Miele T 679 C User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing Condensdroger T 679 C
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u dit toestel installeert en in gebruik neemt. Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel. M.-Nr. 04 856 272
B
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Berging van uw oud toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Korte handleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Opmerkingen omtrent het wasgoed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Zo droogt u juist
Tips om stoom te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
A Het toestel inschakelen en de was in de trommel doen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
B Een programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
C Bijkomende functies kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
D Een programma starten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Na het drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Bijkomende functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Programmaoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Display / Startuitstel
Het display. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Startuitstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
2
Inhoud
Elektronisch slot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Programmeerfuncties
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Opvragen en opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
De droogautomaat zelf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
De condenswaterbak leegmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Warmtewisselaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Wat gedaan als . . . ? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Technische Dienst
Herstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Het programma updaten (moderniseren) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Opstellen
Plaats van opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
De bekledingsplaat van de deur monteren of vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
De sokkelplint monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Condenswaterafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Verbruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
3
Beschrijving van het toestel
1 Aansluitsnoer 2 Condenswaterbak 3 Deur 4 Bedieningspaneel 5 Afvoerslang voor het condenswater 6 Vier in de hoogte verstelbare voetjes
4
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
Toets ‘I-aan/0-uit’ (jk)
om het toestel in en uit te schakelen of een programma te onderbreken. Is het toestel ingeschakeld, dan brandt de trommelverlichting als u de machine­deur opendoet.
Toets ‘Deur’
om de deur te openen of het program­ma af te breken. Deze toets springt meteen weer uit.
Display
duidt de programmaduur aan,
duidt bij ‘Startuitstel’ aan hoelang het nog duurt voor het toestel start,
maakt de opgevraagde program meerfuncties zichtbaar.
Toets ‘START’
om een droogprogramma te starten. Het controlelampje:
knippert als u het programma kan starten,
-
Toets ‘Startuitstel’
De start van het programma kan u tot 24 uur later laten plaatsvinden.
Toetsen voor bijkomende functies
Controlelampje: aan = ingeschakeld
uit = uitgeschakeld
Programmakiezer
Deze knop kan u zowel naar rechts als naar links draaien.
De ringverlichting gaat uit: –
indien u enkele minuten na het in schakelen geen programma hebt ge kozen noch gestart,
enkele minuten na afloop van het programma.
Verklikkerlichtjes voor program­maverloop en controle
Deze lampjes worden in de rubriek "Wat gedaan als..." beschreven.
-
-
blijft branden na de start van het pro gramma.
-
5

Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu

Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdan­ken van uw oud toestel, neem dan con tact op met
­de handelaar bij wie u het kocht
– of – de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of – uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kinderveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen. Hou dus rekening met de gelijknamige rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Lees uw gebruiksaanwijzing voordat u uw droogautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmer kingen omtrent uw veiligheid, het ge bruik en het onderhoud van het toe stel. U zorgt zo voor uw eigen veiligheid en vermijdt schade aan uw apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Uw droogautomaat is uitsluitend
bestemd om in water gewassen textiel te drogen. Droog enkel wasgoed dat volgens het onderhoudsetiket voor de droogautomaat geschikt is. Andere toepassingen zijn misschien gevaarlijk. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door onjuiste be­diening of verkeerd gebruik.
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk
zichtbare schade vertoont voordat u het opstelt. Een beschadigd toestel mag u nooit opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
aansluiting (smeltveiligheden, spanning en frequentie) op het type plaatje met die van het elektriciteitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien indien u niet zeker bent.
-
-
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een volgens de voor
-
schriften geïnstalleerd aardsysteem is
-
aangesloten. Het is heel belangrijk dat deze funda mentele veiligheidsvoorziening voor handen is. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman te laten nakijken. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of ge woon ontbrak.
Dit toestel beantwoordt aan de
voorgeschreven beveiligingsbepa­lingen. Door ondeskundige reparaties kunnen er onvoorziene risico’s opdui­ken voor wie het toestel gebruikt. Daar kan de fabrikant niet aansprakelijk voor worden gesteld. Herstellingen mag u uitsluitend laten uitvoeren door vaklui die door de firma Miele erkend zijn.
Bij storingen of bij reiniging en on-
derhoud is uw toestel pas van het stroomnet losgekoppeld indien
de stekker uit het stopcontact is ge trokken of
de smeltstoppen van uw installatie zijn uitgeschakeld.
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoeren. Er bestaat
risico op oververhitting.
Defecte onderdelen mogen enkel
worden vervangen door originele Miele-vervangstukken. Enkel daardoor bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele op het stuk van veiligheid stelt.
Gebruik
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kan gebruiken.
Stel uw droogautomaat niet op in
een vertrek waar het kan vriezen. Temperaturen die duidelijk onder het vriespunt liggen, brengen de goede werking van het toestel in het gedrang. Bevroren condenswater in pomp, slangen en condenswaterbak kan schade veroorzaken.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat kinderen
op de deur leunen en het toestel
doen kantelen, in het toestel proberen te kruipen of
er voorwerpen in verstoppen.
Er bestaat brandgevaar bij textiel dat
schuimrubber of overwegend rub
berachtig materiaal bevat,
-
met brandbaar reinigingsmiddel
werd behandeld,
– met haarspray, nagellakoplosmiddel
e.d. in aanraking is gekomen,
– opgevuld is en waarvan het opvulsel
beschadigd is, bv. bij kussens of jassen. De losgekomen voering kan brand veroorzaken.
– met vet of olie besmeurd is.
Hou de omgeving van het toestel zoveel mogelijk vrij van stof en plui-
zen.
-
Maak de afvoerslang vast indien u
die in een wasbak hangt (enkel bij condenswaterafvoer buiten het toestel). Anders kan de slang wegglijden en het weglopende water schade teweeg brengen.
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan schadelijk zijn voor mens en dier.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het gebruik van toebehoren
Toebehoren mogen enkel worden
ingebouwd indien ze door Miele goedgekeurd zijn. Worden er andere onderdelen gemon teerd of ingebouwd, dan vervalt elke waarborg of productaansprakelijkheid.
Berging van uw oud toestel
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak stekker en snoer onbruik baar. Zo vermijdt u dat het toestel ver keerd wordt gebruikt.
-
-
-
9
Korte handleiding
Beschrijving in een notendop
U stelt een programma in door aan de programmakiezer te draaien. Via een druk op een toets kan u daar een bijko mende functie bij combineren.
