Oki C5650, C5850 Instruction manual [nl]

C5000 Series
Gebruikershandleiding
C5650 C5850
TM
C5000
OORWOORD
We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up­to-date weer te geven. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. De fabrikant kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie in de handleiding. De fabrikant is niet noodzakelijkerwijs aansprakelijk voor softwareproducten die door andere bedrijven zijn gemaakt en die in deze handleiding worden genoemd.
Hoewel redelijkerwijs alles heeft gedaan om dit document zo accuraat en nuttig mogelijk te maken, verleent geen expliciete of impliciete garantie met betrekking tot de accuratesse of volledigheid van de betreffende informatie.
De meest recente stuurprogramma's en handleidingen zijn beschikbaar op de website van Oki Europe:
http://www.okiprintingsolutions.com
Copyright © 2007. Alle rechten voorbehouden.
Oki en Microline zijn gedeponeerde handelsmerken van Oki Electric Industry Company, Ltd.
Energy Star is een handelsmerk van het United States Environmental Protection Agency.
Hewlett-Packard, HP en LaserJet zijn gedeponeerde handelsmerken van Hewlett­Packard Company.
Microsoft, MS-DOS en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Apple, Macintosh, Mac en Mac OS zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer.
Andere product- en merknamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
Als deelnemer aan het Energy Star -programma heeft de fabrikant vastgesteld dat dit product voldoet aan de Energy Star -normen voor zuinig energieverbruik.
Dit product voldoet aan de Richtlijnen 2004/108/EG (elektromagnetische compatibiliteit), 2006/95/EG (laagspanning) en 1999/5/EG (eindapparatuur voor radio & telecommunicatie) van de Raad, zoals gewijzigd - indien van toepassing - bij de aanpassing van de wetgeving van de lidstaten betreffende elektromagnetische compatibiliteit, laagspanning en eindapparatuur voor radio & telecommunicatie.
Voorwoord > 2
Houd er rekening mee dat Microsoft Windows XP is gebruikt om de afbeeldingen in deze handleiding te produceren. Deze afbeeldingen wijken af als u een ander besturingssysteem gebruikt. Het principe blijft echter gelijk.
E
ERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN
Wees behoedzaam met tonerpoeder:
Indien er tonerpoeder wordt ingeslikt, moet onmiddellijk een arts worden geraadpleegd. Probeer braken echter niet te forceren wanneer de persoon bewusteloos is.
Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze gedurende ten minste 15 minuten met veel water te worden uitgespoeld terwijl de ogen geopend blijven. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder wordt gemorst, moet dit met koud water en zeep worden verwijderd om vlekken op de huid of kleding te voorkomen.
F
ABRIKANT
Oki Data Corporation, 4-11-22 Shibaura, Minato-ku, Tokyo 108-8551, Japan
I
MPORTEUR VOOR DE
OKI Europe Limited (handelend als OKI Printing Solutions)
Central House Balfour Road Hounslow TW3 1HY Verenigd Koninkrijk
Neem voor algemene v ragen en alle vragen over verko op en ondersteuning cont act op met uw plaatselijke leverancier.
EU/
ERKEND VERTEGENWOORDIGER
M
ILIEU-INFORMATIE
Voorwoord > 3
I
NHOUDSOPGAVE
Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Eerste hulp bij ongevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Fabrikant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Importeur voor de EU/erkend vertegenwoordiger . . . . . 3
Milieu-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Opmerking, Let op! en Waarschuwing!. . . . . . . . . . . . 6
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Printeroverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
De taal op het LCD-scherm wijzigen . . . . . . . . . . . . . 11
Aanbevolen papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Cassetteladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Universele lade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Face down stacker (Uitvoervak (afgedrukte zijde naar
beneden)) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Face up stacker (Uitvoervak (afgedrukte zijde naar
boven)). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Duplexeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Papier in de printer plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Cassetteladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Printerinstellingen in Windows. . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Afdrukvoorkeuren in Windows-toepassingen . . . . . . . 20
Instellingen in het Configuratiescherm van
Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Printerinstellingen in Mac . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Mac OSX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Afdrukken in kleur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Factoren die van invloed zijn op het uiterlijk van
afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Tips voor afdrukken in kleur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Toegang tot de kleuraanpassingsopties . . . . . . . . . . . 50
Kleuraanpassingsopties instellen . . . . . . . . . . . . . . . 51
De functie Kleurmonster gebruiken . . . . . . . . . . . . . . 53
Het hulpprogramma voor kleurcorrectie gebruiken . . . 54
Menufuncties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Bedieningspaneel: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
De instellingen wijzigen - gebruiker . . . . . . . . . . . . . 56
De instellingen wijzigen - beheerder . . . . . . . . . . . . . 57
Inhoudsopgave > 4
Menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Verbruiksmaterialen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Toner:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Cartridge: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Transportband: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Fuser: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Bestelinformatie verbruikmaterialen . . . . . . . . . . . . . 82
Tonercartridge vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Image drum vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
De transportband vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
De fuser vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
De LED-kop reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Upgrades installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Duplexeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100
Geheugenuitbreiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Extra papierlade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .105
Printerdrivers van Windows bijwerken. . . . . . . . . . . .106
Opslagkast. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106
Vastgelopen papier verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . 107
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117
Index. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
Oki contactgegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
Inhoudsopgave > 5
O
PMERKING
, LET
OPMERKING Een opmerking wordt als volgt in deze handleiding weergegeven. Opmerkingen zijn toelichtingen of tips met extra informatie om u te helpen het product beter te gebruiken en begrijpen.
