Fiery®en EFI™zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Electronics For
Imaging, Inc.
Macintosh®en Mac OS®zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
Microsoft, Microsoft Windows en Internet Explorer zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Netware®is een geregistreerd handelsmerk van Novell, Inc.
Solaris®is een geregistreerd handelsmerk van Sun Microsystems, Inc.
Kerberos®is een handelsmerk van het Massachusetts Institute of Technology.
BR4002
®
Inhoudsopgave
1 Overzicht voor systeembeheerders....................................................1-1
De systeembeheerdersmodus starten / beëindigen..............................................1-1
Het IP-adres van de pers achterhalen.........................................................................1-1
Functies beperkt door verificatie van gebruikers-ID..............................11-6
Functies beperkt door combinatie van SmartCard en verificatie
van gebruikers-ID......................................................................................11-8
Common Access Card (CAC)......................................................................................11-11
Verificatie met een Common Access Card (CAC).................................11-11
De Common Access Card (CAC) uitschakelen.......................................11-12
12 Problemen met Beheer oplossen...................................................12-1
Problemen met SMB oplossen.....................................................................................12-1
Problemen met CentreWare Internet Services oplossen...................................12-3
Problemen met de scanner oplossen........................................................................12-4
Handleiding voor de systeembeheerder
xiXerox®Versant®80 Press
Inhoudsopgave
Xerox®Versant®80 Pressxii
Handleiding voor de systeembeheerder
1
Overzicht voor
systeembeheerders
De systeembeheerdersmodus starten /
beëindigen
1. Druk op de knop Aanmelden/afmelden van de gebruikersinterface op de pers.
2. Voer de aanmeldings-ID van de systeembeheerder in met het numerieke toetsenblok
en selecteer Enter.
De standaard Aanmeldings-ID is admin en de standaard toegangscode is 1111.
OPMERKING
Het gebruik van toegangscodes is niet standaard ingeschakeld.
3. Voor toegang tot systeemfuncties drukt u op de gebruikersinterface op de knop
Apparaatstatus.
4. Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u het tabblad Hulpprogramma's.
5. Selecteer de toepasselijke modus, groep en functie.
6. Druk op de knop Aan-/afmelden om u af te melden.
7. Wanneer het scherm Afmelden verschijnt, selecteert u Afmelden.
Het IP-adres van de pers achterhalen
Het IP-adres van de pers vindt u in het configuratieoverzicht dat u via het aanraakscherm
van de pers verkrijgt. Dit adres wordt echter alleen gebruikt voor het mogelijk maken
van communicatie en verbinding via het netwerk tussen de pers en de printserver.
Handleiding voor de systeembeheerder
1-1Xerox®Versant®80 Press
Overzicht voor systeembeheerders
Het IP-adres van de pers verkrijgen:
1. Druk op de gebruikersinterface van de pers op de knop Apparaatstatus.
2. Selecteer het tabblad Apparaatinformatie. Het IP-adres wordt weergegeven.
Gebruikersinterface aanpassen
Schermen en knoppen op de gebruikersinterface aanpassen
De beheerder kan de volgende functies aanpassen:
• Of bepaalde schermen op de gebruikersinterface van de pers worden weergegeven.
• wanneer de schermen kunnen worden weergegeven, bijvoorbeeld als de pers wordt
ingeschakeld of als deze uit de modus Energiespaarstand komt,
• De helderheid van de schermen als deze op de gebruikersinterface van de pers worden
weergegeven.
• De snelheid van de bladerknoppen naast het scherm.
• De standaardtaal die moet worden gebruikt.
Toepassing toewijzen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Voor toegang tot systeemfuncties drukt u op de gebruikersinterface op de knop
Apparaatstatus.
3. Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u het tabblad Hulpprogramma's.
5. Selecteer Instellingen schermen/knoppen. Selecteer de functie die u wilt instellen
of wijzigen in de lijst.
6. Selecteer Instellingen wijzigen.
7. Selecteer de gewenste instelling voor de functie.
8. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
9. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
10. Verlaat de modus Beheerder.
Standaard beginscherm wijzigen
Gebruik deze procedure voorhet wijzigen van het scherm dat wordt weergegevenwanneer
het apparaat wordt ingeschakeld of wanneer de energiespaarstand wordt gedeactiveerd.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.
6. Selecteer Home Functies in de weergegeven lijst.
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. In de weergegeven lijst selecteert u de positie waar u de functie Opgeslagen
programmering wilt toewijzen.
9. In het scherm Selectie hoofdfunctie selecteert u de functie Opgeslagen
programmering.
10. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
11. Selecteer nogmaals Opslaan.
Het venster Instellingen scherm/knoppen wordt nu weergegeven.
12. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
13. Verlaat de modus Beheerder.
Energiespaarstand
Overzicht van de energiespaarstand
Met de toepassing Energiespaarstand kan de pers overgaan op een stand waarin minder
energie wordt verbruikt nadat alle afdrukopdrachten zijn voltooid en er momenteel geen
opdrachten worden verwerkt. Er zijn twee energiespaarstanden: Laag stroomverbruik
en slaapstand.
Xerox®Versant®80 Press1-4
Handleiding voor de systeembeheerder
Overzicht voor systeembeheerders
De pers schakelt automatisch over op de stand Laag stroomverbruik wanneer er 1 minuut
lang geen activiteit heeft plaatsgevonden. De pers schakelt over op de slaapstand als
er 1 minuut lang geen activiteit heeft plaatsgevonden. Deze beide intervallen kunnen
worden gewijzigd door de systeembeheerder.
Hier volgen twee voorbeelden:
• Als de modus Laag stroomverbruik op 15 minuten is ingesteld en de slaapstand op
60 minuten, wordt de slaapstand na 60 minuten inactiviteit totaal geactiveerd en
niet 60 minuten nadat de modus Laag stroomverbruik is gestart. Met andere woorden,
de slaapstand wordt 45 minuten na het begin van de stand Laag stroomverbruik
geact iveerd.
• Als de energiespaarstand is ingesteld op 15 minuten en de slaapstand op 20 minuten,
wordt de slaapstand geactiveerd 5 minuten nadat de energiespaarstand is
ingeschakeld.
Voor informatie over het veranderen van de tijdsintervallen raadpleegt u De
tijdsintervallen van de energiespaarstand instellen / wijzigen.
Modus Laag stroomverbruik
In deze stand wordt energie bespaard door minder stroom te gebruiken voor de
gebruikersinterface en de fusereenheid. Het scherm gaat uit en de toets
Energiespaarstand op het bedieningspaneel gaat branden. Druk op de toets
Energiespaarstand om de pers te gebruiken. De toets Energiespaarstand dooft om aan
te geven dat de functie Energiespaarstand is uitgeschakeld.
Slaapstand
In deze stand wordt het stroomverbruik nog verder beperkt in vergelijking met de modus
Laag stroomverbruik. Het scherm gaat uit en de toets Energiespaarstand op de
gebruikersinterface gaat branden. Druk op de toets Energiespaarstand om de pers te
gebruiken. De toets Energiespaarstand dooft om aan te geven dat de functie
Energiespaarstand is uitgeschakeld.
Energiespaarstand afsluiten
De pers sluit de energiespaarstand af in de volgende gevallen:
• U drukt op de gebruikersinterface van de pers op de knop Energiespaarstand
• Er worden afdrukgegevens ontvangen voor een binnenkomende opdracht die moet
worden uitgevoerd of
• U programmeert een kopieer- of scanopdracht en voert deze uit.
Handleiding voor de systeembeheerder
1-5Xerox®Versant®80 Press
Overzicht voor systeembeheerders
Xerox®Versant®80 Press1-6
Handleiding voor de systeembeheerder
2
Hulpprogramma's (Modus
Beheerder)
Overzicht Hulpprogramma's
Hieronder vindt u een samenvatting van de verschillende opties voor de knop
Apparaatstatus > Hulpprogramma’s op de gebruikersinterface van de pers die u kunt
instellen of gebruiken als u als beheerder bent aangemeld.
Als u in de beheerdersmodus op het tabblad Hulpprogramma’s drukt, kunt u de volgende
functies selecteren:
• Fusereenheid reinigen: voer indien nodig deze afdrukkwaliteitsprocedure uit voor
reiniging en voor het verwijderen van tonerafval dat op de achterkant van afdrukken
kan voorkomen.
• DFA-afwerkeenheidprofiel: als de pers met inline DFA-afwerkeenheden van derden
is uitgerust, is deze functie ingeschakeld voor het maken van een profiel van de
afwerkeenheid en het toevoegen/bewerken/verwijderen van de kenmerken ervan.
• Eenvoudige aanpassing afdrukkwaliteit (SIQA) - Hulpprogramma's: dit is een set
procedures die worden gebruikt voor het corrigeren en aanpassen van uitlijning,
densiteit, gelijkmatigheid en de kwaliteit van de beeldoverdracht op afdrukken.
Raadpleeg het SIQA-hoofdstuk voor gedetailleerde informatie en aanwijzingen.
• Hulpprogramma's: selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface
voor toegang tot andere gebieden waarin u systeemfuncties kunt instellen en
beveiligingsinstellingen kunt opgeven, zoals:
- Systeeminstellingen: Raadpleeg Systeeminstellingen voor gedetailleerde
informatie en procedures.
- Instellingen en kalibratie: Raadpleeg Instellingen en kalibratie voor
gedetailleerde informatie en procedures.