Elk programma start nadat u op de toets ‘START’ hebt gedrukt.
Gelieve eerst de rubrieken ‘Opmer kingen omtrent uw veiligheid’ en ‘Zo droogt u juist’ te lezen.
­De van getallen (A,B,C...) voorziene
zinnen kan u gebruiken als korte hand leiding.
-
-
De controlelampjes in de aanduiding van het programmaverloop (rechts op het bedieningspaneel) vertellen u hoe ver het programma gevorderd is.
Door het Sensitiv-droogsysteem wordt het verschil in waterkwaliteit automa tisch weggewerkt. De gewenste droog­tegraad wordt nauwkeuriger bereikt.
De Novotronic-besturing meet de gelei­dingswaarde van het water, registreert die en compenseert de verschillen om steeds een gelijke restvochtigheid te halen.
De trommel draait ook afwisselend naar links en naar rechts. Zo wordt het was­goed gelijkmatig en behoedzaam ge droogd.
Nadat de gewenste droogtegraad is bereikt, wordt het wasgoed afgekoeld.
Op het einde van het programma volgt nog een ‘kreukbeveiligingsfase’: de trommel draait met korte tussenpozen. Dit voorkomt ligplooien in het wasgoed.
-
-
-
Het toestel inschakelen en de was inleggen
Druk om het toestel in te schakelen
^
op de toets ‘I-aan/0-uit’. Druk op de toets ‘deur’ en maak de
^
toesteldeur open.
^ Leg de was losjes in de trommel. ^ Sluit de deur met een lichte zwaai.
Duw ze niet dicht.
Een programma kiezen
^ Draai de programmakiezer op de
gewenste droogtegraad.
(Een) bijkomende functie(s) kiezen
^
Schakel eventueel bijkomende func ties in of uit door op de toetsen te drukken.
Het programma starten
^
Druk op de toets ‘START’.
-
U kan ook nog programmeerfuncties activeren om het toestel aan uw eigen behoeften aan te passen. Deze instel lingen kan u steeds weer wijzigen.
10
-
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Zie goed na welk droogsymbool er op het etiket van het textiel staat voordat u gaat drogen.
Deze symbolen betekenen:
q = drogen bij normale temperatuur r = drogen bij lagere temperatuur
(druk ook op de toets ‘Tempera­tuur laag’)
s = niet machinaal te drogen Is er geen symbool voorhanden, hou
dan met deze principes rekening:
Wit en bont alsook kreukherstellend
wasgoed kan u met de overeenstem­mende droogtegraad laten drogen. Zie rubriek ‘Programma-overzicht’.
– Delicaat wasgoed
droogt u in het programma ‘Kreuk­herstellend’. Druk daarbij ook op de toets ‘Temperatuur laag’.
Volgend wasgoed mag u niet in de machine drogen:
- Wol en gemengde weefsels die wol bevatten: vertonen de neiging te vilten of te krimpen. U kan ze wel drogen in het speciaal programma ‘Finish wol’.
- Met dons gevuld textiel*: naar gelang van de kwaliteit neigt het fijne weefsel binnenin te krim pen.
- Zuiver linnen weefsels*: droog die enkel machinaal zo de fa brikant dat in het onderhoudsetiket vermeldt. Anders kan het weefsel ‘ruig’ worden. * Deze weefsels kunnen wel drogen in het speciaal programma ‘Ontkreu ken’.
, bv. van acryl,
-
Tips om wasgoed te drogen:
Gebreide textielsoorten
truitjes) neigen bij de eerste was beurt te krimpen. Laat dit wasgoed niet te lang drogen. Daarmee ver mijdt u dat het verder krimpt. Koop gebreid textiel eventueel een of twee maten groter.
Gesteven wasgoed
automaat worden gedroogd. Om het gewone glanseffect te verkrijgen, dient u wel de dosis stijfsel te ver­dubbelen.
– Hoe meer kreukherstellend
u in de trommel doet, hoe groter de kans op kreuken voor heel delicaat weefsel, bv. over­hemden en bloezen. Verminder de lading of kies het aparte programma ‘Kreukherstellend, strijkvochtig’.
– Nieuw donker textiel
samen met licht gekleurd wasgoed laten drogen. Anders loopt u het risico dat de kleur afgeeft.
Overlaad de trommel nooit! Hou steeds rekening met de maximum­lading die in de rubriek ‘Programma overzicht’ wordt opgegeven. Anders wordt de was niet zo behoedzaam behandeld. Het droogresultaat komt dan eveneens in het gedrang. Er kunnen ook meer kreuken optreden.
-
-
kan in de droog-
. Dat geldt vooral
mag u niet
(bv. t-shirts,
-
-
wasgoed
-
11

Zo droogt u juist

Tips om stoom te besparen
Laat de was in de wasautomaat te
^
gen het hoogste toerental centrifuge ren. Zo spaart u bij het drogen ca. 30 % tijd en stroom zo u de was te gen 1600 i.pl.v. 800 t.p.m. laat centrifugeren.
Gebruik tijdens het droogprogramma
^
de volledige trommellading. Stop niet te veel noch te weinig was in de trommel. Zie rubriek ‘Programma­overzicht’. Het stroomverbruik voor de hele lading is zo het gunstigst.
^ Sorteer het textiel zoveel mogelijk vol-
gens
- de vezel- en weefselsoort,
- de gewenste droogtegraad,
- het formaat en de restvochtig­heid na het centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droog­resultaat.
-
-
Verwijder wasmiddelkorfjes, doseer bekers e.d. uit het wasgoed.
­Deze objecten kunnen tijdens het
drogen smelten en schade teweeg brengen aan toestel en wasgoed.
Leg het wasgoed losjes in de trom
^
mel.
Overlaad de trommel nooit. De was wordt dan niet zo behoedzaam behandeld. Het droogresultaat komt dan eveneens in het gedrang.
^ Zwaai de deur zachtjes dicht. Duw ze
niet dicht.
Zorg ervoor dat er bij het sluiten geen stukken wasgoed tussen de deur geklemd zitten. Anders loopt het textiel schade op.
-
-
-
^ Zorg voor een degelijke ventilatie van
het vertrek waar het toestel moet wer ken.
Het toestel inschakelen en
de was in de trommel doen
^
Knoop dekbedovertrekken en kus senslopen dicht. Zo komen er geen kleinere stukken wasgoed in terecht.
