Olympus TG-2 User Manual [nl]

DIGITALE CAMERA
TG-2
Handleiding
Wij danken u voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
In het belang van de voortdurende verbetering van onze producten, behoudt Olympus zich het recht voor de in deze handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
Registreer uw product op www.olympus.eu/register-product en ontvang extra voordelen van Olympus!
De inhoud van de doos controleren
Namen van onderdelen
Digitale camera Camerariem Lithium-
Lensring
Namen van onderdelen
1
2
3 4
7
5
6
ionbatterij
(LI-90B)
USB-lichtnetadapter
Andere niet afgebeelde accessoires: Garantiekaart De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
of
(F-2AC)
USB-kabel (CB-USB8)
8
1 Klepje over de connector 2
Vergrendeling klepje over
9
10
11 12 13
14 3
de connector
3
LOCK-knop
4
Luidspreker
5 Multiconnector 6 HDMI-microconnector 7 Oogje voor de riem 8 Zelfontspanner-LED/
LED-verlichting/ AF-hulpverlichting
9 Flitser 10
Lens
11
Lensring
12
Statiefaansluiting
13
Klepje over de batterij/het kaartje
14
Vergrendeling klepje over
de batterij/het kaartje
OLYMPUS
Setup-cd-rom
2
NL
1
De camerariem bevestigen
2
3
Pendelknop
F (op)
1 Stereomicrofoon
4
2 GPS-antenne 3 Monitor 4 Ontspanknop
5
5 Indicatorlampje
6
6 n-knop 7 Zoomknoppen
7
8 R-knop (videobeelden maken)
8
9 Functieknop 10
9 10 11
12 13
q-knop (schakelen tussen
fotograferen en weergeven)
11
Pendelknop
INFO (informatiedisplay wijzigen)
# (fl itser) Y (zelfontspanner)
(wissen)
D
12
A-knop (OK)
13
m-knop
H (links)
G (neer)
FGHI geven aan dat u de knop omhoog/
omlaag/naar links/naar rechts op de pendelknop moet indrukken.
I (rechts)
A
De camerariem bevestigen
123
Trek de camerariem zo strak dat deze niet
los kan raken.
NL
3
De batterij en het kaartje
Het kaartje verwijderen
(in de handel verkrijgbaar) plaatsen en verwijderen
Voer stap 1, 2 en 3 uit om het
1
Vergrendeling klepje over de batterij/het kaartje
3
2
Schuif het vergrendelknopje voor de batterij in de
richting van de pijl om de batterij te ontgrendelen, en haal de batterij eruit.
Steek het kaartje recht in de
3
kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt.
Schrijf­beveiliging
Klepje over de batterij/het kaartje
Schakel de camera uit voor u het klepje over de
batterij/het kaartje opent.
Schuif het vergrendelknopje voor
2
de batterij in de richting van de
LOCK-knop
pijl om de batterij te plaatsen.
Vergrendelknopje
Plaats de batterij zoals aangegeven, zodat de
C-markering naar het vergrendelknopje van de batterij gericht is. Beschadigingen aan de buitenzijde van de batterij (krassen, enz.) kunnen warmte of een ontploffi ng veroorzaken.
4
NL
voor batterij
1
Gebruik altijd SD/SDHC/SDXC/Eye-Fi/
FlashAir-kaartjes (met Draadloos LAN-functie) in deze camera. Plaats geen andere soorten geheugenkaartjes in het toestel. “Het kaartje gebruiken“ (Blz. 79)
● Raak de metalen onderdelen van het kaartje niet direct aan.
Het kaartje verwijderen
21
Druk het kaartje in tot u een klik hoort en het kaartje uitspringt, neem het kaartje dan uit de camera.
Voer stap 1, 2 en 3 uit om het
De camera aansluiten
4
11
De camera aansluiten
Klepje over de connector
Vergrendeling klepje
1
over de connector
2
2
LOCK-knop
3
Zorg ervoor dat het klepje van de batterij/het
kaartje gesloten en vergrendeld is wanneer u de camera gebruikt.
De batterij opladen
Sluit de USB-aansluitkabel en de USB-lichtnetadapter aan op de camera en laat de batterij opladen.
Om de batterij in het buitenland op te laden, zie “Uw laadapparaat en USB-lichtnetadapter in het buitenland gebruiken“ (Blz. 79).
● Bij levering is de batterij niet volledig geladen. Voor u de camera gebruikt, dient u de batterij op te laden tot het indicatorlampje uitgaat (maximaal 4 uur).
Indicatorlampje Aan: laden bezig Uit: geladen
Stopcontact
Multiconnector
USB-kabel (meegeleverd)
NL
5
Wanneer moeten de batterijen worden opgeladen
Wanneer moeten de batterijen worden opgeladen
Laad de batterij op als de volgende foutmelding verschijnt.
Foutmelding
Battery Empty
Knippert rood
Gebruik nooit een andere kabel dan de
meegeleverde of door Olympus voorgeschreven USB-kabel. Dit zou rook of brand kunnen veroorzaken.
De meegeleverde F-2AC USB-lichtnetadapter
(hierna de USB-lichtnetadapter genoemd) is afhankelijk van de regio waar u de camera heeft gekocht. Als u een USB-lichtnetadapter met rechtstreekse stekker heeft ontvangen, steekt u deze rechtstreeks in het stopcontact.
De meegeleverde USB-lichtnetadapter is
bedoeld om op te laden en weer te geven. Maak geen opnames terwijl de USB-lichtnetadapter aangesloten is op de camera.
Vergeet niet de stekker van de USB-lichtnetadapter
uit het stopcontact te halen wanneer het opladen voltooid is of de weergave eindigt.
Voor meer gegevens over de batterij verwijzen
we naar “Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen“ (Blz. 98). Voor meer gegevens over de USB-lichtnetadapter verwijzen we naar “USB­lichtnetadapter“ (Blz. 99).
