CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-4
conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997–2004.
Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Nokia en Nokia Connecting People zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia
Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de
respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere,
incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
Page 3
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het
toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid,
betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede
begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de
dichtstbijzijnde Nokia-leverancier.
Page 4
Inhoudsopgave
VOOR UW VEILIGHEID .......................................................................................... 8
Stickers in het pakket............................................................................................................................... 11
1. Aan de slag ......................................................................................................13
Toetsen en schermindicatoren............................................................................................................... 13
Een SIM-kaart en batterij plaatsen...................................................................................................... 14
De batterij opladen ...................................................................................................................................15
De telefoon in- en uitschakelen............................................................................................................16
Display in standby-modus.......................................................................................................................16
De covers verwisselen .............................................................................................................................. 17
Opnieuw kiezen ......................................................................................................................................20
Radio (menu 8)...........................................................................................................................................54
Een radiozender instellen ....................................................................................................................55
De radio gebruiken.................................................................................................................................55
Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren.
ACCESSOIRES EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet
u de gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde
veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
BELLEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Toets het net- en abonneenummer in en
druk op Oproep. Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op Eind. Als u een
gesprek wilt beantwoorden, drukt u op Opnemen.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is op om het
scherm leeg te maken (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu af te
sluiten, enzovoort). Toets het alarmnummer in en druk op (Oproep). Geef op
waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek niet voordat u daarvoor toestemming hebt
gekregen.
De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op
EGSM 900- en GSM 1800-netwerken.
De beschikbaarheid van dualband is afhankelijk van het netwerk. Vraag
uw netwerkexploitant of u zich op deze dienst kunt abonneren.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn
speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas
gebruik maken van deze diensten nadat u zich via de exploitant van uw thuisnet op de
gewenste dienst(en) hebt geabonneerd en u de gebruiksinstructies hebt ontvangen.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige netwerken geen ondersteuning bieden
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
■ Lader en accessoire
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Deze apparatuur is
bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-7 en ACP-12.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die door de
fabrikant van de telefoon zijn goedgekeurd voor gebruik met dit type telefoon. Het
gebruik van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en kan
bovendien gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
Als u de stekker van een accessoire uit het stopcontact verwijdert, moet u aan de
5. Met – kunt u cijfers en letters invoeren. Als u ingedrukt houdt,
wordt het nummer van uw voicemailbox gebeld (netwerkdienst).
■ Een SIM-kaart en batterij plaatsen
• Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
• De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of
buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt,
plaatst of verwijdert.
• Verwijder de batterij voordat u de SIM-kaart plaatst. Voordat u de batterij verwijdert,
moet u de telefoon uitschakelen en alle accessoires verwijderen.
1. Druk op de ontgrendelingsknop (1) en open en verwijder de achtercover (2).
2. Verwijder de batterij door deze bij de uitsparing uit de telefoon te tillen (3).
3. Verwijder de SIM-kaarthouder door deze voorzichtig met uw vinger uit de
uitsparing uit de telefoon te tillen. Open het afdekplaatje (5).
4. Plaats de SIM-kaart. Let er op dat de gemarkeerde hoek zich rechtsboven
bevindt en dat het goudkleurige contact naar beneden is gericht (6).
5. Sluit de SIM-kaarthouder (7) en klik deze vast.
6. Plaats de batterij en de achtercover terug.
■ De batterij opladen
Laad de batterij niet op als de cover van de telefoon is verwijderd. Bewaar de
telefoon altijd met bevestigde cover.
1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting aan
de onderzijde van de telefoon.
2. Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos. Op het display begint de
indicatiebalk voor de batterij te schuiven.
• De telefoon kan tijdens het laden gewoon worden gebruikt als deze is
ingeschakeld.
• Het opladen van een lege BL-5C-batterij met de lader ACP-7 duurt 3,5 uur.
•Als Laadt niet op wordt weergegeven, wacht u een ogenblik. Vervolgens
koppelt u de lader los, sluit u deze opnieuw aan en probeert u het nogmaals.
Als de batterij nu nog niet wordt opgeladen, neemt u contact op met uw
leverancier.
3. Als de batterij volledig is opgeladen, stopt de indicatiebalk. Haal de stekker van
de lader uit de wandcontactdoos en maak de lader los van de telefoon.
Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is, of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
TIPS VOOR EFFICIËNT GEBRUIK:
De telefoon heeft een ingebouwde antenne. Zoals voor alle
radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne
te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken
van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de
gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de telefoon meer
stroom verbruikt dan noodzakelijk is. Door de antenne tijdens een
gesprek niet aan te raken, optimaliseert u de prestaties van
de antenne en de gesprekstijd van de telefoon.
■ Display in standby-modus
1. Operatorlogo (netwerkdienst).
2. Signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw
huidige positie.
Er klinkt geen belsignaal wanneer u een oproep of een tekstbericht
ontvangt.
De toetsen zijn geblokkeerd.
De alarmklok is geactiveerd.
■ De covers verwisselen
Opmerking: Schakel de telefoon altijd uit en zorg ervoor dat de telefoon niet met
een oplader of een ander apparaat is verbonden als u de cover wilt wisselen. Zorg er
altijd voor dat u de covers weer bevestigt voordat u de telefoon opbergt of gebruikt.
1. Druk op de ontgrendelingsknop (1) en open en verwijder de achtercover (2).
Internationaal bellen: voeg een “+” toe door tweemaal op te drukken en
voeg de landcode toe, vóór het netnummer (verwijder zo nodig de
voorafgaande 0).
Druk op om het cijfer links van de cursor te verwijderen.
2. Druk op Oproep om het nummer te bellen. Druk op om het volume van de
luidspreker of hoofdtelefoon te verhogen of druk op om het volume te
verlagen.
3. Druk op Eind om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken.
Bellen met behulp van het telefoonboek
Druk vanuit de standby-modus op om naar de gewenste naam te gaan. Druk
op Oproep om het nummer te bellen.
Conferentiegesprekken
Een conferentiegesprek is een netwerkdienst waarbij maximaal vier personen aan
hetzelfde gesprek kunnen deelnemen.
1. U belt naar de eerste deelnemer door het telefoonnummer in te toetsen of door
dit op te halen uit het telefoonboek en Oproep te drukken.
2. Als u een nieuwe deelnemer wilt bellen, drukt u op en selecteert u Opties
en Nieuwe oproep.
3. Wanneer de nieuwe oproep wordt beantwoord, voegt u deze toe aan het
conferentiegesprek door op Opties te drukken en Conferentie te selecteren.
4. Druk op Opties, selecteer Nieuwe oproep en herhaal stap 3 voor elke nieuwe
deelnemer aan het gesprek.
5. Druk op Opties en selecteer Oproep beëind. om het conferentiegesprek te
beëindigen.
Opnieuw kiezen
Als u een van de laatste twintig gekozen telefoonnummers opnieuw wilt kiezen,
drukt u vanuit de standby-modus eenmaal op , gaat u met of naar
het gewenste telefoonnummer of de gewenste naam en drukt u op Oproep.
Snelkeuze
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Snelkeuzen. Selecteer
de toets die u wilt gebruiken en de naam waaraan u de toets wilt toewijzen en
druk op Toewijz.
Nadat het telefoonnummer aan een cijfertoets is toegewezen, kunt u het nummer
dat u wilt bellen of waarnaar u een bericht wilt verzenden op een van de volgende
manieren met de snelkeuzetoets kiezen:
• Druk op de gewenste cijfertoets en druk op Oproep of
•Als Snelkeuzen is ingeschakeld, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt
totdat het nummer is gekozen of de berichteneditor is gestart (zie
Oproepinstellingen op pagina 47).
Een oproep beantwoorden
Druk vanuit de standby-modus op Opnemen. Als u de oproep wilt weigeren, drukt
u op .
Mogelijkheden tijdens een gesprek
Wanneer u op drukt en Opties kiest, zijn tijdens het gesprek de volgende
opties beschikbaar, afhankelijk van de aard van het gesprek dat wordt gevoerd:
Microfoon uit of Microfoon aan, Standby of Uit standby, Opnemen, Weigeren,
Menu, Luidspreker of Telefoon en Contacten. Bovendien kunnen de volgende
netwerkdiensten worden gebruikt: Nieuwe oproep, Einde alle opr., DTMF ze nden,
Wisselen en Oproep beëind.
Voicemailberichten opvragen
Voicemail is een netwerkdienst. Neem contact op met de netwerkoperator voor
meer informatie en voor het voicemailnummer. U kunt uw voicemail bellen door
ingedrukt te houden in de standby-modus. Zie Nummer voicemailbox op
pagina 38 voor informatie over het wijzigen van het voicemailnummer.
Zie Doorschakelen in Oproepinstellingen op pagina 47 om oproepen door te
schakelen naar uw voicemail.
Door de toetsen te blokkeren voorkomt u dat toetsen onopzettelijk worden
ingedrukt.
De toetsen blokkeren of vrijgeven: druk vanuit de standby-modus op Menu en
vervolgens kort op .
U kunt de telefoon ook zodanig instellen dat de blokkering automatisch na een
bepaalde tijd wordt ingeschakeld. Zie Telefooninstellingen op pagina 48. Als de
toetsen geblokkeerd zijn, wordt in het display de indicator weergegeven.
Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw
telefoon (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Toets
het alarmnummer in en druk op (Oproep). Het nummer wordt pas
weergegeven nadat u het laatste cijfer hebt ingetoetst.
U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen: via de normale
tekstinvoer, aangeduid met , of via de methode voor tekstinvoer met
woordenboek, aangeduid met .
■ Tekstinvoer met woordenboek in- en uitschakelen
Druk tijdens het intoetsen van tekst op Opties en selecteer Woordenboek.
• Als u tekstinvoer met woordenboek wilt inschakelen, selecteert u een taal in
de lijst met opties voor het woordenboek. Tekstinvoer met woordenboek is
alleen beschikbaar voor de talen die vermeld worden in de lijst.
• Als u wilt terugkeren naar normale tekstinvoer, selecteert u Woordenbk uit.
■ Tekstinvoer met woordenboek
Tekstinvoer met woordenboek is een gemakkelijke manier om tekst in te toetsen.
Deze tekstinvoer is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek, waaraan u nieuwe
woorden kunt toevoegen.
1. Toets een woord in door eenmaal op elke toets te drukken voor de gewenste
letters.
Als u bijvoorbeeld ’Nokia’ wilt intoetsen, drukt u op , , , en
• Druk op om een teken links van de cursor te verwijderen. Als u het
scherm wilt wissen, houdt u deze toets ingedrukt.
• Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, of tussen normale
tekstinvoer en tekstinvoer met woordenboek, drukt u herhaaldelijk op
en kijkt u naar de indicator boven in het display. Houd ingedrukt om
te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters en cijfers.
• Als u een leesteken wilt intoetsen, drukt u eenmaal op en vervolgens
op totdat het gewenste teken wordt weergegeven.
• U kunt een lijst met speciale tekens weergeven door ingedrukt te
houden, het gewenste teken te selecteren en op Gebruik te drukken.
• Als u een cijfer wilt toevoegen, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt.
Als u meerdere cijfers wilt toevoegen, houdt uingedrukt en toetst u
de cijfers in.
2. Als het juiste woord wordt weergegeven, drukt u op en begint u met het
volgende woord.
• Als u een ander woord wilt, drukt u net zo vaak op totdat het
gewenste woord verschijnt.
• Als “?” wordt weergegeven achter het woord, is het woord niet opgenomen
in het woordenboek. Als u het woord wilt toevoegen aan het woordenboek,
drukt u op Spellen, toetst u het woord in via normale tekstinvoer (zie
pagina 25) en drukt u op OK.
Druk op Opties om de functies Suggesties en Invoegopties te activeren. Onder
Invoegopties kunt u de functies Woord invoeg., Nr. invoegen en Symbool inv.
Toets het eerste deel van het woord in, druk op en toets het tweede deel in.
■ Normale tekstinvoer
Voor het intoetsen van tekst drukt u op de toets met het gewenste teken totdat
het teken verschijnt. U kunt de volgende functies gebruiken voor het bewerken
van de tekst:
• Druk op om een spatie toe te voegen.
• Als u een leesteken of speciaal teken wilt intoetsen, drukt u net zo vaak op
totdat het teken verschijnt. U kunt ook op drukken, het gewenste
teken selecteren en op Gebruik. drukken.
• Als u de cursor naar links of rechts wilt verplaatsen, drukt u respectievelijk op
of . Druk op of om de cursor omhoog of omlaag te
verplaatsen.
• Druk op om een teken links van de cursor te verwijderen. Als u het scherm
wilt wissen, houdt u deze toets ingedrukt.
• Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op.
• Als u een cijfer wilt toevoegen, houdt u de gewenste toets ingedrukt. Als u wilt
schakelen tussen letters en cijfers, houdt u ingedrukt.
• Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als
de huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt of drukt u op en toetst u
de letter in.
■ Menufuncties activeren met behulp van indexnummers
De menu’s, submenu’s en opties zijn genummerd. Deze nummers worden
indexnummers genoemd.
Druk vanuit de standby-modus op Menu en toets binnen drie seconden het
indexnummer in van het menu dat u wilt openen. Doe hetzelfde voor submenu’s.
Het indexnummer voor Berichten is 01.
■ Berichten (menu 01)
U kunt berichten schrijven en verzenden die uit meerdere
1
bestaan (netwerkdienst). Het verzenden van
delen
samengestelde berichten kan duurder zijn dan het verzenden van gewone
berichten. Als u speciale tekens (Unicode) gebruikt, zijn voor het bericht mogelijk
meer delen nodig dan normaal. Bij tekstinvoer met woordenboek kan gebruik
worden gemaakt van Unicode-tekens. In de Berichtenteller kunt u zien hoeveel
SMS-berichten vanaf uw telefoon zijn verzonden.
Opmerking: Wanneer u berichten verzendt via de SMS-dienst, wordt de melding
Bericht verzonden weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is
verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in de telefoon is
geprogrammeerd. Het wil niet zeggen dat het bericht op de bestemming is
aangekomen. Neem contact op met de netwerkexploitant voor meer informatie
over SMS-diensten.
1. Met de Nokia 2300 kunt u berichten opstellen die veel langer zijn dan
de normale berichtlengte die door uw serviceprovider wordt ondersteund.
U kunt alleen een bericht verzenden als het telefoonnummer van de
berichtencentrale is opgeslagen in de telefoon. Zie Berichtinstellingen op
pagina 37.
1. Toets het bericht in. Het aantal beschikbare tekens en het nummer van het
huidige berichtdeel worden rechtsboven in het display weergegeven.
2. Wanneer het bericht klaar is, drukt u op Opties, selecteert u Ver zenden , toetst
u het telefoonnummer van de ontvanger in en drukt u op OK.
Als u het bericht naar verschillende personen wilt verzenden, selecteert u
Verzendopties en Meer ontvang., gaat u naar de eerste ontvanger en drukt u op
Verzenden. Herhaal deze stap voor elke ontvanger en druk op om terug te
keren naar de berichteneditor.
Als u een bericht naar een vooraf gedefinieerde distributielijst wilt verzenden,
selecteert u Verzendopties en Verz. naar lijst. Zie Distributielijsten op pagina 34
voor het definiëren en bewerken van distributielijsten.
Andere opties zijn onder meer Invoegopties, Sjabloon invgn, Bericht opslaan en
Verwijderen. Als Bericht opslaan is geselecteerd, wordt dit bericht opgeslagen
in de map Concepten.
3. Nadat een bericht is verzonden, wordt een kopie van het bericht opgeslagen in
de map Verzonden items.
Wanneer u tekstberichten hebt ontvangen in de standby-modus, worden zowel
het nummer van het nieuwe bericht als het symboolweergegeven.
1. Druk op Toon om de berichten direct te bekijken.
Druk op als u de berichten later wilt bekijken. Ga naar het menu Inbox
wanneer u de berichten wilt lezen.
2. Gebruik en om door de berichten te bladeren.
3. Tijdens het lezen van het bericht kunt u op Opties drukken voor de volgende
opties: Verwijderen, Antwoorden, Chatten, Bewerken, Gebruik nr., Als
herinnering, Doorsturen, Gegevensen Toev. aan lijst. Zie het volgende gedeelte
voor meer informatie over chatten.
Chatten
Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten
en Chatten om een chatsessie te starten. U kunt een chatsessie ook starten door
tijdens het lezen van een ontvangen tekstbericht Chatten te kiezen in de lijst
Opties.
1. Toets het telefoonnummer van de andere persoon in of haal het op uit het
telefoonboek en druk op OK.
Als u chat met de persoon waarmee u het laatst hebt gechat, wordt een deel
van de inhoud van de laatste chatsessie weergegeven.
2. Toets een benaming voor de chatsessie in en druk op OK.
3. Toets het bericht in, druk op Opties en selecteer Verze nden .
4. Het antwoord van de andere persoon wordt boven het verzonden bericht
weergegeven.
• Als u het bericht wilt beantwoorden, drukt u op OK en herhaalt u stap 3
hierboven.
• Druk op Opties en selecteer de optie Chat-naam als u de chatbenaming
wilt wijzigen.
Chatten verloopt via SMS-berichten en elk chatbericht wordt verzonden als een
afzonderlijk SMS-bericht. De berichten die tijdens een chatsessie worden
ontvangen en verzonden, worden niet opgeslagen.
Beeldberichten
U kunt berichten ontvangen en verzenden die afbeeldingen bevatten
(netwerkdienst). Als u een afbeeldingbericht wilt maken, gaat u naar de map
Beeldberichten en selecteert u de afbeelding die u wilt verzenden. Druk op Opties
en selecteer Ver zenden. Afbeeldingberichten zijn samengesteld uit verschillende
tekstberichten. Het verzenden van een afbeeldingbericht kan dus meer kosten dan
het verzenden van een tekstbericht.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als deze wordt ondersteund door
uw netwerkexploitant. U kunt alleen afbeeldingsberichten ontvangen en weergeven
op toestellen die deze functie ondersteunen.
Als u het bericht direct wilt bekijken, drukt u op Toon.
Als u het bericht later wilt bekijken, drukt u op . Het ongelezen bericht wordt
opgeslagen in de map Inbox.
Wanneer u een nieuw afbeeldingbericht opslaat, vervangt u het afbeeldingbericht
dat standaard in de telefoon is geïnstalleerd.