OP! EN
W
AARSCHUWING
LET OP!
Met LET OP! wordt u in deze handleiding tot voorzichtigheid gemaand. Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden.
WAARSCHUWING!
Een waarschuwing wordt als volgt in deze handleiding weergegeven. Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
!
Opmerking, Let op! en Waarschuwing! > 6
I
NLEIDING
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze kleurenprinter van Oki Printing Solutions. Uw nieuwe printer is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor heldere, levendige afdrukken in kleur en scherpe afdrukken in zwart-wit.
Uw printer biedt de volgende mogelijkheden:
> De ProQ2400-meerlaagstechnologie zorgt voor verfijnde
tinten en een vloeiender kleurverloop, zodat uw documenten worden afgedrukt in fotokwaliteit.
> Maximaal 22 pagina’s (C5650) of 26 pagina's (C5850) per
minuut in kleur voor het snel afdrukken van indrukwekkende kleurenpresentaties en andere documenten;
> Maximaal 32 pagina’s per minuut in zwart-wit voor snel en
efficiënt afdrukken van alle algemene documenten die niet in kleur hoeven te worden afgedrukt;
> Een afdrukresolutie van 600 x 600, 1200 x 600 dpi (dots
per inch) en ProQ2400-afdrukresolutie voor afbeeldingen van hoge kwaliteit waarin ook de fijnste details worden weergegeven;
> Digitale LED-kleurentechnologie met enkele doorvoer voor
een snelle verwerking van uw afdruktaken;
> 10Base-T- en 100Base-TX-netwerkverbinding voor het
delen van de printer met andere gebruikers in uw kantoornetwerk;
> De modus Foto verbeteren voor de verbetering van
afdrukken met foto's;
> 'Vraag Oki' – een gebruiksvriendelijke functie voor
Windows waarmee u vanuit het scherm van de printerdriver rechtstreeks toegang hebt tot een speciale website voor het model dat u gebruikt. Hier vindt u alle adviezen, hulp en ondersteuning die u nodig hebt om optimale resultaten te verkrijgen met uw Oki-printer;
> “WebPrint Internet Explorer 6.0 plugin” – nog een functie
voor Windows waarmee u webpagina's correct afdrukt;
Inleiding > 7
> Het hulpprogramma Template Manager 2006 voor
Windows stelt u in staat om eenvoudig visitekaartjes, banners en etiketten te ontwerpen en af te drukken.
Bovendien zijn ook de volgende optionele functies beschikbaar:
> Automatisch tweezijdig afdrukken (duplex) voor zuinig
papiergebruik en het compact afdrukken van grotere documenten (standaard op dn-modellen);
> Extra papierlade voor nog eens 530 vel zodat er minder
vaak papier hoeft te worden geladen of om andere papiertypen, zoals briefhoofdpapier, alternatieve papierformaten of andere afdrukmedia te laden;
> Extra geheugen, zodat u complexere pagina's kunt
afdrukken. Bijvoorbeeld het afdrukken van banners bij een hoge resolutie;
> Opslagkast.
Inleiding > 8
P
RINTEROVERZICHT
V
OORAANZICHT
8
8
7
2
1
7
6
3
1. Uitvoervak, afgedrukte zijde naar beneden
Standaarduitvoervak voor afdrukken. Kan maximaal 250 vel papier van 80 g/m² bevatten.