6
NL
● Als het indicatorlampje niet oplicht, moet u de aansluiting van de USB-kabel en de USB­lichtnetadapter controleren.
● De batterij in de camera kan worden geladen terwijl de camera via USB aangesloten is op de computer. De laadtijd is afhankelijk van de prestaties van de computer. (In sommige gevallen kan het ongeveer 10 uur duren om de batterij op te laden.)
De camera inschakelen en voor het eerst instellen
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, verschijnt er een scherm waarin u de taal voor de menu's en berichten op de monitor kunt instellen, alsook de datum en de tijd. Om de geselecteerde datum en tijd te wijzigen, zie “Datum en tijd instellen d [X]“ (Blz. 49).
Druk op de knop n om de
1
camera in te schakelen, druk vervolgens op FGHI op de pendelknop om uw taal te selecteren en druk op de knop A.
Druk op FG op de pendelknop
2
om het jaar te selecteren bij [Y].
Druk op I op de pendelknop om
3
de instelling voor [Y] op te slaan.
X
YMDTime
2013
-- --
Instelscherm datum en tijd
X
Y M D Time
2013
-- --
Back
:..
Y/M/D
--
--
Back
:..
Y/M/D
--
--
MENU
MENU
Zoals in stappen 2 en 3 drukt
4
u op FGHI op de pendelknop om [M] (maand), [D] (dag), [Time] (uren en minuten) en [Y/M/D] (volgorde datum) in te stellen, en drukt u vervolgens op A.
Voor een nauwkeurigere instelling drukt u op
de knop A als het tijdsignaal 00 seconden aangeeft.
Druk op HI op de pendelknop
5
om de tijdzone te selecteren en druk vervolgens op de knop A.
● Gebruik FG om de zomertijd ([Summer])
in of uit te schakelen.
’13.02.26 12:30 Back
Seoul Tokyo
MENU
Summer
NL
7
Voor gps wordt gebruikt
A-GPS-gegevens bijwerken
Gps gebruiken
De gps-functie (Global Positioning System) van de camera bepaalt uw positie (breedte- en lengtegraad) en slaat deze informatie op bij foto's die met de camera worden gemaakt. De camera maakt gebruik van bijkomende orbitale gegevens (assisted GPS of A-GPS) voor een betere signaalregistratie. A-GPS-gegevens moeten om de 14 dagen worden bijgewerkt. Voor u gps gebruikt, dient u de cameraklok in te stellen op de correcte datum en tijd. (Blz. 49)
A-GPS-gegevens bijwerken
Installeer de updatesoftware
1
(OLYMPUS A-GPS Utility).
● Download de updatesoftware van de volgende website en installeer deze op uw computer. http://sdl.olympus-imaging.com/agps/ De updatesoftware kan ook worden geïnstalleerd vanaf de meegeleverde pc-software.
Sluit de camera aan op
2
de computer en start de updatesoftware. “De camera aansluiten“ (Blz. 56)
● Als de software gestart is, volgt u de instructies op het scherm.
Gps gebruiken
Selecteer [On] voor [GPS
1
Settings] > [GPS] in de tab d (Instellingenmenu 3). (Blz. 55)
● Als de camera de positie heeft bepaald, verschijnen = en locatiecoördinaten op het scherm.
PP
GPS
44
N
ORM
Knippert: gps-signaal wordt gezocht
>
Licht op: gps-signaal wordt ontvangen
=
● De camera kan enkele minuten nodig hebben om de positie te bepalen nadat de camera gedurende een bepaald tijd niet werd gebruikt. Als het pictogram na meerdere minuten nog steeds knippert, heeft de camera waarschijnlijk problemen om een signaal te detecteren. Ga naar een open omgeving buitenshuis of verander van locatie.
0.00.0
WB
AUTOWBAUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
12M
4:3
0:340:34
8
NL
Druk op de knop INFO in het
2
opnamescherm.
● De weergaven veranderen in de volgorde Normaal Gedetailleerd Geen info Meetpositie telkens wanneer u op F (INFO) drukt.
● Nabijgelegen oriëntatiepunten in de gps-databank worden weergegeven.
MENU
---------
1 2
3
Updated 1 min ago
4
1 Naam oriëntatiepunt 2 Positie-informatie
oriëntatiepunt
3 Elektronisch
kompas
4 Updatestatus 5 GPS-volgen actief
HI
A
● In bepaalde landen of regio's kan het gebruik van
● Schakel gps uit wanneer u zich aan boord van een
● Het aanbieden van A-GPS-gegevens kan zonder
Selecteer een oriëntatiepunt.
Werk gps-gegevens bij.
gps-toestellen onderworpen zijn aan regels. Volg alle lokale regels.
vliegtuig bevindt of op andere plaatsen waar het gebruik van gps-toestellen verboden is.
voorafgaande kennisgeving worden beëindigd.
Back
LOG
Latitude/Longitude
N123°56' 78'' E123°56' 78''
Barometer
877hpa
Altitude/Water Depth
1200m
2013/02/26
12:30
OK
Update GPS
6 Breedtegraad 7 Lengtegraad
8 Atmosferische/
Hydraulische druk
9 Hoogte/
waterdiepte
0 Huidige datum
en tijd
● Positiegegevens kunnen onbeschikbaar zijn of fouten vertonen op de volgende locaties:
● Locaties zonder duidelijk zicht op de lucht (binnenshuis, onder de grond of onder water, of nabij bomen of hoge gebouwen)
● Locaties die blootstaan aan sterke magnetische of radio-interferentie (nabij hoogspanningslijnen, magneten, elektronische apparaten of mobiele telefoons die in de 1,5 GHz-band werken)
● Het kan langer duren om gps-gegevens te
5
verkrijgen of gps-gegevens zijn niet beschikbaar
6 7
op bepaalde locaties of op bepaalde tijdstippen.
