Pioneer VSX-908RDS User Manual [nl]

AUDIO/VIDEO MULTI-KANAALS
ONTVANGER
VSX-908RDS
VSX-908RDS-G
Gebruiksaanwijzing
IMPORTANT 1
The lightning flash with arrowhead symbol, within an equilateral triangle, is intended to alert the user to the presence of uninsulated "dangerous voltage" within the product's enclosure that may be of sufficient magnitude to constitute a risk of electric shock to persons.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO PREVENT THE RISK OF ELECTRIC SHOCK, DO NOT REMOVE COVER (OR BACK). NO USER­SERVICEABLE PARTS INSIDE. REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
The exclamation point within an equilateral triangle is intended to alert the user to the presence of important operating and maintenance (servicing) instructions in the literature accompanying the appliance.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer product. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door zodat u het apparaat op de juiste wijze bedient. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft. Het is mogelijk dat in bepaalde landen of gebieden de uitvoering van de netstekker en het stopcontact verschilt van hetgeen in deze gebruiksaanwijzing is afgebeeld. De aansluitmethode en bediening zijn in dergelijke gevallen echter precies hetzelfde.
WAARSCHUWING NETSNOER
Pak het netsnoer beet bij de stekker. Trek de stekker er niet uit door aan het snoer te trekken en trek nooit aan het netsnoer met natte handen aangezien dit kortsluiting of een elektrische schok tot gevolg kan hebben. Plaats geen toestel, meubelstuk o.i.d. op het netsnoer, en klem het niet vast. Maak er nooit een knoop in en en verbind het evenmin met andere snoeren. De netsnoeren dienen zo te worden geleid dat er niet per ongeluk iemand op gaat staan. Een beschadigd netsnoer kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Kontroleer het netsnoer af en toe. Wanneer u de indruk krijgt dat het beschadigd is, dient u bij uw dichtstbijzijnde erkende PIONEER onderhoudscentrum of uw dealer een nieuw snoer te kopen.
[Voor het Europese model]
Als de stekker van het netsnoer niet geschikt is voor het stopcontact waarop de apparatuur wordt aangesloten, moet u de stekker verwijderen en een juiste stekker aan het netsnoer bevestigen. Gooi de verwijderde stekker weg om een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen wanneer de stekker in een stopcontact gestoken zou worden.
WAARSCHUWING: STEL DE APPARATUUR
NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT OM BRAND OF EEN GEVAARLIJKE ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN.
Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn (73/23/ EEC), de EMC-richtlijnen (89/336/EEC en 92/31/EEC) en de CE-markeringsrichtlijn (93/68/EEC).
DE NETSCHAKELAAR IS IN HET SECUNDAIRE VOEDINGSCIRCUIT OPGENOMEN. DIT BETEKENT DAT HET APPARAAT NIET VOLLEDIG VAN HET LICHTNET IS LOSGEKOPPELD ALS DE NETSCHAKELAAR OP ‘STANDBY’ STAAT.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Onderhoud van de buitenkant
• Gebruik een zachte, droge doek om vuil en stof van het apparaat te verwijderen.
• Gebruik nooit terpentijn, benzine, insectensprays of andere chemische middelen op of in de buurt van het apparaat, aangezien deze de afwerking kunnen aantasten.
2
Inhoudsopgave
Voordat u begint ................................................................................................................. 5
Controleren van het bijgeleverd toebehoren ............................................................................. 5
Omtrent deze gebruiksaanwijzing............................................................................................... 5
Gereedmaken van de afstandsbediening ................................................................................... 6
Opstelling van de receiver ........................................................................................................... 7
Openen van de voorpaneelklep .................................................................................................. 7
Aansluiten van de apparatuur ........................................................................................... 8
Audio-apparatuur ......................................................................................................................... 8
Video-apparatuur.......................................................................................................................... 9
Digitale verbindingen................................................................................................................. 10
Ingang voor externe decodeereenheid..................................................................................... 12
Antennes ..................................................................................................................................... 13
Luidsprekers................................................................................................................................14
Aanluiten van extra versterkers ................................................................................................ 17
Gebruik van de netuitgangen (AC OUTLETS) .......................................................................... 17
Display en bedieningsorganen ........................................................................................ 18
Voorpaneel ..................................................................................................................................18
Display ......................................................................................................................................... 20
Afstandsbediening ..................................................................................................................... 22
Instellingen voor surroundgeluid .................................................................................... 24
Beeldscherm-aanduidingen (OSD) ...........................................................................................24
Systeeminstellingen voor surroundgeluid............................................................................... 25
Basisbediening ..................................................................................................................35
Weergave van stereo-geluidsbronnen .....................................................................................35
Geluidsfuncties ........................................................................................................................... 36
Kiezen van een geluidsfunctie...................................................................................................38
Weergave van Dolby Digital, DTS en MPEG geluidsbronnen ................................................ 39
Gebruik van de tuner ........................................................................................................ 46
Automatische afstemming en handmatige afstemming ........................................................46
Rechtstreekse afstemming ........................................................................................................47
V astleggen van zenders in het geheugen.................................................................................48
Afstemmen op vastgelegde zenders ........................................................................................ 49
RDS (Radio Data Systeem) radio-ontvangst ............................................................................ 51
Afstandsbediening van andere componenten ............................................................... 54
Instellen van de afstandsbediening voor de bediening van andere componenten.............. 54
Gebruik van de receiver-afstandsbediening voor de bediening van andere componenten 58
Overige functies ................................................................................................................65
Opnemen vanaf analoge audio-apparatuur ............................................................................. 65
Opnemen vanaf digitale audio-apparatuur .............................................................................. 66
Opnemen vanaf video-apparatuur............................................................................................ 66
Macro-bediening (MULTI OPERATION) .................................................................................... 67
SYSTEM OFF functie .................................................................................................................. 69
Instellen van de direct-functie ................................................................................................... 70
Verlichting van de afstandsbediening ...................................................................................... 70
Terugstellen van de afstandsbediening .................................................................................... 71
Technische informatie & Storingen verhelpen............................................................... 72
Dolby Digital ...............................................................................................................................72
DTS .............................................................................................................................................. 73
MPEG audio ................................................................................................................................ 74
THX .............................................................................................................................................. 74
RDS (Radio Data System) .......................................................................................................... 75
Apparatuurcodelijst.................................................................................................................... 78
Verhelpen van storingen ............................................................................................................ 82
Technische gegevens ................................................................................................................. 84
Direct-weergavefunctie..........................................................................................................35
Gebruik van MPEG audiodiscs.............................................................................................. 40
Omschakelen tussen analoge/digitale ingangssignalen..................................................... 41
Verminderen van ruis tijdens weergave (DIGITAL NR functie) .......................................... 42
Gebruik van de MIDNIGHT functie ....................................................................................... 43
Gebruik van een externe decodeereenheid
(bedieningstoets is alleen op het voorpaneel) ....................................................................43
96 kHz/24 bit compatibiliteit .................................................................................................. 44
Gebruik van de LOUDNESS functie (bedieningstoets is alleen op het voorpaneel) ........ 44
Instellen van de lage en hoge tonen (toonregeling)
(bedieningstoetsen zijn alleen op het voorpaneel) ............................................................. 45
Afstellen van de helderheid van het display (afsteltoets is alleen op het voorpaneel).... 45
VOORBEREIDINGEN
SYSTEEMINSTELLINGEN
BEDIENING
3
Kenmerken
Uitgerust met MPEG (Moving Picture Experts Group) decodeereenheid
Weergave van DVD’s en andere media opgenomen in MPEG-audioformaat.
Het MPEG logo is een gedeponeerd handelsmerk van Royal Philips Electronics.
Automatische decodering van DTS (Digital Theater Systems)
R
signalen
DTS is het meest gebruikte digitale theatersysteem voor filmbioscopen over de gehele wereld. De decodeereenheid die in deze receiver is ingebouwd kan DTS signalen verwerken en staat borg voor een fantastisch geluid met dynamische surroundeffecten.
“DTS” en “DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
Automatische decodering van Dolby Digital en Dolby Pro Logic signalen
Problemen met programmaformaten behoren tot het verleden! Wanneer u Dolby Digital of Dolby Surround materiaal weergeeft in de stand, geschiedt de decodering automatisch overeenkomstig het signaal dat ontvangen wordt. U kunt onbezorgd van de muziek genieten.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby” , “AC-3”, ”Pro Logic” en het dubbele D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Vertrouwelijk ongepubliceerd materiaal. ©1992-1997 Dolby Laboratories. Alle rechten voorbehouden.
2 (Dolby) surround-
Directe-energie MOS-versterker
De receiver bevat 5 onafhankelijke 110 watt eindversterkers, die gebouwd zijn met topprestatie Hex-vermogen MOS FET uitgangstransistors. Deze constructie biedt een verbeterde lineariteit en nauwkeurige reproductie van ieder kanaal, voor ware hifi-weergave bij zelfs de meest veeleisende Dolby Digital en DTS programmabronnen.
RDS (Radio Data Systeem)
Bij het RDS systeem sturen de FM-zenders naast de normale radiosignalen ook nog andere signalen met extra informatie. De zenders kunnen bijvoorbeeld de zendernaam uitzenden of informatie verschaffen omtrent de programma’s die zij uitzenden, zoals nieuwsberichten, sport of muziek. Dit apparaat kan drie soorten RDS signalen ontvangen: RT (radiotekst), PS (zendernaam) en PTY (programmatype).
4
Ware thuisbioscoop met THX
®
certificatie
De HOME THX CINEMA surroundfunctie maakt gebruik van speciale signaalverwerkingstechnieken zodat u de geluidssporen van speelfilms met dezelfde dynamiek en hetzelfde realisme kunt weergeven als die u ervaart in een modern bioscooptheater. U hebt de beschikking over deze effecten bij Dolby Digital, Dolby Surround en DTS bronnen.
Gefabriceerd onder licentie van Lucasfilm Ltd. Lucasfilm en THX zijn geregistreerde handelsmerken van Lucasfilm Ltd.
Geavanceerde bioscooptheaterfuncties
Deze functies benadrukken bepaalde eigenschappen in het filmgeluid waardoor een zeer levensechte weergave wordt verkregen. U hebt de keuze uit vier instellingen om het geluid optimaal aan het soort film aan te passen.
DSP surroundfuncties
Met de DSP (digitale signaalverwerking) surroundfuncties kunt u in een huiskamer zes verschillende akoestische omgevingen creëren bij het luisteren naar muziek of het kijken naar speelfilms.
Midnight-klankaanpassing
De Midnight-klankaanpassing zorgt voor uitzonderlijke akoestiekeffecten bij het luisteren met laag volume, iets dat voorheen onmogelijk was.