2. Bedieningspaneel. Menugestuurd
bedieningsknoppen en LCD-scherm.
3. Papierlade Standaardlade voor
blanco papier. Kan maximaal 300 vel papier van 80 g/m² bevatten.
4
4. Universele lade (80g/m²). Deze lade wordt gebruikt voor
zwaarder papier, enveloppen en andere speciale media. Indien nodig kan deze lade ook voor handmatige invoer van enkele vellen worden gebruikt.
5. AAN/UIT-knop.
6. Ontgrendeling van de voorklep.
7. Ontgrendeling van klep van universele lade
8. Knop voor het openen van de printerkap.
5
Op het LCD-scherm kunnen verschillende talen worden ingesteld. (Zie 'De taal op het LCD-scherm wijzigen' op pagina 11.)
Inleiding > 9
A
5
10
9
CHTERAANZICHT
Op deze afbeelding wordt het verbindingspaneel, het uitvoervak aan de achterzijde en de locatie van de optionele duplexeenheid (voor dubbelzijdig afdrukken) weergegeven.
12
11
8
5. AAN/UIT-knop.
8. Netsnoeraansluiting
9. USB-interface
* De netwerkinterface bevat een 'beschermplug' die moet worden
verwijderd voordat er een verbinding kan worden gemaakt.
10. Netwerkinterface.*
11. Duplexeenheid (indien geïnstalleerd).
12. Achterzijde, uitvoervak voor 100 vel, afgedrukte zijde naar boven
Als de klep van het uitvoervak aan de achterzijde is uitgeklapt, wordt het papier aan de achterzijde van de printer uitgevoerd en wordt het papier gestapeld met de afgedrukte zijde naar boven. Dit uitvoervak wordt voornamelijk gebruikt voor zwaardere afdrukmedia. Als het uitvoervak wordt gebruikt in combinatie met de universele lade, wordt het papier in een rechte baan door de printer geleid. Papier hoeft niet via allerlei bochten door de printer te worden geleid en dit maakt het mogelijk media te gebruiken tot maximaal 203 g/m².
Inleiding > 10
DE
TAAL OP HET
De standaardtaal die door uw printer wordt gebruikt om berichten weer te geven en rapporten af te drukken, is het Engels. Deze taal kan indien nodig worden gewijzigd in:
Duits Deens Frans Nederlands Italiaans Turks Spaans Portugees Zweeds Pools Russisch Grieks Fins Tsjechisch Hongaars Noors
LCD-
SCHERM WIJZIGEN
OPMERKING
1. De bovenstaande lijst is niet bepalend of uitputtend.
2. Raadpleeg de informatie die bij het product is bijgesloten
(het hulpprogramma voor het instellen van de taal) over de procedure voor het wijzigen van de taalinstelling.
Inleiding > 11
A
ANBEVOLEN PAPIER
De printer kan allerlei afdrukmedia verwerken, waaronder papier van verschillende gewichten en formaten, transparanten en enveloppen. In deze sectie wordt een algemeen advies gegeven over de keuze van de media en wordt uitgelegd hoe elk type moet worden gebruikt.
U krijgt de beste prestaties als u standaardpapier van 75-90 g/m² gebruikt dat is ontworpen voor het gebruik in kopieermachines en laserprinters. Geschikte papiersoorten zijn:
> Ajro Wiggins Conqueror Colour Solutions 90 g/m²; > Colour Copy van Neusiedler.
Het gebruik van papier met veel reliëf of papier met een ruw oppervlak wordt niet aangeraden.
Voorbedrukt papier kan worden gebruikt, maar de inkt mag niet uitlopen wanneer het papier wordt blootgesteld aan de hoge fusertemperaturen die bij het afdrukproces worden gebruikt.
Enveloppen mogen geen vouwen, krullen of andere vervormingen hebben. De enveloppen moeten ook een rechthoekige sluitklep te hebben, met lijm die intact blijft onder de druk van de hete fuser in dit type printer. Vensterenveloppen zijn niet geschikt.
Transparanten moeten van het type zijn dat speciaal bedoeld is voor kopieermachines en laserprinters. Wij raden u sterk aan Oki Printing Solutions-transparanten te gebruiken (bestelnummer 01074101). Vermijd met name het gebruik van kantoortransparanten die moeten worden beschreven met speciale stiften. Deze transparanten smelten in de fuser en veroorzaken schade.
