CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart, NOKIA CORPORATION, dat het toestel RM-189 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere
relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende
website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
0434
De doorgekruiste container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden
afval-verzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levenscyclus. Dit geldt voor het apparaat, maar
ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande
geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2006. Tegic Communications, Inc.
All rights reserved.
Nokia en Nokia Connecting People zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten
en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of
indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen
enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet,
daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald
doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S.
en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
9248572 / Versie 2
Inhoud
Voor uw veiligheid................................................................................................................................ 5
Nokia-ondersteuning op het web...................................................................................................................................................... 8
1. Aan de slag ....................................................................................................................................... 9
De SIM-kaart en batterij installeren................................................................................................................................................. 9
De batterij opladen ............................................................................................................................................................................. 10
De telefoon in- en uitschakelen...................................................................................................................................................... 10
Toetsen en onderdelen....................................................................................................................................................................... 11
Sneltoetsen in de stand-by modus................................................................................................................................................. 12
De toetsen blokkeren.......................................................................................................................................................................... 12
Bellen en een oproep beantwoorden............................................................................................................................................. 13
Radio ....................................................................................................................................................................................................... 23
5. Informatie over de batterij............................................................................................................. 27
Opladen en ontladen .......................................................................................................................................................................... 27
Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia-batterijen ............................................................................ 28
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar
zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief
beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische
apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in
vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of
chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd.
Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende
apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de eindetoets om het
scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en druk op de beltoets.
Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM 900- en GSM
1800-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten
van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn
ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar
kan veroorzaken.
■ Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies
van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn
mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider
voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik
van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik
van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde
taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw
apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook
speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem
voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
De beveiligingscode die bij de telefoon wordt geleverd, beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik.
De standaardcode is 12345.
De PIN-code die bij de SIM-kaart wordt geleverd, beveiligt de kaart tegen onbevoegd gebruik. De PIN2-code die
bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd, is nodig voor toegang tot sommige diensten. Als u driemaal na elkaar
een onjuiste PIN- of PIN2-code invoert, wordt u gevraagd de PUK- of PUK2-code in te toetsen. Neem contact
op met uw serviceprovider als u niet over deze codes beschikt.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen om in te stellen hoe de telefoon de toegangscodes en
beveiligingsinstellingen moet gebruiken.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen: Berichten en Componist.
Door het gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige
functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel tekstberichten opslaat, kan het gebeuren dat al het
beschikbare geheugen wordt gebruikt. Het is mogelijk dat op uw apparaat een bericht wordt weergeven dat het
geheugen vol is, wanneer u een functie probeert te gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit
geval voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn
opgeslagen. Aan sommige functies, zoals Contacten, is mogelijk afzonderlijk een bepaalde hoeveelheid
geheugen toegewezen naast het geheugen dat met andere functies wordt gedeeld.
■ Nokia-ondersteuning op het web
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding,
aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider,
netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Deze telefoon is bestemd voor gebruik met een BL-5C-batterij.
1. Druk op de ontgrendeling en verschuif de achtercover om deze te verwijderen (1). Trek de batterij naar
boven om deze te verwijderen (2).
2. Trek de SIM-kaarthouder voorzichtig bij de uitsparing naar boven (3). Plaats de SIM-kaart in de houder
en zorg er daarbij voor dat de afgeronde hoek zich rechtsboven bevindt en het goudkleurige contactgebied
naar beneden is gericht (4). Sluit de SIM-kaarthouder en druk erop totdat deze vastklikt (5).
3. Plaats de batterij en achtercover terug (6, 7).
Opmerking: Schakel het apparaat altijd uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een lader of een
ander apparaat is verbonden als u de covers wilt verwijderen. Raak de elektronische onderdelen niet
aan terwijl u de covers verwisselt. Bevestig altijd de covers voordat u het apparaat opbergt of gebruikt.
■ De batterij opladen
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd
voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen
vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld
voor gebruik met een AC-2-lader.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren.
1. Sluit de lader aan op een wandcontactdoos.
2. Sluit de lader aan op de telefoon. De indicatiebalk van de batterij begint te schuiven.
Als de batterij volledig is opgeladen, stopt de indicatiebalk.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
■ De telefoon in- en uitschakelen
Druk op de eindetoets en houd deze enige tijd ingedrukt.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden
vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de
gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de
prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te
raken wanneer u het apparaat gebruikt.
