Miele T7748C User manual

Gebruiksaanwijzing voor de condensdroger T 7748 C
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u de droogautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Wat doen wij met
. . . het verpakkingsmateriaal?
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.
. . . een afgedankt apparaat?
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi­oneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
-
Tips om energie te besparen
Voorkom dat de droogprogramma's meer energie verbruiken en langer du ren dan nodig is en wel door de volgen de maatregelen.
Centrifugeer het wasgoed voordat u
^
het gaat drogen met een zo hoog mogelijk toerental in de wasauto
­maat. Zo bespaart u bij het drogen ca. 30 % energie en tijd, wanneer u bijv. met 1600 omw/min centrifugeert in plaats van met 800 omw/min.
^ Benut voor ieder droogprogramma
de maximale beladingscapaciteit van de trommel. Zie hiervoor het hoofdstuk: "Program­ma-overzicht". Het energieverbruik is dan, vergele­ken met de totale hoeveelheid was­goed, het gunstigst.
^ Zorg ervoor dat er tijdens het droog-
programma voldoende lucht wordt toegevoerd.
-
-
-
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek tronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
2
^
Reinig de pluizenfilters iedere keer nadat u de droogautomaat heeft ge bruikt.
-
-
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening van de droogautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Functie van het display .............................................11
Tips voor het drogen van textiel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Symbolen in het etiket ..............................................12
Verdere tips ......................................................12
Zo droogt u goed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Korte handleiding .................................................14
Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Temperatuur laag .................................................18
Zoemer..........................................................18
Voorprogrammering................................................18
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Het wijzigen van het programmaverloop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Wanneer het programma nog loopt....................................23
- Het kiezen van een ander programma ...............................23
- Het afbreken van het programma en het kiezen van een ander programma 23
- Het afbreken van het programma en het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de
trommel .......................................................23
- Het aanvullen of voortijdig verwijderen van wasgoed .....................23
Resttijd .......................................................23
Elektronische afsluitfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
3
Inhoud
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Het legen van het condenswaterreservoir...............................25
Het reinigen van de pluizenfilters .....................................26
Het reinigen zonder water ........................................26
Het reinigen met water ...........................................27
Het reinigen van de droger ..........................................27
Het reinigen van de condensor .......................................28
Het verwijderen van de condensor..................................28
Het controleren van de condensor ..................................29
Het reinigen van de condensor ....................................30
Het terugzetten van de condensor ..................................30
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het oplossen van problemen.........................................31
Controle- en foutmeldingen ..........................................31
Andere problemen.................................................34
Het vervangen van het gloeilampje ....................................37
Afdeling Klantcontacten ............................................38
Reparaties.....................................................38
Programma-actualisering (Update) .................................38
Miele Service Verzekering Certificaat................................38
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................38
Extra accessoires ...............................................38
Het plaatsen en aansluiten van de droogautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Het apparaat van voren .............................................39
Het apparaat van achteren ..........................................40
Plaats van opstelling ...............................................40
Het transport van de droogautomaat naar de plaats van opstelling ........40
Was-droogzuil..................................................40
Het stellen van de droogautomaat ..................................41
Het ventileren van het vertrek waar de droger is geplaatst ...............41
Wanneer het apparaat later nog eens wordt getransporteerd (bijv. bij een
verhuizing) ....................................................42
4
Inhoud
Het aansluiten van een externe afvoer voor het condenswater ..............43
Het aanleggen van de afvoerslang .................................43
Waterafvoer via wastafel, wasbak of vloer ............................44
Speciale aansluitingen met een terugslagklep.........................44
Elektrische aansluiting ..............................................46
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Restvocht in het programma "Witte / Bonte was"..........................50
Restvocht in het programma "Kreukherstellend" ..........................51
Kreukbeveiliging ..................................................52
Geluidssterkte zoemer..............................................53
Restvocht in het programma "Automatic" ...............................54
Afkoeltijd ........................................................55
Standby .........................................................56
Memory .........................................................58
Controlelampje Filters/Afvoer.........................................59
Akoestisch signaal.................................................60
Geleidingswaarde .................................................61
Droogtegraad ....................................................62
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Efficiënt gebruik
Deze droogautomaat is uitsluitend
~
bestemd voor huishoudelijk of daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze droogautomaat is uitsluitend
Lees beslist deze gebruiksaanwij
~
zing.
