Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding
door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Fijn dat u hebt gekozen voor deze PENTAX q digitale camera. Lees deze
handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen
benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle
mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom een veilige plaats.
Geschikte objectieven
Voor deze camera zijn alle DA, D FA en FA J-objectieven en objectieven met een s-stand
(automatisch) op de diafragmaring geschikt.
Zie pagina 58 en 210 als u een ander objectief of accessoire wilt gebruiken.
Auteursrechten
Met de q gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn
bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd
in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs
het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties,
voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten
te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals
beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Handelsmerken
PENTAX en smc PENTAX zijn handelsmerken van PENTAX Corporation.
Het SD-logo en het SDHC-logo zijn handelsmerken.
Het DNG-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Adobe Systems
Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken
van hun betreffende eigenaren.
Aan de gebruikers van deze camera
• De kans bestaat dat opgenomen gegevens worden gewist of dat de camera niet naar behoren
functioneert bij gebruik in omgevingen met installaties die sterke elektromagnetische straling
of magnetische velden opwekken.
• Het paneel met vloeibare kristallen in het LCD is gemaakt met behulp van extreem hogeprecisietechnologie.
Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden
dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten.
Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
Dit product ondersteunt PRINT Image Matching III. Met digitale fotocamera’s, printers en software
die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen fotografen opnamen produceren die hun
bedoelingen beter benaderen. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers die PRINT Image
Matching III niet ondersteunen.
Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Meer over PictBridge
Met PictBridge kan de gebruiker de digitale camera rechtstreeks aansluiten op een printer,
waarbij gebruik wordt gemaakt van de universele standaard voor de rechtstreekse uitvoer van
opnamen. Met een paar eenvoudige handelingen kunt u opnamen rechtstreeks vanuit de camera
afdrukken.
• De illustraties en het weergavescherm van de LCD-monitor in deze handleiding kunnen afwijken
van het feitelijke product.
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van dit product.
Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale aandacht voor zaken die zijn
aangeduid met de volgende symbolen.
1
Waarschuwing
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze
waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze
waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel
of materiële schade kan veroorzaken.
OVER DE CAMERA
Waarschuwing
• Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera bevat
onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische
schokken bestaat.
• Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de camera
valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het vrijgekomen gedeelte aan,
aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
• Houd de SD-geheugenkaart buiten bereik van kleine kinderen om het risico
te vermijden dat de kaart per ongeluk wordt ingeslikt. Mocht de kaart toch worden
ingeslikt, ga dan onmiddellijk naar een arts.
• De camerariem om uw nek wikkelen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen
de riem niet om hun nek wikkelen.
• Kijk niet rechtstreeks naar de zon door de camera, omdat uw ogen bij blootstelling
aan direct zonlicht beschadiging kunnen oplopen. Kijk niet recht in de zon door een
teleobjectief, aangezien dit kan leiden tot blindheid.
• Bewaar batterijen altijd buiten het bereik van kinderen. Mocht een kind per ongeluk
een batterij inslikken, dan moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
• Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde netvoedingsadapter met
het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik van een netvoedingsadapter met
andere specificaties dan voorgeschreven voor dit product, kan brand, elektrische
schokken of schade aan de camera veroorzaken.
• Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een vreemde
geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterijen
of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX
Service Center.
Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Schakel tijdens onweer de netvoedingsadapter uit en haal deze uit het stopcontact.
Onweer kan storing in de apparatuur, brand of elektrische schokken veroorzaken.
2
Pas op
• Probeer nooit de batterijen kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen.
Demonteer de batterijen nooit. De batterijen kunnen exploderen of vlam vatten.
• Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze onmiddellijk uit
de camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
• Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Als dergelijke
onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
• Leg uw vingers of een kledingstuk niet over de flitser wanneer u deze gebruikt.
Uw huid of kleding kan verbranden.
BATTERIJGEBRUIK
• Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik van andere
batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
• Houd snoeren, haarspeldjes en andere metalen voorwerpen uit de buurt van de plusen minpolen van de batterij. Als u de batterij buiten de camera bewaart, bevestig dan
het meegeleverde beschermingskapje op de batterij om kortsluiting te voorkomen.
