Miele W 254 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing wasautomaat W 254
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 06 871 210
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten vaak nog waardevolle
­materialen. Ze bevatten echter ook
­schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa
­raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
-
-
-
-
-
-
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
2
-
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Het toestel in bedrijf stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Milieuvriendelijk wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Stroom- en waterverbruik .........................................12
Wasmiddel ....................................................12
De juiste bijkomende functie kiezen (Kort, Inweken, Voorwas) ............12
Tip voor het aansluitende machinale drogen ..........................12
Zo wast u juist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Korte handleiding .................................................13
Bijkomende functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Kort ............................................................19
Voorwas .........................................................19
Inweken .........................................................19
Extra water .......................................................19
Centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Eindcentrifugeertoerental ...........................................20
Centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten ........................20
Niet centrifugeren op het einde van het programma (Spoelstop) ..........20
Zonder centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten en op het einde van
het programma .................................................20
Programmaoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Programmaverloop wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Programma afbreken ...............................................25
3
Inhoud
Programma onderbreken............................................25
Programma wijzigen ...............................................25
Een programmastap overslaan .......................................25
Wasgoed toevoegen of voortijdig uitnemen .............................26
Wasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het juiste wasmiddel ...............................................27
Onthardingsmiddel ................................................28
Combinaties......................................................28
Middelen voor de nabehandeling van het wasgoed .......................29
Wasverzachter, vormspoeler, vloeibaar stijfsel automatisch doseren .......29
Wasverzachter, vormspoeler of stijfsel in een apart programma ...........29
Ontkleuren/kleuren.................................................29
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Reiniging van de trommel ...........................................30
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen .......................30
De wasmiddellade schoonmaken ..................................30
Het watertoevoerzeefje reinigen ......................................32
Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Wat gedaan als . . . ...............................................33
Het programma start niet. ...........................................33
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld. ..........34
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een storing wordt gemeld. ....35
Algemene storingen of een onbevredigend wasresultaat. ..................36
Problemen bij het openen of sluiten van de wasautomaat ..................38
Deksel openen bij verstopte afvoer en/of stroomonderbreking ..............39
Verstopte afvoer ................................................39
Deksel openen .................................................40
Technische Dienst van Miele . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Herstellingen...................................................41
Programma-actualisering (Update / program correction) ................41
Duur en voorwaarden van de waarborg..............................41
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................41
4
Inhoud
Opstellen en aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Vooraanzicht .....................................................42
De transportbeveiligingen verwijderen .................................43
De transportbeveiligingen weer monteren ............................43
De wasautomaat horizontaal zetten....................................44
Plaats van opstelling.............................................44
Het voetje uitdraaien en met de contramoer borgen ....................44
Het lekbeveiliggingssysteem van Miele ................................45
Koudwatertoevoer .................................................46
Waterafvoer ......................................................47
Elektrische aansluiting ..............................................48
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Extra water .......................................................52
Behoedzame modus ...............................................53
Afkoelfunctie voor Wit/Bont ..........................................54
Geheugenfunctie ..................................................55
Inweektijd........................................................56
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel op lopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u uw wasautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van uw wasauto maat. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan uw wasauto maat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
-
-
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de wasauto
-
maat veilig te bedienen, mogen deze wasautomaat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant woordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Zie toe op kinderen nabij de wasau
~
tomaat. Laat ze nooit met de wasauto
­maat spelen.
Kinderen mogen de wasautomaat
~
alleen maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze deze veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
-
-
-
-
De wasautomaat mag u enkel ge-
~
bruiken om wasgoed te wassen waar­van de fabrikant verklaart dat het ma­chinaal wasbaar is. Alle andere toepas singen zijn misschien gevaarlijk. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
6
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Vóórdat de wasautomaat wordt op
~
gesteld, controleert u of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag u niet opstellen en in gebruik nemen.
Op het typeplaatje van de wasauto
~
maat vindt u gegevens in verband met de aansluiting van uw toestel (zekering, spanning en frequentie). Alvorens u de wasautomaat aansluit, vergelijkt u deze gegevens met die van uw elektrische installatie. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van deze
~
wasautomaat wordt enkel gewaarborgd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat volgens de voor­schriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fun­damentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroor zaakt doordat de aardleiding onderbro ken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Gebruik van een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
-
-
-
Door ondeskundig uitgevoerde re
~
paraties kunnen er onvoorziene risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet aansprakelijk wor den gesteld. Reparaties mag u uitslui tend laten uitvoeren door vakmensen die door Miele erkend zijn.