8
● Dek de gps-antenne niet af met uw handen of
9
metalen voorwerpen.
0
● Als de batterij bijna leeg is, kan de camera geen gps-gegevens verkrijgen terwijl de camera uitschakelt.
● De camera is niet voorzien voor gps-navigatie.
● Wanneer [Track] op [On] staat, blijft de gps- ontvanger stroom van de batterij halen, zelfs als de camera uitgeschakeld is.
● Gps-gegevens worden niet opgenomen bij videobeelden.
● Druk op de knop INFO terwijl de camera uitgeschakeld is. De huidige tijd en de opnamelocatie worden gedurende ongeveer 30 seconden weergegeven.
NL
9
Leren werken met de camera
● Druk op de knop n om de camera in te schakelen en naar de stand-bystand te gaan. (Druk opnieuw op de knop n om de camera uit te schakelen.)
● Selecteer de fotografeerstand en druk de ontspanknop in om een stilstaand beeld vast te leggen.
● Om videobeelden op te nemen, drukt u op de knop R.
● Stel de fotografeerfuncties in met behulp van het functiemenu of het instelmenu.
● Om beelden te bekijken, drukt u op de knop q
om over te schakelen naar de weergavestand.
● Om terug te keren naar de stand-bystand, drukt u opnieuw op de knop q, of u drukt de ontspanknop half in en laat die daarna los.
● Houd de knop q ingedrukt wanneer de camera
uitgeschakeld is om de camera op te starten in weergavestand.
● Wanneer u in dit geval nogmaals op de knop q drukt, gaat de camera in stand-bystand.
Stilstaande beelden opnemen
Druk op de knop n om
1
de camera in te schakelen.
Selecteer de fotografeerstand.
2
(Blz. 14)
Houd de camera goed vast
3
en kadreer de foto.
Zorg ervoor dat u de fl itser, de microfoon of
andere belangrijke delen niet afdekt met uw vingers enz. wanneer u de camera vasthoudt.
Let op dat het fl itservenster niet wordt
blootgesteld aan vingerafdrukken of vuil.
Houd de knop A ingedrukt om de monitor
helderder te maken wanneer u het beeld op de monitor moeilijk kunt zien. De monitor keert terug naar de standaardhelderheid als gedurende 10 seconden geen handelingen worden uitgevoerd.
10
NL
Druk de ontspanknop half in om
4
scherp te stellen.
Autofocusteken
Half
indrukken
● De camera kan niet scherpstellen als het autofocusteken rood knippert. Probeer opnieuw scherp te stellen.
Om de foto te maken drukt u de
5
PP
Sluitertijd Diafragma-
F2.0F2.01/4001/400
waarde
ontspanknop voorzichtig volledig in zonder de camera te bewegen.
Half
indrukken
Helemaal indrukken
Gebruik van de zoomfunctie
Met de zoomknoppen kunt u het opnamebereik aanpassen.
W-kant T-kant
Resolutie Zoombalk
12M
Overige
*1
Voor Superresolutiezoom raadpleegt
u [Super-Res Zoom] (Blz. 36).
*2
Door de betere verwerking van de pixels neemt
de beeldkwaliteit niet af. De vergrotingsfactor is afhankelijk van de resolutie-instelling.
Optische zoom
Superresolutiezoom*1
*2
NL
11
Gebruik van de fl itser
De zelfontspanner annuleren nadat hij werd gestart
De fl itserfuncties kunnen worden gekozen overeenkomstig de lichtomstandigheden.
Druk op I.
1
Gebruik HI om de optie te
2
selecteren en druk op de knop A om in te stellen.
Optie Beschrijving
Flash Auto
Redeye
Fill In
Flash Off De fl itser ontsteekt niet.
LED On
Afstands­bediening
Slave
12
NL
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de fl itser automatisch.
Inleidende fl itsen worden gebruikt om rode ogen in uw foto's te voorkomen.
De fl itser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht.
De LED schakelt in wanneer een foto wordt genomen. Dit is handig om close-upfoto's te nemen.
Voor meer informatie raadpleegt u “Fotograferen met het draadloze Olympus RC-fl itssysteem“ (Blz. 82).
Flash Auto
Gebruik van de zelfontspanner
Nadat de ontspanknop volledig werd ingedrukt, wordt de foto met een korte vertraging genomen.
Druk op G.
1
0.00.0
WB
AUTOWBAUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
12
M
4:3
MENUMENU
Gebruik HI om de optie te
2
selecteren en druk op de knop A om in te stellen.
Optie Beschrijving
Y
Off
Y
12 sec.
Y
2 sec.
; Release
*1
[Auto Release] wordt alleen weergegeven wanneer
de stand s ingesteld is op [U] of [t].
De zelfontspanner annuleren nadat hij werd gestart
Druk op de knop m.
De zelfontspanner is gedeactiveerd.
De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu, knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
De zelfontspanner-LED knippert ongeveer 2 seconden, waarna de foto wordt gemaakt.
Wanneer uw huisdier (kat of hond) zijn kop draait in de richting van de
Auto
camera, wordt zijn gezicht herkend
*1
en wordt er automatisch een foto gemaakt.
Y
Off
1212
22
0.00.0
WB AUTOWBAUTO ISO
ISO AUTO
AUTO
12
M
4:3
MENUMENU
Weergave fotografeerscherm
Een histogram lezen
Overschakelen tussen weergaven
21 3
PP
30
29 28
877hPa877hPa 1200m1200m
27 26 25
zz
GPS
DATE
44
ORM
N
2022232421 141819 1617
F2.0F2.01/1001/100
3233
31
Wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt
Nr. Naam
1 Stand Fotograferen 2 Landmark 3 Flitser 4 Zelfontspanner
Belichtingscorrectie
5 6 Witbalans 7 ISO-gevoeligheid 8 Sluiterfunctie
Resolutie (stilstaande beelden)
9 10 Aspect 11 Metering – 12 Wereldtijd
Geluid opnemen met
13
onderdrukking van ruis/
windgeluid 14 Resolutie (videobeelden) 15 Video-opnametijd 16 Video-opnamepictogram
0.00.0
WB AUTOWBAUTO ISO
ISO AUTO
AUTO
12
M
4:3
0:340:34
15
13
Nor-
Gede-
maal
tailleerd
RR RR RR RRR RR RR RR RR RR RR
R R
RR
RR RR RR
Een histogram lezen
4 5 6 7 8 9 10 11 12
Als de piek het beeld te veel vult, is het beeld vooral wit.