Deze droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin gen.
Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies betreffende de veiligheid, het ge­bruik en het onderhoud van de droogautomaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voor­komt onnodige schade aan uw ap­paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de automaat.
~
­bestemd voor het drogen van textiel dat
in water is gewassen en volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het onderhoudsetiket in de droogautomaat
­mag worden gedroogd.
Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een fou­tieve bediening.
Personen die op grond van hun
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de droogautomaat niet in staat zijn om het apparaat veilig te bedienen, mogen deze automaat alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of wor­den geïnstrueerd door een verant­woordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis zijn
-
Wanneer er kinderen in de buurt van
~
de droogautomaat zijn, houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met het apparaat gaan spelen.
Kinderen mogen de droogautomaat
~
alleen dan zonder toezicht gebruiken, als ze weten hoe het apparaat werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze de automaat fout bedienen.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
~
wordt geplaatst of het zichtbaar be schadigd is. Een beschadigde droogautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen.
Voordat u de droogautomaat aan
~
sluit dient u altijd de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici teitsnet te vergelijken. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
~
droogautomaat is uitsluitend gegaran­deerd als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de gel­dende veiligheidsbepalingen is geïn­stalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die is ont­staan door een ontbrekende of bescha digde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoor beeld oververhitting.
Reparaties mogen alleen door
~
Miele-vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de ge bruiker opleveren, waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
-
-
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor den vervangen. Alleen van deze onderdelen kunnen wij u garanderen dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze apparaten stellen.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet de kabel door erkende vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing moet wor
-
~
den verholpen of wanneer de droogau tomaat moet worden gereinigd, mag er geen elektrische spanning op het ap paraat staan. Dit is het geval als aan één van de vol­gende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de instal-
latie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
Wanneer dit apparaat op een niet-
~
stationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst,
­mag het uitsluitend door een vakman / vakvrouw worden ingebouwd en aan gesloten. Hierbij moet aan alle voor waarden voor een veilig gebruik wor
­den voldaan.
Voer geen wijzigingen aan het ap
~
paraat uit die niet uitdrukkelijk door Miele zijn toegestaan.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
In verband met brandgevaar mag
~
textiel niet worden gedroogd wanneer het
niet gewassen is.
niet grondig genoeg gereinigd is en
daardoor nog olie-, vet- of crèmeres ten bevat. Het gaat hier bij voorbeeld om textiel uit keukens of schoonheidssalons. Bij textiel dat niet voldoende gerei nigd is bestaat zelfs na afloop van het droogprogramma en zelfs buiten de droogautomaat nog gevaar voor brand.
– brandgevaarlijke reinigingsmiddelen
bevat of resten van aceton, alcohol, wasbenzine, petroleum, vlekverwij­deraar, terpentine, was, wax remover of chemicaliën bevat. Het gaat hier bij voorbeeld om allerlei soorten schoonmaakdoekjes.
– resten van haarversteviger, haar-
spray, nagellakremover en dergelijke bevat.
Reinig dit soort sterk vervuild textiel grondig en wel met voldoende was middel en op een hoge temperatuur. Was dit textiel zonodig twee keer.
-
-
In verband met brandgevaar mogen
~
de volgende soorten textiel of produc ten nooit in de droogautomaat worden gedroogd.
Textiel en producten die met industri
ële chemicaliën zijn gereinigd, bijv. in een stomerij.
­Textiel en producten die rubber of
schuimrubber bevatten, zoals water dicht textiel, hoofdkussens en douchemutsen.
Textiel en producten die vullingen
bevatten en die beschadigd zijn, zo dat de vullingen eruit kunnen vallen. Het gaat hier bij voorbeeld om kus­sens en jacks.
Op de verwarmingsfase volgt bij
~
veel programma's de afkoelfase. Daarmee kunt u er zeker van zijn dat het wasgoed niet zo heet wordt dat het verbrandt en beschadigd raakt. Pas hierna is het programma afgelo­pen. Haal alle stukken wasgoed dan direct uit de automaat.