Opmerking: Raak de aansluiting niet aan. Deze is alleen bedoeld voor gebruik door
bevoegd onderhoudspersoneel.
■ Toetsen en onderdelen
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingetoetst, bevindt de
telefoon zich in de stand-by modus.
Waarschuwing: De bladertoets in dit apparaat kan nikkel bevatten. Het is niet de bedoeling dat deze
langdurig contact maakt met de huid. Wanneer huid langdurig wordt blootgesteld aan nikkel, kan dit
tot nikkelallergie leiden.
■ Sneltoetsen in de stand-by modus
Blader omhoog om naar Oproepinfo te gaan.
Blader omlaag om naar de lijst met namen en nummers te gaan die zijn opgeslagen in Contacten.
Blader naar links om een bericht in te toetsen.
Blader naar rechts om de agenda te activeren.
Houd ingedrukt om de radio te activeren.
Druk op de rechterselectietoets (Ga naar) om de functies in de lijst met snelkoppelingen te bekijken.
Druk eenmaal op de beltoets om de lijst met gekozen nummers te openen. Ga naar de gewenste naam of
het gewenste nummer en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
■ De toetsen blokkeren
Selecteer in de stand-by modus Menu en druk k ort op * om de toetsen te vergrendelen zodat er niet per
ongeluk op een toets kan worden gedrukt; selecteer Vrijgev. en druk kort op * om de vergrendeling op te heffen.
Als u de toetsen automatisch na een vooraf opgegeven tijdsduur wilt vergrendelen wanneer de telefoon in de
stand-by modus staat en er geen functie van de telefoon is gebruikt, selecteert u Menu > Instellingen >
Telefooninstellingen > Instellingen voor toetsenblokkering > Automatische toetsenblokk. > Aan. Selecteer
Toetsenblokkeringscode om in te stellen dat naar de beveiligingscode wordt gevraagd wanneer u de
vergrendeling opheft.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Toets het
alarmnummer in en druk op de beltoets. Mogelijk wordt het alarmnummer dat u intoetst niet weergegeven in het scherm.
Als u wilt bellen, toets u het telefoonnummer in (eventueel inclusief de landcode en het netnummer). Druk op
de beltoets om het nummer te kiezen. Blader naar rechts of links om het volume van het luistergedeelte of de
hoofdtelefoon tijdens een gesprek te verhogen of te verlagen.
Een conferentiegesprek is een netwerkdienst waarbij maximaal vijf personen aan hetzelfde gesprek
kunnen deelnemen. Als u een nieuwe deelnemer wilt bellen, selecteert u Opties > Nieuwe oproep. Selecteer
desgewenst Wissen om het scherm te wissen. Toets het gewenste nummer in en druk op de beltoets. Als
de nieuwe oproep wordt beantwoord, betrekt u de deelnemer bij het gesprek door Opties > Conferentie te
selecteren.
Druk op de beltoets om een inkomende oproep te beantwoorden. Als u de oproep wilt weigeren zonder deze
te beantwoorden, drukt u op de eindetoets.
■ Luidspreker
Indien beschikbaar, kunt u Luidspr. of Hoorn selecteren om de luidspreker of het luistergedeelte van de
telefoon te activeren tijdens een gesprek.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt,
aangezien het volume erg luid kan zijn.
■ Spraakberichten
U kunt uw voicemail bellen door 1 ingedrukt te houden in de stand-by modus (netwerkdienst). Wanneer u de
eerste keer belt, moet u mogelijk het nummer invoeren. Raadpleeg uw serviceprovider voor het nummer van uw
voicemail.
U kunt tekst intoetsen via normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek.
Als u de normale tekstinvoer wilt gebruiken, drukt u herhaaldelijk op de toets totdat de letter verschijnt. Als u
de methode van tekstvoorspelling wilt inschakelen tijdens het invoeren van tekst, selecteert u Opties >
Woordenboek en de gewenste taal. U schakelt de tekstvoorspelling uit door Opties > Woordenbk uit te
selecteren.
Bij de methode voor tekstvoorspelling drukt u slechts eenmaal op elke toets voor één letter. Als het gewenste
woord wordt weergegeven, drukt u op 0 en toetst u het volgende woord in. Als u het woord wilt wijzigen, drukt
u op * totdat het gewenste woord wordt weergegeven. Als een vraagteken (?) achter het woord wordt
weergegeven, staat het woord niet in het woordenboek. Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen,
selecteert u Spellen, toetst u het woord in (via normale tekstinvoer) en selecteert u OK.
