Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland .
Lees voor het gebruik van dit instrument aandachtig de volgende hoofdstukken:
“BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” (Gebruiksaanwijzing p. 2), “HET APPARAAT
VEILIG GEBRUIKEN” (Gebruiksaanwijzing p. 3) en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN”
(Gebruiksaanwijzing p. 4). Deze hoofdstukken geven belangrijke informatie met betrekking
tot het juiste gebruik van dit instrument. Om er zeker van te zijn dat u goed op de hoogte
bent van elke eigenschap, die uw nieuwe instrument te bieden heeft, is het noodzakelijk
om de Snelle Start, de Gebruiksaanwijzing en de Sound/Parameter lijst in zijn geheel door
te lezen. Deze handleidingen dient u goed te bewaren en bij de hand te houden, zodat ze
gemakkelijk te raadplegen zijn.
/
Hoe gebruikt u deze handleiding?
De Fantom-S wordt met drie handleidingen geleverd: de Snelle Start, de Gebruiksaanwijzing en de
Parameter lijst. De handleiding die u nu voor u heeft, bevat een algemene inleiding op de Fantom-S, waarin
de fantastische functies van de Fantom-S in eenvoudige termen worden uitgelegd, zodat de beginnende
gebruiker snel aan de slag kan. We raden u aan om tijdens het lezen van de Snelle Start de beschreven
handelingen ook daadwerkelijk op de Fantom-S uit te voeren. Voor een gedetailleerdere beschrijving en
voor uitleg van geavanceerder gebruik verwijzen we u naar de volledige Gebruiksaanwijzing.
De Sound/Parameter lijst bevat lijsten van Sounds en parameters en informatie over MIDI implementatie
van de Fantom-S. De Gebruiksaanwijzing is op zowel de Fantom-S als de Fantom-S88 van toepassing.
In de handleiding wordt voor beide modellen de term “Fantom-S” gebruikt. Bent u in het bezit van een
Fantom-S88, dan kunt u in plaats van “Fantom-S” “Fantom-S88” lezen.
Aansluiten op een versterker en speakers................................................................................................................. 3
De Fantom-S88 op een standaard plaatsen (voor de Fantom-S88 gebruiker)...................................................... 4
De stroom aanzetten..................................................................................................................................................... 4
Het contrast van het scherm aanpassen (LCD Contrast)............................................................................5
De stroom uitzetten.......................................................................................................................................... 5
De demo song beluisteren .................................................................................................... 6
De geluiden uitproberen........................................................................................................ 7
Met de geluiden spelen ................................................................................................................................................ 7
Per categorie patches selecteren ..................................................................................................................... 8
Patches selecteren per groep........................................................................................................................... 9
Patches beluisteren met frases (Phrase Preview)....................................................................................... 10
De instellingen van een patch wijzigen....................................................................................................... 10
De percussiegeluiden bespelen met de pad (Rhythm Set).................................................................................... 11
De instellingen van een rhythm set veranderen ........................................................................................ 12
Twee of meer patches stapelen (Layer).................................................................................................................... 12
De instellingen van een performance wijzigen.......................................................................................... 13
Het toetsenbord verdelen om als ensemble te spelen (Split)................................................................................ 13
De instellingen van een performance veranderen..................................................................................... 14
Probeer de verschillende speelfuncties ............................................................................ 15
w hand boven de D Beam regelaar bewegen om effecten aan te brengen (D Beam regelaar) ........................ 15
De instellingen van de D Beam regelaar wijzigen..................................................................................... 16
Met behulp van de knoppen en toetsen het geluid in realtime bewerken (Realtime Control) ....................... 17
De instellingen van de Realtime Control knoppen wijzigen ................................................................... 19
De arpeggio instellingen wijzigen................................................................................................................ 21
Ritmes spelen terwijl er een ritmepatroon aan het spelen is ................................................................................ 22
Omschakelen naar een andere Rhythm Group.......................................................................................... 23
Andere speelfuncties .................................................................................................................................................. 25
Hold Pedaal..................................................................................................................................................... 25
Control Pedaal................................................................................................................................................. 26
De RPS functie .............................................................................................................................................................27
Gebruik van Skip Back Sampling om een geslaagd loopje te samplen
(Skip Back Sampling) .......................................................................................................... 29
Een sample aan een pad toewijzen (Assign to Pad)............................................................................................... 30
Een song creëren................................................................................................................. 31
Een song in het interne geheugen wissen (Song Clear)......................................................................................... 32
Een performance selecteren....................................................................................................................................... 33
Een partij selecteren ....................................................................................................................................... 34
Een zanglijn als patch aan een partij toewijzen ......................................................................................................35
De geselecteerde sample als patch aan een partij toewijzen (Assign to Keyboard) .............................36
De drumpartij opnemen............................................................................................................................................. 38
De partij selecteren waarop u gaat opnemen ............................................................................................. 38
De drumpartij spelen en opnemen .............................................................................................................. 39
De baspartij opnemen................................................................................................................................................. 42
De pianopartij opnemen............................................................................................................................................. 43
De zangpartij opnemen .............................................................................................................................................. 44
Mixen op het MIXER scherm..................................................................................................................................... 45
Loop de song................................................................................................................................................... 45
Nauwkeurige aanpassingen maken op het MIXER scherm..................................................................... 46
De effecten.................................................................................................................................................................... 48
De effecten aan-/uitzetten............................................................................................................................. 48
De effect instellingen bewerken ................................................................................................................... 49
Een opgenomen song opslaan................................................................................................................................... 50
2
Voorbereiding
Aansluiten op een versterker en luidsprekers
Omdat de Fantom-S geen versterker of luidsprekers bevat, zult u deze moeten aansluiten op
audio apparatuur: bijvoorbeeld een keyboardversterker, een monitor speakersysteem of een
stereo-installatie. U kunt ook een hoofdtelefoon gebruiken om het geluid van de Fantom-S te
horen.
1.
Zorg voordat u iets gaat aansluiten er eerst voor, dat de stroom van alle
apparaten uit (OFF) staat.
2.
Verbind het ene uiteinde van het meegeleverde stroomsnoer met de Fantom-S
en het andere uiteinde met een stopcontact.
3.
Verbind de Fantom-S met uw versterker/luidspreker systeem, op de hieronder
getoonde manier:
fig.Q-01.e_80
Zet voor het maken van
aansluitingen altijd het volume
zacht en de stroom op alle
apparaten uit, om een defect
en/of beschadiging van de
luidsprekers of andere
apparatuur te voorkomen.
Hoofdtelefoon
naar stopcontact
Mengtafel etc.
Eindversterker.
Gebruik audio snoeren voor het verbinden van audio apparatuur (een versterker of
luidsprekers). Gebruikt u een hoofdtelefoon, sluit deze dan aan op de PHONES jack.
Monitor speakers
(actief)
Om de klank van de Fantom-S
echt te kunnen beleven, raden
we aan om een stereo
versterker/speaker systeem te
gebruiken. Gebruikt u toch een
mono systeem, maak dan een
verbinding met de OUTPUT A
(MIX) jack L (MONO) van de
Fantom-S.
Er worden met de Fantom-S
geen audio snoeren
meegeleverd. U dient zelf voor
deze snoeren te zorgen.
Zie voor een uitleg van het
installeren van het Wave
Expansion Board (los
verkrijgbaar): “Het Wave
Expansion Board installeren”
(gebruiksaanwijzing: p. 203).
3
Voorbereiding
De Fantom-S88 op een standaard plaatsen
(voor de Fantom-S88 gebruiker)
Als u de Fantom-S88 op een standaard wilt plaatsen, dan raden we de Roland KS-17 aan.