^
Sluit ritsen en knoop linten en schor tenbanden samen.
^
Druk op de toets ‘I-aan/0-uit’.
^
Druk op de toets ‘deur’ en maak de deur open.
12
-
-
-
Zo droogt u juist
Een programma kiezen
^ Draai de programmakiezer in de
gewenste positie.
De programma’s worden uitgelegd in de rubriek ‘Programmaoverzicht’.
WIT / BONT, KREUKHERSTELLEND, Finish wol, Ontkreuken:
De duur van het programma wordt door de elektronische programmabesturing bepaald.
Programma’s met tijdkeus
Hier kan u de duur van het programma zelf bepalen:
^
Draai de programmakiezer op de po sitie ‘Tijdkeuze’.
Bijkomende functies kiezen
U kan bijkomende functies in- of uit
^
schakelen. Zo u dat wenst, kan u het programma
^
ook later van start laten gaan.
De bijkomende functies en het start­uitstel vindt u beschreven in de gelijk­namige rubrieken.
Een programma starten
Druk op de toets ‘START’.
^
Rechts op het bedieningspaneel gaat het controlelampje aan van de droogte­graad die het laatst werd bereikt.
Omtrent de memory-functie:
Is de memory-functie actief? Dan voert het toestel de extra functies uit, die u in het vorige droogprogramma erbij had gekozen. De controlelampjes van de bijkomende functies worden verlicht. Hebt u een programma met tijdkeus ingesteld, dan verschijnt er een duur in het display. De memory-functie vindt u verder beschreven in de rubriek ‘program meerfuncties’.
-
-
-
^
Druk zo vaak op de toets ‘Tijdkeuze’ tot de gewenste duur in het display verschijnt. U kan een duur instellen van min stens 15 minuten en hoogstens 2 uur.
-
13
Zo droogt u juist
Controlelampje ‘Filters/condensor’
Dit lampje duidt aan dat het toestel niet optimaal of niet spaarzaam werkt.
De redenen waarom het brandt, kunnen zijn:
de pluizenzeven in de toesteldeur en
in de vulopening zijn verstopt, de warmtewisselaar is verstopt.
– Voor u een programma start, gaat het
controlelampje ‘Filters/condensor’ pas uit indien u het toestel met de toets ‘I-aan/0-uit’ hebt uitgeschakeld.
Na het drogen
Zodra het droogprogramma ten einde is, gaat het controlelampje ‘Kreukbevei liging/einde’ aan.
Druk de toets ‘Deur’ in om de toestel
^
deur te openen. Neem het wasgoed uit de trommel.
^
Zie na of de trommel wel leeg is.
^
Zo er wasgoed achterblijft, kan dat bij de volgende droogbeurt schade oplopen door te lang te drogen.
^ Verwijder na elke droogbeurt de
pluizen
- uit de zeef aan de binnenzijde van de deur
- uit de zeven in de vulopening.
Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud van het toestel’.
^ Giet de condenswaterbak leeg zo er
geen condenswaterafvoer is aang­esloten. Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud van het toestel’
-
-
14
Doe na elke droogbeurt de toestel deur dicht en schakel het toestel uit.
^
Druk op de toets I-aan/0-uit’ om het toestel uit te schakelen.
-
Bijkomende functies
Kreukbeveiliging
Na afloop van het programma draait de trommel met tussenpozen. Zo worden kreuken in het wasgoed ver meden.
Kort
De programmaduur wordt verkort.
Om niet delicaat wasgoed te drogen.
-
Bijkomende functies kan u voor de
^
start van het programma in- of uit schakelen door de gepaste toets in
te drukken. Het controlelampje: – aan = bijkomende functie ing-
eschakeld,
– uit = bijkomende functie uitge-
schakeld.
Bijkomende functies die niet met het basisprogramma te verenigen zijn, kan u niet inschakelen. Het controlelampje gaat dan meteen uit nadat u de toets hebt losgelaten.
Stelt u bijkomende functies in, die niet met elkaar te verenigen zijn, bv. ‘kort’ en ‘behoedzaam’, dan wordt enkel de laatst gekozen functie ingeschakeld.
Tijdkeus
Om de programmaduur van een pro gramma met TIJDKEUS in te stellen.
-
Temperatuur laag
De droogtemperatuur wordt ver­laagd.
– Voor delicaat textiel (onderhouds-
symbool r), bv. van acryl.
De programmaduur wordt verlengd.
Zoemer
Na afloop van het programma weer­klinkt er tijdens de kreukbeveiligings­fase met tussenpozen een signaal.
U kan het volume van de zoemer rege len:
A Kies een programma. B Druk op de toets ‘zoemer’ (het
controlelampje ‘zoemer’ gaat aan) tot het gewenste geluidsvolume is ingesteld. Meteen wordt de toon­hoogte van de zoemer gewijzigd.
C Laat de toets ‘zoemer’ los en start
-
het programma.
-
15
Programmaoverzicht
Programma Soort wasgoed Maximum-
WIT EN BONT Extra droog Textiel met verschillende
Kastdroog + Textiel met een laag of verschil
Kastdroog
Strijkvochtig Strijkvochtig
Mangelvochtig Katoen of linnen dat achteraf met
KREUKHERSTELLEND Kastdroog + Kreukherstellend textiel van
Kastdroog
Strijkvochtig Kreukherstellende overhemden;
(1)
(1)
lagen dat in ‘Kastdroog +’ niet
droog genoeg wordt.
lende lagen, alsook verscheidene soorten katoen (bv. badhanddoe
(1)
(of mangel) wordt gestreken; ge-
weefsel, bv. katoen / synthetisch.
weefsel, bv. katoen / synthetisch,
ken, breigoed).
Gelijksoortig textiel van katoen
(breigoed, molton, badstof).
Katoen of linnen (bv. tafel-
lakens en beddegoed,
gesteven wasgoed e.d.)
een professionele strijkmachine
steven was.
synthetisch of gemengd
weefsel dat bij ‘Kastdroog’
niet droog genoeg wordt
(bv. truien, jurken, broeken).
Kreukherstellende overhemden;
tafellakens e.d. van gemengd
tafellakens e.d. van gemengd
die achteraf nog wat moeten
worden gestreken.
