Sony VPCSB3V9R, VPCSA3J1E, VPCSE1V9R, VPCSE1M1E, VPCSA3T9E Manual [nl]

...
0 (0)

N

Gebruikershandleiding

Personal computer

VPCSA-serie / VPCSB-serie / VPCSE-serie

n 2 N

Inhoudsgave

 

Voor gebruik .......................................................................

4

Meer informatie over uw VAIO-computer ......................

5

Ergonomische overwegingen ........................................

8

Aan de slag .......................................................................

10

De besturingselementen en poorten ...........................

11

De lampjes ..................................................................

18

Een stroombron aansluiten .........................................

19

De batterij gebruiken ...................................................

21

De computer veilig uitschakelen .................................

31

Modi voor energiebesparing gebruiken .......................

32

Uw computer in optimale toestand houden .................

35

De VAIO-computer gebruiken...........................................

38

Het toetsenbord gebruiken ..........................................

39

Het touchpad gebruiken ..............................................

42

De knoppen voor speciale functies gebruiken ............

44

De functie voor snelle internettoegang gebruiken .......

45

De ingebouwde camera gebruiken .............................

47

Het optische station gebruiken....................................

48

Een 'Memory Stick' gebruiken .....................................

56

Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ............

63

Het internet gebruiken.................................................

67

Het netwerk (LAN) gebruiken ......................................

68

Draadloos LAN gebruiken ...........................................

70

Draadloos WAN gebruiken ..........................................

75

De BLUETOOTH-functie gebruiken ............................

80

Vingerafdrukverificatie gebruiken ................................

86

De TPM gebruiken.......................................................

91

Randapparaten gebruiken...............................................

101

Een poortreplicator aansluiten ...................................

102

Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon

 

aansluiten ..................................................................

109

Een extern beeldscherm aansluiten ..........................

110

Weergavemodi selecteren .........................................

116

De meerdere-monitorsmodus gebruiken ...................

117

Een USB-apparaat aansluiten ...................................

119

Uw VAIO-computer aanpassen.......................................

121

Prestatiemodi selecteren ...........................................

122

Het wachtwoord instellen...........................................

124

VAIO Control Center gebruiken .................................

130

VAIO Energiebeheer gebruiken.................................

131

De weergavetaal wijzigen ..........................................

132

Gegevens beschermen tegen onbevoegd gebruik ....

133

De harde schijf beschermen ......................................

135

n 3 N

Uw VAIO-computer uitbreiden ........................................

136

Geheugen toevoegen en verwijderen .......................

137

Voorzorgsmaatregelen ...................................................

143

Veiligheidsinformatie .................................................

144

Verzorging en onderhoud..........................................

146

Met de computer omgaan .........................................

147

Met het LCD-scherm omgaan ...................................

149

De stroomvoorziening gebruiken ..............................

150

Met de ingebouwde camera omgaan ........................

151

Met schijven omgaan ................................................

152

De batterij gebruiken .................................................

153

Met 'Memory Sticks' omgaan ....................................

154

Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan ..........

155

Vingerafdrukverificatie gebruiken ..............................

156

De TPM gebruiken ....................................................

157

Problemen oplossen .......................................................

158

Computerbediening ...................................................

160

Systeemupdate/beveiliging .......................................

166

Herstel/Herstelmedia.................................................

167

Partitie .......................................................................

170

Batterij .......................................................................

171

Ingebouwde camera..................................................

173

Netwerk (LAN/draadloos LAN) ..................................

175

Draadloos WAN ........................................................

179

BLUETOOTH-technologie .........................................

180

Optische schijven ......................................................

183

Beeldscherm..............................................................

188

Afdrukken ..................................................................

193

Microfoon ...................................................................

194

Luidsprekers ..............................................................

195

Touchpad...................................................................

197

Toetsenbord ..............................................................

198

Diskettes ....................................................................

199

Audio/video ................................................................

200

'Memory Stick'............................................................

202

Randapparatuur.........................................................

