Nad SR8 User Manual [nl]

Nad SR8 User Manual

ADDENDUM VOOR SR 8 AFSTANDSBEDIENING

Zoals NAD nieuwe functies ontwikkelt, zo waarderen wij ook bestaande modellen op met deze nieuwe ontwikkelingen. De nieuwe SR 8 afstandsbediening vervangt de SR 6 afstandsbediening zodat de klant kan profiteren van de bedieningsmogelijkheden en -functies die gelden voor een uiteenlopende reeks van NAD-modellen.

DE SR 8-AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN

De SR 8 afstandbediening werkt voor de belangrijkste functies van de NAD Stereo-receivers, Integrated-versterkers en Voorversterkers. De SR 8 heeft extra mogelijkheden voor het op afstand bedienen van NAD CD-spelers, AM/FM-tuners en de speciale AM/FM/DAB-tuners. De afstandsbediening heeft een bereik van 7 meter. Voor een maximale levensduur worden

alkalinebatterijen aanbevolen. Plaats twee AA-batterijen in het batterijvak aan de achterzijde van de afstandsbediening. Let erop dat u de batterijen, wanneer u ze vervangt, goed plaatst, zoals op de bodem van het batterijenvak wordt aangeduid.

Wanneer een opdracht van de afstandsbediening wordt ontvangen, knippert de Standby-LED. Let wel dat de Standby-LED eventueel ook kan knipperen wanneer er een opdracht wordt ontvangen die niet

noodzakelijk voor de C 355BEE maar voor andere apparaten van de muziekinstallatie is bestemd. Raadpleeg de eerdere hoofdstukken van de handleiding voor een volledige beschrijving van de afzonderlijke functies.

OPMERKING

De afstandsbediening die bij de C 355BEE wordt geleverd is een universele NAD-afstandsbediening, waarmee verschillende NAD-modellen kunnen worden bediend. Sommige toetsen kunnen alleen voor specifieke NAD-modellen worden gebruikt. Neem contact op met uw leverancier of NADaudiospecialist en vraag om hulp.

1ON/OFF (AAN/UIT): De afstandsbediening van de C 355BEE is uitgerust met een aparte aan/uittoets. Druk op de toets ON om de unit van stand-by in de bedrijfsmodus te zetten. Druk op de toets OFF om de unit op stand-by te zetten.

2DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN): Met een DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) bepaalt u alleen welk component met de SR 8 wordt bediend; deze toetsen zijn niet van invloed op de C 355BEE. Druk op de toets Device Selector (Selectieknop Toestellen) voor de te gebruiken toetsen en u wordt naar een “pagina” met opdachten geleid die relevant zijn voor het geselecteerde toestel. Bij het selecteren van een Device (Toestel) kunt u nu op de bijbehorende SR 8-regeltoetsen drukken die voor het geselecteerde Device (Toestel) kunnen worden gebruikt.

3INGANGSKEUZETOETSEN: Raadpleeg de bijbehorende labels die op de voorzijde van de afstandsbediening zijn afgedrukt, en de respectievelijke toetsen die eraan zijn toegewezen als u deze functies wilt gebruiken. Zet de DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op “AMP” als u toegang wilt krijgen tot deze toetsen. De selectietoetsen hebben dezelfde functie als de overeenkomstige toetsen op het voorpaneel.

4CIJFERTOETSEN: Met de cijfertoetsen kunnen tracks voor cd-spelers rechtstreeks worden ingegeven en tevens de kanalen/voorinstellingen voor de tuners en receivers.

5SLEEP: De NAD Receiver of Tuner na een vooraf ingesteld aantal minuten uitschakelen.

6MUTE: Druk op de demptoets MUTE om de klank naar de luidsprekers en hoofdtelefoon tijdelijk te dempen. Stand MUTE wordt aangeduid door een knipperende Standby LED voor NAD Integrated-versterkers of door “Mute” dat wordt weergegeven in de VFD van NAD Receivers. De

dempmodus MUTE heeft geen effect op opnames die worden opgenomen via de uitgangen Tape maar beïnvloedt toch het signaal dat naar de voorversterkeruitgangen wordt gezonden (PRE OUT). Druk opnieuw op MUTE om de klank te herstellen.

7DIM (voor gebruik met NAD Receiver, Tuner en CD-speler): Druk meerdere keren op deze toets om achtereenvolgens de helderheid van het hoofddisplay te verminderen, uit te schakelen of te herstellen. Afhankelijk van het NAD-model zal de helderheid van de display van het voorpaneel variëren wanneer u deze knop indrukt.

8VOL [] : Druk op de toetsen [] om de geluidssterkte respectievelijk te verhogen of te verminderen. Laat de knop los wanneer het gewenste niveau is bereikt. Voor NAD Receivers laat de VFD ook “Volume Up” (Volume Omhoog) of “Volume Down” (Volume Omlaag) zien wanneer u op

[VOL] drukt. De toetsen VOLUME hebben geen effect op opnames die worden opgenomen via de uitgangen Tape maar beïnvloeden toch het signaal dat naar de voorversterkeruitgangen wordt gezonden (PRE OUT).

