Fiery®en EFI™zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Electronics For
Imaging, Inc.
Macintosh®en Mac OS®zijn handelsmerkenofgeregistreerdehandelsmerken van Apple
Computer, Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
Microsoft®, Microsoft Windows®en Internet Explorer®zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Netware®is een geregistreerd handelsmerk van Novell, Inc.
Solaris®is een geregistreerd handelsmerk van Sun Microsystems, Inc.
Kerberos®is een handelsmerk van het Massachusetts Institute of Technology.
BR4002
®
Inhoudsopgave
1 Aan de slag..................................................................................................1-1
De systeembeheerdersmodus openen........................................................................1-1
De systeembeheerdersmodus sluiten..........................................................................1-1
Problemen met CentreWare Internet Services oplossen......................................7-1
Handleiding voor de systeembeheerder
vXerox®Versant®3100 Press
Inhoudsopgave
Xerox®Versant®3100 Pressvi
Handleiding voor de systeembeheerder
1
Aan de slag
De systeembeheerdersmodus openen
Als u in de beheerdersmodus bent, kunt u de systeeminstellingen voor de drukpers
wijzigen met de knop Hulpprogramma’s.
1. Druk op de knop Aan-/afmelden.
2. Voer de toegangscode van de systeembeheerder in via het numerieke toetsenbloken selecteer Enter.
OPMERKING
De standaardtoegangscode is admin. Wij raden u aan de standaardtoegangscode
zo snel mogelijk na de installatie van de pers te wijzigen, om te voorkomen dat
onbevoegden toegang krijgen tot de beheerdersmodus.
OPMERKING
Het gebruik van toegangscodes is niet standaard ingeschakeld.
3. Voor toegang tot systeemfuncties drukt u op het bedieningspaneel op
Hulpprogramma's.
4. Voor het wijzigen van instellingen drukt u op het pictogram Hulpprogramma's op
het scherm.
5. Selecteer de toepasselijke modus, groep en functie.
De systeembeheerdersmodus sluiten
Voor afmelden moet u in een van de eerste menuschermen zijn.
1. Druk op de knop Aan-/afmelden.
2. Druk op Ja wanneer het afmeldingsscherm wordt weergegeven.
Handleiding voor de systeembeheerder
1-1Xerox®Versant®3100 Press
Aan de slag
Systeembeheeropties
Via het bedieningspaneel van de pers kunnen de volgende systeemfuncties in de
systeembeheerdersmodus worden ingesteld of gewijzigd:
• Gebruikte standaardtaal
• Toegangscode beheerder
• Prioriteitsinstellingen papierlade
• Weergaveopties
• Datum en tijd op de pers
• Connectiviteits- en netwerkinstellingen
• Instellingen energiespaarstand
• Waarschuwingstonen
• Uitvoer rapportage
• Afleveringsapparaten
• Opties voor drukkwaliteit
• Beveiligingsinstellingen
• Externe diensten instellen
• DFA-afwerkeenheidprofielen (van derden)
De volgende functies stelt u alleen via papierbibliotheekbeheer in op de printserver.
Raadpleeg de on-line Help van papierbibliotheekbeheer voor meer informatie.
• Papierlade-instellingen zoals papierformaat en -type
• Papierontkrulling
• Proefdrukken uitvoeren
• Profielfuncties, zoals:
- Uitlijning (zoals scheeftrekking)
- Vouwaanpassing:dezefunctie wordtweergegeven als deoptioneleafwerkeenheid
is aangesloten
- Afwerkingsapparaten: deze optie is alleen beschikbaar als er een optioneel
DFA-apparaat (Document Finishing Architecture) van derden op het systeem is
aangesloten. Met deze functiekuntuspecifiekeinstellingen voor het aangesloten
DFA-apparaat maken.
Het IP-adres van de pers achterhalen
Het IP-adres van de pers vindt u in het configuratierapport dat u via het aanraakscherm
van de pers verkrijgt. Dit adres wordt echter alleen gebruikt voor het mogelijk maken
van communicatie en verbinding via het netwerk tussen de pers en de printserver.
Het IP-adres van de pers verkrijgen:
Xerox®Versant®3100 Press1-2
Handleiding voor de systeembeheerder
Aan de slag
1. Druk op het bedieningspaneel van de drukpers op Apparaatstatus.
2. Selecteer het tabblad Apparaatgegevens. Het IP-adres wordt weergegeven.
Toegang tot de pers via CentreWare Internet Services:
U hebt het IP-adres van de printservernodigomCentreWareInternetServicesteopenen
en te gebruiken. Met het op printserver toegewezen IP-adres hebt u vanaf elk
computerwerkstation toegang tot de functies en de instellingen van de drukpers.
Het persscherm aanpassen
De beheerder kan de volgende functies aanpassen:
• of bepaalde schermen op het aanraakscherm van de pers worden weergegeven,
• wanneer de schermen kunnen worden weergegeven, bijvoorbeeld als de pers wordt
ingeschakeld of als deze uit de modus Energiespaarstand komt,
• de helderheid van de schermen als deze op het aanraakscherm van de pers worden
weergegeven,
• de snelheid van de bladerknoppen naast het scherm,
• de standaardtaal die moet worden gebruikt.
Functies aan schermen toewijzen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Hulpprogramma's op het bedieningspaneel.
