Onkyo TX-8555 Instructions Manual [sv]

Nederland Svenska
Stereo Receiver
TX-8555
Gebruiksaanwijzing
Wij danken u v oor de aanschaf van deze Onkyo stereo­receiver. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens het apparaat aan te sluiten en de stekker in de contactdoos te steken. Als u de instructies uit deze handleiding opvolgt, kunt u de beste prestaties uit uw nieuwe optimaal van uw muziek genieten. Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor raadpleging in de toekomst.
versterker
Bruksanvisning
T ack för att ha köpt Onkyos Stereo Recei ver . Läs bruk­sanvisningen noga innan du utför anslutningarna och kopplar in enheten. Följer du anvisningarna i denna bruksanvisning kom­mer din nya Integrerade förstärkare att ge dig bästa möjliga resultat och ljudupplevelse. Spara manualen så du kan gå tillbaka till den i framtiden.
halen en
Inleiding
Inledning
Aansluitingen
Anslutningar
Naar audiobronnen luisteren
Lyssna på audiokällor
Overige
Verhelpen van storingen Technische gegevens
Övrigt
Felsökning Specikationer
.......................................Sv-
................................Sv-
...............Nl-
....................Nl-
Nl-
Sv-
Nl-
Sv-
Nl-
Sv-
2
2
12
12
21
21
44 46
44 46
Nl Sv
WAARSCHUWING:
OM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN MAG DIT APPARAAT NIET AAN VOCHTIGHEID OF REGEN BLOOTGESTELD WORDEN.
OPGELET:
OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKO­MEN MAG NOCH DE BEHUIZING NOCH HET ACHTERPANEEL WORDEN GEOPEND. LAAT ONDERHOUD AAN PROFESSIONELE ONDE­RHOUDSMONTEURS OVER.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
1. Lees de gebruiksaanwijzing.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle aanwijzingen op.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Gebruik een droge doek om het apparaat schoon te maken.
7. Zorg dat de ventilatie-openingen niet worden afge­sloten. Stel het apparaat op overeenkomstig de aan­wijzingen van de fabrikant.
8. Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmte­bron zoals een verwarmingsradiator, kachel, gasfor­nuis of ander apparaat (inclusief een versterker) dat warmte afgeeft.
9. Zorg dat u niet de veiligheidsvoorziening van de gepolariseerde netstekker of de geaarde netstekker teniet doet. Een gepolariseerde stekker heeft twee ongelijke pennen. Een geaarde stekker heeft twee pen­nen en tevens een derde aardingspen. De brede pen of de derde aardingspen is aangebracht voor uw veilig­heid. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcon­tact past, moet u contact opnemen met een elektricien om het oude stopcontact te laten vervangen.
10. Leid het netsnoer zodanig dat er niet over gelopen wordt of dat het snoer klemgedrukt wordt. Vooral op de plaats van de stekker, het stopcontact of het punt waar het snoer uit het apparaat komt, moet u voorzichtig zijn.
11. Gebruik alleen hulpstukken/accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
12. Gebruik alleen een verrijd­baar onderstel, standaard, steun of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Wanneer het appa­raat op een verrijdbaar onderstel staat, moet u dit bijzonder voorzichtig bewe­gen om te voorkomen dat het apparaat valt.
13. Trek de stekker uit het stopcontact bij bliksem of wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te gebruiken.
14. Laat alle onderhoudswerkzaamheden over aan bevoegd onderhoudspersoneel. Laat het apparaat nakijken wan­neer er beschadigingen worden vastgesteld, zoals een beschadigd netsnoer of netstekker, wanneer er vloeistof of voorwerpen in het apparaat terecht zijn gekomen,
Nl-
2
WAARSCHUWING
VERRIJDBAAR ONDERSTEL
S3125A
WARNING
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
Deze lichtflits met pijlpunt in een gelijkzijdige driehoek dient de gebruiker er op attent te maken dat er niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in de behuizing van het toestel is en personen bij een verkeerde behandeling een elektrische schok op zouden kunnen lopen.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek dient de gebruiker er op attent te maken dat er belangrijke aanwijzingen voor bediening en onderhoud (reparatie) in de bij het toestel geleverde gebruiksaanwijzing aanwezig zijn.
AVIS
RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE
NE PAS
OUVRIR
wanneer het apparaat blootgesteld heeft gestaan aan regen of vocht, wanneer het apparaat niet normaal werkt of als het apparaat is gevallen.
15. Storingen die reparatie vereisen In de volgende gevallen moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door een bevoegd onderhoudsmonteur laten nakijken: A. Wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd
is;
B. Wanneer er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat is terechtgekomen; C. Wanneer het apparaat in de regen heeft gestaan; D. Wanneer het apparaat niet normaal werkt terwijl
u de bedieningsaanwijzingen juist uitvoert.
Gebruik alleen de regelaars die in de gebruiks-
aanwijzing worden beschreven om het apparaat
te bedienen. Het maken van ongeoorloofde
afstellingen e.d. kan resulteren in ernstige
beschadiging en vereist in veel gevallen een uit-
gebreide reparatie door een bevoegd onder-
houdsmonteur om het apparaat weer in de
oorspronkelijke toestand terug te brengen; E. Wanneer het apparaat gevallen is of de ombouw
beschadigd is; F. Wanneer het apparaat niet naar behoren functio-
neert of wanneer de prestaties afnemen.
16. Voorwerpen en vloeistoffen Duw nooit voorwerpen via de openingen in het appa­raat, want deze kunnen in contact komen met gevaar­lijke spanningspunten of kortsluiting veroorzaken, wat kan resulteren in brand of een elektrische schok. Stel het apparaat niet bloot aan waterdruppels of opspattend water en plaats ook geen voorwerpen met een vloeistof erin, zoals een bloemenvaas, op het apparaat. Plaats geen kaarsen of andere brandende voorwer­pen op het apparaat.
17. Batterijen Neem alle plaatselijke en landelijke voorschriften in acht wanneer u gebruikte batterijen weggooit.
18. Als u het apparaat in een omsloten ruimte opstelt, zoals een audiokastje of boekenrek, moet u er ook op letten dat er voldoende ventilatie is. Zorg ervoor dat er minstens 20 cm ruimte openblijft aan de bovenkant en de zijkanten en 10 cm aan de achterkant. De achterrand van een plank of plaat die boven het apparaat is, moet 10 cm verwijderd zijn van de wand of muur zodat er een soort schoorsteenpijp­opening is waardoor de warme lucht kan ontsnappen.
Voorzorgsmaatregelen
1. Door auteursrecht beschermde opnamen
gezonderd voor strikt persoonlijk gebruik, is het opnemen van door auteursrecht beschermd beeld- en geluidsmateriaal bij de wet verboden, tenzij na uit­drukkelijke toestemming van de auteursrechthouder.
2. Netstroomzekering – De netstroomzekering
bevindt zich binnenin dit apparaat en kan niet door de gebruiker worden vervangen. Als u dit apparaat niet kunt inschakelen, moet u contact opnemen met een Onkyo-dealer.
3. Onderhoud —Het is aanbevolen dit apparaat regel-
matig af te stoffen met een zachte doek. Aanklev end vuil kunt u verwijderen met een zachte doek die u licht bevochtigt met wat mild zeepsop. Droog het apparaat daarna onmiddellijk na met een schone droge doek. Gebruik voor het schoonmaken nooit een schuurspons of chemische middelen zoals spiri­tus of thinner, aangezien dergelijke middelen de afwerking kunnen aantasten of de opschriften van het voorpaneel kunnen verwijderen.
4. Stroomvoorziening WAARSCHUWING
VOORDAT U DIT APPARAAT VOOR HET EERST OP HET STOPCONTACT AANSLUIT, DIENT U VOORAL DE ONDERSTAANDE PARAGRAFEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN. De spanning van het lichtnet kan van land tot land verschillen. Overtuig u ervan dat de plaatselijke net­spanning overeenkomt met de spanningsvereiste die staat vermeld op het achterpaneel van dit apparaat (bijv. 230 V wisselstroom, 50 Hz of 120 V wissel­stroom, 60 Hz). De elektriciteitskabel wordt gebruikt om dit appa­raat van de AC-voedingsbron los te maken. Zorg ervoor dat de stekker steeds gereed is voor gebruik (gemakkelijk bereikbaar). Sommige modellen zijn voorzien van een spannings­kiezer zodat het apparaat ook in landen met een andere netspanning kan worden gebruikt. Voordat u een model met een spanningskiezer op het stopcon­tact aansluit, dient u te controleren of de spannings­kiezer staat ingesteld op de plaatselijke netspanning. Als u op de knop [ON/STANDBY] drukt om het apparaat in ruststand te zetten, is het apparaat niet volledig uitgeschakeld. Verwijder de stekker van de elektriciteitskabel uit het stopcontact als u het appa­raat voor een langere periode niet zal gebruiken.
