Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u
uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
Aanwijzingen die op deze manier worden aangeduid,
zijn veiligheidsrelevante aanwijzingen. U wordt gewaarschuwd voor mogelijk persoonlijk letsel en materiële schade.
Lees dergelijke waarschuwingen goed en houdt u zich aan
de betreffende instructies en gedragsregels.
Opmerkingen
Opmerkingen worden op deze manier aangeduid en bevatten informatie waarmee u speciaal rekening moet houden.
U herkent opmerkingen aan het grijsomlijnde kader.
Aanvullende informatie en opmerkingen
Aanvullende informatie en opmerkingen herkent u aan een
zwartomlijnd kader. Voor het gebruik van het apparaat hebben deze opmerkingen geen dwingend karakter.
Handelingen
Inleiding
Display
Voor de bediening worden de uit te voeren handelingen gemarkeerd.
Voor elke handeling staat een zwart blokje. De handelingen
geven stap voor stap aan wat u moet doen.
Voorbeeld:
Kies de gewenste instelling en bevestig uw keuze met de
middelste toets.
Informatie die op het display van het apparaat verschijnt, herkent u aan een speciaal lettertype dat lijkt op het lettertype
van het display.
Voorbeeld:
Als op het display de melding Einde of AutoOpen wordt
weergegeven...
5
Page 6
Algemeen
Overzicht
a
Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b
Besteklade
c
Bovenrek
d
Middelste sproeiarm
e
Luchttoevoer voor het drogen
f
Onderste sproeiarm
6
g
Zeefcombinatie
h
Typeplaatje
i
Kinderbeveiliging in de deurgreep
(niet zichtbaar)
j
Reservoir voor naspoelmiddel
k
Reservoir voor reinigingsmiddel (twee
vakjes)
l
Reservoir voor regenereerzout
Page 7
Bedieningspaneel
Algemeen
a
Programmakeuze
b
Display
c
Start/Stop-toets met controlelampje
d
Toets > (meer programma's) met
controlelampje
e
Toets (voorprogrammering) met
controlelampje
f
Toets + (extra drogen) met controlelampje
g
Toets voor het kiezen van de programma's
h
Toets (Aan/Uit)
7
Page 8
Verantwoord gebruik
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik
echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot gevolg hebben.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom aandachtig door, voordat u het apparaat
voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het
apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Deze bedrijfsafwasautomaat is door zijn korte programma's en zijn
grote reinigingscapaciteit geschikt voor professioneel gebruik in kantoren, koffiekamers, verenigingsgebouwen, ambachtelijke bedrijven,
workshop-keukens en dergelijke.
Daarnaast is de automaat geschikt voor particulier huishoudelijk gebruik of daarmee vergelijkbaar (bijvoorbeeld klanten van hotels, motels, pensions en dergelijke).
De afwasautomaat is niet geschikt voor continu gebruik.
De afwasautomaat is niet geschikt voor de reiniging van medische
producten.
Gebruik deze afwasautomaat uitsluitend voor het reinigen van ser-
viesgoed zoals glazen, borden en bestek. Ander gebruik, alsmede
aanpassingen en wijzigingen zijn niet toegestaan en mogelijk gevaarlijk.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve
bediening.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor stationair binnengebruik.
Gebruik speciale inzetten uitsluitend voor de doeleinden die in de
gebruiksaanwijzing worden aangegeven.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
8
Page 9
Verantwoord gebruik
Dit apparaat heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien van onder
meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid,
de slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. De lamp mag alleen
voor de verlichting van de spoelruimte worden gebruikt. De lamp is
niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden. Om veiligheidsredenen mag de lamp alleen door een door Miele geautoriseerde vakman of door Miele worden vervangen.
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Correcte plaatsing
Het apparaat mag niet worden opgesteld in een explosiegevaarlij-
ke ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij te zijn.
De onderbouwmodellen moeten correct worden ingebouwd.
Plaats de automaten alleen onder een doorlopend werkblad dat aan
de keukenkasten eromheen is vastgeschroefd.
In de directe omgeving van de automaat mag uitsluitend meubilair
voor professioneel gebruik worden geplaatst. Andere meubels kunnen door de condens beschadigd raken.
Technische veiligheid
Dit apparaat mag alleen door Miele, een vakhandelaar of door een
gekwalificeerde vakman in gebruik worden genomen, onderhouden
en gerepareerd. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Laat het apparaat alleen bedienen door personeel dat is geïnstru-
eerd. Het personeel moet ook daarna regelmatig worden geïnstrueerd.
Controleer de afwasautomaat vóór gebruik op zichtbare bescha-
digingen. Neem een beschadigd apparaat nooit in gebruik. Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Gebruik een beschadigde of lekkende automaat niet meer en
neem contact op met Miele, een Miele-vakhandelaar of een andere
vakman.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij correct functioneren en volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze producten stellen.
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat bij twijfel de
huisinstallatie door een vakman inspecteren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een
ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische
schok).
Volg de installatie-instructies uit de gebruiksaanwijzing en de in-
stallatietekening.
Controleer of de aansluitgegevens (spanning, frequentie en zeke-
ring) op het typeplaatje overeenkomen met de gegevens van uw
elektriciteitsnet.
Door de automaat mag geen stekker van een elektrisch apparaat
ingeklemd raken. Als de diepte van de inbouwnis te gering is, kan
door druk op de stekker oververhitting optreden. Zie ook "Elektrische aansluiting".
Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer op
het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd. Er kan bijvoorbeeld oververhitting ontstaan.
Open nooit de ommanteling van de afwasautomaat. Wanneer on-
derdelen worden aangeraakt die onder spanning staan of wanneer
elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Als de aansluitkabel beschadigd is, mag de afwasautomaat niet in
gebruik worden genomen. De beschadigde aansluitkabel moet worden vervangen door een speciale aansluitkabel. Om veiligheidsredenen mag dit alleen door Miele, door een Miele-vakhandelaar of een
geautoriseerde vakman worden gedaan.