Tips voor het intoetsen van tekst: als u een spatie wilt invoegen, drukt u op 0. Als u snel de methode voor
tekstinvoer wilt wijzigen, drukt u herhaaldelijk op # en controleert u het symbool bovenaan in het scherm.
Als u een cijfer wilt toevoegen, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt. Druk op * voor een lijst met speciale
tekens als u tekst invoert via de methode voor gewone tekstinvoer. Als u tekst invoert via de methode voor
tekstinvoer met woordenboek, houdt u * ingedrukt voor een lijst met speciale tekens.
Als u het wissen van het bericht in het bewerkingsvenster ongedaan wilt maken, selecteert u Opties >
De telefoonfuncties zijn gegroepeerd in menu's. Niet alle menufuncties of opties worden hier beschreven.
Selecteer in de stand-by modus Menu en het gewenste menu en submenu. Selecteer Uit of Terug om het
huidige menu te verlaten. Druk op de eindetoets om direct terug te keren naar de stand-by modus.
■ Berichten
De berichtdiensten kunnen alleen worden gebruikt als deze worden ondersteund door uw netwerk
of serviceprovider.
Berichtinstellingen
Als u de berichtinstellingen wilt wijzigen, selecteert u Menu > Berichten > Berichtinstellingen en maakt u een
keuze uit het volgende:
Verzendprofiel — Selecteer Nummer berichtencentrale om het telefoonnummer op te slaan dat vereist is voor
het verzenden van tekst- en afbeeldingberichten. Dit nummer krijgt u van uw netwerkoperator. Selecteer
Berichten verzenden als (netwerkdienst) om het berichttype (Tekst, Fax, Semafoon of E-mail) te kiezen.
Selecteer Geldigheid van berichten (netwerkdienst) om op te geven hoe lang het netwerk moet proberen uw
bericht af te leveren.
Tekenondersteuning (netwerkdienst) — Hiermee stelt u in of de codering Volledig of Gereduceerd wordt
gebruikt tijdens het verzenden van een tekstbericht.
Gefilterde nummers — Hiermee kunt u de lijst met gefilterde nummers weergeven of bewerken. Berichten van
gefilterde nummers worden rechtstreeks opgeslagen in de map Gefilterde berichten.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht. Langere
berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in
rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties zoals het Chinees, nemen
meer ruimte in beslag waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt.
Het aantal beschikbare tekens en het nummer van het huidige gedeelte van een bericht uit meerdere delen
wordt rechtsboven in het scherm weergegeven
(bijvoorbeeld 918/1).
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht schrijven.
2. Toets het bericht in.
3. Selecteer Opties > Verz enden, toets het telefoonnummer van de ontvanger in en selecteer OK om het
bericht te verzenden.
Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, kan het zijn dat op het apparaat de melding Bericht verzonden wordt
weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale
dat in het apparaat is geprogrammeerd. Dit is geen indicatie dat het bericht is aangekomen op de doellocatie.
Raadpleeg uw serviceprovider voor meer informatie over berichtdiensten.
Inbox, Verzonden items en Concepten
Als u tekstberichten hebt ontvangen, wordt in de stand-by modus het aantal nieuwe berichten
enweergegeven. Selecteer Tonen om de berichten direct weer te geven of selecteer Uit om de
berichten later weer te geven in Menu > Berichten > Inbox.
In Concepten kunt u de berichten bekijken die u hebt opgeslagen met Bericht opslaan. In Verzonden items
kunt u de berichten bekijken die u hebt verzonden.
U kunt met Chatten (netwerkdienst) tekstberichten uitwisselen met anderen. Elk chatbericht wordt verzonden
als een afzonderlijk tekstbericht. De berichten die tijdens een chatsessie worden ontvangen en verzonden,
worden niet opgeslagen.
Als u een chatsessie wilt starten, selecteert u Menu > Berichten > Chatten of selecteert u Opties > Chatten
tijdens het lezen van een ontvangen tekstbericht.
Beeldberichten
U kunt berichten met afbeeldingen verzenden en ontvangen (netwerkdienst). Ontvangen afbeeldingberichten
worden opgeslagen in Inbox. Elk afbeeldingbericht is samengesteld uit meerdere tekstberichten. Het verzenden
van een afbeeldingbericht kan dus meer kosten dan het verzenden van een tekstbericht.