Opties voor het verzenden van afbeeldingberichten
Druk tijdens het lezen van een afbeeldingbericht op Opties en selecteer
Verwijderen, Antwoorden, Chatten, Gebruik nr., Als herinnering of Gegevens. U
kunt bovendien de volgende opties selecteren:
• Tekst bewerk. om de tekst in het ontvangen afbeeldingbericht te bewerken.
• Afb. opslaan om het bericht op te slaan in de map Beeldberichten. Wanneer u
dit doet, moet u een van de vooraf geïnstalleerde afbeeldingen selecteren, die
zal worden vervangen door de nieuwe afbeelding.
• Als scr.saver om de ontvangen afbeelding in te stellen als de screensaver van
het actieve profiel.
Distributielijsten
Als u geregeld berichten verzendt naar een vaste groep ontvangers, kunt u een
distributielijst voor deze ontvangers definiëren en deze lijst gebruiken bij het
verzenden van een bericht. U kunt zes distributielijsten maken met maximaal tien
ontvangers per lijst. Wanneer u berichten verzendt via een distributielijst, worden
afzonderlijke berichten verzonden naar alle leden in de lijst.
U kunt distributielijsten bekijken en bewerken door vanuit de standby-modus op
Menu te drukken en vervolgens Berichten en Distributielijsten te selecteren.
Druk op Opties en selecteer
• Lijst bekijken om de namen in de geselecteerde distributielijst weer te geven.
• Lijst toevoegen om een nieuwe distributielijst toe te voegen.
• Hernoem lijst om de naam van de geselecteerde distributielijst te wijzigen.
• Bericht verz. om het bericht te verzenden via de distributielijst.
• Lijst verwijd. om de geselecteerde distributielijst te verwijderen.
Activeer de lijstweergave met de optie Lijst bekijken als u de inhoud van de
distributielijst wilt bewerken. Druk op Opties en bewerk de inhoud van de
distributielijst met de volgende opties:
• Con. toevoegen om een naam toe te voegen aan de distributielijst.
• Contact wissen om de geselecteerde naam uit de distributielijst te verwijderen.
Druk op Opties en selecteer achtereenvolgens Verzendopties en Verz. naar lijst om
een bericht te verzenden naar de ontvangers in een distributielijst. Tijdens het
verzenden wordt op het display de voortgang en het aantal nog te verzenden
berichten weergegeven.
Wanneer berichten niet kunnen worden verzonden, wordt een rapport
weergegeven met het aantal wel en niet verzonden berichten en de namen die
niet werden gevonden (namen die niet meer in uw telefoonboek staan). Druk op
• Opnieuw verz. om het bericht opnieuw te verzenden naar de ontvangers die
het bericht nog niet hebben ontvangen.
• Bekijken om een lijst weer te geven van ontvangers waarnaar het bericht niet
kon worden verzonden.
Sjablonen
U kunt vooraf ingestelde berichten (‘sjablonen’) gebruiken voor het schrijven van
een bericht. U kunt deze berichten bekijken of bewerken. U kunt een nieuwe
sjabloon maken door een bestaande sjabloon te bewerken.
Smiley’s
U kunt smiley’s zoals “:-)” bewerken en opslaan om ze in berichten te gebruiken.
Selectieve berichten
De berichten die zijn gefilterd met de optie Select. nummer worden hier
opgeslagen. Er kunnen maximaal tien berichten in deze map worden opgeslagen.
Als de map vol is, wordt het oudste bericht automatisch vervangen door een
nieuw inkomend bericht.
Berichten verwijderen
U kunt alle berichten in de mappen Gelezen ber., Inbox, Concepten, Select. ber. of
De teller toont het aantal SMS-berichten dat vanaf de telefoon werd verzonden
en door de telefoon werd ontvangen. Selecteer Alles, Verzonden of Ontvangen
onder Tellers wissen als u de tellers weer op nul wilt zetten.
Berichtinstellingen
U hebt de keuze uit twee soorten berichtinstellingen: instellingen die specifiek
zijn voor elke instellingengroep (‘set’) en instellingen die voor alle tekstberichten
gelden.
Profiel
Een profiel is een verzameling instellingen voor het verzenden van tekst- en
beeldberichten.
Elke set heeft de volgende instellingen: Nummer berichtencentrale, Berichten
verzenden als, Geldigheid van berichten en Naam zendprofiel wijzigen. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over deze instellingen. U
hebt het nummer van de berichtencentrale nodig om tekst- en beeldberichten te
verzenden. Dit nummer krijgt u van uw netwerkoperator.
Algemeen
De instellingen in dit submenu zijn van toepassing op alle tekstberichten die u
verzendt, ongeacht de gekozen set. De beschikbare instellingen zijn:
Afleveringsrapporten (hiermee geeft u aan of u een afleveringsbericht wilt
ontvangen telkens wanneer u een bericht verzendt), Antwoord via zelfde centrale
(hiermee geeft u aan of u een ontvangen bericht wilt beantwoorden via dezelfde
berichtencentrale, netwerkdienst), Tekenondersteuning (hiermee geeft u aan
welke codering wordt gebruikt bij het verzenden van SMS-berichten).
Infodienst
Via deze netwerkdienst kunt u berichten over diverse onderwerpen ontvangen van
het netwerk. Raadpleeg uw netwerkoperator voor meer informatie.
Nummer voicemailbox
U kunt uw voicemailnummer hier opslaan en wijzigen (netwerkdienst).
Dienstopdrachten- editor
U kunt dienstopdrachten aan uw netwerkoperator verzenden (netwerkdienst).
Toets de gewenste tekens in. Houd ingedrukt om te schakelen tussen letters
en cijfers. Druk op Zenden om het verzoek te verzenden.
■ Contacten (menu 2)
U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen van de
telefoon (het interne telefoonboek) en in het geheugen van de
SIM-kaart (het externe telefoonboek). Het interne telefoonboek kan 50 namen
bevatten. Druk op Menu en selecteer Contacten om het telefoonboek te activeren.
Selecteer
• Zoeken om naar de gewenste nummers of namen te zoeken.
1. Toets het eerste teken (of tekens) in van de naam die u zoekt en druk op
Zoeken.
2. Druk op of om naar de gewenste naam te zoeken.
Als de namen of de telefoonnummers zijn opgeslagen in het geheugen van
de SIM-kaart, wordt rechtsboven in het display weergegeven. Zijn de
namen of telefoonnummers opgeslagen in het interne geheugen van de
telefoon, dan wordt weergegeven.
• Contact toev. om namen en telefoonnummers op te slaan in het interne
telefoonboek op de SIM-kaart.
• Verwijderen om namen en telefoonnummers een voor een te verwijderen uit
het geselecteerde telefoonboek (Eén voor één) of (Alles verwijd.) om alles in
één keer te verwijderen. U moet de beveiligingscode opgeven als u alles in één
keer wilt verwijderen. Zie Toegangscodes op pagina 11 en Beveiligingsniveau in
Beveiligingsinstellingen op pagina 51 voor meer informatie
over de beveiligingscode.
Als u Alles verwijd. selecteert wanneer Actief geheugen (zie Instellingen op
pagina 45) is ingesteld op Telefoon, worden alle namen en nummers verwijderd
die in het geheugen van de telefoon zijn opgeslagen. Als Actief geheugen is
ingesteld op SIM-kaart worden alle namen en nummers verwijderd die op de
SIM-kaart zijn opgeslagen.
• Bewerken om de opgeslagen namen en telefoonnummers te wijzigen.
•Met Kopiëren kunt u namen en telefoonnummers één voor één (Eén voor één)
of allemaal tegelijk (Alle tegelijk) vanuit het geheugen van de telefoon
kopiëren naar het geheugen van de SIM-kaart of vice versa. Als een naam al in
het telefoonboek staat bij een ander telefoonnummer, wordt aan het eind van
de naam een cijfer toegevoegd.
•Met Toon toewijzen kunt u de telefoon instellen op de gewenste beltoon
wanneer u een oproep van een bepaald telefoonnummer ontvangt. Selecteer
de gewenste naam of het gewenste telefoonnummer en druk op Toewijz. Deze
functie werkt alleen wanneer het nummer van de beller door het netwerk kan
worden geïdentificeerd en naar uw telefoon kan worden verzonden.
• Tel.nr zenden om contactgegevens in een bericht als visitekaartje te verzenden
naar een compatibel apparaat (netwerkdienst).
• Instellingen om de instellingen van het telefoonboek aan te passen:
• Actief geheugen: selecteer of de namen en telefoonnummers moeten
worden opgeslagen in de Telefoon of de SIM-kaart. Wanneer u van SIMkaart verandert, wordt automatisch het SIM-kaart-geheugen geselecteerd.
• Weergave Contacten: selecteer of de namen en telefoonnummers worden
weergegeven als Contactenlijst of Naam & nr.
• Geheugenstatus: ga naar SIM-kaart: of Telefoon: om te bekijken hoeveel
namen (of telefoonnummers) zijn opgeslagen en hoeveel er nog kunnen
worden opgeslagen in het geheugen van de SIM-kaart of de telefoon.
• Snelkeuzen om telefoonnummers in het telefoonboek toe te wijzen aan
snelkeuzetoetsen. Zie Snelkeuze op pagina 20.
