– Om het risico op brand of elektrocutie te voorkomen mag u dit apparaat nooit blootstellen aan vochtigheid of regen.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK,
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
De bliksemschicht in een driehoek wijst de gebruiker op niet geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van dit product
die sterk genoeg zijn om voor elektrocutie te zorgen.
Het uitroepteken in een driehoek wijst de gebruiker erop dat alle instructies voor het juiste gebruik van dit apparaat te vinden zijn in de
bijgeleverde handleiding.
TIPS VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTROCUTIE EN VERWONDINGEN VAN PERSONEN.
OPMERKINGEN VOOR UW VEILIGHEID
LEES DEZE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR.
WAARSCHUWING
1. Lees alle instructies aandachtig door.
2. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
3. Volg alle waarschuwingen op.
4. Voer alle instructies uit zoals ze er staan.
5. Gebruik dit apparaat nooit in de buurt van water.
6. Maak het product enkel schoon met een zachte droge doek.
7. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen (indien aanwezig). Stel
het product alleen overeenkomstig de instructies van de fabrikant op.
8. Plaats het product nooit in de buurt van warmtebronnen, zoals
stoven, ovens, radiatoren of andere apparaten die veel warmte
genereren.
9. Probeer nooit het veiligheidssysteem van een gepolariseerde
stekker of een stekker met aarding te omzeilen. Een gepolariseerde stekker heeft twee pennen waarvan de ene wat breder
is dan de andere.
Een stekker met aarding is voorzien van twee pennen en een
uitsparing. De brede of derde pen is er voor uw veiligheid. Als
de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, moet u het
door een vakman laten vervangen.
– Tijdens het gebruik van elektronische apparaten moet u altijd op de volgende punten letten:
10. Zorg dat niemand over het netsnoer kan struikelen. Dat is met
name in de buurt van het stopcontact gevaarlijk, maar kan er
ook in de buurt van de aansluitingen op het apparaat voor zorgen dat de aders breken.
11. Gebruik enkel de uitdrukkelijk door de fabrikant aanbevolen opties en uitbreidingen.
12. Verbreek, tijdens een onweer, of als u het product langere tijd
niet wilt gebruiken, de aansluiting op het lichtnet.
13. Laat alle onderhoudswerken en herstellingen over aan een door
Roland erkende herstellingsdienst. Als het netsnoer beschadigd
is of wanneer er vloeistoffen of regenwater in het inwendige terecht zijn gekomen, moet u het product onmiddellijk uitschakelen en contact opnemen met een erkende herstellingsdienst.
IMPORTANT: THE WIRES IN THIS MAINS LEAD ARE COLOURED IN ACCORDANCE WITH THE FOLLOWING CODE.
BLUE: BROWN:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug, proceed as follows:The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.Under no circumstances must either of the above wires be connected to the earth terminal of a three pin plug.
De door de FR-5 en FR-7 gehanteerde technologie wordt in verschillende landen beschermd door patenten.
NEUTRALLIVE
Voor het Verenigd Koninkrijk
Page 3
r
s
FR-7/FR-5
Handleiding
NEDERLANDSNEDERLANDS
NEDERLANDSNEDERLANDS
Bedankt voor uw aankoop van de Roland FR-7/FR-5 V-Accordion. De FR-7/FR-5 is een bijzonder veelzijdig elektronisch
instrument dat de geluiden van verschillende accordeoninstrumenten kan emuleren. Waarschijnlijk weet u beter dan
wij dat “de” accordeon thuishoort in de familie van instrumenten waar een balg vrij zwevende rieten (of tongen) aan
het trillen brengt en dat bijna elk land een eigen accordeontype heeft. Ziehier een aantal namen: “Aeloine”, “Aerophone”, “Bayan”, “Buzika”, “Concertina”, “Drängkammarorgel”, “Fisarmonica”, “Hanuri”, “Melodeon”, “Pedalowka”,
“Schwyzerorgeli”, “Squeeze Box”, “Sun Fin Chin”. En dat is nog maar een begin.
Voor het eerst in de geschiedenis stelt Roland een accordeoninstrument voor dat de meest uiteenlopende balginstrumenten kan “emuleren” (realistisch nabootsen). Hoewel we hier bovendien over de meest geavanceerde MIDI-stuurbron
aller tijden praten (die dus nóg meer kan dan een toetseninstrument), blinkt de FR-7/FR-5 vooral uit door de mogelijkheid om te klinken zoals een hele verzameling instrumenten. Dat heeft niet alleen financiële voordelen (een FR-7/FR-5
kost veel minder dan alle originele instrumenten die hij emuleert): u kunt immers met uw vertrouwde techniek heel
wat stijlen en muziekgenres aan.
Om de functies van de FR-7/FR-5 zo snel mogelijk te leren kennen en er jaren plezier aan te beleven leest u deze Handleiding het best in z’n geheel door.
Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, “Belangrijke opmerkingen” (blz. 9) door. Daar vindt u namelijk belangrijke
tips en een opsomming van wat u wel en niet met de FR-7/FR-5 mag doen. Bewaar deze handleiding op een veilige
plaats op, omdat u ze later beslist nog eens nodig hebt.
Hoewel de FR-7/FR-5 een volledig autonoom instrument is,
hoeft u de FR-7 niet eens op een versterker aan te sluiten
om iets te horen. Het ingebouwde versterkingssysteem is
immers voldoende krachtig voor kleine zalen, restaurants,
enz. (De FR-5 bevat geen interne versterking.)
Bovendien wordt de FR-7 met een oplaadbare batterij (NiMh) geleverd, zodat u hem niet noodzakelijk op een stopcontact hoeft aan te sluiten. Die batterij gaat ±8 uur mee.
(Voor de FR-5 is de batterij als optie beschikbaar.)
Geavanceerde MIDI-controle
De FR-7/FR-5 is de meest veelzijdige en “muzikale” MIDIstuurbron ooit met veel meer mogelijkheden dan een MIDIklavier (zelfs al sluit je daar verschillende speelhulpen op
aan) of MIDI-blaasinstrument.
Het pianoklavier van de diskantsectie zendt zelfs aftertouchcommando’s.
PBM (Physical Behavior Modeling)
De FR-7/FR-5 V-Accordion hanteert een nieuw klankopwekkingssysteem van Roland dat naar de naam “PBM”
(Physical Behavior Modeling) luistert en haast “griezelig
echte” accordeonklanken voortbrengt.
Superrealistische accordeonsimulaties
De FR-7/FR-5 bevat 40 geheugens (“Sets”) met 14 diskant-,
7 bas- en 7 stradella-basregisters. Alle voortgebrachte
geluiden berusten op samples van populaire traditionele
akoestische accordeons. Er zijn zelfs verschillende stemmingssystemen.
Met deze V-Accordion beschikt u, met andere woorden,
over tal van instrumenten, bv. voor Italiaanse jazz, Duitse
volksmuziek, Franse musette, bandoneon enz. – zonder uw
techniek aan te passen.
Digitale voordelen
De V-Accordion bevat alle functies en geluiden van een
traditionele accordeon en voelt dan ook in alle opzichten
natuurlijk aan. Dat neemt niet weg dat hij tevens de voordelen van een elektronisch muziekinstrument biedt:
• Hij weegt minder dan een akoestisch instrument.
• Hij biedt een grote klankverscheidenheid.
• U kunt de accordeongeluiden helemaal naar uw hand zetten (en dus eigen klanken programmeren).
• U kunt telkens de meest geschikte mode voor de basknoppen kiezen (Minor 3rd Free Bass, 5th, Bayan, North Europe
enz.).
• Hij ontstemt niet, terwijl de mechanische onderdelen minder aan slijtage onderworpen zijn.
• U kunt in één toonaard spelen, maar wel zorgen dat de
muziek in een andere toonaard wordt weergegeven (transpositie).
• U kunt met een hoofdtelefoon spelen (d.w.z. zonder uw
gezin of buren te storen).
Sublieme flexibiliteit
Met de V-Accordion kunt u externe MIDI-compatibele
instrumenten aansturen. Het diskantklavier en de bas-/
akkoordknoppen zijn aanslaggevoelig, terwijl de balg veel
meer articulatiemogelijkheden biedt dan eender welk MIDIklavier, MIDI-blaasinstrument enz. dat u misschien al kent.
In de High- of Low-mode (zie blz. 25) kunt u tot 4 secties
tegelijk aansturen (twee klanken voor de rechterhand/twee
andere voor de linker).
Orkestklanken
Er zijn 22 orkestklanken die samen met de accordeongeluiden kunnen worden bespeeld – compleet met balgarticulatie (een soort blaascontrole/breathcontrol, maar veel fijner)
en unieke klaviermodes (Solo, Dual, High en Low).
Orkestbassen
De FR-7/FR-5 biedt tevens 7 orkestbasklanken die samen
met de accordeonbassen kunnen worden bespeeld.
r
6
• Alle in dit document vermelde productnamen zijn handelsmerken
of geregistreerde handelsmerken van de betreffende eigenaars.
Page 7
Veilig gebruik van dit product
V-Accordion
Veilig gebruik van dit product
VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN
r
Over de en labelsOver de symbolen
WAARSCHUWING
Wijst de gebruiker op het risico op
WAARSCHUWING
dodelijke ongevallen of zware verwondingen als gevolg van een fout
gebruik van dit apparaat.
Het foute gebruik van dit apparaat kan
leiden tot verwondingen en of materi le
schade.
LET OP!
* "Materi le" schade heeft betrekking op
het beschadigen van het meubilair of
andere huishoudelijke voorwerpen
evenals huisdieren enz.
LET OP
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het
symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het
links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene
waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit
mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan
wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links
getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het
toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten
worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt
aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde
symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de
uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
• Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, de volgende
punten en de rest van deze handleiding door.
• Probeer nooit de FR-7/FR-5 of FBC-7 te herstellen c.q.
bepaalde onderdelen zelf te vervangen (tenzij dit in deze
handleiding uitdrukkelijk staat vermeld). Laat alle herstellingen en onderhoudswerken over aan uw Roland-dealer,
een erkende herstellingsdienst of de distributeur (zie de
adressen op de “Information”-pagina).
• Wanneer u de FR-5 of FR-7 niet gebruikt, zet u hem het
best niet verticaal. Als u hem verticaal op de bühne/op de
vloer moet zetten, zorg dan dat hij tegen een stevig
oppervlak (muur, zwaar muziekinstrument e.d.) aanleunt.
• Sluit de FBC-7 aan op een stopcontact dat beantwoordt
aan de vereisten op het naamplaatje achterop de FBC-7
en aan de specificaties in deze handleiding.
• Beschadig nooit het netsnoer en zet er geen zware voorwerpen op. Zorg dat de kabel altijd zo wordt gelegd dat
hij niet afgeklemd of op een andere manier gekneusd
wordt. Het gebruik van een beschadigde kabel kan leiden
tot brand of elektrocutie.
• Dit instrument kan hetzij op zich, hetzij samen met een
externe versterker of hoofdtelefoon, voor een geluidsniveau zorgen dat tot gehoorverlies kan leiden. Gebruik het
dus nooit lange tijd op hoog volume. Als u ook maar vermoedt dat u gehoorproblemen begint te krijgen, schakelt
u de FR-7/FR-5 en de FBC-7 best meteen uit en neemt u
contact op met een oorarts.
• Zorg dat er nooit kleine metalen of brandbare voorwerpen c.q. vloeistoffen (water, dranken e.d.) in het inwendige van de FR-7/FR-5 of FBC-7 terechtkomen.
• In gezinnen met kleine kinderen moeten de ouders de
kroost zo lang helpen bij het bedienen van de FR-7/FR-5
en FBC-7 tot de kinderen zelf weten wat ze wel en niet
mogen doen.
• In de volgende gevallen moet u dit product meteen uitschakelen, de aansluiting op het lichtnet verbreken en
contact opnemen met een door Roland erkende herstellingsdienst, uw Roland-dealer of de verdeler (zie de
“Information”-pagina):
• Wanneer de stekker of het netsnoer zichtbaar bescha-
digd is.
• Wanneer een voorwerp of vloeistof in het inwendige
van de FR-7/FR-5 of FBC-7 terecht is gekomen;
• Wanneer het product in de regen heeft gestaan of op
een andere manier nat is geworden;
• Wanneer het product niet naar behoren lijkt te wer-
ken.
7
Page 8
FR-7/FR-5
Opzienbarende functies
• Sluit het netsnoer van de FBC-7 nooit aan op een
• Vóór het gebruik van de FBC-7 in het buitenland neemt u
V-Accordion
| Veilig gebruik van dit product
stroomcircuit waar al talrijke andere apparaten op zijn
aangesloten. Wees bijzonder voorzichtig met verlengkabels: het opgenomen vermogen van alle apparaten mag
niet hoger liggen dan de capaciteit (Watt/Ampère) van de
verlengkabel. Anders smelten de aders namelijk. Let altijd
op de gegevens die op de gehanteerde kabel staan vermeld.
WAARSCHUWING
het best contact op met uw dealer om te zorgen dat u de
juiste voeding gebruikt (zie ook de adressen op de “Information”-pagina in deze handleiding).
LET OP!
• Zet de FR-7/FR-5 en FBC-7 altijd op een goed verluchte
plaats.
• Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet,
altijd aan de stekker van het netsnoer –nooit aan de
kabel zelf. Anders gaan eventueel de aders stuk.
• Stroom- en signaalkabels draait u het best nooit samen
om storingen te voorkomen. Bovendien moet u zorgen
dat de kabels buiten het bereik van kinderen liggen.
• Raak het netsnoer en de overige kabels nooit met natte
handen aan.
• Let, bij het transport van de FBC-7, op de volgende dingen. Houd het instrument stevig vast om verwondingen
c.q. schade aan andere voorwerpen te voorkomen.
• Verbreek de aansluiting op het lichtnet.
• Verbreek de aansluiting op alle andere instrumenten.
• Als u ooit schroeven moet verwijderen, legt u ze het best
op een veilige plaats (buiten het bereik van kinderen). Zo
hoeft u ze later niet te zoeken en is het vrijwel onmogelijk dat kleine kinderen ze inslikken.
Lees naast “Veilig gebruik van dit product” op blz. 7 ook de volgende punten even door:
V-Accordion
Belangrijke opmerkingen
r
Voeding
• Sluit het instrument nooit aan op een stroomkring waarop ook
apparaten, die brom veroorzaken, zijn aangesloten (elektrische
motoren, dimmersystemen enz.).
• Schakel zowel de FR-7/FR-5 als de overige instrumenten uit voordat u ze op elkaar aansluit. Zo voorkomt u schade aan de luidsprekers en andere apparaten.
• Hoewel het LC-display en de LEDs doven, wanneer u het product
met zijn POWER-schakelaar uitzet, betekent dit niet dat de verbinding met het lichtnet helemaal is verbroken. Om de verbinding
compleet te verbreken moet u, na op POWER gedrukt te hebben,
ook de stekker uit het stopcontact trekken. Het verdient dan ook
aanbeveling om een stopcontact te kiezen waar u gemakkelijk bij
kunt.
Opstelling
• Als u de FR-7/FR-5 te dicht bij een versterker of grote transformator plaatst, zou er brom kunnen ontstaan. Om het probleem te verhelpen of op z’n minst te verzachten, moet u één van beide in
voorkomend geval op een andere plaats zetten.
• Dit product kan de radio- of TV-ontvangst storen. Zet het daarom
nooit in de buurt van dergelijke apparaten.
• Zet de FR-7/FR-5 nooit in de buurt van sterke magnetische velden
(bv. grote luidsprekers).
• Zet de FR-7/FR-5 altijd op een stevig en vlak oppervlak.
• Als u in de buurt van dit product een draadloze telefoon, afstandsbediening e.d. gebruikt, zou er een bromgeluid kunnen optreden.
Dat is met name het geval, wanneer u wordt opgebeld of zelf
iemand belt. Het verdient dan ook aanbeveling om tijdens het bellen e.d. iets verder van het product vandaan te gaan staan of het
uit te schakelen.
• Zorg dat dit product nooit wordt blootgesteld aan extreme temperaturen (bv. in het directe zonlicht of in een gesloten auto). Verder
moet u voorkomen dat dit product in het directe zonlicht of in de
buurt van een krachtige spot staat, omdat de ombouw anders zou
kunnen verkleuren. Overdreven warmte kan er namelijk voor zorgen dat de ombouw vervormt of verkleurt.
• Om storingen te voorkomen mag u dit product nooit op vochtige
plaatsen (bv. in de regen, in een badkamer e.d.) gebruiken.
• Laat nooit voorwerpen uit rubber, vinyl e.d. lange tijd op het
instrument liggen. Dat kan er namelijk toe leiden dat de ombouw
verkleurt of dat er randen/plekken ontstaan, die nauwelijks kunnen
worden verwijderd.
• Zet nooit een vaas, glas e.d. op dit instrument. Vermijd bovendien
het gebruik van verstuivers en sprays, parfum, alcohol, nagellak
e.d. in de buurt van het product. Indien de bewuste stof toch plekken op het behuizing achterlaat, dient u deze onmiddellijk te verwijderen.
• Leg nooit zware voorwerpen op de toetsen of knoppen. Dat kan er
namelijk toe leiden dat de betreffende toetsen of knoppen na verloop van tijd niet meer werken.
• Kleef geen stickers e.d. op het instrument. Als u ze later weer verwijdert, laten ze namelijk lelijke plekken achter, die u eventueel
nauwelijks nog kunt verwijderen. (De bij dit instrument geleverde
sticker heeft maar een heel lichte kleeflaag).
Onderhoud
• Gebruik, voor het schoonmaken van de FR-7/FR-5, enkel een
zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te
verwijderen gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf het
instrument daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want die
kunnen de behuizing beschadigen.
Herstellingen en uw data
• Houd er rekening mee dat alle data in het interne geheugen van
het instrument tijdens een herstelling gewist kunnen worden. In
bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste data niet meer herstellen.
Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van
uw data.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
• Als gevolg van een defect aan de geheugenchips of een foute
bediening kan het gebeuren dat de inhoud van de geheugens verloren gaat. Daarom verdient het aanbeveling om de Bulk Dumpfunctie van de FR-7/FR-5 voor het archiveren van uw instellingen
te gebruiken (zie blz. 75).
• Behandel de knoppen, regelaars, aansluitingen enz. van dit instrument met de nodige zorg. Een al te brutale behandeling kan leiden
tot storingen of beschadiging van bepaalde onderdelen.
• Sla nooit op het display en zet er geen zware voorwerpen op.
• Trek, voor het verbreken van eender welk soort aansluitingen,
enkel aan de stekker en nooit aan de daaraan vastzittende kabel.
Anders zou u de aders of interne componenten namelijk kunnen
beschadigen, wat een kortsluiting kan veroorzaken.
• Tijdens het gebruik wordt dit instrument warm. Dit is volledig normaal.
• Denk eraan dat u het volume laat op de avond of ‘s ochtends best
niet te hard zet om geluidsoverlast bij de buren te voorkomen. Het
best gebruikt u op die momenten een hoofdtelefoon.
• Als u het instrument moet vervoeren, verpak dan weer in de originele leveringsdoos (met polsters). U zou echter ook voor een
flightcase of koffer kunnen kiezen.
• Gebruik uitsluitend het vermelde zwelpedaal (EV-5, EV-8; optie).
Bij gebruik van andere zwelpedalen zou u de FR-7/FR-5 namelijk
kunnen beschadigen.
• Gebruik uitsluitend kabels van Roland voor de audioverbindingen.
Als u audiokabels van een ander merk gebruikt, moet u even het
volgende in de gaten houden:
Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Die maken ze
ongeschikt voor gebruik met dit product, omdat het volume/
niveau dan te laag is. In sommige gevallen hoort u eventueel helemaal niets. Als u niet zeker weet wat voor kabels u hebt, neemt u
het best contact op met uw dealer of de importeur van de kabels.
Voorzorgsmaatregelen voor de bijgeleverde
(FR-7) of een optionele (FR-5) accu
• Het temperatuurbereik voor deze batterij luidt als volgt. Gebruik
een batterij nooit buiten dit bereik, omdat dit de werking ervan
beïnvloedt en de levensduur verkort.
opslag
: –20~30°C,
• Gebruik c.q. laat een batterij nooit op bijzonder warme plaatsen
liggen, dus nooit in de zon, in een gesloten auto, naast een verwarming e.d. Anders zou de batterij kunnen beginnen lekken, wat
in het beste geval de levensduur van de batterij verkort.
• Laad een batterij nooit op een koude plaats (onder 0°C) of buiten
op, terwijl het aan het vriezen is. Anders zou de batterijvloeistof
kunnen beginnen lekken, wat in het beste geval de levensduur van
de batterij verkort.
• Voorkom dat er kraan- of zoutwater op de accu spat. Bovendien
moeten de aansluitingen droog blijven. Anders wordt de batterij
namelijk heet c.q. begint hij (of zijn aansluitingen) te roesten.
opladen
: 0~40°C.
Gebruik (ontlading)
: 0~50°C,
9
Page 10
FR-7/FR-5 V-Accordion
Belangrijke opmerkingen
• Laad de accu van de FR-7/FR-5 uitsluitend met de bijgeleverde
FBC-7 op. Anders zou een overdreven stroomhoeveelheid voor een
ontoereikende oplading, het lekken van batterijvloeistof, hitte,
ontploffingen of zelfs brand kunnen zorgen.
• Meer details over het opladen van de FR-7/FR-5-batterij vindt u op
blz. 32.
• Sluit de accu noot direct op een stopcontact aan en verbind hem nooit met een sigarenaansteker van een auto. Het voltage is zó hoog dat het teveel aan stroom ervoor zorgt dat de accu
begint te lekken, oververhit, ontploft en/of een brand veroorzaakt.
• Als een pas gekochte accu roestplekken vertoont, warm wordt of
niet helemaal naar behoren lijkt te werken, mag u hem niet
gebruiken. Breng hem dan meteen terug naar uw Roland dealer.
• Alvorens de accu voor het eerst op te laden moet u hem helemaal
uitputten.
• Laat een accu nooit binnen bereik van baby’s of kleine kinderen
liggen. Zorg er tevens voor dat baby’s of kleine kinderen de accu
niet uit de FBC-7 kunnen halen, terwijl hij opgeladen wordt.
• Leg aan iedereen, die de accu moet hanteren, uit hoe je hem aansluit e.d.
• Werp de accu nooit in een vuur. Verwarm hem onder geen beding.
Anders zou de isolatie namelijk kunnen smelten, zouden er giftige
gassen vrijkomen; een chemische reactie met waterstof zou een
brand kunnen veroorzaken, er zou batterijvloeistof kunnen uitlekken e.d.
• Let, tijdens het opladen, op de juiste polariteit van de accu (“+”- en
“–”-pool). Anders zou hij namelijk kunnen leeglopen en een brand
of scheikundige reacties kunnen veroorzaken. Tijdens het normale
gebruik is zoiets vrijwel uitgesloten, omdat de batterij en de kabel
maar op één manier kunnen worden aangesloten.
• Verwijder nooit de buitenbekleding van een accu en beschadig
hem nooit.
• Sla nooit op de accu en laat hem nooit vallen. De schok kan ervoor
zorgen dat de accu begint te lekken, oververhit, ontploft en/of een
brand veroorzaakt.
• De schok kan ervoor zorgen dat de accu begint te lekken, oververhit, ontploft en/of een brand veroorzaakt.
• Verwijder nooit beschermingsmechanismen of andere onderdelen.
Probeer de accu nooit te openen.
• De positieve (+) aansluiting van de batterij is van een ventilatieopening voorzien. Dat gedeelte mag u nooit vervormen of versperren. De hitte kan ervoor zorgen dat de accu begint te lekken, oververhit, ontploft en/of een brand veroorzaakt.
• De batterij mag nooit te sterk geladen worden (dus nooit langer
dan door de FBC-7 voorzien – let op de indicator). Probeer nooit
een eerder opgeladen accu nog verder op te laden. Dat kan er
namelijk voor zorgen dat de accu begint te lekken, oververhit, ontploft en/of een brand veroorzaakt.
• Als de accu na afloop van de vastgestelde termijn nog niet volledig
is opgeladen, moet u de laadprocedure stopzetten. Wanneer u een
accu te lang oplaadt, begint hij eventueel te lekken, wordt hij te
warm en/of veroorzaakt hij een brand.
• Als batterijvloeistof in uw ogen spat, moet u deze laatste meteen
met stromend kraanwater spoelen en een dokter raadplegen. De
alkalinevloeistof is bijzonder schadelijk voor uw ogen en kan er
eventueel zelfs voor zorgen dat u blind wordt.
• Als de vloeistof op uw huid of uw kleding drupt, moet u dat gebied
meteen onder stromend water uitwassen. Batterijvloeistof kan
huidletsels veroorzaken.
• Als een accu niet langer naar behoren werkt, moet u hem volgens
de in uw streek geldende milieubepalingen weggooien.
• Als de accu begint te lekken, verkleurt of begint te vervormen, mag
u hem niet meer gebruiken. Hij zou immers kunnen oververhitten
en ontploffen c.q. een brand kunnen veroorzaken.
| Veilig gebruik van dit product
r
10
Page 11
A
C
E
F
3. Voorzieningen op de panelen
Bedieningorganen van de diskantsectie
B
D
B
V-Accordion
Voorzieningen op de panelen
J
r
I
K
L
G
A
DATA/ENTER-regelaar
Met deze regelaar kunt u waarden invoeren, menu-items
en “shortcuts” kiezen door eraan te draaien. U kunt er
tevens op drukken (ENTER) om een instelling te bevestigen
of om naar een andere parameter in het display te springen.
B
UP/DOWN-knoppen
Op de hoofdpagina dienen
zen van 6 belangrijke functies: TRANSPOSE (druk één keer
op
[UP]
), MUSETTE DETUNE (2x
[UP]
), ORCHESTRA VOLUME (druk één keer op
ORCHESTRA BASS VOLUME (2x
TON NOISE (3x
Na het oproepen van het MENU kunt u met
[DOWN]
[DATA÷ENTER]
C
EXIT/JUMP-knop
Met de
gina (d.w.z. de pagina die tijdens het spelen op de FR-7/
FR-5 wordt getoond). Na keuze van een menufunctie keert
u met een korte druk op
niveau. Druk er daarna nog eens op om naar de hoofdpagina te gaan.
Door
[EXIT÷JUMP]
pagina wordt afgebeeld, activeert u de JUMP-functie (zie
blz. 35).
D
MENU/WRITE-knop
Met deze knop kunt u het MENU van de FR-7/FR-5 selecteren waar u toegang hebt tot de beschikbare functies. Houd
[MENU÷WRITE]
ren. Daarmee kunt u instellingen opslaan.
E
VOLUME-regelaar
Met deze regelaar stelt u het algemene volume van de
V-Accordion in.
[DOWN]
waarden invoeren (zelfde functie als de
-regelaar).
[EXIT÷JUMP]
ingedrukt om de WRITE-functie te active-
[UP]
en
[DOWN]
[UP]
[DOWN]
).
-knop gaat u terug naar de hoofdpa-
[EXIT÷JUMP]
ingedrukt te houden, terwijl de hoofd-
voor het kie-
), SCALE TUNING (3x
[DOWN]
) en VALVE & BUT-
[UP]
en
terug naar een hoger
M
H
F
BALANCE-regelaar
Hiermee stelt u de balans tussen de bas (“Bass”) en diskantsectie (“Treble”) in. Draai hem naar “BASS” om het volume
van de diskantsectie te verminderen. Draai hem naar “TREBLE” om het volume van de bassectie te verminderen.
G
SET-knoppen
Via deze twee knoppen hebt u toegang tot de 40 Setgeheugens. Elke Set bevat geschikte instellingen voor de 14
Treble-, 7 Bass-, 7 Free Bass-registers, 22 orkestklanken en
7 orkestbasgeluiden.
),
H
Diskantregisters
De diskantsectie biedt de volgende 14 schakelaars (“registers”):
1Bassoon8Master
2Bandon9Musette
3Cello10 Celeste
4Harmon11 Tremolo
5Organ12 Clarinet
6Accord13 Oboe
7Violin14 Piccolo
Via het
[ORCHESTRA]
aan de 22 interne orkestklanken toe. Activeer het en druk
vervolgens op één van de registers 1~13 om de gewenste
klank te kiezen (“BRASS”, “SAX”, “WIND”, “HARMONICA”,
“VIOLIN” enz.). Druk op
functie” van de registers 1~14 te kiezen.
Opgelet: In de Orchestra-mode hebt u met de eerste 9 registers toegang tot twee klanken (A/B) van de familie wier naam
boven het register staat. Om een “B”-klank te kiezen moet u
twee keer op het betreffende register klikken.
Houd
[ORCHESTRA]
9~14 drukt om de Link-functies in te schakelen (zie blz. 43)
of een Orchestra-mode te kiezen (zie blz. 25).
-register wijst u de Treble-registers
[CANCEL]
ingedrukt, terwijl u op een register
om weer de “accordeon-
11
Page 12
FR-7/FR-5 V-Accordion
Voorzieningen op de panelen | Bedieningspaneel van de basknoppen
I
POWER-knop
Druk op deze knop om de V-Accordion in (knop licht op) of
uit te schakelen (dooft).
Opgelet: Als u langer dan 10 minuten niet op de FR-7/FR-5
speelt, wordt hij automatisch uitgeschakeld om energie te
besparen. Dat kunt u echter veranderen (zie blz. 62).
J
SORDINA-schakelaar
Via deze ON/OFF-schakelaar kunt u de simulatie van de
houten resonantiekast in- en uitschakelen.
Bedieningspaneel van de basknoppen
N
K
DELAY-regelaar
De FR-7/FR-5 bevat drie digitale effecten die simultaan
kunnen worden gebruikt. Met deze regelaar stelt u het
volume van het delay-effect (echo) in (zie blz. 58).
L
CHORUS-regelaar
Met deze regelaar stelt u het volume van het choruseffect
in (zie blz. 56).
M
REVERB-regelaar
Met deze regelaar stelt u het volume van het galmeffect
(reverb) in (zie blz. 55).
N
Basregisters
Met deze schakelaars kunt u de gewenste basmix instellen.
De beschikbare voetmaten zijn:
1
2
3
4
Druk de laatste drie registers (als u erop kijkt) samen in om
de Orchestra Bass-sectie in of uit te schakelen (zie blz. 27).
2’
4’
8-4’
16’/8’/8-4’/4’/2’
8’/4’/2’
5
16’/8’/8-4’
6
7
16’/2’
Display en masterbar
PO
O
ORCH BASS-registers
Druk de laatste drie registers (wanneer u erop kijkt) samen
in om de Orchestra Bass-mode te selecteren. Druk opnieuw
op de laatste drie registers om weer de normale basmode
te kiezen.
P
FREE BASS-registers
Druk de eerste drie (“FREE BASS”) registers (wanneer u erop
kijkt) samen in om de Free Bass-mode te selecteren. De
FR-7/FR-5 bevat verschillende systemen voor deze mode
(zie blz. 61). Druk nog een keer op de eerste drie registers
om naar de normale basmode terug te gaan.
Q
Masterbar
In de meeste gevallen dient deze
balk (die u kunt indrukken) voor het
oproepen van het toegewezen diskantregister. In de Dual-, High- of
Low-mode kunt u er de orkestsectie
mee in- en uitschakelen.
R
Display
Het display van de FR-7/FR-5 houdt
P
u op de hoogte van de status.
Q
r
12
Page 13
Aansluitingspaneel
V-Accordion
Aansluitingspaneel
r
R
S
TO FBC-7-connector
Gebruik de bijgeleverde kabel voor het verbinden van deze
connector met de FBC-7 voeding/pedalenbak/batterijlader.
Dat kan in de volgende gevallen noodzakelijk zijn:
• Voor het voeden van de FR-7/FR-5 zonder de batterij te
gebruiken. Vaak hoeft is dat waarschijnlijk overbodig,
omdat de bijgeleverde batterij (FR-7) zo’n 8 uur meegaat.
Opgelet: Zie “Aansluiten van de FBC-7” op blz. 31 voor details
over het juiste gebruik van de batterij.
Indien u de 19-pin-kabel aansluit, mag u de FR-7/FR-5
nooit op z’n kant zetten, wanneer u hem niet gebruikt.
• Zet de V-Accordion altijd op zijn rubberen poten om schade
aan de 19-pin-stekker te voorkomen.
• Behandel de FR-7/FR-5 altijd met de nodige zorg en wees
bijzonder voorzichtig met de kabel om te voorkomen dat de
19-pin-kabel stuk gaat of vervormt.
• Als u de FR-7/FR-5 op uw schoot zet, moet u zorgen dat de
19-pin-kabel zich tussen uw benen bevindt (dus niet naar
buiten is gedraaid) om hem niet onnodig te beschadigen.
S
• Om bepaalde functies met de voet te bedienen (zie blz. 31).
• Om de FR-7/FR-5 als MIDI-stuurbron te gebruiken (alleen
de FBC-7 heeft MIDI-aansluitingen).
T
OUTPUT L/MONO & R/MONO-connectors
Deze connectors kunt u op een externe versterker, een
mengpaneel of een draadloos systeem aansluiten.
Als u beide connectors aansluit, worden de audiosignalen
van de FR-7/FR-5 in stereo weergegeven. Gebruikt u maar
één kabel (die u op de “L”- of “R”-connector aansluit), dan
is de audioweergave van de FR-7/FR-5 mono.
Opgelet: Als u geen draadloos systeem wilt gebruiken, is het
slimmer de FR-7/FR-5 via de FBC-7 op een externe versterker
aan te sluiten.
Opgelet: De luidsprekers van de FR-7 worden niet uitgeschakeld, wanneer u hier één of twee kabels aansluit.
U
PHONES-connector
Hier kunt u een stereohoofdtelefoon (Roland RH-25,
RH-50 of RH-200) aansluiten. Zodra u een hoofdtelefoon
aansluit, worden de luidsprekers van de FR-7 uitgeschakeld.
T
Aansluitingen van de FBC-7
ABCDEF
A
POWER ON-schakelaar
Druk hierop om de FBC-7 (maar niet de FR-7/FR-5) in en uit
te schakelen.
B
AC-aansluiting
Hier moet u het bijgeleverde netsnoer aansluiten. Zie ook
blz. 15.
C
MIDI THRU/OUT/IN-connectors
Via deze connectors kunt u de FR-7/FR-5 op externe MIDIapparaten aansluiten (zie blz. 66).
D
OUTPUT R/MONO & L/MONO-connectors
Verbind deze connectors met een externe versterker of een
mengpaneel. Voor stereogebruik moet u beide connectors
aansluiten.
E
EXPRESSION PEDAL-connector
Hier kunt u een optioneel zwelpedaal van de EV-serie aansluiten (zie blz. 31).
F
TO FR7/5V-ACCORDION-connector
Gebruik de bijgeleverde 19-pin-kabel om deze connector
met uw FR-7/FR-5 te verbinden (zie blz. 31).
Opgelet: Zie “Werken met de FBC-7” op blz. 31 voor bijkomende functies van de FBC-7.
13
Page 14
FR-7/FR-5 V-Accordion
Voorbereidingen | Aansluitingen
4. Voorbereidingen
Aansluitingen
De FR-7 werkt ook, wanneer u hem noch op een versterker, noch op de FBC-7 voeding/pedalenbak/lader aansluit. Een
FR-5 zonder optionele batterij moet u evenwel op de bijgeleverde FBC-7 aansluiten.
FR-7/FR-5 op de FBC-7 aansluiten
Als u geen batterij bezit (FR-5) of er niet mee
wilt werken (FR-7), moet u de V-Accordion via
de bijgeleverde kabel op de FBC-7 aansluiten.
Die kabel voedt de FR-7/FR-5, zendt pedaalcommando’s en stuurt de audiosignalen van de
FR-7/FR-5 naar de OUTPUT L/MONO- & R-connector van de FBC-7.
In dat geval hoeft u de OUTPUT-connectors van
de FR-7/FR-5 niet eens met een externe versterker te verbinden.
Sluit de FR-7/FR-5 zoals in de afbeelding
getoond aan.
Opgelet: Deze verbinding moet u hanteren, wanneer
u de MIDI-functies van de FR-7/FR-5 wilt gebruiken
(zie blz. 66).
De geluiden van de FR-7/FR-5 hanteren een bijzonder natuurlijke stereoplaatsing. Als u de
V-Accordion op een mengpaneel aansluit, moet u
de PAN-regelaar van de ingang, waarop u de
OUTPUT L-connector (diskantsectie) hebt aangesloten, op “11 uur” zetten; draai de PAN-regelaar
van de ingang, waarop u de OUTPUT R-connector
(bas- & akkoordsectie) hebt aangesloten, naar “3
uur”. Ongeveer zo: . Die instelling kunt
u echter wijzigen (zie blz. 61).
T
B/C
Gebruik de bijgeleverde
19-kabel.
Opgelet: Vergeet niet de AC-connector van de FBC-7 op een stopcontact aan te sluiten.
L/MONO + R/MONO
INPUT
L + R
OUTPUT
OUTPUT-connectors gebruiken
Als u met de bijgeleverde (FR-7) batterij werkt en de FR-7/FR-5 op een
PA-systeem of een mengpaneel
moet aansluiten, gebruikt u het best
een draadloos systeem om geen
overdreven lange signaalkabels te
hoeven gebruiken.
De FR-7 bevat een luidsprekersysteem en hoeft dus niet altijd op een
externe versterker te worden aangesloten. Voor de FR-5 hebt u echter
wel een audioverbinding nodig.
Zolang u hem niet van een optionele
batterij voorziet, moet u hem
immers op de FBC-7 aansluiten (zie
hierboven).
U zou ook met een hoofdtelefoon
(Roland RH-25, RH-50 of RH-200)
kunnen werken. Als u een hoofdtelefoon op de FR-7 aansluit, worden zijn luidsprekers uitgeschakeld.
Opgelet: De OUTPUT-connectors van de FR-7/FR-5 zijn zelfs beschikbaar, wanneer u de FR-7/FR-5 met de FBC-7 verbindt. Sluit ze echter nooit
op de andere connectors van de FBC-7 aan, omdat dat niet werkt.
Gebruik hetzij een lange signaalkabel (10m of meer), hetzij een optioneel
draadloos systeem (aanbevolen).
