Sony VPCSB1A9E, VPCSB1V9R, VPCSB1Z9R, VPCSB1Z9E, VPCSB1C5E Manual [nl]

...
0 (0)

N

Gebruikershandleiding

Personal computer

VPCSB-serie

n 2 N

Inhoudsgave

 

Voor gebruik .......................................................................

4

Meer informatie over uw VAIO-computer ......................

5

Ergonomische overwegingen ........................................

8

Aan de slag .......................................................................

10

De besturingselementen en poorten ...........................

11

De lampjes ..................................................................

19

Een stroombron aansluiten .........................................

20

De batterij gebruiken ...................................................

22

De computer veilig uitschakelen .................................

31

Modi voor energiebesparing gebruiken .......................

32

Uw computer in optimale toestand houden .................

35

De VAIO-computer gebruiken...........................................

38

Het toetsenbord gebruiken ..........................................

39

Het touchpad gebruiken ..............................................

42

De knoppen voor speciale functies gebruiken ............

44

De functie voor snelle internettoegang gebruiken .......

45

De ingebouwde camera gebruiken .............................

47

Het optische station gebruiken....................................

48

Een 'Memory Stick' gebruiken .....................................

56

Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ............

63

Het internet gebruiken.................................................

67

Het netwerk (LAN) gebruiken ......................................

68

Draadloos LAN gebruiken ...........................................

70

Draadloos WAN gebruiken ..........................................

75

De BLUETOOTH-functie gebruiken ............................

79

Vingerafdrukverificatie gebruiken ................................

85

De TPM gebruiken.......................................................

90

Randapparaten gebruiken...............................................

100

Een poortreplicator aansluiten ...................................

101

Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon

 

aansluiten ..................................................................

108

Een externe monitor aansluiten .................................

109

Weergavemodi selecteren .........................................

116

De meerdere-monitorsmodus gebruiken ...................

117

Een USB-apparaat aansluiten ...................................

119

Uw VAIO-computer aanpassen.......................................

121

Prestatiemodi selecteren ...........................................

122

Het wachtwoord instellen...........................................

124

Intel(R) VT gebruiken ................................................

130

VAIO Control Center gebruiken .................................

131

VAIO Energiebeheer gebruiken.................................

132

De weergavetaal wijzigen ..........................................

133

Gegevens beschermen tegen onbevoegd gebruik ....

134

De harde schijf beschermen ......................................

136

n 3 N

Uw VAIO-computer uitbreiden ........................................

137

Geheugen toevoegen en verwijderen .......................

138

Voorzorgsmaatregelen ...................................................

144

Veiligheidsinformatie .................................................

145

Verzorging en onderhoud..........................................

147

Met de computer omgaan .........................................

148

Met het LCD-scherm omgaan ...................................

150

De stroomvoorziening gebruiken ..............................

151

Met de ingebouwde camera omgaan ........................

152

Met schijven omgaan ................................................

153

De batterij gebruiken .................................................

154

Met 'Memory Sticks' omgaan ....................................

155

Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan ..........

156

Vingerafdrukverificatie gebruiken ..............................

157

De TPM gebruiken ....................................................

158

Problemen oplossen .......................................................

159

Computerbediening ...................................................

161

Systeemupdate/beveiliging .......................................

167

Herstel/Herstelmedia.................................................

168

Partitie .......................................................................

172

Batterij .......................................................................

173

Ingebouwde camera..................................................

175

Netwerk (LAN/draadloos LAN) ..................................

177

Draadloos WAN ........................................................

181

BLUETOOTH-technologie .........................................

182

Optische schijven ......................................................

185

Beeldscherm..............................................................

190

Afdrukken ..................................................................

195

Microfoon ...................................................................

196

Luidsprekers ..............................................................

197

Touchpad...................................................................

199

Toetsenbord ..............................................................

200

Diskettes ....................................................................

201

Audio/video ................................................................

202

'Memory Stick'............................................................

204

Randapparatuur.........................................................

205

Handelsmerken ...............................................................

206

Opmerking.......................................................................

209

Voor gebruik >

n 4 N

Voor gebruik

Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO®-computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm. Sony heeft de allernieuwste technologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd voor uiterst geavanceerd computergebruik.

!

De weergaven van de buitenkant van de computer in deze handleiding kunnen iets afwijken van hoe uw computer er werkelijk uitziet.

De specificaties vinden

Sommige functies, opties en geleverde artikelen zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw computer.

Voor informatie over de configuratie van uw computer gaat u naar de VAIO Support-website op http://support.vaio.sony.eu/.

