Ondersteunende systemen335
Hill Start Assist Control-
systeem........................... 341
Downhill Assist Control ..... 343
BSM
(Blind Spot Monitor) ........ 346
• De Blind Spot
Monitor-functie .............. 353
• De Rear Crossing
Traffic Alert-functie........ 356
4-6. Rijtips
Rijden in de winter............. 359
Voorzorgsmaatregelen
bij terreinauto's................ 364
1
2
3
4
5
6
7
8
4
INHOUDSOPGAVE
Voorzieningen in
5
het interieur
5-1. Gebruik van het
airconditioningsysteem
en de achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning .................370
Automatische
airconditioning .................377
Achterruit- en buiten-
spiegelverwarmin
Voorruitverwarming............389
Extra verwarming...............390
g............387
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Soorten audiosystemen .... 392
Gebruiken van de radio..... 395
Gebruik van de CD-speler
Afspelen van discs met
MP3- en WMA-
bestanden ....................... 410
Bedienen van een iPod ..... 419
Bedienen van een
USB-geheugen ............... 430
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ..... 440
Gebruik van de
AUX-aansluiting .............. 443
Gebruik van de audio-
toetsen op het stuurwiel
Bluetooth®-audio/telefoon
Gebruik van Bluetooth
-audio/telefoon ................ 454
Bedienen van een
Bluetooth
draagbare speler............. 460
Bellen ................................ 464
Gebruik van het menu
SETUP (instellingen)
(Bluetooth
Gebruik van het menu
SETUP (instellingen)
(menu PHONE of TEL) ... 476
®
compatibele
*-menu) .......... 469
.. 402
.... 444
... 447
®
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
5
5-3. Gebruik van de
interieurverlichting
Interieurverlichting,
overzicht ..........................483
• Interieurverlichting .........484
• Leeslampjes ..................484
5-4. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......486
• Dashboardkastje............487
• Consolevak....................488
• Bekerhouders ................489
• Fleshouders...................490
Voorzieningen in de
bagageruimte...................491
5-5. Overige voorzieningen in
het interieur
Zonnekleppen en
make-upspiegels .............501
Klok....................................502
Uitneembare asbak............503
Accessoireaansluitingen ....504
Stoelverwarming ................505
Armsteun ...........................507
Kledinghaakjes ..................508
Handgrepen .......................509
6
Onderhoud en verzorging
6-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur ............. 512
Schoonmaken en
beschermen van
het interieur ..................... 517
6-2. Onderhoud
Onderhoud en
reparatie.......................... 521
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud en controles
... 524
Motorkap ........................... 528
Plaatsen van een
garagekrik ....................... 530
Motorruimte ....................... 532
Banden.............................. 551
Bandenspanning ............... 564
Wielen ............................... 566
Interieurfilter ...................... 569
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel
........ 571
Controleren en vervangen
van zekeringen................ 575
Lampen ............................. 590
1
2
3
4
5
6
7
8
6
INHOUDSOPGAVE
7
Bij problemen
7-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten ...........608
Als uw auto in geval
van nood tot stilstand
moet worden gebracht.....609
7-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet
worden gesleept.............. 611
Als u denkt
dat er iets mis is .............. 617
Uitschakelsysteem
brandstofpomp
(alleen benzinemotor) ..... 618
Als een waarschuwings-
lampje gaat branden
of een waarschuwings-
zoemer klinkt................... 619
Als er een waarschuwings-
melding verschijnt ........... 628
Als de auto een lekke
band heeft (auto's
met reservewiel).............. 647
Als de auto een lekke
band heeft (auto's
zonder reservewiel)......... 663
Als de motor niet wil
aanslaan ......................... 679
Als de selectiehendel niet
in een andere stand dan
stand P gezet kan worden
(behalve handgeschakelde
transmissie)
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt (auto's
met Smart entry-systeem
en startknop) ................... 682
Als de voertuigaccu
leeg is.............................. 686
Als de motor oververhit is
Als u zonder brandstof
komt te staan en de
motor afslaat (alleen
dieselmotoren) ................ 697
Als de auto vastzit ............. 698
..................... 681
... 694
8
Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of een multimediasysteem de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem
voor meer informatie over de onderstaande uitrusting.
• Navigatiesysteem
• Audiosysteem
• Rear View Monitor-systeem
• Toyota Parking Assist Monitor
VoertuigspecificatiesTrefwoordenlijst
7
8-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.)
Informatie over brandstof
8-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Functies, instelbare............734
8-3. Systemen die
geïnitialiseerd
moeten worden
Systemen die
geïnitialiseerd
moeten worden................740
...702
....730
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ............. 742
Alfabetische index...................... 750
1
2
3
4
5
6
7
8
8
Ter informatie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle
mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook
ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toepassing zijn.
Alle specificaties in dit boekje waren actueel ten tijde van de druk. Toyota
streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden
ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoering door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto
afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en accessoires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire
van uw Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele
Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onderdelen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen
aansprakelijkheid aanvaarden voor of garantie verlenen op onderdelen en
accessoires die geen origineel Toyota-product zijn, noch voor het vervangen
door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat
schade of slechte prestaties ten gevolge van de toepassing van niet-originele
Toyota-onderdelen niet onder de garantie vallen.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische
systemen beïnvloeden, zoals:
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposities en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek
beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
9
10
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze
gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden
afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
Vernietigen van uw Toyota
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve
chemicaliën. Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de
gordelspanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing
plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het airbagsysteem en de
gordelspanners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voordat u uw auto laat vernietigen.
WAARSCHUWING
■ Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs
gebruikt hebt omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaardigheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden
het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördinatie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere
bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wellicht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het verkeer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het veranderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding
waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kunnen oplopen.
■ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van
kinderen
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in
te schakelen. Er bestaat ook het risico dat kinderen letsel oplopen wanneer
ze met de ruiten, het schuifdak of andere voorzieningen in de auto spelen.
Verder kan de temperatuur in de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat
dat kinderen fataal kan worden.
11
12
1
2
3
Over deze handleiding
WAARSCHUWING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer
de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen
aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de actie weer (drukken, draaien, enz.) waarmee
knoppen en apparatuur kunnen worden bediend.
Geeft het resultaat aan van
een handeling (bijvoorbeeld
een klep opent).
Geeft het onderdeel of de
positie aan waarover uitleg
wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet
mag worden gedaan of mag
gebeuren.
waarbij het kind achteruit kijkt op een
stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het kind anders ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag
wordt geactiveerd. (→Blz. 83)