OUTPUT
L/MONO + R/MONO
r
INPUT
L + R
14
Page 15
In- en uitschakelen
De werkwijze voor het inschakelen wordt bepaald door het
gebruik van een batterij of de FBC-7 Foot Pedal/DC Power/
Battery Charger Unit.
Opgelet: Gebruik uitsluitend de bij de FR-7 geleverde of een
gelijkwaardige batterij die u bij uw Roland-dealer gekocht hebt.
Door andere batterijen te gebruiken kunt u zowel de FR-7/FR-5
als de FBC-7 beschadigen. Roland is niet aansprakelijk voor
schade die te wijten is aan batterijen die niet uitdrukkelijk werden
aanbevolen. Dergelijke schade valt trouwens niet onder de garantiebepalingen van Roland.
Als u een batterij en geen externe versterking
gebruikt (alleen FR-7)
(1) Druk op de
[POWER]
-knop om de FR-7 in te schakelen.
(7) Druk nog een keer op de
FR-5
[POWER]
(hij dooft weer).
[POWER]
V-Accordion
-knop van de FR-7/
r
In- en uitschakelen
Als u met de FBC-7 werkt
Als de FR-7/FR-5 via de bijgeleverde FBC-7-eenheid wordt
gevoed, moet u als volgt te werk gaan:
(1) Sluit de FR-7/FR-5 met behulp van de 19-kabel aan op
de FBC-7.
(2) Verbind de AC INLET-connector van de FBC-7 met een
stopcontact dat aan alle vereisten beantwoordt (zie
blz. 81).
Naar een stopcontact
Opgelet: U zou ook een hoofdtelefoon kunnen aansluiten.
(2) Begin te spelen (zie “Eerste kennismaking” op blz. 17).
(3) Druk opnieuw op de
[POWER]
-knop (zodat hij dooft),
wanneer u klaar bent.
Wanneer u een batterij en een audioverbinding
met een extern apparaat gebruikt
De FR-5 moet altijd op een versterker worden aangesloten
(tenzij u voldoende hebt aan een hoofdtelefoon), terwijl u
tevens de FBC-7 moet gebruiken.
Opgelet: U zou ook een draadloze zender bij uw Roland-dealer kunnen kopen en hem op de OUTPUT-connectors van de
FR-7/FR-5 kunnen aansluiten.
(1) Zet het volume van het ontvangende audioapparaat op
de minimumwaarde.
U zou het ook gewoon kunnen uitschakelen.
(2) Verbind de OUTPUT-connectors van de FR-7/FR-5 via
twee 1/4”-gitaarkabels met het externe audioapparaat.
Opgelet: U zou ook een hoofdtelefoon op de PHONES-connector kunnen aansluiten. Dan hebt u geen audioverbinding
nodig.
(3) Druk op de
te schakelen.
Het -icoontje betekent dat de FR-7/FR-5 op batterijen
werkt (en houdt u tevens op de hoogte van de resterende
batterijspanning).
(4) Schakel het ontvangende audioapparaat in.
(5) Begin te spelen (zie “Eerste kennismaking” op blz. 17).
—Uitschakelen van uw systeem—
(6) Zet het volume van het ontvangende audioapparaat op
de minimumwaarde of schakel het uit.
[POWER]
-knop (licht op) om de FR-7/FR-5 in
De FBC-7 mag alleen op een stopcontact worden aangesloten dat aan de vereisten (zie de onderkant van de
eenheid) voldoet. Meer details over de voeding vindt u
op blz. 81.
(3) Zet het volume van het ontvangende audioapparaat op
de minimumwaarde.
U zou het ook gewoon kunnen uitschakelen.
(4) Verbind de OUTPUT-connectors van de FBC-7 met het
externe audioapparaat (versterker, mixer enz.).
Hoewel u ook de OUTPUT-connectors van de FR-7/FR-5 zou
kunnen gebruiken, is dat waarschijnlijk alleen nodig, wanneer u met een draadloos systeem werkt. Het werken met
de OUTPUT-connectors van de FBC-7 heeft namelijk het
voordeel dat u maar één kabel op de FR-7/FR-5 en de
FBC-7 hoeft aan te sluiten.
(5) Druk op de
[POWER¥ON]
-knop om de FBC-7 uit te scha-
kelen.
De POWER ON-indicator op het bedieningspaneel van de
FBC-7 licht rood op.
15
Page 16
FR-7/FR-5 V-Accordion
Voorbereidingen | Luisteren naar de demosongs
(6) Druk op de [POWER]-knop (licht op) om de FR-7/
FR-5 in te schakelen.
Het -icoontje in het display betekent dat de FR-7/FR-5
door de FBC-7 gevoed wordt.
(7) Schakel het ontvangende audioapparaat in.
(8) Begin te spelen (zie “Eerste kennismaking” op blz. 17).
—Uitschakelen van uw systeem—
(9) Zet het volume van het ontvangende audioapparaat op
de minimumwaarde of schakel het uit.
(10) Druk nog een keer op de
FR-5 om te zorgen dat hij dooft.
(11) Schakel de FBC-7 uit.
[POWER]
-knop van de FR-7/
Luisteren naar de demosongs
Eén van de verrassende aspecten van uw V-Accordion is wellicht dat hij ook helemaal alleen kan spelen! Hij bevat
immers een reeks demosongs die de verschillende klanken en toepassingen ten tonele voeren. Laten we daar dus eerst
naar luisteren.
(1) Schakel de FR-7/FR-5 in.
Zie “In- en uitschakelen” op blz. 15. Het display ziet er
ongeveer als volgt uit:
Laten we deze pagina de “hoofdpagina” noemen.
Opgelet: Indien nodig, kunt u een korte boodschap programmeren die bij het inschakelen van de FR-7/FR-5 verschijnt.
(2) Houd SET
gende displaypagina te gaan:
[√]
en
[®]
samen ingedrukt om naar de vol-
(3) Indien nodig, kunt u met de SET [√][®]-knoppen een
De weergave begint automatisch vanaf de eerste demosong (er zijn 21 demosongs).
r
16
Page 17
Eerste kennismaking
Secties van de FR-7/FR-5
Alvorens u te tonen wat de FR-7/FR-5 allemaal in z’n mars heeft
willen we de verschillende “secties” van uw V-Accordion even voorstellen om zijn structuur te verduidelijken.
De FR-7/FR-5 is een “virtuele” accordeon. Die term hebben we aan
synthesizers ontleend, die de geluiden van andere synthesizers met
een andere technologie simuleren (vandaar benamingen zoals “virtueel-analoge synthesizer” e.d.).
De FR-7/FR-5 genereert de geluiden van verschillende accordeoninstrumenten (het “virtuele” gedeelte) en kan zelfs orkestklanken,
zoals trompet, fluit e.d. voortbrengen (synthesizer-gedeelte).
De in de afbeelding rechts getoonde secties bevatten verschillende
functies die u kunt instellen. Die functies gaan we vanaf nu gewoon
“parameters” noemen.
Met de parameters kunt u bepaalde aspecten van de FR-7/
FR-5-“sound” wijzigen: zo kunt u een Franse musette, een Italiaanse accordeon enz. kiezen, bepalen hoe “vals” de virtuele
tongen mogen staan, digitale effecten toevoegen enz. Elke
sectie heeft aparte parameters, zodat u zo lang aan het geluid
kunt sleutelen tot “uw” accordeon helemaal naar uw zin is.
Die instellingen kunt u opslaan en telkens weer voor dat
bepaalde genre c.q. nummer oproepen. U hoeft de parameters
dus maar één keer in te stellen.
De verschillende secties vallen onder de koepel van zgn.
“Sets”. Waarom dat nu weer? Omdat u dan telkens maar één
geheugen (de bewuste Set) hoeft te kiezen om de instellingen
van alle secties op te slaan of te laden.
Set 40
Set 3
COMMON
Reverb
Chorus
Delay
Name
Icon
Master Bar
Set 2
Set 1
Als u niet vies bent van wat programmeren, kunt u er echter
ook voor zorgen dat elk register een compleet ander instrument vertegenwoordigt, zodat de overkoepelende Set a.h.w.
een container (de eerder vermelde kofferbak) voor verschillende accordeongeluiden wordt.
Een ander voordeel van de Set-structuur is dat u tevens drie
effecten (reverb, chorus, delay), die telkens voor alle secties
gelden, anders kunt instellen.
Oh ja… de Sets kunt u met de SET
FR-7/FR-5 en de SET-voetschakelaars (
kiezen (als deze laatste op de FR-7/FR-5 is aangesloten).
Masterbar
Treble-sectie
Eén mogelijkheid: elk Trebleregister vertegenwoordigt
een ander instrument.
Treble 2:
Italian
Treble 1:
Bandoneon
V-Accordion
r
Eerste kennismaking
Bass-, Orchestra
Bass- & Free Basssectie
Bass-, Orchestra Bass- &
Free Bass-registers
Treble 14:
Cajun
Dit systeem geldt
tevens voor de Bass-,
Free Bass-, Orchestra
Bass- en Orchestra-sectie.
[√][®]
-knoppen van de
[1], [2]
) van de FBC-7
Treble
1~14
Bass
1~7
Free Bass
1~7
Orch. Bass
1~7
Orchestral
1~22
Bij levering bevatten de 40 Set-geheugens al bruikbare instellingen. U kunt ze echter door uw eigen instellingen vervangen. (En als 40 Sets wat aan de krappe kant zijn, kunt u via
MIDI nieuwe geheugens opslaan en laden, zie blz. 75).
“Sets” zijn zowat de kofferbak van een auto waarin tal van
instrumenten liggen (bandoneon, musette enz.). Die instrumenten kunt u via de registers oproepen.
Er zijn 14 Treble-geheugens, 7 Bass-, Free Bass- en Orchestra
Bass-registers en 22 Orchestra-registers. Met uitzondering
van de orkestklanken kunnen de registers hetzelfde doen als
op een akoestische accordeon. Dan dienen ze voor het wijzigen van de voetmaatcombinaties.
17
Page 18
FR-7/FR-5 V-Accordion
Voorbereidingen | Eerste kennismaking
Easy- of Full-mode kiezen
Aanvankelijk start de FR-7/FR-5 in de “Easy”-mode op. In die
mode kunt u alleen de belangrijkste parameters selecteren.
Het voordeel daarvan is dat u niet meteen wordt bedolven
onder de mogelijkheden van de FR-7/FR-5. Daar staat echter
tegenover dat u bepaalde (weliswaar betrekkelijk “specialistische” parameters) niet eens kunt selecteren.
Om alle mogelijkheden van de FR-7/FR-5 te benutten moet u
de “Full”-mode kiezen:
(1) Schakel de FR-7/FR-5 in.
Zie “In- en uitschakelen” op blz. 15. Het display ziet er
ongeveer als volgt uit:
Laten we deze pagina de “hoofdpagina” noemen.
(2) Houd de
als volgt uitziet:
[EXIT÷JUMP]
-knop ingedrukt tot het display er
(6) Druk op
gen.
De FR-7/FR-5 vraagt nu of u deze wijziging wilt opslaan.
[EXIT÷JUMP]
om naar de hoofdpagina te sprin-
(3) Druk op register
gaan:
(4) Druk op de
(5) Draai aan de
[DOWN]
“Easy” (alleen de belangrijkste parameters tonen) te kiezen.
[8]
en
[2]
om naar de volgende pagina te
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
-knoppen om “Full” (alle parameters tonen) of
-regelaar.
-regelaar of druk op de
[UP]
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen op
te slaan moet u als volgt tewerk gaan. (Wilt u ze niet opslaan,
dan draait u aan de
zen en drukt u vervolgens op de
Om uw wijziging op te slaan:
(7) Druk op de
woordt nu met:
Opgelet: De GLOBAL-pagina bevat alle parameters die in het
Global-geheugen worden opgeslagen (er is maar één zo’n
geheugen).
(8) Druk op de
te slaan. Het display bevestigt dit even:
/
Opgelet: Als u “NO” hebt gekozen, worden de Global-instellingen maar zo lang gehanteerd tot u de FR-7/FR-5 uitschakelt
(of de instellingen opnieuw wijzigt).
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
[MENU÷WRITE]
-regelaar om “NO” te kie-
[DATA÷ENTER]
-regelaar. Het display ant-
-knop om uw wijzigingen op
-regelaar.)
r
18
Page 19
V-Accordion
Over de hoofdpagina
r
Over de hoofdpagina
Waarschijnlijk hebt u al lang gemerkt dat de FR-7/FR-5 er eigenlijk uitziet zoals een gewone accordeon – behalve dan dat
er wat meer knoppen en regelaars zijn. Het display toont telkens informatie over de gehanteerde instellingen.
Wat er precies in het display verschijnt, hangt af van de gekozen functie. Na het inschakelen van de FR-7/FR-5 of wanneer
u verschillende keren op de
schijnt de hoofdpagina. In bepaalde gevallen verschijnt de
hoofdpagina na het wijzigen van een parameter automatisch.
Die pagina moet afgebeeld worden, als u op de FR-7/FR-5 wilt
spelen zonder zijn “interne” instellingen te wijzigen.
Een typische hoofdpagina ziet er bv. als volgt uit:
[EXIT÷JUMP]
-knop drukt, ver-
ABCD
E
G
F
De precieze inhoud verschilt naar gelang de momenteel gekozen Set evenals de instellingen van de speelhulpen en secties.
De velden
A~H
zijn echter altijd aanwezig:
A Gekozen orkestregister (hier “12”).
B Orchestra-mode.
C Voeding (hier de batterij).
Als u met een batterij werkt, wordt hier de resterende lading afgebeeld.
D Nummer van de momenteel gekozen Set.
E Gekozen diskantregister (hier “10”).
F Bass-, Free Bass- of Orchestra Bass-register (hier
“4”).
U kunt telkens maar één van de twee bassecties
(“Free Bass” of “Bass”) gebruiken.
G Partkeuze-indicator. Vertelt u of het diskantklavier
momenteel aan de accordeon- of de orkestklank
toegewezen is.
Opgelet: Meestal verandert de in het display getoonde informatie, wanneer u aan een regelaar draait of op een knop drukt.
Even later verschijnt dan waarschijnlijk echter weer de hoofdpagina.
19
Page 20
FR-7/FR-5 V-Accordion
Voorbereidingen | De secties van de FR-7/FR-5
De secties van de FR-7/FR-5
Nu wordt het tijd dat we wat met de FR-7/FR-5 gaan doen, omdat u hem tenslotte daarvoor hebt gekocht. Laten we de
secties één voor één overlopen.
Treble-sectie (diskant)
De Treble-sectie bespeelt u via het 41
toetsen tellende “pianoklavier”.
Welke klank u dan hoort, wordt
bepaald door het laatst ingedrukte
register (1~14). Deze sectie kunt u
voor het spelen van een accordeonc.q. een orkestklank –of zelfs beide–
gebruiken.
(1) Sluit de FR-7/FR-5 (indien nodig)
aan en schakel hem in.
Zie blz.14 en 15.
(2) Hang de FR-7/FR-5 om, druk op
een diskantregister en speel op het “pianoklavier”.
Hoewel de FR-7/FR-5 een elektronisch muziekinstrument
is, hoort u enkel wat u speelt, wanneer u de balg heen en
weer beweegt. Zolang de balg niet beweegt, hoort u niets
(net zoals op een akoestische accordeon).
Opgelet: Waneer de FR-7/FR-5 via MIDI wordt aangestuurd,
hoeft u de balg niet in te drukken c.q. uit te trekken.
(3) Druk op één van de registers om een andere klank te kie-
zen.
Het display bevestigt uw keuze en toont welke voetmaat u
gekozen hebt.
Zwarte cirkels betekenen dat de Cassotto-functie (zie
blz. 41) uitgeschakeld is. Holle cirkels betekenen dat de Cassotto-functie actief is. Ziehier wat de registers en de gegevens in het display betekenen (zoals gezegd, kunnen de
punten zwart of wit zijn):
Diskantregisters
1Bassoon8Master
2Bandon9Musette
3Cello10Celeste
4Harmon11Tremolo
5Organ12Clarinet
6Accord13Oboe
7Violin14Piccolo
Het TREBLE-veld op de hoofdpagina toont het nummer van
het momenteel gekozen register:
Deze indicaties slaan op de octaven (verticale richting,
) en het aantal licht ontstemde tongen, die worden
gebruikt (horizontale richting, ). De ontstemde tongen
zijn alleen voor het centrale register (8’) beschikbaar.
2
2 / '
1
5 / '
3
3
8–'4'
8'16' 8+'
(4) Vindt u het volume wat te hard of te zacht, dan kunt u
de instelling met de
(5) Hoort u de diskantnoten nog steeds niet, dan moet u de
[BALANCE]
Met deze regelaar bepaalt u de balans tussen het Treble- en
Bass-register. Als hij zich helemaal bij “BASS” bevindt, hoort
u de Treble-sectie niet meer. Wanneer u de balans wijzigt,
bevestigt het display die instelling even:
-regelaar in het midden zetten.
[VOLUME]
-regelaar wijzigen.
r
20
Page 21
V-Accordion
Treble-sectie (diskant)
r
(6) Kies met de SET
[√][®]
-knoppen een andere Set en speel
opnieuw een paar noten.
Het nummer van de gekozen Set verschijnt rechtsboven in
het display. Sets kunt u ook met de SET-voetschakelaars
van de FBC-7 kiezen:
■Sordina gebruiken
Met de
[SORDINA]
-schakelaar kunt u het geluid
zachter zetten. Op een
akoestische accordeon
sluit u hiermee de resonantiekamer binnenin het
instrument.
De FR-7/FR-5 simuleert dit
effect op een elektronische
manier (hij bevat namelijk
geen enkele tong).
Het display bevestigt even
dat de Sordina actief is:
Opgelet: De Sordina geldt alleen voor de Treble-sectie.
Opgelet: Als u een orgelgeluid (8A~9B) aan het diskantregister
toevoegt (door de orkestsectie te activeren), is de Sordinafunctie tijdelijk niet beschikbaar. De orgelgeluiden gebruiken
namelijk een Rotary-effect dat de Sordina-functie tijdelijk op
non-actief zet (en de modulatie van een draaiende orgelluidspreker toevoegt). Via de aftertouch kunt u afwisselend de
hoge en de trage Rotary-snelheid kiezen. “Aftertouch” wordt
gegenereerd, wanneer u een toets na de eigenlijke aanslag nog
verder indrukt.
■Digitale effecten van de FR-7/FR-5 gebruiken
Tijdens het spelen op het diskantklavier hebt u wellicht
gehoord dat de accordeongeluiden met effecten (waarschijnlijk galm) worden bewerkt. Misschien is u tevens
opgevallen dat de effecten na het kiezen van een andere
Set anders klinken. Dat komt omdat de effectinstellingen
deel uitmaken van de parameters, die u voor elke Set apart
kunt opslaan.
De FR-7/FR-5 bevat 3 digitale
effecten:
Reverb:
Dit effect wekt de indruk
dat u in een concertzaal, kerk of
kamer zit te spelen. Het zorgt voor
meer “diepte”.
Chorus:
Dit effect wekt de indruk
dat verschillende instrumenten van
hetzelfde type dezelfde partij aan
het spelen zijn (en doet dus denken
aan het gebruik van verschillende
licht ontstemde tongen).
Delay:
Dit effect herhaalt de signalen en zorgt dus voor
echo’s. Korte intervallen (het zgn. “slapback”-effect) leveren
een effect op dat op galm lijkt. Langere intervallen daarentegen zorgen voor echte echo’s.
Met de regelaars
[DELAY], [CHORUS]
en
[REVERB]
kunt u
het volume van deze drie effecten instellen. Draai ze helemaal naar links (naar de kleine stip), als u het effect niet
nodig hebt.
Draai ze naar rechts (grote stip) om het effectvolume te
verhogen.
Opgelet: De instellingen van deze regelaars gelden voor alle
secties en Sets.
Eens u de parameters van de FR-7/FR-5 wat beter kent, zal
u beseffen dat deze regelaars eigenlijk alleen als redder in
de nood (d.w.z. op de bühne) bedoeld zijn. U kunt het
effectniveau namelijk voor elke sectie apart instellen en de
regelaars
[DELAY], [CHORUS]
en
[REVERB]
dus gewoon in
het midden laten staan, omdat de hoeveelheid effect bij
het kiezen van een andere Set automatisch verandert.
Opgelet: In bepaalde gevallen hoort u geen verschil, wanneer
u aan een regelaar draait. Dat houdt dan verband met de Send
Level-instelling van de secties (zie bv. blz. 42). Het betekent dat
de betreffende sectie dat effect niet aanspreekt (en er dus geen
signaal naartoe stuurt). Zelfs door de betreffende regelaar op
de maximumwaarde te zetten verandert u dan dus niets aan
het geluid.
21
Page 22
FR-7/FR-5 V-Accordion
Voorbereidingen | De secties van de FR-7/FR-5
Bassectie
De Bass-sectie bespeelt u via de “Stradella”-knoppen.
Met de knoppen van deze sectie kunt u zowel basnoten als
akkoorden spelen. De akkoorden hanteren dezelfde klank
(register) als de basnoten – vandaar de naam van deze sectie.
De “echte” basnoten zijn aan de twee aangeduide rijen toegewezen. Met de overige knoppen speelt u akkoorden.
De FR-7/FR-5 wordt met verschillende referentiekappen (concaaf en met lijnen) geleverd om u bij het vinden van de basen akkoordknoppen te helpen zonder er de hele tijd naar te
kijken. Bij levering zijn de hieronder in het zwart getoonde
knoppen van dergelijke kappen voorzien. Indien nodig, kunt u
ze verwijderen en op andere knoppen schuiven, als u dat prettiger vindt.
ORCH BASS
FREE BASS
Het display bevestigt uw keuze en toont welke voetmaat u
gekozen hebt:
2'
4'
8-4'
8'
16'
Deze indicaties slaan op de octaven (verticale richting) en
het aantal licht ontstemde tongen, die worden gebruikt
(horizontale richting).
Het BASS-veld op de hoofdpagina toont het nummer van
het momenteel gekozen register:
Opgelet: U kunt ook verschillende registers tegelijk activeren
om een voller geluid te bekomen.
(4) Vindt u het volume wat te hard of te zacht, dan kunt u
(*) Dit kunt u veranderen in 3 bas- en 3 akkoordrijen. Zie “8.5 Bass &
Chord Mode” op blz. 61.
Basknoppen
De kappen zien er als volgt uit:
Omhoog trekken om te kunnen verwijderen
Referentiekap
Op de knop schuiven
Het door de bassectie voortgebrachte geluid wordt bepaald
door het laatst ingedrukte register. Deze sectie kunt u als
“accordeon”, voor het spelen van een orkestklank of zelfs
beide gebruiken.
(1) Sluit de FR-7/FR-5 (indien nodig) aan en schakel hem in.
Zie blz.14 en 15.
(2) Hang de FR-7/FR-5 om, druk op een register en speel op
het basklavier (knoppen).
Hoewel de FR-7/FR-5 een elektronisch muziekinstrument
is, hoort u enkel wat u speelt, als u de balg heen en weer
beweegt.
(3) Druk op één van de registers om een andere klank te kie-
zen.
ORCH BASS
FREE BASS
(5) Als u de gespeelde bas- en akkoordnoten nog steeds niet
hoort, moet u de stand van de
[BALANCE]
-regelaar wij-
zigen.
Met deze regelaar bepaalt u de balans tussen de Treble- en
de Bass-registers. Als u hem helemaal naar TREBLE draait,
hoort u de Bass-sectie niet meer.
(6) Kies met de SET
[√][®]
-knoppen een andere Set en speel
opnieuw een paar noten.
r
22
Page 23
V-Accordion
r
Bassectie
Het nummer van de gekozen Set verschijnt rechtsboven in
het display. Sets kunt u ook met de SET-voetschakelaars
van de FBC-7 kiezen.
■Spelen in de Free Bass-mode
De FR-7/FR-5 biedt ook een Free Bass-mode, die vooral
door professionals wordt gebruikt, die de noten van de linkerhand (bassectie) liever op een andere manier spelen.
Misschien gaat u hem nooit gebruiken, maar experimenteren mag u er wel mee…
Opgelet: Zie blz. 61 voor het kiezen van het nootsysteem dat
in de Free Bass-mode wordt gehanteerd. Die instelling geldt
voor alle Sets.
(1) Druk de drie “FREE BASS”-registers samen in.
ORCH BASS
FREE BASS
Het display antwoordt nu met:
■Digitale effecten van de FR-7/FR-5 gebruiken
Tijdens het spelen met de basknoppen hebt u waarschijnlijk
gehoord dat de accordeongeluiden met effecten (waarschijnlijk galm) worden bewerkt. Misschien is u tevens
opgevallen dat de effecten na het kiezen van een andere
Set anders klinken.
De FR-7/FR-5 bevat 3 digitale effecten, die voor alle secties
gelden. Zie blz. 21 voor meer details en de manier waarop u
ze kunt instellen.
Opgelet: In bepaalde gevallen hoort u geen verschil, wanneer
u aan een regelaar draait. Dat houdt verband met de Send
Level-instelling van de secties. Het betekent dat de betreffende
sectie (of alle secties) dat effect niet aanspreekt (en er dus
geen signaal naartoe stuurt). Zelfs door de betreffende regelaar op de maximumwaarde te zetten verandert u dan dus
niets aan de sound.
8'8'
LH
16'16'
“L” slaat op het lage bereik en “H” op het hoge. De verdeling
van die bereiken verschilt naar gelang de gekozen FREE
BASS-mode. Zie ook de afbeelding op blz. 63 waar het hoge
bereik d.m.v. zwarte knoppen wordt aangeduid en het lage
bereik door witte.
Opgelet: Op blz. 61 komt u te weten hoe de basknoppen aan
de beschikbare Free Bass-noten toegewezen zijn.
(2) Kies, indien nodig, met de basregisters een andere regi-
stratie.
(3) Druk nog een keer op de drie FREE BASS-registers om
naar de normale basmode terug te gaan.
Opgelet: U kunt nog een orkestklank aan de Bass- of Free
Bass-sectie toevoegen. Zie blz. 27 voor meer details.
23
Page 24
FR-7/FR-5
Voorbereidingen
V-Accordion
| Orkestklanken gebruiken
Orkestklanken gebruiken
Uw FR-7/FR-5 bevat tevens PCM-geluiden (samples) van verschillende instrumenten, die niets met een accordeon te
maken hebben. Dankzij die klanken beschikt u zelfs zonder MIDI-apparatuur over veel meer muzikale mogelijkheden. Dat
neemt niet weg dat u daar dan nog MIDI-klankbronnen aan kunt toevoegen, die u vanop de FR-7/FR-5 aanstuurt. Zie
blz. 66 voor meer details. Laten we echter eerst kijken hoe de interne orkestklanken te gebruiken.
De Orchestra-functie van de FR-7/FR-5 omvat twee secties:
één voor het diskantklavier (“Orchestra”) en een tweede voor
de basknoppen (“Orchestra Bass”).
Voor beide klavieren kunt u instellen dat de orkestklanken
samen met de accordeongeluiden (elke noot/elk akkoord die/
dat u speelt is een combinatie van accordeon + instrumentklank) of apart (geen accordeon) worden aangestuurd.
Zodoende activeert u de Orchestra-part. Het display verandert nu (en misschien wordt bij u een andere klanknaam
afgebeeld):
Orkestklanken voor de diskantsectie (Treble)
Opgelet:
(1) Druk op het
• “SOLO” betekent dat de gelijknamige mode geselecteerd is
• “CANCEL” betekent dat de Orchestra-sectie momenteel uit
• In het TREBLE-veld ziet u een klaviericoontje. Het betekent
• De klanknaam (“Celeste”) slaat op het register dat u voor de
(2) Druk op één van de registers om de gewenste orkest-
U kunt telkens maar één orkestklank kiezen.
[ORCHESTRA]
Het display antwoordt nu met:
De pijl springt van de TREBLE- naar de ORCH-regel. Door
nu op een register te drukken kiest u een orkestklank.
Laten we even kijken naar de informatie op deze pagina:
(er zijn vier modes – zie verderop).
staat. Wanneer u op het diskantklavier speelt, hoort u
alleen de Treble-accordeon.
Wilt u daadwerkelijk een orkestklank bespelen, dan moet u
nu een klank kiezen (zie verderop).
dat het Treble-klavier momenteel aan de diskantaccordeon
is toegewezen. Het ORCH-veld bevat daarentegen geen
klaviericoontje – dit bevestigt dus de “CANCEL”-boodschap.
TREBLE-sectie (accordeon) gekozen hebt.
klank te kiezen (zie de namen onder de diskantregisters).
-register.
Vergelijk de hierboven vermelde informatie met wat u nu
ziet:
• Naast het ORCH-veld wordt nu een klanknaam
(“Ac Guitar”) afgebeeld. Die klank hoort u zo meteen, wanneer u op het diskantklavier speelt.
• Het klaviericoontje is inmiddels van het TREBLE- naar het
ORCH-veld verhuisd.
De 22 beschikbare orkestklanken en de toegewezen registers zijn:
Treble-orkestklanken
1ATrombone7AHighLand*
1BTrumpet7BZampogna*
2ATenor Sax8APercOrgan
2BAlto Sax8BJazzOrgan
3AClarinet9ARotOrgan
3BOboe9BTremOrg
4AHarmonica10ScatVoice
4BMute Harm11Mandolin
5AViolin12AcGuitar
5BPizzicato13AcPiano
6AFlute
6BPan Flute
*Zie “Over de “HighLand”- en “Zampogna”-klank” op
blz. 25.
De eerste negen registers bieden telkens toegang tot twee
klanken (“A” and “B”). Om een “B”-klank te kiezen moet u
het betreffende register opnieuw indrukken.
Als u een “B”-klank (bv. 5B “Pizzicato”) kiest, daarna op een
ander register drukt (12 “AcGuitar”) en opnieuw het vorige
register (5) kiest, roept de FR-7/FR-5 automatisch de “B”klank (“Pizzicato”) op. Die “toewijzing” onthoudt de FR-7/
FR-5 zo lang tot u hem weer uitschakelt. Als u in dit stadium klank 5A “Violin” nodig hebt, moet u opnieuw op
register
[5]
drukken.
r
24
Page 25
Orkestklanken voor de diskantsectie (Treble)
V-Accordion
r
Het display bevestigt uw keuze even en beeldt zowel de
naam van de gekozen klank als het nummer van het ingedrukte register af:
(3) Speel een paar noten op het diskantklavier.
Het diskantklavier is aanslaggevoelig. Het volume en de
klankkleur van de orkestklank verschillen dus naar gelang
de kracht/snelheid waarmee u de diskanttoetsen indrukt
(voor de klanken 11, 12 en 13).
Opgelet: De diskantaccordeon is niet aanslaggevoelig. U kunt
het volume en de klankkleur ervan echter via de snelheid,
waarmee u de balg indrukt en uittrekt, beïnvloeden (net zoals
op een “echte” accordeon).
Het diskantklavier zendt zelfs aftertouchcommando’s.
“Aftertouch” wordt gegenereerd, wanneer u een toets na
de eigenlijke aanslag nog verder indrukt. Voor bepaalde
orkestklanken (gitaar, fluit enz.) en de Treble-accordeonsectie kunt u hiermee tijdelijk de toonhoogte verlagen
(“buigen”). Als u een orgelklank kiest, dient de aftertouch
voor het omschakelen tussen de hoge en trage Rotarysnelheid.
Opgelet: Dit aftertoucheffect geldt voor alle noten, die u op
dat moment speelt. Als u een akkoord speelt en maar één toets
van de aangeslagen noten verder indrukt, verandert de toonhoogte van alle noten. (MIDI-specialisten noemen dit “kanaalaftertouch”.)
■Over de “HighLand”- en “Zampogna”-klank
Uw FR-7/FR-5 bevat twee doedelzakklanken: “HighLand” en
“Zampogna”. De instrumenten waar deze klanken op berusten hanteren één of zelfs verschillende bourdonnoten
(“dreunen”) waarover dan de melodie wordt gespeeld.
Om een vergelijkbaar effect te bereiken wordt het laagste
octaaf van het pianoklavier aan de bourdonnoten toegewezen, wanneer u één van deze klanken op de FR-7/FR-5
kiest:
Hier kunt u de melodie spelen.
• Om de momenteel klinkende bourdonnoten weer uit te
schakelen kunt u hetzij een andere toets in het grijze
gebied (om die bourdonnoot te hanteren), hetzij de toetsen
van alle klinkende noten indrukken om de dreun volledig te
stoppen.
Opgelet: Dit bourdonsysteem is alleen voor de klanken “HighLand” en “Zampogna” beschikbaar.
■Orchestra-mode selecteren
Naar gelang de instellingen van de geselecteerde Set kan
de Orchestra-part samen met de diskantaccordeon worden
bespeeld. Er bestaan vier combinaties voor het gebruik van
de Orchestra-sectie en de diskantaccordeon.
Als de Orchestra-part uit staat (CANCEL), dient de masterbar voor het selecteren van het diskantregister dat u via
“7.8 Master Bar Recall” (blz. 59) gekozen hebt.
Na het kiezen van één van de modes (DUAL, HIGH, LOW of
SOLO) en het activeren van de Orchestra-part (CANCEL
uit) dient de masterbar echter voor het in- en uitschakelen
van de Orchestra-part. In de SOLO-mode betekent dit dat
u dan afwisselend de diskantaccordeon en de orkestklank
hoort.
SOLO [14]:
Wanneer u de Orchestra-sectie activeert (zie
stap (2) hierboven), hoort u uitsluitend de gekozen orkestklank. Druk op
[CANCEL]
om naar de diskantaccordeon-
klank te gaan.
DUAL [13]:
De orkestklank wordt
aan de diskantaccordeon toegevoegd, zodat elke gespeelde noot
door beide (orkestklank en accordeon) wordt weergegeven.
Even ter herinnering: in dit geval bevatten zowel het
ORCH- als het TREBLE-veld een klaviericoontje om u erop
te wijzen dat beide aangestuurd worden.
HIGH [12]:
Nu wordt het iets ingewikkelder – maar muzikaal nóg interessanter. Als u deze mode kiest en telkens
maar één noot speelt, wordt die door de orkestklank weergegeven. Houdt u die toets ingedrukt, terwijl u links daarvan (eronder) andere noten speelt, dan wordt de hoogste
noot door de orkestklank weergegeven. Alle lagere noten
sturen echter de diskantaccordeon aan. Dit is perfect voor
situaties waarin u tegelijk met verschillende klanken
akkoorden en een sololijn wilt spelen. Ongeveer zo:
Noten van de orkestklank
Zijn aan de bourdonnoten toegewezen.
Ziehier hoe de bourdonfunctie werkt:
• Als u maar één grijze toets (zie de illustratie) indrukt, wordt
er maar één noot aangehouden. U kunt de toets meteen na
het spelen van de noot weer loslaten – de betreffende noot
blijft namelijk gewoon doordreunen.
• Als u twee (of meer) toetsen tegelijk indrukt, worden de
overeenkomstige noten aangehouden (de bourdonfunctie
is polyfoon).
Noten van de accordeon
25
Page 26
FR-7/FR-5 V-Accordion
Voorbereidingen | Orkestklanken gebruiken
LOW [11]:
komt dus van pas, wanneer de melodie (of tweede stem)
boven de noten ligt, die u wilt aanhouden.
(4) Houd de
[11], [12], [13]
selecteren.
Dit is het tegenovergestelde van “HIGH” en
Noten van de accordeon
Noten van de orkestklank
[ORCHESTRA]
of
-knop ingedrukt, terwijl u op
[14]
drukt om de gewenste mode te
(6) Druk op de masterbar, die zich net onder het diskantkla-
vier bevindt, om de orkestklank afwisselend in en uit te
schakelen.
Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit (in de HIGH- en
LOW-mode wordt hetzelfde systeem gehanteerd):
Kijk even welk veld momenteel een klaviericoontje bevat,
druk de masterbar opnieuw in en kijk nog eens naar het
display. Speel een paar noten om te snappen wat er
gebeurt.
Het display bevestigt uw keuze even (er wordt telkens maar
één van de volgende boodschappen getoond):
(5) Speel opnieuw een paar noten en luister naar het resul-
taat.
Opgelet: De keuze van de Orchestra-mode wordt in de Set
opgeslagen (zie blz. 43). Die mode wordt telkens gehanteerd,
wanneer u de Orchestra-part activeert.
■Snel toevoegen en uitschakelen van de
orkestklank
Na de Orchestra-sectie geactiveerd en een mode gekozen
te hebben kunt u bepaalde frasen met de accordeon spelen
en daar op de gewenste plaatsen een orkestklank aan toevoegen.
Met het volgende kunt u de Orchestra-part in de DUAL-,
HIGH- of LOW-mode in- en uitschakelen. De diskantaccordeon blijft echter de hele tijd actief.
■Volume van de (Treble) orkestklank instellen
Soms is de ORCHESTRA-klank (in de DUAL-, HIGH- of LOWmode) eventueel wat de luid of te stil t.o.v. de diskantaccordeon. Dan kunt er het volume van wijzigen:
(7) Druk één keer op de
(8) Stel met de
waarde in.
Dit is eigenlijk een balansparameter met een instelbereik
van –30~“Std”~+30. “Std” betekent dat de Orchestra-part
zijn “normale” volume hanteert. Met negatieve waarden (–)
zet u de orkestklank zachter en met positieve (+) harder.
De nieuwe waarde (en de overige wijzigingen, die u misschien al doorgevoerd hebt) kunt u opslaan. Zie blz. 77.
(9) Druk op de
te gaan.
[DATA÷ENTER]
[EXIT÷JUMP]
[DOWN]
-knop.
-regelaar de gewenste
-knop om naar de hoofdpagina
r
26
Page 27
V-Accordion
Orkestklanken voor de bassectie
r
■Orkestpartij uitschakelen
Om te zorgen dat enkel nog de diskantaccordeon klinkt:
(10) Druk op het
[CANCEL]
-register. Nu is de FR-7/FR-5 weer
een “doodgewone” accordeon.
Om de orkestpartij daarna opnieuw te activeren moet u
stap (1) en (2) op blz. 24 uitvoeren.