Voor gebruik >

 

Meer informatie over uw VAIO-computer

n 5 N

Meer informatie over uw VAIO-computer

In dit deel vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer.

1. Gedrukte documentatie

Handleiding Snel aan de slag: een overzicht voor het aansluiten van onderdelen, installatie-informatie enz.

Gids systeemherstel, back-up en probleemoplossing

Voorschriften, Garantie en Ondersteuning

Lees de Voorschriften, Garantie en Ondersteuning zorgvuldig door voordat u draadloze functies activeert zoals de draadloze LAN en de BLUETOOTH-technologie.

Voor gebruik >

 

Meer informatie over uw VAIO-computer

n 6 N

2. Documentatie op het scherm

VAIO-gebruikershandleiding: algemene informatie over uw computer inclusief informatie voor ondersteuning en het oplossen van problemen.

Voor toegang tot de VAIO-gebruikershandleiding, klikt u op Start , Alle programma's en Handleiding VAIO.

Windows Help en ondersteuning: een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw computer te gebruiken.

Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning klikt u op Start en vervolgens op Help en ondersteuning, of houdt u de Microsoft Windows-toets ingedrukt en drukt u op F1.

Voor gebruik >

 

Meer informatie over uw VAIO-computer

n 7 N

3. Ondersteuningswebsites

Bij eventuele problemen met uw VAIO-computer opent u VAIO Care, dit programma biedt verschillende opties om u te helpen bij het oplossen van de meeste problemen. Zie VAIO Care gebruiken (pagina 37) voor meer informatie.

Als u meer hulp nodig hebt, gaat u naar de VAIO Support-website op http://support.vaio.sony.eu/.

Wanneer u contact opneemt met VAIO Support hebt u het serienummer van de computer nodig.

Het serienummer bestaat uit 15 getallen en kan worden gevonden onder in het venster VAIO Care, onder of achter op de computer, of in het batterijcompartiment.

Overige informatiebronnen voor de VAIO-computer zijn:

Het VAIO-forum op http://club-vaio.com, waar u kunt communiceren met andere VAIO-gebruikers

De VAIO-website op http://www.vaio.eu/, waar u productinformatie kunt vinden

Sony Store, online op http://www.sony.eu/store

Voor gebruik >

 

Ergonomische overwegingen

n 8 N

Ergonomische overwegingen

U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers:

Positie van de computer: plaats de computer direct voor u. Houd uw onderarmen horizontaal, met uw polsen in een neutrale, comfortabele positie als u het toetsenbord of het aanwijsapparaat gebruikt. Houd uw bovenarmen ontspannen naast uw bovenlichaam. Neem regelmatig pauze wanneer u uw computer gebruikt. Als u te veel met de computer werkt, kunt u uw ogen, spieren of pezen overbelasten.

Meubilair en houding: gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan, houd uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.

Voor gebruik >

 

Ergonomische overwegingen

n 9 N

Gezichtshoek t.o.v. het scherm: gebruik de kantelfunctie van het beeldscherm om de juiste positie te bepalen. Dit is minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook het helderheidsniveau van het scherm optimaal in.

Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden. Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen comfortabeler, maar ook efficiënter.

Opstelling van een externe monitor: als u een externe monitor gebruikt, plaatst u deze op een comfortabele gezichtsafstand. Plaats het scherm op ooghoogte of iets lager als u voor de monitor zit.

Aan de slag >

n 10 N

Aan de slag

In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer.

!

Sluit wanneer u uw computer voor de eerste keer opstart geen hardware aan die niet bij uw computer is geleverd. Wanneer u klaar bent, sluit u één apparaat tegelijk aan (bijvoorbeeld een printer, een externe harde schijf, een scanner enzovoort), volgens de instructies van de fabrikant.

De besturingselementen en poorten (pagina 11)

De lampjes (pagina 19)

Een stroombron aansluiten (pagina 20)

De batterij gebruiken (pagina 22)

De computer veilig uitschakelen (pagina 31)

Modi voor energiebesparing gebruiken (pagina 32)

Uw computer in optimale toestand houden (pagina 35)

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 11 N

De besturingselementen en poorten

Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's.

!

Het uiterlijk van de computer verschilt mogelijk van de illustraties in deze handleiding vanwege variaties in specificaties.

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 12 N

Voorzijde

A Ingebouwde camera (pagina 47)

B Lampje van ingebouwde camera (pagina 19)

C Sensor omgevingslicht (pagina 41), (pagina 193)

Hiermee wordt de intensiteit van het omgevingslicht gemeten

om de helderheid van het LCD-scherm automatisch in te stellen

op het optimale niveau.

