Olympus C-770 ULTRA ZOOM User Manual [nl]

DIGITALE CAMERA
C-770 Ultra Zoom
HANDLEIDING
Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange levensduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Bent u van plan belangrijke foto’s te gaan maken, bijvoorbeeld een
huwelijksrapportage, dan doet u er goed aan een aantal proefopnamen te maken, zodat u vertrouwd raakt met het gebruik van de camera.
In het belang van voortdurende verbeteringen van het product behoudt
Olympus zich het recht voor de in deze handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
Voor klanten in Noord en Zuid-Amerika
Voor klanten in de Ver. Staten van Noord-Amerika
Overeenstemmingsverklaring Typenummer : C-770 Ultra Zoom
Handelsnaam : OLYMPUS Verantwoordelijke partij : Olympus America Inc. Adres : 2 Corporate Center Drive, Melville, New York
Telefoon : 1-631-844-5000
Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen VOOR HUIS OF KANTOORGEBRUIK
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Het apparaat werd getest op de volgende aspecten: (1) Het apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen afgeven. (2) Het apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen
stoorsignalen, met inbegrip van stoorsignalen die aanleiding kunnen geven tot ongewenste werking.
RM-2 (Afstandbediening)
11747-3157 U.S.A.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat volgens Class B voldoet aan alle eisen zoals die zijn vastgelegd in de Canadian Interference Causing Equipment Regulations.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk "CE" garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de Europese Unie voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker. Camera’s voorzien van het waarmerk “CE” zijn bedoeld voor verkoop in Europa.
Handelsmerken
• IBM is een wettig gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
• Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
• De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File System / DCF”-normen.
2

Hoe u deze handleiding gebruikt

Deze handleiding bevat een inhoudsopgave, een index en menu’s met behulp waarvan u het onderwerp dat u wilt gebruiken of waarover u meer wilt weten gemakkelijk kunt terugvinden.
Gebruik van de inhoudsopgave g zie blz. 6
De inhoud geeft een overzicht van alle hoofdstukken in deze handleiding. Zo is er ook een hoofdstuk dat informatie bevat die u zeker moet lezen als u de camera voor het eerst gaat gebruiken, verder een hoofdstuk dat is gewijd aan de primaire fotofuncties, enzovoort.
Een voorbeeld....
Stel dat u een van de door u gefotografeerde beelden wilt bekijken
Daarvoor gaat u naar hoofdstuk 7 en zoekt daar de bladzijde met de titel "Stilstaande beelden weergeven … 124" op.
Gebruik van de index g zie blz. 242
De index is een in alfabetische volgorde gerangschikt overzicht van camerafuncties, onderdelen en in deze handleiding gebruikte uitdrukkingen. Treft u in de handleiding een woord aan dat u niet begrijpt of zoekt u een bepaald begrip, dan kunt u in de index de pagina(‘s) vinden waar die worden behandeld.
Een voorbeeld....
Stel u wilt iets meer weten over ESP-lichtmeting
Daarvoor gaat u naar de index, achterin de handleiding en zoekt u onder de “E” en vindt daar: “ESP…85, 219".
Gebruik van het menuoverzicht g zie blz. 236
De cameramenu’s hebben een waaiervormige structuur waarin vertakkingen naar de beschikbare functies en instelmogelijkheden verwijzen. Daarvoor zoekt u het gewenste menu op en vindt dan het paginanummer waar de betreffende functie beschreven is.
3
Hoe u deze handleiding gebruikt
Een voorbeeld....
Stel u wilt weten wat voor instellingen u voor de WB (witbalans) kunt kiezen
Daarvoor zoekt u dan in de menu’s de functie WB op en vindt daar achter het nummer van de pagina waar dit beschreven staat.
Onderstaande voorbeeldpagina laat zien hoe u de aanwijzingen in deze handleiding moet lezen. U doet er goed aan, voordat u gaat fotograferen of uw foto’s gaat bekijken, dit voorbeeld aandachtig door te lezen. Zie de voorbeeldpagina voor details van de wijze waarop u de cameraschakelaar of de menu's gebuikt.
1
Zet de cameraschakelaar op een van deze pictogrammen.
g
“Camera in– en uitschakelen” (zie blz. 25)
2
Heeft u de in stap 1 de cameraschakelaar in de stand K (Fotograferen) gezet, dan moet u de functieknop op een van deze pictogrammen zetten.
g
“Fotofuncties” (zie blz. 48)
De bijbehorende afbeelding laat zien welke knoppen u voor het uitvoeren van de betreffende functie nodig heeft, en waar die zich bevinden.
3 Voor het uitvoeren van de verschillende menubewerkingen volgt u de
aanwijzingen van de pijlen. g“Hoe u de menu’s gebruikt” (zie blz. 35)
Deze voorbeeldpagina dient uitsluitend ter informatie en kan verschillen van de feitelijke pagina’s in deze handleiding.
4