-
-
(2)
lading
5 kg Breigoed niet extra droog
5 kg -
5 kg Blijken sommige stoffen
5 kg ­5 kg Blijken sommige stukken
5 kg Het wasgoed - in afwachting
2,5 kg Laat de was minstens
2,5 kg
2,5 kg
Opmerkingen
laten drogen.
Krimprisico.
nog te vochtig, kies dan
‘Kastdroog +’.
wasgoed nog te vochtig om
ze manueel te strijken, kies
dan liever ‘Strijkvochtigr‘.
van de strijkbeurt - oprollen.
Daarmee vermijdt u dat het
uitdroogt.
30 seconden centrifugeren.
(1)
Opmerking voor testinstituten: programma-instelling voor tests volgens de norm EN 61121/A11.
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
16
Programmaoverzicht
Programma Soort wasgoed Maximum-
TIJDKEUS Warme lucht Aparte stukken wasgoed
Koude lucht Om wasgoed enkel te
Aparte programma’s Kreukherstellend,
strijkvochtig
Finish-wol Wolgoed. 1 kg Wolgoed wordt even
Ontkreuken Katoenen of linnen weefsels.
(bv. badhanddoek, badpak,
vaatdoek).
Stukken textiel met verschillen-
de lagen die wegens hun
samenstelling verschillende
droogeigenschappen vertonen.
ventileren.
Textiel van katoen of gemengd
weefsel (bv. overhemden, bloe
zen)
Kreukherstellend textiel
van katoen, gemengd of
synthetisch weefsel.
-
(2)
lading
5 kg -
5 kg -
1 kg Het textiel wordt - naar gelang
2,5 kg Kreuken uit de voorafgegane
hang het aan de lijn of op kleer
Opmerkingen
van de textielsoort - vrijwel
kreukloos gedroogd.
luchtig gemaakt zodat het
donzig aanvoelt.
Neem het wolgoed
meteen na afloop van het
programma uit de trommel.
Wol wordt in dit programma
niet volkomen droog
centrifugeerbeurt worden be-
perkt.
Neem de was meteen na het
programma uit de trommel en
hangers te drogen.
-
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
17

Display / Startuitstel

Het display
Dit duidt verschillende functies aan:
- de programmaduur (resttijd),
- de duur van een programma met TIJDKEUZE indien u dat kiest,
- de tijd voordat een programma van start gaat indien u startuitstel kiest,
- de programmeerfuncties, terwijl u die activeert of desactiveert.
Resterende tijd in het display
Na de start van het droogprogramma berekent de electronic van het toestel de resterende tijd. In het display ver-
schijnen deze tekens: === ... -== ... .
Na ca. 1 minuut wordt de resterende tijd in stappen van een minuut afgeteld. Die tijd kan in elk programma verschil­len. Hij wordt tijdens het drogen verschillende factoren beïnvloed: – de soort, de hoeveelheid en het ver­schil in restvochtigheid van de was, – schommelingen in de stroomtoevoer, – de omgevingstemperatuur. Opdat deze ‘geschatte waarde’ erg nauwkeurig wordt, slaat de electronic de echte droogtijden in zijn geheugen op. Na 10 à 15 programma’s ziet u bij de programmastart op het display een resterende tijd die overeenstemt met de werkelijkheid.
Droog bij elk programma zoveel mogelijk even grote ladingen was goed. Bij sterk variërende trommel­ladingen kan de resterende tijd af wijkingen vertonen! De resterende tijd kan dan even voor het einde van het programma blijven staan. Zie ru briek ‘Wat gedaan als . . .?’
door
-
-
-
Startuitstel
Na de programmakeus kan u de start uitstellen: minimum 30 minuten (30) , maximum 24 uur (24h).
Kies een programma.
^
^ Druk zo vaak op ‘Startuitstel’ tot de
gewenste tijd in het display ver­schijnt.
^ Druk op de toets ‘START’.
De gekozen tijd wordt afgeteld.
Ca. 1 minuut na de start van het pro gramma wordt de duur van het pro gramma in kwestie aangeduid.
Het startuitstel wissen
^
Druk bij de stand 24h op de toets ‘Startuitstel’
of, indien u reeds op ‘START’ hebt gedrukt:
^
schakel het toestel uit met de toets ‘I-aan/0-uit’.
-
-
18
Nadat het programma van start is ge gaan, aanvaardt het toestel geen wij zigingen meer in programmakeus en bijkomende functies.
Draait iemand de programmakiezer na de start van het programma op een an der programma, dan knippert het con trolelampje ‘drogen’. Het verloop van het programma ondergaat geen veran dering. Dat lampje gaat uit zodra de programmakiezer weer op het oor spronkelijk programma wordt gedraaid.
-
-
-
Van programma veranderen
De toesteldeur openen tijdens
-
het drogen / wasgoed erbij leg gen of uitnemen
Druk de toets ‘Deur’ in en maak de
^
toesteldeur open.
- Nu kan u bv. wasgoed toevoegen
-
-
of voortijdig uitnemen.
Verder drogen:
Doe de toesteldeur dicht.
^
Druk op de toets ‘Start’.
^
- Het programma wordt voortgezet.
-
Een programma afbreken
^ Open de toesteldeur of schakel het
toestel uit.
Een programma opnieuw kie­zen
^ Draai de programmakiezer op ‘Ein-
de’.
Indien enkel nog het lampje ‘kreuk­beveiliging/einde’ brandt, is het pro gramma afgebroken.
^
Draai de programmakiezer op de ge wenste droogtegraad.
^
Schakel eventueel bijkomende func ties in of uit.
^
Druk op de toets ‘Start’.
- De resterende tijd, zichtbaar in het display, kan nu eventueel van de werkelijke droogtijd afwijken.
Bij programma’s met TIJDKEUZE: Na een stroomonderbreking dient u het programma opnieuw te starten zodra er weer stroom is.
-
-
-
19
Elektronisch slot
Het elektronisch slot beschermt uw toestel tegen ongewenst gebruik.
Het slot inschakelen
A De toesteldeur is dicht en de pro
grammakiezer staat op ‘einde’.
B Schakel het toestel in. C Druk op de toets ‘kreukbeveiliging’
en hou die ingedrukt terwijl u de stappen D tot en met F uitvoert.
D Draai de programmakiezer stap voor
stap kloksgewijs BONT, kastdroog’.
E Draai de programmakiezer stap voor
stap tegen de wijzers van de klok ‘einde’.
