In Windows ..............................................29
In Macintosh .............................................29
In Linux ...................................................30
2
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 3
Stap 1.Uitpakken
1
Verwijder de printer en alle accessoires uit de kartonnen
verpakking. Controleer of de printer werd geleverd met
de volgende items:
TonercassettesNetsnoer
Snelstart intallatiehandleidingCd-rom
Nederlands
Optimale installatiehandleiding
Cd-rom SyncThru
(alleen CLP-510N)
O
PMERKINGEN
• Waarschuw onmiddellijk uw verkoper als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
De onderdelen kunnen verschillen van land tot land.
•
• De cd-rom bevat het printerstuurprogramma,
de gebruikshandleiding en het programma Adobe Acrobat Reader.
• Het netsnoer verschilt van land tot land.
:
Beknopte handleiding
SyncThru (alleen CLP-510N)
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
3
Page 4
O
PGELET
voorzichtig wanneer u de printer optilt of verplaatst. Verplaats de
printer nooit alleen, maar altijd met twee personen. Gebruik daarbij
de grepen. Deze bevinden zich op de plaats die is aangegeven
op de afbeelding (zie pagina 5). Als één persoon de printer tracht
op te tillen, bestaat het risico dat hij een rugblessure oploopt.
2
3
: Deze printer weegt 32 kg inclusief de cassettes. Wees
Verwijder voorzichtig alle verpakkingstapes van de printer.
Trek de papierlade uit de printer en verwijder
de verpakkingstape van de lade.
4
Kies een geschikte plaats voor de printer:
• Laat voldoende ruimte vrij voor de luchtcirculatie en om
de laden en kleppen van de printer te kunnen openen.
• Stel de printer op in de juiste omgeving:
– Een stabiel, horizontaal oppervlak
– Niet blootgesteld aan de directe luchtstroom van
airconditioners, verwarmingselementen of ventilators
– Niet blootgesteld aan temperatuurschommelingen,
zeer hoge of lage temperaturen, zonlicht, een zeer hoge
of lage vochtigheid of schommelingen van
de vochtigheid
– Schone, droge en stofvrije ruimte
4
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
O
PGELET
te plaatsen. Dit is nodig om problemen met de afdrukkwaliteit
te vermijden.
: U dient de printer op een horizontaal oppervlak
Page 5
Stap 2. Kennismaking met uw printer
De belangrijkste onderdelen van uw printer zijn:
Nederlands
Bovenklep
(open deze klep om
de transportriem te plaatsen)
Uitvoersteun
Ontgrendelknop
van de bovenklep
Greep
(gebruik de greep
om de printer
op te tillen.
De grepen waarmee
u de printer optilt
bevinden zich
onderaan aan
weerszijden
van de printer)
Linkerklep
(open deze klep volledig om tonercassettes
te plaatsen en op de ontgrendelknop van
de bovenklep te drukken)
Papieruitvoerlade
Optionele lade 2
(voor 500 vellen)
Lade 1
(voor 250 vellen)
Bedieningspaneel
(zie hoofdstuk
2 in de gebruikshandleiding op de
cd-rom)
Voorklep
(open deze klep om
de cassette voor
gebruikte toner
te vervangen)
O
PMERKING
: Als u een groot aantal pagina's tegelijk afdrukt,
kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Let erop dat
u het oppervlak niet aanraakt en zorg ervoor dat kinderen niet
in de buurt komen.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
5
Page 6
Rechterklep
(open deze klep om vastgelopen
papier te
verwijderen)
Multifunctionele lade
(open deze lade om speciale
afdrukmedia te plaatsen)
(gebruik de grepen om
de printer op te tillen)
Klep moederbord
(open deze klep om
optionele accessoires
te installeren)
Aan/uit-schakelaar
Aansluiting
netsnoer
Greep
Papierverwijderingsklep optionele lade 2
(open deze klep om vastgelopen papier in
optionele lade 2 te verwijderen)
Antenne voor
draadloos netwerk
Netwerkpoort
**
USB-poort
*
* De printer wordt niet geleverd met een kaart voor een draadloos netwerk. Dit is een optie die afzonderlijk
moet worden gekocht en geïnstalleerd.
** De CLP-510N is standaard uitgerust met een netwerkpoort. Gebruikers van de CLP-510 kunnen een
optionele netwerkkaart kopen en installeren. Raadpleeg de gebruikshandleiding van de printer
op de cd-rom voor meer informatie.
6
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 7
Stap 3. De transportriem en tonercassettes
installeren
1
Open de linkerklep volledig met behulp van de greep tot
de klep een rechte hoek vormt met het hoofdframe.
Nederlands
O
PGELET
de ontgrendelknop van de bovenklep vergrendeld.
2
: Als de linkerklep niet volledig open is, blijft
Druk op de ontgrendelknop van de bovenklep om de klep
te ontgrendelen, en open ze volledig. Verwijder het label
op de transportriem.
Ontgrendelknop
van de bovenklep
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
7
Page 8
3
Neem de transportriem uit de printer.
O
PMERKING
4
Verwijder de beschermingselementen aan beide kanten
: De beeldeenheid is al in de printer geïnstalleerd.
van de transportriem.
8
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 9
5
Binnenin de printer bevindt zich aan weerszijden een sleuf
voor de transportriem.
O
PGELET
bloot aan licht om te vermijden dat ze wordt beschadigd. Sluit
de boven- en linkerklep als de installatie om een bepaalde reden
moet worden stopgezet of onderbroken.
: Stel de beeldeenheid niet langer dan enkele minuten
Nederlands
6
Houd de greep van de transportriem vast en plaats
de transportriem tegenover de sleuven in de printer
(één sleuf aan elke kant).
O
PMERKING
de transportriem niet om, anders kan losse toner worden gemorst.
: Houd de transportriem horizontaal. Draai
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
9
Page 10
7
Schuif de transportriem in de printer en druk hem stevig
op zijn plaats.
8
Duw de vergrendelingshendels aan weerszijden stevig
in de richting van de bovenklep, zoals hieronder afgebeeld,
om de transportriem op zijn plaats te vergrendelen.
10
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
O
PGELET
laat, kan de beeldeenheid worden blootgesteld aan licht. Hierdoor
wordt de beeldeenheid beschadigd. Sluit de linkerklep als
de installatie om een bepaalde reden moet worden stopgezet
of onderbroken.
: Als u de linkerklep langer dan enkele minuten geopend
Page 11
9
Sluit de bovenklep nadat u hebt gecontroleerd of
de linkerklep wel degelijk open is. Controleer of de klep
goed vergrendeld is.
O
PGELET
open is. Hierdoor kunt u de printer beschadigen.
: Tracht niet de linkerklep te sluiten als de bovenklep
Nederlands
10
Neem de tonercassettes uit hun verpakking.
O
PGELET
of schaar, om de verpakking van de tonercassettes te openen.
U zou het oppervlak van de tonercassettes kunnen beschadigen.
: Gebruik geen scherp voorwerp, zoals een mes
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
11
Page 12
11
Neem beide zijden van de tonercassette vast en rol
de cassette voorzichtig van links naar rechts om de toner
gelijkmatig te verdelen.
12
Plaats de tonercassette op een horizontaal oppervlak zoals
hieronder afgebeeld, en verwijder het papier rond
de tonercassette door de tape te verwijderen.
O
PMERKING
de toner dan af met een droge doek en was het kledingstuk
in koud water. Was het kledingstuk niet in warm water, want dan
zal de toner zich in de stof vastzetten.
13
Rechts van de sleuf van de tonercassette bevindt zich een
: Als u per ongeluk toner op uw kleding krijgt, veeg
etiket met de kleur van de tonercassette die in de
betreffende sleuf hoort.
K
Y
M
C
Zwart
Geel
Magenta
Cyaan
12
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 13
14
Houd elke tonercassette met beide handen vast en duw
ze in de juiste positie in de volgende volgorde: cyaan,
magenta, geel en zwart. Neem vervolgens de greep vast
om de cassette volledig naar binnen te schuiven.
Hier
vasthouden
K
Y
M
C
Als de tonercassettes juist geplaatst zijn, steken de gele
en zwarte cassettes nog een beetje uit. Deze cassettes
komen automatisch op hun plaats wanneer u de linkerklep
sluit.
Nederlands
15
Sluit de linkerklep. Controleer of de klep goed vergrendeld is.
Als de tonercassettes niet juist geplaatst zijn, kan
de linkerklep niet behoorlijk worden gesloten. Controleer
nogmaals of de kleuren van de cassettes overeenstemmen
met de kleuren aan de rechterkant. Oefen nooit kracht uit
om de klep te sluiten.
O
PMERKING
kunt u met een nieuwe zwarte-tonercassette ongeveer 7.000 of
3.000 pagina's en met een nieuwe kleurentonercassette ongeveer
5.000 of 2.000 pagina's afdrukken. Met de tonercassette die bij
de printer wordt geleverd, kunt u ongeveer 3.000 zwartwitpagina's
en 2.000 kleurenpagina's afdrukken.
: Als u tekst afdrukt met een dekking van 5%,
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
13
Page 14
Stap 4.Papier plaatsen
Lade 1 kan maximaal 250 vellen gewoon papier bevatten.
U kunt papier van A4- en Letter-formaat gebruiken.
Om papier te plaatsen:
1
Trek de lade uit de printer.
2
Duw de metalen plaat omlaag tot deze op zijn plaats klikt.
14
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
3
Buig de stapel papier naar voren en achteren om de vellen
los te maken en waaier de stapel vervolgens uit terwijl
u hem aan één kant vasthoudt. Tik met de randen van
de stapel op een vlak oppervlak om een rechte stapel te
maken.
Page 15
4
Plaats het papier
Zorg ervoor dat alle vier de hoeken vlak in de lade en onder
de hoekklemmen liggen, zoals hieronder afgebeeld.
met de te bedrukken zijde boven
.
Nederlands
5
Overschrijd de maximumhoogte van de stapel niet. Als u te
veel papier in de lade plaatst, kan het papier vastlopen.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
15
Page 16
6
Knijp de papiergeleider samen zoals hieronder afgebeeld
en schuif hem tegen de stapel papier aan. De geleider mag
het papier maar nipt raken. Druk de geleider niet te hard
tegen de rand van het papier aangezien het papier hierdoor
kan buigen.
O
PMERKING
als u het formaat van het papier in de lade wilt wijzigen.
7
Schuif de lade weer in de printer.
: Raadpleeg de gebruikshandleiding op de cd-rom
16
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
O
PMERKINGEN
• Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het
papier, aangezien het papier hierdoor kan buigen.
• Als u de papierbreedtegeleider niet juist instelt, kan dit een
papierstoring veroorzaken.
:
Page 17
Stap 5.Een printerkabel aansluiten
Lokaal afdrukken
Om lokaal vanaf uw computer te kunnen afdrukken, moet
u uw printer op uw computer aansluiten via een USB-kabel.
O
PMERKING
uw computer, hebt u een goedgekeurde USB-kabel nodig. U dient
een USB 2.0 compatibele kabel met een lengte van maximaal
3 meter te kopen.
1
Schakel zowel de printer als de computer uit.
2
Steek de USB-printerkabel in de aansluiting aan
de achterkant van de printer.
: Om de printer via de USB-poort aan te sluiten op
Nederlands
3
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de USB-poort
van uw computer.
Raadpleeg eventueel de gebruikshandleiding van uw
computer.
O
PMERKING
beschikken over een computer met Windows 98/ME/2000/2003/XP.
: Om af te drukken via de USB-interface, moet u
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
17
Page 18
Afdrukken binnen een netwerk
U kunt uw CLP-510 of CLP-510N in een netwerk opnemen via
een Ethernet-kabel (UTP-kabel met RJ.45-aansluiting).
De CLP-510N heeft een ingebouwde netwerkkaart. Als u een
CLP-510 hebt, moet u een optionele netwerkkaart installeren.
