Samsung CLP-510, CLP-510N User Manual [nl]

Page 1
Page 2

INHOUD

Stap 1. Uitpakken .............................................. 3
Stap 2. Kennismaking met uw printer ............... 5
Stap 3. De transportriem en tonercassettes
Stap 4. Papier plaatsen ................................... 14
Stap 5. Een printerkabel aansluiten ................ 17
Stap 6. De printer aanzetten ........................... 19
Stap 7. Een voorbeeldpagina afdrukken .......... 20
Lokaal afdrukken .......................................17
Afdrukken binnen een netwerk ....................18
Stap 8. De taal van de berichten op het display
wijzigen .............................................. 20
Stap 9. De printersoftware installeren ............ 21
Printersoftware installeren onder Windows ....22
Printersoftware opnieuw installeren ..............26
Printersoftware verwijderen ........................27
De taal van de berichten op het display
wijzigen ...................................................28
Stap 10. De gebruikshandleiding weergeven ... 29
In Windows ..............................................29
In Macintosh .............................................29
In Linux ...................................................30
2
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 3

Stap 1. Uitpakken

1
Verwijder de printer en alle accessoires uit de kartonnen verpakking. Controleer of de printer werd geleverd met de volgende items:
Tonercassettes Netsnoer
Snelstart intallatiehandleiding Cd-rom
Nederlands
Optimale installatiehandleiding
Cd-rom SyncThru
(alleen CLP-510N)
O
PMERKINGEN
• Waarschuw onmiddellijk uw verkoper als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.
De onderdelen kunnen verschillen van land tot land.
• De cd-rom bevat het printerstuurprogramma, de gebruikshandleiding en het programma Adobe Acrobat Reader.
• Het netsnoer verschilt van land tot land.
:
Beknopte handleiding
SyncThru (alleen CLP-510N)
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
3
Page 4
O
PGELET
voorzichtig wanneer u de printer optilt of verplaatst. Verplaats de printer nooit alleen, maar altijd met twee personen. Gebruik daarbij de grepen. Deze bevinden zich op de plaats die is aangegeven op de afbeelding (zie pagina 5). Als één persoon de printer tracht op te tillen, bestaat het risico dat hij een rugblessure oploopt.
2
3
: Deze printer weegt 32 kg inclusief de cassettes. Wees
Verwijder voorzichtig alle verpakkingstapes van de printer.
Trek de papierlade uit de printer en verwijder de verpakkingstape van de lade.
4
Kies een geschikte plaats voor de printer:
• Laat voldoende ruimte vrij voor de luchtcirculatie en om de laden en kleppen van de printer te kunnen openen.
• Stel de printer op in de juiste omgeving: – Een stabiel, horizontaal oppervlak – Niet blootgesteld aan de directe luchtstroom van
airconditioners, verwarmingselementen of ventilators – Niet blootgesteld aan temperatuurschommelingen, zeer hoge of lage temperaturen, zonlicht, een zeer hoge
of lage vochtigheid of schommelingen van
de vochtigheid – Schone, droge en stofvrije ruimte
4
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
O
PGELET
te plaatsen. Dit is nodig om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden.
: U dient de printer op een horizontaal oppervlak
Page 5

Stap 2. Kennismaking met uw printer

De belangrijkste onderdelen van uw printer zijn:
Nederlands
Bovenklep
(open deze klep om
de transportriem te plaatsen)
Uitvoersteun
Ontgrendelknop
van de bovenklep
Greep
(gebruik de greep
om de printer
op te tillen.
De grepen waarmee
u de printer optilt
bevinden zich onderaan aan
weerszijden
van de printer)
Linkerklep
(open deze klep volledig om tonercassettes
te plaatsen en op de ontgrendelknop van
de bovenklep te drukken)
Papieruitvoerlade
Optionele lade 2
(voor 500 vellen)
Lade 1
(voor 250 vellen)
Bedieningspaneel
(zie hoofdstuk 2 in de gebruiks­handleiding op de cd-rom)
Voorklep
(open deze klep om de cassette voor gebruikte toner te vervangen)
O
PMERKING
: Als u een groot aantal pagina's tegelijk afdrukt, kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Let erop dat u het oppervlak niet aanraakt en zorg ervoor dat kinderen niet in de buurt komen.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
5
Page 6
Rechterklep
(open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen)
Multifunctionele lade
(open deze lade om speciale afdrukmedia te plaatsen)
(gebruik de grepen om
de printer op te tillen)
Klep moederbord
(open deze klep om
optionele accessoires
te installeren)
Aan/uit-schakelaar
Aansluiting
netsnoer
Greep
Papierverwijderingsklep optionele lade 2
(open deze klep om vastgelopen papier in optionele lade 2 te verwijderen)
Antenne voor draadloos netwerk
Netwerkpoort
**
USB-poort
*
* De printer wordt niet geleverd met een kaart voor een draadloos netwerk. Dit is een optie die afzonderlijk
moet worden gekocht en geïnstalleerd.
** De CLP-510N is standaard uitgerust met een netwerkpoort. Gebruikers van de CLP-510 kunnen een
optionele netwerkkaart kopen en installeren. Raadpleeg de gebruikshandleiding van de printer op de cd-rom voor meer informatie.
6
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 7
Stap 3. De transportriem en tonercassettes
installeren
1
Open de linkerklep volledig met behulp van de greep tot de klep een rechte hoek vormt met het hoofdframe.
Nederlands
O
PGELET
de ontgrendelknop van de bovenklep vergrendeld.
2
: Als de linkerklep niet volledig open is, blijft
Druk op de ontgrendelknop van de bovenklep om de klep te ontgrendelen, en open ze volledig. Verwijder het label op de transportriem.
Ontgrendelknop van de bovenklep
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
7
Page 8
3
Neem de transportriem uit de printer.
O
PMERKING
4
Verwijder de beschermingselementen aan beide kanten
: De beeldeenheid is al in de printer geïnstalleerd.
van de transportriem.
8
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 9
5
Binnenin de printer bevindt zich aan weerszijden een sleuf voor de transportriem.
O
PGELET
bloot aan licht om te vermijden dat ze wordt beschadigd. Sluit de boven- en linkerklep als de installatie om een bepaalde reden moet worden stopgezet of onderbroken.
: Stel de beeldeenheid niet langer dan enkele minuten
Nederlands
6
Houd de greep van de transportriem vast en plaats de transportriem tegenover de sleuven in de printer (één sleuf aan elke kant).
O
PMERKING
de transportriem niet om, anders kan losse toner worden gemorst.
: Houd de transportriem horizontaal. Draai
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
9
Page 10
7
Schuif de transportriem in de printer en druk hem stevig op zijn plaats.
8
Duw de vergrendelingshendels aan weerszijden stevig in de richting van de bovenklep, zoals hieronder afgebeeld, om de transportriem op zijn plaats te vergrendelen.
10
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
O
PGELET
laat, kan de beeldeenheid worden blootgesteld aan licht. Hierdoor wordt de beeldeenheid beschadigd. Sluit de linkerklep als de installatie om een bepaalde reden moet worden stopgezet of onderbroken.
: Als u de linkerklep langer dan enkele minuten geopend
Page 11
9
Sluit de bovenklep nadat u hebt gecontroleerd of de linkerklep wel degelijk open is. Controleer of de klep goed vergrendeld is.
O
PGELET
open is. Hierdoor kunt u de printer beschadigen.
: Tracht niet de linkerklep te sluiten als de bovenklep
Nederlands
10
Neem de tonercassettes uit hun verpakking.
O
PGELET
of schaar, om de verpakking van de tonercassettes te openen. U zou het oppervlak van de tonercassettes kunnen beschadigen.
: Gebruik geen scherp voorwerp, zoals een mes
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
11
Page 12
11
Neem beide zijden van de tonercassette vast en rol de cassette voorzichtig van links naar rechts om de toner gelijkmatig te verdelen.
12
Plaats de tonercassette op een horizontaal oppervlak zoals hieronder afgebeeld, en verwijder het papier rond de tonercassette door de tape te verwijderen.
O
PMERKING
de toner dan af met een droge doek en was het kledingstuk in koud water. Was het kledingstuk niet in warm water, want dan zal de toner zich in de stof vastzetten.
13
Rechts van de sleuf van de tonercassette bevindt zich een
: Als u per ongeluk toner op uw kleding krijgt, veeg
etiket met de kleur van de tonercassette die in de betreffende sleuf hoort.
K Y M C
Zwart
Geel
Magenta
Cyaan
12
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 13
14
Houd elke tonercassette met beide handen vast en duw ze in de juiste positie in de volgende volgorde: cyaan, magenta, geel en zwart. Neem vervolgens de greep vast om de cassette volledig naar binnen te schuiven.
Hier
vasthouden
K
Y
M
C
Als de tonercassettes juist geplaatst zijn, steken de gele en zwarte cassettes nog een beetje uit. Deze cassettes komen automatisch op hun plaats wanneer u de linkerklep sluit.
Nederlands
15
Sluit de linkerklep. Controleer of de klep goed vergrendeld is.
Als de tonercassettes niet juist geplaatst zijn, kan de linkerklep niet behoorlijk worden gesloten. Controleer nogmaals of de kleuren van de cassettes overeenstemmen met de kleuren aan de rechterkant. Oefen nooit kracht uit om de klep te sluiten.
O
PMERKING
kunt u met een nieuwe zwarte-tonercassette ongeveer 7.000 of
3.000 pagina's en met een nieuwe kleurentonercassette ongeveer
5.000 of 2.000 pagina's afdrukken. Met de tonercassette die bij de printer wordt geleverd, kunt u ongeveer 3.000 zwartwitpagina's en 2.000 kleurenpagina's afdrukken.
: Als u tekst afdrukt met een dekking van 5%,
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
13
Page 14

Stap 4. Papier plaatsen

Lade 1 kan maximaal 250 vellen gewoon papier bevatten. U kunt papier van A4- en Letter-formaat gebruiken.
Om papier te plaatsen:
1
Trek de lade uit de printer.
2
Duw de metalen plaat omlaag tot deze op zijn plaats klikt.
14
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
3
Buig de stapel papier naar voren en achteren om de vellen los te maken en waaier de stapel vervolgens uit terwijl u hem aan één kant vasthoudt. Tik met de randen van de stapel op een vlak oppervlak om een rechte stapel te maken.
Page 15
4
Plaats het papier
Zorg ervoor dat alle vier de hoeken vlak in de lade en onder de hoekklemmen liggen, zoals hieronder afgebeeld.
met de te bedrukken zijde boven
.
Nederlands
5
Overschrijd de maximumhoogte van de stapel niet. Als u te veel papier in de lade plaatst, kan het papier vastlopen.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
15
Page 16
6
Knijp de papiergeleider samen zoals hieronder afgebeeld en schuif hem tegen de stapel papier aan. De geleider mag het papier maar nipt raken. Druk de geleider niet te hard tegen de rand van het papier aangezien het papier hierdoor kan buigen.
O
PMERKING
als u het formaat van het papier in de lade wilt wijzigen.
7
Schuif de lade weer in de printer.
: Raadpleeg de gebruikshandleiding op de cd-rom
16
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
O
PMERKINGEN
• Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het
papier, aangezien het papier hierdoor kan buigen.
• Als u de papierbreedtegeleider niet juist instelt, kan dit een
papierstoring veroorzaken.
:
Page 17

Stap 5. Een printerkabel aansluiten

Lokaal afdrukken

Om lokaal vanaf uw computer te kunnen afdrukken, moet u uw printer op uw computer aansluiten via een USB-kabel.
O
PMERKING
uw computer, hebt u een goedgekeurde USB-kabel nodig. U dient een USB 2.0 compatibele kabel met een lengte van maximaal 3 meter te kopen.
1
Schakel zowel de printer als de computer uit.
2
Steek de USB-printerkabel in de aansluiting aan de achterkant van de printer.
: Om de printer via de USB-poort aan te sluiten op
Nederlands
3
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de USB-poort van uw computer.
Raadpleeg eventueel de gebruikshandleiding van uw computer.
O
PMERKING
beschikken over een computer met Windows 98/ME/2000/2003/XP.
: Om af te drukken via de USB-interface, moet u
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
17
Page 18

Afdrukken binnen een netwerk

U kunt uw CLP-510 of CLP-510N in een netwerk opnemen via een Ethernet-kabel (UTP-kabel met RJ.45-aansluiting).
De CLP-510N heeft een ingebouwde netwerkkaart. Als u een CLP-510 hebt, moet u een optionele netwerkkaart installeren.
Als u de printer zowel in een bedraad als in een draadloos netwerk wilt gebruiken, moet u een optionele kaart voor een bedraad/draadloos netwerk installeren. Voor informatie over de installatie van de kaart verwijzen we naar de gebruikshandleiding op de cd-rom.
Aansluiten via een Ethernet-kabel
1
Schakel zowel de printer als de computer uit.
2
Steek het ene uiteinde van de Ethernet-kabel in de Ethernet-netwerkpoort van de printer.
18
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Naar de netwerkaansluiting
3
Steek het andere uiteinde van de kabel in een netwerkaansluiting.
Voor informatie over de installatie van een netwerkkaart verwijzen we naar de gebruikshandleiding op de cd-rom.
Page 19
Aansluiten op een draadloos netwerk
Als u een kaart voor een bedraad/draadloos netwerk installeert, kunt u uw printer gebruiken in een draadloze omgeving.
Voor informatie over de installatie van een kaart voor een bedraad/draadloos netwerk verwijzen we naar de gebruikshandleiding op de cd-rom.
O
PMERKING
u de netwerkparameters configureren via het bedieningspaneel. Zie de gebruikshandleiding van uw printer. U kunt de met de kaart geleverde software gebruiken. Zie de gebruikshandleiding van de software.
: Nadat u de printer hebt aangesloten, moet