203

Informatie over het internationale

 

ENERGY STAR(R)-programma ......................................

204

Handelsmerken ...............................................................

205

Opmerking.......................................................................

207

Voor gebruik >

n 4 N

Voor gebruik

Gefeliciteerd met de aankoop van deze VAIO®-computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm. Sony heeft de allernieuwste technologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd voor uiterst geavanceerd computergebruik.

!

De weergaven van de buitenkant van de computer in deze handleiding kunnen iets afwijken van hoe uw computer er werkelijk uitziet.

De specificaties vinden

Sommige functies, opties en geleverde artikelen zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw computer.

Voor informatie over de configuratie van uw computer gaat u naar de VAIO Support-website op http://support.vaio.sony.eu/.

Voor gebruik >

 

Meer informatie over uw VAIO-computer

n 5 N

Meer informatie over uw VAIO-computer

In dit deel vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer.

1. Gedrukte documentatie

Handleiding Snel aan de slag: een overzicht voor het aansluiten van onderdelen, installatie-informatie enz.

Gids systeemherstel, back-up en probleemoplossing

Veiligheidsvoorschriften en informatie over ondersteuning

Lees de Veiligheidsvoorschriften en informatie over ondersteuning zorgvuldig door voordat u draadloze functies activeert zoals de draadloze LAN en de BLUETOOTH-technologie.

Voor gebruik >

 

Meer informatie over uw VAIO-computer

n 6 N

2. Documentatie op het scherm

VAIO-gebruikershandleiding: algemene informatie over uw computer inclusief informatie voor ondersteuning en het oplossen van problemen.

Voor toegang tot de VAIO-gebruikershandleiding, klikt u op Start , Alle programma's en Handleiding VAIO.

Windows Help en ondersteuning: een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw computer te gebruiken.

Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning, klikt u op Start en vervolgens op Help en ondersteuning, of houdt u de Microsoft Windows-toets ingedrukt en drukt u op F1.

Voor gebruik >

 

Meer informatie over uw VAIO-computer

n 7 N

3. Ondersteuningswebsites

Bij eventuele problemen met uw VAIO-computer opent u VAIO Care. Dit programma biedt verschillende opties om u te helpen bij het oplossen van de meeste problemen. Zie VAIO Care gebruiken (pagina 37) voor meer informatie.

Als u meer hulp nodig hebt, gaat u naar de VAIO Support-website op http://support.vaio.sony.eu/.

Wanneer u contact opneemt met VAIO Support hebt u het serienummer van de computer nodig.

Het serienummer bestaat uit 15 getallen en kan worden gevonden onder in het venster VAIO Care, onder of achter op de computer, of in het batterijcompartiment.

Overige informatiebronnen voor de VAIO-computer zijn:

Het VAIO-forum vindt u op http://www.sony.eu/discussions/community/en/support/vaio_and_computing/, hiermee is het mogelijk te communiceren met andere VAIO-gebruikers in de sociale VAIO-gemeenschap.

De VAIO-website op http://www.vaio.eu/, waar u productinformatie kunt vinden

Sony Store, online op http://www.sony.eu/store

Voor gebruik >

 

Ergonomische overwegingen

n 8 N

Ergonomische overwegingen

U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers:

Positie van de computer: plaats de computer direct voor u. Houd uw onderarmen horizontaal, met uw polsen in een neutrale, comfortabele positie als u het toetsenbord of het aanwijsapparaat gebruikt. Houd uw bovenarmen ontspannen naast uw bovenlichaam. Neem regelmatig pauze wanneer u uw computer gebruikt. Als u te veel met de computer werkt, kunt u uw ogen, spieren of pezen overbelasten.

Meubilair en houding: gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan, houd uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.

Voor gebruik >

 

Ergonomische overwegingen

n 9 N

Gezichtshoek t.o.v. het scherm: gebruik de kantelfunctie van het beeldscherm om de juiste positie te bepalen. Dit is minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook het helderheidsniveau van het scherm optimaal in.

Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden. Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen comfortabeler, maar ook efficiënter.

Opstelling van een externe monitor: als u een externe monitor gebruikt, plaatst u deze op een comfortabele gezichtsafstand. Plaats het scherm op ooghoogte of iets lager als u voor de monitor zit.

Aan de slag >

n 10 N

Aan de slag

In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer.

!

Sluit wanneer u uw computer voor de eerste keer opstart geen hardware aan die niet bij uw computer is geleverd. Wanneer u klaar bent, sluit u één apparaat tegelijk aan (bijvoorbeeld een printer, een externe harde schijf, een scanner enzovoort), volgens de instructies van de fabrikant.

De besturingselementen en poorten (pagina 11)

De lampjes (pagina 18)

Een stroombron aansluiten (pagina 19)

De batterij gebruiken (pagina 21)

De computer veilig uitschakelen (pagina 31)

Modi voor energiebesparing gebruiken (pagina 32)

Uw computer in optimale toestand houden (pagina 35)

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 11 N

De besturingselementen en poorten

Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's.

!

Het uiterlijk van de computer verschilt mogelijk van de illustraties in deze handleiding vanwege variaties in specificaties.

Voorzijde

A Ingebouwde camera (pagina 47)

B Lampje van ingebouwde camera (pagina 18)

C Sensor omgevingslicht (pagina 41), (pagina 191)

Hiermee wordt de intensiteit van het omgevingslicht gemeten om de helderheid van het LCD-scherm automatisch in te stellen op het optimale niveau.

D Num Lock-lampje (pagina 18)

E Caps Lock-lampje (pagina 18)

F Scroll Lock-lampje (pagina 18)

G Toetsenbord (pagina 39)

H ASSIST-knop (pagina 44)

I WEB-knop (pagina 44)

J VAIO-knop (pagina 44)

K LCD-scherm (pagina 149)

L Ingebouwde luidsprekers (stereo)

M Aan/uit-knop

Brandt afhankelijk van de werkingsmodus van de computer (pagina 32).

Sony VPCSB3V9R, VPCSA3J1E, VPCSE1V9R, VPCSE1M1E, VPCSA3T9E Manual

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 12 N

A Uitwerpknop voor station (pagina 44), (pagina 48)

B Prestatiekeuzeschakelaar (pagina 122)

C Touchpad (pagina 42)

D Linkerknop (pagina 42)

E Vingerafdruksensor*1 (pagina 86)

F Rechterknop (pagina 42)

G WIRELESS-schakelaar (pagina 70), (pagina 75), (pagina 80)

H WIRELESS-lampje (pagina 18)

I Lampje voor batterijlading (pagina 18)

J Stationsindicatielampje (pagina 18)

K Ingebouwde microfoon (mono)

L Numeriek toetsenblok*2

 

 

 

 

 

 

 

 

Hiermee typt u cijfers of voert u de meestgebruikte wiskundige

 

 

 

 

 

 

 

 

berekeningen uit.

 

*1

Alleen op bepaalde modellen.

 

 

 

 

 

 

 

*2

Alleen op de VPCSE-serie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 13 N

Achterzijde

A Ventilatieopening

!

U wordt aanbevolen de computer niet gedurende langere periodes te gebruiken met het LCD-scherm volledig geopend. Anders loopt de temperatuur van het onderste deel van het apparaat op.

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 14 N

Rechterzijde

De locatie van de poorten en sleuven aan de rechterkant van uw computer verschilt afhankelijk van het aangeschafte model. De VPCSAof VPCSB-serie wordt bovenaan weergegeven en de VPCSE-serie wordt weergegeven onder aan de vergrote afbeeldingen.

A 'Memory Stick Duo'-sleuf*1 (pagina 56)

B Lampje voor mediatoegang (pagina 18)

C Beveiligingssleuf

D Sleuf voor SD-geheugenkaart (pagina 63)

E Monitorpoort*2 (pagina 111)

F HDMI-uitvoerpoort*2 (pagina 113)

G USB-poort*3 (pagina 119)

H USB-poorten*4 (pagina 119)

I LAN-poort*2 (pagina 68)

J DC IN-poort*2 (pagina 19)

*1

De computer ondersteunt alleen 'Memory Sticks' in Duo-formaat.