Waarschuwing: Schakel de droog
~
automaat nooit uit voordat het droog programma afgelopen is, tenzij u alle stukken wasgoed direct uit de auto maat haalt en zo ophangt dat de warm te eruit kan.
-
-
-
-
-
-
-
-
Gebruik wasverzachters en soortge
~
lijke producten altijd volgens de aanwij zingen van de fabrikant.
8
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De droogautomaat mag niet zonder
~
of met beschadigde pluizenfilters wor den gebruikt.
De pluizenfilters moeten regelmatig
~
worden gereinigd!
De droogautomaat mag niet zonder
~
condensor worden gebruikt.
Wanneer u de pluizenfilters met
~
warm water heeft gereinigd, droog ze dan goed af. Door natte pluizenfilters kunnen sto ringen ontstaan!
Plaats uw droogautomaat niet in
~
vorstgevoelige ruimten. Temperaturen onder het vriespunt heb­ben een negatief effect op de werking van het apparaat. Door bevriezend condenswater in de pomp of de waterafvoerslang kan de automaat beschadigd raken. De kamertemperatuur mag tussen de +2°C en de +35°C liggen.
U kunt voor het condenswater een
~
externe afvoer aansluiten, bijv. door de afvoerslang in een wastafel of wasbak te hangen. Zorg er in dat geval voor dat hij niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan er condenswater over stromen en dit kan schade veroorza ken.
Condenswater is geen drinkwater.
~
Het drinken van condenswater kan schadelijk zijn voor de gezondheid van mens en dier.
-
-
-
Zorg ervoor dat de ruimte waar de
~
droogautomaat is opgesteld stof- en pluisvrij is. Door vuildeeltjes in de aangezogen lucht kan de condensor op den duur verstopt raken.
Leun niet op de deur.
~
Doet u dat wel, dan gaat de droogauto maat kantelen.
Sluit de deur iedere keer nadat u de
~
droogautomaat heeft gebruikt. Zo voorkomt u dat
kinderen of huisdieren in het appa
raat kruipen
– en dat kinderen er voorwerpen in
stoppen.
Spuit de droogautomaat niet nat.
~
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
~
mogen worden aan- of ingebouwd. Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepa lingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
-
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de fabri kant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even tueel het gevolg van is.
-
-
-
-
-
9
Bediening van de droogautomaat
Bedieningspaneel
a Display
Nadere bijzonderheden over het dis­play kunt u op de volgende bladzijde vinden.
b Voorprogrammering - toets
Met deze toets kunt u:
- de duur instellen van de program­ma's Koude lucht / Warme lucht
- het tijdstip dat het door u gekozen programma start max. 24 uur van te voren instellen.
c Zoemer - toets
Met deze toets kunt u de zoemer in­of uitschakelen. Deze gaat na afloop van een pro gramma.
d Andere controlelampjes
Nadere bijzonderheden hierover kunt u vinden in het hoofdstuk: "Nuttige tips".
e Start/Stop - toets
Met deze toets kunt u: een gekozen droogprogramma starten en een gestart programma afbreken.
Het controlelampje gaat knipperen wanneer u een programma kiest en gaat branden wanneer u het gekozen programma start.
f Temperatuur laag - toets
Met deze toets kunt u gevoelig textiel met een lage temperatuur drogen.
g Toets voor de droogtegraad
Met deze toets kunt u een droogte­graad bij het gekozen programma in stellen.
h Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het ge
-
wenste droogprogramma instellen. Het controlelampje van het gekozen programma licht op.
i Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur van de droogautomaat openen, ook als er geen spanning op staat.
j I-Aan/0-Uit - toets
Met deze toets kunt u: de droogautomaat in- en uitschake len en een programma onderbreken.
-
-
-
10
Bediening van de droogautomaat
Functie van het display
Via het display kunt u het volgende instellen:
het starttijdstip van het door u geko
zen programma; de duur van de programma's Koude
lucht / Warme lucht; de verschillende varianten die de
programmeerfuncties bieden.