Digitale ruisonderdrukking
Digitale ruisonderdrukking is de nieuwste technologie voor het onderdrukken van ongewenste stoorgegeluiden. U kunt genieten van een helder en resonerend geluid.
Bediening van andere componenten met de bijgeleverde afstandsbediening
De bijgeleverde afstandsbediening kan ook gebruikt worden om diverse andere componenten te bedienen, door de juiste apparatuurcodes hiervoor in te voeren of door de leerfunctie te gebruiken om de afstandsbediening de nieuwe afstandsbedieningscodes te leren. Bovendien is het mogelijk om de afstandsbediening automatisch meerdere bedieningshandelingen achter elkaar te laten uitvoeren.
Energiebesparend ontwerp
Dit apparaat is zodanig ontworpen dat een minimale hoeveelheid stroom verbruikt wordt tijdens ‘standby’ (uitgeschakelde stand). Zie “Technische gegevens” op blz. 84 voor het stroomverbruik tijdens ‘standby’.
Voordat u begint
Controleren van het bijgeleverd toebehoren
Controleer of u de volgende toebehoren in de verpakking aantreft.
VOORBEREIDINGEN
FM-draadantenne
AM-raamantenne “AA” IEC LR6 batterijen × 2 Afstandsbediening
Omtrent deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor de VSX-908RDS/VSX-908RDS-G A/V regelcentrum/receiver/ meerkanaals-decoceereenheid.
De gebruiksaanwijzing is verdeeld in twee delen; een deel voor de systeeminstellingen en deel voor de bediening.
VOORBEREIDINGEN
Maak eerst de afstandsbediening gereed door de aanwijzingen op te volgen die hierna worden beschreven in “Voordat u begint” en sluit dan de receiver op de andere apparatuur aan zoals beschreven in “Aansluiten van de apparatuur” (blz. 8). Zorg ervoor dat u digitale apparatuur zoals DVD-spelers en LD-spelers op de juiste wijze aansluit, zodat u volledig profijt trekt van de surroundsystemen van de receiver (blz. 10 en 11). Voor informatie betreffende een bepaalde toets, regelaar of indicator, wordt u verwezen naar “Display en bedieningsorganen” dat begint op blz. 18.
SYSTEEMINSTELLINGEN
Volg nauwkeurig de aanwijzingen in “Instellingen voor surroundgeluid” (blz. 24 en verder) zodat een juiste surroundweergave wordt verkregen.
BEDIENING
Zie “Basisbediening” (blz. 35) voor de basisinstructies om een geluidsbron te kiezen, muziek weer te geven e.d. In “Gebruik van de tuner” (blz. 46) wordt het gebruik van de radio van deze apparatuur beschreven. Volg de aanwijzingen in “Afstandsbediening van andere componenten” (blz. 54) om de bijgeleverde afstandsbediening te kunnen gebruiken voor de bediening van alle componenten in uw systeem. “Overige functies” (blz. 65) beschrijft diverse andere mogelijkheden van uw receiver. In “Technische informatie & Storingen verhelpen” (blz.
72) wordt gedetailleerde technische informatie verschaft en tevens aanwijzingen gegeven voor het verhelpen van storingen.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Hier wordt aanvullende informatie, voorzorgsmaatregelen of ander advies verschaft.
Geeft een knipperende toets, indicator of aanduiding aan.
Geeft een toets, indicator of aanduiding aan die continu oplicht, dus niet knippert.
5
Voordat u begint
Gereedmaken van de afstandsbediening
Inleggen van de batterijen
Plaats de batterijen op de afgebeelde wijze in de afstandsbediening. Gebruik alkalibatterijen.
12
AA-formaat batterijen
((“AA”IEC LR6)×2)
Wanneer het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u alle batterijen door verse vervangen.
3
LET OP!
Bij verkeerd gebruik kunnen de batterijen lekken of barsten. Neem de volgende punten in acht:
• Gebruik nooit tegelijk een oude en een nieuwe batterij.
• Plaats de batterijen met de plus en min zoals aangegeven door de markeringen in de batterijhouder.
• Batterijen met dezelfde vorm kunnen een andere spanning hebben. Gebruik nooit verschillende typen batterijen door elkaar.
Bediening van andere PIONEER componenten
Sluit de andere PIONEER componenten door middel van een bedieningssignaalsnoer (los verkrijgbaar) op de receiver aan en richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van de receiver om de componenten te bedienen. De receiver stuurt de afstandsbedieningssignalen via de CONTROL OUT aansluiting naar de andere componenten.
IN
OUT
CONTROL
CONTROL
IN
OUT
Receiver
PIONEER component voorzien van het Î beeldmerk.
Naar de CONTROL IN aansluiting van een ander
Afstandsbediening
U kunt de PIONEER componenten (of apparatuur van andere fabrikanten) ook bedienen door de afstandsbediening van de receiver rechtstreeks naar de betreffende componenten te richten. Indien u dit doet, hebt u geen bedieningssignaalsnoeren nodig. U hoeft enkel de apparatuurcodes op te roepen (zie “Oproepen van apparatuurcodes” op blz. 54).
PIONEER component voorzien van het Î beeldmerk.
6
Voordat u begint
Bereik van de afstandsbediening
Het gebied waarbinnen u de afstandsbediening kunt gebruiken om de receiver te bedienen is tamelijk groot. Richt de afstandsbediening binnen het aangegeven bereik op de afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van de receiver.
De afstandsbediening werkt niet juist:
• Als er een obstakel is tussen de afstandsbediening en de afstandsbedieningssensor.
• Als er direct zonlicht of het licht van een tl­lamp op de afstandsbedieningssensor valt.
• Als de receiver dicht bij een apparaat staat dat infraroodstralen uitzendt.
• Als de afstandsbediening tegelijk met een andere afstandsbediening die infraroodstralen uitzendt wordt gebruikt.
30°
30°
7m
Opstelling van de receiver
Ventilatie
• Zorg dat er voldoende ruimte romdom het apparaat wordt vrijgehouden zodat er een goede doorstroming van lucht is om de warmte in het apparaat af te voeren (minimaal 60 cm boven het apparaat, 10 cm aan de achterkant en 30 cm aan beide zijkanten). Als dit wordt verzuimd en het apparaat te dicht bij een muur of bij andere apparatuur staat, kunnen de onderdelen in het inwendige oververhit raken met een afname van de prestaties of defecte werking tot gevolg.
• Zet het apparaat niet op een wollen kleedje, bed, divan of andere dikke stof. Leg ook geen doek e.d. over het apparaat. Wanneer de ventilatie-openingen afgesloten worden, neemt de temperatuur in het inwendige toe met een defect of zelfs brand tot gevolg.
VOORBEREIDINGEN
Openen van de voorpaneelklep
Om de voorpaneelklep te openen, drukt u voorzichtig met uw vinger tegen het onderste gedeelte van de klep zodat deze openspringt.
7
Aansluiten van de apparatuur
Schakel de apparatuur uit en trek de stekker uit het stopcontact alvorens aansluitingen te maken of wijzigingen aan te brengen.
Audio-apparatuur
Om te beginnen, sluit u uw audio-apparatuur op de hieronder aangegeven aansluitingen aan. Dit zijn alle analoge verbindingen bedoeld voor het aansluiten van uw analoge audio-apparatuur (platenspeler, cassettedeck enz.). Wanneer u apparatuur aansluit waarmee u opnamen wilt maken, moet u vier snoeren aansluiten (twee stereo ingangssnoeren en twee stereo uitgangssnoeren). Wanneer u apparatuur aansluit die u alleen voor weergave gebruikt (zoals een platenspeler) hoeft u slechts twee snoeren aan te sluiten. Voor gebruik van de DTS surroundfuncties moet u de digitale apparatuur op de digitale ingangen aansluiten, maar het verdient tevens aanbeveling de digitale apparatuur op de analoge audio-aansluitingen aan te sluiten. Wilt u vanaf digitale apparatuur (zoals een MD-recorder) naar analoge apparatuur opnemen, of omgekeerd, dan moet de digitale apparatuur altijd via deze analoge verbindingen aangesloten zijn. Zie blz. 10 en 11 voor nadere bijzonderheden betreffende de digitale verbindingen.
De pijlen geven de richting van het audiosignaal aan.
DIGITAL
FM UNBAL 75
OUTPUT
L R
CD-speler
1
PCM/ /DTS/MPEG IN
RF IN FM
ANTENNA
AM LOOP ANTENNA
234
S R
F R
C
TAPE2 MONITOR
CD
RL
PCM/ /DTS
/MPEG OUT
PREOUT
S
EXTERNAL
L
DECODER
L
S
W P
L A Y
R E C
I N
RL
IN
FLF
F R
S L
S R
P
P L
L
C
A
A Y
Y
R
S
E
W
C
VIDEO
DVD
S
/LD
IN
IN
TV/
S
SAT
IN
IN
S
IN
IN
VCR1
S
OUT
OUT
S
IN
IN
VCR2
S
OUT
OUT
VIDEO
OUT
MD/
TAPE1
/CD-R
IN
PHONO
Platenspeler
FR FL C SR SL R L
TO
MONITOR
TV
S
OUT
IN
CONTROL
OUT
A B
FRONT
CENTER
SPEAKERS
SURROUND SPEAKERS
SPEAKER
SEE INSTRUCTION MANUAL SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI
REC PLAY
L R
MD-recorder of
cassettedeck
Als de platenspeler een aarddraad heeft, sluit deze dan aan op de (signaalaarde) aansluiting.
7 Audiosnoeren
Gebruik audiosnoeren (niet bijgeleverd) om de audio-apparatuur aan te sluiten.
R
L
Steek de rode stekkers in de R (rechter kanaal) aansluitingen en de witte stekkers in de L (linker kanaal) aansluitingen. Steek de stekkers volledig in de aansluitbussen.
SWITCHED
TOTAL 100W MAX
FRONT
SPEAKERS
AC OUTLETS
UNSWITCHED 100W MAX
REC PLAY
L R
Cassettedeck
(met REC
monitorfunctie)
Plaats van het cassettedeck
Afhankelijk van waar het cassettedeck staat, is het mogelijk dat u tijdens weergave van een cassette ruis hoort als gevolg van fluxlekkage vanaf de transformator van de receiver. In dat geval moet u het cassettedeck verder van de receiver vandaan plaatsen.
8
Aansluiten van de apparatuur
Video-apparatuur
Sluit uw video-apparatuur op de hieronder aangegeven aansluitingen aan. Bij digitale video-apparatuur (zoals een DVD-speler) moet u voor het videosignaal de analoge verbindingen maken die op deze bladzijde zijn aangegeven, maar om Dolby Digital te kunnen gebruiken moet de apparatuur tevens op een digitale ingang worden aangesloten (zie de volgende bladzijde). Het verdient aanbeveling de digitale apparatuur ook met de analoge audio-aansluitingen te verbinden (zie de vorige bladzijde). Voor weergave van alle bestaande typen laserdiscs moet de DVD/LD-speler of LD-speler via een analoge verbinding zijn aangesloten (zoals op deze bladzijde is aangegeven) en via twee digitale verbindingen (zie de volgende bladzijde).