Stap 6. De printer aanzetten

1
Steek het netsnoer in de aansluiting aan de achterkant van de printer.
Nederlands
2
Steek het andere uiteinde in een geaard stopcontact en zet de printer aan.
1
2
LET
OP
:
• Sommige onderdelen in de printer kunnen heet zijn als de printer
aanstaat of net een taak heeft afgedrukt. Let op dat u zich niet brandt wanneer u aan het binnenwerk van de printer werkt.
• Demonteer de printer niet wanneer hij aanstaat of wanneer
de netstekker insteekt, anders zou u een elektrische schok kunnen krijgen.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
19
Page 20

Stap 7. Een voorbeeldpagina afdrukken

Om te controleren of de printer juist werkt, kunt u een voorbeeldpagina afdrukken.
Om een voorbeeldpagina af te drukken:
Om een voorbeeldpagina af te drukken, houdt u in de modus Gereed de toets twee seconden ingedrukt.
Vervolgens wordt een voorbeeldpagina met de eigenschappen en mogelijkheden van de printer afgedrukt.
Upper Level
( ) van het bedieningspaneel
Stap 8. De taal van de berichten op het
display wijzigen
Om de taal van de berichten op het display te wijzigen, volgt u de onderstaande stappen:
1
Druk in de modus Gereed op de toets bedieningspaneel tot op de onderste regel van het display
'
Setup' verschijnt.
2
Druk op de toets
3
Druk op de toets van het display
4
Druk op ( of ) tot de gewenste taal op het display verschijnt.
5
Druk op de toets
6
Druk op de toets keren naar de modus Gereed.
Enter
( ) om het menu te openen.
Enter
'
LCD Language' verschijnt.
Enter
On Line/Continue
( ) wanneer op de onderste regel
( ) om uw keuze op te slaan.
Menu
( ) van het
() om terug te
20
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 21

Stap 9. De printersoftware installeren

Naast software om af te drukken onder Windows, Macintosh en Linux bevat de meegeleverde cd-rom ook een on line gebruikshandleiding en het programma Acrobat Reader dat u nodig hebt om de handleiding weer te geven.
Als u afdrukt vanuit Windows:
U kunt de volgende printersoftware installeren met behulp van de cd-rom.
Printerstuurprogramma
stuurprogramma om de functies van uw printer ten volle te kunnen benutten. Zie pagina 22.
Statusmonitor
fouten optreden. Voor meer informatie verwijzen we naar hoofdstuk 5 in de gebruikshandleiding op de cd-rom. Hoe u de gebruikshandleiding kunt weergeven, leest u op pagina 30.
Als u afdrukt vanuit Macintosh:
Informatie over de installatie van de printersoftware en het afdrukken vanaf een Macintosh-computer vindt u in Bijlage A van de gebruikshandleiding van uw printer. Hoe u de gebruikshandleiding kunt weergeven, leest u op pagina 29.
. Verschijnt wanneer tijdens het afdrukken
voor Windows. Gebruik dit
Nederlands
Als u afdrukt vanuit Linux:
Voor informatie over de installatie van het Linux-stuurprogramma verwijzen we naar Bijlage B van de gebruikshandleiding van uw printer. Hoe u de gebruikshandleiding kunt weergeven, leest u op pagina 30.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
21
Page 22

Printersoftware installeren onder Windows

Controleer het volgende voordat u de printersoftware installeert:
Item Vereisten
Besturingssysteem
Windows 95/98/ME/NT 4.0/2000/XP/ 2003
95/98/ME 32 MB
NT 4.0/2000 64 MB
RAM
XP 128 MB
2003 256 MB
Vrije schijfruimte
95/98/ME/NT 4.0/ 2000/2003/XP
300 MB
Internet Explorer 5.0 of een hogere versie
O
PMERKINGEN
• In Windows NT 4.0/2000/XP/2003 moet de systeembeheerder
de software installeren.
• Windows 95 en Windows NT 4.0 worden alleen ondersteund door
de CLP-510N.
:
22
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
O
PGELET
document wilt afdrukken op de CLP-510N, moet u SyncThru installeren en vervolgens een netwerkprinterpoort toevoegen. Voor meer informatie over de installatie van SyncThru en het toevoegen van een poort verwijzen we naar de beknopte handleiding Netwerkbeheersoftware en de gebruikshandleiding van SyncThru.
: Als u vanuit Windows 95 of Windows NT 4.0 een
Sluit alle toepassingen op uw computer af voordat u begint met de installatie.
1
Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. De installatie start automatisch.
Als de installatie niet automatisch start:
Kies
Uitvoeren
het vak Openen (waar rom-station toegewezen is). Klik vervolgens op
in het menu
x
staat voor de letter die aan het cd-
Start
en typ
x:\setup.exe
OK
.
in
Page 23
O
PMERKING
hardware gevonden
van het venster op om het venster te sluiten, of klikt u op
Annuleren
2
Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, sluit u uw printer aan op de computer en zet u de printer aan wanneer het volgende venster verschijnt. Vervolgens klikt u op
: Als tijdens de installatie het venster
verschijnt, klikt u in de rechterbovenhoek
.
Volgende
.
Nieuwe
Nederlands
Windows XP
Als de printer al aangesloten en ingeschakeld is, verschijnt dit venster niet. Ga naar de volgende stap.
3
Kies het installatietype.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
23
Page 24
Standaard
de gebruikelijke software voor uw printer. Dit type installatie is aanbevolen voor de meeste gebruikers.
Aangepast
de software te kiezen evenals de onderdelen die u wilt installeren. Nadat u de taal en een of meer gewenste onderdelen hebt geselecteerd, klikt u op
: Installeert de gebruikshandleiding en
: Biedt u de mogelijkheid om de taal van
Volgende
.
Gebruikshandleiding weergeven
• mogelijkheid om de gebruikshandleiding weer te geven. Als Adobe Acrobat niet op uw computer geïnstalleerd is, klikt u op deze optie om Adobe Acrobat Reader automatisch te installeren.
4
Nadat de installatie voltooid is, verschijnt een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje in en klikt u op
In het andere geval klikt u gewoon op u naar stap 6.
5
Als de testpagina correct werd afgedrukt, klikt u op Ja.
In het andere geval klikt u op opnieuw af te drukken.
6
Als u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsung­printer (u ontvangt dan informatie van Samsung), schakelt u het selectievakje in en klikt u op wordt de website van Samsung geopend.
Volgende
.
Nee
: Biedt u de
Volgende
om de testpagina
Voltooien
en gaat
. Vervolgens
24
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 25
In het andere geval klikt u gewoon op
O
PMERKINGEN
• Als de printer niet behoorlijk werkt, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw.
• U kunt ook afdrukken vanuit Macintosh of Linux. Voor meer informatie verwijzen we naar de gebruikshandleiding van uw printer op de cd-rom.
• Nadat u de software hebt geïnstalleerd, kunt u de printersoftware indien nodig opnieuw installeren of verwijderen. U kunt ook de taal van de berichten op het display wijzigen. Meer informatie vindt u op pagina 26-28.
:
Voltooien
.
Nederlands
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
25
Page 26

Printersoftware opnieuw installeren

Als de installatie mislukt is, kunt u de software opnieuw installeren.
1
Klik op de knop
Programma's
Of plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
2
Selecteer
3
Selecteer
Start
Samsung CLP-510 Series
Onderhoud
Herstellen
van Windows en kies
.
.
.
26
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
O
PMERKING
aangesloten is, verschijnt het volgende venster.
• Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op
• Als u de status van de verbinding wilt overslaan, klikt u op
Volgende
Vervolgens wordt de installatie gestart. Aan het einde van de installatie wordt geen testpagina afgedrukt.
: Als uw printer nog niet op de computer
Volgende
en
Nee
om naar het volgende venster te gaan.
.
Page 27
4
Selecteer de onderdelen die u wilt installeren en klik op
Volgende
Als u
Printer
de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Ga als volgt te werk:
a. Als u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het
selectievakje in en klikt u op
.
selecteert, verschijnt een venster met
Volgende
.
Nederlands
b. Als de testpagina correct werd afgedrukt, klikt u op Ja.
In het andere geval klikt u op opnieuw af te drukken.
5
Nadat de onderdelen opnieuw zijn geïnstalleerd, klikt u op
Voltooien
.
Nee
om de testpagina

Printersoftware verwijderen

1
Klik op de knop
Programma's
Of plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
2
Selecteer
3
Selecteer
Er verschijnt een lijst van onderdelen. U kunt elk van de onderdelen individueel verwijderen.
Start
van Windows en kies
Samsung CLP-510 Series
Onderhoud
Verwijderen
.
.
.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
27
Page 28
Als u de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan wilt maken, schakelt u het selectievakje
Als u de installatie van de statusmonitor ongedaan wilt maken, schakelt u het selectievakje
4
Nadat u de te verwijderen onderdelen hebt geselecteerd, klikt u op
5
Als de computer u vraagt om uw keuze te bevestigen, klikt u op
Het geselecteerde stuurprogramma en al zijn onderdelen worden van uw computer verwijderd.
6
Nadat de software verwijderd is, klikt u op
Ja
.
Volgende
.
Printer
Statusmonitor
in.
Voltooien
in.
.

De taal van de berichten op het display wijzigen

Nadat u de software hebt geïnstalleerd, kunt u de taal van de berichten op het display wijzigen.
1
Kies
Programma's
2
Kies achtereenvolgens en
Taalkeuze
3
Selecteer de gewenste taal in het taalkeuzevenster en klik op
OK
.
in het menu
.
Start
van Windows.
Samsung CLP-510 Series
28
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 29

Stap 10. De gebruikshandleiding weergeven

De gebruikshandleiding van de Samsung CLP-510 vindt u als een Adobe Acrobat PDF-bestand op de meegeleverde cd-rom. In de handleiding kunt u gemakkelijk en snel de gewenste informatie vinden.
U kunt de handleiding op het scherm weergeven in diverse formaten (pagina voor pagina, doorlopend, pagina’s naast elkaar, inzoomen tot 1.600%, uitzoomen tot 12,5%, enz.). U kunt de handleiding eventueel ook afdrukken.

In Windows

1
Kies
Programma's
2
Kies achtereenvolgens
Gebruikshandleiding weergeven
en
Adobe Acrobat wordt automatisch gestart en de gebruikshandleiding wordt weergegeven.
in het menu
Samsung CLP-510 Series
Start
van Windows.
.
Nederlands
O
PMERKING
geïnstalleerd is, wordt het programma automatisch geinstalleerd als u de optie Guide) selecteert. Nadat de installatie voltooid is, herhaalt u stap 1 en 2.
: Als Adobe Acrobat niet op uw computer
Gebruikshandleiding weergeven
(View User’s

In Macintosh

1
Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
2
Dubbelklik op
3
Dubbelklik op de map
4
Dubbelklik op de map van de gewenste taal.
5
Dubbelklik op geopend en weergegeven in het programma Adobe Acrobat.
SAMSUNG_CLP
Manual
Guide.pdf
. De gebruikshandleiding wordt
op uw Macintosh-bureaublad.
.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
29
Page 30