3. Druk op het pictogram Hulpprogramma's op het scherm dat wordt weergegeven.
5. Selecteer Scherminstellingen. Selecteer de functie die u wilt instellen of wijzigen in
de lijst.
6. Selecteer Instellingen wijzigen.
7. Selecteer de gewenste instelling voor de functie.
8. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
9. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
10. Sluit de beheerdersmodus.
Energie- spaarstand
Dankzij de Energiespaarstand kan de pers overschakelen op een stand waarin minder
energie wordtverbruiktnadatalle afdrukopdrachtenzijn voltooiden er momenteel geen
opdrachten worden verwerkt. Er zijn twee energiespaarstanden: Laag stroomverbruik
en Slaapstand.
• Laag stroomverbruik: na een vooraf ingestelde periode van inactiviteit wordt de pers
in de modus Laag stroomverbruik gezet.
1-3Xerox®Versant®3100 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Aan de slag
• Slaapstand: na nog een vooraf ingestelde periode van inactiviteit in de modus Laag
stroomverbruik wordt de pers in de slaapstand gezet.
De pers schakeltautomatisch over op de stand Laag stroomverbruik wanneer er 1 minuut
lang geen activiteit heeft plaatsgevonden. De pers schakelt over op de slaapstand als
er 1 minuut lang geen activiteit heeft plaatsgevonden. Deze beide intervallen kunnen
worden gewijzigd door de systeembeheerder.
Zie onderstaand voorbeeld:
• Laag stroomverbruik is ingesteld op 1 minuut.
• Slaapstand is ingesteld op 10 minuten.
• De slaapstand wordt geactiveerd na 10 minuten van volledige inactiviteit en niet 10
minuten nadat is overgeschakeld op de modus Laag stroomverbruik.
OPMERKING
Raadpleeg Tijdsintervallenvoor energiebesparing instellen/wijzigen vooralle informatie
over het instellen van de perioden en andere instelopties voor de
energiespaarstandfunctie.
Modus Laag stroomverbruik
In deze stand wordt energie bespaard door minder stroom te gebruiken voor de drukpers
en het bedieningspaneel. Het aanraakscherm gaat uit en de knop Energiespaarstand
op het bedieningspaneel gaat branden. Om de drukpers te gebruiken, drukt u op de knop
Energiespaarstand. De knop Energiespaarstand gaat uit ter indicatie dat de
energiespaarstand is uitgeschakeld.
Slaapstand
In deze stand wordt het energieverbruik nog verder teruggebracht dan in de modus
Laag stroomverbruik. Het aanraakscherm van de pers gaat uit en de knop
Energiespaarstandop het bedieningspaneel van de pers gaat branden.Om de drukpers
te gebruiken, drukt u op de knop Energiespaarstand. De knop Energiespaarstand gaat
uit ter indicatie dat de energiespaarstand is uitgeschakeld.
De energiespaarstand verlaten
De pers komt uit de energiespaarstand als u op het bedieningspaneel op
Energiespaarstanddrukt of als de pers drukgegevensvoor een binnenkomendedruktaak
ontvangt.
Hulpprogramma's(in Beheerdersmodus)
Hieronder worden de verschillende opties van de knop Hulpprogramma’s op het
bedieningspaneel van de drukpers samengevat, die u kunt instellen of gebruiken als u
als beheerder bent aangemeld.
Xerox®Versant®3100 Press1-4
Handleiding voor de systeembeheerder
Aan de slag
OPMERKING
De eigenlijke procedures voor het uitvoeren van de FWA-beeldsensortaken worden in
de gebruikershandleiding van de drukpers behandeld.
Als u in de beheerdersmodus op Hulpprogramma’s drukt, kunt u de volgende functies
selecteren:
• Automatische bijstelling dichtheidsuniformiteit FWA-beeldsensor (FWA): deze
procedure gebruikt u voor het corrigeren en bijstellen van ongelijkmatigheid van de
dichtheid op afdrukken.
• Fusereenheid reinigen: voer indien nodig deze beeldkwaliteitsprocedure uit voor
reiniging en voor het verwijderen van tonerafval dat op de achterkant van afdrukken
kan komen.
• DFA-afwerkeenheidprofiel: als de pers met inline DFA-afwerkeenheden (Document
Finishing Architecture) van derden is uitgerust, is deze functie ingeschakeld om een
profiel van de afwerkeenheid te maken en voor het toevoegen/bewerken/verwijderen
van kenmerken van de afwerkeenheid.
• Hulpprogramma's: selecteer het pictogram Hulpprogramma's op het scherm voor
toegang tot andere gebieden waarin u systeemfuncties en beveiligingsinstellingen
kunt instellen.
- Systeeminstellingen (algemene service-instellingen en
connectiviteit/netwerkinstellingen)
- Set-up (voor drukfactureringsmodus)
- Accounting (ondersteund worden lokaleen standaardaccounting met auditron)
- Verificatie-/beveiligingsinstellingen
OPMERKING
Gebruik de bladerknoppen omhoog/omlaag op de schermen voor het weergeven van
de hele lijst met opties.
Systeeminstellingen en Instellingen en kalibratie
Systeeminstellingen
Onder Systeeminstellingen hebt u toegang tot en kunt u configureren:
• Instellingen veelgebruikte functies
• Instellingen netwerkcontroller
• Connectiviteit en netwerkinstellingen
OPMERKING
Raadpleeg de betreffende hoofdstukken van deze gids voor hoe en wanneer u deze
functies instelt.
