De antennes bevestigen en het access point aansluiten op
A
B
LAN-poort
Console-poort
Voedings-
Antenneaansluiting Antenneaansluiting
aansluitng
de computer
Het LAN en de instellingen voor draadloze toegang
configureren
Installatiehandleiding
ProSAFE® Single Band 802.11n Wireless Access Point WN203
Volg de instructies in deze installatiegids om uw ProSAFE® Single Band 802.11n
Wireless Access Point WN203 in te stellen. Raadpleeg de referentiehandleiding voor
informatie over geavanceerde configuratieopties.
Opmerking: in deze installatiehandleiding wordt met het access point het Wireless
Access Point WN203 bedoeld.
Inhoud van de verpakking
Open de doos en controleer of alles erin zit:
• Wireless Access Point WN203
• Twee externe 2,4GHz-antennes
• Category 5 Ethernet-patchkabel
• Netvoedingsadapter en netsnoer (12 V, 1 A)
• Houder
• Twee schroeven voor wandmontage en verankeringen
• Installatie-cd
• Installatiehandleiding
Het access point instellen
U kunt het access point middels 3 handelingen instellen:
• Bevestig de antennes en sluit het access point aan op de computer.
• Configureer het LAN en de instellingen voor draadloze toegang.
• Controleer de draadloze verbinding.
Deze handelingen nemen gezamenlijk ongeveer 15 minuten in beslag.
Tip: Installeer het access point en controleer of u verbinding met het draadloze
netwerk kunt maken voordat u het access point op een hoge positie plaatst.
1. Bevestig de antennes op de SMA-antenneaansluitingen op het achterpaneel.
2. Maak een computer met een Ethernet-adapter gebruiksklaar:
a. Noteer als deze computer reeds deel van uw netwerk uitmaakt de instellingen
van de TCP/IP-configuratie.
b. Stel het statische IP-
adres van de computer
in op 192.168.0.210 en
het subnetmasker op
255.255.255.0.
3. Sluit een Ethernet-kabel
op de Ethernet-poort van
de computer aan
(bij de letter A op de
afbeelding).
4. Sluit het andere einde van
de kabel op de Ethernet
LAN-poort op het
achterpaneel van het
access point aan (bij de
letter B op de afbeelding).
5. Sluit de
netvoedingsadapter
op het access point
aan en steek de
netvoedingsadapter
vervolgens in een
stopcontact.
6. Controleer het volgende:
Netvoedingslampje. Het netvoedingslampje brandt groen.
Controleer de verbindingen als het netvoedingslampje niet brandt. Controleer
als het stopcontact over een wandschakelaar beschikt of deze is
ingeschakeld.
Testlampje. Het testlampje knippert oranje bij het opstarten en stopt na
ongeveer 1 minuut.
LAN-lampje. Het LAN-lampje geeft de LAN-snelheid aan: groen voor
1000 Mbps, oranje voor 100 Mbps of 10 Mbps. Als er geen verbinding is,
brandt het LAN-lampje niet.
WLAN-lampje. Het WLAN-lampje brandt blauw. Dit betekent dat de
draadloze LAN (WLAN) gereed is.
1. Voer op de computer die is verbonden met het access point http://192.168.0.100
in de adresbalk van een browser in.
Er wordt een aanmeldingsscherm
weergegeven.
2. Voer admin in als gebruikersnaam en
password als wachtwoord. Beide dienen
in kleine letters te worden ingevoerd.
De webinterface voor beheer van het
access point wordt weergegeven. Met
het menu kunt u door de verschillende
schermen navigeren.
3. Selecteer Configuration (Configuratie) > System (Systeem) > Basic (Basis) >
General (Algemeen) in het menu.
a. Voer in het naamveld van het access point een unieke naam of de
standaardnaam in.
b. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Country/Region (Land/regio) het land
waarin het access point is geplaatst.
c. Klik op Apply (Toepassen).