In Linux

1
Als het venster Administrator Login verschijnt, typt
root
u ' systeemwachtwoord in.
2
Plaats de cd-rom met de printersoftware in het cd-rom­station.
3
Klik onderaan op het scherm op het pictogram . Als het terminalvenster verschijnt, typt u: [root@local /root]# [root@local cdrom]#
O
PMERKING
mogelijk dat u het PDF-bestand niet ziet. Installeer in dat geval Acrobat Reader op uw computer of probeer de gebruikshandleiding te lezen op een Windows-systeem.
1. Klik onderaan op het scherm op het pictogram . Als het
terminalvenster verschijnt, typt u: [root@local /root] [root@local cdrom]
' in het aanmeldingsveld en voert u het
cd /mnt/cdrom
(de cd-rom-map)
gv manual/EnGuide.pdf
: Als u een oude ghostscript-versie gebruikt, is het
# cd /mnt/cdrom
# ./manual/acrobat4/INSTALL
(de cd-rom-map)
2. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en typ
3. Wanneer het systeem naar de installatiemap vraagt, drukt
u op Enter.
4. U moet een symbolische koppeling maken om Acrobat Reader
zonder een volledig pad te kunnen uitvoeren: [root@local cdrom]
acroread /usr/bin/acroread
5. Nu kunt u de PDF-bestanden lezen met Acrobat Reader.
[root@local cdrom]#
EnGuide.pdf
# ln -s /usr/local/acrobat4/bin/
acroread /mnt/cdrom/manual/
accept
30
I
NSTALLATIEHANDLEIDING
Page 31
Page 32
Deze handleiding is louter informatief bedoeld. Alle informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte wijzigingen die voortvloeien uit of verband houden met het gebruik van deze handleiding.
© 2004 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
• CLP-510, CLP-510N en het logo van Samsung zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
• Centronics is een handelsmerk van Centronics Data Computer Corporation.
• Apple, TrueType, Laser Writer en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• IBM en IBM PC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
• Microsoft, Windows, Windows 9x, Window ME, Windows 2000, Windows 2003, Windows NT 4.0 en Windows XP zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve bedrijven of organisaties.
1
Page 33
Contact SAMSUNG WORLD WIDE
If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the SAMSUNG customer care center.
Country Customer Care Center Web Site
CANADA 1-800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com/ca MEXICO 01-800-SAMSUNG
(7267864) U.S.A 1-800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com ARGENTINE 0800-333-3733 www.samsung.com/ar BRAZIL 0800-124-421 www.samsung.com/br CHILE 800-726-7864 (SAMSUNG) www.samsung.com/cl COSTA RICA 0-800-507-7267 www.samsung.com/latin ECUADOR 1-800-10-7267 www.samsung.com/latin EL SALV ADO R 800-6225 www.samsung.com/latin GUA T EMALA 1-800-299-0013 www.samsung.com/latin JAMAICA 1-800-234-7267 www.samsung.com/latin PANAMA 800-7267 www.samsung.com/latin PUERTO RICO 1-800-682-3180 www.samsung.com/latin REP.
DOMINICA TRINIDAD &
TOBAGO
1-800-751-2676 www.samsung.com/latin
1-800-7267-864 www.samsung.com/latin
www.sam sung. com / mx
VENEZUELA 1-800-100-5303 www .sam sung.com/latin BELGIUM 02 201 2418 www.samsung.com/be CZECH
REPUBLIC DENMARK 38 322 887 www.samsung.com/dk FINLAND 09 693 79 554 www.samsung.com/fi FRANCE 08 25 08 65 65
GERMANY 01805 - 121213
844 000 844 www.samsung.com/cz
www.sam sung. com / fr
(€ 0,15/min)
www.sam s ung. de
(€ 0,12/min)
2
Page 34
Country Customer Care Center Web Site
HUNGARY 06 40 985 985 www.samsung.com/hu ITALIA 199 153 153 www.samsung.com/it LUXEMBURG 02 261 03 710 www.samsung.lu NETHERLANDS 0900 20 200 88
(€ 0,10/min) NORWAY 231 627 22 www.samsung.com/no POLAND 0 801 801 881 www.samsung.com/pl PORTUGAL 80 8 200 128 www.samsung.com/pt SLOVAKIA 0850 123 989 www.samsung.com/sk SPAIN 902 10 11 30 www. samsung.com/es SWEDEN 08 585 367 87 www.samsung.com/se U.K 0870 242 0303 www.samsung.com/uk RUSSIA 8-800-200-0400 www.samsung.ru UKRAINE 8-800-502-0000 www.samsung.com/ur AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com/au CHINA 800-810-5858
010- 6475 1880 HONG KONG 2862 6001 www.samsung.com/hk INDIA 3030 8282
1600 1100 11
www.sam sung. com / nl
www.samsung.com.cn
www.sam sung. com / in
INDONESIA 0800-112-8888 www.samsung.com/id JAPAN 0120-327-527 www.samsung.com/jp MALAYSIA 1800-88-9999 www.samsung.com/my PHILIPPINES 1800-10-SAMSUNG
(7267864) SINGAPORE 180 0-SAMSU NG (7267864) www.samsung.com/sg THAILAND 1800-29-3232
02-689-3232 TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.com/tw VIETNAM 1 800 588 889 www.samsung.com/vn SOUTH AFRICA 0860 7267864 (SAMSUNG) www.samsung.com/za U.A.E 800SAMSUNG (7267864) www.samsung.com/mea
www.sam sung. com / ph
www.sam sung. com / th
3
Page 35