Plaats het instrument als volgt op de standaard:
fig.88 stand.e
Plaats de Fantom-S88 zo, dat de “a” van Roland
precies in het midden van de standaard is.
Plaats de Fantom-S88
Rubberen pootjes
van de Fantom-S88
van de standaard
recht bovenop
de standaard
Schroeven
De stroom aanzetten
* Na het aansluiten van alle apparatuur (zie vorige pagina) kunt u de stroom op de
verschillende apparaten in de aangegeven volgorde aanzetten. Als u de apparaten in de
verkeerde volgorde aanzet, riskeert u een defect en/of beschadiging van de luidsprekers
en andere apparatuur.
1.
Controleer, voordat u de stroom van de Fantom gaat aanzetten, de volgende
twee zaken:
• Is alle randapparatuur op de juiste manier aangesloten?
• Staan de volumeregelaars van de Fantom-S en alle aangesloten geluidsapparaten zo zacht
mogelijk?
2.
Zet de POWER ON schakelaar op het achterpaneel van de Fantom-S aan.
fig.Q-02
Midden
Raak tijdens het aanzetten van
de stroom op de Fantom-S het
pitchbendwiel niet aan, om er
voor te zorgen dat het wiel
goed zal functioneren.
Niet aanraken!
4
* Dit apparaat is uitgerust met een beschermingscircuit. Nadat de stroom is aangezet,
duurt het even (een paar seconden), voordat het apparaat normaal functioneert.
3.
Zet de stroom aan op de aangesloten versterkers of luidsprekers.
4.
Speel wat op het toetsenbord van de Fantom-S, waarbij u de volumeregelaar
geleidelijk harder zet; verhoog daarna voorzichtig het volume van de
aangesloten versterker of luidsprekers tot het gewenste niveau.
fig.Q-03
Het contrast van het scherm aanpassen
(LCD Contrast)
Direct na het aanzetten van de stroom op de Fantom-S, of na langdurig gebruik, kan het zijn
dat de tekens op het scherm moeilijk te lezen zijn. De hoek waarmee u naar het scherm kijkt en
de belichting kunnen ook van invloed zijn op de leesbaarheid van het scherm. In een dergelijk
geval kunt u het contrast van het scherm aanpassen door aan de CONTRAST knop (op het
achterpaneel) te draaien.
fig.Q-04
Voorbereiding
Stel het geluidsniveau niet te
hoog in, om beschadiging van
uw versterker/speaker
systeem of uw gehoor te
voorkomen..
De stroom uitzetten
1.
Controleer, voordat u de stroom van de Fantom gaat uitzetten, de volgende
twee zaken:
• Staan de volumeregelaars van de Fantom-S en alle aangesloten geluids apparatuur zo zacht
mogelijk?
• Heeft u uw Fantom-S klanken en andere gecreëerde data opgeslagen?
2.
Zet de stroom op alle aangesloten audio apparatuur uit.
3.
Zet de POWER ON schakelaar van de Fantom-S uit.
5
De demo song beluisteren
b
De Fantom-S beschikt over een demonstratie song (“demo”), die u kunt beluisteren met de
Demo Play functie. In de demo maakt u kennis met de fantastische klanken en effecten van de
Fantom-S.
1.
Druk op [MENU].
Het rolmenu verschijnt op het scherm.
fig.Q-05
2.
Druk op om “Demo Play” te selecteren; druk vervolgens op [ENTER].
Er zijn vier demo songs.
fig.Q-05a
2, 53, 4
3.
Druk op [1 (SONG1)]-[5 (SONG5)] om een demo song af te spelen.
Aan het eind van de song stopt de demo met afspelen.
Als u op [7 (All Songs)] drukt, dan worden alle songs achter elkaar afgespeeld, beginnend met
ewerkingen, die u op een
patch of performance had
aangebracht, gewist.
Alle rechten voorbehouden.
Het zonder toestemming
gebruiken van dit materiaal
voor andere doelen dan privé
gebruik is een schending van
de wet, die hierop van
toepassing is.
Door het afspelen van de demo
wordt er geen data via MIDI
OUT uitgestuurd.
6
De geluiden uitproberen
b
De Fantom-S beschikt over een grote verscheidenheid aan geluiden, opgebouwd uit losse klanken
(“tones”). Deze geluiden noemen we patches. We gaan nu eerst wat patches selecteren, om een idee
te krijgen van de mogelijkheden in geluiden van de Fantom-S.
1.
Druk op [PATCH/RHYTHM]
Het Patch Play scherm verschijnt.
Op de Fantom-S kunt u zowel vanaf het toetsenbord als vanaf de pads patches en rhythm sets
bespelen. Speel wat op het toetsenbord en de pads om het geluid te horen.
Op de Fantom-S bedoelen we met een “part” een gedeelte, waaraan u een patch of rhythm set
kunt toewijzen. De patch mode kent twee parts: het Keyboard part en het Pad part. U kunt
aan elk van deze parts een patch of rhythm set toewijzen.
fig.Q-07.e
Wat is een Patch? Een patch
is de basisinstelling van een
geluid, waarmee u kunt
spelen. Elke patch kan uit
maximaal vier klanken zijn
opgebouwd.
Patch nummer
Patch groep
Patch type
2.
Druk op [1 (Kbd Part)] om het Keyboard part te selecteren.
3.
Druk op [2 (Pad Part)] om het Pad part te selecteren.
fig.Q-07b
4.
Wilt u de patch van het Keyboard part voor een andere patch verwisselen,
druk dan op [1 (Kbd Part)] om de cursor naar het patch nummer te verplaatsen.
Draai vervolgens aan de VALUE draaiknop of gebruik [INC] [DEC].
Als het patch nummer wordt uitgelicht, kunt u een patch selecteren. Als de patch groep wordt
uitgelicht, kunt u een groep selecteren. Op de Fantom-S zijn de patches in vijf groepen ingedeeld:
user, preset, GM, kaart en expansion board. Gebruik om de uitgelichte cursor te
verplaatsen.
5.
Wilt u de patch van het Pad part verwisselen voor een andere patch,
druk dan op [2 (Pad Part)] om de cursor naar het patch nummer te verplaatsen.
Draai vervolgens aan de VALUE draaiknop of gebruik [INC] [DEC].
6.
Om te wisselen tussen het spelen van een patch of een rhythm set, kunt u met
[CURSOR] de cursor naar het patch type verplaatsen en vervolgens met [INC]
[DEC] patch (Patch) of rhythm set (Rhythm) selecteren.
Wat is een Tone? Op de
Fantom-S zijn tones de kleinste
klankeenheden. U kunt een
tone echter niet los bespelen.
De patch is de klank, die kan
worden bespeeld, waarbij de
tones eenheden zijn, waaruit
een patch is opgebouwd.
Meer informatie over de
voorgeprogrammeerde
patches en rhythm sets:
zie de “Patch lijst” en
“Rhythm set lijst”.
De patches en rhythm sets
XP-A-D kunnen alleen worden
geselecteerd als er een Wave
Expansion Board
(los verkrijgbaar) in de
ijbehorende sleuf is
geïnstalleerd.
7
De geluiden uitproberen
7.
Druk op [7] om naar het Patch Play scherm te gaan.
Op dit scherm worden de instellingen van het Keyboard part en het Pad part
tegelijkertijd weergegeven.
U kunt [CURSOR] gebruiken om de cursor naar een parameter te verplaatsen.
Met de VALUE draaiknop of met behulp van [INC] [DEC] kunt u op dit scherm bovendien
een patch type, patch groep of patch nummer selecteren.
fig.Q-07a.e
Patch nummer
Patch groep
Patch type
Keyboard Part
Pad Part
Per categorie patches selecteren
U kunt een bepaalde patch snel vinden door eerst het type patch dat u zoekt te selecteren.