4. Selecteer in het menu Configuration (Configurat ie) > IP > IP Settings
(IP-instellingen).
Het standaard-IP-adres van het access point is het statische IP-adres 192.168.0.100
met het subnetmasker 255.255.255.0. De DHCP-client is uitgeschakeld.
a. Configureer de IP-instellingen voor uw LAN.
b. Klik op Apply (Toepassen).
Tip: Als u het access point configureert als een DHCP-client, reserveer
dan een IP-adres op de DHCP-server in uw netwerk door het MACadres van het access point te koppelen aan het IP-adres dat door de
DHCP-server wordt verstrekt. De volgende keer dat u zich aanmeldt
bij het access point dient u het gereserveerde IP-adres te gebruiken.
5. Selecteer in het menu Configuration (Configuratie) > Security (Beveiliging)>
Profile Settings (Profielinstellingen).
a. Configureer 1 of meerdere beveiligingsprofielen voor uw draadloze netwerk.
b. Klik na de configuratie van elk beveiligingsprofiel op Apply (Toepassen).
6. Selecteer Configuration (Configuratie) > Wireless (Draadloos) > Advanced
(Geavanceerd) > Wireless Settings (Draadloze instellingen).
a. Selecteer naast Antenna (Antenne) het keuzerondje External (Extern) om de
externe antennes in te schakelen.
b. Klik op Apply (Toepassen).
De draadloze verbinding controleren
Tips voor het oplossen van problemen
Probleem Oorzaak Mogelijke oplossi ng
Controleer via een computer of een ander draadloos apparaat of u draadloos verbinding
kunt maken met het access point. De draadloze radio van het access point is standaard
ingeschakeld en de standaard draadloze modus is ng (802.11ng).
Nu u de installatie hebt voltooid, kunt u het access point in uw netwerk integreren. U kunt
de standaard TCP/IP-instellingen van de computer waarmee u het access point hebt
geconfigureerd, herstellen.
Het access point integreren
1. Koppel het access point los en plaats het op de door u gekozen positie.
U kunt het access point het beste op een hoge positie, bijvoorbeeld aan de muur of
het plafond, plaatsen, in het midden van de ruimte waarin u draadloos bereik wilt
hebben en binnen het detectiegebied van uw draadloze apparaten.
2. Verbind de Ethernet LAN-poort van het access point en een LAN-poort van uw
router, switch of hub met een Ethernet-kabel.
3. Sluit de netvoedingsadapter aan op het access point aan en steek de
netvoedingsadapter vervolgens in een stopcontact.
Het netvoedingslampje en het LAN-lampje moeten gaan branden.
Tip: het access point ondersteunt Power over Ethernet (PoE). Als u een
switch hebt die PoE ondersteunt, hoeft u de netvoedingsadapter niet te
gebruiken om het access point van stroom te voorzien. Dit is vooral
handig wanneer het access point is geïnstalleerd op een hoge positie,
ver van een stopcontact.
4. Gebruik een computer of een ander draadloos apparaat om het volgende te
controleren:
• u kunt een draadloze verbinding maken met het access point.
• u kunt verbinding maken met internet via een browser.
• u hebt toegang tot bestanden en printers in uw netwerk.
NETGEAR, het NETGEAR-logo en Connect with Innovation zijn handelsmerken en/of gedeponeerde
handelsmerken van NETGEAR, Inc. en/ of diens dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere
landen. Informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © NETGEAR, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
Juni 2013
NETGEAR, Inc.
350 East Plumeria Drive
San Jose, CA 95134 Verenigde Staten
Dit gedeelte bevat een aantal tips voor het oplossen van eenvoudige problemen die u
tegen kunt komen. Raadpleeg voor meer informatie over het oplossen van problemen
het hoofdstuk over probleemoplossing in de referentiehandleiding.
Probleem Oorzaak Mogelijke oplossing
Er branden
geen lampjes
op het access
point.