INHOUD

Hoofdstuk 1 :
Hoofdstuk 2 :
Inleiding
Bijzondere functies ................................................... 1.2
Printeronderdelen ..................................................... 1.4
Voorkant ............................................................. 1.4
Rechterkant ......................................................... 1.5
Achterkant .......................................................... 1.6
Gebruik van het bedieningspaneel
Kennismaking met het bedieningspaneel .................. 2.2
Display ............................................................... 2.2
Toetsen ............................................................... 2.3
Gebruik van de menu's van het bedieningspaneel ..... 2.5
Toegang tot de menu's van het bedieningspaneel ..... 2.5
Overzicht van de menu's van het bedieningspaneel ... 2.6 Menu Menu Menu Menu Menu Menu
Information Layout Printer Color
......................................................... 2.9
Setup Network
......................................................... 2.9
............................................... 2.6
....................................................... 2.7
....................................................... 2.8
................................................... 2.12
Hoofdstuk 3 :
4
Gebruik van afdrukmedia
Papier en andere afdrukmedia kiezen ....................... 3.2
Formaten en capaciteit .......................................... 3.2
Richtlijnen voor papier en speciale afdrukmedia ........ 3.3
Papier plaatsen ......................................................... 3.4
Gebruik van lade 1 ............................................... 3.4
Het formaat van het papier in de lade wijzigen ......... 3.7
Gebruik van de optionele lade 2 ............................. 3.8
Gebruik van de multifunctionele lade ....................... 3.9
Gebruik van de handmatige invoer ........................ 3.12
Page 36
Afdrukken op speciale afdrukmedia ........................ 3.14
Afdrukken op enveloppen .................................... 3.14
Afdrukken op etiketten ........................................ 3.16
Afdrukken op transparanten ................................. 3.17
Afdrukken op voorbedrukt papier .......................... 3.20
Afdrukken op kaarten of afdrukmedia met een
aangepast formaat ............................................. 3.21
Hoofdstuk 4 :
Hoofdstuk 5 :
Afdruktaken
Functies van het printerstuurprogramma .................. 4.2
Een document afdrukken .......................................... 4.3
Een afdruktaak annuleren ...................................... 4.4
Printerinstellingen .................................................... 4.5
Het tabblad Lay-out .............................................. 4.6
Het tabblad Papier ................................................ 4.7
Het tabblad Grafisch ........................................... 4.10
Het tabblad Extra ............................................... 4.13
Het tabblad Info ................................................. 4.14
Favorieten gebruiken .......................................... 4.14
Het gebruik van Help .......................................... 4.15
Speciale afdrukfuncties
Afdrukken op beide zijden van het papier ................. 5.2
De schaal van uw document aanpassen .................... 5.4
Uw document aanpassen aan een geselecteerd
papierformaat ........................................................... 5.5
Meerdere pagina's afdrukken op één vel papier ....... 5.6
Posters afdrukken ..................................................... 5.7
Boekje afdrukken ...................................................... 5.9
Gebruik van watermerken ....................................... 5.10
Een bestaand watermerk gebruiken ...................... 5.10
Een watermerk maken ........................................ 5.11
Een watermerk bewerken .................................... 5.12
Een watermerk verwijderen ................................. 5.12
Gebruik van overlays .............................................. 5.13
Wat is een overlay? ............................................ 5.13
Een nieuwe paginaoverlay maken ......................... 5.13
Een paginaoverlay gebruiken ............................... 5.15
Een paginaoverlay verwijderen ............................. 5.16
5
Page 37
Gebruik van de statusmonitor ................................. 5.17
Installatie van de statusmonitor ........................... 5.17
De probleemoplossingsgids openen ....................... 5.18
De instelling van het programma Statusmonitor
wijzigen ............................................................ 5.18
Hoofdstuk 6 :
Onderhoud van uw printer
Een configuratiepagina afdrukken ............................ 6.2
Verbruiksartikelen vervangen ................................... 6.3
Beheer van tonercassettes ........................................ 6.4
Bewaren van tonercassettes .................................. 6.4
Verwachte gebruiksduur van de tonercassettes ........ 6.4
Toner herverdelen ................................................ 6.5
Tonercassettes vervangen ........................................ 6.8
De cassette voor gebruikte toner vervangen ........... 6.11
De beeldeenheid vervangen .................................... 6.14
De transportriem vervangen ................................... 6.22
De printer reinigen .................................................. 6.29
De buitenkant van de printer reinigen ................... 6.29
De laser in de printer reinigen .............................. 6.29
De binnenkant van de printer reinigen ................... 6.30
Vervangingsonderdelen .......................................... 6.38
Printerbeheer vanaf de website .............................. 6.38
E-mailmeldingen instellen .................................... 6.39
Het tabblad Contactgegevens instellen .................. 6.41
Hoofdstuk 7 :
6
Problemen oplossen
Checklist voor het oplossen van problemen .............. 7.2
Algemene afdrukproblemen oplossen ....................... 7.3
Papierstoringen verhelpen ........................................ 7.6
In het papierinvoergebied ...................................... 7.7
In de multifunctionele lade .................................... 7.9
Binnenin de printer ............................................... 7.9
In het papieruitvoergebied ................................... 7.10
In het duplexpad ................................................ 7.13
In de optionele lade 2 ......................................... 7.17
Tips om papierstoringen te vermijden ................... 7.21
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ........... 7.22
Verklaring van berichten op het display .................. 7.26
Algemene Windows-problemen ............................... 7.30
5
Page 38
Algemene Macintosh-problemen ............................. 7.31
Algemene Linux-problemen .................................... 7.31
Bijlage A :
Bijlage B :
Uw printer gebruiken met
een Macintosh
Software voor Macintosh installeren ......................... A.2
De printer instellen ................................................... A.4
Voor een op een netwerk aangesloten Macintosh ...... A.4
Voor een via USB aangesloten Macintosh ................. A.5
Een document afdrukken .......................................... A.6
Een afdruktaak annuleren ...................................... A.6
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken ................... A.7
Meerdere pagina's afdrukken op één vel papier ........ A.7
Dubbelzijdig afdrukken .......................................... A.8
Een afdruktaak plannen ......................................... A.9
Uw printer gebruiken in Linux
Het printerstuurprogramma installeren .................... B.2
Systeemvereisten ................................................. B.2
Het printerstuurprogramma installeren .................... B.2
De printerverbindingsmethode wijzigen ................... B.6
De installatie van het printerstuurprogramma
ongedaan maken .................................................. B.7
Bijlage C :
Het configuratiehulpprogramma ............................... B.8
LLPR-eigenschappen wijzigen ................................. B.10
Uw printer gebruiken in een netwerk
Informatie over het delen van
de printer op een netwerk ......................................... C.2
Een lokaal gedeelde printer instellen ........................ C.3
In Windows 95/98/ME ........................................... C.3
In Windows NT 4.0/2000/2003/XP .......................... C.4
Een netwerkprinter instellen ..................................... C.6
Netwerkparameters configureren via het
bedieningspaneel .................................................. C.6
5
7
Page 39
Bijlage D :
Printeropties installeren
Het printergeheugen uitbreiden ................................ D.2
Een DIMM verwijderen .......................................... D.6
Een netwerkkaart installeren .................................... D.7
Een optionele lade installeren ................................. D.12
Bijlage E :
Specificaties
Specificaties van de printer ....................................... E.2
Papierspecificaties .................................................... E.4
Overzicht ............................................................ E.4
Ondersteunde papierformaten ................................ E.5
Richtlijnen voor het gebruik van papier .................... E.6
Papierspecificaties ................................................ E.7
Papieruitvoercapaciteit .......................................... E.7
Papierinvoercapaciteit ........................................... E.7
Omgevingsvoorwaarden voor printer en papieropslag E.8
Enveloppen ......................................................... E.9
Etiketten ........................................................... E.11
Transparanten ................................................... E.11
8
Page 40
Milieu- en veiligheidsoverwegingen
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 825.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik, onderhoud door de gebruiker of in de instructies voorgeschreven onderhoudssituaties nooit iemand zal worden blootgesteld aan laserstraling hoger dan klasse I.
W
AARSCHUWING
Gebruik of onderhoud de printer nooit als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel de gereflecteerde laserstraal onzichtbaar is, kan ze uw ogen beschadigen. Als u dit apparaat gebruikt, moeten deze elementaire veiligheidsm aatregelen altijd in acht worden genomen om het risi co van bran d, elektrische schok ken en lichamelijk letsel te beperken:
9
Page 41
Ozonveiligheid
O
NE
Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij
ZO
raden echter aan het apparaat op te stellen in een goed geventileerde ruimte.
Voor meer informa tie over ozon kunt u contact opnemen met een Samsung-verkoper in uw buurt.
Recycling
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product of voer ze op een milieuvriendelijke wijze af.
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product of het bijbehorende informati­emateriaal duidt erop dat het niet met ander huishoudelijk afval verwijderd moet worden aan het einde van zijn gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwij­dering te voorkomen, moet u dit product van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen,
zodat het duurzame hergebruik va n materiaalbronnen wordt bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit
product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze dit product milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomsten nalezen. Dit product moet niet worden gemengd met ander bedrijfsa f va l voor verwi jdering .
10
Page 42
Radiofrequentiestraling
FCC-voorschriften
Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voor een digitaa l apparaat van klasse B conform artikel 15 van de FCC-voorschr iften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat er bij een specifieke installatie geen interferentie zal plaatsvinden. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontva ngst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het apparaat in en uit te schakelen, kunt u de interferentie trachten te elimineren door een of meer van de volgende stappen te ondernemen:
1. Draai of verplaats de ontvangstantenne.
2. Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
3. Sluit het apparaat aan op een stopcontact in een andere stroomkring dan deze waarop de ontvanger is aangesloten.
4. Raadpleeg de verkoper of een ervaren radio-/tv-technicus.
O
PGELET
de fabrikant die verantwoordelijk is voor de naleving van de toepasselijke voorschriften, kunnen ertoe leiden dat de ge bruik e r niet l an ger d e toeste mmin g heef t om h et appar aat te gebruiken.
: Wijzigingen of aan p a ssi ng en di e ni et uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door
11
Page 43
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat overschrijdt niet de beperkingen van Klasse B voor radioruisemissies van digitale apparaten zoals beschreven in de norm inzake interferentie veroorzakende apparaten met de titel 'Digital Apparatus', ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélec triques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la norme sur le matériel brouilleur: 'Appareils Numériques', ICES-003 édictée par l’Industrie et Sc iences Canada.
Verenigde Staten van Amerika
Federal Communications Commission (FCC)
'Intentional emitter' overeenkomstig FCC Deel 15
Mogelijk bevat uw printersysteem radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz band. Dit deel is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Zie het systeemlabel om na te gaan of draadloze apparaten aanwezig zijn.
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn, mogen in de Verenigde Staten alleen worden gebruikt als op het systeemlabel een FCC-identificatienummer staat.
De FCC heeft ee n algemene richtli jn uitgevaard igd waarin staa t dat de afstand t ussen het apparaat en het lichaam van de gebruiker, voor gebruik van een draadloos apparaat nabij het lichaam (omvat geen uitstekende delen), minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet meer dan 20 cm van het lichaam worden gebruikt als draadloze apparaten ingeschakeld zijn. Het geleverde vermogen van het draadloze apparaat (of de draadloze apparaten) dat (die) mogelijk in uw printer ingebouw d is (zijn), ligt ruimschoots onder de door de FCC vastgelegde RF­blootstellingsgrenzen.
Deze zender mag niet worden opgesteld nabij of worden gebruikt in combinatie met een andere antenne of zender.
Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.
Draadloze apparaten mogen niet worden onderhouden door de gebruiker. Wijzig ze op geen enkele manier. Als u een draadloos apparaat wijzigt, verliest u de toestemming om het te gebruiken. Neem voor onderhoud contact op met de fabrikant.
FCC-verklaring voor het gebruik van draadloze lokale netwerken:
'Tijdens de installatie en het gebruik van deze combinatie van zender en antenne is het mogelijk dat vlakbij de geïnstalleerde antenne de RF-blootstellingsgrens van 1 mW/cm² wordt overschreden. Daarom moet de gebruiker te allen tijde minstens 20 cm afstand houden van de antenne. Dit apparaat mag niet samen met een andere zender en zendantenne worden opgesteld'.
12
Page 44
Verklaring van overeenstemming (Europese landen) Goedkeuringen en certificeringen
De CE-markering op dit product verwijst naar de verklaring van overeenstemming van Samsung Electronics Co., Ltd. met de volgende toepasselijke 93/68/EEG-richtlijnen van de Europese Unie per de aangegeven datums:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (laagspanningsrichtlijn).
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad (92/31/EEG) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstate n inzake elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit.
U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen zijn gedefinieerd.
EG-certificering Certificering volgens richtlijn 1999/5/EG betreffende radioapparatuur en
telecommunicatie-eindapparatuur (FAX)
Dit product van Samsung werd door Samsung zelf gecertificeerd voor pan-Europese aansluiting met één terminal op het analoge openbaar geschakelde telefoonnet (PSTN) in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EG. Het product is ontworpen om te werken met de nationale PSTN's en compatibele PBX's van de Europese landen:
In geval van problemen dient u in eerste instantie contact op te nemen met het 'Euro QA Lab' van Samsung Electronics Co., Ltd.
Het product is getest op basis van TBR21 en/of TBR 38. Als hulp bij het gebruik en de toepassing van eindapparatuur die met deze norm in overeenstemming is, heeft ETSI, het Europees instituut voor telecommunicatienormen, een adviesdocument (EG 201 121) uitgegeven dat opmerkingen en aanvullende vereisten bevat om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals te garanderen. Het product is ontworpen op basis van en is volledig in overeenstemming met alle relevante adviezen in dit document.
Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor producten uitgerust met door de EU goedgekeurde radioapparaten)
Dit product is een printer. Mogelijk bevat uw printersysteem , dat bedoeld is voor gebruik thuis of op kantoor, radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz band. Dit deel is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Zie het systeemlabel om na te gaan of draadloze apparaten aanwezig zijn.
13
Page 45
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn, mogen in de Europese Unie of daarmee verbonden regio's alleen worden gebruikt als een CE-markering met een registratienummer van , een aangemelde instantie en het waarschuwingssymbool op het systeemlabel staa n.
Het geleverde vermogen van het draadloze apparaat dat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder de RF-blootstellingsgrenzen die de Europese Commissie heeft vastgelegd in de R&TTE-richtlijn.
De volgende Europese landen hebben hun goedkeuring voor gebruik gegeven:
EU
(met frequentiebeperkingen), Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk
Buiten de EU
Europese landen met beperkingen inzake het gebruik: EU
tot 2446,5-2483,5 MHz voor apparaten met een zendvermogen van meer dan 10 mW
Buiten de EU
Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk
IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland
In Frankrijk is het frequentiebereik beperkt
Geen beperkingen op dit moment.
Wettelijk verplichte verklaringen inzake overeenstemming
Draadloze besturing
Mogelijk bevat uw printersysteem radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz band. Het volgende deel is een algemeen overzicht van overwegingen die betrekking hebben op het gebruik van een draadloos apparaat.
Aanvullende beperkingen, waarschuwingen en aandachtspunten voor specifieke landen zijn vermeld in de delen die handelen over een specifiek land of een specifieke groep van landen. De draadloze apparaten in uw systeem mogen alleen worden gebruikt in de landen geïdentificeerd door de 'radiogoedkeuringsmerken' (Radio Approval Marks) op het systeemlabel. Als u het draadloze apparaat wilt gebruiken in een land dat niet in de lijst staat, neemt u contact op met uw pla atselijk radiogoedkeuringsbureau voor de vereisten. Draadloze apparaten zijn streng gereglementeerd en mogen mogelijk niet word en gebr ui k t.
Het geleverde vermogen van het draadloze apparaat dat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimsc hoots onder de m o m enteel bekende RF-blootstellingsgrenzen. Omdat de draadloze apparaten (die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd) minder energie uitstralen dan toegestaan in veiligheidsnormen en aanbevelingen inzake radiofrequentie, is de fabrikant van oordeel dat het gebruik van deze apparaten veilig is. Ongeacht het vermogen moet erop worden gelet dat menselijk contact tijdens norma al gebruik tot een minimum wordt beperkt.
14
Page 46
Als algemene richtlijn geldt dat de afsta n d tussen het draadloze apparaat en het lichaam van de gebruiker, voor gebruik van een draadloos appar aat nabij het lichaam (omvat geen uitstekende delen), doorgaans minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet meer dan 20 cm van het lichaam word en gebr ui k t al s draadl oze apparaten aanstaan en uitzenden.
Deze zender mag niet worden opgesteld nabij of worden gebruikt in combinatie met een andere antenne of zender.
Sommige omstandigheden leggen beper k ingen op aan draadloze apparaten. Hieronder vindt u een aantal voorbeelden van gangbare beperkingen:
Draadloze radiofrequentiecommunicatie kan apparatuur aan boord van vliegtuigen storen. De huidige luchtvaartvoorschriften vereisen dat draadloze apparaten aan boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld.
802.11B- (ook bekend als draadloos Ethernet) en Bluetooth­communicatieapparaten zijn voorbeelden van apparaten die gebruikmaken van draadloze communicatie.
In omgevingen waar het risico op storing van andere apparaten of diensten gevaarlijk is of als gevaarlijk wordt beschouwd, is het mogelijk dat het gebruik van een draadloos apparaat wordt beperkt of verboden. Luchthavens, ziekenhuizen en plaatsen met een hoge concentratie aan zuurstof of ontvlambare gassen zijn slechts enkele voorbeelden van waar het gebruik van draadloz e apparaten kan worden beperkt of verboden. Als u niet zeker weet of het gebruik van draadloze apparaten toegestaan is op de plaats waar u zich bev i ndt, v raagt u de plaatselijke bevoegde instantie om goedkeuring voordat u het draadloze apparaat gebruikt of inschakelt.
De beperkingen met betrekking tot het gebruik van draadloze apparaten verschillen van land tot land. Uw systeem is uitgerust met een draadloos apparaat. Daarom dient u, voordat u met uw systeem naar een ander land reist, bij de plaatselijke radiogoedkeuringsautoriteit te informeren of het gebruik van een draadloos apparaat in het land van bestemming onderworpen is aan beperkingen.
Als uw systeem werd geleverd met een ingebouwd draadloos apparaat, mag u dit apparaat niet gebruiken tenzij alle kleppen en afschermingen op hun plaats zitten en het systeem volledig gemonteerd is.
Draadloze apparaten mogen niet worden onderhouden door de gebruiker . Wijzig ze op geen enkele manier. Als u een draadloos apparaat wijzigt, verliest u de toestemming om het te gebruiken. Neem voor onderhoud contact op met de fabrikant.
Gebruik alleen stuurprogramma's die goedgekeurd zijn voor het land waarin u het apparaat wilt gebruiken. Zie de 'Systeemreparatieset' van de fabrikant of vraag meer informatie bij de afdeling 'Technische ondersteuning' van de fabrikant.
15
Page 47
EU Declaration of Conformity (LVD,EMC)
For the following product :
Color Laser Beam Printer (Product name)
CLP-510, CLP-510N
(Model Number)
Manufactured at :
1) Samsung Electronics Co.,Ltd. #259, Gongdan-Dong, Gumi-City, Gyungbuk, KOREA. 730-030
2) Shandong Samsung Telecommunications Co., Ltd. Sanxing Road, Weihai Hi-tech, IDZ Shandong Province, 264 209, China Place: M264
(factory name, address)
We hereby declare, that all major safety requirements, concerning to CE Marking Directive[93/68/EEC] and Low Voltage Directive [73/23/EEC], ElectroMagnetic Compatibility [89/336/EEC], amendments [92/31/EEC] are fulfilled, as laid out in the guideline set down by the member states of the EEC Commission.
This declaration is valid for all samples that are part of this declaration, which are manufactured according to the production charts appendix.
The standards relevant for the evaluation of safety & EMC requirements are as follows :
LVD : EN60950:2000, IEC60950:1999,
EN60825-1:1994inc A1:1996/IEC60825-1:1993incA1:1997
EMC : EN55022:1998incA1:2000, EN61000-3-2:2000, EN61000:3-3:1995incA1:2001,
EN55024:1998incA1:2001, AS/NZS3548:1995, EN61000:4-2:1995, EN61000:4-1996, EN61000:4-4:1995, EN61000:4-5:1995, EN61000:4-6:1996, EN61000:4-11:1994
1. Certificate of conformity / Test report issued by :
LVD : TUV Rheinland EMC : SAMSUNG Electronics EURO Q.A. Lab. in the U.K.
2. Technical documentation kept as :
Samsung Electronics Co.,Ltd.
(Manufacturer)
Samsung Electronics Co.,Ltd. #259,Gongdan-Dong,Gumi-City Gyungbuk, Korea 730-030
(placeanddateofissue) (nameandsignatureofauthorizedperson)
Whan-Soon Yim / Senior Manager
(Representative in the EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbushe Business Park, Saxony Way Yateley, Hampshire,
UK
(placeanddateofissue) (nameandsignatureofauthorizedperson)
16
GU46 6GG,
Yong-Sang Park / M anager
Page 48
1

INLEIDING

Gefeliciteerd met de aankoop van uw printer!
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
• Bijzondere functies
• Printeronderdelen
Page 49