De samenstelling van deze handleiding

Inleiding tot de functies van de camera
Fotograferen in zijn eenvoudigste vorm
Geavanceerd fotofuncties
Hiermee maakt u die specifieke opname door uiteenlopende effecten toe te passen of door fijnregelen van de instellingen.
Voor het weergeven en bewerken van beelden
Instellingen die de bediening van de camera vereenvoudigen
Beelden printen
Storingen opheffen en andere informatie
Inhoudsopgave
De verschillende onderdelen
Voordat u gaat fotograferen
Gebruik van de menu’s
Fotograferen
Flitsen
Geavanceerde fototechnieken
Instellen van beeldkwaliteit en belichting
Beelden weergeven
Handige functies
Printen instellen (DPOF)
Direct printen – PictBridge
Diverse
Overzicht van de menu’s
Index
Blz. 6
Blz. 12
Blz. 18
Blz. 34
Blz. 48
Blz. 63
Blz. 75
Blz. 111
Blz. 131
Blz. 158
Blz. 186
Blz. 197
Blz. 213
Blz. 236
Blz. 242
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
5

Inhoudsopgave

Hoe u deze handleiding gebruikt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
De samenstelling van deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
De verschillende onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Indicaties in de zoeker en de monitor . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Geheugenindicator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Batterijcontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
1 Voordat u gaat fotograferen 18
Bevestigen van de camerariem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Iets over de batterij en het kaartje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Opladen van de batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Iets over het kaartje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Batterij en kaartje in de camera zetten en eruit halen. . . . 21
Gebruik van de lichtnetadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Camera in– en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Inschakel/Uitschakel beeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Als de camera het kaartje niet herkent (controle van het
Taal instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Datum en tijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Zoekeroculair aanpassen aan uw gezichtsvermogen . . . . . . . 32
Vasthouden van de camera. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
2 Gebruik van de menu’s 34
kaartje) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Soorten menu’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Hoe u de menu’s gebruikt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Snelmenu’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Functiemenu’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
3 Fotograferen 48
Fotofuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
6
Inhoudsopgave
Stilstaande beelden fotograferen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Als het niet lukt de camera goed scherp te stellen . . . . . . . . . 55
Gebruik van het autofocusgeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Onderwerpen waarop de camera zich moeilijk kan
Video-opnamen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Zoomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Optisch zoomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Gebruik van de superzoomfunctie – SUPER ZOOM . . . . 61
Gebruik van de digitale zoomfunctie – DIGITAL ZOOM . . 62
schepstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
4 Flitsen 63
Gebruik van de flitser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Flitsen met lange synchronisatietijd . . . . . . . . . . . . . . 69
Doseren van de lichtopbrengst van de flitser . . . . . . . . . . 70
Externe flitsers (optioneel). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Gebruik van een externe flitser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Gebruik van de in de handel verkrijgbare externe flitsers . 73
Geschikte, in de handel verkrijgbare externe flitsers. . . . . 74
5 Geavanceerde fototechnieken 75
A/S/M functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Diafragmavoorkeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Sluitertijdvoorkeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Handinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Gebruik van My Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Scherpstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Wijzigen van het scherpstelfunctie – AF-MODE . . . . . . . . 80
Continu AF – Een betrouwbare tijdbesparende manier van
scherpstellen – FULLTIME AF. . . . . . . . . . . . . . 81
Plaats van het AF-teken wijzigen – AF AREA. . . . . . . . . . 82
Vasthouden van de gemeten scherpstelling – AF LOCK . 83
Met de hand scherpstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
7
Inhoudsopgave
Lichtmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Spotmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Multimeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Vasthouden van de gemeten belichting – AE LOCK . . 90
Macro-opnamen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
Supermacro-opnamen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Fotograferen met de zelfontspanner . . . . . . . . . . . . . . . . 94
Fotograferen met de afstandbediening . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Repeterende opnamen – . . . . . . . . 97
Repeterende opnamen, zeer snelle repeterende opnamen,
en repeterende opnamen met autofocus
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Automatische proefbelichting . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
Panoramaopnamen maken – PANORAMA. . . . . . . . . . . . . . 101
2 IN 1 beelden fotograferen – . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
Foto’s van speciale beeldeffecten voorzien – FUNCTION . . 106
Geluid opnemen bij stilstaande beelden . . . . . . . . . . . . . 108
Geluid opnemen bij videobeelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
Gebruik van de in de handel verkrijgbare externe
microfoons. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
6
Instellen van beeldkwaliteit en belichting
Beeldkwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
Beeldkwaliteit voor stilstaande beelden . . . . . . . . . . . . . 111
Beeldkwaliteit voor video. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Selecteren van de beeldkwaliteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
ISO-equivalente gevoeligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
Belichtingscorrectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
Witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Automatische witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Vooringestelde witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
Aangepaste witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
Corrigeren van de witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
Beeldscherpte – SHARPNESS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
111
8
Inhoudsopgave
Beeldcontrast – CONTRAST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Kleurdiepte – SATURATION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
Ruisonderdrukking – NOISE REDUCTION . . . . . . . . . . 126
Flakker verminderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
Histogramweergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
7 Beelden weergeven 131
Stilstaande beelden weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Snelweergave – QUICK VIEW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132
Gezoomd weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Indexweergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
Aantal getoonde beelden instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Diashow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Videobeelden weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Videobeelden bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Samenstellen van een index – INDEX . . . . . . . . . . . . . . 142
Bewerken van videobeelden – EDIT. . . . . . . . . . . . . . . . 143
Beelden weergeven op een TV-ontvanger . . . . . . . . . . . . . . 146
Beelden draaien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Geluid opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Stilstaande beelden bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
Resolutie wijzigen – RESIZING . . . . . . . . . . . . . . . . 151
Uitsneden maken – TRIMMING . . . . . . . . . . . . . . . 152
Beelden beveiligen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
Weergeven van uitsluitend beveiligde beelden – SWITCH
FRAME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Beelden wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Een enkel beeld wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Alle beelden wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
8 Handige functies 158
Opslaan van camera instellingen – ALL RESET . . . . . . . . . . 158
Voorkeurfunctieknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
9
Inhoudsopgave
Instellen van de voorkeurfunctieknop . . . . . . . . . . . . . . . 161
Gebruik van de voorkeurfunctieknop . . . . . . . . . . . . . . . 162
Snelmenu – SHORTCUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163
Instellen van het snelmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164
Gebruik van het snelmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Voorkeurfunctie instellen – MY MODE SETUP . . . . . . . 166
Formatteren van kaartjes – CARD SETUP . . . . . . . . . . . 169
Informatieweergave in de monitor – . . . . . . . . . . . . . 171
Helderheid van de monitor/zoeker instellen . . . . . . . . . 173
Controlebeeld weergeven – REC VIEW . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Wachttijd sluimerfunctie – SLEEP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
Instellen van het akoestisch signaal – BEEP . . . . . . . . . 176
Instellen van het sluitergeluid – SHUTTER SOUND . . . . . . . 177
Volume instellen – VOLUME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
Inschakel/Uitschakel beeld en geluid instellen – PW ON/OFF
SETUP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Inschakel/Uitschakel beeld registreren – SCREEN SETUP . 180
Bestandsnaam toekennen – FILE NAME . . . . . . . . . . . . . . . 182
Beeldbewerkingfuncties controleren – PIXEL MAPPING . . . 183
Instellen van de maateenheid – . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Instellen van het soort video-uitgangssignaal – VIDEO OUT
. . 185
9 Printen instellen (DPOF) 186
Print mogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
Alle beelden reserveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
Een enkel beeld reserveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
Uitsnede maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Annuleren van printreserveringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
10 Direct printen – PictBridge 197
Gebruik van de functie voor het rechtstreeks printen
van beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
Aansluiten van de camera op een printer . . . . . . . . . . . . . . . 198
10
Inhoudsopgave
Beelden printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
De eenvoudigste manier om een beeld te printen . . . . . 200
De functies PRINT en MULTI PRINT . . . . . . . . . . . . . . . 202
De functie ALL PRINT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206
De functies ALL INDEX en PRINT ORDER . . . . . . . . . . 208
Uitsneden maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210
Afsluiten van de functie voor het rechtstreeks printen van
beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Als een foutmelding verschijnt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
11 Diverse 213
Foutcodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
Storingen opheffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Overzicht van de standaardinstellingen af fabriek. . . . . . . . . 222
Overzicht van functies per fotofunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Onderhoud van de camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
Vervangen van de batterij (CR2025) van de
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
Verklarende woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 232
Overzicht van de menu’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 236
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242
In deze handleiding gebruikte aanwijzingen
Opmerking
g
afstandbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
Belangrijke informatie over factoren die de juiste werking kunnen verstoren of problemen met de bediening kunnen veroorzaken. Tevens wijst dit pictogram u op handelingen die u absoluut achterwege moet laten.
Verwijst naar nuttige informatie en geeft u wenken voor een optimaal gebruik van uw camera.
Een verwijzing naar pagina’s die details verschaffen van de betreffende informatie.
11