Maak het apparaat vóór onderhoudswerkzaamheden altijd span-
ningsvrij.
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dompel de kunststof ommanteling van de wateraansluiting niet in
vloeistoffen. In de ommanteling bevinden zich twee elektrische kleppen.
In de watertoevoerslang bevinden zich spanningvoerende delen.
De slang mag daarom niet worden ingekort.
Het ingebouwde Waterproof-systeem biedt optimale bescherming
tegen waterschade als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De automaat moet volgens de voorschriften zijn geïnstalleerd.
– Noodzakelijke reparaties moeten worden uitgevoerd, defecte on-
derdelen moeten worden vervangen.
– De waterkraan moet bij langdurige afwezigheid worden dichtge-
draaid (bijvoorbeeld tijdens de vakantie).
Het Waterproof-systeem functioneert ook als de afwasautomaat uitgeschakeld is. Het apparaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn
aangesloten.
12
Page 13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
De afwasautomaat is uitsluitend bedoeld voor het gebruik met wa-
ter en voor de afwasautomaat geschikte reinigingsmiddelen en mag
niet met organische oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen worden gebruikt.
Dit leidt o.a. tot explosiegevaar en het risico op materiële schade
door aantasting van rubberen en kunststof onderdelen. Hierdoor
kunnen er vloeistoffen uitlopen.
Gebruik alleen voor afwasautomaten geschikte reinigingsmidde-
len. Gebruik van andere reinigingsmiddelen kan schade aan de afwasautomaat en het spoelgoed veroorzaken.
Ga nooit op de geopende deur zitten of staan. Het apparaat kan
kantelen en beschadigd raken.
Na werkzaamheden aan de watervoorziening moet de leiding naar
de afwasautomaat worden ontlucht. Anders kunnen er onderdelen
beschadigd raken.
Houd rekening met de hoge temperatuur van de afwasautomaat
tijdens het gebruik. Als u de deur opent, kunt u zich branden! Servies, bestek, rekken en inzetten moeten eerst afkoelen. Verwijder het
eventueel resterende hete water dat in het serviesgoed in de spoelruimte is achtergebleven.
Het water in de spoelruimte is geen drinkwater!
Een voorbehandeling (bijvoorbeeld met gewoon afwasmiddel en
andere reinigingsmiddelen), maar ook bepaalde verontreinigingen en
sommige reinigingsmiddelen kunnen schuim veroorzaken. Schuim
kan het resultaat van de reiniging verminderen.
Schuim dat uit de spoelruimte komt, kan schade aan de afwas-
automaat veroorzaken. Breek het programma meteen af als er
schuim uit de afwasautomaat komt en koppel deze los van de elektriciteit!
13
Page 14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Let bij gebruik van reinigingsmiddelen en speciale producten altijd
op de aanwijzingen van de fabrikant. Gebruik een reinigingsmiddel
alleen voor de toepassingen die door de fabrikant worden aangegeven. Hiermee voorkomt u materiële schade en eventuele heftige chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie).
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini-
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus,
mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u reinigingsmiddelen heeft ingeademd of ingeslikt.
Miele is niet aansprakelijk voor het effect van chemische reini-
gingsmiddelen op het materiaal van het spoelgoed. Houdt u zich aan
de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel voor wat
betreft opslag, gebruik en dosering.
Om materiële schade en corrosie te vermijden, mogen geen zuren,
chloridehoudende oplossingen en roestende metalen in de spoelruimte terechtkomen.
Reinig in de afwasautomaat geen spoelgoed dat met as, zand,
was, smeermiddelen of verf is vervuild. Dergelijke stoffen beschadigen de afwasautomaat.
De automaat en de directe omgeving ervan mogen niet met water
(waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten.
Om schade door corrosie te vermijden, mag de roestvrijstalen om-
manteling niet in aanraking komen met zoutzuurhoudende oplossingen en dampen.
Plaats scherpe, spitse voorwerpen zo in de automaat dat dit geen
risico's oplevert. Wees extra voorzichtig als u dergelijke voorwerpen
rechtop in de automaat zet.
Verwijder voor het inruimen alle grove resten van voedingsmid-
delen van het spoelgoed.
14
Page 15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen. Het
gevaar bestaat dat kinderen zich in de automaat opsluiten.
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen ouder dan acht jaar mogen de afwasautomaat alleen
zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze de afwasautomaat
veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de
gevaren van een verkeerde bediening.
Voorkom dat kinderen in aanraking komen met proceschemicali-
ën! Als proceschemicaliën worden doorgeslikt, kan ernstig letsel aan
mond en keelholte ontstaan dan wel verstikking optreden. Houd kinderen daarom uit de buurt van de afwasautomaat als deze geopend
is. Er kunnen zich nog resten van proceschemicaliën in de afwasautomaat bevinden. Ga onmiddellijk met het kind naar een dokter als
het kind proceschemicaliën binnen heeft gekregen.
Accessoires
Alleen originele Miele-accessoires mogen worden aan- of inge-
bouwd. Worden er andere accessoires aan- of ingebouwd, dan kan
Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer
worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Als de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
die daarvan het gevolg is.
15
Page 16
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal waardevolle
materialen. Ze bevatten ook stoffen,
mengsels en onderdelen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone huisafval
doet of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Doe uw oude
apparaat daarom nooit bij het gewone
afval.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk
zelf verantwoordelijk voor het wissen
van eventuele persoonlijke gegevens op
het af te danken apparaat. Bewaar het
afgedankte apparaat buiten het bereik
van kinderen.