Bijzondere functies

Uw nieuwe printer beschikt over verscheidene bijzondere functies die de afdrukkwaliteit verhogen. U kunt:
In kleur afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit
• U kunt alle kleuren afdrukken met behulp van de kleuren cyaan, magenta, geel en zwart.
• U kunt afdrukken met een maximale resolutie van
1.200 x 1.200 dpi (effectieve uitvoer). Zie pagina 4.10.
• In de zwartwitmodus drukt uw printer papier van A4-formaat en Letter-formaat af met een snelheid van 24 respectievelijk 25 ppm (pagina's per minuut). In de kleurenmodus wordt papier van A4- of Letter-formaat afgedrukt met een snelheid van 6 ppm.
• Bij dubbelzijdig afdrukken drukt uw printer papier van A4- of Letter-formaat af met een snelheid van 11,6 IPM (beelden per minuut) in zwart-wit en 6 IPM in kleur.
Flexibele papierverwerking
•De
standaardlade voor 250 vellen
de optionele lade voor 500 vellen (lade 2) kunnen
worden gebruikt voor papier van A4- of Letter-formaat.
•De
multifunctionele lade
met briefhoofd, enveloppen, etiketten, transparanten, aangepaste papierformaten, briefkaarten en zwaar papier. De
multifunctionele lade
gewoon papier bevatten.
kan worden gebruikt voor papier
kan maximaal 100 vellen
(lade 1) en
Maak professionele documenten
Watermerken
8
9
aanpassen met een watermerk, zoals het woord 'Vertrouwelijk'. Zie pagina 5.10.
Boekjes
een document afdrukken om een boekje te maken. Nadat de pagina's zijn afgedrukt, hoeft u ze alleen nog maar te vouwen en te nieten. Zie pagina 5.9.
Posters
pagina van uw document kunnen worden vergroot en afgedrukt over meerdere vellen die u kunt samenkleven tot een poster. Zie pagina 5.7.
afdrukken. Met deze functie kunt u gemakkelijk
afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke
afdrukken. U kunt uw documenten
1.2
I
NLEIDING
Page 50
1 2
3 4
Bespaar tijd en geld
• U kunt op beide zijden van het papier afdrukken om papier te besparen (
• U kunt meerdere pagina's op één vel afdrukken om papier te besparen.
• U kunt voorbedrukte formulieren en briefhoofden gebruiken op gewoon papier. Zie
dubbelzijdig afdrukken
'Gebruik van overlays' op pagina 5.13
). Zie pagina 5.2.
.
1
• Deze printer stroomverbruik aanzienlijk te reduceren wanneer er niet wordt afgedrukt.
bespaart automatisch stroom
door het
Breid de capaciteit van de printer uit
• Deze printer heeft een geheugen van 64 MB, dat kan worden uitgebreid tot
• U kunt uw printer uitbreiden met een optionele lade voor 500 vellen. Dankzij deze lade hoeft u minder vaak papier bij te vullen.
•Via een netwerk. U kunt een optionele netwerkkaart installeren in de CLP-510.
De CLP-510N wordt geleverd met een ingebouwde netwerkinterface, 10/100 Base TX.
U kunt ook een optionele draadloze netwerkinterface gebruiken, zowel in de CLP-510 als de CLP-510N.
netwerkinterface
192 MB
.
kunt u afdrukken in een
Druk af onder verschillende besturingssystemen
U kunt afdrukken onder
2003/XP
door de CLP-510N.
• Uw printer is compatibel met
Linux-besturingssystemen
• Uw printer wordt geleverd met een
•U kunt ook een wordt geleverd met een ingebouwde netwerkinterface, 10/100 Base TX, maar bij de CLP-510 moet u een optionele netwerkkaart installeren. U kunt ook een optionele draadloze netwerkinterface installeren in zowel de CLP-510 als de CLP-510N.
. Windows 95 en NT 4.0 worden alleen ondersteund
Windows 95/98/ME/NT 4.0/2000/
Macintosh en
.
netwerkinterface
USB
gebruiken. De CLP-510N
verscheidene
-interface.
I
NLEIDING
1.3
Page 51

Printeronderdelen

Voorkant
de transportriem te plaatsen)
Uitvoersteun
Ontgrendelknop
van bovenklep
Greep
(gebruik de grepen
om de printer
op te tillen)
Bovenklep
(open deze klep om
Papieruitvoerlade
Bedieningspaneel
(zie pagina 2.2)
Voorklep
(open deze klep om de cassette voor gebruikte toner te vervangen)
Linkerklep
(open deze klep volledig om
tonercassettes te plaatsen en op de
ontgrendelknop van de bovenklep
te drukken)
O
PMERKING
kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Let erop dat u het oppervlak niet aanraakt en zorg ervoor dat kinderen niet in de buurt komen.
1.4
I
NLEIDING
Lade 1
(voor 250 vellen)
Optionele lade 2
(voor 500 vellen)
: Als u een groot aantal pagina's tegelijk afdrukt,
Page 52
Rechterkant
1
Rechterklep
(open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen)
Multifunctionele lade
(open deze lade om speciale afdrukmedia te plaatsen)
Greep
(gebruik de grepen om de printer op te tillen)
Papierverwijderingsklep optionele lade 2
(open deze klep om vastgelopen papier in optionele lade 2 te verwijderen)
I
NLEIDING
1.5
Page 53
Achterkant
Antenne voor draadloos netwerk
*
Klep moederbord
(open deze klep om
optionele accessoires
te installeren)
Aan/uit-schakelaar
Aansluiting netsnoer
* De printer wordt niet geleverd met een draadloze netwerkkaart. Dit is een optie die afzonderlijk moet
worden gekocht en geïnstalleerd.
** De CLP-510N is standaard uitgerust met een netwerkpoort. Gebruikers van de CLP-510 kunnen een
optionele netwerkkaart kopen en installeren. Voor meer informatie verwijzen we naar pagina D.7.
Netwerkpoort
USB-poort
**
1.6
I
NLEIDING
Page 54
2
GEBRUIK VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het bedieningspaneel van de printer gebruikt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
• Kennismaking met het bedieningspaneel
• Gebruik van de menu's van het bedieningspaneel
Page 55

Kennismaking met het bedieningspaneel

Het bedieningspaneel rechtsboven op uw printer heeft een display en zeven toetsen.
Toet sen
Statusweergave
Display: geeft de printerstatus weer evenals de taak die wordt uitgevoerd.
Display
Bericht Beschrijving
• De printer is on line en klaar om af te drukken.
Ready
Offline
Processing...
Sleeping...
•Als u op
On Line/Continue
printer off line.
• De printer is off line en kan niet afdrukken.
•Als u op
On Line/Continue
de printer on line.
• De printer drukt af.
• Als u het afdrukken wilt stoppen, drukt u op
Cancel
.
• De printer staat in de energiebesparende modus, waardoor hij minder stroom verbruikt. Als de printer een afdruktaak ontvangt van de computer of als u op een willekeurige toets drukt, gaat de printer on line.
• Hoe u de energiebesparende modus kunt uitschakelen of hoe u de wachttijd voor de activering van de energiebesparende modus kunt wijzigen, leest u op pagina 2.9.
drukt, gaat de
drukt, gaat
2.2
Zie 'Verklaring van berichten op het display' op pagina 7.26 voor een volledige lijst van alle printerberichten.
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Page 56
Toetsen
Toets Beschrijving
(status­weergave)
Als een fout optreedt, gaat op de desbetreffende locatie op de statusweergave een lampje branden. Er verschijnt een foutbericht op het display zodat u weet waar de fout is opgetreden. Voor meer informatie over de betekenis van de foutberichten verwijzen we naar pagina 7.26.
• Druk op deze toets om over te schakelen van on line naar off line en omgekeerd.
• Druk in de menumodus op deze toets om terug te keren naar de modus Gereed.
De kleur van de toets de status van de printer aan.
Aan
Groen
Knippert
Aan
On Line/Continue
De printer is on line en kan gegevens van de computer ontvangen.
• Als het lampje traag knippert, ontvangt de printer gegevens van de computer.
• Als het lampje snel knippert, ontvangt de printer gegevens en worden gegevens afgedrukt.
Controleer het bericht op het display. Zie pagina 7.26 voor meer informatie over de betekenis van het foutbericht.
geeft
2
Er is een foutje opgetreden en de
Oranje
Knippert
• De printer is off line en kan niet afdrukken.
Uit
• Druk op deze toets om over te schakelen naar de menumodus.
• Druk in de menumodus op deze toets om door de menu's te bladeren.
• De printer staat in de energiebesparende modus. Als de printer gegevens ontvangt, gaat hij automatisch on line.
printer wacht tot de fout is hersteld. Controleer het bericht op het display. Als het probleem opgelost is, gaat de printer door met afdrukken. Als u deze waarschuwing wilt negeren, drukt u op deze toets.
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.3
Page 57
Toets Beschrijving
Druk in de menumodus op deze toets om het weergegeven submenu-item te selecteren of om de gewijzigde instelling te bevestigen. Het geselecteerde item is gemarkeerd met een *.
Druk in de menumodus op deze toets om door submenu-items of instellingenopties te bladeren. Als
u op drukt, gaat u naar de volgende optie. Als u op drukt, keert u terug naar de vorige optie.
• Druk op deze toets om de huidige afdruktaak te annuleren.
• Druk in de menumodus op deze toets om terug te keren naar de modus Gereed.
Druk in de menumodus op deze toets om terug te keren naar het bovenliggende menu.
2.4
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Page 58

