Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u dit toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.M.-Nr. 04 856 272
1 Aansluitsnoer
2 Condenswaterbak
3 Deur
4 Bedieningspaneel
5 Afvoerslang voor het condenswater
6 Vier in de hoogte verstelbare voetjes
4
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
Toets ‘I-aan/0-uit’ (jk)
om het toestel in en uit te schakelen of
een programma te onderbreken. Is het
toestel ingeschakeld, dan brandt de
trommelverlichting als u de machinedeur opendoet.
Toets ‘Deur’
om de deur te openen of het programma af te breken. Deze toets springt
meteen weer uit.
Display
–
duidt de programmaduur aan,
–
duidt bij ‘Startuitstel’ aan hoelang het
nog duurt voor het toestel start,
–
maakt de opgevraagde program
meerfuncties zichtbaar.
Toets ‘START’
om een droogprogramma te starten.
Het controlelampje:
–
knippert als u het programma kan
starten,
-
Toets ‘Startuitstel’
De start van het programma kan u tot
24 uur later laten plaatsvinden.
Toetsen voor bijkomende functies
Controlelampje: aan = ingeschakeld
uit= uitgeschakeld
Programmakiezer
Deze knop kan u zowel naar rechts als
naar links draaien.
De ringverlichting gaat uit:
–
indien u enkele minuten na het in
schakelen geen programma hebt ge
kozen noch gestart,
–
enkele minuten na afloop van het
programma.
Verklikkerlichtjes voor programmaverloop en controle
Deze lampjes worden in de rubriek "Wat
gedaan als..." beschreven.
-
-
–
blijft branden na de start van het pro
gramma.
-
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan con
tact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard voor u
het laat wegbrengen. Hou dus rekening
met de gelijknamige rubriek in de
"Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Lees uw gebruiksaanwijzing voordat
u uw droogautomaat in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent uw veiligheid, het ge
bruik en het onderhoud van het toe
stel. U zorgt zo voor uw eigen
veiligheid en vermijdt schade aan
uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Uw droogautomaat is uitsluitend
bestemd om in water gewassen
textiel te drogen. Droog enkel wasgoed
dat volgens het onderhoudsetiket voor
de droogautomaat geschikt is. Andere
toepassingen zijn misschien gevaarlijk.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade veroorzaakt door onjuiste bediening of verkeerd gebruik.
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk
zichtbare schade vertoont voordat
u het opstelt.
Een beschadigd toestel mag u nooit
opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het type
plaatje met die van het elektriciteitsnet
bij u ter plaatse voordat u het toestel
aansluit. Vraag eventueel uitleg aan
een elektricien indien u niet zeker bent.
-
-
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een volgens de voor
-
schriften geïnstalleerd aardsysteem is
-
aangesloten.
Het is heel belangrijk dat deze funda
mentele veiligheidsvoorziening voor
handen is. In geval van twijfel dient u
uw installatie door een vakman te laten
nakijken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of ge
woon ontbrak.
Dit toestel beantwoordt aan de
voorgeschreven beveiligingsbepalingen. Door ondeskundige reparaties
kunnen er onvoorziene risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt. Daar
kan de fabrikant niet aansprakelijk voor
worden gesteld. Herstellingen mag u
uitsluitend laten uitvoeren door vaklui
die door de firma Miele erkend zijn.
Bij storingen of bij reiniging en on-
derhoud is uw toestel pas van het
stroomnet losgekoppeld indien
–
de stekker uit het stopcontact is ge
trokken of
–
de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld.
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoeren. Er bestaat
risico op oververhitting.
Defecte onderdelen mogen enkel
worden vervangen door originele
Miele-vervangstukken. Enkel daardoor
bent u zeker dat ze ten volle voldoen
aan de eisen die Miele op het stuk van
veiligheid stelt.
Gebruik
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Stel uw droogautomaat niet op in
een vertrek waar het kan vriezen.
Temperaturen die duidelijk onder het
vriespunt liggen, brengen de goede
werking van het toestel in het gedrang.
Bevroren condenswater in pomp,
slangen en condenswaterbak kan
schade veroorzaken.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo
voorkomt u dat kinderen
op de deur leunen en het toestel
–
doen kantelen,
in het toestel proberen te kruipen of
–
er voorwerpen in verstoppen.
Er bestaat brandgevaar bij textiel
dat
schuimrubber of overwegend rub
–
berachtig materiaal bevat,
-
met brandbaar reinigingsmiddel
–
werd behandeld,
– met haarspray, nagellakoplosmiddel
e.d. in aanraking is gekomen,
– opgevuld is en waarvan het opvulsel
beschadigd is, bv. bij kussens of
jassen. De losgekomen voering kan
brand veroorzaken.
– met vet of olie besmeurd is.
Hou de omgeving van het toestel
zoveel mogelijk vrij van stof en plui-
zen.
-
Maak de afvoerslang vast indien u
die in een wasbak hangt (enkel bij
condenswaterafvoer buiten het toestel).
Anders kan de slang wegglijden en het
weglopende water schade teweeg
brengen.
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan schadelijk zijn voor mens
en dier.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het gebruik van toebehoren
Toebehoren mogen enkel worden
ingebouwd indien ze door Miele
goedgekeurd zijn.
Worden er andere onderdelen gemon
teerd of ingebouwd, dan vervalt elke
waarborg of productaansprakelijkheid.
Berging van uw oud toestel
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak stekker en snoer onbruik
baar. Zo vermijdt u dat het toestel ver
keerd wordt gebruikt.
-
-
-
9
Korte handleiding
Beschrijving in een notendop
U stelt een programma in door aan de
programmakiezer te draaien. Via een
druk op een toets kan u daar een bijko
mende functie bij combineren.
Elk programma start nadat u op de
toets ‘START’ hebt gedrukt.
