Sony MHC-NX1 User Manual [lt]

Mini Hi-Fi Component System
3-867-106-44(1)
Gebruiksaanwijzing Istruzioni per l’uso Manual de Instruções
NL IT PT
MHC-NX1
1
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen.
Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden, dient u de behuizing van het apparaat nooit te openen. Laat onderhoud en eventuele reparatie over aan bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geklassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Deze stereo-installatie is voorzien van het B-type Dolby* ruisonderdrukkingssysteem. * Geproduceerd onder licentie van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation. DOLBY en het dubbel D symbool a zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
De MHC-NX1 installatie bestaat uit de volgende componenten:
– Audio/video-regelversterker STR-NX1 –Compact disc speler/stereo cassettedeck
HTC-NX1
– Luidsprekersysteem SS-NX1
NL
2

Inhoudsopgave

Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-
installatie ........................................... 4
Stap 2: Gelijkzetten van de klok .......... 7
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders ..................................... 8
Stroom besparen in de gebruiksklaar-
stand .................................................. 9
Basisbediening
Afspelen van een compact disc .......... 10
Opnemen van een compact disc ........ 11
Luisteren naar de radio ............................
Opnemen van een
radio-uitzending ............................ 14
Afspelen van een cassette ................... 15
Kopiëren van bandopnamen
(dubbing) ........................................ 17
Compact disc speler
Gebruik van het CD uitleesvenster.... 18
Herhaalde weergave van
muziekstukken op CD .................. 19
Willekeurige weergave van
muziekstukken op CD .................. 19
Programma-weergave van
muziekstukken op CD .................. 20
Cassettedeck
Handmatig opnemen ........................... 22
Geprogrammeerde opname
van een CD ..................................... 23
Instellen van de weergave
Bijregelen van het geluid..................... 25
Kiezen van een akoestiek-instelling .. 26 Omschakelen van de helderheid
van het uitleesvenster ................... 27
Weergave met een ruimtelijk effect ... 27 Bijregelen met de
grafiek-toonregeling...................... 28
Vastleggen van uw eigen akoestiek-
instellingen ..................................... 29
Extra functies
12
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .............................................. 30
Met muziek in slaap vallen ................. 32
Met muziek gewekt worden............... 33
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen................................... 34
Externe apparatuur
Aansluiten van audio-apparatuur ..... 35
Aansluiten van een videorecorder..... 36
Aansluiten van buitenantennes.......... 37
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................ 38
Verhelpen van storingen ..................... 39
Technische gegevens............................ 42
Index....................................................... 44
* Alleen voor het Europese model.
NL
NL
3

Voorbereidingen

Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie

Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 5 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
Als u de stereo-installatie verticaal opstelt
Zet in elk geval de audio/video-regelversterker bovenop de compact disc speler/stereo cassettedeck, niet er onder.
FM-draadantenne
AM-kaderantenne
1
3
4
2
5
2
Linker voorluidsprekerRechter voorluidspreker
Betreffende het installeren
Plaats de audio/video-regelversterker altijd bovenop, zoals in de afbeelding aangegeven. Als u de audio/ video-regelversterker onder de CD-speler/stereo cassettedeck plaatst, kunnen er bij het afspelen van cassettes storende bijgeluiden klinken.
NL
4
2
1 Sluit de platte lintkabel stevig aan
op de SYSTEM CONTROL stekkerbussen, zodat de stekkers vastklikken.
Sluit de FM- en AM-antennes aan.
3
Zet de kaderantenne in elkaar en sluit deze aan.
Aansluiting type A
Losmaken
2 Sluit de voorluidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de FRONT SPEAKER klemmen zoals hieronder getoond.
Steek alleen het vrijgemaakte uiteinde in de aansluitklem.
R
+
Rood/ Enkele kleur ()
Zwart/Gestreept ()
Opmerking
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes, om storing in de weergave te voorkomen.
L
Strek de FM-
AM-kaderantenne
draadantenne zover mogelijk horizontaal uit.
AM
FM 75
COAXIAL
Aansluiting type B
AM-kaderantenne (bijgeleverd)
+
Strek de FM­draadantenne zover mogelijk horizontaal uit.
AM
FM 75
Opmerking
Plaats de AM-kaderantenne zo ver mogelijk weg van het hoofdapparaat.
wordt vervolgd
NL
5
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie (vervolg)
Bij de modellen met een
4
spanningskiezer, stelt u deze VOLTAGE SELECTOR in op het voltage van het plaatselijk lichtnet.
VOLTAGE SELECTOR
240V
-
230
Aanbrengen van de voetjes onder de voorluidsprekers
Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes onder de voorluidsprekers, om te zorgen dat ze stevig staan en niet kunnen wegglijden.
120V
Steek de stekker van het netsnoer in
5
220V
het stopcontact.
Het uitleesvenster toont nu een demonstratie van de mogelijkheden. Wanneer u op de 1/u toets drukt, wordt de stereo-installatie ingeschakeld en stopt automatisch de demonstratie.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert u deze en gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de modellen met verloopstekker).
Aansluiten van andere audio/ video-apparatuur
Zie blz. 35.
Uitschakelen van de demonstratie
Wanneer u de tijd instelt (zie Stap 2: Gelijkzetten van de klok) wordt de demonstratie automatisch uitgeschakeld.
Om de demonstratie weer te starten/stoppen, drukt u op de DISPLAY toets (bij de modellen voor Europa, de V.S. en Canada) of op de DEMO (STANDBY) toets (bij de overige modellen) terwijl de stereo-installatie uit staat.
Tip
U kunt de lage tonen extra krachtig laten klinken door een los verkrijgbare lagetonenluidspreker op de “superwoofer” luidsprekerklemmen aan te sluiten.
Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening
]
}
}
]
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Wanneer u de stereo-installatie vervoert
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het CD-mechanisme te beschermen.
1 Druk op de CD toets (of meermalen op de
FUNCTION toets van de afstandsbediening) totdat de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Houd de ENTER toets ingedrukt en druk
dan op de 1/u toets zodat er “LOCK” in het uitleesvenster verschijnt.
NL
6

