CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RH-30 conform is aan de
bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG.Een kopie van de conformiteitsverklaring
kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People en Xpress-on en Pop-Port zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken
of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2004. Tegic
Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere,
incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het
toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid,
betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede
begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de
dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
9356885 / Uitgave 2
Inhoudsopgave
VOOR UW VEILIGHEID .......................................................................................... 9
2. Aan de slag ......................................................................................................20
De SIM-kaart en de batterij installeren .............................................................................................. 20
De covers verwisselen .............................................................................................................................. 22
De batterij opladen ...................................................................................................................................24
De telefoon in- en uitschakelen............................................................................................................25
Tekst intoetsen ........................................................................................................................................... 30
Tekstinvoer met woordenboek............................................................................................................ 31
Tekstinvoer met woordenboek in- en uitschakelen..................................................................31
Tekstinvoer met woordenboek ........................................................................................................31
Opties voor de bestanden in de Galerij............................................................................................83
Media (menu 6)..........................................................................................................................................84
Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig
aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren.
ACCESSOIRES EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte
producten aan.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de
gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde
veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
MAAK BACK-UPS
Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
BELLEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Toets het net- en abonneenummer in
en druk op . Als u een oproep wilt beëindigen, drukt u op . Als u een
oproep wilt beantwoorden, drukt u op .
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is op om
het scherm leeg te maken (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu
af te sluiten, enzovoort). Toets het alarmnummer in en druk op . Geef op
waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek niet voordat u daarvoor toestemming
hebt gekregen.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan de geldende wetgeving en de
regelgeving ten aanzien van de privacy en wettelijke rechten van anderen.
■ Netwerkdiensten
De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik in
de netwerken EGSM 900, GSM 1800 en GSM 1900.
De tribandfunctie is een netwerkfunctie. Vraag de exploitant van uw telefoonnetwerk of u
zich op deze functie kunt abonneren.
Deze draadloze telefoon is een 3GPP GSM Release 99-terminal met ondersteuning voor
(E)GPRS. De telefoon is zodanig ontworpen dat deze ook Release 97 GPRS-netwerken
ondersteunt. Een juiste werking in alle Release 97 GPRS-netwerken kan echter niet worden
gegarandeerd. Neem contact op met de serviceprovider of dichtsbijzijnde Nokia-dealer voor
meer informatie.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn
speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas van
deze diensten gebruik maken wanneer u zich via de exploitant van uw thuisnet op de
gewenste dienst(en) hebt geabonneerd en de gebruiksinstructies hebt ontvangen.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige netwerken geen ondersteuning bieden
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Deze apparatuur is
bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-7, ACP-12 en LCH-12.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die zijn
goedgekeurd door de fabrikant van de telefoon voor gebruik met dit type telefoon.
Het gebruik van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en
kan bovendien gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
Als u de stekker van een accessoire uit het stopcontact verwijdert, moet u aan de
Met Nokia PC Suite kunt u bijvoorbeeld nieuwe beltonen en achtergronden maken
en de foto's beheren die u hebt vastgelegd met de camera in de telefoon. U kunt
ook nieuwe gestanste covers maken op basis van uw foto's. Nokia PC Suite is
beschikbaar op de website van Nokia, www.nokia.com.
■ Toegangscodes
• Beveiligingscode: Deze code wordt bij de telefoon geleverd.
De beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De
standaardcode is 12345.
Wijzig de code en stel de telefoon in op het vragen naar de code. Hiervoor
gebruikt u de functies Toegangscodes en Beveiligingsniveau in het menu
Beveiligingsinstellingen. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een
veilige plaats uit de buurt van de telefoon.
• PIN-code: De PIN-code (Personal Identification Number) wordt bij de
SIM-kaart geleverd en beveiligt de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Als u
de functie PIN-code vragen in het menu Beveiligingsinstellingen activeert,
wordt naar de code gevraagd telkens als de telefoon wordt ingeschakeld.
Als u driemaal na elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart
geblokkeerd. Toets de PUK-code in en druk op OK. Toets een nieuwe PIN-code
in en druk op OK. Toets de nieuwe code nogmaals in en druk op OK.
