien hoe de basisbediening van de displayregelaars te gebruiken bij het verwerken en organiseren van de data van de PSR-2100/1100/A1000 in files en mappen. Files kunnen worden geopend, opgeslagen, benoemd, verplaatst of gewist in hun respectievelijke Open/Save-displays. U kunt deze displays ook selecteren via hun respectievelijke filetypes: Song, Voice, Stijl, enz. Sterker nog, u kunt uw data efficiënt organiseren door sommige files van hetzelfde type in een enkele map te stoppen. De Open/Save displays voor Song, Voice, Stijl, Multipadbank en Registrationbank kunnen worden opgeroepen vanuit de MAIN-display (de display die te zien is als het instrument wordt aangezet) door op de betreffende [A] - [J]-knop te drukken.
Open/Save-display voor song (blz. 85)
voor songfilebeheer.
PSR-2100/1100/A1000: knop A
A
B
C
D
E
Open/Save-display voor stijl (blz. 68)
Open/Save-display voor voice (blz. 63)
voor voicefilebeheer.
PSR-2100/1100/A1000: knop F,G,H
Open/Save-display voor registrationbank (blz. 98)
Open/Save-display voor multipads (blz. 82, 131)
voor multipadbankfilebeheer.
PSR-2100/1100: knop I PSR-A1000: knop D
OPM.
De volgende Open/Save-displa y­types zijn ook beschikbaar; deze
F
G
H
I
J
worden echter geselecteerd via andere displays dan de MAIN­display (blz. 165
• SYSTEM SETUP
• MIDI SETUP
• USER EFFECT
• MUSIC FINDER (alleen PSR-2100/1100)
OPM.
Druk, als de MAIN-display niet wordt de [DIRECT en vervolgens op [EXIT]­knop.
).
weergegeven, op
ACCESS]-knop
Open/Save-display voor scalebank (blz. 93)
voor stijlfilebeheer.
PSR-2100/1000: knop D PSR-A1000: knop C
PSR-2100/1100/A1000
voor Registrationbankfilebeheer.
PSR-2100/1000/A1000: knop J
voor Scale Tunebankfilebeheer.
PSR-A1000: knop I PSR-2100/1100: functie niet aanwezig
Page 45
Basisbediening — Uw data organiseren
Voorbeeld — Open/Save-display
Elke Open/Save -display bestaat uit PRESET -, USER - en FLOPPY DISK -drivepagina’s. In de hier gegeven voorbeelden wordt de Open/Save-display voor voices getoond.
PRESET-drive
De files die zijn voorgeprogram­meerd en intern in de PSR-2100/ 1100/A1000 zijn opgeslagen wor­den hier bewaard. Presetfiles kun­nen worden geladen maar kunnen niet worden overschreven. U kunt echter een presetfile als basis ge­bruiken voor het creëren van uw eigen originele file (die kan wor­den opgeslagen in de USER- of FLOPPY DISK-drive).
USER-drive
Files die hier bewaard worden zijn de files die uw eigen originele da­ta bevatten; gemaakt of bewerkt met behulp van de verscheidene functies van de PSR-2100/1100/ A1000. Ze zijn zijn intern opgeslagen in de PSR-2100/1100/A1000.
FLOPPY DISK-drive
U kunt uw originele data ook opslaan op diskette. Commercieel beschikbare dis­kettesoftware kan hier ook op­geroepen worden. Uiteraard zijn deze files alleen beschikbaar als de juiste disket­te in de diskdrive is geplaatst.
BACK NEXT
Wijzigt de drive tussen PRESET, USER en FLOPPY DISK.
File
Alle data, zowel voorgepro­grammeerde als uw eigen originele data, worden opge­slagen als “files”.
Roept de pagina van het bovenliggende ni­veau op. In dit voor­beeld kan de voice­map selectiepagina worden opgeroepen.
Current Memory (huidige geheugen)
Het huidige geheugen is het gebied waarin de voice wordt opgeroepen als u een voice selecteert. Dit is ook het gebied waar u uw voice be­werkt met behulp van de SOUND CREATOR-functie. Uw bewerkte voice zou dan moeten worden opgeslagen als een file in de USER- of FLOPPY DISK-drive. Het opnemen van songs (blz. 105) en het creëren van begeleidingen (blz. 121) vindt ook plaats in het huidige geheugen. Let erop deze data op te slaan naar de USER/FLOPPY DISK-drive als file of files. De data gaan verloren als u het instrument uitzet zonder de data op te slaan. Zie voor details blz. 47.
OPM.
De geselecteerde voice zelf (onbewerkt) kan ook worden opgeslagen als een file in de USER- of FLOPPY DISK-drive.
PSR-2100/1100/A1000
45
Page 46
Basisbediening — Uw data organiseren
Files en Drives
PRESET-drive Kan niet worden over­schreven
USER-drive
U kunt ook files op de USER-drive of diskette beheren (kopiëren, opslaan, enz.) met een computer (blz. 170)
FLOPPY DISKUSERPRESET
FLOPPY DISK-drives
Voice
Style
Song
Multi Padbank
Registration Memory-bank
Vocal Harmony-type
(alleen PSR-2100)
Systeem Setup Systeem Setup Systeem Setup
Kopiëren (Copy)
MIDI-template
MIDI-setup
User-effect
Music Finder
Voice
Style
Song
Multi Padbank
Vocal Harmony-type
MIDI-template
opslaan
MIDI-setup
User-effect
Music Finder
Voice
Style
Song
Multi Padbank
Registration Memory-bank
MIDI-setup
User-effect
Kopiëren & Plakken / Knippen & Plakken (Copy & Paste / Cut & Paste)
Music Finder
PSR-2100/1100/A1000
46
Dit is de Voice Open/Save-display die opgeroepen is door op de [PIANO]­knop in de Voice-sectie te drukken.
BACK NEXT
Selecteer een geheugen­drive met de [BACK]/ [NEXT]-knoppen.
OPM.
De Open/Save-display geeft alleen die files aan die via de geselecteer­de display kunnen wor­den bewerkt. De disk­drive (FD) van de Voice Open/Save-display bij­voorbeeld, geeft alleen de voices aan, zelfs als er stijl- en songfiles op de diskette zijn opgesla­gen.
Page 47
Functies en geheugendrives
Basisbediening — Uw data organiseren
Data die niet worden vastgehouden als het instrument wordt uitgezet.
Data die wel worden vastgehouden als het instrument wordt uitgezet.
Functies Huidige geheugen
(Current Memory)
Onbewerkte voice
Vergelijk
(Compare)
Sound Creator
Style Creator
Paneelinstellingen
Song Creator
Multi Pad Creator
MIDI
Edit (bewerk)
Opnemen/
Assembleren
Registreer
Registreer
Nieuw Record
creëren
Opnemen
Opnemen
Edit (bewerk)
Voice
Style
One T ouch Setting
Registration Memory
Music Finder
Record
Systeem Setup
Song
Vier Multi Pads
MIDI-instellingen
Opslaan (Save)
USER-drive
FLOPPY DISK-drive
Voice
Style
Registration Memory
Bank
Music Finder
Systeem Setup
Song
Multi Padbank
MIDI-emplate
Save
Vocal Harmony Type
(alleen PSR-2100)
User Effect
(Mixing Console)
Master EQ Edit
(Mixing Console)
(alleen PSR2100)
Edit (bewerk)
Edit (bewerk)
Edit (bewerk)
User V ocal Harmony
User-effect
User Master EQ
PAS OP
De data in the USER-/ FLOPPY DISK-drive worden zelfs vastgehouden als het instrument wordt uitgezet. De actieve data in het geheu­gen kan echter verloren gaan als u een andere le selecteert of het instrument uitzet. Let er op dat u alle be­langrijke data die zich in het geheugen bevindt opslaat naar de USER-drive of FLOPPY DISK-drive voordat u een andere le selecteert of het instrument uitzet.
MIDI-setup
User-effect
De opslaghandeling (Save) wordt uitge-
*
voerd via de Open/Save-display.
De corresponderende Open/Save-
**
display kan worden opgeroepen via [FUNCTION] RESET-display.
UTILITY → SYSTEM
PSR-2100/1100/A1000
47
Page 48
81 2 3 4 5 6 7
Kleine popupvensters sluiten
U kunt ook kleine popupven­sters (zoals in de illustratie hier­naast) verlaten door op de [EXIT]-knop te drukken.
48
Basisbediening — Uw data organiseren
Files en mappen selecteren
Selecteer een file die in de display te zien is. In dit voorbeeld selecteren we een voicefile.
Druk eerst op de VOICE [PIANO & HARPSI.] -knop ([PIANO] op de PSR-A1000 ) om de display op te roepen die de files bevat. Deze Open/Save-display is typerend voor displays die gebruikt worden voor het oproepen en opslaan van files (voicefiles). De PSR-2100/1100/A1000 bevat reeds een verscheidenheid aan voices in het PRESET -gedeelte. U kunt uw eigen origi­nele voices, die gecreëerd zijn met de Sound Creator -functie, opslaan in het USER- of FLOPPY DISK- gedeelte.
OPM.
Selecteer “PRESET”, “USER” of
1
“FLOPPY DISK” met behulp van de [BACK][NEXT]-knop.
A
B
C
D
E
BACK NEXT
F
G
H
I
J
PSR-2100/1100: Een andere taal selecteren in
de “LANGUA GE”-display (blz. 58, 165) kan de volgende problemen veroorzak en:
• Sommige karakters van de filenamen die u heeft ingevoerd kunnen verminkt raken.
• Files zijn misschien niet toegankelijk.
Het opnieuw instellen van de originele taal lost de bovenstaande problemen op. Het uitlezen van de files met een computer die met een operating system in een andere taal werkt, kan soortgelijke problemen als hierboven veroorzaken.
Gebruik de [1] - [7]-knoppen
2
om de pagina’s om te slaan.
Als de hoeveelheid beschikbare files of mappen de zeven (PSR-2100/1100) of acht (PSR-A1000) overschrijdt, veran­dert de onderkant van de display zoals hieronder aangegeven.
Druk op Next
END
Druk nogmaals op de [EXIT]-knop om terug te keren naar de MAIN­display.
U kunt terugkeren naar de voorgaande display door op de [EXIT]-knop te drukken.
Druk op Prev.
ENTER
DATA ENTRY
Selecteer de file/map.
3
Er zijn twee manieren om de file/map te se­lecteren:
Druk op de [A] - [J]-knop.
Druk op de letter knop die overeenkomt met de file/map die u op wilt roepen. (In de voor­beelddisplay die hierboven te zien is , worden de voicefiles getoond.)
Gebruik de [DATA ENTRY]-dial en de [ENTER]-knop.
Als u aan de [DATA ENTRY]-dial draait, wordt de markering verplaatst langs de be­schikbare files/mappen. Plaats de markering op de gewenste file of map (in het voorbeeld hierboven worden voicefiles getoond) en druk op de [ENTER]-knop om het geselec­teerde item op te roepen.
OPM.
Door met de betreffende [A]
-[J]-knop te dubbelklikken roept u de corresponderen­de file op en keert u terug naar de MAIN-display.
OPM.
De gewenste file markeren en dubbelklikken met de [ENTER]-knop roept de cor­responderende file op en u keert terug naar de MAIN­display.
PSR-2100/1100/A1000
Page 49
81 2 3 4 5 6 7
Basisbediening — Uw data organiseren
File-/mapgerelateerde handelingen
Files/mappen benoemen
U kunt namen toewijzen aan files en mappen. Elke file/map in de USER- en FLOPPY DISK -gedeelten kan worden benoemd of hernoemd. Voer de volgende stappen uit als de data zich in de User drive bevinden. Als er Presetfiles/
-mappen zijn die u wilt hernoemen, kopieer ze dan van te voren (blz. 51) en gebruik ze als Userfiles/-mappen.
Druk op de [1] (NAME)-knop.
1
De NAME-display verschijnt.
Selecteer de gewenste file/map en druk op de [7](OK)-knop.
2
De momenteel geselecteerde file/map krijgt een markering. Om een andere file/map te selecte­ren, drukt u op één van de [A] - [J]-knoppen. Om te annuleren, drukt u op de [8] (CANCEL)-knop.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
OPM.
Een file-/mapnaam kan tot 50 enkelvoudige letters bevatten (of 25 Hiragana en kanji letters), inclusief het Icoon-ID (zie de opmerking onder) en de extensie.
OPM.
De filenaam zal als volgt op uw computer verschijnen. Als u het icoon-ID of de extensie wijzigt, kan het icoon veran­deren of de file kan niet juist herkend worden.
ABCDE.S002.MID
File-ID Icoon-ID
Extensie
END
Voer de nieuwe naam in (blz. 53).
Druk op de [8] (OK)-knop.
Om te annuleren, drukt u op de [8] (CANCEL)- knop.
PSR-2100/1100/A1000
49
Page 50
Basisbediening — Uw data organiseren
Files/mappen verplaatsen
U kunt desgewenst files en mappen verplaatsen, om uw data te organiseren. Elke file/map in de USER- en FLOPPY DISK- gedeelten kan worden verplaatst, met behulp van de hieronder beschreven knip- en plakhandeling (cut en paste).
Druk op de [2] (CUT)-knop.
1
De CUT-display verschijnt.
Selecteer de gewenst file/map voor verplaatsen.
2
Selecteer de gewenste file/map en druk op de [7](OK)-knop. De momenteel geselecteerde file/map wordt gemarkeerd. Om een andere file/map te selecteren, drukt u op één van de [A] - [J]-knoppen. Verscheidene files/mappen kunnen samen worden geselecteerd, zelfs die van verschillende pagina’s. Om de selectie los te laten of te annuleren, drukt u nogmaals op de knop van de geselecteerde file/map. Druk op de [6] (ALL)-knop om alle files/mappen in de displaypagina (USER/FLOPPY DISK) te selecteren. Als de [6] (ALL)-knop wordt ingedrukt, ver andert de [6]-knop naar ALL OFF om de selectie los te laten of te annuleren.
Druk op de [7] (OK)-knop.
3
Om de handeling te stoppen, drukt u op de [8] (CANCEL)-knop.
Roep de bestemmingsdisplay (destination) op.
4
Alleen de USER- en FLOPPY DISK-pagina’s kunnen worden geselecteerd als bestemming.
Druk op de [4] (PASTE) knop.
END
De file/map u die u heeft geknipt (cut) wordt nu in de bestemming geplakt (paste).
OPM.
Deze handeling kan niet wor­den gebruikt om een file/map direct van de éne diskette naar een andere te verplaatsen. Als u dit wilt doen, knip en plak dan de file of map van de eerste diskette naar de USER-pagina, verander vervolgens de disket­tes en plak deze dan naar de FLOPPY DISK-pagina.
OPM.
Alle files/mappen op een dis­kette kunnen met één op­dracht naar een andere dis­kette worden gekopieerd (blz. 164).
OPM.
Na te zijn geplakt, worden de files automatisch opnieuw gerangschikt op alfabet en getoond.
OPM.
Over les/mappen op een diskette
In de FLOPPY DISK-pagina van de Open/Save-displa y, worden alleen de files die kun­nen worden beheerd in die Open/Save-display getoond — ofschoon een map op een dis­kette verschillende soorten files kan bevatten. In het geval van een map knip-en-plakhandeling (voor diskette), kan een hele map worden geknipt; echter , alleen de specifieke files die kunnen worden beheerd in de huidige Open/Save-display zullen worden geplakt.
PSR-2100/1100/A1000
50
Page 51
Basisbediening — Uw data organiseren
Files/mappen kopiëren
U kunt desgewenst ook files en mappen kopiëren, voor het organiseren van uw data. Elke file/map in de PRESET-, USER- en FLOPPY DISK-gedeelten kan worden gekopieerd met behulp van de hieronder beschreven kopiëer-en-plakhandeling.
Druk op de [3] (COPY)-knop.
1
De COPY-display verschijnt.
Selecteer de gewenste file/map.
2
Selecteer de gewenste file/map en druk op de [7](OK) knop. De momenteel geselecteerde file/map wordt van een keuzebalk voorzien. Om een andere file/map te selecteren, drukt u op één van de [A] - [J] knoppen. Verscheidene files/mappen kunnen samen w orden geselecteerd, zelfs die v an v erschillende pagina’s. Om de selectie los te laten of te annuleren, drukt u nogmaals op de knop van de geselecteerde file/ map. Druk op de [6] (ALL) knop om alle files/mappen in de momenteel geselecteerde map (PRESET/ USER/DISKETTE) te selecteren. Als de [6] (ALL) knop wordt ingedrukt, verandert de [6] (ALL) knop in “ALL OFF,” waardoor u de selectie kunt loslaten of annuleren.
Druk op de [7]
3
(OK)-knop.
Om de handeling te stoppen, drukt u op de [8] (CANCEL)-knop.
Roep de bestemmings-
4
display (destination) op.
Alleen de USER- en FLOPPY DISK-pagina’s kunnen worden geselecteerd als bestemming.
END
OPM.
Deze handeling kan niet worden gebruikt om een file/ map direct van de éne naar de andere diskette te kopië­ren. Als u dit wilt doen, kopi­eer en plak de file of map dan van de eerste diskette naar de USER-pagina, ver­wissel de diskettes en plak deze dan naar de FLOPPY DISK-pagina.
Druk op de [4]
(PASTE)-knop.
De file/map die u heeft gekopieerd is nu op de bestemming geplakt.
Files/mappen wissen
U kunt desgewenst ook files en mappen wissen, voor het organiseren van uw data. Elke file/map in de USER- en FLOPPY DISK-gedeelten kan worden gewist, met behulp van de onderstaande handeling.
Druk op de [5] (DELETE)-knop.
1
De DELETE-display verschijnt.
Selecteer de gewenste file/map.
2
Selecteer de gewenste file/map en druk op de [7](OK)-knop. De momenteel geselecteerde file/map wordt gemar­keerd. Om een andere file/map te selecteren, drukt u op één van de [A] - [J]-knoppen.
Verscheidene files/mappen kunnen samen worden ge-
selecteerd, zelfs die van verschillende pagina’s. Om de selectie los te laten of te annuleren, drukt u nogmaals op de knop van de geselecteerde file/map. Druk op de [6] (ALL)-knop om alle files/mappen in de displaypagina (USER/FLOPPY DISK) te selecteren. Als de [6] (ALL)-knop wordt ingedrukt, verandert de [6] (ALL)-knop in “ALL OFF,” waardoor u de selectie kunt loslaten of annuleren.
END
Druk op de [7▼] (OK)-knop.
Om de handeling te annuleren, drukt u op de [8] (CANCEL)-knop.
De boodschapAre you sure you want to delete the ******” file (of data/folder)? YES/NO” verschijnt.
YES..........Wist het gemarkeerde item.
NO............Verlaat de vraag zonder te wissen.
Als er verscheidene files zijn geselecteerd, verschijnt de boodschap Are you sure you want to delete the ******
le (of data/folder)? YES/YES ALL/NO/CANCEL”.
YES/NO...... Wist het gemarkeerde item (YES), of ver-
laat het gemarkeerde item zonder te wissen (NO).
YES ALL....Wist alle geselecteerde items ineens.
CANCEL.... Verlaat de vraag zonder te wissen.
PSR-2100/1100/A1000
51
Page 52
Basisbediening — Uw data organiseren
Files opslaan
Deze handeling laat u uw belangrijk data in files opslaan. Files kunnen alleen worden opgeslagen in de USER- en FLOPPY DISK-gedeelten.
Druk op de [6]
1
(SAVE)-knop.
Voer een naam in voor de nieuwe le (blz. 53).
Druk op de [8] (OK)-knop.
Om de handeling te stoppen,drukt u op de [8] (CANCEL)-knop.
Files organiseren door een nieuwe map aan te maken
Deze handeling laat u uw verschillende files makkelijk in categorieën organiseren door een nieuwe map voor elke categorie aan te maken. Mappen kunnen alleen worden aan­gemaakt in de USER- en FLOPPY DISK-gedeelten.
Roep de pagina op
1
waar u een nieuwe map wilt creëren
en druk op de [7]
(NEW)-knop.
Voer de naam in van de nieuwe map (blz. 53).
Druk op de [8] (OK)-knop.
Om de handeling te stoppen,drukt u op de [8] (CANCEL)-knop.
OPM.
De interne geheugencapaciteit is ongeveer 1520KB (PSR-
2100) / 700KB (PSR-1100) / 260KB PSR-A1000). De ge­heugencapaciteit van 2DD- en 2HD-diskettes is respectievelijk ongeveer 720KB en 1440KB. Als u data opslaat naar deze lo­caties, worden alle filetypes van de PSR-2100/1100/A1000 (Voice , Stijl, Song, Registratie , enz.) samen opgeslagen.
OPM.
De files van commercieel be­schikbare DOC-software en Y amaha Disklaviersoftware en hun op de PSR-2100/1100/ A1000 bewerkte files, kunnen worden opgeslagen in de USER-pagina, maar kunnen niet naar een andere diskette worden gekopieerd.
OPM.
Mapdirectories kunnen tot vier niveaus bevatten. Het maximum totaal aantal files en mappen dat kan wor­den opgeslagen is 800 (PSR-2100) / 400 (PSR­1100/A1000), maar dit kan, afhankelijk van de lengte van de filenamen, afwijken. Het maximum aantal files dat kan worden opgeslagen in een map zal 250 zijn.
Hogere niveau pagina’s tonen
Druk op de [8] (UP)-knop om de hogere niveau pagina’s op te roepen. U kunt bijvoorbeeld de mapniveau pagina’s
oproepen vanuit de fileniveau pagina’s.