5. Denk om uw oren Voorzichtig:
Aanhoudend hard geluid via oortelefoons of een hoofdtelefoon kan uw gehoor aantasten.
6. Batterijen niet verhitten Waarschuwing:
Batterijen (zowel herlaadbare accu’s als losse batterijen) kunnen bij verhitting gevaar opleveren, dus stel ze niet bloot aan directe zonnestraling, vuur en dergelijke.
—Uit-
7. Raak dit apparaat nooit met natte handen aan—
Raak dit apparaat en het netsnoer niet aan wanneer uw handen nat op vochtig zijn. Mocht er water of een andere vloeistof in het inwendige van het appa­raat terechtkomen, laat u het dan inspecteren door uw plaatselijke Onkyo handelaar.
8. Omgang met het apparaat
• Als u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het dan zo goed mogelijk in de oorspronkelijke verpak­king, zoals u het bij aflevering hebt aangetroffen.
• Gebruik geen spuitbusmiddelen, zoals haarlak of insecticide, in de buurt van dit apparaat. Laat geen plastic of rubber voorwerpen lang achtereen op het apparaat liggen, want dat kan lelijke plek­ken op de ombouw achterlaten.
• W anneer het apparaat lang achtereen in gebruik is, kunnen de bovenkant en het achterpaneel erg warm worden. Dit is normaal en vormt geen probleem.
• Als het apparaat lang achtereen niet gebruikt wordt, kan het de eerstvolgende keer niet altijd goed werken, dus we raden u aan het af en toe eens in te schakelen en even te gebruiken.
Voor de Europese modellen
Verklaring Van Conformiteit
Wij,
ONKYO EUROPE ELECTRONICS GmbH LIEGNITZERSTRASSE 6, 82194 GROEBENZELL, DUITSLAND
verklaren onder eigen verantwoordelijkheid, dat het ONKYO produkt beschreven in deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de betreffende technische normen, zoals: EN60065, EN55013, EN55020 en EN61000-3-2, -3-3.
GROEBENZELL, DUITSLAND
ONKYO EUROPE ELECTRONICS GmbH
NL
Batterij niet
K. MIYAGI
weggooien, maar
inleveren als KCA.
Nl-
3
Inhoud
Inleiding
Belangrijke veiligheidsvoorschriften.....................2
Voorzorgsmaatregelen............................................3
Inhoud.......................................................................4
Bijgeleverde toebehoren.........................................5
Plaatsen van de batterijen...........................................5
Kenmerken...............................................................5
Kennismaking met de receiver...............................6
Voorpaneel..................................................................6
Achterpaneel...............................................................7
Display.........................................................................9
Afstandsbediening ................................................10
Met de afstandsbediening.........................................11
Aansluitingen
Aansluiten van uw luidsprekers...........................12
Voorzorgsmaatregelen betreffende het aansluiten van de
luidsprekers................................................................12
Aansluiten van de luidsprekerkabels...............................12
Een actieve subwoofer aansluiten...................................13
Een vermogensversterker aansluiten..............................13
De luidsprekerimpedantie configureren...........................14
Aansluiten van de antenne...................................15
Aansluiten van de FM-binnenantenne.............................15
Aansluiten van de AM-raamantenne ...............................15
Aansluiten van een FM-buitenantenne............................16
Aansluiten van een AM-buitenantenne............................16
Aansluiten van apparaten.....................................17
Aansluiten van een draaitafel ..........................................17
Aansluiten van een CD-speler.........................................17
Aansluiten van een opnameapparaat..............................18
Aansluiten van een interactief afstandsbedieningsdock
(RI-dock)..................................................................18
Aansluiten van een DVD-speler.......................................18
Aansluiten van een videorecorder...................................19
Aansluiten van een TV of ander apparaat met een audio-
uitgang........................................................................19
Aansluiten van
Aansluiten van de netsnoeren van andere apparaten.....20
Aansluiten van de voedingskabel....................................20
-apparaten........................................19
Naar audiobronnen luisteren
In- en uitschakelen van de receiver.....................21
Aanzetten en ruststand....................................................21
Displaynaam voor de ingangsbron wijzigen ....................21
Naar audiobronnen luisteren................................22
Dempen van het geluid van de receiver (alleen
afstandsbediening).....................................................23
Gebruik van een hoofdtelefoon........................................23
Instellen van de helderheid van het display.....................23
Gebruik van de sluimertimer (alleen
afstandsbediening)............................................23
Gebruik van de toon - en balansregelaars.......................24
De functie DIRECT instellen............................................24
Naar puur audiogeluid luisteren.......................................24
Opnemen................................................................25
Opnemen van de ingangsbron ........................................25
Audio en video van verschillende bronnen opnemen......26
Luisteren naar de radio.........................................27
AM Frequency Step instelling (niet voor Noord-Amerika en
Europa).......................................................................27
Naar AM-/FM-zenders luisteren.......................................27
Gebruik van RDS (alleen voor de Europese model)........29
Voorkeuzekanalen een naam geven....................31
Een naam invoeren..........................................................31
Een teken corrigeren .......................................................31
Geavanceerde setup .............................................32
De geavanceerde setup instellen ....................................32
Menu Geavanceerde setup .............................................33
Wijzigen van de ID van de afstandsbediening.................33
Zone 2.....................................................................34
Aansluitingen voor Zone 2...............................................34
Instellingen Zone 2 Out..............................................35
Gebruik van Zone 2.........................................................36
Apparaten aansluiten die niet worden bereikt door
de signalen van de afstandsbediening (IR IN/
OUT)..................................................................38
Als het afstandsbedieningssignaal de afstandssensor van
de receiver niet bereikt...............................................38
Als het afstandsbedieningssignaal andere apparaten niet
bereikt.........................................................................38
Andere apparaten bedienen .................................39
Een DVD-speler of DVD-recorder bedienen....................39
Een CD-speler, CD-recorder of MD-speler bedienen .......40
Een RI-dock bedienen.....................................................41
Bedienen van een cassetterecorder................................42
Een code voor de afstandsbediening programmeren voor
het bedienen van de apparaten die zijn aangesloten via
RI................................................................................43
Terugstellen van de afstandsbediening...........................43
Nl-
Overige
Verhelpen van storingen.......................................44
Technische gegevens ...........................................46
4
Bijgeleverde toebehoren
Controleer of u over de volgende toebehoren beschikt:
Afstandsbediening en twee batterijen (AA/R6)
FM-binnenantenne
AM-raamantenne
* In catalogi en op de verpakking geeft de letter die is
toegevoegd aan het einde v an de productnaam de kleur aan. Specificaties en bediening zijn hetzelfde, ongeacht de kleur.
Plaatsen van de batterijen
Verwijder het batterijdeksel door op het
1
etiket te drukken en het deksel omhoog te tillen.
Plaats twee AA-batterijen in het
2
batterijvak.
Plaats ze volgens de plus- en minaanduidingen in het batterijvak.
Opmerkingen:
• Als de afstandsbediening niet meer goed werkt, moet u beide batterijen door nieuwe vervangen.
• Gebruik geen nieuwe en oude batterijen of batterijen van een verschillend type door elkaar.
• Als u de afstandsbediening langere tijd niet denkt te gebruiken, moet u de batterijen eruit verwijderen om lekkage en corrosie te voorkomen.
• Neem lege batterijen onmiddellijk uit de afstandsbediening om lekkage en corrosie te voorkomen.
Kenmerken
Nieuw ontworpen, brushed aluminium frontpaneel met streepjespatroon
100 Watt/Kanaal @ 8 ohm (FTC) (Noord-Amerikaans model)
125 Watt/Kanaal @ 4 ohm (IEC) (Europese en Australische modellen)
WRAT (Wide Range Amplier Technology)
High-Current, lage impedantie sturing
Discrete Output Stage Circuitry
Voorbereid voor XM en SIRIUS (Noord­Amerikaans model)
6 Audio-ingangen (CD, TAPE, GAME/TV, CBL/SAT, DVD, VCR/DVR)
4 Video-ingangen (GAME/TV, CBL/SAT, DVD, VCR/D VR)
Phono-ingang
2 audioen video-uitgangen
Luidsprekerset A/B-klemmen
Akoestiekfunctie Direct
Akoestiekfunctie Pure Audio
RDS (PS/PTY/RT/TP)(Europese model)
IR (ingang/uitgang)
Luidsprekerklemmen compatibel met banaanstekkers (Noord-Amerikaans model)
Compatibel met RI-dock voor de iPod
Plaats het deksel op het vak nadat de
3
batterijen correct zijn geplaatst.
*
XM Ready Satellite Radio Inc. ©2008 XM Satellite Radio Inc. Alle rechten voorbehouden.
©2005 SIRIUS Satellite Radio Inc. “SIRIUS”, Sirius Connect, het SIRIUS-logo met de hond, de kanaalnamen en logo's zijn handelsmerken van SIRIUS Satellite Radio Inc. Alleen leverbaar in de belendende staten van de Verenigde Staten (uitgezonderd Alaska en Hawaii) en Canada.