Het LAN-lampje
brandt niet.
Het WLANlampje brandt
niet.
U kunt het
access point
niet via een
browser
configureren.
Het access point
krijgt geen stroom.
Er is een probleem
met de aansluiting
van de hardware.
De draadloze
verbinding is
verbroken.
Meerdere
oorzaken.
• Controleer of de netvoedingskabel op het access point
en op een werkend stopcontact of een verlengsnoer is
aangesloten.
• Gebruik uitsluitend de juiste, met het access point
meegeleverde NETGEAR-netvoedingsadapter.
• Als het access point gebruikmaakt van PoE, zorg dan
dat de PoE-switch genoeg stroom levert voor het
access point.
• Controleer of de kabel juist op het access point en op
het netwerkapparaat (hub, PoE-switch of router) is
aangesloten.
• Controleer of het netwerkapparaat is ingeschakeld.
• Koppel de netvoedingsadapter los van de
stroomtoevoer en sluit deze vervolgens opnieuw aan
als het WLAN-lampje niet gaat branden.
• Meld u aan bij het access point en controleer of de
radio of radio's is/zijn ingeschakeld.
• Neem contact met NETGEAR op als het WLAN-lampje
nog steeds niet gaat branden.
• Controleer of het access point correct is geïnstalleerd
en is ingeschakeld, en of de LAN-verbindingen naar
behoren werken. Controleer of het lampje van de LANpoort brandt om te zien of de Ethernet-verbinding in
orde is.
• Controleer of uw computer een IP-adres gebruikt
binnen het bereik van het access point. Het standaard
IP-adres van het access point is 192.168.0.100 en het
standaardsubnetmasker is 255.255.255.0.
• Sluit de browser, maak de cache leeg, verwijder de
cookies en start de browser opnieuw.
U krijgt geen
toegang tot
internet of het
LAN via een
draadloos
apparaat.
Er is een probleem
met de
configuratie.
• Mogelijk hebt u het draadloze apparaat niet opnieuw
opgestart waardoor de gewijzigde TCP/IP-instellingen
niet zijn doorgevoerd. Start uw computer opnieuw op.
• Controleer of de SSID en de draadloze
beveiligingsinstellingen van het draadloze apparaat
overeenkomen met die van het access point.
• Het draadloze apparaat heeft mogelijk niet de correcte
TCP/IP-instellingen om te kunnen communiceren met
het netwerk. Start het draadloze apparaat opnieuw op
en controleer of de TCP/IP-instellingen voor het
betreffende netwerk correct zijn. Meestal zijn de
Netwerkeigenschappen in Windows ingesteld op
Automatisch een IP-adres verkrijgen.
• Mogelijk zijn de standaardwaarden van het access
point niet compatibel met uw netwerk. Vergelijk de
standaard configuratie van het access point met de
configuratie van de andere apparaten in uw netwerk.
Raadpleeg de referentiehandleiding voor informatie
over het wijzigen van de standaardwaarden van het
access point.
Ondersteuning
Bedankt dat u voor NETGEAR-producten hebt gekozen.
Zoek nadat u uw product hebt geïnstalleerd het serienummer op het etiket van uw
product op en gebruik dit om uw product te registreren op https://my.netgear.com.
U dient uw product te registreren voordat u gebruik kunt maken van de telefonische
ondersteuningsdienst van NETGEAR. NETGEAR raadt u aan uw product te registreren
via de NETGEAR-website. Ga naar http://support.netgear.com voor productupdates en
ondersteuning via internet.
NETGEAR raadt aan de officiële NETGEAR-bronnen voor ondersteuning te gebruiken.
U kunt de gebruikershandleiding online raadplegen op
http://downloadcenter.netgear.com of via een koppeling in de gebruikersinterface van
het product.
De huidige EU-conformiteitsverklaring vindt u op:
http://support.netgear.com/app/answers/detail/a_id/11621/.