Opmerking: De functie voor beeldberichten kan alleen worden gebruikt als uw netwerkoperator of serviceprovider
hiervoor ondersteuning biedt. Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen beeldberichten
ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het
ontvangende apparaat.
Berichten verwijderen
Als u alle gelezen berichten of alle berichten in een map wilt verwijderen, selecteert u Menu > Berichten >
Berichten verwijderen > Alle gelezen of de gewenste map.
■ Contacten
U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de
SIM-kaart. In het geheugen van de telefoon kunnen maximaal 200 namen worden opgeslagen.
Zoek een contact door in de stand-by modus omlaag te bladeren en de eerste letters van de naam
in te toetsen. Ga naar de gewenste naam.
U kunt ook Menu > Contacten selecteren en een keuze maken uit de volgende opties:
Contact toevoegen — Hiermee kunt u namen en nummers opslaan in de lijst met contacten.
Kopiëren — Hiermee kunt u namen en nummers afzonderlijk of allemaal tegelijk kopiëren van het interne
geheugen naar het geheugen van de SIM-kaart en omgekeerd.
Verwijderen — Hiermee kunt u namen en nummers afzonderlijk of allemaal tegelijk verwijderen uit de lijst met
contacten.
Snelkeuze — Hiermee kunt u de snelkeuzetoetsen activeren en de nummers wijzigen die aan de sneltoetsen zijn
toegewezen.
Eigen nummers — Hiermee kunt u de telefoonnummers bekijken die aan uw SIM-kaart zijn toegewezen, als de
nummers op uw SIM-kaart zijn opgeslagen.
Instellingen voor contacten
Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en selecteer een van de volgende opties:
Gebruikt geheugen — Hiermee kunt u opgeven of namen en nummers worden opgeslagen in het geheugen
van de Telefoon of het geheugen van de SIM-kaart. Wanneer u de SIM-kaart wijzigt, wordt automatisch
het geheugen van de SIM-kaart geselecteerd.
Weergave Contacten — Hiermee kunt u aangeven hoe namen en telefoonnummers worden weergegeven.
Wanneer u de Details van een contactpersoon weergeeft, wordt weergegeven bij namen en nummers
die zijn opgeslagen in het geheugen van de SIM-kaart en wordt weergegeven bij namen en nummers
die zijn opgeslagen in het interne telefoonboek.
Geheugenstatus — Hiermee kunt u controleren hoeveel namen en nummers al zijn opgeslagen en hoeveel
namen en nummers nog kunnen worden opgeslagen in de lijsten.
■ Oproepinfo
Uw telefoon registreert het aantal gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, evenals de lengte
van uw gesprekken en het aantal verzonden en ontvangen berichten. Het netwerk moet deze
functies ondersteunen en de telefoon moet zijn ingeschakeld en zich binnen het gebied van de netwerkdienst
bevinden.
Wanneer u Menu > Oproepinfo > Gemiste oproepen, Ontvangen oproepen of Gekozen nummers > Opties
selecteert, kunt u de tijd van het gesprek weergeven, het geregistreerde nummer bewerken, weergeven of
bellen, het nummer toevoegen aan de lijst met contacten of aan de lijst met gefilterde nummers of het
nummer verwijderen uit de lijst met laatste oproepen. Tevens kunt u een tekstbericht verzenden. Als u de lijst
met laatste oproepen opnieuw wilt instellen, selecteert u Menu > Oproepinfo > Laatste opr. verwijderen en de
gewenste lijsten.
Selecteer Menu > Oproepinfo > Oproepduur om de duur van het laatste gesprek, van alle ontvangen of alle
gekozen oproepen of van alle gesprekken weer te geven.
Als u de gesprekstellers opnieuw wilt instellen, selecteert u Timers op nul zetten, toetst u de beveiligingscode in
en selecteert u OK.
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten, kan variëren, afhankelijk
van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
■ Instellingen
In dit menu kunt u verschillende instellingen van de telefoon wijzigen. Selecteer Fabrieksinstell.
herstellen om een aantal menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden in te stellen.
Tooninstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Tooninstellingen en selecteer een van de volgende opties:
Type beltoon — Hiermee stelt u de toon voor inkomende oproepen in.
Beltoonvolume — Hiermee stelt u het volume voor de beltonen en waarschuwingstonen in. Als u
Beltoonvolume instelt op niveau 2 of hoger, stijgt het volume van niveau 1 naar het niveau voor inkomende
oproepen.