Lettertekens invoeren en iconen veranderen
Druk op de
1
[1] (NAME)-, [6] (SAVE)- of [7] (NEW)-knop.
Verander het lettertype door de [1]-knop te gebruiken Als u Japans als taal selecteert in de FUNCTION-display
(blz. 165), kunnen de v olgende v erschillende lettertypes en groottes worden ingevoerd (alleen PSR-2100/1100):
(kana-kan)
Hiragana en kanji, leestekens (volledige grootte)
(kana)
Katakana (normale grootte), leestekens (volledige grootte)
(kana)
Katakana (halve grootte), leestekens (halve grootte) A B C — Alfabet (hoofdletters en kleine letters, volledige grootte), nummers (volledige grootte),
leestekens (volledige grootte) ABC — Alfabet (hoofdletters en kleine letters, halv e grootte), nummers (halve g rootte), leestekens (halve grootte)
Als u een andere taal dan Japans heeft geselecteerd in de FUNCTION display (blz. 165), zijn de volgende lettertypes beschikbaar (PSR-2100/1100/A1000):
CASE — Alfabet (hoofdletters, halve grootte), nummers (halve g rootte), leestekens (halve grootte) case — Alfabet (kleine letters, halve grootte), nummers (halv e g rootte), leestekens (halve grootte)
Roep de ICON SELECT-display op door op de [1]-knop te drukken. Dit laat u het icoon links
van de filenaam wijzigen.
PSR-2100/1100/A1000
52
Page 53
Basisbediening — Uw data organiseren
Lettertekens invoeren
De instructies die volgen tonen u hoe u lettertekens in kunt voeren bij het benoemen van uw files en mappen. De methode lijkt veel op die van het invoeren van namen en nummers bij uw mobiele telefoon.
Verplaats de cursor naar de gewenste positie met behulp van de [DATA ENTRY]-dial.
1
Druk op de juiste knop, [2] - [7] of [2]- [6], overeenkomstig het letterteken dat u wilt invoeren.
2
Verscheidene verschillende lettertekens zijn toegewezen aan elk van de knoppen, en het letterteken wijzigt elke keer als u op de knop drukt. Om het geselecteerde letterteken daadwerkelijk in te voeren, verplaatst u de cursor of drukt u op een andere letter-invoerknop. Als u per ongeluk een letterteken heeft ingevoerd, verplaats de cursor dan naar het letterteken dat u wilt verwijde-
ren en druk op de [7] (DELETE)-knop. Als u in één keer alle lettertekens op de regel wilt wissen, druk dan op de [7] (DELETE)-knop en houd deze even ingedrukt. Als de cursor negatief (gemarkeerd) in de display verschijnt,
wordt alleen het negatieve gedeelte gewist.
Om daadwerkelijk de nieuwe naam in te voeren, drukt u op de [8▲] (OK)-knop.
3
Om de handeling te annuleren, drukt u op de [8] (CANCEL)-knop.
Omzetten naar Kanji (Japanse taal)(Alleen PSR-2100/1100)
Dit is alleen van toepassing als u de “ (kana-kan)” knop (in het Japans) gebruikt. Als de ingevoerde “hiragana” lettertekens negatief worden getoond, drukt u één of meerdere keren op de [ENTER] knop om de lettertekens om te zetten naar de juiste kanji. Het negatieve gedeelte kan worden gewijzigd met behulp van de [DATA
ENTRY]-dial. Het omgezette gedeelte kan worden teruggezet naar “hiragana” met de
[7] (DELETE)-knop. Het negatieve gedeelte kan in één keer worden gewist met de [8] (CANCEL)-knop. Om de wijziging daadwerkelijk uit te voeren, drukt u op de [8] (OK)-knop of voert u het volgende letterteken in. Om “hiragana” zelf in te voeren (zonder deze om te zetten), drukt u op de [8] (OK)-knop.
Speciale leestekens invoeren (umlaut, accent, Japanse “ ” en “ ”)
Selecteer een letterteken waaraan een leesteken moet worden toegevoegd en druk op
de [6]-knop (voordat u het letterteken daadwerkelijke invoert). De Japanse
leestekens kunnen alleen worden toegevoegd bij de PSR-2100/1100.
Overige lettertekens (leestekens) invoeren
U kunt het leestekenoverzicht oproepen door op de [6]-knop te drukken na de
daadwerkelijke invoer van een letterteken.
Beweeg de cursor naar het gewenste leesteken met behulp van de [DATA ENTRY]- dial, druk vervolgens op de [8
] (OK)- of [ENTER]-knop.
Nummers invoeren
PSR-2100/1100: Selecteer eerst één van de volgende instellingen: “A B C” (volledige grootte alfabet), “ABC” “CASE” (halve grootte hoofdletters alfabet) en “case” (halve grootte kleine letters alfabet).
PSR-2100/1100/A1000: Druk vervolgens op de juiste knop, [2] - [7] of [2] -
[5
] en houd deze een tijdje ingedrukt of druk er herhaaldelijk op tot het gewenste
nummer is geselecteerd.
OPM.
De volgende halve grootte leestekens kunnen niet wor­den gebruikt bij het benoe­men van files en mappen: ¥ \ / : * ? “ < > |
OPM.
In het geval van lettertekens die niet vergezeld gaan van een speciaal leesteken (met uitzondering van kana-kan en halve grootte katakana op de PSR-2100/1100), kunt u het leestekenoverzicht op­roepen door op de [6]­knop te drukken na het se­lecteren van een letterteken (voordat een letterteken daadwerkelijk wordt inge­voerd).
PSR-2100/1100/A1000
53
Page 54
Basisbediening — Uw data organiseren
BACK NEXT
I
F
J
G
H
D
A
E
B
C
8
1 2 3 4 5 6 7
Annuleert de icoonselectiehandeling.
Slaat de pagi­na voor icoon­selectie om.
Voert het geselecteerde icoon in.
Het icoon veranderen
U kunt ook het icoon dat links van de filenaam verschijnt wijzigen. Roep de ICON SELECT-display op door
op de [1] (ICON)-knop van de letter-
invoerdisplay te drukken (blz. 53).
Selecteer het gewenste icoon met be­hulp van de [A] - [J]-knoppen, of met
behulp van de [3▲▼] - [5▲▼]-knop-
pen, en voer vervolgens het geselec-
teerde icoon in door op de [8] (OK)-
knop te drukken.
De [DATA ENTRY]-dial gebruiken
Deze handige regelaar laat u gemakkelijk items in de display selecteren of snel parameterwaarden wijzigen. De daadwerkelijke functie van de [DATA ENTRY]-dial is verschillend en afhankelijk van de geselecteerde display.
Waarden aanpassen
U kunt parameterwaarden wijzigen door aan de [DATA ENTRY]-dial te draaien. In de voorbeeld [BALANCE]-display, past draaien aan de dial het volume van het negatieve gedeelte in de display aan. Om het volume van een andere part aan te passen, selecteert u eerst de part door
▲▼]-knop die overeenkomt met
op de [ de part te drukken, en vervolgens aan de [DATA ENTRY]-dial te draaien.
DATA ENTRY
Items selecteren
U kunt het gewenste item of de functie in de display selecteren door aan de [DATA ENTRY] dial te draaien. Het geselecteer­de item kan dan worden opgeroepen of uitgevoerd met behulp van de [ENTER]­knop. In de voorbeeld VOICE-display, kunt u de gewenste voicefile selecteren met de [DATA ENTRY]-dial, en het geselecteer­de item oproepen door op de [ENTER]­knop op het paneel te drukken.
DATA ENTRY
ENTER
PSR-2100/1100/A1000
54
Page 55
Basisbediening — Uw data organiseren
81 2 3 4 5 6 7
Direct Access (Directe Toegang) — Rechtstreekse displayselectie
DIRECT
ACCESS
SONG
TRACK2TRACK
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
INTRO
MIN MAX
MAIN
ENDING
/ rit.
1 REPEAT
TOP
SWING &
JAZZ
DANCE
TRANSPOSE
RESET
FADE IN/OUT
AUTO FILL IN
START/STOP
MULTI PAD
OTS LINK
BALLROOM
METRO- NOME
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
A
DIGITAL RECORDING
MARCH &
WALTZ
TAP TEMPO
TEMPO
RESET
STOP
SYNC.
SYNC.
STOP
START
START/STOP
MIXING CONSOLE
PART
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
B
C
D
E
BALANCE DIRECT ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
BACK NEXT
F
G
H
I
J
EXIT
VOICE EFFECT
LEFT HOLD
VOICE
PIANO & HARPSI.
MAIN
GUITAR
LAYER
STRINGS CHOIR & PAD
LEFT
USER
MUSIC
FINDER
MIC.
VH TYPE
SELECT OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
DATA ENTRY
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
E.PIANO
BASS
ORGAN FLUTES
VOCAL
MIC.
SETTING
HARMONY
ONE TOUCH SETTING
ACCORDION
DSP
MONOTOUCH
ORGAN &
BRASS
SYNTH.
UPPER OCTAVE
RESET
TALK
EFFECT
PERCUSSION
WOODWIND
VARIATION
XG
Met de handige Direct Accessfunctie, kunt u onmiddellijk de gewenste display oproepen — met slechts één enkele extra druk op de knop. Druk op de [DIRECT ACCESS]-knop en er verschijnt een boodschap in de display die u vraagt op de betreffende knop te drukken. Vervolgens drukt u gewoon op de knop die overeenkomt met de gewenste instel­display om zo die display rechtstreeks op te roepen. In het voorbeeld hieronder, wordt Direct Access gebruikt om de display voor selecteren van Chord Fingering (akkoordvingerzetting) op te roepen (blz. 153).
DIRECT ACCESS
ACMP
Zie het Direct Access Overzicht (PSR-2100/1100: blz. 56; PSR-A1000: blz. 57) voor een overzicht van de displays die kunnen worden opgeroepen met de Direct Access-functie.
OPM.
Hier is een handige manier om terug te keren naar de MAIN-display vanuit een wil­lekeurige andere display: Druk gewoon op de [DIRECT ACCESS]-knop en vervol­gens op de [EXIT]-knop.
PSR-2100/1100/A1000
55
Page 56
Basisbediening — Uw data organiseren
E
E
E
Direct Access (Directe Toegang) Overzicht PSR2100/1100
Handeling: [DIRECT ACCESS]-knop + onderstaande knop Corresponderende LCD-display en functie
SONG [TRACK1]
STYLE [POP & ROCK]
TRANSPOSE [ ] CONTROLLER TRANSPOSE-toewijzing 155
TEMPO [ ]
[TAP TEMPO] [FADE IN/OUT] FADE IN/OUT-instellingen 162 MULTI PAD [1]
STYLE CONTROL [ACMP] FUNCTION CHORD FINGERING FINGERING TYPE-selectie 152
DIGITAL STUDIO [SOUND CREATOR]
MENU [DEMO]
[DIRECT ACCESS] De Direct Accessmode verlaten [BALANCE] [CHANNEL ON/OFF] VOICE-instellingen [NEXT] — [BACK] — VOICE PART [MAIN]
[MUSIC FINDER] MUSIC FINDER MUSIC FINDER SEARCH1 (Zoeken van de records) 38 [EXIT] Terugkeren naar de MAIN-display [ENTER] — VOICE EFFECT [LEFT HOLD]
VOICE [PIANO & HARPSI]
UPPER OCTAVE [ ]
MIC. (alleen op de PSR-2100) [VH TYPE SELECT] VOCAL HARMONY VOCAL HARMONY EDIT (Bewerken van de VOCAL HARMONY-parameters) 142
ONE TOUCH SETTING [1]
REGISTRATION MEMORY [FREEZE] FUNCTION FREEZE 156
PEDAL [PEDAL1]
WHEEL [PITCH BEND] MIXING CONSOLE TUNE PITCH BEND RANGE-instellingen 136
[TRACK2] TRACK2 CHANNEL-selectie 151 [EXTRA TRACKS] [REPEAT] [METRONOME] UTILITY METRONOME-instellingen 162 [REC] — [TOP] — [START/STOP] — [REW] — [FF]
[SWING & JAZZ] [BALLROOM] [MARCH & WALTZ] [BALLAD] [DANCE] [LATIN] [USER]
E
[] MIXING CONSOLE TUNE TRANSPOSE-instellingen 136
E
[]
[2] [3] [4] [STOP] DIGITAL RECORDING MULTI PAD CREATOR REPEAT/CHORD MATCH-instellingen 132
[BREAK]
MAIN [A] VOLUME-instellingen MAIN [B] MAIN [C] BRIGHTNESS-instellingen MAIN [D]
[AUTO FILL IN] DSP-instellingen [OTS LINK] [SYNC. STOP] SYNC. STOP WINDOW-instelling [SYNC. START] — [START/STOP]
[DIGITAL RECORDING] SCALE TUNING-instelling [MIXING CONSOLE] PSR-2100 MIXING CONSOLE EQ-instellingen 140
[HELP] LCD BRIGHTNESS-instellingen 163 [FUNCTION] MIDI MIDI-instellingen 159
[LEFT]
[TOUCH] CONTROLLER KEYBOARD TOUCH-toewijzing 155 [SUSTAIN] MIXING CONSOLE EFFECT REVERB-instellingen 137 [HARMONY/ECHO] FUNCTION HARMONY/ECHO 157 [MONO] [DSP] [VARIATION] EFFECT TYPE-selectie
[E.PIANO] [ORGAN & ACCORDION] [PERCUSSION] [GUITAR] [BASS] [BRASS] [WOODWIND] [STRINGS] [CHOIR&PAD] [SYNTH.] [XG] [USER] [ORGAN FLUTES] (alleenPSR-2100)
E
[]
[MIC. SETTING]
[EFFECT] MIC. DSP-instelling [TALK] MIC. SETTING TALK SETTING 146
[2] — [3] — [4]
[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [MEMORY]
[PEDAL2] PEDAL2-functietoewijzing
[MODULATION]
(alleenPSR-2100
FUNCTION
FUNCTION
FUNCTION
MULTI PAD MULTI PAD EDIT 83
MIXING CONSOLE (STYLE PART)
FUNCTION STYLE SETTING/SPLIT POINT 152
FUNCTION MASTER TUNE/SCALE TUNE
PSR-1100
FUNCTION
MIXING CONSOLE (SONG PART) VOLUME/VOICE
MIXING CONSOLE TUNE OCTAVE-instellingen 136[LAYER]
FUNCTION
MIXING CONSOLE
FUNCTION VOICE SET-instellingen 157
MIXING CONSOLE EQ-instellingen 140
MIXING CONSOLE EFFECT
REGISTRATION BANK REGISTRATION EDIT (Bewerken van de REGISTRATION) 98
FUNCTION
) FUNCTION CONTROLLER MODULATION WHEEL-instellingen 155
SONG SETTING
STYLE SETTING/SPLIT POINT SPLIT POINT (ACMP)-instelling 152
MIDI MIDI CLOCK-instelling 159
UTILITY
VOLUME/VOICE
FILTER
EFFECT
UTILITY
STYLE SETTING/SPLIT POINT
TUNE PORT AMENT O TIME-instellingen 136 EFFECT
REGISTRATION SEQUENCE (Creëren van de REGISTRATION SEQUENCE) 156 CONTROLLER
TRACK1 CHANNEL-selectie 151
TAP-instellingen 163
VOICE-instellingen
HARMONIC CONTENT-instellingen
REVERB-instellingen
MASTER TUNING-instelling
LANGUAGE-selectie 165
VOLUME-instellingen
SPLIT POINT (LEFT)-instelling 152
DSP-instellingen
MIC. EFFECT TYPE-selectie
PEDAL1-functietoewijzing
Zie blz.
151
135[INTRO] PANPOT-instellingen
136
137[ENDING/rit.] CHORUS-instellingen
149
135
137
137[VOCAL HARMONY] MIC. REVERB-instelling
153
PSR-2100/1100/A1000
56
Page 57
Basisbediening — Uw data organiseren
EEE
E
Direct Access (Directe Toegang) Overzicht PSR-A1000
Handeling: [DIRECT ACCESS] knop + onderstaande knop Corresponderende LCD-display en functie
SONG [TRACK1]
STYLE [POP & ROCK] [LATIN & JAZZ]
SCALE SETTING buttons SCALE MEMORY [MEMORY]
STYLE CONTROL [ACMP] FUNCTION CHORD FINGERING FINGERING TYPE-selectie 152
DIGITAL STUDIO [SOUND CREATOR]
MENU [DEMO]
[DIRECT ACCESS] Direct Accessmode verlaten [BALANCE] [CHANNEL ON/OFF] VOICE-instellingen [NEXT] — [BACK] — VOICE PART [MAIN]
[SCALE TUNING] SCALE TUNE BANK SCALE TUNE BANK 40 [EXIT] Terugkeren naar de MAIN-display [ENTER] — VOICE EFFECT [LEFT HOLD]
VOICE [PIANO]
TRANSPOSE
TEMPO [ ]
[TAP TEMPO] UTILITY TAP-instellingen 163 UPPER OCTAVE [ ]
MULTI PAD [1]
REGISTRATION MEMORY [FREEZE] FUNCTION FREEZE 156
PEDAL [PEDAL1]
WHEEL [PITCH BEND] MIXING CONSOLE TUNE PITCH BEND RANGE-instellingen 136
[TRACK2] TRACK2 CHANNEL-selectie 151 [EXTRA TRACKS] [REPEAT] [METRONOME] UTILITY METRONOME-instellingen 162 [REC] — [TOP] — [START/STOP] — [REW] — [FF]
[DANCE & BALLROOM] [] [] [] [] [USER]
[1]–[6]
[BREAK]
MAIN [A] VOLUME-instellingen MAIN [B] MAIN [C] BRIGHTNESS-instellingen MAIN [D]
[AUTO FILL IN] DSP-instellingen [FADE IN/OUT] [SYNC. STOP] STYLE SETTING/SPLIT POINT SYNC. STOP WINDOW-instelling 152 [SYNC. START] — [START/STOP]
[DIGITAL RECORDING] — [MIXING CONSOLE]
[HELP] LCD BRIGHTNESS-instellingen 163 [FUNCTION] MIDI MIDI-instellingen 159
[LEFT]
[TOUCH] CONTROLLER KEYBOARD TOUCH-toewijzing 155 [SUSTAIN] MIXING CONSOLE EFFECT REVERB-instellingen 137 [HARMONY/ECHO] FUNCTION HARMONY/ECHO 157 [MONO] [DSP] [VARIATION] EFFECT TYPE-selectie
[ORGAN & ACCORDION] [GUITAR] [TRUMPET] [SAX & FLUTE] [STRINGS] [CHOIR & PAD] [SYNTHESIZER] [XG] [] [PERCUSSION] [USER] []
E
[] MIXING CONSOLE TUNE TRANSPOSE-instellingen 136
[]
E
[]
[2] [3] [4] [STOP] DIGITAL RECORDING MULTI PAD CREATOR REPEAT / CHORD MATCH-instellingen 132
[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [MEMORY]
[PEDAL2] PEDAL2-functietoewijzing
FUNCTION
FUNCTION STYLE SETTING/SPLIT POINT SPLIT POINT (ACMP)-instelling 152
SCALE TUNE BANK
MIXING CONSOLE (STYLE PART)
FUNCTION
FUNCTION
MIXING CONSOLE (SONG PART) VOLUME/VOICE
MIXING CONSOLE TUNE OCTAVE-instellingen 136[LAYER]
FUNCTION
MIXING CONSOLE
FUNCTION VOICE SET-instellingen 157
FUNCTION
FUNCTION
MULTI PAD MULTI PAD EDIT 82
REGISTRATION BANK REGISTRATION EDIT (De REGISTRATION bewerken) 98
FUNCTION
SONG SETTING
SCALE TUNE BANK 93 SCALE TUNE EDIT 95
VOLUME/VOICE
FILTER
EFFECT
UTILITY FADE IN/OUT-instelling 162
UTILITY
STYLE SETTING/SPLIT POINT
TUNE PORT AMENT O TIME-instellingen 136 EFFECT
CONTROLLER TRANSPOSE-toewijzing 155
MIDI MIDI CLOCK-instelling 159
REGISTRATION SEQUENCE (De REGISTRATION SEQUENCE creëren) 156 CONTROLLER
TRACK1 CHANNEL-selectie 151
VOICE-instellingen
HARMONIC CONTENT-instellingen
REVERB-instellingen
LANGUAGE-selectie 165
VOLUME-instellingen
SPLIT POINT (LEFT)-instelling 152
DSP-instellingen
PEDAL1-functietoewijzing
Zie blz.
151
135[INTRO] PANPOT-instellingen
136
137[ENDING/rit.] CHORUS-instellingen
135
137
153
PSR-2100/1100/A1000
57
Page 58
Basisbediening — Uw data organiseren
81 2 3 4 5 6 7
81 2 3 4 5 6 7
Helpmededelingen
De Helpmededelingen geven u uitleg en beschrijvingen van alle algemene functies en eigenschappen van de PSR-2100/1100/A1000.
HELP
SONG
TRACK2TRACK
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
INTRO
MIN MAX
MAIN
ENDING
/ rit.
1 REPEAT
TOP
SWING &
JAZZ
DANCE
TRANSPOSE
RESET
FADE IN/OUT
AUTO FILL IN
START/STOP
MULTI PAD
OTS LINK
BALLROOM
METRO- NOME
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
A
DIGITAL RECORDING
MARCH &
WALTZ
TAP TEMPO
TEMPO
RESET
STOP
SYNC.
SYNC.
STOP
START
START/STOP
MIXING CONSOLE
PART
MENU DEMO
HELP
FUNCTION
B
C
D
E
BALANCE DIRECT ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
BACK NEXT
F
G
H
I
J
EXIT
VOICE EFFECT
LEFT HOLD
VOICE
PIANO & HARPSI.
MAIN
GUITAR
LAYER
STRINGS CHOIR & PAD
LEFT
USER
MUSIC
FINDER
MIC.
VH TYPE
SELECT OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
DATA ENTRY
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
E.PIANO
BASS
ORGAN FLUTES
VOCAL
MIC.
SETTING
HARMONY
ONE TOUCH SETTING
ORGAN &
ACCORDION
DSP
MONOTOUCH
BRASS
SYNTH.
UPPER OCTAVE
RESET
TALK
EFFECT
PERCUSSION
WOODWIND
VARIATION
XG
1
MENU DEMO
HELP
FUNCTION
2
2-1 Selecteer het gewenste
Help-onderwerp.
Selecteer indien nodig de taal. De hier geselec­teerde taal wordt ook gebruikt voor verschillen­de “Mededelingen” die tijdens de bediening te zien zijn.
2-2 Roep het on-
derwerp op.
OPM.
Helpmededelingen kunnen in elk van de volgende talen worden getoond: ENGELS (PSR-2100/1100/A1000) JAPANS (PSR-2100/1100) DUITS (PSR-2100/1100/A1000) FRANS (PSR-2100/1100/A1000) SPAANS (PSR-2100/1100) ITALIAANS (PSR2100/1100)
OPM.
De taal kan ook worden geselecteerd in de FUNCTION “LANGUAGE”-dis­play (blz. 165).
OPM.
PSR-2100/1100: Hier een andere taal selecteren kan de volgende problemen veroorzaken:
• Sommige karakters van de filena­men die u heeft ingevoerd kunnen verminkt raken.
• Files zijn misschien niet toeganke­lijk. Het opnieuw instellen van de origi­nele taal lost de bovenstaande pro­blemen op. Het uitlezen van de files met een computer die met een operating system in een andere taal werkt, kan soortgelijke problemen als hierboven veroorzaken.
3
Helpmededelingen beschikken over links naar de gedetailleerde uitleg of daadwerkelijk e instel­lingsdisplay van het geselecteerde onderwerp. Selecteer gewoon het onderstreepte woord (met behulp van de [DATA ENTR Y]-dial), en druk op de [ENTER]-knop om naar de gedetailleerde uitleg of daadwerkelijke instellingsdisplay v an het geselecteerde onderwerp te springen.
PSR-2100/1100/A1000
58
BACK NEXT
Als er twee of meer pagina’s be­schikbaar zijn, selecteer dan hier de verschillende pagina’s mee.
DATA ENTRY
ENTER
END
Druk hierop om te­rug te keren naar de voorgaande display.
EXIT
Page 59
Basisbediening — Uw data organiseren
81 2 3 4 5 6 7
Het geluid, volumeniveau, en de beat (maatsoort) van de metronoom kunnen allemaal worden veranderd (blz. 162).
OPM.
81 2 3 4 5 6 7
De metronoom gebruiken