D Num Lock-lampje (pagina 19)

E Caps Lock-lampje (pagina 19)

F Scroll Lock-lampje (pagina 19)

G LCD-scherm (pagina 150)

H Ingebouwde luidsprekers (stereo)

I Aan/uit-knop/Aan/uit-lampje (pagina 19)

J Toetsenbord (pagina 39)

K Touchpad (pagina 42)

L Linkerknop (pagina 42)

M Vingerafdruksensor* (pagina 85)

N Rechterknop (pagina 42)

* Alleen op bepaalde modellen.

Sony VPCSB1A9E, VPCSB1V9R, VPCSB1Z9R, VPCSB1Z9E, VPCSB1C5E Manual

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 13 N

 

A ASSIST-knop (pagina 44)

 

B WEB-knop (pagina 44)

 

C VAIO-knop (pagina 44)

 

D Uitwerpknop voor station (pagina 44), (pagina 48)

 

E Prestatiekeuzeschakelaar (pagina 122)

 

F WIRELESS-schakelaar (pagina 70), (pagina 75), (pagina 79)

 

G WIRELESS-lampje (pagina 19)

 

H Lampje voor batterijlading (pagina 19)

 

I Stationsindicatielampje (pagina 19)

 

J Ingebouwde microfoon (mono)

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 14 N

Achterzijde

A Ventilatieopening

!

U wordt aanbevolen de computer niet gedurende langere periodes te gebruiken met het LCD-scherm volledig geopend. Anders loopt de temperatuur van het onderste deel van het apparaat op.

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 15 N

Rechterzijde

A 'Memory Stick Duo'-sleuf*1 (pagina 56)

B Lampje voor mediatoegang (pagina 19)

C Beveiligingssleuf

D Sleuf voor SD-geheugenkaart (pagina 63)

E Monitorpoort*2 (pagina 110)

F HDMI-uitvoerpoort*2 (pagina 113)

G USB-poort*3 (pagina 119)

H USB-poorten*4 (pagina 119)

I LAN-poort*2 (pagina 68)

J DC IN-poort*2 (pagina 20)

*1

De computer ondersteunt alleen 'Memory Sticks' in Duo-formaat.

*2

Niet toegankelijk wanneer de computer op de poortreplicator is aangesloten.

*3

Voldoet aan de USB 2.0/3.0-standaards. USB-poorten die voldoen aan de

 

 

 

USB 3.0-standaard zijn herkenbaar aan hun blauwe kleur.

 

 

*4

Voldoet aan de USB 2.0-standaard.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 16 N

Linkerzijde

A Hoofdtelefoonconnector (pagina 108)

B Optisch station (pagina 48)

C Opening voor handmatig uitwerpen (pagina 185)

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 17 N

Onderzijde (met de onderkap)

A Ventilatieopeningen

B Kapje van aansluiting voor poortreplicator (pagina 102)

C Connectorkapje voor uitgebreide batterij*1

D Knop batterij uit (pagina 26), (pagina 174)

E Kapje voor simkaart*2 (pagina 75)

F Onderkap

*1

Voor gedetailleerde instructies over het aansluiten van een uitgebreide

 

batterij raadpleegt u de handleiding van uw uitgebreide batterij.

 

Bewaar het connectorkapje voor later gebruik wanneer de uitgebreide

 

batterij op uw computer is aangesloten.

*2

Alleen op bepaalde modellen.

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 18 N

Onderzijde (zonder de onderkap)

A Geheugenmodule (pagina 138)

B Batterijconnector (pagina 22)

Aan de slag >

 

De lampjes

n 19 N

De lampjes

Uw computer is voorzien van de volgende lampjes:

Lampjes

Functies

 

 

Aan/Uit 1

Brandt groen wanneer de computer in de normale modus is, knippert langzaam oranje wanneer de computer

 

in de slaapstandmodus staat en brandt niet als de computer in de sluimerstand staat of is uitgeschakeld.

 

 

Batterijlading

Brandt wanneer de batterij wordt opgeladen. Zie De batterij opladen (pagina 27) voor meer informatie.

 

 

Ingebouwde camera

Brandt als de ingebouwde camera in gebruik is.

 

 

Mediatoegang

Brandt wanneer er gegevens worden gelezen van een geheugenkaart zoals een 'Memory Stick' en een

 

SD-geheugenkaart. (Zet de computer niet in de Slaapstandmodus of schakel de computer niet uit als dit

 

lampje brandt.) Als het lampje niet brandt, wordt de geheugenkaart niet gebruikt.