Trilsignaal — Hiermee stelt u in dat de telefoon trilt wanneer u een gesprek of tekstbericht ontvangt.
Berichtensignaaltoon — Hiermee kunt u de toon selecteren die moet klinken als een tekstbericht binnenkomt.
Waarschuwingstonen — Hiermee kunt u waarschuwingssignalen instellen, bijvoorbeeld wanneer de capaciteit
van de batterij laag is.
Weergave-instellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Weergave-instellingen en maak een keuze uit het volgende:
Thema's — Ga naar het gewenste thema en selecteer Opties > Activeren of Bewerken om het thema te
activeren of te bewerken.
Kleurenschema's om het kleurenschema van het geselecteerde thema te wijzigen.
Energiebesparing klok — Hiermee kunt u de digitale of klassieke klok en alle indicatoren in het scherm
weergeven als een screensaver.
Duur achtergrondlicht — Hiermee kunt u instellen of de achtergrondverlichting 15 seconden moet worden
ingeschakeld (Normaal), 30 seconden (Uitgebreid) of helemaal niet (Uit). Zelfs als de achtergrondverlichting
is ingesteld op Uit, wordt deze gedurende 15 seconden ingeschakeld wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Screensaver — Hiermee kunt u de screensaver in- of uitschakelen, de tijd instellen waarna de screensaver
wordt ingeschakeld (Time-out) of de afbeelding voor de screensaver selecteren (Screensaver).
Profielen
U kunt de profielen aanpassen voor bepaalde functies, zoals beltonen en de screensaver.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, selecteer het profiel dat u wilt wijzigen en selecteer Aanpassen.
Tijdinstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Tijdinstellingen > Klok om de klok weer te geven of te verbergen, de tijd
in te stellen en de tijdnotatie te wijzigen. Als u de datum wilt instellen, selecteert u Datum instellen.
Als de batterij uit de telefoon verwijderd is geweest, moet u de tijd en datum mogelijk opnieuw instellen.
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepinstellingen en maak een keuze uit de volgende opties:
Doorschakelen (netwerkdienst) — Hiermee kunt u de inkomende oproepen doorschakelen naar uw voicemail
of naar een ander telefoonnummer. Ga naar de gewenste doorschakeloptie en selecteer Activeren om de
doorschakeloptie in te schakelen en Annuleren om de doorschakeloptie uit te schakelen. Als u wilt controleren
of de geselecteerde optie geactiveerd is, selecteert u Status contr.. Als u een vertraging voor het doorschakelen
wilt opgeven, selecteert u Vertraging inst. (niet beschikbaar voor alle doorschakelopties). Er kunnen
verschillende doorschakelopties tegelijkertijd actief zijn. Wanneer Alle spraakoproepen doorschakelen is
geactiveerd, wordt in het scherm weergegeven in de stand-by modus. Als u alle doorschakelingen wilt
annuleren, selecteert u Alle doorschakelingen annuleren.
Identificatie verzenden (netwerkdienst) — Hiermee kunt u instellen dat uw telefoonnummer moet worden
weergegeven of verborgen voor de persoon die u belt.
Automatisch opnw kiezen — Hiermee kunt u instellen dat maximaal tien pogingen moeten worden gedaan
om verbinding te maken na een mislukte kiespoging.
Opties wachtfunctie (netwerkdienst) — Hiermee kunt u instellen dat u wordt gewaarschuwd als er een
nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert.
Lijn uitgaande oproepen (netwerkdienst) — Hiermee kunt u instellen of lijn 1 of 2 wordt gebruikt om te
telefoneren of kunt u het selecteren van een lijn voorkomen als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund.
Telefooninstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Telefooninstellingen > Taal om de gewenste taal voor schermteksten
te selecteren, Netwerk selecteren om in te stellen dat automatisch een cellulair netwerk moet worden
geselecteerd dat in uw regio beschikbaar is of om het gewenste netwerk handmatig te selecteren, Starttoon
om te selecteren of er een toon klinkt wanneer de telefoon wordt ingeschakeld of Welkomstbericht om een
bericht in te toetsen dat kort in het scherm wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk
van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Menu > Instellingen > Kosteninstellingen > Prepaid-tegoed (netwerkdienst) om informatie weer
te geven over het prepaid-tegoed, Timer bij oproep om tijdsweergave tijdens een gesprek in of uit te schakelen,
Samenvatting oproep om de weergave van de gespreksduur na een gesprek in of uit te schakelen.