VOORBEREIDINGEN
DVD-speler
(of LD-speler)
OUTPUT
VIDEO L R
DIGITAL
1
234
PCM/ /DTS
S R
F R
C
RL
/MPEG OUT
PREOUT
S
EXTERNAL
L
DECODER
L
S
W P
L A Y
R E C
I N
FM UNBAL 75
PCM/ /DTS/MPEG IN
RF IN FM
ANTENNA
AM LOOP ANTENNA
TAPE2 MONITOR
CD
OUTPUT
VIDEO L R
TV-tuner
(of satelliettuner)
Videorecorder (1) Videorecorder (2)
OUTPUT INPUT
VIDEO L R
RL
IN
FLF
F R
S L
S R
P
P L
L
C
A
A Y
Y
R
S
E
W
C
TAPE1
PHONO
VIDEO
DVD
S
/LD
IN
IN
TV/
S
SAT
IN
IN
S
IN
IN
VCR1
S
OUT
OUT
S
IN
IN
VCR2
S
OUT
OUT
MONITOR
S
VIDEO
OUT
MD/
/CD-R
IN
IN
OUT
OUT
CONTROL
INPUT
VIDEO L R
FR FL C SR SL R L
TO TV
A B
FRONT
SPEAKERS
SURROUND
CENTER SPEAKER
SPEAKERS
SEE INSTRUCTION MANUAL SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI
7 Voorzijde
VIDEO
OUTPUT INPUT
VIDEO L R
SWITCHED
TOTAL 100W MAX
FRONT
SPEAKERS
PHONES
VIDEO L R
UNSWITCHED 100W MAX
5-CHANNEL EQUAL POWER OUTPUT
VIDEO INPUT
S-VIDEO
VIDEO
AC OUTLETS
L AUDIO R
VIDEO
EXTERNAL
DECODER IN DIRECT
SPEAKERS
Video-
camera
TV
(video-
monitor)
enz.
VIDEO INPUT
LV
R
7 Audio/videosnoeren
Gebruik audio/videosnoeren (niet bijgeleverd) om de video-apparatuur aan te sluiten en een videosnoer om de TV (videomonitor) aan te sluiten.
R
L
Steek de rode stekkers in de R (rechter kanaal)
VIDEO
aansluitingen, de witte stekkers in de L (linker kanaal) aansluitingen en de gele stekkers in de VIDEO aansluitingen. Steek de stekkers volledig in de aansluitbussen.
Zet de ingangsschakelaar op het voorpaneel op “VIDEO” voor gebruik van het videosignaal dat via de aansluiting op het voorpaneel binnenkomt.
Als uw video-apparatuur is uitgerust met S­video-aansluitingen, kunt u S-videosnoeren (niet bijgeleverd) gebruiken om de apparatuur op de achterkant van de receiver aan te sluiten. Wanneer u de video-
apparatuur via S-videosnoeren aansluit, moet u tevens de TV via S-videosnoeren aansluiten. Gebruikt u normale composiet-videosnoeren voor het aansluiten van de video-apparatuur, gebruik deze dan ook voor de TV.
9
Aansluiten van de apparatuur
Digitale verbindingen
Om MPEG/Dolby Digital/DTS geluidssporen te kunnen gebruiken, moet u digitale audio-verbindingen maken. Hierbij hebt u de keuze uit coaxiale of optische verbindingen (u hoeft niet beide verbindingen te maken). De kwaliteit van deze twee typen verbindingen is hetzelfde, maar aangezien sommige digitale apparatuur alleen een bepaald type digitale aansluiting heeft, bent u beperkt in uw keuze. De receiver heeft vier digitale ingangen, waarvan twee coaxiale en twee optische. Een DVD/LD-speler of LD-speler moet op een digitale aansluiting en op de speciale AC-3 RF aansluiting (indien de LD-speler hiermee is uitgerust) worden aangesloten, en tevens op een stel analoge aansluitingen (zie de vorige bladzijde). Sluit de digitale apparatuur op de hieronder aangegeven wijze aan. Op de receiver is een digitale uitgang met het opschrift PCM/ recorder (MD-recorder, DAT-cassettedeck of CD-R recorder) kunt u rechtstreekse digitale opnamen maken.
2/DTS/MPEG OUT. Indien u deze uitgang verbindt met de optische ingang van een digitale
DIGITAL
1
PCM/ /DTS/MPEG IN
RF IN
FM
ANTENNA
FM UNBAL 75
AM LOOP ANTENNA
DIGITAL OUT
OPT.
DVD-speler
234
S R
F R
C
TAPE2 MONITOR
CD
RL
PCM/ /DTS /MPEG OUT
PREOUT
S
EXTERNAL
L
DECODER
L
S W
P L A Y
R E C
I
N
RL
IN
FLF
F R
S L
S R
P
P L
L
C
A
A Y
Y
R
S
E
W
C
VIDEO
DVD
S
/LD
IN
IN
TV/
S
SAT
IN
IN
S
IN
IN
VCR1
S
OUT
OUT
S
IN
IN
VCR2
S
OUT
OUT
VIDEO
OUT
MD/
TAPE1
/CD-R
IN
PHONO
DIGITAL DIGITAL
OUT
IN
OUT
CD-speler
FR FL C SR SL R L
TO
MONITOR
TV
S
OUT
CONTROL
A B
FRONT
CENTER
SPEAKERS
SPEAKER
SEE INSTRUCTION MANUAL SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI
DIGITAL
OUT
MD-recorder
SURROUND SPEAKERS
IN
SWITCHED
TOTAL 100W MAX
FRONT
SPEAKERS
AC OUTLETS
UNSWITCHED 100W MAX
DIGITAL
OUT
TV-tuner
(of satelliettuner)
7 Digitale audiosnoeren/optische kabels
Gebruik los verkrijgbare digitale (coaxiale) audiosnoeren (normale videosnoeren kunnen ook worden gebruikt) of optische kabels (niet bijgeleverd) om de digitale apparatuur op de receiver aan te sluiten. Verwijder de stofkapjes van de digitale ingang en uitgang voordat u de stekkers naar binnen steekt. Steek de stekkers volledig in de aansluitbussen.
Digitaal audiosnoer (of normaal videosnoer)
Optische kabel
10
Aansluiten van de apparatuur
Aansluitvoorbeeld van een DVD/LD of LD-speler
Sluit de DVD/LD of LD-speler via de AC-3RF aansluiting en via een coaxiale of optische aansluiting aan. Als uw speler een AC-3RF uitgang heeft, kunt u alle soorten AC-3 RF-signalen weergeven. Zie blz. 34 voor nadere bijzonderheden.
VOORBEREIDINGEN
DIGITAL
1
FM UNBAL 75
ANTENNA
AM LOOP ANTENNA
234
PCM/ /DTS/MPEG IN
RF IN FM
TAPE2 MONITOR
RF OUT (AC-3)(LD)
1
23
S R
F R
C
CD
PCM (OPT.)
RL
DIGITAL OUT
PCM/ /DTS /MPEG OUT
PREOUT
S
EXTERNAL
L
DECODER
L
S
W
P L A Y
R E C
I
N
IN
DVD/LD-speler of
LD-speler
FLF
F R
S
L
S R
C
A
S
W
RL
P
P L
L A Y
Y
R E C
VCR1
VCR2
TAPE1
/CD-R
PHONO
VIDEO
DVD
/LD IN
TV/
SAT
IN
IN
OUT
IN
OUT
MD/
IN
OUTPUT
L
R
VIDEO
VIDEO
OUT
S
IN
S
IN
S
IN
S
OUT
S
IN
S
OUT
OUT
FR FL C SR SL R L
TO
MONITOR
TV
S
OUT
IN
CONTROL
A B
CENTER
FRONT
SPEAKER
SPEAKERS
SEE INSTRUCTION MANUAL SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI
SURROUND SPEAKERS
SWITCHED
TOTAL 100W MAX
FRONT
SPEAKERS
AC OUTLETS
UNSWITCHED 100W MAX
Maak een digitale coaxiale òf digitale optische verbinding (aangegeven als DIGITAL-1 of DIGITAL-3 in de afbeelding). U hoeft niet beide verbindingen te maken. Zorg er tevens voor dat de aansluitingen aan de juiste componenten worden toegewezen met de “Digital-In” instelfunctie (zie blz. 34).
11
Aansluiten van de apparatuur
Ingang voor externe decodeereenheid
In sommige gevallen hebt u een externe decodeereenheid nodig voor weergave van speciale DVD-discs en dergelijke. Zie de onderstaande afbeelding voor het aansluiten van een externe decodeereenheid. Meestal hebt u deze apparatuur echter niet nodig. (Zie blz. 43)
DIGITAL
FM UNBAL 75
»
1
PCM/ /DTS/MPEG IN
RF IN
FM
ANTENNA
AM LOOP ANTENNA
234
S R
F R
C
TAPE2 MONITOR
CD
RL
SURROUND
OUTPUT
L
PCM/ /DTS
/MPEG OUT
PREOUT
S
EXTERNAL
L
DECODER
IN
L
S W
P
L A Y
R E C
I N
»
SUB
WOOFER
FLF
F R
S
L
S R
C
S
W
RL
P
P L
L A
A Y
Y
R E C
PHONO
»
CENTER
R
Apparatuur voorzien van 5.1­kanaals analoge uitgangen
TAPE1
VIDEO
DVD
S
/LD
IN
IN
TV/
S
SAT
IN
IN
S
IN
IN
VCR1
S
OUT
OUT
S
IN
IN
VCR2
S
OUT
OUT
VIDEO
OUT
MD/
/CD-R
IN
OUT
FR FL C SR SL R L
TO
MONITOR
TV
S
OUT
IN
CONTROL
A B
FRONT
CENTER
SPEAKERS
SPEAKER
SEE INSTRUCTION MANUAL SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI
SURROUND SPEAKERS
SWITCHED
TOTAL 100W MAX
FRONT
SPEAKERS
AC OUTLETS
UNSWITCHED 100W MAX
»
FRONT
OUTPUT
L
R
12
U kunt niet de tunerfunctie en de phono (platenspeler) functie gebruiken met een externe decodeereenheid.
Antennes
Sluit de antennes op de hieronder aangegeven wijze aan.
AM-raamantenne
(Zie hieronder)
FM-draadantenne
Sluit de FM-draadantenne aan en spreid deze uit in een T-vorm. (Voor een optimale ontvangst spant u de antenne horizontaal langs een raamkozijn e.d.)