1.
Druk op [PATCH/RHYTHM] om naar het Patch Play scherm te gaan.
2.
Druk op [1 (Kbd Part)] om het Keyboard part te selecteren.
3.
Druk op [3 (Patch List)].
Het Patch List venster verschijnt.
4.
Zorg ervoor dat [6 (Categ)] is aangevinkt (✔).
Op het scherm ziet u een lijst van de patches, ingedeeld per categorie.
fig.Q-09_50
De afbeeldingen van het
scherm in deze handleiding
zijn gebaseerd op de
fabrieksinstellingen.
In sommige gevallen kunnen
de afbeeldingen echter
enigszins afwijken van de
werkelijke fabrieksinstellingen.
Voor meer informatie over
de categoriën, die u kunt
selecteren, zie de
gebruiksaanwijzing (p. 30).
8
5.
Druk op [1 ([AU])] of [2 ([AD])] om een categorie te selecteren.
In het Patch List venster verschijnt een lijst van de patches in de categoriën..
fig.Q-09a_50
6.
Druk op of om een patch te selecteren.
Speel iets op het toetsenbord met de patch om te horen hoe deze klinkt.
7.
Druk op [8 (Select)] om het Patch List venster te sluiten.
Patches selecteren per groep
U kunt een groep patches bekijken, en er hier één uit selecteren.
De geluiden uitproberen
Als u op [7 (Preview)] drukt,
dan hoort u een voorproefje
van het geluid van de
geselecteerde patch in de vorm
van een voorgeprogrammeerd
fragment, dat speciaal geschikt
is voor de betreffende patch
(Phrase Preview functie)
(p. 10).
1.
Druk op [PATCH/RHYTHM] om naar het Patch Play scherm te gaan.
2.
Druk op [1 (Kbd Part)] om het Keyboard part te selecteren.
3.
Druk op [3 (Patch List)].
Het Patch List venster verschijnt in beeld.
4.
Druk op [6 (Categ)] om het aanvinkteken ([CH]) te verwijderen.
In de lijst ziet u de patch groepen.
fig.Q-08_50
5.
Druk op [1 (↑)] of [2 (↓)] om een andere patch groep te selecteren.
6.
Druk op of om een patch te selecteren.
Speel iets op het toetsenbord met de patch om te horen hoe deze klinkt.
Als u op [7 (Preview)] drukt,
dan hoort u een voorproefje
van het geluid van de
geselecteerde patch in de vorm
van een voorgeprogrammeerd
fragment, dat speciaal
geschikt is voor de betreffende
patch (Phrase Preview functie)
(p. 10).
7.
Druk op [8 (Select)] om het Patch List venster te sluiten.
9
De geluiden uitproberen
Patches beluisteren met frases (Phrase Preview)
Op de Fantom-S kunt u een patch van te voren beluisteren in de vorm van een korte
muzikale frase, die speciaal geschikt is voor de betreffende patch.
1.
Ga naar het Patch List venster (p. 8).
fig.Q-08_50
2.
Houd [7 (Preview)] ingedrukt.
U hoort een korte muzikale frase met het geluid van de geselecteerde patch.→
3.
Laat [7 (Preview)] weer los om de preview frase te laten stoppen.
4.
Druk op of om een andere patch te selecteren.
5.
Druk op [EXIT] om het Patch List venster te verlaten.
De instellingen van een patch wijzigen
Een gedetailleerde beschrijving voor het wijzigen van de belangrijkste instellingen van een
patch vindt u op de volgende pagina’s van de gebruiksaanwijzing:
• Veranderen hoe een patch tone klinkt → (gebruiksaanwijzing: p. 46)
• De toonhoogte van een patch tone wijzigen → (gebruiksaanwijzing: p. 49)
• Met gebruik van de filter de helderheid van een patch tone aanpassen
→ (gebruiksaanwijzing: p. 50)
• Het volume van een patch instellen → (gebruiksaanwijzing: p. 53)
• Modulatie aanbrengen op het geluid → (gebruiksaanwijzing: p. 56)
• Effecten aanbrengen op een patch → (gebruiksaanwijzing: p. 175)
• Een door u bewerkte patch opslaan → (gebruiksaanwijzing: p. 42)
Wat is een Tone? Op de
Fantom-S zijn tones de kleinste
klankeenheden. U kunt een
tone echter niet los bespelen.
De patch is de klank, die kan
worden bespeeld, waarbij de
tones eenheden zijn, waaruit
een patch is opgebouwd.
10
De geluiden uitproberen
b
De percussiegeluiden bespelen met een pad
(Rhythm Set)
De Fantom-S beschikt over rhythm sets, die verschillende percussiegeluiden en speciale
effectgeluiden bevatten. Net als een patch kunt u een rhythm set op het keyboard of op een pad
bespelen. In dit gedeelte leggen we uit hoe u met de klanken in een rhythm set kunt spelen.
1.
Druk op [PATCH/RHYTHM] om naar het Patch Play scherm te gaan.
2.
Druk op [2 (Pad Part)] om een Pad part te selecteren.
Zorg ervoor dat er een rhythm set aan een Pad part is toegewezen.
Als er geen rhythm set is toegewezen, kunt u met [CURSOR] de cursor naar het patch type
verplaatsen; vervolgens kunt u met [DEC] “Patch” veranderen in “Rhythm”.
Gebruik [CURSOR] om de cursor te verplaatsen naar de rhythm set groep of het rhythm set
nummer. Vervolgens kunt u door aan de VALUE draaiknop te draaien of met gebruik van
[INC] [DEC] een keuze maken.
fig.Q-12.e
Door op [7] te drukken,
kunt u naar het Patch Play
scherm gaan.
Rhythm set groep
Patch type
3.
Speel wat op de pads om de percussiegeluiden te horen.
4.
Druk op verschillende pads om met de verschillende percussiegeluiden in de
rhythm set te spelen.
5.
Door aan de VALUE draaiknop te draaien of op [INC/DEC] te drukken,
kunt u een andere rhythm set selecteren.
Als de rhythm set groep is uitgelicht, kunt u een nieuwe rhythm set groep selecteren.
Druk op om de cursor te verplaatsen, draai aan de VALUE draaiknop of druk op [DEC/INC].
Als het rhythm set nummer is uitgelicht, kunt u een rhythm set selecteren. Als de rhythm set
groep is uitgelicht, kunt u een groep selecteren. Op de Fantom-S zijn de rhythm sets in vijf
groepen ingedeeld: User, Preset, GM, Card en Expansion Board.
Gebruik. om de cursor te verplaatsen.
* U kunt ook een patch toewijzen aan een Pad part. U kunt wisselen tussen het spelen van een
patch of een rhythm set door met [CURSOR] naar het patch type te verplaatsen.
Vervolgens kunt u door aan de VALUE draaiknop draaien of door op [INC] [DEC]
te drukken, kiezen tussen patch (Patch) of rhythm set (Rhythm).
Rhythm set naam/nummer
Percussiegeluiden spelen op het toetsenbord
1. Druk vanuit het Patch Play scherm op [1 (Kbd Part)] om het Keyboard part
te selecteren.
2. Gebruik [CURSOR] om de cursor naar “Patch” te verplaatsen.
3. Draai aan de VALUE draaiknop, of druk op [INC], om “Rhythm” te
selecteren.
Speel wat op het toetsenbord. U hoort verschillende percussiegeluiden, afhankelijk van de
gespeelde noot.
Meer informatie over de
voorgeprogrammeerde
rhythm sets vindt u in de
“Rhythm Set lijst”
(Parameter lijst).