Als u de printer zowel in een bedraad als in een draadloos
netwerk wilt gebruiken, moet u een optionele kaart voor een
bedraad/draadloos netwerk installeren. Voor informatie over
de installatie van de kaart verwijzen we naar de
gebruikshandleiding op de cd-rom.
Aansluiten via een Ethernet-kabel
1
Schakel zowel de printer als de computer uit.
2
Steek het ene uiteinde van de Ethernet-kabel in
de Ethernet-netwerkpoort van de printer.
18
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Naar de
netwerkaansluiting
3
Steek het andere uiteinde van de kabel in een
netwerkaansluiting.
Voor informatie over de installatie van een netwerkkaart
verwijzen we naar de gebruikshandleiding op de cd-rom.
Page 19
Aansluiten op een draadloos netwerk
Als u een kaart voor een bedraad/draadloos netwerk installeert,
kunt u uw printer gebruiken in een draadloze omgeving.
Voor informatie over de installatie van een kaart voor een
bedraad/draadloos netwerk verwijzen we naar
de gebruikshandleiding op de cd-rom.
O
PMERKING
u de netwerkparameters configureren via het bedieningspaneel.
Zie de gebruikshandleiding van uw printer. U kunt de met de kaart
geleverde software gebruiken. Zie de gebruikshandleiding van
de software.
: Nadat u de printer hebt aangesloten, moet
Stap 6. De printer aanzetten
1
Steek het netsnoer in de aansluiting aan de achterkant van
de printer.
Nederlands
2
Steek het andere uiteinde in een geaard stopcontact en zet
de printer aan.
1
2
LET
OP
:
• Sommige onderdelen in de printer kunnen heet zijn als de printer
aanstaat of net een taak heeft afgedrukt. Let op dat u zich niet
brandt wanneer u aan het binnenwerk van de printer werkt.
• Demonteer de printer niet wanneer hij aanstaat of wanneer
de netstekker insteekt, anders zou u een elektrische schok kunnen
krijgen.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
19
Page 20
Stap 7. Een voorbeeldpagina afdrukken
Om te controleren of de printer juist werkt, kunt u een
voorbeeldpagina afdrukken.
Om een voorbeeldpagina af te drukken:
Om een voorbeeldpagina af te drukken, houdt u in de modus
Gereed de toets
twee seconden ingedrukt.
Vervolgens wordt een voorbeeldpagina met de eigenschappen
en mogelijkheden van de printer afgedrukt.
Upper Level
() van het bedieningspaneel
Stap 8. De taal van de berichten op het
display wijzigen
Om de taal van de berichten op het display te wijzigen, volgt
u de onderstaande stappen:
1
Druk in de modus Gereed op de toets
bedieningspaneel tot op de onderste regel van het display
'
Setup' verschijnt.
2
Druk op de toets
3
Druk op de toets
van het display
4
Druk op ( of ) tot de gewenste taal op het display
verschijnt.
5
Druk op de toets
6
Druk op de toets
keren naar de modus Gereed.
Enter
() om het menu te openen.
Enter
'
LCD Language' verschijnt.
Enter
On Line/Continue
() wanneer op de onderste regel
() om uw keuze op te slaan.
Menu
() van het
() om terug te
20
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 21
Stap 9. De printersoftware installeren
Naast software om af te drukken onder Windows, Macintosh
en Linux bevat de meegeleverde cd-rom ook een on line
gebruikshandleiding en het programma Acrobat Reader dat
u nodig hebt om de handleiding weer te geven.
Als u afdrukt vanuit Windows:
U kunt de volgende printersoftware installeren met behulp van
de cd-rom.
•
Printerstuurprogramma
stuurprogramma om de functies van uw printer ten volle
te kunnen benutten. Zie pagina 22.
•
Statusmonitor
fouten optreden. Voor meer informatie verwijzen we naar
hoofdstuk 5 in de gebruikshandleiding op de cd-rom. Hoe u de
gebruikshandleiding kunt weergeven, leest u op pagina 30.
Als u afdrukt vanuit Macintosh:
Informatie over de installatie van de printersoftware en het
afdrukken vanaf een Macintosh-computer vindt u in Bijlage
A van de gebruikshandleiding van uw printer. Hoe u de
gebruikshandleiding kunt weergeven, leest u op pagina 29.
. Verschijnt wanneer tijdens het afdrukken
voor Windows. Gebruik dit
Nederlands
Als u afdrukt vanuit Linux:
Voor informatie over de installatie van het Linux-stuurprogramma
verwijzen we naar Bijlage B van de gebruikshandleiding van uw
printer. Hoe u de gebruikshandleiding kunt weergeven, leest
u op pagina 30.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
21
Page 22
Printersoftware installeren onder Windows
Controleer het volgende voordat u de printersoftware
installeert:
ItemVereisten
Besturingssysteem
Windows 95/98/ME/NT 4.0/2000/XP/
2003
95/98/ME32 MB
NT 4.0/200064 MB
RAM
XP128 MB
2003256 MB
Vrije schijfruimte
95/98/ME/NT 4.0/
2000/2003/XP
300 MB
Internet Explorer5.0 of een hogere versie
O
PMERKINGEN
• In Windows NT 4.0/2000/XP/2003 moet de systeembeheerder
de software installeren.
• Windows 95 en Windows NT 4.0 worden alleen ondersteund door
de CLP-510N.
:
22
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
O
PGELET
document wilt afdrukken op de CLP-510N, moet u SyncThru
installeren en vervolgens een netwerkprinterpoort toevoegen. Voor
meer informatie over de installatie van SyncThru en het toevoegen
van een poort verwijzen we naar de beknopte handleiding
Netwerkbeheersoftware en de gebruikshandleiding van SyncThru.
: Als u vanuit Windows 95 of Windows NT 4.0 een
Sluit alle toepassingen op uw computer af voordat u begint met
de installatie.
1
Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. De installatie start
automatisch.
Als de installatie niet automatisch start:
Kies
Uitvoeren
het vak Openen (waar
rom-station toegewezen is). Klik vervolgens op
in het menu
x
staat voor de letter die aan het cd-
Start
en typ
x:\setup.exe
OK
.
in
Page 23
O
PMERKING
hardware gevonden
van het venster op om het venster te sluiten, of klikt u op
Annuleren
2
Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, sluit
u uw printer aan op de computer en zet u de printer aan
wanneer het volgende venster verschijnt. Vervolgens klikt
u op
: Als tijdens de installatie het venster
verschijnt, klikt u in de rechterbovenhoek
.
Volgende
.
Nieuwe
Nederlands
Windows XP
Als de printer al aangesloten en ingeschakeld is, verschijnt
dit venster niet. Ga naar de volgende stap.
3
Kies het installatietype.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
23
Page 24
•
Standaard
de gebruikelijke software voor uw printer. Dit type
installatie is aanbevolen voor de meeste gebruikers.
•
Aangepast
de software te kiezen evenals de onderdelen die u wilt
installeren. Nadat u de taal en een of meer gewenste
onderdelen hebt geselecteerd, klikt u op
: Installeert de gebruikshandleiding en
: Biedt u de mogelijkheid om de taal van
Volgende
.
Gebruikshandleiding weergeven
•
mogelijkheid om de gebruikshandleiding weer te geven.
Als Adobe Acrobat niet op uw computer geïnstalleerd is,
klikt u op deze optie om Adobe Acrobat Reader
automatisch te installeren.
4
Nadat de installatie voltooid is, verschijnt een venster met
de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een
testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje
in en klikt u op
In het andere geval klikt u gewoon op
u naar stap 6.
5
Als de testpagina correct werd afgedrukt, klikt u op Ja.
In het andere geval klikt u op
opnieuw af te drukken.
6
Als u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsungprinter (u ontvangt dan informatie van Samsung), schakelt
u het selectievakje in en klikt u op
wordt de website van Samsung geopend.
Volgende
.
Nee
: Biedt u de
Volgende
om de testpagina
Voltooien
en gaat
. Vervolgens
24
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 25
In het andere geval klikt u gewoon op
O
PMERKINGEN
• Als de printer niet behoorlijk werkt, installeert u het
printerstuurprogramma opnieuw.
• U kunt ook afdrukken vanuit Macintosh of Linux. Voor meer
informatie verwijzen we naar de gebruikshandleiding van uw
printer op de cd-rom.
• Nadat u de software hebt geïnstalleerd, kunt u de printersoftware
indien nodig opnieuw installeren of verwijderen. U kunt ook
de taal van de berichten op het display wijzigen. Meer informatie
vindt u op pagina 26-28.
:
Voltooien
.
Nederlands
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
25
Page 26
Printersoftware opnieuw installeren
Als de installatie mislukt is, kunt u de software opnieuw
installeren.
1
Klik op de knop
Programma's
Of plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
2
Selecteer
3
Selecteer
Start
‘
Samsung CLP-510 Series
Onderhoud
Herstellen
van Windows en kies
.
.
.
26
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
O
PMERKING
aangesloten is, verschijnt het volgende venster.
• Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op
• Als u de status van de verbinding wilt overslaan, klikt u op
Volgende
Vervolgens wordt de installatie gestart. Aan het einde van
de installatie wordt geen testpagina afgedrukt.
: Als uw printer nog niet op de computer
Volgende
en
Nee
om naar het volgende venster te gaan.
.
Page 27
4
Selecteer de onderdelen die u wilt installeren en klik
op
Volgende
Als u
Printer
de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Ga als volgt
te werk:
a. Als u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het
selectievakje in en klikt u op
.
selecteert, verschijnt een venster met
Volgende
.
Nederlands
b. Als de testpagina correct werd afgedrukt, klikt u op Ja.
In het andere geval klikt u op
opnieuw af te drukken.
5
Nadat de onderdelen opnieuw zijn geïnstalleerd, klikt
u op
Voltooien
.
Nee
om de testpagina
Printersoftware verwijderen
1
Klik op de knop
Programma's
Of plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
2
Selecteer
3
Selecteer
Er verschijnt een lijst van onderdelen. U kunt elk van
de onderdelen individueel verwijderen.
Start
van Windows en kies
‘
Samsung CLP-510 Series
Onderhoud
Verwijderen
.
.
.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
27
Page 28
Als u de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan
wilt maken, schakelt u het selectievakje
Als u de installatie van de statusmonitor ongedaan wilt
maken, schakelt u het selectievakje
4
Nadat u de te verwijderen onderdelen hebt geselecteerd,
klikt u op
5
Als de computer u vraagt om uw keuze te bevestigen, klikt
u op
Het geselecteerde stuurprogramma en al zijn onderdelen
worden van uw computer verwijderd.
6
Nadat de software verwijderd is, klikt u op
Ja
.
Volgende
.
Printer
Statusmonitor
in.
Voltooien
in.
.
De taal van de berichten op het display
wijzigen
Nadat u de software hebt geïnstalleerd, kunt u de taal van
de berichten op het display wijzigen.
1
Kies
Programma's
2
Kies achtereenvolgens
en
Taalkeuze
3
Selecteer de gewenste taal in het taalkeuzevenster en klik
op
OK
.
in het menu
.
Start
van Windows.
Samsung CLP-510 Series
28
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 29
Stap 10. De gebruikshandleiding weergeven
De gebruikshandleiding van de Samsung CLP-510 vindt u als
een Adobe Acrobat PDF-bestand op de meegeleverde cd-rom.
In de handleiding kunt u gemakkelijk en snel de gewenste
informatie vinden.
U kunt de handleiding op het scherm weergeven in diverse
formaten (pagina voor pagina, doorlopend, pagina’s naast elkaar,
inzoomen tot 1.600%, uitzoomen tot 12,5%, enz.). U kunt
de handleiding eventueel ook afdrukken.
In Windows
1
Kies
Programma's
2
Kies achtereenvolgens
Gebruikshandleiding weergeven
en
Adobe Acrobat wordt automatisch gestart
en de gebruikshandleiding wordt weergegeven.
in het menu
Samsung CLP-510 Series
Start
van Windows.
.