Opmerking: Als er geen kosteneenheden of valuta-eenheden meer resteren, kunt u mogelijk nog wel bellen
naar het geprogrammeerde alarmnummer.
Instellingen toebehoren
De opties voor de instellingen van toebehoren zijn alleen zichtbaar nadat er een toebehoren op de telefoon is
aangesloten.
Selecteer Menu > Instellingen > Instellingen toebehoren > Hoofdtelefoon of Hoorappraat.
Selecteer Automatisch opnemen om in te stellen dat inkomende oproepen automatisch worden beantwoord.
Als de beltoon is ingesteld op 1 x piepen of als het actieve telefoonprofiel Stil is, is het automatisch
beantwoorden uitgeschakeld.
Instellingen voor de rechterselectietoets
Als u in de stand-by modus Ga naar selecteert, opent u de lijst met snelkoppelingen. Als u snelkoppelingen
wilt instellen of rangschikken, selecteert u Menu > Instellingen > Instell. rechterselectietoets. Selecteer
Selectieopties om functies voor snelkoppelingen te selecteren en selecteer Ordenen om de volgorde van de
Selecteer Menu > Alarmklok > Alarmtijd om de alarmtijd in te stellen. Selecteer Alarmtoon om
de alarmtoon in te stellen. Selecteer Alarm herhalen om in te stellen of het alarmsignaal eenmaal
of herhaaldelijk moet klinken op geselecteerde dagen van de week. Wanneer het alarmsignaal
klinkt, selecteert u Stop om het alarm te stoppen of Snooze om het alarm te stoppen en na 10 minuten
opnieuw te laten afgaan.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en
wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd
voor oproepen. Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en
gebeld te worden. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
■ Radio
U kunt naar de radio luisteren met een hoofdtelefoon of met de luidspreker. Houd de hoofdtelefoon
aangesloten op de telefoon. Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als radioantenne.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog
geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt
gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Menu > Radio om de radio in te schakelen. Het volgnummer, de naam van het radiostation (als u het
kanaal hebt opgeslagen) en de frequentie van het radiostation worden weergegeven. Als u reeds radiostations
hebt opgeslagen, bladert u naar het kanaal waarnaar u wilt luisteren of drukt u op de bijbehorende
nummertoetsen om een volgnummer te selecteren.
Radiofuncties
Wanneer de radio is ingeschakeld, houdt u de bladertoets ingedrukt om een kanaal te zoeken. Het zoeken stopt
wanneer er een kanaal wordt gevonden. Als u het kanaal wilt opslaan, selecteert u OK om de frequentie in te
stellen, de naam van het kanaal op te geven en de locatie te selecteren waar u het wilt opslaan.
Wanneer de radio is ingeschakeld, bladert u naar links of rechts om het volume van de radio aan te passen.
Selecteer Opties en maak een keuze uit het volgende:
Uitzetten — Hiermee schakelt u de radio uit.
Visualisatie > Visualisatie weergeven > Aan — Hiermee geeft u op dat wijzigingen in het radiogeluid visueel
in het scherm van de telefoon moeten worden weergegeven. Als u de wijzigingen op een andere manier wilt
weergeven, selecteert u Visualisatietype.
Kanaal opslaan — Hiermee slaat u het radiokanaal op dat u hebt gevonden.
Autom. afstem. of Handm. afstem. — Hiermee zoekt u het kanaal automatisch of handmatig.
Kanaal verwijd. of Naam wijzigen — Hiermee verwijdert u het kanaal of geeft u het een nieuwe naam.
Stel freq. in — Hiermee geeft u de frequentie van het gewenste radiokanaal op.
Luidspreker of Hoofdtelefoon — Hiermee luistert u naar de radio met behulp van de luidspreker of
hoofdtelefoon.
Klokradio — Hiermee wordt de tijd ingesteld om de radio in te schakelen als alarmtoon.
U kunt gewoonlijk bellen of een inkomende oproep beantwoorden terwijl u naar de radio luistert.
Tijdens het gesprek wordt het geluid van de radio uitgeschakeld.
■ Herinneringen
Als u een korte tekstnotitie met een waarschuwingssignaal wilt opslaan, selecteert u Menu >
Herinneringen > Nieuw. Als het ingestelde tijdstip is bereikt, selecteert u Stop om het alarmsignaal
uit te schakelen of Uitstel om het alarm na 10 minuten opnieuw af te laten gaan.