Gelieve eerst de rubrieken ‘Opmer
kingen omtrent uw veiligheid’ en ‘Zo
droogt u juist’ te lezen.
De van getallen (A,B,C...) voorziene
zinnen kan u gebruiken als korte hand
leiding.
-
-
De controlelampjes in de aanduiding
van het programmaverloop (rechts op
het bedieningspaneel) vertellen u hoe
ver het programma gevorderd is.
Door het Sensitiv-droogsysteem wordt
het verschil in waterkwaliteit automa
tisch weggewerkt. De gewenste droogtegraad wordt nauwkeuriger bereikt.
De Novotronic-besturing meet de geleidingswaarde van het water, registreert
die en compenseert de verschillen om
steeds een gelijke restvochtigheid te
halen.
De trommel draait ook afwisselend naar
links en naar rechts. Zo wordt het wasgoed gelijkmatig en behoedzaam ge
droogd.
Nadat de gewenste droogtegraad is
bereikt, wordt het wasgoed afgekoeld.
Op het einde van het programma volgt
nog een ‘kreukbeveiligingsfase’: de
trommel draait met korte tussenpozen.
Dit voorkomt ligplooien in het wasgoed.
-
-
-
Het toestel inschakelen en de was
inleggen
Druk om het toestel in te schakelen
^
op de toets ‘I-aan/0-uit’.
Druk op de toets ‘deur’ en maak de
^
toesteldeur open.
^ Leg de was losjes in de trommel.
^ Sluit de deur met een lichte zwaai.
Duw ze niet dicht.
Een programma kiezen
^ Draai de programmakiezer op de
gewenste droogtegraad.
(Een) bijkomende functie(s) kiezen
^
Schakel eventueel bijkomende func
ties in of uit door op de toetsen te
drukken.
Het programma starten
^
Druk op de toets ‘START’.
-
U kan ook nog programmeerfuncties
activeren om het toestel aan uw eigen
behoeften aan te passen. Deze instel
lingen kan u steeds weer wijzigen.
10
-
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Zie goed na welk droogsymbool er
op het etiket van het textiel staat
voordat u gaat drogen.
Deze symbolen betekenen:
q = drogen bij normale temperatuur
r = drogen bij lagere temperatuur
(druk ook op de toets ‘Temperatuur laag’)
s = niet machinaal te drogen
Is er geen symbool voorhanden, hou
dan met deze principes rekening:
Wit en bont alsook kreukherstellend
–
wasgoed kan u met de overeenstemmende droogtegraad laten drogen.
Zie rubriek ‘Programma-overzicht’.
– Delicaat wasgoed
droogt u in het programma ‘Kreukherstellend’. Druk daarbij ook op de
toets ‘Temperatuur laag’.
Volgend wasgoed mag u niet in de
machine drogen:
- Wol en gemengde weefsels die wol
bevatten:
vertonen de neiging te vilten of te
krimpen. U kan ze wel drogen in het
speciaal programma ‘Finish wol’.
- Met dons gevuld textiel*:
naar gelang van de kwaliteit neigt
het fijne weefsel binnenin te krim
pen.
- Zuiver linnen weefsels*:
droog die enkel machinaal zo de fa
brikant dat in het onderhoudsetiket
vermeldt. Anders kan het weefsel
‘ruig’ worden.
* Deze weefsels kunnen wel drogen
in het speciaal programma ‘Ontkreu
ken’.
, bv. van acryl,
-
Tips om wasgoed te drogen:
Gebreide textielsoorten
–
truitjes) neigen bij de eerste was
beurt te krimpen. Laat dit wasgoed
niet te lang drogen. Daarmee ver
mijdt u dat het verder krimpt. Koop
gebreid textiel eventueel een of twee
maten groter.
Gesteven wasgoed
–
automaat worden gedroogd. Om het
gewone glanseffect te verkrijgen,
dient u wel de dosis stijfsel te verdubbelen.
– Hoe meer kreukherstellend
u in de trommel doet, hoe groter de
kans op kreuken
voor heel delicaat weefsel, bv. overhemden en bloezen. Verminder de
lading of kies het aparte programma
‘Kreukherstellend, strijkvochtig’.
– Nieuw donker textiel
samen met licht gekleurd wasgoed
laten drogen. Anders loopt u het
risico dat de kleur afgeeft.
Overlaad de trommel nooit! Hou
steeds rekening met de maximumlading die in de rubriek ‘Programma
overzicht’ wordt opgegeven. Anders
wordt de was niet zo behoedzaam
behandeld. Het droogresultaat komt
dan eveneens in het gedrang. Er
kunnen ook meer kreuken optreden.
-
-
kan in de droog-
. Dat geldt vooral
mag u niet
(bv. t-shirts,
-
-
wasgoed
-
11
Zo droogt u juist
Tips om stoom te besparen
Laat de was in de wasautomaat te
^
gen het hoogste toerental centrifuge
ren. Zo spaart u bij het drogen ca.
30 % tijd en stroom zo u de was te
gen 1600 i.pl.v. 800 t.p.m. laat
centrifugeren.
Gebruik tijdens het droogprogramma
^
de volledige trommellading. Stop niet
te veel noch te weinig was in de
trommel. Zie rubriek ‘Programmaoverzicht’.
Het stroomverbruik voor de hele
lading is zo het gunstigst.
^ Sorteer het textiel zoveel mogelijk vol-
gens
- de vezel- en weefselsoort,
- de gewenste droogtegraad,
- het formaat en de restvochtigheid na het centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogresultaat.
-
-
Verwijder wasmiddelkorfjes, doseer
bekers e.d. uit het wasgoed.
Deze objecten kunnen tijdens het
drogen smelten en schade teweeg
brengen aan toestel en wasgoed.
Leg het wasgoed losjes in de trom
^
mel.