De rhythm sets XP-A-D
kunnen alleen worden
geselecteerd als er een Wave
Expansion Board (los
verkrijgbaar) in de
ijbehorende sleuf is
geïnstalleerd (zie
gebruiksaanwijzing: p. 203).
11
De geluiden uitproberen
b
De instellingen van een rhythm set veranderen
Een gedetailleerde beschrijving voor het wijzigen van de belangrijkste instellingen van een
patch vindt u op de volgende pagina’s van de gebruiksaanwijzing:
• Veranderen hoe een rhythm tone klinkt → (gebruiksaanwijzing: p. 70)
• De toonhoogte van een rhythm tone wijzigen → (gebruiksaanwijzing: p. 71)
• Met gebruik van een filter de helderheid van een rhythm tone aanpassen
→ (gebruiksaanwijzing: p. 72)
• Het volume van een rhythm set instellen → (gebruiksaanwijzing: p. 73)
• Effecten aanbrengen op een rhythm set → (gebruiksaanwijzing: p. 184)
• Een door u bewerkte rhythm set opslaan → (gebruiksaanwijzing: p. 66)
Twee of meer patches stapelen (Layer)
Als u met meerdere patches of rhythm sets tegelijkertijd wilt kunnen spelen, dan gebruikt u
hiervoor een performance. In de Performance mode kunt u met in totaal zestien verschillende
patches of rhythm sets tegelijkertijd spelen. Een performance, waarin er twee of meer patches
tegelijkertijd klinken, noemen we een layer.
We selecteren nu Performance “PRST: 61 Piano&Str”, waarin twee patches zijn gestapeld.
1.
Druk op [LAYER/SPLIT].
Het Performance Layer scherm verschijnt.
fig.Q-13.e
Wat is een Rhythm Tone?
Wat is een Rhythm Tone? Op
de Fantom-S zijn rhythm tones
de kleinste klankeenheden.
U kunt een tone echter niet los
espelen. De rhythm set is de
klank, waarmee kan worden
gespeeld, waarbij de tones de
eenheden zijn, waaruit een
rhythm set is opgebouwd.
Performance nummer
Performance groep
2.
Druk op [CURSOR] om de cursor naar de performance groep te verplaatsen.
3.
Draai aan de VALUE draaiknop of gebruik [DEC]/[INC], om “PRST” te
selecteren.
4.
Druk op om de cursor naar het performance nummer te verplaatsen.
5.
Draai aan de VALUE draaiknop of gebruik [DEC]/[INC], om “61” te selecteren.
Performance “PRST: 61 Piano&Str” is nu geselecteerd.
fig.Q-14.e
Toetsenbereik
De partijen, waarbij op het scherm ”KBD” is aangevinkt (✔), zijn de hoorbare partijen.
De partij die met is aangegeven, is de partij die op dit moment is geselecteerd.
Deze geselecteerde partij klinkt altijd, ongeacht de instelling van de keyboard schakelaar.
De balk boven het toetsenbord van een partij geeft aan in welk bereik het geluid zal klinken.
Wat is een Performance?
In een performance is aan elk
van de 16 partijen een patch of
rhythm set toegewezen. Het
maximale aantal geluiden in een
performance is 16. Een Fantom-S
performance heeft twee
schermen: het Layer scherm
(druk op [LAYER/SPLIT]) en
het Mixer scherm (druk op
[MIXER]). Gebruik het Layer
scherm als u twee of meer
patches wilt stapelen (Layer) of
als u verschillende patches in
verschillende gedeelten van het
toetsenbord wilt gebruiken
(Split). Gebruik het Mixer
scherm als u wilt “mixen”.
U kunt de instellingen van
pan en volume van elk van de
zestien partijen individueel
aanpassen.
Net als patches en rhythm sets
zijn ook performances in
groepen ingedeeld. Er zijn drie
performance groepen:
User, Preset en Memory Card.
12
De geluiden uitproberen
6.
Speel op het toetsenbord.
De twee patches, die aan partij 1 en 2 zijn toegewezen, klinken tegelijkertijd. Als u bij één van
de parts “KBD” uitvinkt, zal deze partij daarna niet meer klinken.
Gebruik [CURSOR] om de cursor naar “KBD” te verplaatsen, druk op [DEC] om het
aanvinkteken voor “KBD” te verwijderen, en verplaats de cursor weer weg van de partij; het
geluid van deze partij is nu niet meer te horen.
Gebruik [CURSOR] om de naar partij 1 of partij 2 te verplaatsen. Speel nu één van de
partijen apart om te horen welke klanken op elkaar zijn gestapeld.
De instellingen van een performance wijzigen
Een gedetailleerde beschrijving voor het wijzigen van de belangrijkste instellingen van een
performance vindt u op de volgende pagina’s van de gebruiksaanwijzing:
• Selecteren van de hoorbare partijen → (gebruiksaanwijzing: p. 79)
• Een andere patch aan een partij toewijzen → (gebruiksaanwijzing: p. 79)
• Volume/pan/toonhoogte instellen → (gebruiksaanwijzing: p. 85)
• Effecten aanbrengen op een performance → (gebruiksaanwijzing: p. 178)
• Een door u bewerkte performance opslaan → (gebruiksaanwijzing: p. 96)
Het toetsenbord verdelen om als ensemble te spelen (Split)
Een performance, waarin verschillende patches in verschillende gedeelten van het toetsenbord
klinken, noemen we een split. Een split performance is eigenlijk een soort layer, waarbij elk
geluid aan een bepaald gedeelte van het toetsenbord is toegewezen.
We gaan nu de performance “PRST: 62 Ensemble Pfm” selecteren. In deze performance is het
bereik van het toetsenbord over de verschillende partijen verdeeld. Verder worden hierin de
arpeggiator en rhythm sets gebruikt om een gitaar/drums ensemble te creëren.
1.
Druk op [LAYER/SPLIT] om de performance “PRST: 62 Ensemble Pfm” te
selecteren (p. 12).
fig.Q-15.e
Toetsenbereik van de partij
In deze performance is het toetsenbereik van de partijen als volgt:
Part1: C2-B3 (begeleidingspartij)
Part2: F6-C7 (drumpartij)
Part3: C4-E6 (solopartij)
fig.Q-05-09.e
In de Performance mode kan de
arpeggiator aan een partij
worden toegewezen. U kunt de
arpeggiator als volgt aan een
partij toewijzen: druk op
ARPEGGIO/RHYTHM
[SELECT/EDIT]/[3 (Arp)] om
naar het Arpeggiator scherm te
gaan. Vink vervolgens de
“Arp Part” instelling aan.
Druk op [EXIT] om naar het
voorafgaande scherm terug
te keren.
Part 1: begeleidingspartij
De arpeggiator is aan partij 1 toegewezen. De ritmepatronen zijn aan partij 2 toegewezen.
U valt misschien op dat er “PAD” staat onder het partijnummer; dit betekent dat deze partij
klinkt als u op de pads speelt.
Part 3: solopartij
Part 2: drumpartij
13
De geluiden uitproberen
2.
We gaan nu eerst ritmepatronen voor de drumpartij gebruiken. Druk op
ARPEGGIO/RHYTHM [ON/OFF], links van het beeldscherm, zodat het lampje
van de knop gaat branden.
Aan pad 1-8 zijn rhythm tones toegewezen, terwijl aan pad 9-16 ritmepatroon nummers zijn
toegewezen.
fig.Q-15a.e
Part 1: begeleidingspartij
3.
Druk op één van de pads 9-16, waaraan een ritmepatroon nummer is
toegewezen.