De metronoom geeft een klikgeluid, zorgend voor een accurate tempo aanduiding als u oefent, of laat u horen en controleren hoe een bepaald tempo klinkt.
METRO­NOME
SONG
TRACK2TRACK
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
INTRO
MIN MAX
MAIN
ENDING
/ rit.
1 REPEAT
TOP
SWING &
JAZZ
DANCE
TRANSPOSE
RESET
FADE IN/OUT
AUTO FILL IN
START/STOP
MULTI PAD
OTS LINK
BALLROOM
METRO­NOME
MARCH &
WALTZ
TAP TEMPO
TEMPO
RESET
STOP
SYNC.
SYNC.
STOP
START
START/STOP
De metronoom begint door op de [METRONOME]-
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MIXING CONSOLE
PART
MENU DEMO
HELP
FUNCTION
A
B
C
D
E
BALANCE
DIRECT
ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
F
G
H
I
J
EXIT
knop te drukken. Pas het
BACK NEXT
VOICE EFFECT
LEFT HOLD
VOICE
PIANO & HARPSI.
MAIN
GUITAR
LAYER
STRINGS CHOIR & PAD
LEFT
USER
MUSIC FINDER
MIC.
VH TYPE
SELECT OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
DATA ENTRY
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
E.PIANO
BASS
ORGAN FLUTES
VOCAL
MIC.
HARMONY
SETTING
ONE TOUCH SETTING
ORGAN &
ACCORDION
DSP
MONOTOUCH
BRASS
SYNTH.
UPPER OCTAVE
RESET
TALK
EFFECT
PERCUSSION
WOODWIND
VARIATION
XG
tempo aan door middel van de TEMPO[ ] [ ]-knoppen (zie hieronder). Om de metronoom te stoppen, drukt u nogmaals op de [METRONOME]-knop.
Het tempo aanpassen
Dit gedeelte laat u zien hoe u het afspeeltempo aan kunt passen — wat niet alleen invloed heeft op de metronoom, maar ook op het afspelen van een song of een begeleidingsstijl.
TEMPO
RESET
TAP TEMPO
SONG
TRACK2TRACK
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
STYLE CONTROL
ACMP
INTRO
STANDBY ON
1 2
BREAK
TEMPO
MAIN
TAP TEMPO
MIN MAX
ENDING
/ rit.
1 REPEAT
TOP
SWING &
JAZZ
DANCE
TRANSPOSE
RESET
FADE IN/OUT
AUTO FILL IN
START/STOP
MULTI PAD
OTS LINK
BALLROOM
METRO­NOME
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MARCH & WALTZ
MIXING CONSOLE
PART
MENU DEMO
TAP TEMPO
TEMPO
HELP
RESET
STOP
FUNCTION
SYNC.
SYNC.
STOP
START
START/STOP
RESET
Pas het tempo aan door of op de TEMPO [ ] [ ]- knoppen te drukken of door de [DATA ENTR Y]-dial
Druk of op de TEMPO [ ]- knop of op de []-knop.
te gebruiken. Het getal in de display geeft het aantal kwartnoten (tellen) aan per minuut. Het bereik is van 5 tot 500. Des te hoger de waarde, des te hoger het tempo.
END
Druk hierop om de TEMPO­display te slui­ten.
EXIT
Als u het tempo wijzigt, worden zowel het tempo van de huidige song als van de stijl naar hetzelfde tempo veranderd. Om hun respectievelijke stan­daard (initial) tempo-instellingen terug te roepen, drukt u tegelijkertijd op de beide TEMPO [ ] [ ]­knoppen. Zie ook de “Tempo-indicaties — MAIN­display” (blz. 60) voor meer over het tempo.
VOICE EFFECT
LEFT HOLD
BACK NEXT
VOICE
PIANO & HARPSI.
MAIN
A
B
C
D
E
BALANCE DIRECT ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
F
G
H
I
J
EXIT
GUITAR
LAYER
STRINGS CHOIR & PAD
LEFT
USER
MUSIC
FINDER
MIC.
VH TYPE
SELECT OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
DATA ENTRY
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
E.PIANO
BASS
ORGAN FLUTES
VOCAL
MIC.
HARMONY
SETTING
ONE TOUCH SETTING
ORGAN &
ACCORDION
BRASS
SYNTH.
MONOTOUCH
TALK
UPPER OCTAVE
DSP
VARIATION
PERCUSSION
WOODWIND
XG
RESET
EFFECT
OPM.
Songs en begeleidingsstijlen zijn voorzien van standaard (initial) tempo-instellingen, zo ontworpen dat ze het best passen bij de song/stijl.
PSR-2100/1100/A1000
59
Page 60
Basisbediening — Uw data organiseren
Tap Tempo
Deze nuttige eigenschap laat u het tempo intikken voor een song of een begeleidingsstijl. Tik gewoon met de gewenste snelheid op de [TAP TEMPO]-knop en het tempo van de song of de begeleidingsstijl wijzigt overeenkomstig.
Afspelen van de song of de
1
begeleidingsstijl (blz. 68, 85).
2
TEMPO
RESET
Tik twee keer op de [T AP TEMPO]­knop om het tempo te veranderen.
TAP TEMPO
Tempo indicaties — MAIN-display
Er zijn drie verschillende tempo indicaties in de MAIN-display, zoals hieronder aangegeven.
Geeft de standaard (initial) tempo instelling aan voor de momenteel geselecteerde song.
Geeft het huidige tempo aan voor de geselecteerde song, begelei­dingsstijl of de metronoom die nu afspeelt. Als er niets afspeelt (ge­stopt), geeft dit de geselecteerde stijl. Als de song en stijl tegelijkertijd afspelen, wordt het tempo van de stijl automatisch gewijzigd overeenkomstig het tem­po van de song, en wordt het hier aangegeven. Dit tempo wordt ge­bruikt voor opname, als u een song of begeleidingsstijl opneemt.
het tempo aan voor
OPM.
Tikken op de [T AP TEMPO]­knop produceert een tikkend ge­luid. U kunt dit geluid desgew enst wijzigen (blz. 163).
OPM.
U kunt Tap Tempo ook gebrui­ken om de song of begelei­dingsstijl automatisch in het gewenste tempo te starten. T erwijl z owel de song als bege­leidingsstijl niet lopen, tikt u verscheidene keren op de [T AP TEMPO]-knop, en de ge­selecteerde begeleidingsstijl begint automatisch in het door u ingetikte tempo. Als een song is ingesteld op Sync. Start standby (blz. 69, 85), zal tikken op de [TAP TEMPO]­knop, song afspelen op dezelf­de manier starten. Voor songs en stijlen met een 2/4 en 4/4 maat, tikt u vier keer; voor een 3/4 maat, tikt u drie keer; voor een 5/4 maat, tikt u vijf keer.
Geeft de standaard (initial) tempo­instelling aan voor de momenteel geselecteerde begeleidingsstijl.
PSR-2100/1100/A1000
60
Page 61
81 2 3 4 5 6 7
81 2 3 4 5 6 7
De demo’s afspelen
De PSR-2100/1100/A1000 is een uitzonderlijk veelzijdig en hoogwaardig instrument, dat beschikt over een grote verscheiden­heid aan dynamische voices en ritmes, en een schat aan geavanceerde functies. Er zijn drie verschillende soorten demosongs speciaal vervaardigd om u de verbluffende geluiden en eigenschappen van de PSR-2100/1100/A1000 te laten horen.
MENU DEMO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
INTRO
MIN MAX
MAIN
ENDING
/ rit.
TRACK2TRACK
1 REPEAT
START/STOP
TOP
HELP
SWING &
JAZZ
BALLROOM
DANCE
TRANSPOSE
FUNCTION
RESET
MULTI PAD
FADE IN/OUT
AUTO
OTS LINK
FILL IN
METRO- NOME
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
A
DIGITAL RECORDING
MARCH & WALTZ
TAP TEMPO
TEMPO
RESET
STOP
SYNC.
SYNC.
STOP
START
START/STOP
MIXING CONSOLE
MENU DEMO
FUNCTION
B
C
D
PART
E
HELP
BALANCE DIRECT ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
F
G
H
I
J
EXIT
VOICE EFFECT
LEFT
HARMONY/
MONOTOUCH
SUSTAIN
ECHO
HOLD
BACK NEXT
VOICE
ORGAN &
PIANO & HARPSI.
E.PIANO
MAIN
LAYER
LEFT
MUSIC
FINDER
DATA ENTRY
ACCORDION
BRASS
BASS
GUITAR
SYNTH.
STRINGS CHOIR & PAD
USER
ORGAN FLUTES
VH TYPE SELECT
VOCAL
MIC.
SETTING
HARMONY
ONE TOUCH SETTING
UPPER OCTAVE
TALK
MIC.
OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
DSP
VARIATION
PERCUSSION
WOODWIND
XG
RESET
EFFECT
PSR-2100/1100: Druk op de [DEMO]-knop.
1
PSR-A1000: Indrukken van de [DEMO]­knop speelt automatisch de demosongs in een willekeurige volgorde af.
2
2-1 Gebruik de [BACK][NEXT]-knoppen om de gewenste Democategorie te selecteren.
Function demo’s....... Deze demonstreren elk van de verschillende functies.
Voice demo’s............. Deze geven een indruk van de voices.
Style demo’s.............. Deze introduceren u de ritmes en begeleidingsstijlen.
A
B
C
D
E
MENU DEMO
HELP
FUNCTION
BACK NEXT
F
G
H
I
J
2-2 Gebruik deze om de
verschillende display­pagina’s te selecteren.
2-3 PSR-2100/1100: druk op één van
deze knoppen om de gewenste demo te starten. PSR-A1000:Druk twee keer op één van deze knoppen — een­maal om de gewenste demo te selecteren, en nogmaals om hem te starten.
Druk hierop om alle demosongs/items continu af te laten spelen, te be­ginnen bij het eerste item linksboven in de display. Deze functie is al­leen beschikbaar via de FUNCTION-pagina.
Alle beschikbare demo’s worden achtereenvolgens afgespeeld, te beginnen met die links bovenaan. De VOICE- en STYLE-pagina’s hebben geen [AUTO]- knop; de demosongs worden echter achtereenvolgens gespeeld. Drukken op deze knop annuleert de interactieve eigenschappen van de Functiondemo’s (die anders beschikbaar zijn in stap 3 hierna).
PSR-2100/1100/A1000
61
Page 62
De demo’s afspelen
Voor de functiondemo’s verschijnt er een introductiescherm in de display
3
en de demo begint spelen.
Dit voorbeeld laat het Sound Systeem in de FUNCTION-demo zien.
OPM.
Gebruik de [BACK][NEXT]- knoppen in het introductie­scherm om de voorgaande
BACK NEXT
MAIN
F
G
H
I
J
LAYER
LEFT
of volgende pagina op te roepen.
OPM.
Druk op de SONG [START/ STOP] knop om de demo-
song te stoppen. Om v erder te gaan met de demo waar deze is gestopt, drukt u nog­maals op de SONG [START /STOP]-knop. Terugspoelen en snel voor­uit spoelen kan ook worden gebruikt bij de demosongs (blz. 87).
Selecteer het gewenste woord of onderwerp met behulp van de [DATA ENTRY]-dial en druk vervolgens op de [ENTER]-knop of
nummerknoppen ([1], [2], enz.) om
deze op te roepen.
EXIT
END
Keer terug naar het MAIN­scherm.
ENTER
PSR-2100/1100/A1000
62
Page 63
81 2 3 4 5 6 7
Voices
De PSR-2100/1100/A1000 geeft u een enorme selectie aan authentieke voices, inclusief verscheidene toetsenbordinstrumenten, strijkers en blazers — en nog veel, veel meer.
VOICE
PIANO & HARPSI.
E.PIANO
GUITAR BASS
SONG
TRACK2TRACK
EXTRA TRACKS
MAIN
(STYLE) (R)(L)
TOP
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
SWING &
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
TRANSPOSE
MASTER VOLUME
FADE IN/OUT
MIN MAX
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
STRINGS CHOIR & PAD
USER ORGAN FLUTES
STYLE CONTROL
ACMP
INTRO
STANDBY ON
BREAK
1 REPEAT
START/STOP
JAZZ
DANCE
RESET
MULTI PAD
OTS LINK
BALLROOM
SYNC. STOP
ORGAN &
ACCORDION
METRO- NOME
MARCH &
WALTZ
TAP TEMPO
TEMPO
RESET
STOP
SYNC. START
START/STOP
BRASS
SYNTH.
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MIXING CONSOLE
PERCUSSION
WOODWIND
VOICE EFFECT
LEFT
SUSTAIN
HOLD
BACK NEXT
VOICE
PIANO & HARPSI.
MAIN
F
LAYER
G
LEFT
H
I
J
MUSIC
FINDER
EXIT
DATA ENTRY
E.PIANO
GUITAR
BASS
STRINGS CHOIR & PAD
ORGAN FLUTES
USER
MIC.
MIC.
VH TYPE
SETTING
SELECT OVER SIGNAL
ONE TOUCH SETTING
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
BALANCE
CHANNEL ON/OFF
PART
XG
A
B
C
D
E
DIGITAL STUDIO
PART
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIRECT ACCESS
Een voice selecteren
Druk op de [MAIN]-knop om de MAIN-part aan te zetten, en druk vervolgens op de
1
[F]-knop om het menu voor het selecteren van de MAIN-voice op te roepen.
MAIN
F
LAYER
G
H
LEFT
I
J
Zet MAIN-aan.
U wilt de MAIN-voice helemaal apart horen — zorg er dus voor dat de LAYER- en LEFT-parts zijn uitgezet.
DSP
HARMONY/
VARIATION
MONOTOUCH
ECHO
ORGAN &
PERCUSSION
ACCORDION
WOODWIND
BRASS
XG
SYNTH.
UPPER OCTAVE
RESET
VOCAL
TALK
EFFECT
HARMONY
OPM.
De voice die u hier selecteert, behoort toe aan de MAIN­part, en wordt de MAIN-voice genoemd. (Zie blz. 65 voor meer informatie.)
Selecteer de gewenste voicegroep.
2
VOICE
PIANO & HARPSI.
GUITAR BASS
STRINGS CHOIR & PAD
E.PIANO
USER ORGAN FLUTES
ORGAN &
ACCORDION
BRASS
SYNTH.
PERCUSSION
WOODWIND
XG
OPM.
Als u een voicegroep selec­teert, wordt automatisch de laatst geselecteerde voice geselecteerd.
PSR-2100/1100/A1000
63
Page 64
81 2 3 4 5 6 7
64
Voices
Geeft aan dat de display voor het selec-
3
teren van de MAIN-voice is (blz. 29).
A
B
C
D
E
3-2 Selecteer
de verscheidene pagina’s in de huidige voice­groep.
Druk hierop om de display voor het selecteren van de voicegroep op te roepen.
Bespeel het toetsenbord om de
4
geselecteerde voice te horen.
G
END
BACK NEXT
3-1 Selecteer de ge-
F
H
I
J
3-3 Selecteer de
voice.
Druk hierop om de demo van de geselecteerde voice te starten. U kunt de demo op elk gewenst mo­ment stoppen door nog­maals op deze knop te drukken.
Druk hierop om terug te keren naar de MAIN­display.
heugenlocatie van de voice (
PRESET /USER
FLOPPY DISK).
EXIT
OPM.
Een voice selecteren selec­teert automatisch het meest geschikte effect en overige instellingen voor die bepaal­de voice. U kunt dit uitscha­kelen zodat de instellingen niet automatisch worden ge-
/
selecteerd (blz. 157).
OPM.
U kunt instellen in welke ma­te het volume van de voice wijzigt afhankelijk van uw speelsterkte (blz. 155).
OPM.
Kijk, voor een overzicht van de beschikbare voices, naar de afzonderlijke Data List (apart Engelstalig boekje).
OPM.
U kunt instellen of de voice­bank en programmawijzigings­nummers (“MSB-LSB-Progra­mmawijzigingsnummer” rechts boven de voicenaam) worden aangegeven of niet (blz. 163).
OPM.
XG is een enorme verbetering van het GM System Level 1 f or­mat, en is speciaal door Yamaha ontwikkeld om in meer voices en variaties, alsook in een sterk ver­beterde expressiev e besturing van de voices en effecten te v oor­zien, en om compatibiliteit met te data tot ver in de toekomst veilig te stellen.
Voice Karakteristieken
Het voicetype en zijn bepalende karakteristieken zijn aangegeven boven de voicenaam.
Live! (alleen op de PSR-2100)
Deze akoestische instrumentgeluiden zijn in stereo gesampled, om een echt authentiek, rijk geluid voort te bren­gen — vol sfeer en ambiance.
Cool!
Deze voices bevatten de dynamische motieven en subtiele nuances van elektrische instrumenten — dankzij een kolossale hoeveelheid geheugen en zeer geavanceerd programmeren.
Sweet!
Deze akoestische instrumentgeluiden profiteren ook van Yamaha’s geavanceerde technologie — en beschikken over een geluid dat zo precies gedetailleerd en natuurlijk is, dat u zou zweren dat u een echte bespeelt!
Drum
Verscheidene drum- en percussiegeluiden zijn aan afzonderlijke toetsen toegewezen, waardoor u de geluiden via het toetsenbord kunt bespelen.
SFX
Verscheidene speciale effectgeluiden zijn aan afzonderlijke toetsen toegewezen, waardoor u de geluiden via het toetsenbord kunt bespelen.
Organ Flutes! (alleen op de PSR-2100)
Deze authentieke orgelvoice laat u de Sound Creator gebruiken om de verscheidene voetmaten aan te passen en uw eigen originele orgelgeluiden te vervaardigen.
Keyboard Percussion
Als één van de drums van de SFX-kits is geselecteerd in de PERCUSSION-voicegroep, zijn verscheidene drum-, per­cussie- en speciale effectgeluiden toegewezen aan afzonderlijke toetsen, waardoor u de geluiden via het toetsenbord kunt bespelen. len onder de toegewezen toetsen.
De verscheidene drum- en percussie-instrumenten van de Standard Kit zijn aangegeven door symbo-
Houd in gedachte dat ofschoon verschillende kits over verschillende geluiden be­schikken, enkele geluiden met dezelfde namen in verschillende kits identiek zijn. Zie de afzonderlijke Data List (Drum/key Assignment List) voor een overzicht van de geluiden in elke drum/SFX-kit.
PSR-2100/1100/A1000
Page 65
81 2 3 4 5 6 7
LAYER-part
MAIN-part
Voices
Layer/Left — Verscheidene geluiden tegelijkertijd spelen
De PSR-2100/1100/A1000 laat u drie voices instellen voor gelijktijdige bespeling: MAIN, LAYER en LEFT. Door deze drie effectief te combineren, kunt u rijke gestructureerde, multi-instrumentale setups voor uw spel creëren.
MAIN
SONG
TRACK2TRACK
EXTRA
1 REPEAT
TRACKS
(STYLE) (R)(L)
START/STOP
TOP
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
SWING &
POP & ROCK
JAZZ
DANCE
BALLAD USERLATIN
TRANSPOSE
RESET
MASTER VOLUME
MULTI PAD
FADE IN/OUT
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
INTRO
MIN MAX
MAIN
ENDING
/ rit.
AUTO
OTS LINK
FILL IN
Een layer van twee voices bespelen
Twee voices afzonderlijk bespelen — op het linker- en rechtergedeelte van het toetsenbord
Drie verschillende voices bespelen — één in het linkergedeelte van het toetsenbord, plus een layer van twee voices rechts
BALLROOM
TEMPO
RESET
STOP
SYNC.
SYNC.
STOP
START
METRO­NOME
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MARCH & WALTZ
MIXING CONSOLE
TAP TEMPO
FUNCTION
START/STOP
LEFT-part
LEFT-part
LAYER
VOICE EFFECT
LEFT HOLD
BACK NEXT
DIGITAL STUDIO
A
B
C
D
PART
MENU
E
DEMO
HELP
BALANCE DIRECT ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
F
G
H
I
J
EXIT
VOICE
PIANO & HARPSI.
MAIN
GUITAR
LAYER
STRINGS CHOIR & PAD
LEFT
USER
MUSIC
FINDER
MIC.
VH TYPE
SELECT OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
DATA ENTRY
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
E.PIANO
BASS
ORGAN FLUTES
VOCAL
MIC.
SETTING
HARMONY
ONE TOUCH SETTING
ORGAN &
ACCORDION
LEFT
DSP
VARIATION
MONOTOUCH
PERCUSSION
BRASS
WOODWIND
SYNTH.
XG
UPPER OCTAVE
RESET
EFFECT
TALK
Splitpunt
MAIN-part
Linkerbereik Rechterbereik
Splitpunt
LAYER-part
MAIN-part
Linkerbereik Rechterbereik
Layer — Twee verschillende voices stapelen (layeren)
Druk hierop om
1
LAYER-functie aan te zetten. Druk
de knop nogmaals in om hem weer uit te zetten.
MAIN
LAYER
LEFT
de
Selecteer Layer met de [G]-knop. Druk op dezelfde knop
2
om de VOICE-display op te roepen, waarvandaan u de spe­cifieke voice, die u in een layer met de MAIN-voice wilt be­spelen, kunt selecteren. De hier gebruikte methode voor
het selecteren van een voice is hetzelfde als die bij de VOICE (MAIN)-display (blz. 63).
F
G
H
I
J
OPM.
Er is een alternatieve manier voor het snel selecteren van zowel de MAIN- als de LAYER­voices
op het paneel: Druk, terwijl u één paneelvoice-knop ingedrukt houdt, op een twee­de voice-knop. De eerst gese­lecteerde voice wordt de MAIN­voice, en de tweede wordt de LAYER.
Druk hierop
END
om terug te keren naar de MAIN-display.
EXIT
PSR-2100/1100/A1000
65
Page 66
81 2 3 4 5 6 7
Voices
Left — Afzonderlijke voices instellen voor het linker- en rechtergedeelte van het toetsenbord
Zet LEFT AAN.
1
Druk nogmaals om hem UIT te zetten.
MAIN
LAYER
LEFT
EXIT
END
Druk hierop om terug te keren naar de MAIN-display.
Selecteer LEFT met de [H]-knop. Druk op dezelfde
2
knop om de VOICE-display op te roepen, waarvan­daan u de specifieke voice, die u links wilt bespelen, kunt selecteren. Het selecteren van de voice gaat op de- zelfde manier als bij het VOICE (MAIN)-scherm (blz. 63).
F
G
H
J
OPM.
Het splitpunt kan vrij worden ingesteld op elke willekeuri­ge toets van het toetsen­bord (blz. 152).
OPM.
Elke part (MAIN, LA YER en LEFT) kan zijn eigen volume-
instelling hebben (blz. 70).
OPM.
U kunt ook de LAYER- en LEFT-functies samen gebrui­ken, om een combinatie layer/split te creëren. Om dit
I
te doen, stelt u de afzonder­lijke voices voor het linker­en rechtergedeelte van het toetsenbord in (zoals aange­geven), en stelt u een layer van twee verschillende voi­ces in voor rechts.
Voice-effecten toepassen
Dit gedeelte van het paneel laat u een verscheidenheid aan effecten aan de voices die u op het toetsenbord speelt toevoegen.