Etiketten moeten ook van het type zijn dat wordt aanbevolen voor kopieermachines en laserprinters. De etiketvellen moeten geheel bedekt zijn met etiketten. Andere typen etiketvellen kunnen de printer beschadigen wanneer de etiketten loslaten tijdens het afdrukproces.
Aanbevolen papier > 12
C
ASSETTELADEN
SIZE (GROOTTE)
A6 (alleen lade 1)
A5 148 x 210 mm B5 182 x 257 mm Executive 184,2 x 266,7 mm A4 210 x 297 mm Letter 215,9 x 279,4 mm Legal 13 inch 216 x 330 mm Legal 13,5 inch 216 x 343 mm Legal 14 inch 216 x 356 mm
AFMETINGEN GEWICHT (G/M²)
105 x 148 mm
Licht 64-74 g/m² Gemiddeld 75-104 g/m² Zwaar 105-120 g/m² Ultra zwaar 121-203 g/m²
(alleen lade 2/MPT)
Als u een identieke papiersoort in een andere lade hebt geplaatst (de 2e lade of de universele lade), kunt u de printer zo instellen dat automatisch de andere lade wordt geselecteerd als de huidige lade geen papier meer bevat. Bij het afdrukken vanuit Windows­toepassingen, kan deze functie worden ingeschakeld in de stuurprogramma-instellingen. (Zie “Printerinstellingen in Windows” verderop in deze handleiding.) Bij het afdrukken vanaf andere systemen kunt u deze functie inschakelen in het menu Afdrukken. (Zie "Menufuncties" verderop in deze handleiding.)
U
NIVERSELE LADE
In de universele lade kan papier met dezelfde formaten worden gebruikt als in de cassetteladen, maar kan zwaarder papier worden gebruikt tot maximaal 203 g/m². Voor heel zwaar papier moet u de uitvoerlade aan de achterzijde gebruiken. Als u deze stapelaar gebruikt, wordt het papier in een vrijwel rechte baan door de printer geleid.
In de universele lade kan papier met een breedte van 100 mm en een lengte van maximaal 1200 mm (voor het afdrukken van banners) worden gebruikt.
Gebruik voor papier dat langer is dan 356 mm (Legal 14 inch) een papiersoort met een gewicht van 90 tot maximaal 128 g/m² en het uitvoervak aan de achterzijde.
Gebruik de universele lade voor het afdrukken van enveloppen en transparanten. Er kunnen maximaal 50 transparanten of 10 enveloppen tegelijk worden geladen, waarbij de stapel niet hoger mag zijn dan 10 mm.
Aanbevolen papier > 13
Papier of transparanten moeten met de afdrukzijde omhoog en met de bovenzijde als eerste in de printer worden geplaatst. Gebruik niet de functie voor dubbelzijdig afdrukken (duplex).
F
ACE DOWN STACKER
BENEDEN
F
ACE UP STACKER
BOVEN
))
In het uitvoervak aan de bovenzijde van de printer kan maximaal 250 vel standaardpapier van 80 g/m² worden geplaatst en ondersteunt papiersoorten met een gewicht van maximaal 176 g/m². Pagina's die in leesvolgorde worden afgedrukt (pagina 1 als eerste), worden in leesvolgorde gesorteerd (de laatste pagina ligt bovenop met de afgedrukte zijde omlaag).
))
U moet het uitvoervak aan de achterzijde van de printer openen en de papiersteun uittrekken als u dit vak wilt gebruiken. In deze stand wordt het papier aan de achterzijde van de printer uitgevoerd, ongeacht de stuurprogramma-instellingen.
Dit uitvoervak aan de achterzijde kan maximaal 100 vel standaardpapier van 80 g/m² bevatten en ondersteunt papiersoorten tot maximaal 203 g/m².
Gebruik voor papiersoorten zwaarder dan 176 g/m² altijd dit vak en de universele lade.
(U
ITVOERVAK (AFGEDRUKTE ZIJDE NAAR
(U
ITVOERVAK (AFGEDRUKTE ZIJDE NAAR
D
UPLEXEENHEID
Als u papier met een gewicht van 75-105 g/m² gebruikt, kunt u met deze optie automatisch dubbelzijdig afdrukken op dezelfde papierformaten als de papierformaten die door lade 2 worden ondersteund (dat wil zeggen op alle cassetteformaten, behalve op A6).