Bovendien geeft het display ook aan:
de duur van het gekozen program
ma; de fasen in het programmaverloop
Drogen Koude lucht Einde;
– controle- en foutmeldingen.
Programmaduur (resttijd) / Resttijdprognose
Wanneer u een droogprogramma start zonder gebruik te maken van de voor­programmering, geeft het display de tijd aan die een gekozen programma ongeveer gaat duren, de zogenaamde resttijd. Dit is dus een prognose.
De tijd die een droogprogramma nodig heeft kan per droogbeurt verschillen en wel door de volgende factoren:
restvocht na het centrifugeren;
textielsoort;
hoeveelheid wasgoed;
kamertemperatuur
verschillen in netspanning.
De droogautomaat beschikt over elek tronica die zich instelt op het wasgoed dat zich in de droogautomaat bevindt en het wasgoed telkens controleert.
-
-
De resttijd wordt tijdens de droogbeurt telkens opnieuw berekend en in het dis play aangepast. De tijd in het display kan daardoor behoorlijke sprongen ma
­ken. De prognose wordt in de loop van
een droogbeurt steeds preciezer. Ook de programma's Wol, Zijde en
Strijken rrr kunnen voortijdig worden beëindigd, wanneer er een bepaalde temperatuur is bereikt. Dat kan het geval zijn wanneer het om bijzonder fijn wasgoed gaat, wanneer er weinig wasgoed in de trommel zit of wanneer er al eerder is gedroogd.
Voorgeprogrammeerde starttijd
Wanneer u een droogprogramma kiest en gebruik maakt van de voorprogram­mering, dan geeft het display eerst de voorgeprogrammeerde tijd aan, d.w.z. geeft aan hoelang het nog duurt voor­dat het gekozen programma begint.
Nadat u op de Start/Stop - toets heeft gedrukt, wordt de voorgeprogrammeer­de tijd in het display afgeteld.
Na afloop van de voorgeprogrammeer de tijd start het programma automa tisch. Het display geeft aan hoe lang het pro gramma vermoedelijk gaat duren.
Programmeerfuncties
Met deze programmeerfuncties kunt u een aantal varianten programmeren om het droogprogramma nog beter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt drogen.
Bij het programmeren ziet u de varianten in het display.
-
-
-
-
-
11
Tips voor het drogen van textiel
Symbolen in het etiket
Controleer voordat u wasgoed in de droogautomaat wilt gaan drogen, welke symbolen in het etiket zijn af gebeeld.
q Drogen op een normale temperatuur r Drogen op een lage temperatuur s Niet geschikt om in de droogauto
maat te worden gedroogd
-
-
Verdere tips
Benut voor ieder droogprogramma
de maximale beladingscapaciteit van de trommel. Zorg er dus voor dat u de trommel niet te licht, maar ook niet te zwaar belaadt. Zie hiervoor het hoofdstuk: "Program­ma-overzicht".
Een te zware belading is slecht voor het wasgoed, heeft een negatief ef­fect op het droogresultaat en werkt kreukvorming in de hand.
Droog geen textiel dat nog druipnat is. Centrifugeer het wasgoed na het wassen minstens nog 30 seconden.
Droog gevoelig wasgoed met het droogsymbool r met de extra func tie Temperatuur laag.
Droog een gemengde belading van katoenen en kreukherstellend textiel in het programma Automatic.
Doe rits of knopen van jasjes dicht voordat u ze gaat drogen. Zo worden de jasjes gelijkmatig ge droogd.
Wol en wolmengweefsels
neiging te vervilten en te krimpen. Droog deze soorten textiel alleen in het speciale programma Wol.
Dons
– T-shirts en ondergoed
-
-
heeft afhankelijk van de kwali teit de neiging om te krimpen. Droog textiel met dons daarom al leen in het speciale programma Strij ken rrr.
Droog zuiver linnen maat als dat volgens het etiket ge oorloofd is. Het kan nl. ruw worden. Mag het worden gedroogd, doe dat dan alleen in het programma Strijken rrr.
wanneer ze voor het eerst worden gewassen. Droog ze dus niet te lang en te heet om te voorkomen dat ze nog verder krimpen. Koop dit soort textiel eventueel één of twee maten te groot.