Nederlands
O
PMERKING
geïnstalleerd is, wordt het programma automatisch geinstalleerd
als u de optie
Guide) selecteert. Nadat de installatie voltooid is, herhaalt
u stap 1 en 2.
: Als Adobe Acrobat niet op uw computer
Gebruikshandleiding weergeven
(View User’s
In Macintosh
1
Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
2
Dubbelklik op
3
Dubbelklik op de map
4
Dubbelklik op de map van de gewenste taal.
5
Dubbelklik op
geopend en weergegeven in het programma Adobe Acrobat.
SAMSUNG_CLP
Manual
Guide.pdf
. De gebruikshandleiding wordt
op uw Macintosh-bureaublad.
.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
29
Page 30
In Linux
1
Als het venster Administrator Login verschijnt, typt
root
u '
systeemwachtwoord in.
2
Plaats de cd-rom met de printersoftware in het cd-romstation.
3
Klik onderaan op het scherm op het pictogram . Als het
terminalvenster verschijnt, typt u:
[root@local /root]#
[root@local cdrom]#
O
PMERKING
mogelijk dat u het PDF-bestand niet ziet. Installeer in dat geval
Acrobat Reader op uw computer of probeer de gebruikshandleiding
te lezen op een Windows-systeem.
1. Klik onderaan op het scherm op het pictogram . Als het
: Als u een oude ghostscript-versie gebruikt, is het
# cd /mnt/cdrom
# ./manual/acrobat4/INSTALL
(de cd-rom-map)
2. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en typ
3. Wanneer het systeem naar de installatiemap vraagt, drukt
u op Enter.
4. U moet een symbolische koppeling maken om Acrobat Reader
zonder een volledig pad te kunnen uitvoeren:
[root@local cdrom]
acroread /usr/bin/acroread
5. Nu kunt u de PDF-bestanden lezen met Acrobat Reader.
[root@local cdrom]#
EnGuide.pdf
# ln -s /usr/local/acrobat4/bin/
acroread /mnt/cdrom/manual/
accept
30
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 31
Page 32
Deze handleiding is louter informatief bedoeld. Alle informatie in deze handleiding kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics is niet verantwoordelijk
voor directe of indirecte wijzigingen die voortvloeien uit of verband houden met het gebruik
van deze handleiding.
• CLP-510, CLP-510N en het logo van Samsung zijn handelsmerken van Samsung
Electronics Co., Ltd.
• Centronics is een handelsmerk van Centronics Data Computer Corporation.
• Apple, TrueType, Laser Writer en Macintosh zijn handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
• IBM en IBM PC zijn handelsmerken van International Business Machines
Corporation.
• Microsoft, Windows, Windows 9x, Window ME, Windows 2000, Windows 2003,
Windows NT 4.0 en Windows XP zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
• Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve
bedrijven of organisaties.
1
Page 33
Contact SAMSUNG WORLD
WIDE
If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact
the SAMSUNG customer care center.
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met
de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van
klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet
aan de vereisten van IEC 825.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem
en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik, onderhoud door de gebruiker
of in de instructies voorgeschreven onderhoudssituaties nooit iemand zal worden
blootgesteld aan laserstraling hoger dan klasse I.
W
AARSCHUWING
Gebruik of onderhoud de printer nooit als de beschermkap van de laser/scanner
is verwijderd. Hoewel de gereflecteerde laserstraal onzichtbaar is, kan ze uw ogen
beschadigen. Als u dit apparaat gebruikt, moeten deze elementaire
veiligheidsm aatregelen altijd in acht worden genomen om het risi co van bran d,
elektrische schok ken en lichamelijk letsel te beperken:
9
Page 41
Ozonveiligheid
O
NE
Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De
geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij
ZO
raden echter aan het apparaat op te stellen in een goed
geventileerde ruimte.
Voor meer informa tie over ozon kunt u contact opnemen met een
Samsung-verkoper in uw buurt.
Recycling
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product of voer ze op
een milieuvriendelijke wijze af.
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product of het bijbehorende informatiemateriaal duidt erop dat het niet met ander huishoudelijk
afval verwijderd moet worden aan het einde van zijn
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de
menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u dit product van andere soorten
afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen,
zodat het duurzame hergebruik va n materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit
product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen
waar en hoe ze dit product milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomsten nalezen. Dit product moet
niet worden gemengd met ander bedrijfsa f va l voor verwi jdering .
10
Page 42
Radiofrequentiestraling
FCC-voorschriften
Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voor een digitaa l
apparaat van klasse B conform artikel 15 van de FCC-voorschr iften. Deze
beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke
interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt mogelijk
radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen
wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie
veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat er bij een specifieke
installatie geen interferentie zal plaatsvinden. Als dit apparaat schadelijke
interferentie voor radio- of tv-ontva ngst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het
apparaat in en uit te schakelen, kunt u de interferentie trachten te elimineren door
een of meer van de volgende stappen te ondernemen:
1. Draai of verplaats de ontvangstantenne.
2. Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
3. Sluit het apparaat aan op een stopcontact in een andere stroomkring dan deze
waarop de ontvanger is aangesloten.
4. Raadpleeg de verkoper of een ervaren radio-/tv-technicus.
O
PGELET
de fabrikant die verantwoordelijk is voor de naleving van de toepasselijke voorschriften,
kunnen ertoe leiden dat de ge bruik e r niet l an ger d e toeste mmin g heef t om h et appar aat
te gebruiken.
: Wijzigingen of aan p a ssi ng en di e ni et uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door
11
Page 43
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat overschrijdt niet de beperkingen van Klasse B voor
radioruisemissies van digitale apparaten zoals beschreven in de norm inzake
interferentie veroorzakende apparaten met de titel 'Digital Apparatus', ICES-003
van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélec triques applicables aux
appareils numériques de Classe B prescrites dans la norme sur le matériel brouilleur:
'Appareils Numériques', ICES-003 édictée par l’Industrie et Sc iences Canada.
Verenigde Staten van Amerika
Federal Communications Commission (FCC)
'Intentional emitter' overeenkomstig FCC Deel 15
Mogelijk bevat uw printersysteem radio LAN type-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz
band. Dit deel is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Zie het
systeemlabel om na te gaan of draadloze apparaten aanwezig zijn.
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn, mogen
in de Verenigde Staten alleen worden gebruikt als op het systeemlabel een
FCC-identificatienummer staat.
De FCC heeft ee n algemene richtli jn uitgevaard igd waarin staa t dat de afstand t ussen
het apparaat en het lichaam van de gebruiker, voor gebruik van een draadloos
apparaat nabij het lichaam (omvat geen uitstekende delen), minstens 20 cm moet
bedragen. Dit apparaat moet meer dan 20 cm van het lichaam worden gebruikt als
draadloze apparaten ingeschakeld zijn. Het geleverde vermogen van het draadloze
apparaat (of de draadloze apparaten) dat (die) mogelijk in uw printer ingebouw d
is (zijn), ligt ruimschoots onder de door de FCC vastgelegde RFblootstellingsgrenzen.
Deze zender mag niet worden opgesteld nabij of worden gebruikt in combinatie met
een andere antenne of zender.
Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
(1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit apparaat
moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een
ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.
Draadloze apparaten mogen niet worden onderhouden door
de gebruiker. Wijzig ze op geen enkele manier. Als u een draadloos
apparaat wijzigt, verliest u de toestemming om het te gebruiken.
Neem voor onderhoud contact op met de fabrikant.
FCC-verklaring voor het gebruik van draadloze lokale
netwerken:
'Tijdens de installatie en het gebruik van deze combinatie van zender
en antenne is het mogelijk dat vlakbij de geïnstalleerde antenne de
RF-blootstellingsgrens van 1 mW/cm² wordt overschreden. Daarom
moet de gebruiker te allen tijde minstens 20 cm afstand houden van
de antenne. Dit apparaat mag niet samen met een andere zender
en zendantenne worden opgesteld'.
12
Page 44
Verklaring van overeenstemming (Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE-markering op dit product verwijst naar de verklaring
van overeenstemming van Samsung Electronics Co., Ltd. met
de volgende toepasselijke 93/68/EEG-richtlijnen van de Europese
Unie per de aangegeven datums:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEG van de Raad betreffende de onderlinge
aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake elektrisch
materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen
(laagspanningsrichtlijn).
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad (92/31/EEG) betreffende
de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstate n inzake
elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur
en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun
conformiteit.
U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige
verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt
verwezen zijn gedefinieerd.
EG-certificering
Certificering volgens richtlijn 1999/5/EG betreffende radioapparatuur en
telecommunicatie-eindapparatuur (FAX)
Dit product van Samsung werd door Samsung zelf gecertificeerd voor pan-Europese
aansluiting met één terminal op het analoge openbaar geschakelde telefoonnet
(PSTN) in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EG. Het product is ontworpen
om te werken met de nationale PSTN's en compatibele PBX's van de Europese
landen:
In geval van problemen dient u in eerste instantie contact op te nemen met het
'Euro QA Lab' van Samsung Electronics Co., Ltd.
Het product is getest op basis van TBR21 en/of TBR 38. Als hulp bij het gebruik
en de toepassing van eindapparatuur die met deze norm in overeenstemming
is, heeft ETSI, het Europees instituut voor telecommunicatienormen, een
adviesdocument (EG 201 121) uitgegeven dat opmerkingen en aanvullende vereisten
bevat om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals te garanderen. Het product
is ontworpen op basis van en is volledig in overeenstemming met alle relevante
adviezen in dit document.
Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor producten uitgerust met door
de EU goedgekeurde radioapparaten)
Dit product is een printer. Mogelijk bevat uw printersysteem , dat bedoeld is voor
gebruik thuis of op kantoor, radio LAN type-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz
band. Dit deel is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Zie het
systeemlabel om na te gaan of draadloze apparaten aanwezig zijn.
13
Page 45
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn, mogen in de Europese
Unie of daarmee verbonden regio's alleen worden gebruikt als een CE-markering met
een registratienummer van, een aangemelde instantie en het
waarschuwingssymbool op het systeemlabel staa n.
Het geleverde vermogen van het draadloze apparaat dat of de draadloze apparaten
die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder de
RF-blootstellingsgrenzen die de Europese Commissie heeft vastgelegd in de
R&TTE-richtlijn.
De volgende Europese landen hebben hun goedkeuring voor gebruik
gegeven:
EU
(met frequentiebeperkingen), Duitsland, Griekenland,
Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje,
Zweden en het Verenigd Koninkrijk
Buiten de EU
Europese landen met beperkingen inzake het gebruik:
EU
tot 2446,5-2483,5 MHz voor apparaten met een
zendvermogen van meer dan 10 mW
Mogelijk bevat uw printersysteem radio LAN type-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz
band. Het volgende deel is een algemeen overzicht van overwegingen die betrekking
hebben op het gebruik van een draadloos apparaat.
Aanvullende beperkingen, waarschuwingen en aandachtspunten voor specifieke
landen zijn vermeld in de delen die handelen over een specifiek land of een specifieke
groep van landen. De draadloze apparaten in uw systeem mogen alleen worden
gebruikt in de landen geïdentificeerd door de 'radiogoedkeuringsmerken' (Radio
Approval Marks) op het systeemlabel. Als u het draadloze apparaat wilt gebruiken
in een land dat niet in de lijst staat, neemt u contact op met uw pla atselijk
radiogoedkeuringsbureau voor de vereisten. Draadloze apparaten zijn streng
gereglementeerd en mogen mogelijk niet word en gebr ui k t.
Het geleverde vermogen van het draadloze apparaat dat of de draadloze apparaten
die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimsc hoots onder de m o m enteel
bekende RF-blootstellingsgrenzen. Omdat de draadloze apparaten (die mogelijk
in uw printer zijn ingebouwd) minder energie uitstralen dan toegestaan
in veiligheidsnormen en aanbevelingen inzake radiofrequentie, is de fabrikant van
oordeel dat het gebruik van deze apparaten veilig is. Ongeacht het vermogen moet
erop worden gelet dat menselijk contact tijdens norma al gebruik tot een minimum
wordt beperkt.