16
Page 17
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Economisch afwassen
Deze afwasautomaat gaat uiterst zuinig
om met water en energie. Maar ook u
kunt hieraan een bijdrage leveren als u
met de volgende punten rekening
houdt:
U kunt het apparaat op warm water
aansluiten. Ideaal is een aansluiting
op een milieuvriendelijke warmwatervoorziening, bijvoorbeeld op basis
van zonne-energie (met circulatieleiding). Bij elektrisch verwarmde installaties en als u vooral glazen en bierglazen reinigt, adviseren wij aansluiting op een koudwaterleiding.
Benut de volledige capaciteit van de
rekken. U werkt dan altijd efficiënt.
De automaat mag niet worden overbeladen.
Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van
verontreiniging.
Kies het programma "ECO" als u ex-
tra energiebesparend wilt reinigen. Dit
standaardprogramma is gezien het
gecombineerde energie- en waterverbruik uiterst efficiënt bij normaal verontreinigd spoelgoed.
Bij gebruik van poedervormige reini-
gingsmiddelen kunt u de dosering
met 1/3 verminderen, als de rekken
maar half beladen zijn.
Volg de doseeradviezen op die op de
verpakking van het afwasmiddel
staan.
17
Page 18
Ingebruikneming
Deur openen
Bij programma’s met een droogfase
gaat de deur na afloop van een programma automatisch op een kier open.
Dat bevordert het droogproces (zie
"Programma-overzicht").
U kunt deze functie ook uitschakelen
(zie "Instellingen, AutoOpen").
Pak de deur bij de deurgreep en trek
de deur daarmee open.
Deur sluiten
Schuif de rekken naar binnen.
Druk de deur dicht, totdat deze vast-
klikt.
Kom niet met uw handen in het
gedeelte waar de deur sluit.
Het gevaar bestaat dat uw handen
klem komen te zitten.
Kinderbeveiliging
Als kinderen de automaat niet mogen
openen, vergrendelt u de deur met de
kinderbeveiliging.
Als u de deur opent, terwijl de automaat
in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
Zorg ervoor dat de deur zonder
problemen open kan.
18
Duw het schuifje onder de deurgreep
naar rechts om de deur te vergrendelen.
Schuif het naar links om de deur te
ontgrendelen.
Page 19
Principe display
Algemeen
Via het display kunt u de volgende
functies kiezen of instellen:
– het programma
– het starttijdstip (voorprogrammering)
– de instellingen
Tijdens het programmaverloop geeft het
display het volgende aan:
– de programmafase
– de geschatte resttijd
– eventuele foutmeldingen en aanwij-
zingen
Om energie te besparen, schakelt de
automaat na enkele minuten over naar
de stand-by-stand, als u geen toets
bedient of als er geen programma actief is. Enkele minuten later wordt het
apparaat helemaal uitgeschakeld (zie
"Bediening, Stand-by").
Om de automaat weer in te schakelen,
drukt u op de toets.
Ingebruikneming
Menu "Instellingen"
Met het menu "Instellingen" kunt u de
elektronica van de automaat aan veranderende eisen aanpassen.
Door een bepaalde toetsencombinatie
in te drukken, komt u in het instellingsmenu.
Voor meer informatie zie het gelijknamige hoofdstuk.
In het instellingsmenu wordt de eigenlijke functie van de toetsen onder het
display uitgeschakeld. Met behulp van
deze toetsen kunt u dan menupunten
kiezen en bevestigen.
De pijlen links en rechts in het display
geven aan dat er meer keuzemogelijkheden volgen. Met de linker en rechter
toets onder het display kunt u uit deze
mogelijkheden kiezen.
Met de middelste toets onder het display kunt u meldingen of instellingen
bevestigen en naar het volgende menu
of naar een ander menuniveau gaan.
De actuele instelling wordt met een vinkje aangegeven.
19
Page 20
Ingebruikneming
Basisinstellingen
Schakel de automaat met de toets
in.
Als u de automaat voor het eerst inschakelt, verschijnt er een welkomstscherm.
Taal
Het display wisselt automatisch naar de
instelling van de taal.
Over de werking van het display zie
het betreffende hoofdstuk.
Kies de gewenste taal en bevestig uw
keuze met de middelste toets.
De ingestelde taal wordt met een vinkje
aangegeven.
Waterhardheid
In het display verschijnt nu een scherm
waarin u de waterhardheid kunt instellen.
– De automaat moet nauwkeurig wor-
den ingesteld op de waterhardheid in
uw regio.
Bij werkzaamheden aan het apparaat is
het voor de monteur handig de hardheidsgraad van uw water te kennen.
Noteer daarom de hardheid van uw water:
___________________°d
Af fabriek is een waterhardheid van
15°d (2,7mmol/l) geprogrammeerd.
Kies de juiste waterhardheid en be-
vestig uw keuze met de middelste
toets.
Meer informatie over de instelling van
de waterhardheid vindt u in het hoofdstuk "Menu 'Instellingen', Waterhardheid".
Vervolgens verschijnen eventueel de
meldingen Vul naspoelmid. bij en Vul
zout bij.
Druk op een willekeurige toets om de
meldingen te bevestigen. Het display
wisselt naar het hoofdmenu.
– Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u vertellen welke hardheidsgraad
uw water heeft.
– Als de waterhardheid schommelt (bij-
voorbeeld tussen 17 en 25°d), programmeer dan altijd de hoogste
waarde (in dit geval 25°d).
20
Page 21
Ingebruikneming
Voor het eerste gebruik heeft u
nodig:
– ca. 1 kg regenereerzout,
– ca. 110 ml naspoelmiddel,
– reinigingsmiddel, zie "Bediening".
Alle afwasautomaten worden in de fabriek getest. Het is dan ook mogelijk
dat u waterresten in de automaat aantreft.
Regenereerzout bijvullen
Voor een optimaal reinigingsresultaat
moet de automaat over zacht (kalkarm)
water kunnen beschikken. Bij hard water ontstaan er witte afzettingen op het
serviesgoed en de wanden van de
spoelruimte. Water met een hardheid
van meer dan 4°d (0,7mmol/l) moet
dan ook worden onthard. Dit gebeurt
automatisch in de ingebouwde ontharder. De ontharder werkt met regenereerzout. De ontharder is geschikt voor
waterhardheden tot 36°d (6,5mmol/l).