Gebruik van de menu's van het bedieningspaneel

Er zijn een aantal menu's beschikbaar zodat u gemakkelijk de printerinstellingen kunt wijzigen. Het schema op pagina 2.6 geeft een overzicht van de menu's en alle items die in elk menu beschikbaar zijn. De items in elk menu en de opties die u kunt selecteren zijn in detail beschreven in de tabellen die beginnen op pagina 2.6.
Toegang tot de menu's van het bedieningspaneel
U kunt uw printer configureren via het bedieningspaneel. U kunt de menu's van het bedieningspaneel ook gebruiken als de printer in gebruik is.
1
Druk in de modus Gereed op de toets onderste regel van het display het gewenste menu verschijnt.
2
Druk op de toets
3
Druk op ( of ) tot op de onderste regel het gewenste menu-item verschijnt.
Enter
( ) om het menu te openen.
Menu
( ) tot op de
2
4
Druk op de toets te bevestigen.
5
Als het menu-item submenu's heeft, herhaalt u de stappen 3 en 4.
6
Druk op ( of ) tot op de onderste regel de gewenste instellingenoptie verschijnt, of voer de gewenste waarde in.
7
Druk op de toets op te slaan.
Er verschijnt een sterretje ( display om aan te geven dat dit nu de standaardinstelling is.
8
Om het menu te verlaten, drukt u herhaaldelijk op de toets
Upper Level
Na 60 seconden inactiviteit (er werd geen toets ingedrukt) keert de printer automatisch terug naar de modus Gereed.
O
PMERKING
op een aangesloten computer zijn ingesteld, heffen de instellingen op het bedieningspaneel op.
: Afdrukinstellingen die via het printerstuurprogramma
Enter
( ) om het geselecteerde item
Enter
( ) om uw invoer of selectie
) naast de selectie op het
*
( ) of drukt u op de toets
Cancel
().
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.5
Page 59
Overzicht van de menu's van het bedieningspaneel
De menu's van het bedieningspaneel worden gebruikt om de printer te configureren. Het bedieningspaneel biedt toegang tot de volgende menu's:
Information
(Zie pagina 2.6.) Configuration Menu Map Demo Page
Setup
(Zie pagina 2.9.) LCD Language Power Save Auto Continue
Network*
(Zie pagina 2.12.) Config Network Config TCP IP Get Method IP Address Subnet Mask Gateway Config 802.11b
Layout
(Zie pagina 2.7.) Duplex Duplex Margin
Jam Recovery Altitude Adj. Maintenance
Netware Config Netware IPX Frame Type Reset Network Default Set Print Net CFG
Printer
(Zie pagina 2.8.) Default Set Current Job
Color
(Zie pagina 2.9.) Calibration Custom Color
* Dit menu verschijnt alleen als
de printer uitgerust is met een netwerkkaart (CLP-510N of CLP-510 met een optionele netwerkkaart).
2.6
Menu
Information
Dit menu biedt u de mogelijkheid om pagina's met informatie over de printer en zijn configuratie af te drukken.
Item Verklaring
Configuration
Menu Map
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De configuratiepagina geeft de huidige configuratie van de printer weer. Zie pagina 6.2.
Het menu-overzicht geeft de lay-out en de huidige instellingen van de menu-items van het bedieningspaneel weer.
Page 60
Item Verklaring
Demo Page
Menu
Layout
Gebruik het menu
Aan de hand van de voorbeeldpagina kunt u controleren of uw printer naar behoren afdrukt.
Layout
om alle instellingen in verband met
uitvoer te definiëren.
(*: de standaardinstelling)
Item Verklaring
Opties: Off*, Long Edge, Short Edge
Als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken, kiest u de zijde als volgt.
Long Edge
: Spiegelt over de lange zijde.
Drukt pagina's af in boekvorm.
Short Edge
: Spiegelt over de korte zijde. Drukt pagina's af zodat u ze kunt omslaan als bij een flip-over.
2
2
Duplex
25
Lange zijde (Long Edge) in de afdrukstand Staand
2
5
Korte zijde (Short Edge) in de afdrukstand Staand
Selecteer te drukken.
3
3
Off
om op één zijde van het papier af
Korte zijde (Short Edge) in de afdrukstand Liggend
3
5
Lange zijde (Long Edge) in de afdrukstand Liggend
2
3
5
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.7
Page 61
Item Verklaring
In dit menu kunt u de marges voor dubbelzijdig afdrukken instellen. U kunt de waarde verhogen of verlagen in stappen van 0,1 mm.
Top Margin
: Hier stelt u de bovenmarge in,
van 0,0 tot 9,9 mm.
Left Margin
: Hier stelt u de linkermarge in,
van 0,0 tot 9,9 mm.
Short Binding
: Hier stelt u de ondermarge van de achterkant van de pagina in voor korte binding, van 0,0 tot 10 mm.
Duplex Margin
Bindpositie
: Verschijnt op de bovenste regel van de pagina in de afdrukstand Staand. Verschijnt aan de rechterkant van de pagina in de afdrukstand Liggend.
Long Binding
: Hier stelt u de rechtermarge van de achterkant van de pagina in voor lange binding, van 0,0 tot 22 mm. Bindpositie
: Verschijnt aan de linkerkant van de pagina in de afdrukstand Staand. Verschijnt op de bovenste regel van de pagina in de afdrukstand Staand.
Menu
Printer
Via dit menu kunt u de printerinstellingen opnieuw instellen of de huidige taak annuleren.
Item Verklaring
Default Set
Current Job
Via dit menu-item kunt u de printer opnieuw instellen op de standaardinstellingen.
U kunt de huidige afdruktaak annuleren en uit het buffergeheugen van de printer verwijderen.
2.8
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Page 62
Menu
In dit menu kunt u de kleurinstelling aanpassen.
(*: de standaardinstelling)
Calibration
Color
Item Verklaring
Opties: Off, Auto*, Run Now
Via dit menu-item kunt u de printer kalibreren voor een optimale afdrukkwaliteit in kleur.
Off
: De printer wordt gekalibreerd door
de standaardinstelling.
Auto
: De printer wordt automatisch gekalibreerd voor een optimale afdrukkwaliteit in kleur.
Run Now
de printer handmatig te kalibreren.
Via dit item kunt u het contrast kleur per kleur aanpassen.
: Biedt u de mogelijkheid om
2
CMYK
de toner in elke tonercassette aanpassen.
Custom Color
Menu
Via het menu
(*: de standaardinstelling)
LCD Language
Setup
Item Verklaring
Opmerking
voor de beste kleurkwaliteit.
Setup
: Hiermee kunt u het contrast van
Default
geoptimaliseerd.
Manual Adjust
kleurcontrast voor elke cassette handmatig aanpassen.
kunt u diverse printerfuncties configureren.
Opties: English*, German, French, Italian, Portuguese, Russian, Spanish
De instelling LCD Language bepaalt de taal van de tekst die op het display van het bedieningspaneel verschijnt en de taal van de informatie die wordt afgedrukt.
: De kleuren worden automatisch
: Gebruik de instelling
: Hiermee kunt u het
Default
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.9
Page 63
Item Verklaring
Opties: 5 Minutes, 10 Minutes, 15 Minutes, 30 Minutes, 45 Minutes, 60 Minutes, 120 Minutes
* 30 minuten voor de VS, 120 minuten voor Europa
Power Save
Auto Continue
Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd. U kunt instellen hoelang de printer wacht alvorens over te schakelen naar de energiebesparende modus.
Opties: Off, On*
Dit item bepaalt of de printer al dan niet doorgaat met afdrukken als hij papier detecteert dat niet overeenstemt met uw papierinstelling.
Off
: Als het papier niet overeenstemt met de papierinstelling, blijft het bericht op het display staan en blijft de printer off line tot u het juiste papier plaatst.
On
: Als het papier niet overeenstemt met de papierinstelling, verschijnt een foutbericht. De printer gaat gedurende 30 seconden off line, wist vervolgens het bericht en gaat dan door met afdrukken.
2.10
Jam Recovery
Altitude Adj.
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Opties: Off*, On
Dit item bepaalt hoe de printer reageert op een papierstoring.
Off
: De printer drukt pagina's niet opnieuw af. Met deze instelling kunt u de afdrukprestaties verhogen.
On
: De printer drukt pagina's automatisch opnieuw af nadat u de papierstoring hebt verholpen.
Opties: Low*, High
U kunt de afdrukkwaliteit optimaliseren volgens de hoogte waarop u zich bevindt.
Page 64
Item Verklaring
Via dit item kunt u de tonercassette en andere verbruiksartikelen onderhouden.
Maintenance
Check Others
printer reageert als de verbruiksartikelen bijna op zijn.
Imaging Unit
hoeveel beelden er in totaal werden afgedrukt met de huidige beeldeenheid.
Transfer Belt
hoeveel beelden er in totaal werden afgedrukt met de huidige transportriem.
Fuser, Transfer Roll., MP Pickroll, Tray1 Pickroll, Tray2 Pickroll
Deze items zijn alleen bestemd voor onderhoudstechnici.
Alarm Shortage
de printer reageert als de verbruiksartikelen bijna op zijn.
Off
: De printer geeft geen
waarschuwingsbericht weer.
On:
De printer geeft een
waarschuwingsbericht weer.
: Dit item bepaalt hoe de
: Hier kunt u controleren
: Hier kunt u controleren
2
:
: Dit item bepaalt hoe
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.11
Page 65
Menu
Network
Via dit menu kunt u de in uw printer geïnstalleerde netwerkkaart configureren, afhankelijk van de configuratie van het netwerk. U kunt de firmware van de netwerkkaart upgraden en de configuratie afdrukken.
O
PMERKING
is met een netwerkkaart (CLP-510N of CLP-510 met een optionele netwerkkaart).
(*: de standaardinstelling)
: Dit menu verschijnt alleen als de printer uitgerust
Item Verklaring
Opties: Yes, No*
Hier stelt u in of u het netwerk al dan niet wilt configureren.
Config Network
Als u
Yes
selecteert, kunt u de menu's TCP/IP
en Netware configureren.
Als u
Yes
selecteert, zijn de volgende opties beschikbaar: en
Netware
Config TCP, Config 802.11b
.
Config TCP
IP Get Method
Opties: Yes, No*
Selecteer of u al dan niet het IP-adres wilt instellen.
Yes
Als u configureren.
Als u
IP Get Method
selecteren hoe het IP-adres moet worden verkregen.
Opties: Static*, BOOTP, DHCP
U kunt dit item alleen instellen als
Config TCP
BOOTP
selecteert, kunt u het IP-adres
Yes
selecteert, verschijnt de optie
op het display. U kunt
is ingesteld op
Yes
.
: De BOOTP-server wijst het IP-adres
automatisch toe.
DHCP
: De DHCP-server wijst het IP-adres
automatisch toe.
Static: U kunt handmatig een IP-adres,
subnetmasker en gateway invoeren.
2.12
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Page 66
Item Verklaring
U kunt dit item alleen selecteren als
IP Get Method
item kunt u het IP-adres handmatig invoeren. Stel met behulp van de bladertoetsen de eerste
IP Address
byte in op een waarde tussen 1 en 255, en druk vervolgens op de toets
Stel de waarde van de tweede, de derde en de vierde byte op dezelfde wijze in.
U kunt dit item alleen instellen als
IP Get Method
item kunt u het subnetmasker handmatig
Subnet Mask
invoeren. Stel met behulp van de bladertoetsen de eerste byte in op een waarde tussen 1 en 255, en druk vervolgens op de toets
Stel de waarde van de tweede, de derde en de vierde byte op dezelfde wijze in.
is ingesteld op
Enter
.
is ingesteld op
Static
Static
Enter
. Via dit
2
. Via dit
.
Gateway
Config 802.11b
U kunt dit item alleen instellen als
Method
kunt u de gateway handmatig invoeren. Stel met behulp van de bladertoetsen de eerste byte in op een waarde tussen 1 en 255, en druk vervolgens op de toets
Stel de waarde van de tweede, de derde en de vierde byte op dezelfde wijze in.
Hier configureert u de draadloze­netwerkomgevingen.
Als u beschikbaar:
is ingesteld op
Waarden: Yes, No *
Yes
selecteert, zijn de volgende opties
SSID, Operation Mode
Static
Channel, Authentication, Encryption Using Key, Key Type
Zie 'Het draadloze netwerk configureren' op pagina C.12.
Opmerking
: Dit menu verschijnt alleen als
en
Key1-Key4
IP Get
. Via dit item
Enter
.
,
,
.
een optionele kaart voor een draadloos netwerk is geïnstalleerd.
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
2.13
Page 67
Item Verklaring
Opties: On*, Off
U kunt selecteren of u al dan niet het Netware­protocol wilt gebruiken.
Netware
Als u On selecteert, krijgt u toegang tot het menu-item Config Netware.
In het menu uw netwerk gebruikte frametypeparameter opgeven.
Opties: Yes, No*
Config Netware
kunt u de in
Config Netware
IPX Frame Type
U kunt dit item alleen instellen als is ingesteld op u selecteren of u al dan niet de frametypeparameter instelt. Selecteer
Yes
om het frametype te selecteren.
Yes
Als u
IPX Frame Type
Waarden: Auto*, EN_8022, EN_8023, EN_II, EN_SNAP
On
. Via dit item kunt
selecteert, verschijnt de optie
op het display.
Netware
U kunt dit item alleen selecteren als
Config Netware
is ingesteld op
Yes
. Via
dit item kunt u het IPX-frametype selecteren.
Auto
: U kunt het frametype automatisch
instellen.
EN_8023
: Selecteer deze waarde om het
frametype IEEE 802.3 te gebruiken.
EN_II
: Selecteer deze waarde om het
frametype ETHERNET II te gebruiken.
EN_8022
: Selecteer deze waarde om het
frametype IEEE 802.2 te gebruiken.
EN_SNAP
: Selecteer deze waarde om het
frametype SNAP te gebruiken.
2.14
Reset Network Dit item start de netwerkkaart opnieuw op.
Default Set
Print Net CFG
G
EBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Dit item stelt de standaardwaarden opnieuw in en stelt de netwerkconfiguratieparameters opnieuw in op de fabrieksinstellingen.
Dit item drukt een pagina met de ingestelde netwerkparameters af.
Page 68
3
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Dit hoofdstuk beschrijft welke papiersoorten u met uw printer kunt gebruiken en hoe u op de juiste wijze papier in de verschillende papierladen plaatst met het oog op een optimale afdrukkwaliteit.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
• Papier en andere afdrukmedia kiezen
• Papier plaatsen
• Afdrukken op speciale afdrukmedia
Page 69

Papier en andere afdrukmedia kiezen

U kunt afdrukken op verscheidene afdrukmedia, zoals gewoon papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Zie speciale afdrukmedia' op pagina 3.14
. Gebruik alleen hoogwaardig papier van kopieerkwaliteit om een optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen.
Houd bij de keuze van de afdrukmedia rekening met het volgende:
Gewenst resultaat
: Het papier dat u kiest moet geschikt
zijn voor het doel.
Formaat
: U kunt elk papierformaat gebruiken dat gemakkelijk
tussen de papiergeleiders van de papierlade past.
Gewicht
: Uw printer ondersteunt de volgende
papiergewichten:
- bankpost van 60 tot 90 g/m
2
voor lade
1 of de optionele lade 2
- bankpost van 60 tot 163 g/m
2
voor
de multifunctionele lade
- bankpost van 75 tot 90 g/m
2
voor dubbelzijdig
afdrukken
Helderheid
: Sommige papiersoorten zijn witter dan andere,
wat resulteert in een scherpere en helderdere afdruk.
Gladheid van het oppervlak
: De gladheid van het papier
beïnvloedt de scherpte van de afdruk op het papier.
'Afdrukken op
O
PGELET
: Als u een afdrukmateriaal gebruikt dat niet overeenstemt met de specificaties vermeld op pagina E.7, kan dit problemen veroorzaken die mogelijk een onderhoudsbeurt vereisen. Dit onderhoud wordt niet gedekt door de garantie of de onderhoudscontracten.
Formaten en capaciteit
lade
*
Hand-
matige
invoer
Invoer/Capaciteit
Formaat
Lade 1
Normaal papier Enveloppen
Etiketten
Transparanten
Kaarten
* Afhankelijk van de papierdikte valt de maximumcapaciteit mogelijk lager uit.
** Als het papier vaak vastloopt, voert u één vel tegelijk in via de multifunctionele lade.
**
**
**
250 500 100 1
—— 10 1
—— 10 1
—— 30 1
—— 10 1
Lade 2 (optie)
Multifunctionele
3.2
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 70
Richtlijnen voor papier en speciale afdrukmedia
Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u papier, enveloppen of andere speciale afdrukmedia kiest of plaatst:
• Als u tracht af te drukken op vochtig, gekruld, verkreukeld
of gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte afdrukkwaliteit veroorzaken.
• Gebruik uitsluitend losse vellen papier. Gebruik geen meerdelig
papier.
• Gebruik alleen hoogwaardig papier van kopieerkwaliteit voor
een optimale afdrukkwaliteit.
• Gebruik geen papier met onregelmatigheden, zoals lusjes
of nietjes.
• Plaats nooit papier in een lade terwijl de printer afdrukt en
plaats nooit te veel papier in de lade. Dit kan papierstoringen veroorzaken.
• Vermijd papier met reliëf, perforaties of een structuur die
te glad of te ruw is.
3
• Gekleurd papier moet van dezelfde hoge kwaliteit zijn als wit
kopieerpapier. De pigmenten moeten gedurende minstens 0,1 seconde bestand zijn tegen de fixeertemperatuur van de printer (180 °C). Gebruik geen papier met een kleurencoating die na de productie van het papier is toegevoegd.
• Voorbedrukte formulieren moeten bedrukt zijn met
onbrandbare, hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of gevaarlijke dampen vrijgeeft als hij wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur van de printer.
• Bewaar papier in de originele verpakking tot u klaar bent om
het te gebruiken. Plaats dozen papier op pallets of in rekken, niet op de grond.
• Plaats geen zware voorwerpen bovenop het papier, ongeacht
of het verpakt of niet-verpakt is.
• Stel het papier niet bloot aan vocht, direct zonlicht of andere
omstandigheden waardoor het kan verkreukelen of krullen.
O
PMERKING
calqueerpapier. Dit papier is onstabiel als het wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur en kan dampen afgeven of de printer beschadigen.
: Gebruik geen zelfdoorschrijvend papier of
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.3
Page 71

