Nokia ASHA 302 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia Asha 302
Uitgave 1.0
2 Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Veiligheid 4
Aan de slag 5
Toetsen en onderdelen 5 Schrijven met het toetsenbord 6 Berichttoets 7 Een SIM-kaart en batterij plaatsen 7 Een geheugenkaart plaatsen 8 De batterij opladen 9 De telefoon in- of uitschakelen 10 Antennelocaties 10 Een koord bevestigen 11
Basistoepassing 11
Toegangscodes 11 De toetsen vergrendelen 12 Symbolen 12 Contacten en andere zaken kopiëren vanaf uw oude telefoon 13 Het volume van een oproep, nummer of video wijzigen 14 Uw telefoon gebruiken zonder SIM­kaart 14
Oproepen 14
Een oproep tot stand brengen 14 Het laatst gekozen nummer bellen 14 Uw gemiste oproepen weergeven 14
Contacten 15
Een naam en een telefoonnummer opslaan 15 Snelkeuze gebruiken 15
Tekst invoeren 16
Schrijven met het toetsenbord 16 Tekstinvoer met tekstvoorspelling 17
Berichten 17
Een bericht verzenden 17 Spraakberichten beluisteren 18 Een audiobericht verzenden 18
De telefoon aanpassen aan uw voorkeuren 19
Informatie over het startscherm 19 Snelkoppelingen aan uw startscherm toevoegen 19 Uw startscherm aanpassen 19 Uw telefoontonen aanpassen 20
Tijdbeheer 20
De tijd en datum wijzigen 20 Wekker 20 Een afspraak toevoegen 21
Connectiviteit 21
Bluetooth 21 USB-gegevenskabel 22 Met een WLAN verbinden 23
Muziek en audio 25
FM-radio 25 Mediaspeler 26
Camera 27
Een foto maken 27 Een video opnemen 28 Een foto of video verzenden 28
Web 28
Informatie over de webbrowser 28 Op internet surfen 29 Een webpagina aanpassen aan scherm van uw telefoon 30 Een bookmark toevoegen 30 Uw bladergeschiedenis wissen 30
Contact houden met uw online vrienden 31
Over Community's 31
E-mailen en chatten 31
Over E-mail 31 Een e-mail verzenden 32 E-mail lezen en beantwoorden 32 Informatie over Chatten 32 Chatten met vrienden 32
Nokia-diensten 33
Beschikbaarheid en kosten van Nokia-diensten 33 Nokia-diensten openen 33
Telefoonbeheer 33
Telefoonsoftware bijwerken met uw telefoon 33 Telefoonsoftware bijwerken met uw pc 34 Oorspronkelijke instellingen herstellen 35 Een back-up maken van uw foto's en andere inhoud op een geheugenkaart 35
Het milieu beschermen 35
Energie besparen 35 Recyclen 35
Product- en veiligheidsinformatie 36
Inhoudsopgave 3
Index 43
4 Veiligheid

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT

Schakel het apparaat uit wanneer het gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan of wanneer dit storingen of gevaar kan opleveren, bijvoorbeeld in vliegtuigen, in ziekenhuizen of in de nabijheid van medische apparatuur, bij brandstof, chemicaliën of in gebieden waar explosieven worden gebruikt. Volg alle instructies op in gebieden waarbinnen een gebruiksverbod geldt.

VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG

Houd u aan alle lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden altijd uw handen vrij om het voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.

STORING

Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.

DESKUNDIG ONDERHOUD

Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.