Overlaad de trommel nooit. De was
wordt dan niet zo behoedzaam
behandeld. Het droogresultaat komt
dan eveneens in het gedrang.
^ Zwaai de deur zachtjes dicht. Duw ze
niet dicht.
Zorg ervoor dat er bij het sluiten
geen stukken wasgoed tussen de
deur geklemd zitten. Anders loopt
het textiel schade op.
-
-
-
^ Zorg voor een degelijke ventilatie van
het vertrek waar het toestel moet wer
ken.
Het toestel inschakelen en
de was in de trommel doen
^
Knoop dekbedovertrekken en kus
senslopen dicht. Zo komen er geen
kleinere stukken wasgoed in terecht.
^
Sluit ritsen en knoop linten en schor
tenbanden samen.
^
Druk op de toets ‘I-aan/0-uit’.
^
Druk op de toets ‘deur’ en maak de
deur open.
12
-
-
-
Zo droogt u juist
Een programma kiezen
^ Draai de programmakiezer in de
gewenste positie.
De programma’s worden uitgelegd in
de rubriek ‘Programmaoverzicht’.
De duur van het programma wordt door
de elektronische programmabesturing
bepaald.
Programma’s met tijdkeus
Hier kan u de duur van het programma
zelf bepalen:
^
Draai de programmakiezer op de po
sitie ‘Tijdkeuze’.
Bijkomende functies kiezen
U kan bijkomende functies in- of uit
^
schakelen.
Zo u dat wenst, kan u het programma
^
ook later van start laten gaan.
De bijkomende functies en het startuitstel vindt u beschreven in de gelijknamige rubrieken.
Een programma starten
Druk op de toets ‘START’.
^
Rechts op het bedieningspaneel gaat
het controlelampje aan van de droogtegraad die het laatst werd bereikt.
Omtrent de memory-functie:
Is de memory-functie actief? Dan voert
het toestel de extra functies uit, die u in
het vorige droogprogramma erbij had
gekozen. De controlelampjes van de
bijkomende functies worden verlicht.
Hebt u een programma met tijdkeus
ingesteld, dan verschijnt er een duur in
het display.
De memory-functie vindt u verder
beschreven in de rubriek ‘program
meerfuncties’.
-
-
-
^
Druk zo vaak op de toets ‘Tijdkeuze’
tot de gewenste duur in het display
verschijnt.
U kan een duur instellen van min
stens 15 minuten en hoogstens 2 uur.
-
13
Zo droogt u juist
Controlelampje ‘Filters/condensor’
Dit lampje duidt aan dat het toestel niet
optimaal of niet spaarzaam werkt.
De redenen waarom het brandt, kunnen
zijn:
de pluizenzeven in de toesteldeur en
–
in de vulopening zijn verstopt,
de warmtewisselaar is verstopt.
–
Voor u een programma start, gaat het
controlelampje ‘Filters/condensor’ pas
uit indien u het toestel met de toets
‘I-aan/0-uit’ hebt uitgeschakeld.
Na het drogen
Zodra het droogprogramma ten einde
is, gaat het controlelampje ‘Kreukbevei
liging/einde’ aan.
Druk de toets ‘Deur’ in om de toestel
^
deur te openen.
Neem het wasgoed uit de trommel.
^
Zie na of de trommel wel leeg is.
^
Zo er wasgoed achterblijft, kan dat
bij de volgende droogbeurt schade
oplopen door te lang te drogen.
^ Verwijder na elke droogbeurt de
pluizen
- uit de zeef aan de binnenzijde
van de deur
- uit de zeven in de vulopening.
Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud
van het toestel’.
^ Giet de condenswaterbak leeg zo er
geen condenswaterafvoer is aangesloten. Zie rubriek ‘Reiniging en
onderhoud van het toestel’
-
-
14
Doe na elke droogbeurt de toestel
deur dicht en schakel het toestel uit.
^
Druk op de toets I-aan/0-uit’ om het
toestel uit te schakelen.
-
Bijkomende functies
Kreukbeveiliging
Na afloop van het programma draait
de trommel met tussenpozen. Zo
worden kreuken in het wasgoed ver
meden.
Kort
De programmaduur wordt verkort.
Om niet delicaat wasgoed te drogen.
–
-
Bijkomende functies kan u voor de
^
start van het programma in- of uit
schakelen door de gepaste toets in
te drukken.
Het controlelampje:
– aan = bijkomende functie ing-
eschakeld,
– uit= bijkomende functie uitge-
schakeld.
Bijkomende functies die niet met het
basisprogramma te verenigen zijn, kan
u niet inschakelen. Het controlelampje
gaat dan meteen uit nadat u de toets
hebt losgelaten.
Stelt u bijkomende functies in, die niet
met elkaar te verenigen zijn, bv. ‘kort’
en ‘behoedzaam’, dan wordt enkel de
laatst gekozen functie ingeschakeld.
Tijdkeus
Om de programmaduur van een pro
gramma met TIJDKEUS in te stellen.
-
Temperatuur laag
De droogtemperatuur wordt verlaagd.
– Voor delicaat textiel (onderhouds-
symbool r), bv. van acryl.
De programmaduur wordt verlengd.
Zoemer
Na afloop van het programma weerklinkt er tijdens de kreukbeveiligingsfase met tussenpozen een signaal.
U kan het volume van de zoemer rege
len:
A Kies een programma.
B Druk op de toets ‘zoemer’ (het
controlelampje ‘zoemer’ gaat aan)
tot het gewenste geluidsvolume is
ingesteld. Meteen wordt de toonhoogte van de zoemer gewijzigd.
C Laat de toets ‘zoemer’ los en start
-
het programma.
-
15
Programmaoverzicht
ProgrammaSoort wasgoedMaximum-
WIT EN BONT
Extra droogTextiel met verschillende
Kastdroog +Textiel met een laag of verschil
Kastdroog
Strijkvochtig
Strijkvochtig
MangelvochtigKatoen of linnen dat achteraf met
KREUKHERSTELLEND
Kastdroog +Kreukherstellend textiel van
Opmerking voor testinstituten: programma-instelling voor tests volgens de norm EN 61121/A11.