 

 

Station

Brandt wanneer er gegevens worden gelezen van het ingebouwde opslagapparaat of het optische station.

Zet de computer niet in de Slaapstandmodus of schakel de computer niet uit als dit lampje brandt.

 

 

 

Num Lock

Druk op de toetsen Fn+Num Lk om het numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk nogmaals op deze toetsen

om het numerieke toetsenblok uit te schakelen. Als het lampje niet brandt, is het numerieke toetsenblok

 

 

uitgeschakeld.

 

 

Caps Lock

Druk op de toets Caps Lock als u hoofdletters wilt typen. Letters worden als kleine letters weergegeven als

u op de toets Shift drukt terwijl het lampje brandt. Druk nogmaals op de toets om het lampje uit te schakelen.

 

 

U kunt weer normaal typen als het lampje Caps Lock niet meer brandt.

 

 

Scroll Lock

Druk op de toetsen Fn+Scr Lk om het bladeren op het scherm te wijzigen. U kunt weer normaal schuiven als

het lampje Scroll Lock niet meer brandt. De functies van de toets Scr Lk kunnen verschillen, afhankelijk van het

 

 

gebruikte programma. De toets werkt niet in alle programma's.

 

 

WIRELESS

Brandt wanneer één of meer draadloze opties zijn ingeschakeld.

 

 

Aan de slag >

 

Een stroombron aansluiten

n 20 N

Een stroombron aansluiten

De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij. Sluit de netadapter aan op de computer voordat u de computer voor het eerst gebruikt.

!

Gebruik de computer niet zonder dat de batterij geplaatst is, dit kan leiden tot storingen.

De netadapter gebruiken

Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.

Gebruik alleen de netadapter die is meegeleverd voor uw computer.

De netadapter gebruiken

1Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3).

2Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2).

3Sluit de kabel van de netadapter (3) aan op de DC IN-poort (4) van de computer.

!

De vorm van de netadapterconnector kan variëren, afhankelijk van de netadapter.

Aan de slag >

 

Een stroombron aansluiten

n 21 N

Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los van het wandcontact. Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is.

Als u de computer lange tijd niet gaat gebruiken, zet u deze in de sluimerstand. Zie De sluimerstand gebruiken (pagina 34).

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 22 N

De batterij gebruiken

De batterij is al in de computer geplaatst, maar is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.

!

Gebruik de computer niet zonder dat de batterij geplaatst is, dit kan leiden tot storingen.

De batterij plaatsen/verwijderen

Om onderscheid te maken tussen de batterij die bij levering van uw computer is geplaatst en een uitgebreide batterij (alleen meegeleverd bij bepaalde modellen), wordt in deze handleiding aan de eerste gerefereerd als de primaire batterij.

Voor gedetailleerde instructies over het aansluiten en opladen van een uitgebreide batterij raadpleegt u de handleiding van uw uitgebreide batterij.

De batterij plaatsen

1Schakel de computer uit, sluit het LCD-scherm en koppel de netadaper los indien deze is aangesloten.

2Draai de twee schroeven los (1), schuif de onderkap in de richting van de pijl (2) en verwijder de kap.

!

Zorg dat u de verwijderde schroeven niet kwijtraakt.

Zorg dat u de draden en uitsteeksels aan de binnenkant van de onderkap niet aanraakt.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 23 N

3Schuif de batterij in het batterijcompartiment, in de richting van de pijl.

4Druk de batterij in het batterijcompartiment totdat het uitsteeksel (3) op zijn plaats klikt.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 24 N

5Plaats de kap terug. Zorg dat alle lipjes op de kap op hun plek zitten en duw de kap in de richting van de pijl.

6Plaats de verwijderde schroeven terug en draai ze vast.

De batterij verwijderen

!

Alle niet opgeslagen gegevens gaan verloren als de batterij verwijderd wordt wanneer de computer aan is en niet is aangesloten op de netadapter.

1Schakel de computer uit, sluit het LCD-scherm en koppel de netadaper los indien deze is aangesloten.

2Draai de twee schroeven los (1), schuif de onderkap in de richting van de pijl (2) en verwijder de kap.

!

Zorg dat u de verwijderde schroeven niet kwijtraakt.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 25 N

3Trek aan het lipje en houd het vast in de richting van de pijl (3) en trek de batterij in de richting van de pijl (4).

4Schuif de batterij weg van de computer, in de richting van de pijl.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 26 N

Als de batterij niet door uw computer herkend wordt, schakelt u de computer uit en houdt u de knop batterij uit drie seconden ingedrukt met een dun en recht voorwerp (zoals een paperclip). Als het probleem hiermee niet wordt verholpen, verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw.