Aansluiten van de apparatuur
VOORBEREIDINGEN
DIGITAL
1
234
PCM/ /DTS/MPEG IN
S
R
RF IN
F
FM
R
ANTENNA
AM LOOP ANTENNA
TAPE2 MONITOR
CD
C
RL
FM UNBAL 75
7 AM-raamantenne
1 Bevestig de antenne in de
standaard.
PCM/ /DTS
/MPEG OUT
PREOUT
S
EXTERNAL
L
DECODER
L
S
W
P L A Y
R E C
I
N
IN
FLF
F R
S L
S R
C
S W
RL
P
P L
L A
A Y
Y
R E C
VIDEO
DVD
S
/LD
IN
IN
TV/
S
SAT
IN
IN
S
IN
IN
VCR1
S
OUT
OUT
S
IN
IN
VCR2
TAPE1
PHONO
S
OUT
OUT
VIDEO
OUT
MD/
/CD-R
IN
OUT
FR FL C SR SL R L
TO
MONITOR
TV
S
OUT
IN
CONTROL
A B
2 Draai de kerndraadjes in
elkaar en steek de draad in de aansluiting.
10 mm
FRONT
CENTER
SPEAKERS
SURROUND SPEAKERS
SPEAKER
SEE INSTRUCTION MANUAL SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI
AC OUTLETS
SWITCHED
TOTAL 100W MAX
FRONT
SPEAKERS
UNSWITCHED 100W MAX
3 Indien gewenst, bevestigt u
de antenne aan de muur e.d. en draait deze dan in de richting die de beste ontvangst oplevert.
Gebruik van buitenantennes
7 Voor een betere FM­ontvangst
Sluit een FM-buitenantenne aan.
PAL-
FM
ANTENNA
stekker
FM UNBAL 75
75 coaxkabel
AM LOOP ANTENNA
Aarde
7 Voor een betere AM-ontvangst
Sluit een vinyl-geïsoleerde draad van 5-6 meter lengte op de AM-antenneaansluiting aan. Verbreek de aansluiting van de bijgeleverde AM-raamantenne niet. Voor een optimale ontvangst spant u de antenne horizontaal buitenshuis op.
FM
ANTENNA
FM UNBAL 75
AM LOOP ANTENNA
Aarde
Buitenshuis
5 – 6 meter
Binnenshuis (vinyl-geïsoleerde draad)
13
Aansluiten van de apparatuur
Luidsprekers
In de onderstaande afbeelding ziet u een volledige opstelling met zes luidsprekers, maar vanzelfsprekend is dit niet voor iedereen het geval. Wij bevelen u aan de luidsprekers die u hebt op de hieronder beschreven wijze aan te sluiten. De receiver werkt ook wanneer slechts twee stereo luidsprekers (deze worden de “voor” luidsprekers genoemd in de afbeelding) zijn aangesloten, maar de receiver is eigenlijk bedoeld om met minimaal drie luidsprekers te worden gebruikt. Sluit de rechter luidsprekers op de rechterkanaal aansluitingen aan en de linker luidsprekers op de linkerkanaal aansluitingen. Let er tevens op dat de plus en min (+/–) aansluitingen op de receiver verbonden worden met de corresponderende aansluitingen op de luidsprekers.
De receiver heeft aansluitingen voor twee voorluidsprekersystemen, A en B. A is het hoofdluidsprekersysteem dat u gebruikt voor een volledige weergave met surroundluidsprekers. Als u zowel de A als de B voorluidsprekers inschakelt, wordt er alleen geluid via de voorluidsprekers en de subwoofer weergegeven. Er wordt dan geen geluid via de midden- en surroundluidsprekers weergegeven, maar meerkanaals bronnen worden over de werkende luidsprekers verdeeld (down­mixing) zodat er geen geluid verloren gaat. Wanneer u enkel de B voorluidsprekers inschakelt, hoort u alleen geluid via de B luidsprekers en wordt bij meerkanaals bronnen al het geluid over deze twee luidsprekers verdeeld. Gebruik luidsprekers met een impedantie tussen 6 en 16 .
Voorluidsprekers (A)
L C SR SLR
DIGITAL
1
234
PCM/ /DTS
S R
F R
C
CD
RL
/MPEG OUT
PREOUT S L
L
S
W
P L A Y
R E C
I
N
EXTERNAL DECODER
IN
FM UNBAL 75
PCM/ /DTS/MPEG IN
RF IN
FM
ANTENNA
AM LOOP ANTENNA
TAPE2 MONITOR
TV
(Luidspreker van TV
wordt gebruikt als
middenluidspreker)
FLF
F R
S L
S R
P
P L
L
C
A
A Y
Y
R
S
E
W
C
RL
PHONO
Middenluidspreker Surroundluidsprekers
VIDEO
DVD
S
/LD
IN
IN
TV/
S
SAT
IN
IN
S
IN
TAPE1
IN
VCR1
S
OUT
OUT
S
IN
IN
VCR2
S
OUT
OUT
VIDEO
OUT
MD/
/CD-R
IN
IN
OUT
FR FL C SR SL R L
TO
MONITOR
TV
S
OUT
CONTROL
A B
FRONT
CENTER
SPEAKERS
SPEAKER
SEE INSTRUCTION MANUAL SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI
SURROUND SPEAKERS
SWITCHED
TOTAL 100W MAX
FRONT
SPEAKERS
Actieve subwoofer
INPUT
AC OUTLETS
UNSWITCHED 100W MAX
Zorg dat alle aansluitingen zijn voltooid voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
Wanneer u de luidspreker van uw TV als middenluidspreker wilt gebruiken, verbind dan de CENTER PREOUT aansluiting van de receiver met de audio-ingang van de TV. In dit geval hoeft er geen aparte middenluidspreker te worden aangesloten.
14
7 Aansluiten van de luidsprekers
/
M
Aansluiten van de apparatuur
1 Draai de
kerndraadjes in elkaar.
2 Draai het knopje van de
luidspreker aansluiting los en steek de draad
3 Draai het knopje
weer vast.
naar binnen.
10 mm
Impedantie van de luidsprekers
U kunt de luidsprekerimpedantie-instelling van de receiver wijzigen overeenkomstig de impedantie van de gebruikte luidsprekers. Het verdient echter aanbeveling luidsprekers te gebruiken met een impedantie van 8 ­16 (standaardinstelling). Als u luidsprekers gebruikt met een impedantie tussen “6 - minder dan 8 ”, moet u de impedantie-instelling wijzigen.
STANDBY/ON
AUDIO/VIDEO MULTI-CHANNEL RECEIVER
STANDBY/ON
DSP
STEREO
STANDBY
MODE
/DTS
THX CINEMA ADVANCED STANDARD
5-CHANNEL EQUAL POWER OUTPUT
VIDEO INPUT
S-VIDEO
VIDEO
L AUDIO R
MPEG
EXTERNAL
DECODER IN
OFF _ON
PHONES
SPEAKERS
Hoofdnetschakelaar
DIRECT LOUDNESS MIDNIGHT
BASS +
DIGITAL
SIGNAL
NR CLASS FM
SELECT
INPUT ATTSPEAKERS
– TREBLE +
MONITOR
Alvorens te beginnen, drukt u de hoofdnetschakelaar op het voorpaneel van de receiver op ON (_) zodat de hoofdstroomvoorziening van het apparaat wordt ingeschakeld.
Schakel de receiver uit (STANDBY). Houd vervolgens de SPEAKERS toets ingedrukt en druk tegelijk op de STANDBY/ON toets.
RF ATT
Kies de impedantie-instelling door nogmaals op de SPEAKERS toets te
TAPE 2
CHARACTER
ME
/SEARCH
drukken. U kunt kiezen tussen de “8 - 16 ” instelling en de “6 ­minder dan 8 ” instelling.
SIGNAL SELECT
ANALOG
A
SP
VOLUME
(Deze aanduiding geeft een “6 -
dB
minder dan 8 ” impedantie-instelling aan.)
VOORBEREIDINGEN
Houd de SPEAKERS toets 2 - 3 seconden ingedrukt om de impedantie-instelling van de receiver te controleren. U ziet een van de onderstaande aanduidingen die de ingestelde luidsprekerimpedantie aangeeft.
SIGNAL SELECT
ANALOG
A
SP
VOLUME
dB
(Deze aanduiding geeft een “8 ­16 ” impedantie-instelling aan.)
SIGNAL SELECT
A
ANALOG
of
SP
(Deze aanduiding geeft een “6 ­minder dan 8 ” impedantie-
VOLUME
dB
instelling aan.)
15
Aansluiten van de apparatuur
Opstelling van de luidsprekers
Als u meerdere luidsprekers hebt, is de opstelling van de luidsprekers van groot belang. Stel de luidsprekers op zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven, zodat een optimale surroundweergave wordt verkregen. Zorg ervoor dat alle luidsprekers op een stevige ondergrond staan of stevig bevestigd zijn, om een ongeluk te voorkomen. Raadpleeg tevens de gebruiksaanwijzing die bij de luidsprekers wordt geleverd voor advies omtrent de plaats voor de luidsprekers. Sommige luidsprekers zijn ontworpen om op de vloer te worden geplaatst, terwijl andere luidsprekers een beter geluid geven wanneer zij op een verhoging staan of aan de muur hangen.
Linksvoor Rechtsvoor
Linksachter
(surround)
• Plaats de linker en rechter voorluidspreker op gelijke afstand van de TV.
• Wanneer u de luidsprekers in de buurt van de TV plaatst, gebruik dan magnetisch afgeschermde luidsprekers om interferentie, zoals storing in de kleuren van het TV-beeld, te voorkomen. Als u geen magnetisch afgeschermde luidsprekers hebt en de kleuren in het TV-beeld gestoord worden, moet u de luidsprekers verder van de TV vandaan plaatsen.
• Plaats de middenluidspreker boven of onder de TV zodat het geluid van het middenkanaal juist gelokaliseerd is.
Midden
Luisterplaats
Subwoofer
Rechtsachter
(surround)
LET OP:
Wanneer u de middenluidspreker op de TV plaatst, moet u de luidspreker stevig met tape of iets dergelijks aan de TV bevestigen. Dit om te voorkomen dat de luidspreker van de TV valt als gevolg van schokken of trillingen, waardoor personen letsel kunnen oplopen of de luidspreker wordt beschadigd.
• Indien mogelijk, moet u de surroundluidsprekers een weinig boven oorhoogte installeren.
• Wanneer de surroundluidsprekers verder van de luisterplaats vandaan zijn geplaatst dan de midden­en voorluidsprekers, is het mogelijk dat er geen duidelijk surroundeffect wordt verkregen.