VOICE EFFECT
LEFT
HOLD
SONG
EXTRA
TRACK2TRACK
TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
INTRO
MIN MAX
MAIN
ENDING
/ rit.
1 REPEAT
TOP
SWING &
JAZZ
DANCE
TRANSPOSE
RESET
FADE IN/OUT
AUTO FILL IN
START/STOP
MULTI PAD
OTS LINK
METRO­NOME
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MARCH &
BALLROOM
WALTZ
MIXING CONSOLE
PART
MENU DEMO
TAP TEMPO
TEMPO
HELP
RESET
STOP
FUNCTION
SYNC.
SYNC.
STOP
START
START/STOP
DIRECT ACCESS
SUSTAIN
A
B
C
D
E
BALANCE
CHANNEL ON/OFF
PART
HARMONY/ ECHO
Druk op één van de effectknoppen om de corresponderende effecten aan te zetten. Druk er nogmaals op om het effect weer uit te zetten. Zie voor een uitleg van elk van de effecten, hieronder.
TOUCH
Deze knop zet de touch response (aanslaggevoeligheid) van het toetsenbord aan of uit. Als dit is ingesteld op uit, wordt hetzelfde volume geproduceerd onafhankelijk van hoe hard of hoe zacht u op het toetsenbord speelt.
SUSTAIN
Als deze Sustaineigenschap aan is, hebben alle noten die op het toetsenbord worden gespeeld een langere sustain (uitsterftijd). U kunt ook de Sustaindiepte instellen (blz. 103).
DSP
MONOTOUCH
F
G
H
I
J
EXIT
VARIATION
VOICE EFFECT
HARMONY/
LEFT
MONOTOUCH
SUSTAIN
ECHO
HOLD
BACK NEXT
VOICE
ORGAN &
PIANO & HARPSI.
E.PIANO
MAIN
LAYER
LEFT
MUSIC
FINDER
DATA ENTRY
ACCORDION
BRASS
GUITAR
BASS
SYNTH.
STRINGS CHOIR & PAD
USER
ORGAN FLUTES
VH TYPE SELECT
VOCAL
MIC.
SETTING
HARMONY
ONE TOUCH SETTING
UPPER OCTAVE
TALK
MIC.
OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
DSP
VARIATION
PERCUSSION
WOODWIND
XG
RESET
EFFECT
DSP
De PSR-2100/1100/A1000 beschikt over een verscheidenheid aan dynamische inge­bouwde digitale effecten, die u het geluid op verscheidene manieren laat bewerken. U kunt DSP gebruiken om de voices op subtiele manieren te verbeteren — zoals door cho­rus toe te passen om levendigheid en diepte toe te voegen, of een symphonisch effect om het geluid warmte en rijkheid te geven. DSP heeft ook effecten, zoals distortion, die het karakter van het geluid compleet kunnen veranderen.
PSR-2100/1100/A1000
66
OPM.
De DSP- en VARIATION-ef- fecttypes en hun diepte kun­nen worden geselecteerd en aangepast in de MIXING
CONSOLE-display (blz. 137).
Page 67
PITCH BEND
Het maximum pitchbendbe­reik kan worden gewijzigd (blz. 136).
OPM.
MODULATION
Om per ongeluk toepassen van modulatie te voorkomen, stelt u de diepte in op mini­maal.
OPM.
Voices
VARIATION
Deze regelaar wijzigt de Variation-effectinstellingen, waardoor u enkele aspecten van het effect kunt veranderen, afhankelijk van het geselecteerde type. Als voorbeeld: als het Rotary Speakereffect is geselecteerd (blz. 137), kunt u hiermee de draaisnelheid tussen langzaam en snel schakelen.
HARMONY/ECHO
Deze regelaar voegt Harmony- of Echo-effecten toe aan de voices die in het rechterhand­gedeelte van het toetsenbord worden bespeeld (blz. 157).
MONO
Deze regelaar bepaalt of de voice monofoon (slechts een noot tegelijkertijd) of polyfoon voor elke part (MAIN/LAYER/LEFT) wordt gespeeld. Dit is ingesteld op MONO als de lamp aan is, en is ingesteld op polyfoon als de lamp uit is. Als het ingesteld is op MONO, zal alleen de laatst gespeelde noot klinken. Hierdoor kunt u blaasintrumentvoices realis­tischer laten klinken. Afhankelijk van de geselecteerde voice, zal de MONO-instelling u ook het Portamento-effect effectief laten gebruiken, als u legato speelt.
LEFT HOLD
Deze functie zorgt ervoor dat de voice van het linkergedeelte wordt vastgehouden, zelfs als de toetsen worden losgelaten — hetzelfde effect als wanneer de sustainpedaal wordt ingedrukt. Deze functie is vooral effectief als deze bij de automatische begeleiding wordt gebruikt. Als u bijvoorbeeld een akkoord speelt en loslaat in het automatische begelei­dingsgedeelte van het toetsenbord (met LEFT aan en de LEFT-voice ingesteld op strings), zal de stringspart sustain krijgen, waardoor een natuurlijke rijkheid aan het totale begelei­dingsgeluid wordt toegevoegd.
OPM.
Het Portamento-effect creëert een vloeiende toonhoogte overgang tussen achter elkaar gespeelde noten.
U kunt speciale nadruk aan de melodielijnen die u bij ak­koorden speelt toevoegen, door de Layerfunctie te ge­bruiken met een monofone voice. Stel de Mainvoice in om polyfoon te spelen en stel de Layervoice in op monofoon spel (MONO). In dit ge val, zal de melodie die u speelt — inclusief de bovenste noten van elke van de akk oorden — monofoon klinken. Probeer dit eens uit met de volgende voices. MAIN voice: Brass Section (polyfoon) + LAYER voice: Sweet T rump (monofoon)
PITCH BEND-wiel & MODULATION-wiel
Gebruik het PSR-2100/1100/A1000 PITCH BEND-wiel om de toonhoogte te verhogen (draai het wiel van u af) of te verlagen (draai het wiel naar u toe) terwijl u het toetsenbord bespeelt. Het PITCH BEND-wiel is zelfcentre­rend en zal automatisch terugkeren naar de normale toonhoogte als deze wordt losge­laten.
De modulatiefunctie (alleen PSR-2100) voegt een vibrato-effect toe aan de noten die worden gespeeld op het toetsenbord. Het MODULATION-wiel helemaal naar u toe draaien, maakt de diepte van het effect minimaal, terwijl het van u af draaien het maximaal maakt.
De octaafinstelling aanpassen
De [UPPER OCTAVE]-knop maakt het u mogelijk de MAIN- en LAYER-parts tegelijkertijd een octaaf omhoog of omlaag te transponeren.
UPPER OCTAVE
RESET
OPM.
Meer gedetailleerde octaaf­gerelateerde instellingen voor elk van de parts kunnen wor­den gemaakt door de MIXING CONSOLE-functie te gebrui­ken (blz. 136).
PSR-2100/1100/A1000
67
Page 68
81 2 3 4 5 6 7
81 2 3 4 5 6 7
81 2 3 4 5 6 7
Stijlen
De PSR-2100/1100/A1000 beschikt ook over stijlen (begeleidingspatronen) in een bonte mengeling aan verschillende muzikale genres inclusief pop, jazz, latin en dance. Om ze te gebruiken is het enige dat u hoeft te doen akkoorden spe­len met uw linkerhand en de geselecteerde begeleidingsstijl (style) die past bij uw muziek zal automatisch meespelen, daarbij onmiddellijk de akkoorden volgend die u speelt. Probeer eens enkele van de verschillende stijlen te selecteren (zie de afzonderlijke engelstalige Data List (Style List) ) en er mee te spelen.
STYLE CONTROL
ACMP INTRO
STANDBY ON
STYLE CONTROL
ACMP
BREAK
BREAK
INTRO
Een stijl spelen
1
SONG
TRACK2TRACK
EXTRA
1 REPEAT
TRACKS
(STYLE) (R)(L)
START/STOP
TOP
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
SWING &
JAZZ
BALLROOM
POP & ROCK
DANCE
BALLAD USERLATIN
TRANSPOSE
TEMPO
RESET
MASTER VOLUME
MULTI PAD
FADE IN/OUT
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
INTRO
MIN MAX
MAIN
ENDING
SYNC.
SYNC.
/ rit.
STOP
START
AUTO
OTS LINK
FILL IN
MAIN
SONG
TRACK2TRACK
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
MIN MAX
MAIN
ENDING
/ rit.
METRO­NOME
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MARCH &
WALTZ
MIXING CONSOLE
PART
MENU DEMO
TAP TEMPO
HELP
RESET
STOP
FUNCTION
DIRECT ACCESS
START/STOP
TOP
SWING &
JAZZ
DANCE
TRANSPOSE
RESET
FADE IN/OUT
AUTO FILL IN
BALANCE
CHANNEL ON/OFF
PART
METRO-
1 REPEAT
NOME
START/STOP
MULTI PAD
OTS LINK
A
B
C
D
E
BALLROOM
SYNC. STOP
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
A
DIGITAL RECORDING
MARCH &
WALTZ
TAP TEMPO
TEMPO
RESET
STOP
SYNC. START
START/STOP
STYLE
POP & ROCK BALLROOM
B
MIXING CONSOLE
C
D
PART
MENU
E
DEMO
HELP
FUNCTION
BALANCE
DIRECT
ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
F
G
H
I
J
BALLAD USERLATIN
EXIT
VOICE EFFECT
LEFT HOLD
BACK NEXT
VOICE
SWING &
PIANO & HARPSI.
MAIN
JAZZ
GUITAR
LAYER
STRINGS CHOIR & PAD
LEFT
USER
MUSIC
DANCE
FINDER
MIC.
VH TYPE
SELECT OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
DATA ENTRY
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
E.PIANO
BASS
ORGAN FLUTES
VOCAL
MIC.
SETTING
HARMONY
ONE TOUCH SETTING
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
VOICE EFFECT
LEFT
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
HOLD
BACK NEXT
VOICE
PIANO & HARPSI.
MAIN
F
LAYER
G
LEFT
H
I
J
MUSIC
FINDER
EXIT
DATA ENTRY
DSP
VARIATION
MONOTOUCH
ORGAN &
PERCUSSION
ACCORDION
BRASS
WOODWIND
SYNTH.
XG
UPPER OCTAVE
RESET
TALK
EFFECT
E.PIANO
GUITAR
BASS
STRINGS CHOIR & PAD
ORGAN FLUTES
USER
MIC.
VOCAL
MIC.
VH TYPE
SETTING
SELECT
HARMONY OVER SIGNAL
ONE TOUCH SETTING
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
MARCH &
WALTZ
ORGAN & ACCORDION
BRASS
SYNTH.
OTS LINK
MONOTOUCH
TALK
UPPER OCTAVE
SYNC.
SYNC.
STOP
START
START/STOP
DSP
VARIATION
PERCUSSION
WOODWIND
XG
RESET
EFFECT
2
OPM.
BACK NEXT
Zie voor een overzicht van de beschikbare be­geleidingsstijlen, de af­zonderlijke Data List.
2-1 Selecteer een locatie
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
Als u de display van een lagere directory heeft geopend, laat deze knop (UP) u de directory erboven oproepen, waarvan­daan u stijlgroepen kunt selecteren.
(PRESET, USER, FLOPPY DISK) voor het opslaan van de stijl.
2-2 Selecteer een stijl.
PSR-2100/1100/A1000
68
Page 69
Stijlen
3
automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. (Afhankelijk van de instel­lingen, kan dit het bereik zijn van de Leftvoice, of het gehele toetsenbord.)
Als de [ACMP]-knop is ingesteld op aan, kunt u akk oor den spelen/aange ven via het
STYLE CONTROL
ACMP INTRO
BREAK
4
STYLE CONTROL
ACMP INTRO
5
Het tempo kan worden aange­past met de TEMPO [ ][ ]- of [T AP TEMPO]-knop. Als u op de [T AP TEMPO]-knop tikt, zal het tempo worden aan­gepast aan het tempo dat u tikt.
BREAK
Zodra u een akkoord in het automatische begeleidingsgedeelte speelt, begint de stijl.
Zie voor details over akkoordvingerzettingen blz. 71.
MAIN
MAIN
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
Zet SYNC. START aan.
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
Splitpunt
Automatische begeleidingsgedeelte
OTS LINK
OTS LINK
SYNC. STOP
SYNC. STOP
SYNC. START
SYNC. START
START/STOP
START/STOP
OPM.
U kunt het toetsbereik voor de automatische begeleiding instellen (blz. 152).
OPM.
Sync. Start
Dit aanzetten stelt u in staat de stijl gewoon te starten door het toetsenbord te be­spelen.
OPM.
• U kunt de ritmekanalen (tracks) van de stijl starten door op de [ST ART/ STOP]-knop te drukken.
• De ritmekanalen van de stijl kunnen ook worden gestart door op de [T AP TEMPO]- knop te tikken. Terwijl de stijl stil staat, tikt u drie, vier of vijf keer op de [T AP TEMPO]-knop (drie voor een 3/4 maat, vier voor een 2/4 of 4/4 maat, vijf voor een 5/4 maat).
OPM.
Als u gelijktijdig begeleidings­stijlen afspeelt met een song, zullen de begeleidingsparts die bij de song zijn opgeno­men (kanalen 9 - 16) tijdelijk worden vervangen door de
6
SYNC. STOP
Stop de stijl.
SYNC. START
START/STOP
END
Zet ACMP uit.
STYLE CONTROL
ACMP INTROBREAK
geselecteerde begeleidings­stijl — waardoor u verschillen­de begeleidingen bij de song kunt uitproberen en gebruiken (blz. 86).
Begeleidingsstijlkarakteristieken
Het begeleidingsstijltype en zijn bepalende karakteristieken worden aangegeven boven de stijlnaam.
Session!
Deze stijlen voorzien in een nog groter realisme en authentieke begeleiding door originele akkoordsoorten en -wijzigingen te mengen, alsook speciale riffs met akkoordwijzigingen, met de Main gedeelten. Deze zijn geprogrammeerd om “te kruiden” en een professionele touch aan uw spel van bepaalde songs en aan bepaalde genres toe te voegen. Het gevolg hiervan kan zijn dat de stijlen niet per se geschikt — of zelfs harmonisch correct — zijn voor alle songs en voor alle akkoorden die gespeeld worden. In enkele gevallen bijvoorbeeld, kan het spelen van een eenvoudige mineur drieklank resulteren in een septiem akkoord, of het spelen van een on-bass akk oord kan resulteren in een onjuiste of onverwachte begeleiding.
Piano Combo! (diskette: alleen bij de PSR-A1000)
Deze begeleidingsstijlen beschikken over een basis pianotrio (piano , bas en drums), in enkele gevallen aangevuld met andere instrumenten. Aangezien dit klinkt als een klein combo, is de begeleiding gepast eenvoudig, waardoor deze bruikbaar en effectief is voor een grote ver­scheidenheid aan songs.
PSR-2100/1100/A1000
69
Page 70
Stijlen
Alleen de ritmekanalen van een stijl afspelen
Selecteer een stijl (blz. 68).
1
2
STYLE CONTROL
ACMP INTRO
BREAK
Ingesteld op uit.
MAIN
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
OTS LINK
SYNC. STOP
Het ritme begint.
SYNC. START
START/STOP
OPM.
De ritmekanalen maken deel uit van de stijlen. Elke stijl heeft verschillende rit­mepatronen.
OPM.
U kunt het ritme ook ge­woon starten door een toets op het toetsenbord te be­spelen, als Sync Start aan staat (zet de [SYNC. START]-knop aan).
Meespelen met het afspelen van het ritme.
3
Het tempo kan worden aangepast met de TEMPO [ ][ ]- of [TAP TEMPO]-knoppen. Als u op de [TAP TEMPO]-knop tikt, zal het tempo worden aangepast aan het tem­po dat u tikt.
Druk nogmaals op de STYLE [START/STOP]-
END
knop om het ritme afspelen te stoppen.
De volumebalans/kanaalonderdrukking (mute) aanpassen
BALANCE-display
Roept de BALANCE­display op.
BALANCE
MULTI PAD-part
STYLE-part (Automatische begeleidingsgedeelte)
SONG-part
Past het uitgangsniveau van de part aan.
MIC part (alleen PSR-2100)
Parts die gespeeld worden via het toetsenbord (MAIN/ LAYER/LEFT)
CHANNEL ON/OFF
PART
Roept de
Channel ON/ OFF-display
op.
PSR-2100/1100/A1000
70
CHANNEL ON/OFF-display
Roep de STYLE-display op door op de [CHANNEL ON/OFF]-knop te drukken, en zet dan het instrument dat u wilt annuleren uit.
OPM.
Kanaal
Verwijst naar het MIDI-ka­naal in de songdata (blz.
173). De kanalen zijn toege­wezen zoals hieronder aan­gegeven.
Song
1 - 16
Begeleidingsstijl
9 - 16
Page 71
Stijlen
Akkoordvingerzettingen
Het afspelen van de stijl kan worden bestuurd door de akkoorden die u links van het splitpunt speelt. Er zijn 7 soorten vingerzettingen, zoals hieronder wordt beschreven. Ga naar de CHORD FINGERING-pagina (blz.153) en selecteer de akkoordvingerzettingen. De pagina laat zien hoe de akkoorden met uw linkerhand te spelen.
SINGLE FINGER
Single Finger-begeleiding maakt het makkelijk om een prachtig georkestreerde begeleiding te produceren met majeur, septiem, mineur en mineur-septiem akkoorden, door een minimum aantal toetsen te bespelen in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. De ingekorte akkoordvingerzettingen die hieronder worden beschreven worden gebruikt.
Voor een majeur akkoord, drukt u alleen op de grondtoontoets.
C
Voor een septiem akkoord, drukt u tegelijkertijd op de grondtoontoets en een witte toets links daarvan.
C7
MULTI FINGER
De MULTI FINGER-mode detecteert automatisch SINGLE FINGER- of FINGERED-akkoord­vingerzettingen, zodat u beide types kunt gebruiken zonder de vingerzettingsmode om te hoeven schakelen. Als u mineur, septiem, of mineur-septiem akkoorden wilt spelen en de SINGLE FINGER-bediening wilt gebruiken in de MULTI FINGER-mode, druk dan altijd op de witte/zwarte toets(en) die zich het dichtst bij de grondtoon van het akkoord bevinden.
Voor een mineur akkoord, drukt u tegelijkertijd op de grondtoontoets en een zwarte toets links daarvan.
Cm
Voor een mineur-septiem akkoord, drukt u tegelijkertijd op de grondtoontoets en een witte en een zwarte toets links daarvan.
Cm7
OPM.
Akkoorddetectie in de AI Full Keyboard Mode vindt plaats met intervallen van ongeveer een achtste noot. Extreem kor­te akkoorden — minder dan 1/8 noot in lengte — kunnen niet worden gedetecteerd.
FINGERED
Deze mode laat u een begeleiding produceren door volledige akkoorden in het automa­tische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord te spelen. De FINGERED-mode herkent de verscheidene akkoordsoorten opgesomd op de volgende bladzijde.
FINGERED ON BASS
Deze mode accepteert dezelfde vingerzettingen als de FINGERED-mode, maar de laagste noot die in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord wordt gespeeld, wordt gebruikt als de basnoot, waardoor u “on bas”-akkoorden kunt spelen. Om bijvoor­beeld een C-op-E-akkoord aan te geven, speelt u een C-majeur akkoord met de E als de laagste noot (E, G, C).
FULL KEYBOARD
Deze methode detecteert akkoorden in het gehele toetsbereik. Akkoorden worden gede­tecteerd op een manier die overeenkomt met FINGERED, zelfs als u een split gebruikt tus­sen uw linker- en rechterhand — als u bijvoorbeeld een basnoot speelt met uw linker-
OPM.
In Full Keyboard Mode wor­den akkoorden gedetecteerd op basis van de laagste en de één na laagste noot die u speelt. Als de twee laagste noten binnen een enkel oc­taaf vallen, bepalen deze twee noten het akkoord. Als de laagste noot en de één na laagste noot meer dan een octaaf uit elkaar liggen, wordt de laagste noot de bas en het akkoord wordt bepaald door de één na laagste noot en de andere noten die in hetzelfde octaaf worden gespeeld.
hand en een akkoord met uw rechterhand, of als u een akkoord speelt met uw linkerhand en een melodie met uw rechterhand.
AI FINGERED
Deze mode is in principe gelijk aan FINGERED, met uitzondering van het feit dat er min­der dan drie noten kunnen worden gespeeld om het akkoord aan te geven (gebaseerd op
OPM.
AI
Artificial Intelligence (kunstmatige intelligentie)
het voorgaand gespeelde akkoord, enz.).
AI FULL KEYBOARD
Als deze geavanceeerde automatische begeleidingsmode wordt geactiveerd, zal de PSR-2100/1100/A1000 automatisch een passende begeleiding creëren, terwijl het bijna niet uitmaakt wat u speelt, waar dan ook op het toetsenbord, met beide handen. U hoeft zich geen zorgen te maken over het aangeven van de beleidingsakkoorden. Ofschoon de AI Full Keyboard-mode is ontworpen om met vele songs te werken, kan het zijn dat enkele arrangementen niet geschikt zijn voor gebruik met deze functie. Deze mode is gelijk aan FULL KEYBOARD, met uitzondering van het feit dat er minder dan drie noten kunnen worden gespeeld om de akkoorden aan te geven (gebaseerd op het voorgaand gespeelde ak­koord, enz.). None- en undecime-akkoorden kunnen niet worden gespeeld.
PSR-2100/1100/A1000
71
Page 72
]
Stijlen
Akkoordsoorten die herkend worden in de FINGERED-mode (Voorbeelden van “C”-akkoorden)
9
C6
C
Csus4
CmM7
9
C7
C9
Caug
9
CmM7
( )
11
C7
( )
( )
C6
( )
CM7aug
( )
Cm7
5
( )
13
C7
( )
Cm
CmM7
9
C7
( )
5
( )
Akkoordnaam [Afkorting] Normale Ligging
Majeur [M] None [9] Sext [6] Sext met toegevoegde none [6
9
] Majeur septiem [M7] Majeur septiem met toegevoegde none [M7
9
] Majeur septiem met overmatige undecime [M7 Verminderde kwint [ 5] Majeur septiem met verminderde kwint [M7

