Wij danken u v oor de aanschaf van deze Onkyo stereoreceiver. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig
door alvorens het apparaat aan te sluiten en de stekker
in de contactdoos te steken.
Als u de instructies uit deze handleiding opvolgt, kunt
u de beste prestaties uit uw nieuwe
optimaal van uw muziek genieten.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor raadpleging in
de toekomst.
versterker
Bruksanvisning
T ack för att ha köpt Onkyos Stereo Recei ver . Läs bruksanvisningen noga innan du utför anslutningarna och
kopplar in enheten.
Följer du anvisningarna i denna bruksanvisning kommer din nya Integrerade förstärkare att ge dig bästa
möjliga resultat och ljudupplevelse.
Spara manualen så du kan gå tillbaka till den i
framtiden.
halen en
Inleiding
Inledning
Aansluitingen
Anslutningar
Naar audiobronnen luisteren
Lyssna på audiokällor
Overige
Verhelpen van storingen
Technische gegevens
Övrigt
Felsökning
Specifikationer
.......................................Sv-
................................Sv-
...............Nl-
....................Nl-
Nl-
Sv-
Nl-
Sv-
Nl-
Sv-
2
2
12
12
21
21
44
46
44
46
NlSv
WAARSCHUWING:
OM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE
VOORKOMEN MAG DIT APPARAAT NIET AAN
VOCHTIGHEID OF REGEN BLOOTGESTELD
WORDEN.
OPGELET:
OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN MAG NOCH DE BEHUIZING NOCH HET
ACHTERPANEEL WORDEN GEOPEND. LAAT
ONDERHOUD AAN PROFESSIONELE ONDERHOUDSMONTEURS OVER.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
1. Lees de gebruiksaanwijzing.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle aanwijzingen op.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Gebruik een droge doek om het apparaat schoon te
maken.
7. Zorg dat de ventilatie-openingen niet worden afgesloten. Stel het apparaat op overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant.
8. Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron zoals een verwarmingsradiator, kachel, gasfornuis of ander apparaat (inclusief een versterker) dat
warmte afgeeft.
9. Zorg dat u niet de veiligheidsvoorziening van de
gepolariseerde netstekker of de geaarde netstekker
teniet doet. Een gepolariseerde stekker heeft twee
ongelijke pennen. Een geaarde stekker heeft twee pennen en tevens een derde aardingspen. De brede pen of
de derde aardingspen is aangebracht voor uw veiligheid. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, moet u contact opnemen met een elektricien
om het oude stopcontact te laten vervangen.
10. Leid het netsnoer zodanig dat er niet over gelopen
wordt of dat het snoer klemgedrukt wordt. Vooral
op de plaats van de stekker, het stopcontact of het
punt waar het snoer uit het apparaat komt, moet u
voorzichtig zijn.
11. Gebruik alleen hulpstukken/accessoires die door de
fabrikant worden aanbevolen.
12. Gebruik alleen een verrijdbaar onderstel, standaard,
steun of tafel die door de
fabrikant wordt aanbevolen
of die bij het apparaat wordt
verkocht. Wanneer het apparaat op een verrijdbaar
onderstel staat, moet u dit
bijzonder voorzichtig bewegen om te voorkomen dat
het apparaat valt.
13. Trek de stekker uit het stopcontact bij bliksem of
wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te
gebruiken.
14. Laat alle onderhoudswerkzaamheden over aan bevoegd
onderhoudspersoneel. Laat het apparaat nakijken wanneer er beschadigingen worden vastgesteld, zoals een
beschadigd netsnoer of netstekker, wanneer er vloeistof
of voorwerpen in het apparaat terecht zijn gekomen,
Nl-
2
WAARSCHUWING
VERRIJDBAAR ONDERSTEL
S3125A
WARNING
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
Deze lichtflits met pijlpunt in een gelijkzijdige
driehoek dient de gebruiker er op attent te maken dat
er niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in de
behuizing van het toestel is en personen bij een
verkeerde behandeling een elektrische schok op
zouden kunnen lopen.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek dient de
gebruiker er op attent te maken dat er belangrijke
aanwijzingen voor bediening en onderhoud (reparatie)
in de bij het toestel geleverde gebruiksaanwijzing
aanwezig zijn.
AVIS
RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE
NE PAS
OUVRIR
wanneer het apparaat blootgesteld heeft gestaan aan
regen of vocht, wanneer het apparaat niet normaal
werkt of als het apparaat is gevallen.
15. Storingen die reparatie vereisen
In de volgende gevallen moet u de stekker uit het
stopcontact trekken en het apparaat door een
bevoegd onderhoudsmonteur laten nakijken:
A. Wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd
is;
B. Wanneer er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat is terechtgekomen;
C. Wanneer het apparaat in de regen heeft gestaan;
D. Wanneer het apparaat niet normaal werkt terwijl
u de bedieningsaanwijzingen juist uitvoert.
Gebruik alleen de regelaars die in de gebruiks-
aanwijzing worden beschreven om het apparaat
te bedienen. Het maken van ongeoorloofde
afstellingen e.d. kan resulteren in ernstige
beschadiging en vereist in veel gevallen een uit-
gebreide reparatie door een bevoegd onder-
houdsmonteur om het apparaat weer in de
oorspronkelijke toestand terug te brengen;
E. Wanneer het apparaat gevallen is of de ombouw
beschadigd is;
F. Wanneer het apparaat niet naar behoren functio-
neert of wanneer de prestaties afnemen.
16. Voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in het apparaat, want deze kunnen in contact komen met gevaarlijke spanningspunten of kortsluiting veroorzaken,
wat kan resulteren in brand of een elektrische schok.
Stel het apparaat niet bloot aan waterdruppels of
opspattend water en plaats ook geen voorwerpen
met een vloeistof erin, zoals een bloemenvaas, op
het apparaat.
Plaats geen kaarsen of andere brandende voorwerpen op het apparaat.
17. Batterijen
Neem alle plaatselijke en landelijke voorschriften in
acht wanneer u gebruikte batterijen weggooit.
18. Als u het apparaat in een omsloten ruimte opstelt,
zoals een audiokastje of boekenrek, moet u er ook
op letten dat er voldoende ventilatie is.
Zorg ervoor dat er minstens 20 cm ruimte openblijft
aan de bovenkant en de zijkanten en 10 cm aan de
achterkant. De achterrand van een plank of plaat die
boven het apparaat is, moet 10 cm verwijderd zijn van
de wand of muur zodat er een soort schoorsteenpijpopening is waardoor de warme lucht kan ontsnappen.
Voorzorgsmaatregelen
1. Door auteursrecht beschermde opnamen
gezonderd voor strikt persoonlijk gebruik, is het
opnemen van door auteursrecht beschermd beeld- en
geluidsmateriaal bij de wet verboden, tenzij na uitdrukkelijke toestemming van de auteursrechthouder.
2. Netstroomzekering – De netstroomzekering
bevindt zich binnenin dit apparaat en kan niet door
de gebruiker worden vervangen. Als u dit apparaat
niet kunt inschakelen, moet u contact opnemen met
een Onkyo-dealer.
3. Onderhoud—Het is aanbevolen dit apparaat regel-
matig af te stoffen met een zachte doek. Aanklev end
vuil kunt u verwijderen met een zachte doek die u
licht bevochtigt met wat mild zeepsop. Droog het
apparaat daarna onmiddellijk na met een schone
droge doek. Gebruik voor het schoonmaken nooit
een schuurspons of chemische middelen zoals spiritus of thinner, aangezien dergelijke middelen de
afwerking kunnen aantasten of de opschriften van
het voorpaneel kunnen verwijderen.
4. Stroomvoorziening
WAARSCHUWING
VOORDAT U DIT APPARAAT VOOR HET EERST
OP HET STOPCONTACT AANSLUIT, DIENT U
VOORAL DE ONDERSTAANDE PARAGRAFEN
AANDACHTIG DOOR TE LEZEN.
De spanning van het lichtnet kan van land tot land
verschillen. Overtuig u ervan dat de plaatselijke netspanning overeenkomt met de spanningsvereiste die
staat vermeld op het achterpaneel van dit apparaat
(bijv. 230 V wisselstroom, 50 Hz of 120 V wisselstroom, 60 Hz).