- Accountadministratie: Raadpleeg Accountadministratie voor gedetailleerde
Verificatie-/beveiligingsinstellingen voor uitgebreide informatie en procedures.
OPMERKING
Gebruik de bladerknoppen omhoog/omlaag op de schermen voor het weergeven van
de hele lijst met opties.
Essentiële procedures in
Hulpprogramma's
Hierna volgt een lijst met enkele essentiële procedures in Hulpprogramma's:
• Voor Afwerkeenheid aanpassen > Vouwpositie aanpassen raadpleegt u Vouwpositie
aanpassen
• Voor Afwerkeenheid aanpassen > DFA-afwerkeenheidprofielen raadpleegt u Gebruik
van DFA-afwerkeenheidprofielen
• Voor het corrigeren/aanpassen van papierkrulling raadpleegt u Papierkrul aanpassen
• Voor HFSI-tellers raadpleegt u HFSI-tellers (High Frequency Service Items) opnieuw
instellen
• Voor Auto-uitlijning, Uniformiteit dichtheid aanpassen en Beeldoverdracht
raadpleegt u het gedeelte Eenvoudige aanpassing van de afdrukkwaliteit (SIQA) van
deze handleiding
• De pers kalibreren voor kopieer- en scanopdrachten
• Fusereenheid reinigen
Menulijsten van Hulpprogramma's
Hoofdmenu Hulpprogramma's
De pers heeft vele standaardinstellingen die in de fabriek zijn geconfigureerd. Deze
instellingen kunnen worden aangepast. In de volgende tabellen vindt u de
toepassingen/opties die kunnen worden ingesteld of gewijzigd als u bent aangemeld
als beheerder. De toepassingen/opties variëren afhankelijk van de configuratie van de
pers en eventuele optionele geïnstalleerde hardware of software.
Hulpprogramma's
Systeeminstellingen
Instellingen en kalibratie
Accountadministratie
Instellingen verificatie/beveiliging
Documenten opgehaald door client
Standaardinstelling bestandsweergave
Bevestigingsscherm Afdrukken en verwijderen
Kwaliteit/bestandsgrootte voor ophalen
Map maken
Opgeslagen programmering
Opdrachtstroomschema maken
Trefwoorden opdrachtstroomschema
Adresboekvermelding toevoegen
Kenmerken papier in lade
Modus Facturering van afdrukken
KopieeropdrachtKalibratie
Xerox®Versant®80 Press2-4
Handleiding voor de systeembeheerder
Menulijst voor Accountadministratie
Hulpprogramma's (Modus Beheerder)
Accountadministratie
Gebruikersaccounts maken/weergeven
Gebruikersaccounts opnieuw instellen
Teller systeembeheerder (kopieeropdr.)
Type accountadministratie
Factureringsgegevens van gebruiker automatisch op nul zetten
Instellingen accountadmin-/ factureringsapparaat
Kopieeractiviteitenoverzicht
Menulijst Verificatie-/beveiligingsinstellingen
Instellingen
verificatie/beveiliging
Instellingen systeembeheerder
Verificatie
Gebr. toestaan actieve instell. uit te sch.
Standaardwaarde opdrachtstatus
Harde schijf overschrijven
6. Configureer of wijzig de opties van de toepassing naar wens.
7. Selecteer Opslaan.
8. Sluit de systeembeheermodus.
Instellingen veelgebruikte functies
Overzicht van Instellingen veelgebruikte functies
Gebruik Instellingen veelgebruikte diensten om de standaardinstellingen te selecteren
die van invloed zijn op de pers zelf. Instellingen veelgebruikte diensten betreffen de
volgende toepassingen:
Systeemklok/timers
Gebruik deze toepassing om de tijd en intervallen voor de apparaatklok in te stellen
voor allerlei timers.
Instellingen energiespaarstand
U kunt de intervallen voor de modus Laag stroomverbruik en Slaapstand wijzigen met
waarden tussen 1-240 minuten voor elke modus.
Audiotonen
Gebruik deze toepassing om te kiezen of er een waarschuwingstoon klinkt voor
verscheidene apparaatfuncties, bijvoorbeeld wanneer een opdracht eindigt of als er
een storing optreedt.
Instellingen scherm/knop
Gebruik deze toepassing om specifieke schermen en knoppen in te stellen die worden
weergegeven als de stroom wordt ingeschakeld of wanneer het apparaat de
energiespaarstand verlaat.
Instellingen papierlade
Gebruik deze toepassing om items in te stellen met betrekking tot papier en laden.
Aanpassing afdrukkwaliteit
Gebruik deze toepassing om de verwerkingsmethode voor afdrukkwaliteit in te stellen
die wordt gebruikt wanneer het apparaat een origineel scant.
Overzichten
Gebruik deze toepassing om de opties voor afdrukbare overzichten in te stellen. Als u
bijvoorbeeld een bepaalde optie selecteert, drukt het apparaat automatisch een
overzicht af nadat een opgegeven aantal opdrachten is verwerkt.