Set-up en kalibratie
Onder Set-up kunt u de drukfactureringsmodus openen en factureringsgegevens op de
drukpers weergeven. Deze informatie is ook beschikbaar via de knop Apparaatstatus
onder het tabblad Factureringsgegevens.
1-5Xerox®Versant®3100 Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Aan de slag
Functies FWA-beeldsensor
De functies van de FWA-beeldsensor worden gebruikt voor het optimaliseren van de
beeldkwaliteit op de drukpers, en kunnen door de bediener of door de beheerder worden
uitgevoerd. Raadpleeg de gebruikershandleiding over hoe en wanneer u de
FWA-bijstelprocedures gebruikt.
Procedure Fusereenheid reinigen
Als u tonerafval achterop de afdrukken ziet, voert u vanaf het aanraakscherm van de
pers de routine Fusereenheid reinigen uit voor het automatisch reinigen van de
fusereenheid. Met dit proces verhelpt u problemen met de afdrukkwaliteit die door
verontreinigingen in de fusereenheid worden veroorzaakt.
OPMERKING
Als u na het uitvoeren van deze procedure nog steeds vuil achterop de afdrukken ziet,
neemt u contact op met de klantenservice van Xerox. Tonerafval kan uit twee delen van
de pers komen: de transportrol of de fusermodulerol.
OPMERKING
Hoewel deze reinigingsprocedure door de operateur in de modus Gast kan worden
uitgevoerd, kunnen de twee reinigingsmethoden alleen vanuit de Beheerdersmodus
worden geselecteerd. In de modus Gast wordt het reinigen van de fuser beperkt tot het
doorvoeren van lege vellen.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Hulpprogramma's op het bedieningspaneel.
3. Selecteer het pictogram Fusereenheid reinigen.
4. Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven de methode die door de routine
wordt gebruikt voor het verwijderen van ongefixeerde toner:
• Met papier reinigen: door de pers worden lege vellengedrukt voor het verwijderen
van de toner uit de fusereenheid.
• Met vilt reinigen: door de pers wordt de toner uit de fusereenheid verwijderd
door het vilt tegen de drukrol aan te brengen (er wordt geen papier gebruikt).
5. Als u de optie Met papier reinigen hebt geselecteerd:
• Selecteer voor Papierinvoer de papierlade die u wilt gebruiken.
OPMERKING
U kunt elk soort papier en elk formaat gebruiken. Het gladde oppervlak van
gecoat papier geeft echter meer contact met de drukrol.
• Selecteer voor Aantal vel hoeveel lege vellen u wilt doorvoeren (1 tot 5).
OPMERKING
Gebruik voor het beste resultaat minimaal 5 vellen.
6. Selecteer Opslaan.
7. Druk op de knop Start. Het reinigingsproces wordt door het systeem gestart en na
voltooiing wordt de melding “Voltooid” weergegeven. Selecteer OK.
Xerox®Versant®3100 Press1-6
Handleiding voor de systeembeheerder
Aan de slag
OPMERKING
Het proces met 5 vellen papier duurt ongeveer een minuut.
DFA-afwerkeenheidprofiel (voor afwerkeenheden van derden)
Als de pers met inline afwerkeenheden van derden wordt geïnstalleerd (Document
Finishing Architecture-apparaten die na de standaardafwerkeenheid Plus en de
interfacemodule worden geplaatst), is tijdens het installeren de functie
DFA-afwerkeenheidprofieleningeschakeld. Hierdoor kan de systeembeheerder de functie
DFA-afwerkingseenheidprofiel weergeven vanuit het gebied Hulpprogramma's van het
aanraakscherm van de pers voor het verder wijzigen of uitbreiden van de DFA-profielen
van de apparaten op het systeem.
Gebruik de functie DFA-afwerkingseenheidprofiel voor het maken van een profiel voor
het gespecificeerde DFA-apparaat en voeg kenmerken aan het apparaat toe, zoals
timingwaarden, of bewerk of verwijder deze.
OPMERKING
Raadpleeg voor informatie over de DFA-instellingen die u voor het apparaat moet
invoeren de documentatie bij de DFA-afwerkeenheid van derden.
OPMERKING
Bij het instellen van de opdrachtenwerkstroom voor DFA-afwerkeenheden van derden
moet u altijd eerst de DFA-profielen op de pers invoeren en deze kenmerken daarna
invoeren via het tabblad Profiel in Papierbibliotheek beheren op de printserver.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Hulpprogramma's op het bedieningspaneel.
3. Selecteer het pictogram Hulpprogramma's.
4. Selecteer Onderhoud in het scherm dat wordt weergegeven.
5. Doorloop de lijst en selecteer Bijstelling afwerkeenheid en
DFA-afwerkingseenheidprofielen.
6. Op het scherm DFA-afwerkingseenheidprofiel doet u het volgende:
a) Als u een nieuwe afwerkeenheid van derden toevoegt,selecteert u een beschikbare
rij en selecteert u Maken/bewerken. Voer de naam en andere kenmerken voor
het apparaat in.
b) Als u informatie over een bestaand apparaat wijzigt, selecteert u de rij van die
afwerkeenheid en selecteert u Maken/bewerken voor het bewerken van het
profiel.
c) Als u een afwerkeenheid van derden verwijdert, selecteert u de rij van die
afwerkeenheid en selecteert u Verwijderen.