16
Aansluiten van de apparatuur
Aanluiten van extra versterkers
Alhoewel de receiver meer dan voldoende vermogen heeft voor gebruik in de huiskamer, is het toch mogelijk om extra versterkers op het apparaat aan te sluiten. Zie de onderstaande afbeelding voor het aansluiten van afzonderlijke versterkers voor het aansturen van de luidsprekers.
VOORBEREIDINGEN
PIONEER
projectietelevisie
(voor middenkanaal)
L-Audio (MONO)
DIGITAL
FM UNBAL 75
AUDIO
IN
ANTENNA
AM LOOP ANTENNA
L
R
1
234
PCM/ /DTS/MPEG IN
R
RF IN FM
R
C
TAPE2 MONITOR
CD
S
F
RL
Versterker
middenkanaal)
(of)
RL
PCM/ /DTS /MPEG OUT
PREOUT
S
EXTERNAL
L
DECODER
IN
FLF
L
F
S
R
W
P
S
L
A
L
Y
R
S
E
R
C
P
P
I
L
L
C
A
A
N
Y
Y
R
S
E
W
C
(voor
AUDIO
IN
L R
DVD
/LD IN
TV/
SAT
IN
IN
VCR1
OUT
IN
VCR2
OUT
MD/
TAPE1
/CD-R
IN
PHONO
VIDEO
VIDEO
OUT
Actieve
subwoofer
Versterker
(voor
achterkanalen)
AUDIO
IN
L R
S
IN
S
IN
S
IN
S
OUT
S
IN
S
OUT
IN
OUT
FR FL C SR SL R L
TO
MONITOR
TV
S
OUT
CONTROL
A B
CENTER
FRONT
SPEAKER
SPEAKERS
SEE INSTRUCTION MANUAL SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI
voorkanalen)
TOTAL 100W MAX
SURROUND SPEAKERS
Versterker
(voor
AUDIO
IN
L R
SWITCHED
FRONT
SPEAKERS
AC OUTLETS
UNSWITCHED 100W MAX
INPUT
Gebruik van de netuitgangen (AC OUTLETS)
[SWITCHED TOTAL 100 W MAX]
De stroomvoorziening via deze uitgangen wordt automatisch in- en uitgeschakeld door de STANDBY/ON schakelaar van de receiver. Het totale stroomverbruik van de aangesloten apparatuur mag niet meer bedragen dan 100 watt.
[UNSWITCHED 100 W MAX]
De stroomvoorziening via deze uitgang is continu ingeschakeld, ongeacht de stand van de STANDBY/ON schakelaar van de receiver. Het stroomverbruik van de aangesloten apparatuur mag niet meer bedragen dan 100 watt.
LET OP!
• Sluit geen apparatuur met een hoog stroomverbruik, zoals een elektrisch kacheltje, strijkijzer of TV-toestel, op de AC OUTLETS netuitgangen aan. Dit kan namelijk resulteren in oververhitting, brand of een defect van de versterker.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u de installatie gedurende langere tijd niet denkt te gebruiken, bijvoorbeeld wanneer u op vakantie gaat.
17
Display en bedieningsorganen
Voorpaneel
Hieronder worden alle toetsen beschreven of vermeld die op het voorpaneel zijn aangebracht. Om de voorpaneelklep te openen, drukt u voorzichtig tegen het onderste gedeelte van de klep.
213456 7890-=
AUDIO/VIDEO MULTI-CHANNEL RECEIVER
STANDBY/ON
OFF _ON
DSP
STANDBY
THX CINEMA ADVANCED STANDARD
STEREO
MODE
/DTS
MPEG
~ !@#$
5-CHANNEL EQUAL POWER OUTPUT
VIDEO INPUT
S-VIDEO
PHONES
VIDEO
1 Hoofanetschakelaar (_ ON/ OFF)
Als deze schakelaar op OFF () staat, is de receiver volledig uitgeschakeld en werkt de STANDBY/ON toets (2) op de receiver en de afstandsbediening niet. Zet de schakelaar op ON (_) om de receiver in de standby-stand te zetten. U kunt de receiver dan inschakelen met behulp van de STANDBY/ON toets (2) op de receiver of de afstandsbediening.
2 Ruststand/aan-toets (STANDBY/ON)
Druk op deze toets om de receiver in (ON) en uit (STANDBY) te schakelen.
3 Ruststand-indicator (STANDBY)
Licht op wanneer de receiver in de standby-stand staat. (Tijdens standby verbruikt de receiver een kleine hoeveelheid stroom (1 watt).)
4 DSP functietoets (DSP MODE) (Zie blz.
37-38)
Druk herhaaldelijk op deze toets om de gewenste DSP geluidsfunctie te kiezen (HALL 1, HALL 2, JAZZ, DANCE, THEATER 1 of THEATER 2). Gebruik deze toets om surroundgeluid te produceren bij weergave van standaard (2­kanaals) stereobronnen en zo een gewenste luisteromgeving te creëren.
5 STEREO toets (Zie blz. 37-38)
Druk op deze toets om de STEREO geluidsfunctie in te schakelen. Wanneer deze functie ingeschakeld is, wordt er alleen geluid via de voorluidsprekers (links en rechts) weergegeven.
L AUDIO R
EXTERNAL
DECODER IN DIRECT LOUDNESS MIDNIGHT
SPEAKERS
18
INPUT
– TUNING +
– STATION +
SELECTOR
MASTER VOLUME
BASS +
– TREBLE +
%^
DIGITAL
NR
SIGNAL SELECT
INPUT ATT
RF ATT
TAPE 2
MONITOR
EON
MODE
DIMMER
CLASS FM/AM
CHARACTER
/SEARCH
FL
DOWN UP
&
MEMORY
*()_+¡£¢
6 2/DTS toetsen (Zie blz. 36 en 38)
THX CINEMA: Druk op deze toets om de HOME THX CINEMA functie in te schakelen bij het luisteren naar Dolby Digital, Dolby Pro Logic, DTS en diverse andere bronnen. ADVANCED: Druk op deze toets om een van de vier geavanceerde bioscooptheaterfuncties in te schakelen.
STANDARD (
STANDARD of MPEG functie te kiezen.
7 Display (Zie blz. 20-21) 8 Afstandsbedieningssensor
Richt de afstandsbediening bij gebruik naar de afstandsbedieningssensor op de receiver.
9 EON functietoets/indicator (EON
MODE)
Druk bij FM-ontvangst op deze toets om de EON functie in te schakelen (zie “Instellen van de EON” op blz. 53). De indicator licht op wanneer de EON functie wordt ingeschakeld.
0 Display-dimtoets (FL DIMMER) (Zie blz.
45)
Gebruik deze toets om de helderheid van het hoofddisplay in te stellen.
- Beeld/geluidsbronkiezer (INPUT SELECTOR)
Gebruik deze draaiknop om de gewenste beeld/ geluidsbron (ingangsbron) te kiezen. De gekozen bron wordt in het display aangegeven.
DVD/LD : DVD-speler of laserdisc-speler. TV/SAT : TV-tuner of satelliettuner. CD : Compact disc speler.
MPEG
): Druk op deze toets om de
Display en bedieningsorganen
MD/TAPE 1 : Cassettedeck of MD-recorder
aangesloten op de MD/TAPE 1/CD-R in/ uitgangen.
TUNER : Ingebouwde tuner. PHONO : Platenspeler. VIDEO : Videocamera e.d aangesloten op de
VIDEO INPUT op het voorpaneel. VCR 1 : Videorecorder aangesloten op de VCR 1 ingangen. VCR 2 : Videorecorder of andere apparatuur aangesloten op de VCR 2 ingangen.
= Hoofdvolumeregelaar (MASTER
VOLUME)
Stel met deze regelaar het totale volume in.
~ Toets voor externe decodeereenheid
(EXTERNAL DECODER IN) (Zie blz. 43)
Druk op deze toets om de externe decodeereenheid te gebruiken. Met een externe decodeereenheid kunnen diverse andere typen signalen gedecodeerd worden en naar de receiver worden gestuurd.
! Direct-toets (DIRECT)
Druk op deze toets om de direct-functie in of uit te schakelen. Wanneer de direct-functie ingeschakeld is, zijn de toonregeling en kanaalniveau-instelling uitgeschakeld waardoor een zeer accurate weergave van de programmabron wordt verkregen. De receiver komt tevens automatisch in de STEREO stand te staan voor de betreffende geluidsbronfunctie.
@ Contourtoets (LOUDNESS) (Zie blz. 44)
Druk op deze toets om de LOUDNESS functie in en uit te schakelen.
# MIDNIGHT toets (Zie blz. 43)
Druk op deze toets om de MIDNIGHT functie in en uit te schakelen.
$ Digitale ruisonderdrukkingstoets
(DIGITAL NR) (Zie blz. 42)
Druk op deze toets om de DIGITAL NR functie in en uit te schakelen (alleen in de STEREO stand).
% Signaalselectietoets (SIGNAL SELECT)
(Zie blz. 41)
Gebruik deze toets om het signaal van de digitale componenten te kiezen. Druk herhaaldelijk op de SIGNAL SELECT toets om een van de volgende signalen te kiezen.
ANALOG : Kiezen van het analoge signaal. DIGITAL : Kiezen van het optische of coaxiale
(digitale) signaal.
AC-3 RF: Kiezen van het AC-3 RF signaal. AUTO: Dit is de standaardinstelling. Als er zowel
een analoog als digitaal ingangssignaal is, kiest de receiver automatisch het signaal dat het beste is.
^
RF verzwakkingstoets (RF ATT) (Zie blz. 46)
Druk bij ontvangst van sterke FM-zenders (d.w.z. dichtbijgelegen zenders) op deze toets om de RF verzwakkingsfunctie in te schakelen zodat de vervorming minder wordt. Gewoonlijk hoeft u de RF verzwakkingsfunctie niet te gebruiken. Deze toets heeft geen invloed op AM-ontvangst.
&
Tuner-bedieningstoetsen (Zie blz. 46-52)
CLASS : Druk herhaaldelijk op deze toets om de
voorkeurzendergroep te kiezen. FM/AM : Druk op deze toets om de afstemband (FM of AM) te kiezen.
TUNING –/+ : Gebruik deze toetsen om handmatig op een zender af te stemmen.
* Voorkeurzender-keuzetoetsen
(STATION –/+) (Zie blz. 48-50)
Gebruik deze toetsen om de gewenste vastgelegde voorkeurzender te kiezen.
( Geheugentoets (MEMORY) (Zie blz. 48)
Druk op deze toets om een voorkeurzender in het geheugen vast te leggen.
) Letterteken/zoektoets (CHARACTER/
SEARCH)
Druk op deze toets om de letterteken-invoerfunctie in te schakelen of om de RDS PTY zoekfunctie in te stellen (zie “Vastleggen van een zendernaam” op blz. 50 en “Zoeken van een zender op basis van een programmatype (PTY) op blz. 52).