Als de waterhardheid altijd lager is
dan 4°d (= 0,7mmol/l), hoeft u geen
regenereerzout te gebruiken.
Maar u moet ook dan de automaat
op de hardheid van uw water instellen.
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het reservoir voor regenereerzout.
Reinigingsmiddel beschadigt de ontharder.
Gebruik uitsluitend speciaal grof-
korrelig regenereerzout of andere
zuivere ingedampte zouten.
Geschikte producten vindt u in het
productaanbod van Miele Professional.
Gebruik in geen geval keukenzout of
strooizout. Deze zoutsoorten bevatten soms niet oplosbare deeltjes die
een nadelig effect kunnen hebben op
de werking van de ontharder.
Zie voor het instellen van de waterhardheid ook het hoofdstuk "Menu 'Instellingen', Waterhardheid".
21
Page 22
Ingebruikneming
Open de deur van de automaat onge-
veer halverwege, zodat het zout
goed in het reservoir kan stromen.
Druk op de toets van het deksel van
het zoutreservoir (in de richting van
de pijl). Het klepje springt open.
Vul zo veel zout in het reservoir totdat
het reservoir vol is (afhankelijk van de
zoutsoort is dat maximaal 1kg).
Doseer nooit meer dan 1 kg in het reservoir.
Als u het reservoir vult, zal het waterniveau in het reservoir stijgen. Het water
kan overlopen.
Klap de trechter open.
Giet geen water in het reservoir!
22
Verwijder de zoutresten rond de vul-
opening en sluit het klepje van het reservoir.
Kies direct daarna het programma
"Voorspoelen" (zonder belading).
Daarmee wordt de overgelopen zoutoplossing verdund en vervolgens
weggepompt.
Page 23
Regenereerzout bijvullen
Vul na afloop van een programma re-
genereerzout bij, zodra de melding
Vul zout bij in het display verschijnt.
Bevestig de melding met de middel-
ste toets.
De melding verdwijnt.
Wanneer zich nog geen zoutconcentratie heeft gevormd die hoog genoeg is, is
het mogelijk dat bovenstaande melding
blijft verschijnen nadat u zout heeft bijgevuld. Bevestig de melding in dit geval
nog een keer met de middelste toets.
De melding dat zout moet worden bijgevuld, verschijnt niet als u de automaat heeft ingesteld op een waterhardheid onder 4°d (=0,7mmol/l).
Kies altijd na het bijvullen het
programma "Voorspoelen" of
"Kort" (zonder belading). Daarmee
wordt de overgelopen zoutoplossing
verdund en vervolgens weggepompt.
Ingebruikneming
23
Page 24
Ingebruikneming
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel zorgt ervoor dat het water tijdens het drogen als een film van
het serviesgoed afloopt waardoor het
sneller droogt.
Het naspoelmiddel wordt in het reservoir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoeveelheid automatisch toegevoegd.
Vul het reservoir alleen met na-
spoelmiddel. Vul het nooit met afwasmiddelen of reinigingsmiddelen.
Dergelijke middelen kunnen het reservoir onherstelbaar beschadigen.
Geschikte producten vindt u in het
productaanbod van Miele Professional.
Als alternatief kunt u ook huishoudazijn
met een zuurgehalte van 5% of vloeibaar citroenzuur (10%-oplossing) gebruiken. Het serviesgoed zal dan wel
minder goed drogen en eerder vlekken
vertonen, dan wanneer u naspoelmiddel
gebruikt.
Gebruik nooit azijn met een ho-
ger zuurgehalte (bijvoorbeeld azijnessence met een gehalte van 25%).
Het apparaat kan daardoor beschadigd raken.
24
Page 25
Ingebruikneming
Naspoelmiddel doseren
Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door op het knopje te
drukken in de richting van de pijl.
Veeg eventueel gemorst naspoelmid-
del goed weg om bij een volgend
programma sterke schuimvorming te
voorkomen.
Voor een optimaal reinigingsresultaat
kunt u de dosering van het naspoelmiddel aanpassen (zie "Menu 'Instellingen', Naspoelmiddel").
Naspoelmiddel bijvullen
Als de melding Vul naspoelmid. bij in
het display verschijnt, zit er nog een reserve in voor 2 - 3 programma's.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
Bevestig de melding met de middel-
ste toets.
De melding verdwijnt.
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
het in de vulopening zichtbaar is.
In het reservoir kan ca. 110 ml.
Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Dit om te voorkomen
dat er tijdens het spoelproces water
in het naspoelmiddelreservoir loopt.
25
Page 26
Serviesgoed en bestek inruimen
Spoelgoed inruimen
Verwijder grove etensresten van het
spoelgoed.
Het is niet nodig om de vaat van te voren onder stromend water af te spoelen!
Waar u op moet letten
Er mogen geen zuurresten of op-
losmiddelen, vooral geen zoutzuur en
chloride, in de spoelruimte terechtkomen.
Reinig in de afwasautomaat geen
spoelgoed dat met as, zand, was,
smeermiddelen of verf is vervuild.
Dergelijke stoffen beschadigen het
apparaat.
U kunt al het serviesgoed in principe
overal in de rekken inruimen. Neem
daarbij echter de volgende tips in acht.
Plaats het serviesgoed zo in de rek-
ken, dat het water er aan alle kanten
bij kan. Alleen dan kan het serviesgoed goed schoon worden
Ruim borden in het boven- en onder-
rek in spiegelbeeld in. Het gewelfde
gedeelte moet naar het midden van
het rek zijn gericht (zie ook de afbeeldingen op de volgende pagina's).
Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes,
glazen en pannen met de openingen
naar beneden in de rekken.