De kracht, waarmee u een pad aanslaat, is van invloed op de dynamiek (velocity) van het
geluid. U hoort het ritmepatroon dat aan de pad is toegewezen.
Part 3: solopartij
Op de Fantom-S wordt een set
met ritmepatroon nummers of
percussiegeluid geluiden, die aan
de zestien pads zijn toegewezen,
opgeslagen als een RhythmGroup (p. 22).
Ritmepatroon nummer
Rhythm Tone
Part 2: ritmepartij
4.
Nu gaan we de arpeggiator gebruiken voor de begeleidingspartij.
Controleer of de ARPEGGIO/RHYTHM [ON/OFF] knop oplicht, en druk
vervolgens op een noot in het toetsenbereik van partij 1 (C2-B3).
De balk boven het toetsenbord van partij 1 geeft aan in welk toetsenbereik de noten zullen
klinken. Houd in het aangegeven gebied een akkoord ingedrukt. Er begint nu een getokkelde
gitaarbegeleiding te spelen, in overeenstemming met het akkoord dat u indrukt.
5.
Tot slot gaan we nu een gitaarsolo spelen over de drumpartij en de
begeleidingspartij die op dit moment klinken.
De gitaarsolopartij heeft het toetsenbereik van partij 3 (C4-E6). De balk op het scherm geeft aan
in welk gebied u de solo kunt spelen.
6.
U kunt het ritmepatroon en de arpeggiator laten stoppen door op [ON/OFF]
te drukken. Het lampje van de knop gaat dan uit.
En, hoe ging het? U merkt nu hoe eenvoudig het is om op deze manier in je eentje als ensemble
te spelen–door het toetsenbereik van elke partij aan te geven (zoals in de hierboven
geselecteerde performance) en met gebruik van ritmepatronen en de arpeggiator.
De instellingen van een performance veranderen
Een gedetailleerde beschrijving voor het wijzigen van de belangrijkste instellingen van een
performance vindt u op de volgende pagina’s van de gebruiksaanwijzing:
• De instellingen van de arpeggiator veranderen → (gebruiksaanwijzing: p. 105)
• De instellingen van een ritmepatroon veranderen → (gebruiksaanwijzing: p. 113)
• Het toetsenbereik aanpassen → (gebruiksaanwijzing: p. 80)
• Aangeven welke partijen zullen klinken → (gebruiksaanwijzing: p. 79)
• Een andere patch aan een partij toewijzen → (gebruiksaanwijzing: p. 79)
• Volume/pan/toonhoogte aanpassen → (gebruiksaanwijzing: p. 85)
• Effecten aanbrengen op een performance → (gebruiksaanwijzing: p. 178)
• Een door u bewerkte performance opslaan → (gebruiksaanwijzing: p. 96)
Als u op ARPEGGIO/
RHYTHM [HOLD] drukt,
(waardoor het lampje op de
knop gaat branden), dan zal
het ritmepatroon of de
arpeggiator blijven spelen
als u de toetsen loslaat
(de Hold functie).
U kunt het afspelen ook laten
stoppen door op de brandende
pad te drukken.
14
Probeer de verschillende speelfuncties
b
De Fantom-S is met verschillende speelfuncties uitgerust, die uw muzikale expressiviteit op
een hoger plan zullen brengen. Onder deze functies bevinden zich de D Beam regelaar en de
Arpeggio functie. Probeer eens enkele van de speelfuncties van de Fantom-S.
Uw hand boven de D Beam regelaar
bewegen om effecten te starten
(D Beam regelaar)
Door uw had boven de D Beam regelaar op het bedieningspaneel van de Fantom-S te bewegen
kunt u verschillende effecten aan de huidige geselecteerde patch toevoegen.
We gaan nu een patch selecteren, die gebruik maakt van de D Beam regelaar, en deze
vervolgens uitproberen.
1.
Druk op [PATCH/RHYTHM] om naar het Patch Play scherm te gaan.
2.
Druk op [1 (Kbd Part) om de patch “PR-E: 032 SynthForce” te selecteren (p. 7).
3.
Druk op [7] om het Patch Play scherm om te schakelen.
fig.Q-17.e
D Beam regelaar staat AAN
voor het Keyboard part
D Beam regelaar staat UIT
voor het Keyboard part
Volgens de fabrieksinstellingen is “Breath” aan de D Beam regelaar toegewezen.
4.
Is het D BEAM [ASSIGNABLE] lampje uit, druk dan op [ASSIGNABLE],
zodat het lampje aangaat.
fig.Q-18
De D Beam regelaar is nu actief.
5.
Beweeg uw hand langzaam op en neer boven de D Beam regelaar,
terwijl u speelt op het toetsenbord.
fig.Q-19
Als de D Beam regelaar
reageert, dan gaat de
[ASSIGNABLE] knop
knipperen. Als u buiten het
ereik van de D Beam regelaar
komt, stopt de [ASSIGNABLE]
knop met knipperen en brandt
deze aan één stuk.
6.
U kunt de D Beam regelaar uitzetten door nogmaals op [ASSIGNABLE] te
drukken, zodat het lampje uitgaat.
15
Probeer de verschillende speelfuncties
De instellingen van de D Beam regelaar wijzigen
Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op D BEAM [ASSIGNABLE].
1.
Het D Beam Assignable scherm verschijnt.
fig.Q-20
In dit venster kunt u de instellingen van de D Beam regelaar wijzigen.
We gaan nu een paar D Beam functies veranderen.
2.
Druk op [CURSOR] om de cursor naar “Type” te verplaatsen.
Draai vervolgens aan de VALUE draaiknop.
U kunt bijvoorbeeld “Bend Up” instellen. Als u dan op [ASSIGNABLE] drukt, dan zal de
toonhoogte omhooggaan als u tijdens het spelen uw hand in de buurt van de D Beam regelaar
beweegt.
3.
Druk op [EXIT] als u met de instelling klaar bent.
Verdere informatie over het
gebruik van de D Beam
regelaar: zie “Het geluid in
realtime bewerken”
(gebruiksaanwijzing:
p. 34, p. 98).
16
Probeer de verschillende speelfuncties
Met behulp van de knoppen en toetsen het
geluid in realtime bewerken (Realtime Control)
Met de REALTIME CONTROL knop en ASSIGNABLE schakelaars kunt u tijdens het spelen de
verschillende daaraan toegewezen functies bedienen.
We selecteren nu patch “PR-E: 031 ShapeURMusic” om de realtime regelaars uit te proberen.
1.
Druk op [PATCH/RHYTHM] om naar het Patch Play scherm te gaan.
2.
Druk op [1 (Kbd Part) om de patch “PR-E: 031 ShapeURMusic”
te selecteren (p. 7).
3.
Druk op [7] om het Patch Play scherm om te schakelen.
fig.Q-22.e
Toestand van de regelaars
De regelaar is van
toepassing op het part,
waarbij deze is
weergegeven.
4.
De parameter, die verandert door bediening van de realtime regelaar,
is onderaan het scherm weergegeven.
fig.Q-knob01.e
REALTIME CONTROL knop
ASSIGNABLE schakelaar
Parameters die veranderen, als u aan een Realtime Control knop draait
Parameters die veranderen, als u een Assignable schakelaar indrukt
17
Probeer de verschillende speelfuncties
5.
U kunt de functie van de knoppen selecteren, door te drukken op de knop die
zich rechts van de Realtime Control knoppen bevindt. De weergave van de
parameters onderin het scherm verandert hierdoor ook. In dit voorbeeld gaan
we er eerst voor zorgen, dat het FILTER/ENV lampje brandt.
fig.Q-knob02
• Als het FILTER/ENV lampje brandt
Door aan de knoppen te draaien, kunt u Cutoff, Resonance, Attack en Release bedienen.