De verschillende onderdelen

Camera

Ontvanger afstandbediening gblz. 95
Zoomknop (W/T•GU) gblz. 59, 133, 134
Ontspanknop gblz. 52
Functieknop gblz. 48
Indicatie-LED Zelfontspanner / Afstandbediening
Flitser gblz. 63
Accessoireschoentje
blz. 71
g
g
blz. 94
,
12
Lens
Bevestigingspunt camerariem g
Microfoon
blz. 108, 109, 149
g
Luidspreker
Gelijkspanningsconnector
DC-IN g
USB-connector
gblz. 198
Audio/Video-uitgangs­connector A/V OUT (MONO)
Klepje over de connectors
blz. 24, 146, 198
g
blz. 18
blz. 24
gblz. 146
Zoeker gblz. 14, 32, 52, 173 Oogcorrectieknop gblz. 32
Knop AEL / Voorkeurfunctie (x)
blz. 83, 88, 90, 160
g Knop Beeld draaien (y) gblz. 148
Keuzeknop Zelfontspanner/Afstandbediening (
g
blz. 94, 95
Wisknop (S) gblz. 156
Pendelknop (acbd) gblz. 34, 131 OK/MENU-knop (e) gblz. 34
Monitorknop (f) gblz. 52 Cameraschakelaar gblz. 25 Monitor g blz. 14, 52, 173
De verschillende onderdelen
Z)
Keuzeknop flitserfunctie (#)
blz. 63
g Knop Beeld beveiligen (0)
blz. 154
g
Vrijmaakknop flitser
g
blz. 63
Indicatie-LED Dataverkeer
blz. 52
g
Knop QUICK VIEW
blz. 132
g
Statiefaansluiting
Deksel batterijcompartiment/ kaartcompartiment g
blz. 21
13
De verschillende onderdelen
0.0
2288 1712
HQ
00:36
0.0
MPEG4