■ Spelletjes
Elk spelletje heeft een korte Help-tekst.
Als u de instellingen voor spelletjes wilt wijzigen, selecteert u Menu > Spelletjes > Instellingen.
U kunt geluiden (Spelgeluiden) en trillingen (Trillen) voor spelletjes instellen.
Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor
eenvoudige berekeningen.
Selecteer Menu > Extra's > Rekenmachine.
1. Druk op 0 tot 9 om cijfers in te voegen en op # om een decimaalteken in te voegen. Druk op * als u het teken
van het ingevoerde cijfer wilt wijzigen.
2. Blader omhoog of omlaag om +, -, x of / op de rechterkant van het scherm te selecteren.
3. Herhaal indien nodig stap 1 en 2.
4. Als u de uitkomst wilt berekenen, selecteert u =.
Omrekenen
Als u andere maateenheden wilt omrekenen, selecteert u Menu > Extra's > Omrekenen. U kunt de laatste vijf
conversies bekijken door Ltste 5 conv. te selecteren. U kunt ook kiezen uit zes gedefinieerde categorieën:
Temperatuur, Gewicht, Lengte, Oppervlakte, Volume en Valuta.
Als u eigen conversies wilt toevoegen, selecteert u Mijn conversies.
Als u in een conversie omhoog of omlaag bladert, kunt u de positie van de eenheden in de conversie
omwisselen.
Kalender
Selecteer Menu > Extra's > Kalender om de kalender in een weergave met twee weken te openen.
Selecteer Menu > Extra's > Componist en een toon. Maak zelf beltonen door de noten in te
toetsen. Druk bijvoorbeeld op 4 voor de noot f. Druk op 8 om de toon of rust te verkorten (-) en
druk op 9 om de toon of rust te verlengen (+). Druk op 0 om een rust in te voegen, * om het
octaaf in te stellen en # om de noot scherp te maken (niet beschikbaar voor e en b).
Wanneer de toon gereed is, selecteert u Opties > Afspelen, Opslaan, Tempo, Verzen den, Scherm
wissen of Afsluiten.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de
gebruiksduur van de batterij af.
■ SIM-diensten
De SIM-kaart biedt mogelijk andere diensten waartoe u toegang hebt. Dit menu wordt
weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud van het
menu is afhankelijk van de SIM-kaart.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de
batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen
maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal,
moet u de batterij vervangen. Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw
op met laders die door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.
Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u
de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Houd niet een volledig opgeladen batterij gekoppeld aan de
lader omdat de levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij
niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit een beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals
een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. Deze
klemmen zien eruit als metalen strips. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas hebt.
Kortsluiting van de poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze is aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen af wanneer u deze op hete of koude plaatsen bewaart (zoals in een
afgesloten auto in de zomer of in winterse omstandigheden). Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de
batterij tussen de 15°C en 25°C ligt. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar
zijn, zelfs wanneer de batterij volledig opgeladen is. De batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend
onder het vriespunt.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd
zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling.
Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
■ Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia-batterijen
Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid. Verzeker u ervan dat u een originele Nokia-batterij koopt door
de batterij bij een officiële Nokia-dealer te kopen, te kijken of het Nokia Original Enhancements-logo op de verpakking staat
en het hologramlabel volgens de onderstaande stappen te inspecteren.
Een succesvolle uitvoering van de vier stappen biedt geen totale garantie voor de echtheid van de batterij. Als u reden hebt
om aan te nemen dat uw batterij geen echte originele Nokia-batterij is, gebruik deze dan niet, maar breng de batterij naar
de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. De officiële Nokia-dealer of Service Point zal de
echtheid van de batterij controleren. Als de echtheid niet kan worden vastgesteld, breng de batterij dan terug naar de
plaats van aankoop.
De echtheid van het hologram controleren
1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool
met de handen te zien, en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancements-logo.
2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar links, rechts, omlaag en omhoog houdt, hoort u
op iedere kant respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien.
3. Kras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld
12345678919876543210. Draai de batterij zo dat de cijfers rechtop staan. De 20-cijferige
code moet worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de bovenste rij, gevolgd door de
onderste rij.
4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op
www.nokia.com/batterycheck te volgen.
Als u een tekstbericht wilt maken, toetst u de 20-cijferige code in (bijvoorbeeld
12345678919876543210) en stuurt u het bericht naar +44 7786 200276.