• Select. nummer om de lijst met telefoonnummers van verzenders waarvan de
berichten en oproepen worden gefilterd weer te geven en te bewerken. De
gefilterde berichten worden rechtstreeks opgeslagen in de map Selectieve
berichten (zie Selectieve berichten op pagina 36). Inkomende oproepen van de
nummers in deze lijst activeren geen beltoon of trilalarm, ongeacht de modus
waarin de telefoon zich bevindt. Als u deze oproepen niet beantwoordt,
worden ze opgeslagen in de map Gemiste oproepen onder Oproep-info.
• Dienstnummers om te bellen naar de dienstnummers van uw netwerkoperator
als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen.
• Info-nummers om te bellen naar de informatienummers van
uw netwerkoperator als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen.
■ Oproep-info (menu 3)
In dit menu kunt u de geregistreerde telefoonnummers zien en
worden de duur en kosten van uw gesprekken weergegeven
(netwerkdienst). U kunt ook de instellingen van een prepaid SIM-kaart bekijken en
aanpassen (netwerkdienst).
Als de telefoon ingeschakeld is en zich binnen het bereik van de netwerkdienst
bevindt (en als het netwerk deze functie ondersteunt), worden gemiste en
ontvangen oproepen geregistreerd.
Opmerking: De gespreksduur die door de netwerkexploitant in rekening wordt
gebracht voor oproepen en diensten kan variëren afhankelijk van de
netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
In de menu’s Gemiste oproepen, Ontvangen oproepen en Laatst gekozen nummers
kunt u bladeren door op of te drukken. Druk tweemaal op om het
geregistreerde telefoonnummer te bellen. Druk op Opties en geef aan of u de duur
van het gesprek wilt weergeven, het geregistreerde telefoonnummer wilt
bewerken of weergeven, het telefoonnummer wilt toevoegen aan het
telefoonboek of wilt verwijderen uit de lijst. U kunt ook een tekstbericht
verzenden (SMS zenden).
Selecteer
• Gemiste oproepen om tot tien geregistreerde telefoonnummers weer te geven
van gemiste oproepen.
• Ontvangen oproepen om tot tien geregistreerde telefoonnummers weer te
geven van ontvangen oproepen.
• Laatst gekozen nummers om tot twintig telefoonnummers weer te geven die u
hebt gebeld of hebt geprobeerd te bellen.
• Laatste oproepen verwijderen om alle telefoonnummers en namen
te verwijderen uit de menu’s Gemiste oproepen, Ontvangen oproepen en Laatst
gekozen nummers.
• Gespreksduur tonen om de duur van uitgaande en inkomende berichten weer
te geven. Selecteer Duur laatste gesprek, Duur ontv. oproepen, Duur gedane
oproepen of Totale duur gesprekken. U kunt deze tellers op nul zetten met de
functie Timers op nul zetten.
• Gesprekskosten om de kosten (bij benadering) van uw laatste gesprek of alle
gesprekken weer te gegeven, uitgedrukt in de eenheden die zijn ingesteld met
de functie Kosten tonen in
• Instellingen gesprekskosten om de instellingen voor de gesprekskosten aan te
passen. Met de functie Kostenlimiet kunt u de gesprekskosten beperken tot
een bepaald aantal kosteneenheden of valuta-eenheden (netwerkdienst). Met
de functie Kosten tonen in kunt u aangeven in welke kosteneenheid de
resterende gesprekstijd wordt weergegeven (informeer bij uw serviceprovider
naar de tarieven).
• Prepaid-krediet om de status van prepaid krediet weer te geven
(netwerkdienst). Als u gebruik maakt van een voorafbetaalde SIM-kaart, kunt u
alleen gesprekken voeren als de SIM-kaart voldoende kredieteenheden bevat.
Opties: Weergave kredietinfo (resterende eenheden weergeven of verbergen in
de standby-modus), Krediet beschikbaar (aantal resterende eenheden), Kosten
laatste oproep en Status krediet.
• Berichtenteller om het aantal SMS-berichten weer te geven dat vanaf de
telefoon is verzonden en door de telefoon werd ontvangen. De teller kan terug
op nul worden gezet.
Opmerking: Als er geen kosteneenheden of valutaeenheden meer resteren, kunt u
soms wel bellen naar het geprogrammeerde alarmnummer (911, 112 of een ander
officieel alarmnummer).
■ Tonen (menu 4)
In dit menu kunt u de beltonen van het geselecteerde profiel
wijzigen door de volgende instellingen aan te passen: Type
beltoon, Beltoonvolume, Oproepsignaal, Berichtensignaaltoon, Toetsenvolume,
Waarschuwingstonen, Trilsignaal en Ritmisch knipperlicht.
• Trilsignaal: u kunt een trilalarm instellen voor inkomende oproepen en SMSberichten.
• Ritmisch knipperlicht: wanneer u deze optie inschakelt, knipperen de lampjes
van de telefoon op het ritme van het huidige SMS-waarschuwingssignaal of
op het ritme van het waarschuwingssignaal van de inkomende oproep.
In uw telefoon zijn een aantal beltonen voorgeprogrammeerd. Vijf beltonen zijn
polyfone beltonen. De overige tonen zijn monofone tonen.
De polyfone beltonen zijn beschermd door eigendomsrecht en kunnen niet
worden gedownload.
■ Profielen (menu 5)
U kunt alle beltonen instellen door de gewenste
instellingengroep (het ’profiel’) te selecteren.
Een profiel activeren en de instellingen wijzigen
1. Open het menu Profielen, ga naar de gewenste functie en druk op Select.
2. Selecteer Activeren om het geselecteerde profiel te activeren.
Als u de instellingen van het geselecteerde profiel wilt wijzigen, selecteert u
Aanpassen.
3. Nadat u Aanpassen hebt geselecteerd, zijn de volgende
instellingen beschikbaar, die u activeert door op Select. te drukken: Type
beltoon, Beltoonvolume, Oproepsignaal, Berichtensignaaltoon,
Toetsenvolume, Waarschuwingstonen, Trilsignaal, Ritmisch knipperlicht,
Screensaver en Naam wijz. (niet beschikbaar onder Normaal).
5. Als u het profiel wilt instellen om een bepaalde tijd (maximaal 24 uur) actief te
zijn, selecteert u Tijdelijk en stelt u de gewenste eindtijd in. Wanneer de
ingestelde tijd voor het profiel verstrijkt, wordt het vorige profiel (waarvoor
geen tijd was ingesteld) geactiveerd.
U kunt ook de instellingen van het geselecteerde profiel wijzigen met Tonen (zie
Tonen (menu 4) op pagina 43.
■ Instellingen (menu 6)
In dit menu kunt u verschillende instellingen van de telefoon
aanpassen. U kunt ook enkele menu-instellingen terugzetten
op hun standaardwaarden door Fabrieksinstellingen terugzetten te selecteren.
Instellingen rechterbladertoets
U kunt uw favoriete functies toevoegen aan de lijst die is toegewezen aan de
rechterbladertoets. U opent de lijst door op te drukken en kunt dan snel de
gewenste functie in de lijst activeren.
U kunt de lijst aanpassen door op Menu te drukken en achtereenvolgens
Instellingen en Instellingen rechterbladertoets te selecteren.
• Als u de gewenste functies wilt selecteren, kiest u Selectieopties. Er wordt een
lijst met de beschikbare functies weergegeven.
Als u de gewenste functie aan de lijst voor de selectietoets wilt toevoegen,
drukt u op Markeer. Als u een functie uit de lijst wilt verwijderen, drukt u op
Mrk oph. Druk op . U wordt gevraagd of u de wijzigingen wilt opslaan.
Druk op Ja om de wijzigingen op te slaan of op om ze niet op te slaan.
• Als u de volgorde van de functies in de lijst wilt wijzigen, selecteert u Ordenen
en de gewenste functie. Druk op Verplaatsen en selecteer een optie om de
functie in de lijst te verplaatsen. U kunt de wijzigingen al dan niet opslaan,
zoals hierboven staat aangegeven.
Tijdinstellingen
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Tijdinstellingen en
• Klok om de klok in te stellen op de weergave van de huidige tijd in de standbymodus, de tijd aan te passen en een keuze te maken tussen de 12-uurs en 24uurs notatie. Als de batterij gedurende langere tijd ontladen is geweest of uit
de telefoon is verwijderd, moet de tijd opnieuw worden ingesteld.
• Datum instellen om de juiste datum in te stellen. Als u de batterij uit de
telefoon hebt gehaald, moet u de datum opnieuw instellen.
• Datum en tijd autom. aanp. om de klok in de telefoon aan te passen aan de
actieve tijdzone (netwerkdienst). Het gebruik van deze dienst is van invloed op
de tijdfuncties (zoals de wekker).
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en
• Timer bij oproep om de weergave van de gespreksduur tijdens het gesprek in of
uit te schakelen.
• Samenv. oproep om de rapportage over de gespreksduur na het gesprek in of
uit te schakelen.
• Doorschakelen om inkomende oproepen door te schakelen naar uw voicemail
of naar een ander telefoonnummer (netwerkdienst).
1. Druk op Select. Selecteer de gewenste doorschakeloptie, bijvoorbeeld
Doorschakelen indien in gesprek om oproepen door te schakelen wanneer u
in gesprek bent of wanneer u een oproep weigert.
Verschillende doorschakelopties kunnen gelijktijdig zijn geactiveerd.
Wanneer Alle spraakoproepen doorschakelen is geactiveerd, wordt
weergeven in de standby-modus.