7. Selecteer Opslaan.
8. Selecteer Sluiten.
Handleiding voor de systeembeheerder
1-7Xerox®Versant®3100 Press
Aan de slag
Xerox®Versant®3100 Press1-8
Handleiding voor de systeembeheerder
2
Systeeminstellingen
Procedure voor systeeminstellingen
Volg de volgende procedure om standaardinstellingen te selecteren die van invloed zijn
op de toegang tot of het gebruik van basisfuncties van de pers door de operateur.
OPMERKING
Gebruik Papierbibliotheek beheren op de printserver voor het toewijzen van
papierkenmerken zoals Soort, Gewicht en Kleur.
1. Meld u aan als beheerder op het bedieningspaneel van de drukpers.
2. Druk op de knop Hulpprogramma's.
3. Selecteer het pictogram Hulpprogramma's op het hulpprogrammascherm.
6. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen of wijzigen. Dit zijn de opties:
• Datum
• Tijd
• Automatisch wissen
• Automatisch drukken
• Timers energiespaarstand
• Vergrendelduur pers
• Tijdzone
• Zomertijd
7. Selecteer Instellingen wijzigen.
8. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
9. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
10. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
11. Selecteer Sluiten.
Het hoofdtabbladscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
12. Sluit de beheerdersmodus.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-3Xerox®Versant®3100 Press
Systeeminstellingen
Datum en tijd
Gebruik Datum voor het instellen van maand, dag en jaar van de persklok. De hier
ingestelde datum wordtop lijsten en rapporten afgedrukten kan de volgendeindelingen
hebben:
• Jaar/maand/dag
• Maand/dag/jaar
• Dag/maand/jaar
Gebruik Tijd voor het instellen van de tijd van de persklok. De hier ingestelde tijd wordt
op lijsten en rapporten afgedrukt. Selecteer 12-uurs- of 24-uursweergave.
De datum en tijd op de pers instellen:
1. Selecteer Apparaatklok/-timers.
2. Selecteer Datum en selecteer Instellingen wijzigen. Voer de Datumnotatie en dag,
maand en jaar in.
3. Selecteer Opslaan.
4. Selecteer Tijd en selecteer Instellingen wijzigen. Selecteer 12-uursnotatie of
24-uursnotatie. Selecteer vervolgens de uren en selecteer Opslaan.
5. Selecteer Sluiten en meld indien nodig de beheerdersmodus af.
NTP-tijdsynchronisatie
Stel de drukpers in op synchronisatie met de netwerktijdprotocolserver (NTP-server) op
het netwerk. Als u deze functie inschakelt (Aan), is de tijd op de pers synchroon en wordt
dezelfde tijd weergegeven als op de NTP-server. Als u de tijd wijzigt, worden alle
apparaten op het netwerk ook bijgewerkt.
1. Selecteer Apparaatklok/-timers.
2. Selecteer in het scherm Apparaatklok/-timers NTP-synchronisatie en selecteer
Instellingen wijzigen.
3. Selecteer Aan voor het synchroniseren van de tijden of selecteer Uit.
4. SelecteerOpslaan voor het opslaan van de instelling en het weergevenvan het vorige
venster.
5. Selecteer Sluiten en meld indien nodig de beheerdersmodus af.
Verbindingsinterval
Selecteer het tijdsinterval waarmee verbinding met de tijdserver wordt gemaakt.
Selecteer een interval van 1 tot 500 uur, in stappen van een uur.
1. Selecteer Apparaatklok/-timers.
2. Selecteer Verbindingsinterval op het scherm Apparaatklok/-timers en selecteer
Instellingen wijzigen.
3. Voer de verbindingsinterval in met het numerieke toetsenblok.
4. Selecteer Opslaan om de instellingen op te slaan en naar het vorige venster terug te
keren.
5. Selecteer Sluiten en meld indien nodig de beheerdersmodus af.
Xerox®Versant®3100 Press2-4
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
IP-adres tijdserver
Zorg er voor het gebruiken van NTP-tijdsynchronisatie voor dat u deze functie activeert
door deze in te schakelen,en volg vervolgensde onderstaande stappen voor het invoeren
van het IP-adres van de tijdserver.
OPMERKING
Uw netwerkbeheerder kan u het IP-adres van de tijdserver geven dat u moet invoeren.
1. Selecteer Apparaatklok/-timers.
2. Selecteer Adres tijdserver op het scherm Apparaatklok/-timers en selecteer
Instellingen wijzigen.
3. Voer het IP-adres in:
• IP-adres: stel met waarden van 0 tot 255 het IP-adres in van de tijdserver waarvan
de tijd wordt verkregen.
• Adressen 244 tot 255.XXX.XXX.XXX en 127.XXX.XXX.XXX kunnen niet worden
ingesteld.
• Selecteer Volgende voor het invoeren van het volgende deel van het IP-adres
als het adres tussen de punten minder dan 3 cijfers is.
4. Selecteer Opslaan om de instellingen op te slaan en naar het vorige venster terug te
keren.
5. Selecteer Sluiten en meld indien nodig de beheerdersmodus af.
Automatisch wissen
Als een ingestelde tijdsduur zonder activiteit op de pers verstrijkt, wordt automatisch
het startscherm (standaardscherm) op het aanraakscherm van de pers weergegeven.