OPMERKING De duplexeenheid is standaard op de dn-modellen aanwezig.
Aanbevolen papier > 14
P
APIER IN DE PRINTER PLAATSEN
C
ASSETTELADEN
1. Verwijder de papierlade uit de printer.
Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange
2.
zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3).
1
2
3
Papier in de printer plaatsen > 15
3. Plaats briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde in de richting van de voorkant van de printer, zoals in de afbeelding wordt weergegeven.
2 1
4. Stel de achterste schuif (1) en de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat.
Vastlopen van papier voorkomen:
> Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de
geleiders, en het papier en de achterste schuif.
> Plaats niet te veel papier in de papierlade. Hoeveel
papier er kan worden geladen, hangt af van het soort papier.
> Plaats geen beschadigd papier. > Plaats geen papier van verschillend formaat in de
papierlade.
> Trek de papierlade tijdens het afdrukken niet uit de
printer (behalve zoals hieronder is beschreven voor de 2e lade).
> Sluit de papierlade voorzichtig.
5. Als u over twee papierladen beschikt en u drukt af vanuit
de 1e lade (bovenste lade), kunt u de 2e lade (onderste lade) er tijdens het afdrukken uittrekken om papier bij te
Papier in de printer plaatsen > 16
vullen. Als u echter afdrukt vanuit de 2e (onderste lade) lade, moet u de 1e lade (bovenste lade) niet uit de printer trekken. Als u dit doet, loopt het papier vast.
6. Als u wilt afdrukken en papier wilt uitvoeren met de afgedrukte zijde naar beneden, controleert u of het uitvoervak aan de achterzijde van de printer (3) is gesloten (het papier wordt nu aan de bovenzijde van de printer uitgevoerd). De capaciteit van het vak is ongeveer 250 vel, afhankelijk van het papiergewicht.
7. Als u wilt afdrukken en het papier met de afgedrukte zijde naar boven wilt uitvoeren, controleert u of het uitvoervak aan de achterzijde van de printer (3) is geopend en de papiersteun (4) is uitgetrokken. Het papier wordt gestapeld in omgekeerde volgorde. De capaciteit van het vak is ongeveer 100 vel, afhankelijk van het papiergewicht.
8. Gebruik altijd het uitvoervak aan de achterzijde van de printer voor zwaar papier (zoals indexkaarten.).
3
4
LET OP!
Open of sluit de het uitvoervak aan de achterzijde van de printer niet tijdens het afdrukken omdat hierdoor het papier kan vastlopen.
Papier in de printer plaatsen > 17
U
NIVERSELE LADE
1. Open de universele lade (1).
2. Vouw de papiersteunen uit (2).
1
3
4
2
4
5
3. Druk de papiersteun (3) voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de steun vastklemt in de onderste stand.
4. Plaats het papier en stel de papiergeleiders (4) in op het gebruikte papierformaat.
> Voor enkelzijdig afdrukken op briefhoofdpapier plaatst
u het papier in de universele lade met de bedrukte zijde omhoog en de bovenrand in de printer.
Papier in de printer plaatsen > 18
> Voor dubbelzijdig afdrukken (duplex) op
briefhoofdpapier plaatst u het papier met de bedrukte zijde omlaag en de bovenrand van de printer af. (De optionele duplexeenheid moet zijn geïnstalleerd voor deze functie.)
> Enveloppen moeten met de afdrukzijde naar boven
worden geplaatst. De bovenzijde moet aan de linkerkant worden geplaatst zodat de korte zijde als eerste wordt ingevoerd. Selecteer voor enveloppen niet de optie voor dubbelzijdig afdrukken.
> Laad niet meer dan ongeveer 50 vel of 10 enveloppen.
De maximale stapelhoogte is 10 mm.
5. Druk de vergrendelingsknop van de lade (5) naar binnen om de papiersteun vrij te maken, zodat het papier wordt opgetild en in de juiste positie wordt geplaatst.
Stel in het menu Media het juiste papierformaat voor de universele lade in (zie “Menufuncties”).
Papier in de printer plaatsen > 19
P
RINTERINSTELLINGEN IN
Via de menu’s op het bedieningspaneel van de printer hebt u toegang tot vele opties.