De elektriciteitskabel wordt gebruikt om dit apparaat van de AC-voedingsbron los te maken. Zorg
ervoor dat de stekker steeds gereed is voor gebruik
(gemakkelijk bereikbaar).
Sommige modellen zijn voorzien van een spanningskiezer zodat het apparaat ook in landen met een
andere netspanning kan worden gebruikt. Voordat u
een model met een spanningskiezer op het stopcontact aansluit, dient u te controleren of de spanningskiezer staat ingesteld op de plaatselijke netspanning.
Als u op de knop [ON/STANDBY] drukt om het
apparaat in ruststand te zetten, is het apparaat niet
volledig uitgeschakeld. Verwijder de stekker van de
elektriciteitskabel uit het stopcontact als u het apparaat voor een langere periode niet zal gebruiken.
5. Denk om uw oren
Voorzichtig:
Aanhoudend hard geluid via oortelefoons of een
hoofdtelefoon kan uw gehoor aantasten.
6. Batterijen niet verhitten
Waarschuwing:
Batterijen (zowel herlaadbare accu’s als losse
batterijen) kunnen bij verhitting gevaar opleveren,
dus stel ze niet bloot aan directe zonnestraling, vuur
en dergelijke.
—Uit-
7. Raak dit apparaat nooit met natte handen aan—
Raak dit apparaat en het netsnoer niet aan wanneer
uw handen nat op vochtig zijn. Mocht er water of
een andere vloeistof in het inwendige van het apparaat terechtkomen, laat u het dan inspecteren door
uw plaatselijke Onkyo handelaar.
8. Omgang met het apparaat
• Als u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het
dan zo goed mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, zoals u het bij aflevering hebt aangetroffen.
• Gebruik geen spuitbusmiddelen, zoals haarlak of
insecticide, in de buurt van dit apparaat. Laat
geen plastic of rubber voorwerpen lang achtereen
op het apparaat liggen, want dat kan lelijke plekken op de ombouw achterlaten.
• W anneer het apparaat lang achtereen in gebruik is,
kunnen de bovenkant en het achterpaneel erg warm
worden. Dit is normaal en vormt geen probleem.
• Als het apparaat lang achtereen niet gebruikt
wordt, kan het de eerstvolgende keer niet altijd
goed werken, dus we raden u aan het af en toe
eens in te schakelen en even te gebruiken.
Voor de Europese modellen
Verklaring Van Conformiteit
Wij,
ONKYO EUROPE
ELECTRONICS GmbH
LIEGNITZERSTRASSE 6,
82194 GROEBENZELL,
DUITSLAND
verklaren onder eigen verantwoordelijkheid, dat het ONKYO
produkt beschreven in deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de
betreffende technische normen, zoals: EN60065, EN55013,
EN55020 en EN61000-3-2, -3-3.
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor
verdere informatie.
A
Ruststand/aan-toets (ON/STANDBY) (21)
Zet de receiver aan of in ruststand
B
Schakelaars luidsprekers A en B
(SPEAKERS A/B) (22)
Zet de luidsprekersets A en B aan of uit.
C
Toetsen ZONE 2 LEVEL, TONE, [
Gebruik de toets LEVEL en de toetsen [▲]/[▼] om
het volumeniveau van Zone 2 af te stellen.
Gebruik de toets TONE en de toetsen [▲]/[▼] om
de hoge en de lage tonen en de balans van zone 2 af
te stellen.
D
Toetsen ZONE 2/OFF (36)
Gebruik de toets ZONE 2 voor het instellen van
Zone 2.
Gebruik de toets OFF om Zone 2 uit te schakelen.
▲
]/[
▼
E Afstandsbedieningssensor (11)
Ontvangt besturingssignalen van de
afstandsbediening.
F ZONE 2-indicator (36)
Knippert als Zone 2 wordt ingesteld. Licht op als
Zone 2 aan is.
G DISPLAY (30)
Geeft uiteenlopende informatie weer over de op dat
moment geselecteerde ingangsbron.
Op het Europese model wordt deze toets gebruikt
met RDS (Radio Data System). Zie “Gebruik van
RDS (alleen voor de Europese model)” op
pagina 29.
H Toets en indicator PURE AUDIO (24)
Gebruik deze toets om de akoestiekfunctie Pure
audio te kiezen. De indicator gaat branden en het
display verdwijnt als deze modus is geselecteerd.
] (37)
I Toetsen TUNING OMHOOG/OMLAAG
( DOWN/UP ) (27)
Gebruik voor het afstemmen op radiozenders.
J Toets DIRECT TUNING (28)
Als de frequentie van de zender waarnaar u wilt
luisteren u bekend is, kunt u de zender selecteren
door de frequentie direct in te voeren met behulp
van deze toets en de cijfertoetsen.
K Toets voor tekens (CHARACTER) (31)
Gebruik deze toets om het nummer van een FM- of
AM-voorkeuzezender van een label te voorzien.
L Cijfertoetsen (28)
Gebruik deze toetsen om een zender te selecteren
door de frequentie van de zender direct in te voeren
of het voorkeuzenummer van een zender van een
label te voorzien.
M Toets ENTER (30)
Gebruik deze toets om satellietradiozenders te
selecteren.
N Hoofdvolumeregelaar (MASTER VOLUME)
(22)
Stelt het volume van de receiver in.
O Balansregelaar (BALANCE) (24)
Met deze regelaar kunt u de balans van het
geluidsniveau tussen het linker- en het rechterkanaal
voor luidsprekers en koptelefoon afstellen.
P Hogetonenregelaar (TREBLE) (24)
Met deze regelaar kunt u het niveau van de hoge
tonen instellen.
Nl-
6
Kennismaking met de receiver—Vervolg
Q Lagetonenregelaar (BASS) (24)
Met deze regelaar kunt u het niveau van de lage
tonen instellen.
R Afstemfunctietoets (TUNING MODE) (27, 28)
Selecteert de automatische of de handmatige
afstemfunctie voor AM- en FM-radio.
S Geheugentoets (MEMORY) (28)
W ordt gebruikt v oor het opslaan of v erwijderen van
vastgelegde voorkeuzezenders.
U Ruststand-indicator (STANDBY) (21)
Deze indicator licht op wanneer de receiver in de
ruststand (standby) staat en knippert wanneer een
signaal wordt ontvangen vanaf de
afstandsbediening.
V Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES) (23)
Op deze 1/4-inch klinkstekkerbus kan een standaard
hoofdtelefoon worden aangesloten om te luisteren
zonder anderen te storen.
T Ingangskeuzetoetsen (22, 25)
Selecteert de ingangsbronnen.
Achterpaneel
1469J
B
378
5
KL M N O P QRS
A-stekerbus afstandsbediening (REMOTE
CONTROL)
Deze (Interactieve afstandsbediening)stekerbus kan worden aangesloten op de -
stekerbussen op uw andere Onkyo-apparaten. De
afstandsbediening van de receiver kan dan gebruikt
worden om al uw apparaten te bedienen. Maak een
analoge audioverbinding tussen de receiver en ieder
apparaat om te gebruiken.
B MONITOR OUT
Gebruik deze stekerbus om een TV met een
composiet video-uitgang aan te sluiten.
C AM-antenne
Gebruik deze druktype-klemmen voor het
aansluiten van een AM-antenne.
D XM-antenne (alleen Noord-Amerikaans
model)
Gebruik deze stekerbus om een satellietradio,
bijvoorbeeld een los verkrijgbaar XM Mini-Tuner
System, aan te sluiten.
E FM-antenne
Gebruik deze stekerbus voor het aansluiten van een
FM-antenne.
F SIRIUS-antenne (alleen Noord-Amerikaans
model)
Met deze stekerbus kunt u een digitale SIRIUSantenne aansluiten. Deze is afzonderlijk verkrijgbaar
(zie de losse instructies voor SIRIUS).
G IR IN/OUT
Een los verkrijgbare IR-ontvanger kan worden
aangesloten op de IR-stekerbus, zodat u de receiver
kunt bedienen als u in zone 2 bent, of de receiver
zich niet in uw gezichtsveld bevindt, bijvoorbeeld
als hij in een kast is geïnstalleerd.