Is het aansluitsnoer beschadigd,
~
laat het dan vervangen door een vak man die door Miele erkend is. Zo ver mijdt u risico's voor wie het toestel ge bruikt.
Bij storingen of bij een reinigings- en
~
onderhoudsbeurt is de wasautomaat al leen dan van het elektriciteitsnet losge­koppeld in de volgende gevallen:
– de stekker van de wasautomaat is uit
het stopcontact getrokken, of
– de zekering op uw elektrische instal-
latie is uitgeschakeld, of
– de schroefzekering op uw elektrische
installatie is helemaal uitgedraaid.
Sluit uw wasautomaat enkel met een
~
nieuwe toevoerslang en de vereiste toe behoren aan op de waterleiding. Ge
­bruik oude slangen, bv. van het vorige
toestel, niet opnieuw.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Laat defecte onderdelen enkel vervan gen door originele Miele-vervangstuk ken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u dit toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Efficiënt gebruik
Stel uw wasautomaat niet op in een
~
vertrek waar het kan vriezen. Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaar heid van de elektronische elementen kan door temperaturen onder het vries punt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging op
~
de achterzijde voor u uw toestel in ge­bruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en aansluiten", alinea "Transportbeveiliging verwijderen". Als die beveiliging niet verwijderd is, kan die tijdens het centri­fugeren schade toebrengen aan het toestel. Ook aan meubelen of appara­ten ernaast kan er schade optreden.
Doe de waterkraan dicht bij langere
~
afwezigheid (bijv. vakantie). Vooral wanneer er zich vlakbij het toestel geen afvoer in de vloer bevindt.
Overstromingsgevaar!
~
Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u te controleren of het wa ter vlot genoeg wegvloeit. Maak de waterafvoerslang vast opdat ze niet zou wegglijden! Door de terugstoot van het wegvloeiende water
­kan de slang anders uit de spoelbak
worden geslingerd.
-
Let erop dat er geen voorwerpen zo
~
als spijkers, naalden, geldstukken of paperclips worden meegewassen. Deze voorwerpen kunnen schade toe­brengen aan onderdelen van het toe­stel, bijv. aan kuip of trommel. Deze be­schadigde onderdelen kunnen op hun beurt uw was beschadigen.
Als u het wasmiddel juist doseert,
~
hoeft u uw toestel niet te ontkalken. Is uw toestel zo erg verkalkt dat het moet worden ontkalkt, gebruik dan speciaal ontkalkingmiddel met corrosiebescher ming. Dit middel kunt u bij uw Miele
-handelaar of de Technische Dienst van Miele verkrijgen. Volg de gebruiksaan wijzing van het ontkalkingmiddel strikt op.
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
~
dende reinigingsmiddelen behandeld is, moet voordat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in zuiver wa ter worden uitgespoeld.
Gebruik in dit toestel nooit reini
~
gingsmiddelen die oplosmiddel (bijv. wasbenzine) bevatten. Er kan namelijk schade optreden aan sommige onder delen van het toestel. Er kunnen ook giftige dampen ontstaan. Bovendien bestaat er bij deze middelen brand- en ontploffingsgevaar.
Gebruik in dit toestel nooit reini
~
gingsmiddelen die oplosmiddel (bijv. wasbenzine) bevatten. Die kunnen schade toebrengen aan vochtige kunst­stof oppervlakken.
Kleurmiddelen dienen voor gebruik
~
in wasautomaten geschikt te zijn. Ze mogen enkel in beperkte mate - zoals voor een huishouden - worden gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van de fa­brikant strikt op.
-
-
-
-
-
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemon teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaan sprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor scha de die ontstaan is doordat deze vei ligheidsrichtlijnen niet in acht wer den genomen.
-
-
-
-
-
-
Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn
~
zwavelhoudende verbindingen corrosie tot stand brengen. U mag geen ont kleuringsmiddel in uw wasautomaat ge bruiken.
