Pentax K20D User Manual [nl]

e_kb442_cover_7.fm Page 1 Wednesday, February 13, 2008 11:18 AM
PENTAX Corporation 2-36-9, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN
(http://www.pentax.co.jp/english)
PENTAX Europe GmbH (European Headquarters)
PENTAX U.K. Limited PENTAX House,
PENTAX France S.A.S.
PENTAX Italia S.r.l. Via Dione Cassio, 15 20138 Milano, ITALY
PENTAX (Schweiz) AG Widenholzstrasse 1, 8304 Wallisellen,
PENTAX Scandinavia AB P.O. Box 650, 75127 Uppsala, SWEDEN
PENTAX Imaging Company A Division of PENTAX of America, Inc.
PENTAX Canada Inc. 1770 Argentia Road Mississauga, Ontario L5N 3S7, CANADA
PENTAX Trading (SHANGHAI) Limited
Julius-Vosseler-Strasse, 104, 22527 Hamburg, GERMANY (HQ - http://www.pentaxeurope.com) (Germany - http://www.pentax.de) Hotline: 0180 5 736829 / 0180 5 PENTAX
Austria Hotline: 0820 820 255 (http://www.pentax.at)
Heron Drive, Langley, Slough, Berks SL3 8PN, U.K. (http://www.pentax.co.uk) Hotline: 0870 736 8299
112 Quai de Bezons - BP 204, 95106 Argenteuil Cedex, FRANCE (http://www.pentax.fr) Hotline: 0826 103 163 (0,15€ la minute) Fax: 01 30 25 75 76 Email: http://www.pentax.fr/_fr/photo/ contact.php?photo&contact
(http://www.pentaxitalia.it) Email : info@pentaxitalia.it
Postfach 367, 8305 Dietlikon, SWITZERLAND (http://www.pentax.ch)
(http://www.pentax.se)
(Headquarters) 600 12th Street, Suite 300 Golden, Colorado 80401, U.S.A. (PENTAX Service Department) 12000 Zuni Street, Suite 100B Westminster, Colorado 80234, U.S.A. (http://www.pentaximaging.com)
(http://www.pentax.ca)
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang Road, Xu Hui District, Shanghai, 200032 China (http://www.pentax.com.cn)
Digitale spiegelreflexcamera
Handleiding
Handleiding
De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande berichtgeving wijzigingen in specificaties, ontwerp en beschikbaarheid aan te brengen.
AP016105/NL Copyright © PENTAX Corporation 2008
FOM 01.02.2008 Printed in Europe
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
e001_kb442_7.fm Page 0 Tuesday, February 19, 2008 12:07 PM
Fijn dat u hebt gekozen voor deze PENTAX u digitale camera. Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar ze daarom een veilige plaats.
Geschikte objectieven
Voor deze camera zijn alle DA, D FA en FA J-objectieven en objectieven met een s-stand (automatisch) op de diafragmaring geschikt. Zie p.50 en 251 als u een ander objectief of accessoire wilt gebruiken.
Auteursrechten
u Opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Handelsmerken
PENTAX en smc PENTAX zijn handelsmerken van PENTAX Corporation.
Het SD-logo en het SDHC-logo zijn handelsmerken. Dit product maakt gebruik van DNG-technologie onder licentie van Adobe Systems Incorporated.
Het DNG-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Aan de gebruikers van deze camera
De kans bestaat dat opgenomen gegevens worden gewist of dat de camera niet naar behoren functioneert bij gebruik in omgevingen met installaties die sterke elektromagnetische straling of magnetische velden opwekken.
• Het paneel met vloeibare kristallen in de monitor is gemaakt met behulp van extreem hoge-
precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
Dit product ondersteunt PRINT Image Matching III. Met digitale fotocamera’s, printers en software die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen fotografen opnamen produceren die hun bedoelingen beter benaderen. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers die PRINT Image Matching III niet ondersteunen. Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden. PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Meer over PictBridge
Met PictBridge kan de gebruiker de digitale camera rechtstreeks aansluiten op een printer, waarbij gebruik wordt gemaakt van de universele standaard voor de rechtstreekse uitvoer van opnamen. Met een paar eenvoudige handelingen kunt u opnamen rechtstreeks vanuit de camera afdrukken.
• De illustraties en het weergavescherm van de monitor in deze handleiding kunnen afwijken
van het feitelijke product.
e_kb442.book Page 1 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
Waarschuwing
van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen
Pas op
van deze waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
OVER DE CAMERA
Waarschuwing
• Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera bevat
onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat.
• Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de
camera valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het vrijgekomen gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
• Houd de SD-geheugenkaart buiten bereik van kleine kinderen om het risico
te vermijden dat de kaart per ongeluk wordt ingeslikt. Mocht de kaart toch worden ingeslikt, ga dan onmiddellijk naar een arts.
• De camerariem om uw nek wikkelen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen
de riem niet om hun nek wikkelen.
• Kijk niet rechtstreeks naar de zon door de camera, omdat uw ogen bij blootstelling
aan direct zonlicht beschadiging kunnen oplopen. Kijk niet recht in de zon door een teleobjectief, aangezien dit kan leiden tot blindheid.
• Berg de batterij op buiten bereik van kinderen. Als de batterij in de mond wordt
gestoken, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde netvoedingsadapter met het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik van een netvoedingsadapter met andere specificaties dan voorgeschreven voor dit product, kan brand, elektrische schokken of schade aan de camera veroorzaken.
• Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een
vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterij of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Schakel tijdens onweer de netvoedingsadapter uit en haal deze uit het stopcontact. Onweer kan storing in de apparatuur, brand of elektrische schokken veroorzaken.
1
e_kb442.book Page 2 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
2
Pas op
• Probeer nooit de batterij kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen. Demonteer
de batterij nooit. De batterij kan exploderen of vuur vatten.
• Als de batterij heet wordt of begint te roken, moet u deze onmiddellijk uit de camera
halen. Pas op dat u zichzelf niet verbrandt bij het verwijderen van de batterij.
• Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Als dergelijke
onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
• Leg uw vingers of een kledingstuk niet over de flitser wanneer u deze gebruikt.
Uw huid of kleding kan verbranden.
• Sommige gebruikers kunnen last krijgen van huiduitslag of eczeem, afhankelijk
van de fysiek conditie. Als zich iets onverwachts voordoet, moet u meteen te stoppen met het gebruik van de camera en een arts raadplegen.
BATTERIJGEBRUIK
• Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik van andere
batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
• Houd snoeren, haarspeldjes en andere metalen voorwerpen uit de buurt van
de plus- en minpolen van de batterij. Als u de batterij buiten de camera bewaart, bevestig dan het meegeleverde beschermingskapje op de batterij om kortsluiting te voorkomen.
• Demonteer de batterij nooit. Het demonteren van batterijen kan leiden tot
een explosie of lekkage.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen,
wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw huid
of kleding, was de betroffen gebieden dan grondig schoon met water.
• Demonteer de batterij niet en sluit ze niet kort. Stel de batterij ook nooit bloot aan
vuur en berg ze niet op op een plaats waar het heet kan worden. De batterij kan dan heet worden, ontbranden of exploderen.
• Laad de batterij uitsluitend op met de gespecificeerde batterijlader.
• Als de batterij heet wordt of begint te roken, moet u hem onmiddellijk uit de camera
halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
• Als de batterij volledig opgeladen wordt weggeborgen, kan dat tot verlies
van prestaties leiden. Vermijd met name opslag bij hoge temperaturen.
• Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een batterij is
geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat van de levensduur.
Het verdient aanbeveling de batterij een dag voor gebruik, of op de dag van gebruik zelf op te laden.
e_kb442.book Page 3 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK BATTERIJLADER
• Gebruik alleen de batterijlader D-BC50 die wordt meegeleverd met de camera.
Gebruik het product uitsluitend met de voorgeschreven spanning. Gebruik met een andere stroombron of een andere spanning dan voorgeschreven, kan resulteren in brand of een elektrische schok. De voorgeschreven spanning is 100 - 240 V AC (wisselstroom).
• Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI50. Het opladen van andere batterijen kan een explosie of brand veroorzaken, of een defect aan de camera.
• Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan resulteren
in brand of een elektrische schok.
• Als er rook of een vreemde geur uit het product komt, of in geval van welke andere
onregelmatigheid dan ook, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met
een PENTAX Service Center. Verder gebruik van het product kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Als het tijdens het gebruik van de batterijlader gaat onweren, haal het netsnoer
dan uit het stopcontact en gebruik het product niet verder. Als u het product toch verder gebruikt, kan dit resulteren in beschadiging van de apparatuur, brand of een elektrische schok.
• Veeg de stekker van het netsnoer schoon als hij met stof bedekt is. Stof kan brand
veroorzaken.
• Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/
UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde NEMA-configuratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een gelijkwaardig stroomsnoer.
• Het bij de camera geleverde netsnoer dient uitsluitend te worden gebruikt voor
de batterijlader D-BC50. Gebruik het netsnoer niet voor andere apparaten.
3
Aandachtspunten tijdens het gebruik
• Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee dat deel
uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed werkt,
vooral als u er belangrijke opnamen mee wilt maken (bijvoorbeeld huwelijksfoto’s of opnamen op reis). Opnamen kunnen niet worden gegarandeerd als opnemen, weergeven of het overzetten van de gegevens naar een computer enz. niet mogelijk is als gevolg van een defect aan de camera of aan de opnamemedia (SD-geheugenkaart) enz.
e_kb442.book Page 4 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
4
• Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner,
alcohol of wasbenzine.
• Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Laat
de camera niet achter in een voertuig, omdat met name in auto’s de temperatuur zeer hoog kan oplopen.
• Bewaar de camera niet op een plaats met conserveermiddelen en chemicaliën.
Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg hem op een droge en goed geventileerde plaats op.
• Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik een
kussen om de camera te beschermen tegen trillingen van een motor, auto of schip.
• Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0° tot 40°C (32°F tot 104°F).
• De monitor kan zwart worden bij hoge temperaturen, maar wordt weer normaal
bij een normale omgevingstemperatuur.
• De reactiesnelheid van de monitor kan traag worden bij lage temperaturen.
Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en is geen defect.
• Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties
van het product op peil te houden.
• Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming aan
de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de draagtas of een plastic zak en haal deze er pas uit als het temperatuurverschil tussen de camera en de omgeving minimaal is geworden.
• Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten,
aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen- of waterdruppels op de camera komt, veeg deze dan droog.
• Zie “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (p.41)
voor meer informatie over de SD-geheugenkaart.
• Verwijder stof dat zich op het objectief of de zoeker heeft verzameld met een
lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief hierdoor beschadigd kan raken.
• Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele
reiniging van de CMOS sensor. (Hieraan zijn kosten verbonden.)
• Druk niet met kracht op de monitor. De kans bestaat dat de monitor hierdoor
breekt of niet meer naar behoren functioneert.
• Batterijgebruik D-LI50:
- NIET VERBRANDEN, DEMONTEREN, KORTSLUITEN, WEGWERPEN IN VUUR, NOCH BLOOTSTELLEN AAN TEMPERATUREN BOVEN 60°C. DAT KAN ONTPLOFFING OF BRAND VEROORZAKEN.
- GEBRUIK ALLEEN DE GESPECIFICEERDE BATTERIJOPLADER.
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde CD-ROM of op de website van PENTAX. Bij voorbaat dank voor uw medewerking. Zie de bedieningshandleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3 voor meer informatie (Windows-gebruikers: p.9, Mac OS-gebruikers: p.10) voor meer informatie.
e_kb442.book Page 5 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Memo
5
e_kb442.book Page 6 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
6
Inhoudstafel
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA .......................................................1
OVER DE CAMERA ...................................................................................1
BATTERIJGEBRUIK................................................................................... 2
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK BATTERIJLADER.................................. 3
Aandachtspunten tijdens het gebruik.......................................................... 3
Inhoudstafel ................................................................................................6
Samenstelling van de handleiding ............................................................11
Voor u de camera gaat gebruiken 13
u Kenmerken van de camera................................................. 14
De inhoud van het pakket controleren............................................. 16
Namen en functies van de onderdelen ............................................ 17
Camera .....................................................................................................17
Opnamestand ...........................................................................................18
Weergavestand......................................................................................... 20
Weergave van indicaties ................................................................... 22
Monitor ......................................................................................................22
Zoeker....................................................................................................... 27
LCD-display ..............................................................................................29
Bediening van het menu ...................................................................30
De functiekiezer gebruiken ............................................................... 32
Voorbereidingen 33
Draagriem bevestigen .......................................................................34
De batterij gebruiken ......................................................................... 35
De batterij opladen.................................................................................... 35
De batterij plaatsen/uitnemen ...................................................................36
Indicatie batterijniveau ..............................................................................38
Geschatte opslagcapaciteit en Weergavetijd
(Speciale batterij volledig opgeladen) .......................................................38
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel) .......................................39
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen .......................................40
Opnamepixels en Kwaliteitsniveau ........................................................... 42
De camera aan- en uitzetten .............................................................44
Standaardinstellingen .......................................................................45
De weergavetaal instellen......................................................................... 45
Datum en tijd instellen...............................................................................48
Het objectief bevestigen.................................................................... 50
De zoekerdioptrie aanpassen ........................................................... 52
e_kb442.book Page 7 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Basisbediening 53
Basishandelingen bij opnamen ........................................................54
De camera vasthouden............................................................................. 54
De camera de optimale instellingen laten bepalen ................................... 55
Werken met een zoomobjectief ........................................................ 59
De ingebouwde flitser gebruiken .....................................................60
Opnamen maken met behulp van de functie Shake Reduction ....65
De functie Bewegingsreductie inschakelen ..............................................66
De functie Shake Reduction instellen .......................................................67
Foto’s weergeven............................................................................... 68
Opnamen weergeven................................................................................68
Opnamen wissen ...............................................................................70
Eén opname wissen..................................................................................70
Opnamefuncties 71
Werken met de opnamemenu’s ........................................................72
Onderdelen van het menu [A Opname] .................................................. 72
Onderdelen van het menu [A Custom Setting] ........................................73
Onderdelen van het Fn-menu ...................................................................75
Belichting instellen ............................................................................76
Effect van diafragma en sluitertijd............................................................. 76
De gevoeligheid instellen ..........................................................................78
De belichtingsfunctie wijzigen ...................................................................80
De lichtmeetmethode selecteren ..............................................................98
Belichting corrigeren ...............................................................................100
Dubbelopnamen maken.......................................................................... 103
Scherpstellen ...................................................................................104
Autofocus gebruiken ...............................................................................104
Het scherpstelveld selecteren (AF-punt).................................................107
Scherpstelling vastzetten (Scherpstelvergrendeling).............................. 108
Handmatig scherpstelling wijzigen (Handmatig scherpstellen)...............110
De =-knop gebruiken........................................................................... 112
Opnamen maken in de stand Catch-in Focus.........................................112
Compositie, belichting en scherpstellen
beoordelen vóór opname ................................................................113
De voorbeeldmethode selecteren ...........................................................113
Voorbeeld weergeven .............................................................................114
Continuopnamen .............................................................................117
Intervalopnamen .............................................................................. 120
Opnamen met de zelfontspanner ................................................... 122
Opnamen met de afstandsbediening
(Afstandsbediening F: afzonderlijk verkrijgbaar) ......................... 125
7
e_kb442.book Page 8 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
8
Gebruik van de functie Spiegel omhoog om bewegingen
van de camera te voorkomen .........................................................128
Automatisch wijzigen van de opname-instellingen
tijdens het maken van opnamen (Auto Bracket)........................... 129
Opslaan van Gebruikersinstellingen.............................................. 133
De flitser gebruiken 135
Corrigeren van de flitsintensiteit....................................................136
Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen....... 137
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie ............................138
Afstand en diafragma bij gebruik van de ingebouwde flitser......141
Compatibiliteit objectieven DA, D FA, FA J, FA en F
met de ingebouwde flitser............................................................... 142
Gebruik van een externe flitser (optioneel) ...................................143
Opname-instellingen 153
De methode voor het verwerken van opnamen instellen
in de opnamestand (Aangepaste opname).................................... 154
De bestandsindeling instellen ........................................................ 156
JPEG-opnamepixels instellen .................................................................156
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen .......................................................157
De bestandsindeling instellen .................................................................158
De functie van de RAW-knop instellen ...................................................159
Witbalans instellen ..................................................................................160
Kleurruimte instellen ...............................................................................167
Weergavefuncties 169
Werken met de menu’s tijdens weergave......................................170
Onderdelen van het menu [Q Weergeven]........................................... 170
Onderdelen van het menu [A Custom Setting] ......................................170
Onderdelen van het Fn-menu bij weergave............................................ 171
Opnamen roteren .............................................................................172
Vergrote weergave Opnamen ......................................................... 173
Weergave van meerdere opnamen................................................. 175
Een map weergeven ........................................................................177
Opnamen vergelijken....................................................................... 178
Diavoorstelling .................................................................................179
Weergave-interval diavoorstelling instellen.............................................181
Weergavefunctie wijzigen .............................................................. 182
e_kb442.book Page 9 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Meerdere opnamen wissen .............................................................185
Alle opnamen wissen ..............................................................................185
Geselecteerde opnamen wissen (vanuit de weergave van meerdere
opnamen tegelijk)....................................................................................186
Een map wissen......................................................................................188
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen)...........................189
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur ......................191
Opnamen verwerken 193
Opnamen bewerken met digitale filters .........................................194
RAW-opnamen bewerken................................................................ 197
Eén RAW-bestand bewerken..................................................................197
Alle RAW-opnamen bewerken................................................................ 198
Parameters specificeren .........................................................................200
Afdrukken vanaf de Camera 203
Afdrukservice instellen (DPOF) ......................................................204
Afzonderlijke opnamen afdrukken...........................................................204
Instellingen voor alle opnamen ...............................................................205
Afdrukken met PictBridge...............................................................207
Transferfunctie instellen.......................................................................... 208
Camera op de printer aansluiten.............................................................209
Afzonderlijke opnamen afdrukken...........................................................210
Alle opnamen afdrukken .........................................................................212
Opnamen afdrukken op basis van DPOF-instellingen ............................213
De USB-kabel loskoppelen .....................................................................213
9
Camera-instellingen 215
Werken met het menu [R Set-up] ..................................................216
Onderdelen van menu [R Set-up] ..........................................................216
SD-geheugenkaart formatteren ...................................................... 218
Instellingen opgeven voor het geluidssignaal,
de datum en tijd en de weergavetaal .............................................219
Het geluidssignaal in- en uitschakelen....................................................219
Datum/tijd en weergavestijl wijzigen ....................................................... 220
Wereldtijd instellen.................................................................................. 221
Weergavetaal instellen............................................................................224
Weergave van monitor en menu’s aanpassen ..............................225
Tekstformaat instellen............................................................................. 225
De tijd voor weergave van Hulpdisplay instellen.....................................225
De helderheid van de monitor aanpassen .............................................. 226
De kleur van de monitor aanpassen (LCD-kleuraanpassing) ................. 226
e_kb442.book Page 10 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
10
De weergave voor Momentcontrole, Live weergave
en Digitaal voorbeeld instellen ................................................................227
Conventies instellen voor bestandsnamen...................................230
De mapnaam selecteren......................................................................... 230
Instelling opgeven voor bestandsnummer ..............................................230
Bestandsnaam instellen.......................................................................... 231
Het video-uitgangssignaal en voedingsinstellingen
selecteren ......................................................................................... 233
Het video-uitgangssignaal selecteren .....................................................233
Automatisch uitschakelen instellen .........................................................233
Een batterij selecteren ............................................................................234
Pixelregistratie ................................................................................. 235
Instellingen voor de opnamestand selecteren
om op te slaan in de camera........................................................... 236
Standaardinstellingen herstellen (Reset) 237
De menu’s Opname/Weergeven/Set-up resetten ..........................238
Menu Pers. inst. herstellen .............................................................239
Andere instellingen resetten........................................................... 240
Opgeslagen USER instellingen resetten.................................................240
De bestandsnaam resetten..................................................................... 241
De opgeslagen waarde voor AF-aanpassing resetten............................ 241
Bijlage 243
Standaardinstellingen .....................................................................244
Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties.....249
Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring]................................... 251
CMOS-sensor reinigen .................................................................... 252
Stof verwijderen door de CMOS-sensor te schudden............................. 252
Stof detecteren op de CMOS-sensor (Stofalarm) ...................................252
Stof verwijderen met een blaaskwastje...................................................254
Optionele accessoires..................................................................... 256
Foutberichten ...................................................................................261
Problemen oplossen........................................................................ 264
Belangrijkste technische gegevens ...............................................266
Verklarende woordenlijst ................................................................ 270
Index.................................................................................................. 275
GARANTIEBEPALINGEN................................................................. 280
e_kb442.book Page 11 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Samenstelling van de handleiding
Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
1 Voor u de camera gaat gebruiken
Beschrijft de kenmerken van de camera, accessoires en de namen en functies van de verschillende onderdelen.