Ook de printerdriver van Windows bevat veel instellingen voor dezelfde opties. Als opties in de printerdriver overeenkomen met de opties in de menu's op het bedieningspaneel, hebben de instellingen van de Windows-printerdriver bij het afdrukken van documenten vanuit Windows voorrang boven de instellingen van de menu's op het bedieningspaneel.
De afbeeldingen in dit hoofdstuk tonen Windows XP. In andere versies van Windows worden mogelijk dialoogvensters weergegeven die iets afwijken van deze afbeeldingen, maar de principes zijn hetzelfde.
A
FDRUKVOORKEUREN IN WINDOWS-TOEPASSINGEN
Als u een document vanuit een Windows-toepassing afdrukt, verschijnt het dialoogvenster Afdrukken. In dit dialoogvenster wordt gewoonlijk de naam van de printer weergegeven waarop het document wordt afgedrukt. Naast de naam van de printer bevindt zich de knop
Eigenschappen.
W
INDOWS
Als u op Eigenschappen klikt, wordt er een nieuw venster geopend met een korte lijst met printerinstellingen die beschikbaar zijn in het stuurprogramma en die u voor dit document kunt selecteren.
In de toepassing zijn alleen instellingen beschikbaar die u eventueel wilt wijzigen voor specifieke toepassingen of documenten. De instellingen die u hier wijzigt, zijn meestal alleen geldig totdat de desbetreffende toepassing wordt afgesloten.
Printerinstellingen in Windows > 20
T
ABBLAD INSTELLINGEN
Als u op de knop Eigenschappen klikt vanuit het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing, wordt het drivervenster geopend waarin u uw afdrukvoorkeuren voor het
1 2
3
4
huidige document kunt opgeven.
1. Het papierformaat moet
5
6
overeenkomen met het papierformaat van uw document (tenzij u de afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en overeenkomen met het formaat van het papier dat in de printer is geladen.
2. U kunt de papierbron instellen. Dit kan lade 1 (de standaardpapierlade), lade 2 (als u de optionele 2e lade hebt geïnstalleerd) of de universele lade zijn. U kunt ook op het juiste deel van de schermafbeelding klikken om de lade van uw voorkeur te selecteren.
3. De instelling voor het papiergewicht moet zijn afgestemd op het soort papier waarop u wilt afdrukken.
4. U kunt allerlei afwerkingsopties selecteren, bijvoorbeeld voor het afdrukken van één pagina per vel of afdrukken van X op één (waarbij X een getal van 1 tot maximaal 16 kan zijn) voor het verkleind afdrukken van meer dan één pagina per vel. Als u boekjes afdrukt, worden er twee pagina’s per vel afgedrukt op elke zijde van het papier, zodat het papier bij het vouwen een boekje vormt. Voor het afdrukken van boekjes moet de duplexeenheid in de printer zijn geïnstalleerd.
Met de optie voor het afdrukken van posters worden grote pagina’s verdeeld over meerdere vellen afgedrukt.
5. Als u dubbelzijdig afdrukt, kunt u de pagina over de lange zijde of over de korte zijde omslaan. Hiervoor moet de duplexeenheid in de printer is geïnstalleerd.
6. Als u al eerder afdrukvoorkeuren hebt ingesteld en als set hebt opgeslagen, kunt u ze opnieuw opvragen zodat u ze
7
Printerinstellingen in Windows > 21
niet telkens opnieuw hoeft in te stellen als u ze nodig hebt.
7. U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen.
T
ABBLAD TAAKOPTIES
1. De uitvoerresolutie van de afgedrukte pagina kan als volgt
worden ingesteld.
> Wanneer ProQ2400 is ingesteld, wordt het materiaal
afgedrukt met 600 x 600 dpi x 2 bit. Voor deze optie is het meeste printergeheugen vereist en is de afdruktijd het langst.
> De kwaliteit Fijn/Detail wordt afgedrukt met de
instelling 1200 x 600 dpi en is voldoende, behalve voor de meest veeleisende toepassingen.
> Met de instelling Normaal, 600 x 600 dpi, drukt u snel
af. Deze instelling is geschikt voor de meeste concepten of afdrukken waarbij de kwaliteit minder van belang is.
2. U kunt watermerktekst afdrukken achter de afbeelding van de hoofdpagina. Dit is handig voor het markeren van documenten als concept, vertrouwelijk, enzovoort.
3. U kunt maximaal 999 exemplaren opeenvolgend afdrukken, hoewel u de papierlade tijdens dergelijke lange afdruktaken moet aanvullen.