Indicaties in de zoeker en de monitor

Met de functie INFO (informatieweergave) kunt u instellen hoeveel informatie in de monitor moet worden weergegeven. In onderstaande monitorbeelden is de informatieweergave ingesteld op ON. g“Informatieweergave in de monitor –” (zie blz. 171).
In de stand Fotograferen
0.0
2288 1712
HQ
MPEG4
Stilstaande beelden Video-opnamen
Functie Indicaties Blz.
1
Fotofuncties P, A, S, M, N, o, m, L, K, J, I,
s, P
2
Sluitertijd 15" – 1/1000 77
3
Diafragmawaarde F2.8 – F8.0 76
4
Belichtingscorrectie
Belichtingsafwijking
5
Indicatie
-2.0 tot +2.0
-3.0 tot +3.0 e, f
batterijlading
6
Groene LED 53
7
Flitser paraat Waarschuwing
# (Brandt) # (Knippert)
tegen bewegen van de camera / Flitser wordt opgeladen
8
Macro Supermacro Handinstelling
14
& %
MF
0.0
00:36
00:36
48
118
78
17
65
92 93 85
De verschillende onderdelen
Functie Indicaties Blz.
9
Ruisonderdrukking O 126
10
Flitserfunctie !, #, $, #SLOW1, HSLOW1,
11
Lichtopbrengst flitser
12
DRIVE (Sluiterfunctie)
13
Zelfontspanner AfstandbedieningY<
14
Geluidsopname R 108,
15
Beeldkwaliteit TIFF, SHQ, HQ, SQ1, SQ2, MPEG4 111
16
Resolutie 2288 × 1712, 1280 × 960, 640 × 480 etc. 113
17
AF-teken
18
Aantal stilstaande beelden dat nog kan worden opgeslagen Nog beschikbare opnametijd
19
AE lock AE memory
20
Spotmeting n 87
21
ISO-equivalente gevoeligheid
22
Witbalans 5, 3, 1, w, x, y, V 119
23
Witbalans instelling B1 – B7, R1 – R7 122
24
Kleurdiepte 6 -5 tot +5 125
25
Beeldscherpte N -5 tot +5 123
26
Contrast J -5 tot +5 124
27
Geheugenindicator a, b, c, d 17
#SLOW2
w -2.0 tot +2.0
o, j, i, k, BKT 97
[ ]
30
00:36
B C
ISO64, ISO100, ISO200, ISO400
63
70
94 95
109, 149
52
113
57
90
116
15
De verschillende onderdelen
'04.06.17 15:30
0.0
2288*1712
HQ
'04.06.177 1 1
5:30
00:00/00:20
640
480
MPEG4
In de stand Weergeven
12 345
2288*1712
'04.06.17 15:30
HQ
0.0
640
'04.06.1
00:00/00:20
Stilstaande beelden Video-opnamen
Functie Indicaties Blz.
1
Indicatie
e, f
batterijlading
2
Switch frame J 155
3
Print reservering, Aantal kopieën Video
4
Geluidsopname H 108
5
Beveiligd beeld 9 154
6
Beeldkwaliteit TIFF, SHQ, HQ, SQ1, SQ2, MPEG4 111
7
Resolutie 2288 × 1712, 1280 × 960, 640 × 480,
< × 10
n
320 × 240, enzovoort.
8
Diafragmawaarde F2.8 – F8.0 76
9
Sluitertijd 15" – 1/1000 77
10
Belichtingscorrectie -2.0 tot +2.0 118
11
Witbalans WB AUTO, 5, 3, 1, w, x, y, V 119
12
ISO-equivalente gevoeligheid
13
Datum en tijd ’04.06.17 15:30 30
14
Bestandsnummer, Beeldnummer, Verstreken tijd/
Totale opnametijd (video)
De indicaties die verschijnen bij een videobeeld dat werd geselecteerd en weergegeven vanuit het indexbeeld wijken af van de indicaties die
Opmerking
verschijnen wanneer het videobeeld wordt weergegeven vanuit de functie Video-opnamen weergeven.
16
ISO64, ISO100, ISO200, ISO400
FILE : 100 – 0030, 30
00:00/00:20
MPEG4
480
5:30
6 7
11 13 14
17
188
137
113
116
182
138
De verschillende onderdelen
2288 1712
HQ
Geheugenindicator
Als u stilstaande beelden fotografeert, lichten de segmenten van de geheugenindicator op. Deze geven aan dat de camera bezig is het zojuist gefotografeerde beeld op te slaan op het kaartje. Afhankelijk van het aantal gemaakte opnamen verandert de status van de geheugenindicator als hieronder afgebeeld. Bij video-opnamen verschijnt de geheugenindicator niet.
Fotograferen Fotograferen Fotograferen
a b c d
Vóór de opname
(Indicator is
gedoofd)
Eén opname
gemaakt (Brandt)
Twee of meer
opnamen gemaakt.
(Brandt)
Indicatie batterijlading
2288 1712
HQ