Als de piek het beeld te veel vult, is het beeld vooral zwart.
Het groene gedeelte toont de verdeling van de luminescentie in het centrum van het scherm.
Overschakelen tussen weergaven
De weergaven veranderen in de volgorde Normaal Gedetailleerd Geen info Meetpositie telkens wanneer u op F (INFO) drukt.
Geen
17 Beeldstabilisatie
info
18 Gps-pictogram
19 Richtingsinformatie
20 Voorzetlens
21 Datumstempel 22 Compressiefactor
– – – – – – – –
– – –
Aantal stilstaande beelden
23
dat kan worden opgeslagen 24 Actueel geheugen 25 Batterijcontrole 26 Histogram
Atmosferische/ 27
Hydraulische druk 28 Hoogte/waterdiepte – 29 Rastergids – 30 Autofocusteken 31 Diafragmawaarde 32 Sluitertijd 33 Waarschuwing cameratrilling
R
R
R
R R
NL
– – – – –
– –
– –
– –
13
RR RR RR RR RR
RR
RR RR
RRR RRR RRR RRR
De stand Fotograferen selecteren
De standaardinstellingen van de functie zijn aangegeven in .
Stand Fotograferen Substand
P (stand P)
M (stand M) a (stand Supermacro)
s (stand s)
A (stand A)
P (stand P)
C1, C2 (stand Custom)
● “Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand“ (Blz. 73), “Lijst van s-instellingen“ (Blz. 74), “Lijst
van P-instellingen“ (Blz. 77)
● In bepaalde opnamestanden kan de camera enkele ogenblikken nodig hebben voor de beeldverwerking nadat een foto werd gemaakt.
Filter Effect Off/1 Pop Art/2 Pin Hole/3 Fish Eye/4 Soft Focus/5 Punk/ 6 Sparkle/7 Watercolor/8 Refl ection/9 Miniature/0 Fragmented/a Dramatic
B Portrait
/V Beauty/
G Night Scene/M Night+Portrait/C Sport/N Indoor/R Self Portrait/ S
Sunset/X Fireworks/V Cuisine/d Documents/q Beach & Snow/
M Snapshot/k Wide1/l Wide2/H Macro/U Pet Mode – Cat/ t Pet Mode – Dog/a Snow/~ Panorama/h Backlight HDR
Pop Art/Pin Hole/Fish Eye/Soft Focus/Punk/Sparkle/Watercolor/Refl ection/ Miniature/Fragmented/Dramatic
F Landscape/i Hand-Held Starlight/
14
NL
Gebruik de functieknop om
Om een substand te selecteren
1
de opnamestand te selecteren.
In s of P drukt u op H op de pendelknop
voor het functiemenu, druk dan op HI op de pendelknop voor het submenu, en druk tenslotte op de knop A.
ORM
N
44
Om een substand te selecteren
Portrait
ORM
N
44
Pictogram dat de ingestelde substand aangeeft
Leren werken met de fotografeerstanden
P (stand P)
De camera selecteert de juiste diafragmawaarde en sluitertijd voor het
12M12
onderwerp. Indien gewenst, kunnen ook
4:3
wijzigingen worden aangebracht aan verschillende fotografeerinstellingen
0:340:34
zoals belichtingscorrectie.
M (stand M)
De camera selecteert automatisch
12
M
de optimale fotostand voor de
4:3
scène. De opnameomstandigheden worden bepaald door de camera en
MENUMENU
de instellingen kunnen niet worden gewijzigd, met uitzondering van bepaalde functies.
12M12
4:3
a (stand Supermacro)
Beelden kunnen worden gemaakt
0:340:34
tot op een afstand van 1 cm van het onderwerp.
● U kunt op de knop A drukken om de
scherpstelafstand vast te zetten (AF-vergrendeling). Druk nogmaals op de knop A om de AF-vergrendeling te annuleren.
NL
15
s (
Foto's maken met de instelling
(Beauty)
Beauty Fix
stand
s)
U kunt steeds de beste stand gebruiken voor het onderwerp en de scène. De beste fotografeerinstellingen voor diverse scènes zijn voorgeprogrammeerd als substanden. Opgelet: in bepaalde standen kunnen functies beperkt zijn.
Bekijk de beschrijvingen in het scherm voor substandselectie en selecteer de gewenste substand.
Foto's maken met de instelling VV
1 Selecteer [V Beauty]. 2 Druk op G om naar het submenu te gaan.
Recommended
3 Gebruik HI om de retoucheerinstelling te
selecteren en druk op de knop Q om in te stellen.
(Beauty)
N
ORM
44
Retoucheerinstelling
3
4:3
MENUMENU
3
4:3
0:340:34
4 Richt de camera op het onderwerp. Controleer het
kader dat rond het door de camera gedetecteerde gezicht verschijnt en druk op de ontspanknop om de foto te maken.
5 Om het beeld op te slaan, selecteert u [OK] in
het scherm voor beeldcontrole en drukt u op de knop Q. Om het beeld verder te retoucheren, selecteert u [Beauty Fix].
MENU
Back
Beauty Fix
1 Gebruik FGHI om een retoucheeritem
te selecteren en druk op de knop Q.