Stap 2: Gelijkzetten van de klok

Om de schakelklok-functies te kunnen gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd moeten instellen.
Bij de Europese modellen geeft de ingebouwde klok de tijd aan volgens een 24­uurs cyclus en bij de overige modellen volgens een 12-uurs cyclus.
De afbeeldingen tonen het model met een 24­uurs tijdsaanduiding.
·
·ª
·ª
+=p
)0P
3,5
V
bB
v
p
·
2,4
1 Druk op de CLOCK/TIMER toets.
De uren-aanduiding begint te knipperen.
2 Druk op de V of v toets om het juiste
uur in te stellen.
De klok volgt een 24-uurs cyclus bij de Europese modellen en een 12-uurs cyclus bij de overige modellen.
3 Druk op de ENTER toets.
De minuten-aanduiding begint te knipperen.
4 Druk op de V of v toets om de juiste
minuut in te stellen.
5 Druk op de ENTER toets.
De klok begint te lopen.
1
Tips
• Na een vergissing dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 1.
• Bij het instellen van de juiste tijd wordt de demonstratiefunctie automatisch uitgeschakeld. Als u de demonstratie wilt zien, drukt u op de DISPLAY toets (bij de modellen voor Europa, de V.S. en Canada) of op de DEMO (STANDBY) toets (bij de overige modellen) terwijl de stereo­installatie uitgeschakeld staat.
Corrigeren van de tijdinstelling
Hierboven wordt beschreven hoe u de tijd instelt wanneer de apparatuur is uitgeschakeld. Voor het gelijkzetten van de klok terwijl de apparatuur is ingeschakeld, gaat u als volgt te werk:
1 Druk op de CLOCK/TIMER toets. 2 Druk op de V of v toets om in te stellen op
SET CLOCK.
3 Druk op de ENTER toets. 4
Volg de bovenstaande aanwijzingen 2 t/m 5.
Opmerking
De tijdinstelling verdwijnt uit het geheugen wanneer er een stroomonderbreking is of de stekker niet in het stopcontact zit.
NL
7

Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders

U kunt een aantal van uw favoriete radiozenders vastleggen, als volgt:
– Model met 2 afstembanden: 20 FM zenders
en 10 AM zenders.
– Model met 3 afstembanden: 20 FM zenders,
10 middengolf-zenders en 10 kortegolf­zenders, of 20 FM zenders, 10 AM zenders en 5 UKV zenders, afhankelijk van het model dat u zich hebt aangeschaft.
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
Instelknop
0
≠ +
g
3
1
+
)
+
1 Druk net zovaak op de TUNER
BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.
Welke afstembanden u kunt ontvangen, hangt af van het model dat u zich hebt aangeschaft. Controleer welke afstembanden het model biedt. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt: Model met 2 afstembanden: FM ˜ AM Model met 3 afstembanden: FM n MW n SW
n
of
FM n AM n UKV*
n
* Als u de UKV band kiest, verschijnt
de aanduiding “STEREO PLUS” in het uitleesvenster.
2 Houd de + of de – toets ingedrukt
totdat de frequentie-aanduiding gaat veranderen en laat de toets dan los.
Wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
STEREO
MHz
TUNED
4
2
In het uitleesvenster knippert een voorinstelnummer. De zenders worden nu vastgelegd vanaf voorinstelnummer 1.
Voorinstelnummer
TUNED
STEREO
4 Druk op de ENTER toets.
De zender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen nummer.
5
Herhaal de stappen 1 t/m 4 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
NL
8
3 Druk op de TUNER MEMORY toets.
Afstemmen op een zender die te zwak is voor automatische afstemming
Druk in stap 2 enkele malen achtereen op de + of – toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen.
Vastleggen van een nieuwe zender onder een al gebruikt voorinstelnummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Na stap 3 draait u aan de instelknop om in te stellen op het voorinstelnummer waaronder u de nieuwe zender wilt vastleggen.
U kunt na het laatste voorinstelnummer een nieuw voorinstelnummer toevoegen.
Wissen van een vooringestelde zender
1 Druk net zovaak op de TUNER MEMORY
toets tot er een voorinstelnummer in het uitleesvenster knippert.
TUNED
STEREO
2 Draai aan de instelknop om in te stellen op
het voorinstelnummer dat u wilt wissen. Stel in op “ALL ERASE” als u alle
voorkeurzenders in één keer wilt wissen.
3 Druk op de ENTER toets.
De aanduiding “COMPLETE!!” verschijnt.
Bij het wissen van een voorkeurzender schuiven alle volgende zenders een plaatsje naar voren op en krijgen dus allemaal een lager nummer.
Omschakelen van het AM afsteminterval
(Uitgezonderd de modellen voor Europa en het Midden-Oosten)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige gebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd vervolgens de TUNER MEMORY toets ingedrukt en schakel zo de stroom weer in met de 1/u toets. Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te schakelen, herhaalt u deze werkwijze.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na uitvallen van de stroom ongeveer een halve dag in het afstemgeheugen bewaard blijven.

Stroom besparen in de gebruiksklaar-stand

(alleen voor de modellen voor Europa, de V.S. en Canada)
In de uitgeschakelde gebruiksklaar-stand het stroomverbruik
verminderen
(stroombesparingsstand) om energie te besparen.
1/u
(Aan/uit-schakelaar)
POWER SAVE/DEMO
(STANDBY)
DISPLAY
0
≠ +
g
+
)
/ Druk op de POWER SAVE/DEMO
(STANDBY) toets wanneer de stereo-installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat komt in de stroombesparingsstand en de tijdsaanduiding dooft. In deze stand kunt u de stereo-installatie aan/uit zetten door indrukken van de
1/u
Tips
• Telkens wanneer u in de stroombesparingsstand op de POWER SAVE/DEMO (STANDBY) toets drukt, schakelt het uitleesvenster over tussen de stroombesparingsstand en de demonstratiestand.
• In de stroombesparingsstand blijft het 1/u spanningslampje branden, evenals de schakelklok­indicator (wanneer de schakelklok is ingesteld).
• In de stroombesparingsstand zal de schakelklok gewoon werken.
Opmerkingen
• De klok kan niet op d juiste tijd worden ingesteld in de stroombesparingsstand.
• De één-toets weergavestart zal niet werken in de stroombesparingsstand.
Uitschakelen van de stroombesparingsstand
Druk op de DISPLAY toets. De tijdsaanduiding licht nu weer op.
kunt u
+
toets.
NL
9