14
Page 46
Als algemene richtlijn geldt dat de afsta n d tussen het draadloze apparaat en het
lichaam van de gebruiker, voor gebruik van een draadloos appar aat nabij het lichaam
(omvat geen uitstekende delen), doorgaans minstens 20 cm moet bedragen. Dit
apparaat moet meer dan 20 cm van het lichaam word en gebr ui k t al s draadl oze
apparaten aanstaan en uitzenden.
Deze zender mag niet worden opgesteld nabij of worden gebruikt in combinatie met
een andere antenne of zender.
Sommige omstandigheden leggen beper k ingen op aan draadloze apparaten.
Hieronder vindt u een aantal voorbeelden van gangbare beperkingen:
Draadloze radiofrequentiecommunicatie kan apparatuur aan boord
van vliegtuigen storen. De huidige luchtvaartvoorschriften vereisen dat
draadloze apparaten aan boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld.
802.11B- (ook bekend als draadloos Ethernet) en Bluetoothcommunicatieapparaten zijn voorbeelden van apparaten die
gebruikmaken van draadloze communicatie.
In omgevingen waar het risico op storing van andere apparaten
of diensten gevaarlijk is of als gevaarlijk wordt beschouwd, is het
mogelijk dat het gebruik van een draadloos apparaat wordt beperkt
of verboden. Luchthavens, ziekenhuizen en plaatsen met een hoge
concentratie aan zuurstof of ontvlambare gassen zijn slechts enkele
voorbeelden van waar het gebruik van draadloz e apparaten kan worden
beperkt of verboden. Als u niet zeker weet of het gebruik van draadloze
apparaten toegestaan is op de plaats waar u zich bev i ndt, v raagt u de
plaatselijke bevoegde instantie om goedkeuring voordat u het draadloze
apparaat gebruikt of inschakelt.
De beperkingen met betrekking tot het gebruik van draadloze apparaten
verschillen van land tot land. Uw systeem is uitgerust met een draadloos
apparaat. Daarom dient u, voordat u met uw systeem naar een ander
land reist, bij de plaatselijke radiogoedkeuringsautoriteit te informeren
of het gebruik van een draadloos apparaat in het land van bestemming
onderworpen is aan beperkingen.
Als uw systeem werd geleverd met een ingebouwd draadloos apparaat,
mag u dit apparaat niet gebruiken tenzij alle kleppen en afschermingen
op hun plaats zitten en het systeem volledig gemonteerd is.
Draadloze apparaten mogen niet worden onderhouden door de gebruiker .
Wijzig ze op geen enkele manier. Als u een draadloos apparaat wijzigt,
verliest u de toestemming om het te gebruiken. Neem voor onderhoud
contact op met de fabrikant.
Gebruik alleen stuurprogramma's die goedgekeurd zijn voor het land
waarin u het apparaat wilt gebruiken. Zie de 'Systeemreparatieset'
van de fabrikant of vraag meer informatie bij de afdeling 'Technische
ondersteuning' van de fabrikant.
15
Page 47
EU Declaration of Conformity (LVD,EMC)
For the following product :
Color Laser Beam Printer
(Product name)
CLP-510, CLP-510N
(Model Number)
Manufactured at :
1) Samsung Electronics Co.,Ltd. #259, Gongdan-Dong, Gumi-City, Gyungbuk, KOREA. 730-030
We hereby declare, that all major safety requirements, concerning to CE Marking Directive[93/68/EEC]
and Low Voltage Directive [73/23/EEC], ElectroMagnetic Compatibility [89/336/EEC], amendments
[92/31/EEC] are fulfilled, as laid out in the guideline set down by the member states of the EEC
Commission.
This declaration is valid for all samples that are part of this declaration, which are manufactured
according to the production charts appendix.
The standards relevant for the evaluation of safety & EMC requirements are as follows :
Uw nieuwe printer beschikt over verscheidene bijzondere
functies die de afdrukkwaliteit verhogen. U kunt:
In kleur afdrukken met een hoge snelheid en
uitstekende kwaliteit
• U kunt alle kleuren afdrukken met behulp van de kleuren
cyaan, magenta, geel en zwart.
• U kunt afdrukken met een maximale resolutie van
1.200 x 1.200 dpi (effectieve uitvoer). Zie pagina 4.10.
• In de zwartwitmodus drukt uw printer papier van
A4-formaat en Letter-formaat af met een snelheid van
24 respectievelijk 25 ppm (pagina's per minuut). In de
kleurenmodus wordt papier van A4- of Letter-formaat
afgedrukt met een snelheid van 6 ppm.
• Bij dubbelzijdig afdrukken drukt uw printer papier van
A4- of Letter-formaat af met een snelheid van 11,6 IPM
(beelden per minuut) in zwart-wit en 6 IPM in kleur.
Flexibele papierverwerking
•De
standaardlade voor 250 vellen
de optionele lade voor 500 vellen (lade 2) kunnen
worden gebruikt voor papier van A4- of Letter-formaat.
•De
multifunctionele lade
met briefhoofd, enveloppen, etiketten, transparanten,
aangepaste papierformaten, briefkaarten en zwaar papier.
De
multifunctionele lade
gewoon papier bevatten.
kan worden gebruikt voor papier
kan maximaal 100 vellen
(lade 1) en
Maak professionele documenten
•
Watermerken
8
9
aanpassen met een watermerk, zoals het woord
'Vertrouwelijk'. Zie pagina 5.10.
•
Boekjes
een document afdrukken om een boekje te maken. Nadat
de pagina's zijn afgedrukt, hoeft u ze alleen nog maar
te vouwen en te nieten. Zie pagina 5.9.
•
Posters
pagina van uw document kunnen worden vergroot en
afgedrukt over meerdere vellen die u kunt samenkleven
tot een poster. Zie pagina 5.7.
afdrukken. Met deze functie kunt u gemakkelijk
afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke
afdrukken. U kunt uw documenten
1.2
I
NLEIDING
Page 50
12
34
Bespaar tijd en geld
• U kunt op beide zijden van het papier afdrukken om papier
te besparen (
• U kunt meerdere pagina's op één vel afdrukken om papier
te besparen.
• U kunt voorbedrukte formulieren en briefhoofden gebruiken
op gewoon papier. Zie
dubbelzijdig afdrukken
'Gebruik van overlays' op pagina 5.13
). Zie pagina 5.2.
.
1
• Deze printer
stroomverbruik aanzienlijk te reduceren wanneer er
niet wordt afgedrukt.
bespaart automatisch stroom
door het
Breid de capaciteit van de printer uit
• Deze printer heeft een geheugen van 64 MB, dat kan
worden uitgebreid tot
• U kunt uw printer uitbreiden met een optionele lade voor
500 vellen. Dankzij deze lade hoeft u minder vaak papier
bij te vullen.
•Via een
netwerk. U kunt een optionele netwerkkaart installeren
in de CLP-510.
De CLP-510N wordt geleverd met een ingebouwde
netwerkinterface, 10/100 Base TX.
U kunt ook een optionele draadloze netwerkinterface
gebruiken, zowel in de CLP-510 als de CLP-510N.
netwerkinterface
192 MB
.
kunt u afdrukken in een
Druk af onder verschillende besturingssystemen
U kunt afdrukken onder
2003/XP
door de CLP-510N.
• Uw printer is compatibel met
Linux-besturingssystemen
• Uw printer wordt geleverd met een
•U kunt ook een
wordt geleverd met een ingebouwde netwerkinterface,
10/100 Base TX, maar bij de CLP-510 moet u een optionele
netwerkkaart installeren.
U kunt ook een optionele draadloze netwerkinterface
installeren in zowel de CLP-510 als de CLP-510N.
. Windows 95 en NT 4.0 worden alleen ondersteund
Windows 95/98/ME/NT 4.0/2000/
Macintosh en
.
netwerkinterface
USB
gebruiken. De CLP-510N
verscheidene
-interface.
I
NLEIDING
1.3
Page 51
Printeronderdelen
Voorkant
de transportriem te plaatsen)
Uitvoersteun
Ontgrendelknop
van bovenklep
Greep
(gebruik de grepen
om de printer
op te tillen)
Bovenklep
(open deze klep om
Papieruitvoerlade
Bedieningspaneel
(zie pagina 2.2)
Voorklep
(open deze klep om
de cassette voor
gebruikte toner te
vervangen)
Linkerklep
(open deze klep volledig om
tonercassettes te plaatsen en op de
ontgrendelknop van de bovenklep
te drukken)
O
PMERKING
kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Let erop dat
u het oppervlak niet aanraakt en zorg ervoor dat kinderen niet
in de buurt komen.
1.4
I
NLEIDING
Lade 1
(voor 250 vellen)
Optionele lade 2
(voor 500 vellen)
: Als u een groot aantal pagina's tegelijk afdrukt,
Page 52
Rechterkant
1
Rechterklep
(open deze klep om vastgelopen
papier te verwijderen)
Multifunctionele lade
(open deze lade om speciale
afdrukmedia te plaatsen)
Greep
(gebruik de grepen om
de printer op te tillen)
Papierverwijderingsklep optionele lade 2
(open deze klep om vastgelopen papier
in optionele lade 2 te verwijderen)
I
NLEIDING
1.5
Page 53
Achterkant
Antenne voor
draadloos netwerk
*
Klep moederbord
(open deze klep om
optionele accessoires
te installeren)
Aan/uit-schakelaar
Aansluiting netsnoer
* De printer wordt niet geleverd met een draadloze netwerkkaart. Dit is een optie die afzonderlijk moet
worden gekocht en geïnstalleerd.
** De CLP-510N is standaard uitgerust met een netwerkpoort. Gebruikers van de CLP-510 kunnen een
optionele netwerkkaart kopen en installeren. Voor meer informatie verwijzen we naar pagina D.7.
Netwerkpoort
USB-poort
**
1.6
I
NLEIDING
Page 54
2
GEBRUIKVANHET
BEDIENINGSPANEEL
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het
bedieningspaneel van de printer gebruikt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
• Kennismaking met het bedieningspaneel
• Gebruik van de menu's van het bedieningspaneel
Page 55
Kennismaking met het
bedieningspaneel
Het bedieningspaneel rechtsboven op uw printer heeft een
display en zeven toetsen.
Toet sen
Statusweergave
Display: geeft de printerstatus
weer evenals de taak die wordt
uitgevoerd.
Display
Bericht Beschrijving
• De printer is on line en klaar om af te drukken.
Ready
Offline
Processing...
Sleeping...
•Als u op
On Line/Continue
printer off line.
• De printer is off line en kan niet afdrukken.
•Als u op
On Line/Continue
de printer on line.
• De printer drukt af.
• Als u het afdrukken wilt stoppen, drukt
u op
Cancel
.
• De printer staat in de energiebesparende
modus, waardoor hij minder stroom verbruikt.
Als de printer een afdruktaak ontvangt van
de computer of als u op een willekeurige toets
drukt, gaat de printer on line.
• Hoe u de energiebesparende modus kunt
uitschakelen of hoe u de wachttijd voor
de activering van de energiebesparende modus
kunt wijzigen, leest u op pagina 2.9.
drukt, gaat de
drukt, gaat
2.2
Zie 'Verklaring van berichten op het display' op pagina 7.26
voor een volledige lijst van alle printerberichten.
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Page 56
Toetsen
ToetsBeschrijving
(statusweergave)
Als een fout optreedt, gaat op de desbetreffende
locatie op de statusweergave een lampje branden.
Er verschijnt een foutbericht op het display zodat
u weet waar de fout is opgetreden. Voor meer
informatie over de betekenis van de foutberichten
verwijzen we naar pagina 7.26.
• Druk op deze toets om over te schakelen van on
line naar off line en omgekeerd.
• Druk in de menumodus op deze toets om terug
te keren naar de modus Gereed.
De kleur van de toets
de status van de printer aan.
Aan
Groen
Knippert
Aan
On Line/Continue
De printer is on line en kan
gegevens van de computer
ontvangen.