F Draai de programmakiezer stap voor
stap tegen de wijzers van de klok de stand ‘KREUKHERSTELLEND, strijkvochtig’.
Het controlelampje ‘vergrendeld’ knip­pert.
G Laat de toets ‘kreukbeveiliging’ los. De slotfunctie is ingeschakeld.
in de stand ‘WIT en
-
op
in
H Schakel het toestel uit.
Het slot uitschakelen
^
Herhaal de stappen A-G.
Het controlelampje ‘vergendeld’ gaat uit na stap F.
20

Programmeerfuncties

Overzicht
Met de programmeerfuncties kan u het toestel aan uw individuele be hoeften aanpassen. Deze functies blijven in het geheugen van het toe stel tot u ze wist.
U kan een enkele programmeerfunc
^
tie activeren of wissen ofwel allemaal.
Programmeerfunctie 0I ‘aanpassing droogtegraad’
Het Sensitiv-systeem is berekend op stroombesparing bij het drogen. Indien u het wasgoed echter iets dro­ger wenst, kan u de vochtigheids­graad in alle programma’s wat verla­gen.
Deze functie werd in de fabriek niet geactiveerd.
-
Programmeerfunctie 03 ‘memory-functie’
De bijkomende functies die u bij een vorig programma extra hebt ing
-
esteld, worden in het geheugen van het toestel opgeslagen.
De memory-functie werd in de fabriek
­ingesteld. U kan ze via deze program meerfunctie weer uitschakelen.
-
-
21
Programmeerfuncties
Opvragen en opslaan
De programmeerfuncties activeert u met de toetsen voor bijkomende functies en met de programmakiezer. Deze bedieningselementen beschik ken dus over een verborgen functie die niet op het bedieningspaneel af te lezen is.
A Het toestel is uitgeschakeld en de
deur is dicht. De programmakiezer staat in de stand ‘einde’.
B Hou de toetsen ‘Kort’ en ‘Tempera-
tuur laag’ tegelijk ingedrukt en ...
C ... zet het toestel aan met de toets
‘I-aan/0-uit’. D Laat alle toetsen los. – in het display verschijnt een ‘P’, – de controlelampjes ‘drogen’ en
‘koude lucht’ knipperen. E Draai de programmakiezer op een
van de volgende standen: –
WIT en BONT, extra droog
voor de programmeerfunctie 0I
Aanpassing van de droogtegraad –
WIT EN BONT, kastdroog
voor de programmeerfunctie 03
Memory-functie
F In het display knippert de ‘P’’ afge
wisseld met het getal van de pro grammeerfunctie, bv.:
0i0... p 0... 0i0... p 0... .
-
Het getal rechts branden. Het betekent:
0 = programmeerfunctie uit. i = programmeerfunctie aan, (nu
brandt ook het controlelampje ‘Mangelvochtig’)
G Druk u op de toets ‘START’, dan
schakelt u het getal rechts om van
0 op i = aan of van i op 0 = uit.
H Indien u nog meer programmeer-
functies wenst op te vragen, herhaal dan de instellingen vanaf punt E. Zoniet:
I Opslaan:
op ‘einde’ en schakel het toestel uit via de toets ‘I-aan/0-uit’.
Programmeerfuncties uitschakelen
^
Voer de punten A tot I uit.
Nazien of de programmeerfuncties opgevraagd zijn:
^
Voer de punten A tot F uit.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
Draai de programmakiezer
in het display blijft
-
-
22

Reiniging en onderhoud van het toestel

Pluizenzeven
Pluisjes die tijdens het drogen worden gevormd, komen in de pluizenzeven in de deur en in de vulopening terecht.
Maak alle zeven na elke droogbeurt
^
schoon. Zo spaart u tijd en stroom.
^ Open de deur en trek de zeef eruit. ^ Verwijder van alle zeven (in deur en
vulopening) de pluizen. Gebruik daar geen spitse of scherpe voor werpen voor!
^
In de holle ruimte van de deur bevin den zich pluizen. Die verwijdert u langs de brede gleuf onderaan. In de Technische Dienst van Miele en bij uw handelaar kan u daarvoor een borstel verkrijgen.
^
Schuif de zeef weer in de holle ruimte en doe de toesteldeur dicht.
Zo de pluizenzeven erg plakkerig of verstopt zijn, kan u die onder stromend heet water schoonmaken.
-
^ Neem deze zeven enkel uit om ze
met water schoon te maken.
^ Droog al de pluizenzeven goed af
voordat u ze terugplaatst.
De droogautomaat zelf
Maak het toestel stroomloos.
^
Reinig. . . . . . ommanteling en bedieningspa neel: met een zacht sopje; . . . trommel en andere roestvrijstalen
­onderdelen: met een geschikt reini
gingsmiddel voor roestvrijstaal.
Gebruik geen schuur- noch oplos middel. Reinigingsmiddel voor glas of voor universeel gebruik is ook af te raden. Dit kan schade toebrengen aan kunststof oppervlakken en an dere onderdelen. Spuit het toestel nooit met een slang af.
^
Wrijf alle onderdelen met een zachte doek droog.
-
-
-
-
23
Reiniging en onderhoud van het toestel
De condenswaterbak leeg­maken
Indien er geen condenswaterafvoer is aangesloten, wordt het water dat tij dens de droogbeurt verdampt, in de condenswaterbak opgevangen.
Giet de condenswaterbak na elk droogprogramma leeg! Ten laatste wanneer het controlelampje ’Reservoir ledigen’’ aangaat.
Wordt . . . . . . de droogautomaat gestart met een volle condenswaterbak of
. . . . de maximumstand van het con-
denswater bereikt bij het drogen, dan:
- brandt de led ‘reservoir ledigen’,
- weerklinkt de zoemer,
- wordt het programma afgebroken,
- wordt het wasgoed afgekoeld en het controlelampje ‘koude lucht’ verlicht.
-
^ Schuif de sluitklep open en giet de
bak leeg.
^ Schuif de lege bak terug in het toe-
stel totdat u een klik hoort.
Condenswater mag niet gedronken worden. Dat kan schade toebrengen aan de gezondheid van mens en dier.
^
Trek het reservoir met beide handen uit het toestel.
24
U kan dit water gerust in het huishou den gebruiken, bv. voor uw stoomstrijk­ijzer of luchtbevochtiger.