Basisbediening

)0P
+=p
·
·ª
·ª
·
p
CD·
p P
=/+
0/)
V
v
bB

Afspelen van een compact disc

— Normale weergave
Met deze stereo-installatie kunt u tot vijf compact discs achtereen afspelen.
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
PLAY MODE
Instelknop
VOLUME
1 Druk op een van de CD 1-5 §
open/sluit-toetsen en leg een compact disc in de disc-lade.
+
0
)
·
·
∏
π
π
+
2
§
1
2
3
4
5
1
≠ +
g
ª · π ª · π
§ §
NL
10
Als een disc niet goed geplaatst is, kan deze niet worden afgespeeld.
Met de bedrukte label-kant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade.
·
ª · π ª · π
§ §
Druk nogmaals op dezelfde toets om de disc-lade te sluiten. Om nog andere compact discs te plaatsen, drukt u op de
§
open/sluit-toets voor een ander nummer om de bijbehorende disc-lade te openen.
2
Druk op een van de DISC 1-5 toetsen.
De disc-lade sluit en het afspelen van de gekozen CD begint. Wanneer u op de · weergavetoets (of op de CD · toets van de afstandsbediening) drukt, begint het afspelen vanaf het begin van de CD in de disc-uitsparing waarvan het nummer (de toets) groen oplicht.
Nummer van de disc-uitsparing
1
Verstreken speelduur
Muziekstuknummer
§
1
2
π
∏
3
4
5
Voor het Doet u het volgende
Stoppen met Druk op de π stoptoets afspelen (p op de afstandsbediening).
Pauzeren
Druk op de ∏ toets (of op de P toets van de afstandsbediening). Druk nogmaals op de toets om de weergave te hervatten.
Opzoeken van een muziekstuk
Draai de instelknop tijdens weergave of pauzeren naar rechts (om vooruit te gaan) of naar links (om terug te gaan) en laat de knop los bij het gewenste muziekstuk. (Ook kunt u de + toets (om vooruit te gaan) of de = toets (om terug te gaan) op de afstandsbediening gebruiken.)
Opzoeken van een punt in een 0 muziekstuk
Houd tijdens weergave de ) of
toets (of de
)/0 toets op de afstandsbediening) ingedrukt en laat de toets bij het gewenste punt los.
Kiezen van een Druk op de DISC 1~5 toets (of compact disc in de D.SKIP toets van de de stopstand afstandsbediening).
Afspelen van Druk net zovaak op de PLAY alleen de eerste MODE toets tot er “1 DISC” compact disc wordt aangegeven.
Afspelen van Druk net zovaak op de PLAY alle CD’s MODE toets tot er “ALL
DISCS” wordt aangegeven.
Uitnemen of Druk op een van de CD 1~5 § een compact disc open/sluit-toetsen.
Verwisselen van Druk op een van de CD 1~5
§
een andere CD open/sluit-toetsen om de disc-lade te tijdens CD-weergave openen voor de CD die u wilt
verwisselen. Na het inleggen van een nieuwe CD drukt u nogmaals op dezelfde toets om de disc-lade te sluiten. Zolang de disc-lade open staat, blijft het lampje van de betreffende DISC 1 - 5 toets oranje knipperen.
Bijregelen van de geluidssterkte
Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOLUME
+/–
toets van de afstandsbediening).
Tips
Bij indrukken van de · weergavetoets wanneer de stereo­installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de compact disc, mits er een CD in de disc-lade aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een compact disc starten, eenvoudig met een druk op de van de DISC 1-5 toetsen (automatische geluidsbron-keuze).
• Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is, verschijnt de aanduiding “CD NO DISC”.
Tijdens het afspelen van een disc of wanneer er is ingesteld op een disc-uitsparing met een CD er in zal de DISC 1~5 toets van de betreffende disc-uitsparing groen oplichten.
·
weergavetoets of een
Opmerking
Druk de disc-lade niet met de hand dicht, want dat kan storing in de werking van de CD-speler veroorzaken. Druk voor het sluiten van de disc-lade altijd op de juiste CD 1~5 § open/sluit-toets.

Opnemen van een compact disc

— CD synchroon-opname
Met behulp van de CD SYNC toets kunt u een compact disc snel en doeltreffend op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
ª
·
π
∏
ª · π ª · π
§ §
DOLBY NR
4153
1 Druk op de § toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in deck B.
Met de kant voor opname naar u toe gericht
2
§
1
2
3
4
5
π
§
wordt vervolgd
Basisbediening
NL
11
Opnemen van een compact disc (vervolg)
2 Druk op een van de CD 1 - 5 §
open/sluit-toetsen en plaats een compact disc.
Druk dan nogmaals op de toets om de disc-lade te sluiten.
Met de bedrukte label­kant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc­lade.
·
π
∏
ª · π ª · π
§ §