Orkestklanken voor de bassectie
De orkestbaspart kunt u aan de Bass- of Free Bass-sectie toevoegen (naar gelang welke van beide momenteel actief is, zie
blz. 22). Hier zijn er geen speciale modes (DUAL, SOLO enz.) en
kunt u de masterbar niet gebruiken om tussen de orkestbas
en de bassectie heen en weer te schakelen.
Bovendien doet de orkestbas precies wat zijn naam belooft:
hij geldt uitsluitend voor de basrijen (de knoppen die zich
het dichtst bij de balg bevinden) en kan dus niet via de
akkoordknoppen worden bespeeld.
(1) Druk de drie “ORCH BASS”-registers samen in.
ORCH BASS
[7][6][5][4][3][2][1]
Het display antwoordt nu met:
FREE BASS
■Volume van de orkestbas instellen
Soms is de orkestbasklank eventueel wat de luid of te stil
t.o.v. de Bass-/Free Bass-accordeon. Dan kunt er het
volume van wijzigen:
(3) Druk twee keer op de
[DOWN]
-knop.
Het display antwoordt nu met:
(2) Kies met de basregisters de gewenste klank.
Orkestbasklanken
1Acoustic5Picked
2*Bowed*6*Tuba*
3Fingered7Tuba Mix
4Fretless
Opgelet: De dynamiek van de met een (*) gemerkte klanken
kan alleen via de balgbewegingen worden beïnvloed. Die klanken zijn namelijk niet aanslaggevoelig. Zie, voor de overige
klanken, tevens “8.11 Orch. Bass Touch” op blz. 62.
Opgelet: De cijfers in de afbeelding hierboven bevinden zich
niet op de registers zelf. We hebben ze hier alleen voor een
snellere oriëntatie toegevoegd.
(4) Stel met de
[DATA÷ENTER]
-regelaar de gewenste
waarde in.
Dit is eigenlijk een balansparameter met een instelbereik
van –30~“Std”~+30. “Std” betekent dat de Orchestra Basspart zijn “normale” volume hanteert. Met negatieve waarden (–) zet u de orkestbas zachter en met positieve (+) harder.
De nieuwe waarde (en de overige wijzigingen, die u misschien al doorgevoerd hebt) kunt u opslaan. Zie blz. 77.
(5) Druk op de
[EXIT÷JUMP]
-knop om naar de hoofdpagina
te gaan.
■Orkestbaspartij uitschakelen
(6) Druk opnieuw op de drie ORCH BASS-registers om naar
de normale basmode terug te gaan.
27
Page 28
FR-7/FR-5 V-Accordion
Voorbereidingen | Andere handige functies
Andere handige functies
Na de voorstelling van de orkestfuncties willen we het “akoestische” (maar virtuele) domein even laten voor wat het is en
de “elektronische” functies van de FR-7/FR-5 bekijken.
Uw FR-7/FR-5 is een virtueel instrument. Hoewel hij verdraaid
veel op zijn akoestische voorouders lijkt, berust hij op een volstrekt ander concept (technologie) – en kan hij dus veel meer.
In dit hoofdstuk gaan we een aantal functies voorstellen waar
u misschien nog nooit van gehoord hebt. Eens u echter weet
hoe ze werken, zal u er waarschijnlijk gretig gebruik van
maken.
Algemene opmerking
De hier besproken functies kunt u via het bedieningspaneel
selecteren, omdat we ervan uitgaan dat u ze vaker nodig hebt
dan de overige parameters.
De hier gemaakte instellingen worden niet automatisch opgeslagen. Er is zelfs geen “Wilt u opslaan”-vraag die u erop wijst
dat uw wijzigingen gewist worden, wanneer u ze niet opslaat.
De hier besproken functies zijn immers in eerste instantie
voor tijdelijke wijzigingen bedoeld. Wilt u ze voor eeuwig en
altijd (of tot u ze opnieuw wijzigt) bewaren, dan moet u ze
opslaan (zie blz. 77).
De hier besproken functies kunt u ook via het MENU van de
FR-7/FR-5 instellen.
Functies i.v.m. de toonhoogte
■Transpositie
De FR-7/FR-5 bevat een Transpose-functie waarmee u de
toonaard van de gespeelde noten kunt wijzigen. Het voordeel van dit systeem is dat u een stuk bv. in E (Mi) majeur
kunt laten klinken, terwijl u het eigenlijk in C (Do) speelt.
Dat kan handig blijken, wanneer u een stuk het liefst met
de vertrouwde vingerzetting speelt, terwijl de overige
muzikanten een andere toonaard verkiezen.
Laten we even een voorbeeld bekijken:
(1) Zorg dat de hoofdpagina wordt afgebeeld en druk één
keer op de
(2) Kies met de
de gespeelde noten moeten klinken.
De afgebeelde noot (“C
altijd op de toonaard van C (Do), zodat u even moet rekenen om te zorgen dat u (bijvoorbeeld) in F
terwijl de muziek in B
we aan vooral op de waarde te letten, omdat die het interval vertegenwoordigt. Dit laatste kunt u als volgt berekenen:
• Welke toonaard hanteert het nummer? (Dit is uw “0”waarde.) Voorbeeld→ E majeur
• In welke toonaard wilt u het spelen?
Voorbeeld→ C majeur
• Hoeveel halve tonen moet u de noten “verschuiven”?
Voorbeeld→ [C
(3) Druk op
gen.
[UP]
-knop.
[DATA÷ENTER]
#
, D, Eb, E]= 4 omhoog, dus “4”.
[EXIT÷JUMP]
-regelaar de toonaard waarin
#
” in het voorbeeld hierboven) slaat
b
wordt weergegeven. Daarom raden
om naar de hoofdpagina te sprin-
#
kunt spelen,
Dit speelt u…
Transpose
…en zo klinkt het.
r
■Musette Detune
Ziehier de eerste parameter die de kracht van de virtuele
technologie binnenin de FR-7/FR-5 al voor een deel prijsgeeft… U weet waarschijnlijk dat het 8’-diskantregister van
een accordeon 2 of zelfs 3 tongen bevat, die in de regel
licht verschillend gestemd worden om een voller geluid te
bekomen (accordeonisten noemen dit het “musetteeffect”). Eén tong wordt iets boven, de andere iets onder de
toon gestemd (en als er nog een derde is, wordt die “juist”
gestemd).
Het stemmen van tongen is een secuur karweitje dat de
meeste accordeonisten niet zelf uitvoeren.
Op de FR-7/FR-5 daarentegen kun je de “tongen” (die er
eigenlijk niet zijn) anders “stemmen” door gewoon aan de
[DATA÷ENTER]
-regelaar te draaien.
28
Page 29
V-Accordion
Functies i.v.m. de toonhoogte
r
(1) Zorg dat de hoofdpagina wordt afgebeeld en druk twee
keer op de
(2) Kies met de
ming voor de diskanttongen.
De mogelijkheden luiden: Off (geen ontstemming), Dry,
Classic, F-Folk, American L, American_H, North Eur, German
L, D-Folk L, Italian L, German H, Alpine, Italian H, D-Folk H,
French, Scottish.
(3) Druk op
gen.
■Scale (stemmingssysteem)
Bijna elke muziekcultuur houdt er een eigen accordeonvariant op na. De Arabische, Indonesische en andere muziekculturen werken bv. niet met de gelijkzwevende stemming
die in Europa, Noord-/Zuid-Amerika e.d. wordt gehanteerd.
De FR-7/FR-5 bevat een “Scale”-parameter waarmee u het
stemmingssysteem kunt kiezen dat het best bij de te spelen
muziek past. Als u tussen de fabrieksinstellingen geen
geschikt systeem vindt, kunt u er zelf één programmeren
(zie blz. 38) en het daarna eveneens via deze parameter
selecteren.
Opgelet: Zie “1.1 Master Tune” op blz. 38 voor het wijzigen
van de referentietoonhoogte van de FR-7/FR-5 (d.w.z. als u
hem “echt” wilt stemmen).
(1) Zorg dat de hoofdpagina wordt afgebeeld en druk drie
keer op de
[UP]
-knop.
[DATA÷ENTER]
[EXIT÷JUMP]
[UP]
-knop.
-regelaar een andere stem-
om naar de hoofdpagina te sprin-
User 1~3: Deze instellingen slaan op stemmingssystemen
die u zelf hebt geprogrammeerd (of door iemand hebt laten
programmeren). Zie “1.4 Scale Edit” op blz. 38 voor meer
details.
Arabic 1 & 2: De naam zegt het al: deze twee instellingen
vertegenwoordigen Arabische stemmingssystemen. Kies “1”
om de E (Mi) en B (Si) een kwarttoon lager te stemmen (–50
cent). “2” slaat op een toonladder waar de E (Mi) en A (La)
een kwarttoon lager gestemd staan.
Just Major: Deze klassieke (westerse) stemming lost de
ambiguïteit van kwinten en tertsen op. Akkoorden klinken
weliswaar erg mooi, maar voor melodieën is deze stemming minder geschikt.
Just Minor: Een reine stemming voor mineurtoonaarden.
Pythagorean: Deze stemming werd bedacht door de oude
Grieken. Ze lost de ambiguïteit van kwarten en kwinten op.
De tertsen wijken weliswaar lichtjes van de “juiste waarde”
af, toch klinken melodieën in deze stemming erg zuiver.
Mean-Tone: Deze stemming voorziet de reine (Just) stemming van een aantal compromissen, waardoor ze makkelijker te transponeren is.
Werckmeister: Deze stemming combineert de middentoon- en Pythagoras-stemming en “werkt” in alle toonaarden.
Kirnberger: Dit is in feite het resultaat van verbeteringen
aan de middentoon- en reine stemming. Deze stemming
kunt u in alle toonaarden gebruiken, omdat ze zich zonder
meer tot transposities leent.
Voor alle stemmingen behalve “Equal” moet u ook de
grondtoon (“C” voor majeur en “A” voor mineur) instellen
om de juiste toonaard te kiezen.
(3) Druk op de
te activeren (het wordt nu “negatief” afgebeeld).
(4) Kies met de
grondtoon (C~B).
(5) Druk op
gen.
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
[EXIT÷JUMP]
-regelaar om het “KEY”-veld
-regelaar de benodigde
om naar de hoofdpagina te sprin-
(2) Kies met de
mingssysteem.
De mogelijkheden luiden:
Equal (Off): Hiermee verdeelt u elk octaaf in 12 gelijk
grote stappen (intervallen).
[DATA÷ENTER]
-regelaar het gewenste stem-
29
Page 30
FR-7/FR-5 V-Accordion
Voorbereidingen | Andere handige functies
Functies i.v.m. het volume
De drie resterende “shortcuts” laten toe de balans van
bepaalde aspecten te wijzigen.
■Orchestra Volume en Orc. Bass Volume
Met deze twee parameters kunt u het orkestvolume van de
diskant- (Treble) en bassectie in verhouding tot de betreffende accordeonpart instellen. Zie ook blz.26 en 27.
■Noise Edit (Valve & Button)
Ook hier hebben we weer met “virtuele” parameters te
maken. Waarschijnlijk bent u het ermee eens dat elektronische geluiden niet alleen de basisklankkleur van een
bestaand geluid moeten simuleren, maar zich ook als dusdanig moeten gedragen en zelfs “bijgeluiden” moeten
bevatten om “echt” te klinken. In het geval van een gitaar
moet je dus de vingers over de snaren horen schuiven. Een
accordeon daarentegen genereert mechanische ventiel- en
knoppengeluiden (“klikken”) die je op een akoestisch instrument niet kunt onderdrukken.
Op de FR-7/FR-5 kunt u het volume van die geluiden wijzigen, als u ze wat te hard of te stil vindt. Onthoud dat de
twee parameters op deze Jump-pagina in twee verschillende MENU-secties thuishoren (en zich dus op aparte
pagina’s bevinden): “Valve Level” is een Treble-parameter,
“Button Level” daarentegen een Bass/Free Bass-parameter.
(1) Druk drie keer op de
(2) Druk op de
Level”, hetzij “Button Level” te kiezen (naar gelang de
benodigde parameter).
(3) Draai aan de
[UP]/[DOWN]
luid in te stellen (Off, –30~“Std”~+30).
Met een negatieve waarde (–) vermindert u het volume van
de betreffende “noise”-parameter. Met een positieve (+)
waarde zet u hem harder. Kies “Std” om weer de voorgeprogrammeerde waarde te hanteren en “Off”, als u het
betreffende bijgeluid niet nodig hebt.
(4) Druk op
gen.
[DATA÷ENTER]
[EXIT÷JUMP]
[DOWN]
[DATA÷ENTER]
-knoppen) om het volume van het bijge-
om naar de hoofdpagina te sprin-
-knop.
-regelaar om hetzij “Valve
-regelaar (of gebruik de
r
30
Page 31
V-Accordion
r
Over de FBC-7
5. Over de FBC-7
Uw FR-7/FR-5 wordt geleverd met een FBC-7 pedalenbak die tevens voor de voeding van uw V-Accordion instaat en zelfs
een batterij kan opladen. Als u met een FR-5 werkt, moet u hem op de FBC-7 aansluiten (of anders een optionele batterij
kopen). FR-7-gebruikers daarentegen hoeven hun instrument niet noodzakelijk op de FBC-7 aan te sluiten.
Werken met de FBC-7
Wanneer hebt u de FBC-7 nodig?
• Als u een FR-5 bezit en geen optionele batterij gekocht
hebt, kunt u nooit zonder FBC-7.
• Als u registers en Sets met de SET- en REGISTER-voetschakelaars wilt kiezen.
• Als u de SUSTAIN-voetschakelaar en eventueel een optioneel zwelpedaal nodig hebt.
• Als u de MIDI-functies van de FR-7/FR-5 wilt gebruiken.
Dat is bv. handig om een externe arranger te starten en te
stoppen, andere Style-divisies te kiezen enz.
• Als u geen draadloos systeem gebruikt en liever niet met
overdreven lange audiokabels (tussen de FR-7/FR-5 en uw
versterker/een mengpaneel) werkt.
• Om de (optionele) batterij op te laden.
Aansluiten van de FBC-7
Zie blz. 15 voor het aansluiten van de FR-7/FR-5 op de FBC-7
en van de FBC-7 op een stopcontact.
De 19-pin-kabel kunt u maar op één manier aansluiten. Vergissingen zijn dus onmogelijk. U moet alleen zorgen dat de
pennen van de stekker zich precies tegenover de uitsparingen
van de connector op de FBC-7 en de FR-7/FR-5 bevinden:
Draai aan de ring om de stek-
ker te vergrendelen
UitsparingenPennen
Voetschakelaars gebruiken
De FBC-7 biedt vijf voetschakelaars voor een nóg grotere
flexibiliteit:
Gebruik de SET-voetschakelaars (
van Sets. Met de
gaande Set (bv. Set 18, als u momenteel Set 19 gebruikt), terwijl u met
met Set 19 werkt) selecteert.
Als u, na Set 40 gekozen te hebben, opnieuw op
gaat de FR-7/FR-5 naar Set 1. En als u, na Set 1 gekozen te
hebben, opnieuw
Met de REGISTER-voetschakelaars (
kantregisters
principe als de SET-voetschakelaars: Met
afgaande register en met
laars bewijzen pas echt hun nut, wanneer u ze met de Linkfunctie combineert (zie blz. 43), omdat u dan ook de registratie van de Bass/Free Bass- en de Orchestra-sectie kunt wijzigen door gewoon een ander diskantregister te kiezen.
De SUSTAIN-voetschakelaar laat toe de noten van bepaalde
orkestklanken aan te houden, wanneer die functie actief is.
Bovendien zendt hij MIDI CC64-commando’s. Als u hem aan
een andere sectie toewijst (blz. 60), zendt hij enkel nog MIDIcommando’s op het kanaal van de gekozen sectie (Treble,
Bass, Orchestra Bass of Chord). De belangrijkste functie is het
gebruik van gebonden noten voor piano- en vergelijkbare
klanken (zoals op een akoestische of digitale piano). Noten
wier toetsen ingedrukt zijn, wanneer u de voetschakelaar
intrapt, worden zo lang aangehouden tot u de SUSTAIN-voetschakelaar weer loslaat.
[1]
-voetschakelaar kiest u telkens de vooraf-
[2]
de telkens volgende Set (bv. 20, als u momenteel
[1]
intrapt, gaat de FR-7/FR-5 naar Set 40.
[1]~[14]
kiezen. Ze werken volgens hetzelfde
[1]
en
[2]
) voor het kiezen
[2]
drukt,
[3]
en
[4]
) kunt u de dis-
[3]
kiest u het voor-
[4]
het volgende. Deze voetschake-
Optioneel zwelpedaal aansluiten
Op de EXPRESSION PEDAL-connector kunt u een optioneel
EV-5- of EV-8-zwelpedaal aansluiten. Dat pedaal geldt alleen
voor de Treble Orchestra-part (en alleen voor piano-, mandoline- en gitaarklanken; dit zijn trouwens de enige klanken
wier expressie niet via de balgbewegingen kan worden beïnvloed). Hiermee kunt u zweleffecten genereren, wat bv. organisten en gitaristen vaak doen.
31
Page 32
FR-7/FR-5 V-Accordion
Over de FBC-7 | Batterij opladen
De reden waarom de Treble- en Bass-sectie deze commando’s
negeren is dat u hun volume via de kracht bepaalt waarmee u
de balg indrukt en uittrekt (net zoals op een gewone accordeon).
Roland
Het zwelpedaal kunt u voor fade-ins en fade-outs van de
Orchestra-part gebruiken, wat u waarschijnlijk vooral in de
DUAL-mode zal doen (zie blz. 25). Klapt u het pedaal helemaal
omhoog (hiel naar beneden), dan hoort u de orkestklank niet
meer. Druk het pedaal in (teen beneden) om het volume van
de Orchestra-sectie te verhogen.
Opgelet: Het zwelpedaal zendt tevens MIDI CC11-commando’s.
Zie blz. 74.
Batterij opladen
De FR-7 wordt geleverd met één oplaadbare Ni-Mh-batterij, die u kunt opladen, wanneer hij uitgeput is. Voor de FR-5 is
zo’n batterij een optie. Als u er één te koopt (om bv. met een draadloos systeem en geheel zonder kabels op de bühne te
kunnen spelen), moet u het volgende eveneens doornemen.
Algemene opmerkingen over de batterijOver de BATTERY CHARGER- en EXTERNAL
• Oude batterijen moet u conform de plaatselijke milieubepalingen weggooien.
• Lees eerst de voorzorgsmaatregelen op blz. 9 en volgende.
• De batterij van de FR-7 is bij levering al opgeladen (en
bevindt zich in het batterijvak van de FR-7). U kunt dus
meteen beginnen spelen.
• Alvorens de accu voor het eerst op te laden moet u hem
helemaal uitputten (wacht dus tot de FR-7/FR-5 uitgaat).
Dat zou u zelfs de eerste drie keer moeten doen om aan het
gevreesde “memory-effect” te ontsnappen.
• Een volledig opgeladen accu zou zo’n 8 uur (bij continu
gebruik) moeten meegaan.
• Als de batterij volledig uitgeput is, verschijnt de volgende
boodschap. Daarna gaat de FR-7/FR-5 uit:
Opgelet: De FR-7/FR-5 bevat een energiebesparingfunctie die
ervoor zorgt dat hij uitgaat, wanneer u hem langer dan 10
minuten niet gebruikt. Daarom kan het gebeuren dat u hem af
en toe opnieuw moet inschakelen. U kunt echter zelf instellen
hoe lang de FR-7/FR-5 moet wachten alvorens te besluiten dat
u hem niet meer nodig hebt. Zie “8.8 Auto Power OFF” op
blz. 62.
• Gebruik uitsluitend de bij de FR-7/FR-5 geleverde batterij
of een gelijkwaardige batterij, die u bij uw Roland-dealer
gekocht hebt. Gebruik alleen BP-24-45-batterijen (bestelnummer K2568101).
Waarschuwing: De behuizing van de accu kan tijdens
en na het opladen heet worden. Wees dus voorzichtig
om brandletsels te voorkomen.
BATTERY CHARGER-indicator
De FBC-7 bevat twee knoppen (
[EXTERNAL¥BATTERY¥CHARGER]
manier oplichten of knipperen om de actuele status aan te
geven. Ziehier hoe u die indicaties moet “lezen”:
• Licht rood op: De batterij wordt geladen. Naar gelang de
knop, die oplicht, slaat dit op de batterij in de FR-7/FR-5
(BATTERY) of de batterij, die u op de FBC-7 aangesloten
hebt (EXTERNAL BATTERY).
• Licht groen op: De batterij is compleet opgeladen en kan
opnieuw worden gebruikt.
• Knippert meteen geel: De laadoperatie kan niet beginnen,
omdat de kamertemperatuur beneden of boven 0°~40°C
ligt. Daar hoeft u zich verder geen zorgen over te maken:
breng de FBC-7 gewoon naar een plaats waar de temperatuur binnen de toegelaten perken ligt en wacht even alvorens de laadoperatie te herhalen.
• Knippert geel na een tijdje: Als de indicator eerst rood
oplicht en na verloop van tijd in het geel begint te knipperen, raakt de batterij oververhit. Verbreek de aansluiting
van de FR-7/FR-5 (of de batterij) op de FBC-7 en gebruik de
batterij zo lang tot hij helemaal uitgeput is. Laad de batterij
vervolgens weer op.
• Knippert rood: De batterij kan niet volledig worden opgeladen, d.w.z. de operatie duurt langer dan voorzien. De eerste keer moet u minstens een half uur wachten en de batterij vervolgens opnieuw opladen.
Knippert de knop daarna opnieuw rood, dan is de batterij
waarschijnlijk versleten. Vervang hem door een nieuwe, als
de knop rood blijft knipperen.
[BATTERY¥CHARGER]
) die op verschillende
Batterij opladen zonder hem uit de FR-7/FR-5 te
halen
Om de batterij op te laden hoeft u hem zelfs niet uit de FR-7/
FR-5 te halen. Omdat het opladen van een batterij ±3~5 uur
duurt, begint u er best niet aan, als u de FR-7/FR-5 enkele
minuten later alweer nodig hebt.
(1) Sluit de FR-7/FR-5 met behulp van de 19-kabel aan op
de FBC-7.
r
en
32
Page 33
V-Accordion
Batterij op de FBC-7 opladen
r
(2) Sluit de FBC-7 aan op een geschikt stopcontact.
(3) Schakel de FBC-7 in door op zijn
[POWER¥ON]
-knop te
drukken (zijn rode POWER ON-indicator licht op).
(4) Druk op de
[BATTERY¥CHARGER]
De
(5) Wacht tot de
[BATTERY¥CHARGER]
-knop licht nu rood op.
[BATTERY¥CHARGER]
-knop van de FBC-7.
-knop groen oplicht.
Schakel de FBC-7 vervolgens uit en verbreek de aansluiting van de 19-pin-kabel op de FBC-7 en de FR-7/FR-5.
U hoeft de aansluiting van de FR-7/FR-5 alleen te verbreken, indien u hem daarna zonder FBC-7 wilt gebruiken.
Opgelet: U mag de FR-7/FR-5 zelfs gebruiken, terwijl de batterij opgeladen wordt door de V-Accordion gewoon op de FBC-7
aangesloten te laten.
Batterij op de FBC-7 opladen
De batterij kunt u ook uit het vak van de FR-7/FR-5 halen en
op de FBC-7 zelf opladen. Dat is iets omslachtiger, terwijl de
laadprocedure net zo lang duurt.
De belangrijkste toepassing voor deze methode is het opladen
van een reservebatterij (optie), terwijl u de batterij van de
FR-7/FR-5 gebruikt. Als u de connector op de FBC-7 voor het
opladen wilt gebruiken, kunt u meteen naar stap (7) gaan.
Waarschuwing: Alvorens de batterij te verwijderen
moet u de FR-7/FR-5 uitschakelen (de blauwe indicator moet doven).
(1) Schakel de FR-7/FR-5 uit.
(2) Bereid een muntstuk voor.
(3) Verwijder het kussen tussen het diskantklavier en de
balg.
Opgelet: Zolang het batterijvak open is kunt u de FR-7/FR-5
niet inschakelen.
(6) Trek aan de batterijstrip om te zorgen dat de batterij uit
het vak schuift, trek de connector van de batterij en haal
de batterij volledig uit het vak.
De batterij is via een kabel met de FR-7/FR-5 verbonden.
Die kabel moet u verwijderen door op de clip van de connector te drukken alvorens de batterij helemaal uit het vak
te halen.
Opgelet: Trek aan de strip van de batterij om de batterij uit het
vak te halen.
(7) Schuif de EXTERNAL BATTERY CHARGER-kap van de
FBC-7 naar rechts en verwijder hem:
Dat gedeelte van de FBC-7 ziet er nu als volgt uit (let op de
connector):
(4) Gebruik een muntstuk om de twee schroeven van het
batterijvakdeksel te verwijderen.
(5) Haal het deksel van het batterijvak op de FR-7/FR-5.
(8) Sluit de batterijkabel aan op de connector van de lader.
33
Page 34
FR-7/FR-5 V-Accordion
Over de FBC-7 | Batterij opladen
(9) Schuif de batterij in de houder van de FBC-7.
Batterij
(10) Sluit de FBC-7 aan op een geschikt stopcontact.
(11) Schakel de FBC-7 in door op zijn
drukken (zijn rode POWER ON-indicator licht op).
(12) Druk op de
de FBC-7.
[EXTERNAL¥BATTERY¥CHARGER]
[POWER¥ON]
-knop te
-knop van
■Opgeladen batterij gebruiken
(15) Schakel de FR-7 (of FR-5) uit.
(16) Bereid een muntstuk voor.
(17) Verwijder het kussen tussen het diskantklavier en de
balg.
(18) Gebruik een muntstuk om de twee schroeven van het
batterijvakdeksel te verwijderen.
Die knop licht nu rood op.
(13) Wacht tot de
groen oplicht. Schakel de FBC-7 vervolgens uit en verbreek de aansluiting van de kabel op de connector van
de FBC-7 en de batterij.
De batterij kunt u zo lang in het vak laten liggen tot u ze
nodig hebt.
Opgelet: U kunt de FR-7/FR-5 ook gebruiken, terwijl zijn batterij extern wordt opgeladen.
(14) Installeer de kap weer op het EXTERNAL BATTERY
RECHARGER-vak en schuif ze zo ver tot ze vastklikt.
[EXTERNAL¥BATTERY¥CHARGER]
-knop
Opgelet: Zolang het batterijvak open is kunt u de FR-7/FR-5
niet inschakelen.
(19) Verwijder de uitgeputte batterij en koppel de kabel af.
(20) Verbind de kabel met de nieuwe batterij en schuif de
opgeladen batterij in het vak van de FR-7/FR-5.
(21) Sluit het batterijvak van de FR-7/FR-5 en installeer het
kussen opnieuw.
Opgelet: Draai beide schroeven goed vast om een degelijk
contact tussen het deksel en het batterijvak te verzekeren.
Anders kunt u de FR-7/FR-5 namelijk niet inschakelen.
Als de batterij geen 8 uur (of iets minder)
meegaat
De batterij van de FR-7 (en een optionele batterij van de FR-5)
kan ongeveer 300 keer worden heropgeladen. Daarna is hij
aan vervanging toe. Het is evenwel normaal dat de batterij na
verloop van tijd steeds sneller uitgeput raakt. Helemaal op het
laatste gaat hij bv. nog maar één uur mee. Dit is echter een
geleidelijk proces.
Opgelet: Als de rode indicator tijdens het laden van de batterij
dooft, wijst dit op een stroomuitval. Bovendien betekent het dat
de batterij maar gedeeltelijk werd opgeladen. In dat geval moet u
hem opnieuw opladen.
r
34
Page 35
V-Accordion
r
Klanken editen
6. Klanken editen
U kunt bijna alle aspecten van de FR-7/FR-5 naar wens instellen (dit noemen we “editen”). Op blz. 28 hebben we al
getoond hoe u de belangrijkste geluidsparameters kunt wijzigen. Dergelijke wijzigingen gelden echter maar tijdelijk en
worden niet gevolgd door een “WRITE”-vraag. Om de nieuwe instellingen te bewaren moet u de WRITE-functie gebruiken.
Parameters kiezen
■Easy- en Full-mode
Houd goed in de gaten dat de beschikbaarheid van een parameter bepaald wordt dor de momenteel gekozen displaymode
(blz. 18). Wanneer u een parameter dus niet vindt, moet u waarschijnlijk de “Full”-mode selecteren.
■Belangrijke opmerking
Alvorens met editwerk te beginnen moet u de Set kiezen die u wilt wijzigen: gebruik daarvoor de SET-knoppen (of de SET-voetschakelaars op de FBC-7). Dat bespaart u later een hoop ellende.
Parameters met de Jump-functie kiezen
De parameters van de FR-7/FR-5 kunt u volgens hetzelfde
principe selecteren als op een GSM (door gewoon hun nummer in te voeren). U kunt echter ook via de menustructuur
werken. Laten we beginnen met de “GSM-methode”:
(1) Schakel de FR-7/FR-5 in.
Zie “In- en uitschakelen” op blz. 15. Het display ziet er
ongeveer als volgt uit:
(2) Zoek de benodigde parameter in de lijst verderop en
noteer het nummer.
(3) Houd de
[EXIT÷JUMP]
-knop ingedrukt tot het display er
als volgt uitziet:
(4) Druk op een register
[1]~[10]
om de parametergroep te
kiezen.
Het menu omvat de volgende parametergroepen:
GroepVerklaring
1TUNING*Parameters, die verband houden met
de algemene toonhoogte van de FR-7/
FR-5. De Treble-, Bass/Free Bass- en
Orchestra-groep bevatten bijkomende
toonhoogteparameters, die echter
alleen voor de betreffende sectie gelden.
2TREBLE EDIT Parameters van de Treble-sectie (MIDI-
parameters incluis).
3BASS EDITParameters van de Bass-sectie (MIDI-
parameters incluis).
4FREE BASS
EDIT
5ORC BASS
EDIT
6ORCHESTRA
EDIT
7SET
COMMON
8SYSTEM*Parameters, die voor alle secties (en
9UTILITYParameters voor de controle van de
10 MIDI*MIDI-kanalen, MIDI-afstands-
Parameters van de Free Bass-sectie
(MIDI-parameters incluis).
Parameters van de Orchestra Bass-sectie (MIDI-parameters incluis).
Parameters van de Orchestra-sectie
(diskant; MIDI-parameters incluis).
Algemene Set-parameters (effecttypen, naam, functie van de masterbar).
dus de FR-7/FR-5 in z’n geheel) gelden.
batterij, het kopiëren en het archiveren
van instellingen. Deze groep bevat
tevens functies voor het laden van
bepaalde of alle voorgeprogrammeerde Sets.
bediening.
Parametergroepen met een sterretje (*) worden niet samen
met de Set-parameters opgeslagen. Het zijn veeleer globale
parameters die naar een apart geheugen worden weggeschreven.
35
Page 36
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | Parameters kiezen
(5) Druk op een register
de gekozen groep te selecteren.
Zie de tabel op blz. 37.
U kunt alleen secties kiezen, die momenteel actief zijn (en
dus klinken, wanneer u op het diskant- of knoppenklavier
speelt). Als u een functie van een sectie kiest, die momenteel uitgeschakeld is, vertelt het display u dat u de betreffende parameters niet kunt wijzigen. In dat geval moet u
die sectie activeren en het opnieuw proberen – of een
andere groep kiezen.
(De boodschap hierboven betekent dat de Orchestra-sectie
niet actief is en dus ook niet kan worden gewijzigd.)
(6) Zie nu “Parameterwaarden instellen” op blz. 37.
(7) Druk verschillende keren op
hoofdpagina te gaan.
[1]~[14]
om een parameter binnen
[EXIT÷JUMP]
om naar de
Parameters via het menu kiezen
De tweede aanpak voor het kiezen van parameters luidt als
volgt:
[MENU]
(1) Druk op de
(2) Kies met de
[DOWN]
Zie de hierboven voor een lijst met korte verklaringen.
(3) Druk op de
selecteren.
-knoppen de benodigde functiegroep.
-knop.
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
-regelaar of de
-regelaar om de groep te
[UP]
/
r
Het display ziet er nu als volgt uit (dit verschilt naar gelang
de gekozen functiegroep):
U kunt alleen secties kiezen, die momenteel actief zijn (en
dus klinken, wanneer u op het diskant- of knoppenklavier
speelt). Als u een functie van een sectie kiest, die momenteel uitgeschakeld is, vertelt het display u dat u de betreffende parameters niet kunt wijzigen. In dat geval moet u
die sectie activeren en het opnieuw proberen – of een
andere groep kiezen.
(De boodschap hierboven betekent dat de Orchestra-sectie
niet actief is en dus ook niet kan worden gewijzigd.)
(4) Kies met de
[DOWN]
[DATA÷ENTER]
-knoppen de parameter die u wilt editen.
-regelaar of de
[UP]
/
36
Page 37
V-Accordion
2
2
2
2
2
2
r
Parameterwaarden instellen
(5) Zie nu “Parameterwaarden instellen”.
(6) Druk één keer op de
[EXIT÷JUMP]
-knop om terug te
gaan naar de functiegroep (in ons voorbeeld is dat
“TUNING”), en nog een keer om naar de hoofdpagina te
springen.
Parameterwaarden instellen
(1) Kies de parameter die u wilt editen (zie hierboven).
(2) Druk op de
de parameter te kunnen wijzigen.
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de instelling van
Het display verandert nu als volgt: de pijlen worden ver-
De verschillende groepen bevatten de volgende parameters (cursief gedrukte benamingen zijn in de “Easy”-mode
vangen door een “EDIT”-boodschap en de parameterwaarde bevindt zich op een donkere achtergrond.
niet beschikbaar).
1. TUNING
1.1 Master Tune
1.2 Transpose
1.3 Scale
1.4 Scale Edit
1.5 Scale Assign
2. TREBLE EDIT
.1 Reed Type
.2 Register
.3 Reed Volume
2.4 Treble Octave
.5 Valve Noise
2.6 Musette Detune
.7 Bellows Detune
2.8 Reverb Send
2.9 Chorus Send
2.10 Delay Send
2.11 Aftertouch Pitch
2.12 Bass Link
2.13 Orchestra Link
.14 Treble MIDI TX
3. BASS EDIT
3.1 Reed Type
3.2 Register
3.3 Reed Volume
3.4 Button Noise
3.5 Reed Growl
3.6 Bellows Detune
3.7 Reverb Send
3.8 Chorus Send
3.9 Delay Send
3.10 Bass MIDI TX
3.11 Chord MIDI TX
4. FREE BASS EDIT
4.1 Reed Type
4.2 Register
4.3 Reed Volume
4.4 Button Noise
4.5 Reed Growl
4.6 Bellows Detune
4.7 Reverb Send
4.8 Chorus Send
4.9 Delay Send
4.10 Free Bass MIDI TX
5. ORC BASS EDIT
5.1 Lowest Note
5.2 Orc Bass Release
Time
5.3 Orc Bass Volume
5.4 Reverb Send
5.5 Chorus Send
5.6 Delay Send
5.7 Orc Bass MIDI TX
. . . . . . . blz. 38
. . . . . . . . . . blz. 38
. . . . . . . . . . . . . . blz. 38
. . . . . . . . . . blz. 38
. . . . . . . blz. 39
. . . . . . . . . blz. 41
. . . . . . . . . . . blz. 41
. . . . . . . blz. 42
. . . . . . blz. 42
. . . . . . . . blz. 42
. . . . blz. 42
. . . . blz. 42
. . . . . . . blz. 42
. . . . . . . blz. 42
. . . . . . . blz. 42
. . blz. 42
. . . . . . . . . blz. 43
. . . . blz. 43
. . . . blz. 44
. . . . . . . . . blz. 45
. . . . . . . . . . . blz. 46
. . . . . . . blz. 46
. . . . . . . blz. 46
. . . . . . . . blz. 46
. . . . blz. 47
. . . . . . . blz. 47
. . . . . . . blz. 47
. . . . . . . . blz. 47
. . . . . . blz. 47
. . . . blz. 47
. . . . . . . . . blz. 48
. . . . . . . . . . . blz. 49
. . . . . . . blz. 49
. . . . . . . blz. 49
. . . . . . . . blz. 49
. . . . blz. 49
. . . . . . . blz. 50
. . . . . . . blz. 50
. . . . . . . . blz. 50
. blz. 50
. . . . . . . blz. 51
. . . . . . . . . . . . . blz. 52
. . . blz. 52
. . . . . . . blz. 52
. . . . . . . blz. 52
. . . . . . . . blz. 52
. . . blz. 52
6. ORCHESTRA EDIT
6.1 Orchestra Octave
6.2 Orchestra Volume
6.3 Bellows Detune
6.4 Reverb Send
6.5 Chorus Send
6.6 Delay Send
6.7 Aftertouch Pitch
6.8 Orchestra MIDI TX
7. SET COMMON
7.1 Reverb Macro Type
7.2 Reverb Parameters
7.3 Chorus Macro Type
7.4 Chorus Parameters
7.5 Delay Macro Type
7.6 Delay Parameters
7.7 Name
. . . . . . . . . . . . . . blz. 59
7.8 Master Bar Recall
7.9 Icon
. . . . . . . . . . . . . . . . blz. 59
8. SYSTEM
8.1 LCD Contrast
8.2 Parameter Access
8.3 Bellows Curve
8.4 Pedal Controller
8.5 Bass & Chord Mode
8.6 Free Bass Mode
8.7 Stereo Width
8.8 Auto Power OFF
8.9 Startup
8.10 Startup Name
8.11 Orch. Bass Touch
9. UTILITY
9.1 Battery Status
9.2 Copy ALL Effects
9.3 Copy Reverb
9.4 Copy Chorus
9.5 Copy Delay
9.6 Copy SET
9.7 Bulk Dump ALL
9.8 Bulk Dump SET
9.9 Restore SET
10. MIDI
10.1 RealTime RX-TX
10.2 Ext. Seq. Playback
10.3 Bellows TX
. . . . . . . . . . . . . blz. 62
Resolution
. . .blz. 53
. . .blz. 53
. . . . .blz. 53
. . . . . . . .blz. 54
. . . . . . . .blz. 54
. . . . . . . . .blz. 54
. . . .blz. 54
. . .blz. 54
. .blz. 56
. .blz. 57
. . .blz. 58
. . .blz. 58
. . .blz. 59
. . . . . . .blz. 60
. . .blz. 60
. . . . . .blz. 60
. . . . .blz. 60
. . . . .blz. 61
. . . . . . .blz. 61
. . . .blz. 62
. . . . . .blz. 62
. . .blz. 62
. . . . . .blz. 63
. . . .blz. 64
. . . . . . . .blz. 64
. . . . . . . .blz. 64
. . . . . . . . .blz. 64
. . . . . . . . . . .blz. 64
. . . . .blz. 65
. . . . .blz. 65
. . . . . . . . .blz. 65
. . . .blz. 69
. . . . . . . . .blz. 71
. .blz. 55
. .blz. 56
.blz. 61
. .blz. 70
Als het display twee (of drie) instelbare parameters bevat,
moet u opnieuw op
[DATA÷ENTER]
drukken om de andere
parameter te kunnen editen. Ziehier een voorbeeld:
(3) Stel met de
[DOWN]
-knoppen de gewenste waarde in.