• Als het lampje traag knippert,
ontvangt de printer gegevens
van de computer.
• Als het lampje snel knippert,
ontvangt de printer gegevens
en worden gegevens afgedrukt.
Controleer het bericht
op het display. Zie pagina 7.26
voor meer informatie over
de betekenis van het foutbericht.
geeft
2
Er is een foutje opgetreden en de
Oranje
Knippert
• De printer is off line en kan niet afdrukken.
Uit
• Druk op deze toets om over te schakelen naar
de menumodus.
• Druk in de menumodus op deze toets om door
de menu's te bladeren.
• De printer staat in de energiebesparende
modus. Als de printer gegevens ontvangt,
gaat hij automatisch on line.
printer wacht tot de fout is
hersteld. Controleer het bericht
op het display. Als het probleem
opgelost is, gaat de printer door
met afdrukken. Als u deze
waarschuwing wilt negeren,
drukt u op deze toets.
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.3
Page 57
ToetsBeschrijving
Druk in de menumodus op deze toets om het
weergegeven submenu-item te selecteren of om
de gewijzigde instelling te bevestigen.
Het geselecteerde item is gemarkeerd met een *.
Druk in de menumodus op deze toets om door
submenu-items of instellingenopties te bladeren. Als
u op drukt, gaat u naar de volgende optie. Als
u op drukt, keert u terug naar de vorige optie.
• Druk op deze toets om de huidige afdruktaak
te annuleren.
• Druk in de menumodus op deze toets om terug
te keren naar de modus Gereed.
Druk in de menumodus op deze toets om terug
te keren naar het bovenliggende menu.
2.4
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Page 58
Gebruik van de menu's van het
bedieningspaneel
Er zijn een aantal menu's beschikbaar zodat u gemakkelijk
de printerinstellingen kunt wijzigen. Het schema op pagina 2.6
geeft een overzicht van de menu's en alle items die in elk menu
beschikbaar zijn. De items in elk menu en de opties die u kunt
selecteren zijn in detail beschreven in de tabellen die beginnen
op pagina 2.6.
Toegang tot de menu's van het
bedieningspaneel
U kunt uw printer configureren via het bedieningspaneel. U kunt
de menu's van het bedieningspaneel ook gebruiken als de printer
in gebruik is.
1
Druk in de modus Gereed op de toets
onderste regel van het display het gewenste menu verschijnt.
2
Druk op de toets
3
Druk op ( of ) tot op de onderste regel het gewenste
menu-item verschijnt.
Enter
() om het menu te openen.
Menu
() tot op de
2
4
Druk op de toets
te bevestigen.
5
Als het menu-item submenu's heeft, herhaalt u de stappen
3 en 4.
6
Druk op ( of ) tot op de onderste regel de gewenste
instellingenoptie verschijnt, of voer de gewenste waarde in.
7
Druk op de toets
op te slaan.
Er verschijnt een sterretje (
display om aan te geven dat dit nu de standaardinstelling
is.
8
Om het menu te verlaten, drukt u herhaaldelijk op de toets
Upper Level
Na 60 seconden inactiviteit (er werd geen toets ingedrukt)
keert de printer automatisch terug naar de modus Gereed.
O
PMERKING
op een aangesloten computer zijn ingesteld, heffen de instellingen
op het bedieningspaneel op.
: Afdrukinstellingen die via het printerstuurprogramma
Enter
() om het geselecteerde item
Enter
() om uw invoer of selectie
) naast de selectie op het
*
() of drukt u op de toets
Cancel
().
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.5
Page 59
Overzicht van de menu's van het
bedieningspaneel
De menu's van het bedieningspaneel worden gebruikt om de
printer te configureren. Het bedieningspaneel biedt toegang tot
de volgende menu's:
Information
(Zie pagina 2.6.)
Configuration
Menu Map
Demo Page
Setup
(Zie pagina 2.9.)
LCD Language
Power Save
Auto Continue
Network*
(Zie pagina 2.12.)
Config Network
Config TCP
IP Get Method
IP Address
Subnet Mask
Gateway
Config 802.11b
Layout
(Zie pagina 2.7.)
Duplex
Duplex Margin
Jam Recovery
Altitude Adj.
Maintenance
Netware
Config Netware
IPX Frame Type
Reset Network
Default Set
Print Net CFG
Printer
(Zie pagina 2.8.)
Default Set
Current Job
Color
(Zie pagina 2.9.)
Calibration
Custom Color
* Dit menu verschijnt alleen als
de printer uitgerust is met een
netwerkkaart (CLP-510N of CLP-510
met een optionele netwerkkaart).
2.6
Menu
Information
Dit menu biedt u de mogelijkheid om pagina's met informatie
over de printer en zijn configuratie af te drukken.
ItemVerklaring
Configuration
Menu Map
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De configuratiepagina geeft de huidige configuratie
van de printer weer. Zie pagina 6.2.
Het menu-overzicht geeft de lay-out en de huidige
instellingen van de menu-items van het
bedieningspaneel weer.
Page 60
ItemVerklaring
Demo Page
Menu
Layout
Gebruik het menu
Aan de hand van de voorbeeldpagina kunt
u controleren of uw printer naar behoren afdrukt.
Layout
om alle instellingen in verband met
uitvoer te definiëren.
(*: de standaardinstelling)
ItemVerklaring
Opties: Off*, Long Edge, Short Edge
Als u op beide zijden van het papier wilt
afdrukken, kiest u de zijde als volgt.
•
Long Edge
: Spiegelt over de lange zijde.
Drukt pagina's af in boekvorm.
•
Short Edge
: Spiegelt over de korte zijde.
Drukt pagina's af zodat u ze kunt omslaan
als bij een flip-over.
2
2
Duplex
25
Lange zijde (Long
Edge) in de
afdrukstand Staand
2
5
Korte zijde (Short
Edge) in de
afdrukstand Staand
Selecteer
te drukken.
3
3
Off
om op één zijde van het papier af
Korte zijde (Short Edge) in
de afdrukstand Liggend
3
5
Lange zijde (Long
Edge) in de afdrukstand
Liggend
2
3
5
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.7
Page 61
ItemVerklaring
In dit menu kunt u de marges voor dubbelzijdig
afdrukken instellen. U kunt de waarde verhogen
of verlagen in stappen van 0,1 mm.
•
Top Margin
: Hier stelt u de bovenmarge in,
van 0,0 tot 9,9 mm.
•
Left Margin
: Hier stelt u de linkermarge in,
van 0,0 tot 9,9 mm.
•
Short Binding
: Hier stelt u de ondermarge
van de achterkant van de pagina in voor korte
binding, van 0,0 tot 10 mm.
Duplex Margin
Bindpositie
: Verschijnt op de bovenste regel
van de pagina in de afdrukstand Staand.
Verschijnt aan de rechterkant van de pagina
in de afdrukstand Liggend.
•
Long Binding
: Hier stelt u de rechtermarge
van de achterkant van de pagina in voor lange
binding, van 0,0 tot 22 mm.
Bindpositie
: Verschijnt aan de linkerkant van de
pagina in de afdrukstand Staand. Verschijnt op
de bovenste regel van de pagina in de
afdrukstand Staand.
Menu
Printer
Via dit menu kunt u de printerinstellingen opnieuw instellen
of de huidige taak annuleren.
ItemVerklaring
Default Set
Current Job
Via dit menu-item kunt u de printer opnieuw
instellen op de standaardinstellingen.
U kunt de huidige afdruktaak annuleren en uit
het buffergeheugen van de printer verwijderen.
2.8
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Page 62
Menu
In dit menu kunt u de kleurinstelling aanpassen.
(*: de standaardinstelling)
Calibration
Color
ItemVerklaring
Opties: Off, Auto*, Run Now
Via dit menu-item kunt u de printer kalibreren
voor een optimale afdrukkwaliteit in kleur.
•
Off
: De printer wordt gekalibreerd door
de standaardinstelling.
•
Auto
: De printer wordt automatisch
gekalibreerd voor een optimale
afdrukkwaliteit in kleur.
•
Run Now
de printer handmatig te kalibreren.
Via dit item kunt u het contrast kleur per kleur
aanpassen.
: Biedt u de mogelijkheid om
2
CMYK
de toner in elke tonercassette aanpassen.
Custom Color
Menu
Via het menu
(*: de standaardinstelling)
LCD Language
Setup
ItemVerklaring
•
•
Opmerking
voor de beste kleurkwaliteit.
Setup
: Hiermee kunt u het contrast van
Default
geoptimaliseerd.
Manual Adjust
kleurcontrast voor elke cassette handmatig
aanpassen.
De instelling LCD Language bepaalt de taal van
de tekst die op het display van het
bedieningspaneel verschijnt en de taal van
de informatie die wordt afgedrukt.
Als de printer gedurende enige tijd geen
gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik
automatisch verlaagd. U kunt instellen hoelang
de printer wacht alvorens over te schakelen
naar de energiebesparende modus.
Opties: Off, On*
Dit item bepaalt of de printer al dan niet
doorgaat met afdrukken als hij papier detecteert
dat niet overeenstemt met uw papierinstelling.
•
Off
: Als het papier niet overeenstemt met
de papierinstelling, blijft het bericht op het
display staan en blijft de printer off line tot
u het juiste papier plaatst.
•
On
: Als het papier niet overeenstemt met de
papierinstelling, verschijnt een foutbericht.
De printer gaat gedurende 30 seconden off
line, wist vervolgens het bericht en gaat dan
door met afdrukken.
2.10
Jam Recovery
Altitude Adj.
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Opties: Off*, On
Dit item bepaalt hoe de printer reageert op een
papierstoring.
•
Off
: De printer drukt pagina's niet
opnieuw af. Met deze instelling kunt u de
afdrukprestaties verhogen.
•
On
: De printer drukt pagina's automatisch
opnieuw af nadat u de papierstoring hebt
verholpen.
Opties: Low*, High
U kunt de afdrukkwaliteit optimaliseren
volgens de hoogte waarop u zich bevindt.
Page 64
ItemVerklaring
Via dit item kunt u de tonercassette en andere
verbruiksartikelen onderhouden.
•
Maintenance
Check Others
printer reageert als de verbruiksartikelen
bijna op zijn.
Imaging Unit
hoeveel beelden er in totaal werden
afgedrukt met de huidige beeldeenheid.
Transfer Belt
hoeveel beelden er in totaal werden
afgedrukt met de huidige transportriem.
Fuser, Transfer Roll., MP Pickroll,
Tray1 Pickroll, Tray2 Pickroll
Deze items zijn alleen bestemd voor
onderhoudstechnici.
•
Alarm Shortage
de printer reageert als de verbruiksartikelen
bijna op zijn.
Off
: De printer geeft geen
waarschuwingsbericht weer.
On:
De printer geeft een
waarschuwingsbericht weer.
: Dit item bepaalt hoe de
: Hier kunt u controleren
: Hier kunt u controleren
2
:
: Dit item bepaalt hoe
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.11
Page 65
Menu
Network
Via dit menu kunt u de in uw printer geïnstalleerde netwerkkaart
configureren, afhankelijk van de configuratie van het netwerk.
U kunt de firmware van de netwerkkaart upgraden en de
configuratie afdrukken.
O
PMERKING
is met een netwerkkaart (CLP-510N of CLP-510 met een optionele
netwerkkaart).
(*: de standaardinstelling)
: Dit menu verschijnt alleen als de printer uitgerust
ItemVerklaring
Opties: Yes, No*
Hier stelt u in of u het netwerk al dan niet wilt
configureren.
Config Network
Als u
Yes
selecteert, kunt u de menu's TCP/IP
en Netware configureren.
Als u
Yes
selecteert, zijn de volgende opties
beschikbaar:
en
Netware
Config TCP, Config 802.11b
.
Config TCP
IP Get Method
Opties: Yes, No*
Selecteer of u al dan niet het IP-adres wilt
instellen.
Yes
Als u
configureren.
Als u
IP Get Method
selecteren hoe het IP-adres moet worden
verkregen.