Een los verkrijgbare IR-zender kan worden
aangesloten op de IR OUT-stekerbus om IRsignalen (infrarood) van de afstandsbediening ook
naar andere apparaten te zenden.
Nl-7
Kennismaking met de receiver—Vervolg
H PRE OUT: L/R, SUBWOOFER
Deze analoge audio-uitgang kan worden aangesloten op
de analoge audio-ingang op een vermogensversterk er,
als u de receiver uitsluitend als v oorv ersterk er wilt
gebruiken. Gebruik de SUBWOOFER-stekerb us v oor
het aansluiten van een actiev e subw oofer.
I ZONE 2 PRE OUT L/R
Deze analoge audio-uitgangen kunnen worden
aangesloten op de lijningangen op versterkers in
Zone 2.
J AC OUTLET
Deze geschakelde netuitgang kan worden gebruikt
voor het voeden van een ander apparaat.
De uitvoering van deze netuitgangen verschilt
afhankelijk van het land waar de receiv er is gekocht.
K PHONO (MM)-ingang en aardingsklem
Gebruik deze analoge audio-ingang voor het
aansluiten van een draaitafel met een draaiend
magneetelement. Gebruik de schroef links boven de
PHONO (MM)-ingangen voor het aansluiten van
een aardkabel van een draaitafel.
L CD-ingang
Gebruik deze analoge audio-ingang voor aansluiting
op de analoge audio-uitgang van een CD-speler.
M TAPE IN/OUT
Gebruik deze analoge audio-ingang en -uitgang
voor aansluiting op de analoge audio-ingang en uitgang van een recorder, bijvoorbeeld een
cassetterecorder, minidisc-recorder enz.
N GAME/TV IN
Hier kunt u een spelconsole of een TV-uitgang
aansluiten. Er is een composiet-video-ingangsbus
en analoge audio-ingangsstekerbussen.
O CBL/SAT IN
Hier kunt u een satellietontvanger aansluiten.
Er is een composiet-video-ingangsbus en analoge
audio-ingangsstekerbussen.
P DVD IN
Gebruik deze stekerbussen om een DVD-speler aan
te sluiten. Er is een composiet videoingangsstekerbus voor het aansluiten van het
videosignaal en stereo (FRONT)-stekerbussen voor
het aansluiten van analoge audiosignalen.
Q VCR/DVR IN/OUT
Hier kunt u een videocomponent, bijvoorbeeld een
videorecorder of een DVR aansluiten voor opnemen
en afspelen. Er is een composiet-video-ingang en
uitgangsstekerbussen om het videosignaal aan te
sluiten en er zijn analoge audioingangsstekerbussen om het audiosignaal aan te
sluiten.
R SPEAKERS A
Op deze klemmen kunt u luidsprekerset A aansluiten.
S SPEAKERS B
Op deze klemmen kunt u luidsprekerset B aansluiten.
Zie pagina’s 12–20 voor informatie over de
aansluitingen.
Nl-8
Kennismaking met de receiver—Vervolg
Display
21
354
6
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor
verdere informatie.
1 Indicatoren A- en B-luidsprekers
Indicator A licht op als luidsprekerset A aan is.
Indicator B licht op als luidsprekerset B aan is.
2 Dempingsindicator (MUTING)
Knippert als het geluid van de receiver is gedempt.
3 ZONE 2-indicator
Licht op als Zone 2 aan is.
4 Directindicator (DIRECT)
Licht op als de functie DIRECT is ingeschakeld.
5 Radio-indicatoren
TUNED: Licht op als is afgestemd op een
radiozender.
AUTO: Licht op voor AM- en FM-radio als
automatisch afstemmen is geselecteerd en verdwijnt
als handmatig afstemmen wordt geselecteerd.
7
RDS (alleen voor Europese modellen): Licht
op als is afgestemd op een radiozender die RDS
(Radio Data Systeem) informatie uitzendt.
SIRIUS (alleen model voor Noord-Amerika) :
De indicator gaat branden wanneer is afgestemd op
SIRIUS satellietradio.
XM (alleen model voor Noord-Amerika) :
De indicator gaat branden wanneer is afgestemd op
XM satellietradio.
MEMORY: Licht op als voorkeuzezenders worden
geprogrammeerd.
FM STEREO: Licht op als is afgestemd op een
stereo FM-radiozender.
6 Sluimerindicator (SLEEP)
Licht op als de sluimerfunctie is ingesteld.
7 Berichtengebied
Geeft uiteenlopende informatie weer over de
geselecteerde ingangsbron.
Nl-9
Afstandsbediening
Druk op de Remote Mode-toets [RECEIVER] om de
Receivermodus te selecteren.
U kunt de afstandsbediening ook gebruiken om uw
DVD-speler, CD-speler en andere apparaten te
bedienen. Zie pagina’s 39-42 v oor meer bijzonderheden.
Zie het paginanummer tussen haakjes voor uitgebreide
informatie over iedere toets.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
J
K
L
M
Nl-10
N
O
P
Q
R
S
T
A Toets ON/STANDBY (21)
Zet de receiver aan of in ruststand.
B Toets ZONE 2 (36)
Gebruiken voor het instellen van Zone 2.
C Ingangskeuzetoetsen (INPUT SELECTOR)
(22) en cijfertoetsen (28)
Selecteert de ingangsbronnen. Na het indrukken van
de toets D.TUN kunnen de toetsen worden gebruikt
om direct AMen FM-radiozenders en
satellietradiokanalen te selecteren.
D Toets D.TUN (28)
Selecteert de functie Direct afstemmen.
E Toets DIMMER (23)
Voor het instellen van de helderheid van het display.
F Afstemfunctietoets (TUNING MODE) (27, 28)
Selecteert de automatische of de handmatige
afstemfunctie voor AMen FM-radio.
G Afstemtoetsen (TUNING) [ ]/[ ] (27)
Voor het afstemmen van de radio.
H Toets SP A/B (22)
Voor het instellen van de luidsprekers A/B.
I Pijl [ ]/[ ]/[ ]/[ ] en ENTER-toetsen (27)
Voor het selecteren en maken van instellingen.
Gebruik voor XM/SIRIUS de toetsen Omhoog en
Omlaag [ ]/[ ] om kanalen te selecteren en de
[ENTER]-toets om de zoekmodus te wijzigen.
Gebruik de toetsen Links en Rechts [ ]/[ ] om
categorieën te selecteren.
J Toets SETUP (14)
Gebruik deze toets voor toegang tot de instelmenu's.
K STEREO-toets
Selecteert de functie FM-stereo.
L Toets DIRECT (24)
Voert de oorspronkelijke geluidsbron uit zonder
effecten toe te passen.
M Toets DISPLAY (29)
Geeft uiteenlopende informatie weer over de
geselecteerde ingangsbron.
N Afstandsbedieningsmodus-toetsen
(REMOTE MODE) (39-42)
Selecteert de afstandsbedieningsmodi.
O Toets CLR/SLEEP (23)
Te gebruiken met de sluimerfunctie. Gebruik deze
toets voor het wissen van de nummerinvoer als de
functie Direct afstemmen is geselecteerd.
P Afstemtoetsen (PRESET) [++
Gebruik deze toetsen om vastgelegde
voorkeuzezenders te selecteren.
++
]/[−−−−] (28)
Q Volumetoetsen (VOL) [ ]/[ ] (22)
Gebruik deze toetsen om het volume van de receiv er
in te stellen, ongeacht de op dat moment
geselecteerde afstandsbedieningsmodus.
Afstandsbediening—Vervolg
R Dempingstoets MUTING (23)
Dempt het geluid op de receiver of herstelt de
geluidsweergave.
S RETURN-toets
Voor het selecteren van het vorige weergegeven
instelmenu.
T Toets PURE A (23)
Gebruik deze toets om de akoestiekfunctie Pure
audio te kiezen.
Opmerking:
Ook in de Receivermodus kunt u een Onkyocassetterecorder die is aangesloten via bedienen
(zie pagina 42).
Met de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor.
Afstandsbedieningssensor
Ongeveer
5 m
Opmerkingen:
• Zorg dat er geen direct zonlicht of het licht van een
invertertype tl-lamp op de receiver valt, want dit kan
van invloed zijn op de werking van de
afstandsbediening. Houd hier rekening mee bij het
installeren.