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed
zoveel mogelijk in het midden van de
rekken. Het water kan er dan beter
bij.
Plaats serviesgoed met een diepe bo-
dem zoveel mogelijk schuin in het
rek, zodat het water eraf kan lopen.
Let erop dat de sproeiarmen niet wor-
den geblokkeerd door serviesgoed
dat door de rekken heen steekt. U
kunt dit controleren door de sproeiarmen een keer met de hand rond te
draaien.
Kleine voorwerpen kunnen door de
spijlen van de rekken vallen. Leg kleine delen daarom in de bestekkorf of
in de besteklade (afhankelijk van het
model).
Bepaalde voedingsmiddelen (zoals
wortels, tomaten en ketchup) bevatten natuurlijke kleurstoffen. Wanneer
de kleurstoffen in grote hoeveelheden in de automaat terechtkomen,
kunnen kunststof serviesgoed en
kunststof onderdelen verkleuren.
Dergelijke verkleuringen zijn niet van
invloed op de gebruiksmogelijkheden
van de kunststof delen.
Plaats het serviesgoed zo in de rek-
ken, dat het water er aan alle kanten
bij kan. Alleen dan kan het serviesgoed goed schoon worden
Plaats al het serviesgoed zo, dat het
stevig staat.
26
Page 27
Serviesgoed en bestek inruimen
Niet geschikt voor reiniging in de automaat
– Bestek en serviesgoed van hout of
met houten delen wordt uitgeloogd
en lelijk. Bovendien zijn de gebruikte
lijmsoorten vaak niet geschikt voor
reiniging in afwasautomaten. De houten delen kunnen dan loslaten.
– Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
glazen met decoraties zijn niet
bestand tegen reiniging in de afwasautomaat.
– Voorwerpen van niet hittebestendig
kunststof kunnen vervormd raken.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of
dof worden.
– Kleurdecoraties op het glazuur kun-
nen na vele afwasbeurten verbleken.
– Kwetsbaar glaswerk en kristallen
voorwerpen kunnen na meermaals
reinigen dof worden.
Advies
– Koop serviesgoed en bestek van ma-
teriaal dat geschikt is om in een afwasautomaat te worden afgewassen
en met de aanduiding: "Geschikt
voor de afwasmachine".
– Glas kan na verloop van tijd dof wor-
den in de afwasautomaat. Reinig
kwetsbaar glaswerk daarom alleen bij
lage temperaturen (zie het programma-overzicht) en met een geschikt
reinigingsmiddel. Het glas zal dan
minder gauw dof worden.
Let op het volgende!
Zilver en aluminium kunnen in aanraking met zwavelhoudende voedingsmiddelen verkleuren.
Gebruik voor het reinigen van
aluminium delen (zoals vetfilters)
geen sterk bijtende, alkalische reinigingsmiddelen voor bedrijfsafwasautomaten of industriereinigers.
Het materiaal kan hierdoor worden
aangetast. In extreme gevallen kan er
een hevige chemische reactie optreden (bijvoorbeeld een gasexplosie).
27
Page 28
Serviesgoed en bestek inruimen
Bovenrek
Gebruik de automaat om veilig-
heidsredenen alleen als het bovenen onderrek zijn geplaatst.
Plaats in het bovenrek klein, licht en
kwetsbaar serviesgoed zoals glazen,
kopjes, schoteltjes en dessertschaaltjes. U kunt er ook een plat pannetje in
plaatsen.
Omklapbare spijlen
U kunt de spijlen omklappen om meer
ruimte te krijgen voor groter serviesgoed, bijvoorbeeld een platte pan.
Druk de gele hendel naar beneden
en klap de spijlen om .
Kopjesrek
Wilt u hoog serviesgoed inruimen,
klap het kopjesrek dan omhoog.
Leg erg lang bestek zoals soeplepels,
pollepels en lange messen dwars aan
de voorkant van het bovenrek.
28
U kunt glazen tegen het kopjesrek
aanzetten. Ze staan dan steviger.
Klap het kopjesrek omlaag en zet de
glazen ertegenaan.
Page 29
Serviesgoed en bestek inruimen
Jumbo-kopjesrek
U kunt de breedte van dit kopjesrek in
twee verschillende standen instellen om
er ook grotere kopjes op te kunnen leggen.
Trek het kopjesrek naar boven en laat
het in de gewenste breedte vastklikken.
Glazenbeugel
Glazen staan steviger wanneer u ze tegen de glazenbeugel aan zet.
Schuif zo nodig een van de inzetten
aan de zijkant van de besteklade opzij om ruimte te maken voor hogere
glazen.
Hoogteverstelling glazenbeugel:
U kunt de hoogte van de glazenbeugel
op twee standen instellen.
Trek de glazenbeugel naar boven en
laat de beugel op de gewenste hoogte vastklikken.
In de lage stand kunt u er kleine glazen
en bekers tegenaan zetten.
Klap de glazenbeugel omlaag en zet
de glazen ertegenaan.
In de hoge stand kunt u hoge glazen en
glazen met een lange steel goed inruimen.
29
Page 30
Serviesgoed en bestek inruimen
Verstellen bovenrek
Om in het boven- of onderrek meer
plaats te krijgen voor hoger serviesgoed
kunt u het bovenrek in hoogte verstellen. U kunt kiezen uit drie standen met
een verschil van telkens ca.2cm.
Wanneer water in holle delen blijft
staan, kunt u het bovenrek beter schuin
plaatsen. De ene kant omhoog en de
andere omlaag. Zorgt u er wel voor dat
het rek goed in de spoelruimte kan worden geschoven.
Trek het bovenrek naar buiten.
Afhankelijk van de stand van het bovenrek kunt u bijvoorbeeld borden met de
volgende diameters in de rekken plaatsen.