5

] Toege v oegde kwart [sus4] Vermeerder d [aug] Vermeerder de majeur septiem [M7aug] Mineur [m] Mineur none [m9] Mineur sext [m6] Mineur septiem [m7] Mineur septiem met toegevoegde none [m7 Mineur septiem undecime [m7
11
]
9
]
Mineur majeur septiem [mM7] Mineur majeur septiem met toegevoegde none [mM7
5
Mineur septiem met verminderde kwint [m7

] Mineur majeur septiem verminderde kwint [mM7 Verminderd [dim] Verminderd septiem [dim7] Septiem [7]
9
Septiem verminderde none [7
 
] Septiem toegevoegde verminderde tredecime [7 Septiem met toegevoegde none [7 Septiem overmatige undecime [711]
9
]

Septime met toegevoegde tredicime [713] Septiem met toegevoegde vermeerderde none [79] Septiem verminderde kwint [75]

Vermeerder d septiem [7aug] Septiem met toegevoegd kwart [7sus4] Opgeschorte seconde [sus2]
1 - 3 - 5 C 1 - 2 - 3 - 5 C9 1 - (3) - 5 - 6 C6 1 - 2 - 3 - (5) - 6 of 3 - 6 - 2* C6 1 - 3 - (5) - 7 CM7 1 - 2 - 3 - (5)j - 7 CM7
 
11
1 - (2) - 3 - 4 - 5 - 7 of 1 - 2 - 3 - 4 - (5) - 7
1 - 3 - 5 C 5 1 - 3 - 5 - 7 CM7 1 - 4 - 5 Csus4
1 - 3 - 5 Caug
1 - (3) - 5 - 7 CM7aug
1 - 3 - 5 Cm
1 - 2 - 3 - 5 Cm9
1 - 3 - 5 - 6 Cm6

1 - 3 - (5) - 7 Cm7

1 - 2 - 3 - (5) - 7 of 3 - 7 - 2 Cm7

1 - (2) - 3 - 4 - 5 - ( 7) Cm7
1 - 3 - (5) - 7 CmM7
9
]
1 - 2 - 3 - (5) - 7 CmM7 1 - 3 - 5 - 7 Cm7 5
5

]
1 - 3 - 5 - 7 CmM7

1 - 3 - 5 Cdim

1 - 3 - 5 - 6 Cdim7 1 - 3 - (5) - 7 of 1 - (3) - 5 - 7 C7
1 - 2 - 3 - (5) - 7 C7
13

]
1 - 3 - 5 - 6 - 7 C7 1 - 2 - 3 - (5) - 7 of 3 - 7 - 2* C7

1 - (2) - 3 - 4 - 5 - 7 of 1 - 2 - 3 - 4 - (5) - 7
1 - 3 - (5) - 6 - 7 of 3 - 6 - 7 C7