HOUD HET APPARAAT DROOG

Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

GEHOORSCHADE VOORKOMEN

Luister naar een hoofdtelefoon met een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Aan de slag 5

Aan de slag

Toetsen en onderdelen

1 Laderaansluiting 2 Aansluiting voor headset/Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) 3 Micro-USB-aansluiting 4 Luistergedeelte 5 Scherm 6 Selectietoets 7 Sociaaltoets 8 Beltoets 9 Bluetooth-toets. Houd deze toets ingedrukt als u toegang wilt tot de Bluetooth-
instellingen.
10 WLAN-toets. Houd deze toets ingedrukt als u toegang wilt tot de WLAN-
instellingen.
11 Navi™-toets (bladertoets) 12 Selectietoets 13 Berichttoets 14 Einde / Aan/uit-toets 15 Toetsenbord
6Aan de slag
1 Cameralens. Verwijder de beschermende plakband van de lens voordat u de
camera gebruikt.
2 Polsbandopening 3 Luidspreker 4 Geheugenkaartsleuf 5 Ontgrendelingshendeltje voor achtercover

Schrijven met het toetsenbord

Uw telefoon is uitgerust met een volledig toetsenbord.
1 Functietoets. Als u speciale tekens wilt invoegen die boven aan toetsen staan,
drukt u op de functietoets en op de desbetreffende toets. Als u meerdere speciale tekens na elkaar wilt invoegen, drukt u tweemaal op de functietoets. Druk op de functietoets om terug te keren naar de normale modus.
Shift-toets. Druk tweemaal op de Shift-toets om tussen de modus voor
2
hoofdletters en kleine letters te schakelen. Als u één hoofdletter wilt typen in de
Aan de slag 7
modus voor kleine letters of één kleine letter in de modus voor hoofdletters, drukt u op de shift-toets en vervolgens op de gewenste lettertoets.
Symbooltoets. Als u speciale tekens die niet op uw toetsenbord worden
3
weergegeven, wilt invoegen, drukt u op de Sym-toets en kiest u het gewenste teken.
4
5
6
Een variatie van een letter invoegen
U kunt bijvoorbeeld letters met accenten invoegen. Als u á wilt invoegen, houdt u de Sym-toets ingedrukt terwijl u herhaaldelijk op A drukt totdat de gewenste letter wordt weergegeven. De volgorde en beschikbaarheid van letters is afhankelijk van de geselecteerde schrijftaal.

Berichttoets

Als u snel een e-mail wilt schrijven, uw inbox wilt bekijken of gaan chatten, drukt u op het startscherm op de berichtentoets
Instellen wat er gebeurt als u de toets indrukt
Selecteer Menu > Instellingen en Snelkoppelingen > Berichtentoets en d e g e we ns t e optie.
Backspace-toets. Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op de backspace­toets. Als u meerdere tekens wilt verwijderen, houdt u de backspace-toets ingedrukt.
Enter-toets. Druk op de Enter-toets als u de cursor naar de volgende rij of het volgende tekstinvoerveld wilt verplaatsen. Extra functies zijn gebaseerd op de huidige context.
Ctrl-toets. Als u geselecteerde tekst wilt knippen, kopiëren of plakken, drukt u op C, X of V terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt. Als u alle tekst wilt selecteren, drukt u op A terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt.
.

Een SIM-kaart en batterij plaatsen

Belangrijk: Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik met een standaard SIM-
kaart (zie afbeelding). Als u incompatibele SIM-kaarten gebruikt, kan de kaart of het apparaat worden beschadigd en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, worden aangetast. Raadpleeg de operator van je mobiele telefoon voor het gebruik van een SIM-kaart met een mini-UICC-uitsnede.
Deze telefoon is bedoeld voor gebruik met batterijen van het type BL-5J. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen.
8Aan de slag
1 Trek het ontgrendelingshendeltje van de achtercover naar de onderkant van de
telefoon en verwijder de cover.
2 Als de batterij is geplaatst, tilt u deze eruit. 3 Verschuif de SIM-kaarthouder om deze te ontgrendelen (1) en gebruik uw nagel
om deze te op te tillen. Zorg ervoor dat het contactgebied naar beneden is gericht als u de SIM-kaarthouder laat zakken (2), plaats de SIM-kaart in de houder en laat deze zakken (3). Schuif de kaarthouder als u deze wilt vergrendelen (4).
4 Richt de contactpunten van de batterij op het batterijvak en plaats de batterij. Als
u de cover wilt terugplaatsen, houdt u de bovenste vergrendelingen in de richting van de bijbehorende sleuven en duwt u de cover naar beneden totdat deze vastklikt.