Afwasautomaat met besteklade
Stand bovenrek
Boven1931
Midden2129
Onder2327
Bord-Ø in cm
BovenrekOnderrek
Om het bovenrek naar boven te verstellen, moet u:
het rek naar boven trekken, totdat het
vastklikt.
Om het bovenrek naar beneden te verstellen, moet u:
de hendels aan de zijkanten van het
bovenrek naar boven trekken.
Zet het bovenrek in de gewenste po-
sitie en laat de hendels weer vastklikken.
30
Page 31
Serviesgoed en bestek inruimen
Onderrek
Plaats in het onderrek groot en zwaar
serviesgoed zoals borden, platte
schotels, pannen en schalen. U kunt
ook glazen, kopjes, schoteltjes, ontbijt- en dessertbordjes in het onderrek zetten.
Afwasautomaat met besteklade
Zet grote borden in het midden van
het onderrek.
U kunt er ook borden met een doorsnede van 35cm in plaatsen, als u ze
iets schuin zet.
Sterk verontreinigd serviesgoed
31
Page 32
Serviesgoed en bestek inruimen
Uitneembaar MultiComfort-rek
In het achterste gedeelte van het onderrek bevindt zich het MultiComfort-rek.
Daarin kunt u glazen, kopjes, borden en
pannen plaatsen.
U kunt het MultiComfort-rek uit het apparaat halen om meer ruimte te krijgen
voor groter serviesgoed, zoals potten
en pannen.
Verwijderen
Druk de gele greep naar voren en
haal de inzet uit het apparaat.
Plaatsen
Schuif de haakjes die aan de onderkant van de inzet zitten onder de
dwarsspijl van het onderrek.
Glazenhouder
Wilt u hoog serviesgoed inruimen,
klap de glazenhouder dan omhoog.
Zet wijn- en bierglazen tegen de gla-
zenhouder of hang ze in de uitsparingen van de houder.
U kunt de hoogte van de glazenhouder
instellen.
Schuif de glazenhouder in de ge-
wenste hoogte, totdat de bevestigingen aan de bovenkant vastklikken of
aan de onderkant op de spijlen liggen.
Druk de inzet naar beneden totdat
deze vastklikt.
32
Page 33
Serviesgoed en bestek inruimen
Glazenbeugel
Glazen staan steviger wanneer u ze tegen de glazenbeugel aan zet.
Klap de glazenbeugel omlaag en zet
de glazen ertegenaan.
Omklapbare spijlen
In de spijlen aan de voorkant kunt u
schoteltjes, borden, soepborden, platte
schotels en schalen plaatsen.
Druk de gele hendel naar beneden
en klap de spijlen om .
Fleshouder
Op de fleshouder kunt u smal serviesgoed plaatsen zoals een melk- of babyfles.
Trek de fleshouder omhoog als u
deze wilt gebruiken. Klap de houder
na gebruik weer opzij .
U kunt de spijlen omklappen om meer
ruimte te krijgen voor groot serviesgoed, bijvoorbeeld potten, pannen en
schalen.
33
Page 34
Serviesgoed en bestek inruimen
3D-besteklade
Wanneer de lepels niet met de grepen
Plaats het bestek in de besteklade
zoals op het plaatje.
Als u de messen, vorken en lepels gescheiden inruimt, kunt u het bestek later
gemakkelijker uitnemen.
Leg de lepels met de grepen tussen de
opstaande kammen en de lepelbladen
tussen de getande kammen, zodat ook
de laatste waterdruppel er zonder problemen af kan lopen.
tussen de opstaande kammen passen,
leg ze dan met de grepen op de getande kammen.
De bovenste sproeiarm mag niet
door te hoog vaatwerk (bijvoorbeeld
een taartschep) worden geblokkeerd.
U kunt de inzetten aan de zijkant van de
besteklade naar het midden verschuiven om hoger serviesgoed in het bovenrek te kunnen plaatsen.
34
Om in het middelste gedeelte van de
besteklade meer ruimte voor grote bestekdelen te creëren, kunt u dat gedeelte met de gele schuif in hoogte verstellen.
Page 35
Bediening
Reinigingsmiddelen
Poedervormig reinigingsmiddel
Gebruik in het doseerapparaat in de
deur uitsluitend poedervormige reinigingsmiddelen of reinigingstabletten.
Geschikte producten vindt u in het
productaanbod van Miele Professional.
U mag reinigingstabletten gebruiken.
Gebruik uitsluitend reinigingstablet-
ten die snel genoeg oplossen. Geschikte tabletten vindt u in het productaanbod van Miele Professional.
Doseer het poedervormige reinigings-
middel of de reinigingstabletten in het
vakje van het reservoir voor het reinigingsmiddel.
Dosering reinigingsmiddel
Doseer (als niets anders wordt aan-
gegeven) afhankelijk van de mate van
vervuiling 20 tot 25g poedervormig
reinigingsmiddel of 1 tablet in vakje II.
Bij zeer vuil serviesgoed kunt u ook
nog een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel in vakje I doseren (zie
"Programma-overzicht").
Doseert u minder reinigingsmiddel
dan is geadviseerd, dan is het mogelijk dat het serviesgoed niet goed
schoon wordt.
Vloeibaar reinigingsmiddel
De automaat kan desgewenst van een
extern doseersysteem voor vloeibare
reinigingsmiddelen worden voorzien
(DOS-module).
Om het doseersysteen te activeren en
de dosering in te stellen, zie "Menu 'Instellingen', Externe DOS".
Neem bij specifieke verontreinigingen
en als u vloeibare middelen doseert
contact op met Miele, zodat het reinigingsmiddel optimaal aan de situatie
kan worden aangepast.
U mag geen reinigingsmiddelen
met actieve chloor gebruiken.
Hierdoor kunnen de elastomeren en
kunststoffen van de automaat worden aangetast.
Voorraadreservoir bijvullen of vervangen
De DOS-module heeft een niveausensor. Als het minimumniveau is bereikt,
verschijnt de melding Vul reiniger bij op
het display.