Geheugenindicator

Wachten
Maximale aantal
opnamen bereikt.
(Alle segmenten
lichten op). Wacht tot de indicator weer de status heeft zoals uiterst links is aangegeven voordat u de volgende opname maakt.

Batterijcontrole

Is de ladingsgraad van de batterij gering, dan verandert bij het inschakelen van de camera of tijdens gebruik van de camera de indicatie van de batterijlading in de monitor als volgt:
ef
Brandt (groen) (Dooft na enkele ogenblikken)
Beschikbare batterijlading: Hoog.
Knippert (rood)
Beschikbare batterijlading: Laag. Laad de batterij op.
Melding “BATTERY EMPTY” (Batterij leeg)
Beschikbare batterijlading: Uitgeput Laad de batterij op.
17

1 Voordat u gaat fotograferen

Bevestigen van de camerariem

1 Steek het koordje van de lensdop
door de opening in de lensdop, haal het andere uiteinde door de lus van het koordje en trek het koordje strak.
2 Trek het uiteinde van de
1
camerariem uit de schuifgesp en de
Voordat u gaat fotograferen
ring.
3 Steek een uiteinde van de riem (A)
door de lus van het koordje (aan de lensdop bevestigd in stap 1). Steek de riem vervolgens door het bevestigingspunt op de camera.
Schuifgesp
Ring
4 Steek het uiteinde van de riem terug
door de ring, als aangegeven door de pijl. Maak de riem op de gewenste lengte.
Bevestigingspunt
camerariem
5 Steek vervolgens het uiteinde van de
riem terug door de schuifgesp, als aangegeven door de pijl. Trek de riem strak (B), en overtuig u ervan dat u de riem stevig bevestigd heeft en niet los kan raken.
6 Bevestig de riem aan het andere
bevestigingspunt, als in stap 3 tot en met 5.
• Wees voorzichtig met de camerariem als u de camera met u meedraagt. De riem kan makkelijk achter andere voorwerpen
Opmerking
blijven haken en zo letsel of schade veroorzaken.
• Bevestig de camerariem op de juiste wijze, zoals hierboven beschreven, zodat de camera niet los kan raken. Olympus stelt zich niet aansprakelijk voor schade die ontstaat als de riem niet goed aan de camera wordt bevestigd en de camera valt.
18
A
B

Iets over de batterij en het kaartje

Opladen van de batterij

Deze camera werkt met een Olympus lithium-ionbatterij van het type LI-10B. De camera is niet geschikt voor andere soorten batterijen. Op het moment van aanschaf is de lithiumionbatterij niet volledig opgeladen. Voordat u de camera gaat gebruiken moet u de batterij met het voorgeschreven laadapparaat LI-10C eerst helemaal opladen Voor de details daarvan raadpleegt u de bij het laadapparaat geleverde handleiding.
1 Steek de
apparaatstekker van het netsnoer in het laadapparaat.
2 Steek de netstekker
van het netsnoer in het stopcontact.
Stopcontact
3 Leg de batterij op het
laadapparaat en let daarbij op de juiste stand van plus- + en mincontacten - van zowel de batterij als het laadapparaat, zoals de afbeelding laat zien.
• De laadindicator licht rood op en de batterij word opgeladen.
• Als het opladen voltooid is, brandt de laadindicator groen.
Lithiumionbatterij (LI-10B)
Polariteit aanduiding
Laadindicator
Contacten
1
Voordat u gaat fotograferen
19
Iets over de batterij en het kaartje
Het opladen van de batterij duurt doorgaans 2 (twee) uur. Afhankelijk van de nog beschikbare batterijlading kan het opladen sneller voltooid zijn.
Opmerking
• Gebruik uitsluitend het voorgeschreven type batterijlaadapparaat.
• Als de laadindicator rood knippert, is de batterij niet goed in het laadapparaat gezet of functioneert de batterij niet goed.
Het opladen van de batterij kan elektrische stoorsignalen induceren in TV of radioapparatuur die op dezelfde elektrische groep is
1
Voordat u gaat fotograferen
aangesloten. Dit wijst echter niet op een defect. Als dat gebeurt, sluit u het laadapparaat aan op een andere groep.
• De batterij wordt tijdens het opladen weliswaar warm, maar dat wijst niet op een defect.
• De werking van het batterijlaadapparaat is gegarandeerd binnen een temperatuurbereik van 0 °C tot 40 °C. Om van maximale prestaties van het laadapparaat verzekerd te zijn, doet u er goed aan een temperatuurbereik van 10 °C tot 30 aan te houden.
• Gebruikt u het laadapparaat in het buitenland, zorg dan voor een spanningsconverter die in de ter plaatse gebruikte stopcontacten past. Voor nadere informatie over spanningsconverters raadpleegt u uw reisbureau.