Hou hiermee rekening:
^
Giet het condenswater, bij wijze van voorzorg, door een fijne zeef of een koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine pluisjes uit het water, die anders eventueel schade konden aanrichten.
-
Reiniging en onderhoud van het toestel
Warmtewisselaar
Maak het toestel stroomloos.
Kijk de warmtewisselaar minstens 2 keer per jaar na. Droogt u vaker, kijk hem dan na ca. 100 droogbeurten na. Maak hem zonodig schoon.
Maak de toesteldeur open.
^
^ Neem het deksel eruit.
^
Plaats de knop van het deksel verti caal naar onderen.
-
^
Plaats beide knoppen aan de warm tewisselaar verticaal.
-
25
Reiniging en onderhoud van het toestel
^ Trek de warmtewisselaar eruit.
^
Maak de warmtewisselaar aan de voor- en achterzijde schoon.
Wis de dichtingsrubbers aan voor­en achterzijde voorzichtig maar gron dig af.
^ Maak de warmtewisselaar aan beide
langse zijden schoon.
^ Zet de warmtewisselaar om af te drui-
pen met de langse zijde op een handdoek.
^ Plaats hem terug en zet beide knop-
pen horizontaal. Ga na of de warmtewisselaar goed vastzit door hem even naar voren te trekken.
^
Zet het deksel weer op zijn plaats en controleer of alles goed vast zit. Anders kan er daar water uit de machine lekken.
^
Doe de toesteldeur dicht.
-
26
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een erkend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . . . . de trommel na het inscha
kelen niet begint te draaien?
. . . wasgoed van synthetische vezels na het drogen statisch geladen is?
. . . het wasgoed eventueel niet droog genoeg werd?
. . . er pluizen worden ge vormd?
-
Misschien werd het toestel niet
-
in de juiste volgorde inge­schakeld.
De lading bestond uit verschil lende textielsoorten.
Door het droogproces komen er pluizen vrij, die zich vooral door slijtage bij het dragen en wassen op het textiel hebben gevormd. In de droogautomaat is die slijtage gering. Machinaal drogen heeft dus eigenlijk geen invloed op de levensduur van uw textiel. Dit werd door wetenschappelijk onderzoek uitgemaakt.
Herhaal het inschakelen. Zie ru briek ‘Zo droogt u juist’.
Zit de stekker wel in het stop
contact? Is de deur juist gesloten?
Werd de toets ‘I-aan/0-uit’ wel
ingedrukt? Hebt u op de toets ‘START’
gedrukt? Hebt u het startuitstel geacti
veerd? Het programma start pas na afloop van dat uitstel.
Zijn de smeltstoppen van de
huisinstallatie bij het inscha­kelen van het toestel uitge­sprongen? Zo ja, doe een be­roep op uw handelaar of op de technische dienst van Miele.
Voeg bij de laatste spoelbeurt in de wasautomaat wasver­zachter toe. Zo neemt de sta­tische lading af.
-
Kies bij de volgende droog beurt een geschikt program ma.
-
-
-
-
-
27
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . . . . het droogproces erg lang
duurt?
. . . er zich waterdruppels aan de bovenste rand van de vul­opening gevormd hebben?
. . . er na het schoonmaken van de warmtewisselaar water uit het toestel loopt?
. . . de ringverlichting niet werkt?
. . . de trommelverlichting niet aangaat?
. . . u de toesteldeur bij een stroomonderbreking dient te openen?
De ventilatie is ontoereikend (bv. in een klein vertrek). Misschien is de temperatuur ter plaatse sterk gestegen.
Het verluchtingsrooster onder aan is niet vrij.
Het toestel kan de lucht niet afvoeren zoals het hoort.
Het wasgoed werd niet genoeg uitgecentrifugeerd.
Het dubbel filtreersysteem met dubbele dichting verhindert in ruime mate dat er zich storende pluizen in de warmtewisselaar afzetten. Door die dichting kan er soms wel condenswater wor­den gevormd.
De condensinrichting was niet goed dicht.
Dit is geen storing.
Die gaat enkel aan wanneer het toestel ingeschakeld is. Even­tueel is het gloeilampje defect.
Zet tijdens het drogen een
deur en/of venster open. Zo stroomt er meer lucht naar binnen.
Verwijder eventuele voorwer-
-
pen die het verluchtings­rooster onderaan blokkeren.
Maak de pluizenzeven in
deur en vulopening schoon. Reinig de warmtewisselaar.
Verhoog evt. het centrifugeer-
toerental in de wasautomaat.
Wasgoed dat bij het uitnemen met deze waterdruppels in aan raking komt, is na enkele minu ten weer droog.
Zitten de warmtewisselaar en
het deksel van de condens­inrichting wel stevig op hun plaats? Doe ze opnieuw dicht.
Zie rubriek ‘Beschrijving van het toestel’.
Het gloeilampje vervangen. Zie tekst op het einde van deze rubriek.
De toesteldeur openen. Zie tekst op het einde van deze rubriek.
-
-
28
Wat gedaan als . . . ?
Storingen en te verrichten controles die via controlelampjes worden aangeduid: Wat gedaan als . . . ? Oorzaak . . . Oplossing . . . . . . het lampje ‘vergrendeld’
knippert na het inschakelen van het toestel?
. . . het lampje ‘vergrendeld’ knippert tijdens het drogen
. . . het controlelampje ‘drogen’ knippert?
. . . het controlelampje ‘kreuk beveiliging / einde’ knippert?
. . . het controlelampje ‘Reservoir ledigen’ brandt?
. . . het controlelampje ‘Filters/condensor’ brandt?
De slotfunctie is geactiveerd. U kan het programma niet van start laten gaan.
Dit is geen storing. Het lampje gaat uit op het einde
De programmakiezer werd na de programmastart in een ande­re stand gedraaid. Het program­maverloop is evenwel normaal.
Het gaat hier eventueel om een
-
storing.
Temperaturen die merkbaar onder nul liggen, verstoren de werking van het toestel: het con denswater bevriest.
De condenswaterbak is vol.
De pluizenzeven zijn verstopt.
De warmtewisselaar is wellicht verstopt omdat die reeds gerui me tijd niet is schoongemaakt.
Zie rubriek ‘Elektronisch slot’.
van het programma.
Zet de knop weer op het
oorspronkelijk gekozen programma: het controle­lampje gaat nu uit.