1 - 2 - 3 - (5) - 7 C7

1 - 3 - 5 - 7 C7
1 - 3 - 5 - 7 C7aug 1 - 4 - 5 - 7 C7sus4
1 - 2 - 5 Csus2
CM7
Cm9
Cdim
C7
9
CM7
( )
5
( )
Cm6
Cdim7
C7aug
Grondtoonweergave voor“C”
9
CM7
9 13
9
11
C7
13
9 5
11
CM7
( )
Cm7
( )
C7
( )
C7sus4 Csus2
9
11
5
9 11
9
5
5
CM7
Cm7
C7
11
( )
13
C
Cm7
C7
5
9
9
OPM.
( )
( )
• Noten tussen haakjes kun­nen worden weggelaten.
• Als u drie willekeurige aan­grenzende toetsen (inclusief de zwarte toetsen) speelt, wordt het geluid van het ak­koord geannuleerd en zul­len alleen de ritme-instru­menten verder spelen (Chord Cancel (=akkoord annuleer)-functie). Hierdoor kunt u alleen het ritme laten spelen.
• Het spelen van twee de­zelfde grondtonen in aan­grenzende octaven geeft een op de grondtoon ge­baseerde begeleiding.
• Een reine kwint (1 + 5) pro­duceert een begeleiding gebaseerd op de grond­toon en de kwint.
• De automatische begelei­dingsstijl zal soms niet ver­anderen als achtereenvol­gens gerelateerde akkoor­den worden gespeeld (bijv . sommige mineur akkoor­den gevolgd door de mineur-septiem).
• U kunt ook zorgen dat de PSR-2100/1100/A1000 u “leert” hoe de FINGERED akkoorden te spelen. V anuit de CHORD FINGERING­display (blz. 153), geeft u het akkoord aan dat u wilt leren, en de noten die ge­speeld moeten worden, worden aangeven in de dis­play.
( )
* Alleen deze ligging (inversie) wordt herkend. Overige akkoorden die niet zijn voorzien van een asterisk kunnen in elke willekeurige inv ersie worden gespeeld.
PSR-2100/1100/A1000
72
Page 73
Stijlen
De stijlpatronen arrangeren
(SECTIES: MAIN A/B/C/D, INTRO, ENDING, BREAK)
De PSR-2100/1100/A1000 beschikt over verscheidene soorten van automatische begelei­dingssecties die u in staat stellen het arrangement van de stijl te variëren. Dit zijn: INTRO, MAIN, BREAK en ENDING. Door daartussen te schakelen terwijl u speelt, kunt u makkelijk de dynamische elementen van een professioneelklinkend arrangement maken in uw spel.
Selecteer een stijl (blz. 68).
1
2
2-1 Zet de ACMP-functie aan.
STYLE CONTROL
ACMP INTRO
BREAK
MAIN
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
OTS LINK
SYNC. STOP
SYNC. START
START/STOP
2-3 Zet de SYNC. START-functie aan.
2-2 Druk op de [INTRO]-knop . Om de INTR O-sectie te annuleren v oordat
de stijl gestart wordt, drukt u nogmaals op de [INTRO]-knop.
De INTRO-sectie begint, zodra u een toets speelt in het automatische bege-
3
leidingsgedeelte van het toetsenbord, en gaat over in de MAIN-sectie.
Splitpunt
Automatische begeleidingsgedeelte
4
MAIN-secties kunnen verschoven worden.
STYLE CONTROL
ACMP INTRO
BREAK
Druk op deze knop om breaks toe te voegen.
MAIN
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
OTS LINK
SYNC. STOP
SYNC. START
START/STOP
OPM.
U kunt deze functie ook ge­bruik om alleen ritmes te spelen (blz. 70).
OPM.
• Als u op de [INTRO]­knop drukt, kunt u een INTRO-sectie afspelen, terwijl een begeleiding speelt.
• Sectieknopindicaties —
[BREAK], [INTRO], [MAIN], [ENDING]-knop-
pen De LED is groen
— De sectie is niet ge­selecteerd.
De LED is rood
— De sectie is momen­teel geselecteerd.
De LED is uit
— Geen sectiedata; de sectie kan niet worden gespeeld.
• U kunt dynamisch het ni­veau van de begeleiding regelen door zacht of hard de toetsen in het au­tomatische begeleidings­gedeelte van het toetsen­bord te bespelen (blz. 152).
• Als u op de [SYNC. START]-knop drukt, ter­wijl een begeleiding speelt, zal de begeleiding stoppen en de PSR­2100/1100/A1000 zal de Synchro Start standby status activeren.
• U kunt de stijlsecties ook wijzigen met behulp van het pedaal (blz. 153).
• De BREAK-sectie laat u dynamisch variaties en breaks aan het ritme van de begeleiding toevoe­gen, om zo uw spel nog professioneler te laten klinken. Als u op de [BREAK]-knop drukt, ter­wijl een begeleiding speelt, zal de fill-in gedu­rende één maat spelen.
• De indicator van de be­stemmingssectie (MAIN A/B/C/D) zal knipperen terwijl de BREAK speelt.
• Als de [AUTO FILLIN]- knop is ingesteld op aan, en de MAIN [A][B] [C][D]- knop wordt ingedrukt na de laatste halve tel (acht­ste noot) van de maat, zal de fill-in vanaf de vol­gende maat spelen.
PSR-2100/1100/A1000
73
Page 74
Stijlen
OPM.
Hierdoor wordt naar de ENDING-sectie geschakeld. Als de ENDING klaar is, stopt de
5
STYLE CONTROL
ACMP INTRO
stijl automatisch. U kunt de ENDING geleidelijk laten vertragen (ritardando) door nog­maals op dezelfde [ENDING/rit.]-knop te drukken, terwijl de ENDING speelt.
BREAK
MAIN
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
OTS LINK
SYNC. STOP
SYNC. START
START/STOP
Fade-in/Fade-out
De begeleidingsstijl beschikt ook over een handige Fade-in/Fade-out functie waarmee u de begeleiding geleidelijk kunt in- en uitfaden. Om de stijl te beginnen met een fade-in, drukt u op de [FADE IN/OUT] knop, en zet dan SYNC. START aan. Om de fade-in te an­nuleren voordat de stijl begint, drukt u nogmaals op deze knop. Om de stijl uit te faden en te stoppen, drukt u op deze knop terwijl de stijl speelt. De tijd van de Fade-in/Fade-out kan ook worden ingesteld (blz. 162).
Het afspelen van de stijl stoppen als u de toetsen loslaat (SYNC. STOP)
Als de Synchro Stopfunctie is geactiveerd, zal het afspelen van de stijl volledig stoppen als u alle toetsen in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord loslaat. Het af­spelen van de stijl zal weer beginnen zodra er een toets in het automatische begeleidings­gedeelte wordt gespeeld.
Zet ACMP (begeleiding) aan.
1
Zet SYNC. STOP aan. SYNC. START wordt ook automatisch ingesteld als
2
SYNC. STOP wordt aangezet.
STYLE CONTROL
ACMP INTRO
BREAK
MAIN
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
OTS LINK
SYNC. STOP
SYNC. START
START/STOP
• Stijlen kunt ook worden gestart door op de STYLE [START/STOP]-knop te drukken.
• U kunt het INTRO- en ENDING-type selecteren door op de [E]-knop in het MAIN-venster te drukken (blz. 75).
• Als u op de [INTRO]-knop drukt, terwijl de ending speelt, zal de INTRO­sectie beginnen te spelen zodra de ENDING klaar is.
• Als de [AUTO FILLIN]- knop is ingesteld op aan en u drukt op een MAIN- knop terwijl de ENDING speelt, zal de fill-in bege­leiding onmiddellijk begin­nen te spelen, gevolgd door de MAIN-sectie.
• U kunt de begeleiding starten door de ENDING te gebruiken in plaats van de INTRO-sectie. In dit geval, stopt de automati­sche begeleiding niet als de ENDING klaar is.
• Als u een andere stijl se­lecteert, terwijl de stijl niet speelt, zal het “stan­daard”-tempo voor die stijl ook worden geselecteerd. Als de stijl speelt, wordt hetzelfde tempo gehand­haafd, zelfs als u een an­dere stijl selecteert.
• Als STOP ACMP is inge­steld op aan en de bege­leiding speelt niet, kunt u zowel akkoorden als de bas in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord spelen (blz. 152).
3
4
5
PSR-2100/1100/A1000
74
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de stijl.
Splitpunt
Automatische begeleidingsgedeelte
De stijl stopt als u uw linkerhand van de toetsen haalt.
Een akkoord spelen met uw lin­kerhand start automatisch de stijl weer.
Druk nogmaals op de [SYNC. STOP]/[SYNC. START]-
END
knop om de stijl te stoppen.
OPM.
U kunt de SYNC. STOP­functie ook gebruiken door kort toetsen in het automa­tische begeleidingsgedeel­te/linkerhandbereik in te drukken (blz. 152).
OPM.
Synchro Stop kan niet op aan worden ingesteld als de vingerzettingsmode is inge­steld op FULL KEYBOARD/ AI FULL KEYBOARD , of de automatische begeleiding op het paneel is ingesteld op uit.
Page 75
INTRO en ENDING-types selecteren (INTRO/ENDING)
1
A
B
C
D
E
Stijlen
OPM.
Om de [MAIN]-display op te roepen, drukt u eerst op de [DIRECT ACCES]-knop en vervolgens op de [EXIT]­knop.
2
Selecteer een INTRO
D
E
Selecteer een ENDING
3
Automatisch Fill-inpatronen spelen als er van begeleidingssectie wordt veranderd — Auto Fill In
STYLE CONTROL
1
2
ACMP INTRO
Speel de stijl en schakel tussen de begeleidingssecties terwijl ze spelen (blz. 34, 35).
BREAK
Fill-in patronen worden automatisch gespeeld bij elke wijziging in de MAIN-sectie.
END
Om de Auto Fill te annuleren, drukt u nogmaals op de [AUTO FILLIN]-knop.
MAIN
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
OTS LINK
SYNC. STOP
SYNC. START
Speel de stijl met de INTRO- of ENDING­sectie (blz 34, 35).
OPM.
Fill
Een korte frase die wordt ge­bruikt om variatie in de stijl aan te brengen.
START/STOP
OPM.
U kunt ook een fill-in toe­voegen door nogmaals op de geselecteerde MAIN­knop te drukken.
OPM.
U kunt tijdelijk de Auto Fill In uitschakelen, tijdens het spelen, door twee keer snel op de volgende MAIN­sectieknop te drukken.
PSR-2100/1100/A1000
75
Page 76
Stijlen
81 2 3 4 5 6 7
Passende paneelinstelling voor de geselecteerde stijl
(ONE TOUCH SETTING) (alleen PSR-2100/1100)
De handige One Touch Setting-functie maakt het u makkelijk om voices en effecten te selecteren die geschikt zijn voor de stijl die u speelt. Elke preset stijl heeft vier voorgeprogrammeerde paneelsetups die u met het drukken op een enkele knop kunt selecteren.
SONG
EXTRA
TRACK2TRACK
TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
Selecteer een stijl (blz. 68).
1
Druk op één van de ONE TOUCH SETTING-knoppen ([1] - [4]).
2
INTRO
MIN MAX
MAIN
ENDING
/ rit.
1 REPEAT
TOP
SWING &
JAZZ
DANCE
TRANSPOSE
RESET
FADE IN/OUT
AUTO FILL IN
START/STOP
MULTI PAD
OTS LINK
METRO­NOME
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
A
DIGITAL RECORDING
MARCH &
BALLROOM
WALTZ
TAP TEMPO
TEMPO
RESET
STOP
SYNC.
SYNC.
STOP
START
START/STOP
MIXING CONSOLE
FUNCTION
B
C
D
PART
MENU
E
DEMO
HELP
BALANCE DIRECT ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
F
G
H
I
J
EXIT
VOICE EFFECT
LEFT
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
HOLD
BACK NEXT
VOICE
PIANO & HARPSI.
MAIN
LAYER
LEFT
MUSIC FINDER
DATA ENTRY
E.PIANO
GUITAR
BASS
STRINGS CHOIR & PAD
USER
ORGAN FLUTES
MIC.
VOCAL
MIC.
VH TYPE
HARMONY
SETTING
SELECT OVER SIGNAL
ONE TOUCH SETTING
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
De LED is rood — De One Touch Setting is momenteel geselecteerd.
ONE TOUCH SETTING
De LED is uit — Geen One
Touch Settingdata. De knop is niet beschikbaar.
De LED is groen — De One Touch Setting is niet geselecteerd.
Verscheidene instellingen (zoals voices, effecten, enz.) die passen bij de geselecteerde stijl kunnen onmiddellijk worden opgeroepen. Als de stijl niet speelt, zullen de automatische begeleiding en Sync. Start automatisch worden aangezet. Zie voor details over de One Touch Setting parameters, de afzonder­lijke Data List (Parameter Chart).
ACCORDION
DSP
VARIATION
MONOTOUCH
ORGAN &
PERCUSSION
BRASS
WOODWIND
XG
SYNTH.
UPPER OCTAVE
RESET
EFFECT
TALK
ONE TOUCH SETTING
Zodra u een akkoord
3
speelt met uw linkerhand, begint de automatische begeleiding.
Splitpunt
Automatische begeleidingsgedeelte
4
STYLE CONTROL
ACMP INTRO
5
PSR-2100/1100/A1000
76
Stop de automatische begeleiding.
BREAK
MAIN
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
OTS LINK
SYNC. STOP
SYNC. START
Probeer eens andere One Touch Setting setups uit. U kunt ook uw eigen One Touch Setting setups creëren (blz. 77).
ONE TOUCH SETTING
START/STOP
Page 77
Stijlen
Automatisch de One Touch Settings veranderen met de secties — OTS Link
De handige OTS (One Touch Setting) Linkfunctie laat u automatisch de One Touch Settings wijzigen als u een andere MAIN-sectie (A - D) selecteert.
OPM.
1
AUTO FILL IN
OTS LINK
Als u tussen de MAIN-secties (A - D) schakelt,
2
zal de corresponderende One Touch Setting automatisch worden opgeroepen.
De Main secties A, B, C en D komen overeen met respectievelijk de One Touch Settings 1, 2, 3 en 4.
De One Touch Settings kun­nen met twee verschillende timings worden ingesteld om met de secties te veran­deren (blz. 152):
• Onmiddellijk als u op een sectieknop drukt.
• Bij de volgende maat (in een begeleidingsstijl), na­dat u op een sectieknop drukt.
END
Om de OTS Linkfunctie te annuleren, drukt u nogmaals op de [OTS LINK]-knop.
De paneelregelaars in een One Touch Setting registreren (ONE TOUCH SETTING)
Dit gedeelte behandelt hoe u uw eigen One Touch Setting setups (vier setups per stijl) kunt creëren. Zie voor een over­zicht van One Touch Setting setupparameters, de afzonderlijke Data List (Parameter Chart).
Selecteer een stijl.
1
Druk op één van de ONE TOUCH SETTING-knoppen: [1] tot [4].
4
ONE TOUCH SETTING
De items die u kunt registreren in een One Touch Setting zijn voice-, harmony-, multi pad- en pedaalinstellingen.
Stel de paneelregelaars,
2
zoals het selecteren van een voice, in zoals gewenst.
3
Druk op de [MEMORY]-knop.
MEMORY
END
Er verschijnt een boodschap die u vraagt of u de huidige stijl op wilt slaan. Selecteer “YES” om de STYLE-display op te roepen, en sla vervolgens de paneelinstellingen op (blz. 44, 52).
OPM.
De geregistreerde instellingen zullen worden gewist als u een andere begeleidingsstijl selecteert, tenzij u hier de paneelinstellingen opslaat.
PSR-2100/1100/A1000
77
Page 78
Stijlen
81 2 3 4 5 6 7
81 2 3 4 5 6 7
Ideale setups voor uw muziek oproepen — Music Finder (alleen PSR-2100/1100)
De Music Finderfunctie laat u onmiddellijk de geschikte instellingen voor het instrument oproe­pen — inclusief voice, stijl en One Touch Settings — door eenvoudig de gewenste songtitel te selecteren. Als u een bepaalde song wilt spelen, maar u weet niet welke stijl- en voice-instellin­gen geschikt zijn, zal de handige Music Finderfunctie u helpen. De aanbevolen instellingen, die samen een “record” vormen, kunnen ook worden bewerkt en opgeslagen. Dit laat u uw eigen Music Finder-records creëren en opslaan om ze later te kunnen terugroepen.
SONG
EXTRA
TRACK2TRACK
TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
INTRO
MIN MAX
MAIN
ENDING
/ rit.
1
1 REPEAT
TOP
SWING &
JAZZ
DANCE
TRANSPOSE
RESET
FADE IN/OUT
AUTO FILL IN
START/STOP
MULTI PAD
OTS LINK
BALLROOM
TEMPO
RESET
STOP
SYNC.
SYNC.
STOP
START
MUSIC
FINDER
METRO­NOME
MARCH &
WALTZ
TAP TEMPO
START/STOP
Selecteer een record. Selecteer bijvoorbeeld
de bovenste record door op de [1▲▼]-knop te
2
drukken om de aanbevolen setups op te roepen. De instellingsdata die hier zijn te zien worden een “record” genoemd.
Selecteer een record via de songtitel.
Als de records op songtitel zijn gesorteerd, ge­bruik dan de [1▲▼]-knop om alfabetisch omhoog of om­laag door de songs te sprin­gen. Druk tege­lijkertijd op de [▲▼]-knoppen om de cursor naar de eerste record te ver­plaatsen.
Selecteer een record via de stijlnaam. Als de records op stijlnaam zijn gesorteerd, druk dan op deze knoppen om de cursor naar de vol­gende/voorgaande stijl te verplaatsen. Druk tegelijkertijd op de [▲▼]-knoppen om de cur­sor naar de eerste record te verplaatsen.
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MIXING CONSOLE
PART
MENU DEMO
HELP
FUNCTION
BACK NEXT
MAIN
A
B
C
D
E
BALANCE
DIRECT
ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
F
LAYER
G
LEFT
H
I
J
MUSIC FINDER
EXIT
DATA ENTRY
All ..........................Laat alle records zien.
FAVORITE................Laat de records zien die zijn toegevoegd aan de “Fav orite” pagina.
SEARCH1,2............Laat het resultaat van de SEARCH(zoek) functie zien (blz. 79).
F
G
H
I
J
MUSIC
VOICE EFFECT
LEFT HOLD
VOICE
PIANO & HARPSI.
GUITAR
STRINGS CHOIR & PAD
USER
MIC.
VH TYPE
SELECT OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
FINDER
ORGAN &
E.PIANO
ACCORDION
BASS
ORGAN FLUTES
VOCAL
MIC.
SETTING
HARMONY
ONE TOUCH SETTING
DSP
VARIATION
MONOTOUCH
PERCUSSION
WOODWIND
BRASS
XG
SYNTH.
UPPER OCTAVE
RESET
TALK
EFFECT
De records sorteren
MUSIC..........De records worden gesorteerd op songtitel.
STYLE.......... De records worden gesorteerd op stijlnaam.
BEAT..............De records worden gesorteerd op maatsoort.
TEMPO.......De records worden gesorteerd op tempo.
Wijzigt de volgorde van de records (oplopend of aopend).
Voegt de geselecteerde record toe aan de “Favo- rite (Bookmark)-pagina Als u op de [H]-knop drukt, zal de “Add selected da­ta to the favorite list? YES/NO”-mededeling worden
Laat het aantal records van elke pagina zien.
weergegeven. Selecteer [YES] om de geselecteerde pagina aan de “FAVORITE”-pagina toe te voegen. PSR-2100/1100: Selecteer, om een toegevoegde re­cord te wissen, de record in de “FAVORITE”-pagina en druk op de [H](DELETE FROM FAVORITE]-knop
Record(s) zoeken. Voer de voorwaarden van het zoeken in in de MUSIC FINDER SEARCH-display (blz. 79). De resul­taten van SEARCH 1 of 2 verschijnen respectievelijk in de “SEARCH 1”- of “SEARCH 2”-pagina.
Roepen de MUSIC FINDER RECORD EDIT (blz. 80)-display op (voor het bewerken van de geselecteerde record).
Zetten TEMPO LOCK aan/uit. De TEMPO LOCK-functie laat u
tempowijzigingen tijdens het stijlafspelen vermijden, als er een an­dere record wordt geselecteerd. De aan/uit-instelling heeft invloed op alle pagina’s (ALL/FAVORITE/SEARCH 1/SEARCH 2).
OPM.
De MUSIC FINDER-records en hun inhoud zijn slechts één voorbeeld van de aan­bevolen paneelsetups. U kunt ook uw eigen Music Finder-instellingen voor uw favoriete songs en genres creëren.
3
PSR-2100/1100/A1000
78
Speel de stijl (blz. 69).
OPM.
Records kunnen worden geselecteerd met de [DATA
ENTRY]-dial en door op de [ENTER]-knop te drukken.
Page 79
De ideale setups zoeken — Music Finder Search
81 2 3 4 5 6 7
U kunt records zoeken op muziektitel of trefwoorden. De resultaten verschijnen in de display.
Stijlen
Druk op de
1
[I] (SEARCH 1)-
knop of
[J] (SEARCH 2)­knop in de MUSIC FINDER­display.
Voer de voorwaar-
2
den voor het zoe­ken (zie hieron­der) in, en start vervolgens het zoeken met de [START SEARCH]­knop.
Start het zoeken naar de record. De resultaten waar­bij aan alle voorwaarden worden voldaan verschij­nen in de SEARCH-pagina. Zie, voor details over de zoek-instellingen in deze display, hieronder.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
[A] MUSIC
Zoekt op muziek- of songtitel. Druk op deze knop om de display voor het invoeren van de songtitel op te roepen. Als u de songtitel invoert (blz. 53), roept de zoekfunctie alle records op die het ingevoerde woord of woorden bevat.
[B] KEYWORD
Zoekt op trefwoord. Druk op deze knop om de display voor het invoeren van het trefwoord op te roepen. Als u het trefwoord invoert (blz. 53) roept de zoekfunctie alle records op die het ingevoerde woord of woorden bevat. U kunt verscheidene verschillende trefwoorden tegelijkertijd zoeken, door er een scheidingsteken (komma) tussen te zetten. De zoekfunctie vindt alle records die ten minste één van de trefwoorden bevat en laat ze zien.
[C] STYLE
Zoekt op stijlnaam. Druk op deze knop om de STYLE FILE SELECT-display op te roepen. Druk op de [A] tot [J]-knop in de display om de gewenste begeleidingsstijl te selecteren. Deze handige functie laat u alle songs vinden die een bepaalde begeleidingsstijl gebruiken.
[D] BEAT
Zoekt op maatsoort of ritmisch gevoel.
OPM.
De STYLE FILE SELECT-dis­play kan alleen worden ge­bruikt om de stijlnaam voor het zoeken te selecteren; het kan niet worden gebruikt om de feitelijke begeleidingsstijl op te roepen.
[E] SEARCH AREA
Selecteert een bepaalde locatie voor het zoeken. U kunt uw zoekactie verder begrenzen door de SEARCH 1 en 2 selecties te gebruiken.
[F]~[H] CLEAR
Wist het ingevoerde item aan de linkerkant.
[1▲▼] TEMPO FROM (vanaf)
U kunt uw zoekactie ook begrenzen door een tempobereik te bepalen. Hiermee stelt u het minimum tempo in voor de zoekactie. Druk de [
▲▼]-knoppen tegelijkertijd in om de tempowaarde terug te zetten naar het minimum.
[2▲▼]TEMPO TO (tot)
U kunt uw zoekactie ook begrenzen door een tempobereik te bepalen. Hiermee stelt u het maximale tempo in voor de zoekactie. Druk de [▲▼]-knoppen tegelijkertijd in om onmiddellijk de tempowaarde terug te zetten naar het maximum.
[3▲▼]~[5▲▼] GENRE
Selecteert het bepaalde muziekgenre voor de zoekactie. Het beschikbare bereik bevat alle genres (ANY), de preset genres en alle genres die u zelf heeft ingevoerd (blz. 78).
[8] CANCEL (annuleer)
Druk hierop om de handeling te annuleren en terug te keren naar de voorgaande display.
PSR-2100/1100/A1000
79
Page 80
Stijlen
U kunt ook een presetrecord wij­zigen/wissen. Om records wij­zigingen/wissen te vermijden, registreert u de record als een nieuwe record na het bewerken.
OPM.
81 2 3 4 5 6 7
Edit (bewerk) records — Music Finder Record Edit
Vanuit deze display, kunt u alle bestaande records oproepen en ze bewerken om ze aan uw behoefte te laten voldoen. U kunt dit zelfs gebruiken om uw eigen Music Finder records te creëren.
Druk op de [8 ▲▼] (RECORD EDIT)-knop in de MUSIC FINDER-display.
1
Wijzig/wis de recorddata. U kunt ook een nieuwe record registreren.
2
Zie voor details over alle instellingen en handelingen, hieronder.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
OPM.
Alle Music Finderrecords kunnen samen worden opgeslagen als één enkele file (blz. 165). Als u een op­geslagen file oproept, verschijnt er een boodschap die vraagt of u de de gewenste records wilt vervan­gen of toevoegen.
Replace (vervang): Alle Music Finder records die zich momenteel in het instru­ment bevinden, worden ge­wist en vervangen door de records van de geselecteer­de file.
Append (toevoegen): De opgeroepen records wor­den toegevoegd aan de vrije recordnummers.
[A] MUSIC
Selecteert de muziek- of songtitel voor het bewerken. Druk op de knop om de display voor het invoeren van de muziek- of songtitel op te roepen, en bewerk vervolgens de naam zoals gewenst.
[B] KEYWORD
Selecteert het trefwoord voor het bewerken. Druk op de knop om de display voor het invoeren van het trefwoord op te roepen, en bewerk deze dan zoals gewenst. U kunt verscheidene verschillende trefwoorden invoeren door er een schei­dingsteken (komma) tussen te zetten.
[C] STYLE
Selecteert de stijlnaam voor bewerking. Voer altijd de naam in als er een nieuwe record wordt geregistreerd. Druk op de knop om de STYLE FILE SELECT-display op te roepen. Druk op één van de [A] tot [J]-knoppen in de display om de file die u wilt wijzigen/wissen/ registreren op te roepen.
[D] BEAT
Selecteert de beat (maatsoort) voor bewerking. Als een andere file is geselecteerd door op de [C]-knop te drukken, zal de huidige maatsoortinstelling worden vervangen door de in­stelling van de geselecteerde file.
[E] FAVORITE
Voegt de geselecteerde record toe aan de FAVORITE-pagina (blz. 78).
[F]~[H] CLEAR
Wist het ingevoerde item aan de linkerkant.
PSR-2100/1100/A1000
80
OPM.
De STYLE FILE SELECT-dis­play kan alleen worden ge­bruikt om de stijlnaam voor re­cordbewerking op te roepen; het kan niet worden gebruikt om de feitelijke begeleidings­stijl op te roepen.
OPM.
Houd in gedachte dat de hier gemaakte beatinstelling al­leen voor de Music Finder Search-functie geldt; dit heeft geen invloed op de daadwer­kelijke Beatinstelling van de begeleidingsstijl zelf.
Page 81
Stijlen
[I] DELETE (wis) RECORD
Wist de geselecteerde record. Het gewiste recordnummer wordt leeg. Als u op deze knop drukt, verschijnt er een mededeling die u vraagt om de handeling uit te voeren, af te breken of te annuleren.