Iets over het kaartje

Overal waar in deze handleiding het woord “kaartje” wordt gebruikt, wordt een xD-Picture Card bedoeld. De camera heeft dit kaartje nodig om er de beelden op op te slaan.
De functie van het kaartje voor het opslaan van gefotografeerde beelden is vergelijkbaar met die van een lichtgevoelige film in een normale camera. De gefotografeerde en op het kaartje opgeslagen beelden kunt u makkelijk wissen, er ander beeldmateriaal overheen op opslaan en/of op een PC bewerken.
Indexvlak
Deze ruimte kunt u gebruiken voor een beknopte beschrijving van de inhoud van het kaartje.
Contactvlak
Deze elektrische contacten maken contact met die van de camera.
Geschikte kaartjes
• xD-Picture Card – 16 MB tot en met 512 MB.
Het is mogelijk dat de camera een kaartje van een ander merk dan Olympus of een kaartje dat werd geformatteerd met een ander apparaat (bijvoorbeeld met een computer, enzovoort) niet herkent.
Opmerking
Vergeet vooral niet het kaartje in deze camera te formatteren voordat u het gaat gebruiken. SETUP” (zie blz. 169).
g
“Formatteren van kaartjes – CARD
20
Iets over de batterij en het kaartje

Batterij en kaartje in de camera zetten en eruit halen

1 Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is. Dat wil
zeggen dat…
• …de cameraschakelaar in de stand OFF staat.
• …de monitor uitgeschakeld is.
• …de zoeker uitgeschakeld is.
• …de lens niet uitgeschoven staat.
2 Schuif het deksel van het
batterijcompartiment /
B
kaartcompartiment in de richting A en klap het vervolgens open in richting B.
• Schuif het deksel met de bal van uw vinger open en niet met uw nagel, omdat u zich dan kunt bezeren.
A
3 Batterij in de camera zetten
Steek de batterij, als afgebeeld, zover in het batterijcompartiment dat hij door de batterijvergrendeling op zijn plaats wordt vastgehouden.
1
Voordat u gaat fotograferen
Batterij uit de camera halen Druk de batterijvergrendeling in de richting van de pijl. Als de batterij
Batterijvergrendeling
Batterijvergrendeling
omhoog veert, pakt u hem vast en trekt hem uit het batterijcompartiment.
Waarschuwing voor te geringe batterijlading
De door de camera gebruikte hoeveelheid energie is sterk afhankelijk van de met de digitale camera uitgevoerde handelingen. Raakt de batterij uitgeput, dan is het mogelijk dat de camera uitschakelt zonder dat eerst de waarschuwing voor te geringe batterijlading in de monitor verschijnt (zie blz. 17).
21
Iets over de batterij en het kaartje
• De gebruiksduur van de batterij is afhankelijk van de lichtomstandigheden, enzovoort.
Opmerking
• Het energieverbruik van de camera is sterk afhankelijk van de lichtomstandigheden, enzovoort.
• Tijdens de hieronder opgesomde bedrijfsomstandigheden wordt voortdurend energie verbruikt, waardoor het aantal opnamen dat
1
Voordat u gaat fotograferen
u kunt maken afneemt.
• Als de monitor ingeschakeld wordt.
• Als de monitor tijdens weergeven langdurig ingeschakeld is.
• Bij herhaald gebruik van de zoomlens.
• Bij herhaald automatisch scherpstellen door de ontspanknop half in te drukken.
• Als de functie FULLTIME AF (Continu-AF) ingeschakeld is.
• Als de camera is aangesloten op een PC of op een printer.
Kaartje in de camera steken Steek het kaartje vooral in de juiste stand in de camera.
• Houd het kaartje vooral recht als u het in de camera steekt.
• Steekt u het kaartje in de verkeerde stand of scheef in de camera, dan kan dat de contacten beschadigen of kan het kaartje beklemd raken.
• Drukt u het kaartje niet helemaal in de kaartsleuf, dan is het mogelijk dat geen beelden op het kaartje worden opgeslagen.
Inkeping
22
Contacten
Iets over de batterij en het kaartje
Kaartje uit de camera halen Maak het kaartje vrij door dat nog iets verder naar binnen te drukken en laat het dan langzaam los.
• Het kaartje veert een stukje naar buiten en stopt dan. Houd het kaartje recht vast en trek het uit de camera.
1
Voordat u gaat fotograferen
4 Sluit het deksel van het
batterijcompartiment / kaartcompartiment in
C
de richting C en schuif het als afgebeeld dicht in richting D.
D
Let op als u het kaartje uit de camera haalt
Drukt u het kaartje helemaal naar binnen en laat u het dan abrupt los, dan is het mogelijk dat het kaartje met kracht uit de sleuf schiet.
• Druk niet met een hard of met een scherp gepunt voorwerp, zoals een balpen, op het kaartje.
Opmerking
• Is de camera ingeschakeld, open dan nooit het deksel van het kaartcompartiment, zet geen kaartje of batterij in de camera en haal die er ook niet uit. Doet u dat toch, dan kunnen de op het kaartje opgeslagen beelden verloren gaan. Beelden die eenmaal verloren zijn gegaan, kunt u niet meer herstellen.
• Plak geen stickers of etiketten op het kaartje omdat het kaartje daardoor in het kaartcompartiment beklemd kan raken.
23