11
1
2 Voorbereidingen
Beschrijft uw eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
3 Basisbediening
Legt de procedures uit voor het maken en weergeven van opnamen.
4 Opnamefuncties
Legt de functies voor het maken van opnamen uit.
5 De flitser gebruiken
Legt het gebruik van de ingebouwde en de externe flitser uit.
6 Opname-instellingen
Legt de procedures uit voor het configureren van beeldbewerking en het instellen van de indeling voor opslaan.
7 Weergavefuncties
Legt de procedures uit voor het weergeven, verwijderen en beveiligen van opnamen.
8 Opnamen verwerken
Legt de procedures uit voor het gebruik van filters en het verwerken van opnamen die zijn gemaakt in RAW-indeling.
9 Afdrukken vanaf de Camera
Legt de procedures uit voor het opgeven van afdrukinstellingen en het afdrukken van opnamen bij een rechtstreekse verbinding met de printer.
10 Camera-instellingen
Legt de procedures uit voor het wijzigen van de camera-instellingen, bijvoorbeeld die voor de monitor en de conventies voor het benoemen van afbeeldingsbestanden.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
11 Standaardinstellingen herstellen (Reset)
Legt de procedures uit voor het resetten van alle instellingen naar de standaardinstellingen.
12 Bijlage
Behandelt het oplossen van problemen en geeft een overzicht van afzonderlijk verkrijgbare accessoires en verschillende informatiebronnen.
12
e_kb442.book Page 12 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
12
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
1
Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
Geeft nuttige informatie weer.
Geeft aandachtspunten aan voor de bediening van de camera.
e_kb442.book Page 13 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
1 Voor u de camera gaat
gebruiken
Controleer de inhoud van het pakket en de namen en functies van de diverse onderdelen voor het gebruik.
u Kenmerken van de camera ...................... 14
De inhoud van het pakket controleren .................. 16
Namen en functies van de onderdelen .................. 17
Weergave van indicaties ......................................... 22
Bediening van het menu ......................................... 30
De functiekiezer gebruiken ..................................... 32
Bij gebruik van de menu’s en het functiemenu zijn onderdelen die niet kunnen worden gewijzigd vanwege instellingen van de camera grijs en niet selecteerbaar.
e_kb442.book Page 14 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
14
u Kenmerken van de camera
• Voorzien van een CMOS-sensor van 23,4×15,6 mm met effectief 14,6 miljoen pixels, voor een zeer hoge precisie en een groot dynamisch bereik.
• Voorzien van Shake Reduction (SR), een systeem voor het reduceren van
1
onscherpte door het bewegen van de beeldsensor. Daarmee kunt u scherpe
Voor u de camera gaat gebruiken
opnamen maken die minimaal worden beïnvloed door het bewegen van de camera, ongeacht het gebruikte objectief.
• Uitgerust met een 11-punts AF-sensor. Bij lichtmeting met nadruk op het midden wordt een breed scherpstelveld met 9 scherpstelpunten gebruikt.
• Geschikt voor continuopnamen bij hoge snelheid tot een maximum van ca. 21 beelden per seconde.
• Voorzien van een zoeker die vergelijkbaar is met die van een conventionele kleinbeeldcamera, met een vergroting van ca. 0,95 en een beeldveld van ca. 95% voor comfortabeler handmatig scherpstellen. Bovendien uitgerust met een functie die de AF-punten in de zoeker rood doet oplichten.
• Voorzien van een grote monitor van 2,7 inch met ca. 230.000 pixels, een grote beeldhoek, en een helderheids- en kleurenregeling voor een zo nauwkeurig mogelijke weergave.
• Voorzien van een live weergavefunctie voor het maken van opnamen bij gelijktijdige real-time weergave van het onderwerp op de monitor.
• Er is een gebruiksvriendelijk ontwerp toegepast op verschillende delen van de camera. Grote tekst, de monitor met een hoog contrast en de gebruiksvriendelijke menu’s maken de bediening van de camera eenvoudiger.
• Instelwielen, knoppen, naden van de body en intrekbare onderdelen van de camera zijn spatwater- en stofbestendig.
• Op de CMOS-sensor is een speciale SP-coating aangebracht die stofwerend is. Bij toepassing van de functie Sensor stofvrij wordt de CMOS-sensor geschud om stof te verwijderen.
• Ondersteuning van de optionele Batterijgreep D-BG2 met verticale ontspanknop. Als in zowel de camera als de greep een batterij (D-LI50) wordt geplaatst, wordt de batterij met het meeste vermogen gebruikt. Op die manier levert de camera gedurende langere tijd de beste prestaties. Er is bovendien een menuoptie waarmee u prioriteit voor een batterij kunt opgeven, zodat u die helemaal leeg kunt maken voordat u overschakelt op de andere batterij.
• Voorzien van een stand Aangepaste opname met opties voor Fijne scherpte en Filtereffect. Met behulp van die opties kunt u verfijnd instellen en beschikt u over een groter expressiebereik.
• Opnamen worden opgeslagen in de flexibele indeling JPEG of de kwalitatief hoogwaardige maar 100 procent bewerkbare RAW-indeling. U kunt ook JPEG+RAW selecteren en opnamen in beide indelingen opslaan. RAW­opnamen kunnen gemakkelijk op de camera zelf worden verwerkt.
e_kb442.book Page 15 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
• Met de modi Hyper-program en Hyper-manual kunt u opnamen maken met een vooraf ingestelde belichting. Bovendien uitgerust met een Gevoeligheidsvoorkeuze K die diafragma en sluitertijd automatisch aanpast aan de gekozen gevoeligheid, en een Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze L die de gevoeligheid automatisch aanpast aan de ingestelde sluitertijd en diafragma.
Het gebied dat door de camera wordt vastgelegd (de beeldhoek) is bij de u en 35 mm-kleinbeeldreflexcamera’s verschillend, zelfs wanneer hetzelfde objectief wordt gebruikt. Dit komt doordat de formaten van kleinbeeldfilm en een CMOS-sensor verschillen.
Afmetingen van kleinbeeldfilm en CMOS-sensor
35 mm-kleinbeeldfilm : 36×24 mm u CMOS-sensor: 23,4×15,6 mm
Bij gelijke beeldhoeken moet de brandpuntsafstand van een objectief dat voor een 35 mm-kleinbeeldcamera wordt gebruikt, ongeveer 1,5 keer langer zijn dan die voor de u. Om een beeldhoek te bereiken die hetzelfde gebied bestrijkt, deelt u de brandpuntsafstand van het kleinbeeldobjectief door 1,5.
Voorbeeld)Om een zelfde opname te maken als met een 150 mm-objectief
op een kleinbeeldcamera 150÷1,5=100 Gebruik een 100 mm-objectief op de u.
Omgekeerd moet de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief op de u worden vermenigvuldigd met 1,5 om de brandpuntsafstand voor een kleinbeeldcamera te bepalen.
Voorbeeld) Wanneer een 300 mm-objectief wordt gebruikt op een u
300×1,5=450 De brandpuntsafstand is gelijk aan een 450 mm-objectief op een kleinbeeldcamera.
15
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Shake Reduction (SR)
Shake Reduction (SR) op de u is een oorspronkelijk PENTAX-systeem waarbij met behulp van een magneet de beeldsensor met hoge snelheid wordt bewogen om camerabeweging te compenseren. De camera kan enig geluid veroorzaken als hij heen en weer wordt geschud, bijvoorbeeld bij het wijzigen van een compositie. Dat is geen defect.
e_kb442.book Page 16 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
16
De inhoud van het pakket controleren
Bij de camera worden de volgende accessoires geleverd. Controleer of alle accessoires zijn meegeleverd.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Flitsschoenbeschermer FK (op de camera bevestigd)
Sync-aansluiting 2P-kapje
(op de camera bevestigd)
Videokabel
I-VC28
Oogschelp F
(op de camera bevestigd)
Bodydop
(op de camera bevestigd)
Software (CD-ROM)
S-SW74, S-SW75
P
ME-zoekerkapje
USB-kabel
I-USB17
Draagriem
O-ST53
Oplaadbare lithium-
ionbatterij
D-LI50
Handleiding
(deze handleiding)
Batterijlader
D-BC50
Netsnoer
e_kb442.book Page 17 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Namen en functies van de onderdelen
Camera
Flitsschoen
Zelfontspanner-LED/
Afstandsbedienings-
objectiefvatting
Dioptriecorrectieknop
Ingebouwde flitser
draadontspanner
USB/video-aansluiting
Gelijkstroomingang
sensor
Kaartklep
Richtteken
Objectiefont-
grendelknop
Aansluiting
Klepje voor
aansluitingen
Monitor
Spiegel
Riembevestiging X-sync-aansluiting
AF-koppeling
Objectiefinformatie­contacten
LCD-display
Zoeker
Zelfontspanner-LED/ Afstandsbedienings sensor
Ontgrendelknop van kaartcompartiment LED voor lezen van/schrijven naar kaart
17
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Statiefaansluiting
Klep voor de
batterijgreepaansluiting
Ontgrendelknop van de batterijklep
Batterijklep
e_kb442.book Page 18 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
18
Opnamestand
Hieronder vindt u uitleg over de functie van knoppen, instelwielen en hendels die bij het maken van opnamen worden gebruikt. * Hier worden de fabrieksinstellingen besproken. Afhankelijk van de knop
1
of het instelwiel kunnen instellingen worden gewijzigd in het menu
Voor u de camera gaat gebruiken
[A Pers.instelling] (p.73).
2
3 4
5
9
0 a
b
c d
1 Snelinstelling
De belichtingsfunctie instellen op automatische belichting (p.85, p.92, p.95) en weer herstellen (p.101, p.136).
2 Ontspanknop
Indrukken om opnamen te maken. (p.57)
1
8
7
6
m l
k j
i h g f e
3 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera aan/uit te zetten (p.44) of een voorbeeld weer te geven(p.114).
4 e-knop aan de voorzijde
De sluitertijd en de LW-correctie instellen.
5 Ontgrendelknop voor
het objectief
Indrukken om het objectief los te maken. (p.51)
e_kb442.book Page 19 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
6 Knop scherpstelfunctie
Schakelen tussen automatisch (k, l) (p.104) en handmatig scherpstellen (\) (p.110).
7 | knop
JPEG- en RAW-bestand standaard opslaan. (p.158, p.159)
8 K knop
Indrukken om de ingebouwde flitser uit te klappen. (p.60)
9 Functiekiezer
Gebruiken om de belichtings­functie te wijzigen. (p.32)
0 Schakelaar lichtmeting
De lichtmetingsfunctie wijzigen. (p.98)
a ] knop
Belichtingsbracketing instellen. (p.129)
b 3 knop
Het menu [A Opname] weer­geven (p.72). Druk vervolgens op de vierwegbesturing (5) voor weergave van de menu’s [Q Weergeven] (p.170), [R Set-up] (p.216) en [A Pers.instelling] (p.73).
c M knop
Indrukken om opnamegegevens weer te geven op de monitor. (p.23)
d Q knop
De weergavefunctie activeren. (p.68)
e { knop
Indrukken om het Fn-menu weer te geven. (p.75)
f Schakelaar Shake
Reduction
De functie Shake Reduction in- en uitschakelen. (p.65)
g 4 knop
De in het menu geselecteerde instelling bevestigen. Druk hierop als het menu niet wordt weergegeven om de op dit moment ingestelde gevoeligheid weer te geven op het LCD en in de zoeker.
h Vierwegbesturing
(2345)
De cursor verplaatsen of onderdelen wijzigen in menu’s en het functiemenu.
i Kiezer voor ander
scherpstelpunt
Het scherpstelkader instellen. (p.107)
j = knop
Scherpstellen op het onderwerp voorafgaand aan lichtmeting. (p.104)
k L knop
De belichting vergrendelen voordat de opname wordt gemaakt. (p.102)
l e-knop op de achterzijde
Waarden instellen voor diafragma en gevoeligheid.
m m knop
Houd deze knop ingedrukt terwijl u aan de e-knop op de voorzijde draait om de waarde voor belichtingscorrectie in te stellen. (p.100) Druk op de knop om het LCD­display te verlichten. (p.29)
19
1
Voor u de camera gaat gebruiken
e_kb442.book Page 20 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
20
Weergavestand
Hieronder vindt u uitleg over de functie van knoppen, instelwielen en hendels die bij het weergeven van opnamen worden gebruikt. * Hier worden de fabrieksinstellingen besproken. Afhankelijk van de knop
1
of het instelwiel kunnen instellingen worden gewijzigd in het menu
Voor u de camera gaat gebruiken
[A Pers.instelling] (p.73).
2
3
4
5 6
7 8
1
9
0 a
b c
d
e_kb442.book Page 21 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
21
1 Snelinstelling
Druk hierop bij Vergrote weergave voor verdere uitvergroting. (p.173)
2 Ontspanknop
Halverwege indrukken om over te gaan naar de opnamefunctie.
3 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera uit en aan te zetten. (p.44) Op de positie | zetten om naar de opname- en voorbeeldfunctie te gaan.
4 e-knop aan de voorzijde
De vorige en volgende opname weergeven bij weergave (p.69, p.173) of het digitale filter aanpassen
(p.194).
5 3-knop
Indrukken om het menu [Q Weergeven] weer te geven (p.170). Druk vervolgens op de vierwegbesturing (45) voor weergave van de menu’s [R Set-up] (p.216), [A Pers.instelling] (p.73) en [A Opname] (p.72).
6 i knop
Indrukken om opnamen te verwijderen. (p.70)
7 M knop
Indrukken om opnamegegevens weer te geven op de monitor. (p.25)
8 Q knop
Indrukken om over te gaan naar de opnamefunctie.
9 m knop
Druk hierop bij Vergrote weergave voor reductie van de uitvergroting. (p.173)
0 Z knop
Indrukken om opnamen te beveiligen tegen onbedoelde verwijdering. (p.189)
a e-knop op de achterzijde
Een opname uitvergroten (p.173) of verscheidene opnamen tegelijkertijd weergeven (p.175).
b 4 knop
De in het menu of het weergavescherm geselecteerde instelling bevestigen.
c Vierwegbesturing
(2345)
De cursor verplaatsen of onderdelen wijzigen in menu’s, het functiemenu en het weergavescherm.
d { knop
Indrukken om het Fn-menu weer te geven. (p.171)
1
Voor u de camera gaat gebruiken
1600
M F
02
2008
AM
USER
P LINE
RAW+
S l. t ij d & d iaf r. v oo r ke uz e A ut o b el i ch t in g
A F act ive r en
e_kb442.book Page 22 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
22
Weergave van indicaties
Monitor
Afhankelijk van de camerastatus
1
Voor u de camera gaat gebruiken
kunnen de volgende indicaties op de monitor worden weergegeven.