Eye Color Back
M
Off
2 Bekijk de geretoucheerde effecten in het scherm
voor beeldcontrole en druk vervolgens op de knop Q om het retoucheerproces te starten en op te slaan.
● De instellingen voor Beauty Fix kunnen worden geregistreerd.
M
● Afhankelijk van de foto is het mogelijk dat het bewerken niet effi ciënt verloopt.
OK
Beauty Fix
MENU
16
NL
Onderwaterfoto's nemen
De scherpstelafstand vergrendelen voor onderwateropnames (AF-vergrendeling)
Panoramafoto's maken ([
Panorama])
Onderwaterfoto's nemen
De substand [M Snapshot], [k Wide1], [l Wide2]*1, [H Macro] wordt aanbevolen voor onderwateropnamen.
*1
In de stand [l Wide2] wordt de scherpstelafstand automatisch vastgezet op ongeveer 5,0 m.
De scherpstelafstand vergrendelen voor onderwateropnames (AF-vergrendeling)
In de substand [M Snapshot], [k Wide1] of [H Macro] kunt u op de knop A drukken om de scherpstelafstand vast te zetten (AF-vergrendeling).
Druk nogmaals op de knop A om de AF-vergrendeling te annuleren.
vergrendeling
Teken AF-
AF LOCKAF LOCK
ORM
N
44
0:340:34
Panoramafoto's maken ([~~
1 Selecteer [p Panorama]. 2 Druk op G om naar het submenu te gaan. 3 Gebruik HI om [Auto], [Manual] of [PC] te
selecteren en druk vervolgens op de knop A om in te stellen.
Submenu Toepassing
Panoramabeelden worden
Auto
Manual
0.00.0
12
M
4:3
PC
● Beweeg de camera alsof hij rond een verticale as door het midden van de lens draait om betere panoramabeelden te maken.
automatisch gecombineerd door de camera gewoon in de opnamerichting te zwenken.
De camera maakt drie beelden en combineert ze. De gebruiker kadreert de foto's met behulp van het hulpkader en ontspant de sluiter handmatig.
De gemaakte beelden worden tot een panoramabeeld gecombineerd met behulp van de pc-software.
Panorama])
NL
17
Foto's maken met [Auto]
Fotograferen met [Manual]
Foto's maken met [Auto]
1 Druk op de ontspanknop om het eerste beeld
te maken.
2 Verplaats de camera lichtjes in de richting van
het tweede beeld.
Focusteken
Aanwijzer
3 Verplaats de camera langzaam zodat de
aanwijzer en het focusteken over elkaar liggen. De camera ontspant de sluiter automatisch wanneer de aanwijzer en het focusteken over elkaar liggen.
● Om slechts twee beelden te combineren, drukt
u op de knop A.
4 Herhaal stap 3 om een derde foto te maken.
De camera combineert de beelden automatisch tot één enkel panoramabeeld.
● Om de panoramafunctie te annuleren, drukt u op
de knop m.
● Als de sluiter niet automatisch ontspant, probeert u [Manual] of [PC].
Cancel
MENU OK
Scherm wanneer beelden van links
naar rechts worden gecombineerd
Save
Fotograferen met [Manual]
1 Gebruik FGHI om op te geven aan
welke kant het volgende beeld moet worden aangesloten.
AUTOAUTO
Richting voor het combineren van beelden
2 Druk op de ontspanknop om het eerste beeld te
maken.
3 Kadreer de volgende opname zo dat de rand van
het eerste frame, dat vaag op het scherm wordt weergegeven, het onderwerp van het tweede frame overlapt, en druk op de ontspanknop.
● Om slechts twee beelden te combineren, drukt
u op de knop A.
4 Herhaal stap 3 om een derde foto te maken.
De camera combineert de beelden automatisch tot één enkel panoramabeeld.
MANUALMANUAL
18
NL
Foto's maken met [PC]
Foto's maken met [PC]
1 Gebruik FGHI om de richting te selecteren
waarin de beelden worden gecombineerd.
2 Druk op de ontspanknop om het eerste beeld te
maken. De rand van het eerste frame wordt vaag weergegeven op het scherm.
3 Kadreer de volgende opname zo dat de rand van
het eerste frame, dat vaag op het scherm wordt weergegeven, het onderwerp van het tweede frame overlapt, en druk op de ontspanknop.
4 Herhaal stap 3 tot u het gewenste aantal beelden
hebt genomen, en druk op de knop A of op de knop m als u klaar bent. U kunt panoramabeelden maken voor maximaal 10 beelden.
De beelden worden door de pc-software gecombineerd tot één enkel panoramabeeld.
● Voor informatie over de installatie van de pc- software raadpleegt u (Blz. 56). Verder kunt u ook de Helpfunctie van de pc-software raadplegen voor meer informatie over hoe u panoramabeelden maakt.
A (stand A)
Wanneer een diafragmawaarde wordt ingesteld, stelt de camera automatisch de geschikte sluitertijd in. Nadat u op H heeft gedrukt, kunt u de diafragmawaarde wijzigen met FG.
P (stand P)
U kunt fotograferen met speciale effecten.
Bekijk de testbeelden in het scherm voor substandselectie en selecteer de gewenste substand.
De beste fotografeerinstellingen voor ieder effect zijn voorgeprogrammeerd. Daarom kunnen bepaalde functie­instellingen niet worden gewijzigd.
● Merk op dat bepaalde effecten niet toegepast kunnen worden op videobeelden.
C1, C2 (stand Custom)
In de stand C1 en C2 kunt u de opname-instellingen oproepen die u vooraf heeft opgeslagen.
NL
19
Beelden bekijken
Geluidsopnamen weergeven
Druk op de knop q.
1
Aantal beelden/
Totaal aantal beelden
4/30
4/30
Indexweergave en close-upweergave
Met indexweergave kunt u snel het gewenste beeld selecteren. Met close-upweergave (tot 10× vergroting) kunt u beelddetails controleren.