Zet het toestel uit en weer
aan. Kies en start een programma
Stel het toestel op in een
minder koud vertrek.
-
Knippert het lampje weer,
dan is er een technisch defect. Contacteer de techni­sche dienst van Miele
Giet het condenswater uit.
– –
Zie na of de bak goed op z’n plaats zit.
Schakel de droogautomaat uit met de toets ‘I-aan/0-uit’.
Maak de pluizenzeven na elk droogproces schoon. Zie ru briek ‘Reiniging en onder houd van het toestel’.
Schakel de droogautomaat
-
uit met de toets ‘I-aan/0-uit’.
Maak af en toe de warmtewis selaar schoon. Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud van het toestel’.
-
-
-
29
Wat gedaan als . . . ?
Storingen en te verrichten controles die via controlelampjes worden aangeduid: Wat gedaan als . . . ? Oorzaak . . . Oplossing . . . . . . deze tekens na de pro-
grammastart in het display verschijnen: ‘=== ... -== ...== ... -= ...’?
. . . het programma wordt afge­broken, het controlelampje ‘Kreukbeveiliging/einde’ aan­gaat en een ‘0’ verschijnt in het display?
. . . het programma wordt afge­broken en er in het display " - - - "verschijnt?
. . . de resterende tijd in het display even voor het einde van het programma op ‘10’ blijft staan en er tekens knip peren (=10...-10...), maar de droogautomaat wel verder droogt?
-
Dit is geen storing.
Ligt er na de start van het programma geen wasgoed in de trom mel, dan wordt dit door de electronic herkend. Het program­ma wordt dan afgebroken. Dat gebeurt ook zo u een programma start met droog wasgoed.
Zie ‘Wat gedaan als het droogproces erg lang duurt?’
Dit is geen storing. Er werd meer was gedroogd dan bij de laatste programma’s. Indien het aantal kg wasgoed erg varieert, kan de resterende tijd afwijkin­gen vertonen!
Zie rubriek ‘Display’.
Het droogproces is nog niet af­gesloten. Het programma heeft meer tijd nodig dan de electro­nic bij de programmastart heeft berekend. De tijdsaanduiding blijft staan tot de gekozen droogtegraad is bereikt.
-
30
De trommelverlichting werkt niet. Het lampje vervangen:
Doe de toesteldeur open.
^
Wat gedaan als . . . ?
Zet het kapje stevig op zijn plaats. Zo vermijdt u dat er vocht indringt, wat kortsluiting kan veroorzaken.
Schakel het toestel uit door de stek ker uit het stopcontact te trekken of de smeltveiligheden uit te schakelen voor u het lampje vervangt.
Schroef het afdekkapje aan de bin
^
nenzijde boven de vulopening af.
^
Vervang het lampje.
­Koop reservelampjes die tegen hoge
temperaturen bestand zijn, bij uw han delaar of in de Technische Dienst van Miele.
-
De toesteldeur openen bij een stroomonderbreking
-
Het vermogen van het lampje mag niet hoger liggen dan wat op het typeplaatje en op het kapje staat aangegeven.
^
Zet het kapje weer op zijn plaats en schroef het vast.
31

Technische Dienst

Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
of met de technische dienst van Miele
– Het adres en de telefoonnummers van
onze technische dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst een beroep doet, geef dan altijd het machinetype en -nummer op. Beide ge gevens staan vermeld op het typeplaat­je. Dat vindt u rechts onder de vulope­ning.
Voorbeeld:
Het programma updaten (moderniseren)
Op het bedieningspaneel vindt u een controlelampje met de markering ‘PC’. Deze led dient de technische dienst als contactpunt voor de actualisering van het programma. (PC = program correction).
Bij de aanpassing van de elektronische besturing van uw toestel kan er dan rekening worden gehouden met ontwik kelingen in textielsoorten en droog procédés.
­Miele zal de mogelijkheid om een pro-
gramma te actualiseren tijdig bekend­maken.
-
-
32

Opstellen

Om een perfecte werking te waarbor­gen, moet de automaat horizontaal wor­den opgesteld. Door lichte afwijkingen komt de goede werking van het toestel echter nog niet in het gedrang.
Blokkeer nooit het verluchtingsroos ter onder de toesteldeur. Anders is er geen voldoende toe voer van koele lucht gewaarborgd.
-
Plaats van opstelling
Inbouw onder een doorlopend werk blad / in een keukenrij
Er is een inbouwset* vereist.
Het deksel van de machine dient te
worden vervangen door een afdek plaat. Deze plaat is er absoluut nodig met het oog op de elektrische veilig­heid. Het mag enkel door een be­voegd vakman worden gemonteerd.
– Bij 90/91 cm hoge werkbladen is er
een sokkel* vereist.
Door de inbouw kunnen de program­ma’s langer uitvallen.
U kan deze droogautomaat met een Miele-wasautomaat tot een was- en droogzuil kombineren. Daarvoor is er een tussenset* vereist.
-
-
-
^
Oneffenheden in de vloer kan u weg werken door aan de machinevoetjes te draaien.
­Al de onderdelen met een * zijn in de
Technische Dienst van Miele en bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar.
33
Opstellen
De bekledingsplaat van de deur monteren of vervangen
Aanbeveling: de deur dient bij het monteren of vervangen van de be kledingsplaat gesloten te blijven.
^ De 4 schroeven van de bekledings-
lijst aan de slotzijde van de deur uit­draaien en de lijst afnemen.
-
Afmetingen van de bekledings plaat:
De cijfers tussen haakjes geven de to lerantie in mm aan.
Breedte: 587 (-1) mm Hoogte: 602 (- 1,5) mm Dikte: 1 (+ 0,5) mm
Bij platen dikker dan 1,5 mm is er een ‘aanpaslijst voor een 4 mm dikke bekle dingsplaat’ nodig. Die is bij uw Miele-handelaar of in de technische dienst van Miele verkrijgbaar.
Opmerking: bij toepassing van een aanpaslijst mag de bekledingsplaat niet hoger zijn dan 596,5 (- 1,5) mm.
-
-
-
^
De overige 7 schroeven van het bekledingsraam onderaan en opzij losdraaien totdat u er de bekledings plaat (lichtjes gewelfd) kan inschui ven of uittrekken.
^
Terug monteren in omgekeerde volg orde. Draai de schroeven stevig aan.