Monitor
Bij het inschakelen of gebruik van de functiekiezer
Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden weergegeven op de monitor als de camera wordt ingeschakeld of de functiekiezer wordt gebruikt.
Selecteer Uit bij [Hulpdisplay] in het menu [R Set-up] om geen indicaties weer te geven. (p.216)
16 15
14
1
2345 6
MF
MF
USER
USER
Sl.tijd & diafr.
Sl.tijd & diafr. voorkeuze Auto
voorkeuze Auto belichting
belichting
RAW
RAW+
RAW+
AF
AF activeren
AF activeren
020202
02 02/ 2008
/10:39
P LINE
P LINE
2008 1010: 3939AM
//
AM
7
1600
1600
8
9
10
1312 11
1 Flitsinstelling (Actieve instelling
wordt weergegeven) (p.61)
2 Transportstand/Auto bracket/
Dubbelopnamen (p.75)
3 Autobelichting (p.98) 12 Datum en tijd (p.220) 4 Scherpstelinstelling (p.104) 13 Wereldtijd (p.221) 5 Instelling AF-punt (p.107) 14 Hulp bij knoppen 6 Witbalans (p.160) 15 Belichtingsfunctie 7 Gevoeligheid (p.78) 16 USER (gebruiker)
* Indicatie 3, 5, 6 en 7 worden alleen weergegeven wanneer er van
de standaardinstelling wordt afgeweken. 8 wordt alleen weergegeven als de functie Shake Reduction is uitgeschakeld. 13 wordt alleen weergegeven wanneer de wereldtijd is ingeschakeld.
8 Shake Reduction (p.65)
9 Naam belichtingsfunctie (p.32) 10 Hulp e-knop 11 Batterijniveau
RAW+
ISO 10000KG2G2A1A1
AdobeRGB
AUTO
AF.C
2 00 -1 6 00
USER
1 /2 00 0
+ 1. 3
F 2. 8
1 .0
39
4 00mmmm
2008
e_kb442.book Page 23 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Opnamestand
Druk in de opnamestand op de knop M om de instellingen van de opnamefunctie gedurende 30 seconden weer te geven op de monitor. Druk tijdens de weergave op de vierwegbesturing (23) om over te schakelen naar de weergave van detail-info.
Weergave van detail-info (p.1)
1
USER
USER
1/2000
1/2000 F2.8
F2.8
ISO
ISO
10000K
10000K G2 A1
RAW+
RAW+
AUTO
AUTO
020202022008//02 02/
10
+1.3
+1.3
/ 2008
200-1600
200-1600
gg
AF.C
AF.C
400
400
-
1.0
-
1.0
AdobeRGB
AdobeRGB
1010: 39
10 : 39
AMAMAM
mm
± 0±0 ± 0±0 ± 0±0 ± 0±0
1 Belichtingsfunctie (p.32) 16 AUTO ISO correctie (p.78) 2 Gebruikersfunctie (USER mode) (p.133) 17 Witbalans (p.160) 3 Autobelichting (p.98) 18 GM-correctie (p.162) 4 Flitsinstelling (p.61) 19 BA-correctie (p.162) 5 Transportfunctie (p.75) 20 Kleurruimte 6 Belichtingsbracket (p.129)/
Dubbelopnamen (p.103)
21 Bestandsindeling (p.158)
22 JPEG-opnamepixels (p.156) 7 Uitgebreide bracket (p.131) 23 JPEG-kwaliteit (p.157) 8 Scherpstelinstelling (p.104) 24 Shake Reduction (p.65) 9 Instelling AF-punt (p.107) 25 Beeldtint (p.154)
10 Brandpuntsafstand objectief (p.65) 26 Kleurverzadiging/Filtereffect (p.154) 11 Sluitertijd (p.76) 27 Tint/Kleur aanpassen (p.154) 12 Diafragma (p.77) 28 Contrast (p.154) 13 LW-correctie (p.100) 29 Scherpte/Fijne scherpte (p.154)
30
Gevoeligheid (p.78)
15 31 Datum en tijd (p.220)
32 Batterijvoeding (p.38)
2345
68
11
12
15 16
18 27
17 19
21 22
30 31 32
7
13 14
20
9
10
25 26
28
2423
29
Wereldtijd (p.221)14 Flitsbelichtingscorrectie (p.136)
23
1
Voor u de camera gaat gebruiken
P LINE
RAW+
A F act ive r en
e_kb442.book Page 24 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
24
Weergave van detail-info (p.2)
1
1
Voor u de camera gaat gebruiken
RAW AF
1 Status batterijgebruik (p.234) 2 Camera batterijvoeding (p.38, p.234) 3 Greep batterijvoeding (p.38, p.234) 4 Hulp bij knoppen 5 Hulp e-knop
RAW+
RAW+
AF activeren
AF activeren
P LINE
P LINE
2 3
54
RAW+
ISO
10000K
A1
AdobeRGB
200
AF.S
1 00 -0 0 01
1 /1 20 0
+ 1. 5
F 2. 8
0 .5
39
2 4
mm
2008
e_kb442.book Page 25 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Weergavestand
Steeds als u tijdens weergave op de knop M drukt, schakelt de camera over naar een volgende schermweergave: Standaard, Histogram, Detail-info en Geen infoweergave (alleen opname).
U kunt instellen welke informatie als eerste wordt weergegeven door op de Q-knop te drukken.
Weergave van detail-info
25
1
Voor u de camera gaat gebruiken
1/1200
1/1200 F2.8
F2.8 ISO
200
200
ISO RAW+
RAW+
14.6
020202022008//02 02/
+1.5
+1.5
10000K
10000K
/ 2008
100-0001
100-0001
AvAvAv
AF.S
AF.S
gg
-
0.5
-
0.5
G2
G2G2A1
A1
AdobeRGB
AdobeRGB
1010: 39
10 : 39
AMAMAM
24
24
mm
mm
± 0±0 ± 0±0 ± 0±0 ± 0±0
13
2
89
12
24 25 26 27 21
28 29 30 31 22
4
5 6
10 11
32
15
16 17
718
19 2013 14
23
1 Rotatie-informatie 17 Instelling AF-punt 2 Gemaakte opname 18 Brandpuntsafstand objectief 3 Beveiligen 19 Beeldtint 4 Belichtingsfunctie 20 Kleurverzadiging/Filtereffect 5 Lichtmeting 21 Tint/Kleur aanpassen 6 Flitsinstelling 22 Contrast 7 Transportstand 23 Scherpte/Fijne scherpte 8 Sluitertijd 24 Gevoeligheid 9 Shake Reduction 25 Witbalans/Kleurtemperatuur
10 Uitgebreide bracket/Dubbelopnamen 26 GM-correctie 11 Uitgebreide bracket 27 BA-correctie 12 Diafragma 28 Bestandsindeling 13 LW-correctie 29 JPEG-opnamepixels 14 Flitsbelichtingscorrectie 30 JPEG-kwaliteit 15 Mapnummer/Bestandsnummer 31 Kleurruimte 16 Scherpstelling 32 Datum en tijd opname
* De indicaties 6 (Flitsinstelling) en 14 (Flitsbelichtingscorrectie) worden alleen
weergegeven bij flitsopnamen.
100 -0 00 1
RGB
100 -0 00 1
e_kb442.book Page 26 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
26
Histogramweergave
De u is uitgerust met twee histogramfuncties. Het “Helderheidshistogram” toont de verdeling van helderheid en het “RGB-histogram” toont de verdeling van de kleurintensiteit. Druk op de vierwegbesturing (23) om te schakelen tussen “Helderheidshistogram” en “RGB-histogram”.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
12
100-0001
100-0001
23
3
124 3
4
6
RGB
RGB
6
5
Helderheidshistogram RGB-histogram
1 Bestandsindeling 6 Schakelen tussen 2 Mapnaam/Bestandsnaam
van opname (p.230)
3 Pictogram beveiliging (p.189) 8 Histogram (G) 4 DPOF-instellingen (p.204) 9 Histogram (B) 5 Histogram (Helderheid) (p.182)
* Indicatie 4 (DPOF-instellingen) wordt alleen weergegeven bij opnamen met DPOF-
instellingen.
Over- of onderbelichte gebieden die knipperen als de waarschuwing [Licht/donker geb] is ingeschakeld bij [Weergave functie] in het menu [Q Weergeven]. (p.182)
23
5
Helderheidshistogram/RGB-histogram
7 Histogram (R)
100-0001
100-0001
7
8
9
e_kb442.book Page 27 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Zoeker
27
23
1
5 6 7
4
9
810
1 AF-kader (p.52) 2 Spotmeetkader (p.98) 3 AF-punt (p.107) 4 Flitserstatus (p.60)
Wordt weergegeven wanneer de flitser gereed is en knippert wanneer het gebruik van de flitser wordt aangeraden maar deze nog niet is ingeschakeld of wordt opgeladen.
5 Sluitertijd (p.76)
Sluitertijd bij opname of instelling (onderstreept wanneer de sluitertijd kan worden gewijzigd met de e-knop op de voorzijde).
6 Diafragma (p.77)
Diafragmawaarde bij opname of instelling (onderstreept wanneer de diafragmawaarde kan worden gewijzigd met de e-knop op de achterzijde).
7 Scherpstelindicatie (p.56)
Wordt weergegeven als is scherpgesteld op het onderwerp. Knippert als niet is scherpgesteld op het onderwerp.
8 Handmatig scherpstellen (p.110)
Wordt weergegeven wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op \.
9 LW-balk (p.94, p.100)
Toont de LW-correctiewaarden of het verschil tussen de optimale en ingestelde belichting als de belichtingsfunctie is ingesteld op a.
1
13 15 16
141211
1
Voor u de camera gaat gebruiken
e_kb442.book Page 28 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
28
10 Bestandsindeling (p.158)
Weergave van de indeling waarmee wordt opgeslagen (RAW of RAW+) als is gekozen voor opslag in RAW-indeling.
Wordt niet weergegeven bij opslaan in JPEG-indeling.
11 LW-correctie (p.100)
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Wordt weergegeven wanneer de LW-correctie gereed is of gebruikt wordt.
12 Flitsbelichtingscorrectie (p.136)
Wordt weergegeven wanneer de flitsbelichtingscorrectie wordt gebruikt.
13 Gevoeligheidsweergave
Wordt weergegeven als de gevoeligheid wordt weergegeven.
14 Indicatie belichtingsgeheugen (p.102)
Wordt weergegeven wanneer het belichtingsgeheugen wordt gebruikt.
15 Beschikbaar aantal opnamen/LW-correctie/Gevoeligheid bevestigen
Toont het beschikbare aantal opnamen bij de huidige bestandsindeling (p.158), JPEG-opnamepixels (p.156) en JPEG-kwailteit (p.157). De LW-correctiewaarde wordt weergegeven wanneer de LW-correctie wordt ingesteld (p.100). De ISO-gevoeligheid wordt weergegeven als Gevoeligheidsvoorkeuze/Sluitertijd­en Diafragmavoorkeuze is ingesteld.
16 Shake Reduction (p.65)
Wordt weergegeven als bewegingsreductie is ingeschakeld.
• Het AF-punt dat wordt gebruikt voor autofocus licht rood op als de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. (p.107)
• Druk op de knop = om \ weer te geven in de zoeker als [13. Functie AF-knop] is ingesteld op [AF uitschakelen] in het menu [A Pers.instelling].
• Druk op de knop 4 om de ISO-gevoeligheid weer te geven in 15 bij andere instellingen dan Gevoeligheidsvoorkeuze en Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze. (p.79)
• Druk op de knop 4 om het aantal beschikbare opnamen weer te geven in 15 als Gevoeligheidsvoorkeuze of Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze is ingesteld.
e_kb442.book Page 29 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
LCD-display
De volgende informatie wordt weergegeven op het LCD op de bovenzijde van de camera.
29
1
Voor u de camera gaat gebruiken
14
6
1
2
5
7 8 9 12 11
3
13104
1 Sluitertijd (p.76) 6 Auto Bracket (p.129) 2 Diafragma (p.77) (knippert als belichtingsbracket en 3 Flitsinstelling (p.60)
b : Ingebouwde flitser is gereed 7 Flitsbelichtingscorrectie (p.136)
(knipperend: flitser moet worden gebruikt)
> :
Flitsen met anti rode ogen aan
3 : Auto ontladen Q :
Lange-sluitertijdsynchronisatie
w :Draadloos 11 Gevoeligheidsweergave
4 Transportfunctie (p.75)
9 : Enkelbeeldopnamen wordt weergegeven. j : Continue opname 12 1 : RAW-opname g : Opnamen met zelfontspanner 1P : RAW+JPEG-opname
W :
Opnamen via afstandsbediening
5 LW-balk (p.94, p.100)
uitgebreide bracket beide zijn ingesteld)
8 LW-correctie (p.100) 9 Batterijniveau
10 Witbalans (p.160)
(niet weergegeven indien ingesteld op Auto) O : Witbalanscorrectie
Wordt weergegeven als de gevoeligheid
13 Resterend aantal opn/
LW-correctie/PC (Pb) (PC: Personal Computer (massaopslag),
Pb: PictBridge) Dubbelopnamen (p.103)
14
Druk op de knop m om het LCD-display te verlichten. U kunt de verlichting van het LCD-display uitschakelen met [27. LCD-displayverlichting] in het menu [A Pers.instelling].
e_kb442.book Page 30 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
30
Bediening van het menu
In dit gedeelte wordt het gebruik uitgelegd van de menu’s [A Opname], [Q Weergeven], [R Set-up] en [A Pers.instelling].
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Het menuscherm weergeven
1
Druk op de knop 3 in de opnamefunctie.
Het menu [A Opname] wordt weergegeven op de monitor.
Opname
JPEG opnamepixels JPEG kwal niveau Bestandsindeling RAW-formaat Uitgebreide Bracket Dubbelopnamen
MENU
Einde
14.6
M
JPEG PEF Uit Uit
1/2
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
De menu’s [Q Weergeven], [R Set-up] en [A Pers.instelling] worden opeenvolgend weergegeven, steeds als u op de vierwegbesturing drukt. (Het scherm van het menu [R Set-up] wordt rechts hiernaast weergegeven.)
Set-up
USER Formatteren Signaal Datum instellen Wereldtijd Language
MENU
Einde
Nederlands
1/4
e_kb442.book Page 31 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Een menuonderdeel selecteren
Hierna wordt bij wijze van voorbeeld de procedure uitgelegd voor instelling van [JPEG kwal niveau] in het menu [A Opname].
31
3
Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23).
Draai aan de e-knop op de voorzijde om per pagina door het menu te bladeren.
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
De beschikbare kwaliteitsniveaus bij het maken van JPEG-opnamen worden weergegeven.
Druk op de vierwegbesturing (5) om naar het keuzemenu te gaan als er sprake is van een keuzemenu.
Opname
JPEG opnamepixels JPEG kwal niveau Bestandsindeling RAW-formaat Uitgebreide Bracket Dubbelopnamen
MENU
Einde
JPEG opnamepixels JPEG kwal niveau Bestandsindeling RAW-formaat Uitgebreide Bracket Dubbelopnamen
MENU
Annul. OK
Als u het kwaliteitsniveau wijzigt, wordt het beschikbare aantal opnamen bij die instelling voor kwaliteit rechts boven in het scherm weergegeven.
5
Selecteer een instelling met de vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar het menuscherm. Stel vervolgens andere items in. Druk op de knop 3 om terug te gaan naar de opname- of weergavestand.
14.6
M
JPEG PEF Uit Uit
14.6
M
Uit
OK
1
Voor u de camera gaat gebruiken
1/2
128
Als u op de uitgeschakeld (bijvoorbeeld doordat de batterij wordt uitgenomen terwijl de camera aan staat), worden de instellingen niet opgeslagen.
• U kunt met de e-knop op de voorzijde de vorige/volgende pagina weergeven en met de e-knop op de achterzijde schakelen tussen de menu’s [A Opname], [Q Weergeven], [R Set-up] en [A Pers.instelling] als er geen keuzemenu wordt weergegeven.
• Als u in de opnamestand op de knop 3 drukt, verschijnt het menu [A Opname]. Als u in de weergavestand op de knop 3 drukt, verschijnt het menu [Q Weergeven].
3
-knop drukt en het menuscherm sluit maar de camera wordt verkeerd
e_kb442.book Page 32 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
32
De functiekiezer gebruiken
Functie-indicatie
1
Voor u de camera gaat gebruiken
U kunt de belichtingsfunctie wijzigen door een pictogram op de functiekiezer tegenover het indexstreepje te zetten.
Onderdeel Functie
A (USER)
B (Groen)
e (Hyper Program)
K (Gevoelig­heidsvoorkeuze)
b (Sluitertijd­voorkeuze)
c (Diafragma­voorkeuze)
L (Sluitertijd­en Diafragma­voorkeuze)
a (Hyper-manual)
p (Tijd)
M (Flitser X-sync snelheid)
Voor het maken van opnamen met instellingen die u zelf vastlegt.
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting.