2. Schakel de geselecteerde optie in (Activeren) of uit (Annuleren), controleer
of de optie geactiveerd is door Controle status te selecteren of geef voor
bepaalde doorschakelingen een wachttijd op in Vertraging (niet
beschikbaar voor alle doorschakelopties).
Als u Oproepen blokkeren voor inkomende oproepen hebt ingesteld, kunt u
inkomende oproepen niet doorschakelen. Zie Beveiligingsinstellingen op
pagina 51.
• Automatisch opnieuw kiezen om de telefoon in te stellen op maximaal 10
pogingen om verbinding te maken na een mislukte oproeppoging.
• Snelkeuze om snelkeuze in of uit te schakelen. Zie Snelkeuze op pagina 20.
• Wachtfunctieopties om netwerkberichten voor nieuwe inkomende oproepen in
of uit te schakelen wanneer u in gesprek bent (netwerkdienst).
• Identificatie verzenden om uw telefoonnummer weer te geven (Aan) of te
verbergen (Uit) voor degene naar wie u belt (netwerkdienst). Wanneer u
Netwerkinstell. selecteert, wordt gebruikgemaakt van de met uw
serviceprovider overeengekomen instelling.
• Lijn uitgaande oproepen om telefoonlijn 1 of 2 voor oproepen te selecteren of
het selecteren van een lijn te voorkomen indien dit wordt ondersteund door uw
SIM-kaart (netwerkdienst).
Telefooninstellingen
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en
• Taal om de gewenste taal voor displayteksten te selecteren.
• Celinformatie om in te stellen dat wordt aangegeven wanneer de telefoon
wordt gebruikt in een cellulair netwerk dat op MCN (Micro Cellular Network)technologie is gebaseerd. Het gebruik van MCN kan van invloed zijn op de prijs.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
• Welkomstbericht om een bericht in te toetsen dat gedurende
enkele ogenblikken wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt
ingeschakeld.
• Netwerk selecteren om de telefoon zodanig in te stellen dat automatisch een
in uw gebied beschikbaar cellulair netwerk wordt geselecteerd. U kunt het
netwerk echter ook handmatig selecteren. Het geselecteerde netwerk moet
een registratieovereenkomst met uw eigen netwerkoperator hebben.
• SIM-dienstacties bevest. om de telefoon zodanig in te stellen dat
bevestigingsberichten worden weergegeven of verborgen wanneer u de SIMkaartdiensten gebruikt (zie pagina 61).
Screensaver
In dit menu kunt u de screensaver in- of uitschakelen. U kunt ook instellen na
hoeveel tijd de screensaver automatisch moet worden geactiveerd. U kunt
afbeeldingen selecteren die u als screensaver wilt gebruiken.
Toebehoreninstellingen
1
Dit menu wordt pas weergegeven als de telefoon is aangesloten of aangesloten is
geweest op compatibele toebehoren zoals hoofdtelefoons of het mobiel
hoorapparaat.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Toebehoreninstellingen
en Hoofdtelefoon, Handsfree of Hoorappraat. Selecteer vervolgens
• Standaard profiel om het profiel te selecteren dat automatisch moet worden
geactiveerd wanneer u het geselecteerde toebehoren aansluit. U kunt een
ander profiel selecteren terwijl het toebehoren is aangesloten.
1. De toebehoreninstellingen worden pas weergegeven nadat een van de toebehoren is
aangesloten op de telefoon. Ook de aanverwante items worden pas weergegeven als het
overeenkomstige toebehoren is aangesloten op de telefoon.
• Automatisch opnemen om inkomende gesprekken binnen vijf seconden
automatisch te beantwoorden. Als de optie Oproepsignaal is ingesteld op 1 x
piepen of Stil, is automatisch opnemen niet actief.
Instellingen toetsblokkering
Activeer de automatische toetsblokkering, zodat u dit niet steeds handmatig hoeft
te doen. De automatische toetsblokkering wordt geactiveerd wanneer de telefoon
zich in de standby-modus bevindt en de opgegeven tijd verstreken is.
1. Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Instellingen en
Instellingen toetsblokkering. Activeer Automatische toetsblokkering door op Select. te drukken en Aan te kiezen.
2. Geef de tijd op in minuten en seconden wanneer Wachttijd inst.: wordt
weergegeven in het display. De maximale wachttijd die u kunt instellen is 59
minuten en 59 seconden en de minimale wachttijd is 10 seconden.
De toetsblokkeringscode activeren:
1. Activeer Toetsblokkeringscode door te drukken op Select.
2. Toets de beveiligingscode in.
3. Kies Aan.
Nadat u de toetsblokkeringscode hebt geactiveerd, wordt u telkens wanneer u het
toetsenbord wilt gebruiken, gevraagd de beveiligingscode in te voeren.
Wanneer het toetsenbord is geblokkeerd, kunt u nog wel alarmnummers
(zoals 112) kiezen.
Opmerking: Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld die oproepen
beperken (zoals Oproepen blokkeren, Beperkte groep gebruikers en Vaste nummers)
kunnen in sommige netwerken nog wel bepaalde alarmnummers gekozen worden
(bijvoorbeeld 911, 112 of een ander officieel alarmnummer).
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen,
Beveiligingsinstellingen en
• PIN-code vragen om in te stellen dat de PIN-code van de SIM-kaart wordt
gevraagd wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Voor sommige SIMkaarten is het niet mogelijk om deze functie uit te schakelen.
• Oproepen blokkeren om inkomende en uitgaande oproepen op de telefoon te
beperken. Selecteer een van de opties voor blokkering en schakel de optie in
(Activeren) of uit (Annuleren). Controleer of een dienst geactiveerd is door
Controle status te kiezen (netwerkdienst).
• Vaste nummers om uitgaande oproepen te beperken tot geselecteerde
telefoonnummers, indien dit wordt ondersteund door uw SIM-kaart.
• Beperkte groep gebruikers om oproepen te beperken tot oproepen naar en van
een bepaalde groep mensen (netwerkdienst).
• Beveiligingsniveau en stel deze optie in op Telefoon, zodat naar de
beveiligingscode wordt gevraagd wanneer u de telefoon inschakelt en de
geplaatste SIM-kaart niet de laatst gebruikte kaart is. Of stel de optie in op
Geheugen, zodat naar de beveiligingscode wordt gevraagd wanneer u het
De beveiligingscode wordt ook gevraagd bij sommige functies, bijvoorbeeld bij
het wissen van het telefoonboek of het herstellen van de fabrieksinstellingen.
Wanneer u het beveiligingsniveau wijzigt, worden alle oproeplijsten gewist,
waaronder Gemiste oproepen, Ontvangen oproepen en Laatst gekozen
nummers.
• Toegangscodes wijzigen als u de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code
of het blokkeerwachtwoord wilt wijzigen. Deze codes kunnen alleen bestaan
uit de cijfers 0 tot en met 9. Gebruik geen toegangscodes die lijken op
alarmnummers, zoals 112, om te voorkomen dat per ongeluk het alarmnummer
wordt gekozen.
Fabrieksinstellingen terugzetten
In dit menu kunt u de instellingen op de oorspronkelijke waarden terugzetten.
Deze functie heeft geen invloed op namen en telefoonnummers in het
telefoonboek.
■ Wekker (menu 7)
Als de tijd en datum van de telefoon nog niet zijn ingesteld,
stelt u deze eerst in door de aanwijzingen op het display te
volgen. Vervolgens kunt u dit menu gebruiken.
Druk op Menu en selecteer Wekker en Tijd alarm instellen om de tijd voor het
waarschuwingssignaal in te stellen en de wekker in te schakelen. Daarna kunt u
de volgende opties selecteren:
• Aanpassen om de tijd voor het waarschuwingssignaal in te stellen en de
wekker in te schakelen.
• Uit om het alarm uit te schakelen.
Selecteer Alarmtoon om de gewenste alarmtoon voor de wekker in te stellen.
Als u de radio selecteert, gebruikt de telefoon de laatst beluisterde zender als
waarschuwingssignaal via de luidspreker. Als de hoofdtelefoon wordt verwijderd,
wordt in plaats van de radio het standaard waarschuwingssignaal gebruikt.
Opmerking: Als u de radio instelt als wekker, moet u de hoofdtelefoon
aansluiten op de telefoon. De telefoon gebruikt dan de laatst beluisterde
zender als alarmtoon.
U kunt instellen of de alarmtoon eenmaal of herhaaldelijk moet worden
afgespeeld door Eenmaal alarm of Alarm herhalen te selecteren nadat u Alarm
herhalen hebt geselecteerd onder Wekker.
Wanneer de wekker afgaat, kunt u deze uitzetten door op te drukken. Als u
op Snooze drukt, stopt de wekker en gaat deze vijf minuten later weer af. Wanneer
de wekker na één minuut nog niet is afgezet, wordt Snooze automatisch
ingeschakeld en gaat de wekker opnieuw af na een tiental minuten. Dit gebeurt
maximaal drie keer. Daarna wordt de wekker uitgeschakeld.
Als het ingestelde tijdstip wordt bereikt terwijl de telefoon is uitgeschakeld, wordt
de telefoon automatisch ingeschakeld en klinkt een waarschuwingssignaal. Als u
op Stop drukt, wordt u gevraagd of de telefoon moet worden geactiveerd voor
oproepen. Druk op Ja als u de telefoon wilt gebruiken om te bellen en gebeld te
worden of op als u de telefoon wilt uitschakelen.