• Demonteer de batterijen nooit. Demonteren van batterijen kan explosies en lekkage
veroorzaken.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen,
wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw huid of kleding,
was de betroffen gebieden dan grondig schoon met water.
• Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze onmiddellijk uit
de camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK BATTERIJLADER
• Gebruik alleen de batterijlader D-BC50 die wordt meegeleverd met de camera.
Gebruik het product uitsluitend met de voorgeschreven spanning.
Gebruik met een andere stroombron of een andere spanning dan voorgeschreven,
kan resulteren in brand of een elektrische schok. De voorgeschreven spanning
is 100 - 240 V AC (wisselstroom).
• Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithiumionbatterij D-LI50. Het opladen van andere batterijen kan een explosie of brand
veroorzaken, of een defect aan de camera.
• Probeer het product niet uit elkaar te halen of te veranderen. Dit kan resulteren
in brand of een elektrische schok.
• Als er rook of een vreemde geur uit het product komt, of in geval van welke andere
onregelmatigheid dan ook, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken
en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center.
Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met een PENTAX
Service Center. Verder gebruik van het product kan brand of een elektrische schok
veroorzaken.
• Als het tijdens het gebruik van de batterijlader gaat onweren, haal het netsnoer dan
uit het stopcontact en gebruik het product niet verder. Als u het product toch verder
gebruikt, kan dit resulteren in beschadiging van de apparatuur, brand of een
elektrische schok.
• Veeg de stekker van het netsnoer schoon als hij met stof bedekt is. Stof kan brand
veroorzaken.
• Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/ULcertificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18, met aan het
ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde NEMAconfiguratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een
gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een gelijkwaardig
stroomsnoer.
Aandachtspunten tijdens het gebruik
• Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee dat deel
uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed werkt,
vooral als u er belangrijke opnamen mee wilt maken (bijvoorbeeld huwelijksfoto’s
of opnamen op reis). Opnamen kunnen niet worden gegarandeerd als opnemen,
weergeven of het overzetten van de gegevens naar een computer enz. niet mogelijk
is als gevolg van een defect aan de camera of aan de opnamemedia
(SD-geheugenkaart) enz.
• Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner,
alcohol of wasbenzine.
• Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid.
Laat de camera niet achter in een voertuig, omdat met name in auto’s de temperatuur
zeer hoog kan oplopen.
• Berg de camera niet op een plaats op met conserveermiddelen en chemicaliën.
Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan
schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg deze op een droge
en goed geventileerde plaats op.
• Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik een kussen
om de camera te beschermen tegen trillingen van een motor, auto of schip.
• Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0° tot 40° C (32°F tot 104°F).
• Het LCD kan zwart worden bij hoge temperaturen, maar wordt weer normaal bij een
normale omgevingstemperatuur.
• De reactiesnelheid van het LCD kan traag worden bij lage temperaturen. Dit ligt aan
de eigenschappen van de vloeistofkristallen en is geen defect.
3
4
• Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties van het
product op peil te houden.
• Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming
aan de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de draagtas
of een plastic zak en haal deze er pas uit als het temperatuurverschil tussen
de camera en de omgeving minimaal is geworden.
• Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten, aangezien
de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen- of waterdruppels op de camera
komt, veeg deze dan droog.
• Zie “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (p.49) voor
meer informatie over de SD-geheugenkaart.
• Verwijder stof dat zich op het objectief of de zoeker heeft verzameld met een
lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief
hierdoor beschadigd kan raken.
• Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele reiniging
van de CCD. (Hieraan zijn kosten verbonden.)
• Druk niet met kracht op de LCD-monitor. De kans bestaat dat de monitor hierdoor
breekt of niet meer naar behoren functioneert.
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw product
te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde CD-ROM of op de website
van PENTAX. Bij voorbaat dank voor uw medewerking.
Zie de bedieningshandleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3 voor
meer informatie (Windows-gebruikers: p.9, Mac OS-gebruikers: p.10) voor meer informatie.
Memo
5
6
INHOUDSTAFEL
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA .............................................................. 1
OVER DE CAMERA .......................................................................................... 1
Beschrijft de kenmerken van de camera, accessoires en de namen en functies van
de verschillende onderdelen.
2 Voorbereidingen
Beschrijft uw eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van
opnamen. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
3 Basisbediening
Legt de procedures uit voor het maken, weergeven en afdrukken van foto’s.