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
16
Programmaoverzicht
ProgrammaSoort wasgoedMaximum-
TIJDKEUS
Warme luchtAparte stukken wasgoed
Koude luchtOm wasgoed enkel te
Aparte programma’s
Kreukherstellend,
strijkvochtig
Finish-wolWolgoed.1 kgWolgoed wordt even
OntkreukenKatoenen of linnen weefsels.
(bv. badhanddoek, badpak,
vaatdoek).
Stukken textiel met verschillen-
de lagen die wegens hun
samenstelling verschillende
droogeigenschappen vertonen.
ventileren.
Textiel van katoen of gemengd
weefsel (bv. overhemden, bloe
zen)
Kreukherstellend textiel
van katoen, gemengd of
synthetisch weefsel.
-
(2)
lading
5 kg-
5 kg-
1 kgHet textiel wordt - naar gelang
2,5 kgKreuken uit de voorafgegane
hang het aan de lijn of op kleer
Opmerkingen
van de textielsoort - vrijwel
kreukloos gedroogd.
luchtig gemaakt zodat het
donzig aanvoelt.
Neem het wolgoed
meteen na afloop van het
programma uit de trommel.
Wol wordt in dit programma
niet volkomen droog
centrifugeerbeurt worden be-
perkt.
Neem de was meteen na het
programma uit de trommel en
hangers te drogen.
-
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
17
Display / Startuitstel
Het display
Dit duidt verschillende functies aan:
- de programmaduur (resttijd),
- de duur van een programma met
TIJDKEUZE indien u dat kiest,
- de tijd voordat een programma van
start gaat indien u startuitstel kiest,
- de programmeerfuncties, terwijl u
die activeert of desactiveert.
Resterende tijd in het display
Na de start van het droogprogramma
berekent de electronic van het toestel
de resterende tijd. In het display ver-
schijnen deze tekens: === ... -== ... .
Na ca. 1 minuut wordt de resterende
tijd in stappen van een minuut afgeteld.
Die tijd kan in elk programma verschillen. Hij wordt tijdens het drogen
verschillende factoren beïnvloed:
– de soort, de hoeveelheid en het verschil in restvochtigheid van de was,
– schommelingen in de stroomtoevoer,
– de omgevingstemperatuur.
Opdat deze ‘geschatte waarde’ erg
nauwkeurig wordt, slaat de electronic
de echte droogtijden in zijn geheugen
op. Na 10 à 15 programma’s ziet u bij
de programmastart op het display een
resterende tijd die overeenstemt met de
werkelijkheid.
Droog bij elk programma zoveel
mogelijk even grote ladingen was
goed. Bij sterk variërende trommelladingen kan de resterende tijd af
wijkingen vertonen! De resterende
tijd kan dan even voor het einde van
het programma blijven staan. Zie ru
briek ‘Wat gedaan als . . .?’
door
-
-
-
Startuitstel
Na de programmakeus kan u de start
uitstellen: minimum 30 minuten (30) ,
maximum 24 uur (24h).
Kies een programma.
^
^ Druk zo vaak op ‘Startuitstel’ tot de
gewenste tijd in het display verschijnt.
^ Druk op de toets ‘START’.
De gekozen tijd wordt afgeteld.
Ca. 1 minuut na de start van het pro
gramma wordt de duur van het pro
gramma in kwestie aangeduid.
Het startuitstel wissen
^
Druk bij de stand 24h op de toets
‘Startuitstel’
of, indien u reeds op ‘START’ hebt
gedrukt:
^
schakel het toestel uit met de toets
‘I-aan/0-uit’.
-
-
18
Nadat het programma van start is ge
gaan, aanvaardt het toestel geen wij
zigingen meer in programmakeus en
bijkomende functies.
Draait iemand de programmakiezer na
de start van het programma op een an
der programma, dan knippert het con
trolelampje ‘drogen’. Het verloop van
het programma ondergaat geen veran
dering. Dat lampje gaat uit zodra de
programmakiezer weer op het oor
spronkelijk programma wordt gedraaid.
-
-
-
Van programma veranderen
De toesteldeur openen tijdens
-
het drogen / wasgoed erbij leg
gen of uitnemen
Druk de toets ‘Deur’ in en maak de
^
toesteldeur open.
-Nu kan u bv. wasgoed toevoegen
-
-
of voortijdig uitnemen.
Verder drogen:
Doe de toesteldeur dicht.
^
Druk op de toets ‘Start’.
^
-Het programma wordt voortgezet.
-
Een programma afbreken
^ Open de toesteldeur of schakel het
toestel uit.
Een programma opnieuw kiezen
^ Draai de programmakiezer op ‘Ein-
de’.
Indien enkel nog het lampje ‘kreukbeveiliging/einde’ brandt, is het pro
gramma afgebroken.
^
Draai de programmakiezer op de ge
wenste droogtegraad.
^
Schakel eventueel bijkomende func
ties in of uit.
^
Druk op de toets ‘Start’.
-De resterende tijd, zichtbaar in het
display, kan nu eventueel van de
werkelijke droogtijd afwijken.
Bij programma’s met TIJDKEUZE:
Na een stroomonderbreking dient u
het programma opnieuw te starten
zodra er weer stroom is.
-
-
-
19
Elektronisch slot
Het elektronisch slot beschermt uw
toestel tegen ongewenst gebruik.
Het slot inschakelen
A De toesteldeur is dicht en de pro
grammakiezer staat op ‘einde’.
B Schakel het toestel in.
C Druk op de toets ‘kreukbeveiliging’
en hou die ingedrukt terwijl u de
stappen D tot en met F uitvoert.