Een geheugenkaart plaatsen

Gebruik alleen compatibele geheugenkaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
De telefoon biedt ondersteuning voor geheugenkaarten met een capaciteit tot 32 GB.
Aan de slag 9
1 Open het klepje van de geheugenkaartsleuf (1). 2 Zorg ervoor dat het contactgebied van de geheugenkaart naar beneden is gericht
en plaats de kaart (2). Duw de kaart in het apparaat tot deze vastklikt.
3 Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf (3).
De geheugenkaart verwijderen
Duw de kaart in het apparaat tot deze wordt ontgrendeld, en trek de kaart eruit.

De batterij opladen

Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen, maar u moet deze mogelijk opnieuw opladen voordat u uw telefoon voor het eerst kunt inschakelen. Als de telefoon aangeeft dat het batterijniveau laag is, moet u het volgende doen:
1 Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. 2 Sluit de lader aan op de telefoon. 3 Wanneer de batterij aangeeft volledig opgeladen te zijn, koppelt u de lader los
van de telefoon en haalt u de stekker uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een bepaalde tijd op te laden en u kunt de telefoon al gebruiken terwijl het nog aan het opladen is.
10 Aan de slag
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij­indicator wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Als u de batterij lange tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.

De telefoon in- of uitschakelen

Houd de aan/uit-toets ingedrukt
totdat u de telefoon trilt.
U wordt mogelijk gevraagd of u de configuratie-instellingen wilt ophalen bij uw netwerkserviceprovider. Neem contact op met uw netwerkserviceprovider voor meer informatie over deze netwerkdienst.

Antennelocaties

Basistoepassing 11
Het gebied rond de antenne is gemarkeerd.
Vermijd contact met de antenne als de antenne in gebruik is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens het gebruik leiden tot een kortere de levensduur van de batterij door een hoger stroomverbruik.

Een koord bevestigen

Verwijder de achtercover, haal de band door de opening en maak met de band een lus om het polsbandhaakje.
De band is mogelijk apart verkrijgbaar.

Basistoepassing

Toegangscodes

PIN- of PIN2-code
(4-8 cijfers)
PUK- of PUK2-code
(8 cijfers)
Deze beschermen uw SIM-kaart tegen ongeautoriseerd gebruik of zijn nodig om toegang te krijgen tot bepaalde functies.
U kunt de telefoon zo instellen dat gevraagd wordt naar de PIN-code, wanneer u deze inschakelt.
Neem contact op met uw serviceprovider als ze niet zijn meegeleverd bij uw SIM-kaart of wanneer u de codes bent vergeten.
Al s u d ri e m aa l op ri j d e v er k ee rd e c od e in vo er t, mo e t u de co de opheffen met de PUK- of PUK2-code.
Deze zijn nodig om de blokkering van een PIN- of PIN2-code op te heffen.
12 Basistoepassing
Neem contact op met uw serviceprovider als ze niet zijn meegeleverd bij uw SIM-kaart.
IMEI-nummer
(15 cijfers)
Blokkeringscode (beveiligingscode)
(min. 5 cijfers)

De toetsen vergrendelen

Vergrendel de toetsen om te voorkomen dat er per ongeluk een oproep tot stand wordt gebracht terwijl de telefoon in uw zak of tas zit.
Selecteer Menu en druk op de functietoets.
De toetsen ontgrendelen
Selecteer Vrijgeven en druk op de functietoets.
Deze wordt gebruikt voor het identificeren van geldige telefoons in het netwerk. Het nummer kan ook worden gebruikt om bijvoorbeeld gestolen telefoons te blokkeren.
Bel *#06#om uw IMEI-nummer te bekijken.
Dit helpt u om uw telefoon tegen ongeautoriseerd gebruik te beveiligen.
U kunt uw telefoon zo instellen dat wordt gevraagd naar de blokkeringscode die u opgeeft. De standaardblokkeringscode is 12345.
Houd de code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de telefoon).
Als u de code bent vergeten en de telefoon is vergrendeld, is extra service nodig. Mogelijk worden daarvoor extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van uw telefoon verwijderd.
Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care Point of de leverancier van uw telefoon.
De toetsen zo instellen dat ze automatisch worden vergrendeld
1 Selecteer Menu > Instellingen en Apparaat > Autom. toetsenblokkering >
Aan.
2 Geef de tijdsduur op waarna de toetsen automatisch worden vergrendeld.