Papier plaatsen

Als u papier op de juiste wijze plaatst, voorkomt u papierstoringen en kunt u probleemloos afdrukken. Verwijder de papierlade niet terwijl een taak wordt afgedrukt. Als u dit toch doet, kan dit een papierstoring veroorzaken. Zie 'Formaten en capaciteit' op pagina 3.2 voor de toegestane papierinhoud van elke lade.
Gebruik van lade 1
Lade 1 kan maximaal 250 vellen gewoon A4- of Letter-papier bevatten.
U kunt een optionele lade kopen, lade 2, en deze onder lade 1 bevestigen om 500 extra vellen papier te plaatsen.
1
Trek de lade uit de printer.
3.4
2
Duw de metalen plaat omlaag tot deze op zijn plaats klikt.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 72
3
Buig de stapel papier van achteren naar voren om de vellen te scheiden en waaier het papier vervolgens uit terwijl u de stapel aan één zijde vasthoudt. Tik met de randen van de stapel op een vlak oppervlak om een rechte stapel te maken.
4
Plaats het papier met de
te bedrukken zijde boven
3
.
Zorg ervoor dat alle vier de hoeken vlak in de lade en onder de hoekklemmen liggen, zoals hieronder afgebeeld.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.5
Page 73
5
Overschrijd de maximumhoogte van de stapel niet. Als u te veel papier in de lade plaatst, kan het papier vastlopen.
6
Knijp de papiergeleider samen zoals hieronder afgebeeld en schuif hem tegen de stapel papier aan. De geleider mag het papier maar nipt raken. Druk de geleider niet te hard tegen de rand van het papier aangezien het papier hierdoor kan buigen.
3.6
O
PMERKING
in de lade wilt wijzigen.
7
Schuif de lade weer in de printer.
8
Als u een document afdrukt, selecteert u het type papier, het papierformaat en de lade in uw softwaretoepassing. Voor meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
: Zie pagina 3.7 als u het formaat van het papier
Page 74
Het formaat van het papier in de lade wijzigen
De lade is vooraf ingesteld op het formaat Letter of A4, afhankelijk van het land waarin u de printer hebt gekocht. Om het formaat te wijzigen in A4 of Letter, moet u de papierlengtegeleider juist instellen.
1
Trek de papierlengtegeleider omhoog en plaats hem in de juiste positie voor het papierformaat dat u in de lade wilt plaatsen.
Papierlengtegeleider
3
Om de papierlengtegeleider te verwijderen, draait u hem iets naar rechts om de vergrendelingen aan de onderkant van de geleider te ontgrendelen en trekt u de geleider omhoog.
Om de papierlengtegeleider in de gewenste papierpositie te plaatsen, plaatst u de vergrendelingen aan de onderkant van de geleider over de gewenste papiersleuf en drukt u ze er volledig in.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.7
Page 75
2
Plaats het papier met de Voor meer informatie verwijzen we naar stappen 4 en 5 op pagina 3.5-3.6.
3
Knijp de papiergeleider samen zoals hieronder afgebeeld en schuif hem tegen de stapel papier aan. De geleider mag het papier maar nipt raken. Duw de geleider niet te hard tegen de rand van het papier omdat het papier hierdoor kan buigen.
te bedrukken zijde boven
.
3.8
Gebruik van de optionele lade 2
De optionele lade, lade 2, kan maximaal 500 vellen normaal papier bevatten.
Om papier in lade 2 te plaatsen, volgt u de aanwijzingen voor het plaatsen van papier op pagina 3.4.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 76
Gebruik van de multifunctionele lade
De multifunctionele lade (MPT) bevindt zich aan de rechterkant van uw printer. U kunt deze lade sluiten als u ze niet gebruikt, zodat de printer compacter wordt.
Multifunctionele lade
In de multifunctionele lade kunnen verschillende papierformaten en afdrukmedia worden geplaatst, zoals transparanten, kaarten en enveloppen. U kunt de multifunctionele lade ook gebruiken voor afdruktaken van één pagina op papier met briefhoofd, op gekleurd papier dat u wilt gebruiken als scheidingsvel, of op andere speciale afdrukmedia die u normaal niet in de papierlade plaatst. U kunt ongeveer 100 vellen normaal papier, 10 enveloppen, 30 transparanten, 10 kaarten of 10 etiketten tegelijk plaatsen.
• Plaats slechts één formaat tegelijk in de multifunctionele lade.
3
• Om te vermijden dat het papier vastloopt, mag u geen papier
toevoegen als de multifunctionele lade nog papier bevat. Dit geldt ook voor andere soorten afdrukmedia.
• Plaats de afdrukmedia met de te bedrukken zijde onder in het
midden van de multifunctionele lade, waarbij de bovenkant eerst in de printer gaat.
Om afdrukmedia in de multifunctionele lade te plaatsen:
1
Klap de multifunctionele lade open en schuif de papiersteun uit zoals afgebeeld.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.9
Page 77
2
Als u papier gebruikt, buigt u de stapel of waaiert u het papier uit om de vellen van elkaar te scheiden voordat u de stapel in de lade plaatst.
Houd transparanten vast aan de randen en raak de te bedrukken zijde niet aan. Vingerafdrukken kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
3
Plaats de afdrukmedia met de tegen de rechterrand van de lade.
te bedrukken zijde onder
3.10
4
Knijp de papierbreedtegeleider samen en schuif hem naar rechts zodat hij net de rand van de afdrukmedia raakt zonder deze te buigen.
Als u via de multifunctionele lade wilt afdrukken op papier dat reeds bedrukt is, moet de bedrukte zijde naar boven gericht zijn en moet de niet-gekrulde rand eerst in de printer gaan. Als er problemen zijn met de invoer van het papier, draait u het papier om.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 78
O
PMERKING
te veel afdrukmateriaal. Het afdrukmateriaal trekt krom als u een stapel te diep of te ver in de lade plaatst.
: Plaats nooit
5
Als u een document afdrukt, stelt u de invoerlade in
Multifunctionele lade
op papierformaat en type papier in de softwaretoepassing. Voor meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
en selecteert u het juiste
3
O
PMERKING
schuift u de papiersteun in en sluit u de multifunctionele lade.
: Na het afdrukken
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.11
Page 79
Gebruik van de handmatige invoer
Als u
Handmatig
u de afdrukinstellingen wijzigt, kunt u handmatig een vel in de multifunctionele lade plaatsen. Dit kan nuttig zijn als u na elke afgedrukte pagina de afdrukkwaliteit wilt controleren.
Het plaatsen van papier in de handmatige invoer verloopt bijna op dezelfde wijze als het plaatsen van papier in de multifunctionele lade, behalve dat u vel per vel in de lade plaatst, afdrukgegevens verstuurt voor het afdrukken van de eerste pagina, en vervolgens op de toets ( ) van het bedieningspaneel drukt om de volgende pagina af te drukken.
1
Plaats een vel met de de rechterrand van de multifunctionele lade.
selecteert voor de optie
On Line/Continue
te bedrukken zijde onder
Invoer
wanneer
tegen
3.12
2
Knijp de papierbreedtegeleider samen en schuif hem naar rechts zodat hij net de rand van de afdrukmedia raakt zonder deze te buigen.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 80
3
Als u een document afdrukt, stelt u de invoerlade in op
Handmatig
en type informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
en selecteert u het juiste papierformaat
papier in de softwaretoepassing. Voor meer
3
4
Druk het document af.
Op het display verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd papier te plaatsen.
5
Druk op de toets
De printer neemt het vel op en drukt af. Nadat de pagina is afgedrukt, verschijnt het bericht opnieuw.
6
Plaats het volgende vel in de multifunctionele lade en druk op de toets
Herhaal deze stap voor elke pagina die u wilt afdrukken.
On Line/Continue
On Line/Continue
().
().
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.13
Page 81

Afdrukken op speciale afdrukmedia

Afdrukken op enveloppen
• Plaats enveloppen in geen enkele andere lade dan
de multifunctionele lade.
• Gebruik alleen enveloppen die aanbevolen zijn voor
laserprinters. Voordat u enveloppen in de multifunctionele lade plaatst, dient u te controleren of ze niet beschadigd zijn en niet aan elkaar vastzitten.
• Plaats geen enveloppen met postzegels in de lade.
• Gebruik nooit enveloppen met haakjes, knipsluitingen,
vensters, gecoate voeringen of zelfklevende stoffen.
Om af te drukken op enveloppen:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
3.14
2
Buig de stapel enveloppen of waaier de enveloppen uit terwijl u de stapel aan één kant vasthoudt om de enveloppen van elkaar te scheiden voordat u ze in de lade plaatst.
3
Plaats de enveloppen in de multifunctionele lade
klep boven
komt, moet eerst in de printer gaan.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
met de
. De kant van de envelop waar de postzegel
Page 82
4
Knijp de papierbreedtegeleider samen en schuif hem naar rechts zodat hij net de rand van de stapel raakt zonder deze te buigen.
5
Als u afdrukt, stelt u de invoerlade in op
lade
, stelt u het type papier in op u het juiste formaat in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
Enveloppen
Multifunctionele
en selecteert
3
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.15
Page 83
Afdrukken op etiketten
• Gebruik alleen etiketten die aanbevolen zijn voor laserprinters.
• De lijm van de etiketten moet gedurende 0,1 seconde bestand zijn tegen een fixeertemperatuur van 180 °C.
• Controleer of er tussen de etiketten geen lijm blootligt. Als dit het geval is, kunnen de etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het vel kan vastlopen. Bovendien kan blootliggend kleefmiddel printeronderdelen beschadigen.
• Druk nooit meer dan één keer af op hetzelfde vel etiketten en druk nooit af op een vel waarvan de etiketten gedeeltelijk verwijderd zijn.
• Gebruik geen etiketten die loskomen van het vel of die verkreukeld of beschadigd zijn.
• Om te vermijden dat etiketten aan elkaar kleven, mag u de etikettenvellen niet op een stapel laten liggen wanneer ze uit de printer komen.
Om af te drukken op etiketten:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
3.16
2
Plaats etiketten in geen enkele andere lade dan de multifunctionele lade en plaats ze met de
zijde onder,
gaat. Stel de geleider in op de breedte van de etiketten.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
te bedrukken
waarbij de korte bovenkant eerst in de printer
Page 84
3
Als u afdrukt, stelt u de invoerlade in op
lade
, stelt u het type papier in op u het juiste formaat in de softwaretoepassing. Voor meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
Etiketten
Multifunctionele
en selecteert
Afdrukken op transparanten
3
• Gebruik alleen transparanten die aanbevolen zijn voor laserprinters.
• Controleer of de transparanten geen gescheurde randen hebben en of ze niet verkreukeld of gekruld zijn.
• Houd de transparanten vast bij de randen en raak de te bedrukken zijde niet aan. Vingerafdrukken kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
• Let erop dat u geen vingerafdrukken of krassen op de te bedrukken zijde maakt.
• Gebruik het volgende type transparant: A4: HP 92296U, Letter: Xerox 3R3108.
O
PGELET
afdrukt.
O
PMERKING
transparanten, moet u de uitvoersteun naar beneden klappen.
: Gebruik geen transparanten als u kleurendocumenten
: Voordat u afdrukt op
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.17
Page 85
Om af te drukken op transparanten:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
2
Plaats transparanten in geen enkele andere lade dan de multifunctionele lade. Plaats ze met de
onder
, waarbij de
in de printer gaat
de transparanten.
bovenkant met de witte rand eerst
. Stel de geleider in op de breedte van
te bedrukken zijde
3.18
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 86
3
Als u afdrukt, stelt u de invoerlade in op
lade
, stelt u het type papier in op selecteert u het juiste formaat in de softwaretoepassing. Voor meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
O
PMERKINGEN
• Om te vermijden dat transparanten aan elkaar kleven, mag u ze niet op een stapel laten liggen wanneer ze uit de printer komen.
• Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit de printer hebt verwijderd.
:
Transparanten
Multifunctionele
en
3
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.19
Page 87
Afdrukken op voorbedrukt papier
• Voorbedrukt papier is papier dat al een bepaalde opdruk heeft voordat het door de printer wordt gestuurd (bijvoorbeeld papier met een voorbedrukt logo bovenaan op de pagina).
• Papier met briefhoofd moet bedrukt zijn met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of gevaarlijke stoffen vrijgeeft als hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur van de printer (180 °C).
• Inkt op papier met briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn en mag printerrollen niet beschadigen.
• Formulieren en papier met briefhoofd moeten worden bewaard in een vochtbestendige verpakking om veranderingen tijdens de opslagperiode te vermijden.
• Voordat u voorbedrukt papier plaatst, zoals formulieren of papier met briefhoofd, moet u controleren of de inkt op het papier droog is. Tijdens het fixeerproces kan vochtige inkt afgeven op het voorbedrukte papier, wat de afdrukkwaliteit verlaagt.
Om af te drukken op voorbedrukt papier:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
3.20
2
Plaats papier met briefhoofd in geen enkele andere lade dan de multifunctionele lade en plaats het met de
te bedrukken zijde onder eerst
van de papierstapel.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
, waarbij de
in de printer gaat. Stel de geleider in op de breedte
korte bovenkant
Page 88
3
Als u afdrukt, stelt u de invoerlade in op
lade
, stelt u het type papier in op selecteert u het juiste papierformaat in de softwaretoepassing. Voor meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
Voorbedrukt
Multifunctionele
en
3
Afdrukken op kaarten of afdrukmedia met een aangepast formaat
• U kunt met uw printer afdrukken op briefkaarten, (index) kaarten van 90 x 140 mm en andere afdrukmedia met aangepaste formaten. Het minimumformaat is 90 x 140 mm en het maximumformaat is 216 x 356 mm.
• Plaats altijd eerst de korte zijde in de multifunctionele lade. Als u wilt afdrukken in de afdrukstand Liggend, selecteert u deze optie in uw softwaretoepassing. Als u eerst de lange zijde in de lade plaatst, kan dit een papierstoring veroorzaken.
• Plaats niet meer dan 10 kaarten tegelijk in de multifunctionele lade.
• Druk niet af op afdrukmedia die minder dan 90 mm breed of 140 mm lang zijn.
• Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 4,3 mm van de randen van het afdrukmateriaal.
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.21
Page 89
Om af te drukken op kaarten:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
2
Plaats de afdrukmedia in geen enkele andere lade dan de multifunctionele lade en met de waarbij de korte zijde eerst in de printer gaat. Schuif de geleider tot hij de stapel net raakt zonder deze te buigen.
te bedrukken zijde onder
,
3.22
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 90
3
Als u afdrukt, stelt u de invoerlade in op
lade
en selecteert u het juiste papierformaat en type papier in de softwaretoepassing. Voor meer informatie verwijzen we naar pagina 4.7.
Als het formaat van uw afdrukmedia niet vermeld is in de vervolgkeuzelijst de knop Zie pagina 4.7.
Aangepast
Formaat
en stelt u het formaat handmatig in.
op het tabblad
Multifunctionele
Papier
, klikt u op
3
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
3.23
Page 91
A
ANTEKENINGEN
3.24
G
EBRUIK VAN AFDRUKMEDIA
Page 92
4