D Draai de programmakiezer stap voor
stap kloksgewijs
BONT, kastdroog’.
E Draai de programmakiezer stap voor
stap tegen de wijzers van de klok
‘einde’.
F Draai de programmakiezer stap voor
stap tegen de wijzers van de klok
de stand ‘KREUKHERSTELLEND,
strijkvochtig’.
Het controlelampje ‘vergrendeld’ knippert.
G Laat de toets ‘kreukbeveiliging’ los.
De slotfunctie is ingeschakeld.
in de stand ‘WIT en
-
op
in
H Schakel het toestel uit.
Het slot uitschakelen
^
Herhaal de stappen A-G.
Het controlelampje ‘vergendeld’ gaat
uit na stap F.
20
Programmeerfuncties
Overzicht
Met de programmeerfuncties kan u
het toestel aan uw individuele be
hoeften aanpassen. Deze functies
blijven in het geheugen van het toe
stel tot u ze wist.
U kan een enkele programmeerfunc
^
tie activeren of wissen ofwel allemaal.
Programmeerfunctie 0I
‘aanpassing droogtegraad’
Het Sensitiv-systeem is berekend op
stroombesparing bij het drogen.
Indien u het wasgoed echter iets droger wenst, kan u de vochtigheidsgraad in alle programma’s wat verlagen.
Deze functie werd in de fabriek niet
geactiveerd.
-
Programmeerfunctie 03
‘memory-functie’
De bijkomende functies die u bij een
vorig programma extra hebt ing
-
esteld, worden in het geheugen van
het toestel opgeslagen.
De memory-functie werd in de fabriek
ingesteld. U kan ze via deze program
meerfunctie weer uitschakelen.
-
-
21
Programmeerfuncties
Opvragen en opslaan
De programmeerfuncties activeert u
met de toetsen voor bijkomende
functies en met de programmakiezer.
Deze bedieningselementen beschik
ken dus over een verborgen functie
die niet op het bedieningspaneel af
te lezen is.
A Het toestel is uitgeschakeld en de
deur is dicht.
De programmakiezer staat in de
stand ‘einde’.
B Hou de toetsen ‘Kort’ en ‘Tempera-
tuur laag’ tegelijk ingedrukt en ...
C ... zet het toestel aan met de toets
‘I-aan/0-uit’.
D Laat alle toetsen los.
– in het display verschijnt een ‘P’,
– de controlelampjes ‘drogen’ en
‘koude lucht’ knipperen.
E Draai de programmakiezer op een
van de volgende standen:
–
WIT en BONT, extra droog
voor de programmeerfunctie 0I
Aanpassing van de droogtegraad
–
WIT EN BONT, kastdroog
voor de programmeerfunctie 03
Memory-functie
F In het display knippert de ‘P’’ afge
wisseld met het getal van de pro
grammeerfunctie, bv.:
0i0... p 0... 0i0... p 0... .
-
Het getal rechts
branden. Het betekent:
0 = programmeerfunctie uit.
i = programmeerfunctie aan, (nu
brandt ook het controlelampje
‘Mangelvochtig’)
G Druk u op de toets ‘START’, dan
schakelt u het getal rechts om van
0 op i = aan of van
i op 0 = uit.
H Indien u nog meer programmeer-
functies wenst op te vragen, herhaal
dan de instellingen vanaf punt E.
Zoniet:
I Opslaan:
op ‘einde’ en schakel het toestel uit
via de toets ‘I-aan/0-uit’.
Programmeerfuncties uitschakelen
^
Voer de punten A tot I uit.
Nazien of de programmeerfuncties
opgevraagd zijn:
^
Voer de punten A tot F uit.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
Draai de programmakiezer
in het display blijft
-
-
22
Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeven
Pluisjes die tijdens het drogen worden
gevormd, komen in de pluizenzeven in
de deur en in de vulopening terecht.
Maak alle zeven na elke droogbeurt
^
schoon. Zo spaart u tijd en stroom.
^ Open de deur en trek de zeef eruit.
^ Verwijder van alle zeven (in deur en
vulopening) de pluizen. Gebruik
daar geen spitse of scherpe voor
werpen voor!
^
In de holle ruimte van de deur bevin
den zich pluizen. Die verwijdert u
langs de brede gleuf onderaan. In de
Technische Dienst van Miele en bij
uw handelaar kan u daarvoor een
borstel verkrijgen.
^
Schuif de zeef weer in de holle ruimte
en doe de toesteldeur dicht.
Zo de pluizenzeven erg plakkerig of
verstopt zijn, kan u die onder stromend
heet water schoonmaken.
-
^ Neem deze zeven enkel uit om ze
met water schoon te maken.
^ Droog al de pluizenzeven goed af
voordat u ze terugplaatst.
De droogautomaat zelf
Maak het toestel stroomloos.
^
Reinig. . .
. . . ommanteling en bedieningspa
neel: met een zacht sopje;
. . . trommel en andere roestvrijstalen
onderdelen: met een geschikt reini
gingsmiddel voor roestvrijstaal.
Gebruik geen schuur- noch oplos
middel. Reinigingsmiddel voor glas
of voor universeel gebruik is ook af
te raden. Dit kan schade toebrengen
aan kunststof oppervlakken en an
dere onderdelen. Spuit het toestel
nooit met een slang af.
^
Wrijf alle onderdelen met een zachte
doek droog.
-
-
-
-
23
Reiniging en onderhoud van het toestel
De condenswaterbak leegmaken
Indien er geen condenswaterafvoer is
aangesloten, wordt het water dat tij
dens de droogbeurt verdampt, in de
condenswaterbak opgevangen.
Giet de condenswaterbak na elk
droogprogramma leeg! Ten laatste
wanneer het controlelampje
’Reservoir ledigen’’ aangaat.
Wordt . . .