Stel deze optie in op Aan en selecteer een tijdsduur tussen 1 en 4 minuten in stappen
van een minuut, waarna het standaardscherm op de drukpers wordt weergegeven.
OPMERKING
Ook als u Uit selecteert, worden alle huidige wachtende taken nog steeds verwerkt na
één minuut zonder activiteit op de drukpers.
1. Selecteer Apparaatklok/-timers.
2. Selecteer Automatisch wissen op het scherm Apparaatklok/-timers en selecteer
Instellingen wijzigen.
3. Selecteer Uit of Aan.
4. Als u Aan hebt geselecteerd, selecteert u de tijd met de pijlen of het numerieke
toetsenblok voor het invoeren van een numerieke tijd.
5. Selecteer Opslaan om de instellingen op te slaan en naar het vorige venster terug te
keren.
6. Selecteer Sluiten en meld indien nodig de beheerdersmodus af.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-5Xerox®Versant®3100 Press
Systeeminstellingen
Automatisch taken vrijgeven
Als er tijdens het kopiëren of scannen van een taak een fout optreedt, kunt u de tijd
instellen die verloopt voordat de huidige taak automatisch wordt gewist, waarmee
mogelijk wordt gemaakt dat de volgende taak wordt voltooid. Fouten die kunnen
optreden, zijn papierinvoer, vastgelopen originelen, vastgelopen kopieën, te weinig vrije
ruimte op de vaste schijf enzovoort. Nadat de huidige taak gewist is, zijn de taken die
kunnen worden voortgezet beperkt tot takendie alleen delen van het apparaat gebruiken
die niet door de fout worden beïnvloed. Stel de waarde in tussen 4 en 99 minuten, met
stappen van 1 minuut. Selecteer Uit als u deze toepassing niet wilt gebruiken.
1. Selecteer Taken automatisch vrijgeven in het venster Apparaatklok/-timers en
selecteer Instellingen wijzigen.
2. Selecteer Uit of Aan.
3. Als u Aan hebt geselecteerd, stelt u de tijd in met de pijlen of het numerieke
toetsenblok voor het invoeren van een numerieke hoeveelheid.
4. Selecteer Opslaan om de instellingen op te slaan en naar het vorige venster terug te
keren.
Automatisch drukken
Gebruik deze optie voor het instellen van de tijd tussen het terugkeren van de drukpers
in de status Gereed en het moment dat de drukpers gaat drukken. Als u Aan hebt
geselecteerd,selecteert u een periode tussen 1-240 seconden in stappen van één seconde.
Als u Uit hebt geselecteerd, start het drukken direct als de drukpers gereed is.
1. Selecteer Apparaatklok/-timers.
2. Selecteer Automatisch drukken in het venster Apparaatklok/-timers en selecteervervolgens Instellingen wijzigen.
3. Selecteer Uit of Aan.
4. Als u Aan hebt geselecteerd, stelt u de tijd in met de pijlen of het numerieke
toetsenblok voor het invoeren van een numerieke tijd.
5. Selecteer Opslaan om de instellingen op te slaan en naar het vorige venster terug te
keren.
6. Selecteer Sluiten en meld indien nodig de beheerdersmodus af.
Vergrendelduur pers
Gebruik deze optie om tijdelijk of voor een ingestelde tijdsperiode te verhinderen dat
de pers opdrachten afdrukt.Als de vergrendelfunctie Aan is, stelt u de tijd in van de start
tot het einde van de drukvergrendeling. Stel waarden in van 0 tot 23 uur en 0 tot 59
minuten. Als u Uit selecteert, is er geen drukvergrendeling en is het drukken niet
uitgeschakeld.
1. Selecteer Apparaatklok/-timers.
2. Selecteer Vergrendelduur pers in het venster Apparaatklok/-timers en selecteervervolgens Instellingen wijzigen.
3. Selecteer Uit of Aan.
4. Als u Aan hebt geselecteerd, stelt u de begin- en eindtijd in met de pijlen of het
numerieke toetsenblok voor het invoeren van een numerieke hoeveelheid.
Xerox®Versant®3100 Press2-6
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
5. Selecteer Opslaan om de instellingen op te slaan en naar het vorige venster terug te
keren.
6. Selecteer Sluiten en meld indien nodig de beheerdersmodus af.
Tijdzone
Gebruik deze optie voor het instellen van het tijdsverschil met Greenwich Mean Time
(GMT).
1. Selecteer Apparaatklok/-timers.
2. Selecteer Tijdzone op het scherm Apparaatklok/-timers en selecteer Instellingen
wijzigen.
3. Gebruik de pijlen voor het instellen van het tijdsverschil met Greenwich Mean Time
(GMT).
4. Selecteer Opslaan om de instellingen op te slaan en naar het vorige venster terug te
keren.
5. Selecteer Sluiten en meld indien nodig de beheerdersmodus af.
Zomertijd
Als u deze functie hebt ingeschakeld, wordt door de drukpers automatisch de huidige
tijd aangepast als de zomertijd start of eindigt.
Selecteer een van de onderstaande opties op het scherm Apparaatklok/-timers:
• Bijstelling uit: selecteer deze optie als u de functie Zomertijd niet wilt gebruiken.
• Aanpassen op maand, dag en tijd: selecteer deze optie voor het instellen van de
start van de zomertijd op maand, dag en tijd.