Gebruik van de lichtnetadapter

Het gebruik van een lichtnetadapter is vooral praktisch voor tijdrovende taken, zoals het overbrengen van beelden naar een computer. Met een optionele lichtnetadapter van het type Olympus CAMEDIA kunt u voor de energievoorziening van uw digitale camera ook van een gewoon stopcontact gebruik maken. Let er wel op dat u het voorgeschreven type lichtnetadapter gebruikt. Gebruik wel een lichtnetadapter die geschikt is voor de netwisselspanning van de plaats waar u de camera gebruikt. Raadpleeg daarvoor uw OLYMPUS dealer of een Service Center.
1
Voordat u gaat fotograferen
Stopcontact
Netstekker
Gelijkspanningsplug
Lichtnetadapter
• Als de batterij leeg raakt terwijl de camera is aangesloten op een PC of op een printer, is het mogelijk dat het beeld verloren gaat of
Opmerking
verminkt raakt. Bij het overbrengen van beelden naar een PC doet u er dan ook goed aan een lichtnetadapter te gebruiken. Sluit de lichtnetadapter niet aan en koppel die ook niet af terwijl de camera is aangesloten op een computer of op een printer.
• Haal nooit de batterij uit de camera en zet die er ook niet in en sluit nooit de lichtnetadapter aan en koppel die niet af terwijl de camera ingeschakeld is. Doet u dat toch, dan kan dat de interne instellingen of functies van de camera verstoren.
• Bij gebruik van een lichtnetadapter levert deze de energie voor de camera, ook als u batterij in de camera heeft gezet. De lichtnetadapter laadt echter niet de batterij in de camera op.
Gelijkspanningsconnector
DC-IN (zwart)
Klepje over de gelijkspanningsconnector DC-IN
24
Camera in– en uitschakelen
1 Knijp de nokken aan weerszijden
van de lensdop, als aangegeven door de pijlen, naar elkaar toe en verwijder de lensdop.
2 Schuif de cameraschakelaar in
de stand q (Weergeven), K (Fotograferen) of n (Video).
• Camera en monitor worden ingeschakeld.
• De fotofunctie waarin de camera wordt ingeschakeld, is afhankelijk van de stand van de cameraschakelaar. Schakelt u de camera in in de stand Fotograferen, dan schuift de lens naar voren.
Standen Fotograferen
K : Voor het fotograferen van
stilstaande beelden. De gewenste fotofunctie kiest u met de functieknop.
g“Fotofuncties” (zie blz. 48).
n : Voor video-opnamen.
g“Video-opnamen maken” (zie blz. 57).
Stand Weergeven
q : Voor het weergeven van de gefotografeerde beelden.
g“Stilstaande beelden weergeven” (zie blz. 131).
Cameraschakelaar
3 Om de camera uit te schakelen, schuift de
cameraschakelaar in de stand OFF (Uit).
Functieknop
1
Voordat u gaat fotograferen
25
Camera in– en uitschakelen
TIPS
• Met de camera in de stand n (Videobeelden) of q (Weergeven)
hoeft u de functieknop niet in te stellen. De camera fotografeert videobeelden of geeft beelden weer, onverschillig in welke stand de functieknop staat.
• Wordt de camera gedurende circa 3 (drie) minuten op de een of andere manier niet gebruikt, dan wordt deze, om de batterij te
1
Voordat u gaat fotograferen
sparen, automatisch in de sluimerstand gezet. Om de camera weer te activeren, drukt u op de ontspanknop of op de zoomknop. De tijd die moet versstrijken voordat de camera de sluimerstand aanneemt is instelbaar. g“Wachttijd sluimerfunctie – SLEEP” (zie blz. 175).
• Wordt de camera lang achtereen ononderbroken gebruikt, dan zal de temperatuur in het inwendige ervan stijgen. Als dat gebeurt,
Opmerking
schakelt de camera zichzelf uit. U wacht dan tot de camera weer afgekoeld is voordat u hem weer gaat gebruiken. (Voorbeeld: Tijdens fotograferen met MPEG4).
• Wordt de ingeschakelde camera blootgesteld aan sterke trillingen of schokken, dan is het mogelijk dat de energievoorziening kortstondig onderbroken wordt waardoor datuminstellingen en andere interne instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen af fabriek.