. . . de droogautomaat gestart met een
volle condenswaterbak of
. . . . de maximumstand van het con-
denswater bereikt bij het drogen, dan:
- brandt de led ‘reservoir ledigen’,
- weerklinkt de zoemer,
- wordt het programma afgebroken,
- wordt het wasgoed afgekoeld en het
controlelampje ‘koude lucht’ verlicht.
-
^ Schuif de sluitklep open en giet de
bak leeg.
^ Schuif de lege bak terug in het toe-
stel totdat u een klik hoort.
Condenswater mag niet gedronken
worden. Dat kan schade toebrengen
aan de gezondheid van mens en
dier.
^
Trek het reservoir met beide handen
uit het toestel.
24
U kan dit water gerust in het huishou
den gebruiken, bv. voor uw stoomstrijkijzer of luchtbevochtiger.
Hou hiermee rekening:
^
Giet het condenswater, bij wijze van
voorzorg, door een fijne zeef of een
koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine
pluisjes uit het water, die anders
eventueel schade konden aanrichten.
-
Reiniging en onderhoud van het toestel
Warmtewisselaar
Maak het toestel stroomloos.
Kijk de warmtewisselaar minstens 2
keer per jaar na. Droogt u vaker, kijk
hem dan na ca. 100 droogbeurten
na. Maak hem zonodig schoon.
Maak de toesteldeur open.
^
^ Neem het deksel eruit.
^
Plaats de knop van het deksel verti
caal naar onderen.
-
^
Plaats beide knoppen aan de warm
tewisselaar verticaal.
-
25
Reiniging en onderhoud van het toestel
^ Trek de warmtewisselaar eruit.
^
Maak de warmtewisselaar aan de
voor- en achterzijde schoon.
Wis de dichtingsrubbers aan vooren achterzijde voorzichtig maar gron
dig af.
^ Maak de warmtewisselaar aan beide
langse zijden schoon.
^ Zet de warmtewisselaar om af te drui-
pen met de langse zijde op een
handdoek.
^ Plaats hem terug en zet beide knop-
pen horizontaal.
Ga na of de warmtewisselaar goed
vastzit door hem even naar voren te
trekken.
^
Zet het deksel weer op zijn plaats en
controleer of alles goed vast zit.
Anders kan er daar water uit de
machine lekken.
^
Doe de toesteldeur dicht.
-
26
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een erkend vakman laten
uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten risico’s opduiken voor
wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als . . .Oorzaak . . .Oplossing . . .
. . . de trommel na het inscha
kelen niet begint te draaien?
. . . wasgoed van synthetische
vezels na het drogen statisch
geladen is?
. . . het wasgoed eventueel
niet droog genoeg werd?
. . . er pluizen worden ge
vormd?
-
Misschien werd het toestel niet
-
in de juiste volgorde ingeschakeld.
De lading bestond uit verschil
lende textielsoorten.
Door het droogproces komen er pluizen vrij, die zich vooral door
slijtage bij het dragen en wassen op het textiel hebben gevormd.
In de droogautomaat is die slijtage gering. Machinaal drogen heeft
dus eigenlijk geen invloed op de levensduur van uw textiel. Dit
werd door wetenschappelijk onderzoek uitgemaakt.
Herhaal het inschakelen. Zie ru
briek ‘Zo droogt u juist’.
Zit de stekker wel in het stop
–
contact?
Is de deur juist gesloten?
–
Werd de toets ‘I-aan/0-uit’ wel
–
ingedrukt?
Hebt u op de toets ‘START’
–
gedrukt?
Hebt u het startuitstel geacti
–
veerd? Het programma start
pas na afloop van dat uitstel.
Zijn de smeltstoppen van de
–
huisinstallatie bij het inschakelen van het toestel uitgesprongen? Zo ja, doe een beroep op uw handelaar of op
de technische dienst van
Miele.
–
Voeg bij de laatste spoelbeurt
in de wasautomaat wasverzachter toe. Zo neemt de statische lading af.
-
–
Kies bij de volgende droog
beurt een geschikt program
ma.
-
-
-
-
-
27
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . .Oorzaak . . .Oplossing . . .
. . . het droogproces erg lang
duurt?
. . . er zich waterdruppels aan
de bovenste rand van de vulopening gevormd hebben?
. . . er na het schoonmaken
van de warmtewisselaar water
uit het toestel loopt?
. . . de ringverlichting niet
werkt?
. . . de trommelverlichting niet
aangaat?
. . . u de toesteldeur bij een
stroomonderbreking dient te
openen?
De ventilatie is ontoereikend (bv.
in een klein vertrek). Misschien
is de temperatuur ter plaatse
sterk gestegen.
Het verluchtingsrooster onder
aan is niet vrij.
Het toestel kan de lucht niet
afvoeren zoals het hoort.
Het wasgoed werd niet genoeg
uitgecentrifugeerd.
Het dubbel filtreersysteem met
dubbele dichting verhindert in
ruime mate dat er zich storende
pluizen in de warmtewisselaar
afzetten. Door die dichting kan
er soms wel condenswater worden gevormd.
De condensinrichting was niet
goed dicht.
Dit is geen storing.
Die gaat enkel aan wanneer het
toestel ingeschakeld is. Eventueel is het gloeilampje defect.
Zet tijdens het drogen een
–
deur en/of venster open. Zo
stroomt er meer lucht naar
binnen.
Verwijder eventuele voorwer-
-
–
pen die het verluchtingsrooster onderaan blokkeren.
Maak de pluizenzeven in
–
deur en vulopening schoon.
Reinig de warmtewisselaar.
–
Verhoog evt. het centrifugeer-
–
toerental in de wasautomaat.
Wasgoed dat bij het uitnemen
met deze waterdruppels in aan
raking komt, is na enkele minu
ten weer droog.