Luisteren naar de radio

–– Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vast (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders”).
1/u
§
1
2
3
4
5
(Aan/uit­schakelaar)
2
STEREO/MONO
1
12
3 Druk op de CD SYNC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weer­gavepauzestand te staan. De · indicator (voor de voorkant van de cassette) licht op.
4
Kies met de DIRECTION schakelaar de instelling voor het opnemen op één
ß
cassettekant of de voor opnemen op beide cassettekanten.
5
Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de π stoptoets van deck B of van de CD-speler.
Tips
Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª achterkant-weergavetoets zodat de
ª
• Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR schakelaar nadat u op de CD SYNC toets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR” verschijnt.
Opmerkingen
• Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere geluidsbron luisteren; daarvoor zult u eerst moeten stoppen met opnemen.
• Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß.
NL
(achterkant) indicator oplicht.
(of RELAY) instelling
A
1
=/+
0
≠ +
g
–/+
·
·ª
·ª
·
+
)
VOLUME
+=p
)0P
V
bB
v
p
+
VOLUME +/–
1 Druk net zovaak op de TUNER
BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.
Welke afstembanden u kunt ontvangen, hangt af van het model dat u zich hebt aangeschaft. Controleer welke afstembanden het model biedt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt:
Model met 2 afstembanden: FM ˜ AM Model met 3 afstembanden: FM n MW n SW
n
of
FM n AM n UKV*
n
* Als u de UKV band kiest, verschijnt de
aanduiding “STEREO PLUS” in het uitleesvenster.
2 Draai aan de instelknop (of druk op
de = of + toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender.
Draai naar links (of druk op de = toets van de afstandsbe-
diening) om af te stemmen op een lager genummerde zender.
≠ +
Draai naar rechts (of druk op de + toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op een hoger genummerde zender.
Voor het Doet u het volgende
Uitschakelen van Druk op de 1/u de radio aan/uit-schakelaar.
Bijregelen van de Draai aan de VOLUME geluidssterkte regelaar (of druk op de
VOLUME +/– toets van de afstandsbediening).
Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd
Gebruik de handmatige of automatische afstemming. Voor handmatige afstemming drukt u enkele malen achtereen op de – of + toets. Voor automatische afstemming houdt u de – of + toets langer ingedrukt.
Tips
• Bij indrukken van de TUNER BAND toets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint de weergave van de laatst ontvangen radiozender (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo­installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner en de radio­ontvangst starten, eenvoudig met een druk op de TUNER BAND toets (automatische geluidsbron­keuze).
• Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, drukt u op de STEREO/ MONO toets, zodat de aanduiding “MONO” oplicht. Het stereo-effect zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Druk nogmaals op de toets om weer naar stereo­geluid te luisteren.
• Om de beste radio-ontvangst te verkrijgen kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen.
Basisbediening
Voorinstelnummer Afstemfrequentie
TUNED
STEREO
MHz
Als er slechts één voorkeurzender is ingesteld, verschijnt de aanduiding “ONE PRESET” in het uitleesvenster.
13
NL

Opnemen van een radio-uitzending

Voorinstelnummer
Afstemfrequentie
TUNED
STEREO
MHz
14
Na keuze van de gewenste vastgelegde voorkeurzender kunt u radio-uitzendingen op de band opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
–/+
0
≠ +
g
§ §
ª
2
+
)
∏
·
π
ª · π ª · π
DOLBY NR
5
4,6
1 Druk op de TUNER BAND toets om
de gewenste afstemband te kiezen.
2
Draai aan de instelknop om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender.
Draai naar links om af te stemmen op een lager genummerde
NL
zender.
≠ +
Draai naar rechts om af te stemmen op een hoger genummerde zender.
3 Druk op de § toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in deck B.
Met de kant voor opname naar u toe
1
+
§
1
2
3
4
5
π
3
gericht
§
4
Druk op de REC PAUSE/START toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan.
5
Kies met de DIRECTION schakelaar de
A
instelling voor het opnemen op één
ß
cassettekant of de
(of RELAY) instelling
voor opnemen op beide cassettekanten.
6 Druk nogmaals op de REC PAUSE/
START toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de π stoptoets van deck B.
Tips
Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de zodat de
ª
Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.
Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, gebruikt u de – en + toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen.
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR schakelaar nadat u in stap 6 op de REC PAUSE/START toets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR” oplicht.
Als er bij het opnemen van een radio-uitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de antenne voor de betreffende afstemband in een andere richting te draaien.
(achterkant) indicator oplicht.
Opmerking
Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß.
ª
achterkant-weergavetoets

Afspelen van een cassette