Kreukherstellend wasgoed te meer kreuken, naarmate de auto maat voller beladen is. Dat geldt vooral voor zeer gevoelig textiel, bijv. blouses en overhemden. Verminder de belading of gebruik het programma Overhemden.
Gesteven wasgoed droogautomaat drogen. Doseer echter vóórdat u gaat was sen de dubbele hoeveelheid stijfsel voor hetzelfde effect.
hebben de
-
alleen in de auto
-
krimpen vaak
gaat des
kuntuinde
-
-
-
-
-
12
Tips voor het drogen van textiel
Was nieuw, gekleurd textiel
grondig uit voordat u het voor het eerst droogt en droog het niet samen met lichtgekleurd wasgoed. Doet u dat wel, dan kan het nieuwe wasgoed afgeven op het lichtge kleurde textiel en op kunststof onder delen van de droger.
Kledingstukken met beschadigde
vullingen (bijv. kussens of jacks) mo gen niet in de automaat worden ge droogd. Wanneer de vulling er uitkomt kan dat brand veroorzaken.
eerst
-
-
-
-
13
Zo droogt u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb ben over hoe u de droogautomaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aange duide stappen (A, B, C ...) aanhou den.
A Het sorteren en inspecteren van
het wasgoed
Het sorteren van het wasgoed
Haal het op elkaar gepropte gewas
^
sen wasgoed uit elkaar en sorteer het naar: . . . gewenste droogtegraad; . . . textielsoort; . . . grootte; . . . restvocht na het centrifugeren. Zo krijgt u een gelijkmatig droogre­sultaat.
Het inspecteren van het wasgoed
,
Verwijder eventuele voorwerpen uit het wasgoed die er niet horen, zoals doseerbolletjes. Dit soort voor werpen kunnen tijdens het droog programma smelten en het apparaat en het wasgoed beschadigen.
-
-
-
-
-
-
Bind ceintuurs en schortenbandjes
^
aan elkaar.
Maak losgeraakte bh-beugels vast of
^
verwijder ze.
B Het inschakelen van de automaat
Schakel de automaat met de
^
I-Aan/0-Uit - toets in.
U kunt de droger ook inschakelen na dat u de trommel heeft gevuld. In dat geval gaat de trommelverlichting niet aan.
-
^
Bekijk alle zomen en naden en con troleer of er geen vullingen uit kunnen komen.
^
Knoop dekbedovertrekken en kus senslopen dicht, zodat er geen kleinere stukken wasgoed in kunnen komen.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
14
-
-
Zo droogt u goed
C Het vullen van de trommel
Druk op de Deur - toets.
^
Doe de deur open.
^
Leg het wasgoed in de trommel.
^
Benut voor ieder droogprogramma de maximale beladingscapaciteit van de trommel. Zie hiervoor het hoofdstuk: "Programma-overzicht". Zorg er dus voor dat u de trommel niet te licht maar ook niet te zwaar belaadt. Een te zware belading is slecht voor het wasgoed, heeft een negatief effect op het droogresultaat en werkt kreukvorming in de hand.
^ Controleer eerst of het pluizenfilter
goed in de pluizenfilterhouder in de deur is geplaatst.
Sluit de deur met een lichte klap.
^
U kunt de deur ook op een kier zetten en dichtdrukken.
Let erop dat er geen stukken was goed tussen de deur kunnen komen, want deze kunnen beschadigd ra ken.
-
-
15
Zo droogt u goed
D Het kiezen van een programma
Kies met de programma-
^
keuzeschakelaar het gewenste pro gramma.
Het controlelampje van het gekozen programma gaat branden.
Wanneer de Memory is ingeschakeld, kan er ook nog een controlelampje van een droogtegraad en/of extra functie gaan branden en kunnen er tijden in het display worden aangegeven.
Programma's Witte / Bonte was, Kreukherstellend, Fijne was, Auto­matic, Overhemden, Jeans
Bij de overige programma's is dat niet het geval.
Tip: De programmaduur die in het dis play wordt aangegeven kan iedere keer wanneer u kiest weer anders zijn (resttijdprognose).