Als er een uitgebreide batterij op de computer is aangesloten, schakelt u de computer uit en verwijdert u de uitgebreide batterij. Als het probleem hiermee niet wordt verholpen, houdt u de knop batterij uit drie seconden ingedrukt. Als het probleem zich blijft voordoen, verwijdert u beide batterijen en plaatst u ze opnieuw.

!

Voor uw veiligheid wordt het ten zeerste aanbevolen alleen originele oplaadbare batterijen en netadapters van Sony te gebruiken die voldoen aan de kwaliteitsstandaard. Deze worden door Sony geleverd voor uw VAIO-computer. Sommige VAIO-computers werken alleen met een goedgekeurde Sony-batterij.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 27 N

De batterij opladen

De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.

De batterij opladen

1Plaats de batterij.

2Sluit de computer met de netadapter aan op een stopcontact.

Het lampje voor batterijlading gaat branden wanneer de batterij wordt opgeladen. Wanneer de batterij dicht bij het door u geselecteerde maximale oplaadniveau wordt geladen, gaat het lampje voor batterijlading uit.

Status van het lampje voor

Betekenis

batterijlading

 

 

 

Brandt oranje

De batterij wordt opgeladen.

 

 

Knippert samen met het groene

De batterij is bijna leeg.

aan/uit-lampje

(Normale modus)

 

 

Knippert samen met het oranje

De batterij is bijna leeg.

aan/uit-lampje

(Slaapstandmodus)

 

 

Knippert snel oranje

Er is een batterijfout opgetreden door een

 

batterijstoring of een niet-vergrendelde batterij.

 

 

!

Laad de batterij op net als de eerste keer zoals in deze handleiding is beschreven.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 28 N

Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt.

Als de batterij bijna leeg is en zowel het batterijlampje als het stroomlampje knipperen, sluit u de netadapter aan zodat de batterij weer kan worden opgeladen, of schakelt u de computer uit om een volledig opgeladen batterij te plaatsen.

De computer wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Het opladen van een gedeeltelijk ontladen batterij heeft geen invloed op de levensduur van de batterij.

Wanneer sommige toepassingen en randapparaten worden gebruikt, is het mogelijk dat de computer niet overschakelt op de sluimerstand, zelfs niet als de batterij bijna leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan en handmatig een energiebeheermodus activeren, bijvoorbeeld de slaapstand of sluimerstand.

Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de Slaapstandmodus staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.

Het gebruik van een uitgebreide batterij

Als er een uitgebreide batterij op uw computer is aangesloten, wordt de primaire batterij eerst tot ongeveer 80% van de capaciteit opgeladen. Vervolgens wordt de uitgebreide batterij opgeladen tot ongeveer 80%. Nadat beide batterijen zijn opgeladen tot ongeveer 80%, wordt de primaire batterij opgeladen tot 100%. Ten slotte wordt de uitgebreide batterij opgeladen tot 100%.

Als er een uitgebreide batterij op de computer is aangesloten, wordt eerst de voeding van de uitgebreide batterij gebruikt. De batterijvoeding van de primaire batterij wordt gebruikt nadat de uitgebreide batterij geen stroom meer heeft.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 29 N

De oplaadcapaciteit van de batterij controleren

De oplaadcapaciteit van de batterij gaat langzaam achteruit naarmate de batterij vaker is opgeladen en de batterij langer wordt gebruikt. Om het meeste uit uw batterij te halen, controleert u de oplaadcapaciteit van de batterij en wijzigt u de batterijinstellingen.

De oplaadcapaciteit van de batterij controleren

1Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.

2Klik op Energiebeheer (Power Management) en Batterij (Battery).

U kunt tevens de functies voor de batterijlading inschakelen om de levensduur van de batterij te verlengen.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 30 N

De batterij langer laten meegaan

Wanneer de computer op de batterij werkt, kunt u de batterij met de volgende methoden langer laten meegaan.

Verlaag de helderheid van uw computerscherm.

Gebruik de modus voor energiebesparing. Zie Modi voor energiebesparing gebruiken (pagina 32) voor meer informatie.

U kunt de energiebesparende instellingen wijzigen onder Energiebeheer. Zie VAIO Energiebeheer gebruiken (pagina 132) voor meer informatie.

Voor meer informatie over het verlengen van de levensduur van de batterij raadpleegt u het Help-bestand na het volgen van de stappen in

De oplaadcapaciteit van de batterij controleren (pagina 29).

Loading...
+ 180 hidden pages