®
is een geregistreerd handelsmerk van XM
Nl-
5
Kennismaking met de receiver
Voorpaneel
19K ML N2 3 5678 J4
TV OU RPQS
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor verdere informatie.
A
Ruststand/aan-toets (ON/STANDBY) (21)
Zet de receiver aan of in ruststand
B
Schakelaars luidsprekers A en B (SPEAKERS A/B) (22)
Zet de luidsprekersets A en B aan of uit.
C
Toetsen ZONE 2 LEVEL, TONE, [
Gebruik de toets LEVEL en de toetsen [▲]/[▼] om het volumeniveau van Zone 2 af te stellen. Gebruik de toets TONE en de toetsen [▲]/[▼] om de hoge en de lage tonen en de balans van zone 2 af te stellen.
D
Toetsen ZONE 2/OFF (36)
Gebruik de toets ZONE 2 voor het instellen van Zone 2. Gebruik de toets OFF om Zone 2 uit te schakelen.
]/[
E Afstandsbedieningssensor (11)
Ontvangt besturingssignalen van de afstandsbediening.
F ZONE 2-indicator (36)
Knippert als Zone 2 wordt ingesteld. Licht op als Zone 2 aan is.
G DISPLAY (30)
Geeft uiteenlopende informatie weer over de op dat moment geselecteerde ingangsbron. Op het Europese model wordt deze toets gebruikt met RDS (Radio Data System). Zie “Gebruik van RDS (alleen voor de Europese model)” op pagina 29.
H Toets en indicator PURE AUDIO (24)
Gebruik deze toets om de akoestiekfunctie Pure audio te kiezen. De indicator gaat branden en het display verdwijnt als deze modus is geselecteerd.
] (37)
I Toetsen TUNING OMHOOG/OMLAAG
( DOWN/UP ) (27)
Gebruik voor het afstemmen op radiozenders.
J Toets DIRECT TUNING (28)
Als de frequentie van de zender waarnaar u wilt luisteren u bekend is, kunt u de zender selecteren door de frequentie direct in te voeren met behulp van deze toets en de cijfertoetsen.
K Toets voor tekens (CHARACTER) (31)
Gebruik deze toets om het nummer van een FM- of AM-voorkeuzezender van een label te voorzien.
L Cijfertoetsen (28)
Gebruik deze toetsen om een zender te selecteren door de frequentie van de zender direct in te voeren of het voorkeuzenummer van een zender van een label te voorzien.
M Toets ENTER (30)
Gebruik deze toets om satellietradiozenders te selecteren.
N Hoofdvolumeregelaar (MASTER VOLUME)
(22)
Stelt het volume van de receiver in.
O Balansregelaar (BALANCE) (24)
Met deze regelaar kunt u de balans van het geluidsniveau tussen het linker- en het rechterkanaal voor luidsprekers en koptelefoon afstellen.
P Hogetonenregelaar (TREBLE) (24)
Met deze regelaar kunt u het niveau van de hoge tonen instellen.
Nl-
6
Kennismaking met de receiver—Vervolg
Q Lagetonenregelaar (BASS) (24)
Met deze regelaar kunt u het niveau van de lage tonen instellen.
R Afstemfunctietoets (TUNING MODE) (27, 28)
Selecteert de automatische of de handmatige afstemfunctie voor AM- en FM-radio.
S Geheugentoets (MEMORY) (28)
W ordt gebruikt v oor het opslaan of v erwijderen van vastgelegde voorkeuzezenders.
U Ruststand-indicator (STANDBY) (21)
Deze indicator licht op wanneer de receiver in de ruststand (standby) staat en knippert wanneer een signaal wordt ontvangen vanaf de afstandsbediening.
V Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES) (23)
Op deze 1/4-inch klinkstekkerbus kan een standaard hoofdtelefoon worden aangesloten om te luisteren zonder anderen te storen.
T Ingangskeuzetoetsen (22, 25)
Selecteert de ingangsbronnen.
Achterpaneel
1 4 6 9 J
B
3 7 8
5
KL M N O P Q R S
A -stekerbus afstandsbediening (REMOTE
CONTROL)
Deze (Interactieve afstandsbediening)­stekerbus kan worden aangesloten op de -
stekerbussen op uw andere Onkyo-apparaten. De afstandsbediening van de receiver kan dan gebruikt worden om al uw apparaten te bedienen. Maak een analoge audioverbinding tussen de receiver en ieder
apparaat om te gebruiken.
B MONITOR OUT
Gebruik deze stekerbus om een TV met een composiet video-uitgang aan te sluiten.
C AM-antenne
Gebruik deze druktype-klemmen voor het aansluiten van een AM-antenne.
D XM-antenne (alleen Noord-Amerikaans
model)
Gebruik deze stekerbus om een satellietradio, bijvoorbeeld een los verkrijgbaar XM Mini-Tuner System, aan te sluiten.
E FM-antenne
Gebruik deze stekerbus voor het aansluiten van een FM-antenne.
F SIRIUS-antenne (alleen Noord-Amerikaans
model)
Met deze stekerbus kunt u een digitale SIRIUS­antenne aansluiten. Deze is afzonderlijk verkrijgbaar (zie de losse instructies voor SIRIUS).
G IR IN/OUT
Een los verkrijgbare IR-ontvanger kan worden aangesloten op de IR-stekerbus, zodat u de receiver kunt bedienen als u in zone 2 bent, of de receiver zich niet in uw gezichtsveld bevindt, bijvoorbeeld als hij in een kast is geïnstalleerd. Een los verkrijgbare IR-zender kan worden aangesloten op de IR OUT-stekerbus om IR­signalen (infrarood) van de afstandsbediening ook naar andere apparaten te zenden.
Nl-7
Kennismaking met de receiver—Vervolg
H PRE OUT: L/R, SUBWOOFER
Deze analoge audio-uitgang kan worden aangesloten op de analoge audio-ingang op een vermogensversterk er, als u de receiver uitsluitend als v oorv ersterk er wilt gebruiken. Gebruik de SUBWOOFER-stekerb us v oor het aansluiten van een actiev e subw oofer.
I ZONE 2 PRE OUT L/R
Deze analoge audio-uitgangen kunnen worden aangesloten op de lijningangen op versterkers in Zone 2.
J AC OUTLET
Deze geschakelde netuitgang kan worden gebruikt voor het voeden van een ander apparaat. De uitvoering van deze netuitgangen verschilt afhankelijk van het land waar de receiv er is gekocht.
K PHONO (MM)-ingang en aardingsklem
Gebruik deze analoge audio-ingang voor het aansluiten van een draaitafel met een draaiend magneetelement. Gebruik de schroef links boven de PHONO (MM)-ingangen voor het aansluiten van een aardkabel van een draaitafel.
L CD-ingang
Gebruik deze analoge audio-ingang voor aansluiting op de analoge audio-uitgang van een CD-speler.
M TAPE IN/OUT
Gebruik deze analoge audio-ingang en -uitgang voor aansluiting op de analoge audio-ingang en ­uitgang van een recorder, bijvoorbeeld een cassetterecorder, minidisc-recorder enz.
N GAME/TV IN
Hier kunt u een spelconsole of een TV-uitgang aansluiten. Er is een composiet-video-ingangsbus en analoge audio-ingangsstekerbussen.
O CBL/SAT IN
Hier kunt u een satellietontvanger aansluiten. Er is een composiet-video-ingangsbus en analoge
audio-ingangsstekerbussen.
P DVD IN
Gebruik deze stekerbussen om een DVD-speler aan te sluiten. Er is een composiet video­ingangsstekerbus voor het aansluiten van het videosignaal en stereo (FRONT)-stekerbussen voor het aansluiten van analoge audiosignalen.
Q VCR/DVR IN/OUT
Hier kunt u een videocomponent, bijvoorbeeld een videorecorder of een DVR aansluiten voor opnemen en afspelen. Er is een composiet-video-ingang en uitgangsstekerbussen om het videosignaal aan te sluiten en er zijn analoge audio­ingangsstekerbussen om het audiosignaal aan te sluiten.
R SPEAKERS A
Op deze klemmen kunt u luidsprekerset A aansluiten.
S SPEAKERS B
Op deze klemmen kunt u luidsprekerset B aansluiten.
Zie pagina’s 12–20 voor informatie over de aansluitingen.
Nl-8
Kennismaking met de receiver—Vervolg
Display
21
354
6
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor verdere informatie.
1 Indicatoren A- en B-luidsprekers
Indicator A licht op als luidsprekerset A aan is. Indicator B licht op als luidsprekerset B aan is.
2 Dempingsindicator (MUTING)
Knippert als het geluid van de receiver is gedempt.
3 ZONE 2-indicator
Licht op als Zone 2 aan is.
4 Directindicator (DIRECT)
Licht op als de functie DIRECT is ingeschakeld.