• Als het ARP/RHY lampje brandt
Door aan de knoppen te draaien, kunt u de arpeggio parameters Range en Accent en de ritme
parameters Accent Rate en Tempo bedienen.
• Als het ASSIGNABLE lampje brandt
Door aan de knoppen te draaien, kunt u de toegewezen parameters bedienen. U kunt de
parameters naar eigen keuze toewijzen.
* Als er geen lampje brandt, kunt u door aan de knoppen te draaien geen parameters bedienen.
6.
Speel wat op het toetsenbord, en gebruik daarbij de REALTIME CONTROL
knoppen en de ASSIGNABLE schakelaars. Draai bijvoorbeeld aan één van de
knoppen.
Als u de uiterst linkse knop met de klok meedraait, zal de filter worden geopend, waardoor het
geluid helderder wordt.
fig.Q-22a
7.
Probeer ook de andere knoppen en schakelaars om te horen wat het effect is.
18
Probeer de verschillende speelfuncties
De instellingen van de Realtime Control knoppen
wijzigen
Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op de ASSIGNABLE schakelaar of op de
1.
knop, die zich rechts van de REALTIME CONTROL knoppen bevindt.
Het Assignable Knob of Assignable Switch venster verschijnt nu.
fig.Q-23
In deze vensters kunt u instellen, welke parameters er door de REALTIME CONTROL
knoppen of de ASSIGNABLE schakelaars worden bediend.
2.
Draai aan de VALUE draaiknop om verschillende functies toe te wijzen.
Speel wat op het toetsenbord, nadat u een parameter heeft geselecteerd; draai daarbij aan de
bijbehorende Realtime Control knop of druk op de bijbehorende Assignable schakelaar.
Luister naar de invloed van de regelaar op het geluid.
3.
Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren.
Meer informatie over het
gebruik van de Realtime
Control knoppen: zie “Het
geluid in realtime bewerken”
(gebruiksaanwijzing:
p. 33, p. 98).
19
Probeer de verschillende speelfuncties
b
Arpeggio’s spelen
(Arpeggio/Rhythm functie)
U kunt eenvoudig een gebroken akkoord (arpeggio) creëren, door alleen een akkoord aan te
slaan op het toetsenbord.
Als u bijvoorbeeld de toetsen van een C majeur akkoord indrukt, produceert de Fantom-S
het gebroken akkoord als volgt: C → E → G → C → E → G → C...
fig.Q-24
C3E3G3
C3
1.
Druk op [PATCH/RHYTHM] om naar het Patch Play scherm te gaan.
Druk vervolgens op [1 (Kbd Part)] om patch “PR-A: 001 So True...” te selecteren (p. 7).
fig.Q-25_50
2.
Druk op ARPEGGIO/RHYTHM [ON/OFF], zodat het lampje gaat branden.
fig.Q-26
C3
E3G3E3E3
C3G3
Een lijst van de arpeggio stijlen
vindt u in de Parameter lijst,
ij “Arpeggio stijlen”.
De Arpeggio functie staat nu aan.
3.
Speel een akkoord op het toetsenbord.
De Fantom-S speelt nu de noten van het akkoord als een arpeggio.
Als u de ARPEGGIO/RHYTHM [HOLD] knop ingedrukt houdt, zodat het lampje brandt,
dan blijft de arpeggio spelen als u het akkoord loslaat.
4.
U kunt de arpeggio beëindigen door weer op ARPEGGIO/RHYTHM [ON/OFF]
te drukken, zodat het lampje uitgaat.
20
De arpeggio instellingen wijzigen
Druk op ARPEGGIO/RHYTHM [SELECT/EDIT]
1.
Druk vervolgens op [3 (Arp)].
Het Arpeggiator scherm verschijnt nu.
fig.Q-27
In dit scherm kunt u verschillende arpeggio instellingen wijzigen.
2.
Druk op of om een parameter te selecteren. Draai vervolgens aan
de VALUE draaiknop om de instellingen van de verschillende parameters
te wijzigen.
Deze instellingen bepalen hoe de arpeggiator de noten afspeelt.
Een andere arpeggio stijl selecteren
U kunt naar een andere arpeggio omschakelen door de cursor naar “Style” te verplaatsen,
en met de VALUE draaiknop een ander nummer te selecteren.
3.
Druk op [EXIT] om het Arpeggio venster te sluiten.
Probeer de verschillende speelfuncties
Bij de arpeggio instellingen is
vooral “Style” (Arpeggio Style)
erg belangrijk. Het afspeelpatroon van de arpeggio wordt
voornamelijk bepaald door de
hier geselecteerde waarde. Voor
meer informatie, zie: “Arpeggio
instellingen (Arpeggio)”
(gebruiksaanwijzing: p. 107).
De Chord Memory functie gebruiken met de Arpeggio functie
Chord Memory is een functie, die een bepaald akkoord laat horen als u één enkele toets
indrukt. U kunt bijvoorbeeld de opbouw van het akkoord met de noten “C”, “E” en “G”
onthouden, zodat het akkoord “C-E-G” klinkt als u de C toets indrukt.
Als de arpeggiator aanstaat, kunt u een akkoordopbouw oproepen, zodat u gemakkelijk
complexe arpeggioklanken kunt produceren.
Druk op ARPEGGIO/RHYTHM [CHORD MEMORY], zodat het lampje gaat branden.
De Chord Memory functie staat dan aan.
Wilt u gedetailleerdere
instellingen maken, druk dan
op [EDIT]. Voor meer
informatie, zie p. 105 van de
gebruiksaanwijzing.
In de Performance mode
kunnen de instellingen van de
Arpeggio/Rhythm functie
voor elke individuele
performance als performance
instelling worden opgeslagen.
Op deze manier kunt u een
performance aanmaken met de
gewenste arpeggio
instellingen. Bovendien kunt u
op de Fantom-S, als u de
sequencer gebruikt, tijdens het
opnemen de Arpeggio functie
voor het uitvoeren van bas- of
andere partijen inzetten
(p. 42).
21
Probeer de verschillende speelfuncties
Ritmes spelen, terwijl er een ritmepatroon
aan het spelen is
De Fantom-S bevat verschillende ritmepatronen. U kunt een ritmepatroon eenvoudig
aanzetten door op een bepaalde toets of pad te drukken. U kunt ook gebruik maken van een
Rhythm Group, waarin ritmepatronen, percussiegeluiden uit de rhythm set en fill-ins aan de
pads zijn toegewezen. We gaan nu bekijken, hoe we zo’n Rhythm Group, voor het spelen van
extra ritmegeluiden kunnen gebruiken, terwijl er al een ritmepatroon aan het spelen is.
1.
Zorg er eerst voor, dat er een rhythm set aan een pad part is toegewezen (p. 11).
Is er nog geen rhythm set toegewezen, gebruik dan [CURSOR] om naar het patch type te
verplaatsen en druk vervolgens op [DEC] om “Patch” om te schakelen naar “Rhythm”.
Gebruik dan [CURSOR] om naar rhythm set groep of rhythm set nummer te verplaatsen.
Gebruik vervolgens de VALUE draaiknop of [INC] [DEC] om een selectie te maken.
2.
Druk op ARPEGGIO/RHYTHM [ON/OFF]
Pad 9-16 gaan nu uit. U kunt nu ritme spelen.
fig.Q-28
In een Rhythm Group zijn de ritmepatroon nummers en percussiegeluiden (rhythm tones)
als volgt aan de pads toegewezen:
fig.Q-30.e
Ritmepatroon nummer
Ritme toon
3.