4. De afdrukstand kan worden ingesteld op staand (lengte) of liggend (breedte).
Printerinstellingen in Windows > 22
5. De afgedrukte pagina's kunnen worden aangepast aan
4
groter of kleiner papier.
6. U kunt toegang tot aanvullende instellingen krijgen door op de knop Geavanceerd te klikken. Zo kunt u bijvoorbeeld zwarte gebieden laten afdrukken met 100%K toner (waarmee een matter resultaat wordt verkregen).
7. U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen.
8. De kwaliteit van foto's kan worden verbeterd.
T
ABBLAD KLEUR
1
2
3
5
1. De kleuruitvoer van de printer kan automatisch of, voor geavanceerde besturing, handmatig worden ingesteld. Meestal kan de automatische instelling worden gebruikt. De overige opties in dit venster worden alleen zichtbaar wanneer u een andere optie dan Automatisch selecteert. Bij afdrukken in grijstinten werkt de printer met een snelheid van 24 ppm en worden alle pagina's in zwart-wit afgedrukt.
2. U kunt kiezen uit diverse kleuraanpassingsopties, afhankelijk van de afbeeldingsbron van het document. Voor een foto die met een digitale camera is genomen, hebt u bijvoorbeeld een andere kleuraanpassing nodig dan voor een bedrijfsafbeelding die met een werkbladtoepassing is gemaakt. In het algemeen kunt u het beste de automatische instelling gebruiken.
Printerinstellingen in Windows > 23
3. De uitvoer kan lichter of donkerder worden afgedrukt. Daarnaast kunnen de kleuren levendiger en met meer verzadiging worden afgedrukt.
4. Zwarte gebieden kunnen worden afgedrukt met 100% cyaan, magenta en geel, waardoor de gebieden meer glans krijgen (composiet zwart), of met alleen zwarte toner, waardoor de gebieden matter worden weergegeven (echt zwart). Als u de automatische instelling kiest, kan via de driver de beste keuze worden gemaakt, afhankelijk van de inhoud van de afbeelding.
5. U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen.
Printerinstellingen in Windows > 24
I
NSTELLINGEN IN HET CONFIGURATIESCHERM VAN WINDOWS
Wanneer u het venster met drivereigenschappen rechtstreeks opent vanuit Windows in plaats van via een toepassing, zijn er meer instellingen beschikbaar. De wijzigingen die u hier aanbrengt, beïnvloeden in het algemeen alle documenten die u afdrukt vanuit Windows-toepassingen en worden opgeslagen voor alle Windows-sessies.
T
ABBLAD ALGEMEEN
1
23
1. In dit gebied wordt een aantal hoofdfuncties van de printer weergegeven, waaronder optionele items, zoals dubbelzijdig afdrukken.
2. Met deze knop worden dezelfde vensters geopend als de vensters die eerder zijn beschreven voor items die kunnen worden ingesteld in toepassingen. De wijzigingen die u hier aanbrengt worden echter de nieuwe standaardinstellingen voor alle Windows-toepassingen.
3. Met deze knop wordt een testpagina afgedrukt om te controleren of de printer goed werkt.
Printerinstellingen in Windows > 25
T
ABBLAD GEAVANCEERD
1 2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1. U kunt opgeven op welke tijd van de dag de printer beschikbaar is.
2. De huidige prioriteit wordt aangegeven, van 1 (laagste) tot 99 (hoogste). Documenten met de hoogste prioriteit worden het eerst afgedrukt.
3. Hiermee geeft u op dat documenten in de wachtrij moeten worden geplaatst (opgeslagen in een speciaal afdrukbestand) voordat deze worden afgedrukt. Het document wordt vervolgens op de achtergrond afgedrukt, zodat de toepassing sneller beschikbaar wordt.
4. Hiermee geeft u op dat het afdrukken pas moet worden gestart wanneer de laatste pagina in de wachtrij is geplaatst. Als tijdens het afdrukken door de toepassing verdere berekeningen moeten worden uitgevoerd, waardoor de afdruktaak langer wordt onderbroken dan een korte periode, wordt mogelijk aangenomen dat het afdrukken van het document al is voltooid. Als u deze optie inschakelt, wordt deze situatie voorkomen, maar wordt de afdruktaak iets later voltooid, omdat het begin van de afdruktaak wordt uitgesteld.