Opties: Static*, BOOTP, DHCP
U kunt dit item alleen instellen als
Config TCP
•
BOOTP
selecteert, kunt u het IP-adres
Yes
selecteert, verschijnt de optie
op het display. U kunt
is ingesteld op
Yes
.
: De BOOTP-server wijst het IP-adres
automatisch toe.
•
DHCP
: De DHCP-server wijst het IP-adres
automatisch toe.
•
Static: U kunt handmatig een IP-adres,
subnetmasker en gateway invoeren.
2.12
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Page 66
ItemVerklaring
U kunt dit item alleen selecteren als
IP Get Method
item kunt u het IP-adres handmatig invoeren.
Stel met behulp van de bladertoetsen de eerste
IP Address
byte in op een waarde tussen 1 en 255, en druk
vervolgens op de toets
Stel de waarde van de tweede, de derde en de
vierde byte op dezelfde wijze in.
U kunt dit item alleen instellen als
IP Get Method
item kunt u het subnetmasker handmatig
Subnet Mask
invoeren. Stel met behulp van de bladertoetsen
de eerste byte in op een waarde tussen 1 en
255, en druk vervolgens op de toets
Stel de waarde van de tweede, de derde en de
vierde byte op dezelfde wijze in.
is ingesteld op
Enter
.
is ingesteld op
Static
Static
Enter
. Via dit
2
. Via dit
.
Gateway
Config 802.11b
U kunt dit item alleen instellen als
Method
kunt u de gateway handmatig invoeren. Stel
met behulp van de bladertoetsen de eerste
byte in op een waarde tussen 1 en 255, en
druk vervolgens op de toets
Stel de waarde van de tweede, de derde
en de vierde byte op dezelfde wijze in.
Hier configureert u de draadlozenetwerkomgevingen.
Als u
beschikbaar:
is ingesteld op
Waarden: Yes, No *
Yes
selecteert, zijn de volgende opties
SSID, Operation Mode
Static
Channel, Authentication, Encryption
Using Key, Key Type
Zie 'Het draadloze netwerk configureren' op
pagina C.12.
Opmerking
: Dit menu verschijnt alleen als
en
Key1-Key4
IP Get
. Via dit item
Enter
.
,
,
.
een optionele kaart voor een draadloos
netwerk is geïnstalleerd.
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.13
Page 67
ItemVerklaring
Opties: On*, Off
U kunt selecteren of u al dan niet het Netwareprotocol wilt gebruiken.
Netware
Als u On selecteert, krijgt u toegang tot het
menu-item Config Netware.
In het menu
uw netwerk gebruikte frametypeparameter
opgeven.
Opties: Yes, No*
Config Netware
kunt u de in
Config Netware
IPX Frame Type
U kunt dit item alleen instellen als
is ingesteld op
u selecteren of u al dan niet de
frametypeparameter instelt. Selecteer
Yes
om het frametype te selecteren.
Yes
Als u
IPX Frame Type
Waarden: Auto*, EN_8022, EN_8023, EN_II,
EN_SNAP
On
. Via dit item kunt
selecteert, verschijnt de optie
op het display.
Netware
U kunt dit item alleen selecteren als
Config Netware
is ingesteld op
Yes
. Via
dit item kunt u het IPX-frametype selecteren.
•
Auto
: U kunt het frametype automatisch
instellen.
•
EN_8023
: Selecteer deze waarde om het
frametype IEEE 802.3 te gebruiken.
•
EN_II
: Selecteer deze waarde om het
frametype ETHERNET II te gebruiken.
•
EN_8022
: Selecteer deze waarde om het
frametype IEEE 802.2 te gebruiken.
•
EN_SNAP
: Selecteer deze waarde om het
frametype SNAP te gebruiken.
2.14
Reset NetworkDit item start de netwerkkaart opnieuw op.
Default Set
Print Net CFG
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Dit item stelt de standaardwaarden opnieuw in
en stelt de netwerkconfiguratieparameters
opnieuw in op de fabrieksinstellingen.
Dit item drukt een pagina met de ingestelde
netwerkparameters af.
Page 68
3
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Dit hoofdstuk beschrijft welke papiersoorten u met uw
printer kunt gebruiken en hoe u op de juiste wijze papier
in de verschillende papierladen plaatst met het oog op een
optimale afdrukkwaliteit.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
• Papier en andere afdrukmedia kiezen
• Papier plaatsen
• Afdrukken op speciale afdrukmedia
Page 69
Papier en andere afdrukmedia kiezen
U kunt afdrukken op verscheidene afdrukmedia, zoals gewoon
papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Zie
speciale afdrukmedia' op pagina 3.14
. Gebruik alleen hoogwaardig
papier van kopieerkwaliteit om een optimale afdrukkwaliteit te
verkrijgen.
Houd bij de keuze van de afdrukmedia rekening met het volgende:
•
Gewenst resultaat
: Het papier dat u kiest moet geschikt
zijn voor het doel.
•
Formaat
: U kunt elk papierformaat gebruiken dat gemakkelijk
tussen de papiergeleiders van de papierlade past.
•
Gewicht
: Uw printer ondersteunt de volgende
papiergewichten:
- bankpost van 60 tot 90 g/m
2
voor lade
1 of de optionele lade 2
- bankpost van 60 tot 163 g/m
2
voor
de multifunctionele lade
- bankpost van 75 tot 90 g/m
2
voor dubbelzijdig
afdrukken
•
Helderheid
: Sommige papiersoorten zijn witter dan andere,
wat resulteert in een scherpere en helderdere afdruk.
•
Gladheid van het oppervlak
: De gladheid van het papier
beïnvloedt de scherpte van de afdruk op het papier.
'Afdrukken op
O
PGELET
: Als u een afdrukmateriaal gebruikt dat niet
overeenstemt met de specificaties vermeld op pagina E.7, kan
dit problemen veroorzaken die mogelijk een onderhoudsbeurt
vereisen. Dit onderhoud wordt niet gedekt door de garantie
of de onderhoudscontracten.
Formaten en capaciteit
lade
*
Hand-
matige
invoer
Invoer/Capaciteit
Formaat
Lade 1
Normaal papier
Enveloppen
Etiketten
Transparanten
Kaarten
* Afhankelijk van de papierdikte valt de maximumcapaciteit mogelijk lager uit.
** Als het papier vaak vastloopt, voert u één vel tegelijk in via de multifunctionele lade.
**
**
**
2505001001
——101
——101
——301
——101
Lade 2
(optie)
Multifunctionele
3.2
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 70
Richtlijnen voor papier en speciale
afdrukmedia
Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u papier,
enveloppen of andere speciale afdrukmedia kiest of plaatst:
• Als u tracht af te drukken op vochtig, gekruld, verkreukeld
of gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte
afdrukkwaliteit veroorzaken.
• Gebruik uitsluitend losse vellen papier. Gebruik geen meerdelig
papier.
• Gebruik alleen hoogwaardig papier van kopieerkwaliteit voor
een optimale afdrukkwaliteit.
• Gebruik geen papier met onregelmatigheden, zoals lusjes
of nietjes.
• Plaats nooit papier in een lade terwijl de printer afdrukt en
plaats nooit te veel papier in de lade. Dit kan papierstoringen
veroorzaken.
• Vermijd papier met reliëf, perforaties of een structuur die
te glad of te ruw is.
3
• Gekleurd papier moet van dezelfde hoge kwaliteit zijn als wit
kopieerpapier. De pigmenten moeten gedurende minstens
0,1 seconde bestand zijn tegen de fixeertemperatuur van de
printer (180 °C). Gebruik geen papier met een kleurencoating
die na de productie van het papier is toegevoegd.
• Voorbedrukte formulieren moeten bedrukt zijn met
onbrandbare, hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt
of gevaarlijke dampen vrijgeeft als hij wordt blootgesteld aan
de fixeertemperatuur van de printer.
• Bewaar papier in de originele verpakking tot u klaar bent om
het te gebruiken. Plaats dozen papier op pallets of in rekken,
niet op de grond.
• Plaats geen zware voorwerpen bovenop het papier, ongeacht
of het verpakt of niet-verpakt is.
• Stel het papier niet bloot aan vocht, direct zonlicht of andere
omstandigheden waardoor het kan verkreukelen of krullen.
O
PMERKING
calqueerpapier. Dit papier is onstabiel als het wordt blootgesteld
aan de fixeertemperatuur en kan dampen afgeven of de printer
beschadigen.
: Gebruik geen zelfdoorschrijvend papier of
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.3
Page 71
Papier plaatsen
Als u papier op de juiste wijze plaatst, voorkomt u
papierstoringen en kunt u probleemloos afdrukken. Verwijder
de papierlade niet terwijl een taak wordt afgedrukt. Als u dit
toch doet, kan dit een papierstoring veroorzaken. Zie 'Formaten
en capaciteit' op pagina 3.2 voor de toegestane papierinhoud
van elke lade.
Gebruik van lade 1
Lade 1 kan maximaal 250 vellen gewoon A4- of Letter-papier
bevatten.
U kunt een optionele lade kopen, lade 2, en deze onder
lade 1 bevestigen om 500 extra vellen papier te plaatsen.
1
Trek de lade uit de printer.
3.4
2
Duw de metalen plaat omlaag tot deze op zijn plaats klikt.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 72
3
Buig de stapel papier van achteren naar voren om de vellen
te scheiden en waaier het papier vervolgens uit terwijl u de
stapel aan één zijde vasthoudt. Tik met de randen van de
stapel op een vlak oppervlak om een rechte stapel
te maken.
4
Plaats het papier met de
te bedrukken zijde boven
3
.
Zorg ervoor dat alle vier de hoeken vlak in de lade en onder
de hoekklemmen liggen, zoals hieronder afgebeeld.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.5
Page 73
5
Overschrijd de maximumhoogte van de stapel niet. Als u te
veel papier in de lade plaatst, kan het papier vastlopen.
6
Knijp de papiergeleider samen zoals hieronder afgebeeld
en schuif hem tegen de stapel papier aan. De geleider mag
het papier maar nipt raken. Druk de geleider niet te hard
tegen de rand van het papier aangezien het papier hierdoor
kan buigen.
3.6
O
PMERKING
in de lade wilt wijzigen.
7
Schuif de lade weer in de printer.
8
Als u een document afdrukt, selecteert u het type papier,
het papierformaat en de lade in uw softwaretoepassing.
Voor meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
: Zie pagina 3.7 als u het formaat van het papier
Page 74
Het formaat van het papier in de lade
wijzigen
De lade is vooraf ingesteld op het formaat Letter of A4,
afhankelijk van het land waarin u de printer hebt gekocht.
Om het formaat te wijzigen in A4 of Letter, moet u de
papierlengtegeleider juist instellen.
1
Trek de papierlengtegeleider omhoog en plaats hem in de
juiste positie voor het papierformaat dat u in de lade wilt
plaatsen.
Papierlengtegeleider
3
Om de papierlengtegeleider te verwijderen, draait u hem iets
naar rechts om de vergrendelingen aan de onderkant van
de geleider te ontgrendelen en trekt u de geleider omhoog.
Om de papierlengtegeleider in de gewenste papierpositie
te plaatsen, plaatst u de vergrendelingen aan de onderkant
van de geleider over de gewenste papiersleuf en drukt
u ze er volledig in.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.7
Page 75
2
Plaats het papier met de
Voor meer informatie verwijzen we naar stappen 4 en 5
op pagina 3.5-3.6.
3
Knijp de papiergeleider samen zoals hieronder afgebeeld
en schuif hem tegen de stapel papier aan. De geleider mag
het papier maar nipt raken. Duw de geleider niet te hard
tegen de rand van het papier omdat het papier hierdoor kan
buigen.
te bedrukken zijde boven
.
3.8
Gebruik van de optionele lade 2
De optionele lade, lade 2, kan maximaal 500 vellen normaal
papier bevatten.