De cassettedecks zijn geschikt voor weergave van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2-band) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij plaatsen van een cassette neemt het deck automatisch de bandsoort waar en stelt daarop in. Ook kunt u de AMS* zoekfuncties van de instelknop gebruiken om de muziekstukken die u wilt horen vlot en gemakkelijk op te zoeken. Gebruik de DECK A ª· en DECK B ª· toetsen (op de afstandsbediening) om het gewenste deck te kiezen.
* AMS = Automatische Muziek Sensor
DECK Aª· DECK Bª·
0/)
·
·ª
·ª
+=p
)0P
V
bB
v
p
·
p
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
+
0
)
≠ +
g
·
ª · π ª · π
§ §
1132 3
DOLBY NR
∏
π
VOLUME
π
π
VOLUME +/–
1 Druk op de § toets en plaats een
bespeelde cassette in deck A of B.
Met de kant die u wilt weergeven naar u toe
+
§
1
2
3
4
5
gericht
§
2
Kies met de DIRECTION schakelaar de
A
instelling voor het afspelen van één
ß**
cassettekant of de
instelling voor
het afspelen van beide cassettekanten.
Kies de RELAY*** instelling (continu­weergave) voor het achter elkaar afspelen van de cassettes in beide decks.
Basisbediening
3 Druk op de · weergavetoets.
Om de achterkant van de cassette af te spelen drukt u op de ª achterkant-weergavetoets. Dan begint de weergave.
** Het deck stopt automatisch nadat de cyclus,
d.w.z. afspelen van beide cassettekanten, vijfmaal is herhaald.
*** De continu-weergave verloopt altijd in de
onderstaande volgorde: Deck A (voorkant), Deck A (achterkant), Deck B (voorkant), Deck B (achterkant).
wordt vervolgd
15
NL
Afspelen van een cassette
(vervolg)
Voor het Doet u het volgende
Stoppen met Druk op de π stoptoets (p op afspelen de afstandsbediening).
Vooruitspoelen Druk op de 0 toets van de
afstandsbediening tijdens het afspelen van de voorkant of op de ) toets tijdens het afspelen van de achterkant van de cassette.
Terugspoelen Druk op de 0 toets van de
afstandsbediening tijdens het afspelen van de voorkant of op de ) toets tijdens het afspelen van de achterkant van de cassette.
Uitnemen van Druk op de § toets. de cassette
Bijregelen van Draai aan de VOLUME regelaar de geluidssterkte (of druk op de VOLUME +/–
toets van de afstandsbediening).
Tips
• Bij indrukken van de · of ª weergavetoets wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de cassette, mits er een cassette in het deck aanwezig is (één-toets weergavestart). Wanneer de stereo-installatie in de stroombesparingsstand staat, zal de één-toets weergavestart niet werken.
• U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een cassette starten, eenvoudig met een druk op de · of ª weergavetoets (automatische geluidsbron­keuze).
• Als de af te spelen cassette is opgenomen met Dolby ruisonderdrukking, kunt u de bandruis onderdrukken door de DOLBY NR toets in te drukken zodat de aanduiding “DOLBY NR” oplicht.
Opzoeken van het begin van een muziekstuk (AMS* zoekfunctie)
Draai tijdens afspelen de instelknop in dezelfde richting als de ª of · indicator om vooruit te zoeken. Draai de instelknop in de andere richting om terugwaarts te zoeken. (Of druk op de = of + toets van de afstandsbediening.)
De richting waarin u zoekt, + (vooruit) of – (terugwaarts) en het aantal versprongen nummers (1-9) worden in het uitleesvenster aangegeven.
Voorbeeld: twee nummers vooruit zoeken
DOLBY NR
* AMS = Automatische Muziek Sensor
Opmerking
• De AMS-zoekfunctie kan wel eens niet goed werken in de volgende gevallen:
– als er tussen twee muziekstukken geen vier
seconden stilte is.
– als de geluidssterkte van het linker kanaal sterk
verschilt van die van het rechter kanaal.
– bij langdurige stille of erg zachte passages in
een muziekstuk, of geruime tijd alleen maar lage tonen (zoals bij een bas-solo, een tuba of een bariton-saxofoon).
– als het cassettedeck te dicht bij een TV-toestel
staat. (In dit geval kunt u de apparatuur beter wat verder van het TV-toestel zetten of de TV uitschakelen.)
• Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß.
16
NL
Kopiëren van band­opnamen (dubbing)
— Kopiëren met hoge snelheid
U kunt TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
1 Druk op de § toets en plaats een
bespeelde cassette in deck A en een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
Met de kant voor weergave/ opname naar u toe gericht
§
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
+
0
)
≠ +
g
∏
·
ª · π ª · π
§ §
11324
π
DOLBY NR
2 Druk op de HI DUB toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan.
3 Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen op één cassettekant of de ß (of RELAY) instelling voor opnemen op beide cassettekanten.
+
4 Druk op de REC PAUSE/START
toets.
Het kopiëren begint.
§
1
π
2
3
4
5
Stoppen met kopiëren
Druk op de π stoptoets van deck A of B.
Tips
• Wilt u op beide cassettekanten opnemen, begin dan aan de voorkant van de cassette met opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen zodra het einde van die kant is bereikt.
• Als u de DIRECTION schakelaar op ß zet en de cassettes in de decks een verschillende lengte hebben, zullen de cassettes onafhankelijk van elkaar op de andere kant overschakelen. Als u de schakelaar op RELAY zet, schakelen beide
π
cassettes gelijktijdig op de andere kant over.
• Instellen van de DOLBY NR schakelaar is niet nodig. De cassette in deck B wordt automatisch van dezelfde codering voorzien, d.w.z. met/ zonder Dolby, als de cassette in deck A.
• Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß.
Basisbediening
17
NL