Er zijn nationale en internationale operatorkosten van toepassing.
U dient een bericht te ontvangen dat aangeeft of de code is geverifieerd.
Wat als de batterij niet origineel is?
Gebruik de batterij niet, als het u niet gelukt is vast te stellen of de Nokia-batterij met het hologramlabel een originele
Nokia-batterij is. Breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. Het
gebruik van een batterij die niet door de fabrikant is goedgekeurd, kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot gebrekkige
prestaties en beschadiging van het apparaat of de toebehoren. Het kan ook de goedkeuring of garantie van het
apparaat ongeldig maken.
Kijk voor meer informatie over originele Nokia-batterijen naar www.nokia.com/battery.
Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips
hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden.
• Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die
corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het
apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
• Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile plaatsen. De bewegende onderdelen en elektronische onderdelen
kunnen beschadigd raken.
• Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het heet is. Hoge temperaturen kunnen de levensduur van elektronische
apparaten bekorten, batterijen beschadigen en bepaalde kunststoffen doen vervormen of smelten.
• Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het koud is. Wanneer het apparaat weer de normale temperatuur krijgt,
kan binnen in het apparaat vocht ontstaan, waardoor elektronische schakelingen beschadigd kunnen raken.
• Probeer het apparaat niet open te maken op een andere manier dan in deze handleiding wordt voorgeschreven.
• Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met het apparaat. Een ruwe behandeling kan de interne elektronische
schakelingen en fijne mechaniek beschadigen.
• Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen om het apparaat schoon te maken.
• Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat blokkeren en de correcte werking
belemmeren.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen
of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot
radioapparaten.
• Gebruik laders binnenshuis.
• Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren (zoals contactpersonen en agendanotities) voordat u
het apparaat naar een servicepunt brengt.
Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het
dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt.
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.
■ Gebruiksomgeving
Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen
waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het
apparaat alleen in de normale posities. Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer
het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 2,2 cm van het
lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, mogen deze
hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het apparaat zich op de bovengenoemde afstand van het lichaam bevinden.
Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding
met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een
dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat.
Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media
zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
■ Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde
medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen
of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in
instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen
en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze
telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met
het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Mensen met een pacemaker moeten:
• het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand van de pacemaker houden;
• het apparaat niet in een borstzak dragen;
• het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de zijde waar de pacemaker zich bevindt,
om de kans op storingen te minimaliseren.
Als u vermoedt dat er storing optreedt, moet u het apparaat uitschakelen en uit de buurt van de pacemaker houden.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met
uw netwerkoperator als u last hebt van dergelijke storingen.
■ Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd
of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip- of
antiblokkeer-remsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant,
of diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde apparatuur, voor meer informatie.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige
installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen.
Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed bevestigd zit en naar behoren functioneert.
Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het
apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel
kracht worden opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de
ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto
en de airbag wordt opgeblazen, kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.
Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat.
Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze
telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.
Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op.
Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten.
Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen
vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations. Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van radioapparatuur in
brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met
explosiegevaar worden vaak, maar niet altijd, duidelijk aangegeven. Het gaat onder andere om scheepsruimen, chemische
overslag- of opslagplaatsen, voertuigen die gebruikmaken van LPG (onder andere propaan of butaan) en gebieden waar de
lucht chemicaliën of fijne deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat.
■ Alarmnummer kiezen
Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken,
kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle
omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot
stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.
2. Druk zo vaak als nodig is op de eindetoets om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor
een oproep.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
4. Druk op de beltoets.
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer
kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat
is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor
toestemming hebt gekregen.
Dit apparaat voldoet aan richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan
radiogolven die worden aanbevolen door internationale richtlijnen niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn
ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke organisatie ICNIRP, en bevatten veiligheidsmarges om de veiligheid
van alle personen te waarborgen, ongeacht hun leeftijd en gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur wordt uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate).
De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld over tien gram lichaamsweefsel. Bij
tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst
toegestane energieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR-niveau van een werkend apparaat kan onder de maximumwaarde
liggen, omdat het apparaat zo is ontworpen dat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met
het netwerk. De hoeveelheid benodigde energie hangt af van een aantal factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop
u zich bevindt. De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor is 0,64 W/kg.
Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat kan resulteren in andere SAR-waarden. SAR-waarden kunnen
variëren, afhankelijk van nationale rapportage-eisen, testeisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR kunt u vinden
onder “product information” op www.nokia.com.