Inschakel/Uitschakel beeld

U kunt een beeld en geluid registreren zodat wanneer u de camera inschakelt/uitschakelt, in de monitor een beeld verschijnt en een geluid wordt afgespeeld (zie blz. 179). Ook kunt u het volume van het geluid instellen (zie blz. 178).
26
Inschakelbeeld / Uitschakelbeeld
(Standaardinstelling af fabriek)
Camera in– en uitschakelen

Als de camera het kaartje niet herkent (controle van het kaartje)

Als u de camera inschakelt, voert de camera automatisch een controle uit op het kaartje. Heeft u geen kaartje in de camera gezet of een kaartje dat voor deze camera ongeschikt is, dan verschijnt een van de volgende meldingen.
Indicatie in de monitor Correctie
U heeft geen kaartje of het kaartje verkeerd in de camera gezet.
q
NO CARD
Steek een kaartje in de camera. Heeft u al een
kaartje in de camera gezet, dan haalt u dat eruit en steekt het opnieuw, maar nu goed, in de camera.
Op het gebruikte kaartje kunt u geen beelden opslaan, weergeven of wissen. Vervang het kaartje door een nieuw exemplaar of formatteer het
CARD%SEtUP
POWER%OFF
FORMAt
SELECt
GO
FORMAt
CAUtION ERASING%ALL
YES
NO
SELECt
GO
kaartje. Selecteer POWER OFF door op a of c te
drukken en druk dan op de OK/MENU-knop e. Vervang het kaartje door een nieuw exemplaar.
Formatteer het kaartje.
Selecteer de functie I FORMAT (Formatteren) door op a of c te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop e. In het instelmenu waarin u gevraagd wordt uw keuze te bevestigen, selecteert u YES en drukt dan op de OK/MENU­knop e. Nu wordt het kaartje geformatteerd. Als het formatteren voltooid is, is de camera klaar om ermee te fotograferen.
• Tijdens formatteren gaan alle op het kaartje opgeslagen beelden verloren.
Opmerking
1
Voordat u gaat fotograferen
27

Taal instellen

ON ENGLISH
ON 3 MIN
ON 3 MIN
ON ENGLISH
De taal waarin de menu’s en de foutmeldingen in de monitor worden weergegeven, kunt u zelf kiezen. Deze handleiding toont de toelichtingen in de afbeeldingen in het Engels. Welke talen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het land waar u deze camera kocht.
1 Schakel de camera in door de
cameraschakelaar in de stand K (Fotograferen) te schuiven.
• Zet de functieknop in een willekeurig
1
Voordat u gaat fotograferen
stand, behalve h.
2 Open het hoofdmenu door op de
OK/MENU-knop e te drukken.
3 Selecteer het functiemenu MODE
MENU door op d van de pendelknop te drukken.
Cameraschakelaar
Pendelknop
OK/MENU-knop
ESP
Functieknop
MODE MENU
4 Selecteer het tabblad SETUP
(Instellen) door op a of c te drukken en druk dan op d.
Tabblad SETUP
5 Selecteer het instelmenu W
(Taal) door op a of c te drukken en druk dan op d.
• De geselecteerde functie wordt gemarkeerd met een groen kader.
28
Hoofdmenu
ALL RESEt
CAMPIC
ON
PW
SEtUP
/
OFF
CARD
REC VIEW
SEtUP
SLEEP
ALL RESEt
CAMPIC
ON
PW
SEtUP
/
OFF
CARD
REC VIEW
SEtUP
SLEEP
ON ENGLISH
ON 3 MIN
ON ENGLISH
ON 3 MIN
6 Selecteer de gewenste taal door op
a of c te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop e.
7 Om het menu te sluiten, drukt
u opnieuw op de OK/MENU-knop e.
8 Schakel de camera uit door de
cameraschakelaar in de stand OFF te schuiven.
Taal instellen
ENGLISH
FRANCAIS
DEUtSCH ESPAÑOL
SELECt
Cameraschakelaar
OK/MENU-knop e
GO
1
Voordat u gaat fotograferen
29

Datum en tijd instellen

ON ENGLISH
ON 3 MIN
'04.01.01
00.00
RESEt
1 Schakel de camera in door de
cameraschakelaar in de stand K (Fotograferen) te schuiven.
1
Voordat u gaat fotograferen
2 Open het hoofdmenu door op de
OK/MENU-knop e te drukken.
3 Selecteer het functiemenu MODE
MENU door op d van de pendelknop te drukken.
• Staat de functieknop in de stand h, dan drukt u op met stap 6.
4 Selecteer het tabblad SETUP door
op a of c te drukken en druk dan op d.
5 Selecteer de functie X (Datum en
tijd) door op a of c te drukken en druk dan op d.
• De geselecteerde functie wordt gemarkeerd met een groen kader.
c en gaat dan verder
Tabblad SETUP
Cameraschakelaar
Pendelknop
OK/MENU-knop
ESP
Hoofdmenu
ALL RESEt
CAMPIC
ON
PW
SEtUP
/
OFF
CARD
REC VIEW
SEtUP
SLEEP
MY MODE SEtUP
CAMPIC
FILE NAME PIXEL MAPPING
CARD
SEtUP
Functieknop
MODE MENU
ON ENGLISH
ON 3 MIN
RESEt
'04.01.01
00.00
30
Loading...
+ 216 hidden pages