Programma's Koude lucht / Warme lucht
Wanneer u het programma Koude lucht of Warme lucht kiest, gaat het controle lampje van de Voorprogrammering ­toets knipperen.
-
De duur van deze programma's kan variëren van 15/20 minuten tot 1/2 uur en moet u met de Voorprogrammering
- toets zelf instellen. Iedere keer wanneer u op deze toets
drukt, verschuift de voor te programme­ren tijd en wel in stappen van 10 minu­ten.
^ Druk zo vaak op de Voorprogramme-
ring - toets, totdat de gewenste tijd in
het display verschijnt.
Overige programma's
Bij de programma's Wol en Strijken rrr liggen de droogtegraad en de duur vast.
E Het kiezen van (een) extra func
tie(s)
-
-
-
^
Druk zo vaak op de toets voor de droogtegraad, totdat het controle lampje gaat branden van de droogte graad die u wilt hebben.
Bij Witte / Bonte was kunnen alle droogtegraden worden gekozen.
16
U kunt de volgende extra functies kie zen: Temperatuur laag, Zoemer, Voor programmering. Zie het gelijknamige hoofdstuk.
^
Druk op de toets van de gewenste
-
extra functie.
Attentie: Voorprogrammering in com
­binatie met de programma's Warme
lucht / Koude lucht is niet mogelijk.
-
-
-
Zo droogt u goed
F Het starten van het programma
Wanneer u een programma heeft geko zen gaat het controlelampje van de Start/Stop - toets knipperen. Dat betekent dat u het gekozen pro gramma kan starten.
Druk op de Start/Stop - toets.
^
Het controlelampje van deze toets gaat nu branden.
In het display verschijnt Drogen. Tevens wordt in het display de resttijd aangegeven en afgeteld.
Afkoelfase
Op de verwarmingsfase volgt de af­koelfase. In het display verschijnt Kou- de lucht. Het wasgoed wordt door een koude luchtstroom afgekoeld.
Pas na afloop van de afkoelfase is het programma afgelopen.
De programma's Wol en Strijken rrr hebben geen afkoelfase.
Einde van het programma
-
Wanneer u het wasgoed niet direct na afloop van het programma uit de trom
­mel haalt, volgt de kreukbeveiliging.
"Kreukbeveiliging" houdt in dat de trom mel met korte intervallen gaat draaien, waardoor wordt voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken. Deze fase duurt 2 h. Dit geldt niet voor het programma Wol.
G Het leeghalen van de trommel
Druk op de Deur - toets.
^
Doe de deur open.
^
Haal het wasgoed uit de trommel.
^
^ Controleer of de trommel leeg is.
Wasgoed dat in de trommel blijft lig­gen wordt, wanneer het nog een keer wordt gedroogd, overmatig ge­droogd en kan daardoor bescha­digen.
Ook wanneer de droger ingeschakeld en de deur geopend is, gaat de trom­melverlichting na enkele minuten uit. Dit in het kader van de energiebesparing.
-
-
Wanneer het display 0 en Einde aan geeft, is het eigenlijke programma afge lopen.
Wanneer u de extra functie Zoemer hebt ingeschakeld, gaat bovendien de zoemer met regelmatige tussenpozen.
-
^
Schakel de droogautomaat met de l-Aan/0-Uit - toets uit.
-
^
Reinig de pluizenfilters.
^
Sluit de deur.
^
Giet het condenswaterreservoir leeg wanneer er geen externe condens waterafvoer aanwezig is.
^
Controleer de condensor met regel matige tussenpozen.
-
-
17
Extra functies
Wanneer u een extra functie inschakelt, gaat het daarbij behorende lampje branden. Wanneer u deze functie weer uitscha kelt, gaat het daarbij behorende lampje uit.
-
Temperatuur laag
Gevoelig en kreukherstellend textiel met het symbool r, bijv. acryl, wordt met een lage temperatuur gedroogd.
Het programma duurt langer.
Bij enkele programma's is Temperatuur laag al een vast onderdeel van het pro­gramma en kan niet worden uitgescha­keld.
Zoemer
Na afloop van het programma klinkt er max. 1 h met regelmatige tussen­pozen een zoemer.