Compact disc speler

Gebruik van het CD uitleesvenster

In het uitleesvenster kunt u de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of de gehele compact disc controleren.
Als er een CD TEXT disc is geplaatst, kunt u de tekst daarvan, zoals de disc-titel, muziektitels en de naam van de artiest(en) in het uitleesvenster zien. Zodra het apparaat een geplaatste CD TEXT disc waarneemt, verschijnt de aanduiding “CD TEXT” in het uitleesvenster.
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
DISPLAY
0
≠ +
g
+
)
+
/ Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Tijdens normale weergave
n Verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk
µ
Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk
µ
Resterende speelduur van de huidige compact disc (1 DISC stand) of “--.--” aanduiding (ALL DISCS stand)
µ
Titel van het weergegeven muziekstuk*
µ
Normale klok (wordt acht seconden aangegeven)
µ
Naam van het effect (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)”
In de stopstand
n Titel van de CD*
µ
Naam van de artiest(en)*
µ
Totaal aantal muziekstukken en totale speelduur**
µ
Normale klok (wordt acht seconden lang aangegeven)
µ
Naam van het effect (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)”
18
* Alleen met CD TEXT discs (maar bepaalde letters
kunnen niet worden aangegeven). Als er meer dan 20 muziekstukken op de disc zijn, zal er geen CD TEXT meer getoond worden vanaf muziekstuk 21.
**Wanneer u kiest voor programma-weergave,
verschijnt het nummer van het laatste muziekstuk in uw programma en het totale aantal geprogrammeerde nummers (het aantal stappen) in uw programma.
Tips
Door de DISPLAY toets op de audio/video­regelversterker 2 seconden of langer ingedrukt te houden, schakelt u de spectrum-analyzer AAN/ UIT.
NL
Herhaalde weergave van
Willekeurige weergave
muziekstukken op CD
–– REPEAT weergave
Met de herhaalfunctie kunt u een enkele compact disc of alle CD’s laten herhalen met normale weergave, willekeurige weergave of programma-weergave.
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
/
REPEAT
≠ +
0
g
PLAY MODE
+
)
+
Druk tijdens CD-weergave op de REPEAT toets tot de aanduiding “REPEAT” verschijnt.
De herhaalde weergave begint. Volg de onderstaande aanwijzingen voor het omschakelen van de herhaalfunctie.
van muziekstukken op CD
–– SHUFFLE weergave
Alle muziekstukken van een compact disc of van alle compact discs kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven.
1/u
(Aan/uit-schakelaar)
0
≠ +
g
2
1
+
)
·
π
∏
ª · π ª · π
+
§
1
2
3
4
5
Voor het Drukt u net zovaak op herhalen van
Alle muziekstukken op de weergegeven CD, tot 5 maal achtereen
Alle muziekstukken op alle compact discs, tot 5 maal achtereen
Een enkel muziekstuk
de PLAY MODE toets tot het uitleesvenster “1 DISC” aangeeft.
de PLAY MODE toets tot het uitleesvenster “ALL DISCS” aangeeft.
de REPEAT toets tot het uitleesvenster “REPEAT 1” aangeeft, tijdens weergave van het te herhalen muziekstuk.
Uitschakelen van de herhaalfunctie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in het uitleesvenster dooft.
Opmerking
De ALL DISCS herhaalfunctie werkt niet tijdens weergave in willekeurige volgorde.
§ §
3
DISC 1~5
1 Druk op de CD toets en leg een
compact disc in de disc-lade.
2
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “1 DISC SHUFFLE” of “ALL DISCS SHUFFLE” verschijnt.
Bij “ALL DISCS” worden de muziekstukken van alle CD’s in willekeurige volgorde weergegeven. Bij “1 DISC” worden de muziekstukken van de CD waarvan de DISC indicator groen oplicht in willekeurige volgorde weergegeven.
3 Druk op de · toets.
Dan begint het afspelen in willekeurige volgorde.
wordt vervolgd
19
NL
Willekeurige weergave van muziekstukken op CD
(vervolg)
Uitschakelen van de willekeurige weergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het uitleesvenster dooft.
Kiezen van een gewenste compact disc
Druk op de DISC 1-5 toets.
Tips
• Ook tijdens normale weergave kunt u overschakelen op willekeurige weergave, door op de PLAY MODE toets te drukken totdat er “SHUFFLE” in het uitleesvenster verschijnt.
• Om een ongewenst muziekstuk over te slaan, draait u de instelknop naar rechts (of drukt u op de + toets van de afstandsbediening).
Programma­weergave van muziekstukken op CD
–– PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselectie samenstellen door maximaal 32 nummers van alle CD’s te programmeren in de volgorde waarin u de muziek wilt horen.
1/u
(Aan/uit-schakelaar)
4
0
≠ +
g
1
2
+
)
∏
·
π
+
§
1
2
3
4
5
20
NL
ª · π ª · π
§ §
5
7
p
3
1 Druk op de CD toets en leg een
compact disc in de disc-lade.
2 Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” verschijnt.
3 Druk op een van de DISC 1-5
toetsen om in te stellen op de CD met het gewenste muziekstuk.
Om de muziekstukken op een CD in één keer alle tegelijk te programmeren, gaat
u direct door met stap 5.
4 Draai aan de instelknop tot het
gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven.
Nummer van CD
3
PROGRAM
Nummer van muziekstuk
5 Druk op de ENTER toets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma opgenomen. uitleesvenster toont het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer en het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken, gevolgd door de totale speelduur.
PROGRAM
Totale speelduur
Het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer
Het
6 Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 3 t/m 5. Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 3 achterwege laten.
Uitschakelen van de programma­weergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” dooft.
Voor het Doet u het volgende
Controleren van Druk meermalen op de het programma CHECK toets van de
afstandsbediening. Nadat het laatste muziekstuk is getoond, verschijnt “CHECK END”.
Wissen van het Druk in de stopstand op laatste muziekstuk de CLEAR toets van de in het afstandsbediening. muziekprogramma
Wissen van een Druk net zovaak op de bepaald muziekstuk CHECK toets van de in het afstandsbediening tot het muziekprogramma nummer van het
muziekstuk dat u wilt wissen wordt getoond en druk vervolgens op de CLEAR toets.
Toevoegen van een 1 Kies de compact disc met muziekstuk aan uw de DISC 1-5 toetsen. muziekprogramma 2 Kies het muziekstuk met
de instelknop.
3 Druk op de ENTER toets.
Wissen van het Druk in de stopstand gehele éénmaal, of tijdens muziekprogramma weergave tweemaal, op
de π stoptoets.
Tips
• Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een druk op de · toets kunt u hetzelfde programma dus nogmaals weergeven.
• Als tijdens programmeren in plaats van de totale speelduur “--.--” verschijnt, betekent dit:
– dat u een muziekstuknummer boven de 20 heeft
geprogrammeerd, of dat.
– de totale geprogrammeerde speelduur meer
bedraagt dan 100 minuten.
7 Druk op de · weergavetoets.
Alle geprogrammeerde muziekstukken worden dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld.
21
NL

Cassettedeck

Handmatig opnemen

U kunt een compact disc, cassette of radio­uitzending opnemen. Bij handmatig opnemen kunt u naar wens muziekstukken overslaan of bijvoorbeeld in het midden van de cassette beginnen met opnemen. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
0
≠ +
g
2
+
)
∏
·
π
+
§
1
2
3
4
5
3 Druk op de REC PAUSE/START
opnametoets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. De · indicator (voor de voorkant van de cassette) licht op.
4 Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen op één cassettekant of de ß (of RELAY) instelling voor opnemen op beide cassettekanten.
5 Druk nogmaals op de REC PAUSE/
START toets.
Het opnemen begint.
6 Begin met de weergave van de
geluidsbron die u wilt opnemen.
Voor het Doet u het volgende
Stoppen met Druk op de π stoptoets opnemen van deck B.
Kort onderbreken Druk op de REC PAUSE/ (pauzeren) van START toets. de opname
22
ª · π ª · π
§ §
4
ª
DOLBY NR
3,5
1 Steek een voor opnemen geschikte
cassette in deck B.
2 Druk op een van de geluidsbron-
keuzetoetsen voor de geluidsbron die u wilt opnemen (bijv. “CD” voor het opnemen van een compact disc).
NL
Tips
• Wilt u op de achterkant van de cassette beginnen met opnemen, druk dan op de ª achterkant­weergavetoets zodat de ª (achterkant) indicator oplicht.
• Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR schakelaar nadat u in stap 3 op de REC PAUSE/START opnametoets heeft gedrukt, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR” oplicht.
π
1
• In de opnamepauzestand (na indrukken van de REC PAUSE/START opnametoets in stap 3 en vóór nogmaals indrukken hiervan in stap 5) kunt u de instelknop gebruiken om op de CD-speler de gewenste muziekstukken te kiezen.
Opmerking
Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß.