• Wanneer een andere afstandsbediening van hetzelfde
type in dezelfde kamer wordt gebruikt, of wanneer de
receiver wordt gebruikt in de buurt v an apparatuur die
met infraroodsignalen werkt, kan dit van invloed zijn
op de werking van de afstandsbediening.
• Leg geen voorwerpen, zoals een boek, op de
afstandsbediening, want dan kunnen de toetsen per
ongeluk worden ingedrukt en lopen de batterijen leeg.
• De afstandsbediening werkt mogelijk niet
betrouwbaar als de receiver in een kast achter deuren
met gekleurd glas wordt geplaatst. Houd hier rekening
mee bij het installeren.
• De afstandsbediening werkt niet als er zich een obstakel
bevindt tussen de afstandsbediening en de
afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van de
receiver.
Nl-11
Aansluiten van uw luidsprekers
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u met de aansluitingen begint.
Voorzorgsmaatregelen betreffende
het aansluiten van de luidsprekers
U kunt twee luidsprekersets op de receiver aansluiten.
Als er twee luidsprekersets zijn aangesloten, kunt u
selecteren welke luidsprekerset geluid uitvoert of beide
luidsprekersets geluid uit laten voeren.
• Gebruik luidsprekers met een impedantie tussen 4 en
16 ohm als u één luidsprekerset op de klemmen
SPEAKERS A of SPEAKERS B aansluit, of als
u twee luidsprekersets aansluit op beide klemmen,
maar slechts uit één van de luidsprekersets geluid
uitvoert. Stel de luidsprekerimpedantie op de receiver
in op 6 ohm voor het Noord-Amerikaanse model als
de luidsprekerimpedantie 4 of 6 ohm is (zie pagina 14
voor bijzonderheden).
• Gebruik luidsprekers met een impedantie tussen 8 en
16 ohm als u luidsprekers aansluit op zowel de
klemmen SPEAKER A als SPEAKER B en geluid
uitvoert op beide sets tegelijk.
Opmerking:
Een onjuiste instelling van de luidsprekers of de
impedantiewaarden kan ertoe leiden dat het ingebouwde
beveiligingscircuit wordt geacti veerd, w aardoor er geen
geluid komt uit de luidsprekers.
De onderstaande afbeelding toont welke luidspreker op
welk paar klemmen moet worden aangesloten.
Rechter
luidspreker
+–
Receiver
Luidsprekerset A
Linker
luidspreker
+–
Aansluiten van de luidsprekerkabels
Verwijder ongeveer
1
15 mm van de
buitenisolatie aan het
uiteinde van de
luidsprekerdraden en
draai de blootliggende kerndraadjes in
elkaar, zoals afgebeeld.
Draai het schroefje van de
2
luidsprekerklem los.
Steek de kerndraden
3
volledig naar binnen.
Draai het schroefje stevig vast.
4
• Lees de handleiding die bij de luidsprekers wordt
geleverd.
• Let goed op de polariteit van de draden. Plusklemmen
(+) moet worden aangesloten op plusklemmen (+) en
minklemmen (–) moeten worden aangesloten op
minklemmen (–). Als u de draden verwisselt, zal het
geluid niet in fase zijn en wordt een onnatuurlijke
weergave verkregen.
• Onnodig lange of erg dunne luidsprekerkabels
kunnen de geluidskwaliteit negatief beïnvloeden en
dienen vermeden te worden.
• Wees voorzichtig dat u de
plus- en mindraden niet
kortsluit. Dit kan namelijk
resulteren in beschadiging
van de receiver.
• Sluit niet meer dan één
luidsprekerkabel op elke
luidsprekerklem aan. Dit kan namelijk resulteren in
beschadiging van de receiver.
• Sluit een luidspreker niet aan op meer dan één paar
luidsprekerklemmen.
15 mm
(5/8")
Nl-12
+–+–
Rechter
luidspreker
Luidsprekerset B
Linker
luidspreker
Aansluiten van uw luidsprekers—Continued
Een actieve subwoofer aansluiten
Sluit de PRE OUT SUBWOOFER van de receiv er met een geschikte kabel aan op de ingang van uw actie ve subwoofer.
Als uw subwoofer geen eindversterker heeft en u een externe versterk er gebruikt, moet u de PRE OUT : SUBWOOFER
op de ingang van de versterker aansluiten.
Actieve
subwoofer
LINE INPUT
LINE INPUT
Een vermogensversterker aansluiten
Als u een sterkere vermogensversterker wilt gebruiken en de recei ver uitsluitend als voorv ersterker wilt gebruiken, sluit
deze dan aan op de PRE OUT-stekerbussen en sluit alle luidsprekers en de subwoofer aan op de vermogensversterker.
Als u een actieve subwoofer hebt, sluit deze dan aan op deze PRE OUT SUBWOOFER-stekerbus van de receiver.
Vermogensversterker
Nl-13
Aansluiten van uw luidsprekers—Vervolg
De luidsprekerimpedantie configureren
In dit model is de standaard fabrieksinstelling voor de luidsprekerimpedantie “8 ohm.” Lees zorgvuldig
“Voorzorgsmaatregelen betreffende het aansluiten van de luidsprekers” op pagina 12 als u de instelling van de
luidsprekerimpedantie gaat wijzigen, alvorens de onderstaande procedures uit te voeren.
Opmerking:
Stel het volume in op het laagste niveau alvorens de
luidsprekerimpedantie af te stellen.
RECEIVER
ENTER
SET UP
3
4
5
Gebruik de toetsen omhoog en
omlaag [▲]/[▼] om “1. Hardware
set” te selecteren en druk
vervolgens op [ENTER].
Het menu Hardware Setup verschijnt
op het display.
Gebruik de toetsen omhoog en
omlaag[▲]/[▼] om “Impedantie: 8
ohm” te selecteren.
Wijzig de impedantiewaarde naar
“6 ohm” met de toetsen links en
rechts [ ]/[ ].
Nl-14
1
2
Schakel de voeding in
Druk op de toets [RECEIVER] en
vervolgens op de toets SETUP
op de afstandsbediening.
6
Druk op de toets SETUP op de
afstandsbediening om de
instelling te voltooien.
Maak gebruik van de procedure
hierboven als de impedantie-instelling
wilt terugzetten op 8 ohm.
Aansluiten van de antenne
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de bijgele verde
FM-binnenantenne en de AM-raamantenne moet
aansluiten, en tevens hoe u los verkrijgbare FM- en AMbuitenantennes moet aansluiten.
De receiver kan geen radiosignalen ontvangen wanneer
er geen antenne is aangesloten, dus zorg ervoor dat u een
antenne aansluit.
Inplugaansluiting AM-antenne
Aansluiting voor FM-antenne
Aansluiten van de FM-binnenantenne
De bijgeleverde FM-binnenantenne is uitsluitend
bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Sluit de FM-antenne op de afgebeelde
1
wijze aan.
■ Noord-Amerikaans model
Steek de steker volledig
in de stekerbus.
■ Andere modellen
Aansluiten van de AM-raamantenne
De bijgeleverde AM-raamantenne is uitsluitend bedoeld
voor gebruik binnenshuis.
Zet de AM-raamantenne in elkaar door de
1
lipjes van de antenne in het voetstuk te
steken, zoals afgebeeld.
Sluit beide draden van de
2
AM-raamantenne op de druktype
AM-antenneaansluitingen aan, zoals
afgebeeld.
(De antennedraden hebben geen polariteit, dus de
draden kunnen worden verwisseld.)
Zorg dat de draden stevig bev estigd zijn en dat de
druktype aansluitingen de kerndraden
vastklemmen en niet de buitenisolatie.
Duwen Naar binnen
steken
Loslaten
Steek de steker volledig
in de stekerbus.
Stem wanneer uw receiver gereed is voor gebruik, af
op een FM-zender en wijzig dan de positie van de
FM-antenne tot een optimale ontvangst is verkregen.
Gebruik punaises of iets dergelijks om de
2
FM-antenne aan de muur te bevestigen.
Punaises, enz.
Let op: Wees voorzichtig dat u uzelf niet
verwondt bij gebruik van de punaises.
Als bij gebruik van de bijgeleverde FM-binnenantenne
geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los
verkrijgbare FM-buitenantenne installeren (zie pagina 16).