Vervang het reservoir met het betref-
fende middel na afloop van het programma als de melding in het display
verschijnt.
Bevestig de melding met de toets
OK.
Vervang de reservoirs tijdig, om te
voorkomen dat ze helemaal worden
leeggezogen.
Een leeggezogen doseersysteem
moet voor de start van een volgend
programma worden ontlucht.
35
Page 36
Bediening
Zet het betreffende reservoir op de
geopende deur of op een eenvoudig
te reinigen ondergrond.
Schroef de zuiglans los en verwijder
deze. Leg de lans op de geopende
deur.
Vervang het lege reservoir door een
vol exemplaar.
Steek de zuiglans in de opening van
het reservoir en schroef de lans vast.
Let op de kleurcodering.
Verwijder eventueel gemorste proces-
chemicaliën.
Zet het reservoir naast de automaat
op de grond of in een kast ernaast.
Plaats het reservoir op apparaatniveau. Plaats het niet boven of op de
reinigingsautomaat.
Afsluitend moet het doseersysteem
worden ontlucht.
Voor meer informatie over het ontluchten van het doseersysteem en
het instellen van de te doseren hoeveelheid zie "Menu 'Instellingen', Externe DOS".
Controle verbruik
Controleer regelmatig het verbruik van
de proceschemicaliën. Controleer hiervoor het niveau in de reservoirs. U kunt
zo eventuele onregelmatigheden bij de
dosering herkennen.
Houdt u zich bij de dosering aan de
aanwijzingen van de reinigingsmiddelenfabrikant (zowel bij poedervormig als vloeibaar reinigingsmiddel).
36
Page 37
Vermijd het inademen van poe-
dervormige reinigingsmiddelen. Slik
geen reinigingsmiddelen in. Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden
in neus, mond en keel veroorzaken.
Zoek onmiddellijk een arts op als u
reinigingsmiddel heeft ingeademd of
doorgeslikt. Voorkom dat kinderen in
aanraking komen met reinigingsmiddelen. Houd kinderen daarom uit de
buurt van de afwasautomaat als deze geopend is. Er zouden nog resten
reinigingsmiddel in de afwasautomaat aanwezig kunnen zijn. Doseer
het reinigingsmiddel pas vlak voordat
u het programma start en vergrendel
de deur met de kinderbeveiliging.
Reinigingsmiddel doseren
Bediening
Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het doseerbakje.
Sluit ook de verpakking met reini-
gingsmiddel om te voorkomen dat
het product gaat klonteren.
Doseerhulp
In vakje I gaat maximaal 10 ml,
in vakje II maximaal 50 ml reinigingsmiddel.
Open het klepje door op het knopje te
drukken.
Na een programma is het klepje al geopend.
Vakje II heeft als doseerhulp de markeringen "20" en "30". Deze waarden
staan (bij geheel geopende deur) voor
een dosering in "ml".
Bij poedervormige reinigingsmiddelen
staan de waarden (afhankelijk van de
fabrikant en de korrelgrootte) voor een
"gram"-dosering.
37
Page 38
Bediening
Inschakelen
Draai de kraan open als deze nog
dicht is.
Controleer of de sproeiarmen vrij kun-
nen draaien.
Sluit de deur.
Schakel de automaat met de toets
in.
In het display verschijnt kort het af fabriek ingestelde ECO-programma. Het
bijbehorende controlelampje brandt.
Na korte tijd verschijnt de geschatte
programmaduur.
U kunt die instelling ook wijzigen in het
laatst gebruikte programma (zie "Menu
'Instellingen', Programmavoorkeuze").
Programma kiezen
Laat de keuze voor een programma
steeds afhangen van het soort vaatwerk
en de mate waarin dat is vervuild.
In het hoofdstuk: "Programma-over-zicht" zijn de programma's beschreven
en de toepassingen ervan.
Als het controlelampje bij het symbool
brandt, kunt u met de toets >
meer programma's kiezen. In het display verschijnt van deze programma's
afwisselend de naam en de programmaduur.
U kunt nu een extra functie kiezen (zie
"Extra functies".
Programma starten
Druk op de Start/Stop-toets.
Het programma start.
Is er een extra functie gekozen, dan
brandt tevens het daarbij behorende
controlelampje.
Wilt u een programma afbreken, doe
dat dan alleen in de eerste minuten
van het programma.
Belangrijke programmafasen (zoals
het voorbereiden van de ontharder)
worden anders mogelijk niet uitgevoerd.
Kies met de toets het gewenste
programma.
Het controlelampje van het gekozen
programma licht op en het controlelampje van de Start/Stop-toets knippert.
38
Page 39
Bediening
Tijdweergave
Voor een programmastart geeft het display in uren en minuten de duur van het
gekozen programma aan. Tijdens het
programma wordt de resttijd tot het
programma-einde afgeteld.
De programmafase waarin het programma zich bevindt, wordt met een symbool aangegeven:
De programmaduur kan ook bij hetzelfde programma variëren. De duur is onder meer afhankelijk van de temperatuur van het toegevoerde water, het regenereren en de hoeveelheid spoelgoed.
Als u een programma voor het eerst
kiest, verschijnt er een tijdwaarde die
overeenkomt met de gemiddelde programmaduur bij gebruik van warm water.
Als de elektrische aansluiting wordt omgeschakeld, wijzigt ook de duur van de
programma's.
Stand-by
Enkele minuten nadat u voor het laatst
een toets heeft bediend en nadat het
programma-einde is bereikt, wisselt de
automaat naar de stand-by-modus. U
bespaart zo energie. Het display en de
controlelampjes worden uitgeschakeld
en alleen het Start/Stop-lampje knippert
langzaam.
Om het display weer in te schakelen,
kunt u een willekeurige toets indrukken.