(4) Druk op de
[DATA÷ENTER]
[EXIT÷JUMP]
-regelaar of de
[UP]
/
-knop om terug te gaan naar de
functiegroep.
37
Page 38
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | TUNING-parameters
TUNING-parameters
De parameters van de TUNING-groep gelden voor de FR-7/FR-5 in z’n geheel en worden niet in een Set
opgeslagen. De FR-7/FR-5 onthoudt de instellingen evenwel, zodat u ze eventueel later opnieuw moet
vervangen om weer de fabrieksinstelling te kiezen. Zie blz.35 en 37 voor het kiezen en instellen van de
parameters.
Druk [UP] en [DOWN] samen in om weer de als “Fabrieksinstelling” gemerkte instelling te kiezen.
Instellingen opslaan
De hier doorgevoerde wijzigingen kunt u opslaan zonder
daarvoor de WRITE-functie te selecteren (zie blz. 77). Om te
voorkomen dat u de pas gemaakte instellingen meteen weer
kwijtspeelt verdient het aanbeveling met de volgende automatische functie te werken.
Wanneer u, na het editen van een menuparameter, op
[EXIT÷JUMP]
wilt opslaan:
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen op
te slaan moet u als volgt tewerk gaan. (Wilt u ze niet opslaan,
dan draait u aan de
zen en drukt u vervolgens op de
Om uw wijziging op te slaan:
(1) Druk op de
woordt nu met:
drukt, vraagt de FR-7/FR-5 of u de wijzigingen
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
-regelaar om “NO” te kie-
[DATA÷ENTER]
-regelaar. Het display ant-
-regelaar.)
1.1 Master Tune
(415.3~466.2, Fabrieksinstelling:
440.0) Met deze parameter kunt u
de algemene stemming van de
FR-7/FR-5 wijzigen. Dat kan nodig
zijn, als u een zanger, een moeilijk
te stemmen akoestisch instrument, een CD of cassette moet
begeleiden. De fabrieksinstelling, “440.0Hz”, vertegenwoordigt
de stemming die door alle elektronische muziekinstrumenten
wordt gehanteerd.
1.2 Transpose
(F# –6, G –5, Ab –4, A –3, Bb –2,
B –1, C 0, C# 1, D2, Eb 3, E 4, F 5)
Met deze parameter kunt u alle secties van de FR-7/FR-5 transponeren.
Zie blz. 28 voor meer details.
1.3 Scale
Deze pagina bevat twee parameters.
Met de eerste kunt u het stemmingssysteem kiezen en met de
tweede selecteert u de grondtoon
van de toonaard waarin u wilt spelen. Dat hebben we al op blz. 29 uit de doeken gedaan.
Type: Equal (Off), User 1, User 2, User 3, Arabic1, Arabic2, Just
Major, Just Minor, Pythagorean, Mean-Tone, Werckmeister,
Kirnberger. Key: C, C
#
, D, Eb, E, F, F#, G, Ab, A, Bb, B
Opgelet: De “GLOBAL”-pagina bevat alle parameters die in het
Global-geheugen worden opgeslagen (er is maar één zo’n
geheugen): de Master Tune- en Scale Tune-parameters van de
TUNING-groep (de Transpose-instelling wordt nooit opgeslagen), de SYSTEM- en de MIDI-groep.
(2) Druk op de
te slaan. Het display bevestigt dit even:
Opgelet: Als u “NO” hebt gekozen, worden de Global-instellingen maar zo lang gehanteerd tot u de FR-7/FR-5 uitschakelt
(of de instellingen opnieuw wijzigt).
Opgelet: De SCALE- en TUNE-instellingen moeten via een
aparte WRITE-routine worden opgeslagen (zie verderop).
[MENU÷WRITE]
-knop om uw wijzigingen op
r
1.4 Scale Edit
Deze displaypagina bevat drie parameters, die u kunt instellen. U hebt
waarschijnlijk al gezien dat er drie
“User”-toonladders zijn. Die verwijzen naar stemmingssystemen die u
zelf kunt programmeren. Dat hoeft u natuurlijk alleen te
doen, als geen enkele fabrieksstemming voor uw toepassing
voldoet (er is bv. geen gamelanstemming).
Omdat dit een betrekkelijk complexe materie is, wijkt de werkwijze voor het programmeren van stemmingen iets van de
overige procedures af:
• Na het kiezen van deze pagina gebeurt er namelijk niets,
wanneer u op
• U moet eerst op de
de volgende pagina te gaan:
• Kies met de
knoppen het geheugen dat uw stemmingssysteem moet
bevatten.
[DATA÷ENTER]
[MENU÷WRITE]
[DATA÷ENTER]
drukt.
-knop drukken om naar
-regelaar of de
[UP]/[DOWN]
-
38
Page 39
V-Accordion
1.5 Scale Assign
r
• Druk nog een keer op
gende pagina te springen.
(–64~63, Fabrieksinstelling: 0 voor alle noten) Met deze
parameters kunt u afwijken van de gebruikelijke halvetoonafstanden (in de Westerse muziek) door de stemming
van de noten zodanig te veranderen dat u muziek van
andere muzikale culturen kunt spelen.
U zal meteen merken dat elke noot maar één keer kan worden gekozen. Dat komt omdat de ingestelde stemming voor
alle gelijknamige noten geldt. Als u dus de stemming van
de “C” verandert, wordt die wijziging bij alle Cs (C1, C2, C3
enz.) opgeteld of ervan afgetrokken. In veruit de meeste
gevallen kiest u hier waarschijnlijk “50” of “–50”, omdat u
daarmee een kwarttooninterval verkrijgt. Maar ook andere
instellingen kunnen interessant zijn.
• Druk op de
ker veld), hetzij de stemmingswaarde (rechter veld) te kiezen en wijzig de waarde met de
de
• Druk op de
op te slaan (of op
gen terug te gaan en uw wijzigingen te wissen). Als u op
[MENU÷WRITE]
ging af:
[DATA÷ENTER]
[UP]/[DOWN]
[MENU÷WRITE]
[MENU÷WRITE]
-regelaar om hetzij de noot (lin-
-knoppen.
-knop om de nieuwe stemming
[EXIT÷JUMP]
drukt, beeldt het display even een bevesti-
om naar de vol-
[DATA÷ENTER]
om naar de vorige instellin-
-regelaar of
1.5 Scale Assign
(Treble, Orchestra, Treble&Orchestra, Bass&Chord, ALL,
Fabrieksinstelling: Treble&Orchestra) Met deze parameter bepaalt u welke sectie door
het met “1.3 Scale” gekozen stemmingssysteem moet worden beïnvloed. Indien nodig, kunt u ook maar één sectie
kiezen (bv. alleen de Treble-accordeon).
39
Page 40
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | TREBLE EDIT-parameters
TREBLE EDIT-parameters
De parameters van de TREBLE EDIT-groep hebben betrekking op de diskantsectie en worden in de gekozen Set opgeslagen. Hiermee kunt u uw eigen (virtuele) accordeon “bouwen”. Eens u deze parameters
gewijzigd hebt, moet u waarschijnlijk ook de BASS EDIT- of FREE BS EDIT-parameters bijsturen (die
eveneens in de Set worden opgeslagen). Zie blz.35 en 37 voor het kiezen en instellen van de parameters.
Druk [UP] en [DOWN] samen in om weer de als “Fabrieksinstelling” gemerkte instelling te kiezen.
Vooraf
Tijdens de kennismaking met en het gebruik van de volgende
parameters doet er verstandig aan zoals een accordeonbouwer te denken. De eerste parameters van deze groep berusten
namelijk op een krachtige virtuele technologie van Roland
met de naam “PBM” (of “Physical Behavior Modeling”) en vormen in zekere zin een magazijn met tal van accordeononderdelen waaruit u kunt kiezen voor het samenstellen van uw
eigenste accordeon c.q. voor het modificeren van een
bestaand “model”.
Hoewel u tijdens het experimenteren met de beschikbare
opties waarschijnlijk een hoop leert i.v.m. zinvolle klankcombinaties, begint u het best altijd met een aantal vragen te
stellen: “Klinkt het goed?”, “Loont het de moeite dat een
Cajun-accordeon de ventielgeluiden van een bandoneon
voortbrengt?” enz.
En nu we toch net goede raad aan het uitdelen zijn: na twee
uur programmeerwerk slaat u uw register het best op en pauzeert u even. Beluister het resultaat daarna (of de volgende
dag) opnieuw. Probeer het bovendien uit in combinatie met
andere registers/secties of zelfs instrumenten (als u in een
groep speelt).
Belangrijke opmerking
Alle hier doorgevoerde wijzigingen gelden alleen voor het
laatst geselecteerde register. Druk dus eerst op het register
(
[1]~[14]
) dat u wilt wijzigen alvorens de TREBLE EDIT-parameters in te stellen. U zou echter ook kunnen beslissen de
instellingen in een ander register op te slaan (zie verderop),
als u plots merkt dat u de verkeerde instellingen aan het editen bent.
Instellingen opslaan
De hier doorgevoerde wijzigingen kunt u opslaan zonder
daarvoor de WRITE-functie te selecteren (zie blz. 77). Om te
voorkomen dat u de pas gemaakte instellingen meteen weer
kwijtspeelt verdient het aanbeveling met de volgende automatische functie te werken.
Wanneer u, na het editen van een menuparameter, op
[EXIT÷JUMP]
wilt opslaan:
drukt, vraagt de FR-7/FR-5 of u de wijzigingen
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen op
te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan. (Is
dat niet nodig, dan draait u aan de
om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
Opgelet: U kunt uw instellingen ook later nog met de WRITEfunctie opslaan (zie blz. 77). Dat moet u echter doen alvorens een
ander diskantregister of Set te kiezen – en alvorens de FR-7/FR-5
uit te schakelen.
Om uw wijziging op te slaan:
(1) Druk op de
woordt nu met:
(2) Wijzig de naam van het diskantregister, indien nodig (u
zou bv. de naam van het gekozen “Reed Type” kunnen
hanteren).
Namen invoeren
• Kies de tekenpositie (let op het donkere vierkantje) door op
[UP]
(vorig teken),
[DATA÷ENTER]
• Kies met de
• Druk
zen teken te wissen (en er een spatie van te maken).
Voorbeeld: Om de “s” van “Celeste” door een spatie te vervangen (“Cele te”) moet u de cursor naar de “s” brengen en
[UP]/[DOWN]
• Om vóór het gekozen teken een spatie in te voegen en alle
tekens erachter één positie verder naar rechts te schuiven
moet u de positie kiezen die zich daarna achter de spatie
moet bevinden en
vóór de “s” van “Celeste” een spatie in te voegen (en er dus
“Cele ste” van te maken) moet u de cursor naar de “s” brengen en
Opgelet: Als de naam al 8 tekens bevat (“Bandoneo”), verdwijnt het laatste teken (voorbeeld: “Band one”).
• Om het door de cursor aangeduide teken te wissen en alle
tekens erachter één positie naar links te laten verhuizen
moet u het kiezen (voorbeeld: “Celes
ingedrukt houden (“Celete”).
(3) Druk op de
pagina te springen:
-regelaar.)
[DATA÷ENTER]
[DOWN]
-regelaar (volgende teken) te drukken.
[DATA÷ENTER]
[UP]
en
[DOWN]
[UP]
even ingedrukt houden.
[MENU÷WRITE]
samen in om het momenteel geko-
indrukken.
[UP]
ingedrukt houden. Voorbeeld: Om
[DATA÷ENTER]
-regelaar. Het display ant-
(volgende teken) of de
-regelaar het gewenste teken.
te”) en
-knop om naar de volgende
-regelaar
[DOWN]
even
r
40
Page 41
V-Accordion
r
2.1 Reed Type
(4) Kies, indien nodig, een andere Set en een ander register
dan degene die u momenteel aan het editen bent.
Druk op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om “SET” of
“REGISTER” te kiezen en draai eraan om het nummer (1~40
voor SET, 1~14 voor REGISTER) in te stellen.
(5) Druk op de
[MENU÷WRITE]
-knop om uw wijzigingen op
te slaan. Het display bevestigt nu even dat de instellingen opgeslagen zijn:
Opgelet: Onthoud goed dat u telkens maar één diskantregister
kunt editen. Als u een ander register kiest alvorens de wijzigingen van het vorige register op te slaan (door “NO” te selecteren), worden de wijzigingen weer gewist.
Verder mag u de FR-7/FR-5 niet uitschakelen c.q. een andere
Set kiezen, als er nog wijzigingen zijn die u wilt bewaren: sla ze
eerst op.
2.1 Reed Type
Met deze parameter kunt u twee
dingen doen die op een akoestische
accordeon gewoon ondenkbaar
zijn: u kunt (a) het gekozen register
in een compleet ander instrument
omtoveren en (b) verschillende klanken aan alle binnen dit
register actieve voetmaten toewijzen.
Opgelet: Per voetmaat kunt u maar één TYPE kiezen (combinaties zoals “16= Bandoneon, 16= TexMex, 16= Organetto” zijn dus
niet mogelijk).
Zoals u misschien weet, kan een register verschillende tongen
bevatten, die verschillende toonhoogten (“voetmaten”) hanteren; u hoort dan bv. de tongen 16’, 8’ en 4’, wanneer u zo’n
register kiest. Met de “Register”-parameter kiest u de
gewenste voetmaten. Hier bepaalt u hoe elke tong (die aan
het register is toegewezen) moet klinken. Eén denkbare combinatie is bv.:
• Druk op de
meter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “TYPE”-para-
[DATA÷ENTER]
om een type (“instrument”) te kiezen.
De TYPE-opties luiden: Bandoneon, I-Folk, I-Folk2, Classic,
Cajun, Jazz, F-Folk, D-Folk, Organetto, F-Folk2, Classic2,
Studio, Tradition, Steierische, OldItaly, TexMex, Trikitixa.
Om niet teveel tijd aan het kiezen van een TYPE voor de
verschillende tongen te spenderen zou u als volgt tewerk
kunnen gaan: stel dat alle tongen momenteel het “foute”
TYPE gebruiken en dat u 16’, 8’ en 4’ als “Bandoneon” wilt
gebruiken. Zet FOOT dan op “ALL” en TYPE op “Bandoneon”.
Gebruik daarna STATUS op de “2.2 Register”-pagina om alle
overbodige tongen uit te schakelen.
Opgelet: Als u “ALL” selecteert en vervolgens het type wijzigt,
past de “2.5 Valve Noise”-instelling zich automatisch aan het
hier gekozen tongtype aan. Werkt u liever met een ander soort
bijgeluid, dan moet u dat als laatste kiezen.
2.2 Register
De parameters op deze pagina zijn
aan de instellingen hierboven
gekoppeld. Hier kunt u beslissen
welke voetmaten hoorbaar moeten
zijn en hoe ze aangestuurd worden.
Op deze pagina bepaalt u dan ook of de hierboven gekozen
klanken al dan niet worden gebruikt.
Laten we nog maar eens naar een afbeelding kijken:
Bandoneon
Classic
Cajun
F-Folk
Steierische
TexMex
<16> <8> <8–> <8+> <4> <5-1/3> <2-2/3>
OnOffOff
On-
Cassotto
OffOnOff
Triktixa
Bandoneon
Classic
Cajun
F-Folk
Steierische
TexMex
Triktixa
<16> <8> <8–> <8+> <4> <5-1/3> <2-2/3>
Of dit echt zinvol is moet u zelf uitmaken. Technisch kan het
echter wel… En nog wel voor alle 14 diskantregisters.
• Druk, indien nodig, op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
“FOOT”-parameter te kiezen. Draai vervolgens aan de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de tong te selecteren waar u
een ander geluid aan wilt toewijzen.
De mogelijkheden luiden: ALL, 16, 8, 8–, 8+, 4, 5-1/3, 2-2/3
In ons voorbeeld worden alleen 16’, 8’+ en 5-1/3’ gebruikt.
8’+ is iets stiller dan de andere twee tongen, omdat de Cassotto-functie actief is. “Cassotto” lijkt weliswaar op de “Sordina”-functie (zie blz. 21), maar dempt alleen de betreffende
tong/voetmaat (die dan iets doffer klinkt). De Sordina-schakelaar daarentegen geldt voor alle accordeongeluiden van de
Treble-sectie.
• Druk, indien nodig, op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
“FOOT”-parameter te kiezen. Draai vervolgens aan de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de tong te selecteren waar u
een ander geluid aan wilt toewijzen.
De mogelijkheden luiden: 16, 8, 8–, 8+, 4, 5-1/3, 2-2/3
• Druk op de
meter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “STATUS”-para-
[DATA÷ENTER]
om te bepalen of de gekozen tong moet klinken en eventueel moet worden gedempt.
41
Page 42
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | TREBLE EDIT-parameters
De STATUS-opties luiden: Off (klinkt niet), On (klinkt), OnCassotto (gedempt).
2.3 Reed Volume
(Off, –30~“Std”~30, Fabrieksinstelling: Std) Ziehier de laatste parameter die u voor elke tong/voetmaat
apart kunt instellen. Hiermee kunt u
de gewenste “mix” (volumebalans)
van de actieve tongen (zie de “2.2 Register”-pagina) instellen.
Dit is een relatieve parameter, wat dus betekent dat zijn
waarde bij de standaardinstelling (“Std”) wordt opgeteld c.q.
ervan wordt afgetrokken. In de regel beslist u best eerst welke
tong het belangrijkst is. Diens Volume-parameter zou u op
“Std” moeten zetten. Verminder (of verhoog) vervolgens het
volume van de “bijkomende” tongen om de gewenste balans
te bereiken.
Opgelet: Het algemene volume van de diskantsectie (alle registers) kunt u met de [BALANCE]-regelaar instellen.
2.4 Treble Octave
(–1, 0, 1, Fabrieksinstelling: 0) Met
deze parameter kunt u het gekozen
register een octaaf hoger (“1”) of
lager (“–1”) stemmen. Dat komt in
de volgende gevallen van pas: om
snel de toonhoogte van alle actieve tongen (zie hierboven) te
corrigeren of om te voorkomen dat de accordeonklank in de
weg zit van het Orchestra-geluid dat u eventueel samen met
dit register gebruikt. (De Orchestra-sectie biedt eveneens een
Octave-parameter.)
2.5 Valve Noise
Ziehier een iets uitgebreidere versie
van de op blz. 30 besproken Noiseparameter. Hier kunt u namelijk niet
alleen het volume van de ventielgeluiden instellen, maar ook bepalen
van welk instrument dat bijgeluid afkomstig moet zijn. Hoewel u met alle beschikbare geluiden kunt experimenteren
zorgt het werken met het bijgeluid van het gekozen instrument (zie “2.1 Reed Type”) voor een realistischere indruk.
Er is maar één TYPE voor het hele register (d.w.z. alle 7 tongen). De mogelijkheden luiden: Bandoneon, I-Folk, I-Folk2,
Classic, Cajun, Jazz, F-Folk, D-Folk, Organetto, F-Folk2,
Classic2, Studio, Tradition, Steierische, OldItaly, TexMex, Trikitixa.
Met de LEVEL-parameter bepaalt u hoe sterk het bijgeluid
mag opvallen (–30~“Std”~30, Fabrieksinstelling: Std).
Opgelet: Als u “2.1 Reed Type” op “ALL” zet en vervolgens een
ander type kiest, past deze parameter zich automatisch aan het
gekozen tongtype aan. Daarom is het slimmer eerst de tongtypen
te kiezen en pas daarna een ander bijgeluid te selecteren.
2.6 Musette Detune
Met deze parameter kunt u het
systeem kiezen volgens hetwelke de
8’-tongen worden ontstemd. Zie
blz. 28 voor meer details. De mogelijkheden luiden: Off, Dry, Classic, F-
(Off, Low, Standard, High, Fabrieksinstelling: Standard) Deze parameter zorgt voor een nóg groter realisme van de geluiden die de FR-7/
FR-5 kan voortbrengen. Hier kunt u
namelijk bepalen in welke mate de toonhoogte van de diskanttongen verandert, wanneer u de balg sneller dan
gewoonlijk uittrekt of indrukt.
Als de “Standard”-instelling wat braafjes lijkt, moet u “High”
kiezen. Is het effect te opvallend, dan moet u “Low” kiezen.
Kies “Off”, als u geen boodschap hebt aan deze toonhoogteverandering. De meest overtuigende instelling verschilt in de
regel naar gelang het/de gekozen instrument(en) (zie “2.1
Reed Type”).
2.8 Reverb Send, 2.9 Chorus Send,
2.10 Delay Send
(0~127 voor alle drie) Met deze parameters kunt u het galm-, chorus- en delayaandeel (d.w.z. hoe sterk de diskantsectie
van effect moet worden voorzien) instellen. Hoe groter de waarde, hoe sterker de
diskantsectie door het betreffende effect
wordt bewerkt.
Dit werkt zoals in een kerk: hoe luider u
zingt, hoe meer galm (chorus of delay) u
hoort. In het geval van de kerk verhoogt u,
door luider te zingen, het niveau van het signaal (uw stem)
dat door de akoestiek wordt bewerkt.
De andere secties (Bass, Free Bass enz.) hebben dezelfde parameters, zodat u zelfs een geluidsbeeld met verschillende
“niveaus” (voorgrond, achtergrond) kunt creëren.
De effecten zelf moet u op aparte pagina’s editen (zie blz. 56).
2.11 Aftertouch Pitch
(Off, 1/4 Down, 1/2 Down, 1/4 Up,
1/2 Up, Fabrieksinstelling: Off) We
hadden het er al over dat het diskantklavier van de FR-7/FR-5 aftertouchcommando’s zendt. “Aftertouch” wordt gegenereerd, wanneer u een toets na de eigenlijke aanslag nog verder indrukt. Via dit effect kunt u de toonhoogte een kwart- (“1/4 Down”) of halve toon (“1/2 Down”)
neerwaarts buigen (verlagen). Kies “1/4 Up” of “1/2 Up” om de
noten een kwart- of halve toon omhoog te buigen. Kies “Off”,
als de diskantsectie niets met de aftertouchcommando’s mag
doen.
Opgelet: Dit aftertoucheffect geldt voor alle noten, die u op dat
moment speelt. Als u een akkoord speelt en maar één toets van
de aangeslagen noten verder indrukt, verandert de toonhoogte
van alle noten. (MIDI-specialisten noemen dit “kanaalaftertouch”.)
r
42
Page 43
V-Accordion
r
2.12 Bass Link
2.12 Bass Link
Ziehier twee parameters waarmee u
kunt bepalen welk(e) Bass- en/of
Orchestra Bass-sectie/klank er
wordt gekozen, wanneer u het diskantregister selecteert dat u
momenteel aan het editen bent. Dan hoeft u namelijk maar
één registerknop in te drukken i.p.v. twee (één voor Treble, één
voor Bass). Er is nog een bijkomende parameter waarmee u
tevens een orkestklank aan het momenteel gekozen accordeonregister kunt linken (zie verderop).
De opties voor de parameters luiden:
• BASS: No Link, Bass 1~7, Free 1~7
• ORC.BASS: No Link, Acoustic, Bowed, Fingered, Fretless, Picked, Tuba, Tuba Mix
Als u een “Free”-register kiest, schakelt de bassectie automatisch over naar de Free Bass-mode, wanneer u het diskantregister indrukt, terwijl de Bass Link-functie actief is.
(Definieert u een “Bass”-register, dan gaat de bassectie
–indien nodig– van de Free Bass- naar de Bass-mode.)
Kiest u bovendien een ORC.BASS-klank (alles behalve “No
Link”), dan activeert de bassectie automatisch de Orchestra
Bass-part, wanneer u op het diskantregister drukt, terwijl
de Bass Link-functie aan staat.
Kies “No Link”, als u geen verbinding tussen het momenteel
gekozen diskantregister en de Bass- of Orchestra Bass-sectie nodig hebt.
Onthoud goed dat deze automatische link nog niet geactiveerd wordt, wanneer u hem op deze pagina definieert –
hij wordt alleen “voorbereid”. Om de Bass Link-functie echt
in te schakelen moet u het
drukt houden, terwijl u op
[ORCHESTRA]
[9]
drukt:
-register inge-
Herhaal deze procedure om de Bass Link-functie weer uit
te schakelen, als u ze niet meer nodig hebt.
Op de hoofdpagina worden de links als volgt aangeduid:
Opgelet: Als u wilt, wordt deze functie automatisch geactiveerd, wanneer u de FR-7/FR-5 inschakelt. Zie “8.9 Startup” op
blz. 62.
2.13 Orchestra Link
Deze functie laat toe een orkestklank aan het diskantregister te
koppelen dat u momenteel aan het
editen bent. Bovendien kunt u hier
de mode kiezen. Zie ook de verklaringen onder “Orchestra-mode selecteren” op blz. 25.
• MODE: ----, Solo, Dual, High, Low
Kies “No Link”, als u geen verbinding tussen het momenteel
gekozen diskantregister en de Orchestra-sectie nodig hebt.
“––” betekent dat de op dat moment gehanteerde mode
niet verandert. Als dus de LOW-mode actief is, wanneer u
op dit register drukt, wordt de hier gekozen Orchestraklank in de LOW-mode bespeeld.
Onthoud goed dat deze automatische link nog niet geactiveerd wordt, wanneer u hem op deze pagina definieert –
hij wordt alleen “voorbereid”. Om de Orchestra Link-functie
echt in te schakelen moet u het
ingedrukt houden, terwijl u op
[ORCHESTRA]
[10]
drukt:
-register
Opgelet: Houd goed in de gaten dat de Link-functie gevaarlijk
kan zijn, indien u het momenteel geselecteerde Bass-, Free
Bass- of Orchestra Bass-register gewijzigd, maar die instellingen nog niet opgeslagen hebt. Door (via de Link-functie) automatisch een ander register te kiezen verliest u namelijk de wijzigingen voor het eerder gehanteerde register. Gebruik dus
eventueel de WRITE-functie (blz. 77) alvorens de link te activeren – al was het maar om u ervan te overtuigen dat u de wijzigingen toch opgeslagen had.
Opgelet: Wanneer u de link activeert, gebeurt er nog niets
(d.w.z. er wordt niet meteen een ander Bass/Free Bass/Orchestra Bass-register gekozen). U moet eerst nog een ander diskantregister (met actieve Bass Link-functie) kiezen om van
deze functie gebruik te maken.
Opgelet: Houd goed in de gaten dat de Link-functie gevaarlijk
kan zijn, indien u het momenteel geselecteerde Orchestraregister gewijzigd, maar die instellingen nog niet opgeslagen
hebt. Door (via de Link-functie) automatisch een andere
Orchestra-klank te kiezen verliest u namelijk de wijzigingen
voor de eerder gehanteerde klank. Gebruik dus eventueel de
WRITE-functie (blz. 77) alvorens de link te activeren – al was
het maar om u ervan te overtuigen dat u de wijzigingen toch
opgeslagen had.
43
Page 44
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | TREBLE EDIT-parameters
Opgelet: Wanneer u de link activeert, gebeurt er nog niets
(d.w.z. er wordt niet meteen een andere Orchestra-klank gekozen). U moet eerst nog een ander diskantregister (met actieve
Orchestra Link-functie) kiezen om van deze functie gebruik te
maken.
Herhaal deze procedure om de Orchestra Link-functie uit te
schakelen, als u ze niet meer nodig hebt (of wijs “CANCEL”
aan een ander diskantregister toe en druk daarop).
Op de hoofdpagina worden de links als volgt aangeduid:
Opgelet: Als u wilt, wordt deze functie automatisch geactiveerd, wanneer u de FR-7/FR-5 inschakelt. Zie “8.9 Startup” op
blz. 62.
2.14 Treble MIDI TX
Deze pagina bevat een reeks MIDIparameters voor het gekozen register, die u één voor één kunt instellen. Op blz. 72 gaan we dieper in op
de MIDI-parameters. Deze parameters worden samen met de overige Set-parameters opgeslagen, zodat u voor elke Set (of zelfs binnen een Set) compleet
verschillende MIDI-instellingen kunt hanteren.
r
44
Page 45
V-Accordion
BASS EDIT-parameters
r
BASS EDIT-parameters
De parameters van de BASS EDIT-groep hebben betrekking op de bassectie (bas- en akkoordnoten) en
worden in de gekozen Set opgeslagen. Hiermee kunt u uw eigen (virtuele) accordeon “bouwen”. Eens u
deze parameters gewijzigd hebt, moet u waarschijnlijk ook de TREBLE EDIT- of FREE BS EDIT-parameters bijsturen (die eveneens in de Set worden opgeslagen). Zie blz.35 en 37 voor het kiezen en instellen
van de parameters.
Druk [UP] en [DOWN] samen in om weer de als “Fabrieksinstelling” gemerkte instelling te kiezen. Onder “Vooraf” op blz. 40
vindt u een aantal algemene tips.
Belangrijke opmerking
Alle hier doorgevoerde wijzigingen gelden telkens voor het
laatst geselecteerde basregister. Druk dus eerst op het register
dat u wilt wijzigen alvorens de BASS EDIT-parameters in te
stellen. U zou echter ook kunnen beslissen de instellingen in
een ander register op te slaan (zie verderop), als u plots merkt
dat u de verkeerde instellingen aan het editen bent.
Instellingen opslaan
De hier doorgevoerde wijzigingen kunt u opslaan zonder
daarvoor de WRITE-functie te selecteren (zie blz. 77). Om te
voorkomen dat u de pas gemaakte instellingen meteen weer
kwijtspeelt verdient het aanbeveling met de volgende automatische functie te werken.
Wanneer u, na het editen van een menuparameter, op
[EXIT÷JUMP]
drukt, vraagt de FR-7/FR-5 of u de wijzigingen
wilt opslaan:
(3) Druk op de
pagina te springen:
(4) Kies, indien nodig, een andere Set en een ander register
dan degene die u momenteel aan het editen bent.
Druk op de
TER” te kiezen en draai eraan om het nummer (1~40 voor
SET, 1~7 voor REGISTER) in te stellen.
(5) Druk op de
te slaan. Het display bevestigt nu even dat de instellingen opgeslagen zijn:
[MENU÷WRITE]
[DATA÷ENTER]
[MENU÷WRITE]
-knop om naar de volgende
-regelaar om “SET” of “REGIS-
-knop om uw wijzigingen op
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen op
te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan. (Is
dat niet nodig, dan draait u aan de
[DATA÷ENTER]
-regelaar
om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
Opgelet: U kunt uw instellingen ook later nog met de WRITEfunctie opslaan (zie blz. 77). Dat moet u echter doen alvorens een
ander basregister of Set te kiezen – en alvorens de FR-7/FR-5 uit
te schakelen.
-regelaar.)
Om uw wijziging op te slaan:
(1) Druk op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar. Het display ant-
woordt nu met:
(2) Wijzig de naam van het basregister, indien nodig (u zou
bv. de naam van het gekozen “Reed Type” kunnen hanteren).
Zie “Namen invoeren” op blz. 40.
Opgelet: Onthoud goed dat u telkens maar één basregister
kunt editen. Als u een ander register kiest alvorens de wijzigingen van het vorige register op te slaan (door “NO” te selecteren), worden de wijzigingen weer gewist. Kies de Free Bass- of
Orchestra Bass-mode pas, wanneer u uitgemaakt hebt of u de
wijzigingen al dan niet wilt opslaan.
Verder mag u de FR-7/FR-5 niet uitschakelen c.q. een andere
Set kiezen, als er nog wijzigingen zijn die u wilt bewaren: sla ze
eerst op.
3.1 Reed Type
Met deze parameter kunt u het
gekozen register in een compleet
ander instrument omtoveren en
verschillende klanken aan alle binnen dit register actieve voetmaten
toewijzen. Zie “2.1 Reed Type” op blz. 41 voor een bespreking
van de mogelijkheden en de punten waarop u moet letten.
Onthoud echter dat de parameter op deze pagina betrekking
heeft op het gekozen basregister.
• Druk, indien nodig, op de
“FOOT”-parameter te kiezen. Draai vervolgens aan de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de tong te selecteren waar u
een ander geluid aan wilt toewijzen.
De mogelijkheden luiden: ALL, 16, 8, 8-4, 4, 2
• Druk op de
[DATA÷ENTER]
meter te activeren en draai vervolgens aan
om een type (“instrument”) te kiezen.
De TYPE-opties luiden: Bandoneon, I-Folk, I-Folk2, Classic,
Cajun, Jazz, F-Folk, D-Folk, Organetto, F-Folk2, Classic2,
Studio, Tradition, Steierische, Trikitixa
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
-regelaar om de “TYPE”-para-
[DATA÷ENTER]
45
Page 46
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | BASS EDIT-parameters
Om niet teveel tijd aan het kiezen van een TYPE voor de
verschillende tongen te spenderen zou u als volgt tewerk
kunnen gaan: stel dat alle tongen momenteel het foute
TYPE gebruiken en dat u 16’, 8’ en 4’ als “Bandoneon” wilt
gebruiken. Zet FOOT dan op “ALL” en TYPE op “Bandoneon”.
Gebruik daarna STATUS op de “3.2 Register”-pagina om alle
overbodige tongen uit te schakelen.
3.2 Register
De parameters op deze pagina zijn
aan de instellingen hierboven
gekoppeld. Hier kunt u beslissen
welke voetmaten hoorbaar moeten
zijn en hoe ze aangestuurd worden.
Op deze pagina bepaalt u dus of de hierboven gekozen klanken al dan niet worden gebruikt.
• Druk op de
meter te activeren en draai vervolgens aan
om de gewenste tong te kiezen.
De mogelijkheden luiden: 16, 8, 8-4, 4, 2
• Druk op de
meter te activeren en draai vervolgens aan
om te bepalen of de gekozen tong moet klinken en of u er
akkoorden mee kunt spelen.
De STATUS-opties luiden: Off, Bass, Chord, Bass&Chord. De
beschikbare opties verschillen echter naar gelang de gekozen voetmaat:
Opgelet: Deze instelling geldt gedeeltelijk voor alle tongen. Zo
kunt u bv. niet “Bass&Chord” voor “8-4” kiezen en “Chord” op
“2” zetten. Alle tongen (16 & 8 voor de bas, 8-4, 4 & 2 voor de
akkoorden) moeten dezelfde toewijzing hanteren. Kiest u dus
bv. “Bass&Chord” voor “4”, terwijl u “2” aan “Chord” toewijst,
dan wordt “4” automatisch op “Chord” gezet (de laatste keuze
wordt dus op alle tongen van dezelfde “ja”-groep toegepast).
“Off” kunt u echter voor elke tong apart instellen.
Opgelet: Als u “ALL” selecteert en vervolgens het tongtype
wijzigt, passen de “3.4 Button Noise”- en “3.5 Reed Growl”instelling zich automatisch aan het hier gekozen tongtype aan.
Werkt u liever met andere bijgeluiden, dan moet u die als laatste instellen.
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
Offjajajajaja
Chordneeneejajaja
Bassjajaneeneenee
Bass&Chord neeneejajaja
-regelaar om de “FOOT”-para-
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “STATUS”-para-
[DATA÷ENTER]
1688-442
3.3 Reed Volume
(Off, –30~“Std”~30, Fabrieksinstelling: Std) Ziehier de laatste parameter die u voor elke tong apart kunt
instellen. Hiermee kunt u de
gewenste “mix” (volumebalans) van
de actieve tongen (zie de “3.2 Register”-pagina) instellen.
Dit is een relatieve parameter, wat dus betekent dat zijn
waarde bij de standaardinstelling (“Std”) wordt opgeteld c.q.
ervan wordt afgetrokken. In de regel beslist u best eerst welke
tong het belangrijkst is. Diens Volume-parameter zou u op
“Std” moeten zetten. Verminder (of verhoog) vervolgens het
volume van de “bijkomende” tongen om de gewenste balans
te bereiken.
r
Opgelet: Het algemene volume van de bassectie (alle registers)
kunt u met de [BALANCE]-regelaar instellen.
3.4 Button Noise
De bassectie van de meeste accordeoninstrumenten wordt via basknoppen bespeeld. Die knoppen
genereren een typisch geluid, wanneer u ze indrukt. Op deze pagina
kiest u het instrument wiens knoppengeluid het momenteel
geselecteerde register tijdens het spelen moet voortbrengen.
(Aan de overige basregisters kunt u andere geluiden toewijzen.)
Er is maar één TYPE voor het hele register (d.w.z. alle 5 tongen). De mogelijkheden luiden: Bandoneon, I-Folk, I-Folk2,
Classic, Cajun, Jazz, F-Folk, D-Folk, Organetto, F-Folk2,
Classic2, Studio, Tradition, Steierische, Trikitixa.
Met de LEVEL-parameter bepaalt u hoe sterk het bijgeluid
mag opvallen (–30~“Std”~30, Fabrieksinstelling: Std).
Opgelet: Als u “3.1 Reed Type” op “ALL” zet en vervolgens een
ander type kiest, past deze parameter zich automatisch aan het
gekozen tongtype aan. Daarom is het slimmer eerst de tongtypen
te kiezen en pas daarna een ander bijgeluid te selecteren.