_ TAPE 2 MONITOR toets (Zie blz. 65)
Druk op deze toets om het cassettedeck (MD­recorder enz.) te kiezen aangesloten op de TAPE 2 MONITOR in/uitgangen. Deze functie kan tijdens opnemen worden gebruikt voor het controleren van de zojuist gemaakte opname.
+ Ingangsniveau-verzwakkingstoets
(INPUT ATT)
Gebruik deze toets om het ingangsniveau te verzwakken van een buitensporig sterk analoog signaal dat vervorming veroorzaakt (de OVER indicator licht helder op).
¡ Hogetonentoetsen (TREBLE (–/+)) (Zie
blz. 45)
Gebruik deze toetsen voor het instellen van de weergave van de hoge tonen.
Lagetonentoetsen (BASS (–/+)) (Zie blz. 45)
Gebruik deze toetsen voor het instellen van de weergave van de lage tonen.
£ Luidsprekertoets (SPEAKERS (A/B))
“A” is de standaardinstelling. In deze stand wordt het geluid weergegeven via alle luidsprekers van het A luidsprekersysteem. Bij de “A+B” instelling wordt het geluid weergegeven via de A en B voorluidsprekers en de subwoofer; het geluid van meerkanaals bronnen wordt volledig over deze luidsprekers verdeeld (down-mixing) zodat er geen geluid verloren gaat. Bij de “B” instelling wordt er alleen geluid weergegeven via de B luidsprekers en bij meerkanaals bronnen wordt al het geluid over deze twee luidsprekers verdeeld.
A A+B OFFB
¢ Video-ingangsaansluitingen (VIDEO
INPUT) (Zie blz. 9)
S-VIDEO : Video-ingang voor het aansluiten van
een videocamera e.d. voorzien van een S-video uitgang. VIDEO / AUDIO (L/R) : Video-ingang voor het aansluiten van een videocamera e.d. voorzien van standaard video/audio-uitgangen.
Hoofdtelefoon-aansluiting (PHONES)
Sluit een hoofdtelefoon aan om te luisteren zonder anderen te storen (bij het aansluiten van een hoofdtelefoon wordt de geluidsweergave via de luidsprekers uitgeschakeld).
19
VOORBEREIDINGEN
Display en bedieningsorganen
Display
Hieronder wordt alle informatie beschreven of vermeld die u in het display ziet.
34 5678 09-2
MIDNIGHTLOUDNESSATTSIGNAL
@
1
SELECT
OVER
ANALOG
SP AB
DIGITAL
RF ATT MONO STEREO
AC-3RF
TUNED AMFM
AUTO
AC-3DTS MPEG
C
R
L
LSSRS
=
H.P EON RDS
LFE
!~#
1 Signaalselectie-indicators (SIGNAL
SELECT)
Deze indicators geven het type ingangssignaal aan dat voor de huidige component is ingesteld (zie “Voorpaneel”, %, SIGNAL SELECT). ANALOG : Licht op wanneer een analoog signaal gekozen is. DIGITAL : Licht op wanneer een digitaal audiosignaal gekozen is (DVD/LD, CD, MD/ TAPE1, TV/SAT, VCR 1, VCR 2). AC-3RF: Licht op wanneer een AC-3 RF signaal gekozen is (DVD/LD, TV/SAT, VCR 1, VCR 2). AUTO: Licht op wanneer de receiver het ingangssignaal automatisch kiest (DVD/LD, CD, MD/TAPE 1, TV/SAT, VCR 1, VCR 2). AC-3 : Licht op wanneer een bron met Dolby Digital signalen wordt weergegeven. DTS : Licht op wanneer een bron met DTS audiosignalen wordt weergegeven. MPEG: Knippert wanneer de MPEG functie gekozen is en licht continu op wanneer een bron met MPEG audiosignalen wordt weergegeven.
2 Luidsprekerindicators
Deze indicators geven de luidsprekers aan die gekozen zijn (zie “Voorpaneel”, £, SPEAKERS (A/ B)). SP # A : Licht op wanneer de luidsprekers A gekozen zijn. SP # B : Licht op wanneer de luidsprekers B gekozen zijn. SP # AB : Licht op wanneer de luidsprekers A èn B gekozen zijn.
DSP
STEREO
PRO LOGIC
DIGITAL
MPEG
VOLUME
dB
TAPE 2
3 Indicators voor analoog niveau
OVER : Als “ANALOG” gekozen is met de
SIGNAL SELECT functie, licht deze indicator op om aan te geven dat er een buitensporig sterk signaal wordt verwerkt. Wanneer dit gebeurt, drukt u op de INPUT ATT toets op het voorpaneel om het signaal te verzwakken. Wanneer “DIGITAL” gekozen is met de SIGNAL SELECT functie, licht deze indicator op om aan te geven dat een bron wordt verwerkt die buitensporig veel informatie bevat. Indien dit het geval is, zie dan blz. 38. ATT : Licht op wanneer de INPUT ATT toets wordt gebruikt om het niveau van het ingangssignaal te verlagen (alleen beschikbaar in de ANALOG stand).
4 Contour-indicator (LOUDNESS) (Zie
blz. 44)
Licht op wanneer de LOUDNESS functie ingeschakeld is.
5 MIDNIGHT indicator (Zie blz. 43)
Licht op wanneer de MIDNIGHT functie ingschakeld is.
6 Zenderfrequentie/bron-indicator
Hier wordt de zenderfrequentie of de huidige bron aangegeven.
7 DSP indicator (Zie blz. 37-38)
Licht op wanneer een DSP of geavanceerde bioscooptheaterfunctie gekozen is.
20
8 STEREO indicator (Zie blz. 37-38)
Licht op wanneer een stereo-instelling gekozen is.
Display en bedieningsorganen
9 2 Surround/dts (
MPEG
) funtie-
indicators
2 DIGITAL : Wanneer de 2 Surround/dts
functie op de receiver is ingeschakeld, licht deze indicator op bij weergave van een Dolby Digital signaal. De op bij 2-kanaals weergave van Dolby Digital.
2 PRO LOGIC indicator licht echter
2 PRO LOGIC : Wanneer de 2 Surround/dts
functie op de receiver is ingeschakeld, licht deze indicator op bij 2-kanaals weergave. De indicator licht niet op wanneer de A + B luidsprekers, enkel de B luidsprekers, of de hoofdtelefoon is gekozen voor weergave. dts : Licht op wanneer DTS signalen binnenkomen. THX: Licht op wanneer de HOME THX CINEMA functie gekozen is. MPEG: Licht op wanneer de MPEG functie
gekozen is (de ingeschakeld).
2 Surround/dts (
MPEG
) functie is
0 Hoofdvolume-aanduiding (MASTER
VOLUME)
Hier wordt het ingestelde hoofdvolume aangegeven.
- TAPE 2 indicator (Zie blz. 65)
Licht op wanneer de TAPE 2 monitorfunctie ingeschakeld is.
@ Hoofdtelefoon (H.P)
Licht op wanneer een hoofdtelefoon op de PHONES aansluiting is aangesloten (de luidsprekers A en B zijn dan automatisch uitgeschakeld).
# Alfanumeriek display
Hier worden de geluidsfuncties, algemene informatie e.d. aangegeven.
VOORBEREIDINGEN
= Programmaformaat-indicators
Wanneer een Dolby Digital of DTS signaal binnenkomt, lichten de volgende indicators op om de kanalen aan te geven die weergegeven worden.
L : Linksvoor* R : Rechtsvoor* LS : Links-surround* RS : Rechts-surround*
*1: Geeft 5.1-kanaals Dolby Digital weergave aan. *2: Geeft Dolby Pro Logic weergave aan.
1*2
, C : Midden*1,
1*2
,
1
, S : Surround (mono)*2,
1
~ LFE indicator
De LFE (Low Frequency Effects) lagetonenkanaal indicator licht op om aan te geven dat een programmabron een LFE kanaal bevat. De indicator onder LFE licht op wanneer de LFE signalen worden weergegeven (de LFE signalen zijn niet in alle delen van het geluidsspoor aanwezig).
! Tuner/FM/AM-indicators
MONO : Licht op wanneer de tuner is ingesteld
voor ontvangst van FM-uitzendingen in mono. STEREO : Licht op wanneer een FM­stereoprogramma wordt ontvangen in de (automatische) stereo-stand. TUNED : Licht op wanneer de tuner op een zender staat afgestemd. AM/FM : Geeft de huidige afstemband aan (FM of AM). EON: Licht op wanneer een RDS zender wordt ontvangen die tot een EON netwerk behoort. RF ATT: Licht wanneer de RF verzwakkingsfunctie ingeschakeld is. RDS: Licht op wanneer een RDS uitzending wordt ontvangen.
21
Display en bedieningsorganen
Afstandsbediening
Op deze en de volgende bladzijde worden de toetsen van de afstandsbediening beschreven die u gebruikt voor de bediening van de receiver.
=~
Î
RECEIVER
SYSTEM
OFF
VCR1 VCR2
TUNER
TV CONT
DIRECT ACCESS
BAND
STATION
-
+
CHANNEL
-
+
DISC
DISPLAYRF ATT
VOLUME
MUTE
FUNCTION
SIGNAL SELECT
2/dts
ADVANCED STANDARD
MPEG
STEREO
DSP
DIGITAL NR
!
@
#
$
% ^
& * ( )
1
2
3
4
5
6
7 8
9 0
-
S0URCE
MULTI
OPERATION
DVD/LD TV/SAT
MULTI CONTROL
MD/
CD
TAPE1
CLASS MPX
738
¶
TUNING
-
+
1¡4¢
23
1
56
4
89
7
+10
0
TV
TV CONTROL
TV VOL
TV FUNC
EFFECT
MENU
/CH SEL
ENTER
SYSTEM
THX
SETUP
REMOTE
MIDNIGHT
SETUP
AV PREPROGRAMMED AND LEARNING
REMOTE CONTROL UNIT
22
1 Bron aan/uit-toets (SOURCE ) (Zie blz. 58-64)
Gebruik deze toets om een van uw andere broncomponenten in te schakelen nadat u de afstandsbediening voor de bediening van de betreffende component hebt ingesteld of de signalen hiervoor hebt geprogrammeerd.
2 Multi-bedieningstoetsen (MULTI
CONTROL)
Gebruik deze toetsen om de gewenste beeld/ geluidsbron te kiezen en de afstandsbediening voor de bediening van deze bron in te stellen. Wanneer u bijvoorbeeld op de TUNER toets drukt, wordt de ingebouwde tuner gekozen en kunt u deze met de afstandsbediening bedienen.