Zitten de warmtewisselaar en
–
het deksel van de condensinrichting wel stevig op hun
plaats? Doe ze opnieuw
dicht.
–
Zie rubriek ‘Beschrijving van
het toestel’.
–
Het gloeilampje vervangen.
Zie tekst op het einde van
deze rubriek.
–
De toesteldeur openen. Zie
tekst op het einde van deze
rubriek.
-
-
28
Wat gedaan als . . . ?
Storingen en te verrichten controles die via controlelampjes worden aangeduid:
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . .Oplossing . . .
. . . het lampje ‘vergrendeld’
knippert na het inschakelen
van het toestel?
. . . het lampje ‘vergrendeld’
knippert tijdens het drogen
. . . het controlelampje
‘drogen’ knippert?
. . . het controlelampje ‘kreuk
beveiliging / einde’ knippert?
. . . het controlelampje
‘Reservoir ledigen’ brandt?
. . . het controlelampje
‘Filters/condensor’ brandt?
De slotfunctie is geactiveerd.
U kan het programma niet van
start laten gaan.
Dit is geen storing.Het lampje gaat uit op het einde
De programmakiezer werd na
de programmastart in een andere stand gedraaid. Het programmaverloop is evenwel normaal.
Het gaat hier eventueel om een
-
storing.
Temperaturen die merkbaar
onder nul liggen, verstoren de
werking van het toestel: het con
denswater bevriest.
De condenswaterbak is vol.
De pluizenzeven zijn verstopt.
De warmtewisselaar is wellicht
verstopt omdat die reeds gerui
me tijd niet is schoongemaakt.
Zie rubriek ‘Elektronisch slot’.
–
van het programma.
Zet de knop weer op het
–
oorspronkelijk gekozen
programma: het controlelampje gaat nu uit.
Zet het toestel uit en weer
–
aan.
Kies en start een programma
–
Stel het toestel op in een
–
minder koud vertrek.
-
Knippert het lampje weer,
–
dan is er een technisch
defect. Contacteer de technische dienst van Miele
Giet het condenswater uit.
–
–
Zie na of de bak goed op z’n
plaats zit.
–
Schakel de droogautomaat
uit met de toets ‘I-aan/0-uit’.
–
Maak de pluizenzeven na elk
droogproces schoon. Zie ru
briek ‘Reiniging en onder
houd van het toestel’.
–
Schakel de droogautomaat
-
uit met de toets ‘I-aan/0-uit’.
–
Maak af en toe de warmtewis
selaar schoon. Zie rubriek
‘Reiniging en onderhoud van
het toestel’.
-
-
-
29
Wat gedaan als . . . ?
Storingen en te verrichten controles die via controlelampjes worden aangeduid:
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . .Oplossing . . .
. . . deze tekens na de pro-
grammastart in het display
verschijnen:
‘=== ... -== ...== ... -= ...’?
. . . het programma wordt afgebroken, het controlelampje
‘Kreukbeveiliging/einde’ aangaat en een ‘0’ verschijnt in
het display?
. . . het programma wordt afgebroken en er in het display
" - - - "verschijnt?
. . . de resterende tijd in het
display even voor het einde
van het programma op ‘10’
blijft staan en er tekens knip
peren (=10...-10...), maar de
droogautomaat wel verder
droogt?
-
Dit is geen storing.
Ligt er na de start van het programma geen wasgoed in de trom
mel, dan wordt dit door de electronic herkend. Het programma wordt dan afgebroken. Dat gebeurt ook zo u een programma
start met droog wasgoed.
Zie ‘Wat gedaan als het droogproces erg lang duurt?’
Dit is geen storing. Er werd
meer was gedroogd dan bij de
laatste programma’s. Indien het
aantal kg wasgoed erg varieert,
kan de resterende tijd afwijkingen vertonen!
Zie rubriek ‘Display’.
–
Het droogproces is nog niet afgesloten. Het programma heeft
meer tijd nodig dan de electronic bij de programmastart heeft
berekend. De tijdsaanduiding
blijft staan tot de gekozen
droogtegraad is bereikt.
-
30
De trommelverlichting werkt niet.
Het lampje vervangen:
Doe de toesteldeur open.
^
Wat gedaan als . . . ?
Zet het kapje stevig op zijn plaats.
Zo vermijdt u dat er vocht indringt,
wat kortsluiting kan veroorzaken.
Schakel het toestel uit door de stek
ker uit het stopcontact te trekken of
de smeltveiligheden uit te schakelen
voor u het lampje vervangt.
Schroef het afdekkapje aan de bin
^
nenzijde boven de vulopening af.
^
Vervang het lampje.
Koop reservelampjes die tegen hoge
temperaturen bestand zijn, bij uw han
delaar of in de Technische Dienst van
Miele.
-
De toesteldeur openen bij een
stroomonderbreking
-
Het vermogen van het lampje mag
niet hoger liggen dan wat op het
typeplaatje en op het kapje staat
aangegeven.
^
Zet het kapje weer op zijn plaats en
schroef het vast.
31
Technische Dienst
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan
verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
–
of
met de technische dienst van Miele
–
Het adres en de telefoonnummers van
onze technische dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Beide ge
gevens staan vermeld op het typeplaatje. Dat vindt u rechts onder de vulopening.
Voorbeeld:
Het programma updaten
(moderniseren)
Op het bedieningspaneel vindt u een
controlelampje met de markering ‘PC’.
Deze led dient de technische dienst als
contactpunt voor de actualisering van
het programma.
(PC = program correction).
Bij de aanpassing van de elektronische
besturing van uw toestel kan er dan
rekening worden gehouden met ontwik
kelingen in textielsoorten en droog
procédés.
Miele zal de mogelijkheid om een pro-
gramma te actualiseren tijdig bekendmaken.
-
-
32
Opstellen
Om een perfecte werking te waarborgen, moet de automaat horizontaal worden opgesteld. Door lichte afwijkingen
komt de goede werking van het toestel
echter nog niet in het gedrang.