• Aanpassen op maand, week, dag van de week en tijd: selecteer deze optie voorhet
instellen van de start van de zomertijd op maand, week, dag van de week en tijd.
Timers energiespaarstand
In de energiespaarstand is er een modus voor laag stroomverbruik en een slaapstand.
Als er een ingestelde tijd is verlopen (vanaf de laatste handeling op de pers) wordt de
pers op laag stroomverbruik ingesteld, en vervolgens op de slaapstand.
Met de energiespaarstandtimers kunt u instellen hoeveel tijd er verstrijkt voordat de
drukpers in deze modussen komt.
OPMERKING
Stel de slaapstand in op een langere tijd dan de modus Laag stroomverbruik.
Tijdsintervallen voor energiebesparing instellen/wijzigen
OPMERKING
De tijdintervallen voor zowel de modus Laag stroomverbruik als de slaapstand kunt u
wijzigen tot een waarde van 1-30 minuten voor elke modus. Via de systeeminstellingen
kunt u tevens andere opties wijzigen of instellen, zoals het uitschakelen van de functie
of energiebesparing nadat het drukken voltooid is.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Hulpprogramma's op het bedieningspaneel.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-7Xerox®Versant®3100 Press
Systeeminstellingen
3. Druk op het pictogram Hulpprogramma's op het scherm.
Het systeeminstellingenscherm wordt weergegeven.
8. Specificeer het tijdsinterval voor zowel de modus voor laag stroomverbruik als de
slaapstand.
a) Van laatste handeling tot modus Laag stroomverbruik: de standaardtijd is 1
minuten. Voer de wachttijd na de laatste handeling in, waarna de modus voor
laag stroomverbruik wordt geactiveerd. Voer 1 tot 30 minuten in, in stappen van
1 minuut.
De tijd tussen de laatste handeling en de modus Laag stroomverbruik mag niet
groter zijn dan de tijd tussen de laatste handeling en de slaapstand.
b) Van laatste handeling tot slaapstand: de standaardtijd is 1 minuten. Voer de
wachttijd na de laatste handeling in, waarna de slaapstand wordt geactiveerd.
Voer 1 tot 30 minuten in, in stappen van 1 minuut.
Zorg ervoor dat het slaapstandinterval dat u instelt langer is dan de tijd voor de
modus Laag stroomverbruik.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
11. Sluit de beheerdersmodus.
De energiespaarstand inschakelen na drukken
Selecteer in het instelvenstervoor de energiespaarstand Energiespaarstand na drukken
en definieer de exacte tijd na het automatisch drukken van een taak waarna de
energiespaarstand wordt ingeschakeld.
Selecteer Instellingen wijzigen en selecteer een van de volgende opties:
• Na 15 seconden (standaard): de energiespaarstand begint automatisch 15 seconden
nadat de druktaak is voltooid.
• Volgens timerinstellingen energiespaarstand: de energiespaarstand begint op basis
van de instellingen die al op het timerscherm voor de energiespaarstand zijn ingesteld.
Energiespaarstand uitschakelen
Selecteer Energiespaarstand uitschakelen in het vensterInstellingen energiespaarstand
en selecteer Instellingen wijzigen. Selecteer of u de energiespaarstand volledig wilt
uitschakelen. Als er een druktaak wordt ingediend, zal de energiespaarstand niet actief
zijn. Selecteer Opslaan voor het opslaan van de instelling en het weergeven van het
vorige venster.
Xerox®Versant®3100 Press2-8
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Audiotonen
Met de functie Audiotonen kunt u kiezen of er een waarschuwingstoon klinkt voor
verscheidene printerfuncties, bijvoorbeeld wanneer een opdracht eindigt of als er een
storing optreedt. Dit zijn de opties:
Selectietoon bedieningspaneel
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als er een knop op
het bedieningspaneel goed wordt geselecteerd. Selecteer Luid, Normaal of Zacht. Als
u het geluid wilt uitschakelen, selecteert u Uit.
Alarmtoon bedieningspaneel
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als er een
uitgeschakelde knop wordt geselecteerd of als er een fout optreedt. Selecteer Luid,
Normaal of Zacht. Als u het geluid wilt uitschakelen, selecteert u Uit.
Basistoon
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als een schakelknop
(waarmee u een instelling wijzigt telkens als u erop drukt) in de beginstand (eerste
stand) staat. Selecteer Luid, Normaal of Zacht. Als u het geluid wilt uitschakelen,
selecteert u Uit.
Toon apparaat gereed
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als de pers gereed
is voor drukken of nadat de pers is opgestart. Selecteer Luid, Normaal of Zacht. Als u
het geluid wilt uitschakelen, selecteert u Uit.
Toon taak voltooid
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als een specifieke
cyclus met succes door de drukpers is voltooid, zoals een druktaak. Selecteer Luid,
Normaal of Zacht. Als u het geluid wilt uitschakelen, selecteert u Uit. De
standaardinstelling is Zacht.
Storingstoon
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als door een fout
wordt afgebroken. Selecteer Luid, Normaal of Zacht. Als u het geluid wilt uitschakelen,
selecteert u Uit.
Alarmtoon automatisch wissen
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als automatisch
wissen ingeschakeld is. Selecteer Luid, Normaal of Zacht. Als u het geluid wilt
uitschakelen, selecteert u Uit.