*2

Niet toegankelijk wanneer de computer op de poortreplicator is aangesloten.

*3

Voldoet aan de USB 2.0/3.0-standaards. USB-poorten die voldoen aan de

 

 

USB 3.0-standaard zijn herkenbaar aan hun blauwe kleur.

*4

Voldoet aan de USB 2.0-standaard.

 

 

 

 

 

 

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 15 N

Linkerzijde

A Hoofdtelefoonconnector (pagina 109)

B Optisch station (pagina 48)

C Opening voor handmatig uitwerpen (pagina 183)

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 16 N

Onderzijde (met de onderkap)

A Ventilatieopeningen

B Kapje van aansluiting voor poortreplicator (pagina 103)

C Connectorkapje voor uitgebreide batterij*1

D Knop batterij uit (pagina 26), (pagina 163), (pagina 172)

E Kapje voor simkaart*2 (pagina 75)

F Onderkap

*1

Voor gedetailleerde instructies over het aansluiten van een uitgebreide

 

batterij raadpleegt u de handleiding van uw uitgebreide batterij.

 

Bewaar het connectorkapje voor later gebruik wanneer de uitgebreide

 

batterij op uw computer is aangesloten.

*2

Alleen op bepaalde modellen.

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 17 N

Onderzijde (zonder de onderkap)

A Geheugenmodule (pagina 137)

B Batterijconnector (pagina 21)

Aan de slag >

 

De lampjes

n 18 N

De lampjes

Uw computer is voorzien van de volgende lampjes:

Lampjes

Functies

 

 

Batterijlading

Brandt wanneer de batterij wordt opgeladen. Zie De batterij opladen (pagina 27) voor meer informatie.

 

 

Ingebouwde camera

Brandt als de ingebouwde camera in gebruik is.

 

 

Mediatoegang

Brandt wanneer er gegevens worden gelezen van een geheugenkaart zoals een 'Memory Stick' en een

 

SD-geheugenkaart. (Zet de computer niet in de Slaapstandmodus of schakel de computer niet uit als dit lampje

 

brandt.) Als het lampje niet brandt, wordt de geheugenkaart niet gebruikt.

 

 

Station

Brandt wanneer er gegevens worden gelezen van het ingebouwde opslagapparaat of het optische station.

Zet de computer niet in de Slaapstandmodus of schakel de computer niet uit als dit lampje brandt.

 

 

 

Num Lock

Gaat branden in de modus Num Lock. In deze modus kunt u de numerieke toetsen gebruiken om cijfers te typen

of om de meestgebruikte wiskundige berekeningen uit te voeren. Als u de modus Num Lock wilt activeren, drukt

 

 

u op de toetsen Fn+Num Lk op modellen zonder het numerieke toetsenblok of op de toets Num Lk op modellen

 

met het numerieke toetsenblok. Als u de modus Num Lock wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op deze toetsen.

 

Het indicatielampje gaat uit.

 

 

Caps Lock

Druk op de toets Caps Lock als u hoofdletters wilt typen. Letters worden als kleine letters weergegeven als

u op de toets Shift drukt terwijl het lampje brandt. Druk nogmaals op de toets om het lampje uit te schakelen.

 

 

U kunt weer normaal typen als het lampje Caps Lock niet meer brandt.

 

 

Scroll Lock

Druk op de toetsen Fn+Scr Lk om het bladeren op het scherm te wijzigen. U kunt weer normaal schuiven als

het lampje Scroll Lock niet meer brandt. De functies van de toets Scr Lk kunnen verschillen, afhankelijk van het

 

 

gebruikte programma. De toets werkt niet in alle programma's.

 

 

WIRELESS

Brandt wanneer één of meer draadloze opties zijn ingeschakeld.