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting. U kunt met de e-knoppen op de voor- en achterzijde gemakkelijk schakelen tussen sluitertijdvoorkeuze en diafragmavoorkeuze.
Stelt de sluitertijd en de diafragmawaarde automatisch in voor de juiste belichting in overeenstemming met de ingestelde gevoeligheid.
Een sluitertijd kiezen voor het bevriezen of juist benadrukken van bewegingen van het onderwerp.
Het diafragma instellen om invloed uit te oefenen op de scherptediepte.
Stelt de gevoeligheid automatisch zo in dat de geselecteerde sluitertijd en diafragmawaarde de juiste belichting opleveren in overeenstemming met de helderheid van het onderwerp.
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van creatieve opnamen.
Instelling voor het maken van opnamen waarvoor lange sluitertijden nodig zijn, zoals vuurwerk en nachtopnamen.
De sluitertijd wordt vergrendeld op 1/180 seconde. Maak hier gebruik van als u werkt met een externe flitser die de sluitertijd niet automatisch aanpast.
Blad-
zijde
p.133
p.83
p.84
p.85
p.87
p.89
p.91
p.93
p.96
p.97
e_kb442.book Page 33 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
2 Voorbereidingen
In dit hoofdstuk worden de eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen beschreven. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
Draagriem bevestigen ............................................. 34
De batterij gebruiken ............................................... 35
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen ............ 40
De camera aan- en uitzetten ................................... 44
Standaardinstellingen ............................................. 45
Het objectief bevestigen ......................................... 50
De zoekerdioptrie aanpassen ................................. 52
e_kb442.book Page 34 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
34
Draagriem bevestigen
1
Trek het uiteinde van de riem door de riembevestiging en maak de riem vast aan de binnenkant van de gesp.
2
Voorbereidingen
2
Haal het andere uiteinde van de riem door de andere riembevestiging van de camera en maak de riem vast aan de binnenkant van de gesp.
e_kb442.book Page 35 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
De batterij gebruiken
Plaats de batterij in de camera. Gebruik uitsluitend D-LI50-batterijen.
De batterij opladen
Batterij D-LI50
Indicatielampje
Laad de batterij op als u die voor het eerst gebruikt, of als de batterij lange tijd niet is gebruikt, of als het bericht [Batterij leeg] verschijnt.
Opmerking: Netsnoer “Vermeld, Type SPT-2 of NISPT-2, 18/2 flexibel snoer, geclassificeerd 125 V, 7A, minimaal 1,8m”
1
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
Batterijlader D-BC50
Netsnoer
35
2
Voorbereidingen
2
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
3
Houd de S markering op de speciale batterij naar boven en plaats de batterij in de batterijlader.
Tijdens het opladen licht het indicatielampje rood op. Als de batterij volledig is opgeladen, gaat het indicatielampje uit.
4
Neem de batterij uit de batterijlader, als de batterij volledig is opgeladen.
e_kb442.book Page 36 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
36
• Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithium­ionbatterij D-LI50. Het opladen van andere batterijen kan schade en hitte veroorzaken.
• De batterij is defect als de batterij op de juiste manier in de batterijlader is geplaatst, maar het indicatielampje licht niet op. Plaats een nieuwe batterij in de camera.
• Volledig opladen duurt maximaal ca. 180 minuten. Laad de batterij op in een ruimte met een temperatuur tussen 0°C en 40°C. (De oplaadtijd is afhankelijk
2
Voorbereidingen
van de temperatuur en het resterende vermogen van de batterij.)
• Als de gebruikstijd te wensen over laat, zelfs nadat de batterij op de juiste manier is opgeladen, heeft de batterij het einde van zijn levensduur bereikt. Plaats een nieuwe batterij in de camera.
De batterij plaatsen/uitnemen
Als u een batterij voor de eerste keer gebruikt, laad ze dan op en plaats ze in de camera.
• Open de batterijklep niet en neem de batterij niet uit het compartiment als de camera aan staat.
• Neem de batterij uit de camera als u die langere tijd niet gebruikt. De batterij kan anders gaan lekken.
• Als datum en tijd niet juist zijn wanneer u na langere tijd een nieuwe batterij in de camera plaatst, volgt u de procedure voor “Datum en tijd instellen”. (p.48)
• Plaats de batterij op de juiste manier in het compartiment. Als de batterij verkeerd is geplaatst, kan de camera defect raken. Veeg de contactpunten van de batterij met een zacht, droog doek schoon alvorens de batterij te plaatsen.
• Wees voorzichtig omdat de camera of de batterij heet kunnen worden bij langdurig continu gebruik van de camera.
1
Open de batterijklep.
Til de ontgrendelknop van de batterijklep op, draai hem naar OPEN (1) om te ontgrendelen en trek vervolgens de klep open (2).
2
1
e_kb442.book Page 37 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
2
Houd de S markering op de batterij op de monitor gericht, duw de batterijvergrendelingsknop in de richting van de pijl (1) en plaats de batterij.
Duw de batterij aan tot hij vastklikt. Als u de batterij wilt uitnemen, duwt u de batterijvergrendeling­sknop in de richting van de pijl (1). De batterij komt iets omhoog. Neem de batterij uit het compartiment.
Batterijvergrendelingsknop
3
Sluit de batterijklep (1) en draai de ontgrendelknop van de batterijklep naar CLOSE (2) om te vergrendelen.
Berg de ontgrendelknop van de batterijklep weg als u het compartiment hebt vergrendeld.
37
1
1
2
2
Voorbereidingen
Gebruik bij langdurig cameragebruik de netvoedingsadapter D-AC50 (optioneel). (p.39)
e_kb442.book Page 38 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
38
Indicatie batterijniveau
U kunt de resterende levensduur van de batterij aflezen aan het symbool { op het LCD-display.
{ brandt : Batterij is vol.
} brandt : Batterij raakt leeg.
2
Voorbereidingen
? brandt : Batterij is bijna leeg.
? knippert : De camera schakelt zichzelf na deze melding uit.
} kan ook worden weergegeven als de batterij nog voldoende voeding levert, terwijl de camera wordt gebruikt bij een lage temperatuur of als u meerdere sessies van continuopnamen maakt. Schakel dan de camera uit en weer in. Als { wordt weergegeven, kunt u de camera weer gebruiken.
{ wordt niet op het LCD-display weergegeven als u de netvoedingsadapter gebruikt.
Geschatte opslagcapaciteit en Weergavetijd (Speciale batterij volledig opgeladen)
Batterij
(temperatuur)
D-LI50
De opslagcapaciteit (normaal flitsergebruik 50%) is gebaseerd op meetomstandigheden die in overeenstemming zijn met CIPA-normen en de andere waarden zijn gebaseerd op meetomstandigheden bij PENTAX. In de praktijk kunnen afwijkingen van deze waarden optreden, al naar gelang de opnamefunctie en opnameomstandigheden.
• De prestaties van de batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk afnemen. Houd bij gebruik van de camera in een koud klimaat extra batterijen bij de hand, die u warm houdt in uw zak. Bij het bereiken van kamertemperatuur worden de batterijprestaties weer normaal.
• Zorg dat u extra batterijen bij u hebt als u een verre reis maakt, opnamen maakt in een koud klimaat of een groot aantal opnamen maakt.
• Als de gebruikstijd te wensen over laat, zelfs nadat de batterij op de juiste manier is opgeladen, heeft de batterij het einde van zijn levensduur bereikt. Plaats een nieuwe batterij in de camera.
(23°C) 740 530 420 330 minuten
( 0°C) 700 430 320 300 minuten
Normale
opnamen
Flitsfotografie
50%
gebruik
100%
gebruik
Weergavetijd
e_kb442.book Page 39 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel)
1 2
We adviseren u gebruik te maken van de netvoedingsadapter D-AC50 (optioneel) als u de monitor langdurig gebruikt of de camera aansluit op de computer.
1
Zorg dat de camera uit staat alvorens de klep van de aansluitingen te openen.
39
2
Voorbereidingen
2
Richt de S markering op de gelijkstroomconnector van de netvoedingsadapter naar de markering S op de camera en sluit de gelijkstroomconnector aan op de gelijkstroomingang van de camera.
3
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
4
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
• Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken.
• Zorg dat de aansluitingen tussen de camera, de netvoedingsadapter, de connector voor het netsnoer en het stopcontact goed zijn. Als een aansluiting losraakt terwijl de camera bezig is met het vastleggen of lezen van gegevens op de SD­geheugenkaart, raken de gegevens beschadigd.
• Lees vóór gebruik de handleiding van de netvoedingsadapter D-AC50.
• Bij gebruik van de netvoedingsadapter wordt de batterij in de camera niet opgeladen.
e_kb442.book Page 40 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
40
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen
Opnamen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart of een SDHC­geheugenkaart. (Beide kaarten worden vanaf nu aangeduid als SD­geheugenkaart.) Zorg dat de camera uit staat alvorens de SD-geheugenkaart (in de handel verkrijgbaar) te plaatsen of uit te nemen.
• Verwijder de SD-geheugenkaart niet wanneer de LED voor schrijven naar/lezen van de kaart brandt.
• Gebruik deze camera om SD-geheugenkaarten te formatteren (initialiseren) die
2
Voorbereidingen
1
nog niet eerder zijn gebruikt, of die in andere camera’s of digitale apparaten zijn gebruikt. Raadpleeg “SD-geheugenkaart formatteren” (p.218) voor informatie over formatteren.
Til de ontgrendelknop (1) van het kaartcompartiment op en draai hem naar OPEN (2).
De kaartklep gaat open.
2
Schuif de kaart helemaal naar
2
1
binnen met het etiket van de SD­geheugenkaart naar de monitor gericht.
Duw de SD-geheugenkaart iets naar binnen om deze uit te nemen.
3
Sluit de kaartklep.
Zorg ervoor dat de kaartklep goed gesloten is. De camera werkt niet als de kaartklep open is.
e_kb442.book Page 41 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart
• De SD-geheugenkaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Als u dit schuifje op [LOCK] zet, zijn de aanwezige gegevens beveiligd. Er kunnen dan geen nieuwe gegevens worden opgeslagen, geen bestaande gegevens worden gewist en de kaart niet kan worden geformatteerd.
• Pas op wanneer u de SD-geheugenkaart meteen na gebruik van de camera uitneemt: de kaart kan dan heet zijn.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit en zet de camera niet uit wanneer er gegevens op de kaart worden opgeslagen of opnamen of geluidsbestanden worden weergegeven of wanneer de camera met een USB-kabel is aangesloten op een computer. Hierdoor kunnen de gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
• Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet op een plaats met een hoge temperatuur.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. De kaart kan hierdoor beschadigd raken en onbruikbaar worden.
• Onder de volgende omstandigheden kunnen de gegevens op de SD-geheugenkaart worden gewist. PENTAX aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens in de volgende gevallen: (1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt gebruikt door de gebruiker. (2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit
of elektrische storingen. (3) als de kaart lange tijd niet is gebruikt. (4) wanneer de kaart wordt uitgenomen of de batterij wordt uitgenomen terwijl
er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
• De levensduur van de SD-geheugenkaart is eindig. Als de kaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla regelmatig een reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
• Wilt u informatie over compatibele SD-geheugenkaarten, bezoek dan de website van PENTAX.
• Nieuwe SD-geheugenkaarten moeten worden geformatteerd. Dit geldt ook voor SD-geheugenkaarten die in andere camera’s zijn gebruikt. 1 SD-geheugenkaart formatteren (p.218)
• Als u een SD-geheugenkaart weggooit, weggeeft of verkoopt, zorg dan dat de gegevens op de kaart volledig zijn gewist of dat de kaart zelf wordt vernietigd als deze persoonlijke of gevoelige informatie bevat. Bij formattering van een SD­geheugenkaart worden de gegevens niet noodzakelijkerwijs gewist, zodat ze kunnen worden hersteld met speciale software voor gegevensherstel. Er zijn speciale programma’s voor het wissen van gegevens verkrijgbaar die de gegevens wel volledig wissen. In alle gevallen geldt dat het beheer van de gegevens op uw SD-geheugenkaart volledig voor eigen risico is.
Schrijfbeveiliging
41
2
Voorbereidingen
e_kb442.book Page 42 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
42
Opnamepixels en Kwaliteitsniveau
Als JPEG de bestandsindeling is
Kies het aantal pixels (grootte) en het kwaliteitsniveau (JPEG-compressiefactor) van de opnamen die passen bij wat u met de opnamen wilt gaan doen. Opnamen met een groter aantal opnamepixels of meer sterren (E) worden scherper afgedrukt. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt (het aantal
2
opnamen dat op een SD-geheugenkaart past) wordt kleiner bij grotere bestanden.
Voorbereidingen
De kwaliteit van de opname of afdruk hangt af van het kwaliteitsniveau, de belichting, de resolutie van de printer en een aantal andere factoren. Dat betekent dat u nooit meer dan de daarvoor benodigde hoeveelheid pixels hoeft te kiezen. Wanneer u bijvoorbeeld op briefkaartformaat wilt afdrukken, is i (1824×1216) voldoende. Geef instellingen op voor opnamepixels en kwaliteitsniveau die tegemoetkomen aan het doel van de opname.
Kies het gewenste aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau voor JPEG­opnamen in het menu [A Opname].
1JPEG-opnamepixels instellen (p.156) 1Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen (p.157)
JPEG-opnamepixels, JPEG-kwaliteitsniveau en geschatte
opslagcapaciteit voor opnamen
JPEG opnamepixels
• Bovenstaande tabel geeft de geschatte opslagcapaciteit en opnametijd aan bij gebruik
• Bovenstaande waarden kunnen variëren, al naar gelang het onderwerp,
JPEG-kwaliteitsniveau
(4672×3104)
X
(3872×2592)
J
(3008×2000)
P
(1824×1216) 230 368 616 1118
i
van een SD-geheugenkaart van 512 MB.
opnameomstandigheden, opnamefunctie en SD-geheugenkaart, e.d.
Z
Premium
34 58 105 205 50 84 148 308 88 142 245 457
C
Best
D
Beter
E
Goed
Als het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen, groter is dan 500, worden opnamen opgeslagen in mappen met steeds 500 opnamen. Als de functie Auto Bracket echter actief is, worden de opnamen in dezelfde map opgeslagen totdat het maken van opnamen gereed is, zelfs als daardoor meer dan 500 opnamen in één map terechtkomen.
e_kb442.book Page 43 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Als RAW de bestandsindeling is
Met de u kunt u opnamen opslaan in de flexibele indeling JPEG of de kwalitatief hoogwaardige maar bewerkbare RAW-indeling. Als RAW-indeling kunt u kiezen voor de oorspronkelijke PEF-indeling van PENTAX of de voor algemene doeleinden bestemde DNG-indeling (Digital Negative), ontwikkeld door Adobe Systems. Op een SD-kaart met een capaciteit van 512 MB kunt u maximaal 20 opnamen opslaan in PEF-indeling of DNG-indeling. 1De bestandsindeling instellen (p.158)
43
2
Voorbereidingen
e_kb442.book Page 44 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
44
De camera aan- en uitzetten
1
Zet de hoofdschakelaar op [ON].
De camera wordt ingeschakeld. Zet de hoofdschakelaar op de stand
[OFF] om de camera uit te zetten.
2
Voorbereidingen
• Zet de camera altijd uit wanneer deze niet in gebruik is.
• De camera wordt automatisch uitgeschakeld als u er gedurende bepaalde tijd geen handelingen mee verricht. Als de camera automatisch wordt uitgeschakeld, schakelt u die weer in of verricht u één van de volgende handelingen.
• Druk de ontspanknop tot halverwege in.
• Druk op de knop Q.
• Druk op de knop M.
• Standaard wordt de camera automatisch uitgeschakeld na 1 minuut inactiviteit. U kunt die instelling wijzigen met de optie [Auto Uitsch.] in het menu [R Set-up]. (p.233)
e_kb442.book Page 45 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Standaardinstellingen
De eerste keer dat de camera na aanschaf wordt aangezet, verschijnt het scherm [Language/ ] op de monitor. Volg de onderstaande procedure om de taal die wordt weergegeven op de monitor, en de actuele datum en tijd in te stellen. Als deze instellingen eenmaal zijn verricht, hoeven ze niet opnieuw te worden uitgevoerd bij het aanzetten van de camera.
Als bij inschakeling van de camera het scherm Datum instellen verschijnt, volgt u de procedure in “Datum en tijd instellen” (p.48) om de datum en tijd in te stellen.
De weergavetaal instellen
MENU
Datum instellen
Datumnotatie
Datum
Tijd
MENU
Annul.
dd/mm/jj
00 :
00
45
2
OK
OKCancel
24h
2008/0101 /
OK
OK
Voorbereidingen
U kunt de taal kiezen waarin menu’s, foutberichten, enz. worden weergegeven. U hebt de keuze uit: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks, Russisch, Koreaans, Chinees (traditioneel/vereenvoudigd) en Japans.
1
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om de gewenste taal te selecteren.
De standaardinstelling is Engels.
MENU
OK
OKAnnul.
e02_kb442_7.fm Page 46 Thursday, February 21, 2008 3:41 PM
46
2
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] voor de geselecteerde taal verschijnt. Druk twee keer op de vierwegbesturing (3) en ga verder bij stap 9 als u [Thuistijd] niet hoeft aan te passen.
2
Voorbereidingen
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar W.
4
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer met de vierwegbesturing (45) de plaats.
5
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Zomertijd].
6
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
Basisinstellingen
Language
Amsterdam
Tekstformaat Stand.
MENU
Annul.
Nederlands
OK
OK
7
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt weer.
8
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Tekstformaat].
9
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer [Std.] of [Groot] met de vierwegbesturing (23).