Voorprogrammering
Het voorprogrammeren van de start tijd
Wanneer u een programma heeft ge kozen, kunt u het tijdstip dat dit pro gramma moet starten max. 24 uur (24^) van te voren instellen.
De tijd voert u in met de Voorprogram mering - toets.
Iedere keer wanneer u op deze toets drukt, verschuift de voor te programme ren tijd en wel:
– tot I0^ in stappen van 30 minuten;
– vanaf I0^ in stappen van 1 uur.
^ Druk zo vaak op de Voorprogramme-
ring - toets, totdat de gewenste tijd in
het display verschijnt.
Wanneer u op de Voorprogrammering ­toets blijft drukken, loopt de tijd auto­matisch door tot 24^.
-
-
-
-
-
U kunt de geluidssterkte van de zoemer veranderen. Zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties".
De permanente zoemtoon bij storingen heeft met deze zoemer niets te maken.
18
Het controlelampje Voorprogrammering knippert.
Het starten van de voorgeprogram meerde tijd
^
Druk op de Start/Stop - toets.
Het controlelampje Voorprogrammering gaat branden.
De voorgeprogrammeerde tijd wordt in het display als volgt afgeteld:
tot I0^ per minuut;
vanaf I0^ per uur.
De trommel draait na ieder uur kort rond om de kreukvorming te vermin deren.
-
-
Het bijvullen van de trommel
Zolang de voorgeprogrammeerde tijd wordt afgeteld, kunt u nog wasgoed in de trommel leggen.
Voor dat laatste gaat u als volgt te werk.
Schakel de droogautomaat uit.
^
Open de deur.
^
Vul de trommel bij.
^
Sluit de deur.
^
Schakel de droogautomaat in.
^
Het wissen/wijzigen van de voorge­programmeerde tijd
^ Druk op de Start/Stop - toets.
De voorgeprogrammeerde tijd is ge­wist.
^ Druk zo vaak op de Voorprogramme-
ring - toets, totdat de gewenste tijd in
het display verschijnt.
Extra functies
^
Druk op de Start/Stop - toets.
De voorgeprogrammeerde tijd wordt in het display opnieuw afgeteld.
19
Programma-overzicht
Witte / Bonte was Belading: 6 kg*
Extra droog, Kastdroog**
Wasgoed Wasgoed van dikker en dunner katoen zoals handdoeken,
badhanddoeken en badmantels van badstof, beddengoed van flanel, T-shirts, ondergoed en babykleertjes
Tips
Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met het symbool r
Strijkdroog**, Mangeldroog
Wasgoed Wasgoed van katoenen of linnen weefsels zoals tafellakens,
Tip Rol het wasgoed op zolang het nog niet door de mangel
Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met het symbool r
Kreukherstellend Belading: 3 kg*
Kastdroog**, Strijkdroog
Wasgoed Kreukherstellend wasgoed van synthetisch materiaal, katoen
Tips
Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met het symbool r
Fijne was Belading: 2 kg*
Kastdroog, Strijkdroog
Wasgoed Teer wasgoed van synthetische weefsels, gemengde weef
Temperatuur laag Deze functie is vast onderdeel van dit droogprogramma.
* Gewicht van droog wasgoed ** Tips voor testbureaus:
Stel voor een test volgens norm EN 61121 een programma in zonder Temperatuur laag.
Kies Extra droog voor wasgoed van dikker of zeer dik ka
toen. Droog T-shirts, ondergoed en babykleertjes niet met Extra
droog i.v.m. krimpgevaar.
servetten, beddengoed en gesteven wasgoed
wordt gehaald. Zo wordt opdrogen voorkomen.
of gemengde weefsels (truien, jurken, broeken, stofjassen, tafellakens of servetten)
Kies voor extra kreukarm drogen Strijkdroog en reduceer de belading tot 1,5 kg*.
Het wasgoed wordt bij Strijkdroog kreukarm gedroogd. De mate waarin hangt natuurlijk ook af van de textielsoort en de belading.
sels, kunstzijde of kreukherstellend katoen (overhemden, blouses, lingerie, textiel met applicaties)
-
-
20
Loading...
+ 44 hidden pages