Lees deze aanwijzingen om alle basisbedieningen te leren voor opnemen,
weergeven en afdrukken.
4 Functiereferentie
Beschrijving van functies voor optimaal werken met de q.
5 Bijlage
Behandelt het oplossen van problemen en geeft een overzicht van afzonderlijk
verkrijgbare accessoires en verschillende informatiebronnen.
1
2
3
4
5
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
1
Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van
het betreffende bedieningsonderdeel.
Geeft nuttige informatie weer.
Geeft aandachtspunten aan voor de bediening van de camera.
12
Memo
1Voor u de camera gaat gebruiken
Controleer de inhoud van het pakket en de namen en functies van
de diverse onderdelen voor het gebruik.
q Kenmerken van de camera ............................................... 14
De inhoud van het pakket controleren ........................................... 16
Namen en functies van de onderdelen .......................................... 17
Weergave van indicaties ................................................................. 22
Het menu gebruiken ........................................................................ 29
Het functiemenu gebruiken ............................................................. 36
De functiekiezer gebruiken ............................................................. 38
Bij gebruik van de menu’s en het functiemenu zijn onderdelen die niet kunnen
worden gewijzigd vanwege instellingen van de camera grijs en niet selecteerbaar.
14
Voor u de camera gaat gebruiken
q Kenmerken van de camera
• Voorzien van een CCD van 23,5×15,7 mm met effectief 10,20 miljoen pixels, voor een zeer
hoge precisie en een groot dynamisch bereik.
• Voorzien van Bewegingsreductie, een systeem voor het reduceren van onscherpte door
het bewegen van de CCD. Daarmee kunt u scherpe opnamen maken die minimaal worden
1
beïnvloed door het bewegen van de camera, ongeacht het gebruikte objectief.
• Uitgerust met een 11-punts AF-sensor. Bij lichtmeting met nadruk op het midden wordt een
breed scherpstelveld met 9 scherpstelpunten gebruikt.
• Voorzien van een zoeker die vergelijkbaar is met die van een conventionele kleinbeeldcamera,
met een vergroting van 0,95× en een beeldveld van 95% voor comfortabeler handmatig
scherpstellen. Bovendien uitgerust met een functie die de AF-punten in de zoeker rood
doet oplichten.
• Voorzien van een grote LCD-monitor van 2,5 inch met 210.000 pixels, een grote beeldhoek,
en een helderheidsregeling voor een zo nauwkeurig mogelijke weergave.
• Voorzien van een functie Digitaal voorbeeld voor inspectie van het beeld om zeker
te weten dat het gewenste resultaat wordt bereikt.
• Er is een gebruiksvriendelijk ontwerp toegepast op verschillende delen van de camera.
De grote LCD-monitor met hoge resolutie en de gebruiksvriendelijke menu’s maken
de bediening van de camera eenvoudiger.
• Instelwielen, knoppen, naden van de body en intrekbare onderdelen van de camera zijn
spatwater- en stofbestendig.
• Op de CCD is een speciale SP-coating aangebracht die stofwerend is. Bij toepassing van
de functie Sensor stofvrij wordt de CCD geschud om stof te verwijderen.
• Ondersteuning van de optionele Batterijgreep D-BG2 met verticale ontspanknop.
Als in zowel de camera als de greep een batterij (D-LI50) wordt geplaatst, wordt de batterij
met het meeste vermogen gebruikt. Op die manier levert de camera gedurende langere
tijd de beste prestaties. Er is bovendien een menuoptie waarmee u prioriteit voor een
batterij kunt opgeven, zodat u die helemaal leeg kunt maken voordat u overschakelt
op de andere batterij.
• Opnamen worden opgeslagen in de flexibele indeling JPEG of de kwalitatief
hoogwaardige maar 100 procent bewerkbare RAW-indeling. U kunt ook JPEG+RAW
selecteren en opnamen in beide indelingen opslaan. RAW-opnamen kunnen gemakkelijk
worden verwerkt.
• Met de modi Hyper-program en Hyper-manual kunt u opnamen maken met een vooraf
ingestelde belichting. Bovendien uitgerust met een Gevoeligheidsvoorkeuze K die
diafragma en sluitertijd automatisch aanpast aan de gekozen gevoeligheid, en een
Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze L die de gevoeligheid automatisch aanpast aan
de ingestelde sluitertijd en diafragma.