Stem wanneer uw receiver gereed is voor gebruik,
af op een AM-zender en wijzig dan de positie v an
de AM-antenne tot een optimale ontvangst is
verkregen.
Houd de antenne zo ver mogelijk uit de buurt van
de receiver, uw TV, de luidsprekerkabels en de
netsnoeren.
Als bij gebruik van de bijgeleverde AM-raamantenne
geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los
verkrijgbare AM-buitenantenne installeren (zie
pagina 16).
Nl-15
Aansluiten van de antenne—Vervolg
Aansluiten van een FM-buitenantenne
Als bij gebruik van de bijgeleverde FM-binnenantenne
geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een los
verkrijgbare FM-buitenantenne installeren.
FM 75
Opmerkingen:
• FM-buitenantennes werken het beste buitenshuis,
maar soms kan ook een bevredigend resultaat worden
verkregen wanneer de antenne in een zolder e.d. wordt
geïnstalleerd.
• Voor een optimale ontvangst moet u de FMbuitenantenne uit de buurt van hoge gebouwen
installeren, zodat het signaal via een rechte lijn vanaf
het zendstation kan worden ontvangen.
• Installeer de buitenantenne uit de buurt van mogelijke
stoorbronnen, zoals neonverlichting, druk verkeer
enz.
• Om veiligheidsredenen dient de buitenantenne uit de
buurt van hoogspanningsleidingen en andere
hoogspanningsapparatuur te worden geïnstalleerd.
• De buitenantenne moet worden geaard
overeenkomstig de plaatselijke bepalingen, om ge vaar
voor een elektrische schok te voorkomen.
■ Gebruik van een TV/FM-antennesplitter
Het wordt afgeraden om dezelfde antenne te gebruiken
voor FM- en TV-ontvangst, want dit kan interferentie
veroorzaken. Indien dit echter niet vermeden kan
worden, kunt u een TV/FM-antennesplitter gebruiken
zoals afgebeeld.
Aansluiten van een AM-buitenantenne
Als bij gebruik van de bijgeleverde AM-raamantenne
geen goede ontvangst wordt verkregen, kunt u een AMbuitenantenne gebruiken in aanvulling op de
raamantenne, zoals afgebeeld.
Buitenantenne
Geïsoleerde antennekabel
AM-raamantenne
AM-buitenantennes werken het beste wanneer deze
buitenshuis horizontaal worden geïnstalleerd, maar
soms kan ook een bevredigend resultaat worden
verkregen wanneer de antenne binnenshuis horizontaal
boven een raam wordt gespannen. U mag de AMraamantenne niet van het apparaat losmaken.
De buitenantenne moet worden geaard overeenkomstig
de plaatselijke bepalingen, om gevaar voor een
elektrische schok te voorkomen.
Nl-16
TV/FM-antennesplitter
Naar de receiver Naar TV (of videorecorder)
Aansluiten van apparaten
Vóór het maken van aansluitingen
• Houd u altijd aan de gebruiksinstructies die bij het
aan te sluiten apparaat geleverd zijn.
• Steek de voedingskabel niet in het stopcontact
voordat alle aansluitingen goed tot stand zijn
gebracht.
• Bind audiokabels niet samen met voedingskabels en
luidsprekerkabels. Doet u dat wel, dan kan de
geluidskwaliteit afnemen.
• Houd voedingskabels en luidspekerkabels uit de
buurt van de antenne van de tuner om interferentie te
voorkomen.
Kleurcodering AV-aansluiting
De RCA van de AV-aansluitkabels zijn gewoonlijk van
een kleurcode voorzien: rood, wit en geel. Gebruik de
rode stekkers voor de audio-ingangen en -uitgangen van
het rechterkanaal (gewoonlijk zijn deze voorzien v an de
letter “R”). Gebruik de witte stekkers voor de audioingangen en -uitgangen van het linkerkanaal
(gewoonlijk zijn deze voorzien van de letter “L”).
Gebruik de gele stekkers voor de composiet-videoingangen en -uitgangen (gewoonlijk zijn deze geel).
Analoge
Links (wit)
Rechts (rood)
(Geel)
• Druk alle stekkers volledig naar binnen voor een
goede aansluiting (losse aansluitingen kunnen leiden
tot ruis of slecht functioneren).
audio
Composiet video
Goed!
Fout!
Links (wit)
Rechts (rood)
(Geel)
Aansluiten van een draaitafel
De PHONO-ingangsstekerbussen van de recei ver dienen
gebruikt te worden met een MM-element (draaiende
magneet).
Gebruik een analoge audiokabel om de PHONO L/Rstekerbussen van de receiver aan te sluiten op de audiouitgangstekerbussen op de draaitafel, zie afbeelding.
AUDIO OUT
Aardkabel
Opmerkingen:
• Sluit de aardkabel van de draaitafel, indien aanwezig,
aan op de GND-klem van de receiver. Het aansluiten
van de aardkabel kan bij sommige draaitafels gebrom
veroorzaken. Maak de aardkabel in dat geval los.
• Als de draaitafel een MC-element (draaiende spoel)
heeft, heeft u een in de handel verkrijgbare MCphonovoorversterker nodig. Sluit in dit geval de
draaitafel aan de op de ingang van de
phonovoorversterker en sluit de uitgang van de
phonovoorversterker aan op de PHONO L/Rstekerbussen van de receiver.
Aansluiten van een CD-speler
Verbind de CD L/R-stekerbussen van de receiver met
behulp van een analoge audiokabel met de analoge
audio-uitgangstekerbussen van de CD-speler, zoals
afgebeeld.
ANALOG
OUT
Nl-17
Aansluiten van apparaten—Vervolg
Aansluiten van een opnameapparaat
Gebruik voor het aansluiten van opnameapparaten,
bijvoorbeeld een cassettedeck, een MD-recorder of een
CD-recorder, een analoge audiokabel om de
stekerbussen TAPE IN L/R van de receiver aan te sluiten
op de analoge audio-uitgangsbussen van het
cassettedeck. Gebruik een tweede analoge audiokabel
om de stekerbussen TAPE OUT L/R van de receiver aan
te sluiten op de analoge audio-ingangsbussen van het
cassettedeck. Zie afbeelding.
/
REC
PLAY
(IN)
(OUT)
Aansluiten van een interactief
afstandsbedieningsdock (RI-dock)
Gebruik een analoge audiokabel om de stekerbussen
TAPE IN L/R of VCR/DVR IN L/R aan te sluiten op de
analoge audio-uitgangsbussen van het RI-dock. Gebruik
vervolgens een -kabel om de -bus van de receiver
aan de -bus van het RI-dock aan te sluiten.
Als u de displaynaam voor de ingangsbron wijzigt in
“HDD”, kunt u het RI-dock bedienen met de
afstandsbediening van de receiver (zie pagina 21).
Aansluiten van een DVD-speler
Een analoge audiokabel om de DVD IN L/Rstekerbussen aan te sluiten op de analoge audiouitgangsbussen op de DVD-speler, en gebruik een
videokabel om de DVD IN V-stekerbus aan te sluiten op
de composiet-video-uitgangsbus op de DVD-speler.
Sluit vervolgens de MONITOR OUT-stekerbus aan op
een composiet-video-ingangsbus op de TV.
U kunt beeld en geluid van de DVD-speler tegelijk
selecteren door op de ingangskeuzetoets DVD te
drukken.
DVD
AUDIO
OUT
V
IN
L
R
DVD
VIDEO
OUT
MONITOR
OUT
V
VIDEO
IN
LR
TAPE
Interactief
afstandsbedieningsdock
Opmerking:
Zet de RI MODE-schakelaar van het RI-dock op HDD
of HDD/DOCK.
Nl-18
-
-
-
-
R
AUDIO OUT
L
Aansluiten van apparaten—Vervolg
Aansluiten van een videorecorder
Een analoge audiokabel om de VCR/DVR IN L/Rstekerbussen aan te sluiten op de analoge audiouitgangsbussen op de videorecorder, en gebruik een
videokabel om de VCR/DVR IN V-stekerbus aan te
sluiten op de composiet-video-uitgangsbus op de
videorecorder.