3.5 Reed Growl
Met deze parameter kunt u het
typische geluid van een bastong
simuleren dat net vóór het stilvallen
van de tong optreedt (een soort
“muzikale winderigheid”). Elk
instrument van de accordeonfamilie heeft een herkenbaar
gromgeluid. Het grommen van de klank, die u met “3.1 Reed
Type” geselecteerd hebt, levert waarschijnlijk het meest realistische effect op – maar u mag natuurlijk ook een ander geluid
kiezen.
• Druk, indien nodig, op de
“TYPE”-parameter te activeren en draai vervolgens aan
• Druk op de
meter te activeren en draai vervolgens aan
om het volume van het “Reed Growl”-geluid in te stellen
(–30~“Std”~30).
Opgelet: Als u “3.1 Reed Type” op “ALL” zet en vervolgens een
ander tongtype kiest, past deze gromparameter zich automatisch aan het gekozen tongtype aan. Daarom is het slimmer
eerst het tongtype en pas daarna een ander gromgeluid te
selecteren.
om één van de beschikbare instrumentty-
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “LEVEL”-para-
-regelaar om de
[DATA÷ENTER]
46
Page 47
V-Accordion
3.6 Bellows Detune
r
3.6 Bellows Detune
(Off, Low, Standard, High, Fabrieksinstelling: Standard) Deze parameter zorgt voor een nóg groter realisme van de geluiden die de FR-7/
FR-5 kan voortbrengen. Hier kunt u
namelijk bepalen in welke mate de toonhoogte van de bastongen verandert, wanneer u de balg sneller dan gewoonlijk
uittrekt of indrukt.
Als de “Standard”-instelling wat braafjes lijkt, moet u “High”
kiezen. Is het effect te opvallend, dan moet u “Low” kiezen.
Kies “Off”, als u geen boodschap hebt aan deze ontstemming.
De meest overtuigende instelling verschilt in de regel naar
gelang het/de gekozen instrument(en) (zie “3.1 Reed Type”).
3.7 Reverb Send, 3.8 Chorus Send, 3.9 Delay Send
(0~127 voor alle drie) Met deze parameters kunt u het galm-, chorus- en delayaandeel (d.w.z. hoe sterk de bassectie van
effect moet worden voorzien) instellen.
Hoe groter de waarde, hoe sterker de bassectie door het betreffende effect wordt
bewerkt.
De andere secties (Treble, Free Bass enz.)
hebben dezelfde parameters, zodat u zelfs
een geluidsbeeld met verschillende
“niveaus” (voorgrond, achtergrond) kunt creëren.
De effecten zelf moet u op aparte pagina’s editen (zie blz. 56).
3.10 Bass MIDI TX, 3.11 Chord MIDI TX
Deze pagina’s bevatten een reeks
MIDI-parameters voor het gekozen
register, die u één voor één kunt
instellen. Op de ene pagina kunt u
het MIDI-gedrag van de basnoten
(d.w.z. de twee knoppenrijen, die
het dichtst bij de balg liggen) instellen, terwijl de andere pagina
dezelfde functies voor de akkoorden
(d.w.z. de resterende knoppen van de bassectie) herbergt.
Op blz. 72 gaan we dieper in op de MIDI-parameters. Deze
parameters worden samen met de overige Set-parameters
opgeslagen, zodat u voor elke Set (of zelfs binnen een Set)
compleet verschillende MIDI-instellingen kunt hanteren.
47
Page 48
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | FREE BASS EDIT-parameters
FREE BASS EDIT-parameters
De parameters van de FREE BS EDIT-groep hebben betrekking op de bassectie, wanneer u ze in de Free
Bass-mode gebruikt (zie blz. 23). Ze worden in de gekozen Set opgeslagen. Hiermee kunt u uw eigen
(virtuele) accordeon “bouwen”. Eens u deze parameters gewijzigd hebt, moet u waarschijnlijk ook de
TREBLE EDIT-parameters bijsturen (die eveneens in de Set worden opgeslagen). Zie blz.35 en 37 voor het
kiezen en instellen van de parameters.
Druk [UP] en [DOWN] samen in om weer de als “Fabrieksinstelling” gemerkte instelling te kiezen. Onder “Vooraf” op blz. 40
vindt u een aantal algemene tips.
Belangrijke opmerkingen
• Alle hier doorgevoerde wijzigingen gelden telkens voor het
laatst geselecteerde Free Bass-register. Druk dus eerst op
het register dat u wilt wijzigen alvorens de FREE BS EDITparameters in te stellen. U zou echter ook kunnen beslissen
de instellingen in een ander register op te slaan (zie verderop), als u plots merkt dat u de verkeerde instellingen
aan het editen bent.
• Zie blz. 61 voor het kiezen van het nootsysteem dat in de
Free Bass-mode wordt gehanteerd. Die instelling geldt voor
alle Sets.
Instellingen opslaan
De hier doorgevoerde wijzigingen kunt u opslaan zonder
daarvoor de WRITE-functie te selecteren (zie blz. 77). Om te
voorkomen dat u de pas gemaakte instellingen meteen weer
kwijtspeelt verdient het aanbeveling met de volgende automatische functie te werken.
Wanneer u, na het editen van een menuparameter, op
[EXIT÷JUMP]
wilt opslaan:
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen op
te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan. (Is
dat niet nodig, dan draait u aan de
om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
Opgelet: U kunt uw instellingen ook later nog met de WRITEfunctie opslaan (zie blz. 77). Dat moet u echter doen alvorens een
ander Free Bass-register of Set te kiezen – en alvorens de FR-7/
FR-5 uit te schakelen.
Om uw wijziging op te slaan:
(1) Druk op de
woordt nu met:
(2) Wijzig de naam van het Free Bass-register, indien nodig
(u zou bv. de naam van het gekozen “Reed Type” kunnen
hanteren).
Zie “Namen invoeren” op blz. 40.
drukt, vraagt de FR-7/FR-5 of u de wijzigingen
-regelaar.)
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
-regelaar. Het display ant-
-regelaar
(3) Druk op de
pagina te springen:
(4) Kies, indien nodig, een andere Set en een ander register
dan degene die u momenteel aan het editen bent.
Druk op de
TER” te kiezen en draai eraan om het nummer (1~40 voor
SET, 1~7 voor REGISTER) in te stellen.
(5) Druk op de
te slaan. Het display bevestigt nu even dat de instellingen opgeslagen zijn:
Opgelet: Onthoud goed dat u telkens maar één Free Bassregister kunt editen. Als u een ander register kiest alvorens de
wijzigingen van het vorige register op te slaan (door “NO” te
selecteren), worden de wijzigingen weer gewist. Kies de Bassof Orchestra Bass-mode pas, wanneer u uitgemaakt hebt of u
de wijzigingen al dan niet wilt opslaan.
Verder mag u de FR-7/FR-5 niet uitschakelen c.q. een andere
Set kiezen, als er nog wijzigingen zijn die u wilt bewaren: sla ze
eerst op.
4.1 Reed Type
Met deze parameter kunt u het
gekozen register in een compleet
ander instrument omtoveren en
verschillende klanken aan de binnen
dit register actieve voetmaten toewijzen.
Opgelet: U zal meteen merken dat er hier minder opties zijn dan
voor de bassectie. Dat komt omdat u in de Free Bass-mode geen
akkoorden kunt spelen.
• Druk, indien nodig, op de
“FOOT”-parameter te kiezen. Draai vervolgens aan de
[DATA÷ENTER]
een ander geluid aan wilt toewijzen. De mogelijkheden luiden: ALL, 16, 8
• Druk op de
meter te activeren en draai vervolgens aan
om een type (“instrument”) te kiezen.
De TYPE-opties luiden: Bandoneon, I-Folk, I-Folk2, Classic,
Cajun, Jazz, F-Folk, D-Folk, Organetto, F-Folk2, Classic2,
Studio, Tradition, Steierische, Trikitixa
[MENU÷WRITE]
[DATA÷ENTER]
[MENU÷WRITE]
-regelaar om de tong te selecteren waar u
[DATA÷ENTER]
-knop om naar de volgende
-regelaar om “SET” of “REGIS-
-knop om uw wijzigingen op
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “TYPE”-para-
-regelaar om de
[DATA÷ENTER]
r
48
Page 49
V-Accordion
r
4.2 Register
Opgelet: Als u “ALL” selecteert en vervolgens het tongtype
wijzigt, passen de “4.4 Button Noise”- en “4.5 Reed Growl”instelling zich automatisch aan het hier gekozen tongtype aan.
Werkt u liever met andere bijgeluiden, dan moet u die pas
daarna instellen.
4.2 Register
De parameters op deze pagina zijn
aan de instellingen hierboven
gekoppeld. Hier kunt u beslissen
welke voetmaten hoorbaar moeten
zijn en hoe ze aangestuurd worden.
Op deze pagina bepaalt u dus of de hierboven gekozen klanken al dan niet worden gebruikt.
• Druk, indien nodig, op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
“FOOT”-parameter te kiezen. Draai vervolgens aan de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de tong te selecteren waar u
een ander geluid aan wilt toewijzen. De mogelijkheden luiden: ALL, 16, 8
• Druk op de
meter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “STATUS”-para-
[DATA÷ENTER]
om te bepalen of de gekozen tong moet klinken en met
welke knoppen ze kan worden aangestuurd.
De STATUS-opties luiden: Off (geen geluid), Low (onderste
helft), High (bovenste helft), Whole (alle knoppen).
Met deze opties programmeert u dus wat toetsenisten een
“split” noemen. U kunt namelijk verschillende handige
combinaties programmeren, zoals “High” voor 8’ en “Low”
voor 16’ (en vice versa), c.q. “Whole” voor 16’ (alle knoppen)
en “High” voor 8’ (alleen de bovenste drie rijen).
Opgelet: Waarschijnlijk kiest u best nooit dezelfde gedeeltelijke STATUS (“High” of “Low”) voor beide tongen, omdat de
helft van de basknoppen dan gewoon niets meer doet. Maar
het kán…
4.3 Reed Volume
(Off, –30~“Std”~30, Fabrieksinstelling: Std) Ziehier de laatste parameter die u voor elke tong apart kunt
instellen. Hiermee kunt u de
gewenste “mix” (volumebalans) van
de actieve tongen instellen.
Dit is een relatieve parameter, wat dus betekent dat zijn
waarde bij de standaardinstelling (“Std”) wordt opgeteld c.q.
ervan wordt afgetrokken. In de regel beslist u best eerst welke
tong het belangrijkst is. Diens Volume-parameter zou u op
“Std” moeten zetten. Verminder (of verhoog) vervolgens het
volume van de “bijkomende” tong om de gewenste balans te
bereiken.
Opgelet: Het algemene volume van de Free Bass-sectie (alle
registers) kunt u met de [BALANCE]-regelaar instellen.
4.4 Button Noise
De bassectie van de meeste accordeoninstrumenten wordt via basknoppen bespeeld. Die knoppen
genereren een typisch geluid, wanneer u ze indrukt. Op deze pagina
kiest u het instrument wiens knoppengeluid het momenteel
geselecteerde register moet voortbrengen. (Aan de overige
Free Bass-registers kunt u andere geluiden toewijzen.)
Er is maar één TYPE voor het hele register. De mogelijkheden
luiden: Bandoneon, I-Folk, I-Folk2, Classic, Cajun, Jazz, F-Folk,
D-Folk, Organetto, F-Folk2, Classic2, Studio, Tradition, Steierische, Trikitixa
Met de LEVEL-parameter bepaalt u hoe sterk het bijgeluid
mag opvallen (–30~“Std”~30, Fabrieksinstelling: Std).
Opgelet: Als u “4.1 Reed Type” op “ALL” zet en vervolgens een
ander type kiest, past deze parameter zich automatisch aan het
gekozen tongtype aan. Daarom is het slimmer eerst de tongtypen
te kiezen en pas daarna een ander bijgeluid te selecteren.
4.5 Reed Growl
Met deze parameter kunt u het
typische geluid van een bastong
simuleren dat net vóór het stilvallen
van de tong optreedt. Elk instrument van de accordeonfamilie
heeft een herkenbaar gromgeluid. Het grommen van de klank,
die u met “4.1 Reed Type” geselecteerd hebt, levert waarschijnlijk het meest realistische effect op – maar u mag
natuurlijk ook een ander geluid kiezen.
• Druk, indien nodig, op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
“TYPE”-parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
om één van de beschikbare instrumenttypen kiezen.
Bandoneon, I-Folk, I-Folk2, Classic, Cajun, Jazz, F-Folk, DFolk, Organetto, F-Folk2, Classic2, Studio, Tradition, Steierische, Trikitixa
• Druk op de
meter te kiezen en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “LEVEL”-para-
[DATA÷ENTER]
om het volume van het “Reed Growl”-geluid in te stellen
(–30~“Std”~30).
Opgelet: Als u “4.1 Reed Type” op “ALL” zet en vervolgens een
ander tongtype kiest, past deze gromparameter zich automatisch aan het gekozen tongtype aan. Daarom is het slimmer
eerst het tongtype en pas daarna een ander gromgeluid te
selecteren.
4.6 Bellows Detune
(Off, Low, Standard, High, Fabrieksinstelling: Standard) Deze parameter zorgt voor een nóg groter realisme van de geluiden die de FR-7/
FR-5 kan voortbrengen. Hier kunt u
namelijk bepalen in welke mate de toonhoogte van de Free
Bass-tong(en) verandert, wanneer u de balg sneller dan
gewoonlijk uittrekt of indrukt.
Als de “Standard”-instelling wat braafjes lijkt, moet u “High”
kiezen. Is het effect te opvallend, dan moet u “Low” kiezen.
Kies “Off”, als u geen boodschap hebt aan deze ontstemming.
De meest overtuigende instelling verschilt in de regel naar
gelang het/de gekozen instrument(en) (zie “4.1 Reed Type”).
49
Page 50
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | FREE BASS EDIT-parameters
4.7 Reverb Send, 4.8 Chorus Send, 4.9 Delay Send
(0~127 voor alle drie) Met deze parameters kunt u het galm-, chorus- en delayaandeel (d.w.z. hoe sterk de Free Bass-sectie van effect moet worden voorzien)
instellen. Hoe groter de waarde, hoe sterker de Free Bass-sectie door het betreffende effect wordt bewerkt.
De andere secties (Treble, Bass enz.) hebben dezelfde parameters, zodat u zelfs
een geluidsbeeld met verschillende
“niveaus” (voorgrond, achtergrond) kunt creëren.
De effecten zelf moet u op aparte pagina’s editen (zie blz. 56).
4.10 Free Bass MIDI TX
Deze pagina bevat een reeks MIDIparameters voor het gekozen register, die u één voor één kunt instellen.
Op blz. 72 gaan we dieper in op de
MIDI-parameters. Deze parameters worden samen met de
overige Set-parameters opgeslagen, zodat u voor elke Set (of
zelfs binnen een Set) compleet verschillende MIDI-instellingen kunt hanteren.
r
50
Page 51
ORC.BASS EDIT-parameters
Lowest Note= E (28)
Als u dit op het knoppenklavier speelt…
…en deze instelling
hanteert…
…, worden deze noten 1 octaaf hoger getransponeerd.
De parameters van de ORC.BASS EDIT-groep dienen voor het editen van de orkestbassectie. Zie blz. 27
voor meer details over de Orchestra Bass-sectie. Zie blz.35 en 37 voor het kiezen en instellen van de
parameters.
Druk [UP] en [DOWN] samen in om weer de als “Fabrieksinstelling” gemerkte instelling te kiezen.
V-Accordion
ORC.BASS EDIT-parameters
r
Belangrijke opmerking
De keuze van de Orchestra Bass-klanken kunt u via de “2.12
Bass Link”-pagina automatiseren (blz. 43) – en nog wel voor
elk diskantregister.
Instellingen opslaan
De hier doorgevoerde wijzigingen kunt u opslaan zonder
daarvoor de WRITE-functie te selecteren (zie blz. 77). Om te
voorkomen dat u de pas gemaakte instellingen meteen weer
kwijtspeelt verdient het aanbeveling met de volgende automatische functie te werken.
Wanneer u, na het editen van een menuparameter, op
[EXIT÷JUMP]
drukt, vraagt de FR-7/FR-5 of u de wijzigingen
wilt opslaan:
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen op
te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan. (Is
dat niet nodig, dan draait u aan de
[DATA÷ENTER]
-regelaar
om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
Opgelet: U kunt uw instellingen ook later nog met de WRITEfunctie opslaan (zie blz. 77). Dat moet u echter doen alvorens een
andere Set te kiezen – en alvorens de FR-7/FR-5 uit te schakelen.
-regelaar.)
Om uw wijziging op te slaan:
(1) Druk op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar. Het display ant-
woordt nu met:
5.1 Lowest Note
Met deze parameter kiest u de laagste noot die de geselecteerde klank
mag spelen. Als u al eens met een
arrangermodule van Roland
gewerkt hebt, kent u waarschijnlijk
het begrip “Wrap”. Deze parameter werkt op een gelijkaardige
manier.
De Orchestra Bass-klanken (evenals de Orchestra-geluiden
van de diskantsectie) zijn PCM-golfvormen (samples) van
akoestische instrumenten. Elk akoestisch instrument heeft
een vast bereik en kan dus geen noten onder of boven dat
bereik weergeven. Met een normaal gestemde 4-snarige basgitaar kunt u bv. een lage E (Mi) spelen, maar niet de D (Re)
eronder:
Samples (PCM-golfvormen) daarentegen kunnen de toonhoogte van het opgenomen signaal bijna onbeperkt verlagen.
Meestal klinkt dat echter wat onnatuurlijk. Met de “Lowest
Note”-parameter kiest u de laagste noot die de sample mag
hanteren. Speelt u daarna toch een lagere noot op het knoppenklavier, dan wordt die één octaaf boven de overeenkomstige toonhoogte weergegeven – en klinkt ze dus wél natuurlijk. Ziehier een voorbeeld:
(2) Kies, indien nodig, een andere Set dan degene die u
momenteel aan het editen bent.
(3) Druk op de
[WRITE]
-knop om uw wijzigingen op te slaan.
Het display bevestigt nu even dat de instellingen opgeslagen zijn:
Opgelet: Schakel de FR-7/FR-5 niet uit en kies geen andere
Set, als er nog wijzigingen zijn die u wilt bewaren: sla ze eerst
op.
Dat betekent dus dat de Orchestra Bass-klank af en toe naar
een ander octaaf verhuist. Voor bepaalde nummers leidt de
voorgeprogrammeerde instelling (E 28) tot een wat vreemd
resultaat, wat vooral bij “walking bass”-partijen e.d. storend
overkomt. In dergelijke gevallen bereikt u met een andere
“Lowest Note”-instelling eventueel een bevredigender resultaat.
De mogelijkheden luiden: E 28, F 29, F
B
b
34, B 35, C 36; Fabrieksinstelling: E 28. (De cijfers slaan op
#
30, G 31, Ab 32, A 33,
MIDI-nootnummers – elke MIDI-noot heeft namelijk een
eigen “adres”.)
51
Page 52
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | ORC.BASS EDIT-parameters
5.2 Orc Bass Release Time
(0~63, Fabrieksinstelling: 0) Met
deze parameter wijzigt u de manier
waarop een noot stopt, wanneer u
de overeenkomstige knop loslaat.
Hoewel alle Orchestra Bass-klanken
op zo’n manier werden voorbereid dat ze natuurlijk uitsterven, wanneer u een knop loslaat, gebeurt het misschien af en
toe dat de noten toch wat te plots stoppen.
Dan moet u hier een grotere waarde instellen. “0” betekent
dat u met de voorgeprogrammeerde Release-waarde akkoord
gaat. Alle andere waarden zorgen dat de noten steeds trager
uitsterven.
5.3 Orc Bass Volume
(Off, –30~“Std”~30, Fabrieksinstelling: Std) Met deze parameter
bepaalt u het volume van de
Orchestra Bass-part. Zie ook blz. 27.
5.4 Reverb Send, 5.5 Chorus Send, 5.6 Delay Send
(0~127 voor alle drie) Met deze parameters kunt u het galm-, chorus- en delayaandeel (d.w.z. hoe sterk de Orchestra
Bass-sectie van effect moet worden voorzien) instellen. Hoe groter de waarde, hoe
sterker de Orchestra Bass-sectie door het
betreffende effect wordt bewerkt.
De andere secties (Treble, Bass enz.) hebben dezelfde parameters, zodat u zelfs
een geluidsbeeld met verschillende
“niveaus” (voorgrond, achtergrond) kunt creëren. Toch willen
we er even op wijzen dat galm (reverb) en delay bijna nooit
voor basgeluiden worden gebruikt.
De effecten zelf moet u op aparte pagina’s editen (zie blz. 56).
5.7 Orc Bass MIDI TX
Deze pagina bevat een reeks MIDIparameters voor de Orchestra Basspart, die u één voor één kunt instellen.
Op blz. 72 gaan we dieper in op de
MIDI-parameters. Deze parameters worden samen met de
overige Set-parameters opgeslagen, zodat u voor elke Set
compleet verschillende MIDI-instellingen kunt hanteren.
r
52
Page 53
ORCH. EDIT-parameters
De parameters van de ORCH. EDIT-groep hebben betrekking op de orkestsectie van het diskantklavier.
Zie blz. 24 voor meer details over de Orchestra-sectie. Misschien herinnert u zich nog dat er hier 22
klanken zijn (omdat u met bepaalde registers een “A”- en een “B”-klank kunt kiezen). Zie blz.35 en 37
voor het kiezen en instellen van de parameters.
Druk [UP] en [DOWN] samen in om weer de als “Fabrieksinstelling” gemerkte instelling te kiezen.
V-Accordion
ORCH. EDIT-parameters
r
Belangrijke opmerking
De keuze van de Orchestra-klanken kunt u via de “2.13
Orchestra Link”-pagina automatiseren (blz. 43) – en nog wel
voor elk diskantregister.
Instellingen opslaan
De hier doorgevoerde wijzigingen kunt u opslaan zonder
daarvoor de WRITE-functie te selecteren (zie blz. 77). Om te
voorkomen dat u de pas gemaakte instellingen meteen weer
kwijtspeelt verdient het aanbeveling met de volgende automatische functie te werken.
Wanneer u, na het editen van een menuparameter, op
[EXIT÷JUMP]
wilt opslaan:
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen op
te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan. (Is
dat niet nodig, dan draait u aan de
om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
Opgelet: U kunt uw instellingen ook later nog met de WRITEfunctie opslaan (zie blz. 77). Dat moet u echter doen alvorens een
andere Set te kiezen – en alvorens de FR-7/FR-5 uit te schakelen.
Om uw wijziging op te slaan:
(1) Druk op de
woordt nu met:
drukt, vraagt de FR-7/FR-5 of u de wijzigingen
-regelaar.)
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
-regelaar. Het display ant-
-regelaar
6.1 Orchestra Octave
(–1~0~1, Fabrieksinstelling: 0) Met
deze parameter kunt u de orkestsectie (d.w.z. de momenteel gekozen orkestklank) hoger of lager
transponeren.
Dat kan interessant zijn, wanneer u de Orchestra-part in de
Dual-mode (blz. 25) gebruikt en wilt dat hij één octaaf boven
of onder het accordeonregister klinkt.
6.2 Orchestra Volume
(Off, –30~“Std”~30, Fabrieksinstelling: Std) Hiermee kunt u de
gewenste “mix” (volumebalans) tussen de diskantaccordeon en de
orkestsectie instellen.
Dit is een relatieve parameter, wat dus betekent dat zijn
waarde bij de standaardinstelling (“Std”) wordt opgeteld c.q.
ervan wordt afgetrokken.
6.3 Bellows Detune
(Off, Low, Standard, High, Fabrieksinstelling: Standard) Hier kunt u
bepalen in welke mate de toonhoogte van de gekozen orkestklank
verandert, wanneer u de balg sneller dan gewoonlijk uittrekt of indrukt. Dat kan ervoor zorgen
dat klanken zoals 1A~4B, 6A, 6B en 10~12 nog een tikkeltje
realistischer overkomen.
Als de “Standard”-instelling wat braafjes lijkt, moet u “High”
kiezen. Is het effect te opvallend, dan moet u “Low” kiezen.
Kies “Off”, als u geen boodschap hebt aan deze ontstemming.
De meest overtuigende instelling verschilt in de regel naar
gelang de gekozen klank.
(2) Kies, indien nodig, een andere Set dan degene die u
momenteel aan het editen bent.
(3) Druk op de
te slaan. Het display bevestigt nu even dat de instellingen opgeslagen zijn:
Opgelet: Schakel de FR-7/FR-5 niet uit en kies geen andere
Set, als er nog wijzigingen zijn die u wilt bewaren: sla ze eerst
op.
[MENU÷WRITE]
-knop om uw wijzigingen op
53
Page 54
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | ORCH. EDIT-parameters
6.4 Reverb Send, 6.5 Chorus Send, 6.6 Delay Send
(0~127 voor alle drie) Met deze parameters kunt u het galm-, chorus- en delayaandeel (d.w.z. hoe sterk de Orchestrasectie van effect moet worden voorzien)
instellen. Hoe groter de waarde, hoe sterker de orkestsectie door het betreffende
effect wordt bewerkt.
Dit wekt zoals in een kerk: hoe luider u
zingt, hoe meer galm (chorus of delay) u
hoort. In het geval van de kerk verhoogt u,
door luider te zingen, het niveau van het signaal (uw stem)
dat door de akoestiek wordt bewerkt.
De andere secties (Bass, Free Bass enz.) hebben dezelfde parameters, zodat u zelfs een geluidsbeeld met verschillende
“niveaus” (voorgrond, achtergrond) kunt creëren.
De effecten zelf moet u op aparte pagina’s editen (zie blz. 56).
6.7 Aftertouch Pitch
(Off, 1/4 Down, 1/2 Down, 1/4 Up,
1/2 Up, Fabrieksinstelling: Off) Het
diskantklavier van de FR-7/FR-5
zendt ook aftertouchcommando’s.
“Aftertouch” wordt gegenereerd,
wanneer u een toets na de eigenlijke aanslag nog verder
indrukt. Via dit effect kunt u de toonhoogte een kwart- (“1/4
Down”) of halve toon (“1/2 Down”) neerwaarts buigen (verlagen). Kies “1/4 Up” of “1/2 Up” om noten een kwart- of halve
toon omhoog te buigen. Kies “Off”, als de orkestsectie niets
met de aftertouchcommando’s mag doen.
De Treble-sectie bevat deze parameter eveneens. U kunt dus
zelf bepalen of zowel de accordeon als de orkestklank via de
aftertouch worden beïnvloed of maar één van beide.
Opgelet: Dit aftertoucheffect geldt voor alle Orchestra-noten,
die u op dat moment speelt. Als u een akkoord speelt en maar één
toets van de aangeslagen noten verder indrukt, verandert de
toonhoogte van alle noten. (MIDI-specialisten noemen dit
“kanaalaftertouch”.)
Opgelet: Voor orgelklanken (8A PercOrgan, 8B JazzOrgan,
9A RotOrgan and 9B Trem Org) kunt u de aftertouch gebruiken
om afwisselend de hoge en trage modulatiesnelheid van het
Rotary-effect te kiezen. (Dat effect wordt automatisch aan de
gekozen orgelklank toegewezen.) De snelheidsomschakeling kunt
u niet deactiveren. Maar naast de schakelfunctie kunt u ook de
toonhoogtesturing aan de aftertouch toewijzen en er dus twee
functies tegelijk mee beïnvloeden.
6.8 Orchestra MIDI TX
Deze pagina bevat een reeks MIDIparameters voor de Orchestra-part,
die u één voor één kunt instellen.
Op blz. 72 gaan we dieper in op de
MIDI-parameters. Deze parameters
worden samen met de overige Set-parameters opgeslagen,
zodat u voor elke Set compleet verschillende MIDI-instellingen kunt hanteren.
r
54
Page 55
SET COMMON-parameters
De SET COMMON-groep bevat parameters, die voor alle secties gelden, maar alleen binnen de momenteel geselecteerde Set worden gehanteerd. De instellingen voor de effectprocessors (reverb, chorus en
delay) zijn wellicht de belangrijkste functies van deze groep.
V-Accordion
SET COMMON-parameters
r
Belangrijke opmerking
Schakel de FR-7/FR-5 nooit uit en kies geen andere Set alvorens de hier doorgevoerde wijzigingen op te slaan (als u ze
tenminste nog nodig hebt), omdat u ze anders verliest.
Houd goed in de gaten dat u hier uitsluitend de SET COM-MON-instellingen opslaat. De instellingen van de verschillende secties en/of registers worden hier niet weggeschreven.
Instellingen opslaan
De hier doorgevoerde wijzigingen kunt u opslaan zonder
daarvoor de WRITE-functie te selecteren (zie blz. 77). Om te
voorkomen dat u de pas gemaakte instellingen meteen weer
kwijtspeelt verdient het aanbeveling met de volgende automatische functie te werken.
Wanneer u, na het editen van een menuparameter, op
[EXIT÷JUMP]
drukt, vraagt de FR-7/FR-5 of u de wijzigingen
wilt opslaan:
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen op
te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan. (Is
dat niet nodig, dan draait u aan de
[DATA÷ENTER]
-regelaar
om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
Opgelet: U kunt uw instellingen ook later nog met de WRITEfunctie opslaan (zie blz. 77). Dat moet u echter doen alvorens een
andere Set te kiezen – en alvorens de FR-7/FR-5 uit te schakelen.
-regelaar.)
Om uw wijziging op te slaan:
(1) Druk op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar. Het display ant-
woordt nu met:
(2) Kies, indien nodig, een andere Set door aan de
[DATA÷ENTER]
-regelaar te draaien.
Veiligheidshalve (om te voorkomen dat u de foute SET
COMMON-instellingen overschrijft) beeldt het display
tevens de naam van de Set van bestemming (onder de pijl)
af.
(3) Druk op de
[MENU÷WRITE]
-knop om uw wijzigingen op
te slaan. Het display bevestigt nu even dat de instellingen opgeslagen zijn:
Over de effectparameters
Deze instellingen gelden dan voor alle secties die een beroep
doen op het betreffende effect. Met name voor het reverb- en
choruseffect is het daarom slimmer om met algemeen bruikbare instellingen te werken. Tracht deze twee processors te
beschouwen als “algemene” effecten die bij verschillende
parts moeten passen.
Het delay-effect daarentegen is alleen zinvol, wanneer u er
één partij mee bewerkt (omdat teveel herhalingen het
geluidsbeeld onduidelijk maken).
De verschillende secties zijn op de volgende manier met de
effectprocessors verbonden:
Level
Level
Level
L
R
Sectie
(bv. Treble)
Chorus
Send
Volume
Reverb
Send
Delay
Send
Chorus
Reverb
Delay
STEREO OUTPUT-
connectors
7.1 Reverb Macro Type
Hier kunt u het type galmeffect kiezen en er het volume van instellen.
Opgelet: Indien nodig, kunt u de galminstellingen (of zelfs alle effecten)
van een andere Set overnemen door
ze te kopiëren. Zie blz. 64.
(1) Druk, indien nodig, op de
“TYPE”-parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
om het gewenste effecttype te kiezen.
De TYPE-parameter op deze pagina is een “Macro”-functie,
d.w.z. dat hij tevens geschikte instellingen oproept voor alle
reverbparameters (Pre-LPF~RevPre DlyTm) van de “7.2
Reverb Parameters”-pagina. De macro kiest dus ook een
“Character”. Vaak is het wijzigen van de parameters op deze
pagina dan ook voldoende.
De beschikbare opties zijn:
Room1,
Room2,
Room3
Hall1, Hall2Deze typen simuleren de galm van een
PlateDit effect simuleert de galm van een
Deze reverbtypen simuleren de galm van
een kamer. Het gaat om een duidelijk
gedefinieerde, ruimtelijke galm.
concertzaal. Dit is een diepere galm dan
Room.
galmplaat (een apparaat waarmee de
galm met behulp van een metalen plaat
wordt gesimuleerd).
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
55
Page 56
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | SET COMMON-parameters
DelayDit is een delay (of echo-effect).
Panning DlyDit is een stereodelay met aparte herha-
lingen voor het linker en rechter kanaal.
Dit effect komt alleen bij gebruik van een
stereoverbinding tot zijn recht.
Opgelet: Aangezien een delay in de regel maar echt “werkt”,
wanneer u hem voor één part gebruikt, is het slimmer het
aparte delay-effect te gebruiken i.p.v. hier een “Delay”-Character te kiezen. Dan kunt u de reverb namelijk gebruiken voor het
toevoegen van “diepte” aan het geluidsbeeld.
(2) Druk op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “LEVEL”-
parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
om het uitgangsvolume van de Reverb-
processor in te stellen (0~127).
Laten we er even op wijzen dat het algemene galmvolume
van drie aspecten afhangt: het galmaandeel (Send Level)
van de verschillende secties, het uitgangsvolume van de
Reverb-processor en de instelling van de
[REVERB]
-rege-
laar.
Zet u één van die drie op “0”, dan hoort u geen galm meer.
Zet u de Send-waarde van een sectie (bv. Orchestra) op “0”,
dan wordt alleen de betreffende klank niet meer van galm
voorzien. De andere secties (wier Send-waarde van “0” verschilt), kunnen echter nog door de Reverb-processor worden bewerkt. Zet u de LEVEL-parameter van deze pagina op
“0”, dan staat de reverb-processor in wezen voor alle secties uit.
■ Dly Fback (0~127)—Deze parameter is enkel beschik-
baar, als u voor Character “6” of “7” kiest. Hiermee bepaalt
u het aantal herhalingen: hoe groter de waarde, hoe meer
herhalingen er zijn.
■ Pre-Dly T. (0~127)—Met deze parameter stelt u de ver-
traging tussen het originele (“droge”) signaal en het begin
van het gekozen reverbeffect in. Hogere waarden zorgen
voor een grotere vertraging, zodat de “ruimte” groter lijkt
te worden.
(2) Druk op de
parameter te kiezen en draai aan
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “VALUE”-
[DATA÷ENTER]
om de
parameterwaarde in te stellen (zie de vermeldingen tussen haakjes).
Zodra u één van de hierboven vermelde parameters wijzigt,
verschijnt een “(E)” naast de “TYPE”-naam om u erop te wijzen dat de betreffende macro niet meer de fabrieksinstellingen hanteert.
Als u daarna een ander TYPE kiest, worden uw instellingen
echter vervangen door de waarden van de nieuw gekozen
macro.
Opgelet: Door de [UP]- en [DOWN]-knop samen in te drukken
kunt u weer de fabrieksinstelling van de momenteel gekozen
parameter oproepen.
7.2 Reverb Parameters
Deze pagina bevat een reeks parameters, die u via het TYPE-item
moet kiezen. Kies dus eerst altijd de
parameter die u wilt wijzigen en
stel er daarna de waarde van in.
(1) Druk, indien nodig, op de
“TYPE”-parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
■ Character (0~7)—Character slaat enkel op het Reverb-
type (zie de tabel hierboven). Hiermee laadt u dus niet de
fabrieksinstellingen voor de overige parameters (Pre-LPF~
RevPreDlyTm). Door een ander Character te kiezen verandert u dan ook niets aan de instellingen van de overige
parameters. Een Macro daarentegen kiest enerzijds een
reverbtype en anderzijds de parameterwaarden die het
best bij dat effect passen.
■ Pre-LPF (0~7)—U kunt een hoog-af (laag-doorlaat) fil-
ter op het signaal loslaten voordat het naar het reverbeffect gaat om hoge tonen te filteren. Hoe groter de waarde,
hoe “ronder” het Send-signaal wordt – en dat zorgt op zijn
beurt voor een “doffere” galm. Deze parameter geldt alleen
voor signalen die naar de Reverb-processor wordt gezonden. Hij heeft dus geen invloed op het geluid van de actieve
secties.
■ Time (0~127)—Met deze parameter stelt u de galmduur
in. Hoe groter deze waarde, hoe langer de galm duurt.
■ Level (0~127)—Met deze parameter bepaalt u het uit-
gangsvolume van de Reverb-processor. Hij is met de gelijknamige parameter van de “7.1 Reverb Macro Type”-pagina
verbonden. Hoe groter deze waarde, hoe luider het galmsignaal.
om de gewenste parameter te kiezen.
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
7.3 Chorus Macro Type
Een chorus maakt het geluidsbeeld
“breder” en zorgt op die manier
voor een duidelijk “stereo-effect”. Er
zijn 8 chorustypen. De “Macro”-vlag
dekt ook hier weer de lading van
wat er gebeurt. Verder willen we er even op wijzen dat pagina
“7.4” geen “Character”-parameter bevat.
Opgelet: Indien nodig, kunt u de instellingen van de chorus (of
zelfs alle effecten) van een andere Set overnemen door ze te
kopiëren. Zie blz. 64.
(1) Druk, indien nodig, op de
“TYPE”-parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
om het gewenste effecttype te kiezen.
De TYPE-parameter op deze pagina is een “Macro”-functie,
d.w.z. dat hij tevens geschikte instellingen oproept voor alle
chorusparameters van de “7.4 Chorus Parameters”-pagina.
Vaak is het wijzigen van de parameters op deze pagina dan
ook voldoende.
De beschikbare opties zijn:
Chorus 1~4 Dit zijn conventionele stereo-effecten die
het geluid breder maken.
FBack ChrDeze chorus doet denken aan een flanger,
maar heeft wel een zachtere klank.
FlangerDit effect doet ergens wel denken aan
opstijgende of landende straaljagers.
Short Delay Delay met een korte herhalingstijd.
ShortDly FB Korte delay met verschillende herha-
lingen.
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
r
56
Page 57
V-Accordion
r
7.4 Chorus Parameters
Opgelet: Aangezien een delay in de regel maar echt “werkt”,
wanneer u hem voor één part gebruikt, is het slimmer het
aparte delay-effect te gebruiken dan hier een Delay Character
te kiezen. Dan kunt u het choruseffect namelijk voor het “verbreden” van het stereobeeld gebruiken.
(2) Druk op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “LEVEL”-
parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
om het uitgangsvolume van de Chorus-
processor in te stellen (0~127).
Laten we er even op wijzen dat het algemene chorusvolume van drie aspecten afhangt: het chorusaandeel (Send
Level) van de verschillende secties, het uitgangsvolume van
de Chorus-processor en de instelling van de
[CHORUS]
regelaar.