5. Deze optie is het tegenovergestelde van de optie die hiervóór is genoemd. Het afdrukken wordt direct gestart nadat het document in de wachtrij wordt geplaatst.
6. Hiermee kunt u opgeven dat het document niet in de wachtrij moet worden geplaatst, maar direct moet worden afgedrukt. De toepassing kan normaal gesproken niet verder worden gebruikt totdat de afdruktaak is voltooid.
Printerinstellingen in Windows > 26
Aangezien er in dit geval geen wachtrijbestand is, is er minder ruimte nodig op de vaste schijf van de computer.
7. Hiermee kunt u aangeven dat de spooler de documentinstellingen moet controleren en deze moet afstemmen op de printerinstellingen voordat het document naar de printer wordt verzonden. Als er een fout wordt gedetecteerd, blijft het document in de wachtrij staan en wordt het pas afgedrukt wanneer de printerinstellingen zijn gewijzigd en het document opnieuw wordt geactiveerd vanuit de afdrukwachtrij. Ook wanneer de wachtrij documenten bevat waarvan de instellingen niet zijn afgestemd, worden de correct afgestemde documenten wel afgedrukt.
8. Hiermee geeft u aan dat de spooler bij het bepalen van de afdrukvolgorde voorrang moet geven aan documenten die al volledig in de wachtrij zijn geplaatst, zelfs als voltooide documenten een lagere prioriteit hebben dan documenten die nog niet volledig in de wachtrij zijn geplaatst. Als er nog geen documenten volledig in de wachtrij zijn geplaatst, hebben grotere documenten in de wachtrij voorrang boven kleinere documenten. Gebruik deze optie als u de efficiëntie van de printer wilt optimaliseren. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, worden er alleen documenten gekozen op basis van de prioriteitsinstellingen.
9. Hiermee geeft u aan dat er geen documenten via de spooler mogen worden verwijderd nadat deze zijn voltooid. Hierdoor kunnen documenten opnieuw vanaf de spooler naar de printer worden verzonden in plaats van deze opnieuw af te drukken vanuit de toepassing. Als u deze optie vaak gebruikt, is er veel ruimte nodig op de vaste schijf van de computer.
10. Hiermee geeft u aan of geavanceerde functies, zoals het afdrukken van boekjes, de paginavolgorde en pagina's per vel beschikbaar zijn, afhankelijk van de printer. Laat deze optie ingeschakeld voor normale afdruktaken. U kunt de functie uitschakelen bij compatibiliteitsproblemen. In dat geval zijn deze geavanceerde opties echter mogelijk niet beschikbaar, hoewel deze wel door de hardware worden ondersteund.
11. Met deze knop hebt u toegang tot dezelfde instellingsvensters als bij het afdrukken vanuit
Printerinstellingen in Windows > 27
toepassingen. Wijzigingen die zijn aangebracht in het Configuratiescherm van Windows worden de Windows­standaardinstellingen.
T
ABBLAD APPARAATOPTIES
In dit venster kunt u selecteren welke optionele upgrades op de printer zijn geïnstalleerd. Dit wordt uitgebreid beschreven in de sectie over de installatie van upgrades in deze handleiding.
Printerinstellingen in Windows > 28
P
RINTERINSTELLINGEN IN
M
AC

MAC OSX

De informatie in de navolgende paragrafen is gebaseerd op Mac OS X Tiger (10.4). Andere versies, zoals Panther (10.3) en Jaguar (10.2), zien er mogelijk iets anders uit maar de principes zijn hetzelfde.
Afdrukopties instellen U kunt uw printer kiezen en opties selecteren voor het afdrukken
van uw document in het dialoogvenster Print. Printeropties instellen:
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Als u het papierformaat of de paginastand wilt wijzigen,
kiest u. Archief > Pagina-instelling. Zie 'Opties voor
pagina-instelling' op pagina 32 voor een beschrijving van
de verschillende opties.
3. Sluit het dialoogvenster Pagina-instelling.
4. Kies Archief > Print.
5. Selecteer uw printer in het venstermenu Printer.
Printerinstellingen in Mac > 29
6. Als u printerdriverinstellingen wilt wijzigen, selecteert u de gewenste opties in het venstermenu Instellingen. U kunt meer opties selecteren in het menu Aantal en pagina's. Zie 'Afdrukopties' op pagina 33 voor een beschrijving van deze opties.
7. Klik op de knop Print.
Printerinstellingen in Mac > 30
Loading...
+ 93 hidden pages