Als er vloeibaar wasmiddel in uw
~
ogen terechtkomt, spoel ze dan met zuiver lauwwarm water uit. Bij inslikken, direct een arts raadplegen. Personen met gekwetste of gevoelige huid moe ten elk contact met het vloeibare was middel mijden.
-
-
-
-
9
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a Toets Start
Om het wasprogramma te starten.
b Toetsen voor de bijkomende func-
ties
Voor de keuze van de bijkomende functies. Met de bovenste toets kunt u tussen de bijkomende functies Kort, Voor- was, Inweken en een combinatie daarvan kiezen. Met de onderste toets kunt u de bij­komende functie Extra water kiezen. Controlelampje aan = ingeschakeld Controlelampje uit = uitgeschakeld
c Controlelampje voor het toerental
voor het centrifugeren
d Toets Centrifugeren
Om een centrifugeertoerental, spoel stop of zonder centrifugeren te kie
zen.
e Programmakiezer
Om een basiswasprogramma en de daarbij passende temperatuur te kie zen. De programmakiezer kan zowel naar rechts als naar links worden gedraaid.
-
f Verklikkerlichtjes voor het pro
grammaverloop
Daaraan merkt u hoever het waspro­gramma al gevorderd is.
g Verklikkerlichtjes voor service en
storingen
h Toets I-aan/0-uit
Om het toestel aan of uit te zetten of een programma te onderbreken.
i Toets Deksel
Om het deksel te openen.
-
-
-
10
Het toestel in bedrijf stellen
Laat het toestel voor de eerste was beurt degelijk opstellen en aan sluiten. Hou daarbij rekening met de rubriek "Opstellen en aansluiten".
Uit veiligheidsoverwegingen kan u het toestel niet laten centrifugeren voordat het voor het eerst in bedrijf werd ge steld. Om het centrifugeren te laten werken dient u eerst een wasprogram ma zonder wasgoed middel te laten uitvoeren.
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er overdreven schuim worden gevormd!
Meteen wordt dan ook het kogelventiel in de waterafvoer geactiveerd. Dit ven­tiel zorgt ervoor dat het wasmiddel vol­ledig wordt benut.
^ Draai de waterkraan open. ^ Druk de toets jk in. ^ Draai de programmakiezer op
Bont 60°C.
en zonder was
-
-
-
-
-
^
Druk op de toets Start.
Na afloop van dit programma is de in bedrijfstelling afgesloten.
-
11
Milieuvriendelijk wassen
Stroom- en waterverbruik
Benut de maximumlading die bij elk
wasprogramma wordt opgegeven. Dan zijn het stroom- en waterver
­bruik, in verhouding tot de totale hoe veelheid wasgoed, het geringst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe den wasgoed.
Bij een kleine lading in het program
­ma Wit/Bont vermindert de wasauto maat automatisch het water, de tijd en de energie die nodig zijn. Het kan dus gebeuren dat de aangeduide programmaduur in de loop van een wasprogramma wordt aangepast.
– Gebruik in plaats van het programma
Wit/bont 95°C het programma Wit/ bont 60°C. Zo spaart u tussen 35 à
45 % stroom. Voor het meeste vuil is dit programma ruim voldoende. Bij hardnekkig of ouder vuil gebruikt u de bijkomende functie Inweken.
Maak gebruik van de bijkomende functie Inweken in plaats van Voor
-
was. Tijdens het inweken en de daar
opvolgende hoofdwas wordt dan het zelfde sop gebruikt.
Wasmiddel
Gebruik telkens maar zoveel was
middel als op de verpakking staat aangegeven.
­Gebruik bij kleinere ladingen minder
wasmiddel (ca.
1
/3minder wasmiddel
bij een halve lading).
-
De juiste bijkomende functie kiezen (Kort, Inweken, Voorwas)
-
Kies voor:
lichtjes vuil wasgoed
zonder zichtba re vlekken een wasprogramma met de bijkomende functie Kort.
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro­gramma zonder bijkomende functie.
– heel sterk vervuild wasgoed
wasprogramma met de bijkomende functie Inweken.
– wasgoed met een grote hoeveelheid
vuil (bijv. stof, zand) de bijkomende functie Voorwas.