Gebruik vervolgens een analoge audiokabel om de
VCR/DVR OUT L/R-stekerbussen aan te sluiten op de
analoge audio-ingangsbussen op de videorecorder, en
gebruik een videokabel om de VCR/DVR OUT Vstekerbus aan te sluiten op de composiet-videoingangsbus op de videorecorder.
Sluit ook de MONITOR OUT-stekerbus aan op een
composiet-video-ingangsbus op de TV.
U kunt beeld en geluid van de videorecorder tegelijk
selecteren door op de ingangskeuzetoets VCR/DVR te
drukken.
VCR/DVR
MONITOR
OUT
V
VCR/DVR
V
L
R
VCR/DVR
V
IN
L
R
VCR/DVR
Aansluiten van een TV of ander
apparaat met een audio-uitgang
Een analoge audiokabel om de ongebruikte audioingang L/R-stekerbussen op de receicer aan te sluiten op
de analoge audio-uitgangsbussen op het aangesloten
apparaat.
IN
L
R
LR
AUDIO
OUT
Aansluiten van -apparaten
Als u andere Onkyo-apparaten aansluit op de receiver
met de juiste - en audiokabels, kunt u de volgende
systeemfuncties gebruiken. -kabels zijn speciale
kabels uitsluitend voor gebruik met Onkyo-producten
(er worden geen -kabels bij de receiver geleverd).
VCR/DVR
IN
LR
AUDIOINVIDEO
IN
LR
AUDIO
VIDEO
OUT
OUT
Automatisch inschakelen
Als u de voeding inschakelt of afspelen start op een
apparaat dat is aangesloten op de receiver, wordt de
receiver automatisch ingeschakeld. Als u de receiver op
de ruststand (Standby) zet, worden alle aangesloten
apparaten op de ruststand (Standby) gezet.
Directe wisseling
Wanneer u begint met weergave op een audioapparaat
dat is aangesloten via , zal de receiver het betreffende
apparaat automatisch als de ingangsbron selecteren.
Bediening met de afstandsbediening
U kunt alle apparaten in uw systeem bedienen met de
afstandsbediening van de receiver. Zie pagina’s 10-11
voor meer informatie.
Nl-19
Aansluiten van apparaten—Vervolg
Met (interactieve afstandsbediening) kunt u uw compatibele Onkyo CD-speler, RI-dock, e.d. bedienen
met de afstandsbediening van de receiver.
• Maak een analoge audioverbinding tussen de
receiver en ieder audioapparaat om te
gebruiken.
Receiver
-connector
Onkyo CD-speler,
enz.
Onkyo cassette
deck, enz.
-connector
-connector
Aansluiten van de netsnoeren van
andere apparaten
Op het achterpaneel van de receiver zijn netuitgangen
waarop u de netsnoeren van ev entuele andere apparaten
die u met de receiver wilt gebruiken, kunt aansluiten.
Deze apparaten kunt u dan ingeschakeld laten, ze zullen
automatisch in- en uitgeschakeld worden wanneer de
receiver wordt ingeschakeld of in de ruststand (standby)
wordt gezet.
Interactieve
afstandsbediening
Dock, enz.
-afstandsbedieningskabel
Opmerkingen:
• Druk alle stekkers volledig naar binnen om een goede
aansluiting te maken.
• Gebruik alleen speciale -kabels voor aansluitingen (er worden geen -kabels bij de
receiver geleverd).
•-stekerbussen dienen alleen op Onkyo-apparaten
aangesloten te worden. Als u deze aansluit op een
apparaat van een andere fabrikant is het mogelijk dat
de receiver slecht functioneert.
• Het is mogelijk dat sommige apparaten niet alle functies ondersteunen. Zie de handleidingen van uw
andere Onkyo-apparaten voor meer informatie.
Nl-20
Bijv. Europese
model
Bijv. Noord-Amerikaans
model
Let op:
• Het totale opgenomen vermogen van de apparaten die
op de AC OUTLETS worden aangesloten, mag niet
meer bedragen dan de opgegeven belastbaarheid (bijv .
TOTAL 100 W).
Opmerkingen:
• Onkyo apparaten met aansluitingen moeten
rechtstreeks op een stopcontact worden aangesloten
en niet op de AC OUTLETS van de receiver.
• Het aantal AC OUTLETS, de uitvoering en het
toegestane totale opgenomen vermogen, verschillen
afhankelijk van het land waar u de receiver hebt
gekocht.
Aansluiten van de voedingskabel
• Sluit de netvoedingskabel van de receiver aan op een
geschikt wandstopcontact.
Opmerkingen:
• Sluit alle luidsprekers en AV-apparatuur aan
voordat u de stekker van het netsnoer in het
stopcontact steekt.
• Bij het inschakelen van de receiver kan er een
plotselinge spanningspiek zijn die kan interfereren
met andere elektrische apparatuur die op hetzelfde
stroomcircuit is aangesloten. Als dit problemen
veroorzaakt, moet u de receiver op een ander
stroomcircuit aansluiten.
In- en uitschakelen van de receiver
ON/STANDBY
Ruststand-indicator (STANDBY)
ON/STANDBY
Aanzetten en ruststand
1
Receiver
of
Afstands-
bediening
Druk op de toets [ON/ST ANDBY].
Of druk op de toets
[ON/STANDBY] op de
afstandsbediening.
De receiver wordt ingeschakeld, het
display wordt verlicht en de
STANDBY-indicator dooft.
Druk op de toets [ON/STANDBY] of
op de toets [ON/STANDBY] van de
afstandsbediening om de receiver uit te
zetten. De receiver komt dan in de
ruststand (standby) te staan. Verlaag het
volume alvorens de receiver uit te
zetten om onaangename verrassingen
te voorkomen wanneer u hem weer
aanzet.
Displaynaam voor de ingangsbron
wijzigen
Voor de toetsen TAPE en VCR/DVR, kunt u de
displaynaam voor de ingangsbron wijzigen in de
hieronder getoonde volgorde. Als voor een van de
onderstaande toetsen de displaynaam voor de
ingangsbron is gewijzigd, kan de displaynaam voor de
andere toets niet worden gewijzigd.
• Toets TAPE : TAPE→MD→CDR→DOCK
• Toets VCR/DVR : VCR/DVR→DOCK
1
of
2
Druk op de betreffende
ingangskeuzetoets.
De geselecteerde ingangsbronnaam
verschijnt in het display.
Houd de in stap 1 hierboven
geselecteerde
ingangskeuzetoets 3 seconden
ingedrukt om de displaynaam te
wijzigen.
Nl-21
Naar audiobronnen luisteren
Receiver
Afstandsbediening
Receiver
Afstandsbediening
INPUT
Ingangskeuzetoetsen
SPEAKERS A/BMASTER VOLUME
I
1
Druk op de ingangskeuzetoets
om het apparaat te selecteren
waarnaar u wilt luisteren.
SELECTOR
SP A/B
4
Receiver
Afstandsbediening
VOLUME
/
Gebruik de [MASTER VOLUME]regelaar op de receiver of de
VOLUME [ ]/[ ]-toetsen op de
afstandsbediening om het
volume in te stellen.
Draai de volumeregelaar met de klok
mee om het volume te verhogen of
tegen de klok in om het volume te
verlagen.
2
3
Gebruik de toetsen
[SPEAKERS A] en
[SPEAKERS B] op de receiver
om de luidsprekerset die u wilt
gebruiken te selecteren.
De A- en B-luidsprekerindicatoren
tonen voor beide luidsprekersets of
deze aan of uit staat.
Indicatoren
U kunt u de toets [SP A/B] op de
afstandsbediening gebruiken. Druk
meerdere malen op de toets [SP A/B]
om de luidsprekerset te selecteren.
Opmerking voor Noord-Amerikaans
model:
Als u een luidsprekerset aansluit met
een impedantie van 4 of 6 ohm en
alleen uit deze luidsprekerset geluid
uitvoert, moet de impedantie op de
receiver worden ingesteld op 6 ohm
(zie pagina 14).
Begin met de weergave van het
geselecteerde apparaat.
Nl-22
Naar audiobronnen luisteren—Vervolg
PHONES
Dempen van het geluid van de
receiver (alleen afstandsbediening)
U kunt het geluid van de receiver tijdelijk dempen.
1
Druk op de toets [MUTING] op de
afstandsbediening.
