Belangrijk: Lees de gedeelten ’Voor uw veiligheid’ en ’Product- en veiligheidsinformatie’ in
de gedrukte gebruikershandleiding of op www.nokia.com/support voordat u het apparaat in
gebruik neemt, voor belangrijke informatie over een veilig gebruik van uw apparaat en batterij.
Lees de gedrukte handleiding om aan de slag te gaan met uw nieuwe apparaat.
11. Sleuf voor openen van achtercover12. Luidspreker
Als u de toetsen automatisch wilt vergrendelen, selecteert u Menu > > Beveiliging >
Blokkering > Aut. toets.blokk. en selecteert u Aan .
Als u de toetsen wilt ontgrendelen, selecteert u Ontgrendelen en drukt u op * .
Vermijd contact met de antenne als de antenne in gebruik is. Contact met antennes kan de
kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens het gebruik leiden tot een
kortere levensduur van de batterij door een hoger stroomverbruik.
Sluit niet aan op producten die een uitgangssignaal afgeven, aangezien dit het apparaat kan
beschadigen. Sluit geen energiebron aan op de audio-aansluiting. Als u externe apparaten of
externe headsets aansluit op de audioaansluiting die niet zijn goedgekeurd voor gebruik met
dit apparaat, moet u extra letten op het geluidsniveau.
Bepaalde onderdelen van het apparaat zijn magnetisch. Metaalhoudende materialen
kunnen door dit apparaat worden aangetrokken. Houd creditcards en andere magnetische
opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media zijn
opgeslagen, kunnen worden gewist.
Sommige accessoires die in deze gebruikershandleiding worden genoemd, zoals een lader,
headset of gegevenskabel, zijn mogelijk apart verkrijgbaar.
Let op: U kunt de telefoon zo instellen dat er om een beveiligingscode wordt gevraagd.
Selecteer Menu > > Beveiliging > Blokkering en stel Beveiligingscode in. Als er een
vooraf ingestelde code is, is dat 12345. Wijzig dit om uw privacy en persoonlijke gegevens te
beschermen. Denk er wel om dat als u de code wijzigt, u deze nieuwe code moet onthouden,
omdat HMD Global deze niet kan openen of omzeilen.
UW TELEFOON INSTELLEN EN INSCHAKELEN
Ontdek hoe u de SIM-kaart, geheugenkaart en batterij kunt plaatsen en hoe u uw telefoon kunt
inschakelen.
Micro-SIM
Belangrijk: Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik met een micro-SIM-kaart (zie
afbeelding). Bij gebruik van incompatibele SIM-kaarten kan de kaart of het apparaat schade
oplopen en kunnen gegevens op de kaart beschadigd raken. Raadpleeg de operator van uw
mobiele telefoon voor het gebruik van een SIM-kaart die een nano-UICC-uitsparing heeft.
Gebruik alleen compatibele geheugenkaarten die zijn goedgekeurd voor gebruik met dit
apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens
op de kaart aantasten.
Let op: Schakel het apparaat uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een lader of een
ander apparaat is verbonden als u covers wilt verwijderen. Raak de elektronische onderdelen
niet aan terwijl u covers verwisselt. Bevestig altijd de covers voordat u het apparaat opbergt
of gebruikt.
Uw telefoon instellen (één SIM)
1. Plaats uw nagel in de kleine sleuf aan de
onderkant van de telefoon, licht de cover
4. Als u een geheugenkaart hebt, schuift u
deze in de geheugenkaartsleuf.
op en verwijder deze.
5. Lijn de contactpunten van de batterij uit en
2. Als de batterij zich in de telefoon bevindt,
plaats de batterij.
licht u deze eruit.
6. Plaats de achtercover weer terug.
3. Schuif de SIM in de SIM-sleuf met het
contactgebied naar beneden gericht.
1. Plaats uw nagel in de kleine sleuf aan de
onderkant van de telefoon, licht de cover
op en verwijder deze.
2. Als de batterij zich in de telefoon bevindt,
licht u deze eruit.
3. Schuif de eerste SIM in SIM-sleuf 1 met
het contactgebied naar beneden gericht.
Schuif de tweede SIM in SIM-sleuf 2.
Beide SIM-kaarten zijn tegelijkertijd
beschikbaar wanneer het apparaat niet
Uw telefoon inschakelen
Houd de -toets ingedrukt.
De SIM-kaart verwijderen
wordt gebruikt, maar als één SIM-kaart
actief is, bijvoorbeeld om een oproep
te plaatsen, is de andere mogelijk niet
beschikbaar.