Opmerking: Druk niet op Ja als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
■ Radio (menu 8)
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de
telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het
gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of
gevaar zou kunnen opleveren.
Als u naar de radio op uw telefoon wilt luisteren, moet u de hoofdtelefoon
aansluiten op de telefoon. De kabel van de hoofdtelefoon doet dienst als de
antenne van de radio. Zorg dus dat de kabel ongehinderd omlaag hangt.
De kwaliteit van het geluid is afhankelijk van het bereik van de radiozender in uw
gebied.
1. Druk op Menu en selecteer Radio om de radio in te schakelen. Op het display
wordt het volgende weergegeven:
• De locatie en de naam van de radiozender.
• De frequentie van de radiozender.
2. Wanneer de radio de eerste keer wordt gebruikt, wordt de FM-golflengte
gekozen en de standaardfrequentie 87,5 MHz. Daarna wordt de laatst gekozen
zender geactiveerd.
3. Als u al radiozenders hebt opgeslagen, kunt u naar de gewenste zender
bladeren of de locatie 1 tot en met 10 selecteren door op de desbetreffende
cijfertoets te drukken. Zie De radio gebruiken op pagina 55 voor informatie
over het opslaan van een zender.
4. Druk op Opties en selecteer Uitzetten als u de radio wilt uitzetten.
Tip: Houd ingedrukt om de radio snel uit te zetten.
Een radiozender instellen
Zet de radio aan en houd of ingedrukt om automatisch naar
radiozenders te zoeken. Het zoeken stopt wanneer een radiozender is gevonden.
Als u de zender wilt opslaan, drukt u op OK. Toets de naam van de zender in.
Selecteer de locatie waar u de radiozender wilt opslaan.
Tip: U kunt snel een zender opslaan op locatie 1 tot en met 9 door de
desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden, de naam van de zender in
te toetsen en op OK te drukken.
De radio gebruiken
Als de radio aanstaat, drukt u op Opties en selecteert u
• Uitzetten om de radio uit te zetten.
• Kanaal opslaan om de gevonden radiozender op te slaan (zie Een radiozender
instellen hierboven). U kunt maximaal tien radiozenders opslaan.
• Autom. afstem. Druk kort op of om omhoog of omlaag naar zenders
te zoeken. Het zoeken stopt wanneer een zender is gevonden. Druk op OK.
• Handm. afstem. om omhoog of omlaag naar zenders te zoeken. Druk kort op
of .
• Stel freq. in. Als u de frequentie van de gewenste radiozender kent (tussen 87,5
MHz en 108,0 MHz), toetst u de frequentie in en drukt u op OK.
• Knl verwijd. om een opgeslagen zender te wissen. Ga naar de zender en druk
op OK.
• Naam wijzigen. Toets een nieuwe naam voor de opgeslagen zender in en druk
op OK.
• Luidspreker / Hoofdtelefoon om via de luidspreker (of de hoofdtelefoon) naar de
radio te luisteren. Laat de hoofdtelefoon aangesloten op de telefoon. De kabel
snoer van de hoofdtelefoon doet dienst als antenne van de radio.
• Klokradio om de tijd in te stellen waarop de radio automatisch wordt
ingeschakeld op de huidige zender. U kunt de tijd ook instellen in het menu
Wekker.
Terwijl u naar de radio luistert, kunt u gewoon bellen of een inkomende oproep
beantwoorden. Het volume van de radio wordt tijdens het gesprek uitgeschakeld.
Zodra u het gesprek beëindigt, wordt het volume van de radio automatisch weer
ingeschakeld.
■ Herinneringn (menu 9)
Met dit geheugensteuntje kunt u korte notities samen met een
waarschuwingssignaal opslaan. Het waarschuwingssignaal
wordt geactiveerd op de ingestelde datum en tijd.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Het alarm wordt niet geactiveerd wanneer de telefoon is uitgeschakeld op het
moment dat de ingestelde datum en tijd worden bereikt.
• Alle bekijken om alle herinneringen weer te geven. U kunt door de notities
bladeren met of . Druk op Opties voor de volgende opties:
Verwijderen, Bewerken, Zenden (hiermee wordt de geselecteerde herinnering
als tekstbericht naar een compatibele telefoon verzonden). Deze optie is alleen
beschikbaar als er al herinneringen zijn opgeslagen.
• Verwijderen om herinneringen één voor één of allemaal tegelijk te verwijderen.
Deze optie is alleen beschikbaar als er al herinneringen zijn opgeslagen.
• Alarmtoon om de standaardtoon of andere beltonen te selecteren.
Als het ingestelde tijdstip is bereikt, kunt u het waarschuwingssignaal
uitschakelen met . Als u op drukt, gaat het waarschuwingssignaal na
ongeveer tien minuten opnieuw af.
■ Spelletjes (menu 10)
Op de telefoon zijn enkele spelletjes geïnstalleerd, elk
voorzien van een korte Help-tekst.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Algemene instellingen voor spelletjes aanpassen
Ga naar Instellingen en druk op Select. Ga naar de gewenste instelling en druk op
U kunt geluid, verlichting en trilling instellen. Wanneer Waarschuwingstonen in
het menu Tonen is uitgeschakeld, hoort u geen geluid, zelfs niet wanneer de
functie Spelgeluiden is ingeschakeld. Wanneer de functie Trilsignaal is
uitgeschakeld, trilt de telefoon niet, zelfs niet als de functie Trillen is ingeschakeld.
■ Extra’s (menu 11)
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als
de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in wanneer het
gebruik van draadloze telefoons verboden is of als dit storing of gevaar
zou kunnen opleveren.
Rekenmachine
De telefoon is uitgerust met een eenvoudige rekenmachine die ook kan worden
gebruikt voor het globaal omrekenen van valuta’s. Dit menu openen: Druk vanuit
de standby-modus op Menu en selecteer Extra’s en Rekenmachine.
Opmerking: De nauwkeurigheid van deze calculator is beperkt en met name in
lange delingen kunnen afrondingsfouten optreden.
Een berekening maken
• Gebruik de toetsen tot om een cijfer in te voeren enom een
decimale punt in te voeren. Druk op als u het laatste cijfer wilt wissen. Als
u het teken wilt wijzigen, drukt u op Opties en selecteert u Teken wijzigen.
• Druk op en om de gewenste operator te selecteren uit de balk rechts
op het scherm.
Of druk eenmaal op voor “+”, tweemaal voor “-”, driemaal voor “*” en
viermaal voor “/”.
• U kunt de uitkomst weergeven door op Opties te drukken en Uitkomst te
selecteren. Als u even ingedrukt houdt, wordt het scherm gewist voor een
nieuwe berekening.
Valuta’s omrekenen
1. De wisselkoers instellen: druk op Opties, selecteer Wisselkoers, kies Vreemde
valuta uitgedrukt in eigen valuta of Eigen valuta uitgedrukt in vreemde valuta,
toets de waarde in (druk op voor een decimaalteken) en druk op OK.
2. Omrekenen: toets het bedrag in dat u wilt omrekenen, druk op Opties en
selecteer In eigen valuta of In vreemde val.
Stopwatch
U kunt tijden opnemen en vastleggen, bijvoorbeeld tijdens het sporten. Druk op
Menu in de standby-modus en selecteer achtereenvolgens Extra's en Stopwatch
om dit menu te openen.
Druk op Starten om de stopwatch te starten en druk op Stop om de stopwatch te
Druk op Opties en selecteer Resetten om de stopwatch te resetten, zodat deze
weer op nul staat wanneer de stopwatch de volgende keer wordt geactiveerd. Als
u dit niet doet, start het opnemen vanaf de vorige tijd. Selecteer Afsluiten om de
stopwatch af te sluiten en terug te keren naar de standby-modus.
De stopwatchfunctie verbruikt batterijcapaciteit. Zorg dat de stopwatch niet per
ongeluk geactiveerd blijft in de achtergrond.
Timer-functie
Met deze functie kunt u een alarmsignaal instellen dat eenmaal afgaat. Toets de
tijd voor het waarschuwingssignaal in en druk op OK. U kunt desgewenst een
notitie instellen voor dit alarm of op OK drukken zonder een notitie in te toetsen.
Nadat deze instellingen gereed zijn, kunt u het menu Timer-functie weer
activeren om de verstreken tijd te wijzigen door Tijd wijzigen te selecteren en
vervolgens de tijd voor het waarschuwingssignaal opnieuw in te toetsen of de
timer te stoppen door Timer stoppen te selecteren.
Wanneer de timer actief is, wordt weergegeven in de standby-modus.
Wanneer het alarmtijdstip is aangebroken, klinkt een waarschuwingstoon en
knippert de bijbehorende tekst. Druk op een willekeurige toets (behalve de Navi
toets) om het alarm te stoppen. Dit alarm wordt niet geactiveerd wanneer de
telefoon is uitgeschakeld.
Met deze functie kunt u eigen beltonen maken. Selecteer de
toon die u wilt bewerken en toets de noten in. Druk
bijvoorbeeld op voor de noot f. De noten worden
toegewezen aan toetsen, zoals hieronder wordt weergegeven.
verkort (-) en verlengt (+) de duur van de noot of
rust. voegt een rust in. stelt de octaaf in. geeft
de noot een kruis (niet beschikbaar voor de noten e en b). Met en
verplaatst u de cursor naar links en rechts. Druk op om een noot of rust links
van de cursor te wissen. U kunt maximaal 50 noten intoetsen voor een toon.