Blokkeer nooit het verluchtingsroos
ter onder de toesteldeur.
Anders is er geen voldoende toe
voer van koele lucht gewaarborgd.
-
Plaats van opstelling
Inbouw onder een doorlopend werk
blad / in een keukenrij
Er is een inbouwset* vereist.
Het deksel van de machine dient te
–
worden vervangen door een afdek
plaat. Deze plaat is er absoluut nodig
met het oog op de elektrische veiligheid. Het mag enkel door een bevoegd vakman worden gemonteerd.
– Bij 90/91 cm hoge werkbladen is er
een sokkel* vereist.
Door de inbouw kunnen de programma’s langer uitvallen.
U kan deze droogautomaat met een
Miele-wasautomaat tot een was- en
droogzuil kombineren. Daarvoor is er
een tussenset* vereist.
-
-
-
^
Oneffenheden in de vloer kan u weg
werken door aan de machinevoetjes
te draaien.
Al de onderdelen met een * zijn in de
Technische Dienst van Miele en bij uw
Miele-handelaar verkrijgbaar.
33
Opstellen
De bekledingsplaat van de
deur monteren of vervangen
Aanbeveling: de deur dient bij het
monteren of vervangen van de be
kledingsplaat gesloten te blijven.
^ De 4 schroeven van de bekledings-
lijst aan de slotzijde van de deur uitdraaien en de lijst afnemen.
-
Afmetingen van de bekledings
plaat:
De cijfers tussen haakjes geven de to
lerantie in mm aan.
Breedte: 587 (-1) mm
Hoogte: 602 (- 1,5) mm
Dikte:1 (+ 0,5) mm
Bij platen dikker dan 1,5 mm is er een
‘aanpaslijst voor een 4 mm dikke bekle
dingsplaat’ nodig. Die is bij uw
Miele-handelaar of in de technische
dienst van Miele verkrijgbaar.
Opmerking: bij toepassing van een
aanpaslijst mag de bekledingsplaat
niet hoger zijn dan 596,5 (- 1,5) mm.
-
-
-
^
De overige 7 schroeven van het
bekledingsraam onderaan en opzij
losdraaien totdat u er de bekledings
plaat (lichtjes gewelfd) kan inschui
ven of uittrekken.
^
Terug monteren in omgekeerde volg
orde. Draai de schroeven stevig aan.
34
-
-
-
Opstellen
De sokkelplint monteren
De toestelsokkel kan u met de sok
–
kelplint van uw keuken bekleden.
De hoogte en de insprong van de
–
toestelsokkel kan u niet wijzigen.
Hogere sokkelplinten kan u enkel
–
toepassen indien de nishoogte wordt
vergroot.
SokkelhoogteNishoogte
100 mm
(standaard)
150 mm870 mm1 sokkel
200 mm920 mm2 sokkels
De 60 cm brede sokkelplint kan u bij
uw keukenhandelaar bestellen.
De sokkelplint moet aan het rooster
voor de koellucht een uitsparing
hebben. Anders kan er geen lucht
worden toegevoerd en kan uw toe
stel niet werken.
820 mm-
vereist om de
hoogte aan te
passen
vereist om de
hoogte aan te
passen
Montage:
-
-
De meegeleverde kleine sjabloon te
^
gen de bovenste rand van de rugzij
de van de sokkelplint leggen en met
kleefband bevestigen.
De sokkelplint volgens de sjabloon
^
uitzagen.
Het zaagvlak met de meegeleverde
^
lijst overkleven.
De meegeleverde klitband op de
^
sokkel van het toestel kleven.
U gaat het best in deze volgorde te
werk:
^ Leg de 2 delen van de klitband in de
lengte bij elkaar.
^ Snij de band eventueel in 2 of 3 stuk-
ken.
^ Trek op om het even welke plaats van
de band de beschermfolie af.
^ Kleef de in stukken gesneden delen
aan de uiteinden en eventueel ook in
het midden van de toestelsokkel en
druk ze stevig aan.
^
Trek de overblijvende beschermfolie
van de vrije zijde van de klitband.
-
^
Duw de sokkelplint stevig op het kle
vende oppervlak van de klitband.
-
35
Opstellen
Condenswaterafvoer
Het condenswater kan rechtstreeks
worden afgevoerd. Daartoe dient er in
de omgeving wel een afvoermogelijk
heid zijn. Bv. een wastafel, een sifon of
een afvoerputje in de vloer.
Schroef de slangklem van de afvoertuit aan de achterzijde van het toestel
los.
^
Trek er de rubber dop af.
36
Opstellen
Opdat er geen water in het toestel te
rugstroomt, is uw condensdroger
steeds voorzien van een terugstroom
beveiliging.
^ Met het onderste gedeelte van de
rubberen dop sluit u de watertoevoer
naar de condenswaterbak af. Duw de
grote dop naar achteren. Dan kan u
de condenswaterbak zonder problemen inschuiven.
Aansluiting op een sifon van
-
een wasbak
-
^ De slangklem (1) en de gekartelde
moer (2) van de sifon over de afvoerslang schuiven.
^ De meegeleverde tuit (3) in de af-
voerslang steken.
^ De afvoerslang met behulp van de
gekartelde moer op de sifon draaien.
^ Draai de slangklem meteen achter de
gekartelde moer vast.
37
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor
aansluiting op eenfasige stroom 230 V,
50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde
stekker en een ca. 2 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu
ren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Sluit uw toestel in geen geval aan op
verlengsnoeren. Zo vermijdt u brandri
sico’s.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste smeltstoppen vindt u op het typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met
de gegevens van uw elektrische installatie.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan onder meer door het verschil in tex
tielsoort, in het gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na
het centrifugeren en door schommelingen in de stroomvoorziening.