Het gebied dat door de camera wordt vastgelegd (de beeldhoek) is bij de q
en 35 mm-kleinbeeldreflexcamera’s verschillend, zelfs wanneer hetzelfde objectief wordt
gebruikt. Dit komt doordat het formaat van kleinbeeldfilm en de CCD verschillend zijn.
Afmetingen van kleinbeeldfilm en CCD
35 mm-kleinbeeldfilm: 36×24 mm
q CCD: 23,5×15,7 mm
Bij gelijke beeldhoeken moet de brandpuntsafstand van een objectief dat voor een
35 mm-kleinbeeldcamera wordt gebruikt, ongeveer 1,5 keer langer zijn dan die voor
q
de
u de brandpuntsafstand van het kleinbeeldobjectief door 1,5.
Voorbeeld)Om een zelfde opname te maken als met een 150 mm-objectief op een
Omgekeerd moet de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief op de q worden
vermenigvuldigd met 1,5 om de brandpuntsafstand voor een kleinbeeldcamera te bepalen.
Voorbeeld)Wanneer een 300 mm-objectief wordt gebruikt op een q
. Om een beeldhoek te bereiken die hetzelfde gebied bestrijkt, deelt
kleinbeeldcamera
150÷1.5=100
Gebruik een 100 mm-objectief op de q.
300×1.5=450
De brandpuntsafstand is gelijk aan een 450 mm-objectief op een
kleinbeeldcamera.
15
1
Voor u de camera gaat gebruiken
16
De inhoud van het pakket controleren
Bij de camera worden de volgende accessoires geleverd.
Controleer of alle accessoires zijn meegeleverd.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Flitsschoenbeschermer F
(op de camera bevestigd)
Bodydop
(op de camera bevestigd)
Software (Cd-rom)
S-SW55
Batterijlader
D-BC50
K
Oogschelp F
(op de camera bevestigd)
USB-kabel
I-USB17
Draagriem
O-ST53
Netsnoer
D-CO2
P
ME-zoekerkapje
Videokabel
I-VC28
Oplaadbare lithium-ion
D-LI50-batterij
Bedieningshandleiding
(deze handleiding)
Namen en functies van de onderdelen
Camera
Flitsschoen
Zelfontspanner-LED/
Afstandsbedieningssensor
Spiegel
Kaartklep
Riembevestiging
17
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Richtteken objectiefvatting
Objectiefontgrendelknop
Ingebouwde flitser
Aansluiting
draadontspanner
USB/video-aansluiting
Gelijkstroomingang
Klepje voor aansluitingen
Statiefaansluiting
batterijgreepaansluiting
Klep voor de
LCD-monitor
AF-koppeling
Objectiefinformatiec
ontacten
LCD-display
Zoeker
Zelfontspanner-LED/
Afstandsbedieningssensor
Ontgrendelknop van
kaartcompartiment
LED voor lezen van/
schrijven naar kaart
Ontgrendelknop van
de batterijklep
Batterijklep
18
Opnamestand
Hieronder vindt u uitleg van de knoppen tijdens de opname.
1
2
Voor u de camera gaat gebruiken
3
4
5
9
0
a
b
c
d
e
1Snelinstelling
Resetten van
de belichtingsinstellingen (p.148)
en automatisch de juiste
belichting instellen in de stand
a (Hyper-manual). (p.158)
2Ontspanknop
Indrukken om opnamen
te maken. (p.65)
1
8
7
6
n
m
l
k
j
i
h
g
f
3Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera aan/uit
te zetten (p.52) of een voorbeeld
weer te geven(p.170).
4e-knop aan de voorzijde
De sluitertijd en de LW-correctie
instellen.
5Ontgrendelknop voor het
objectief
Indrukken om het objectief los
te maken. (p.59)
6Scherpstelfunctieknop
Schakelen tussen automatisch
(k, l) (p.130)
en handmatig scherpstellen
(p.136).
7| knop
JPEG- en RAW-bestand opslaan
(p.122)
8K knop
Indrukken om de ingebouwde
flitser uit te klappen. (p.71)
9Functiekiezer
Gebruiken om
de belichtingsfunctie te wijzigen.