1

2

3, 4

5

6

7

8

9

10

ENGLISH

FRANÇAIS

ESPAÑOL

ITALIANO

SVENSKA NEDERLANDS DEUTSCH

РУССКИЙ

ENGLISH

FRANÇAIS

ESPAÑOL

ITALIANO

SVENSKA NEDERLANDS DEUTSCH

РУССКИЙ

ADDENDUM VOOR SR 8 AFSTANDSBEDIENING

9SPK A, SPK B (indien van toepassing): De knoppen SPK A en SPK B schakelen de luidsprekers in en uit die zijn aangesloten op respectievelijk de aansluiting Speakers A en Speakers B. Door op SPK A te drukken schakelt u de luidsprekers AAN of UIT die zijn aangesloten op de luidspreker A-aansluitingen. Door op SPK B te drukken schakelt u de luidsprekers AAN of UIT die zijn aangesloten op de luidspreker B-aansluitingen. Druk beide knoppen in als u beide luidsprekers wilt inschakelen.

10TONE DFT: De toonknoppen worden met deze toets inof uitgeschakeld.

BEDIENINGSELEMENT CD-SPELER (voor gebruik met NAD CD-speler): Zet de DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op “CD” als u toegang wilt krijgen tot deze toetsen. Sommige van de onderstaande regeltoetsen kunnen alleen voor specifieke modellen van de NAD CD-speler worden gebruikt; kijk de gebruikershandleiding van uw CD-speler na voor de compatibiliteit van regeltoetsen.

 

SCAN [

] : Snel achteruit/vooruit zoeken.

 

[

 

] : Voor het openen en sluiten van de schijflade.

 

[

 

] : Voor het stopzetten van het afspelen.

 

 

 

 

[

 

] : Pauzeert het afspelen tijdelijk.

 

[

 

 

] : Ga naar volgend track of bestand.

 

 

 

 

[

 

 

] : Ga naar het begin van de het huidige track/bestand of naar het vorige track/bestand.

 

 

 

 

[

 

]: Hiermee wordt het afspelen gestart.

FOLDER/FILE [] (MAP/BESTAND): Een selectie maken uit de maplijsten/Een selectie maken uit de WMA/MP3-bestanden.

ENTER: Selecteer de map of het WMA/MP3-bestand van uw keuze. DISP: Weergavetijd en andere display-informatie tonen.

RAN: Speelt tracks/bestanden in willekeurige volgorde af. RPT: Herhalen van track, bestanden of alles.

PROG: Programmeermodus inof uitschakelen. CLEAR: De programmalijst wordt leeg gemaakt. CD: Selecteer “CD” als de actieve bron.

USB: Selecteer “USB” als de actieve bron.

OPT: Selecteer de ingang Optical (Optisch) als de actieve bron.

SRC: Druk de knop herhaaldelijk in en selecteer de gewenste SRC-stand.

BEDIENINGSELEMENT TUNER (voor gebruik met NAD AM/FM/DAB-TUNERS): Zet de DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op “TUN” als u toegang wilt krijgen tot deze toetsen. Raadpleeg de bijbehorende labels die op de voorzijde van de afstandsbediening zijn afgedrukt, en de respectievelijke toetsen die eraan zijn toegewezen als u deze functies wilt gebruiken. Sommige van de onderstaande regeltoetsen kunnen alleen voor specifieke modellen van de NAD Receiver of Tuner worden gebruikt; kijk de gebruikershandleiding van uw NAD Receiver of Tuner na voor de compatibiliteit van regeltoetsen.

AUTO TUNE: Als u deze knop indrukt in de stand DAB, worden automatisch alle beschikbare lokale stations gescand.

TUNE [] of []: Een hogere of lagere AMof FM-frequentie kiezen.

PRESET [ ] of []: Een hoger of lager opgeslagen voorkeuzeradiozender kiezen. AM/FM/DB: Selecteer de AM-, FM-, DABof XM-tunerfuncties (indien van toepassing). TUNER MODE: In de stand FM schakelt u over tussen “FM Mute On” en “FM Mute Off” (“FM

Dempen Aan“ en “FM Dempen Uit“). In de stand DAB kunt u met een druk op deze knop Dynamic Range Control (DRC - Regeling Dynamisch Bereik), Station Order (Zendervolgorde) of andere te gebruiken opties van het DAB-menu activeren.

BLEND: De functie BLEND (MENGEN) inof uitschakelen.

MEMORY: Het huidige station opslaan in het geheugen voor de voorkeuzestations. DELETE: Indrukken en ongeveer 2 seconden ingedrukt houden en de geselecteerde voorkeuzezender wordt uit het geheugen gewist.

[]: In de stand DAB, in combinatie met TUNER MODE (STAND TUNER) of andere compatibele toetsen, herhaaldelijk indrukken als u een keuze wilt maken uit de opties van het DAB-menu,zoals Dynamic Range Control (Regeling Dynamisch Bereik), Station Order (Zendervolgorde) en andere te gebruiken DAB-opties.

ENTER: In de stand AM/FM selecteert u hiermee achtereenvolgens de stand “Preset” (Voorkeuze) of “Tune” (Afstemmen). In de stand DAB ingedrukt houden als u de signaalsterkte wilt controleren. INFO: Als u deze knop herhaaldelijk indrukt, verschijnt de informatie zoals die wordt verstrekt door het ingeschakelde radiostation. De relevante inhoud van de display omvat onder meer bijbehorende DAB-displayinformatie en RDS-uitzendgegevens.

Loading...
+ 1 hidden pages