5 Radio-indicatoren
TUNED: Licht op als is afgestemd op een radiozender.
AUTO: Licht op voor AM- en FM-radio als automatisch afstemmen is geselecteerd en verdwijnt als handmatig afstemmen wordt geselecteerd.
7
RDS (alleen voor Europese modellen): Licht op als is afgestemd op een radiozender die RDS (Radio Data Systeem) informatie uitzendt.
SIRIUS (alleen model voor Noord-Amerika) :
De indicator gaat branden wanneer is afgestemd op SIRIUS satellietradio.
XM (alleen model voor Noord-Amerika) :
De indicator gaat branden wanneer is afgestemd op XM satellietradio.
MEMORY: Licht op als voorkeuzezenders worden geprogrammeerd.
FM STEREO: Licht op als is afgestemd op een stereo FM-radiozender.
6 Sluimerindicator (SLEEP)
Licht op als de sluimerfunctie is ingesteld.
7 Berichtengebied
Geeft uiteenlopende informatie weer over de geselecteerde ingangsbron.
Nl-9
Afstandsbediening
Druk op de Remote Mode-toets [RECEIVER] om de Receivermodus te selecteren.
U kunt de afstandsbediening ook gebruiken om uw DVD-speler, CD-speler en andere apparaten te bedienen. Zie pagina’s 39-42 v oor meer bijzonderheden.
Zie het paginanummer tussen haakjes voor uitgebreide informatie over iedere toets.
1 2
3
4
5
6 7
8
9
J
K L
M
Nl-10
N
O P
Q
R
S
T
A Toets ON/STANDBY (21)
Zet de receiver aan of in ruststand.
B Toets ZONE 2 (36)
Gebruiken voor het instellen van Zone 2.
C Ingangskeuzetoetsen (INPUT SELECTOR)
(22) en cijfertoetsen (28)
Selecteert de ingangsbronnen. Na het indrukken van de toets D.TUN kunnen de toetsen worden gebruikt om direct AMen FM-radiozenders en satellietradiokanalen te selecteren.
D Toets D.TUN (28)
Selecteert de functie Direct afstemmen.
E Toets DIMMER (23)
Voor het instellen van de helderheid van het display.
F Afstemfunctietoets (TUNING MODE) (27, 28)
Selecteert de automatische of de handmatige afstemfunctie voor AMen FM-radio.
G Afstemtoetsen (TUNING) [ ]/[ ] (27)
Voor het afstemmen van de radio.
H Toets SP A/B (22)
Voor het instellen van de luidsprekers A/B.
I Pijl [ ]/[ ]/[ ]/[ ] en ENTER-toetsen (27)
Voor het selecteren en maken van instellingen. Gebruik voor XM/SIRIUS de toetsen Omhoog en
Omlaag [ ]/[ ] om kanalen te selecteren en de [ENTER]-toets om de zoekmodus te wijzigen.
Gebruik de toetsen Links en Rechts [ ]/[ ] om categorieën te selecteren.
J Toets SETUP (14)
Gebruik deze toets voor toegang tot de instelmenu's.
K STEREO-toets
Selecteert de functie FM-stereo.
L Toets DIRECT (24)
Voert de oorspronkelijke geluidsbron uit zonder effecten toe te passen.
M Toets DISPLAY (29)
Geeft uiteenlopende informatie weer over de geselecteerde ingangsbron.
N Afstandsbedieningsmodus-toetsen
(REMOTE MODE) (39-42)
Selecteert de afstandsbedieningsmodi.
O Toets CLR/SLEEP (23)
Te gebruiken met de sluimerfunctie. Gebruik deze toets voor het wissen van de nummerinvoer als de functie Direct afstemmen is geselecteerd.
P Afstemtoetsen (PRESET) [++
Gebruik deze toetsen om vastgelegde voorkeuzezenders te selecteren.
++
]/[−−−−] (28)
Q Volumetoetsen (VOL) [ ]/[ ] (22)
Gebruik deze toetsen om het volume van de receiv er in te stellen, ongeacht de op dat moment geselecteerde afstandsbedieningsmodus.
Afstandsbediening—Vervolg
R Dempingstoets MUTING (23)
Dempt het geluid op de receiver of herstelt de geluidsweergave.
S RETURN-toets
Voor het selecteren van het vorige weergegeven instelmenu.
T Toets PURE A (23)
Gebruik deze toets om de akoestiekfunctie Pure audio te kiezen.
Opmerking:
Ook in de Receivermodus kunt u een Onkyo­cassetterecorder die is aangesloten via bedienen
(zie pagina 42).
Met de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor.
Afstandsbedieningssensor
Ongeveer 5 m
Opmerkingen:
• Zorg dat er geen direct zonlicht of het licht van een invertertype tl-lamp op de receiver valt, want dit kan van invloed zijn op de werking van de afstandsbediening. Houd hier rekening mee bij het installeren.
• Wanneer een andere afstandsbediening van hetzelfde type in dezelfde kamer wordt gebruikt, of wanneer de receiver wordt gebruikt in de buurt v an apparatuur die met infraroodsignalen werkt, kan dit van invloed zijn op de werking van de afstandsbediening.
• Leg geen voorwerpen, zoals een boek, op de afstandsbediening, want dan kunnen de toetsen per ongeluk worden ingedrukt en lopen de batterijen leeg.
• De afstandsbediening werkt mogelijk niet betrouwbaar als de receiver in een kast achter deuren met gekleurd glas wordt geplaatst. Houd hier rekening mee bij het installeren.
• De afstandsbediening werkt niet als er zich een obstakel bevindt tussen de afstandsbediening en de afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van de receiver.
Nl-11
Aansluiten van uw luidsprekers
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u met de aansluitingen begint.
Voorzorgsmaatregelen betreffende het aansluiten van de luidsprekers
U kunt twee luidsprekersets op de receiver aansluiten. Als er twee luidsprekersets zijn aangesloten, kunt u selecteren welke luidsprekerset geluid uitvoert of beide luidsprekersets geluid uit laten voeren.
• Gebruik luidsprekers met een impedantie tussen 4 en 16 ohm als u één luidsprekerset op de klemmen SPEAKERS A of SPEAKERS B aansluit, of als u twee luidsprekersets aansluit op beide klemmen, maar slechts uit één van de luidsprekersets geluid uitvoert. Stel de luidsprekerimpedantie op de receiver in op 6 ohm voor het Noord-Amerikaanse model als de luidsprekerimpedantie 4 of 6 ohm is (zie pagina 14 voor bijzonderheden).
• Gebruik luidsprekers met een impedantie tussen 8 en 16 ohm als u luidsprekers aansluit op zowel de klemmen SPEAKER A als SPEAKER B en geluid uitvoert op beide sets tegelijk.
Opmerking:
Een onjuiste instelling van de luidsprekers of de impedantiewaarden kan ertoe leiden dat het ingebouwde beveiligingscircuit wordt geacti veerd, w aardoor er geen geluid komt uit de luidsprekers.
De onderstaande afbeelding toont welke luidspreker op welk paar klemmen moet worden aangesloten.
Rechter
luidspreker
+
Receiver
Luidsprekerset A
Linker
luidspreker
+
Aansluiten van de luidsprekerkabels
Verwijder ongeveer
1
15 mm van de buitenisolatie aan het uiteinde van de luidsprekerdraden en draai de blootliggende kerndraadjes in elkaar, zoals afgebeeld.
Draai het schroefje van de
2
luidsprekerklem los.
Steek de kerndraden
3
volledig naar binnen.
Draai het schroefje stevig vast.
4
• Lees de handleiding die bij de luidsprekers wordt geleverd.
• Let goed op de polariteit van de draden. Plusklemmen (+) moet worden aangesloten op plusklemmen (+) en minklemmen (–) moeten worden aangesloten op minklemmen (–). Als u de draden verwisselt, zal het geluid niet in fase zijn en wordt een onnatuurlijke weergave verkregen.
• Onnodig lange of erg dunne luidsprekerkabels kunnen de geluidskwaliteit negatief beïnvloeden en dienen vermeden te worden.
• Wees voorzichtig dat u de plus- en mindraden niet kortsluit. Dit kan namelijk resulteren in beschadiging van de receiver.
• Sluit niet meer dan één luidsprekerkabel op elke luidsprekerklem aan. Dit kan namelijk resulteren in beschadiging van de receiver.
• Sluit een luidspreker niet aan op meer dan één paar luidsprekerklemmen.
15 mm
(5/8")
Nl-12
+ +
Rechter
luidspreker
Luidsprekerset B
Linker
luidspreker
Aansluiten van uw luidsprekers—Continued
Een actieve subwoofer aansluiten
Sluit de PRE OUT SUBWOOFER van de receiv er met een geschikte kabel aan op de ingang van uw actie ve subwoofer. Als uw subwoofer geen eindversterker heeft en u een externe versterk er gebruikt, moet u de PRE OUT : SUBWOOFER op de ingang van de versterker aansluiten.