Als u [Groot] selecteert, wordt het geselecteerde menu-item uitvergroot.
10
Druk twee keer op de knop 4.
Het scherm voor instelling van de datum en tijd verschijnt.
In deze handleiding worden de menuschermen vanaf nu beschreven met [Tekstformaat] ingesteld op [Std.].
Basisinstellingen
Language
Amsterdam
Tekstformaat Groot
MENU
Annul.
Nederlands
Stand.
OK
OK
A F.S
01
2008
/
00
P LINE
RAW+
e_kb442.book Page 47 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Als er een verkeerde taal is ingesteld
Als u per ongeluk in het scherm [Language/ ] een verkeerde taal selecteert, kunt u met de volgende procedure de juiste taal instellen.
1
Druk één of twee keer op de knop 3 om de Hulpdisplay (p.22)
99
AF.S
AF.S
weer te geven op de monitor.
Het scherm rechts is een voorbeeld van de weergave van de Hulpdisplay. Wat precies wordt weergegeven is afhankelijk van de geselecteerde taal. Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden weergegeven (Opnamestand).
2
Druk één keer op de knop 3.
A wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. (Menu [A Opname])
3
Druk twee keer op de vierwegbesturing (5).
R wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. (Menu [R Set-up])
4
Selecteer op de onderste regel [Language/ ]
PP
RAW AF
2008/
RAW+
RAW+
010101
01 01/2008
met de vierwegbesturing (3).
P LINE
P LINE
0000: 00
00 00// :
47
2
Voorbereidingen
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/ ] verschijnt.
6
Kies de gewenste taal met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Het scherm [R Set-up] voor de geselecteerde taal verschijnt. Raadpleeg de volgende pagina’s om zo nodig de gewenste plaats voor
[Thuistijd] en datum en tijd in te stellen.
• Thuistijd wjzigen: “Wereldtijd instellen” (p.221)
• Datum en tijd wijzigen: “Datum/tijd en weergavestijl wijzigen” (p.220)
Als er geen instellingen zijn voor [Thuistijd] en de datum en tijd, zal het scherm [Basisinstellingen] of het scherm [Datum instellen] worden weergegeven wanneer de camera weer wordt ingeschakeld.
e_kb442.book Page 48 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
48
Datum en tijd instellen
Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [dd/mm/jj].
2
Voorbereidingen
Datum instellen
Datumnotatie
Datum
Tijd
dd/mm/jj
00 :
24h
2008/0101 /
00
MENU
Annul.
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de datumstijl te kiezen.
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [24h].
4
Selecteer 24h (24-uurs weergave) of 12h (12-uurs weergave)
Datum instellen
Datumnotatie
Datum
Tijd
MENU
Annul.
dd/mm/jj
00 :
met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Datumnotatie].
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Datum].
00
OK
OK
24h
2008/0101 /
OK
OK
e_kb442.book Page 49 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar de maand.
Datum instellen
Datumnotatie
dd/mm/jj
49
24h
Datum
00 :
8
Stel de maand in metde vierwegbesturing (23).
Tijd
MENU
Annul.
Stel de dag en het jaar op dezelfde wijze in. Stel vervolgens de tijd in. Als u [12h] selecteert bij stap 4, verandert de aanduiding in am (vóór de middag) of pm (na de middag), al naargelang van de tijd.
9
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van opnamen. Als u de datum en tijd hebt ingesteld met de menubesturing, gaat u terug naar het menu [R Set-up]. Druk nogmaals op de knop 4.
Als u op de knop 3 drukt tijdens het aanpassen van de instelling voor tijd, worden de tot dan toe opgegeven instellingen geannuleerd en wordt de opnamefunctie geactiveerd. Als de camera wordt aangezet zonder dat instellingen zijn opgegeven voor datum en tijd, verschijnt het scherm [Datum instellen], mits de basisinstellingen zijn ingevoerd. U kunt de datum ook achteraf instellen met behulp van menubesturing. (p.220)
• Wanneer u klaar bent met de instellingen en op de knop 4 drukt, wordt de klok van de camera teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de knop 4 wanneer het tijdsignaal (op TV, radio, e.d.) precies 00 seconden aangeeft.
• U kunt de taal-, datum- en tijdinstellingen wijzigen met de menubesturing. (p.220, p.224)
00
2008/0101 /
OK
OK
2
Voorbereidingen
e_kb442.book Page 50 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
50
Het objectief bevestigen
Alle belichtingsfuncties van de camera zijn beschikbaar wanneer u gebruik maakt van DA-, D FA-, FA J-objectieven of andere objectieven met een diafragmastand s (Auto). Sommige functies zijn beperkt wanneer u het objectief niet instelt op s. Zie ook “Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring]” (p.251). Andere objectieven en accessoires zijn niet beschikbaar bij de standaard fabrieksinstellingen. Om ontspannen toch mogelijk te maken bij
2
gebruik van een objectief of accessoire dat hierboven niet wordt genoemd,
Voorbereidingen
stelt u [36. Gebruik diafr. ring] in in het menu [A Pers.instelling]. (p.75)
Zet de camera uit alvorens het objectief te bevestigen of te verwijderen om onverwachte bewegingen van het objectief te voorkomen.
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Verwijder de bodydop (1) en de achterlensdop van het objectief (2).
Zet een los objectief altijd met de vatting omhoog neer om beschadiging van de objectiefvatting te voorkomen.
3
Zorg dat de richttekens (de rode puntjes) op de camera en het objectief tegenover elkaar liggen. Draai vervolgens het objectief met de klok mee tot het vastklikt.
Draai het objectief, nadat u het op de body hebt bevestigd, tegen de klok in om te controleren of u het objectief goed hebt gemonteerd.
e_kb442.book Page 51 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
4
Haal de frontdop van het objectief door de aangegeven delen naar binnen te duwen.
51
Als u het objectief wilt loskoppelen, houdt u de ontgrendelknop voor het objectief (3) ingedrukt en draait u het objectief tegen de wijzers van de klok in.
3
• De bodydop (1) is een dop die krassen en stof voorkomt tijdens het transport. “Bodydop K” wordt separaat verkocht en kan worden vergrendeld.
• Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken, problemen en defecten die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een ander merk.
• De camerabody en objectiefvatting zijn voorzien van informatiecontacten en een AF-koppeling. Vuil, stof of corrosie kunnen problemen met het elektrische systeem of een incorrecte werking veroorzaken. U kunt de contacten als dat nodig is reinigen met een zachte, droge doek.
2
Voorbereidingen
e_kb442.book Page 52 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
52
De zoekerdioptrie aanpassen
Pas de scherpte van het zoekerbeeld aan uw gezichtsvermogen aan. Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, schuift u de hendel voor de dioptrieaanpassing opzij. U kunt de dioptrie aanpassen van ca. –2,5 m
2
1
Voorbereidingen
Kijk door de zoeker en richt de camera op een witte muur of een
-1
tot +1,5m-1.
ander goed verlicht en effen vlak. Verschuif vervolgens de dioptriecorrectieknop naar links of rechts.
Duw tegen de dioptriecorrectieknop tot het AF-kader in de zoeker zo scherp mogelijk zichtbaar is.
AF-kader
•De FP oogschelp is bevestigd op de zoeker wanneer de camera vanuit de fabriek wordt verzonden. Aanpassen van de dioptrie is mogelijk met de F maar is eenvoudiger wanneer u de oogschelp verwijdert. Druk daartoe één kant van de F oogschelp naar binnen en trek hem in de richting van de pijl. Om de F bevestigen schuift u hem langs de groef op de zoeker.
• Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, zelfs als u de hendel voor de dioptrieaanpassing hebt ingesteld, gebruikt u de dioptriecorrectielensadapter M. U kunt die adapter echter alleen gebruiken als u de oogschelp verwijdert. (p.258)
P oogschelp op de camera te
P oogschelp op de camera,
P
e_kb442.book Page 53 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
3 Basisbediening
In dit hoofdstuk wordt de basisbediening uitgelegd voor het maken van opnamen als de functiekiezer op Snelinstelling is gezet (Automatische belichting overeenkomstig de normale programmalijn) om succesvol opnamen te maken.
Raadpleeg de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 4 voor informatie over geavanceerde functies en instellingen voor opnamen.
Basishandelingen bij opnamen ............................. 54
Werken met een zoomobjectief .............................. 59
De ingebouwde flitser gebruiken ........................... 60
Opnamen maken met behulp van de functie
Shake Reduction ..................................................... 65
Foto’s weergeven .................................................... 68
Opnamen wissen ..................................................... 70
e_kb442.book Page 54 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
54
Basishandelingen bij opnamen
De camera vasthouden
Hoe u de camera vasthoudt, is van belang bij het maken van opnamen.
• Houd de camera stevig met beide handen vast.
• Druk de ontspanknop voorzichtig helemaal in wanneer u een opname maakt.
3
Basisbediening
Horizontale positie Verticale positie
• Om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het maken van de opname, kunt u met de camera steun zoeken op of tegen een vast object (bijvoorbeeld een tafel, muur of boom).
• Hoewel er individuele verschillen tussen fotografen bestaan, is de sluitertijd voor een camera die in de hand wordt gehouden in de regel 1/(brandpuntsafstand ×1,5). De sluitertijd is bijvoorbeeld 1/75 seconde bij een brandpuntsafstand van 50 mm en 1/150 seconde bij een brandpuntsafstand van 100 mm. Gebruik bij langere sluitertijden een statief of de functie Bewegingsreductie (p.65).
• Door bij het maken van een opname met een teleobjectief een statief te gebruiken dat zwaarder is dan het totale gewicht van de camera en het objectief, voorkomt u dat de camera beweegt.
• Gebruik de functie Bewegingsreductie niet als u een statief gebruikt.
e_kb442.book Page 55 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
De camera de optimale instellingen laten bepalen
De u is uitgerust met verschillende opnamefuncties, scherpstelfuncties en transportfuncties om tegemoet te komen aan al uw wensen. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opnamen maakt door eenvoudigweg op de ontspanknop te drukken.
1
Zet de functiekiezer op B.
De belichtingsfunctie verandert in B (Groen). In B wordt de juiste belichting bepaald door de camera en worden sluitertijd en diafragma automatisch ingesteld. (p.83)
55
3
Basisbediening
2
Zet de scherpstelfunctieknop op l.
De scherpstelfunctie verandert in l (Autofocus/Enkelbeeld). In l wordt automatisch scherpgesteld als de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Na het scherpstellen kan de sluiter worden ontspannen. (p.104)
e_kb442.book Page 56 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
56
3
Kijk door de zoeker voor een beeld van het onderwerp.
U kunt een zoomlens gebruiken voor een andere grootte van het onderwerp in de zoeker. 1Werken met een zoomobjectief (p.59)
4
Breng het onderwerp binnen het
3
Basisbediening
AF-kader en druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt in de zoeker zodra het onderwerp binnen het scherpstelbereik komt. De flitser klapt niet automatisch uit. Als flitsen nodig is, knippert het flitserstatussymbool E. Druk op de knop K (p.63) om de flitser handmatig uit te klappen.
1De ontspanknop bedienen (p.57) 1Onderwerpen waarop moeilijk
automatisch kan worden scherpgesteld (p.58)
1De ingebouwde flitser gebruiken (p.60) 1Het scherpstelveld selecteren (AF-punt)
(p.107)
Flitserstatus
Scherpstel­indicatie
U kunt een voorbeeld bekijken op de monitor, en de compositie, belichting en scherpstelling beoordelen voordat u de opname maakt. (p.113)
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Wis sen
e_kb442.book Page 57 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
6
Bekijk de opname op de monitor.
Na de opname wordt deze gedurende één seconde op de monitor weergegeven (momentcontrole). Tijdens de momentcontrole kunt u de opname uitvergroten door te drukken op de e-knop aan de achterzijde. (p.174) Tijdens de momentcontrole kunt u de opname wissen door te drukken op de knop i.
1 Momentcontrole instellen (p.227) 1 Opnamen wissen (p.70) 1 Weergave van Lichte/donkere gebieden
(p.227)
1 Histogramweergave (p.227)
De ontspanknop bedienen
De ontspanknop heeft twee standen.
Wissen
Wissen
57
3
Basisbediening
Niet ingedrukt Half ingedrukt
(eerste positie)
Helemaal ingedrukt
(tweede positie)
Als u de ontspanknop tot halverwege indrukt (eerste positie), worden de indicaties in de zoeker en op het LCD ingeschakeld en werkt het autofocussysteem. Als u de ontspanknop volledig indrukt (tweede positie), wordt de opname gemaakt.
• Wanneer u een opname wilt maken, moet u de ontspanknop voorzichtig indrukken om camerabeweging te voorkomen.
• Oefen met het tot halverwege indrukken van de ontspanknop om te leren waar de eerste positie is.
• De zoekerindicaties blijven aan terwijl u de ontspanknop tot halverwege indrukt en ze blijven nog circa 10 seconden (standaardinstelling) zichtbaar terwijl de timer voor de belichtingsmeting is ingeschakeld, nadat de knop is losgelaten. (p.27, p.99)
e_kb442.book Page 58 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
58
Onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld
Het autofocus-mechanisme is niet perfect. Scherpstellen kan moeilijk zijn bij het maken van opnamen onder de volgende omstandigheden ((a) tot (f) hieronder). Deze zijn ook van toepassing op handmatig scherpstellen met de scherpstelindicatie ] in de zoeker. Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld op het onderwerp, stelt u de scherpstelfunctieknop in op \ en gebruikt u de handmatige scherpstelfunctie om via het matglas in de zoeker scherp te stellen op het onderwerp. (p.111)
3
Basisbediening
(a) Onderwerpen met een uitzonderlijk laag contrast, zoals een witte muur,
binnen het scherpstelkader. (b) Onderwerpen die weinig licht reflecteren binnen het scherpstelkader. (c) Onderwerpen die snel bewegen. (d) Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond). (e) Patronen met verticale of horizontale lijnen die binnen
het scherpstelkader vallen. (f) Verscheidene onderwerpen op voor- en achtergrond binnen
het scherpstelkader.
Wanneer (e) en (f) van toepassing zijn, is mogelijk niet scherpgesteld op het onderwerp, zelfs wanneer de ] (scherpstelindicatie) wordt weergegeven.
e_kb442.book Page 59 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Werken met een zoomobjectief
Vergroot het onderwerp (tele-opname) of leg een groter gebied vast (groothoek) met een zoomobjectief. Stel het in op de gewenste grootte en maak de opname.
1
Draai de zoomring rechtsom of linksom.
Draai de zoomring met de klok mee naar de telestand of tegen de klok in naar de groothoekstand.
• De beeldhoek wordt groter naarmate de brandpuntsafstand kleiner wordt. Hoe groter het getal, des te sterker het beeld wordt vergroot.
• Power Zoom (automatisch zoomen) is beschikbaar als bij deze camera een met Power Zoom compatibel FA-objectief wordt gebruikt.
59
3
Basisbediening
Groothoek Tele
e_kb442.book Page 60 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
60
De ingebouwde flitser gebruiken
Als u de flitser wilt gebruiken bij weinig licht of tegenlicht, drukt u op de knop K om de flitser uit te klappen. Kies een flitsfunctie die past bij wat u wilt gaan doen, op het scherm voor flitseropties in het functiemenu. U kunt de flitsintensiteit aanpassen met de e-knop op de achterzijde bij alle belichtingsinstellingen met uitzondering van de Snelinstelling. De ingebouwde flitser werkt optimaal bij een afstand van circa 0,7 m tot 5 m tot het onderwerp. Bij een afstand van minder dan 0,7 m wordt de belichting niet juist ingesteld en kan er vignettering optreden (deze afstand varieert enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief en de ingestelde gevoeligheid (p.141)).
3
Basisbediening
Compatibiliteit van ingebouwde flitser en objectief
Afhankelijk van het gebruikte objectief en de opnamecondities kan vignettering optreden (de hoeken van de opname worden zwart vanwege een gebrek aan licht). Wij raden u aan een testopname te maken om dit te controleren. 1Compatibiliteit objectieven DA, D FA, FA J, FA en F met de ingebouwde flitser (p.142)
• Verwijder de zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser gebruikt.
• Bij objectieven die geen functie hebben voor het instellen van de
diaframaring op het objectief op s (Auto), flitst de ingebouwde flitser volledig.
Auto ontladen
C
Auto + Anti Rode
D
Ogen Flits aan De flitser gaat elke keer automatisch af.
E
Flits aan + rode ogen
F
Lange-sluitertijdsync
G
Lange-sltrtd+rode
H
ogen
I
2e sluitergordijn-sync
k
Draadloze bediening
r
Schakelt de flitser automatisch in als het donker is of bij tegenlicht.
Er wordt een voorflits gegeven (anti rode ogen) voordat de flitser automatisch afgaat.
Er wordt een voorflits gegeven (anti rode ogen) voordat de flitser afgaat bij de stand Flitser aan.
Afhankelijk van het omgevingslicht wordt een langere sluitertijd ingesteld. Gebruik deze functie als u een portretopname maakt voor een zonsondergang of een ander landschap om persoon en achtergrond beide voldoende belicht op de opname te krijgen.
Er wordt een voorflits gegeven (anti rode ogen) voordat de flitser afgaat bij de stand Lange-sluitertijdsync.
Geeft een flits af onmiddellijk voordat het sluitergordijn wordt gesloten. Daarmee maakt u opnamen van bewegende onderwerpen die een spoor achterlaten.
U kunt u speciale externe flitser synchroniseren (AF540FGZ of AF360FGZ) zonder synchronisatiesnoer.