4. Als u een geheugenkaart hebt, schuift u
deze in de geheugenkaartsleuf.
5. Lijn de contactpunten van de batterij uit en
plaats de batterij.
6. Plaats de achtercover weer terug.
Open de achtercover, verwijder de batterij en schuif de SIM-kaart eruit.
De geheugenkaart verwijderen
Open de achtercover, verwijder de batterij en trek de geheugenkaart eruit.
Uw telefoon en SIM-kaart gebruiken verschillende codes voor de beveiliging.
• PIN- of PIN2-codes: Deze codes beschermen uw SIM-kaart tegen ongeautoriseerd gebruik.
Als u de codes vergeet of deze niet bij uw kaart zijn geleverd, neemt u contact op met uw
netwerkserviceprovider. Als u de code drie keer achter elkaar verkeerd invoert, moet u de
code deblokkeren met de PUK- of PUK2-code.
• PUK- of PUK2-codes: Deze codes zijn nodig om een PIN- of PIN2-code te deblokkeren.
Neem contact op met uw netwerkserviceprovider als de codes niet bij uw SIM-kaart zijn
geleverd.
• Beveiligingscode: Met de beveiligingscode kunt u uw telefoon tegen ongeautoriseerd
gebruik beschermen. U kunt uw telefoon zo instellen dat naar de beveiligingscode die u
opgeeft wordt gevraagd. Houd de code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet
bij de telefoon). Als u de code bent vergeten en de telefoon is vergrendeld, is extra service
nodig. Het is mogelijk dat extra kosten in rekening worden gebracht en dat alle persoonlijke
gegevens op uw telefoon worden verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met
het dichtstbijzijnde servicepunt voor uw telefoon of de leverancier van uw telefoon.
• IMEI-code: De IMEI-code wordt gebruikt voor het identificeren van telefoons in het netwerk.
U moet het nummer mogelijk ook aan uw servicepunt of aan de leverancier van uw telefoon
geven. Als u uw IMEI-nummer wilt weergeven, kiest u *#06# . De IMEI-code van uw telefoon
staat ook afgedrukt op het telefoonetiket dat u vindt onder de batterij. Het IMEI-nummer
staat ook op de originele verkoopdoos.
UW TELEFOON OPLADEN
Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen maar u moet deze mogelijk opnieuw opladen
voordat u uw telefoon kunt gebruiken.
De batterij opladen
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de lader aan op de telefoon. Wanneer de batterij is opgeladen, koppelt u lader los van
de telefoon en vervolgens van het stopcontact.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator
wordt weergegeven.
Tip u kunt het opladen via USB gebruiken wanneer er geen stopcontact beschikbaar is.
Tijdens het opladen van het apparaat kunnen gegevens worden overgebracht. De efficiëntie
van opladen via USB kan sterk variëren en het kan lang duren voordat het opladen start en het
apparaat gaat werken. Zorg ervoor dat uw computer is ingeschakeld.
OPTIMAAL GEBRUIKMAKEN VAN DE TWEE SIM-KAARTEN (TELEFOONS MET
EEN DUBBELE SIM)
Uw telefoon kan twee SIM-kaarten gebruiken en u kunt deze voor verschillende doeleinden
gebruiken.
Selecteren welke SIM-kaart u wilt gebruiken
1. Selecteer Menu > > Connectiviteit > Dual SIM .
2. Als u wilt kiezen welke SIM-kaart u voor oproepen wilt gebruiken, selecteert u
Voorkeurs-SIM voor oproepen en selecteert u SIM1 of SIM2 .
3. Als u wilt kiezen welke SIM u voor berichten wilt gebruiken, selecteert u
Voorkeurs-SIM voor berichten en selecteert u SIM1 of SIM2 .
4. Als u wilt kiezen welke SIM u voor mobiele data wilt gebruiken, selecteert u
Mobiele gegev.verb. , schakelt u Mob. data in en selecteert u SIM1 of SIM2 .
Oproepen doorschakelen tussen uw twee SIMs
Maak optimaal gebruik van uw twee SIM-kaarten. Als u uw oproepen tussen uw SIMs
doorschakelt en iemand u tijdens een oproep op de ene SIM belt op de andere SIM-kaart, kunt
u uw oproepen vanaf beide SIMs beheren, net als met slechts één SIM.
Zorg ervoor dat u twee in uw telefoon geplaatste SIM-kaarten hebt.