Actieve
subwoofer
LINE INPUT
LINE INPUT
Een vermogensversterker aansluiten
Als u een sterkere vermogensversterker wilt gebruiken en de recei ver uitsluitend als voorv ersterker wilt gebruiken, sluit deze dan aan op de PRE OUT-stekerbussen en sluit alle luidsprekers en de subwoofer aan op de vermogensversterker. Als u een actieve subwoofer hebt, sluit deze dan aan op deze PRE OUT SUBWOOFER-stekerbus van de receiver.
Vermogensversterker
Nl-13
Aansluiten van uw luidsprekers—Vervolg
De luidsprekerimpedantie congureren
In dit model is de standaard fabrieksinstelling voor de luidsprekerimpedantie “8 ohm.” Lees zorgvuldig “Voorzorgsmaatregelen betreffende het aansluiten van de luidsprekers” op pagina 12 als u de instelling van de luidsprekerimpedantie gaat wijzigen, alvorens de onderstaande procedures uit te voeren.
Opmerking:
Stel het volume in op het laagste niveau alvorens de luidsprekerimpedantie af te stellen.
RECEIVER
ENTER
SET UP
3
4
5
Gebruik de toetsen omhoog en omlaag []/[] om “1. Hardware set” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
Het menu Hardware Setup verschijnt op het display.
Gebruik de toetsen omhoog en omlaag[]/[] om “Impedantie: 8 ohm” te selecteren.
Wijzig de impedantiewaarde naar “6 ohm” met de toetsen links en
rechts [ ]/[ ].
Nl-14
1
2
Schakel de voeding in
Druk op de toets [RECEIVER] en vervolgens op de toets SETUP op de afstandsbediening.
6
Druk op de toets SETUP op de afstandsbediening om de instelling te voltooien.
Maak gebruik van de procedure hierboven als de impedantie-instelling wilt terugzetten op 8 ohm.
Aansluiten van de antenne
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de bijgele verde FM-binnenantenne en de AM-raamantenne moet aansluiten, en tevens hoe u los verkrijgbare FM- en AM­buitenantennes moet aansluiten.
De receiver kan geen radiosignalen ontvangen wanneer er geen antenne is aangesloten, dus zorg ervoor dat u een antenne aansluit.
Inplugaansluiting AM-antenne Aansluiting voor FM-antenne
Aansluiten van de FM-binnenantenne
De bijgeleverde FM-binnenantenne is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Sluit de FM-antenne op de afgebeelde
1
wijze aan.
Noord-Amerikaans model
Steek de steker volledig in de stekerbus.
Andere modellen
Aansluiten van de AM-raamantenne
De bijgeleverde AM-raamantenne is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Zet de AM-raamantenne in elkaar door de
1
lipjes van de antenne in het voetstuk te steken, zoals afgebeeld.
Sluit beide draden van de
2
AM-raamantenne op de druktype AM-antenneaansluitingen aan, zoals afgebeeld.
(De antennedraden hebben geen polariteit, dus de draden kunnen worden verwisseld.)
Zorg dat de draden stevig bev estigd zijn en dat de druktype aansluitingen de kerndraden vastklemmen en niet de buitenisolatie.
Duwen Naar binnen
steken
Loslaten
Steek de steker volledig in de stekerbus.
Stem wanneer uw receiver gereed is voor gebruik, af op een FM-zender en wijzig dan de positie van de FM-antenne tot een optimale ontvangst is verkregen.
Gebruik punaises of iets dergelijks om de
2
FM-antenne aan de muur te bevestigen.
Punaises, enz.
Let op: Wees voorzichtig dat u uzelf niet verwondt bij gebruik van de punaises.
Als bij gebruik van de bijgeleverde FM-binnenantenne geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los verkrijgbare FM-buitenantenne installeren (zie pagina 16).
Stem wanneer uw receiver gereed is voor gebruik, af op een AM-zender en wijzig dan de positie v an de AM-antenne tot een optimale ontvangst is verkregen.
Houd de antenne zo ver mogelijk uit de buurt van de receiver, uw TV, de luidsprekerkabels en de netsnoeren.
Als bij gebruik van de bijgeleverde AM-raamantenne geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los verkrijgbare AM-buitenantenne installeren (zie pagina 16).
Nl-15
Aansluiten van de antenne—Vervolg
Aansluiten van een FM-buitenantenne
Als bij gebruik van de bijgeleverde FM-binnenantenne geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los verkrijgbare FM-buitenantenne installeren.
FM 75
Opmerkingen:
• FM-buitenantennes werken het beste buitenshuis, maar soms kan ook een bevredigend resultaat worden verkregen wanneer de antenne in een zolder e.d. wordt geïnstalleerd.
• Voor een optimale ontvangst moet u de FM­buitenantenne uit de buurt van hoge gebouwen installeren, zodat het signaal via een rechte lijn vanaf het zendstation kan worden ontvangen.
• Installeer de buitenantenne uit de buurt van mogelijke stoorbronnen, zoals neonverlichting, druk verkeer enz.
• Om veiligheidsredenen dient de buitenantenne uit de buurt van hoogspanningsleidingen en andere hoogspanningsapparatuur te worden geïnstalleerd.
• De buitenantenne moet worden geaard overeenkomstig de plaatselijke bepalingen, om ge vaar voor een elektrische schok te voorkomen.
Gebruik van een TV/FM-antennesplitter
Het wordt afgeraden om dezelfde antenne te gebruiken voor FM- en TV-ontvangst, want dit kan interferentie veroorzaken. Indien dit echter niet vermeden kan worden, kunt u een TV/FM-antennesplitter gebruiken zoals afgebeeld.
Aansluiten van een AM-buitenantenne
Als bij gebruik van de bijgeleverde AM-raamantenne geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een AM­buitenantenne gebruiken in aanvulling op de raamantenne, zoals afgebeeld.
Buitenantenne
Geïsoleerde antennekabel
AM-raamantenne
AM-buitenantennes werken het beste wanneer deze buitenshuis horizontaal worden geïnstalleerd, maar soms kan ook een bevredigend resultaat worden verkregen wanneer de antenne binnenshuis horizontaal boven een raam wordt gespannen. U mag de AM­raamantenne niet van het apparaat losmaken.
De buitenantenne moet worden geaard overeenkomstig de plaatselijke bepalingen, om gevaar voor een elektrische schok te voorkomen.
Nl-16
TV/FM-antennesplitter
Naar de receiver Naar TV (of videorecorder)
Aansluiten van apparaten
Vóór het maken van aansluitingen
• Houd u altijd aan de gebruiksinstructies die bij het aan te sluiten apparaat geleverd zijn.
• Steek de voedingskabel niet in het stopcontact voordat alle aansluitingen goed tot stand zijn gebracht.
• Bind audiokabels niet samen met voedingskabels en luidsprekerkabels. Doet u dat wel, dan kan de geluidskwaliteit afnemen.
• Houd voedingskabels en luidspekerkabels uit de buurt van de antenne van de tuner om interferentie te voorkomen.
Kleurcodering AV-aansluiting
De RCA van de AV-aansluitkabels zijn gewoonlijk van een kleurcode voorzien: rood, wit en geel. Gebruik de rode stekkers voor de audio-ingangen en -uitgangen van het rechterkanaal (gewoonlijk zijn deze voorzien v an de letter “R”). Gebruik de witte stekkers voor de audio­ingangen en -uitgangen van het linkerkanaal (gewoonlijk zijn deze voorzien van de letter “L”). Gebruik de gele stekkers voor de composiet-video­ingangen en -uitgangen (gewoonlijk zijn deze geel).
Analoge
Links (wit)
Rechts (rood)
(Geel)
• Druk alle stekkers volledig naar binnen voor een goede aansluiting (losse aansluitingen kunnen leiden tot ruis of slecht functioneren).
audio
Composiet video
Goed!
Fout!
Links (wit) Rechts (rood)
(Geel)
Aansluiten van een draaitafel
De PHONO-ingangsstekerbussen van de recei ver dienen gebruikt te worden met een MM-element (draaiende magneet).
Gebruik een analoge audiokabel om de PHONO L/R­stekerbussen van de receiver aan te sluiten op de audio­uitgangstekerbussen op de draaitafel, zie afbeelding.
AUDIO OUT
Aardkabel
Opmerkingen:
• Sluit de aardkabel van de draaitafel, indien aanwezig, aan op de GND-klem van de receiver. Het aansluiten van de aardkabel kan bij sommige draaitafels gebrom veroorzaken. Maak de aardkabel in dat geval los.
• Als de draaitafel een MC-element (draaiende spoel) heeft, heeft u een in de handel verkrijgbare MC­phonovoorversterker nodig. Sluit in dit geval de draaitafel aan de op de ingang van de phonovoorversterker en sluit de uitgang van de phonovoorversterker aan op de PHONO L/R­stekerbussen van de receiver.