Geprogrammeerde opname van een CD

— Programma-montage
U kunt de muziekstukken van alle compact discs in een zelf gekozen volgorde opnemen. Bij het programmeren van de nummers dient u te zorgen dat de totale speelduur van de gekozen niet langer wordt dan de betreffende cassettekant.
1 Leg een of meer compact discs in de
disc-lade en steek een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
2 Druk op de CD toets. 3 Druk enkele malen op de PLAY
MODE toets totdat de aanduiding “PROGRAM” in het uitleesvenster verschijnt.
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
§ §
8
EDIT
3
56
+
0
)
≠ +
g
·
ª · π ª · π
11
DOLBY NR
∏
π
2
π
10
12
4
4 Druk op een van de DISC 1-5
toetsen om in te stellen op de CD met het gewenste muziekstuk.
5 Draai aan de instelknop tot het
gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven.
Nummer van CD
3
+
§
1
2
3
4
5
6 Druk op de ENTER toets.
1
PROGRAM
Nummer van muziekstuk
Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma opgenomen. uitleesvenster toont het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer en het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken, gevolgd door de totale speelduur.
Totale speelduur
PROGRAM
Het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer
Het
7 Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma voor cassettekant A wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 4 t/m 6.
Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 4 achterwege laten.
wordt vervolgd
23
NL
Geprogrammeerde opname van een CD (vervolg)
8
Druk op de (P toets op de afstandsbediening) om een pauze in te voegen. Deze pauze geeft het einde van het muziekprogramma voor cassettekant A aan.
De letter “P” verschijnt en de totale speelduur komt op “0.00” te staan.
9
Voor het programmeren van de muziekstukken bestemd voor opname op cassettekant B, herhaalt u de stappen 5 en 6 indien het muziekstukken van dezelfde disc betreft of anders de stappen 4 t/m 6.
Automatische selectie van de vereiste bandlengte
— Bandlengte-montage
U kunt de CD-speler de geschikte bandlengte voor het opnemen van een bepaalde compact disc laten bepalen en aangeven, zodat u de disc automatisch op een passende cassette kunt opnemen. De CD-speler kan echter geen passende cassette bepalen voor compact discs met meer dan 20 muziekstukken.
1 Plaats een compact disc.
24
10 Druk op de CD SYNC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand te staan en de CD-speler komt in de weergavepauzestand te staan. De indicator · (voor de voorkant van de cassette) licht op.
11 Kies met de DIRECTION schakelaar
de A instelling voor het opnemen op één cassettekant of de ß (of RELAY) instelling voor opnemen op beide cassettekanten.
12
Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op de π stoptoets van deck B of van de CD-speler.
Controleren van de op te nemen muziekstukken
Druk meermalen op de CHECK toets van de afstandsbediening. Nadat het laatste muziekstuk is aangegeven, verschijnt de aanduiding “CHECK END”.
Uitschakelen van de programma­montage
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” verdwijnt.
Tip
Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, drukt u na de CD SYNC toets op de DOLBY NR toets tot in het
NL
uitleesvenster “DOLBY NR” verschijnt.
2 Druk op de CD toets. 3
Druk eenmaal op de EDIT toets (EDIT/ PTY op het Europese model), zodat de aanduiding “EDIT” gaat knipperen.
De vereiste bandlengte voor het opnemen van de gekozen compact disc verschijnt, gevolgd door de totale speelduur voor achtereenvolgens cassettekant A en B.
Opmerkingen
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer u al muziekstukken heeft geprogrammeerd. Voor het gebruik moet u eerst de programma-weergave uitschakelen door enkele malen op de PLAY MODE toets te drukken tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” uit het uitleesvenster verdwijnt.
Deze functie werkt niet wanneer de totale speelduur van de compact disc minder is dan 1 minuut.
• Bij uitschakelen van de stroom wordt de Dolby ruisonderdrukking uitgeschakeld en de DIRECTION schakelaar wordt (van A of RELAY) teruggezet op ß.

Instellen van de weergave

Bijregelen van het geluid

U kunt het weergegeven geluid meer kracht geven door de bassen of het gehele klankbeeld extra te versterken. Ook is er een hoofdtelefoon-aansluiting om te luisteren zonder anderen te storen.
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
0
≠ +
g
PHONES
Extra versterken van de bassen (DBFB)
Druk op de DBFB* toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
n DBFB normale basversterking (
µ
DBFB extra basversterking (
DBFB OFF (geen basversterking)
µ
DBFB
+
)
+
GROOVE
DBFB
)
DBFB
)
Extra vermogen voor het totaalgeluid (GROOVE)
Druk op de GROOVE toets. De geluidssterkte wordt verhoogd, de DBFB basversterking komt op volle sterkte te staan, de instelling van de grafiek-toonregeling verandert en de GROOVE toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE toets om weer terug te keren naar de oorspronkelijke geluidssterkte.
Opmerkingen
• Als de bassen in de muziek erg luid zijn en u dan de DBFB basversterkingsfunctie gebruikt samen met de akoestiekregeling, kan het geluid vervormd klinken. Als dit het geval is, zet u de DBFB basversterkingsfunctie op “ of schakelt u het akoestiekeffect uit (blz. 26).
• Bij het uitschakelen van de GROOVE functie komt de DBFB basversterkingsfunctie op “ staan en de grafiek-toonregeling in de neutraalstand (geen bijregeling). Om de DBFB functie uit te schakelen, drukt u net zovaak op de DBFB toets tot de aanduiding verdwijnt.
DBFB
DBFB
” of “OFF”,
” te
Luisteren via een hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten, zal er geen geluid via de luidsprekers te horen zijn.
Opmerking
Als u een “superwoofer” ultralagetonen­luidspreker hebt aangesloten, zal deze ook bij luisteren via een hoofdtelefoon nog steeds geluid weergeven. Schakel bij luisteren via een hoofdtelefoon de “superwoofer” ultralaag­luidspreker uit.
* DBFB = Dynamic Bass Feedback (Dynamische
basversterking)
25
NL