Druk op een pad (9-16), waaraan een ritmepatroon nummer is toegewezen.
De kracht, waarmee u op de pad drukt, is van invloed op de dynamiek (velocity) van het
geluid. U hoort het ritmepatroon, dat aan de pad is toegewezen.
4.
Probeer nu om met het patroon dat u hoort, een eigen ritmepartij
mee te spelen.
Met Pad 1-8 kunt u percussiegeluiden spelen.
5.
U kunt het ritme beëindigen door weer op ARPEGGIO/RHYTHM [ON/OFF] te
drukken, zodat het lampje uitgaat.
U kunt het afspelen ook
stoppen door op de
knipperende pad te drukken.
Zie voor meer informatie over
het gebruik van de arpeggio:
“Ritmes spelen (Arpegio/
Rhythm functie)”
(gebruiksaanwijzing: p. 104)
en “Ritme spelen”
(gebruiksaanwijzing: p. 112).
22
Omschakelen naar een andere Rhythm Group
1.
Druk op ARPEGGIO/RHYTHM [SETUP/EDIT], en druk vervolgens op
[1 (Rhythm Group)].
Het Rhythm Group venster verschijnt.
fig.Q-30a_50
2.
Gebruik om “Rhythm Group” te selecteren. Draai vervolgens aan de
VALUE draaiknop om de waarde te veranderen.
3.
Controleer of het lampje van ARPEGGIO/RHYTHM [ON/OFF] brandt.
U kunt nu met de pads een ritme spelen.
Probeer de verschillende speelfuncties
De instellingen van een Rhtyhm Group wijzigen
1.
Druk op ARPEGGIO/RHYTHM [SELECT/EDIT].
2.
Druk op [1 (Rhythm Group)], en vervolgens op [EDIT].
Het Rhythm Group Edit venster verschijnt.
fig.Q-31
In dit venster kunt u verschillende instellingen van een Rhythm Group veranderen, zoals het
toewijzen van een ritmepatroon nummer of percussiegeluid aan een pad.
3.
Gebruik [CURSOR] en de VALUE draaiknop om de parameters te veranderen.
In dit venster kunt u de volgende instellingen van een Rhythm Group veranderen:
• Pad
Selecteer de pad (1-16), dat u wilt instellen. U kunt een pad ook direct selecteren door er
op te drukken.
• Pad Mode
Geeft aan of er een percussiegeluid (Note) of ritmepatroon (Pattern) aan de pad zal worden
toegewezen.
• Pad Note
Als Pad Mode op “Note” staat, dan kunt u hier het nootnummer (C-1–G9) aangeven, dat
hoorbaar wordt als u op de pad drukt.
• Pad Velocity
Geeft de geluidssterkte (REAL, 1–127) aan, die te horen zal zijn, als de pad wordt ingedrukt.
Als deze instelling op “REAL” staat, dan kunt u zelf dynamiek aanbrengen met de kracht,
waarmee u op de pad drukt.
23
Probeer de verschillende speelfuncties
• Rhythm Pattern Number
Als Pad Mode op “Pattern” staat, dan kunt u hier het ritmepatroon nummer aangeven,
dat hoorbaar wordt als u op de pad drukt.
• Rhythm Pattern Velocity
Als Pad Mode op “Pattern” staat, dan geeft dit de geluidssterkte (REAL, 1–127) aan, die te
horen zal zijn, als de pad wordt ingedrukt. Als deze instelling op “REAL” staat, dan kunt u zelf
dynamiek aanbrengen met de kracht, waarmee u op de pad drukt.
4.
Druk op [7 (Exit)] om het Rhythm Group Edit venster te sluiten.
5.
Druk op [EXIT] om het Rhythm Group venster te sluiten.
Zie voor meer informatie over
het gebruik van Rhythm
Groups: “Ritme spelen”
(gebruiksaanwijzing: p. 112).
U kunt de instellingen van een
ritmepatroon ook wijzigen.
Zie voor meer informatie:
“Ritmepatroon instellingen”
(gebruiksaanwijzing: p. 113).
De Rhythm Group instellingen
kunnen in elke performance
onafhankelijk worden
opgeslagen. U kunt een
performance creëren met de
gekozen Rhythm Group
instellingen. Als u met de
sequencer een song gaat
maken, dan kunt u de
drumpartij met behulp van
een Rhythm Group spelen.
24
Andere speelfuncties
Velocity/Aftertouch
De kracht, waarmee u het toetsenbord bespeelt, oftewel de “velocity” waarmee u speelt,
kan van invloed zijn op het volume en de klankkleur van het geluid. Ook aftertouch–de naar
beneden gerichte druk, die u uitoefent op een toets, nadat u deze heeft ingedrukt–kan de klank
beïnvloeden..
fig.Q-32
Pitch bend/modulatie wiel
Speel wat op het toetsenbord en beweeg het wiel naar links; de toonhoogte van de
geselecteerde patch wordt dan verlaagd. Als u het wiel naar rechts beweegt, wordt de
toonhoogte verhoogd. Dit verschijnsel noemen we pitch bend. Door het wiel (voorzichtig)
naar voren te duwen, kunt u aan het geluid vibrato toevoegen. Dit noemen we modulatie.
Als u het wiel tegelijkertijd naar voren en naar rechts of links beweegt, worden de beide
effecten samen aangebracht.
fig.Q-33.e
Probeer de verschillende speelfuncties
Octave Shift (Oct)
In het Patch Play, Performance en Performance Mixer scherm kunt u de toonhoogte van het
toetsenbord in stappen van een octaaf transponeren, in een bereik van +/- 3 octaven.
U doet dit met behulp van de waarde van de Octave Shift parameter.
Gebruik KEY EFFECT [-OCT] of [+OCT], links van het scherm om de gewenste waarde
in te stellen.
Druk tegelijkertijd op beide knoppen om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling.
Hold Pedaal
Op de PEDAL HOLD jack op het achterpaneel kunt u een optionele pedaalschakelaar
(uit de DP serie) aansluiten. Door dit pedaal in te drukken, kunt u noten aanhouden (“hold”),
terwijl u de toetsen al heeft losgelaten.
fig.Q-36
ModulatiePitch Bend
25
Probeer de verschillende speelfuncties
b
Control Pedaal
Op de PEDAL CONTROL jack op het achterpaneel kunt u een optioneel expressiepedaal
(de EV-5, etc.) aansluiten. Met dit pedaal kunt u vervolgens het volume of de klankkleur
van het gespeelde geluid regelen.
fig.Q-37
Roland
Transpose (Trans)
In het Patch Play, Performance en Performance Mixer scherm kunt u de toonhoogte van het
toetsenbord in eenheden van een halve toon transponeren, in het bereik van G-F# (-5– +6 halve
tonen). U doet dit met behulp van de waarde van de Transpose parameter.
Druk op [CURSOR] om naar “Trans” te verplaatsen, bovenin het scherm; draai vervolgens aan
de VALUE draaiknop of druk op [INC] [DEC] om de instelling te veranderen.
fig.Q-34
Hoe het geluid door bediening
van het pedaal wordt
veranderd, hangt af van de
instellingen. Zie voor meer
informatie over de instellingen
van de parameters, die door
het pedaal worden geregeld:
“De control pedaal instellingen
maken” (gebruiksaanwijzing:
p. 102).
Gebruik uitsluitend het
aangegeven expressiepedaal
(EV-5; los verkrijgbaar). Door
aansluiting van een ander
expressiepedaal kunt u
mogelijk een defect of
eschadiging van het apparaat
veroorzaken.
Zie voor meer informatie: “Het
toetsenbord in octaafsprongen
transponeren (Octave Shift)”
(gebruiksaanwijzing: p. 32).