Zet u één van die drie op “0”, dan hoort u geen chorus
meer. Als u de Send-waarde van een sectie (bv. de BASSsectie) op “0” zet, wordt alleen die sectie niet meer van
chorus voorzien. De andere secties (wier Send-waarde van
“0” verschilt), kunnen echter nog door de Chorus-processor
worden bewerkt. Zet u de LEVEL-parameter van deze
pagina op “0”, dan staat de Chorus-processor in wezen
voor alle secties uit.
7.4 Chorus Parameters
Deze pagina bevat een reeks parameters, die u via het TYPE-item
moet kiezen. Kies dus eerst altijd de
parameter die u wilt wijzigen en
stel er daarna de waarde van in.
(1) Druk, indien nodig, op de
“TYPE”-parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
■ Pre-LPF (0~7)—U kunt een hoog-af (laag-doorlaat) fil-
ter op het signaal loslaten voordat het naar het choruseffect gaat om hoge tonen te filteren. Hoe groter de waarde,
hoe “ronder” het Send-signaal wordt – en dat zorgt op zijn
beurt voor een “doffer” chorussignaal. Deze parameter
geldt alleen voor signalen die naar de Chorus-processor
wordt gezonden. Hij heeft dus geen invloed op het geluid
van de actieve secties.
■ Level (0~127)—Met deze parameter bepaalt u het uit-
gangsvolume van de Chorus-processor. Hij is met de gelijknamige parameter van de “7.3 Chorus Macro Type”-pagina
verbonden. Hoe groter de waarde, hoe opvallender het
chorussignaal wordt.
■ Feedback (0~127)—Hiermee bepaalt u het niveau dat
voor de her-injectie van het bewerkte signaal in de chorus
wordt gebruikt (terugkoppeling). Met Feedback kunt u de
chorus “aandikken”. Hoe groter deze waarde, hoe nadrukkelijker de terugkoppeling.
■ Delay (0~127)—Met deze parameter bepaalt u de ver-
tragingstijd van de chorus. Hoe groter deze waarde, hoe
groter de toonhoogteafwijkingen van de chorus worden.
■ Rate (0~127)—Met deze parameter bepaalt u de snel-
heid waarmee de chorus gemoduleerd wordt. Hoe groter
de waarde, hoe sneller de modulatie.
■ Depth (0~127)—Met deze parameter bepaalt u de
diepte van de modulatie die op het chorussignaal wordt
toegepast. Hoe groter de waarde, hoe meer de modulatie
opvalt.
■ Chr® Rev (0~127)—Met deze parameter stelt u het
volume in van het chorussignaal dat naar het galmeffect
wordt gezonden. De waarde “127” betekent dat de Chorus-
om de gewenste parameter te kiezen.
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
en Reverb-processor in serie met elkaar verbonden zijn
(chorus vóór reverb). Als de chorus niet door het reverbeffect moet worden bewerkt, kiest u hier de waarde “0”.
Chorus
Send
Reverb
Send
Delay
Sectie
Volume
(bv. Treble)
Send
-
Chorus
Reverb
Delay
STEREO OUTPUT-
connectors
Level
Level
Level
L
R
■ Chr®Dly (0~127)—Met deze parameter stelt u het
volume in van het chorussignaal dat naar het delay-effect
wordt gezonden. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de
chorus door dat effect bewerkt wordt. De waarde “127”
betekent dat de chorus en de delay in serie geschakeld zijn
(chorus vóór delay). Als de chorus niet door het delayeffect mag worden bewerkt, kiest u hier de waarde “0”.
Level
Level
Level
L
R
om de
Chorus
Send
Reverb
Send
Delay
Sectie
(bv. Treble)
(2) Druk op de
Volume
[DATA÷ENTER]
Send
parameter te kiezen en draai aan
Chorus
Reverb
Delay
STEREO OUTPUT-
connectors
-regelaar om de “VALUE”-
[DATA÷ENTER]
waarde in te stellen (zie de vermeldingen tussen haakjes).
Zodra u één van de hierboven vermelde parameters wijzigt,
verschijnt een “(E)” naast de “TYPE”-naam om u erop te wijzen dat de betreffende macro niet meer de fabrieksinstellingen hanteert.
Als u daarna een ander TYPE kiest, worden uw instellingen
echter vervangen door de waarden van de nieuw gekozen
macro.
Opgelet: Door de [UP]- en [DOWN]-knop samen in te drukken
kunt u weer de fabrieksinstelling van de momenteel gekozen
parameter oproepen.
57
Page 58
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | SET COMMON-parameters
7.5 Delay Macro Type
Een delay zorgt voor herhalingen
(echo). U zou hem ook kunnen
gebruiken om een bepaald signaal
iets meer diepte te geven en het
breder te maken door een betrekkelijk korte vertragingstijd te kiezen (deze techniek wordt vaak
gehanteerd voor rock’n’roll-nummers en in karaokebars). De
“Macro”-vlag dekt ook hier weer de lading van wat er gebeurt.
Verder willen we er even op wijzen dat pagina “7.6” geen
“Character”-parameter bevat.
Opgelet: Indien nodig, kunt u de instellingen van de delay (of
zelfs alle effecten) van een andere Set overnemen door ze te
kopiëren. Zie blz. 64.
(1) Druk, indien nodig, op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
“TYPE”-parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
om het gewenste effecttype te kiezen.
De TYPE-parameter op deze pagina is een “Macro”-functie,
d.w.z. dat hij tevens geschikte instellingen oproept voor alle
delayparameters van de “7.6 Delay Parameters”-pagina.
Vaak is het wijzigen van de parameters op deze pagina dan
ook voldoende.
De beschikbare opties zijn:
Delay 1~3“Conventionele” delays. De herhalingstijd
van 1, 2 en 3 wordt steeds langer.
Delay 4Dit is een echo met een korte vertragings-
tijd (een soort “slapback”-effect).
Pan Delay
1~3
Pan
Delay 4
Delay®
Rev
Pan
Repeat
(2) Druk op de
De herhalingen worden afwisselend via het
linker en rechter kanaal weergegeven. Dit
komt alleen bij een stereoverbinding tot
zijn recht. De herhalingstijd van 1, 2 en 3
wordt steeds langer.
Dit is een betrekkelijk korte delay met herhalingen die afwisselend via links en rechts
worden weergegeven. Ook hiervoor hebt u
een stereoverbinding nodig (dit is dan ook
een “stereo-slapback”).
Hier wordt het tussen links en rechts heen
en weer gaande delaysignaal van galm
voorzien. Dit effect komt alleen bij gebruik
van een stereoverbinding tot zijn recht.
Ook dit delay-effect is stereo, maar de stereopositie van de herhalingen verschilt van
die van de bovenstaande effecten. Dit
effect komt alleen bij gebruik van een stereoverbinding tot zijn recht.
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “LEVEL”-
parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
om het uitgangsvolume van de Delay-
processor in te stellen (0~127).
Het uiteindelijke delayvolume hangt van drie dingen af: het
effectaandeel (Send Level) van de verschillende secties, het
uitgangsvolume van de Delay-processor en de instelling
van de
[DELAY]
-regelaar.
Zet u één van die drie op “0”, dan hoort u geen delay meer.
Als u de Send-waarde van een sectie (bv. de Treble-sectie)
op “0” zet, wordt alleen die sectie niet meer van delay voorzien. De andere secties (wier Send-waarde van “0” ver-
r
schilt), kunnen echter nog door de Delay-processor worden
bewerkt. Zet u de LEVEL-parameter van deze pagina op “0”,
dan staat de Delay-processor in wezen voor alle secties uit.
Deze parameter is met de
[DELAY]
-regelaar verbonden.
7.6 Delay Parameters
Deze pagina bevat een reeks parameters, die u via het TYPE-item
moet kiezen. Kies dus eerst altijd de
parameter die u wilt wijzigen en
stel er daarna de waarde van in.
(1) Druk, indien nodig, op de
“TYPE”-parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
■ Pre-LPF (0~7)—U kunt een hoog-af (laag-doorlaat) fil-
ter op het signaal loslaten voordat het naar het delayeffect gaat om hoge tonen te filteren. Hoe groter de
waarde, hoe “ronder” het Send-signaal wordt – en dat
zorgt op zijn beurt voor een “doffer” delaysignaal. Deze
parameter geldt alleen voor de signalen die naar de Delayprocessor wordt gezonden. Hij heeft dus geen invloed op
het geluid van de actieve secties.
■ Level (0~127)—Met deze parameter stelt u het alge-
mene volume van de drie delaylijnen (midden, links en
rechts) in. Hoe groter deze waarde, hoe luider het delayeffect.
■ Time C (0.1~1000)—Voor het delay-effect van de FR-7/
FR-5 kunt u drie afzonderlijke vertragingstijden instellen.
midden (C), links (L) en rechts (R). Met “Time C” bepaalt u de
vertragingstijd van de delay in het midden.
■ Time L/R (4%~500%)—Met deze parameters bepaalt u
de vertragingstijd van de linker en rechter delay ten
opzichte van de delay in het midden. De waarde “100%”
betekent dat de linker of rechter delay dezelfde snelheid
heeft als de centrale delay.
■ Level C/L/R (0~127)—Met deze parameters stelt u het
volume van de drie delaylijnen (midden, links en rechts)
apart in en bepaalt u er dus de “mix” van.
■ Feedback (–64~0~+63)—Met deze parameter bepaalt u
het aantal herhalingen van de delay. De waarde “0” betekent dat de delay maar één keer klinkt. Hoe groter de
waarde, hoe meer herhalingen er zijn. Negatieve waarden
(–) keren de fase van de herhalingen om. Dit werkt bijzonder goed voor kleine “Time C”-waarden.
■ Dly®Rev (0~127)—Met deze parameter stelt u het
volume van het delaysignaal in dat naar het reverbeffect
wordt gezonden. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de
herhalingen van galm worden voorzien. Hier geldt heel
duidelijk dat overdaad schaadt – overdrijf dus niet.
Sectie
(bv. Treble)
om de gewenste parameter te kiezen.
Chorus
Send
Volume
Reverb
Send
[DATA÷ENTER]
Chorus
Reverb
Delay
Send
Delay
STEREO OUTPUT-
connectors
-regelaar om de
Level
Level
Level
L
R
58
Page 59
V-Accordion
r
7.7 Name
Zodra u één van de hierboven vermelde parameters wijzigt,
verschijnt een “(E)” naast de “TYPE”-naam om u erop te wijzen dat de betreffende macro niet meer de fabrieksinstellingen hanteert.
Als u daarna een ander TYPE kiest, worden uw instellingen
echter vervangen door de waarden van de nieuw gekozen
macro.
7.7 Name
Met deze functie kunt u een naam
(van 8 tekens) aan uw Set geven. In
de regel is het verstandig een naam
te kiezen die verwijst naar het met
de verschillende parametergroepen
(TREBLE, BASS, FREE BASS enz.) “samengestelde” instrument –
of gewoon de titel van de song te hanteren waarvoor u deze
Set gaat gebruiken.
(1) Kies de tekenpositie (let op het donkere vierkantje) door
op
[UP]
(vorig teken),
[DATA÷ENTER]
(2) Kies met de
• Druk
zen teken te wissen (en er een spatie van te maken).
Voorbeeld: Om de “.” van “Fr.Folk” door een spatie te vervangen (“Fr Folk”) moet u de cursor naar de “.” brengen en
[UP]/[DOWN]
• Om vóór het gekozen teken een spatie in te voegen en alle
tekens erachter één positie verder naar rechts te schuiven
moet u de positie kiezen die zich daarna achter de spatie
moet bevinden en
achter de “.” van “Fr.Folk” een spatie in te voegen (en er dus
“Fr. Folk” van te maken) moet u de cursor naar de tweede
“F” brengen en
[UP]
en
[DATA÷ENTER]
[DOWN]
[DOWN]
-regelaar (volgende teken) te drukken.
samen in om het momenteel geko-
indrukken.
[UP]
ingedrukt houden. Voorbeeld: Om
[UP]
even ingedrukt houden.
(volgende teken) of de
-regelaar het gewenste teken.
Opgelet: Als de naam al 8 tekens bevat (“Bandoneo”), verdwijnt het laatste teken (voorbeeld: “Band one”).
• Om het door de cursor aangeduide teken te wissen en alle
tekens erachter één positie naar links te laten verhuizen
moet u het kiezen (voorbeeld: “Fr.
ingedrukt houden (“FrFolk”).
Folk”) en
[DOWN]
even
7.8 Master Bar Recall
Met deze parameter kiest u het diskantregister (1~14) dat via de masterbar kan worden geselecteerd. Dit
werkt alleen, wanneer de Treblesectie zich in de Solo-mode bevindt
(blz. 25) of wanneer de Orchestra-sectie op “CANCEL” staat.
In alle andere gevallen (Dual-, High-, Low-mode) dient de
masterbar namelijk voor het uitschakelen van de Orchestrapart. In de Solo-mode tenslotte gaat u met de eerste druk van
de Orchestra-sectie (als die actief is) naar de Treble-sectie.
7.9 Icon
Met deze parameter kunt u een
icoontje aan uw Set toewijzen dat
op de hoofdpagina boven de naam
verschijnt. In de meeste gevallen
kiest u waarschijnlijk een afbeelding
die op de één of andere manier verband houdt met de instellingen, maar dat laten we volledig aan u over. De FR-7/FR-5
bevat 40 voorgeprogrammeerde icoontjes (die zich in het
interne geheugen bevinden).
SYSTEM-parameters
De SYSTEM-groep bevat parameters die voor alle Sets en alle secties gelden: ze beïnvloeden de FR-7/
FR-5 dus in z’n geheel. Zie blz.35 en 37 voor het kiezen en instellen van de parameters.
Druk [UP] en [DOWN] samen in om weer de als “Fabrieksinstelling” gemerkte instelling te kiezen.
Instellingen opslaan
De hier doorgevoerde wijzigingen kunt u opslaan zonder
daarvoor de WRITE-functie te selecteren (zie blz. 77). Om te
voorkomen dat u de pas gemaakte instellingen meteen weer
kwijtspeelt verdient het aanbeveling met de volgende automatische functie te werken.
Wanneer u, na het editen van een menuparameter, op
[EXIT÷JUMP]
wilt opslaan:
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen op
te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan. (Is
dat niet nodig, dan draait u aan de
om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
drukt, vraagt de FR-7/FR-5 of u de wijzigingen
[DATA÷ENTER]
-regelaar.)
-regelaar
Om uw wijziging op te slaan:
(1) Druk op de
woordt nu met:
Opgelet: De GLOBAL-pagina bevat alle parameters die in het
Global-geheugen worden opgeslagen (er is maar één zo’n
geheugen). de Master Tune- en Scale Tune-parameters van de
TUNING-groep (de Transpose-instelling wordt nooit opgeslagen), de SYSTEM- en de MIDI-groep.
(2) Druk op de
Het display bevestigt dit even:
[DATA÷ENTER]
[WRITE]
-regelaar. Het display ant-
-knop om uw wijzigingen op te slaan.
59
Page 60
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | SYSTEM-parameters
Opgelet: Als u “NO” hebt gekozen, worden de Global-instellingen maar zo lang gehanteerd tot u de FR-7/FR-5 uitschakelt
(of de instellingen opnieuw wijzigt).
8.1 LCD Contrast
(1~7, Fabrieksinstelling: 4) Na het
inschakelen of als de FR-7/FR-5 al
een tijdje aan staat, is het display
eventueel nog maar nauwelijks af te
lezen. Bovendien beïnvloeden de
hoek waaronder u naar het display kijkt en de verlichting op
de plaats waar u staat de leesbaarheid van het display.
In dergelijke gevallen kunt u met deze parameter het displaycontrast wijzigen. Hoe kleiner de waarde, hoe donkerder de
“achtergrond” wordt.
8.2 Parameter Access
Deze functie kwam al op blz. 18 aan
bod: hiermee bepaalt u hoeveel
parameters het MENU moet bevatten. De “Full”-mode is ideaal voor
mensen die graag het onderste uit
de FR-7/FR-5 halen. De “Easy”-mode lijkt eerder geschikt voor
snelle wijzigingen tijdens een optreden, een sessie e.d.
Bovendien bevat de FR-7/FR-5 functies die u ook buiten de
MENU-structuur om kunt editen (zie blz. 28). Die hebben het
voordeel dat u niet gevraagd wordt of u ze al dan niet wilt
opslaan (zodat u het publiek niet hoeft te laten wachten). Wilt
u die instellingen echter wél bewaren, dan moet u op de
[WRITE]
-knop drukken.
8.3 Bellows Curve
(Fixed Low, Fixed Med, Fixed High,
X-Light, Light, Standard, Heavy, XHeavy) Met deze parameter bepaalt
u hoe de FR-7/FR-5 op de balgbewegingen moet reageren. Misschien
herinnert u zich dat verschillende functies door de kracht/
snelheid kunnen worden beïnvloed waarmee u de balg
indrukt en uittrekt (2.7 Bellows Detune, 3.6 Bellows Detune,
3.5 Reed Growl, 4.6 Bellows Detune, 6.3 Bellows Detune).
Als die parameters niet zoals verwacht reageren, kiest u het
best een andere curve die uw bewegingen beter “vertaalt”.
Er zijn drie “Fixed”-curven die altijd dezelfde waarde hante-
ren en dus geen rekening houden met de kracht/snelheid van
de balgbewegingen (geen dynamiek). “Low” staat voor een
kleine waarde, “Med” een mediumwaarde en “High”… juist,
voor een hoge waarde.
De overige instellingen stellen de beïnvloeding wél in functie
van de kracht waarmee u de balg indrukt/uittrekt – maar op
verschillende manieren: “Light” betekent dat u niet eens hard
hoeft te drukken/trekken om een duidelijk verschil te horen.
“X-Light” vergt nog minder kracht (de “X” staat voor “extra”).
“Standard” vertegenwoordigt een normale respons (althans
naar onze bescheiden mening). “Heavy” levert een groter
aantal nuances op en “X-Heavy” is nóg gedetailleerder. Het
verdient aanbeveling alle curven zonder “Fixed”-vermelding
één voor één op te roepen, een paar noten te spelen en dan
degene te kiezen die het natuurlijkst aanvoelt.
r
8.4 Pedal Controller
Op deze pagina kunt u aan de voetschakelaars van de FBC-7 de
gewenste functies toewijzen. Zoals
u verderop zal zien, zijn er tevens
parameters voor de afstandsbediening van instrumenten zoals een DisCover 5M, een arrangermodule of eender welk instrument dat de door de FBC-7 verzonden commando’s snapt.
Opgelet: De geprogrammeerde toewijzingen worden alleen
gehanteerd, als u de FR-7/FR-5 op de bijgeleverde FBC-7 aansluit.
(1) Druk, indien nodig, op de
“SWITCH”-parameter te activeren en draai vervolgens
aan
[DATA÷ENTER]
zen wiens functie u wilt wijzigen.
(2) Druk op de
[DATA÷ENTER]
parameter te activeren en draai vervolgens aan
[DATA÷ENTER]
om één van de volgende functies te kie-
zen:
■ Set Up/Set Down—Met de voetschakelaar kunt u het
volgende (Down) of voorafgaande (Up) Set-geheugen kiezen. Na Set “01” (of 40) gekozen te hebben kunt u met de
betreffende voetschakelaar naar Set 40 (of 01) gaan. Dit
zijn de voorgeprogrammeerde functies van voetschakelaars
[1] en [2].
Opgelet: Er is tevens een functie waarmee u een welbepaald
Set-geheugen aan een voetschakelaar kunt toewijzen (zie “Set
1~40” verderop).
■ Regist Up/Regist Dwn—Met de voetschakelaar kunt u
het volgende (Down) of voorafgaande (Up) diskantregister
kiezen. Door dit met de parameters “2.12 Bass Link” en
“2.13 Orchestra Link” te combineren kunt u bijna alle secties anders configureren door gewoon een voetschakelaar
in te trappen.
Opgelet: Er is tevens een functie waarmee u een welbepaald
register aan een voetschakelaar kunt toewijzen (zie “Register
1~14” verderop).
■ Treble Sust—De voetschakelaar dient voor het aanhou-
den van de diskantnoten (accordeon). Dit commando wordt
via MIDI uitgestuurd, wanneer u de voetschakelaar intrapt.
U kunt de ingedrukte toetsen meteen weer loslaten, omdat
de noten door de voetschakelaar worden aangehouden. Dit
is alleen voor de MIDI-controle bedoeld.
■ Bass Sust—De voetschakelaar dient voor het aanhouden
van de basnoten (maar niet de akkoorden), die u met de
Bass-sectie speelt en die via MIDI worden uitgestuurd. Dit
is alleen voor de MIDI-controle bedoeld.
■ Chord Sust—De voetschakelaar dient voor het aanhou-
den van de akkoorden (maar niet de basnoten), die u met
de Bass-sectie speelt en die via MIDI worden uitgestuurd.
Dit is alleen voor de MIDI-controle bedoeld.
■ Orch Sust—De voetschakelaar dient voor het aanhouden
van de orkestnoten, die u op het diskantklavier speelt. Dit
geldt tevens voor nootcommando’s die via MIDI worden
uitgestuurd. De interne Orchestra-noten worden echter
eveneens aangehouden (als die sectie actief is).
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de
om de FBC-7-voetschakelaar te kie-
-regelaar om de “ASSIGN”-
60
Page 61
V-Accordion
8.5 Bass & Chord Mode
r
■ Orch Bs Sust—De voetschakelaar dient voor het aan-
houden van de orkestbasnoten, die via MIDI worden uitgestuurd. Dit is alleen voor de MIDI-controle bedoeld.
■ Orch On/Off—De voetschakelaar dient voor het in- en
uitschakelen van de orkestsectie (diskant). Hij heeft geen
invloed op de mode-instelling van de Orchestra-sectie.
Bovendien kunt u hiermee niet bepalen welke orkestklank
er moet worden gebruikt. (Daarvoor zou u echter “2.13
Orchestra Link” kunnen gebruiken.)
■ Start/Stop—Deze instelling is alleen zinvol, als u de MIDI
OUT-connector van de FBC-7 op de MIDI IN-poort van een
externe sequencer, arrangermodule, drumcomputer of
DisCover 5M aansluit. Trap de voetschakelaar één keer in
om het externe apparaat te starten. Vergeet echter niet
eerst de gewenste song, een Music Style e.d. te kiezen c.q.
te laden. Trap de voetschakelaar opnieuw in om de weergave te stoppen.
■ Intro—Deze instelling is alleen zinvol, als u de MIDI OUT-
connector van de FBC-7 op de MIDI IN-poort van een
arrangermodule aansluit. Dan kunt u met de voetschakelaar het “Intro”-patroon van de actieve Music Style selecteren.
Opgelet: Arranger-instrumenten van andere merken begrijpen
dit commando eventueel niet. Als u twijfelt, zoekt u dat het
best op in de MIDI-implementatie van het betreffende apparaat. Het door de voetschakelaar verzonden commando luidt
“PC83” (programmakeuze) op MIDI-kanaal 10.
■ Fill Up—Deze instelling is alleen zinvol, als u de MIDI
OUT-connector van de FBC-7 op de MIDI IN-poort van een
arrangermodule aansluit. In dit geval dient de voetschakelaar voor het kiezen van een Fill-In-patroon voor de actieve
Music Style dat daarna overgaat in een complexer gearrangeerd begeleidingspatroon.
Naar gelang het gebruikte arrangerinstrument kunt u deze
voetschakelaar eventueel drie keer gebruiken om uiteindelijk bij het meest complexe niveau te belanden. Gebruikt u
de voetschakelaar daarna opnieuw, dan gebeurt er echter
niets. U kunt dus niet teruggaan naar het laagste niveau
(dat op oudere Roland-arrangers “Original” heet).
Opgelet: Bepaalde arrangerinstrumenten hebben maar twee
begeleidingsniveaus.
Opgelet: Arranger-instrumenten van andere merken begrijpen
dit commando eventueel niet. Het door de voetschakelaar verzonden commando luidt “PC81” (programmakeuze) op MIDIkanaal 10.
■ Fill Down—Deze instelling is alleen zinvol, als u de MIDI
OUT-connector van de FBC-7 op de MIDI IN-poort van een
arrangermodule aansluit. In dit geval dient de voetschakelaar voor het kiezen van een Fill-In-patroon voor de actieve
Music Style dat daarna overgaat in een soberder gearrangeerd begeleidingspatroon.
Bepaalde arrangerinstrumenten bieden vier begeleidingsniveaus, zodat u deze voetschakelaar eventueel drie keer kunt
gebruiken om uiteindelijk bij het eenvoudigste niveau te
belanden (meer details over de begeleidingsniveaus vindt u
in de handleiding van het aangestuurde apparaat).
Gebruikt u de voetschakelaar daarna opnieuw, dan gebeurt
er echter niets. U kunt dus niet teruggaan naar het hoogste
niveau (dat op oudere Roland-arrangers “Variation” heet).
Opgelet: Bepaalde arrangerinstrumenten hebben maar twee
begeleidingsniveaus.
Opgelet: Arranger-instrumenten van andere merken begrijpen
dit commando eventueel niet. Het door de voetschakelaar verzonden commando luidt “PC82” (programmakeuze) op MIDIkanaal 10.
■ Ending—Deze instelling is alleen zinvol, als u de MIDI
OUT-connector van de FBC-7 op de MIDI IN-poort van een
arrangermodule aansluit. Dan kunt u met de voetschakelaar het “Ending”-patroon van de actieve Music Style selecteren.
Opgelet: Arranger-instrumenten van andere merken begrijpen
dit commando eventueel niet. Als u twijfelt, zoekt u dat het
best op in de MIDI-implementatie van het betreffende apparaat. Het door de voetschakelaar verzonden commando luidt
“PC84” (programmakeuze) op MIDI-kanaal 10.
■ Set 1~40—Met de toegewezen voetschakelaar kunt u de
gekozen Set kiezen (d.w.z. de Set wiens nummer u hier
instelt). Om alle Sets met de voet te kunnen kiezen werkt u
het best met “Set Up/Set Down”.
■ Register 1~14—Met de voetschakelaar kunt u het geko-
zen diskantregister oproepen. Dat verklaart waarom u hier
een nummer moet instellen. Om alle registers met de voet
te kunnen kiezen werkt u het best met “Regist Up/
Regist Dwn”.
8.5 Bass & Chord Mode
(Fabrieksinstelling: 2 Bass Rows)
Met deze parameter kiest u het
aantal rijen van de basknoppen
waarmee u basnoten kunt spelen.
Aanvankelijk zijn er 2 bas- en 4
akkoordrijen. Door “3 Bass Rows” te kiezen krijgt u er weliswaar 20 basknoppen (een hele rij) bij, maar kunt u geen
“dim”-akkoorden meer spelen. Misschien vindt u dat systeem
echter prettiger. Zie ook de afbeelding verderop.
Opgelet: De FR-7/FR-5 wordt met verschillende referentiekappen
(concaaf en met lijnen) geleverd om u bij het vinden van de basen akkoordknoppen te helpen zonder er de hele tijd naar te kijken.
Zie ook blz. 22.
8.6 Free Bass Mode
(Fabrieksinstelling: Minor 3rd) Met
deze parameter kunt u het nootsysteem kiezen dat in de Free Bassmode gehanteerd wordt. We hadden het er al over dat er tal van verschillende accordeontypen bestaan. Hetzelfde geldt voor de
Free Bass-systemen.
Uw FR-7/FR-5 bevat alvast de populairste. Het hier gekozen
systeem wordt enkel in de Free Bass-mode van de FR-7/FR-5
gehanteerd en heeft dus geen invloed op de “gewone” basmode. Die noottoewijzingen vindt u op de volgende bladzijde.
Opgelet: De FR-7/FR-5 wordt met verschillende referentiekappen
geleverd om u bij het vinden van de bas- en akkoordknoppen te
helpen zonder er de hele tijd naar te kijken. Zie ook blz. 22.
8.7 Stereo Width
(Full, –1~–63, Fabrieksinstelling:
–15) Op blz. 14 hadden we het er al
over dat er veel aandacht werd
besteed aan de stereoverdeling van
de accordeongeluiden. Als u het
stereobeeld wat breed vindt (of als u de Pan-regelaars van het
mengpaneel liever anders instelt), kunt u de stereobreedte
met deze parameter beperken.
61
Page 62
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | SYSTEM-parameters
“Full” betekent dat de oorspronkelijke stereoverdeling wordt
gehanteerd. “–63” slaat daarentegen op een bijzonder “smal”
stereobeeld. Alle andere waarden vertegenwoordigen een
lichte (of drastische) beperking van de stereobreedte.
8.8 Auto Power OFF
(Disabled, 10 min, 15 min, 20 min,
Fabrieksinstelling: 10 min) Met deze
parameter bepaalt u hoe lang de
FR-7/FR-5 moet wachten alvorens
te besluiten dat u hem niet meer
nodig hebt. In de computertaal noemen ze deze functie
“sleep”, “sluimerstand” e.d.
Deze functie is bedoeld voor een zuinig verbruik van de batterijspanning en werkt alleen, wanneer de FR-7/FR-5 niet op
de FBC-7 is aangesloten. Om de FR-7/FR-5 weer te “wekken”
eens hij ingedommeld is moet u op de
ken. Kies “Disabled” om deze functie uit te schakelen.
Opgelet: Zie blz. 32 voor het opladen van de batterij.
[POWER]
-knop druk-
8.9 Startup
Deze pagina bevat verschillende
parameter waarmee u kunt bepalen wat de FR-7/FR-5 moet doen,
wanneer u hem inschakelt.
Kies eerst altijd de parameter die u
wilt wijzigen en stel er daarna de waarde van in.
• Druk, indien nodig, op de
“TYPE”-parameter te kiezen. Draai vervolgens aan de
[DATA÷ENTER]
wilt instellen. De mogelijkheden luiden:
ParameterInstelling Betekenis
Set1~40
Orchestral Link On, Off
Bass LinkOn, Off
-regelaar om de parameter te kiezen die u
[DATA÷ENTER]
Hiermee bepaalt u welke Set tijdens het inschakelen wordt gekozen.
Hiermee bepaalt u welke Linkfunctie (zie blz. 43) bij het inschakelen geactiveerd moet worden:
Orchestral Link, Bass Link, beide
(“On” voor beide) of geen van beide
(“Off” voor beide).
-regelaar om de
• Druk op de
meter te activeren en draai vervolgens aan
om de gewenste instelling te kiezen.
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de “ASSIGN”-para-
[DATA÷ENTER]
8.10 Startup Name
Ziehier een parameter, die u zal
weten te waarderen, als u vaak met
andere V-Accordion-gebruikers
samenspeelt. Hier programmeert u
namelijk een korte boodschap (bv.
uw naam) die telkens bij het inschakelen van de FR-7/FR-5
verschijnt. Als u ook een GSM bezit, kent u deze functie
beslist.
Zie “Namen invoeren” op blz. 40 voor meer details. U kunt
maximaal 8 tekens invoeren.
Ziehier hoe een dergelijke boodschap er zou kunnen uitzien (ze
wordt na het inschakelen van de
FR-7/FR-5 ±2 seconden afgebeeld):
8.11 Orch. Bass Touch
(Off, Low, Medium, High, Bellows,
Fabrieksinstelling: Medium) Met
deze parameter stelt u de aanslaggevoeligheid van de basknoppen in.
Zoals al uit de naam kan worden
opgemaakt, geldt deze parameter alleen voor de volgende
Orchestra Bass-klanken: “1 Acoustic”, “3 Fingered”,
“4 Fretless”, “5 Picked”, “7 Tuba Mix”.
Kies “Off”, als u de gekozen klank niet dynamisch wilt bespelen. “Low” betekent dat u al luide noten kunt spelen door de
basknoppen betrekkelijk licht in te drukken. “High” vertegenwoordigt de gevoeligste aanslagcurve. Om fortissimo te spelen moet u de knoppen krachtig indrukken, maar de expressieve waaier is dan ook veel breder.
“Bellows” betekent dat de gekozen Orchestra Bass-klank door
de balgbewegingen wordt beïnvloed – dus niet door de aanslagwaarden van de basknoppen.
8.5 Bass & Chord Mode
r
62
Page 63
8.6 Free Bass Mode
V-Accordion
UTILITY-parameters
r
(C3= nootnummer 48)
Opgelet: De nootnamen op de basknoppen komen overeen met de MIDI-nootnummers. De Bass-part heeft een bereik van 1 octaaf.
Opgelet: Het daadwerkelijke bereik wordt evenwel bepaald door de tongtypen en voetmaat.
UTILITY-parameters
De UTILITY-groep bevat drie soorten parameters: informatie (voor de controle van de batterijstatus),
een aantal parameters voor het kopiëren van instellingen en drie parameters voor het archiveren van
uw instellingen via MIDI. Zie blz.35 en 37 voor het kiezen en instellen van de parameters.
9.1 Battery Status
De FR-7 wordt geleverd met één
oplaadbare Ni-Mh-batterij, zodat u
hem ook gebruiken, wanneer hij
niet op de FBC-7 is aangesloten. De
FR-5 biedt weliswaar hetzelfde batterijvak als de FR-7, maar de batterij is een optie. (Als u niet
van plan bent zo’n batterij te kopen, moet u de FR-5 altijd op
de bijgeleverde FBC-7 aansluiten.)
Opgelet: Hier is er geen “EDIT”-pagina, omdat u niets kunt editen.
Naar gelang de manier waarop de FR-7/FR-5 gevoed wordt
beeldt het display één van de volgende boodschappen af:
Deze boodschap betekent dat de FR-7/
FR-5 via de batterij in zijn vak gevoed
wordt. Het batterij-icoontje toont de
resterende spanning.
Het verdient aanbeveling deze pagina even op te roepen
alvorens aan een optreden te beginnen, omdat de informatie, die u dan ziet, u er misschien van overtuigt om toch
maar met de FBC-7 te werken.
63
Page 64
FR-7/FR-5 V-Accordion
Klanken editen | UTILITY-parameters
Deze boodschap betekent dat de batterij door de FBC-7 opgeladen wordt.
Zoiets gebeurt nooit automatisch. U
moet de “TO FBC-7”-connector van de
FR-7/FR-5 immers op de “TO FR-7/FR-5 V-ACCORDION”connector van de FBC-7 aansluiten en op de BATTERY
CHARGER-knop drukken (hij moet oplichten). Het batterijicoontje toont dan hoeveel energie er al aanwezig is.
Zodra de batterij volledig opgeladen is, beeldt het display
even de “Recharge Complete”-boodschap af.
Terwijl de FR-7/FR-5 op de FBC-7 aangesloten is, zorgt deze
laatste voor de voeding van uw V-Accordion (de batterij in
het vak van de FR-7/FR-5 wordt dus niet aangesproken).
Zolang de BATTERY CHARGER-knop oplicht kunt u de FR-7/
FR-5 echter niet gebruiken, omdat de FBC-7 zich dan tijdelijk op het opladen van de batterij binnenin de FR-7/FR-5
“concentreert”.
Deze boodschap betekent dat de FR-7/
FR-5 weliswaar een batterij bevat, maar
dat ze niet wordt aangesproken, omdat
de FR-7/FR-5 op de FBC-7 is aangesloten. De FBC-7 staat dan ook in voor de voeding van de
V-Accordion. Het batterij-icoontje houdt u echter op de
hoogte van de batterijlading.
Dit betekent dat de FR-7/FR-5 geen
batterij bevat. Hij is echter op de FBC-7
aangesloten (anders zou u hem niet
eens kunnen inschakelen). In het geval
van een FR-5 zonder optionele batterij is dit de enige boodschap die u ooit te zien krijgt.
Het display bevestigt deze operatie:
9.3 Copy Reverb, 9.4 Copy Chorus, 9.5 Copy Delay
Met deze drie parameters kunt u de
reverb-, chorus- of delay-instellingen van
een andere Set naar de huidige Set kopiëren. In tegenstelling tot de “9.2 Copy ALL
Effects”-parameter, die alle effectinstellingen kopieert, importeren deze parameters alleen de instellingen van de gekozen
processor. Dit laat bv. toe de reverbinstellingen van Set 1, de chorusinstellingen
van Set 10 en de delayparameters van
Set 28 in Set 5 te gebruiken.
(1) Kies de pagina die aan de effectprocessor is toegewezen
waarvoor u instellingen wilt kopiëren en druk dan zo
lang op de
pagina verschijnt:
[DATA÷ENTER]
-regelaar tot de bijbehorende
9.2 Copy ALL Effects
Met deze parameter kunt u de
instellingen van alle drie effectprocessors van één Set naar een andere
kopiëren. Daarmee kunt u heel wat
tijd besparen, omdat de effectprocessors een groot aantal parameters bevatten. Voorzichtig: er
zijn ook parameters waarmee u enkel de reverb-, chorus- of
delay-instellingen kunt kopiëren. Gebruik deze functie dus
niet, als u bv. alleen de reverbinstellingen van een andere Set
wilt overnemen.
(1) Kies deze pagina en houd de
lang ingedrukt tot de volgende pagina verschijnt:
(2) Kies met de
instellingen u naar de huidige Set wilt kopiëren.
U zou ook een ander geheugen voor “TO” kunnen kiezen
om de instellingen naar een andere Set te kopiëren.
(3) Druk op
[DATA÷ENTER]
[MENU÷WRITE]
[DATA÷ENTER]
-regelaar de Set wiens effect-
om de instellingen te kopiëren.
-regelaar zo
(2) Kies met de
instellingen u naar de huidige Set wilt kopiëren.
U zou ook een ander geheugen voor “TO” kunnen kiezen
om de instellingen naar een andere Set te kopiëren.
(3) Druk op
Het display bevestigt deze operatie:
[DATA÷ENTER]
[MENU÷WRITE]
-regelaar de Set wiens effect-
om de instellingen te kopiëren.
9.6 Copy SET
Met deze parameter kunt u de
instellingen van één Set naar een
ander Set-geheugen kopiëren. Hiermee kopieert u alles wat met een
Set verband houdt: de Commonparameters (waaronder effecten) evenals de parameters van
de verschillende secties (Treble, Orchestra, Bass enz.).