Druk op de zoomknoppen.
1
Weergegeven beeld
● Foto's die werden gemaakt met de stand V
of de stand voor repeterende opnamen worden als groep weergegeven. Druk op de knop T om het beeld in de groep weer te geven.
Gebruik HI om een beeld te
2
selecteren.
Toont het
vorige beeld
● Houd I ingedrukt om snel vooruit te gaan, en houd H ingedrukt om snel achteruit te gaan.
● Druk opnieuw op de knop q om terug te keren naar het fotografeerscherm.
Geluidsopnamen weergeven
Om geluid weer te geven dat bij een beeld werd opgenomen, selecteert u het beeld en drukt u op de knop A.
● Druk op FG om het volume aan te passen.
20
NL
Toont het volgende beeld
12:30’13/02/26’13/02/26 12:30
Enkel beeld Close-upweergave
4/30
4/30
W
12:30’13/02/26’13/02/26 12:30
T
WT
Indexweergave
’13/02/26’13/02/26 12:30
WT
Locatie*1 (regio)
MENU
BackLocation
W
T
*1
Locatie-informatie wordt weergegeven als deze
beschikbaar is.
12:30
’13/02/26’13/02/2 6 12:30
Locatie*1 (wereldkaart)
MENU
BackLocation
4/30
4/30
Een afbeelding in indexweergave selecteren
Een afbeelding in close-upweergave verschuiven
De weergave van panoramabeelden regelen
Een afbeelding in indexweergave selecteren
Gebruik FGHI om een beeld te selecteren, en druk op de knop A om het geselecteerde beeld weer te geven op het volledige scherm.
Een afbeelding in close-upweergave verschuiven
Gebruik FGHI om de weergavezone te verplaatsen.
Panoramabeelden weergeven
U kunt de weergave verschuiven van panoramabeelden die werden samengevoegd met [Auto] of [Manual].
Selecteer een panoramabeeld
1
tijdens de weergave.
OK
Druk op de knop A.
2
Replay
’13/02/ 26 12:30
Weergavezone
De weergave van panoramabeelden regelen
Weergave stoppen: druk op de knop m. Pauze: druk op de knop A. Bediening tijdens pauze
Druk op FGHI om het beeld te verschuiven in de richting van de ingedrukte knop.
Druk op de zoomknoppen om het beeld te vergroten/verkleinen.
Druk op de knop A om het schuiven te hernemen.
Gegroepeerde beelden weergeven
Met V of repeterende opnamen worden de gemaakte beelden tijdens de weergave als groep weergegeven.
T-kant
4/304/30
A-knop
Klapt uit.
• Selecteer het beeld en druk op
de knop A om de individuele beelden weer te geven.
• Gebruik HI om het vorige/
volgende beeld weer te geven.
Geeft weer/pauzeert de weergave.
NL
21
Scherm stand Weergave
5
5
Overschakelen tussen weergaven
● Normaal
5
23 64
1010
Stilstaand beeld
● Gedetailleerd
1 23 54
6 7
1010
● Geen informatie
Overschakelen tussen weergaven
De weergaven veranderen in de volgorde Normaal Gedetailleerd Geen info. telkens wanneer op F (INFO) wordt gedrukt.
877hpa MAGIC
ISO
ORM
N
3968 2976 100-0004
’13/02/26 12:30
98
4/304/30
2
12:30’13/02/26’13/02/26 12:30
24
9108
4/304/30
1200m
2.01/1000
F3.9
1
AUTOWB100
1413 151211
16 17 18
877hpa MAGIC 1/1000
F3.9
ISO
AUTOWB100
ORM
N
3968 2976 100-0004
’13/02/26 12:30
1200m
2.0
1
2
Nr.
1 Batterijcontrole 2 Eye-Fi over-
drachtgegevens
3 Beveiligen 4 Geluid toevoegen 5 Uploadorder 6 Printreservering/
aantal prints
7 Landmark 8 Actueel geheugen 9 Beeldnummer/
totaal aantal beelden
10 Richtingsinfor-
matie
11 Compressiefactor
19 20
12 Sluitertijd
21
13 Stand
22
Fotograferen
23 2425
14 Atmosferische/
Hydraulische druk
15 ISO-gevoeligheid 16 Diafragmawaarde 17 Hoogte/
waterdiepte
18 Histogram 19 Belichtingscor-
rectie
20 Opnamesubstand 21 Witbalans 22 Resolutie 23 Bestandsnaam 24 Opnamedatum
en -tijd
25 Gegroepeerde
beelden
Naam Normaal Gedetailleerd Geen info
R
RR
RR RR RR
RR
R
RR
RR
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
RR
– – –
– –
– –
– –
– – – –
RR R
22
NL
Beelden wissen tijdens afspelen
Videobeelden maken
Geef het beeld weer dat u wenst
1
te wissen en druk op G (D).
Erase
Druk op FG om [Erase] te
2
Erase
Cancel
Back
100-0004100-0004
selecteren en druk op de knop A.
● Gegroepeerde beelden worden als een groep gewist. Als u bepaalde beelden uit de gegroepeerde beelden wilt wissen, kunt u de groep uitvouwen en de beelden afzonderlijk wissen.
● U kunt meerdere beelden of alle beelden tegelijk wissen (Blz. 41).
MENU
4/304/30
Druk op de knop R om de
1
opname te starten.
RECREC
Brandt rood
tijdens opname
● De videobeelden worden opgenomen in de ingestelde opnamestand. Merk op dat de opnamestandeffecten mogelijk niet gerealiseerd worden in bepaalde opnamestanden.
● Er wordt ook geluid opgenomen.