(p.38)
0Schakelaar lichtmeting
Gebruiken om
de lichtmetingsfunctie te wijzigen.
(p.142)
a]
knop
Stelt belichtingsbracketing
in. (p.163)
b3 knop
Het menu [A Opname]
weergeven (p.31).
Druk vervolgens
op de vierwegbesturing (
weergave van de menu’s
[Q Weergeven] (p.31), [R Setup] (p.32) en [A Pers.inst.] (p.33).
5) voor
ci knop
Indrukken om opnamen
te verwijderen. (p.100)
dM knop
Indrukken om opnamegegevens
weer te geven op de LCD-monitor.
(p.23)
eQ knop
Activeert de weergavefunctie.
(p.85)
f{ knop
Indrukken om het functiemenu
weer te geven.
Druk op de vierwegbesturing
(2345) om de volgende
handeling te kiezen. (p.36)
gSchakelaar
Bewegingsreductie
De functie Bewegingsreductie
in- en uitschakelen. (p.67)
h4 knop
De in het menu geselecteerde
instelling bevestigen.
Druk hierop als het menu niet
wordt weergegeven om de op dit
moment ingestelde gevoeligheid
weer te geven op het LCD
en in de zoeker.
iVierwegbesturing (2345)
De cursor verplaatsen
of onderdelen wijzigen in menu’s
en het functiemenu.
jKiezer voor ander
scherpstelpunt
Het scherpstelkader instellen.
(p.133)
k= knop
Scherpstellen op het onderwerp
voorafgaand aan lichtmeting.
(p.130)
lL knop
De belichting vergrendelen
voordat de opname wordt
gemaakt. (p.162)
me-knop op de achterzijde
Waarden instellen voor diafragma
en gevoeligheid.
nm knop
Houd deze knop ingedrukt terwijl
u aan de e-knop op de voorzijde
draait om de waarde voor
belichtingscorrectie in te stellen.
(p.161)
19
1
Voor u de camera gaat gebruiken
20
Weergavestand
Hieronder vindt u uitleg van de knoppen tijdens de weergave.
2
1
1
Voor u de camera gaat gebruiken
3
4
9
0
a
5
6
7
8
b
c
d
21
1Snelinstelling
Druk hierop bij Vergrote
weergave voor verdere
uitvergroting. (p.88)
2Ontspanknop
Halverwege indrukken om over
te gaan naar de opnamefunctie.
3Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera uit
en aan te zetten. (p.52)
Op de positie | zetten om naar
de opname- en voorbeeldfunctie
te gaan.
4e-knop aan de voorzijde
De vorige en volgende opname
weergeven bij uitvergrote
weergave (p.88) of het digitale
filter aanpassen (p.95).
53-knop
Indrukken om het menu
[Q Weergeven] weer te geven
(p.31). Druk vervolgens
op de vierwegbesturing (45)
voor weergave van de menu’s
[R Set-up] (p.32), [A Pers.inst.]
(p.31) en [A Opname] (p.31).
6i knop
Indrukken om opnamen
te verwijderen. (p.100)
7M knop
Indrukken om opnamegegevens
weer te geven op de LCD-monitor.
(p.24)
8Q knop
Indrukken om over te gaan naar
de opnamefunctie.
9M knop
Druk hierop bij Vergrote
weergave voor reductie van
de uitvergroting. (p.88)
0Z knop
Indrukken om opnamen
te beveiligen tegen onbedoelde
verwijdering. (p.104)
ae-knop op de achterzijde
Een opname uitvergroten (p.88)
of verscheidene opnamen
tegelijkertijd weergeven (p.89).
b4 knop
De in het menu of het
weergavescherm geselecteerde
instelling bevestigen.
cVierwegbesturing (2345)
De cursor verplaatsen
of onderdelen wijzigen in menu’s,
het functiemenu en het
weergavescherm.
d{ knop
Indrukken om het functiemenu
weer te geven.
Druk op de vierwegbesturing
(2345) om de volgende
handeling te kiezen. (p.36)
1
Voor u de camera gaat gebruiken
22
1600
M F
AM
USER
2006
Sl.tijd & diafr.
voorkeuze Auto
belichting
Activeren AF
Weergave van indicaties
LCD-monitor
Afhankelijk van de camerastatus
1
Voor u de camera gaat gebruiken
kunnen de volgende indicaties
op de LCD-monitor worden
weergegeven.