Waarschuwing: De instellingen van het geheugen van
bestemming worden overschreven. Misschien wilt u de Set
van bestemming eerst nog even met “9.8 Bulk Dump SET”
extern archiveren…
(1) Druk, op de hierboven getoonde pagina, op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar.
r
64
Page 65
V-Accordion
9.7 Bulk Dump ALL, 9.8 Bulk Dump SET
r
Het display ziet er nu als volgt uit:
(2) Druk op de
parameter te kiezen en draai er vervolgens aan om de te
kopiëren Set te selecteren.
Aanvankelijk hanteert de FR-7/FR-5 het nummer van de
Set die u momenteel gebruikt.
(3) Druk op de
meter te kiezen en draai er vervolgens aan om het Setgeheugen van bestemming te selecteren.
Controleer nog even of u de juiste Set-geheugens gekozen
hebt en…
(4) Druk op
Het display bevestigt deze operatie:
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
[MENU÷WRITE]
-regelaar om de “FROM”-
-regelaar om de “TO”-para-
om de instellingen te kopiëren.
9.7 Bulk Dump ALL, 9.8 Bulk Dump SET
Met deze twee functies kunt u alle instellingen van de FR-7/
FR-5 of van de momenteel gekozen Set naar een extern MIDIapparaat (bv. een tweede FR-7/FR-5) doorseinen. Zie blz. 75
voor meer details.
9.9 Restore SET
Met deze functie kunt u de instellingen van één van de voorgeprogrammeerde Sets in het momenteel
gekozen Set-geheugen laden.
Waarschuwing: Dit commando
overschrijft alle instellingen van de actuele Set, d.w.z. de volgende parameters: 2. Treble Edit, 3. Bass Edit, 4. Free Bass Edit,
5. ORC Bass Edit, 6. Orchestra Edit en 7. Set Common.
Hij kan evenwel van pas komen, als u één van de voorgepro-
grammeerde Sets als vertrekpunt voor nieuwe instellingen
wilt gebruiken.
(1) Druk, op de hierboven getoonde pagina, op de
[DATA÷ENTER]
Het display ziet er nu als volgt uit:
(2) Draai aan de
fabrieksgeluid te selecteren.
(3) Druk op
Het display bevestigt deze operatie:
-regelaar.
[DATA÷ENTER]
[MENU÷WRITE]
-regelaar om het benodigde
om de instellingen te laden.
65
Page 66
FR-7/FR-5 V-Accordion
MIDI-functies | Een woordje over MIDI
7. MIDI-functies
Uw FR-7/FR-5 zendt en ontvangt tevens MIDI-data. In dit hoofdstuk komt u te weten wat MIDI is, hoe het werkt en welke
MIDI-functies de FR-7/FR-5 bevat.
BELANGRIJKE OPMERKING: Om de MIDI-functies van de FR-7/FR-5 te kunnen gebruiken moet u hem op de FBC-7 aansluiten, omdat de FR-7/FR-5 zelf geen MIDI-connectors heeft.
MIDI OUTMIDI IN
Extern MIDI-apparaat
Een woordje over MIDI
Hoewel de FR-7/FR-5 al een bijzonder flexibel instrument is
(in tegenstelling tot eender welke andere accordeon), wilt u
misschien ook andere MIDI-compatibele instrumenten,
sequencers en computers gebruiken om uw spel op dezelfde
manier op te nemen als bv. toetsenisten, drummers of gitaristen.
Een andere belangrijke toepassing voor de MIDI-functies van
de FR-7/FR-5 is de controle van een arrangermodule of
DisCover 5M, die voor de begeleiding instaat. “Arrangermodules” (zoals de Roland RA-800) gebruiken korte begeleidingspatronen, die u tijdens het spelen kunt selecteren en wier
toonaard door de op dat moment gespeelde noten wordt
bepaald. Als u de betreffende commando’s aan de voetschakelaars van de FBC-7 toewijst (zie blz. 60), kunt u die patronen
tevens met de voet kiezen, zodat u niet naast de module hoeft
te blijven staan of zitten.
De DisCover 5M werkt daarentegen met Standard MIDI Files.
Door op de DisCover 5M Song Chains te programmeren kunt
u het volledige repertoire op voorhand voorbereiden.
Beide moduletypen (en alle MIDI-compatibele klankbronnen)
laten bovendien toe om via het diskant- en basklavier van de
FR-7/FR-5 externe klanken te bespelen die de FR-7/FR-5 niet
bevat.
Dit alles is mogelijk dankzij een gemeenschappelijke taal voor
muziekinstrumenten met de naam “Musical Instrument Digital Interface” of kortweg “MIDI”. MIDI lijkt verdraaid
veel op het internet: via één kabel kunt u immers verschillende instrumenten met elkaar verbinden (en daar hebt u lekker geen telefoonlijn voor nodig).
U kunt de FR-7/FR-5 bovendien als “masterkeyboard” gebruiken, d.w.z. als een instrument dat MIDI-commando’s naar een
apparaat (of programma) zendt die dan worden opgenomen.
Dat soort apparaat of programma noem je een “sequencer”.
r
Om de MIDI-functies van de FR-7/FR-5 te gebruiken moet u
de FBC-7 als volgt aansluiten:
MIDI OUT:
ven wat u aan het doen bent (bv. het spelen van noten)
naar de MIDI IN-connector van een extern apparaat. De
MIDI-ontvanger voert de ontvangen MIDI-commando’s uit
en speelt dus noten, kiest klanken enz.
MIDI IN:
extern MIDI-instrument.
MIDI THRU:
sluiting van de FBC-7 ontvangen MIDI-commando’s meteen weer uit. Sluit hem aan op de MIDI IN-poort van een
ander MIDI-apparaat.
Opgelet: De MIDI THRU-poort zendt de door de FR-7/FR-5 zelf
gegenereerde MIDI-commando’s niet uit. Die commando’s
worden uitsluitend via de MIDI OUT-connector van de FBC-7
uitgestuurd.
MIDI-data kunnen op 16 kanalen tegelijk worden verzonden
en ontvangen, zodat u tot 16 instrumenten (of “parts” van
een module of synthesizer) tegelijk kunt aansturen. Vandaag
de dag zijn de meeste instrumenten –zoals uw FR-7/FR-5–
multitimbraal en kunnen ze verschillende partijen met verschillende klanken weergeven. Daarvoor moet u dan verschillende MIDI-kanalen gebruiken. De FR-7/FR-5 bevat bv. een
Treble-, Bass-, Orchestra Treble- en Orchestra Bass-sectie, die
simultaan kunnen worden bespeeld. Daarom zenden en ontvangen ze ook op verschillende kanalen.
Deze connector zendt MIDI-data, die beschrij-
Deze connector ontvangt de MIDI-data van een
Deze connector zendt de via de MIDI IN-aan-
66
Page 67
Werken met een sequencer en andere klankbronnen
V-Accordion
r
De secties van de FR-7/FR-5 hanteren de volgende MIDIkanalen:
PartKanaal
Treble1
Bass/Free Bass2
Chord3
Orchestra (diskant)4
Orchestra Bass5
Basiskanaal (voor het kiezen van Sets)13
Zoals u ziet, zijn er aparte MIDI-kanalen voor de akkoord- en
basknoppen, hoewel ze beide deel uitmaken van de Bass-sectie. Die scheiding lijkt aanvankelijk misschien wat verwarrend,
maar ze is wel zinvol. Dat laat namelijk toe om via de basknoppen een externe basklank aan te spreken, terwijl u met de
akkoordknoppen bv. een externe pianoklank kunt bespelen.
Als ze hetzelfde MIDI-kanaal hanteerden, dan zou de baspartij
eveneens door de piano c.q. de pianopartij door een bas worden gespeeld (tenzij u een MIDI-instrument gebruikt dat de
ontvangen MIDI-noten via aparte zones naar aparte parts
stuurt).
Werken met een sequencer en andere
klankbronnen
U kunt de FR-7/FR-5 voor het “invoeren” van MIDI-data (lees:
de opname ervan) gebruiken. Toetseninstrumenten die zoiets
doen of kunnen noem je een “masterkeyboard”. Andere MIDIstuurbronnen heten gewoon “stuurbron” of “controller”. Er
bestaan trouwens twee soorten masterkeyboards: klavieren,
die alleen MIDI-data zenden en geen klankbron bevatten, en
instrumenten die ook voor de weergave van de muziek kunnen dienen (synthesizers, digitale piano’s, orgels enz.).
Sequencers nemen nooit de audiosignalen van wat u speelt
op. Ze registreren alleen “events” wier posities en afstanden
duidelijk maken wanneer de noten e.d. moeten linken. Als
dusdanig kan de sequencer uw muziek dus niet “afspelen” –
daarvoor hebt u een klankbron nodig. Daarom moet de
sequencer op een elektronische klankbron worden aangesloten – bv. uw FR-7/FR-5.
De FR-7/FR-5 kan voor twee dingen worden gebruikt: voor
het “invoeren” van nieuwe partijen (d.w.z. MIDI-commando’s)
en voor de weergave ervan.
Wanneer u op de klavieren van de FR-7/FR-5 speelt, zendt hij
via de MIDI OUT-connector van de FBC-7 MIDI-commando’s.
Die connector moet u op de MIDI IN-poort van de sequencer
aansluiten. MIDI-data gaan altijd van OUT naar IN:
Wanneer u de FR-7/FR-5 als klankbron voor een externe
sequencer gebruikt, moet u de MIDI OUT-connector van de
sequencer op de MIDI IN-poort van de FBC-7 aansluiten,
omdat MIDI-data altijd van OUT naar IN gaan).
Hoewel u de FR-7/FR-5 ook vanop een ander MIDI-instrument kunt aansturen, lijkt dat niet echt slim. Uw V-Accordion
is namelijk veruit veelzijdiger dan eender welke andere MIDIstuurbron: de FR-7/FR-5 vertaalt alle bekende muzikale technieken en fysieke fenomenen in MIDI-commando’s om de
gesimuleerde accordeon zo nauwkeurig mogelijk te reproduceren. Omgekeerd zou het best interessant kunnen zijn de
FR-7/FR-5 samen met een Fantom-XR-module van Roland (of
een DisCover 5M) te gebruiken, omdat de expressieve functies
van de FR-7/FR-5 het realisme van die module meer dan
waarschijnlijk alle eer aandoen.
Wanneer u de FR-7/FR-5 als MIDI-stuurbron voor de opname
van een sequence gebruikt, worden alle handelingen, die u op
de FR-7/FR-5 uitvoert (inclusief de druk van de balg), opgenomen. Daarna kunt u van de sequencer terug naar de FR-7/
FR-5 zenden – en dan klinkt de partij weer zoals een “echte”
accordeon. Om de mogelijkheden van al dat MIDI-geweld ook
echt te benutten hebt u een veelzijdige klankbron (zoals die
van de FR-7/FR-5) nodig.
Een “sequencer” kan ook een programma zijn dat op een
computer draait. De meeste computers hebben geen MIDIconnectors waarop u de MIDI IN- en OUT-poort van de FBC-7
kunt aansluiten. Daarom hebt u ook één van de volgende dingen nodig:
• Een geluidskaart met joystickpoort waarop u MIDI-kabels
kunt aansluiten;
• Een speciale kaart (“MIDI interface”), die zich in uw computer bevindt;
• Een extern apparaat waarop u de van de FBC-7 komende
MIDI-kabels kunt aansluiten en dat u met de USB-poort
van de computer verbindt (bedrijven zoals Edirol,
www.edirol.com, bieden dergelijke apparaten met een varierend aantal in- en uitgangen aan).
Bovendien hebt u een programma nodig waarmee u muziek
kunt opnemen en weergeven. Dergelijke programma’s worden
door bedrijven zoals Cakewalk verkocht. Uw Roland-dealer
weet er alles over. Tenslotte moet u waarschijnlijk kleine programma’s, zgn. “drivers”, op uw computer installeren om te
zorgen dat hij met de MIDI-interface kan communiceren.
Externe sequencer
MIDI INMIDI OUT
(FBC-7)
Klankbron van de FR-7/
MIDI OUT
FR-5
67
Page 68
FR-7/FR-5 V-Accordion
MIDI-functies | Een woordje over MIDI
Opmerking i.v.m. sequencers
Wanneer u de FR-7/FR-5 als MIDI-stuurbron voor de opname
van nieuwe partijen gebruikt, is er nog iets waar u op moet
letten. Denk eerst even na welke MIDI-klankbron de partij
moet weergeven die u gaat opnemen.
• Als u de klankbron van de FR-7/FR-5’s niet voor de op te
nemen partij wilt gebruiken, moet u de MIDI IN-connector
van de externe module op de MIDI OUT-poort van de
sequencer aansluiten en de “MIDI Soft Thru”-functie van de
sequencer uitzetten:
Externe module
Externe sequencer
MIDI IN
(FBC-7)
MIDI OUT
Dit is alleen voor de opname van nieuw materiaal nodig.
Tijdens de weergave hoeft u daar niet bij stil te staan.
De FR-7/FR-5 kan MIDI-commando’s hetzij zenden, hetzij
ontvangen (maar niet beide tegelijk. U hoeft dus niets speciaals te doen dat u later weer moet terugdraaien. Hij ontvangt immers alleen commando’s, wanneer de “Ext”-functie ingeschakeld is (zie blz. 70).
Klankbron van de FR-7/
FR-5
MIDI IN
MIDI OUT
r
68
Page 69
V-Accordion
Algemene MIDI-parameters
r
Algemene MIDI-parameters
De hier besproken MIDI-parameters horen thuis in een aparte mode (met de toepasselijke naam “MIDI”). De instellingen
ervan worden echter in het Global-geheugen van de FR-7/FR-5 opgeslagen (er is geen apart MIDI-geheugen). Laten we
beginnen met de parameters, die voor alle Sets gelden. Op blz. 72 vindt u de parameters die voor elke sectie apart kunnen
worden ingesteld en in de betreffende Set worden opgeslagen.
MIDI-kanaalnummers (10.1 RealTime RX-TX)
In de tabel op blz. 67 vindt u de voorgeprogrammeerde MIDIkanaaltoewijzingen van de FR-7/FR-5. Die keuzen berusten op
wat de meeste accordeonisten verkiezen (of met hun instrument kunnen doen). U kunt echter ook andere MIDI-kanalen
kiezen. De waarschijnlijkste kandidaat hiervoor is de Treblesectie – als u tenminste wilt dat ze beantwoordt aan de algemeen aanvaarde (gestandaardiseerde) praktijk volgens
dewelke de melodiepartij MIDI-kanaal 4 hanteert.
Er bestaat namelijk een “General MIDI”-formaat dat voorschrijft dat de melodie MIDI-kanaal 4 moet gebruiken. Omdat
General MIDI-compatibele muziekinstrumenten dat kanaal
voor de belangrijkste partij van een song hanteren, zou het
een slim idee zijn dat nummer aan de Treble-sectie toe te wijzen.
Volgens de tabel op blz. 67 wordt kanaal 4 al door de (Treble)
ORCHESTRA-sectie gebruikt. Dat is geen enkel probleem,
zolang u die sectie niet activeert. Als u ze samen met de Treble-sectie gebruikt, zendt ze echter op hetzelfde kanaal (4) als
de Treble-sectie. En dat zou een probleem kunnen vormen –
of zelfs één van twee problemen:
• In de Dual-mode (blz. 25) zou elke gespeelde noot twee
keer worden verzonden – en in die vorm worden opgenomen (of door de externe klankbron worden weergegeven).
• In de High- of Low-mode zouden de “begeleiding” en de
“solopartij” dan dezelfde klank van de externe module aansturen, wat waarschijnlijk niet de bedoeling is.
Wijs dan een ander MIDI-kanaal toe aan de ORCHESTRA-sectie – of kies “Off” (geen data zenden).
Dergelijke wijzigingen zijn echter alleen noodzakelijk, wanneer u de klank van een externe module e.d. aan de accordeon
van de Treble-sectie wilt toevoegen. Als u met een arrangermodule of DisCover 5M werkt, die uitsluitend voor de begeleiding dient, moet u eventueel ook voor de overige secties van
de FR-7/FR-5 “Off” kiezen. En zelfs dat is alleen noodzakelijk,
wanneer u de voetschakelaars van de FBC-7 voor de afstandsbediening van een extern instrument gebruikt (blz. 60) en dus
de MIDI OUT-connector van de FBC-7 op de MIDI IN-poort
van de module hebt aangesloten.
Onthoud verder dat de kanaaltoewijzingen zowel voor de overdracht (“TX”) als de ontvangst (“RX”) van MIDI-data
gelden.
Tenslotte nog dit: in de DUAL, HIGH en LOW-mode (blz. 25)
zendt het diskantklavier op twee kanalen tegelijk – het Trebleen het Orchestra-kanaal. Als u de Orchestra Bass-part aan de
Bass- of Free Bass-sectie toevoegt, geldt dit tevens voor de
basnoten. We hadden het er al over dat de akkoordknoppen
van het basklavier een apart MIDI-kanaal hanteren.
(1) Houd de
als volgt uitziet:
(2) Druk op register
De MIDI-kanalen kunnen via een parameter van de “10.
MIDI”-groep worden ingesteld. Die groep moeten we dus
eerst selecteren.
(3) Druk op register
(4) Druk op de
kiezen. Draai vervolgens aan de regelaar om de part te
kiezen waar u een ander MIDI-kanaal aan wilt toewijzen.
De items, die u hier kunt kiezen, zijn: “Treble”, “Orchestra”,
“Bass/Free”, “Chord”, “OrcBass” en “Basic Ch”.
“Basic Ch” (fabrieksinstelling: “13”) kunt u voor het kiezen
van Sets vanop een extern MIDI-apparaat (met behulp van
de programmanummers 1~40) gebruiken. Als uw externe
klankbron naast het programmanummer ook bankkeuzecommando’s zendt, moet u voor CC00 en CC32 de waarde
“0” invullen.
(5) Druk op de
(rechts) te kiezen en draai eraan om het MIDI-kanaal in
te stellen.
De mogelijkheden luiden: “Off” en 1~16. Kies “Off”, als de
betreffende part geen MIDI-data mag zenden of ontvangen.
Hoewel u aan verschillende secties hetzelfde MIDI-kanaal
kunt toewijzen, is het resultaat vaak ontgoochelend en
zorgt het voor een hoop verwarring.
(6) Herhaal stap (4) en (5) om ook aan de overige parts
andere MIDI-kanalen toe te wijzen.
(7) Druk op
gen.
[EXIT÷JUMP]
[10]
[1]
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
[EXIT÷JUMP]
-knop ingedrukt tot het display er
om de functiegroep te kiezen.
om naar de volgende pagina te gaan:
-regelaar om “PART” (links) te
-regelaar om “CHANNEL”
om naar de hoofdpagina te sprin-
69
Page 70
FR-7/FR-5 V-Accordion
MIDI-functies | Algemene MIDI-parameters
De FR-7/FR-5 vraagt nu of u deze wijziging wilt opslaan:
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen
op te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan.
(Is dat niet nodig, dan draait u aan de
regelaar om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
Opgelet: Door de volgende stappen uit te voeren slaat u ook
instellingen op, die u misschien gewijzigd, maar nog niet opgeslagen hebt. Deze MIDI-parameter maakt namelijk deel uit van
de “Global”-groep.
(8) Druk op de
woordt nu met:
(9) Druk op de
Het display bevestigt dit even:
Opgelet: Als u “NO” hebt gekozen, worden de Global-instellingen maar zo lang gehanteerd tot u de FR-7/FR-5 uitschakelt
(of de instellingen opnieuw wijzigt).
-regelaar.)
[DATA÷ENTER]
[WRITE]
-regelaar. Het display ant-
-knop om uw wijzigingen op te slaan.
[DATA÷ENTER]
-
Voorkomen dat bepaalde secties MIDI-data
zenden
(10.2 Ext. Seq. Playback)
Af en te wilt u misschien een MIDI-sequence als begeleiding
voor uw accordeonsolo gebruiken. Als een dergelijke
sequence al een baspartij bevat (bijvoorbeeld), wilt u die wellicht niet opnieuw spelen. Misschien vindt u het dan echter
wat vreemd ogen dat uw linkerhand helemaal niets doet.
Door voor een sectie “On” te kiezen schakelt u de verbinding
ervan met de interne klankbron en de MIDI OUT-connector
van de FBC-7 uit. Die sectie zendt dus geen data meer (wat u
zou toelaten om te doen alsof u de betreffende partij speelt).
Ze ontvangt echter MIDI-data van een sequencer of ander
instrument dat op de MIDI IN-connector van de FBC-7 is aangesloten.
(1) Houd de
als volgt uitziet:
(2) Druk op register
De “Ext. Seq. Playback”-parameters bevinden zich in de “10.
MIDI”-groep, die we dus eerst moeten kiezen.
(3) Druk op register
(4) Druk op de
kiezen. Draai vervolgens aan de regelaar om de part te
selecteren wiens instellingen u wilt wijzigen.
Ziehier de parts die u kunt selecteren: “Treble”, “Orchestra”
(diskantklavier) en “Bass-Chord”.
(5) Druk op de
te kiezen en draai eraan om “On” (part van de interne
klankopwekking en de MIDI OUT-connector afkoppelen)
of “Off” (normaal gebruik) te kiezen.
Een part, die u van zijn klavier en de MIDI OUT-connector
afkoppelt, herkent u op de hoofdpagina aan de vermelding
“EXT. MIDI”:
(In dit voorbeeld zijn alle secties van de klankbron van de
FR-7/FR-5 losgekoppeld, wat u waarschijnlijk nooit zal
doen.)
(6) Druk op
gen.
De FR-7/FR-5 vraagt nu of u deze wijziging wilt opslaan:
[EXIT÷JUMP]
[10]
[2]
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
[EXIT÷JUMP]
-knop ingedrukt tot het display er
om de functiegroep te kiezen.
om naar de volgende pagina te gaan:
-regelaar om “PART” (links) te
-regelaar om “VALUE” (rechts)
om naar de hoofdpagina te sprin-
r
70
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen
op te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan.
(Is dat niet nodig, dan draait u aan de
regelaar om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar.)
[DATA÷ENTER]
-
Page 71
V-Accordion
MIDI-bufferproblemen verhelpen
r
Opgelet: Door de volgende stappen uit te voeren slaat u ook
instellingen op, die u misschien gewijzigd, maar nog niet opgeslagen hebt. Deze MIDI-parameter maakt namelijk deel uit van
de “Global”-groep.
(7) Druk op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar. Het display ant-
woordt nu met:
[WRITE]
(8) Druk op de
-knop om uw wijzigingen op te slaan.
Het display bevestigt dit even:
Opgelet: Als u “NO” hebt gekozen, worden de Global-instellingen maar zo lang gehanteerd tot u de FR-7/FR-5 uitschakelt
(of de instellingen opnieuw wijzigt).
Met deze parameter bepaalt u hoeveel data de balg van de
FR-7/FR-5 voor expressieve doeleinden mag zenden (zie ook
“Expression” op blz. 74). Zolang de externe sequencer waarmee u werkt geen “MIDI Buffer Overflow”-boodschap
afbeeldt, kunt u deze parameter op “High” laten staan. Als de
balg echter meer data zendt dan de ontvangende sequencer
aankan (omdat die data op alle MIDI-kanalen tegelijk worden
verzonden), moet u hier een andere instelling kiezen. Dan
worden er namelijk minder data verzonden. De resolutie is
dan weliswaar grover, wat eventueel duidelijk hoorbare trappen oplevert, maar tenminste kan uw sequencer die data
opnemen. Als “Medium” nog steeds teveel data genereert,
moet u “Low” kiezen.
“TX” betekent dat deze parameter alleen op data slaat die de
FR-7/FR-5 zelf zendt. Zijn eigen buffer kan ook de versie in
hoge resolutie aan.
(1) Houd de
als volgt uitziet:
[EXIT÷JUMP]
-knop ingedrukt tot het display er
(3) Druk op register
(4) Draai aan de
[3]
om naar de volgende pagina te gaan:
[DATA÷ENTER]
-regelaar om “High” (hoge
resolutie), “Medium” of “Low” (lage resolutie) te kiezen.
(5) Druk op
[EXIT÷JUMP]
om naar de hoofdpagina te sprin-
gen.
De FR-7/FR-5 vraagt nu of u deze wijziging wilt opslaan:
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen
op te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan.
(Is dat niet nodig, dan draait u aan de
[DATA÷ENTER]
regelaar om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
Opgelet: Door de volgende stappen uit te voeren slaat u ook
instellingen op, die u misschien gewijzigd, maar nog niet opgeslagen hebt. Deze MIDI-parameter maakt namelijk deel uit van
de “Global”-groep.
(6) Druk op de
-regelaar.)
[DATA÷ENTER]
-regelaar. Het display ant-
woordt nu met:
[WRITE]
(7) Druk op de
-knop om uw wijzigingen op te slaan.
Het display bevestigt dit even:
Opgelet: Als u “NO” hebt gekozen, worden de Global-instellingen maar zo lang gehanteerd tot u de FR-7/FR-5 uitschakelt
(of de instellingen opnieuw wijzigt).
-
[10]
(2) Druk op register
om de functiegroep te kiezen.
De “Ext. Seq. Playback”-parameters bevinden zich in de “10.
MIDI”-groep, die we dus eerst moeten kiezen.
71
Page 72
FR-7/FR-5 V-Accordion
MIDI-functies | MIDI-parameters voor de verschillende secties/parts
MIDI-parameters voor de verschillende secties/parts
De verderop besproken MIDI-parameters horen thuis in verschillende groepen en worden samen met de betreffende secties opgeslagen. Dat betekent meteen dat elke Set andere MIDI-instellingen kan hanteren, wat een erg flexibele controle
van externe MIDI-apparatuur toelaat. Als u de MIDI-functies van de FR-7/FR-5 echt wilt benutten, moet u het volgende
aandachtig lezen alvorens de beschikbare parameters te programmeren.
Belangrijke opmerkingen
De verderop beschreven parameters gelden voor de overdracht van MIDI-data (“TX”) en dus uitsluitend voor MIDIcommando’s, die verzonden worden, wanneer u op de FR-7/
FR-5 zelf speelt.
Bovendien worden deze commando’s uitsluitend door secties
verzonden wier “10.2 Ext. Seq. Playback”-parameter op “Off”
staat (zie hierboven).
Onthoud dat de verderop besproken MIDI-commando’s alleen
door een externe klankbron worden uitgevoerd, wanneer zijn
MIDI-ontvangstkanaal (“RX”) hetzelfde nummer heeft als het
kanaal van de betreffende sectie (blz. 69).
Secties
De hier besproken parameters zijn voor de volgende secties
beschikbaar: Treble, Bass (en Chord, die op MIDI-vlak als
aparte sectie geldt), Free Bass, Orchestra en Orchestra Bass.
De reden waarom deze parameters deel uitmaken van de secties i.p.v. de MIDI-groep is dat de MIDI-groep voor de hele
FR-7/FR-5 (alle secties, alle Sets) geldt, terwijl de hieronder
besproken parameters voor elke Set apart kunnen worden
ingesteld. Door deze functie met “9.6 Copy SET” (blz. 64) te
combineren kunt u zorgen dat alleen de controle van de
externe MIDI-apparaten verandert, wanneer u een andere Set
kiest, terwijl de interne secties nog steeds hetzelfde klinken:
na de verschillende sectieparameters ingesteld (en opgeslagen) te hebben kopieert u de Set naar een ander geheugen en
wijzigt u daar uitsluitend de MIDI-instellingen.
Werkwijze voor het instellen van de parameters
Ziehier hoe u de verderop besproken parameters oproept:
(1) Kies de parametergroep van de sectie die u wilt editen.
Druk hetzij op de
tergroep met de
JUMP TO-functie (houd de
drukt en stel met de diskantregisters het parameteradres in,
blz. 35).
(2) Kies de parameter.
(Als u de JUMP TO-functie gebruikt hebt, is de parameter
nu al geselecteerd.) Druk op de
kies met de
Ziehier de MIDI-functies:
2.14 Treble MIDI TX
3.10 Bass MIDI TX
3.11 Chord MIDI TX
4.10 Free Bass MIDI TX
5.7 Orc Bass MIDI TX
6.8 Orchestra MIDI TX
(3) Druk op de
(links) te kiezen. Draai vervolgens aan de regelaar om de
benodigde parameter te selecteren.
De parameters worden verderop voorgesteld.
[MENU÷WRITE]
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
-knop en kies de parame-
-regelaar of gebruik de
[EXIT÷JUMP]
-regelaar de parameter.
-regelaar om “MESSAGE”
-knop even inge-
[MENU÷WRITE]
-knop en
r
(4) Druk op de
te kiezen en draai eraan om de gewenste waarde in te
stellen. (Druk opnieuw op
andere parameter en wijzig ook diens waarde.)
(5) Druk op
gen.
De FR-7/FR-5 vraagt nu of u deze wijziging wilt opslaan:
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen
op te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan.
(Is dat niet nodig, dan draait u aan de
regelaar om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
(6) Druk op de
(7) Druk op de
Het display bevestigt dit even:
Opgelet: Als u “NO” hebt gekozen, worden de instellingen zo
lang gehanteerd tot u de FR-7/FR-5 uitschakelt, een ander
register kiest of de instellingen opnieuw wijzigt.
[DATA÷ENTER]
[EXIT÷JUMP]
-regelaar.)
[DATA÷ENTER]
[WRITE]
-regelaar om “VALUE” (rechts)
[DATA÷ENTER]
om naar de hoofdpagina te sprin-
-regelaar.
-knop om uw wijzigingen op te slaan.
, kies een
[DATA÷ENTER]
-
Parameters
Ziehier de MIDI-parameters die u voor elk register van de verschillende secties apart kunt instellen. Onthoud goed dat ze
alleen betrekking hebben op MIDI-commando’s die de FR-7/
FR-5 naar externe apparaten zendt. Vergeet niet het register
te kiezen wiens MIDI-parameters u wilt wijzigen alvorens iets
te wijzigen.
■Note
(On, Off, Fabrieksinstelling: On) De MIDI-standaard vertaalt
bijna alles wat u op en met een muziekinstrument kunt
doen in commando’s die naar een ander instrument kunnen worden verzonden. Het resultaat van een dergelijke
overdracht is dan dat uw handelingen hetzij door een
sequencer worden opgenomen, hetzij door het ontvangende instrument worden uitgevoerd.
De belangrijkste informatie, die via een MIDI-kabel wordt
verzonden, houdt verband met de gespeelde noten. Die
informatie wordt met behulp van zgn. noot-aan-commando’s doorgeseind. (Elke noot heeft een uniek MIDInummer.)
Zet deze parameter op “Off”, als het externe instrument de
op het diskant- of knoppenklavier gespeelde noten niet
mag weergeven.
72
Page 73
V-Accordion
r
Parameters
■Octave
(–3~0~3) Ziehier een parameter waarmee u de nootcommando’s van de betreffende sectie maximaal drie octaven
hoger of lager kunt transponeren (als u “Note” tenminste
op “On” hebt gezet).
Dat kunt u gebruiken voor nummers waar een accordeonregister van bv. de diskantsectie door een piccolofluit moet
worden gedubbeld wiens noten zonder deze transpositie
veel te laag zouden zijn. We hadden het er al over dat elke
MIDI-noot een apart nummer heeft. Met deze parameter
kunt u 12 (“1” octaaf), 24 (“2” octaven) of 36 (“3” octaven)
bij de gehanteerde nootnummers optellen c.q ervan aftrekken.
Een andere toepassing voor deze parameter zou het
gebruik van de basnoten kunnen zijn die u op de FR-7/FR-5
speelt en voor zowel de (accordeon-)baspartij als een
tweede stem van een digitale piano wilt gebruiken. In dat
geval moet u het Bass-register waarschijnlijk 3 octaven
hoger transponeren.
■CC00, CC32, PC
(Off, 0~127 voor CC00 & CC32; Off, 1~128 voor PC) Deze
drie boodschappen horen samen. Het “oudste” commando
heet “programmakeuze” of gewoon “PC”. Het bestaat
namelijk al sinds de invoering van de MIDI-standaard. Hiermee kiest u normaal klanken of geheugens op het ontvangende instrument door op de zender gewoon een andere
klank (of geheugen) op te roepen.
Wat u hier echter instelt, wordt via de MIDI OUT-connector
van de FBC-7 verzonden, wanneer u het betreffende register tijdens het spelen kiest. (Het adres kan voor elk register
apart worden ingesteld.) Zodoende zorgt u dat de externe
module e.d. altijd de klanken kiest die bij de gehanteerde
accordeongeluiden horen.
Kies “Off”, als een register deze commando’s (CC00, CC32
en/of PC) niet mag zenden.
Waarom zijn er drie commando’s? Toen de MIDI-standaard
werd ontwikkeld –zo’n 20 jaar geleden– leken 128 geheugens zo veel dat maar meteen werd besloten om een apart
MIDI-commando voor het oproepen van geheugens op een
extern apparaat (programmakeuze) te hanteren.
De hele MIDI-standaard draait rond het magische getal
“128”. Aangezien dit niet kan worden uitgebreid, werden
later ook zogenaamde “bankkeuzecommando’s” gedefinieerd om tegemoet te komen aan het snel groeiende aantal
klanken (vandaag de dag zijn synthesizers met meer dan
2000 geluiden eerder de regel).
In die tijd hadden CC00 en CC32 nog geen vaste functies
en werden ze dus maar gebombardeerd tot bankkeuzecommando’s.
Twee bankadressen (“MSB” en “LSB”) met telkens 128
mogelijkheden plus nog eens 128 MIDI-programmanummers leveren 128 x 128 x 128 adressen op (d.w.z. 2.097.152
mogelijke geheugens).
Het zenden van alleen een bankkeuze-commando heeft
geen effect, terwijl het zenden van enkel een programmakeuze-commando betekent dat je maar de 128 geheugens
van de momenteel geselecteerde bank kunt oproepen.
Om een andere bank en een geheugen daarvan te kiezen
moet u het volgende verzenden:
• Waarde voor controlecommando CC00 (MSB)
• Waarde voor controlecommando CC32 (LSB)
• Een MIDI-programmanummer
Zie ook de handleiding bij het externe instrument om te
weten te komen welke MSB- en LSB-nummers het ondersteunt.
Houd goed in de gaten dat dit systeem ook toelaat om programmanummers naar een extern instrument te zenden,
die buiten het bereik van de FR-7/FR-5-registers (1~14
voor Treble, 1~7 voor Bass/Free Bass/Orch. Bass, 1~22 voor
Orchestra) liggen. Dergelijke “overdreven” programmanummers negeert de FR-7/FR-5 gewoon, wanneer u ze (bv. van
een sequencer) zendt. Voorbeeld: als u PC= 49 kiest en die
waarde naar een sequencer zendt (om bv. op een externe
module een strijkersgeluid te kiezen), reageert de module
zoals verwacht, wanneer de sequencer die waarde zendt.
Beslist u daarna om toch maar de ORCHESTRA-sectie van
de FR-7/FR-5 voor die partij te gebruiken, kiest die sectie
niet de gevraagde klank (omdat ze alleen de programmanummers 1~22 hanteert).
Opgelet: Als u PC op “Off” zet, worden de CC00- en CC32waarde evenmin verzonden (CC00/CC32 moeten namelijk altijd
worden gevolgd door een programmanummer).
■Volume
(Off, 0~127, Fabrieksinstelling: 100) Met deze parameter
kiest u de volumewaarde (CC07) die door het register moet
worden verzonden, wanneer u het tijdens het spelen kiest.
Op die manier wordt het aangestuurde MIDI-instrument
automatisch op het juiste volume gezet. Door “0” te kiezen
zorgt u dat het MIDI-instrument onhoorbaar wordt. Kies
“Off”, als het register dit commando niet mag zenden. De
FR-7/FR-5 voert dit commando niet uit, indien hij het bv.
via de “Soft Thru”-functie van het externe apparaat ontvangt.
■Panpot
(Off, 0~127, Fabrieksinstelling: 64) Met deze parameter
kiest u de Pan-waarde (CC10) die door het register moet
worden verzonden, wanneer u het tijdens het spelen kiest.
In dat geval verandert de stereoplaatsing van het aangestuurde MIDI-instrument. “0” staat voor “helemaal links”,
“64” voor het midden en “127” voor “helemaal rechts”. De
FR-7/FR-5 voert dit commando niet uit, indien hij het bv.
via de “Soft Thru”-functie van het externe apparaat ontvangt. Kies “Off”, als het register dit commando niet mag
zenden.
■Reverb
(Off, 0~127, Fabrieksinstelling: 40) Met deze parameter
kiest u de Reverb Send-waarde (CC91) die door het register
moet worden verzonden, wanneer u het tijdens het spelen
kiest. Door “0” in te stellen zet u het ontvangende MIDIinstrument op “dry” (geen galm), terwijl “127” het maximale galmaandeel vertegenwoordigt. Kies “Off”, als het
register dit commando niet mag zenden.
Opgelet: Als u geen verschil hoort, moet u de reverbinstellingen van het externe instrument even nagaan.
73
Page 74
FR-7/FR-5 V-Accordion
MIDI-functies | MIDI-parameters voor de verschillende secties/parts
Opgelet: Niet alle MIDI-instrumenten bevatten een reverbeffect. En als dat het geval is, betekent dat niet automatisch dat
ze dit commando begrijpen (met name oudere instrumenten).
■Chorus
(Off, 0~127, Fabrieksinstelling: 0) Met deze parameter kiest
u de Chorus Send-waarde (CC93) die door het register
moet worden verzonden, wanneer u het tijdens het spelen
kiest. Door “0” in te stellen zet u het ontvangende MIDIinstrument op “Dry” (geen chorus), terwijl “127” het maximale chorusaandeel vertegenwoordigt. Kies “Off”, als het
register dit commando niet mag zenden.
Opgelet: Als u geen verschil hoort, moet u de chorusinstellingen van het externe instrument even nagaan.
Opgelet: Niet alle MIDI-instrumenten bevatten een choruseffect. En als dat het geval is, betekent dat niet automatisch dat
ze dit commando begrijpen (met name oudere instrumenten).