Om papier in lade 2 te plaatsen, volgt u de aanwijzingen voor
het plaatsen van papier op pagina 3.4.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 76
Gebruik van de multifunctionele lade
De multifunctionele lade (MPT) bevindt zich aan de rechterkant
van uw printer. U kunt deze lade sluiten als u ze niet gebruikt,
zodat de printer compacter wordt.
Multifunctionele lade
In de multifunctionele lade kunnen verschillende papierformaten
en afdrukmedia worden geplaatst, zoals transparanten, kaarten
en enveloppen. U kunt de multifunctionele lade ook gebruiken
voor afdruktaken van één pagina op papier met briefhoofd, op
gekleurd papier dat u wilt gebruiken als scheidingsvel, of op
andere speciale afdrukmedia die u normaal niet in de papierlade
plaatst. U kunt ongeveer 100 vellen normaal papier,
10 enveloppen, 30 transparanten, 10 kaarten of 10 etiketten
tegelijk plaatsen.
• Plaats slechts één formaat tegelijk in de multifunctionele lade.
3
• Om te vermijden dat het papier vastloopt, mag u geen papier
toevoegen als de multifunctionele lade nog papier bevat.
Dit geldt ook voor andere soorten afdrukmedia.
• Plaats de afdrukmedia met de te bedrukken zijde onder in het
midden van de multifunctionele lade, waarbij de bovenkant
eerst in de printer gaat.
Om afdrukmedia in de multifunctionele lade te plaatsen:
1
Klap de multifunctionele lade open en schuif de papiersteun
uit zoals afgebeeld.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.9
Page 77
2
Als u papier gebruikt, buigt u de stapel of waaiert u het
papier uit om de vellen van elkaar te scheiden voordat
u de stapel in de lade plaatst.
Houd transparanten vast aan de randen en raak de te
bedrukken zijde niet aan. Vingerafdrukken kunnen
problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
3
Plaats de afdrukmedia met de
tegen de rechterrand van de lade.
te bedrukken zijde onder
3.10
4
Knijp de papierbreedtegeleider samen en schuif hem naar
rechts zodat hij net de rand van de afdrukmedia raakt
zonder deze te buigen.
Als u via de multifunctionele lade wilt afdrukken op papier
dat reeds bedrukt is, moet de bedrukte zijde naar boven
gericht zijn en moet de niet-gekrulde rand eerst in de
printer gaan. Als er problemen zijn met de invoer van het
papier, draait u het papier om.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 78
O
PMERKING
te veel afdrukmateriaal.
Het afdrukmateriaal trekt krom
als u een stapel te diep of te ver
in de lade plaatst.
: Plaats nooit
5
Als u een document afdrukt, stelt u de invoerlade in
Multifunctionele lade
op
papierformaat en type papier in de softwaretoepassing.
Voor meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
en selecteert u het juiste
3
O
PMERKING
schuift u de papiersteun in en sluit
u de multifunctionele lade.
: Na het afdrukken
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.11
Page 79
Gebruik van de handmatige invoer
Als u
Handmatig
u de afdrukinstellingen wijzigt, kunt u handmatig een vel in de
multifunctionele lade plaatsen. Dit kan nuttig zijn als u na elke
afgedrukte pagina de afdrukkwaliteit wilt controleren.
Het plaatsen van papier in de handmatige invoer verloopt
bijna op dezelfde wijze als het plaatsen van papier in de
multifunctionele lade, behalve dat u vel per vel in de lade
plaatst, afdrukgegevens verstuurt voor het afdrukken van de
eerste pagina, en vervolgens op de toets
() van het bedieningspaneel drukt om de volgende pagina
af te drukken.
1
Plaats een vel met de
de rechterrand van de multifunctionele lade.
selecteert voor de optie
On Line/Continue
te bedrukken zijde onder
Invoer
wanneer
tegen
3.12
2
Knijp de papierbreedtegeleider samen en schuif hem naar
rechts zodat hij net de rand van de afdrukmedia raakt zonder
deze te buigen.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 80
3
Als u een document afdrukt, stelt u de invoerlade in op
Handmatig
en type
informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
en selecteert u het juiste papierformaat
papier in de softwaretoepassing. Voor meer
3
4
Druk het document af.
Op het display verschijnt een bericht waarin u wordt
gevraagd papier te plaatsen.
5
Druk op de toets
De printer neemt het vel op en drukt af. Nadat de pagina
is afgedrukt, verschijnt het bericht opnieuw.
6
Plaats het volgende vel in de multifunctionele lade en druk
op de toets
Herhaal deze stap voor elke pagina die u wilt afdrukken.
On Line/Continue
On Line/Continue
().
().
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.13
Page 81
Afdrukken op speciale afdrukmedia
Afdrukken op enveloppen
• Plaats enveloppen in geen enkele andere lade dan
de multifunctionele lade.
• Gebruik alleen enveloppen die aanbevolen zijn voor
laserprinters. Voordat u enveloppen in de multifunctionele
lade plaatst, dient u te controleren of ze niet beschadigd zijn
en niet aan elkaar vastzitten.
• Plaats geen enveloppen met postzegels in de lade.
• Gebruik nooit enveloppen met haakjes, knipsluitingen,
vensters, gecoate voeringen of zelfklevende stoffen.
Om af te drukken op enveloppen:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
3.14
2
Buig de stapel enveloppen of waaier de enveloppen uit terwijl
u de stapel aan één kant vasthoudt om de enveloppen van
elkaar te scheiden voordat u ze in de lade plaatst.
3
Plaats de enveloppen in de multifunctionele lade
klep boven
komt, moet eerst in de printer gaan.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
met de
. De kant van de envelop waar de postzegel
Page 82
4
Knijp de papierbreedtegeleider samen en schuif hem naar
rechts zodat hij net de rand van de stapel raakt zonder deze
te buigen.
5
Als u afdrukt, stelt u de invoerlade in op
lade
, stelt u het type papier in op
u het juiste formaat in het printerstuurprogramma. Voor
meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
Enveloppen
Multifunctionele
en selecteert
3
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.15
Page 83
Afdrukken op etiketten
• Gebruik alleen etiketten die aanbevolen zijn voor laserprinters.
• De lijm van de etiketten moet gedurende 0,1 seconde
bestand zijn tegen een fixeertemperatuur van 180 °C.
• Controleer of er tussen de etiketten geen lijm blootligt. Als dit
het geval is, kunnen de etiketten tijdens het afdrukken
loskomen, waardoor het vel kan vastlopen. Bovendien kan
blootliggend kleefmiddel printeronderdelen beschadigen.
• Druk nooit meer dan één keer af op hetzelfde vel etiketten
en druk nooit af op een vel waarvan de etiketten gedeeltelijk
verwijderd zijn.
• Gebruik geen etiketten die loskomen van het vel of die
verkreukeld of beschadigd zijn.
• Om te vermijden dat etiketten aan elkaar kleven, mag u de
etikettenvellen niet op een stapel laten liggen wanneer ze uit
de printer komen.
Om af te drukken op etiketten:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
3.16
2
Plaats etiketten in geen enkele andere lade dan de
multifunctionele lade en plaats ze met de
zijde onder,
gaat. Stel de geleider in op de breedte van de etiketten.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
te bedrukken
waarbij de korte bovenkant eerst in de printer
Page 84
3
Als u afdrukt, stelt u de invoerlade in op
lade
, stelt u het type papier in op
u het juiste formaat in de softwaretoepassing. Voor meer
informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
Etiketten
Multifunctionele
en selecteert
Afdrukken op transparanten
3
• Gebruik alleen transparanten die aanbevolen zijn voor
laserprinters.
• Controleer of de transparanten geen gescheurde randen
hebben en of ze niet verkreukeld of gekruld zijn.
• Houd de transparanten vast bij de randen en raak de te
bedrukken zijde niet aan. Vingerafdrukken kunnen problemen
met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
• Let erop dat u geen vingerafdrukken of krassen op de te
bedrukken zijde maakt.
• Gebruik het volgende type transparant:
A4: HP 92296U, Letter: Xerox 3R3108.
O
PGELET
afdrukt.
O
PMERKING
transparanten, moet u de
uitvoersteun naar beneden klappen.
: Gebruik geen transparanten als u kleurendocumenten
: Voordat u afdrukt op
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.17
Page 85
Om af te drukken op transparanten:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
2
Plaats transparanten in geen enkele andere lade dan de
multifunctionele lade. Plaats ze met de
onder
, waarbij de
in de printer gaat
de transparanten.
bovenkant met de witte rand eerst
. Stel de geleider in op de breedte van
te bedrukken zijde
3.18
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 86
3
Als u afdrukt, stelt u de invoerlade in op
lade
, stelt u het type papier in op
selecteert u het juiste formaat in de softwaretoepassing.
Voor meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
O
PMERKINGEN
• Om te vermijden dat transparanten aan elkaar kleven, mag u ze
niet op een stapel laten liggen wanneer ze uit de printer komen.
• Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit de
printer hebt verwijderd.
:
Transparanten
Multifunctionele
en
3
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.19
Page 87
Afdrukken op voorbedrukt papier
• Voorbedrukt papier is papier dat al een bepaalde opdruk heeft
voordat het door de printer wordt gestuurd (bijvoorbeeld
papier met een voorbedrukt logo bovenaan op de pagina).
• Papier met briefhoofd moet bedrukt zijn met hittebestendige
inkt die niet smelt, verdampt of gevaarlijke stoffen vrijgeeft
als hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de
fixeertemperatuur van de printer (180 °C).
• Inkt op papier met briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn en
mag printerrollen niet beschadigen.
• Formulieren en papier met briefhoofd moeten worden bewaard
in een vochtbestendige verpakking om veranderingen tijdens
de opslagperiode te vermijden.
• Voordat u voorbedrukt papier plaatst, zoals formulieren of
papier met briefhoofd, moet u controleren of de inkt op het
papier droog is. Tijdens het fixeerproces kan vochtige inkt
afgeven op het voorbedrukte papier, wat de afdrukkwaliteit
verlaagt.
Om af te drukken op voorbedrukt papier:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
3.20
2
Plaats papier met briefhoofd in geen enkele andere lade dan
de multifunctionele lade en plaats het met de
te bedrukken zijde onder
eerst
van de papierstapel.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
, waarbij de
in de printer gaat. Stel de geleider in op de breedte
korte bovenkant
Page 88
3
Als u afdrukt, stelt u de invoerlade in op
lade
, stelt u het type papier in op
selecteert u het juiste papierformaat in de
softwaretoepassing. Voor meer informatie verwijzen we
naar pagina 4.7.
Voorbedrukt
Multifunctionele
en
3
Afdrukken op kaarten of afdrukmedia met
een aangepast formaat
• U kunt met uw printer afdrukken op briefkaarten, (index)
kaarten van 90 x 140 mm en andere afdrukmedia met
aangepaste formaten. Het minimumformaat is 90 x 140 mm
en het maximumformaat is 216 x 356 mm.
• Plaats altijd eerst de korte zijde in de multifunctionele lade.
Als u wilt afdrukken in de afdrukstand Liggend, selecteert
u deze optie in uw softwaretoepassing. Als u eerst de lange
zijde in de lade plaatst, kan dit een papierstoring
veroorzaken.
• Plaats niet meer dan 10 kaarten tegelijk in de multifunctionele
lade.
• Druk niet af op afdrukmedia die minder dan 90 mm breed
of 140 mm lang zijn.
• Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste
4,3 mm van de randen van het afdrukmateriaal.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.21
Page 89
Om af te drukken op kaarten:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
2
Plaats de afdrukmedia in geen enkele andere lade dan de
multifunctionele lade en met de
waarbij de korte zijde eerst in de printer gaat. Schuif de
geleider tot hij de stapel net raakt zonder deze te buigen.
te bedrukken zijde onder
,
3.22
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 90
3
Als u afdrukt, stelt u de invoerlade in op
lade
en selecteert u het juiste papierformaat en type papier
in de softwaretoepassing. Voor meer informatie verwijzen
we naar pagina 4.7.