26
De RPS functie
Met de RPS (Realtime Phrase Sequence) functie kunt u naar eigen inzicht eenstemmige
patronen aan het toetsenbord toewijzen, en deze met een druk op een toets of pad afspelen.
Deze functie kan zeer nuttig zijn in live situaties, vooral omdat u hiermee verschillende
patronen kunt afspelen door op verschillende toetsen of pads te drukken.
fig.Q-12-01.e
Song
Phrase track 2
Phrase track 1
Pattern track
Pattern
1
Pattern
2
Phrase track 16
Phrase track 15
Pattern99Pattern
100
Probeer de verschillende speelfuncties
De RPS functie werkt in drie stappen:
1. Creëer een patroon (d.w.z. neem op in een patroon).
2. Wijs het patroon toe aan een noot op het toetsenbord of aan een pad.
3. Zet de RPS knop aan, en druk op de toets of pad waaraan u het patroon
heeft toegewezen.
Als voorbeeld gaan we nu kijken, hoe een frase die in patroon 1 is opgenomen met een pad of
toets kan worden afgespeeld.
Creëer het patroon
1.
Druk op [PATCH/RHYTHM] om naar het Patch Play scherm te gaan.
2.
Druk op [1 (Kbd Part)] om het Keyboard part te selecteren.
3.
Druk op [SEQUENCER] om naar het Song Play scherm te gaan.
Druk vervolgens op [2 (Ptn)] om een aanvinkteken in te vullen [CH].
Het scherm schakelt nu om naar het Pattern Play scherm.
4.
Druk op [REC].
Het Realtime Rec Standby scherm verschijnt.
fig.Q-38
4
3
5.
Zorg ervoor dat de cursor zich bij “Rec Track” bevindt. Draai vervolgens aan
de VALUE draaiknop om “PTN001” te selecteren.
Nu kunnen we een frase in patroon 1 opnemen.
6.
Druk op [8 (Start)].
Na aftellen van één maat begint de opname. Speel een frase op het toetsenbord.
7.
Druk op [STOP] om de opname te stoppen.
Nu is er een frase opgenomen in patroon 1. Druk op [RESET] om terug te keren naar het begin,
en druk op [PLAY] om het patroon te beluisteren.
8.
Druk op [SEQUENCER]. Druk in het Pattern Play scherm dat nu verschijnt op
[2 (Ptn)] om het aanvinkteken te verwijderen.
In dit voorbeeld is de frase met
de hand gespeeld en in
realtime (“live”) opgenomen.
Zie voor meer informatie over
opnamemethoden:
“Songs opnemen”
(gebruiksaanwijzing: p. 141).
27
Probeer de verschillende speelfuncties
Het patroon toewijzen aan een toets of pad
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [RPS].
Het RPS Setup scherm verschijnt nu.
fig.Q-40
2.
Wilt u het patroon met een pad afspelen, druk dan op de pad waaraan u het
patroon wilt toewijzen. Wilt u het patroon met een toets afspelen, druk dan op
de toets waaraan u het patroon wilt toewijzen.
De cursor verplaatst zich naar “Pattern”.
3.
Draai aan de VALUE draaiknop om “PTN001” te selecteren.
Met deze instelling zal de toets of pad, die u bij stap 2 selecteerde, het eerder opgenomen
patroon 1 afspelen.
4.
Druk op [7 (RPS Sw)] om de RPS functie aan te zetten.
De RPS knop, links van het scherm, gaat nu branden.
fig.Q-41
5.
Druk op [8 (Exit)] om naar het vorige scherm terug te gaan.
Hiermee is de voorbereiding afgerond.
Gebruik van de RPS functie
1.
Druk op de toets of pad die u bij stap 2 van “Het patroon toewijzen aan een
toets of pad” heeft geselecteerd.
Als u de toets of pad indrukt, wordt het patroon één keer afgespeeld.
Een ingewikkelde, moeilijk te spelen frase kunt u aan een toets of pad toewijzen, waardoor u
deze tijdens een optreden met één vinger kunt reproduceren.
28
2.
Druk op de RPS knop om de RPS functie uit te zetten.
Gebruik van Skip Back Sampling om een
b
geslaagd loopje te samplen (Skip Back Sampling)
Soms komt het voor dat u een bepaald geslaagd loopje dat u net heeft gespeeld wilt bewaren.
In dat geval kunt u de Skip Back Sampling functie gebruiken. Met deze functie kunt u een
eerder gespeelde passage samplen.
Als u Skip Back Sampling uitvoert, kunt u het eerder gespeelde loopje vangen in een sample.
U kunt deze sample vervolgens toewijzen aan een pad en deze met de pad afspelen.
fig.Q-SMPL08
Wat is een sample? Een
sample bevat de golfvormdata
die door de Fantom-S is
opgeslagen. Behalve de
golfvormdata zelf, bevat de
sample nog parameters zoals
Knop brandt:Skip Back Sampling is mogelijk.
Knop brandt niet: Skip Back Sampling is niet mogelijk.
Knop knippert:Na het samplen wordt de sample verder bewerkt,
door het loop punt in te stellen, etc.
1.
Druk op [PATCH/RHYTHM] om naar het Patch Play scherm te gaan.
2.
Speel op de Fantom-S, door op het toetsenbord of op de pads te drukken.
3.
Druk op [SKIP BACK SAMPLING], links van de pads.
Nu verschijnt het hier onder afgebeelde scherm, terwijl de Skip Back Sampling wordt
uitgevoerd. Het samplen stopt automatisch, waarna het Sample Edit scherm verschijnt.
fig.Q-SMPL01_50
eginpunt, loop start en loop
einde.
Volgens de fabrieksinstellingen
vangt de Skip Back Sampling
functie de voorafgaande tien
seconden van uw spel. U kunt
deze instelling wijzigen; in
totaal kunt u met de Skip Back
Sampling functie wel 40
voorafgaande seconden in een
sample vastleggen.
4.
Druk op [8 (Preview)] om naar de sample te luisteren.
De sample blijft spelen als u de knop ingedrukt houdt.
De gesamplede frase wordt als sample aan de sample lijst toegevoegd in het speciale
geheugendeel dat “sample geheugen” wordt genoemd.
5.
Druk op [SAMPLE LIST] om het Sample List scherm op te roepen.
fig.Q-SMPL02_50
De uitgelichte sample is de sample die met Skip Back Sampling is opgeslagen.
29
Gebruik van Skip Back Sampling om een geslaagd loopje te samplen (Skip Back
Een sample aan een pad toewijzen
(Assign to Pad)
We gaan nu kijken hoe we een sample aan een pad kunnen toewijzen. Deze handeling wordt
Assign to Pad genoemd.
Controleer, voorafgaand aan deze handeling, of er een rhythm set aan het Pad part is
toegewezen. (p. 11).
1.
Zorg ervoor dat, in het Sample List scherm,
de sample die u heeft opgenomen is uitgelicht.
Druk nu op [7 (Load Util)].
Het Load Utility Menu venster verschijnt nu.
fig.Q-SMPL03_50
2.
Druk op [2 (Assign to Pad)].
Het Assign to Pad venster verschijnt nu.
fig.Q-SMPL20_50
3.
Druk op de pad, waaraan u de sample wilt toewijzen.
Deze pad wordt op het scherm uitgelicht.
4.
Druk op [8 (Exec)].
Er verschijnt nu een boodschap, die u om bevestiging vraagt.
5.
Druk op [8 (Exec)] om de sample aan de pad toe te wijzen.
Druk om te annuleren op [7 (Cancel)].
Druk op de pad om de toegewezen sample te horen.
30
Loading...
+ 294 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.