Kiezen van een akoestiek-instelling

Met behulp van het akoestiek-menu kunt u het klankbeeld aanpassen aan de muziek waar u naar luistert.
Keuze van een effect uit het akoestiek-menu
1/u
(Aan/uit­schakelaar)
1
0
≠ +
g
+
)
+
23
1 Druk op de FILE SELECT toets.
Het laatst gekozen akoestiekeffect verschijnt in het uitleesvenster.
Uitschakelen van het akoestiek­effect
Druk enkele malen op de EFFECT toets van de afstandsbediening, zodat de aanduiding “EFFECT OFF” in het uitleesvenster oplicht.
Akoestiek-menu
De aanduiding “ akoestiek-instelling kiest met ruimtelijk rondom-effect.
Effect
ROCK POP SOUL HOUSE R&B
ACTION ROMANCE SF DRAMA SPORTS
SHOOTING RACING RPG BATTLE ADVENTURE
P FILE 1~5
* U kunt ook zelfgemaakte akoestiek-instellingen in
het geheugen vastleggen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen” op blz. 29).
Tip
Bij gebruik van de afstandsbediening kunt u met de V/v toetsen het laatst gekozen akoestiekeffect aangeven, om daarna desgewenst een nieuw effect uit het akoestiekmenu te kiezen.
SUR
” verschijnt als u een
Voor
Standaard muziekbronnen
Geluid van speelfilms en speciale luistersituaties
Videospelletjes
Eigen instellingen (Personal file)*
26
2 Gebruik de instelknop om het
gewenste akoestiekeffect te kiezen.
De naam van het akoestiekeffect verschijnt in het uitleesvenster.
Zie de tabel onder “Akoestiek-menu” in de kolom hiernaast.
3 Druk op de ENTER toets.
NL
Omschakelen van de
Weergave met een helderheid van het uitleesvenster
Tijdens het luisteren naar muziek kunt u de helderheid van het uitleesvenster naar wens aanpassen.
/ Druk op de DIMMER toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
)0P
V
bB
v
p
·
DIMMER ON
DIMMER OFF
DIMMER
˜
ruimtelijk effect
U kunt de muziek weergeven met een fraai
ruimtelijk akoestiekeffect.
·
·ª
˜
·ª
+=p
)0P
V
bB
v
p
·
SURROUND
/ Druk enkele malen achtereen op de
SURROUND toets om in te stellen op het gewenste akoestiekeffect.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
SURROUND ON (ruimtelijke weergave)
SURROUND OFF (uitgeschakeld)
Tip
Als u het effect met een bepaalde geluidsbron altijd
wilt gebruiken, kunt u het vastleggen in het
geheugen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-
instellingen” op blz. 29).
Opmerking
Wanneer u een ander akoestiekeffect kiest, zal het
ruimtelijk SURROUND effect meestal worden
uitgeschakeld.
27
NL

Bijregelen met de grafiek-toonregeling

Met de grafiek-toonregeling kan het niveau van de diverse frequentiebanden naar wens verhoogd of verlaagd worden. Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling van de klank.
·
·ª
4
3
·ª
+=p
)0P
V
b
B
v
p
·
3
2
3
Druk eerst op frequentieband te kiezen en dan op of
v
om de gekozen frequentieband
B of b
om een
V
naar wens bij te regelen.
1
DISCS
ALL
4 Druk op de ENTER toets.
Opmerking
Als u een andere akoestiek-instelling kiest uit het menu, komt de gemaakte bijregeling te vervallen (dit is niet het geval als “EFFECT OFF” wordt gekozen). Wilt u de instellingen bewaren voor toekomstig gebruik, leg deze dan vast in het geheugen van de stereo-installatie. (Zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen” op blz. 29.)
28
1
Kies de akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling (zie de paragraaf “Kiezen van een akoestiek­instelling” op blz 26).
2 Druk op de GEQ toets.
NL

Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen

— PERSONAL FILE functie
Na het samenstellen van uw eigen akoestiek­instellingen (met behulp van de grafiek­toonregeling en het ruimtelijk rondom-effect) kunt u deze in het geheugen van de stereo­installatie vastleggen. Zo kunt u telkens voor de weergave van een favoriete radio­uitzending, cassette of compact disc het bijbehorende akoestiekpatroon oproepen. U kunt vijf zelfgemaakte akoestiekinstellingen vastleggen.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiekinstelling om die te gebruiken als basis voor de bijregeling van het geluid.
·
·ª
4
3
·ª
+=p
)0P
V
bB
v
p
·
2
2 Druk op de P FILE toets.
Er knippert een nummer voor het akoestiekpatroon in het uitleesvenster.
3 Kies het gewenste nummer (P FILE)
voor het akoestiekpatroon met de B of b toets.
4 Druk op de ENTER toets.
Het bijgeregelde akoestiekeffect is nu vastgelegd onder het gekozen nummer. Het voorheen op deze plaats vastgelegde akoestiekpatroon wordt gewist en vervangen door de nieuwe instellingen.
1 Regel de akoestiekinstelling bij met
behulp van de grafiek-toonregeling en het ruimtelijk rondom-effect. (Zie “Bijregelen met de grafiek­toonregeling ” op blz. 28, “Weergave met een ruimtelijk effect” op blz. 27 en “Kiezen van een akoestiek-instelling” op blz. 26.)
29
NL

Extra functies

Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)

(Alleen voor het Europese model) Welke mogelijkheden biedt het
RDS informatiesysteem?
De RDS (Radio Data Systeem) is een digitaal radio-informatiesysteem waarmee radiozenders naast de gewone radio­uitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. De ingebouwde tuner biedt enkele handige RDS functies, zoals de aanduiding van de naam van de radiozender in het uitleesvenster en het opzoeken van radiozenders aan de hand van het soort programma dat ze uitzenden. De RDS is alleen beschikbaar voor FM zenders.*
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
n Zendernaam**
µ
Afstemfrequentie
µ
Programmatype**
µ
Tijdsaanduiding
µ
Akoestiekpatroon (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)”
**Als er geen RDS informatie wordt ontvangen, kan
de zendernaam en het programmatype niet in het uitleesvenster worden aangegeven.
Tips
Door de DISPLAY toets op de audio/video­regelversterker 2 seconden of langer ingedrukt te houden, schakelt u de spectrum-analyzer AAN/ UIT.
30
* Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u het best contact opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders.
Ontvangst van RDS uitzendingen
/ Kies eenvoudigweg een radiozender
uit de FM band. Bij afstemming op een zender die RDS informatie uitzendt, zal automatisch de zendernaam samen met de RDS indicator in het uitleesvenster verschijnen.
NL
Opzoeken van een radiozender aan de hand van het programmatype (PTY)
U kunt een radiozender van uw keuze uit de FM afstemband opzoeken door in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner stemt dan af op een uitzending van het gekozen type, verzorgd door een van de FM RDS zenders die zijn vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner.
1/u
DISPLAY
(Aan/uit­schakelaar)
2,4
0
≠ +
g
1
+
)
3,5
+
§
Loading...
+ 102 hidden pages