LCD-monitor
Bij het inschakelen of gebruik van de functiekiezer
Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden weergegeven op de LCD-monitor
als de camera wordt ingeschakeld of de functiekiezer wordt gebruikt.
Selecteer Uit bij [Hulpdisplay] in het menu [R Set-up] om geen indicaties weer te geven.
(p.32)
13
14
15
1
2345 6
Sl.tijd & diafr.
Sl.tijd & diafr.
USER
USER
voorkeuze Auto
voorkeuze Auto
belichting
belichting
AF
Activeren AF
Activeren AF
10101414/2006
/10 14/2006/
MF
1010: 3939AM
10: 39
AM
7
1600
1600MF
8
9
12 1110
1Flitsinstelling
(Actieve instelling wordt weergegeven) (p.72)
2Transportstand/Auto bracket/
Dubbelopnamen (p.18)
3Autobelichting (p.142)12 Wereldtijd (p.191)
4Scherpstelinstelling (p.130)13 USER (gebruiker)
5AF-punt (p.132)14 Belichtingsfunctie
6Witbalans (p.123)15 Hulp bij knoppen
7Gevoeligheid (p.140)
* Indicatie 3, 5, 6 en 7 worden alleen weergegeven wanneer er een andere dan
de standaardinstelling is geselecteerd. 12 wordt alleen weergegeven wanneer
de wereldtijd is ingeschakeld.
8Naam belichtingsfunctie (p.38)
9Hulp e-knop
10 Batterijniveau
11 Datum en tijd (p.190)
Opnamestand
RAW+
IS O
10 0 0 0 KG2G2A1A1
Ad o b e
AUTO
2 0 0 - 1 6 0 0
USER
1 / 2 0 0 0
+ 1 . 3
F 2 . 8
1 . 0
39
AUTO
4 0 0mmmm
2006
Druk in de opnamestand op de knop M om de instellingen van de opnamefunctie
gedurende 15 seconden weer te geven op de LCD-monitor.
11Uitgebreide bracket (p.165)27Scherpte (p.121)
12Beeldtint (p.120)28Contrast (p.121)
13Gevoeligheid (p.140)29Wereldtijd (p.191)
14AUTO ISO correctie (p.140)30Datum en tijd (p.190)
15Witbalans (p.123)31Batterijvoeding (p.46)
AUTO
AUTO
10
+1.3
-
1.0
-
1.0
200-1600
200-1600
Adobe
2006
/ 2006/10101414/10 14/
2345
68
1314
1516 17
192920
97
2122
3031
18
10
11
12
23
24
25
26
27
28
23
1
Voor u de camera gaat gebruiken
24
10 0 - 0 001
A1
1 / 2 0 0 0
+ 1 . 5
F 2 . 8
0 . 5
Ad o b e
RAW+
AM
2006
IS O
10 0 0 0 K
200
Weergavestand
Steeds als u tijdens weergave op de knop M drukt, schakelt de camera over naar een
volgende schermweergave: Standaard, Histogram, Detail Info en Geen infoweergave
(alleen opname).
1
Voor u de camera gaat gebruiken
U kunt de weergegeven informatie veranderen door op de Q-knop te drukken.
* De indicaties 4 (Flitsinstelling) en 11 (Flitsbelichtingscorrectie) worden alleen
weergegeven bij flitsopnamen.
10
11
31
15
131214
16
17
189
30
Histogramweergave
100 - 0 0 0 1
RGB
100 - 0 0 0 1
De q is uitgerust met twee histogramfuncties. Het “Helderheidshistogram” toont
de verdeling van helderheid en het “RGB-histogram” toont de intensiteit van de kleuren.
Druk op de vierwegbesturing (23) om te schakelen tussen “Helderheidshistogram”
en “RGB-histogram”.
12
100-0001
100-0001
23
3
124 3
100-0001
100-0001
4
25
1
Voor u de camera gaat gebruiken
7
6
RGB
RGB
6
5
HelderheidshistograRGB-histogram
1Bestandstype voor opnamen6Schakelen tussen Helderheidshistogram/
2Mapnummer en bestandsnummer van
opnamen (p.196, p.199)
3Pictogram beveiliging (p.104)8Histogram (G)
4DPOF-instellingen9Histogram (B)
5Histogram (Helderheid) (p.186)
* Indicatie 4 (DPOF-instellingen) wordt alleen weergegeven bij opnamen met
DPOF-instellingen.