■Velocity
(On, 1~127) Uw FR-7/FR-5 is aanslaggevoelig. Dat is een
geleerde uitdrukking voor het feit dat het volume en de
helderheid van de op het diskant- of basklavier gespeelde
noten verschillende naar gelang hoe hard (of snel) u de
toetsen/knoppen indrukt. De accordeongeluiden reageren
niet op dergelijke dynamiekverschillen, maar de Orchestraklanken (Treble en Bass) evenals de meeste MIDI-compatibele modules wel.
Hoewel de MIDI-standaard 128 verschillende aanslagwaarden ondersteunt, kunnen er maar 127 voor expressieve
doeleinden worden gebruikt. Dat verklaart, waarom het
instelbereik hier 1~127 luidt. De waarde “0” dient in de
regel om het einde van een noot (d.w.z. wanneer u de
toets/knop loslaat) door te seinen.
Met deze parameter kunt u instellen of de aanslagwaarden
moeten worden verzonden, die tijdens het indrukken van
de toetsen/toetsen worden gegenereerd (On) c.q. om te
bepalen dat de dynamiek niet mag worden verzonden. In
het tweede geval moet u dan de waarde instellen (1~127),
die voor alle via MIDI verzonden nootcommando’s wordt
gehanteerd. “64” is nog betrekkelijk zacht – en meestal dus
ongeschikt. Vaste aanslagwaarden komen vooral van pas
voor het aansturen van orgelklanken van een externe
module.
De hier gekozen instelling heeft geen effect, wanneer u de
“Note”-parameter op “Off” zet, omdat nootnummers altijd
samen met een aanslagwaarde worden verzonden (eender
welke waarde groter dan “0” betekent namelijk ook “speel
nu deze noot”). Het heeft geen enkele zin om een aanslagwaarde te verzenden zonder duidelijk te maken op welke
noot hij betrekking heeft.
van een extern instrument: CC11. Dit wordt vooral voor
expressieve doeleinden gebruikt (bv. voor het volumepedaal
van een gitaar of orgel).
Als u de balg voor de expressie wilt gebruiken, moet u deze
parameter op “Bellows” zetten.
Is dat niet het geval (bv. omdat het externe instrument te
gevoelig is en het volume daarom te vaak wijzigt), dan
moet u “Off” kiezen.
Als u een optioneel EV-5 zwelpedaal op de EXPRESSION
PEDAL-connector van de FBC-7 aansluit, kunt u het relatieve volume ook met de voet beïnvloeden. Dan moet u
deze parameter op “Pedal” zetten.
■AfterT (alleen voor de Treble- en Orchestrasectie)
Het diskantklavier genereert ook aftertouchcommando’s.
Aftertouch wordt in de regel gebruikt voor tijdelijke wijzigingen van het volume, de klankkleur of de toonhoogte (de
gewenste functie moet u op het ontvangende instrument
instellen). Een slim gebruik hiervan biedt tal van expressieve mogelijkheden.
Daar staat echter tegenover dat aftertouchcommando’s in
de regel voor een hoop data zorgen, zodat het editen van
andere MIDI-commando’s op een externe sequencer veel
omslachtiger wordt. Bovendien nemen de songbestanden
dan onnodig veel plaats in.
Verder doen veel klanken/parts van externe MIDI-instrumenten aanvankelijk niets met deze data, zodat u vaak een
hoop gegevens voor niets doorseint. Daarom raden wij aan
deze parameter in de regel op “Off” te zetten en alleen “On”
te kiezen, als u de aftertouch van het diskantklavier echt
wilt benutten.
■Expression
(Off, Bellows, Pedal) U weet waarschijnlijk dat de kracht/
snelheid waarmee u de balg indrukt of uittrekt eveneens
het geluid beïnvloedt – op een akoestische accordeon is dat
niet anders.
Dit effect kan eveneens in MIDI-commando’s worden vertaald, die de meeste MIDI-instrumenten snappen. De MIDIstandaard hanteert namelijk een commando (“controlecommando”) voor de afstandsbediening van het volume
r
74
Page 75
Instellingen via MIDI archiveren (Bulk Dump)
V-Accordion
r
Instellingen via MIDI archiveren (Bulk Dump)
MIDI kunt u tevens voor het zenden en ontvangen van geheugeninstellingen van de FR-7/FR-5 naar een extern MIDIapparaat (en vice versa) gebruiken.
Instellingen met een sequencer archiveren
Met deze parameter kunt u de inhoud van één of alle Setgeheugens naar een tweede FR-7 of FR-5, een externe
sequencer, computer of datafiler doorseinen. Zendt ze niet
naar een ander instrument (digitale piano, synthesizer),
omdat dat geen enkel effect heeft. Dat komt omdat de instellingsdata speciale MIDI-commando’s zijn, die telkens maar
door één model (of modelfamilie) worden begrepen. Dit soort
commando’s heet “systeemexclusief” of gewoon “SysEx”. Door
ze naar een tweede FR-7/FR-5 te zenden, kunt u de registraties van uw V-Accordion naar het instrument van een vriend,
collega of leerling “kopiëren”.
Zelfs een sequencer of datafiler weet niet waar de gegevens
op slaan en voert ze dus niet uit. Hij neemt ze alleen op.
Daarna hoeft u maar de weergave van de sequencer of datafiler te starten om de instellingen weer naar de FR-7/FR-5
door te seinen.
(1) Verbind de MIDI OUT-aansluiting van de FBC-7 met de
MIDI IN-connector van de sequencer/computer.
Zie blz. 66 voor een tekening. Bovendien moet u de FR-7/
FR-5 natuurlijk op de FBC-7 aansluiten.
Opgelet: De computer moet voorzien/aangesloten zijn van/op
een geschikte interface.
(2) Als u met een computer werkt, moet u het sequencer-
programma nu starten.
(3) Maak een nieuwe song aan of open er één die nog geen
data bevat.
(4) Maak (of selecteer) een nieuw spoor aan.
Het MIDI-kanaal van dat spoor is van geen belang. U moet
er echter wel voor zorgen dat de sequencer/computer
SysEx-data ontvangt. Indien nodig, moet u het betreffende
MIDI-filter dus uitschakelen (zie de handleiding bij de
sequencer of software).
(5) Schakel de MIDI Echo- (of Soft Thru) functie van de
sequencer uit.
Als dat te omslachtig is, kunt u de aansluiting van de MIDIkabel op de MIDI OUT-connector van de sequencer/computer verbreken. Op die manier voorkomt u dat de sequencer
de pas ontvangen SysEx-data meteen weer naar de FR-7/
FR-5 doorseint, wat problemen zou kunnen veroorzaken.
(6) Maak het aangemaakte of gekozen spoor klaar voor de
opname.
Opgelet: Het verdient aanbeveling het tempo van de sequencer/het programma niet te wijzigen. De meeste sequencers/
programma’s hanteren de tempowaarde = 120. Houden zo
(of anders moet u zorgen dat de gewijzigde tempowaarde
samen met de data wordt opgeslagen).
(7) Om de instellingen van één enkele Set (9.8 Bulk Dump
SET) te archiveren moet u die Set met de SET
knoppen van de FR-7/FR-5 kiezen.
[√][®]
-
(8) Houd de
drukt en druk vervolgens op register
Bepaal nu of u één of alle Sets gaat archiveren: druk op
register
Het display antwoordt nu met:
Alvorens op toer e.d. te gaan kiest u het best “ALL” om een
veiligheidskopie van alle Sets aan te maken. Kies “SET” om
alleen de instellingen van de Set door te seinen, die in het
betreffende nummer worden gebruikt. Dan worden de
instellingen van de laatst gekozen Set doorgeseind.
(9) Start de opname op de sequencer/computer.
Wacht tot de aftel (één of twee maten) afgelopen is en…
(10) Druk op
dracht van de bulkdata te starten.
Het display antwoordt nu met:
Druk op
doorseinen.
(11) Wacht tot de volgende boodschap verschijnt en stop dan
de opname van de sequencer.
(12) Geef de “song” (die alleen maar data bevat) een naam en
schrijf hem weg naar de harde schijf of een diskette.
Verderop wordt uitgelegd hoe u de data later naar de FR-7/
FR-5 terugzendt.
[EXIT÷JUMP]
[7]
(9.7 Bulk Dump ALL) of
[MENU÷WRITE]
[EXIT÷JUMP]
-knop van de FR-7/FR-5 even inge-
[9]
.
[8]
(9.8 Bulk Dump SET).
–of–
van de FR-7/FR-5 om de over-
–of–
, als u de instellingen toch niet wilt
Bulkdata (terug) naar de FR-7/FR-5 zenden
De FR-7/FR-5 zendt niet alleen SysEx-data naar externe apparaten (zie hierboven) – hij ontvangt ze ook. De FR-7/FR-5 kan
zelfs verschillende bulktypen ontvangen:
• Complete Sets, die alle interne Set-geheugens overschrijven. Als u de momenteel in de FR-7/FR-5 opgeslagen Sets
niet wilt verliezen, moet u ze eerst archiveren (zie blz. 75).
• Eén Set: in dit geval kunt u zelf bepalen waar de ontvangen
Set-data moeten worden opgeslagen.
75
Page 76
FR-7/FR-5 V-Accordion
MIDI-functies | Instellingen via MIDI archiveren (Bulk Dump)
(1) Verbind de MIDI IN-aansluiting van de FBC-7 met de
MIDI OUT-connector van de sequencer/computer.
Zie blz. 66 voor een tekening. Bovendien moet u de FR-7/
FR-5 natuurlijk op de FBC-7 aansluiten.
Opgelet: De computer moet voorzien/aangesloten zijn van/op
een geschikte interface.
(2) Als u met een computer werkt, moet u het sequencer-
programma nu starten.
(3) Laad de song met de data die u wilt doorseinen.
(4) Zorg ervoor dat de sequencer SysEx-data zendt.
Zie diens handleiding voor meer details.
Opgelet: Alvorens een groep van 40 Sets (“ALL”) naar de FR-7/
FR-5 te zenden moet u even nadenken of u de momenteel
intern opgeslagen data nog nodig hebt. Door namelijk een “ALL
DATA”-bestand door te seinen overschrijft u alle externe instel-
lingen.
(5) Start de weergave van het databestand of de song op
uw sequencer e.d.
Het display antwoordt nu met:
–of–
(7) Druk op de
woordt nu met:
(8) Draai aan de
(1~40) voor de ontvangen Set te kiezen.
De data in het gekozen geheugen worden dan overschreven.
(9) Druk op de
Het display bevestigt dit even:
In bepaalde gevallen zou het display de volgende boodschap kunnen afbeelden. Ze betekent dat de SysEx-data
onvolledig zijn of dat het controlegetal fout is (of ontbreekt).
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
[WRITE]
-regelaar. Het display ant-
-regelaar om een geheugen
-knop om uw wijzigingen op te slaan.
Opgelet: Wanneer u een “ALL DATA”-bestand naar de FR-7/
FR-5 zendt, moet u wachten tot de “WRITE COMPLETE”-bood-
schap verschijnt alvorens de weergave van de sequencer te
stoppen. Doet u dat namelijk niet, dan kan het gebeuren dat de
FR-7/FR-5 gewoon niet meer werkt. In dat geval moet u hem
initialiseren (zie “Laden van de fabrieksinstellingen” op blz. 78).
(6) Stop de weergave van uw sequencer.
Als u maar één Set naar de FR-7/FR-5 hebt doorgestuurd,
beeldt het display nu de volgende boodschap af.
Deze boodschap betekent dat de betreffende data zich in
het tijdelijke geheugen van de FR-7/FR-5 bevinden en dat u
ze handmatig moet opslaan, als de FR-7/FR-5 ze moet ont-
houden. Een op deze manier ontvangen Set is maar
beschikbaar tot u een andere (interne) Set kiest.
Als u de Set later nog eens nodig hebt, moet u hem dus
opslaan. Hebt u hem maar tijdelijk nodig, dan kunt u hier
“NO” kiezen. De FR-7/FR-5 hanteert dan de geluiden (en
MIDI-instellingen), die hij van de computer ontvangen
heeft, maar hij “vergeet” ze weer, wanneer u hem uitscha-
kelt of een andere Set kiest.
“YES” wordt automatisch geselecteerd. Om uw wijzigingen
op te slaan moet u zoals verderop beschreven tewerk gaan.
(Is dat niet nodig, dan draait u aan de
regelaar om “NO” te kiezen en drukt u vervolgens op de
[DATA÷ENTER]
-regelaar.)
[DATA÷ENTER]
Druk op
[EXIT÷JUMP]
gina, zorg dat de sequencer de data iets trager zendt en
probeer het opnieuw. Biedt dit geen uitkomst, dan moet u
het verzonden databestand controleren.
-
om terug te gaan naar de hoofdpa-
Om de Set-data op te slaan:
r
76
Page 77
V-Accordion
r
8. Varia
Instellingen met de WRITE-functie opslaan
Tijdens het editen van de MENU-functies wordt u in de regel gevraagd of u de zopas doorgevoerde wijzigingen wilt
opslaan. Misschien herinnert u zich dat u ook kunt beslissen die wijzigingen niet op te slaan (“NO”), wat handig kan zijn,
als u nog niet precies weet of de nieuw versie inderdaad beter is dan de vorige.
Belangrijke opmerkingen
• De WRITE-functie op de hierna getoonde displaypagina
geldt alleen voor de registers, die u momenteel
gebruikt. Als u bv. de instellingen van het laatst geëdite
diskantregister nog niet hebt opgeslagen, mag u pas een
ander diskantregister kiezen, als u een besluit hebt genomen. Anders gaan uw wijzigingen namelijk verloren (en in
dat geval verdwijnt de “E” naast het “Treble”-veld van de
“WRITE”-pagina).
M.a.w., u kunt
[2]
editen, het niet opslaan e.d. In dit voorbeeld gaan de
wijzigingen van register
[1]
niet editen, het niet opslaan, dan register
[1]
verloren, zodra u register
[2]
kiest (zelfs al hebt u nog niets aan dit laatste gewijzigd).
Dit geldt tevens voor de Bass-, Free Bass-, Orchestra Bassen Orchestra-sectie.
• Houd bovendien in de gaten dat de Bass/Free Bass/Orchestra/Orchestra Bass-registers automatisch worden gekozen,
wanneer de Link-functie (blz. 43) actief is. Een dergelijke
omschakeling wist de wijzigingen van de daarvóór geëdite
registers, als u besliste om ze niet op te slaan toen de FR-7/
FR-5 dit voorstelde.
• De Bass- en Free Bass-sectie kunnen niet samen worden
gebruikt. Door de telkens andere mode te kiezen (bv. Free
Bass i.p.v. Bass) alvorens eventuele wijzigingen op te slaan
verliest u eventuele wijzigingen.
WRITE gebruiken
(1) Houd de
[MENU÷WRITE]
-knop zo lang ingedrukt tot de
volgende displaypagina verschijnt:
Op deze pagina verschijnt naast alle secties, die niet opgeslagen wijzigingen bevatten, een “E” (voor “edit”). Dat “E”symbool geldt uitsluitend voor het momenteel gekozen
register (Treble, Bass/Free Bass, Orchestra of Orchestra
Bass).
De sectie, wiens MENU-parameter u vóór het oproepen van
deze pagina het laatst gekozen had, is al geselecteerd. In
het voorbeeld hierboven werden alle secties gewijzigd. En
de laatst geëdite parameter maakt deel uit van de TREBLEgroep.
Opgelet: Als er geen “E”-symbolen worden afgebeeld, hoeft er
niets te worden opgeslagen. U kunt deze pagina dan ook verlaten door opnieuw op [EXIT÷JUMP] te drukken.
Opgelet: Vervolg met stap (7) voor de opslag van de Globalinstellingen; voor de Orchestra-, Orchestra Bass- en Set Common-parameters moet u nu naar stap (6) gaan.
(2) Draai aan de
kiezen wier instellingen u wilt opslaan.
De mogelijkheden luiden:
■ Global—Instellingen van 1. Tuning, 8. System en 10.
MIDI.
■ Treble—Instellingen van het Treble-register, d.w.z. de 2.
Treble Edit-groep.
■ Bass—De 3. Bass Edit- of 4. Free Bass Edit-instellingen.
■ Set Com—De 7. Set Common-instellingen.
■ Orchest—De 6. Orchestra Edit-instellingen.
■ Orch Bs—De 5. ORC Bass Edit-instellingen.
(3) Druk op de
te springen waar u een naam kunt geven aan uw instellingen.
Deze functie is enkel voor de volgende parametergroepen
beschikbaar: 2. Treble Edit, 3. Bass Edit en 4. Free Bass Edit.
(Zie “7.7 Name” op blz. 59 voor het benoemen van een Set.)
(*) U kunt maar één van deze pagina’s kiezen. Dit is afhankelijk van de momenteel gekozen mode (Bass of Free Bass).
(4) Wijzig, indien nodig, de naam van het net geëdite regis-
ter. (Dat is alleen op de hierboven getoonde pagina’s
mogelijk.)
Zie “Namen invoeren” op blz. 40 voor meer details.
(5) Druk op de
volgende pagina’s te springen (niet beschikbaar tijdens
de opslag van de Global-instellingen):
[DATA÷ENTER]
[DATA÷ENTER]
[MENU÷WRITE]
-regelaar om de sectie te
-regelaar om naar een pagina
(*)
(*)
-knop om naar één van de
(*)
(*)
Varia
77
Page 78
FR-7/FR-5 V-Accordion
Varia | Laden van de fabrieksinstellingen
(6) Kies, indien nodig, een andere Set en/of een ander regis-
ter. (Een andere Set kunt u alleen voor de Orchestra-,
Orchestra Bass- en Set Common-instellingen kiezen.)
Druk op de
“REGISTER” te kiezen en draai eraan om het nummer (“1~
40” voor SET, “1~14” voor REGISTER) in te stellen.
(7) Druk op de
te slaan.
[DATA÷ENTER]
[MENU÷WRITE]
-regelaar om “SET” of
-knop om uw wijzigingen op
Opgelet: Schakel de FR-7/FR-5 nooit uit, zolang de hierboven
getoonde boodschap wordt afgebeeld om de geheugeninhoud
niet te beschadigen. Zie “Na het inschakelen beeldt de FR-7/
FR-5 de volgende boodschap af” op blz. 80 voor wat u in een
dergelijk geval moet doen.
Het display bevestigt nu even dat de instellingen opgeslagen zijn:
Het display keert terug naar de hoofdpagina.
(8) Vervolg met stap (1) hierboven.
Laden van de fabrieksinstellingen
Indien nodig, kunt u op elk moment weer de fabrieksinstellingen van de FR-7/FR-5 laden, wat dan betekent dat uw eigen
Sets en Global-instellingen door de oorspronkelijke gegevens van de FR-7/FR-5 worden vervangen. Alvorens de FR-7/
FR-5 te initialiseren zou u uw instellingen kunnen archiveren (zie blz. 75).
(1) Schakel de FR-7/FR-5 in, terwijl u de
knop ingedrukt houdt.
Het display verandert in:
[MENU÷WRITE]
-
Wilt u de FR-7/FR-5 toch niet initialiseren, dan draait u aan
de
[DATA÷ENTER]
er vervolgens op.
Als u “YES” kiest en op de
bevestigt het display even dat de V-Accordion geïnitialiseerd is:
-regelaar om “NO” te kiezen en drukt u
[DATA÷ENTER]
-knop drukt,
(2) Druk op de
initialiseren (“YES” wordt automatisch gekozen).
[DATA÷ENTER]
-regelaar om de FR-7/FR-5 te
Nu klinkt de FR-7/FR-5 weer zoals bij levering.
r
78
Page 79
V-Accordion
Verhelpen van storingen
r
Verhelpen van storingen
Dit hoofdstuk bevat een aantal punten die u moet nagaan en eventueel verhelpen, wanneer de FR-7/FR-5 niet lijkt te
doen wat u ervan verwacht. Kunt u het probleem hiermee niet oplossen, dan neemt u het best contact op met uw Roland-dealer.
Het display is niet of maar slecht leesbaar
Als u de informatie in het display nauwelijks kunt lezen,
moet u de “8.1 LCD Contrast”-instelling (blz. 60) wijzigen.
U hoort niets
■Hebt u de [VOLUME]-regelaar helemaal naar de
kleine stip gedraaid?
Stel een grotere waarde in.
■Hebt u de [BALANCE]-regelaar helemaal naar één
kant gedraaid?
Wijzig de instelling en probeer het opnieuw.
■Beweegt u de balg, terwijl u noten speelt?
De Treble- en Bass/Free Bass-sectie klinken maar, wanneer
u tijdens het spelen de balg indrukt en uittrekt (net zoals op
een akoestische accordeon).
■Hebt u de FR-5 op een externe versterker aangesloten?
De FR-5 bevat geen luidsprekers en moet daarom op een
externe versterker worden aangesloten. U zou echter ook
een hoofdtelefoon kunnen gebruiken.
■Hebt u de audiokabels op de juiste connectors
aangesloten?
Als dat het geval is, moet u nagaan of de externe versterker, het mengpaneel e.d. ingeschakeld is. Controleer ook
even of de kabels eventueel defect zijn.
Geen stroom
■Hebt u de bijgeleverde (FR-7) batterij verwijderd?
Installeer hem weer. Anders moet u de FR-7 op de bijgeleverde FBC-7 aansluiten.
■Hebt u het deksel van het batterijvak van de
FR-7/FR-5 weer geïnstalleerd?
U kunt de FR-7/FR-5 pas inschakelen, als u dat gedaan hebt
(blz. 34). Bovendien moet u alle schroeven goed aandraaien.
■Hebt u de FR-5 op de FBC-7 aangesloten?
Als u een FR-5 bezit en geen optionele batterij gekocht
hebt, kunt u nooit zonder FBC-7.
De FR-7/FR-5 reageert niet op de gespeelde
noten
■Misschien hebt u voor één of alle secties “Ext.
Seq. Playback” gekozen.
Die secties reageren dan alleen op MIDI-commando’s van
andere instrumenten. Schakel de “Ext. Seq. Playback”-functie uit (blz. 70).
■Beweegt u de balg, terwijl u noten speelt?
De Treble- en Bass/Free Bass-sectie klinken maar, wanneer
u tijdens het spelen de balg indrukt en uittrekt (net zoals op
een akoestische accordeon).
Bepaalde parameters zijn niet beschikbaar
■Bevindt de FR-7/FR-5 zich momenteel in de
“Easy”-mode?
In die mode zijn alleen de belangrijkste parameters beschikbaar. Kies de “Full”-mode (blz. 18).
■Beeldt de FR-7/FR-5 een waarschuwing af dat
een parameter of sectie niet beschikbaar is?
Zoiets betekent dat de sectie uitstaat. Daarom zijn de bijbehorende parameters niet beschikbaar. Schakel de sectie in
en probeer het opnieuw.
Eén sectie klinkt vals
Hebt u “1.5 Scale Assign” maar aan één sectie toegewezen?
Kies “ALL” en probeer het opnieuw (blz. 39).
Problemen i.v.m. de basknoppen
■Waarom zijn er maar drie akkoordrijen naast de
basknoppen?
Omdat u de “8.5 Bass & Chord Mode”-parameter op “3 Bass
Rows” gezet hebt (blz. 61). Kies “2 Bass Rows”.
■Waarom kan ik met de basknoppen geen verminderde akkoorden spelen?
Omdat u de “8.5 Bass & Chord Mode”-parameter op “3 Bass
Rows” gezet hebt (blz. 61). Kies “2 Bass Rows”.
■In de Free Bass-mode spelen de basknoppen de
foute noten.
Wellicht hebt u de “8.6 Free Bass Mode”-instelling gewijzigd. Kies het systeem dat het best bij uw manier van spelen past (blz. 61).
■In de Free Bass-mode werken maar de helft van
de basknoppen.
De “STATUS”-functie van de “4.2 Register”-parameter hanteert dezelfde instelling (“High” of “Low”) voor beide tongen (of “Off” voor één van beide en “High”/“Low” voor de
andere). Kies complementaire instellingen (“High” voor de
ene, “Low” voor de andere) of zet minstens één van beide
op “Whole” (blz. 49).
Waarom verandert de Orchestra-mode, wanneer
ik een ander diskantregister kies?
Omdat u de Link met de Treble-sectie geactiveerd en
bovendien een “MODE” voor de “2.13 Orchestra Link”-parameter geprogrammeerd hebt. Kies “---” (blz. 43).
Mijn instellingen zijn veranderd
■Hebt u de boodschap m.b.t. de opslag van uw
instellingen naast u neergelegd?
Als dat zo is, hebt u sindsdien waarschijnlijk een andere
mode (bv. Free Bass i.p.v. Bass) of een ander register gekozen. De eerder doorgevoerde wijzigingen werden dan ook
gewist.
U kunt telkens maar één register editen. Als u een ander
register kiest alvorens de wijzigingen van het vorige register op te slaan (door “NO” te selecteren), worden de wijzi-
79
Page 80
FR-7/FR-5 V-Accordion
Varia | Verhelpen van storingen
gingen weer gewist. Verder mag u de FR-7/FR-5 niet uitschakelen c.q. een andere Set kiezen, als er nog wijzigingen
zijn die u wilt bewaren: sla ze eerst op.
■
Hebt u een “Link” geprogrammeerd?
Als u de Bass-, Free Bass-, en/of Orchestra-instellingen wijzigt zonder ze op te slaan en vervolgens een ander Trebleregister kiest, terwijl de Link-functie actief is, selecteert de
FR-7/FR-5 andere instellingen voor de verbonden secties.
Uw wijzigingen werden dus gewist.
■
Hebt u de “SET COMMON”-parameters opgeslagen?
In dat geval worden alleen de overkoepelende Set-parameters bewaard – dus niet de instellingen van de verschillende
registers.
■
Hebt u een “Noise”-instelling gewijzigd?
Als u “ALL” voor “2.1 Reed Type” selecteert en vervolgens
het tongtype wijzigt, past de “2.5 Valve Noise”-instelling
zich automatisch aan het nieuwe tongtype aan. Werkt u
liever met een ander soort bijgeluid, dan moet u dat als
laatste kiezen.
Als u “ALL” voor “3.1 Reed Type” selecteert en vervolgens
het tongtype wijzigt, past de “3.5 Reed Growl”-instelling
zich automatisch aan het nieuwe tongtype aan. Daarom is
het slimmer eerst het tongtype en pas daarna een ander
gromgeluid te selecteren. Dit geldt tevens voor “4.4 Button
Noise” en “4.1 Reed Type”.
■Ik vind de MIDI-aansluitingen van mijn FR-7/
FR-5 niet.
De FR-7/FR-5 heeft geen MIDI-aansluitingen. U moet hem
met de bijgeleverde 19-pin-kabel op de FBC-7 aansluiten
(blz. 66).
■De FR-7/FR-5 ontvangt de speciaal voor hem
opgenomen MIDI-commando’s niet.
De “Ext. Seq. Playback”-parameter van de betreffende secties staat op “Off”. Die moet u activeren, wanneer u de
FR-7/FR-5 als MIDI-klankbron wilt gebruiken (blz. 70).
■
Alle instellingen van de FR-7/FR-5 zijn veranderd.
U hebt waarschijnlijk een “Bulk”-bestand met instellingen
voor 40 Sets (“ALL”) naar de FR-7/FR-5 doorgeseind. De
instellingen van dat bestand hebben uw vorige instellingen
overschreven. Die instellingen kunt u helaas niet herstellen.
Archiveer de interne instellingen alvorens bulkdata naar de
FR-7/FR-5 te zenden (blz. 75).
■De externe sequencer beeldt voortdurend een
“MIDI Buffer Overflow”-boodschap af
De balg zendt teveel data tegelijk (omdat zijn data op vijf
kanalen tegelijk worden verzonden). Kies een andere instelling (“Medium” of “Low”). De resolutie is dan weliswaar
grover, wat eventueel duidelijk hoorbare trappen oplevert,
maar tenminste kan uw sequencer de data opnemen. Zie
“MIDI-bufferproblemen verhelpen” op blz. 71.
■
Zijn de effectparameters plots veranderd?
Elke effectprocessor (Reverb, Chorus, Delay) bevat een
“Macro”-parameter (blz.56 en 58) die niet alleen een ander
effecttype, maar ook geschikte instellingen daarvoor selecteert. Tijdens het kiezen van een andere Macro gaan de
instellingen van het vorige effecttype verloren.
Problemen i.v.m. MIDI
■Ik heb de “Ext. Seq. Playback”-mode gekozen,
maar de betreffende sectie reageert niet op
MIDI-commando’s.
Komt het MIDI-kanaal van die sectie overeen met het
zendkanaal van het externe apparaat (blz. 69)? Kies nooit
“Off” voor een sectie die MIDI-commando’s moet ontvangen.
■Welke MIDI-kanalen hanteert de FR-7/FR-5 aanvankelijk?
Zie de tabel op blz. 67.
■Het MIDI-kanaal klopt, maar de betreffende sectie zendt geen noten.
Waarschijnlijk hebt u de betreffende “Note”-parameter op
“Off” gezet (blz. 72).
■
De FR-7/FR-5 kiest geen andere klank, wanneer de
sequencer programmanummers doorseint. Ik had de
FR-7/FR-5 nochtans voor de opname van de betreffende nummers gebruikt.
U kunt ook programmanummers naar een extern instrument zenden, die buiten het bereik van de FR-7/FR-5-registers (1~14 voor Treble, 1~7 voor Bass/Free Bass/Orch. Bass,
1~22 voor Orchestra) liggen. Dergelijke “overdreven” programmanummers negeert de FR-7/FR-5 gewoon, wanneer
u ze (bv. van een sequencer) zendt.
r
Tijdens de opslag van data beeldt de FR-7/FR-5
de volgende boodschap af
Ze betekent dat de data niet naar het interne geheugen
van de FR-7/FR-5 konden worden weggeschreven. Druk op
[EXIT÷JUMP]
WING: u keert nu terug naar de hoofdpagina. Kies geen
ander register of Set. Probeer eerst uw instellingen met de
WRITE-functie op te slaan (blz. 77). Als de hierboven
getoonde boodschap opnieuw verschijnt, moet u contact
opnemen met uw Roland-dealer om de FR-7/FR-5 te laten
nakijken.
om deze pagina te verlaten. WAARSCHU-
Na het inschakelen beeldt de FR-7/FR-5 de volgende boodschap af
U hebt de FR-7/FR-5 uitgeschakeld, terwijl hij data aan het
opslaan was (misschien is hij ook gewoon uitgegaan,
omdat de batterij uitgeput was). Als u hem opnieuw
inschakelt, probeert hij zoveel mogelijk te herstellen. Eventueel laadt hij echter ook data van het betreffende
fabrieksgeheugen. Hoe dan ook: u moet waarschijnlijk
sommige (of alle) instellingen opnieuw programmeren.
Bijgeluiden: ‘Flapperen’ van de stilvallende tongen, sluiten
van de ventielen, klikken van de knoppen
Simulaties van de afzonderlijke tongen: hysteresedrempel,
expressiecurve, drukgevoelig filter, drukgevoelige toonhoogtebeïnvloeding
Golfvormomschakeling voor de tongen: via de balgacceleratie & de herhalingssnelheid van de noten
■ Musettestemming
Voorgeprogrammeerde microstemmingen: 16 (Off, Dry,
Classic, F-Folk, American L/H, North Europe, German L/H, DFolk L/H, Alpine, Italian L/H, French, Scottish)
Opmerking: na keuze van 16’ of 8’ kan de “Status” alleen “Off” of “Bass” luiden. Na keuze van 8-4’,
4’ of 2’ kan de “Status” alleen “Off”, “Chord” of “Bass&Chord” luiden.
Opgelet: De data van de demosongs worden niet naar de MIDI OUT-connector gezonden.
SONGTITELVERTOLKER
85
Page 86
FR-7/FR-5 V-Accordion
MIDI-implementatie | Demosongs
9. MIDI-implementatie
1. Received data
■ Channel Voice Messages
● Note off
Status2nd byte3rd byte
8nHkkHvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
kk = note number:00H~7FH (0~127)
vv = note off velocity:00H~7FH (0~127)
● Note on
Status
9nHkkHvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
kk = note number:00H~7FH (0~127)
vv = note on velocity:01H~7FH (1~127)
● Control Change
• The value specified by a Control Change message is not reset by a Program
Change, etc.
Bank Select (Controller number 0, 32)
❍
Status
BnH00HmmH
BnH20HllH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
mm = Bank number MSB:00H~7FH
ll = Bank number LSB:00H~7FH
• Only for Free Bass.
Expression (Controller number 11)
❍
Status
BnH0BHvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
vv = Expression:00H~7FH (0~127)
• This adjusts the volume of a Part. It can be used independently from Volume
(CC07) messages. Expression messages are used for musical expression within
a performance, e.g., expression pedal movements, crescendo and decrescendo.
Hold 1 (Controller number 64)
❍
Status
BnH40HvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
vv = Control value:00H~7FH (0~127)
❍
Program Change
Status2nd byte
CnHppH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
pp = Program number:00H~0DH: Treble Register 1~14
• When Active Sensing is received, the FR-7/FR-5 starts monitoring the intervals of
all further messages. While monitoring, if the interval between messages exceeds
420 ms, the same processing will be carried out as when All Sounds Off, All Notes
Off and Reset All Controllers are received, and message interval monitoring will
be halted.
Start
❍
Status
FAH
• When an FA message is received from an external MIDI device such as sequencer, the FR-7/FR-5 sends all necessary MIDI information for a song header setup:
Treble, Orchestra, Bass/Free, Orchestra Bass, sound setup.
ByteExplanation
F0HExclusive status
41HID number (Roland)
10HDevice ID
00HModel ID #1 (FR-7/FR-5 V-Accordion)
7CHModel ID #2 (FR-7/FR-5 V-Accordion)
12HCommand ID (DT1)
aaHAddress MSB: upper byte of the starting address of
bbHAddress: upper middle byte of the starting address of
ccHAddress: lower middle byte of the starting address of
ddHAddress LSB: lower byte of the starting address of
eeHData: the actual data to be sent. Multiple bytes of data
::::
ffHData
sumChecksum
F7HEOX (End of Exclusive)
• The amount of data that can be received at one time depends on the type of data,
and data will be transmitted from the specified starting address and size.
• Data larger than 256 bytes must be divided into packets of 256 bytes or less, and
each packet must be sent at an interval of about 20ms.
whose Exclusive message this is. Roland’s manufacturer ID is
41H.
Data byteStatus
ffH, sum
the data to be sent
the data to be sent
the data to be sent
the data to be sent
are transmitted in order starting from the address.
F7H
2. Transmitted data
■ Channel Voice Messages
● Note off
Status
8nHkkHvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
kk = note number:00H~7FH (0~127)
vv = note off velocity:00H~7FH (0~127)
● Note on
Status
9nHkkHvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
kk = note number:00H~7FH (0~127)
vv = note on velocity:01H~7FH (1~127)
● Control Change
❍
Bank Select (Controller number 0, 32)
Status
BnH00HmmH
BnH20HllH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
mm = Bank number MSB:00H~7FH
ll = Bank number LSB:00H~7FH
❍
Volume (Controller number 7)
Status
BnH07HvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
vv = Volume:00H~7FH (0~127), Initial value = 64H (100)
• Volume messages are used to adjust the volume balance of each Part.
2nd byte3rd byte
2nd byte3rd byte
2nd byte3rd byte
2nd byte3rd byte
r
86
Page 87
❍
Pan (Controller number 10)
Status2nd byte3rd byte
BnH0AHvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
vv = pan:00H~40H~7FH (Left~Center~Right),
❍
Expression (Controller number 11)
Status2nd byte3rd byte
BnH0BHvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
vv = Expression:00H~7FH (0~127)
• This adjusts the volume of a Part. Expression messages are used for musical expression within a performance, e.g., expression pedal movements, crescendo and
decrescendo.
Hold 1 (Controller number 64)
❍
Status
BnH40HvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
vv = Control value:00H~7FH (0~127)
❍
Effect 1 (Reverb Send Level) (Controller number 91)
Status
BnH5BHvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
vv = Reverb Send Level:00H~7FH (0~127), Initial value = 28H (40)
• This message adjusts the Reverb Send Level of each Part.
Effect 3 (Chorus Send Level) (Controller number 93)
❍
Status2nd byte3rd byte
BnH5DHvvH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
vv = Chorus Send Level:00H~7FH (0~127), Initial value = 00H (0)
❍
Program Change
Status2nd byte
CnHppH
n = MIDI channel number:0H~FH (Ch.1~16)
pp = Program number:00H~7FH: program no. 1~128
ByteExplanation
F0HExclusive status
41HID number (Roland)
10HDevice ID
00HModel ID #1 (FR-7/FR-5 V-Accordion)
7CHModel ID #2 (FR-7/FR-5 V-Accordion)
12HCommand ID (DT1)
aaHAddress MSB: upper byte of the starting address of
Data byteStatus
whose Exclusive message this is. Roland’s manufacturer ID is
41H.
Data byteStatus
ffH, sum
the data to be sent
F7H
V-Accordion
r
MIDI-implementatie
Status
bbHAddress: upper middle byte of the starting address of
ccHAddress: lower middle byte of the starting address of
ddHAddress LSB: lower byte of the starting address of
eeHData: the actual data to be sent. Multiple bytes of data
::::
ffHData
sumChecksum
F7HEOX (End of Exclusive)
• The amount of data that can be transmitted at one time depends on the type of
data, and data will be transmitted from the specified starting address and size.
• Data larger than 256 bytes will be divided into packets of 256 bytes or less, and
each packet will be sent at an interval of about 20ms.
Data byteStatus
the data to be sent
the data to be sent
the data to be sent
are transmitted in order starting from the address.
3. Bulk Dump
Bulk Dump allows you to transmit a large amount of data at once, and is convenient for storing settings for the entire unit on a computer or sequencer.
The FR-7/FR-5 is able to transmit and receive a SET.
Dit product beantwoordt aan de Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC.
Voor de VS
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the
FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee
that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or
television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the
interference by one or more of the following measures:
– Reorient or relocate the receiving antenna.
– Increase the separation between the equipment and receiver.
– Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
– Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) This device may not cause harmful interference, and
(2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.
This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
Voor Canada
NOTICE
AVIS
Page 94
R®
602.00.0033RES 404-04 Printed in Belgium FR-7/FR-5 – OM/E
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.