3 Component-bedieningstoetsen
[Tuner] CLASS: Druk herhaaldelijk op deze toets om tussen de voorkeurzendergroepen om te schakelen. MPX: Druk op deze toets om tussen (automatische) FM stereo-ontvangst en FM mono-ontvangst om te schakelen. BAND: Druk op deze toets om de FM of AM­band te kiezen. DIRECT ACCESS: Druk op deze toets om de directe afstemfunctie in te schakelen. TUNING +/–: Gebruik deze toetsen om handmatig op een zender af te stemmen. STATION +/–: Gebruik deze toetsen voor het kiezen van de vastgelegde voorkeurzenders.
4
RF verzwakkingstoets (RF ATT) (Zie blz. 46)
Druk bij ontvangst van sterke FM-zenders (d.w.z. dichtbijgelegen zenders) op deze toets om de RF verzwakkingsfunctie in te schakelen zodat de vervorming minder wordt. Gewoonlijk hoeft u de RF verzwakkingsfunctie niet te gebruiken. Deze toets heeft geen invloed op AM-ontvangst.
5 TV-bedieningstoetsen (TV CONTROL)
De volgende toetsen zijn voor de bediening van de TV. U kunt deze toetsen gebruiken ongeacht de bedieningsfunctie waarvoor de afstandsbediening is ingesteld.
TV
: Druk op deze toets om de TV in en uit te
schakelen. TV FUNC : Druk op toets om de afstandsbediening te gebruiken voor de bediening van de TV. TV VOL +/– : Druk op deze toetsen om het volume van de TV in te stellen.
6 MENU toets
Druk op deze toets om de diverse menu’s op het TV-scherm te laten verschijnen.
7 Effectniveau/kanaalselectietoetsen
(EFFECT/CH SEL +/–) (Zie blz. 38)
EFFECT : Gebruik deze toets om de sterkte van
het effect van een DSP of geavanceerde bioscooptheaterfunctie in te stellen. Wanneer het effect van een DSP of geavanceerde bioscooptheaterfunctie wordt versterkt, zijn de eigenschappen ervan sterker en beter waarneembaar. Het schaalbereik loopt van 10 ­90, met 70 als de standaardinstelling. Schakel eerst de gewenste DSP of geavanceerde bioscooptheaterfunctie in (door op de DSP of ADVANCED toets te drukken) en verhoog of verlaag dan de sterkte van het gekozen effect.
Display en bedieningsorganen
CH SEL : Bij weergave van sommige
geluidsbronnen kan het nodig zijn om de kanalen bij te regelen. Gebruik dan deze toets om het gewenste kanaal te kiezen. +/– : Nadat u het gewenste effect gekozen hebt, gebruikt u deze toetsen om de versterking of verzwakking in te stellen. Bij het maken van surroundgeluid-instellingen gebruikt u de toetsen om het kanaalniveau in te stellen.
8 5//2/3/invoertoets (ENTER)
Gebruik deze toetsen bij bediening via de menu’s op uw TV-scherm en bij het invoeren van de instellingen voor surroundgeluid, luidsprekerniveau en diverse andere functies (zie blz. 25 - 34). De werking van de toetsen wordt in detail beschreven op de plaats waar zij gebruikt worden. Zie voor nadere bijzonderheden de afzonderlijke paragrafen in deze gebruiksaanwijzing.
9 Systeem-setuptoets (SYSTEM SETUP)
Gebruik deze toets voor het instellen van de luidsprekers en de geluidssystemen. Zie “Instellingen voor surroundgeluid” op blz. 24 en verder voor nadere bijzonderheden.
0 Afstandsbediening-setuptoets
(REMOTE SETUP)
Gebruik deze toets voor het aanpassen van de afstandsbedieningsfuncties en de afstandsbediening zelf. (Zie “Instellen van de afstandsbediening voor de bediening van andere componenten” op blz. 54 en “Macro-bediening” op blz. 67.) Druk de SIGNAL SELECT toets en de REMOTE SETUP toets tegelijk in om over te schakelen van SIGNAL SELECT gebruik naar EXTERNAL DECODER gebruik. Druk dan op de toets voor de EXTERNAL DECODER functie. Om terug te keren naar SIGNAL SELECT gebruik, drukt u nogmaals de REMOTE SETUP toets en de SIGNAL SELECT toets tegelijk in.
- MIDNIGHT toets (Zie blz. 43)
Druk op deze toets om de MIDNIGHT functie in en uit te schakelen.
= Marcro-bedieningstoets (MULTI
OPERATION)
Gebruik deze toets om de MULTI OPERATION functie te starten. Zie blz. 67 voor het programmeren en gebruik van de MULTI OPERATION functie.
~
Systeem-uitschakeltoets (SYSTEM OFF)
Deze toets schakelt de componenten in twee étappen uit. Wanneer u de eerste maal op de toets drukt, worden alle PIONEER componenten uitgeschakeld. Wanneer u daarna nogmaals op de toets drukt, worden de componenten uitgeschakeld die in de SYSTEM OFF instellingen geprogrammeerd zijn. (Zie blz. 69) Voorbeeld : Als u de inschakelfunctie voor de TV en de videorecorder programmeert, kunt u deze componenten met de SYSTEM OFF toets uitschakelen, ook wanneer het geen PIONEER componenten zijn.
! Receiver aan/uit-toets (RECEIVER )
Druk op deze toets om de receiver in of uit (STANDBY) te schakelen.
@ Cijfertoetsen
Het gebruik van deze toetsen verschilt afhankelijk van de ingeschakelde afstandsbedieningsfunctie. U gebruikt de toetsen meestal bij de bediening van de CD-speler en de tuner.
# Disc/aanduidingstoets (DISC/DISPLAY)
Druk bij het luisteren naar een FM-zender op deze toets voor het omschakelen tussen de RDS gegevens. Bij meermalen indrukken van de toets wordt er als volgt omgeschakeld: RT, PS, PTY en frequentie. De toets heeft diverse andere functies afhankelijk van de ingeschakelde afstandsbedieningsfunctie.
$ Volumetoetsen (VOLUME)
Gebruik deze toetsen om het volume te verhogen of verlagen.
% Dempingstoets (MUTE)
Druk op deze toets om het geluid te dempen of om het oorspronkelijke volume te herstellen.
^ Beeld/geluidsbronkeuzetoets
(FUNCTION)
Kies met deze toets de gewenste beeld/ geluidsbron. Bij herhaaldelijk indrukken van de toets worden alle mogelijke beeld/geluidsbronnen doorlopen.
& Signaalselectietoets (SIGNAL SELECT)
Druk herhaaldelijk op de SIGNAL SELECT toets om een van de volgende signalen te kiezen.
ANALOG : Kiezen van het analoge signaal. DIGITAL : Kiezen van het digitale signaal (DVD/
LD, TV/SAT, CD, MD/TAPE 1, VCR 1, VCR 2). AC-3 RF: Kiezen van het AC-3 RF signaal (DVD/ LD, TV/SAT, VCR 1, VCR 2). AUTO: Dit is de standaardinstelling. Als er zowel een analoog als digitaal ingangssignaal is, kiest de receiver automatisch het signaal dat het beste is. Druk de SIGNAL SELECT toets en de REMOTE SETUP toets tegelijk in om over te schakelen van SIGNAL SELECT gebruik naar EXTERNAL DECODER gebruik. Druk dan op de toets voor de EXTERNAL DECODER functie. Om terug te keren naar SIGNAL SELECT gebruik, drukt u nogmaals de REMOTE SETUP toets en de SIGNAL SELECT toets tegelijk in.
* 2/dts toetsen (Zie blz. 36, 38, 72-74)
Gebruik deze toetsen om de gewenste geluidsfunctie op de receiver in te schakelen. Zie “Geluidsfuncties” op blz. 36 en verder voor nadere bijzonderheden betreffende de geluidsfuncties.
(
Stereo/digitale ruisonderdrukkingstoets (STEREO/DIGITAL NR)
STEREO : Druk op deze toets om de receiver in
de stereo-stand te schakelen wanneer een andere geluidsfunctie ingeschakeld is. Zie blz. 38 voor nadere bijzonderheden betreffende de geluidsfuncties. DIGITAL NR : Gebruik deze toets om de digitale ruisonderdrukkingsfunctie in en uit te schakelen (zie blz. 42).
) DSP toets (Zie blz. 37-38)
Druk herhaaldelijk op deze toets om de gewenste DSP geluidsfunctie te kiezen.
23
VOORBEREIDINGEN
Instellingen voor surroundgeluid
/
M
Beeldscherm-aanduidingen (OSD)
Er zijn diverse mogelijkheden om de receiver met uw video-apparatuur te verbinden, zoals de DVD-speler, en om de receiver op de TV aan te sluiten, maar niet bij alle verbindingen hebt u de beschikking over de OSD functie van dit apparaat. Het verdient aanbeveling de volgende richtlijnen te volgen zodat u de beschikking hebt over de handige OSD functie:
1 Gebruik altijd hetzelfde type videosnoeren om uw video-apparatuur op de receiver aan te sluiten als u
gebruikt om de receiver op uw TV aan te sluiten. Wanneer u bijvoorbeeld composiet-videosnoeren gebruikt om uw DVD-speler op uw receiver aan te sluiten, gebruik dan ook composiet-videosnoeren om de receiver op uw TV aan te sluiten. Als u S-videosnoeren gebruikt voor het aansluiten van uw DVD-speler op de receiver, gebruik dan ook S-videosnoeren voor het aansluiten van de receiver op de TV.
2 Zorg ervoor dat de TV op het juiste ingangskanaal (bijvoorbeeld video 1) is ingesteld. Wanneer uw TV
meerdere ingangskanalen heeft en u niet het juiste kanaal hebt gekozen, kunt u de OSD functie van deze receiver niet gebruiken; in dit geval kunt u ook niet het beeld weergeven van een willekeurig ander videosignaal dat vanaf deze receiver komt. Weet u niet hoe u het ingangskanaal op de TV moet kiezen, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing die bij de TV wordt geleverd.
Wanneer uw video-apparatuur via composiet-videosnoeren èn via S-videosnoeren op de receiver is aangesloten en de receiver via composiet-videosnoeren op de TV is aangesloten, is het NIET mogelijk om de beeldscherm­aanduidingen van de OSD functie op uw TV te zien. Het verdient aanbeveling slechts een type videosnoer te gebruiken voor al uw video-verbindingen tussen de video-apparatuur, TV en deze receiver.
Omschakelen tussen het PAL en NTSC televisiesysteem
Deze receiver is geschikt voor gebruik van twee verschillende televisiesystemen voor de OSD beeldscherm­aanduidingen. U dient op de receiver het televisiesysteem in te stellen dat u hebt, d.w.z. PAL of NTSC. Indien u niet het juiste systeem op de receiver hebt ingesteld, kunt u geen OSD aanduidingen op het TV-scherm weergeven. Wanneer u een multisysteem TV hebt, hoeft u de instelling op de receiver niet te wijzigen. Volg de onderstaande aanwijzingen als u de instelling voor het televisiesysteem op de receiver moet wijzigen.