■ SIM-diensten (menu 12)
Dit menu wordt alleen weergegeven als uw SIM-kaart extra
diensten biedt. De naam en inhoud van dit menu zijn
afhankelijk van de beschikbare diensten.
Opmerking: Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart (bijvoorbeeld uw
netwerkexploitant, dienstenprovider of andere leverancier) voor informatie over de
beschikbare SIM-diensten, de tarieven en het gebruik van deze SIM-diensten.
De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of
drie keer volledig is opgeladen en ontladen.
De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd
treedt slijtage op. Wanneer de gebruiksduur (stand-by-en gesprekstijd) aanzienlijk korter is
dan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen.
Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de telefoon en laad de
batterijen alleen op met de laadapparaten die zijn goedgekeurd door de fabrikant. Haal de
oplader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Laat de batterij nooit langer dan
een week in een laadapparaat zitten omdat de gebruiksduur van de batterij kan afnemen
wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt,
wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen.
Extreme temperaturen kunnen van invloed zijn op de oplaadcapaciteit van de batterij.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is.
Gebruik nooit een beschadigde oplader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer u een reservebatterij in een tas of jaszak hebt tezamen met een metalen voorwerp
(zoals een munt, paperclip of pen) dat in direct contact komt met de poolklemmen van de
batterij (de metalen strips op de batterij). Kortsluiting veroorzaakt schade aan de batterij of
aan het item waarop deze is aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af wanneer u deze in extreem warme of
koude temperaturen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in de vrieskou).
Probeer er voor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij tussen de 15°C en
25°C ligt. Een telefoon met een extreem warme of koude batterij kan gedurende bepaalde
tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De prestaties van
batterijen zijn beduidend minder in temperaturen onder het vriespunt.
Gooi batterijen nooit in vuur!
Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale wetgeving (bijvoorbeeld recycling).
Batterijen mogen nooit bij het huishoudafval worden gegooid.
Uw telefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is ontworpen en geproduceerd. Ga er
zorgvuldig mee om. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden en vele
jaren plezier te hebben van dit product.
• Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine
kinderen.
• Houd de telefoon droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht
bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
• Gebruik of bewaar de telefoon niet op stoffige of vuile plaatsen. De bewegende
onderdelen kunnen worden beschadigd.
• Bewaar de telefoon niet op plaatsen waar het heet is. Hoge temperaturen kunnen de
levensduur van elektronische apparaten bekorten, batterijen beschadigen en bepaalde
kunststoffen doen smelten of vervormen.
• Bewaar de telefoon niet op plaatsen waar het koud is. Wanneer het apparaat weer
opwarmt (tot de normale temperatuur), kan binnenin vocht ontstaan, waardoor
elektronische schakelingen beschadigd kunnen raken.
• Probeer niet het apparaat open te maken. Ondeskundige behandeling kan het apparaat
beschadigen.
• Laat de telefoon niet vallen en probeer stoten en schudden te voorkomen. Een ruwe
behandeling kan de elektronische schakelingen beschadigen.
• Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of reinigingsmiddelen om de
telefoon schoon te maken.
• Verf de telefoon niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat blokkeren en
de werking belemmeren.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Nietgoedgekeurde antennes, aanpassingen of accessoires kunnen de telefoon beschadigen
en kunnen in strijd zijn met de regels met betrekking tot radioapparaten.
Alle bovenstaande tips gelden voor de telefoon, de batterij, oplader en andere accessoires.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van deze onderdelen
niet goed werkt. Het personeel zal u helpen en indien nodig zorgen voor onderhoud of
reparatie.
Gebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de
houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan
raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
Verkeersveiligheid heeft altijd voorrang!
■ Gebruiksomgeving
Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel de
telefoon altijd uit op plaatsen waar het verboden is deze te gebruiken of waar het gebruik
ervan storing of gevaar kan veroorzaken.
Maak alleen normaal gebruik van de telefoon.
Bepaalde delen van de telefoon zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden
aangetrokken door de telefoon. Personen met een gehoorapparaat moeten de telefoon niet
tegen het oor met het gehoorapparaat houden. Klik de telefoon altijd goed vast in de
houder. De hoofdtelefoon kan worden aangetrokken door metalen voorwerpen. Houd
creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van de telefoon, omdat de
gegevens op deze media kunnen worden gewist.
■ Elektronische apparaten
De meeste elektronische apparatuur is beschermd tegen radiofrequentiesignalen (RFsignalen). Het is echter mogelijk dat bepaalde elektronische apparaten niet beschermd zijn
tegen de RF-signalen van de draadloze telefoon.
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 20 cm afstand moet worden
gehouden tussen een draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke storing van
de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke
onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Voor mensen met een
pacemaker geldt het volgende:
• Houd de telefoon op meer dan 20 cm afstand van uw pacemaker als de telefoon is
ingeschakeld;
• Draag de telefoon niet in een borstzak;
• Houd de telefoon bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan waar de pacemaker
zich bevindt om de kans op storing te minimaliseren.
• Als u denkt dat er storing optreedt, moet u de telefoon onmiddellijk uitschakelen.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze telefoons kunnen storing in bepaalde gehoorapparaten
veroorzaken. Als u last hebt van dergelijke storing, kunt u contact opnemen met uw
netwerkexploitant.
Andere medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van mobiele telefoons, kan storing
veroorzaken bij het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het
apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel de
telefoon uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt.
Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruik maken van
apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde
voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld
elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip-remsystemen (of
antiblokkeer-remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling,
airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de
fabrikant voor meer informatie. Raadpleeg ook de fabrikant van eventueel in uw auto
geïnstalleerde apparatuur.
Borden
Schakel de telefoon uit in gebouwen waar dit door middel van borden wordt gevraagd.
■ Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel de telefoon uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg
alle aanwijzingen en instructies op. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of
brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen.
Gebruikers wordt geadviseerd om de telefoon uit te schakelen in benzinestations. Gebruikers
worden gewezen op de noodzaak om zich te houden aan de beperkingen van het gebruik van
radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met
explosieven wordt gewerkt.
Plaatsen met explosiegevaar zijn vaak, maar niet altijd, duidelijk gemarkeerd. Dergelijke
plaatsen zijn onder andere scheepsruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen,
voertuigen die gebruik maken van LPG (onder andere propaan of butaan), gebieden waar de
lucht chemicaliën of fijne deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat en
andere plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten.
De telefoon mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden
gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die
eventueel van toepassing is doen vervallen.
Controleer regelmatig of de draadloze-telefoonapparatuur in uw auto nog steeds goed is
bevestigd en naar behoren functioneert.
Zorg ervoor dat de telefoon, onderdelen ervan of bijbehorende accessoires zich niet in
dezelfde ruimte bevinden als brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieven.
Voor auto’s met een airbag geldt dat de airbag met zeer veel kracht wordt opgeblazen. Zet
geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de
ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet
goed is geïnstalleerd in de auto kan dit ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag
wordt opgeblazen.
Het is verboden de telefoon in een vliegtuig te gebruiken. Schakel de telefoon uit voordat u
een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telefoons kan gevaarlijk zijn voor de
werking van het vliegtuig en kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren. Bovendien kan
het in strijd met de wet zijn.
Het negeren van deze voorschriften kan ertoe leiden dat de overtreder het gebruik van
telefoondiensten (tijdelijk) wordt ontzegd en/of dat gerechtelijke stappen worden
ondernomen.
Belangrijk: Zoals alle draadloze telefoons maakt ook deze telefoon gebruik van
radiosignalen, draadloze netwerken en kabelnetwerken en door de gebruiker
geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle
omstandigheden worden gegarandeerd. Het is daarom van groot belang dat u
nooit alleen vertrouwt op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van
essentiële communicatie (bijvoorbeeld bij medische noodgevallen).
Het is mogelijk dat in sommige draadloze telefoonnetwerken of wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn, geen alarmnummers kunnen worden
gebeld. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkexploitant.
Een alarmnummer kiezen
1. Schakel de telefoon in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de ontvangst van het
signaal sterk genoeg is.
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.
2. Druk zo vaak als nodig is op (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu
af te sluiten, enzovoort) om het scherm leeg te maken en de telefoon gereed te maken
voor een oproep.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt (bijvoorbeeld 911, 112 of
een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers verschillen van land tot land.
4. Druk op de toets .
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies moet uitschakelen
voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Voor meer informatie hierover raadpleegt u deze
handleiding of de exploitant van uw telefoonnetwerk.
Vergeet niet bij het bellen van een alarmnummer alle noodzakelijke informatie
zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Uw draadloze telefoon is mogelijk het enige
communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk; verbreek de verbinding niet voordat u
daarvoor toestemming hebt gekregen.
■ Informatie over certificatie (SAR)
DIT TYPE TELEFOON VOLDOET AAN DE EISEN DIE DE EUROPESE UNIE HANTEERT VOOR
BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN.
Deze mobiele telefoon is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is ontworpen en
geproduceerd in overeenstemming met de limieten voor blootstelling aan
radiofrequentiesignalen (RF-signalen) die worden aanbevolen door de raad van de Europese
Unie. Deze beperkingen maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en definiëren het
toegestane niveau voor RF-energie voor de algemene bevolking. Deze richtlijnen zijn
ontwikkeld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties door middel van periodieke
en grondige evaluaties van wetenschappelijke studies. In deze beperkingen is een grote
veiligheidsmarge ingebouwd om de veiligheid van alle personen te kunnen waarborgen,
ongeacht de leeftijd of gezondheidstoestand.