AUTO
E in d e
e_kb442.book Page 61 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Bij gebruik van Lange-sluitertijdsync of Lange-sltrtd+r ogen wordt afhankelijk van het omgevingslicht een langere sluitertijd ingesteld. Gebruik de functie Shake Reduction (p.65) of bevestig de camera op een statief ombewegingen van de camera te voorkomen.
De flitsinstelling selecteren
1
Druk op de { knop.
61
3
Basisbediening
Het functiemenu verschijnt.
OK
CUSTOM IMAGE
AUTO
AUTO
Fn
Einde
Einde
Fn
0 .0
O K
F li t si n st el lin g
F li t s a an
e_kb442.book Page 62 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
62
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm voor flitseropties verschijnt.
3
Basisbediening
• Als de functiekiezer in de stand B staat, kunt u C en D selecteren, als de functiekiezer in de stand b, L, a of p staat, kunt u E, F, k en rselecteren, en als de functiekiezer in de stand M staat, kunt u E, F en rselecteren. In alle andere standen kunt u E, F, G, H, I en r selecteren.
• Als de functiekiezer is ingesteld op A, is het afhankelijk van de opgeslagen instellingen welke flitsinstellingen beschikbaar zijn.
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Flits aan
Flits aan
0.0
0.0
OK
OK
OK
3
4
Kies een flitsfunctie met de vierwegbesturing (45).
Als de B (Groen) niet actief is, draait u aan de e-knop op de achterzijde voor flitsbelichtingscorrectie. (p.136)
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
e_kb442.book Page 63 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
De ingebouwde flitser gebruiken
1
Druk op de K knop.
De ingebouwde flitser klapt uit en wordt opgeladen. Wanneer de flitser volledig is opgeladen, verschijnt E op het LCD en in de zoeker. (p.27, p.29)
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Wanneer er is scherpgesteld, wordt de scherpstelindicatie ] in de zoeker weergegeven.
63
3
Basisbediening
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
• Als de functiekiezer is ingesteld op B, gaat de flitser niet af als de lichtomstandigheden dat niet vereisen, zelfs niet als de flitser niet is uitgeklapt.
• Flits aan wordt gebruikt als de flitser uitgeklapt is bij een stand van de functiekiezer anders dan B.
4
Druk op het afgebeelde deel van de flitser om deze in te klappen.
e_kb442.book Page 64 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
64
Anti rode ogen gebruiken Flitser
Wanneer in een donkere omgeving opnamen met de flitser worden gemaakt, kunnen de ogen van het onderwerp rood overkomen. Dit wordt veroorzaakt door de weerspiegeling van de elektronische flitser in het netvlies. Deze weerspiegeling treedt op doordat pupillen in het donker wijder zijn. U kunt rode ogen niet voorkomen, maar met de volgende maatregelen kunt u er wel iets tegen doen.
• Maak de omgeving lichter voor de opname.
• Stel in op een grote hoek en maak de opname van dichterbij wanneer u een zoomobjectief gebruikt.
• Gebruik een flitser die anti rode ogen ondersteunt.
• Wanneer u een externe flitser gebruikt, zet u deze zo ver mogelijk weg
3
Basisbediening
van de camera.
De functie tegen rode ogen van deze camera vermindert het rode-ogeneffect door tweemaal te flitsen. Met anti rode ogen wordt er een voorflits gegeven net voordat de sluiter ontspant. Dit vermindert de verwijding van pupillen. De hoofdflits wordt vervolgens gegeven op het moment dat de pupillen kleiner zijn, waardoor het rode-ogeneffect wordt verminderd. U gebruikt deze functie door D (Auto + Anti Rode Ogen) in te stellen in de stand Snelinstelling, of door F (Flits aan + rode ogen) of H (Lange-sltrtd+rode ogen) in te stellen bij andere flitsfunctie-instellingen.
Opnamen met daglichtsynchronisatie
Bij daglicht voorkomt de flitser schaduwen wanneer u een portretfoto maakt van iemand met schaduwen over het gezicht. Het gebruik van de flitser op deze manier wordt daglichtsynchronisatie genoemd. Bij daglichtsynchronisatie wordt de functie Flitser aan gebruikt.
Opnamen maken (Hyper Program)
1 Klap de flitser handmatig uit en controleer of de flitsfunctie is ingesteld op
E (Flits aan). (p.63)
2 Controleer of de flitser volledig is opgeladen. 3 Maak de opname.
Als de achtergrond te helder is, kan de opname worden overbelicht.
Zonder daglichtsynchronisatie Met daglichtsynchronisatie
e_kb442.book Page 65 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Opnamen maken met behulp van de functie Shake Reduction
U kunt gemakkelijk scherpe opnamen maken met behulp van de functie Bewegingsreductie door de schakelaar bewegingsreductie om te zetten.
Shake Reduction
De functie Shake Reduction reduceert het bewegen van de camera, wat gemakkelijk kan voorkomen als de ontspanknop wordt ingedrukt. Dat is handig bij situaties waarin grote kans bestaat dat de camera wordt bewogen. Als de functie Bewegingsreductie is geactiveerd, kunt u opnamen maken met een sluitertijd die met ongeveer 4 stappen is vertraagd zonder risico van het bewegen van de camera. De functie Bewegingsreductie is ideaal voor het maken van opnamen onder de volgende omstandigheden.
• Bij het maken van opnamen op slecht verlichte locaties, bijvoorbeeld binnenshuis, bij nacht, op bewolkte dagen en in de schaduw.
• Bij het maken van tele-opnamen
Onscherpe opname
Opname gemaakt met de functie
Bewegingsreductie
65
3
Basisbediening
• De functie Bewegingsreductie compenseert geen onscherpte die het gevolg is van een bewegend onderwerp. Als u opnamen wilt maken van bewegende onderwerpen, verhoogt u de sluitertijd.
• De functie Bewegingsreductie kan het bewegen van de camera niet altijd volledig compenseren bij het maken van close-ups. In dat geval raden we u aan de functie Bewegingsreductie uit te schakelen en een statief te gebruiken.
• De functie Bewegingsreductie zal niet goed werken bij het maken van opnamen met een langzame sluitertijd, bijvoorbeeld opnamen van een bewegend onderwerp of nachtopnamen. In dat geval raden we u aan de functie Bewegingsreductie uit te schakelen en een statief te gebruiken.
De functie Bewegingsreductie en brandpuntsafstand
De functie Bewegingsreductie is voor zijn functioneren afhankelijk van informatie over bijvoorbeeld de brandpuntsafstand die door het objectief wordt doorgegeven.Als op de camera een objectief DA, D FA, FA J, FA of F is bevestigd, wordt die informatie automatisch doorgegeven als de functie Shake Reduction wordt geactiveerd. [Brandpuntafstand] kan niet worden ingesteld in het menu [Inv brandp afstand] in het menu [A Opname] (u kunt de menuopties niet selecteren). Als u een ander type objectief gebruikt, wordt de objectiefinformatie niet automatisch doorgegeven, ook niet als de functie Shake Reduction wordt geactiveerd. In dat geval verschijnt het menu [Inv brandp afstand]. Stel de [Brandpuntafstand] handmatig in in het menu [Inv brandp afstand]. 1 De functie Shake Reduction instellen (p.67)
e_kb442.book Page 66 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
66
De functie Bewegingsreductie inschakelen
1
Zet de schakelaar bewegingsreductie in de stand ON.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt k weergegeven in de zoeker en wordt de functie Bewegingsreductie ingeschakeld.
3
Basisbediening
• Zet de schakelaar bewegingsreductie op OFF als u een statief gebruikt.
• De functie Bewegingsreductie wordt automatisch uitgeschakeld onder de volgende omstandigheden: bij gebruik van de zelfontspanner, zelfontspanner (2 sec), opnamen via de afstandsbediening, vertraagde opnamen (3 sec), tijdopnamen en draadloze bediening met een externe flitser
• Als u een type objectief gebruikt dat niet automatisch objectiefinformatie als bijvoorbeeld de brandpuntsafstand kan doorgeven (p.65), wordt het menu [Inv brandp afstand] weergegeven. Stel de [Brandpuntafstand] handmatig in in het menu [Inv brandp afstand]. 1 De functie Shake Reduction instellen (p.67)
• Zet de schakelaar bewegingsreductie in de stand OFF als u de functie Bewegingsreductie niet wilt gebruiken.
• De functie Bewegingsreductie zal de eerste twee seconden na het inschakelen van de camera of na activering uit de stand Automatisch uitschakelen, niet goed werken. Wacht tot de functie Bewegingsreductie is gestabiliseerd voordat u de ontspanknop voorzichtig indrukt om een opname te maken. Druk de ontspanknop tot halverwege in. De camera is gereed voor het maken van opnamen als k wordt weergegeven in de zoeker.
• Shake Reduction is beschikbaar bij elk PENTAX-objectief dat compatibel is met de u. Als de diafragmaring echter anders is ingesteld dan s (Auto) of als een objectief zonder s stand wordt gebruikt, zal de camera niet werken, tenzij [36. Gebruik diafr. ring] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling] (zie p.75; zie p.30 en p.31 voor bedieningsmethode). Stel dat van tevoren in. Sommige functies zijn beperkt beschikbaar als [36. Gebruik diafr. ring] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling]. Zie “Opmerkingen bij [36. Gebruik diafr. ring]” (p.251) voor details.
e_kb442.book Page 67 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
De functie Shake Reduction instellen
Het menu voor het instellen van [Inv brandp afstand] wordt weergegeven als de camera wordt ingeschakeld terwijl de Schakelaar Shake Reduction in de stand Aan staat en er een objectief is bevestigd dat niet automatisch objectiefinformatie zoals de brandpuntsafstand doorgeeft (p.65). Stel [Brandpuntafstand] handmatig in in het menu [Inv brandp afstand].
• Het menu voor het instellen van de [Inv brandp afstand] verschijnt niet als u een objectief gebruikt dat het automatisch doorgeven van objectiefinformatie zoals de brandpuntsafstand ondersteunt, omdat [Brandpuntafstand] dan automatisch wordt ingesteld.
• Als u een objectief gebruikt zonder een positie s op de diafragmaring, of als de diafragmaring is ingesteld op een andere positie dan s, stelt u [36. Gebruik diafr. ring] in het menu [A Pers.instelling] in op [Toegestaan].
1
Stel [Brandpuntafstand] in met de vierwegbesturing (45) of de e-knop op de achterzijde.
U kunt kiezen uit de volgende 34 waarden voor brandpuntsafstand. (De standaardinstelling is 35.)
8 101215182024283035
40 45 50 55 65 70 75 85 100 120
135 150 180 200 250 300 350 400 450 500
550 600 700 800
Inv brandp afstand
Brandpuntafstand
120
135
100
MENU
OK
67
3
Basisbediening
OKAnnul.
• Als de brandpuntsafstand van uw objectief hierboven niet wordt genoemd, kiest u de waarde die het dichtst ligt bij de werkelijke brandpuntsafstand (bijvoorbeeld: [18] voor 17 mm en [100] voor 105 mm).
• Als u een zoomlens gebruikt, kiest u de eigenlijke brandpuntsafstand bij de zoominstelling op dezelfde manier.
• Het effect van bewegingsreductie is afhankelijk van de opnameafstand en de informatie over de brandpuntsafstand. De functie Bewegingsreductie werkt wellicht niet zoals verwacht bij het maken van opnamen op korte afstand.
2
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Kies [Inv brandp afstand] in het menu [A Opname] om de instelling voor [Brandpuntafstand] te wijzigen. (p.72)
10 0-0 00 1
RGB
10 0-0 00 1
1/ 20 00 F2 .8
JPE G
ISO
100 00K
A1
Ado beRGB
200
AF.S
10 0- 00 01
1/ 20 00
+1 .5
F2 .8
0. 5
mm
200 8
e_kb442.book Page 68 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
68
Foto’s weergeven
Opnamen weergeven
U kunt opnamen weergeven op de camera.
Met de meegeleverde software PENTAX PHOTO Browser 3 kunt u opnamen weergeven op een computer. Raadpleeg de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3” voor meer informatie.
3
Basisbediening
1
Druk na het maken van een opname op de Q knop.
De laatst gemaakte opname (die met het hoogste bestandsnummer) wordt weergegeven op de monitor.
Druk tijdens weergave op de knop M om informatie weer te geven, bijvoorbeeld opnamegegevens van de weergegeven opname. Zie p.25 en p.26 voor details van de weergegeven informatie.
100-0001
100-0001
100-0001
100-0001
M
1/2000
1/2000 F2.8
F2.8
Standaardweergave
M
M
RGB
RGB
Histogramweergave
M
100-0001
100-0001
AvAvAv
AF.S
AF.S
242424
mm
mm
200
200
14.6
/ 2008
+1.5
+1.5
10000K
10000K
gg
-
0.5
-
0.5
G2G2A1
G2
AdobeRGB
AdobeRGB
1010: 393910 :39
AMAMAM
A1
1/2000
1/2000 F2.8
F2.8 ISO
ISO
JPEG
JPEG
020202022008//02 02/
±0±0 ±0±0 ±0±0 ±0±0
Geen infoweergave Weergave van detail-info
e_kb442.book Page 69 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
2
Druk op de vierwegbesturing (
4 : De vorige opname wordt weergegeven. 5 : De volgende opname wordt
weergegeven.
• U kunt de volgende of vorige opname weergeven door te draaien aan de e-knop op de voorzijde.
• Zie “Weergavefuncties” (p.169) voor verdere bijzonderheden van de weergavestand.
45
69
).
3
Basisbediening
100 -0 04 6
O K
A ll e B ee lde n
A nn u le r en
e_kb442.book Page 70 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
70
Opnamen wissen
Eén opname wissen
U kunt één opname per keer wissen.
• Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
• Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist.
3
1
Basisbediening
Druk op de Q knop en selecteer de opname die u wilt wissen met de vierwegbesturing (45).
2
Druk op de knop i.
Het scherm Wissen verschijnt.
3
Selecteer [Wissen] met de vierwegbesturing (23).
Selecteer de bestandstype dat u wilt wissen bij opnamen gemaakt in de indeling RAW+.
JPEG wissen
RAW wissen
RAW+JPEG wissen
4
Druk op de knop 4.
De opname wordt gewist.
Zie "Meerdere opnamen tegelijkertijd wissen" (p.185) voor het wissen van meerdere opnamen in één keer.
Alleen de JPEG-opname wordt gewist.
Alleen de RAW-opname wordt gewist.
Beide bestandstypen worden gewist.
Wissen
Annuleren
Annuleren
Alle Beelden
Alle Beelden
100-0046
100-0046
OK
OK
OK
e_kb442.book Page 71 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
4 Opnamefuncties
In dit hoofdstuk worden de elementaire en de geavanceerde opnamefuncties van de u besproken.
Werken met de opnamemenu’s ............................. 72
Belichting instellen ................................................. 76
Scherpstellen ......................................................... 104
Compositie, belichting en scherpstellen
beoordelen vóór opname ..................................... 113
Continuopnamen ................................................... 117
Intervalopnamen .................................................... 120
Opnamen met de zelfontspanner ......................... 122
Opnamen met de afstandsbediening (Afstandsbediening F: afzonderlijk verkrijgbaar) .. 125
Gebruik van de functie Spiegel omhoog om
bewegingen van de camera te voorkomen ......... 128
Automatisch wijzigen van de opname-instellingen tijdens het maken van opnamen (Auto Bracket) ... 129
Opslaan van Gebruikersinstellingen ................... 133
e_kb442.book Page 72 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
72
Werken met de opnamemenu’s
Druk op de knop 3 in de opnamestand. Het [A Opname] wordt weergegeven.
Onderdelen van het menu [A Opname]
Instellingen voor de opnamen maakt u in het menu [A Opname].
Onderdeel Functie
Belichtingsfunctie
4
JPEG opnamepixels Stelt de opnamegrootte in van JPEG-opnamen. p.156
Opnamefuncties
JPEG kwal niveau Stelt de opnamekwaliteit in van JPEG-opnamen. p.157
Bestandsindeling Stelt de bestandsindeling in. p.158
RAW-formaat
Uitgebreide Bracket
Dubbelopnamen Stelt dubbelopnamen in bij het maken van opnamen. p.103
Intervalopname Stelt Intervalopnamen in. p.120
Kleurruimte Stelt het te gebruiken kleurgebied in. p.167
RAW knop Stelt de functie in van de knop |.p.159
Geheugen
Inv brandp afstand
Stelt de belichtingsfunctie in. * Verschijnt alleen als de functiekiezer is ingesteld op A
Stelt de bestandsindeling in op RAW-formaat bij het maken van opnamen.
Stelt uitgebreide bracketing in bij het maken van opnamen.
Stelt in dat de instellingen worden opgeslagen wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Stelt de [Brandpuntafstand] in bij het gebruik van een objectief dat niet automatisch objectiefinformatie kan doorgeven.
Blad-
zijde
p.133
p.158
p.131
p.236
p.67
e_kb442.book Page 73 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Onderdelen van het menu [A Pers.instelling]
Stel in het menu Pers. instelling aangepaste functies in om volledig gebruik te maken van de functionaliteit van de spiegelreflexcamera. In de standaardinstelling worden persoonlijke instellingen niet gebruikt. De instellingen in het menu [A Pers.instelling] worden geactiveerd wanneer [Instell.], het eerste onderdeel, O (Aan) is.