 

 

Aan de slag >

 

Een stroombron aansluiten

n 19 N

Een stroombron aansluiten

De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij. Sluit de netadapter aan op de computer voordat u de computer voor het eerst gebruikt.

!

Gebruik de computer niet zonder dat de batterij geplaatst is, dit kan leiden tot storingen.

De netadapter gebruiken

Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.

Gebruik alleen de netadapter die is meegeleverd voor uw computer.

De netadapter gebruiken

1Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3).

2Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2).

3Sluit de kabel van de netadapter (3) aan op de DC IN-poort (4) van de computer.

!

De vorm van de netadapterconnector kan variëren, afhankelijk van de netadapter.

Aan de slag >

 

Een stroombron aansluiten

n 20 N

Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los van het wandcontact. Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is.

Als u de computer lange tijd niet gaat gebruiken, zet u deze in de sluimerstand. Zie De sluimerstand gebruiken (pagina 34).

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 21 N

De batterij gebruiken

De batterij is al in de computer geplaatst, maar is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.

!

Gebruik de computer niet zonder dat de batterij geplaatst is, dit kan leiden tot storingen.

De batterij plaatsen/verwijderen

Om onderscheid te maken tussen de batterij die bij levering van uw computer is geplaatst en een uitgebreide batterij (alleen meegeleverd bij bepaalde modellen), wordt in deze handleiding aan de eerste gerefereerd als de primaire batterij.

Voor gedetailleerde instructies over het aansluiten en opladen van een uitgebreide batterij raadpleegt u de handleiding van uw uitgebreide batterij.

De batterij plaatsen

1Schakel de computer uit, sluit het LCD-scherm en koppel de netadaper los.

2Draai de twee schroeven los (1), schuif de onderkap in de richting van de pijl (2) en verwijder de kap.

!

Zorg dat u de verwijderde schroeven niet kwijtraakt.

Zorg dat u de draden en uitsteeksels aan de binnenkant van de onderkap niet aanraakt.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 22 N

3Schuif de batterij in het batterijcompartiment, in de richting van de pijl.

4Druk de batterij in het batterijcompartiment totdat het uitsteeksel (3) op zijn plaats klikt.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 23 N

5Plaats de kap terug. Zorg dat alle lipjes op de kap op hun plek zitten en duw de kap in de richting van de pijl. Er zijn vijf lipjes op de VPCSAen VPCSB-serie en zes lipjes op de VPCSE-serie.

6Plaats de verwijderde schroeven terug en draai ze vast.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 24 N

De batterij verwijderen

!

Alle niet opgeslagen gegevens gaan verloren als de batterij verwijderd wordt wanneer de computer aan is en niet is aangesloten op de netadapter.

1Schakel de computer uit, sluit het LCD-scherm en koppel de netadaper los indien deze is aangesloten.

2Draai de twee schroeven los (1), schuif de onderkap in de richting van de pijl (2) en verwijder de kap.

!

Zorg dat u de verwijderde schroeven niet kwijtraakt.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 25 N

3Trek aan het lipje en houd het vast in de richting van de pijl (3) en trek de batterij in de richting van de pijl (4).

4Schuif de batterij weg van de computer, in de richting van de pijl.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 26 N

Als de batterij niet door uw computer herkend wordt, schakelt u de computer uit en houdt u de batterij-uitknop drie seconden ingedrukt met een dun en recht voorwerp (zoals een paperclip). Als het probleem hiermee niet wordt verholpen, verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw.

Als er een uitgebreide batterij op de computer is aangesloten, schakelt u de computer uit en verwijdert u de uitgebreide batterij. Als het probleem hiermee niet wordt verholpen, houdt u de batterij-uitknop drie seconden ingedrukt. Als het probleem zich blijft voordoen, verwijdert u beide batterijen en plaatst u ze opnieuw.

!