• PIN2-code: Deze code, die bij sommige SIM-kaarten geleverd wordt, is nodig
om toegang te krijgen tot bepaalde functies, zoals kostentellers.
• PUK-code en PUK2-code: Deze codes worden mogelijk bij de SIM-kaart
geleverd. Als dit niet het geval is, neemt u contact op met de netwerkoperator.
• Blokkeerwachtwoord: Deze code hebt u nodig wanneer u de functie Oproepen
blokkeren in het menu Beveiligingsinstellingen gebruikt.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in de telefoon maken gebruik van het gedeelde geheugen:
lijst met contacten, tekst- en multimediaberichten, afbeeldingen en beltonen in
het menu Galerij, opname-eenheid, agendanotities en Java
toepassingen. Wanneer een van deze functies wordt gebruikt, is er minder
geheugen beschikbaar voor de overige functies die van het gedeelde geheugen
gebruikmaken. Dit geldt met name als u een van deze functies intensief gebruikt.
Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen opslaat, kan dit al het geheugen in de
telefoon in beslag nemen en wordt een bericht weergegeven dat het geheugen vol
is. In dat geval verwijdert u een aantal items uit de functies in het gedeelde
geheugen voordat u verdergaat.
U kunt de hoeveelheid vrij en gebruikt gedeeld geheugen controleren met de optie
Geheugenstatus in het menu Telefooninstellingen (zie pagina 77).
U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld afbeeldingen en beltonen) en
Java-toepassingen van internetsites naar de telefoon downloaden
(netwerkdienst).
1. Selecteer de downloadfunctie in het menu Toepassingen of Galerij. Zie de
beschrijving van het betreffende menu voor informatie over het gebruik van de
downloadfunctie.
Een lijst met bookmarks wordt weergegeven. Selecteer Meer bookmarks als u
de bookmarks wilt weergeven die beschikbaar zijn in het menu Diensten.
2. Selecteer de bookmark van de internetpagina die u wilt openen. Als de
verbinding niet tot stand wordt gebracht, wijzigt u de actieve set
verbindingsinstellingen in het menu Diensten en probeert u het nogmaals. Volg
de instructies die u via de dienst krijgt.
Informeer bij de netwerkoperator en/of serviceprovider naar de
beschikbaarheid en tarieven van de verschillende browserdiensten.
Nokia staat niet garant voor toepassingen van sites die niet van Nokia zijn. Als u
van deze sites Java-toepassingen wilt downloaden, moet u net zoals voor andere
sites maatregelen treffen om de veiligheid of inhoud van de site te garanderen.
■ (E)GPRS
GPRS (General Packet Radio Service) is een netwerkdienst waarmee mobiele
telefoons kunnen worden gebruikt voor het verzenden en ontvangen van
gegevens via een IP (Internet Protocol)-netwerk. Via een GPRS-verbinding kunt u
bijvoorbeeld multimediaberichten verzenden en ontvangen (netwerkdienst).
EGPRS (Enhanced GPRS) lijkt op GPRS maar maakt snellere verbindingen mogelijk.
U kunt gebruikmaken van de (E)GPRS-dienst door u hierop te abonneren via de
netwerkoperator of serviceprovider en door de GPRS-instellingen op te slaan voor
de functies die u via het (E)GPRS-netwerk wilt gebruiken. Neem contact op met de
netwerkoperator of serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid,
tarieven en verbindingssnelheden.
Wanneer u GPRS hebt geselecteerd als gegevensdrager, maakt de telefoon gebruik
van EGPRS in plaats van GPRS als het netwerk die mogelijkheid biedt. U kunt niet
kiezen tussen EGPRS en GPRS, maar voor sommige toepassingen, zoals browsen
door WAP- of xHTML-pagina’s, kunt u een keuze maken tussen GPRS en
GSM-gegevens (CSD, Circuit Switched Data).
Zie pagina 74 voor informatie over de pictogrammen die tijdens een
(E)GPRS-verbinding worden weergegeven.