Aansluiten van een CD-speler
Verbind de CD L/R-stekerbussen van de receiver met behulp van een analoge audiokabel met de analoge audio-uitgangstekerbussen van de CD-speler, zoals afgebeeld.
ANALOG
OUT
Nl-17
Aansluiten van apparaten—Vervolg
Aansluiten van een opnameapparaat
Gebruik voor het aansluiten van opnameapparaten, bijvoorbeeld een cassettedeck, een MD-recorder of een CD-recorder, een analoge audiokabel om de stekerbussen TAPE IN L/R van de receiver aan te sluiten op de analoge audio-uitgangsbussen van het cassettedeck. Gebruik een tweede analoge audiokabel om de stekerbussen TAPE OUT L/R van de receiver aan te sluiten op de analoge audio-ingangsbussen van het cassettedeck. Zie afbeelding.
/
REC
PLAY
(IN)
(OUT)
Aansluiten van een interactief afstandsbedieningsdock (RI-dock)
Gebruik een analoge audiokabel om de stekerbussen TAPE IN L/R of VCR/DVR IN L/R aan te sluiten op de analoge audio-uitgangsbussen van het RI-dock. Gebruik vervolgens een -kabel om de -bus van de receiver aan de -bus van het RI-dock aan te sluiten.
Als u de displaynaam voor de ingangsbron wijzigt in “HDD”, kunt u het RI-dock bedienen met de afstandsbediening van de receiver (zie pagina 21).
Aansluiten van een DVD-speler
Een analoge audiokabel om de DVD IN L/R­stekerbussen aan te sluiten op de analoge audio­uitgangsbussen op de DVD-speler, en gebruik een videokabel om de DVD IN V-stekerbus aan te sluiten op de composiet-video-uitgangsbus op de DVD-speler.
Sluit vervolgens de MONITOR OUT-stekerbus aan op een composiet-video-ingangsbus op de TV.
U kunt beeld en geluid van de DVD-speler tegelijk selecteren door op de ingangskeuzetoets DVD te drukken.
DVD
AUDIO
OUT
V
IN
L
R
DVD
VIDEO
OUT
MONITOR
OUT
V
VIDEO
IN
LR
TAPE
Interactief afstandsbedieningsdock
Opmerking:
Zet de RI MODE-schakelaar van het RI-dock op HDD of HDD/DOCK.
Nl-18
-
-
-
-
R
AUDIO OUT
L
Aansluiten van apparaten—Vervolg
Aansluiten van een videorecorder
Een analoge audiokabel om de VCR/DVR IN L/R­stekerbussen aan te sluiten op de analoge audio­uitgangsbussen op de videorecorder, en gebruik een videokabel om de VCR/DVR IN V-stekerbus aan te sluiten op de composiet-video-uitgangsbus op de videorecorder.
Gebruik vervolgens een analoge audiokabel om de VCR/DVR OUT L/R-stekerbussen aan te sluiten op de analoge audio-ingangsbussen op de videorecorder, en gebruik een videokabel om de VCR/DVR OUT V­stekerbus aan te sluiten op de composiet-video­ingangsbus op de videorecorder.
Sluit ook de MONITOR OUT-stekerbus aan op een composiet-video-ingangsbus op de TV.
U kunt beeld en geluid van de videorecorder tegelijk selecteren door op de ingangskeuzetoets VCR/DVR te drukken.
VCR/DVR
MONITOR
OUT
V
VCR/DVR
V
L
R
VCR/DVR
V
IN
L
R
VCR/DVR
Aansluiten van een TV of ander apparaat met een audio-uitgang
Een analoge audiokabel om de ongebruikte audio­ingang L/R-stekerbussen op de receicer aan te sluiten op de analoge audio-uitgangsbussen op het aangesloten apparaat.
IN
L
R
LR
AUDIO
OUT
Aansluiten van -apparaten
Als u andere Onkyo-apparaten aansluit op de receiver met de juiste - en audiokabels, kunt u de volgende systeemfuncties gebruiken. -kabels zijn speciale kabels uitsluitend voor gebruik met Onkyo-producten (er worden geen -kabels bij de receiver geleverd).
VCR/DVR
IN
LR
AUDIOINVIDEO
IN
LR
AUDIO
VIDEO
OUT
OUT
Automatisch inschakelen
Als u de voeding inschakelt of afspelen start op een apparaat dat is aangesloten op de receiver, wordt de receiver automatisch ingeschakeld. Als u de receiver op de ruststand (Standby) zet, worden alle aangesloten apparaten op de ruststand (Standby) gezet.
Directe wisseling
Wanneer u begint met weergave op een audioapparaat dat is aangesloten via , zal de receiver het betreffende apparaat automatisch als de ingangsbron selecteren.
Bediening met de afstandsbediening
U kunt alle apparaten in uw systeem bedienen met de afstandsbediening van de receiver. Zie pagina’s 10-11 voor meer informatie.
Nl-19
Aansluiten van apparaten—Vervolg
Met (interactieve afstandsbediening) kunt u uw ­compatibele Onkyo CD-speler, RI-dock, e.d. bedienen met de afstandsbediening van de receiver.
• Maak een analoge audioverbinding tussen de receiver en ieder audioapparaat om te gebruiken.
Receiver
-connector
Onkyo CD-speler, enz.
Onkyo cassette deck, enz.
-connector
-connector
Aansluiten van de netsnoeren van andere apparaten
Op het achterpaneel van de receiver zijn netuitgangen waarop u de netsnoeren van ev entuele andere apparaten die u met de receiver wilt gebruiken, kunt aansluiten. Deze apparaten kunt u dan ingeschakeld laten, ze zullen automatisch in- en uitgeschakeld worden wanneer de receiver wordt ingeschakeld of in de ruststand (standby) wordt gezet.
Interactieve afstandsbediening Dock, enz.
-afstandsbedieningskabel
Opmerkingen:
• Druk alle stekkers volledig naar binnen om een goede aansluiting te maken.
• Gebruik alleen speciale -kabels voor ­aansluitingen (er worden geen -kabels bij de receiver geleverd).
-stekerbussen dienen alleen op Onkyo-apparaten aangesloten te worden. Als u deze aansluit op een apparaat van een andere fabrikant is het mogelijk dat de receiver slecht functioneert.
• Het is mogelijk dat sommige apparaten niet alle ­functies ondersteunen. Zie de handleidingen van uw andere Onkyo-apparaten voor meer informatie.
Nl-20
Bijv. Europese model
Bijv. Noord-Amerikaans model
Let op:
• Het totale opgenomen vermogen van de apparaten die op de AC OUTLETS worden aangesloten, mag niet meer bedragen dan de opgegeven belastbaarheid (bijv . TOTAL 100 W).
Opmerkingen:
• Onkyo apparaten met aansluitingen moeten rechtstreeks op een stopcontact worden aangesloten en niet op de AC OUTLETS van de receiver.
• Het aantal AC OUTLETS, de uitvoering en het toegestane totale opgenomen vermogen, verschillen afhankelijk van het land waar u de receiver hebt gekocht.
Aansluiten van de voedingskabel
• Sluit de netvoedingskabel van de receiver aan op een geschikt wandstopcontact.
Opmerkingen:
• Sluit alle luidsprekers en AV-apparatuur aan voordat u de stekker van het netsnoer in het stopcontact steekt.
• Bij het inschakelen van de receiver kan er een plotselinge spanningspiek zijn die kan interfereren met andere elektrische apparatuur die op hetzelfde stroomcircuit is aangesloten. Als dit problemen veroorzaakt, moet u de receiver op een ander stroomcircuit aansluiten.
In- en uitschakelen van de receiver
ON/STANDBY
Ruststand-indicator (STANDBY)
ON/STANDBY
Aanzetten en ruststand
1
Receiver
of
Afstands-
bediening
Druk op de toets [ON/ST ANDBY]. Of druk op de toets
[ON/STANDBY] op de afstandsbediening.
De receiver wordt ingeschakeld, het display wordt verlicht en de STANDBY-indicator dooft.
Druk op de toets [ON/STANDBY] of op de toets [ON/STANDBY] van de afstandsbediening om de receiver uit te zetten. De receiver komt dan in de ruststand (standby) te staan. Verlaag het volume alvorens de receiver uit te zetten om onaangename verrassingen te voorkomen wanneer u hem weer aanzet.
Displaynaam voor de ingangsbron wijzigen
Voor de toetsen TAPE en VCR/DVR, kunt u de displaynaam voor de ingangsbron wijzigen in de hieronder getoonde volgorde. Als voor een van de onderstaande toetsen de displaynaam voor de ingangsbron is gewijzigd, kan de displaynaam voor de andere toets niet worden gewijzigd.
• Toets TAPE : TAPEMDCDRDOCK
• Toets VCR/DVR : VCR/DVRDOCK
1
of
2
Druk op de betreffende ingangskeuzetoets.