AFDRUKTAKEN

Dit hoofdstuk beschrijft afdrukopties en algemene afdruktaken.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
• Functies van het printerstuurprogramma
• Een document afdrukken
• Printerinstellingen
Page 93

Functies van het printerstuurprogramma

Uw printerstuurprogramma's ondersteunen de volgende standaardfuncties:
• selectie van de invoerlade;
• papierformaat, afdrukstand en type media;
• aantal exemplaren.
De volgende tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door uw printerstuurprogramma's worden ondersteund.
Printerstuurprogramma CUPS
Functie
Win9x/ME
Kleurmodus J J J J
Win2000/
2003/XP
NT 4.0 Mac
Optie afdrukkwaliteit
Posters afdrukken J J J N
Dubbelzijdig afdrukken
Boekjes afdrukken J J J N
Meerdere pagina's per vel (n op een vel)
Aan pagina aanpassen
Afdrukken op schaal J J J J
Andere lade voor eerste pagina
Watermerk J J J N
Overlay J J J N
Optie TrueType­lettertypen
JJJJ
JJJJ
JJJJ
JJJN
JJJJ
JJJN
4.2
A
FDRUKTAKEN
Page 94

Een document afdrukken

Hieronder beschrijven we de algemene stappen die vereist zijn om af te drukken vanuit verschillende Windows-toepassingen. De precieze stappen voor het afdrukken van een document kunnen verschillen afhankelijk van de toepassing die u gebruikt. Raadpleeg de handleiding van uw softwaretoepassing voor de precieze afdrukprocedure.
O
PMERKING
vanaf een Macintosh-computer of Linux-systeem, verwijzen we naar Bijlage A en Bijlage B.
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Kies Afdrukken wordt geopend. Afhankelijk van uw toepassing kan dit venster er iets anders uitzien.
U kunt de basisafdrukinstellingen selecteren in het venster Afdrukken. Deze instellingen omvatten het aantal exemplaren en het afdrukbereik.
: Voor gedetailleerde informatie over het afdrukken
Afdrukken
in het menu
Bestand
. Het venster
4
Zorg ervoor dat uw printer geselecteerd is.
Windows XP
3
Om de functies van uw printer te gebruiken, klikt u op
Eigenschappen
afdrukvenster van de toepassing. Voor meer informatie verwijzen we naar 'Printerinstellingen' op pagina 4.5.
Als in het venster Afdrukken een knop
Printer
in het volgende venster op
4
Klik op OK om het venster Eigenschappen te sluiten.
5
Klik in het venster Afdrukken op OK of de afdruktaak te starten.
of
Opties
of
Voorkeursinstellingen
wordt weergegeven, klikt u hierop. Klik
Eigenschappen
in het
Instellingen
.
Afdrukken
,
om
A
FDRUKTAKEN
4.3
Page 95
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak stoppen vanuit een programma, vanuit een afdrukwachtrij of via de toets
Om een afdruktaak te stoppen vanaf het bedieningspaneel:
• Als de afdruktaak al wordt afgedrukt, drukt u op de toets
Cancel
de printer gaan af en verwijdert de rest van de afdruktaak.
( ). De printer drukt de pagina's die al door
Cancel
() op de printer.
•Als u op de toets taak in de printer geannuleerd. Als het geheugen van de printer meer dan één afdruktaak bevat, moet u voor elke taak één keer op de toets begint af te drukken.
Om een afdruktaak te stoppen vanuit de map Printers:
Als de afdruktaak in een afdrukwachtrij of afdrukspooler staat, zoals de groep Printer in Windows, verwijdert u de taak als volgt:
1
Klik op de knop
2
In Windows 9x/NT 4.0/2000/ME: Klik op vervolgens op
In Windows XP/2003: Kies
3
Dubbelklik op het pictogram
4
In het menu
annuleren
(Windows NT 4.0/2000/2003/XP).
Cancel
Start
Printers
Document
(Windows 9x/ME) of
( ) drukt, wordt alleen de huidige
Cancel
drukken zodra de printer de taak
van Windows.
Instellingen
.
Printers en faxapparaten
Samsung CLP-510 Series
selecteert u
Afdrukken
Annuleren
en
.
.
4.4
A
FDRUKTAKEN
Windows XP
O
PMERKING
taakbalk van Windows te dubbelklikken op het printerpictogram.
: U kunt dit venster openen door rechtsonder op de
Page 96

Printerinstellingen

Via het printereigenschappenvenster van de Samsung CLP-510 kunt u toegang krijgen tot alle printeropties die u nodig hebt wanneer u uw printer gebruikt. Als de printereigenschappen worden weergegeven, kunt u de instellingen die u voor uw afdruktaak nodig hebt controleren en wijzigen.
Het eigenschappenvenster van de printer kan verschillen afhankelijk van uw besturingssysteem. Deze gebruikshandleiding geeft het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken van Windows XP/ 2003 weer.
Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken van uw printer bevat 5 tabbladen:
Lay-out, Papier, Grafisch, Extra
en
Info
.
4
Als u de printereigenschappen opent via de map
Printers
, kunt u meer op Windows gebaseerde tabbladen weergeven. Raadpleeg uw handleiding van Windows.
O
PMERKINGEN
• De meeste Windows-toepassingen heffen de in het
printerstuurprogramma opgegeven instellingen op. Wijzig eerst alle afdrukinstellingen die beschikbaar zijn in de softwaretoepassing, en wijzig vervolgens de overige instellingen via het printerstuurprogramma.
• De printerinstellingen die u wijzigt blijven alleen van kracht zolang
u het huidige programma gebruikt. Als u wilt dat uw wijzigingen permanent behouden blijven, brengt u ze aan in de map Ga als volgt te werk:
1. Klik op de knop
2. In Windows 95/98/ME/NT 4.0/2000: Klik achtereenvolgens op
Instellingen
In Windows XP/2003: Kies
3. Selecteer de printer
4. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en:
• In Windows 95/98/ME: Kies
• In Windows 2000/2003/XP: Kies
afdrukken
• In Windows NT 4.0: Kies
5. Wijzig de instellingen op elk tabblad en klik op
:
en
.
Start
van Windows.
Printers
.
Printers en faxapparaten
Samsung CLP-510 Series
Eigenschappen
Voorkeursinstellingen voor
Standaardwaarden document
.
OK
Printers
.
.
.
.
.
A
FDRUKTAKEN
4.5
Page 97
Het tabblad Lay-out
Het tabblad
Lay-out
bevat opties waarmee u de weergave van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen. De
Lay-outopties
Boekje afdrukken
tabblad ook de optie
omvatten
en
Meerdere pagina's per vel,
Poster afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
. U kunt op dit
selecteren. Zie pagina 4.3 voor meer informatie over de toegang tot de printereigenschappen. Klik op het tabblad
Lay-out
om
de hieronder afgebeelde lay-outeigenschappen weer te geven.
1
2
Het afdrukvoorbeeld
3
geeft een voorbeeldpagina met de door u opgegeven instellingen weer.
Eigenschap Beschrijving
1
Afdrukstand
Met behulp van selecteren in welke richting informatie
Afdrukstand
op een pagina wordt afgedrukt.
Staand
drukt af over de breedte van de
pagina (zoals een brief).
Liggend
drukt af over de lengte van de
pagina (zoals een spreadsheet).
Als u de pagina ondersteboven wilt afdrukken, selecteert u
2
Lay-outopties
draaien
Met behulp van u geavanceerde afdrukinstellingen
.
Staand
Lay-outopties
selecteren. Voor meer informatie verwijzen we naar Hoofdstuk 5, 'Speciale afdrukfuncties'.
kunt u
180 graden
Liggend
kunt
4.6
A
FDRUKTAKEN
Page 98
Eigenschap Beschrijving
3
Dubbelzijdig
afdrukken
Met de optie kunt u automatisch beide zijden van het papier bedrukken. Als u de standaardinstelling van het printerstuurprogramma wilt gebruiken, selecteert u optie
Omgekeerd dubbelzijdig
selecteert, omgekeerde volgorde af. informatie verwijzen we naar pagina 5.3.
Dubbelzijdig afdrukken
Printerinstelling
drukt uw printer de pagina's in
Het tabblad Papier
. Als u de
Voor meer
U kunt de volgende opties gebruiken voor elementaire papierinstellingen. Zie pagina 4.3 voor meer informatie over de toegang tot de printereigenschappen.
Klik op het tabblad papiereigenschappen weer te geven.
1
2
3
4
5
6
Papier
om de hieronder afgebeelde
4
Eigenschap Beschrijving
Via
1
Aantal exemplaren
Aantal exemplaren
te drukken exemplaren opgeven. U kunt maximaal 999 exemplaren opgeven.
kunt u het aantal af
A
FDRUKTAKEN
4.7
Page 99
Eigenschap Beschrijving
2
Formaat
3
Invoer
In de vervolgkeuzelijst
Formaat
kunt u het
formaat van het papier in de lade selecteren.
Als het vereiste formaat niet in de vervolgkeuzelijst
Aangepast papierformaat
papierformaat in en klikt u op
Formaat
staat, klikt u op
. Als het venster
verschijnt, stelt u het
Aangepast
OK
. De instelling verschijnt dan in de lijst zodat u ze kunt selecteren.
Voer de n aam in die u wilt gebruiken.
Voe r h et papierformaat in.
Selecteer de gewenste papierlade in de vervolgkeuzelijst
Invoer
.
4
Type
Selecteer
Handmatig
als u afdrukt op speciale afdrukmedia. U moet één vel tegelijk in de multifunctionele lade plaatsen. Zie pagina 3.9.
Als
Automatisch selecteren
is ingesteld, neemt de printer het papier automatisch op in de volgende volgorde: multifunctionele lade, lade 1, optionele lade 2.
Zorg ervoor dat de vervolgkeuzelijst is ingesteld op
Normaal papier
Type
. Als u een ander type afdrukmateriaal plaatst, dient u het desbetreffende papiertype te selecteren. Voor meer informatie over afdrukmedia verwijzen we naar Hoofdstuk 3, 'Gebruik van afdrukmedia'.
Als u katoenpapier met een gewicht van 60 tot 90 g/m
2
gebruikt, zoals Gilbert 25% en
Gilbert 100%, stelt u het type papier in op
Katoen
voor een optimale afdrukkwaliteit.
Als u kringlooppapier wilt gebruiken, selecteert u
Kringlooppapier
.
4.8
A
FDRUKTAKEN
Page 100
Eigenschap Beschrijving
5
Andere lade voor
eerste
pagina
6
Schaal aanpassen
(Aanpassen)
Via deze vervolgkeuzelijst kunt u de eerste pagina afdrukken op een ander type papier dan de rest van het document. U kunt de lade voor de eerste pagina selecteren.
Plaats bijvoorbeeld dik papier voor de eerste pagina in de multifunctionele lade, en normaal papier in lade 1. Selecteer vervolgens
Invoer
vervolgkeuzelijst
pagina
Met
Schaal aanpassen
uw afdruktaak automatisch of handmatig schalen op een pagina.
U kunt kiezen uit
schaal
Zie pagina 5.4 en pagina 5.5 voor meer informatie.
Lade 1
en
Multifunctionele lade
.
en
Aan pagina aanpassen
in de vervolgkeuzelijst
Andere lade voor eerste
(Aanpassen) kunt u
Geen, Afdrukken op
in de
.
4
A
FDRUKTAKEN
4.9
Loading...