Onderdeel Functie
Instell. Schakelt het gebruik van persoonlijke instellingen in en uit. -
1. Programma lijn
2. LW-stappen Stelt de aanpassingsstappen voor de belichting in. p.101
3. Gevoeligheids­stappen
4. Gevoeligheid uitbreiden
5. Bedrijftijd lichtmtr
6. AE-L met AF lock
7. Koppelt belicht.+ AF
8. Bracketing-in­één
9. Volgorde A Bracketng
10. Auto LW­correctie
11. Wtbalans ongewijzigd
12. Instellings­bereik witbalans
13. Functie AF­knop
Stelt het type Programmalijn in. p.82
Stelt de aanpassingsstappen voor de ISO-gevoeligheid in. p.78
Stelt in of de bovengrens voor gevoeligheid moet worden gelegd bij ISO 6400.
Stelt de bedrijftijd voor de belichtingsmeter in. p.99
Instelling voor het vastzetten van de belichtingswaarde wanneer er is scherpgesteld.
Instelling voor het koppelen van de belichtingswaarde en het AF-punt in het scherpstelkader bij meervlaksmeting.
Stelt in of alle beelden moeten worden gemaakt bij één keer ontspannen bij Belichtingsbracket.
Stelt de volgorde in voor opnamen met bracketing. p.129
Stelt in of de belichting automatisch moet worden gecorrigeerd als een juiste belichting niet kan worden vastgesteld.
Stelt in of de witbalans moet worden gecorrigeerd als de flitser wordt geactiveerd.
Stelt in of automatische fijnafstemming van de witbalans moet worden uitgevoerd als de lichtbron wordt opgegeven bij de instelling voor witbalans.
Instelling voor de werking van de knop =. Indien ingesteld op [AF activeren], wordt automatisch scherpgesteld als op de knop = wordt gedrukt. I
ndien ingesteld op [AF uitschakelen], wordt niet scherpgesteld
wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt terwijl op de knop = wordt gedrukt. Indien ingesteld op [Midden AF-punt] terwijl j (Selecteren) is gekozen op de kiezer voor ander scherpstelpunt, wordt het centrale AF-punt geselecteerd als op de knop = wordt gedrukt.
Blad-
zijde
p.78
p.110
p.99
p.130
-
p.161
p.161
p.107, p.112
73
4
Opnamefuncties
e_kb442.book Page 74 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
74
Onderdeel Functie
14. AF bij half indrukken
15. AF-punt weergeven
16. AF met afstandbed.
17. Ruisonderdr
4
lange sltrtijd
Opnamefuncties
18. Ruisonderdr hoge ISO-wrd
19. Instellen kleurtemp. stappen
20. e-knop in Programma
21. e-knop in K-functie
22. e-knop in b- functie
23. e-knop in c- functie
24. e-knop in L & a
25. e-knop in p & M
26. Knop Snelinst. in L & a
27. LCD­displayverlichting
28. Ontspant bij opladen
29. Draadloos flitsen
30. Voorbeeld­methode
Stelt in of automatisch moet worden scherpgesteld als de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Instelling voor het al dan niet weergeven van het AF-punt (scherpstelstand) in de zoeker.
Stelt in of Autofocus moet worden gebruikt bij het maken van opnamen met de afstandsbediening. De sluiter ontspant nadat de autofocus actief is, wanneer de ontspanknop wordt bediend vanaf de afstandsbediening en deze is ingesteld op [On]. De sluiter kan niet worden ontspannen voordat er is scherpgesteld. De autofocus wordt niet actief door het gebruik van de ontspanknop op de afstandsbediening wanneer deze is ingesteld op [Uit].
Stelt in of de camera moet bepalen wanneer ruisonderdrukking moet worden toegepast, of dat ruis alleen moet worden onderdrukt bij lange sluitertijden.
Stelt in of ruis moet worden onderdrukt bij hoge ISO­waarden. U kunt kiezen uit drie niveaus.
Stelt de aanpassingsstappen voor de kleurtemperatuur in. p.165
Stelt de functie in van de e-knoppen in de stand e (Hyper Program).
Stelt de e-knoppen in de stand K (Gevoeligheidsvoorkeuze) in.
Stelt de functie in van de e-knoppen in de stand b (Sluitertijdvoorkeuze).
Stelt de functie in van de e-knoppen in de stand c (Diafragmavoorkeuze).
Stelt de functie in van de e-knoppen in de stand L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze) en a (Hyper-manual).
Stelt de functie in van de e-knoppen in de standen p (Tijd) en M (Flitser X-sync snelheid).
Selecteert de methode voor belichtingscorrectie als op de knop Snelinstelling wordt gedrukt in de standen L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze) en a (Hyper-manual).
Stelt in of het LCD-display moet worden verlicht. p.29
Stelt de mogelijkheid in om de sluiter te ontspannen terwijl de ingebouwde flitser nog bezig is met opladen.
Stelt de functie in van de ingebouwde flitser bij draadloos flitsen.
Stelt de voorbeeldmethode in als de hoofdschakelaar in de stand voor het voorbeeld staat (|).
Blad-
zijde
-
p.107
-
p.80
p.80
-
-
-
-
-
-
p.95
p.137
p.146
p.113
AUTO
E in d e
e_kb442.book Page 75 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Onderdeel Functie
31. Gevoeligheid weergeven
34. Catch-in focus
35. AF­aanpassing
36. Diafragma­ring gebruiken
Reset pers.instellingen
Stelt in of in het LCD en de zoeker het aantal beschikbare opnamen dan wel de gevoeligheid moet worden weergegeven.
Indien ingesteld op [On], terwijl de scherpstelstand is ingesteld op l en een handmatig objectief is gemonteerd, kunnen catch-in focus opnamen worden gemaakt en wordt de sluiter automatisch ontspannen op het moment dat is scherpgesteld op het onderwerp.
Voert AF-aanpassing uit. p.106
Instelling voor het inschakelen van de ontspanknop wanneer de diafragmaring in een andere positie staat dan s.
Zet alle instellingen in het menu Pers. instelling terug op hun standaardwaarde.
Onderdelen van het Fn-menu
Blad-
zijde
-
p.112
p.251
p.239
75
4
Opnamefuncties
Druk op de knop { knop in de opnamestand. Het Fn-menu verschijnt.
Fn
OK
CUSTOM IMAGE
AUTO
AUTO
Fn
Einde
Einde
Druk op de vierwegbesturing (2345) of op de knop 4 om een functie in te stellen.
Toets of knop Onderdeel Functie Bladzijde
p.117, p.122,
p.125
p.160
2
3
4
5
4
Transportfunctie
Flitsinstelling Wijzigt de flitsfunctie. p.61
Witbalans
Gevoeligheid Stelt de gevoeligheid in. p.78
Aangepaste opname
Selecteert Continuopname, Zelfontspanner of Afstandsbediening.
Wijzigt de kleurbalans in overeenstemming met de kleur van de lichtbron die het onderwerp verlicht.
Stelt beeldbewerking in. p.154
e_kb442.book Page 76 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
76
Belichting instellen
Effect van diafragma en sluitertijd
De juiste belichting is een kwestie van de juiste combinatie van sluitertijd en diafragma. Er zijn in elke situatie tal van correcte sluitertijd­diafragmacombinaties mogelijk, die telkens weer een ander resultaat opleveren.
Effect van sluitertijd
De sluitertijd bepaalt de belichtingstijd van de opname, m.a.w. de tijd dat de CMOS-sensor aan licht wordt blootgesteld.
4
Opnamefuncties
Een langere sluitertijd kiezen
Als het onderwerp beweegt, wordt de opname onscherp omdat de sluiter langer open blijft. Het is mogelijk het effect van beweging (bijvoorbeeld een rivier, een waterval of golven) te verbeteren door met opzet een langere sluitertijd te kiezen.
Een kortere sluitertijd kiezen
Bij keuze van een kortere sluitertijd kan de actie van een bewegend onderwerp worden bevroren. Een kortere sluitertijd helpt camerabeweging te voorkomen.
e_kb442.book Page 77 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Effect van diafragma
Wijzig de hoeveelheid licht die op de CMOS-sensor terechtkomt door het diafragma te wijzigen.
Het diafragma openen (diafragmawaarde verlagen)
Voorwerpen die dichterbij of verder weg zijn dan het onderwerp waarop is scherpgesteld, worden minder scherp. Als u bijvoorbeeld een opname maakt van een bloem tegen een landschapsachtergrond met een grote diafragmaopening, wordt het landschap voor en achter de bloem onscherp, waardoor alleen de bloem wordt geaccentueerd.
77
Het diafragma sluiten (diafragmawaarde verhogen)
Het scherptegebied neemt zowel dichtbij als veraf toe. Als u bijvoorbeeld een opname maakt v
an een bloem tegen een landschapsachtergrond met een kleine diafragmaopening, is ook het landschap voor en achter de bloem scherp.
Scherptediepte
Wanneer u scherpstelt op een deel van het onderwerp, is er een gebied waarin voorwerpen die dichterbij en verder weg zijn, ook scherp zijn. Dit gebied wordt scherptediepte genoemd.
• De scherptediepte van de u is afhankelijk van het objectief.
Maar vergeleken met een kleinbeeldcamera is de waarde ruwweg één diafragmastop kleiner (het scherpstelbereik wordt kleiner).
• Hoe korter de brandpuntsafstand en hoe verder weg het onderwerp is, hoe groter de scherptediepte (sommige zoomobjectieven hebben geen schaal voor de scherptediepte vanwege hun bouwwijze).
Scherptediepte Klein Groot
Scherptegebied Smal Breed
Diafragma
Brandpuntsafstand objectief
Afstand tot onderwerp Dichtbij Veraf
Open Dicht
(Lagere waarde) (Hogere waarde)
Langer Korter
(Tele-opname) (Groothoek)
4
Opnamefuncties
AUTO
AUTO
1 00 - 40 0
D-Range
O K
800
1600
400
200
100
3200
G ev o el ig hei d
e_kb442.book Page 78 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
78
De gevoeligheid instellen
U kunt de gevoeligheid instellen op basis van het omgevingslicht. De gevoeligheid kan worden ingesteld op [AUTO] of tussen ISO 100 en 3200. De standaardinstelling is [AUTO]. Stel [Gevoeligheid] in het Fn-menu in. (p.75)
AUTO
AUTO
100
Gevoeligheid
Gevoeligheid
AUTO
AUTO
100-400
100-400
Fn
D-Range
D-Range
4
Opnamefuncties
• [Gevoeligheid] in het Fn-menu kan niet worden gebruikt om de gevoeligheid in
te stellen als de belichtingsfunctie is ingesteld op K (Gevoeligheidsvoorkeuze). Draai in de opnamestand aan de e-knop op de achterzijde om de instelling op te geven. (p.85)
• Instellingen anders dan [AUTO] zijn niet beschikbaar bij [Gevoeligheid] wanneer
de belichtingsfunctie is ingesteld op L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze).
• Als de belichtingsfunctie is ingesteld op p (Tijd), ligt de bovengrens voor
gevoeligheid op ISO 1600.
• Het gevoeligheidsbereik kan worden uitgebreid naar een bereik van ISO 100 tot
6400 als [4. Gevoeligheid uitbreiden] in het menu [A Pers.instelling] is ingesteld op [On].
• Ruisonderdrukking wordt ingesteld op [Sterk] bij het maken van opnamen met een gevoeligheid van ISO 3200 of hoger, ongeacht de instelling bij [18. Ruisonderdrukking hoge ISO-waarde] (p.80) in het menu [A Pers.instelling].
• Bij een hogere gevoeligheidsinstelling kunnen opnamen meer ruis vertonen.
• U kunt instellen of de ISO-gevoeligheid moet worden vergrendeld met stappen van 1 LW of moet worden gecoördineerd met de LW-stappen (p.101) in [3. ISO-gevoeligheidsstappen] in het menu [A Pers.instelling].
100 200
200 400
400 800
800
1600
1600 3200
3200
OK
OK
OK
Het bereik voor automatische correctie instellen bij AUTO
Stel het bereik in voor automatische correctie van de gevoeligheid wanneer Gevoeligheid is ingesteld op [AUTO]. De gevoeligheid wordt standaard automatisch gecorrigeerd binnen het bereik [ISO 100-400].
Draai aan de e-knop op de voor- of achterzijde om het bereik in te stellen voor [Gevoeligheid] in het Fn-menu.
e-knop aan de voorzijde Stelt de ondergrens voor gevoeligheid in.
e-knop aan de achterzijde Stelt de bovengrens voor gevoeligheid in.
AUTO
AUTO
2 00 - 40 0
2 00 %
D-Rang e
D-Rang e
O K
8 00
1 60 0
4 00
2 00
3 20 0
G ev o el i gh ei d
e_kb442.book Page 79 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Als de belichtingsfunctie is ingesteld op a (Hyper-manual), p (Tijd) of M (Flitser X­sync snelheid), kan de gevoeligheid niet worden ingesteld op [AUTO].
De gevoeligheid wijzigen in de opnamestand
Druk in de opnamestand op de knop 4. De ingestelde gevoeligheid wordt weergegeven op het LCD en in de zoeker. Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u de knop 4 ingedrukt houdt om de gevoeligheid te wijzigen.
• U kunt de gevoeligheid instellen op ISO AUTO door gelijktijdig op de knoppen Snelinstelling en 4 te drukken als de belichtingsfunctie is ingesteld op e (Hyper Program), b (Sluitertijdvoorkeuze) of c (Diafragmavoorkeuze).
• U kunt het aantal beschikbare opnamen weergeven door op de knop 4 te drukken als de belichtingsfunctie is ingesteld op K (Gevoeligheidsvoorkeuze) of L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze).
Het dynamisch bereik uitbreiden
Het dynamisch bereik is het getal waarmee het lichtniveau wordt aangeduid dat door de pixels van de CMOS-sensor wordt uitgedrukt van lichte tot donkere gebieden. Met behulp van de functie Dynamisch bereik uitbreiden kunt u het lichtniveau dat door de pixels van de CMOS-sensor wordt uitgedrukt uitbreiden, zodat heldere gebieden minder gemakkelijk voorkomen op de opname. Druk op de knop { bij de instelling [Gevoeligheid] in het Fn-menu om de functie in en uit te schakelen.
79
4
Opnamefuncties
AUTO
AUTO
Gevoeligheid
Gevoeligheid
AUTO
AUTO
200-400
200-400
D-Range
D-Range
200%
200%
Fn
D-Range
D-Range
Wanneer het dynamisch bereik wordt uitgebreid, wordt het gevoeligheidsbereik gereduceerd tot het bereik tussen ISO 200 en 3200.
200
200 400
400 800
800
1600
1600 3200
3200
OK
OK
OK
e_kb442.book Page 80 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
80
Ruisonderdrukking
Als u met een digitale camera een opname maakt met een lange sluitertijd of bij een hoge gevoeligheid, ontstaat ruis (korrel of oneffenheid) op de afbeelding. U kunt ruis terugdringen met behulp van Ruisonderdrukking. Het duurt langer om opnamen op te slaan die worden gemaakt met ruisonderdrukking. U stelt Ruisonderdrukking in bij [17. Ruisonderdr lange sltrtijd] of [18. Ruisonderdrukking hoge ISO-waarde] in het menu [A Pers.instelling].
Ruisonderdrukking bij lange sluitertijd
Auto: De camera bepaalt de opnameomstandigheden voor sluitertijd,
gevoeligheid en interne temperatuur, en past op basis daarvan automatisch ruisonderdrukking toe waar nodig.
Aan: Ruisonderdrukking wordt alleen toegepast bij lange sluitertijden
(langer dan 0,3 seconden).
Ruisonderdrukking bij hoge ISO-waarde
4
Opnamefuncties
Kies een instelling voor ruisonderdrukking uit [Uit], [Minimaal], [Zwak], of [Sterk] bij het maken van opnamen met een hoge instelling voor gevoeligheid.
De belichtingsfunctie wijzigen
Deze camera heeft de volgende negen belichtingsfuncties. Wijzig de belichtingsfunctie met de functiekiezer (p.32). Bij elke belichtingsfunctie zijn de volgende instellingen mogelijk.
Belichtings-
functie
B (Groen)
Beschrijving
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting.
Belichtings-
correctie
Nee Nee Nee Ja p.83
Sluitertijd
wijzigen
Dia-
fragma
wijzigen
Gevoelig
heid
Blad-
zijde
e_kb442.book Page 81 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Belichtings-
functie
e (Hyper Program)
K (Gevoelig­heidsvoor­keuze)
b (Sluiter­tijdvoor­keuze)
c (Diafragma voorkeuze)
L (Sluiter­tijd- en Dia­fragmavoo rkeuze)
Beschrijving
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeen­stemming met Pro­grammalijn voor het maken van opna­men met de juiste belichting. U kunt met de e-knoppen op de voor- en acht­erzijde gemakkelijk schakelen tussen sluitertijdvoorkeuze en diafrag­mavoorkeuze.
Stelt de sluitertijd en de diafragmawaarde automatisch in voor de juiste belichting in overeenstemming met de ingestelde gevoeligheid.
Instelling van de gewenste sluitertijd voor het vastleggen van bewegende onderwerpen.
Instelling van het gewenste diafragma voor controle over de scherptediepte.
Stelt de gevoeligheid automatisch zo in dat de handmatig ingestelde sluitertijd en diafragmawaarde de juiste belichting opleveren in overeenstemming met de helderheid van het onderwerp.
Belichtings-
correctie
Ja Ja Ja Ja p.84
Ja Nee Nee
Ja Ja Nee Ja p.87
Ja Nee Ja Ja p.89
Ja Ja Ja
Sluitertijd
wijzigen
Dia-
fragma
wijzigen
Gevoelig
Anders
Auto
Alleen
Auto
heid
dan
81
Blad-
zijde
4
Opnamefuncties
p.85
p.91
e_kb442.book Page 82 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
82
Belichtings-
functie
a (Hyper­manual)
p (Tijd)
4
Opnamefuncties
M (Flitser X-sync snelheid)
* Zie p.101 voor meer informatie over belichtingscorrectie voor a (Hyper-manual) en M (Flitser X-
sync snelheid).