YES .................. Druk hierop om de record te wissen en de display te verlaten.
NO .................. Druk hierop om de display te sluiten zonder de record te wissen.
CANCEL........... Druk hierop om het mededelingvenster te sluiten en terug te keren naar de voorgaande display.
[J] NEW (nieuw) RECORD
Registreert een nieuw record. Het laagst beschikbare lege recordnummer wordt gebruikt voor het registreren. Als u op deze knop drukt, verschijnt er een mededeling die u vraagt om de handeling uit te voeren, af te breken of te annuleren.
OPM.
Het maximum aantal records is 2500 (PSR-2100)/ 1200 (PSR-1100), inclusief interne records.
YES .................. Druk hierop om de record te registreren en de display te sluiten.
NO .................. Druk hierop om de display te sluiten zonder de record te registreren.
CANCEL........... Druk hierop om het mededelingvenster te sluiten en terug te keren naar de voorgaande display.
[1▼▲] TEMPO
Bepaalt het tempo voor de geselecteerde record. Als de file wordt veranderd met de [C]-knop, wordt het tempo automatisch gewijzigd naar dat van de gewijzigde file.
[3▼▲]~[5▼▲] GENRE
Selecteert het bepaalde genre voor bewerking. Het beschikbare bereik bevat alle presetgenres alsook datgene wat u zelf heeft ingevoerd.
[6▼▲] GENRE NAME (naam)
Voor het invoeren van een genrenaam. Druk op de knop om de display op te roepen voor het invoeren van de genrenaam, en bewerk vervolgens de naam zoals gewenst. Er kunnen maximaal 200 genrenamen worden opgeslagen.
De genrenaam die u invoert, wordt effectief als de huidige record is bewerkt (overschreven) door op de [8] (OK)-knop
te drukken, of als er een nieuwe record wordt geregistreerd door op de [J] (NEW RECORD)-knop te drukken. Als u de MUSIC FINDER EDIT-display verlaat zonder in feite de record te hebben bewerkt of geregistreerd, wordt de ingevoerde genrenaam gewist.
[8] OK
Voert alle bewerkingen en wijzigingen aan de record uit. Als u op deze knop drukt, verschijnt er een mededeling die u vraagt om de handeling uit te voeren, af te breken of te annuleren.
YES .................. Druk hierop om de record te vervangen en de display te sluiten.
NO .................. Druk hierop om de display te sluiten zonder de record te vervangen.
CANCEL........... Druk hierop om het mededelingvenster te sluiten en terug te keren naar de voorgaande display.
[8] CANCEL (annuleer)
Druk hierop om de handeling te annuleren en terug te keren naar de MUSIC FINDER-display.
PAS OP
Let er op dat u, om alle bewerkte en geregistreerde data v ast te houden, alle Music Finderrecords als een le opslaat (blz. 165). Als u dit niet doet, zullen de data verloren gaan als er een andere Music Finderle wordt opger oepen of de fabrieksinstellingen wor den teruggeroepen (blz. 165).
PSR-2100/1100/A1000
81
Page 82
De multipads
De PSR-2100/1100/A1000 multipads kunnen worden gebruikt om een aantal korte voor-opgenomen ritmische en melodische sequences af te spelen die kunnen worden gebruikt om impact en verscheidenheid aan uw toetsenbordspel toe te voegen.
PSR-2100/1100:
PSR-A1000:
Multipads
De multipads bespelen
Selecteer de gewenst bank in de MULTI PAD BANK-display (blz. 43).
1
Druk op een willekeurige multipad.
2
MULTI PAD
De corresponderende frase (in dit geval voor Pad 4) begint helemaal af te spelen zodra de pad wordt ingedrukt. De multipadfunctie voorziet in twee verschillende manieren om tijdens de frase te stoppen:
• Om alle pads te stoppen, drukt u op de [STOP] -knop en laat deze weer los.
• Om bepaalde pads te stoppen, houdt u de [STOP] -knop ingedrukt en drukt tegelijkertijd op de pad of pads die u wilt stoppen.
STOP
Multipads
OPM.
• Tik gewoon op een wille­keurig moment, op een wil­lekeurige multipad om de corresponderende frase in het huidig ingestelde tempo af te spelen.
• U kunt zelfs twee, drie of vier multipads tegelijkertijd bespelen.
• Op de pad drukken terwijl deze al afspeelt, zal het afspelen stoppen en het afspelen weer starten vanaf het begin.
Chord Match
Zet ACMP aan (blz. 69).
1
Speel een akkoord met uw linkerhand en druk op een willekeurige multipad.
2
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
MULTI PAD
In dit voorbeeld, zal de frase voor Pad 1 worden getransponeerd naar F-majeur voordat deze wordt afgespeeld. Probeer eens andere akkoorden te spelen en op de pads te drukken. Houd in gedachte dat u ook akkoorden kunt wijzigen terwijl een pad afspeelt.
PSR-2100/1100/A1000
82
STOP
OPM.
De status van Chord Match aan/uit is afhankelijk van de geselecteerde Multipadbank.
Page 83
81 2 3 4 5 6 7
De multipads
Multipad Edit
Deze functie laat u afzonderlijke multipadinstellingen van de éne multipadbank kopiëren naar een andere.
Open/Save-display voor multipads (blz. 43)
Selecteren de gewenste multipad(s).
A
B
C
D
E
Gelijk aan de Open/Save-display op de bladzijden 49 en 52.
F
G
H
I
J
Roept de pagina van het bovenliggende niveau op.
PSR-2100/1100/A1000
83
Page 84
81 2 3 4 5 6 7
Op commercieel beschikbare muziekdata rusten auteurs­rechten, en zijn uitsluitend bedoeld voor persoonlijk ge­bruik door de koper.
OPM.
Zie voor meer informatie over de song file types die compatibel zijn met de PSR­2100/1100/A1000, blz. 174.
OPM.
Song afspelen
Hier leert u hoe u songs af kunt spelen. Songs bevatten de interne songs van het instrument, spel wat u zelf heeft opge­nomen met de opnamefuncties (blz. 105), en commercieel beschikbare songdata. U kunt deze uiterst veelzijdige eigen­schap op verschillende manieren gebruiken — meespelend op het toetsenbord met de opgenomen song. U kunt ook de muzieknotatie (alleen op de PSR-2100) en songteksten in de LCD weergeven. Als u een microfoon aansluit op de PSR-2100, kunt u meezingen met de song of automatische begeleiding en automa­tisch vocal harmonyparts laten toevoegen (blz. 141).
SONG
EXTRA
TRACK2TRACK
TRACKS
1 REPEAT
(STYLE) (R)(L)
TOP
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
SWING &
JAZZ
POP & ROCK
DANCE
BALLAD USERLATIN
TRANSPOSE
RESET
MASTER VOLUME
FADE IN/OUT
SONG
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
INTRO
EXTRA
MAIN
TRACKS
MIN MAX
TRACK2TRACK
ENDING
/ rit.
AUTO FILL IN
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
TOP
NEW SONG SYNC. START
Compatibele songtypes
• Commercieel beschikbare songdata
Diskettes met dit logo bevatten songdata die compatibel zijn met GM (General MIDI).
Diskettes met dit logo bevatten songdata die compatibel zijn met het Yamaha XG-format. XG is een significante verbetering van de “GM System Level 1” standaard, voorziet in meer voices, een groter aantal bewerkingsregelaars, en ondersteuning voor meerdere effectsecties en effecttypes.
METRO­NOME
START/STOP
MULTI PAD
OTS LINK
BALLROOM
SYNC. STOP
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MARCH & WALTZ
MIXING CONSOLE
PART
MENU DEMO
TAP TEMPO
TEMPO
HELP
RESET
STOP
FUNCTION
SYNC. START
START/STOP
1 REPEAT
START/STOP
VOICE EFFECT
LEFT
HOLD
BACK NEXT
VOICE
PIANO & HARPSI.
MAIN
METRO­NOME
F
G
H
I
J
EXIT
GUITAR
LAYER
STRINGS CHOIR & PAD
LEFT
USER
MUSIC FINDER
MIC.
VH TYPE
SELECT OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
DATA ENTRY
A
B
C
D
E
BALANCE DIRECT ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
HARMONY/
SUSTAIN
ECHO
E.PIANO
BASS
ORGAN FLUTES
VOCAL
MIC.
HARMONY
SETTING
ONE TOUCH SETTING
ACCORDION
DSP
VARIATION
MONOTOUCH
ORGAN &
PERCUSSION
BRASS
WOODWIND
SYNTH.
XG
UPPER OCTAVE
RESET
EFFECT
TALK
Diskettes met dit logo bevatten songdata die compatibel zijn met het Yamaha DOC (Disk Orchestra Collection) format.
Diskettes met dit logo bevatten songdata die compatibel zijn met het origine­le MIDI-fileformat van Yamaha.
• Songs die u heeft opgenomen (blz. 105) en op de PSR-2100/1100/A1000 of diskette heeft opgeslagen.
PSR-2100/1100/A1000
84
Page 85
Song afspelen
De interne songs afspelen
Song afspelen
1
2
2-2 Open een map en se-
lecteer een song om te worden afgespeeld.
A
B
C
D
E
2-1 Selecteer de PRESET-tab met
de [BACK]-knop.
A
B
C
D
E
BACK NEXT
OPM.
Als het MAIN-scherm (links) niet wordt weergegeven, druk dan op de [DIRECT
ACCESS]-knop gevolgd
F
G
H
I
J
door de [EXIT]-knop.
OPM.
U kunt ook een verschei­denheid aan andere instel­lingen maken (zoals tempo, voiceselectie, enz.) en ze automatisch laten terugroe­pen als u de song afspeelt (blz. 117).
OPM.
U kunt Synchro Start voor de song aanzetten door te­gelijkertijd op de [TOP]-knop
BACK NEXT
en de SONG [START/STOP] knop te drukken. De song
-
begint zodra u het toetsen­bord bespeelt. U kunt deze functie ook samen met de Stijl Synchro Startfunctie
F
G
H
I
J
gebruiken (blz. 69).
OPM.
U kunt het volume automa­tisch laten in- en uit-faden aan het begin en eind van de song. Druk gew oon op de [F ADEIN/OUT]- knop aan het begin van het afspelen van de song om de song in te faden, en druk er nogmaals op aan het eind van de song om uit te faden.
De song begint.
3
SONG
EXTRA
TRACK2TRACK
TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
1 REPEAT
START/STOP
TOP
METRO­NOME
Pas het tempo aan met de TEMPO [ ][ ]-knoppen (blz. 59) of de [T AP TEMPO]-knop. U kunt zelfs de afspeelsnelheid wijzigen door het tempo in te tikken — tik gewoon twee keer op de [T AP TEMPO]-knop.
OPM.
Songs kunnen ook continu worden afgespeeld. Zet SONG CHAIN PLA Y op ON via de SONG SETTING-dis­play (blz. 151).
END
START/STOP
Om de song onmiddellijk te stoppen, drukt u nogmaals op de -knop.
EXIT
Druk op de -knop om terug te keren naar het voorgaande scherm.
OPM.
Let er op dat de taalinstelling van het instrument (blz. 165) gelijk is aan die van de file­naam van de song die u af­speelt.
PSR-2100/1100/A1000
85
Page 86
86
Song afspelen
Tegelijkertijd een song en een begeleidingsstijl afspelen
Als u een song en een begeleidingsstijl tegelijkertijd afspeelt, worden de kanalen 9 - 16 van de songdata vervangen door de begeleidingsstijlkanalen — waardoor u de automa­tische begeleidingsstijlen en -eigenschappen kunt gebruiken in plaats van de begelei­dingsparts van de song. Maak de hieronderstaande instellingen en speel uw eigen ver­vangende akkoorden in plaats van de akkoorddata van de song.
• [ACMP]-knop........................AAN
• [AUTO FILL IN]-knop...........AAN
Selecteer de song en start het afspelen door op de SONG [START/STOP]-knop te
1
drukken.
Selecteer de gewenste begeleidingsstijl.
2
Start de stijl door op de STYLE [START/STOP]-knop te drukken.
3
OPM.
De begeleiding stopt als u de song stopt. Als de bege­leidingsstijl speelt en u start de song, stopt de begelei­ding automatisch.
Voeg een break toe of wijzig van sectie (met de STYLE-sectieknoppen), terwijl de
4
song speelt. Er spelen fill-inpatronen als u van sectie verandert.
END
De stijl stopt automatisch als de song klaar is of wordt gestopt.
OPM.
Enkele van de interne songs zijn gemaakt met gebruikmaking van de begeleidingsstijlen. Bij deze songs worden de begeleidingsstijlen automatisch gestart bij het starten van het song afspelen.
PSR-2100/1100/A1000
Page 87
Song afspelen
Songs van diskette afspelen
Plaats de diskette in de diskdrive.
Plaats de diskette met de sluiter naar voren en het label naar boven.
De methode voor het afspelen is gelijk aan die in de “De interne songs afspelen” instructies (blz. 85), met uitzondering van het feit dat u de FLOPPY DISK -pagina in de SONG -display moet selecteren.
Andere afspeelgerelateerde handelingen
Repeat / Rewind / Fast forward (herhalen / terugspoelen / snel vooruit spoelen)
Tijdens het afspelen, kunt u de song terug laten keren naar het begin, en weer van het begin af aan af laten spelen door op deze knop te drukken. Als het afspelen is gestopt, zal drukken op deze knop de song terugzetten naar het begin.
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
SONG POSITION-display
Als “BAR” is geselecteerd, kunt u een maatnummer aangeven (geteld vanaf het begin van de song) met de [REW]- en [FF]-knoppen. Als “PHRASE MARK” is geselecteerd, kunt u een frasemarkeringsnummer aangeven met de [REW]- en [FF]-knoppen.
TOP
START/STOP
Druk op deze knop om de SONG POSITION-display op te roepen (zie hieronder). Om terug te keren naar de SONG-displa y, drukt u op de [EXIT]-knop.
OPM.
Zorg ervoor dat, voordat u verder gaat, u het gedeelte “Omgaan met de diskdrive (FDD) en diskette” leest (blz.
7).
OPM.
U kunt instellen of de PSR­2100/1100/A1000 wel of niet automatisch de eerste dis­kettesong oproept als er een diskette wordt geplaatst (blz.
164).
OPM.
Sommige songdata voor de PSR-2100/1100/A1000 is opgenomen met speciale “free tempo” (vrije tempo) instellingen. Tijdens het af­spelen van zulke songdata, komen de maatnummers die te zien zijn in de display niet overeen met de daadwerke­lijke maat; dit dient alleen als een indicatie van hoeveel er van de song is afgespeeld.
OPM.
Het kan zijn dat een song die een grote hoeveelheid data bevat niet goed gelezen kan worden door het instrument en dat u deze niet kunt selec­teren. De maximum capaci­teit is ongeveer 200-300KB, maar dit kan variëren afhan­kelijk van de data-inhoud v an een song.
OPM.
Phrase Mark (frasemarkering)
Deze data geeft een be­paalde locatie in de songda­ta aan.
PHRASE MARK” wordt alleen aangegeven als de song frasemarkeringen bevat. Druk op de
[J]-knop om te schakelen tussen “BAR” en “PHRASE MARK” en gebruik vervolgens de [REW]- en [FF]-knoppen om de gewenste maat of frasemarkering te selecteren.
De volumebalans aanpassen / Bepaalde kanalen uitschakelen (muten)
BALANCE
CHANNEL ON/OFF
PART
Druk op deze knop om de BALANCE-display op te roepen (blz. 70).
Druk op deze knop om de CHANNEL ON/OFF-display op te roepen (zie hieronder).
CHANNEL ON/OFF-display
Selecteer de [SONG] -tab met de [CHANNEL ON/OFF] -knop, en schakel het gewenste ka­naal uit (mute) door deze op [OFF] in te stellen. Om een kanaal solo te zetten (alleen dat kanaal zal klinken), houdt u de betreffende knop, die met het kanaal correspondeert, inge­drukt. Om de solo voor het kanaal weer uit te schakelen, drukt u nogmaals op de knop van dat kanaal.
OPM.
Kanaal
Verwijst naar het MIDI-kanaal in de songdata. De kanalen zijn toegewezen zoals hieron­der aangegeven, voor de PSR-2100/1100/A1000.
Song
1 - 16
Begeleidingsstijl
9 - 16
PSR-2100/1100/A1000
87
Page 88
88
Song afspelen
Bepaalde parts uitschakelen — Track1/Track2/Extra Tracks
Deze eigenschap laat u bepaalde parts van de song (Track1, Track2, Extra Tracks) uitschakelen (muten), en alleen die parts afspelen die u wilt horen. Als u, bijvoorbeeld, de melodie van een song wilt oefenen, kunt u alleen de rechter­handpart uitschakelen en die part zelf spelen.
Selecteer de song die afgespeeld moet
1
worden (blz. 84).
Gebruik deze knop om de overige speelparts (alle parts behalve
2
3
die van de rechterhand/linkerhand) aan/uit te schakelen.
SONG
Start de song. Het tempo aanpassen met de TEMPO [ ][ ]-knoppen (blz. 59).
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
TOP
TRACK2TRACK
START/STOP
1
Gebruik deze knop om de linkerhandpart aan/uit te schakelen.
METRO­NOMEREPEAT
Gebruik deze knop om de rechterhandpart aan/uit te schakelen.
END
Om de song te stoppen, drukt u nogmaals op de ­knop.
OPM.
U kunt de kanaaltoewijzin­gen voor Track 1 en Track 2 wijzigen (blz. 151), w aardoor u aan kunt geven welke parts worden uitgeschakeld als u op de [TRACK 1]/
[TRACK 2]/[EXTRA TRACKS]-knoppen drukt.
OPM.
Alle tracks worden automa­tisch ingesteld op aan als u een andere song selecteert.
START/STOP
Herhaaldelijk afspelen van een bepaald gedeelte
Deze eigenschap maakt het u mogelijk om een bepaald gedeelte van de song (tussen Punt A en Punt B) aan te geven, en dit herhaaldelijk af te spelen.
Speel de song af (blz. 85, 87).
1
SONG
2
Na een automatische inleiding (om u te helpen in de frase te komen), wordt het
3
gedeelte van punt A tot punt B herhaaldelijk afgespeeld.
EXTRA
TRACK2TRACK
TRACKS
(STYLE) (R)(L)
1
METRO­NOMEREPEAT
Onafhankelijk van of de song afspeelt of is gestopt, zal drukken op de [TOP]­knop de song terugzetten naar punt A.
Stop de song.
4
START/STOP
END
Om de Repeatfunctie te annuleren, drukt u nogmaals op de -knop.
OPM.
U kunt ook de punten A en B aangeven als de song niet loopt. Stel Punt A in door op de [REPEA T]-knop te drukken, gebruik vervolgens de [FF]-knop om naar de gewenste eindlocatie te gaan en stel dan Punt B in door nogmaals op [REPEA T] te drukken.
Druk op deze knop op het punt waar u wilt dat de te herhalen frase begint (Punt A). Druk op deze knop op het punt waar u wilt dat de te herhalen frase eindigt (Punt B).
REPEAT
OPM.
Punt B kan niet worden ge­selecteerd tenzij eerst Punt A is geselecteerd.
OPM.
Alleen Punt A aangeven re­sulteert in herhaaldelijk af­spelen tussen Punt A en het einde van de song.
OPM.
De aangegeven A- en B­punten zullen worden ge­wist als u een ander song­nummer selecteert, de her­halingsfunctie annuleert, of een andere herhalingsmode selecteert — zoals frase­herhaling of herhalen bij songketen afspelen (blz.
147).
PSR-2100/1100/A1000
Page 89
Song afspelen
81 2 3 4 5 6 7
Muzieknotatie weergeven — Score (alleen PSR-2100/1100)
Met deze eigenschap, kunt u de notatie automatisch in de display laten zien terwijl de song speelt. Dit kan worden gebruikt bij uw eigen opnamen alsook bij de interne demosongs.
OPM.
Selecteer de
1
gewenste song (blz. 85, 87).
2
A
B
C
D
E
Als het MAIN-scherm (links) niet wordt weergegeven, druk dan op de [DIRECT AC-
CESS]-knop gevolgd door de [EXIT]-knop.
OPM.
De weergegeven notatie wordt gegenereed door de PSR-2100/1100 op basis van de songdata. Gevolg hiervan is dat het kan zijn dat het niet exact gelijk is aan de commercieel be­schikbare bladmuziek van dezelfde song — vooral bij de weergegeven notatie v an gecompliceerde passages met veel korte noten.
3
Schakelt het weergeven van het linkerhandtoets­gedeelte aan/uit. Afhankelijk van andere instellin­gen, kan deze parameter niet beschikbaar zijn en er grijs uitzien. Als dit het geval is, ga dan naar de ge­detailleerde instellingsdisplay (zie volgende bladzij­de); gebruik de [8▲▼]-knoppen) en stel de LEFT CH.-parameter in op een willekeurig kanaal behalve op “AUTO”. Of ga naar de SONG SETTING-display in het Function-menu (blz. 147) en stel de TRACK 2-parameter in op een willekeurig kanaal behalve op “OFF”.
Schakelt het weergeven van het rechterhand toetsge­deelte aan/uit. Kanaal 1 wordt automatisch geselec­teerd als
SONG SETTING
[TRACK1]
Schakelt het weergeven van de songtekst aan/uit. Als de geselecteerde song geen songtekstdata bevat, worden songteksten niet weergegeven
Schakelt het weergeven van de akkoorden aan/uit. Als de geselecteerde song geen akkoorddata bevat, worden akkoorden niet weergegeven.
Schakelt het weergeven van de nootnaam (toon­hoogte) aan/uit.
is ingesteld op
-display (blz. 151).
Bepaalt de displayresolutie (oftewel het zoomniveau) van de notatie.
SMALL .....De notatie wordt klein weergegeven.
LARGE..... De notatie wordt groot weergegeven.
[OFF]
vanuit de
Dit roept de gedetailleerde instellingsdisplay voor notatie op. Zie, voor details, de volgende bladzijde.
OPM.
Sommige songdata voor de PSR-2100/1100 zijn opgeno­men met speciale “free tem­po” (vrije tempo) instellin­gen. V oor dergelijke songda­ta worden het tempo, de tel, de maat en de muzieknotatie niet goed weergegeven.
OPM.
[RIGHT] en [LEFT] kunnen niet tegelijkertijd worden uit­gezet.
OPM.
De nootnaam wordt links van de noot aangegeven. Als de ruimte tussen de no­ten te klein is, kan het zijn dat de indicatie linksboven de noot wordt geplaatst.
OPM.
U kunt het aantal maten dat zal worden weergegeven vergroten door het aantal andere items dat wordt weergegeven te verminde­ren (parts, songteksten, akkoorden, enz.).
OPM.
Als verplaatsingstekens (mollen en kruizen) en no­ten niet op één regel kun­nen worden weergegeven, worden ze in het midden van de maat van de volgen­de regel weergegeven.
OPM.
De notatiefuncties kunnen niet worden gebruikt om songdata te creëren door het invoeren van noten. Zie v oor informatie over het creëren van song­data, blz. 109.
PSR-2100/1100/A1000
89
Page 90
Song afspelen
81 2 3 4 5 6 7
Gedetailleerde instellingen voor notatie
OPM.
Als “LEFT” en “RIGHT” zijn ingesteld op hetzelfde ka­naal, wordt de notatie van de rechterhandnoten en de lin­kerhandnoten weergegeven in pianoformat (twee ver­bonden notenbalken).
[1▲▼] LEFT CH/[2▲▼] RIGHT CH
Dit bepaalt het linkerkanaal (kanaal voor het linkerhandgedeelte) en rechterkanaal (kanaal voor het rechterhandge­deelte). Deze instelling gaat terug naar AUTO als er een andere song wordt geselecteerd.
AUTO .........................De kanalen voor de rechter- en linkerhandparts worden automatisch toegewezen — waarbij
de parts op dezelfde kanalen worden ingesteld als de aangegeven kanalen in de SONG
SETTING-display van van het Function-menu (blz. 151).
1-16............................Wijst de part toe aan het aangegeven kanaal, 1- 16.
OFF (alleen LEFT CH) .Geen kanaaltoewijzing.
[3▲▼], [4▲▼] KEY SIGNATURE
Hiermee kunt u midden in een song, op de plaats waar gestopt is, toonsoortwijzigingen aanbrengen, waardoor u de toonhoogte op elk gewenst moment in een song kunt transponeren. Zie voor een overzicht van de toonsoorten, met hun overeenkomstige mineur liggingen en verplaatsingstekens, het overzicht hieronder.
Toonsoorten en verplaatsingstekens
C Maj (A min) G Maj (E min) D Maj (B min) A Maj (F min) E Maj (C min) B Maj (G min) F Maj (D min) C Maj (A min)
C Maj (A min) G Maj (E min) D Maj (B min) A Maj (F min) E Maj (C min) B Maj (G min) F Maj (D min)
De noot geeft de grondtoon noot aan van de majeur toonsoort, en de noot geeft de grondtoon aan van de overeenkomstige mineur.
[5▲▼] QUANTIZE
Dit laat u de nootresolutie in de notatie regelen, waarbij u de timing van alle weergege­ven noten kunt verschuiven of corrigeren, zodat ze rechtgetrokken worden naar een be­paalde nootwaarde. Zorg ervoor dat u de kortste nootwaarde die in de song wordt ge­bruikt selecteert.
Nootresolutie:
1/4 noot, 1/8 noot, 1/16 noot, 1/32 noot, 1/4 triool, 1/8 triool, 1/16 triool, 1/32 triool
OPM.
Noten die korter zijn dan de lengte van de nootresolutie, zullen niet in de notatie wor­den weergegeven.
PSR-2100/1100/A1000
90
Page 91
Song afspelen
[6▲▼] NOTE NAME
Als [NOTE NAME] is ingesteld op ON, worden de nootnaam en solfègenaam (do, re, mi, enz.) aangegeven.
ABC ................. Nootnamen worden aangeven met letters (C, D, E, F, G, A, B).
Fixed Do.......... Nootnamen worden aangeven in solfège en kunnen verschillen, afhankelijk van de geselecteerde
taal (blz. 58).
Engels...............Do Re Mi Fa Sol La Ti
Frans ................Ut Re Mi Fa Sol La Si
Italiaans ...........Do Re Mi Fa Sol La Si
Duits ................Do Re Mi Fa Sol La Si
Spaans..............Do Re Mi Fa Sol La Si
Japans ..............
Movable Do..... Nootnamen worden aangeven in solfège volgens de toonladderintervallen, en zijn daardoor relatief