-
Tip voor het aansluitende machinale
-
drogen
Kies het hoogst mogelijke centrifu geertoerental dat het wasprogramma te bieden heeft. Zo spaart u achteraf stroom bij het drogen in een trom meldroger.
-
-
een
-
-
12
Korte handleiding
De zinnen met de getallen (A, B, C,...)kanualsbeknopte handleiding
gebruiken.
A Het wasgoed voorbereiden
^ Maak de zakken leeg.
,
Metalen voorwerpen als spijkers, geldstukken, papierklemmen kun­nen het wasgoed en onderdelen van de machine beschadigen.
De vlekken vooraf behandelen
^
Verwijder eventuele vlekken uit het textiel voor u het wast. Doe dat bij voorkeur terwijl de vlekken nog vers zijn. Dop de vlekken weg met een doekje dat geen kleur afgeeft. Niet wrijven!
Speciale vlekken als die van bloed, eie ren, koffie, thee e.d. kan u vaak met een truukje wegkrijgen. Zo u problemen heeft met bevlekt textiel, kan u bij uw Miele-handelaar of rechtstreeks in het Miele-filiaal een boekje met tips over het behandelen van speciale vlekken krijgen.
Zo wast u juist
Bij de behandeling van textiel
,
met een schoonmaakmiddel op ba sis van oplosmiddel (schoonmaak benzine) zie erop toe dat er geen kunststof in contact komt met het schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit synthetische reini
,
gingsmiddelen (die oplosmiddel bevatten) in uw wasautomaat!
Het wasgoed sorteren
^ Sorteer het textiel volgens de kleur en
de symbolen op het onderhoudseti­ket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Donker textiel vertoont de neiging bij de eerste wasbeurten kleur te verliezen. Om geen wasgoed te laten verkleuren, wast u licht en donker textiel het best apart.
Algemene tips
Bij gordijnen: de gordijnrolletjes en de loden band afnemen. U kan de gordijnen ook in een zak steken.
Bij bh's: geloste bh-beugels vast naaien of verwijderen.
Bij breigoed, jeans, broeken, t-shirts en sweaters: binnenstebuiten keren zo de fabrikant dat aanbeveelt.
Doe ritssluitingen, haakjes en oogjes
­voor het wassen dicht.
Knoop kussens en slopen dicht. Zo komen er geen kleine spulletjes in te recht.
Was in deze machine nooit textiel met de aanduiding niet wasbaar (onder houdssymbool h).
-
-
-
-
-
-
13
Zo wast u juist
B Buitendeksel en binnendeksel
openen
Druk de toets I-aan/0-uit in.
^
Druk op de toets Deksel en open het
^
buitendeksel tot aan de aanslag.
Het binnendeksel gaat automatisch open.
C Wastrommel openen
Opgepast! De beide
,
openingshelften staan onder druk van een veer.
^ Ondersteun de achterste
openingshelft licht met de hand.
D Was in de trommel stoppen
Leg de was opengevouwen en losjes
^
in de trommel. Door textiel van ver schillend formaat in de trommel te stoppen, verbetert het waseffect en raakt de was tijdens het centrifugeren beter verdeeld.
Wasgoed bestaande uit verschil lende lagen en met bijzonder fijne en gladde buitenstof kan tijdens het wassen en centrifugeren door de zijspleet van het klapdeksel naar de trommelmantel schuiven. Was der gelijke spullen daarom altijd in een waszak.
Houd zoveel mogelijk rekening met de maximumlading die bij elk waspro­gramma wordt opgegeven. Dan is het stroom- en waterverbruik, berekend op basis van de totale hoeveelheid was­goed, het laagst. Hou er rekening mee dat het wasresul­taat verslecht en er meer kreuken op­duiken als u meer was in de trommel stopt dan wat als maximum aanbevolen wordt.
-
-
-
^
Druk dan op de afsluitvergrendeling (zwarte pijl) en tegelijk de voorste openingshelft naar binnen tot aan de ontgrendeling (in de richting van de pijl).
^
Laat de beide openingshelften ondersteund door de handen naar boven schuiven.
14
Zo wast u juist
E De wastrommel en het binnendek
sel sluiten
^ Om te beginnen de voorste, daarna
de achterste openingshelft naar on­der drukken tot beide vergrendelingshaken op hun plaats vallen en duidelijk zichtbaar ineen grijpen.