Onderhoud
Gebruik deze toepassing om de apparaatinstellingen verder aan te passen (zoals een
uitlijningsaanpassing voor een bepaalde papiervariant), het initialiseren van de harde
schijf van het apparaat of om gegevens te verwijderen.
Watermerk
Gebruik deze toepassing om standaardinstellingen voor veelgebruikte watermerken te
configureren.
Gebruik deze toepassing voor het creëren en opslaan van notitiesjablonen die kunnen
worden gebruikt voor kopieer-, scan- en afdrukopdrachten.
Universele unieke ID afdrukken
Gebruik deze toepassing voor het selecteren of er al dan niet universele unieke ID's op
elke opdracht worden afgedrukt. Universele unieke ID's kunnen met bepaalde
toepassingen worden gebruikt als zoekcode om loggegevens over het afdrukken op te
halen.
Opdrachtvoltooiingsbericht via e-mail
Gebruik deze toepassing om in te stellen of een gebruiker al dan niet een e-mailbericht
ontvangt met de opdrachtresultaten (kopiëren, scannen en afdrukken) die door de pers
werden uitgevoerd.
Instellingen invoegtoepassing
Gebruik deze toepassing om eventuele invoegtoepassingen, indien van toepassing, te
selecteren en in te stellen.
Overige instellingen
Gebruik deze toepassing om verschillende instellingen aan veelgebruikte toepassingen
toe te wijzen (zoals standaard papierformaten).
Systeemklok/timers
Overzicht van Systeemklok/-timers
Gebruik de toepassing Systeemklok/timers om de tijd en intervallen voor de apparaatklok
in te stellen voor allerlei opties:
Datum
Hiermee stelt u de datum van de apparaatklok in. De datum die u hier instelt wordt
afgedrukt op lijsten en overzichten. Kies uit drie opties voor de datumnotatie:
• Jaar/maand/dag
• Maand/dag/jaar
• Dag/maand/jaar
Tijd
Hiermee stelt u de tijd van de apparaatklok in. De hier ingestelde tijd wordt op lijsten
en overzichten afgedrukt. Selecteer 12-uurs- of 24-uursweergave.
Auto herstel standaardinstellingen
Hiermee stelt u de periode in waarna het apparaat terugkeert naar het standaard
scherm; met andere woorden, als een bepaalde periode verstrijkt zonder dat er een
handeling wordt uitgevoerd, keert het apparaat automatisch terug naar het
oorspronkelijke (standaard ) scherm. Als deze optie wordt ingesteld op Aan, selecteer
dan een periode met een waarde tussen 10-900 seconden, met intervallen van één
seconde.
OPMERKING
Zelfs als Uit wordt geselecteerd, worden net gestarte opdrachten en opdrachten in de
wachtrij verwerkt na één minuut van inactiviteit.
U specificeert met deze instelling de tijd die verstrijkt voordat de huidige opdracht
automatisch wordt gewist als er tijdens een kopieer- of scanopdracht een fout optreedt.
Zo kan de volgende opdracht worden voltooid. Als de optie wordt ingesteld op Aan,
selecteer dan een waarde voor de periode van tussen de 4 en 99 minuten, in stappen
van één minuut. Selecteer Uit als u deze toepassing niet wilt gebruiken.
Auto-afdrukken
Stel de tijd in van het einde van de ene afdrukopdracht tot de uitvoering van de
volgende. Als u Aan hebt geselecteerd, selecteert u een periode tussen 1-240 seconden
in stappen van één seconde. Als Uit is geselecteerd, kan met afdrukken worden
begonnen zodra het apparaat gereed is.
Duur printervergrendeling
Als Aan is geselecteerd, selecteer dan de tijd vanaf het begin tot aan het einde van de
printeruitschakeling. De waarden liggen tussen 0 en 23 uur en 0 tot 59 minuten Als u
Uit selecteert, wordt de printer niet uitgeschakeld.
Tijdzone
Hiermee stelt u het tijdverschil in ten opzichte van Greenwich Mean Time (GMT).
Zomertijd
Wanneer deze toepassing is ingeschakeld, stelt het apparaat automatisch de juiste
tijd in wanneer de zomertijd begint en eindigt. Dit zijn de opties:
•
Bijstelling uit: selecteer deze optie als u de functie Zomertijd niet wilt gebruiken.
•
Aanpassen op maand, dag en tijd: selecteer deze optie voor het instellen van de
start van de zomertijd op maand, dag en tijd.
•
Aanpassen op maand, week, dag van de week en tijd: selecteer deze optie voor
het instellen van de start van de zomertijd op maand, week, dag van de week en tijd.
De klok/timers van het systeem instellen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op Apparaatstatus in de gebruikersinterface.