Alarmtoon
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als er een storing
optreedt, zoals vastgelopen papier, en de storing niet wordt verholpen. Selecteer Luid,
Normaal of Zacht. Als u het geluid wilt uitschakelen, selecteert u Uit.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-9Xerox®Versant®3100 Press
Systeeminstellingen
Waarschuwingstoon papier op
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als er geen papier
in de papierlade is en de taak onbeheerd is achtergelaten. Selecteer Luid, Normaal of
Zacht. Als u het geluid wilt uitschakelen, selecteert u Uit.
Alarmtoon toner bijna op
Selecteer de geluidssterkte voor het geluid dat wordt weergegeven als het tijd is de
trommeltonercartridge te vervangen. Selecteer Luid, Normaal of Zacht. Als u het geluid
wilt uitschakelen, selecteert u Uit.
Audiotonen instellen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Hulpprogramma's op het bedieningspaneel.
5. Selecteer de onderstaande functies die moeten worden ingesteld of gewijzigd:
• Selectietoon bedieningspaneel
• Alarmtoon bedieningspaneel
• Basistoon
• Toon apparaat gereed
• Toon taak voltooid
• Storingstoon
• Alarmtoon automatisch wissen
• Alarmtoon
• Waarschuwingstoon papier op
• Alarmtoon toner bijna op
6. Selecteer Instellingen wijzigen.
7. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
8. Selecteer Opslaan.
9. Selecteer een andere optie die u wilt instellen of wijzigen en herhaal indien nodig de
voorgaande stappen.
10. Selecteer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
11. Sluit de beheerdersmodus.
Scherminstellingen
Gebruik de toepassing Scherminstellingen om de specifieke schermen in te stellen die
worden weergegeven als bijvoorbeeld het apparaat wordt ingeschakeld of wanneer het
apparaat de energiespaarstand verlaat. Dit zijn de opties:
Xerox®Versant®3100 Press2-10
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Aanmeldscherm automatisch weergeven
Als de functie Verificatie wordt gebruikt, selecteer dan of het aanmeldingsscherm
automatisch moet worden geopend nadat de pers is aangezet of nadat de
Energiespaarstand is beëindigd.
Standaardtaal
Stel de standaardtaal voor het aanraakscherm van de pers in.
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het aanraakscherm van de pers aan.
Toetsenbordtoetsen aanpassen
Gebruik deze optie voor het invoeren en opslaan van veelgebruikte gegevens en voor
het maken van een aangepasteknop op het toetsenbordscherm. Veelgebruikte gegevens
zijn bijvoorbeeld domeinnamen, IP-adressen en andere gerelateerde gegevens, zoals
www.xerox.com. U kunt slechts één toetsenbordtoets aanpassen.
Verbruiksartikelenscherm weergeven
Gebruik deze optie om aan te geven of het verbruiksartikelenscherm bij het eerste
opstarten moet worden weergegeven (na het inschakelen van de drukpers) of als
automatisch wissen ingeschakeld is.
Toetsenbordinvoer beperken
Gebruik deze optie en selecteer Aan voor het beperken van de toetsenbordinvoer tot
alleen ASCII-tekens.Hiermee voorkomtu dat er onleesbare tekensworden weergegeven
als u van de ene tekenset naar de andere omschakelt.
Werking knoppen omhoog/omlaag
Gebruik deze optie voor het in- of uitschakelen van het doorlopend naar beneden of
naar boven bladeren als de bladerknoppen ingedrukt worden gehouden.
Scherminstellingen toewijzen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Hulpprogramma's op het bedieningspaneel.
5. Selecteer de functie die u wilt instellen of wijzigen, zoals:
• Aanmeldscherm automatisch weergeven
• Standaardtaal
• Toetsenbordtoetsen aanpassen
6. Selecteer Instellingen wijzigen.
7. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
8. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
9. Selecteer Sluiten.
Handleiding voor de systeembeheerder
2-11Xerox®Versant®3100 Press
Systeeminstellingen
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
10. Sluit de beheerdersmodus.
Toetsenbordtoetsen aanpassen
Selecteer deze optie voor veelgebruikte gegevens (zoals domeinnamen, IP-adressen of
andere gerelateerde gegevens) voor het maken van een aangepaste knop op het
toetsenbordscherm.
OPMERKING
U kunt slechts één knop aanpassen.
1. Selecteer Toetsenbordtoets aanpassen in het scherm Scherminstellingen.
2. Selecteer Instellingen wijzigen in het scherm Toetsenbordtoets aanpassen.
3. Voer de gewenste informatie in die u op de aangepaste knop wilt weergeven (zoals
.nl of jan.janssen@xerox.com).
4. Druk op Voorbeeld voor een weergave van de selectie op de aangepaste knop in de
hoek rechtsonder in het toetsenbordscherm.
5. Selecteer Opslaan.
Verbruiksartikelenscherm weergeven
Gebruik deze instelling om aan te geven of het verbruiksartikelenscherm en de
verbruiksartikelenstatus moeten worden weergegeven als vervanging vereist is.
• Uit: Het verbruiksartikelenstatusscherm wordt niet weergegeven.
• Bij inschakeling: het verbruiksartikelenstatusscherm wordt tijdens het opstarten
weergegeven.
• Als Automatisch wissen wordt geactiveerd: het verbruiksartikelenstatusscherm
wordt weergegeven wanneer Automatisch wissen wordt uitgevoerd.