1. Aan/uit-toets
Hiermee schakelt u de telefoon in en uit.
2. Bladertoetsen in 4 richtingen ( , , en )
3. Selectietoetsen
Deze toetsen voeren de functie uit die boven
de toets wordt weergegeven.
4. Met kunt u een telefoonnummer kiezen en
een oproep beantwoorden. Als u vanuit de
standby-modus op deze toets drukt, wordt de
lijst met de laatstgekozen nummers
weergegeven.
5. Met kunt u het actieve gesprek beëindigen
of een oproep weigeren. Hiermee sluit u elke
functie af.
6. - kunt u cijfers en letters invoeren.
en worden voor verschillende bewerkingen in verschillende functies
4. Infraroodpoort voor draadloze verbinding met een compatibel apparaat.
5. Cameralens.
TM
-aansluiting om een compatibele toebehoren op de telefoon aan te
■ Belangrijke indicatoren in de standby-modus
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt
de telefoon zich in de standby-modus. De pictogrammen voor de verschillende
telefoonfuncties worden beschreven waar de functie aan bod komt in deze
gebruikershandleiding.
1. Toont de naam of het operatorlogo van het netwerk
waarin de telefoon wordt gebruikt.
2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op
uw huidige positie. Hoe hoger de balk, des te sterker
het signaal.
3. Toont de capaciteit van de batterij. Hoe hoger de
balk, des te groter de capaciteit van de batterij.
4. De linkerselectietoets is ingesteld op Menu.
5. De rechterselectietoets kan zijn ingesteld op Contact. of op de functie
(bijvoorbeeld Favoriet.) die u hebt geselecteerd met de instelling Rechter
selectietoets in het menu Favorieten (zie pagina 72). Het is ook mogelijk dat de
toets is ingesteld op een naam of logo van een netwerkoperator.
• Contact. opent het menu Contacten.
• Favoriet. toont de functies die zijn gedefinieerd met Opties Favorieten
selecteren in het menu Favorieten.
• Met de operatortoets kunt u de homepage van de operator openen.
■ Zaklamp
Aan de onderkant van de telefoon bevindt zich een zaklamp. U kunt de zaklamp
in- en uitschakelen (mits de toetsen niet geblokkeerd zijn) door ingedrukt te
houden vanuit de standby-modus, wanneer u geen tekens hebt ingetoetst.
• Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen
of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart
vastpakt, plaatst of verwijdert.
Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen, eventuele
toebehoren loskoppelen en de batterij verwijderen.
1. De achtercover verwijderen:
Schuif de ontgrendeling van de achtercover
(1) in de richting van de bovenkant van de
telefoon en verwijder de cover van de
telefoon (2).
2. Verwijder de batterij door deze bij de
uitsparing uit de telefoon te tillen (3).
3. Maak de SIM-kaarthouder los door de kaarthouder omlaag te schuiven (4) en
te openen (5).
Plaats de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder (6) en zorg er daarbij voor dat de
afgeronde hoeken op de cameralens gericht zijn. Zorg ervoor dat de
goudkleurige contactpunten op de kaart naar onderen zijn gericht en dat de
kaart juist is geplaatst.
4. Sluit de SIM-kaarthouder (7) en schuif deze naar voren zodat deze vastklikt (8).
6. De achtercover terugplaatsen:
Plaats de achtercover op de bovenkant van de
telefoon (10). Druk de achtercover vanaf de
onderzijde tegen de telefoon totdat de cover
vastklikt (11).
■ De covers verwisselen
Schakel de telefoon altijd uit en zorg ervoor dat de telefoon niet met een oplader of ander
apparaat is verbonden als u de cover wilt verwisselen. Raak de elektronische onderdelen niet
aan als u de covers verwisselt. Zorg er altijd voor dat u de covers weer bevestigt voordat u de
telefoon opbergt of gebruikt.
De telefoon wordt geleverd met enkele gestanste covers, vervaardigd en
goedgekeurd door Nokia, waarmee u de telefoon snel een ander uiterlijk kunt
geven. U kunt ook zelf covers maken.