De geselecteerde ingangsbronnaam verschijnt in het display.
Houd de in stap 1 hierboven geselecteerde ingangskeuzetoets 3 seconden ingedrukt om de displaynaam te wijzigen.
Nl-21
Naar audiobronnen luisteren
Receiver
Afstands­bediening
Receiver
Afstands­bediening
INPUT
Ingangskeuzetoetsen
SPEAKERS A/B MASTER VOLUME
I
1
Druk op de ingangskeuzetoets om het apparaat te selecteren waarnaar u wilt luisteren.
SELECTOR
SP A/B
4
Receiver
Afstands­bediening
VOLUME
/
Gebruik de [MASTER VOLUME]­regelaar op de receiver of de
VOLUME [ ]/[ ]-toetsen op de afstandsbediening om het volume in te stellen.
Draai de volumeregelaar met de klok mee om het volume te verhogen of tegen de klok in om het volume te verlagen.
2
3
Gebruik de toetsen [SPEAKERS A] en [SPEAKERS B] op de receiver om de luidsprekerset die u wilt gebruiken te selecteren.
De A- en B-luidsprekerindicatoren tonen voor beide luidsprekersets of deze aan of uit staat.
Indicatoren
U kunt u de toets [SP A/B] op de afstandsbediening gebruiken. Druk meerdere malen op de toets [SP A/B] om de luidsprekerset te selecteren.
Opmerking voor Noord-Amerikaans model:
Als u een luidsprekerset aansluit met een impedantie van 4 of 6 ohm en alleen uit deze luidsprekerset geluid uitvoert, moet de impedantie op de receiver worden ingesteld op 6 ohm (zie pagina 14).
Begin met de weergave van het geselecteerde apparaat.
Nl-22
Naar audiobronnen luisteren —Vervolg
PHONES
Dempen van het geluid van de receiver (alleen afstandsbediening)
U kunt het geluid van de receiver tijdelijk dempen.
1
Druk op de toets [MUTING] op de afstandsbediening.
Het geluid van de receiver is gedempt.
Om de geluidsweergave op de receiver te herstellen, drukt u opnieuw op de toets [MUTING].
Opmerking:
De geluiddempingsfunctie komt te vervallen als op de VOLUME-toetsen op de afstandsbediening wordt gedrukt of als de receiver in de ruststand (Standby) wordt gezet.
Gebruik van een hoofdtelefoon
Op de PHONES-stekerbus van de receiver kunt u een stereo hoofdtelefoon (met een 1/4-inch klinkstekker) aansluiten om te luisteren zonder anderen te storen.
DIMMER
SLEEP
MUTING
Instellen van de helderheid van het display
U kunt de helderheid van het display naar wens instellen.
1
Afstands-
bediening
Druk herhaaldelijk op de toets [DIMMER] op de afstandsbediening om te selecteren: donker , donkerder, of normale helderheid.
Gebruik van de sluimertimer (alleen afstandsbediening)
Met de sluimertimer kunt u de receiver zo instellen dat deze na een ingestelde periode automatisch wordt uitgeschakeld.
1
Afstands­bediening
Druk herhaaldelijk op de [SLEEP]-toets om de gewenste sluimertijd te selecteren.
U kunt de sluimertimer instellen tussen 90 tot 10 minuten in stappen van 10 minuten.
Wanneer de sluimertimer is ingesteld, verschijnt de SLEEP-indicator in het display, zie afbeelding. De ingestelde sluimertijd wordt ongeveer 5 seconden in het display aangegeven, waarna het vorige display weer verschijnt.
Sluimerindicator (SLEEP)
Opmerkingen:
• Verlaag het volume voordat u de hoofdtelefoon aansluit.
• Geluidsuitvoer uit de luidsprekers wordt niet uitgeschakeld als de stekker van de hoofdtelefoon in de PHONES-stekerbus wordt gestoken. Gebruik de schakelaars SPEAKERS A en SPEAKERS B om de geluidsuitvoer uit de luidsprekers uit te schakelen.
Om de sluimertimer te annuleren, drukt u meerdere
malen op de [SLEEP]-toets totdat de SLEEP-indicator verdwijnt. Druk op de [SLEEP]-toets om de resterende
sluimertijd te controleren . Als u op de [SLEEP]-toets
drukt terwijl de sluimertijd wordt aangegeven, zal de sluimertijd met 10 minuten verkort worden.
Nl-
23
Naar audiobronnen luisteren —Vervolg
In dit hoofdstuk worden functies die u met alle ingangsbronnen kunt gebruiken uitgelegd.
PURE AUDIO
Gebruik van de toon - en
BASS
TREBLE
BALANCE
balansregelaars
De lage tonen afstellen
Met de lagetonenregelaar (BASS) kunt u de lage tonen afstellen. Draai de regelaar naar rechts om de lage tonen te versterken. Draai de regelaar naar links om de lage tonen te verzwakken. Gewoonlijk moet de regelaar halverwege staan.
De hoge tonen afstellen
Met de hogetonenregelaar (TREBLE) kunt u de hoge tonen afstellen. Draai de regelaar naar rechts om de hoge tonen te versterken. Draai de regelaar naar links om de hoge tonen te verzwakken. Gewoonlijk moet de regelaar halverwege staan.
De balans afstellen
Gebruik de BALANCE-regelaar om het relatieve volumeniveau van de luidsprekers of de hoofdtelefoon links en rechts te regelen.
DIRECT
PURE A
De functie DIRECT instellen
De toets [DIRECT] op de afstandsbediening schakelt de functie DIRECT in en uit.
Als de functie DIRECT uit is, kan de toonregelaar gebruikt worden om het geluid af te stellen en de indicator DIRECT gaat uit.
Als de functie DIRECT aan is, wordt de toonregelaar overbrugd en kunt u luisteren naar puur geluid. De indicator DIRECT licht op.
U kunt voor de afzonderlijke ingangsbronnen instellen of de functie DIRECT al dan niet wordt toegepast.
Naar puur audiogeluid luisteren
De akoestiekfunctie Pure Audio kunt u activeren door te drukken op de toets [PURE AUDIO] op de receiver of de toets [PURE A] op de afstandsbediening. De indicator PURE AUDIO gaat branden. De PURE AUDIO-indicator gaat aan. Met de akoestiekfunctie Pure audio luistert u naar puurder geluid doordat de videosignaaluitvoer en de indicatie op het display zijn uitgeschakeld.
Tijdens de akoestiekfunctie Pure audio, wordt de toonregelaar overbrugd en worden instellingen op de lage- en hogetonenregelaar genegeerd.
U kunt voor de afzonderlijke ingangsbronnen instellen of de akoestiekfunctie Pure audio al dan niet wordt toegepast.
Nl-
24
Opnemen
De auteursrechtwetgeving verbiedt het gebruik van uw opnamen voor andere doeleinden dan privé-gebruik, behalve indien u de uitdrukkelijke toestemming van de auteursrec hthouders hebt!
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de geselecteerde ingangsbron kan worden opgenomen op een opnameapparaat.
Ingangskeuzetoetsen
Input selector buttons
Opnemen van de ingangsbron
U kunt u een audiosignaal opnemen op een opnameapparaat dat is aangesloten op de stekerbussen TAPE OUT of VCR/DVR OUT.
Als u de invoer van de TAPE IN-stekerbussen wilt opnemen, kunt u het geluid van een opnameapparaat dat is aangesloten op de VCR/DVR OUT-stekerbussen niet opnemen.
Bereid de recorder voor:
1
• Stel de recorder zo in dat deze gereed is om op te nemen.
• Stel indien nodig het opnameniveau op de recorder af.
• Zie de gebruiksaanwijzing van de recorder voor meer informatie.
Gebruik een ingangskeuzetoets om het
2
apparaat waarvan u wilt opnemen te selecteren.
Start de weergave op het in stap 1
3
geselecteerde apparaat.
Opmerking:
Als u tijdens het opnemen een andere ingangsbron kiest, zal er worden overgeschakeld op het opnemen van de nieuw geselecteerde ingangsbron.
Opmerking:
De regelaars voor volume, balans, dempen en tooninstellingen zijn niet van invloed op het signaal dat wordt opgenomen.
Nl-
25
Opnemen —Vervolg
Audio en video van verschillende bronnen opnemen
U kunt audio over het geluid van de video-opname dubben door tegelijkertijd van twee verschillende bronnen op te nemen. Dit is mogelijk omdat alleen de audiobron wordt gewisseld als een ingangsbron met enkel geluid, bijvoorbeeld TAPE, TUNER of CD wordt geselecteerd. De videobron blijft hetzelfde.
In het onderstaande voorbeeld wordt het geluid van de CD-speler die op de CD IN-stekerbussen is aangesloten en het beeld van de videocamera die op de DVD IN­stekerbus is aangesloten, opgenomen op de videorecorder die op de VCR/D VR OUT -stekerbussen is aangesloten.