Het geluid van de receiver is gedempt.
Om de geluidsweergave op de
receiver te herstellen, drukt u
opnieuw op de toets [MUTING].
Opmerking:
De geluiddempingsfunctie komt te
vervallen als op de VOLUME-toetsen
op de afstandsbediening wordt gedrukt
of als de receiver in de ruststand
(Standby) wordt gezet.
Gebruik van een hoofdtelefoon
Op de PHONES-stekerbus van de receiver kunt u een
stereo hoofdtelefoon (met een 1/4-inch klinkstekker)
aansluiten om te luisteren zonder anderen te storen.
DIMMER
SLEEP
MUTING
Instellen van de helderheid van het
display
U kunt de helderheid van het display naar wens instellen.
1
Afstands-
bediening
Druk herhaaldelijk op de toets
[DIMMER] op de
afstandsbediening om te
selecteren: donker , donkerder, of
normale helderheid.
Gebruik van de sluimertimer (alleen
afstandsbediening)
Met de sluimertimer kunt u de receiver zo instellen dat
deze na een ingestelde periode automatisch wordt
uitgeschakeld.
1
Afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op de
[SLEEP]-toets om de gewenste
sluimertijd te selecteren.
U kunt de sluimertimer instellen tussen
90 tot 10 minuten in stappen van
10 minuten.
Wanneer de sluimertimer is ingesteld,
verschijnt de SLEEP-indicator in het
display, zie afbeelding. De ingestelde
sluimertijd wordt ongeveer 5 seconden
in het display aangegeven, waarna het
vorige display weer verschijnt.
Sluimerindicator (SLEEP)
Opmerkingen:
• Verlaag het volume voordat u de hoofdtelefoon
aansluit.
• Geluidsuitvoer uit de luidsprekers wordt niet
uitgeschakeld als de stekker van de hoofdtelefoon in
de PHONES-stekerbus wordt gestoken. Gebruik de
schakelaars SPEAKERS A en SPEAKERS B om de
geluidsuitvoer uit de luidsprekers uit te schakelen.
Om de sluimertimer te annuleren, drukt u meerdere
malen op de [SLEEP]-toets totdat de SLEEP-indicator
verdwijnt.
Druk op de [SLEEP]-toets om de resterende
sluimertijd te controleren. Als u op de [SLEEP]-toets
drukt terwijl de sluimertijd wordt aangegeven, zal de
sluimertijd met 10 minuten verkort worden.
Nl-
23
Naar audiobronnen luisteren—Vervolg
In dit hoofdstuk worden functies die u met alle ingangsbronnen kunt gebruiken uitgelegd.
PURE AUDIO
Gebruik van de toon - en
BASS
TREBLE
BALANCE
balansregelaars
De lage tonen afstellen
Met de lagetonenregelaar (BASS)
kunt u de lage tonen afstellen. Draai
de regelaar naar rechts om de lage
tonen te versterken. Draai de
regelaar naar links om de lage tonen
te verzwakken. Gewoonlijk moet de
regelaar halverwege staan.
De hoge tonen afstellen
Met de hogetonenregelaar
(TREBLE) kunt u de hoge tonen
afstellen. Draai de regelaar naar
rechts om de hoge tonen te
versterken. Draai de regelaar naar
links om de hoge tonen te
verzwakken. Gewoonlijk moet de regelaar halverwege
staan.
De balans afstellen
Gebruik de BALANCE-regelaar om
het relatieve volumeniveau van de
luidsprekers of de hoofdtelefoon
links en rechts te regelen.
DIRECT
PURE A
De functie DIRECT instellen
De toets [DIRECT] op de
afstandsbediening schakelt de functie
DIRECT in en uit.
Als de functie DIRECT uit is, kan de
toonregelaar gebruikt worden om het geluid af te stellen
en de indicator DIRECT gaat uit.
Als de functie DIRECT aan is, wordt de toonregelaar
overbrugd en kunt u luisteren naar puur geluid.
De indicator DIRECT licht op.
U kunt voor de afzonderlijke ingangsbronnen instellen
of de functie DIRECT al dan niet wordt toegepast.
Naar puur audiogeluid luisteren
De akoestiekfunctie Pure Audio kunt u
activeren door te drukken op de toets
[PURE AUDIO] op de receiver of de toets
[PURE A] op de afstandsbediening. De
indicator PURE AUDIO gaat branden. De PURE
AUDIO-indicator gaat aan. Met de akoestiekfunctie
Pure audio luistert u naar puurder geluid doordat de
videosignaaluitvoer en de indicatie op het display zijn
uitgeschakeld.
Tijdens de akoestiekfunctie Pure audio, wordt de
toonregelaar overbrugd en worden instellingen op de
lage- en hogetonenregelaar genegeerd.
U kunt voor de afzonderlijke ingangsbronnen instellen
of de akoestiekfunctie Pure audio al dan niet wordt
toegepast.
Nl-
24
Opnemen
De auteursrechtwetgeving verbiedt het gebruik van uw opnamen voor andere doeleinden dan
privé-gebruik, behalve indien u de uitdrukkelijke toestemming van de auteursrec hthouders hebt!
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de geselecteerde ingangsbron kan worden opgenomen op een opnameapparaat.
Ingangskeuzetoetsen
Input selector buttons
Opnemen van de ingangsbron
U kunt u een audiosignaal opnemen op een
opnameapparaat dat is aangesloten op de stekerbussen
TAPE OUT of VCR/DVR OUT.
Als u de invoer van de TAPE IN-stekerbussen wilt
opnemen, kunt u het geluid van een opnameapparaat dat
is aangesloten op de VCR/DVR OUT-stekerbussen niet
opnemen.
Bereid de recorder voor:
1
• Stel de recorder zo in dat deze gereed is om
op te nemen.
• Stel indien nodig het opnameniveau op de
recorder af.
• Zie de gebruiksaanwijzing van de recorder
voor meer informatie.
Gebruik een ingangskeuzetoets om het
2
apparaat waarvan u wilt opnemen te
selecteren.
Start de weergave op het in stap 1
3
geselecteerde apparaat.
Opmerking:
Als u tijdens het opnemen een andere
ingangsbron kiest, zal er worden
overgeschakeld op het opnemen van de nieuw
geselecteerde ingangsbron.
Opmerking:
De regelaars voor volume, balans, dempen en
tooninstellingen zijn niet van invloed op het signaal dat
wordt opgenomen.
Nl-
25
Opnemen —Vervolg
Audio en video van verschillende
bronnen opnemen
U kunt audio over het geluid van de video-opname
dubben door tegelijkertijd van twee verschillende
bronnen op te nemen. Dit is mogelijk omdat alleen de
audiobron wordt gewisseld als een ingangsbron met
enkel geluid, bijvoorbeeld TAPE, TUNER of CD wordt
geselecteerd. De videobron blijft hetzelfde.
In het onderstaande voorbeeld wordt het geluid van de
CD-speler die op de CD IN-stekerbussen is aangesloten
en het beeld van de videocamera die op de DVD INstekerbus is aangesloten, opgenomen op de
videorecorder die op de VCR/D VR OUT -stekerbussen is
aangesloten.
Videocamera
videosignaal
audiosignaal
Begin met opnemen op de
5
videorecorder en start met de weergave
van de videocamera en de CD-speler.
Het beeld van de videocamera en het geluid van
de CD-speler worden op de videorecorder
opgenomen.
Nl-
26
CD-speler
Maak de videocamera en de CD-speler
1
klaar voor weergave.
Maak de videorecorder klaar voor
2
opname.
Druk op de [DVD]-ingangskeuzetoets.
3
Druk op de [CD]-ingangskeuzetoets.
4
De CD-speler wordt ingesteld als de audiobron,
maar de videocamera blijft gekozen als de
videobron.
VCR (videorecorder)
Luisteren naar de radio
DIRECT TUNING
TUNER
Cijfertoetsen
TUNING MODE
TUNING DOWN/UP
AM Frequency Step instelling
(niet voor Noord-Amerika en Europa)
U moet de AM-frequentiestap opgeven die in uw land
wordt gebruikt. W anneer deze instelling wordt veranderd,
worden alle voorkeuzezenders uit het geheugen gewist.