1. Selecteer Verbruiksartikelenscherm weergeven in het scherm Scherminstellingen.
2. Selecteer Instellingen wijzigen.
3. Selecteer een van de weergegeven opties.
4. Selecteer Opslaan.
Toetsenbordinvoer beperken
Selecteer of u de weergave van het virtuele toetsenbord op het aanraakscherm van de
pers wilt beperken. Om te voorkomen dat tekens door elkaar lopen als van tekenset
wordt gewisseld, kunt u de invoer beperken tot ACSII-tekens. Als u Aan (alleen ASCII)
selecteert, bevat het weergegeven toetsenbord alleen ASCII-tekens.
1. Selecteer Invoerbeperking toetsenbord in het scherm Scherminstellingen.
2. Selecteer Instellingen wijzigen.
3. Selecteer Aan of Uit en vervolgens Opslaan.
Xerox®Versant®3100 Press2-12
Handleiding voor de systeembeheerder
Systeeminstellingen
Bladerknoppen omhoog/omlaag bedienen
Selecteer of u doorlopend wilt bladeren als u de bladerknoppen omhoog/omlaag
ingedrukt houdt.
1. Selecteer Bediening bladerknoppen omhoog/omlaag in het scherm
Scherminstellingen.
2. Selecteer Instellingen wijzigen.
3. Selecteer Inschakelen of Uitschakelen voor het wel of niet toestaan van doorlopend
bladeren.
Instellingen papierladen
Ga op de pers naar Instellingen papierlade om Automatisch lade wisselen te openen
en in te schakelen en stel de Prioriteit papierladen in op automatische ladeselectie.
Gebruik met automatische ladeomschakeling ingeschakeld de instelling voor
papierladeprioriteit om aan te geven welkelade in het systeem (1, 2, 3, 6 of 7) als eerste,
tweede, derde enzovoorts moet worden gebruikt als een lade met hetzelfde papier
leegraakt.
Papierladeprioriteit instellen
Wijs een prioriteitsnummer aan lades 1, 2, 3, 6 en 7 toe, waarmee u voor het systeem
aangeeft in welke volgorde u wilt dat deze worden gebruikt.
1. Druk op de knop Hulpprogramma's op het bedieningspaneel.
2. Druk op het pictogram Hulpprogramma's op het scherm.
6. Selecteer met deze optie gemarkeerd Instellingen wijzigen.
7. Selecteer de lade en wijs een prioriteit toe. Selecteer een prioriteitsinstelling en wijs
een specifieke lade aan deze prioriteitsinstelling toe.
OPMERKING
U kunt voor elke prioriteit slechts één lade instellen.
8. Herhaal de vorige stap tot alle beschikbare lades aan prioriteitsinstellingen zijn
toegewezen.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer twee keer Sluiten.
Het hoofdscherm van Hulpprogramma's wordt weergegeven.
11. Sluit de beheerdersmodus.
Automatische ladewisseling inschakelen
Automatische ladewisseling is standaard voor alle lades ingeschakeld. Als deze functie
uitgeschakeld is, schakelt u deze in voordat u de papierladeprioriteit instelt.
1. Druk op de knop Hulpprogramma's op het bedieningspaneel.
2. Druk op het pictogram Hulpprogramma's op het scherm.
4. Selecteer Instellingen papierladen. Gebruik de knop voor omlaagbladeren voor het
weergeven van de tweede pagina van het scherm.
5. Selecteer Automatische ladewisseling.
6. Selecteer de weergegeven lade die u voor automatische ladewisseling wilt in- ofuitschakelen (bijvoorbeeld lade 1) en selecteer Instellingen wijzigen.
7. Selecteer Inschakelen of Uitschakelen.
8. Herhaal de vorige stap voor elke lade waarvoor u deze functie wilt gebruiken.
9. Selecteer Opslaan.
10. Selecteer twee keer Sluiten om terug te gaan naar het hoofdscherm voor
hulpprogramma's.
Rapporten
Als systeembeheerder gebruikt u deze rapportenfunctie vanuit Hulpprogramma's voor
het beheren en configureren van rapportage, bijvoorbeeld hoe rapporten worden
afgedrukt en of de operateur al dan niet rapporten mag afdrukken. Dit zijn de opties:
Knop Rapporten drukken
Als deze optie ingeschakeld is, wordt de knop Rapporten drukken op het tabblad
Apparaatgegevens weergegeven.
Rapport taakgeschiedenis
Selecteer Aan of Uit. Als u Aan hebt geselecteerd en u Rapport drukken selecteert,
wordt er door de drukpers automatisch een Rapport taakgeschiedenis voor de
gemarkeerde taak gedrukt.
Dubbelzijdig rapport
Selecteer deze optie voor het automatisch enkelzijdig of dubbelzijdig drukken van
rapporten.
Opvangbak rapport
Selecteer deze optie voor het instellen van de opvangbak die automatisch voor het
gedrukte rapport wordt gebruikt.
OPMERKING
Rapporten die door zowel de bediener als de systeembeheerder kunnen worden gemaakt
en gedrukt, zijn beschikbaar in het apparaatstatusgebied van de pers en worden in de
gebruikershandleiding van de pers beschreven.
De rapportopties instellen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Druk op de knop Hulpprogramma's op het bedieningspaneel.