34
-
-
-
Opstellen
De sokkelplint monteren
De toestelsokkel kan u met de sok
kelplint van uw keuken bekleden. De hoogte en de insprong van de
toestelsokkel kan u niet wijzigen. Hogere sokkelplinten kan u enkel
toepassen indien de nishoogte wordt vergroot.
Sokkelhoogte Nishoogte
100 mm
(standaard)
150 mm 870 mm 1 sokkel
200 mm 920 mm 2 sokkels
De 60 cm brede sokkelplint kan u bij uw keukenhandelaar bestellen.
De sokkelplint moet aan het rooster voor de koellucht een uitsparing hebben. Anders kan er geen lucht worden toegevoerd en kan uw toe stel niet werken.
820 mm -
vereist om de hoogte aan te
passen
vereist om de hoogte aan te
passen
Montage:
-
-
De meegeleverde kleine sjabloon te
^
gen de bovenste rand van de rugzij
­de van de sokkelplint leggen en met kleefband bevestigen.
De sokkelplint volgens de sjabloon
^
uitzagen. Het zaagvlak met de meegeleverde
^
lijst overkleven. De meegeleverde klitband op de
^
sokkel van het toestel kleven.
U gaat het best in deze volgorde te werk:
^ Leg de 2 delen van de klitband in de
lengte bij elkaar.
^ Snij de band eventueel in 2 of 3 stuk-
ken.
^ Trek op om het even welke plaats van
de band de beschermfolie af.
^ Kleef de in stukken gesneden delen
aan de uiteinden en eventueel ook in het midden van de toestelsokkel en druk ze stevig aan.
^
Trek de overblijvende beschermfolie van de vrije zijde van de klitband.
-
^
Duw de sokkelplint stevig op het kle vende oppervlak van de klitband.
-
35
Opstellen
Condenswaterafvoer
Het condenswater kan rechtstreeks worden afgevoerd. Daartoe dient er in de omgeving wel een afvoermogelijk heid zijn. Bv. een wastafel, een sifon of een afvoerputje in de vloer.
Maximumafvoerlengte: 3 meter, maximumopvoerhoogte: 1 meter.
Meegeleverd toebehoren:
2 m afvoerslang
slangbeugel
– – tuit voor de afvoerslang – slangklem.
-
^ Schuif de afvoerslang op de afvoer-
tuit.
^ Bevestig de afvoerslang terdege met
de slangklem.
^ Zorg ervoor dat de slang geen knik
vertoont!
^
Schroef de slangklem van de afvoer­tuit aan de achterzijde van het toestel los.
^
Trek er de rubber dop af.
36
Opstellen
Opdat er geen water in het toestel te rugstroomt, is uw condensdroger steeds voorzien van een terugstroom beveiliging.
^ Met het onderste gedeelte van de
rubberen dop sluit u de watertoevoer naar de condenswaterbak af. Duw de grote dop naar achteren. Dan kan u de condenswaterbak zonder proble­men inschuiven.
Aansluiting op een sifon van
-
een wasbak
-
^ De slangklem (1) en de gekartelde
moer (2) van de sifon over de afvoer­slang schuiven.
^ De meegeleverde tuit (3) in de af-
voerslang steken.
^ De afvoerslang met behulp van de
gekartelde moer op de sifon draaien.
^ Draai de slangklem meteen achter de
gekartelde moer vast.
37
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor aansluiting op eenfasige stroom 230 V, 50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde stekker en een ca. 2 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu ren op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Sluit uw toestel in geen geval aan op verlengsnoeren. Zo vermijdt u brandri sico’s.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en vereiste smeltstoppen vindt u op het ty­peplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met de gegevens van uw elektrische instal­latie.
-
-
-
38
Verbruik
Programma’s Lading Centrifugeertoerental
kg t.p.m. kWh minuten
WIT en BONT wasgoed Extra droog 5 kg 1200
Kastdroog + 5 kg 1200
Kastdroog Kastdroog 5 kg 1200
Strijkvochtig rr Strijkvochtig rr 5 kg 1200
Mangelvochtig 5 kg 1200
KREUKHERSTELLEND wasgoed Kastdroog Strijkvochtig 2,5 kg 1000 1,15 kWh 39’ Speciale programma’s Finish wol 1 kg - 0,2 kWh 3’ Ontkreuken 2,5 kg - 0,3 kWh 8’
(1)
(1)
5 kg 800 (70 % restvochtigheid) 3,5 kWh 88’
(1)
5 kg 800 (70 % restvochtigheid) 2,85 kWh 74’
2,5 kg 1000 (50 % restvochtigheid) 1,3 kWh 44’
(in een huishoudelijke
wasautomaat)
1400 1600
1400 1600
1400 1600
1400 1600
1400 1600
Stroom­verbruik
3,4 kWh 3,3 kWh
3 kWh
2,9 kWh 2,75 kWh 2,45 kWh
2,75 kWh
2,6 kWh 2,35 kWh
2,1 kWh 1,95 kWh 1,65 kWh
1,7 kWh 1,55 kWh 1,25 kWh
Droogtijd
incl. afkoeltijd
84’ 81’ 74’
74’ 71’ 64’
71’ 68’ 62’
57’ 54’ 47’
47’ 44’ 38’
(1)
Testprogramma volgens EN 61121/A11.
Gegevens berekend volgens de norm EN 61121/A11.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan onder meer door het verschil in tex tielsoort, in het gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren en door schommelingen in de stroomvoorziening.
-
39
Technische gegevens
Hoogte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoogte zonder deksel . . . . . . . . . . . . . .
Breedte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Diepte (incl. afstand tot de wand) . . . . .
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Trommelinhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Capaciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud condenswaterbak . . . . . . . . . . .
Maximum opvoerhoogte . . . . . . . . . . . .
Maximum afvoerlengte . . . . . . . . . . . . .
Aansluitspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aansluitwaarde . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Smeltveiligheden . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Stroomverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verkregen labels . . . . . . . . . . . . . . . . . .
850 mm (verstelbaar +10/-5 mm) 820 mm 595 mm 600 mm met deksel
560 mm zonder deksel 57 kg 103 l 5 kg droog wasgoed 4 l 1 m 3 m
zie typeplaatje zie typeplaatje zie typeplaatje zie rubriek ‘Verbruik’ radio- en T.V.-ontstoring
404142
43
Wijzigingen voorbehouden/001 4001
Dit papier spaat het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...