Voor uw veiligheid wordt het ten zeerste aanbevolen alleen originele oplaadbare batterijen en netadapters van Sony te gebruiken die voldoen aan de kwaliteitsstandaard. Deze worden door Sony geleverd voor uw VAIO-computer. Sommige VAIO-computers werken alleen met een goedgekeurde Sony-batterij.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 27 N

De batterij opladen

De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.

De batterij opladen

1Plaats de batterij.

2Sluit de computer met de netadapter aan op een stopcontact.

Het lampje voor batterijlading gaat branden wanneer de batterij wordt opgeladen. Wanneer de batterij dicht bij het door u geselecteerde maximale oplaadniveau wordt geladen, gaat het lampje voor batterijlading uit.

Status van het lampje voor

Betekenis

batterijlading

 

 

 

Brandt oranje

De batterij wordt opgeladen.

 

 

Knippert samen met het groene

De batterij is bijna leeg.

aan/uit-lampje

(Normale modus)

 

 

Knippert samen met het oranje

De batterij is bijna leeg.

aan/uit-lampje

(Slaapstandmodus)

 

 

Knippert snel oranje

Er is een batterijfout opgetreden door een

 

batterijstoring of een niet-vergrendelde batterij.

 

 

!

Laad de batterij op net als de eerste keer zoals in deze handleiding is beschreven.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 28 N

Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt.

Als de batterij bijna leeg is en zowel het batterijlampje als het stroomlampje knipperen, sluit u de netadapter aan zodat de batterij weer kan worden opgeladen, of schakelt u de computer uit om een volledig opgeladen batterij te plaatsen.

De computer wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Het opladen van een gedeeltelijk ontladen batterij heeft geen invloed op de levensduur van de batterij.

Wanneer sommige toepassingen en randapparaten worden gebruikt, is het mogelijk dat de computer niet overschakelt op de sluimerstand, zelfs niet als de batterij bijna leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan en handmatig een energiebeheermodus activeren, bijvoorbeeld de slaapstand of sluimerstand.

Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de Slaapstandmodus staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.

Het gebruik van een uitgebreide batterij

Als er een uitgebreide batterij op uw computer is aangesloten, wordt de primaire batterij eerst tot ongeveer 80% van de capaciteit opgeladen. Vervolgens wordt de uitgebreide batterij opgeladen tot ongeveer 80%. Nadat beide batterijen zijn opgeladen tot ongeveer 80%, wordt de primaire batterij opgeladen tot 100%. Ten slotte wordt de uitgebreide batterij opgeladen tot 100%.

Als er een uitgebreide batterij op de computer is aangesloten, wordt eerst de voeding van de uitgebreide batterij gebruikt. De batterijvoeding van de primaire batterij wordt gebruikt nadat de uitgebreide batterij geen stroom meer heeft.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 29 N

De oplaadcapaciteit van de batterij controleren

De oplaadcapaciteit van de batterij gaat langzaam achteruit naarmate de batterij vaker is opgeladen en de batterij langer wordt gebruikt. Om het meeste uit uw batterij te halen, controleert u de oplaadcapaciteit van de batterij en wijzigt u de batterijinstellingen.

De oplaadcapaciteit van de batterij controleren

1Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.

2Klik op Energiebeheer (Power Management) en Batterij (Battery).

U kunt tevens de functies voor de batterijlading inschakelen om de levensduur van de batterij te verlengen.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 30 N

De batterij langer laten meegaan

Wanneer de computer op de batterij werkt, kunt u de batterij met de volgende methoden langer laten meegaan.

Verlaag de helderheid van uw computerscherm.

Gebruik de modus voor energiebesparing. Zie Modi voor energiebesparing gebruiken (pagina 32) voor meer informatie.

U kunt de energiebesparende instellingen wijzigen onder Energiebeheer. Zie VAIO Energiebeheer gebruiken (pagina 131) voor meer informatie.

Ga voor meer informatie over het verlengen van de levensduur van de batterij naar het Help-bestand na het volgen van de stappen in

De oplaadcapaciteit van de batterij controleren (pagina 29).

Loading...
+ 178 hidden pages