De standaard voor blootstelling aan mobiele telefoons wordt uitgedrukt in de maateenheid
SAR (Specific Absorbtion Rate). De raad van de Europese Unie beveelt een SAR-limiet van
2,0 W/kg aan.* Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt. De telefoon
gebruikt tijdens de tests in alle frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau.
Doordat de SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane energieniveau, kan het werkelijke
SAR-niveau van de telefoon tijdens gebruik sterk lager liggen dan de maximumwaarde.
Dit komt doordat de telefoon is ontworpen voor gebruik bij verschillende energieniveaus,
zodat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het
netwerk. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u zich bij een zendmast bevindt, hoe
minder energie er wordt gebruikt.
Voordat een telefoon op de markt komt, moet eerst worden aangetoond dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE-richtlijn. Deze richtlijn bevat één essentiële vereiste en dat is de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en alle andere personen.
De hoogste SAR-waarde die voor dit telefoonmodel is bereikt tijdens tests voor gebruik
naast het oor is 0,86 W/kg. Hoewel er verschillen kunnen zijn tussen de SAR-niveaus van
verschillende telefoons en bij verschillende posities, voldoen deze allemaal aan de eisen van
de Europese Unie op het gebied van blootstelling aan radiogolven.
Dit product voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op
normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van
minimaal 1,5 cm van het lichaam bevindt. Wanneer het product op het lichaam wordt
gedragen in een etui, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal bevatten
en moet het product zich op een afstand van minimaal 1,5 cm van het lichaam bevinden.
*De SAR-limiet die voor mobiele telefoons voor het publiek wordt gehanteerd, is 2,0 watt/
kilogram (W/kg) evenredig verdeeld over tien gram weefsel. In de limiet is een aanzienlijke
veiligheidsmarge ingebouwd, voor extra bescherming en om eventuele meetvariaties te
ondervangen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale rapportage-eisen en
de netwerkband. Meer informatie over SAR in andere regio’s kunt u vinden onder Product
information op de website van Nokia op www.nokia.com.
Deze beperkte garantie zal van toepassing zijn in een
gedeelte van de Regio Europa en Afrika van Nokia Mobile
Phones tenzij een lokale garantie bestaat. Nokia Corporation,
Nokia Mobile Phones ("Nokia") garandeert dat dit Nokiaproduct ("Product") op het ogenblik van zijn originele
aankoop vrij is van defecten in materialen, ontwerp en
afwerking onder voorbehoud van de volgende bepalingen
en voorwaarden:
1. Deze beperkte garantie wordt gegeven aan de
eindgebruiker van het Product ("Klant"). Zij wordt gegeven
noch met uitsluiting noch met beperking van (i) enige
imperatieve wettelijke rechten van de Klant of (ii) enige
rechten van de Klant tegen de verkoper/ concessionaris
van het Product.
2. De garantieperiode bedraagt twaalf (12) maanden vanaf
de datum waarop de eerste Klant het Product heeft
gekocht. In geval van een navolgende aankoop of andere
wijziging van eigenaar/gebruiker, zal de garantieperiode
voortduren voor het resterende gedeelte van de periode
van twaalf (12) maanden en voor het overige onaangetast
blijven. Deze beperkte garantie is slechts geldig en
afdwingbaar in de volgende landen: Bosnië, Bulgarije,
Cyprus, Estland, elke lidstaat van de Europese Unie,
Hongarije, IJsland, Israël, Kroatië, Letland, Litouwen,
Macedonië, Malta, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slovenië,
de republiek Slowakije, de republiek Tsjechië en
Zwitserland.
3. Gedurende de garantieperiode zullen Nokia of haar
goedgekeurde dienstenleverancier het gebrekkige Product
ofwel herstellen ofwel vervangen (naar volledig vrije keuze
van Nokia). Nokia zal het herstelde Product of een ander
Product aan de klant terugbezorgen in goede staat. Alle
onderdelen of andere uitrustingen waarvoor vervangingen
werden voorzien zullen het eigendom van Nokia worden.
4. Een hersteld of vervangen Product zal geen verlengde of
vernieuwde garantieperiode toegekend worden.
5. Deze beperkte garantie dekt niet beschilderde bedekkingen
of andere vergelijkbare gepersonaliseerde onderdelen. In
alle gevallen waarin ontgrendeling of vergrendeling van
de SIM-vergrendeling van een operator vereist is, zal
Nokia in eerste instantie de Klant verwijzen naar de
betreffende operator voor ontgrendeling of vergrendeling
van de SIM-vergrendeling van de operator alvorens het
Product te herstellen of te vervangen.
6. Deze beperkte garantie is niet van toepassing op
beschadigingen veroorzaakt door normale slijtage en
gebruik. Deze beperkte garantie zal ook niet van
toepassing zijn indien:
(i) het gebrek werd veroorzaakt door het feit dat het Product
werd onderworpen aan: gebruik in tegenstrijd met de
eigenaars- of gebruikshandleiding, ruwe behandeling,
blootstelling aan vocht, vochtigheid of extreme thermische
of milieu-omstandigheden of snelle veranderingen in zulke
omstandigheden, corrosie, oxidatie, niet-toegestane
wijzigingen of verbindingen, niet-toegestane openingen of
herstellingen, herstellingen met gebruik van niet-toegestane
vervangingsonderdelen, verkeerd gebruik, onbehoorlijke
installatie, ongelukken, overmacht, morsen van voedsel of
vloeistoffen, invloed van chemische producten of andere
feiten waarover Nokia redelijkerwijze geen controle heeft
9359985/03
(met inbegrip van maar niet beperkt tot gebreken in
verbruikbare onderdelen, zoals batterijen die van nature
slechts een beperkte levensduur hebben, en het afbreken
van of schade aan antennes) tenzij het gebrek rechtstreeks
veroorzaakt werd door gebreken in materialen, ontwerp of
afwerking;
(ii) Nokia of haar goedgekeurde dienstenleverancier geen
kennisgeving van het gebrek ontving vanwege de klant
binnen de dertig (30) dagen na het voordoen van het gebrek
binnen de garantieperiode;
(iii) het Product niet aan Nokia of haar goedgekeurde
dienstenleverancier terugbezorgd werd binnen de dertig
(30) dagen na het voordoen van het gebrek binnen de
garantieperiode;
(iv) het serienummer, de bijkomende datumcode of het IMEInummer werd verwijderd, uitgewist, beschadigd, gewijzigd
of onleesbaar is;
(v) het gebrek veroorzaakt is door een gebrekkige werking
van het cellulaire netwerk;
(vi) het gebrek veroorzaakt is door het feit dat het Product
gebruikt werd met of verbonden was aan een bijkomend
onderdeel dat niet vervaardigd en geleverd werd door Nokia
of gebruikt op een andere dan de voorbestemde wijze;
(vii) het defect veroorzaakt is door het feit dat de batterij
het voorwerp werd van een kortsluiting of dat de
verbindingsstukken van het batterij-omhulsel of cellen
gebroken waren of een bewijs vertonen van geknoei of dat
de batterij gebruikt was in andere toestellen dan die
waarvoor zij voorgeschreven is; of
(viii) de software van het Product moet opgewaardeerd
worden tengevolge van wijzigingen in de parameters van
het cellulaire netwerk.
7. Om beroep te doen op de beperkte garantie moet de klant
voorleggen ofwel (i) een leesbare en niet gewijzigde
originele garantiekaart welke duidelijk de naam en het
adres van de verkoper, de datum en plaats van aankoop,
het producttype en het IMEI- of ander serienummer
vermeldt ofwel (ii) een leesbaar en niet gewijzigd origineel
aankoopbewijs hetwelk dezelfde informatie bevat, indien
zulk aankoopbewijs voorgelegd wordt aan de verkoper/
concessionaris van het Product.
8. Deze beperkte garantie is het enige en exclusieve verhaal
van de Klant tegen Nokia en de enige en uitsluitende
aansprakelijkheid van Nokia tegenover de Klant voor
gebreken aan of een slechte werking van het Product.
Deze beperkte garantie vervangt alle andere garanties en
aansprakelijkheden, zowel mondelinge, schriftelijke, (niet
dwingende) wettelijke, contractuele, onrechtmatige en
andere. Nokia is niet aansprakelijk voor enige
onrechtstreekse, bijkomstige of indirecte schade, kosten
of uitgaven. Nokia is ook niet aansprakelijk voor enige
rechtstreekse schade, kosten of uitgaven, indien de Klant
een rechtspersoon is.
9. Enige wijziging of verandering van deze beperkte garantie
vereist de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van
Nokia.
Page 74
GARANTIEBEWIJS
VUL IN IN BLOKLETTERS
Naam Koper:_____________________________________________________________________________________
Adres: ____________________________________________________________________________________________
Datum aankoop (dd/ mm/ jj):
Type Product (op telefoon type etiket onder batterij): –
Model Product (op telefoon type etiket onder batterij):
Telefoon Serie Nummer (op telefoon type etiket onder batterij):
/ /
///
Plaats van Aankoop: ____________________________________________________________________________
Naam Winkel: ___________________________________________________________________________________
Adres Winkel:____________________________________________________________________________________
Stempel
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.