● Wanneer u een camera met een CMOS- beeldsensor gebruikt, kunnen bewegende onderwerpen vervormd lijken wegens het rollend sluiterfenomeen. Dit is een fysiek fenomeen waarbij vervorming optreedt in het gefi lmde beeld wanneer een snel bewegend onderwerp wordt opgenomen of wanneer de camera trilt. Dit fenomeen wordt met name beter merkbaar wanneer een lange brandpuntsafstand wordt gebruikt.
Druk opnieuw op de knop R
2
RECREC
0:000:00
Opnametijd
Opnametijd (Blz. 81)
om de opname te stoppen.
0:00
0:00
0:340:34
0:340:34
NL
23
Videobeelden weergeven
Bedieningen terwijl de weergave gepauzeerd is
Afspelen van videobeelden stoppen
Selecteer een video en druk op de knop A.
4/30
4/30
Bedieningen terwijl de weergave gepauzeerd is
Movie PlayMovie Play
Weergave
pauzeren en
opnieuw starten
Snel vooruit
Achteruit gaan
Het volume aanpassen
24
NL
OK
’13/02/26 12:3012:30
’13/02/26
Druk op de knop A om de weergave te pauzeren. Tijdens pauze, snel vooruit of snel achteruit weergeven drukt u op de knop A om de weergave opnieuw te starten.
Druk op I om snel vooruit te gaan. Druk nogmaals op I om de snelheid te verhogen.
Druk op H om achteruit te gaan. Druk nogmaals op H om de terugspoelsnelheid te verhogen.
Gebruik FG om het volume aan te passen.
00:12/00:3400:12/00:34
Tijdens afspelenVideobeelden
Verstreken tijd/
Totale opnametijd
Snel
verspringen
Eén beeld
tegelijk vooruit
of achteruit
gaan
Weergave hernemen
Afspelen van videobeelden stoppen
Gebruik F om het eerste beeld weer te geven of druk op G om het laatste beeld weer te geven.
Druk op I of H om één beeld tegelijk vooruit of achteruit te gaan. Houd I of H ingedrukt om continu vooruit of achteruit te gaan.
Druk op de knop A om de weergave te hernemen.
00:14/00:3400:14/00:34
Tijdens pauze
Druk op de knop m.
● Om fi lms weer te geven op de computer, wordt de meegeleverde PC-software aanbevolen. Voor de PC-software voor het eerst wordt gebruikt, dient u de camera aan te sluiten op de computer en vervolgens de software te starten.
Menu-instellingen
Functiemenu
Voor meer informatie raadpleegt u “Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand“ (Blz. 73).
Functiemenu
Program Auto
Functiemenu
WB
AUTOWBAUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
12
MENUMENU
1 2
0.00.0
3 4 5 6
M
7
4:3
8
Instelmenu (Blz. 29)
1 Flitser 5 ISO-gevoeligheid 2 Zelfontspanner 6 Drive 3 Belichtingscorrectie 7 Resolutie 4 Witbalans 8 Aspect
Het functiemenu gebruiken
Druk op H op de pendelknop om
1
het functiemenu weer te geven.
Gebruik FG op de pendelknop
2
om de in te stellen functie te selecteren.
Gebruik HI op de pendelknop
3
om de instelwaarde te selecteren en druk vervolgens op de knop A om de instelling in te voeren.
Voorbeeld: Belichtingscorrectie
Exposure Comp.
± 0.0
11
22
11 22
00
WB
AUTOWBAUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
12
M
12
4:3
MENUMENU
25
NL
Flitser Stelt de werking van de fl itser in.
Flash Auto Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de fl itser automatisch.
_
Redeye Inleidende fl itsen worden gebruikt om rode ogen in uw foto's te voorkomen.
!
Fill In De fl itser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht.
#
Flash Off De fl itser ontsteekt niet.
$
LED On De LED schakelt in wanneer een foto wordt genomen. Dit is handig om close-
q
Afstandsbediening
#RC
Slave
#SLV
Zelfontspanner Stelt de tijd in die verloopt vanaf het indrukken van de ontspanknop tot
Y
b
Off
Y
c
12 sec.
Y
d
2 sec.
;
Auto Release Wanneer uw huisdier (kat of hond) zijn kop draait in de richting van de camera,
Belichtingscorrectie Compenseert de helderheid (juiste belichting) aangepast door de camera –2.0 tot +2.0 Value Een hogere negatieve (–) waarde instellen om donkerder bij te regelen, of een
upfoto's te nemen.
Voor meer informatie raadpleegt u “Fotograferen met het draadloze Olympus RC-fl itssysteem“ (Blz. 82).
de foto is genomen.
De zelfontspanner is gedeactiveerd.
De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu, knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
De zelfontspanner-LED knippert ongeveer 2 seconden, waarna de foto wordt gemaakt.
wordt zijn gezicht herkend en wordt er automatisch een foto gemaakt.
hogere positieve (+) waarde om helderder bij te regelen.
26
NL
Witbalans
WB Auto De camera stelt de witbalans automatisch in.
e
Sunny Geschikt voor buitenopnamen bij heldere lucht.
f
Cloudy Geschikt voor buitenopnamen bij bewolkte lucht.
g
Incandescent Geschikt voor fotograferen bij gloeilamplicht.
h
Fluorescent Geschikt om te fotograferen bij wit tl-licht.
Z
Underwater Geschikt voor onderwateropnames.
X
One Touch 1 Om de witbalans handmatig in te stellen volgens het licht tijdens het fotograferen.
Y
One Touch 2
ISO-gevoeligheid Stelt de ISO-gevoeligheid in.
l
m
Q tot P
Sluiterfunctie Stelt de repeterende fotografeerfunctie in.
o
j
c
d
Resolutie Stelt het aantal opnamepixels in.
5 4 3 7
ISO Auto De camera stelt de gevoeligheid automatisch in en geeft daarbij prioriteit aan de
High ISO Auto
Value Een kleinere waarde instellen om beeldruis te verminderen, of een grotere waarde
Single Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, wordt één beeld gemaakt.