Over- of onderbelichte gebieden die knipperen als de waarschuwing [Licht/donker geb]
is ingeschakeld in [Weergavefunctie] in het menu [Q Weergeven]. (p.186)
23
5
RGB-histogram
7Histogram (R)
8
9
26
Zoeker
23
1
Voor u de camera gaat gebruiken
1
4
56
8
7
1011
912
1AF-kader (p.60)
2Spotmeetkader (p.142)
3AF-punt (p.132)
4Bewegingsreductie (p.67)
Wordt weergegeven als bewegingsreductie is ingeschakeld.
5Flitserstatus (p.71)
Wordt weergegeven wanneer de flitser gereed is en knippert wanneer het gebruik van de flitser
wordt aangeraden maar deze nog niet is ingeschakeld of wordt opgeladen.
6Sluitertijd (p.150)
Sluitertijd bij opname of instelling (onderstreept wanneer de sluitertijd kan worden gewijzigd met
de e-knop op de voorzijde).
7Diafragma (p.152)
Diafragmawaarde bij opname of instelling (onderstreept wanneer de diafragmawaarde kan
worden gewijzigd met de e-knop op de achterzijde).
8Scherpstelindicatie (p.64)
Wordt weergegeven als is scherpgesteld op het onderwerp.
9Handmatig scherpstellen (p.136)
Wordt weergegeven wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op \.
10LW-balk (p.157)
Toont de LW-correctiewaarden of het verschil tussen de optimale en ingestelde belichting als
de belichtingsfunctie is ingesteld op a.
11LW-correctie (p.161)
Wordt weergegeven wanneer de LW-correctie gereed is of gebruikt wordt.
12Flitsbelichtingscorrectie
Wordt weergegeven wanneer de flitsbelichtingscorrectie wordt gebruikt.
13Indicatie belichtingsgeheugen (p.162)
Wordt weergegeven wanneer het belichtingsgeheugen wordt gebruikt.
1
1315
14
14ISO-waarschuwing (p.141)
Wordt weergegeven bij het bereiken of overschrijden van de waarschuwingswaarde.
15Beschikbaar aantal opnamen/LW-correctie/Gevoeligheid bevestigen
Toont het beschikbare aantal opnamen bij de huidige bestandsindeling (p.122),
JPEG-opnamepixels (p.118) en JPEG-kwailteit (p.119).
Geeft het aantal beschikbare continuopnamen weer. (p.35)
De LW-correctiewaarde wordt weergegeven wanneer de LW-correctie wordt ingesteld. (p.147)
De ISO-gevoeligheid wordt weergegeven als Gevoeligheidsvoorkeuze/Sluitertijden Diafragmavoorkeuze is ingesteld.
• Het AF-punt dat wordt gebruikt voor autofocus licht rood op als de ontspanknop tot
halverwege wordt ingedrukt. (p.132)
• Druk op de knop = om \ weer te geven in de zoeker als [Functie AF-knop]
is ingesteld op [Cancel AF] in het menu [A Pers.inst.].
• Druk op de knop 4 om de ISO-gevoeligheid weer te geven in 14 bij andere
instellingen dan Gevoeligheidsvoorkeuze/Sluitertijd- en Diafragmavoorkeuze.
27
1
Voor u de camera gaat gebruiken
28
LCD-display
De volgende informatie wordt weergegeven op het LCD op de bovenzijde van de camera.
W : Opnamen via afstandsbediening(PC = Personal Computer (massaopslag),
5LW-balk (p.157)
Druk op de knop m om het LCD-display te verlichten. U kunt de verlichting van het
LCD-display uitschakelen met [LCD-displayverlichting] in het menu [A Pers.inst.].
(knippert als belichtingsbracket en uitgebreide
bracket beide zijn ingesteld)
8LW-correctie (p.161)
9Batterijniveau
10Witbalans (p.123)
(niet weergegeven indien ingesteld op Auto)
O: Witbalanscorrectie
LW-correctiewaarde/PC (Pb)
Pb = PictBridge)
14Dubbelopnamen (p.166)
Loading...
+ 207 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.