Opmerking: Gebruik alleen normaal papier voor standaardprinters (met
een gewicht van 60-135 g/m2) dat niet dikker dan 0,3 mm is. De kleuren
of inkt die in of op het papier worden gebruikt, mogen geen
metaaldeeltjes bevatten.
1. Verwijder de achtercover zoals beschreven op pagina 20.
2. Trek voorzichtig de bovenkant van de voorcover van
de telefoon (1) en verwijder de cover.
3. Verwijder de oude gestanste cover van de
achtercover en de oude gestanste cover plus
toetsensjabloon van de voorcover.
4. Leg de nieuwe gestanste cover op de voorcover (2).
5. Leg de toetsensjabloon op de gestanste cover (3).
Zorg ervoor dat de toetsensjabloon correct is
geplaatst.
6. Plaats de voorcover terug door de onderkant
van de telefoon uit te lijnen met de onderkant
van de cover (4). Druk de bovenkant van de
telefoon tegen de cover totdat deze
vastklikt (5).
7. Leg de gestanste cover op de
achtercover door de gestanste
cover tussen de twee geleiders in
het midden en aan de onderkant
van de achtercover te schuiven (6).
8. Plaats de achtercover terug zoals
wordt beschreven in stap 6 bij De
SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 20. Zorg ervoor dat de
achtercover correct is geplaatst.
■ De batterij opladen
1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op
de onderkant van de telefoon.
2. Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos.
De indicatiebalk voor het opladen begint te
schuiven. Als de batterij helemaal leeg is, kan het
enkele minuten duren voordat de batterij-indicator wordt weergegeven.
Tijdens het opladen kunt u de telefoon gewoon gebruiken.
• Het opladen van de BLD3-batterij die bij de telefoon wordt geleverd, duurt
ongeveer twee uur en 40 minuten met de ACP7-lader.
3. Als de batterij volledig is opgeladen, stopt de indicatiebalk. Haal de stekker van
de lader uit de wandcontactdoos en maak de lader los van de telefoon.
Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
• Als de PIN-code of beveiligingscode wordt gevraagd, toetst
u de code in en drukt u op OK.
• Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider
als de tekst SIM plaatsen wordt weergegeven ook al is de
SIM-kaart juist geplaatst, of als SIM-kaart niet ondersteund
wordt weergegeven. De telefoon ondersteunt geen 5-volts
SIM-kaarten en de kaart moet mogelijk worden verwisseld.
TIPS VOOR EFFICIËNT GEBRUIK: De telefoon heeft een ingebouwde
antenne. Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig
contact met de antenne (het blauwe gebied in de afbeelding) te worden
vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne
kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor
zorgen dat de telefoon meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. Door
de antenne tijdens een gesprek niet aan te raken, optimaliseert u de
prestaties van de antenne en de gesprekstijd van de telefoon.
1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u het nummer in het display
wilt wijzigen, drukt u op of om de cursor te verplaatsen en op Wis om het
teken links van de cursor te verwijderen.
Voor internationale gesprekken: Druk tweemaal op voor het plusteken (+)
en toets de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het
telefoonnummer in.
2. Druk op om het nummer te bellen.
Het volume aanpassen: Druk op om het volume te verhogen of op om het
volume te verlagen.
De telefoon handsfree gebruiken: Zie De luidspreker gebruiken op pagina 30.
3. Druk op om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken.
Zie ook Functies tijdens een gesprek op pagina 29.
Bellen met behulp van de lijst met contacten
Druk vanuit de standby-modus op . Toets de eerste letter(s) in van de naam die
bij het telefoonnummer is opgeslagen. Ga met of naar de gewenste naam.
Druk op om te bellen.
Druk vanuit de standby-modus eenmaal op om de lijst met maximaal
10 laatstgekozen nummers weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de
gewenste naam en druk op om het nummer te bellen.
Druk tweemaal op vanuit de standby-modus om het laatstgekozen nummer te
herhalen.
Uw voicemail bellen
Houd ingedrukt vanuit de standby-modus of druk op en om uw
voicemail te bellen (netwerkdienst). Zie ook Spraakberichten op pagina 54.