Videocamera
videosignaal audiosignaal
Begin met opnemen op de
5
videorecorder en start met de weergave van de videocamera en de CD-speler.
Het beeld van de videocamera en het geluid van de CD-speler worden op de videorecorder opgenomen.
Nl-
26
CD-speler
Maak de videocamera en de CD-speler
1
klaar voor weergave. Maak de videorecorder klaar voor
2
opname. Druk op de [DVD]-ingangskeuzetoets.
3
Druk op de [CD]-ingangskeuzetoets.
4
De CD-speler wordt ingesteld als de audiobron, maar de videocamera blijft gekozen als de videobron.
VCR (videorecorder)
Luisteren naar de radio
DIRECT TUNING
TUNER
Cijfertoetsen
TUNING MODE
TUNING DOWN/UP
AM Frequency Step instelling (niet voor Noord-Amerika en Europa)
U moet de AM-frequentiestap opgeven die in uw land wordt gebruikt. W anneer deze instelling wordt veranderd, worden alle voorkeuzezenders uit het geheugen gewist.
Gebruik de receiver om onderstaande procedure uit te voeren.
1
en
Houd de toets [TUNER] ingedrukt en druk op de toets [TUNING MODE].
Iedere keer dat u op de [TUNING MODE]-toets drukt wisselt de instelling van de frequentiestap tussen “10 kHz” en “9 kHz.”
Cijfertoetsen
D.TUN TUNING
/
2
Receiver
CLR
/
Druk op de [TUNING MODE]-toets zodat de AUTO-indicator in het display verschijnt of eruit verdwijnt.
Automatisch afstemmen
Druk op de toets [TUNING MODE] om de “AUTO”-indicator aan te zetten om deze modus te activeren. In deze modus ontvangt u de uitzending in stereogeluid.
Handmatig afstemmen
Druk op de toets [TUNING MODE] om de “AUTO”-indicator uit te zetten om deze modus te activeren. In deze modus ontvangt u de uitzending in monogeluid.
Laat de toets [TUNER] los wanneer de
Laat de toets los
gewenste frequentiestap wordt weergegeven.
Naar AM-/FM-zenders luisteren
Met de ingebouwde tuner kunt u luisteren naar radio­uitzendingen op de AM- en FM-afstemband.
1
Receiver
Gebruik de [TUNER]­ingangskeuzetoets om AM of FM te kiezen.
In dit voorbeeld is de FM-band gekozen.
Band Frequentie
(De feitelijke display-aanduiding verschilt per land.)
3
Receiver
Druk op de TUNING [ DO WN] of [UP ]-toets.
U kunt ook de TUNING [ ]/[ ]­toetsen of de pijltoetsen [ ]/[ ] van de afstandsbediening gebruiken om de radio af te stemmen.
Automatisch afstemmen
Het doorlopen van de afstemband stopt wanneer een zender wordt gevonden.
Handmatig afstemmen
Het doorlopen van de afstemband stopt wanneer u de toets loslaat.
Druk even kort op de toets om de frequentie één stapje te veranderen.
Nl-
27
Luisteren naar de radio —Vervolg
Op frequentie afstemmen op zenders
U kunt direct op AM- en FM-zenders afstemmen door de juiste frequentie in te voeren.
1
2
Receiver
Afstands­bediening
Receiver
Afstands­bediening
Druk op de [DIRECT TUNING]­toets.
(De feitelijke displayaanduiding verschilt per land.)
Gebruik binnen 8 seconden de cijfertoetsen om de frequentie van de radiozender in te voeren.
Voorbeeld: druk op 8, 7, 5 om af te stemmen op 87,5 (FM).
4
Receiver
Het selecteren van een voorkeuzezender
1
Receiver
Afstands­bediening
Druk opnieuw op de [MEMORY]­toets om de zender of het kanaal vast te leggen.
De zender of het kanaal wordt vastgelegd en het voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Herhaal deze procedure voor al uw favoriete AM-/FM-radiozenders.
Gebruik de cijfertoetsen op de receiver, of de PRESET [ toetsen op de afstandsbediening om een voorkeuzezender te selecteren.
++
++
]/[−−−−]-
Voorkeuze AM-/FM-zenders instellen
Cijfertoetsen
Number buttons
PRESET
MEMORY
U kunt maximaal 40 favoriete AM-/FM-zenders als voorkeuzezenders opslaan.
1
2
Receiver
TUNING MODE
Stem op de AM-/FM-zender af die u als voorkeuzezender wilt vastleggen.
Druk op de [MEMORY]-toets.
De MEMORY-indicator verschijnt en het zendernummer knippert.
/
Verwijderen van een vastgelegde zender
1
2
Receiver
Bij het Noord-Amerikaanse model verandert de frequentie op de FM-band in stappen van 0,2 MHz en op de AM-band in stappen van 10 kHz. Bij de andere modellen verandert de frequentie op de FM-band in stappen van 0,05 MHz en op de AM-band in stappen van 9 kHz (of 10 kHz).
Wanneer op een zender is afgestemd, licht de TUNED­indicator op. Als is afgestemd op een stereo FM-zender. licht ook de FM STEREO-indicator op.
Kies de zender die u wilt verwijderen.
Zie de voorgaande paragraaf.
Houd de [MEMORY]-toets ingedrukt en druk dan tegelijkertijd op de [TUNING MODE]-toets.
De voorkeuzezender wordt verwijderd en het zendernummer verdwijnt uit het display.
AUTOTUNED
Nl-
28
3
Receiver
Gebruik terwijl de MEMORY­indicator is opgelicht (ongeveer 8 seconden) de cijfertoetsen op de receiver om een gewenst zendernummer te kiezen tussen 1 en 40.
FM STEREO
Afstemmen op zwakke FM-stereozenders
Als het signaal van een FM-stereozender erg zwak is, kan de uitzending soms met veel ruis doorkomen. Schakel in
dat geval over op handmatige afstemming zodat de zender in mono wordt ontvangen en er minder storing is.
Luisteren naar de radio—Vervolg
Gebruik van RDS (alleen voor de Europese model)
RDS werkt alleen met Europese modellen en ook enkel in de landen waar RDS-uitzendingen worden verzorgd.
Wanneer op een RDS-zender is afgestemd, licht de RDS-indicator op.
RDS-indicator
Wat is RDS?
RDS is de afkorting voor Radio Data System en het is een methode voor het uitzenden van FM-radiosignalen. Het systeem is ontwikkeld door de EBU (European Broadcasting Union) en is beschikbaar in de meeste Europese landen. T egenwoordig wordt er door veel FM­zenders gebruik van gemaakt. In aanvulling op tekstinformatie, kan het RDS u ook helpen bij het opzoeken van radiozenders op basis van het programmatype (bijv. nieuws, sport, rockmuziek enz.).
De receiver is geschikt voor ontvangst van de volgende vier typen RDS-informatie:
PS (zendernaam)
Wanneer het apparaat op een RDS-zender is afgestemd die PS-informatie uitzendt, zal de naam van de zender op het display worden weergegeven.
RT (radiotekst)
Wanneer op een RDS-zender is afgestemd die tekstinformatie uitzendt, zal die tekst op het display worden getoond (zie pagina 30).
PTY (programmatype)
Hiermee kunt u op type naar RDS-radiozenders zoeken (zie pagina 30).
TP (verkeersinformatie)
Hiermee kunt u naar RDS-radiozenders zoeken die verkeersinformatie uitzenden (zie pagina 30).
Opmerkingen:
• In sommige gevallen is het mogelijk dat de letters die in het display van de receiver w orden aangegev en niet hetzelfde zijn als de letters die door de radiozender worden uitgezonden. Ook kunnen er wel eens vreemde tekens verschijnen wanneer letters worden ontvangen die niet kunnen worden weergegeven. Dit is geen defect.
• Als het signaal van de RDS-zender erg zwak is, kunnen de RDS-gegevens soms met tussenpozen worden weergegeven, of helemaal niet worden weergegeven.
RDS-programmatypes (PTY)
Type Display
Geen NONE Nieuwsberichten NEWS Actualiteiten AFFAIRS Informatie INFO Sport SPORT Educatief EDUCATE Hoorspelen DRAMA Cultuur CULTURE Wetenschap en
technologie Variété VARIED Popmuziek POP M Rockmuziek ROCK M Middle-of-the-road muziek EASY M Licht klassiek LIGHT M Serieus klassiek CLASSICS Overige muziek OTHER M Weer WEATHER Financieel FINANCE Kinderprogramma's CHILDREN Sociale onderwerpen SOCIAL Religieus RELIGION Inbellen PHONE IN Reizen TRAVEL Vrije tijd LEISURE Jazzmuziek JAZZ Countrymuziek COUNTRY Volksmuziek NATION M Muziek uit de oude tijd OLDIES Folkmuziek FOLK M Documentaires Alarmtest TEST Alarm ALARM
SCIENCE
DOCUMENT
Nl-29
Loading...
+ 67 hidden pages