Beschrijving
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van creatieve opnamen.
Instelling voor het maken van opnamen waarvoor lange sluitertijden nodig zijn, zoals vuurwerk en nachtopnamen.
De sluitertijd wordt vergrendeld op 1/ 180 seconde. Maak hier gebruik van als u werkt met een externe flitser die de sluitertijd niet automatisch aanpast.
Belichtings-
correctie
Ja* Ja Ja
Nee Nee Ja
Ja* Nee Ja
Sluitertijd
wijzigen
Dia-
fragma
wijzigen
Gevoelig
heid
Anders
dan
Auto
(tot ISO
1600)
Anders
dan
Auto
Anders
dan
Auto
Blad-
zijde
p.93
p.96
p.97
Over Programmalijn
Selecteer bij [1. Programmalijn] in het menu [A Pers.instelling] de normale programmalijn of één van de volgende instellingen. Bij B en e wordt de belichting ingesteld overeenkomstig de gekozen programmalijn.
Normaal
Hoge snelheid
(Hogesnelheid
voorkeuze)
Diepte
(Scherptediept
evoorkeuze)
MTF (MTF­voorkeuze)
Normaal programma is het basisprogramma voor automatische belichting.
Het hoge snelheidvoorkeuzeprogramma is een programma voor automatische belichting waarbij korte sluitertijden prioriteit krijgen.
Het scherptedieptevoorkeuzeprogramma is een programma voor automatische belichting waarbij scherptediepte prioriteit krijgt.
Het MTF-voorkeuzeprogramma is een programma voor automatische belichting waarbij de beste diafragma­instellingen voor het gebruikte objectief prioriteit krijgen; het programma is effectief bij gebruik van objectieven van het type DA, D FA, FA of FA J.
e_kb442.book Page 83 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
De B (Groen) gebruiken
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting.
1
Zet de functiekiezer op B.
2
Controleer de sluitertijd en de diafragmawaarde in de zoeker of op het LCD-display.
Sluitertijd, diafragma, belichtingsgeheugen, belichtingscorrectie, Auto bracket, Dubbelopnamen en Belichtingscompensatie kunnen niet worden ingesteld in de stand B (Groen).
83
4
Opnamefuncties
Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
e_kb442.book Page 84 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
84
Het e (Hyper-program) gebruiken
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting. Wijzig met de e-knoppen aan de voor- en achterzijde de sluitertijd en het diafragma onder handhaving van de juiste belichting (Hyper Program).
1
Zet de functiekiezer op e.
4
Opnamefuncties
2
Controleer de sluitertijd en de diafragmawaarde in de zoeker of op het LCD-display.
• Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
• U kunt een andere programmalijn kiezen. Instellen bij [1. Programmalijn] in het menu [A Pers.instelling]. (p.82)
• Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO] in het menu Fn. (p.78)
e_kb442.book Page 85 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Hyper-program
De sluitertijd wijzigen
U kunt overschakelen naar Automatische belichting met sluitertijdvoorkeuze door te draaien aan de e-knop op de voorzijde in de stand e (Hyper Program).
• U kunt alleen een sluitertijd instellen die een correcte belichting zal opleveren bij het diafragmabereik van het gebruikte objectief.
• Als de helderheid verandert en de diafragmawaarde buiten het relatieve bereik valt, zal de diafragmawaarde knipperen in de zoeker en op het LCD-display.
• Druk op de knop Snelinstelling om terug te keren naar Hyper-program automatische belichting.
Het diafragma wijzigen
U kunt overschakelen naar Automatische belichting met diafragmavoorkeuze door te draaien aan de e-knop op de achterzijde in de stand e (Hyper Program).
• U kunt alleen een diafragma instellen dat een correcte belichting zal opleveren binnen het bereik van beschikbare sluitertijden.
• Als de helderheid verandert en de sluitertijd buiten het relatieve bereik valt, zal de sluitertijd knipperen in de zoeker en op het LCD-display.
• Druk op de knop Snelinstelling om terug te keren naar Hyper-program automatische belichting.
85
4
Opnamefuncties
De K (Gevoeligheidsvoorkeuze) gebruiken
U kunt de gevoeligheid instellen op basis van de belichting van het onderwerp. Sluitertijd en diafragma worden automatisch ingesteld overeenkomstig de ingestelde gevoeligheid voor een juiste belichting.
1
Zet de functiekiezer op K.
e_kb442.book Page 86 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
86
2
Draai aan de e-knop op de achterzijde en pas de gevoeligheid aan.
Sluitertijd, diafragmawaarde en gevoeligheid worden weergegeven in de zoeker en op het LCD-display.
4
Opnamefuncties
• U kunt de gevoeligheid instellen op waarden die overeenkomen met ISO 100 tot ISO 3200. [AUTO] is niet beschikbaar.
• Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de waarde voor belichtingscorrectie te wijzigen. (p.100)
• Stel de gevoeligheid in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
• U kunt de gevoeligheid niet instellen bij [Gevoeligheid] in het Fn-menu.
• Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
e_kb442.book Page 87 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
De b (Sluitertijdvoorkeuze) gebruiken
Instelling van de gewenste sluitertijd voor het vastleggen van de beweging van bewegende onderwerpen. Bij het maken van opnamen van snel bewegende onderwerpen kunt u met een kortere sluitertijd het onderwerp bevriezen en met een langere sluitertijd de beweging van het onderwerp laten zien. Op basis van de sluitertijd wordt de diafragmawaarde automatisch ingesteld voor de juiste belichting. 1Effect van diafragma en sluitertijd (p.76)
1
Zet de functiekiezer op b.
2
Draai aan de e-knop op de voorzijde om de sluitertijd te wijzigen.
87
4
Opnamefuncties
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden weergegeven in de zoeker en op het LCD.
e_kb442.book Page 88 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
88
• Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de waarde voor belichtingscorrectie te wijzigen. (p.100)
• Stel de sluitertijd in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
• Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO] in het menu Fn. (p.78)
• Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
4
Opnamefuncties
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is, begint de diafragmawaarde te knipperen in de zoeker en op het LCD. Is het onderwerp te licht, kies dan een kortere sluitertijd. Bij een te donker onderwerp kiest u een langere sluitertijd. Wanneer de diafragmawaarde ophoudt met knipperen, kunt u de opname maken met de juiste belichting. Gebruik een ND-filter (neutrale densiteit) als het onderwerp te licht is. Gebruik de flitser als het te donker is.
e_kb442.book Page 89 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
De c (Diafragmavoorkeuze) gebruiken
Stel het diafragma in wanneer u de scherptediepte wilt aanpassen. De scherptediepte is groter (voorgrond en achtergrond zijn duidelijker) wanneer het diafragma op een hoge waarde wordt ingesteld. De scherptediepte is kleiner (voorgrond en achtergrond zijn vager) wanneer het diafragma op een lagere waarde wordt ingesteld. Aan de hand van de diafragmawaarde wordt de sluitertijd automatisch op de juiste belichting ingesteld. 1Effect van diafragma en sluitertijd (p.76)
1
Zet de functiekiezer op c.
2
Draai aan de e-knop op de achterzijde om de diafragmawaarde aan te passen.
89
4
Opnamefuncties
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden weergegeven in de zoeker en op het LCD.
e_kb442.book Page 90 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
90
• Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de waarde voor belichtingscorrectie te wijzigen. (p.100)
• Stel de diafragmawaarde in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
• Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO] in het menu Fn. (p.78)
• Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
4
Opnamefuncties
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is, knippert de sluitertijd in de zoeker en op het LCD. Is het onderwerp te licht, kies dan een kleiner diafragma (hogere waarde). Is het onderwerp te donker, kies dan een groter diafragma (lagere waarde). Zodra het knipperen ophoudt, kunt u de opname maken. Gebruik een ND-filter (neutrale densiteit) als het onderwerp te licht is. Gebruik de flitser als het te donker is.
e_kb442.book Page 91 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
De L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze) gebruiken
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van opnamen. Stelt de gevoeligheid automatisch zo in dat de handmatig ingestelde sluitertijd en diafragmawaarde de juiste belichting opleveren in overeenstemming met de helderheid van het onderwerp.
1
Zet de functiekiezer in de stand L.
2
Draai aan de e-knop op de voorzijde om de sluitertijd te wijzigen.
91
4
Opnamefuncties
3
Draai aan de e-knop op de achterzijde om de diafragmawaarde aan te passen.
Sluitertijd, diafragmawaarde en gevoeligheid worden weergegeven in de zoeker en op het LCD-display.
e_kb442.book Page 92 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
92
• Draai aan de e-knop op de voorzijde terwijl u op de knop m drukt om de waarde voor belichtingscorrectie te wijzigen. (p.100)
• Stel sluitertijd en diafragma zo in, dat LW-correctie wordt toegepast in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW. Instellen bij [2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
• Andere instellingen dan [AUTO] zijn niet beschikbaar voor [Gevoeligheid] in het Fn-menu.
• Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
4
Opnamefuncties
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is, zal de gevoeligheidsindicatie in de zoeker en op het LCD-display knipperen. Wijzig de sluitertijd en het diafragma. Zodra de indicatie ophoudt met knipperen, kunt u de opname maken bij de juiste belichting. Gebruik een ND-filter (neutrale densiteit) als het onderwerp te licht is. Gebruik de flitser als het te donker is.
Over de knop Snelinstelling
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast aan de juiste belichting op dat moment als u op de knop Snelinstelling drukt bij de instelling L (Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze). U kunt kiezen uit de volgende drie aanpassingsmethoden bij [26. Knop Snelinst. in L & a] in het menu [A Pers.instelling].
Programma lijn
1
2
3
b inst
c inst
De sluitertijd wordt ingesteld op de juiste belichting, afhankelijk van het diafragma wanneer het diafragma niet in de stand s is gezet. 1 Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring] (p.251)
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast.
Het diafragma wordt vergrendeld en de sluitertijd wordt automatisch aangepast.
De sluitertijd wordt vergrendeld en het diafragma wordt automatisch aangepast.
e_kb442.book Page 93 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
a (Hyper-manual) gebruiken
Deze functie is handig voor het maken van opnamen met dezelfde combinatie van sluitertijd en diafragma, of het maken opnamen die opzettelijk onderbelicht (donkerder) dan wel overbelicht (lichter) moeten worden. 1Effect van diafragma en sluitertijd (p.76)
1
Zet de functiekiezer op a.
2
Druk op de knop Snelinstelling.
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld op de juiste belichting.
Draai aan de e-knop op de voor- of achterzijde om de belichting naar wens in te stellen en maak de opname. Pas de de sluitertijd aan met de e-knop op de voorzijde en het diafragma met de e-knop op de achterzijde.
93
4
Opnamefuncties
e_kb442.book Page 94 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
94
• Als de gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] en de belichtingsfunctie op a (Hyper­manual), krijgt de gevoeligheid de laagste waarde die is ingesteld bij “Het bereik voor automatische correctie instellen bij Auto” (p.78).
• De indicatie in de zoeker knippert als het verschil met de juiste belichting groter is dan ±3,0.
• Stel sluitertijd en diafragma zo in, dat LW-correctie wordt toegepast in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW. Instellen bij [2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
• Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
4
Opnamefuncties
LW-balk
De LW-balk wordt weergegeven in de zoeker en op het LCD in de stand a (Hyper-manual). De juiste belichting wordt bereikt als V in het midden van de LW-balk staat. Als hij meer naar – staat, wordt onderbelicht. Als hij meer naar + staat, wordt overbelicht. Als de waarde buiten het bereik van de LW-balk valt, knippert de “+” of de “–”.
LW-balk
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is, knippert de “+” of de “–” op de LW-balk in de zoeker en op het LCD.
e_kb442.book Page 95 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Combineren met L
Druk op de knop L (p.102) om de belichtingswaarde in Hyper-manual vast te leggen. Als de sluitertijd of het diafragma daarna wordt gewijzigd, wordt de combinatie van sluitertijd en diafragma aangepast om dezelfde belichting te behouden. Voorbeeld: als een sluitertijd van 1/125 sec en een diafragmawaarde van F5.6 zijn vastgelegd met de L knop, en de sluitertijd wordt vervolgens gewijzigd naar 1/30 sec met behulp van de e-knop op de voorzijde, zal de diafragmawaarde automatisch worden gewijzigd in F11.
Over de knop Snelinstelling
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast aan de juiste belichting op dat moment als u op de knop Snelinstelling drukt bij de instelling a (Hyper-manual). U kunt kiezen uit de volgende drie aanpassingsmethoden bij [26. Knop Snelinst. in L & a] in het menu [A Pers.instelling].
Programma lijn
1
2
3
b inst
c inst
De sluitertijd wordt ingesteld op de juiste belichting, afhankelijk van het diafragma wanneer het diafragma niet in de stand s is gezet. 1Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring] (p.251)
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast.
Het diafragma wordt vergrendeld en de sluitertijd wordt automatisch aangepast.
De sluitertijd wordt vergrendeld en het diafragma wordt automatisch aangepast.
95
4
Opnamefuncties
e_kb442.book Page 96 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
96
De stand p (Tijdopname) gebruiken
De tijdopnamefunctie gebruikt u voor lange belichtingstijden, bijvoorbeeld om ’s nachts te fotograferen of om opnamen van vuurwerk te maken. De sluiter blijft open zo lang de ontspanknop wordt ingedrukt.
1
Zet de functiekiezer op p.
4
Opnamefuncties
• Belichtingscorrectie, Continuopname en Belichtingsbracket zijn in de stand p (Tijd) niet beschikbaar.
• Hoe langer de belichtingstijd, des te meer ruis op de opname.
• Draai aan de e-knop op de achterzijde om de diafragmawaarde te wijzigen.
• Stel de diafragmawaarde in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [2. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling]. (p.101)
• De functie Shake Reduction function wordt automatisch uitgeschakeld als de belichtingsfunctie wordt ingesteld op p (Tijd).
• Gebruik een stevig statief en de optionele draadontspanner CS-205 om te voorkomen dat de camera beweegt bij het maken van opnamen in de stand p (Tijd). Sluit de draadontspanner aan op de aansluiting voor de draadontspanner (p.17).
• Tijdopname is beschikbaar bij de afstandsbedieningsfunctie (p.125). De sluiter blijft geopend zolang de ontspanknop van de optionele afstandsbediening ingedrukt wordt gehouden.
• Als de gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] en de belichtingsfunctie op p (Tijd), krijgt de gevoeligheid de laagste waarde die is ingesteld bij “Het bereik voor automatische correctie instellen bij AUTO” (p.78).
• Als de belichtingsfunctie is ingesteld op p (Tijd), ligt de bovengrens voor gevoeligheid op ISO 1600.
• Er is geen bovengrens voor de belichtingstijd bij tijdopnamen. We raden u echter aan de optionele netvoedingsadapter D-AC50 te gebruiken als u opnamen maakt met een lange belichtingstijd omdat de batterij wordt gebruikt als de sluiter open staat.
e_kb442.book Page 97 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
De stand M (X-sync-snelheid van de flitser) gebruiken
De sluitertijd wordt vergrendeld op 1/180 seconde. Maak hier gebruik van als u werkt met een externe flitser die de sluitertijd niet automatisch aanpast.
1
Zet de functiekiezer op M.
97
• Draai aan de e-knop op de achterzijde om de diafragmawaarde te wijzigen.
• Druk op de knop Snelinstelling om de sluitertijd vast te houden op 1/180 sec en het diafragma automatisch aan te passen.
• Als de gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] en de belichtingsfunctie op M (Flitser X-sync snelheid), krijgt de gevoeligheid de laagste waarde die is ingesteld bij “Het bereik voor automatische correctie instellen bij Auto” (p.78).
4
Opnamefuncties
e_kb442.book Page 98 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
98
De lichtmeetmethode selecteren
Selecteer het gedeelte van het scherm dat moet worden gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting. U kunt kiezen uit L (Meervlaks lichtmeting), M (Lichtmeting met nadruk op het midden) en N (Spotmeting). De fabrieksinstelling is L (Meervlaks lichtmeting).
L
M
N
4
Instellen met de schakelaar lichtmeting. (p.19)
Opnamefuncties
Meervlaks
Met nadruk op
het midden
Spotmeting
De zoeker wordt verdeeld in 16 delen, elk deel wordt gemeten en de juiste belichting wordt bepaald.
De hele zoeker wordt gemeten met nadruk op het midden, en de belichting wordt bepaald.
Alleen het middelste deel van de zoeker wordt gemeten, en de belichting wordt bepaald.
Meervlaks lichtmeting gebruiken
Bij meervlaks lichtmeting wordt het beeld in de zoeker gemeten in 16 verschillende zones, zoals de afbeelding laat zien. Zelfs bij opnamen met tegenlicht wordt bij deze functie automatisch bepaald welk helderheidsniveau elk gedeelte van het beeld heeft en wordt de belichting dienovereenkomstig aangepast.
Lichtmeting met nadruk op het midden wordt automatisch ingesteld, zelfs wanneer u meervlaks lichtmeting selecteert, bij gebruik van een ander objectief dan DA, D FA, FA J, FA, F of A, of als een diafragmaring anders is ingesteld dan op s. (Zo’n objectief kan alleen worden gebruikt wanneer dit is toegestaan bij [36. Gebruik diafr. ring] (p.75) in het menu [A Pers.instelling].)
Loading...