Symbolen

U hebt ongelezen berichten.
Basistoepassing 13
U hebt berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt. De toetsen zijn vergrendeld.
De telefoon gaat niet over wanneer oproepen of SMS-berichten worden ontvangen. De wekker is ingesteld.
of
of of
of

Contacten en andere zaken kopiëren vanaf uw oude telefoon

Wilt u uw contacten, agenda en andere zaken vanaf uw oude compatibele Nokia­telefoon kopiëren, zodat u uw nieuwe telefoon kunt gaan gebruiken zonder ook maar iets te missen? U kunt dat gratis doen.
De telefoon is geregistreerd bij het GPRS- of EGPRS-netwerk. Er is een open GPRS- of EGPRS-verbinding. De GPRS- of EGPRS-verbinding is onderbroken (in wachtstand). De telefoon is geregistreerd bij een 3G-/UMTS-netwerk. De telefoon is geregistreerd bij een 3.5G-/HSDPA-netwerk. Bluetooth is geactiveerd. WLAN is geactiveerd. Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander
nummer. Er is een tijdelijk profiel ingeschakeld.
Er is een headset verbonden met de telefoon. De telefoon is via een USB-gegevenskabel aangesloten op een ander
apparaat.
1 Schakel Bluetooth in op beide telefoons.
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth > Aan.
2 Selecteer Menu > Instellingen > Sync. en back-up. 3 Selecteer Telefoonoverdracht > Kop. naar dit apparaat. 4 Selecteer wat u wilt kopiëren en selecteer vervolgens OK. 5 Selecteer uw oude telefoon in de lijst.
14 Oproepen
6 Verzin indien nodig een toegangscode voor deze verbinding en voer deze op beide
telefoons in. Sommige telefoons hebben mogelijk een vast code. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw oude telefoon voor meer informatie.
7 Sta de verbinding en kopieerverzoeken toe wanneer hierom wordt gevraagd.

Het volume van een oproep, nummer of video wijzigen

Blader omhoog of omlaag.
Dankzij de interne luidspreker kunt u vanaf korte afstand spreken en luisteren zonder dat u de telefoon aan uw oor hoeft te houden.
De luidspreker tijdens een oproep activeren
Selecteer Luidspreker.

Uw telefoon gebruiken zonder SIM-kaart

Willen uw kinderen met de telefoon spelen, maar wilt u niet dat ze per ongeluk een oproep plaatsen? Sommige functies van de telefoon, zoals spelletjes en de agenda, kunnen worden gebruikt zonder dat een SIM-kaart is geplaatst. Functies die gedimd worden weergegeven in de menu's, kunnen niet worden gebruikt.

Oproepen

Een oproep tot stand brengen

1 Voer op het startscherm het telefoonnummer in.
Als u een nummer wilt wissen, selecteert u Wissen. Als u het +-teken wilt invoeren, dat wordt gebruikt voor internationale oproepen,
drukt u op +.
2 Druk op de beltoets als u de oproep wilt activeren. 3 Druk op de eindetoets om de oproep te beëindigen.

Het laatst gekozen nummer bellen

Probeert u iemand te bellen, maar neemt diegene niet op? U kunt het eenvoudig opnieuw proberen.
1 Druk op het startscherm op de beltoets. 2 Ga naar het nummer en druk op de beltoets.

Uw gemiste oproepen weergeven

Wilt u zien van wie die gemiste oproep was?
Selecteer Bekijk in het startscherm. De naam van de beller wordt weergegeven als deze is opgeslagen in de contactenlijst.
Loading...
+ 31 hidden pages