Als het formaat van uw afdrukmedia niet vermeld is in de
vervolgkeuzelijst
de knop
Zie pagina 4.7.
Aangepast
Formaat
en stelt u het formaat handmatig in.
op het tabblad
Multifunctionele
Papier
, klikt u op
3
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.23
Page 91
A
ANTEKENINGEN
3.24
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 92
4
AFDRUKTAKEN
Dit hoofdstuk beschrijft afdrukopties en algemene
afdruktaken.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
• Functies van het printerstuurprogramma
• Een document afdrukken
• Printerinstellingen
Page 93
Functies van het
printerstuurprogramma
Uw printerstuurprogramma's ondersteunen de volgende
standaardfuncties:
• selectie van de invoerlade;
• papierformaat, afdrukstand en type media;
• aantal exemplaren.
De volgende tabel geeft een algemeen overzicht van de functies
die door uw printerstuurprogramma's worden ondersteund.
PrinterstuurprogrammaCUPS
Functie
Win9x/ME
KleurmodusJJJJ
Win2000/
2003/XP
NT 4.0Mac
Optie
afdrukkwaliteit
Posters afdrukkenJJJN
Dubbelzijdig
afdrukken
Boekjes afdrukkenJJJN
Meerdere pagina's
per vel
(n op een vel)
Aan pagina
aanpassen
Afdrukken op schaalJJJJ
Andere lade voor
eerste pagina
WatermerkJJJN
OverlayJJJN
Optie TrueTypelettertypen
JJJJ
JJJJ
JJJJ
JJJN
JJJJ
JJJN
4.2
A
FDRUKTAKEN
Page 94
Een document afdrukken
Hieronder beschrijven we de algemene stappen die vereist zijn
om af te drukken vanuit verschillende Windows-toepassingen.
De precieze stappen voor het afdrukken van een document
kunnen verschillen afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.
Raadpleeg de handleiding van uw softwaretoepassing voor de
precieze afdrukprocedure.
O
PMERKING
vanaf een Macintosh-computer of Linux-systeem, verwijzen
we naar Bijlage A en Bijlage B.
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Kies
Afdrukken wordt geopend. Afhankelijk van uw toepassing
kan dit venster er iets anders uitzien.
U kunt de basisafdrukinstellingen selecteren in het venster
Afdrukken. Deze instellingen omvatten het aantal
exemplaren en het afdrukbereik.
: Voor gedetailleerde informatie over het afdrukken
Afdrukken
in het menu
Bestand
. Het venster
4
Zorg ervoor dat uw
printer geselecteerd is.
Windows XP
3
Om de functies van uw printer te gebruiken, klikt u op
Eigenschappen
afdrukvenster van de toepassing. Voor meer informatie
verwijzen we naar 'Printerinstellingen' op pagina 4.5.
Als in het venster Afdrukken een knop
Printer
in het volgende venster op
4
Klik op OK om het venster Eigenschappen te sluiten.
5
Klik in het venster Afdrukken op OK of
de afdruktaak te starten.
of
Opties
of
Voorkeursinstellingen
wordt weergegeven, klikt u hierop. Klik
Eigenschappen
in het
Instellingen
.
Afdrukken
,
om
A
FDRUKTAKEN
4.3
Page 95
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak stoppen vanuit een programma, vanuit
een afdrukwachtrij of via de toets
Om een afdruktaak te stoppen vanaf het bedieningspaneel:
• Als de afdruktaak al wordt afgedrukt, drukt u op de toets
Cancel
de printer gaan af en verwijdert de rest van de afdruktaak.
(). De printer drukt de pagina's die al door
Cancel
() op de printer.
•Als u op de toets
taak in de printer geannuleerd. Als het geheugen van de
printer meer dan één afdruktaak bevat, moet u voor elke taak
één keer op de toets
begint af te drukken.
Om een afdruktaak te stoppen vanuit de map Printers:
Als de afdruktaak in een afdrukwachtrij of afdrukspooler staat,
zoals de groep Printer in Windows, verwijdert u de taak als volgt:
1
Klik op de knop
2
In Windows 9x/NT 4.0/2000/ME: Klik op
vervolgens op
In Windows XP/2003: Kies
3
Dubbelklik op het pictogram
4
In het menu
annuleren
(Windows NT 4.0/2000/2003/XP).
Cancel
Start
Printers
Document
(Windows 9x/ME) of
() drukt, wordt alleen de huidige
Cancel
drukken zodra de printer de taak
van Windows.
Instellingen
.
Printers en faxapparaten
Samsung CLP-510 Series
selecteert u
Afdrukken
Annuleren
en
.
.
4.4
A
FDRUKTAKEN
Windows XP
O
PMERKING
taakbalk van Windows te dubbelklikken op het printerpictogram.
: U kunt dit venster openen door rechtsonder op de
Page 96
Printerinstellingen
Via het printereigenschappenvenster van de Samsung CLP-510 kunt
u toegang krijgen tot alle printeropties die u nodig hebt wanneer
u uw printer gebruikt. Als de printereigenschappen worden
weergegeven, kunt u de instellingen die u voor uw afdruktaak nodig
hebt controleren en wijzigen.
Het eigenschappenvenster van de printer kan verschillen afhankelijk
van uw besturingssysteem. Deze gebruikshandleiding geeft het
venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken van Windows XP/
2003 weer.
Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken van uw printer
bevat 5 tabbladen:
Lay-out, Papier, Grafisch, Extra
en
Info
.
4
Als u de printereigenschappen opent via de map
Printers
, kunt
u meer op Windows gebaseerde tabbladen weergeven. Raadpleeg
uw handleiding van Windows.
O
PMERKINGEN
• De meeste Windows-toepassingen heffen de in het
printerstuurprogramma opgegeven instellingen op. Wijzig eerst alle
afdrukinstellingen die beschikbaar zijn in de softwaretoepassing,
en wijzig vervolgens de overige instellingen via het
printerstuurprogramma.
• De printerinstellingen die u wijzigt blijven alleen van kracht zolang
u het huidige programma gebruikt. Als u wilt dat uw wijzigingen
permanent behouden blijven, brengt u ze aan in de map
Ga als volgt te werk:
1. Klik op de knop
2. In Windows 95/98/ME/NT 4.0/2000: Klik achtereenvolgens op
Instellingen
In Windows XP/2003: Kies
3. Selecteer de printer
4. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en:
• In Windows 95/98/ME: Kies
• In Windows 2000/2003/XP: Kies
afdrukken
• In Windows NT 4.0: Kies
5. Wijzig de instellingen op elk tabblad en klik op
:
en
.
Start
van Windows.
Printers
.
Printers en faxapparaten
Samsung CLP-510 Series
Eigenschappen
Voorkeursinstellingen voor
Standaardwaarden document
.
OK
Printers
.
.
.
.
.
A
FDRUKTAKEN
4.5
Page 97
Het tabblad Lay-out
Het tabblad
Lay-out
bevat opties waarmee u de weergave
van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen.
De
Lay-outopties
Boekje afdrukken
tabblad ook de optie
omvatten
en
Meerdere pagina's per vel,
Poster afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
. U kunt op dit
selecteren.
Zie pagina 4.3 voor meer informatie over de toegang tot
de printereigenschappen. Klik op het tabblad
Lay-out
om
de hieronder afgebeelde lay-outeigenschappen weer te geven.
1
2
Het afdrukvoorbeeld
3
geeft een
voorbeeldpagina met
de door u opgegeven
instellingen weer.
EigenschapBeschrijving
1
Afdrukstand
Met behulp van
selecteren in welke richting informatie
Afdrukstand
op een pagina wordt afgedrukt.
•
Staand
drukt af over de breedte van de
pagina (zoals een brief).
•
Liggend
drukt af over de lengte van de
pagina (zoals een spreadsheet).
Als u de pagina ondersteboven wilt
afdrukken, selecteert u
2
Lay-outopties
draaien
Met behulp van
u geavanceerde afdrukinstellingen
.
Staand
Lay-outopties
selecteren. Voor meer informatie verwijzen
we naar Hoofdstuk 5, 'Speciale
afdrukfuncties'.
kunt u
180 graden
Liggend
kunt
4.6
A
FDRUKTAKEN
Page 98
EigenschapBeschrijving
3
Dubbelzijdig
afdrukken
Met de optie
kunt u automatisch beide zijden van het
papier bedrukken. Als u de
standaardinstelling van het
printerstuurprogramma wilt gebruiken,
selecteert u
optie
Omgekeerd dubbelzijdig
selecteert,
omgekeerde volgorde af.
informatie verwijzen we naar pagina 5.3.
Dubbelzijdig afdrukken
Printerinstelling
drukt uw printer de pagina's in
Het tabblad Papier
. Als u de
Voor meer
U kunt de volgende opties gebruiken voor elementaire
papierinstellingen. Zie pagina 4.3 voor meer informatie
over de toegang tot de printereigenschappen.
Klik op het tabblad
papiereigenschappen weer te geven.
1
2
3
4
5
6
Papier
om de hieronder afgebeelde
4
EigenschapBeschrijving
Via
1
Aantal
exemplaren
Aantal exemplaren
te drukken exemplaren opgeven. U kunt
maximaal 999 exemplaren opgeven.
kunt u het aantal af
A
FDRUKTAKEN
4.7
Page 99
EigenschapBeschrijving
2
Formaat
3
Invoer
In de vervolgkeuzelijst
Formaat
kunt u het
formaat van het papier in de lade selecteren.
Als het vereiste formaat niet in de
vervolgkeuzelijst
Aangepast
papierformaat
papierformaat in en klikt u op
Formaat
staat, klikt u op
. Als het venster
verschijnt, stelt u het
Aangepast
OK
. De instelling
verschijnt dan in de lijst zodat u ze kunt
selecteren.
Voer de n aam in
die u wilt
gebruiken.
Voe r h et
papierformaat in.
Selecteer de gewenste papierlade in de
vervolgkeuzelijst
Invoer
.
4
Type
Selecteer
Handmatig
als u afdrukt op
speciale afdrukmedia. U moet één vel tegelijk
in de multifunctionele lade plaatsen.
Zie pagina 3.9.
Als
Automatisch selecteren
is ingesteld,
neemt de printer het papier automatisch op in
de volgende volgorde: multifunctionele lade,
lade 1, optionele lade 2.
Zorg ervoor dat de vervolgkeuzelijst
is ingesteld op
Normaal papier
Type
. Als u een
ander type afdrukmateriaal plaatst, dient u
het desbetreffende papiertype te selecteren.
Voor meer informatie over afdrukmedia
verwijzen we naar Hoofdstuk 3, 'Gebruik van
afdrukmedia'.
Als u katoenpapier met een gewicht van 60
tot 90 g/m
2
gebruikt, zoals Gilbert 25% en
Gilbert 100%, stelt u het type papier in op
Katoen
voor een optimale afdrukkwaliteit.
Als u kringlooppapier wilt gebruiken,
selecteert u
Kringlooppapier
.
4.8
A
FDRUKTAKEN
Page 100
EigenschapBeschrijving
5
Andere lade
voor
eerste
pagina
6
Schaal
aanpassen
(Aanpassen)
Via deze vervolgkeuzelijst kunt u de eerste
pagina afdrukken op een ander type papier
dan de rest van het document. U kunt de lade
voor de eerste pagina selecteren.
Plaats bijvoorbeeld dik papier voor de eerste
pagina in de multifunctionele lade, en
normaal papier in lade 1. Selecteer
vervolgens
Invoer
vervolgkeuzelijst
pagina
Met
Schaal aanpassen
uw afdruktaak automatisch of handmatig
schalen op een pagina.
U kunt kiezen uit
schaal
Zie pagina 5.4 en pagina 5.5 voor meer
informatie.
Lade 1
en
Multifunctionele lade
.
en
Aan pagina aanpassen
in de vervolgkeuzelijst
Andere lade voor eerste
(Aanpassen) kunt u
Geen, Afdrukken op
in de
.
4
A
FDRUKTAKEN
4.9
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.