Sequential Tot maximaal 100 beelden worden repeterend opgenomen terwijl u de ontspanknop
High-Speed1 De camera maakt repeterende opnamen met ongeveer 15 beelden/sec.
High-Speed2 De camera maakt repeterende opnamen met ongeveer 60 beelden/sec.
3968×2976 Geschikt voor het printen van foto's op A3-formaat. 3200×2400 Geschikt voor het printen van foto's tot A3-formaat. 1920×1440 Geschikt voor het printen van foto's tot A4-formaat. 640×480 Geschikt voor het gebruik van foto's in e-mails.
Stelt een aangepast kleurenschema in voor het licht van de te fotograferen scène.
Plaats een stuk wit papier of een ander wit voorwerp zodanig, dat het scherm volledig wordt gevuld en druk op de knop m om de witbalans in te stellen. Om de one­touch witbalans te registreren, zie “Witbalans met één knop registreren“ (Blz. 28).
beeldkwaliteit. De camera stelt de gevoeligheid automatisch in en geeft daarbij prioriteit aan
het beperken van onscherpte veroorzaakt door een bewegend voorwerp of een cameratrilling.
om onscherpte te verminderen.
ingedrukt houdt.
NL
27
Aspect Stelt de beeldverhouding horizontaal/verticaal van de beelden in.
Witbalans met één knop registreren
4:3
u
16:9
v
3:2
w
1:1
x
● In bepaalde opnamestanden kunnen bepaalde functies niet worden ingesteld. Zie “Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand“ (Blz. 73).
● Voorbeelden van resolutie bij een beeldverhouding 4:3.
Witbalans met één knop registreren
Selecteer [X One Touch 1] of [Y One Touch 2], richt de camera naar een stuk wit papier of een ander wit voorwerp en druk op de knop m.
● De camera ontspant de sluiter en de witbalans wordt geregistreerd. Indien de witbalans eerder al werd opgeslagen, worden de opgeslagen gegevens bijgewerkt.
● De opgeslagen witbalansgegevens worden niet gewist door de camera uit te zetten.
● Voer deze procedure uit bij het licht waarmee de foto's effectief zullen worden gemaakt.
● Wanneer de camera-instellingen worden gewijzigd, moet de witbalans opnieuw worden opgeslagen.
● Wanneer de witbalans niet kan worden geregistreerd, moet u controleren of het stuk wit papier het scherm wel degelijk volledig vult. Vervolgens voert u de procedure opnieuw uit.
Verander de beeldverhouding wanneer foto's worden gemaakt.
28
NL
Instelmenu
Instelmenu
Camera Menu 1 Back
ResetReset
9
Compression
0
Shadow Adjust
a
AF Mode
b c
Digital Zoom
d e
9 Cameramenu 1
Reset Compressiefactor Shadow Adjust AF Mode
z
n
ESP/ Digital Zoom Beeldstabilisator (stilstaande beelden)
0 Cameramenu 2
Accessory Settings AF Illuminat. Rec View Pic Orientation
z
Icon Guide Date Stamp Super-Res Zoom
a Menu Videobeelden
Resolutie IS Movie Mode R (Filmgeluid opnemen) Wind Noise Setting
A
Recording Volume
Normal
Auto
Face/iESP
MENU
b Menu Weergave
Slid eshow Edit
ESPESP/
Off OnImage Stabilizer
Blz. 31
Blz. 33
Blz. 37
Erase Print Order
q
R (Beveiligen) Upload Order FlashAir
c Instellingenmenu 1
Memory Format/Format Backup Eye-Fi Custom Mode Setup
d
USB Connection q Power On Sound Settings
d Instellingenmenu 2
File Name Pixel Mapping s (Monitor) Info Off
d
TV Out Power Save l (Taal)
e Instellingenmenu 3
X (Datum/tijd) World Time Beauty Settings
d
Tough Settings GPS Settings
Blz. 38
Blz. 43
Blz. 45
Blz. 49
NL
29
Het instelmenu gebruiken
Druk tijdens fotograferen of weergave op de knop m om het instelmenu weer te geven. Via het instelmenu krijgt u toegang tot een hele reeks camera-instellingen, zoals fotografeer- en
weergavefuncties, tijd- en datuminstellingen, en weergaveopties.
Gebruik FG om het gewenste
Normal
English
MENU
Auto
ESP
Off
OnImage Stabilizer
MENU
10sec
Off
3
submenu 1 te selecteren en druk vervolgens op de knop A.
English
MENU
10sec
Off
Settings Menu 2 Back
File Name
Pixel Mapping
Info Off
TV Out
Power SavePower Save
Settings Menu 2 Back
File Name Reset
Pixel Mapping
Info Off
TV Out
Power SavePower Save
Settings Menu 2 Back
File Name Reset
Pixel Mapping
Info Off
TV Out
Power SavePower Save
Gebruik FG om het gewenste
4
submenu 2 te selecteren en druk vervolgens op de knop A.
● Als u een instelling hebt geselecteerd, verschijnt Submenu 1 opnieuw.
● Er zijn eventueel nog andere bewerkingen mogelijk.
Druk op de knop m om
5
de instelling te voltooien.
Druk op de knop m.
1
● Het instelmenu verschijnt.
Druk op H om de paginatabs te
2
Camera Menu 1 Back
ResetReset
Compression
Shadow Adjust
AF Mode
ESP/ Digital Zoom
selecteren. Gebruik FG om de gewenste paginatab te selecteren en druk op I.
Paginatab
Settings Menu 2 Back
File Name Reset
Pixel Mapping
Info Off
TV Out
Power SavePower Save
English
MENU
10sec
Off
Submenu 1
Settings Menu 2 Back
File Name Reset
Pixel Mapping
Info Off
TV Out
Power SavePower Save
Face/iESP
Submenu 2
MENU
Off
On
MENU
10sec
On
English
30
NL
Loading...
+ 76 hidden pages