1
Zet de receiver in de STANDBY stand.
2
STANDBY/ON
Houd de LOUDNESS toets ingedrukt en druk dan tegelijk op de STANDBY/ON toets. Het ingestelde televisiesysteem, “PAL” of “NTSC”, wordt ongeveer 7 seconden in het display aangegeven waarna de receiver weer in de normale gebruiksstand komt te staan.
Let op dat u de LOUDNESS toets indrukt en NIET de DIRECT toets, want anders worden alle luidspreker-instellingen gewist (zie de waarschuwing op blz. 73).
SIGNAL SELECT
DIGITAL
SIGNAL SELECT
DIGITAL
A
SP
A
SP
VOLUME
VOLUME
Wanneer het PAL
dB
systeem is ingesteld.
dB
Wanneer het NTSC systeem is ingesteld.
STANDBY/ON
OFF _ON
PHONES
AUDIO/VIDEO MULTI-CHANNEL RECEIVER
DSP
STANDBY
MODE
/DTS
THX CINEMA ADVANCED STANDARD
5-CHANNEL EQUAL POWER OUTPUT
VIDEO INPUT
S-VIDEO
VIDEO
L AUDIO R
STEREO
MPEG
EXTERNAL
DECODER IN
DIGITAL
DIRECT LOUDNESS MIDNIGHT
NR CLASS FM
– TREBLE +
BASS +
INPUT ATTSPEAKERS
LOUDNESS
SIGNAL
RF ATT
SELECT
TAPE 2
CHARACTER
MONITOR
ME
/SEARCH
24
• Bij de PAL instelling worden de OSD aanduidingen niet in kleur aangegeven.
Instellingen voor surroundgeluid
Systeeminstellingen voor surroundgeluid
Om verzekerd te zijn van een optimale surroundweergave, moet u de onderstaande instellingsprocedure nauwkeurig opvolgen. Dit is vooral van belang bij gebruik van de HOME THX CINEMA, DTS en 2 (Dolby) surroundfuncties. U hoeft deze instellingen slechts een keer te maken. Bij deze procedure gebruikt u het TV­scherm voor weergave van de instellingen en keuzemogelijkheden (OSD beeldscherm-aanduidingen). Zorg er daarom voor dat de receiver en de TV juist op elkaar zijn aangesloten. Nadat u dit gedaan hebt, hoeft u de instelfuncties niet meer te gebruiken tenzij u nieuwe luidsprekers aanschaft e.d. De volgende instelfuncties worden beschreven:
“Speaker Setting” luidspreker-instelling (Zie blz. 26-27)
Gebruik deze instelfunctie voor het instellen van het type luidsprekers dat u hebt aangesloten en het formaat ervan.
“Channel Delay” kanaal-vertragingstijd (Zie blz. 28)
Gebruik deze instelfunctie voor het instellen van de juiste vertragingstijd zodat een realistische surroundweergave wordt verkregen. Door de vertragingstijd van sommige luidsprekers te verlengen wordt de geluidsscheiding verbeterd met als resultaat een gunstiger surroundeffect. Om de juiste vertragingstijd te kunnen instellen, moet u de afstand vanaf uw luisterplaats tot de luidsprekers weten.
“Channel Level” kanaalniveau (Zie blz. 29-30)
Gebruik deze instelfunctie voor het afregelen van de volumebalans van uw luidsprekers.
“Crossover Network” wisselfrequentie (Zie blz. 31)
Gebruik deze instelfunctie om in te stellen welke basfrequenties naar de subwoofer worden gestuurd en welke naar de voorluidsprekers.
“Bass Peak Level Manager” bas-piekniveau regeling (Zie blz. 32)
Dolby Digital en DTS audiobronnen bevatten ultralage bastonen. Stel het bas-piekniveau naar vereist in om te voorkomen dat de ultralage bastonen vervorming veroorzaken van het geluid dat via de luidsprekers wordt weergegeven.
“D-Range Control” dynamiekregeling (Zie blz. 33)
Met deze voorziening kunt u uitstekende surroundeffecten verkrijgen bij het luisteren naar Dolby Digital bronnen met laag volume.
“Digital-In Select” selectie van digitale ingang (Zie blz. 34)
Om uw digitale componenten correct te kunnen gebruiken, moet u de genummerde digitale ingangstoetsen instellen op de genummerde digitale aansluitingen die door uw digitale componenten worden gebruikt.
SYSTEEMINSTELLINGEN
2
S0URCE
DVD/LD TV/SAT
CD
CLASS MPX
¶
TUNING
-
1¡4¢
1
4
7
+10
TV VOL
EFFECT
/CH SEL
SYSTEM
SETUP
REMOTE
SETUP
AV PREPROGRAMMED AND LEARNING
MULTI
SYSTEM
OPERATION
OFF
VCR1 VCR2
MULTI CONTROL
MD/
TUNER
TAPE1
DIRECT ACCESS
BAND
738
STATION
-
+
CHANNEL
-
23
56
89
0
TV
TV CONTROL
VOLUME
TV FUNC
MENU
ENTER
2/dts
THX
ADVANCED STANDARD
MIDNIGHT
DSP
REMOTE CONTROL UNIT
RECEIVER
TV CONT
DISC
MUTE
FUNCTION
SIGNAL SELECT
MPEG
STEREO
DIGITAL NR
Î
1
+ +
1
Schakel de receiver en de TV in.
Zorg dat de TV is ingesteld voor weergave van het signaal van de receiver.
2
Druk op de SYSTEM SETUP toets.
Het System Setup menu verschijnt op het TV-scherm.
System Setup
[Speaker Setting] [Channel Delay]
DISPLAYRF ATT
[Channel Level] [Crossover Network] [Bass Peak Level Manager] [D-Range Control] [Digital-In Select]
SIGNAL SELECT
ANALOG
AUTO
A
SP
STEREO
VOLUME
dB
Om het setup-scherm te laten verdwijnen
U kunt op ieder gewenst moment op de SYSTEM SETUP toets drukken om het scherm te laten verdwijnen. In dat geval zullen eventuele instellingen die u gemaakt hebt niet in het geheugen worden vastgelegd.
25
Instellingen voor surroundgeluid
3
S0URCE
DVD/LD TV/SAT
CD
CLASS MPX
¶
TUNING
-
1¡4¢
1
4
7
+10
TV VOL
EFFECT /CH SEL
SYSTEM
SETUP
REMOTE
SETUP
RECEIVER
MULTI
SYSTEM
OPERATION
OFF
VCR1 VCR2
MULTI CONTROL
MD/
TUNER
TV CONT
TAPE1
DIRECT ACCESS
BAND
738
STATION
-
+
CHANNEL
-
23
56
89
DISC
0
TV
TV CONTROL
VOLUME
TV FUNC
MUTE
MENU
FUNCTION
ENTER
SIGNAL SELECT
2/dts
THX
ADVANCED STANDARD
MPEG
STEREO
MIDNIGHT
DSP
DIGITAL NR
Î
+ +
DISPLAYRF ATT
1
3
Druk op de 5 of toets om het aanwijssymbool naar de functie te brengen die u wilt instellen en druk dan op de ENTER toets.
De huidige instellingen voor de betreffende functie worden automatisch aangegeven. Het verdient aanbeveling alle vereiste instellingen te maken wanneer u de receiver de eerste maal aansluit en in gebruik neemt.
4
Ga door naar de volgende bladzijde om te beginnen met het maken van de instellingen.
Om het System Setup menu en de beeldscherm-aanduidingen te verlaten
Druk nogmaals op de SYSTEM SETUP toets.
Nadat u een van de instelfuncties van het System Setup menu hebt afgewerkt en terugkeert naar het System Setting basisscherm, zal de receiver automatisch de cursor naar de volgende instelfunctie van het System Setup menu verplaatsen. Wanneer u bijvoorbeeld de Speaker Setting hebt afgewerkt en terugkeert naar het System Setup basisscherm, zal automatisch de Channel Delay instelfunctie gekozen worden. U ziet dit in de aanduidingen die getoond worden op
AV PREPROGRAMMED AND LEARNING
REMOTE CONTROL UNIT
uw TV-scherm.
“Speaker Setting” instelfunctie
Hieronder wordt de procedure beschreven voor het instellen van het type luidsprekers dat u hebt aangesloten. Gebruik de en 2¥3 toetsen om een keuze te maken in de beeldscherm-menu’s en druk dan op de ENTER toets om de informatie vast te leggen.
Afhankelijk van uw instellingen zal het geluidssignaal anders lopen, zoals hieronder beschreven.
FRONT (standaard instelling is LARGE)
• Kies SMALL om de basfrequenties naar de subwoofer te sturen.
• Kies LARGE als uw voorluidsprekers de basfrequenties goed weergeven of als u geen subwoofer hebt aangesloten. (Als u SMALL kiest voor de voorluidsprekers, zal de subwoofer-parameter automatisch op YES komen te staan. Merk op dat u niet de midden- en surroundluidsprekers op LARGE kunt zetten als de voorluidsprekers op SMALL zijn ingesteld. In dit geval worden alle basfrequenties naar de subwoofer gestuurd.)
CENTER (standaard instelling is LARGE)
• Kies LARGE als uw middenluidspreker de basfrequenties goed weergeeft.
• Kies SMALL om de basfrequenties naar de andere luidsprekers of de subwoofer te sturen.
• Als u geen middenluidspreker hebt aangesloten, stelt u NO in. In dit geval wordt het geluid van het middenkanaal via de voorluidsprekers weergegeven.
SURROUND (standaard instelling is LARGE)
• Kies LARGE als uw surroundluidsprekers de basfrequenties goed weergeven.
• Kies SMALL om de basfrequenties naar de andere luidsprekers of de subwoofer te sturen.
• Als u geen surroundluidsprekers hebt aangesloten, stelt u NO in. In dit geval wordt het geluid van de surroundkanalen via de midden- en voorluidsprekers weergegeven.
SUB WOOFER (standaard instelling is YES)
• Gebruik de YES instelling wanneer u een subwoofer hebt aangesloten.
• Als u geen subwoofer hebt aangesloten, stelt u NO in. In dit geval worden de basfrequenties via de voor­en surroundluidsprekers weergegeven.
• Kies de PLUS instelling als u een sterkere weergave van de diepe bastonen wenst.
• Als u de PLUS instelling kiest, worden de basfrequenties die anders via de midden- en voorluidsprekers worden weergegeven, alle naar de subwoofer gestuurd.
26
Loading...
+ 58 hidden pages