Wanneer u een spraakbericht hebt ontvangen, wordt bovenaan in het display
weergegeven (netwerkdienst). Druk op Luister om het voicemailnummer te bellen.
Snelkeuzetoetsen
Als u een telefoonnummer hebt geprogrammeerd onder een van de
snelkeuzetoetsen, tot en met (zie Snelkeuze op pagina 66), kunt u dat
nummer op een van de volgende manieren bellen:
• Druk vanuit de standby-modus op de gewenste cijfertoets en op . OF:
• Als de functie Snelkeuze (zie pagina 76) is ingeschakeld, houdt u de
snelkeuzetoets ingedrukt in de standby-modus totdat het kiezen is gestart.
Bellen tijdens een gesprek (netwerkdienst)
Druk tijdens een gesprek op Opties en kies Nieuwe oproep. Toets het
telefoonnummer in of haal het op uit de lijst met contacten en druk op Bellen of
op . Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst.
• Als u wilt schakelen tussen de twee gesprekken, drukt u op Wisselen of op .
U kunt het actieve gesprek beëindigen door op te drukken of door op
Opties te drukken en Beëindigen te selecteren. Druk op Opties en selecteer
Alles afsluiten als u beide gesprekken wilt beëindigen.
• Als u de twee gesprekken wilt opnemen in een conferentiegesprek
(netwerkdienst), drukt u op Opties en selecteert u Conferentie. Als u een
privé-gesprek met een van de deelnemers wilt voeren, selecteert u Apart en
selecteert u de gewenste deelnemer. Als u weer aan het conferentiegesprek
wilt deelnemen, selecteert u Conferentie. Druk op als u het gesprek wilt
beëindigen.
■ Inkomende oproepen beantwoorden of weigeren
Druk op om de oproep te beantwoorden. Als u de beltoon wilt uitschakelen,
drukt u op Stil.
Als u het gesprek in de wachtstand wilt weigeren, drukt u op of kiest u Opties
en selecteert u Weigeren. Het geweigerde gesprek wordt doorgeschakeld als u een
optie voor doorschakelen hebt ingesteld, bijvoorbeeld Doorschakelen indien in
gesprek.
Wachtfunctie
Als u de functie Wachtfunctieopties in het menu Oproepinstellingen hebt
geactiveerd, kunt u een oproep beantwoorden terwijl een gesprek actief is
(netwerkdienst). Druk op Opnemen of op om het gesprek in de wachtstand te
beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst.
Als de toetsen geblokkeerd zijn, kunt u een oproep beantwoorden door op te
drukken. Tijdens een gesprek kan de telefoon op de normale wijze worden
gebruikt. Wanneer u het gesprek wilt beëindigen of weigeren, worden de toetsen
automatisch geblokkeerd.
U kunt instellen dat de toetsen na een bepaald tijdsinterval automatisch moeten
worden geblokkeerd. Zie Automatische toetsblokkering op pagina 77.
Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon
(bijvoorbeeld 112, 911 of een ander officieel alarmnummer). Toets het
alarmnummer in en druk op . Het nummer wordt pas weergegeven nadat u het
laatste cijfer hebt ingetoetst.
■ De luidspreker gebruiken
De telefoon is uitgerust met een luidspreker waarmee u de telefoon handsfree
kunt gebruiken tijdens een gesprek. Houd de telefoon niet tegen uw oor wanneer
de luidspreker wordt gebruikt. Het volume kan zeer luid zijn.
De luidspreker inschakelen: Druk op Opties tijdens een gesprek en selecteer
Luidspreker, of druk op Luidspr. als deze optie beschikbaar is. Als de luidspreker
actief is, wordt weergegeven in de standby-modus.
De luidspreker uitschakelen: Druk op Opties en selecteer Telefoon, of druk op
Telefoon als deze optie beschikbaar is.
■ Tekst intoetsen
U kunt tekst, bijvoorbeeld berichten of agendanotities, intoetsen in de modus voor
tekstinvoer met woordenboek of de modus voor gewone tekstinvoer.