,
Indien u deze werkwijze veronachtzaamt, loopt u het risico op schade aan de wasautomaat en/ of het wasgoed.
-
Zorg ervoor dat bij het sluiten van de openingshelften geen textiel ge­klemd raakt.
^
Reinig regelmatig het wieltje in de lin ker vergrendelingshaak, zodat het vlot blijft functioneren.
-
^
Sluit het binnendeksel met een lichte druk op de vergrendeling, totdat dit duidelijk hoorbaar in elkaar sluit.
Zolang het binnendeksel niet volgens de voorschriften gesloten is, zal het programma niet kunnen starten en blijft het controlelampje Dosering con
troleren snel knipperen.
-
15
Zo wast u juist
F Het wasmiddel toevoegen
Het is belangrijk juist te doseren, want . .
. . . gebruikt u te weinig wasmiddel,
dan wordt het wasgoed niet proper
en na verloop van tijd ook grauw en hard.
dan vormen er zich vetluizen op het
wasgoed
dan hecht er zich kalk op de verwar
mingselementen
. . . gebruikt u te veel wasmiddel,
– dan wordt er te veel schuim ge-
vormd, wat het effect van de wasbe­wegingen verzwakt. De was-, spoel­en centrifugeerresultaten gaan dan ook achteruit.
-
Trek de wasmiddellade ietwat uit.
^
Giet het wasmiddel in de vakjes:
i = Wasmiddel voor de voorwas
(indien gekozen,
1
/4van de aan­bevolen hoeveelheid wasmiddel
– dan stijgt het waterverbruik. Wegens
het vele schuim wordt er immers au­tomatisch een bijkomende spoel­beurt ingelast.
dan belast u het milieu
16
j = Wasmiddel voor de hoofd-
was en het inweken
p = Wasverzachter, vormspoeler
of vloeibaar stijfsel.
Meer details over wasmiddelen en de dosering ervan vindt u in de rubriek "Wasmiddelen".
^
Schuif de wasmiddellade in.
G Het buitendeksel sluiten
Zo wast u juist
H Programma kiezen
^ Draai de programmakiezer op het
gewenste programma.
I Een centrifugeertoerental kiezen
J Bijkomende functie selecteren
Met de bovenste toets kiest u de bijko mende functies in de onderstaande volgorde: Kort of Voorwas of Inweken of geen keuze.
Met de onderste toets kiest u de bijko mende functie Extra water.
^ Kies de gewenste bijkomende func-
tie.
U kunt niet alle bijkomende functies bij alle wasprogramma's kiezen.
-
-
^
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge ren" tot het controlelampje van het gewenste toerental aangaat.
Kunt u een bepaalde bijkomende functie niet kiezen, dan is die voor dat wasprogramma niet voorzien.
-
17
Zo wast u juist
K Een programma starten
Druk op de knipperende toets Start.
^
Open de wastrommel en neem het
^
wasgoed uit.
Bij het begin van het wasprogramma laat een kort "ratelend" geluid horen dat de automatische trommelvergrendeling opgeheven wordt.
L Het wasgoed uit de trommel ne
men
Het einde van het programma wordt aangegeven door het controlelampje Kreukbeveiliging/Einde.
Zodra het programma beëindigd is, draait de trommel zich automatisch in de juiste stand voor het openen en blijft die positie in stilstand aanhouden (au­tomatische trommelpositionering en trommelstilstand).
^ Druk op de toets Deksel. ^ Open het buitendeksel tot aan de
aanslag.
Het binnendeksel gaat automatisch open.
-
Vergeet geen stukken wasgoed in de trommel! Die kunnen bij de daar opvolgende wasbeurt krimpen of ander wasgoed verkleuren.
M Wasautomaat uitschakelen
Sluit de wastrommel en het binnen
^
deksel.
Anders bestaat het risico dat er onbe doeld voorwerpen in de trommel te rechtkomen. Die kunnen dan per ver gissing mee gewassen worden en het wasgoed beschadigen.
^ Sluit het buitendeksel. ^ Schakel de wasautomaat met de
toets I-aan/0-uit uit en draai de pro­grammakiezer in de positie einde.
-
-
-
-
-
18
Loading...
+ 42 hidden pages