ten opzichte van de grondtoon. De grondtoon wordt aangeven als Do. In de toonsoort G-majeur zou de grondtoon van Sol worden aangeven als Do. Net als bij “Fixed Do”, is de indicatie verschillend en afhankelijk van de geselecteerde taal.
[8] OK
Dit sluit de gedetailleerde instellingsdisplay en begint de notatie te genereren. U kunt deze handeling ook uitvoeren door op de [ENTER]-knop op het paneel te drukken.
[8] CANCEL
Dit sluit de gedetailleerde instellingsdisplay zonder de instellingen te veranderen. U kunt deze handeling ook uitvoeren door op de [EXIT]-knop op het paneel te drukken.
OPM.
U kunt de displaypagina’s selecteren (degene ervoor en erna) met de [BACK/ [NEXT]-knoppen of de pe­daal (blz. 153).
PSR-2100/1100/A1000
91
Page 92
Song afspelen
EXIT
De songteksten weergeven
Deze functie laat u de songteksten weergeven terwijl de song afspeelt — het daardoor gemakkelijk makend om met uw spel of song afspelen mee te zingen.
* De microfooningang is alleen beschikbaar op de PSR-2100.
Selecteer de
1
gewenste song (blz. 85, 87).
3
2
OPM.
PSR-2100/1000:
De voor songtekstweerga-
A
B
C
D
E
ve gebruikte taal wordt be­paald door de specifieke songtekstdata. Als de song­teksten verminkt of onlees­baar zijn, kunt u dit mis­schien oplossen door de “LYRICS LANGUAGE”- instelling vanuit de SONG SETTING-display te veran­deren (blz. 151).
OPM.
Als de geselecteerde song geen songtekstdata bevat, worden songteksten niet weergegeven
OPM.
Selecteer voor dit voorbeeld “Lyrics” in de Functionmap van de PRESET (SONG)­pagina.
4
Tijdens het
5
song afspelen wordt de be­treffende tekst negatief weer­gegeven.
Start de song.
SONG
SONG
END
TRACK2TRACK
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
1 REPEAT
TOP
TRACK2TRACK
1 REPEAT
TOP
START/STOP
START/STOP
Stop de song.
Om terug te keren naar de voorgaande pagina, drukt u op de -knop.
METRO­NOME
METRO­NOME
OPM.
Als de geselecteerde song akkoorddata bevat, worden de akkoordnamen weerge­geven bij de songteksten.
OPM.
De songteksten kunnen worden gewijzigd (blz. 120).
PSR-2100/1100/A1000
92
Page 93
De [SCALE SETTING]-knoppen lichten op of gaan uit afhankelijk van de songafspeeldata.
De Scale Setting functie heeft geen invloed op de Drumkit-/ SFX-kitvoices.
OPM.
OPM.
81 2 3 4 5 6 7
Oriëntaalse stemmingen gebruiken (alleen PSR-
A1000) – Scale Setting/Scale Tuning/Scale Memory
De Oriental Scales (Oriëntaalse stemmings) eigenschap laat u makkelijk en eenvoudig de toonhoogte van bepaalde noten verhogen en verla­gen, om zo uw eigen stemmingen te creëren. U kunt de stemmingsinstellingen op elk moment veranderen — zelfs als u aan het spelen bent. Er kunnen tot zes stemmingsinstellingen worden opgeslagen, zodat u ze ogenblikkelijk terug kunt roepen op het moment dat u ze nodig heeft.
Een Oriëntaalse stemming instellen — Scale Setting
De [SCALE SETTING] -knoppen stellen een één octaafs toetsenbord voor (C t/m B). U kunt op elk gewenst moment de stemmingsinstellingen eenvoudig veranderen door op één van de
[SCALE SETTING]
-knoppen te drukken, die zich aan de linker­kant van het bedieningspaneel bevinden. Drukken op één van de knoppen zet de Scale Setting-eigenschap voor de betreffende noot aan en uit. De Scale Setting-eigenschap heeft invloed op alle zelfde noten in elk van de octa­ven. Als u deze aanzet (de geselecteerde knop zelf licht op), kunt u het toetsenbord in de geselecteerde oriëntaalse stemming bespelen. De stemmingsinstelling voor elke noot is -50 cent. U kunt de toonhoogte van de stemming ook regelen in stappen van 1-cent in de
SCALE TUNE
-display.
De toonhoogte van de stemming aanpassen — Scale Tuning
U kunt een gewenste voorgeprogrammeerde stemming, waaronder oriëntaalse stemmingen, selecteren en uw eigen stem­mingen creëren door de stemmingsnoten fijn af te regelen. Druk op de play bevindt om de
Selecteer de ge­wenste voorgepro­grammeerde stem­ming. BAYAT en RAST zijn twee typi­sche oriëntaalse stemmingen.
Bepaalt de grondtoon voor elke stemming. Als de grondtoon wordt veranderd, wordt de toonhoogte van het toetsenbord getransponeerd, maar de originele toonhoog­terelatie tussen de no­ten blijft gehandhaafd.
SCALE TUNE
Selecteert de te stem­men noot.
-display op te roepen.
Als u de stemming aanpast, verandert de voorgeprogrammeer­de stemmingsnaam boven in de display naar “EDITED SCALE” om aan te geven dat er wijzigingen zijn aangebracht ten opzich­te van de voorgeprogrammeerde stemming.
[SCALE TUNING]
Selecteer de parts die beïn­vloed moeten worden door de stemmingsinstelling. Selecteer de part die inge­steld moet worden door op 6
/] te drukken en zet
of 7 [ de functie aan of uit door op [8/] te drukken.
Past de stemming van de geselecteerde noten aan.
/] : in 50-cent stappen
[4 [5/] : in 1-cent stappen
Druk tegelijkertijd op de 4 of 5 [/] knoppen om de waarde onmiddellijk terug te zetten naar de fabrieks­instelling.
(van –64 tot +63)
-knop die zich rechts van de dis-
OPM.
De [SCALE SETTING]-knop­pen lichten op als de stem­mingswaardes van de overeen­komstige noot anders dan op “0” zijn ingesteld. Ook de waar­des die u instelt met de [SCALE SETTING]-knoppen, hebben automatisch invloed op de SCALE TUNE-display.
OPM.
Cent
Een eenheid van toonhoogte overeenkomend met 1/100 v an een halve noot (100 cents = 1 halve noot).
OPM.
U kunt uw originele stemming onder een REGISTRATION MEMORY knop registreren. Vink, om dit te doen, “SCALE” af in de REGISTRATION MEMORY display (blz. 97).
PSR-2100/1100/A1000
93
Page 94
B
Oriëntaalse stemmingen gebruiken (alleen PSR-A1000) – Scale Setting/Scale Tuning/Scale Memory
Scale (stemming) PSR-A1000 (zie voor de PSR-2100/1100: blz. 168, 169)
Equal Temperament (Gelijkzwevende temperatuur)
Het toonhoogtebereik van elk octaaf is in twaalf gelijke delen verdeeld, waarbij elke halve noot een zelfde toons­afstand ten opzichte van de volgende noot heeft.
Bayat/Rast
Gebruik deze stemmingen als u Arabische muziek speelt.
Pure Major/Pure Minor (Reine Majeur/Reine Mineur)
Deze stemmingen houden de zuivere wiskundige intervalllen van elke stemming in stand, vooral voor drieklank akkoorden (grondtoon, terts, kwint). U kunt dit het best horen bij daadwerkelijke vocale harmonieën — zoals koren en a capella zingen.
Pythagorean (Pythagoreaans)
Deze stemming is uitgedacht door de beroemde Griekse filosoof en is gecreëerd met een serie reine kwinten, die zijn samengebracht in een enkel octaaf. De tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel, maar de kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt voor enkelvoudige solo’s.
Mean-Tone (Middentoon)
Deze stemming is gecreëerd als een verbetering van de Pythagorean stemming, door de majeur terts interval meer “in stemming” te brengen. Het was vooral populair van de 16e tot de 18e eeuw. Händel, onder andere, gebruikte deze stemming.
Werckmeister/Kirnberger
Deze samengestelde stemming combineert de Werckmeister en Kirnbergersystemen, die op zich verbeteringen van de Mean-Tone en Pythagorean stemmingen waren. De belangrijkste eigenschap van deze stemming is dat elke toets zijn eigen unieke karakter heeft. De stemming werd op grote schaal gebruikt in de tijd van Bach en Beethoven, en wordt zelfs nu nog vaak gebruikt als er muziek uit een bepaald tijdperk wordt gespeeld op de clavecimbel.
Toonhoogte instellingen voor elke stemming (in cents; voorbeeld stemming in C)
De in dit overzicht aangegeven waarden zijn in feite afgerond naar hele getallen voor het gebruik op dit instrument.
CC
Equal T emperament 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 Bayat 0.0 0.0 -50.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 -50.0 0.0 0.0 Rast 0.0 0.0 0.0 0.0 -50.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 -50.0 Pure Major 0.0 -29.7 3.9 15.6 -14.1 -2.3 -9.4 2.3 -27.3 -15.6 18.0 -11.7 Pure Minor 0.0 33.6 3.9 15.6 -14.1 -2.3 31.3 2.3 14.1 -15.6 18.0 -11.7 Pythagorean 0.0 14.1 3.9 -6.3 7.8 -2.3 11.7 2.3 15.6 6.3 -3.9 10.2 Mean-Tone 0.0 -24.2 -7.0 10.2 -14.1 3.1 -20.3 -3.1 -27.3 -10.2 7.0 -17.2 Werckmeister 0.0 -10.2 -7.8 -6.3 -10.2 -2.3 -11.7 -3.9 -7.8 -11.7 -3.9 -7.8 Kirnberger 0.0 -10.2 -7.0 -6.3 -14.1 -2.3 -10.2 -3.1 -7.8 -10.2 -3.9 -11.7
DE
EFF
GA
AB
PSR-2100/1100/A1100
94
Page 95
Oriëntaalse stemmingen gebruiken (alleen PSR-A1000) – Scale Setting/Scale Tuning/Scale Memory
De Scale Setting onthouden – Scale Memory
De stemmingsinstelling die u zojuist heeft gemaakt (met de [SCALE SETTING] -knoppen of in de SCALE TUNE- display) worden onthouden door de Scale Memoryfunctie. Er kunnen tot zes stemmingsinstellingen worden opgeslagen voor ogenblikkelijk terugroepen, op het moment dat u ze nodig heeft.
Maak de gewenste stemmingsinstelling met de [SCALE SETTING]-knoppen of in de SCALE TUNE-display.
1
Druk, terwijl u de [MEMORY]-knop ingedrukt houdt, op een van de SCALE MEMORY [1]–[6]-knoppen.
2
De corresponderende SCALE MEMORY-knop licht op. Reeds onder de geselecteerde knop aanwezige data worden gewist en vervangen door de nieuwe instellingen.
OPM.
De hier onthouden stemmingsinstellingen gaan verloren als u het instrument uitzet, tenzij u de Save-handeling uitvoert (zie het volgende gedeelte).
Uw Scale Settings opslaan
De onder de SCALE MEMORY [1] [6] -knoppen opgeslagen stemmingsinstellingen worden als een enkele file opgeslagen.
OPM.
Druk op de [DIRECT
BANK 01
De instellingen die samen onder de knoppen [1]–[6] zijn opgeslagen wor­den een “bank” genoemd. De banken kunnen worden weggeschreven naar “USER” of “FLOPPY DISK” als Scale Tune Bankfiles.
ACCESS]­knop om de MAIN-display op te roepen.
knop en de [EXIT]-
1
F
G
H
I
J
PSR-2100/1100/A1000
95
Page 96
81 2 3 4 5 6 7
96
Oriëntaalse stemmingen gebruiken (alleen PSR-A1000) – Scale Setting/Scale Tuning/Scale Memory
Sla de instellingen die u heeft gemaakt op onder de SCALE MEMORY-
2
knoppen als een enkele Scale Tune Bankfile (blz. 52).
De SCALE TUNE EDIT­display verschijnt. Kijk hieronder voor details over deze display.
SCALE TUNE EDIT-display
De inhoud van de huidige Scale Tune Bank wordt opgesomd in het SCALE TUNE EDIT -scherm. De namen van de opgeslagen Scale Settings (stemmingsinstellingen) worden aangegeven in de display. Via dit scherm kunt u elk van de stemmingsinstellingen selecteren, benoemen, wissen.
Select ..... Druk op de [ A]–[C]/[F]–[H] -knoppen. The SCALE TUNE EDIT -display is gekoppeld aan de SCALE
MEMORY [1]–[6] -knoppen. Als u de Scale Settings in de display selecteert, licht de corresponderende SCALE MEMORY-knop op.
Name .... Deze handeling is gelijk aan die in de “Files/mappen benoemen” (blz. 49) in “Basisbediening — Uw data
organiseren”.
Delete .... Deze handeling is gelijk aan die in de “Files/mappen wissen” (blz. 51) in “Basisbediening — Uw data
organiseren”.
OPM.
Het resultaat van de benoem-/wishandeling (Name/Delete) gaat verloren als u het instrument uitzet, tenzij u terug gaat naar de SCALE TUNE BANK-display door op de [8] ()-knop te drukken en de data op te slaan (blz. 52).
De Scale Setting terugroepen
Om de opgeslagen stemmingsinstelling terug te roepen, selecteert u de gewenste bank in de SCALE TUNE BANK -display (blz. 93). Druk op de betreffende SCALE MEMORY [1]
[6] -knop waaronder u de instelling heeft opgeslagen. De corresponderende SCALE MEMORY -knop zal oplichten.
De Scale Memory functie kan worden uitgezet door op de SCALE MEMORY -knop te drukken die momenteel aan is, waardoor deze uitgaat. De standaard Equal Temperament (gelijkzwevende temperatuur) stemming (de toonhoogte-instelling voor alle noten is “0”) zal worden teruggeroepen.
PSR-2100/1100/A1100
OPM.
Als u op een SCALE MEMO­RY-knop drukt, waaronder niets is opgeslagen, blijven de huidige stemmingsinstel­lingen gehandhaafd en ver­andert er niets.
Page 97
81 2 3 4 5 6 7
81 2 3 4 5 6 7
Custompaneelsetups opslaan en terugroepen — Registration Memory
Registration Memory is een krachtige eigenschap die u in staat stelt om de PSR-2100/1100/A1000 net zo in te stellen als u wilt — bepaalde voices, stijlen, effect instellingen enz. selecterend— en uw custompaneelsetup op te slaan voor het in de toekomst op kunnen roepen ervan. Als u vervolgens deze instellingen nodig heeft, drukt u gewoon op de betreffende REGISTRATION MEMORY-knop
SONG
(STYLE) (R)(L)
STYLE
MASTER VOLUME
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
STYLE CONTROL
BREAK
ACMP
STANDBY ON
MIN MAX
MAIN
INTRO
EXTRA
TRACK2TRACK
TRACKS
1 REPEAT
START/STOP
TOP
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
SWING &
BALLROOM
POP & ROCK
JAZZ
DANCE
BALLAD USERLATIN
TRANSPOSE
RESET
MULTI PAD
FADE IN/OUT
SYNC.
ENDING
STOP
/ rit.
OTS
AUTO
LINK
FILL IN
METRO­NOME
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
A
DIGITAL RECORDING
MARCH &
WALTZ
TEMPO
RESET
STOP
SYNC. START
START/STOP
B
MIXING CONSOLE
C
D
PART
MENU
E
DEMO
TAP TEMPO
HELP
FUNCTION
BALANCE
DIRECT
ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
F
G
H
I
J
EXIT
VOICE EFFECT
HARMONY/
LEFT
MONOTOUCH
SUSTAIN
ECHO
HOLD
BACK NEXT
VOICE
ORGAN &
PIANO & HARPSI.
E.PIANO
MAIN
LAYER
LEFT
MUSIC FINDER
DATA ENTRY
ACCORDION
GUITAR
BRASS
BASS
STRINGS CHOIR & PAD
SYNTH.
ORGAN FLUTES
USER
UPPER OCTAVE
MIC.
VOCAL
MIC.
VH TYPE
TALK
HARMONY
SETTING
SELECT OVER SIGNAL
ONE TOUCH SETTING
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
DSP
VARIATION
PERCUSSION
WOODWIND
XG
RESET
EFFECT
Paneelsetups registreren — Registration Memory
.
Dit laat zien u hoe u uw custompaneelinstellingen naar de REGISTRATION MEMORY­knoppen kunt registreren. Maak alle instellingen die u wilt met de paneelregelaars en de Registration Memory zal ze voor u “onthouden”.
Stel de paneelregelaars in zoals gewenst.
1
Zie voor een overzicht van de instellingen die kunnen worden geregistreerd de afzonderlijke engelstalige Data List (Parameter Chart).
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
2
3
Selecteer de gewenst parameter­groepen voor de instellingen die u wilt registreren. U kunt ook de [DATA ENTRY]-dial gebruiken om door deze
display te navigeren. Vink het corres­ponderende vakje af om een parame­tergroep te registreren. Groepen die niet worden afgevinkt, zullen geen on­derdeel uitmaken van de Registration Memory-instelling. Dit maakt het u mo­gelijk om bepaalde instellingen te hand­haven, zelfs als er tussen Registration Memorypresets wordt geschakeld. U kunt ook de Freezefunctie gebruiken (blz. 99) om de Registration Memory­wijzigingen te voorkomen — waarmee u kunt voorkomen dat bepaalde paneel­instellingen worden gewijzigd.
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
END
Druk op de gewenste nummerknop voor het registreren van de in-
stellingen.
Indicator is groen.. De paneelinstelling is geregistreerd, maar niet geselecteerd. Indicator is rood
....De paneelinstelling is geregistreerd en is momenteel geselecteerd.
Indicator is uit ...... De paneelinstelling is niet geregistreerd.
OPM.
De hier geregistreerde registraties gaan verloren als het instrument wordt uitgezet, tenzij u de opslag (SAVE) handeling uitvoert die op de volgende bladzijde wordt uitgelegd.
F
G
H
I
J
OPM.
Houd in gedachte dat songs, stijlen of multipads op disk niet kunnen worden geregi­streerd in de Registration Memory. Als u een song, stijl of multipad van diskette wilt registreren, kopieer dan
de relevante data naar “USER” de SONG/STYLE -display (blz. 44) en registreer de da­ta apart.
Annuleert de registratie en keert terug naar de MAIN­display. U kunt ook de [EXIT]-
knop gebruiken.
Vinkt het geselecteerde vakje af. U kunt ook de [ENTER]-knop
gebruiken.
Verwijdert het vinkje van het geselecteerde vakje. U kunt ook de [ENTER]-knop gebruiken.
OPM.
Alle data die reeds waren geregistreerd onder de ge­selecteerde REGISTRA TION MEMORY-knop (indicator is groen of rood) zullen wor­den gewist en vervangen door de nieuwe instellingen.
PSR-2100/1100: Om alle momenteel geregistreerde instellingen ineens te wissen, houdt u de hoogste B-toets op het toetsenbord ingedrukt terwijl u het instrument aan­zet.
in
PSR-2100/1100/A1000
97
Page 98
81 2 3 4 5 6 7
Custompaneelsetups opslaan en terugroepen — Registration Memory
Uw Registration Memory Setups opslaan
De instellingen die geregistreerd zijn naar de REGISTRATION MEMORY [1]-[8] -knoppen worden opgeslagen als een enkele file.
OPM.
Houd in gedachte dat de grootte van de Registration­bankfiles en de geheugen­ruimte die ze in beslag ne­men, afhankelijk is van het aantal functies dat in elk er­van is ingesteld.
OPM.
Druk op de [DIRECT ACCESS]-knop en de [EXIT]-
knop om de MAIN-display op te roepen.
1
BANK 01
Alle instellingen die geregistreerd zijn naar de knoppen [1]-[8] worden een “bank” genoemd. De banken kunnen worden oppgeslagen naar “USER” of “FLOPPY DISK” als Registrationbank files.
F
G
H
I
J
-
Sla de instellingen die u heeft gemaakt op naar de Registration
2
Memoryknoppen als een enkele Registrationbankfile (blz. 52).
De REGISTRATION EDIT-display verschijnt. Zie voor details over deze display, hieronder.
REGISTRATION EDIT-display
De inhoud van de huidige Registration Memorybank (REGIST.) wordt opgesomd in het REGISTRATION EDIT ­scherm. De namen van de opgeslagen Registration Memorypresets worden getoond in de display en de indicators van de relevante REGISTRATION MEMORY-knoppen lichten groen op. Vanuit dit scherm, kunt u de Registration Memorypresets selecteren, benoemen of wissen.
Select ...............Druk op de [A] - [J] knoppen. De REGIST. display is gekoppeld aan de REGISTRATION MEMORY
Name ...............Deze handeling is gelijk aan die van “Files en mappen benoemen” (blz. 49) in “Basisbediening
Delete ..............Deze handeling is gelijk aan die van “Files/mappen wissen” (blz. 51) in “Basisbediening — Uw
OPM.
Het resultaat van de Name/Delete-handeling zal verloren gaan als het instrument wordt uitgezet, tenzij u via de [8 knop terug gaat naar de REGISTRATION BANK-display en de data opslaat (blz. 52).
PSR-2100/1100/A1000
98
[1] - [8] knoppen. Als u de Registration Memorypreset in the display selecteert, gaat de gerela-
teerde knop aan (indicator is rood).
— Uw data organiseren”.
data organiseren”.
] (omhoog)-
Page 99
81 2 3 4 5 6 7
Custompaneelsetups opslaan en terugroepen — Registration Memory
Een Registration Memory Setup terugroepen
U kunt alle paneelinstellingen die u heeft gemaakt terugroepen — of alleen diegenen die u precies wilt of nodig heeft. Als u, bijvoorbeeld, “STYLE” in de REGISTRATION MEMORY ­display de-selecteert, kunt u de momenteel geselecteerde stijl aanhouden, zelfs als u de Registration Memorypreset wijzigt.
De geregistreerde instellingen terugroepen
Druk op de betreffende REGISTRATION MEMORY-knop (één waarvan de indicator groen is) om de gewenste instellingen op te roepen.
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
De Freeze instellingen selecteren
1
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
2
OPM.
Selecteer de gewenste bank in de REGISTRATION BANK-display (blz. 98).
OPM.
U kunt uw Registration Me­morypresets programmeren om achtereenvolgens te worden opgeroepen, in de volgorde die u wenst. Eenmaal geprogrammeerd, kunnen de presets 1 - 8 ach­tereenvolgens worden gese­lecteerd met de [BACK] [NEXT]-knoppen of de pe­daal (blz. 156).
Roep de “FREEZE”­pagina op vanuit het REGIST.SEQUENCER/ FREEZE/VOICE SET-
Vinkt het geselec­teerde vakje af.
scherm (blz. 156).
Verwijdert het vinkje
Selecteer de Freeze-instellingen.
Druk op de [FREEZE]-knop. Als Freeze actief is (lamp is aan), zullen de instellingen die u heeft aangegeven in de
3
Freezepagina worden gehandhaafd of onveranderd blijven, zelfs bij het veranderen van Registration Memorypresets.
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
Druk op de betreffende REGISTRATION MEMORY-knop (één waarvan de indicator groen is) om de
4
gewenste instellingen op te roepen.
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
van het geselec­teerde vakje.
PSR-2100/1100/A1000
99
Page 100
81 2 3 4 5 6 7
Voices bewerken — Sound Creator
De PSR-2100/1100/A1000 heeft een Sound Creatorfunctie die het u mogelijk maakt om uw eigen voices te creëren door het bewerken van enkele parameters van de bestaande voices. Als u eenmaal een voice heeft gecreëerd, kunt u deze opslaan als een USER-voice zodat u hem later kunt terugroepen.
SONG
TRACK2TRACK
EXTRA TRACKS
(STYLE) (R)(L)
REC REW FF
NEW SONG SYNC. START
STYLE
POP & ROCK
BALLAD USERLATIN
MASTER VOLUME
STYLE CONTROL
ACMP
INTRO
STANDBY ON
BREAK
MIN MAX
MAIN
ENDING
/ rit.
1 REPEAT
START/STOP
TOP
SWING &
JAZZ
BALLROOM
DANCE
TRANSPOSE
TEMPO
RESET
MULTI PAD
FADE IN/OUT
SYNC.
SYNC.
STOP
START
OTS
AUTO
FILL IN
LINK
SOUND CREATOR
METRO­NOME
MARCH &
WALTZ
TAP TEMPO
RESET
STOP
DIGITAL STUDIO
START/STOP
DIGITAL STUDIO
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MIXING CONSOLE
PART
MENU DEMO
HELP
FUNCTION
A
B
C
D
E
BALANCE DIRECT ACCESS
CHANNEL ON/OFF
PART
F
G
H
I
J
EXIT
VOICE EFFECT
HARMONY/
LEFT
MONOTOUCH
SUSTAIN
ECHO
HOLD
BACK NEXT
VOICE
ORGAN &
PIANO & HARPSI.
E.PIANO
ACCORDION
BRASS
GUITAR
BASS
SYNTH.
STRINGS CHOIR & PAD
USER
ORGAN FLUTES
VH TYPE SELECT
VOCAL
MIC.
SETTING
HARMONY
ONE TOUCH SETTING
UPPER OCTAVE
TALK
MIC.
OVER SIGNAL
ENTER
REGISTRATION MEMORY
FREEZE MEMORY
MUSIC FINDER
DATA ENTRY
MAIN
LAYER
LEFT
DSP
VARIATION
PERCUSSION
WOODWIND
XG
RESET
EFFECT
Procedure
Druk op de [F], [G] of [H]-knop om de part
1
te selecteren (MAIN, LAYER of LEFT) die de voice bevat die u wilt bewerken.
F
G
H
I
J
Druk op de
2
[SOUND CREA­TOR]-knop.
SOUND CREATOR
DIGITAL RECORDING
MIXING CONSOLE
DIGITAL
STUDIO
PART
OPM.
• De voice kan in realtime worden bewerkt terwijl een song/stijl speelt.
• Houd in gedachte dat het kan zijn dat aanpassingen van de parameters niet veel in het daadwerkelijke geluid veranderen vanwe­ge de originele instellingen van de voice.
OPM.
De voice kan ook worden geselecteerd in de SOUND CREATOR-display.
PAS OP
De instellingen gaan verlo­ren als de voice waarvan de part is bewerkt wordt omge­schakeld naar een andere voice. Belangrijk data zou­den moeten worden opge­slagen naar de USER-drive of diskette.
De voice parameters bewerken.
3
De handelingen voor elke functie die in deze stap zijn geselecteerd worden in detail behandeld, te beginnen op blz. 102 (Regular Voice) en blz. 104 (Organ Flutes).
Selecteer het gewenste
REGULAR VOICE
Kan worden gebruikt tijdens het bewerken om het geluid van de originele voice te vergelijken met de bewerkte voice.
Selecteer het gewenste menu. Het geselecteerde menu is ge­markeerd.
Sla de bewerkte voice op naar de USER-drive
4
(Flash ROM) als een USER-voice (blz. 52).
menu door op de [NEXT]/ [BACK]-knop te drukken.
Geeft de parameters aan die beschikbaar zijn voor bewerking in deze display. Deze komen overeen met de parameters/waar­den die onderin de display te zien zijn.
Selecteer of pas de parameters aan.
Opent de Save (V oice)-displa y v oor het opslaan van de bewerkte voice als een USER-voice (blz. 52).
5
ORGAN FLUTES (alleen de PSR-2100)
A
B
C
D
E
Druk op de [USER]-knop om de bewerkte voice te selecteren, en bespeel het toetsenbord.
F
G
H
I
J
PSR-2100/1100/A1000
100
Loading...