Gebruik de receiver om onderstaande procedure uit te
voeren.
1
en
Houd de toets [TUNER] ingedrukt
en druk op de toets [TUNING
MODE].
Iedere keer dat u op de [TUNING
MODE]-toets drukt wisselt de
instelling van de frequentiestap tussen
“10 kHz” en “9 kHz.”
Cijfertoetsen
D.TUN
TUNING
/
2
Receiver
CLR
/
Druk op de [TUNING MODE]-toets
zodat de AUTO-indicator in het
display verschijnt of eruit
verdwijnt.
Automatisch afstemmen
Druk op de toets [TUNING MODE]
om de “AUTO”-indicator aan te zetten
om deze modus te activeren. In deze
modus ontvangt u de uitzending in
stereogeluid.
Handmatig afstemmen
Druk op de toets [TUNING MODE]
om de “AUTO”-indicator uit te zetten
om deze modus te activeren. In deze
modus ontvangt u de uitzending in
monogeluid.
Laat de toets [TUNER] los wanneer de
Laat de toets los
gewenste frequentiestap wordt
weergegeven.
Naar AM-/FM-zenders luisteren
Met de ingebouwde tuner kunt u luisteren naar radiouitzendingen op de AM- en FM-afstemband.
1
Receiver
Gebruik de [TUNER]ingangskeuzetoets om AM of FM
te kiezen.
In dit voorbeeld is de FM-band gekozen.
BandFrequentie
(De feitelijke display-aanduiding
verschilt per land.)
3
Receiver
Druk op de TUNING [ DO WN] of
[UP ]-toets.
U kunt ook de TUNING [ ]/[ ]toetsen of de pijltoetsen [ ]/[ ] van
de afstandsbediening gebruiken om de
radio af te stemmen.
Automatisch afstemmen
Het doorlopen van de afstemband stopt
wanneer een zender wordt gevonden.
Handmatig afstemmen
Het doorlopen van de afstemband stopt
wanneer u de toets loslaat.
Druk even kort op de toets om de
frequentie één stapje te veranderen.
Nl-
27
Luisteren naar de radio —Vervolg
■
Op frequentie afstemmen op zenders
U kunt direct op AM- en FM-zenders afstemmen door de
juiste frequentie in te voeren.
1
2
Receiver
Afstandsbediening
Receiver
Afstandsbediening
Druk op de [DIRECT TUNING]toets.
(De feitelijke displayaanduiding
verschilt per land.)
Gebruik binnen 8 seconden de
cijfertoetsen om de frequentie
van de radiozender in te voeren.
Voorbeeld: druk op 8, 7, 5 om af te
stemmen op 87,5 (FM).
4
Receiver
■
Het selecteren van een voorkeuzezender
1
Receiver
Afstandsbediening
Druk opnieuw op de [MEMORY]toets om de zender of het kanaal
vast te leggen.
De zender of het kanaal wordt
vastgelegd en het voorkeuzenummer
stopt met knipperen.
Herhaal deze procedure voor al uw
favoriete AM-/FM-radiozenders.
Gebruik de cijfertoetsen op de
receiver, of de PRESET [
toetsen op de afstandsbediening
om een voorkeuzezender te
selecteren.
++
++
]/[−−−−]-
Voorkeuze AM-/FM-zenders instellen
Cijfertoetsen
Number buttons
PRESET
MEMORY
U kunt maximaal 40 favoriete AM-/FM-zenders als
voorkeuzezenders opslaan.
1
2
Receiver
TUNING MODE
Stem op de AM-/FM-zender af die
u als voorkeuzezender wilt
vastleggen.
Druk op de [MEMORY]-toets.
De MEMORY-indicator verschijnt en
het zendernummer knippert.
/
■
Verwijderen van een vastgelegde zender
1
2
Receiver
Bij het Noord-Amerikaanse model verandert de
frequentie op de FM-band in stappen van 0,2 MHz en op
de AM-band in stappen van 10 kHz. Bij de andere
modellen verandert de frequentie op de FM-band in
stappen van 0,05 MHz en op de AM-band in stappen van
9 kHz (of 10 kHz).
Wanneer op een zender is afgestemd, licht de TUNEDindicator op. Als is afgestemd op een stereo FM-zender.
licht ook de FM STEREO-indicator op.
Kies de zender die u wilt
verwijderen.
Zie de voorgaande paragraaf.
Houd de [MEMORY]-toets
ingedrukt en druk dan
tegelijkertijd op de [TUNING
MODE]-toets.
De voorkeuzezender wordt verwijderd
en het zendernummer verdwijnt uit het
display.
AUTOTUNED
Nl-
28
3
Receiver
Gebruik terwijl de MEMORYindicator is opgelicht (ongeveer
8 seconden) de cijfertoetsen op
de receiver om een gewenst
zendernummer te kiezen tussen
1 en 40.
FM STEREO
Afstemmen op zwakke FM-stereozenders
Als het signaal van een FM-stereozender erg zwak is, kan
de uitzending soms met veel ruis doorkomen. Schakel in
dat geval over op handmatige afstemming zodat de
zender in mono wordt ontvangen en er minder storing is.
Luisteren naar de radio—Vervolg
Gebruik van RDS
(alleen voor de Europese model)
RDS werkt alleen met Europese modellen en ook enkel
in de landen waar RDS-uitzendingen worden verzorgd.
Wanneer op een RDS-zender is afgestemd, licht de
RDS-indicator op.
RDS-indicator
■ Wat is RDS?
RDS is de afkorting voor Radio Data System en het is
een methode voor het uitzenden van FM-radiosignalen.
Het systeem is ontwikkeld door de EBU (European
Broadcasting Union) en is beschikbaar in de meeste
Europese landen. T egenwoordig wordt er door veel FMzenders gebruik van gemaakt. In aanvulling op
tekstinformatie, kan het RDS u ook helpen bij het
opzoeken van radiozenders op basis van het
programmatype (bijv. nieuws, sport, rockmuziek enz.).
De receiver is geschikt voor ontvangst van de volgende
vier typen RDS-informatie:
PS (zendernaam)
Wanneer het apparaat op een RDS-zender is afgestemd
die PS-informatie uitzendt, zal de naam van de zender op
het display worden weergegeven.
RT (radiotekst)
Wanneer op een RDS-zender is afgestemd die
tekstinformatie uitzendt, zal die tekst op het display
worden getoond (zie pagina 30).
PTY (programmatype)
Hiermee kunt u op type naar RDS-radiozenders zoeken
(zie pagina 30).
TP (verkeersinformatie)
Hiermee kunt u naar RDS-radiozenders zoeken die
verkeersinformatie uitzenden (zie pagina 30).
Opmerkingen:
• In sommige gevallen is het mogelijk dat de letters die
in het display van de receiver w orden aangegev en niet
hetzelfde zijn als de letters die door de radiozender
worden uitgezonden. Ook kunnen er wel eens
vreemde tekens verschijnen wanneer letters worden
ontvangen die niet kunnen worden weergegeven. Dit
is geen defect.
• Als het signaal van de RDS-zender erg zwak is,
kunnen de RDS-gegevens soms met tussenpozen
worden weergegeven, of helemaal niet worden
weergegeven.
RDS-programmatypes (PTY)
TypeDisplay
GeenNONE
NieuwsberichtenNEWS
ActualiteitenAFFAIRS
InformatieINFO
SportSPORT
EducatiefEDUCATE
HoorspelenDRAMA
CultuurCULTURE
Wetenschap en
technologie
VariétéVARIED
PopmuziekPOP M
RockmuziekROCK M
Middle-of-the-road muziek EASY M
Licht klassiekLIGHT M
Serieus klassiekCLASSICS
Overige muziekOTHER M
WeerWEATHER
FinancieelFINANCE
Kinderprogramma'sCHILDREN
Sociale onderwerpenSOCIAL
ReligieusRELIGION
InbellenPHONE IN
ReizenTRAVEL
Vrije tijdLEISURE
JazzmuziekJAZZ
CountrymuziekCOUNTRY
VolksmuziekNATION M
Muziek uit de oude tijdOLDIES
FolkmuziekFOLK M
Documentaires
AlarmtestTEST
AlarmALARM
SCIENCE
DOCUMENT
Nl-29
Loading...
+ 67 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.