Als u de automaat na afloop van een
programma niet uitschakelt, wordt het
apparaat na enkele minuten in de
stand-by-modus helemaal uitgeschakeld (zie "Menu 'Instellingen', Optimalisatie stand-by").
Tijdens een programma wisselt de
automaat niet naar de stand-by-modus als u zout of naspoelmiddel
moet bijvullen of als er een foutmelding is.
De melding dat u zout of naspoelmiddel moet bijvullen, kunt u uitzetten, als u wilt dat de automaat ook
bij een tekort naar de stand-by-modus moet wisselen (zie "Menu 'Instellingen', Bijvulcontrole").
Het weergeven van foutmeldingen
kunt u niet uitzetten.
39
Page 40
Bediening
Programma-einde
Als de deur op een spleet staat en in
het display de melding Einde of
AutoOpen verschijnt, is het programma
beëindigd.
Als "Extra drogen" is gekozen en bij
"AutoOpen" draait de ventilator voor
de droogfunctie ook na afloop van
het programma nog enkele minuten
door.
Doe de deur nu helemaal open, zodat
de deurvergrendelingsrail weer inschuift.
Daarna kunt u het serviesgoed uit het
apparaat halen.
Heeft u de functie "AutoOpen"
uitgeschakeld (zie "Menu 'Instellingen', AutoOpen"), maar wilt u de
deur na afloop van een programma
toch opendoen, doe de deur dan helemaal open.
Doet u dat niet, dan kunnen de randen van werkbladen door waterdamp
beschadigd raken, omdat de ventilator niet meer loopt.
Uitschakelen
Na afloop van het programma:
Schakel de automaat met de toets
uit.
De bedrijfsafwasautomaat verbruikt
energie, zolang u het apparaat niet
met de toets uitschakelt.
Tip: Draai veiligheidshalve altijd de waterkraan dicht als u de automaat gedurende lange tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld tijdens vakanties.
Afwasautomaat uitruimen
Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat
het serviesgoed na het uitschakelen van
de automaat zo lang in de spoelruimte
afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschakelen
van de automaat helemaal opent, koelt
de vaat sneller af.
Haal eerst het onderrek leeg, dan het
bovenrek en ten slotte de besteklade
(indien aanwezig).
Zo voorkomt u dat waterdruppels van
het bovenrek of de besteklade op het
spoelgoed in het onderrek dan wel het
bovenrek vallen.
40
Page 41
Bediening
Programma onderbreken
Het programma wordt onderbroken, zodra u de deur opent.
Wanneer u de deur weer dichtdoet,
gaat het programma na een paar seconden daar verder, waar het is onderbroken.
Wanneer het water in de afwas-
automaat heet is, loopt u het risico
zich te branden!
Wanneer u de deur beslist moet openen, doe dat dan zeer voorzichtig.
Laat de deur voordat u die weer sluit
ca.20seconden op een kier staan,
zodat de temperatuur zich in de
spoelruimte kan verdelen. Druk daarna op de deur totdat het deurslot
vastklikt.
Programma wisselen
Als het klepje van het reservoir voor
reinigingsmiddel al geopend is, moet
u voor het nieuwe programma poedervormig reinigingsmiddel bijvullen
(tenzij vloeibaar wordt gedoseerd).
Wanneer een programma al is gestart,
kunt u als volgt van programma wisselen:
Druk minstens één seconde op de
Start/Stop-toets.
Het programma wordt afgebroken.
Kies het gewenste programma en
start het.
41
Page 42
Extra functies
Extra drogen
Voor betere droogresultaten en om de
hoeveelheid stoom te verminderen die
vrijkomt als u de deur opent, wordt bij
het extra drogen de ventilatorlooptijd na
afloop van het programma verlengd.
Deze functie kan niet bij alle programma's worden gekozen (zie "Programmaoverzicht").
Als u "Extra drogen" kiest, neemt de
programmaduur met 20-30minuten toe
(afhankelijk van het programma).
Schakel de automaat met de toets
in.
Het controlelampje van de Start/Stoptoets gaat knipperen.
Kies een programma.
Druk op de toets.
Het controlelampje "" brandt, als de
functie voor het gekozen programma
beschikbaar is. Anders verschijnt in het
display Niet bij "Bierglaz.".
Start het programma met de Start/
Stop-toets.
Voorprogrammering
U kunt de starttijd van een programma
instellen, bijvoorbeeld om nachtstroom
te kunnen benutten. U kunt de starttijd
uitstellen met een waarde tussen 30minuten en 24uur. Het instellen gebeurt in
stappen van 30minuten.
Bij gebruik van poedervormig reinigingsmiddel moet u er bij een voorgeprogrammeerde start voor zorgen
dat het reservoir voor het reinigingsmiddel droog is. Wis het reservoir zo
nodig droog.
Het reinigingsmiddel kan anders
gaan klonteren en wordt mogelijk
niet volledig ingespoeld.
Schakel de automaat met de toets
in.
Het controlelampje van de Start/Stoptoets gaat knipperen.
Kies het gewenste programma (zie
"Bediening, Programma kiezen").
Druk op de toets .
Het display geeft de tijd aan die de vorige keer is ingesteld. Het controlelampje
van de voorprogrammering gaat branden.
42
Stel met de toets de gewenste
starttijd in.
Als u de toets ingedrukt houdt, wordt
automatisch tot 24:00 h doorgeteld. Om
weer bij 30minuten te beginnen, drukt
u twee keer op de toets
Page 43
Extra functies
Druk op de Start/Stop-toets.
Het controlelampje "Start/Stop" gaat
branden.
Wanneer u na het instellen van de starttijd niet binnen enkele seconden op de
Start/Stop-toets drukt, geeft het display
weer de duur van het gekozen programma aan. U moet de starttijd dan opnieuw instellen.
De tijd tot de programmastart wordt in
minuten afgeteld.
Na afloop van de ingestelde tijd start
het gekozen afwasprogramma automatisch. Het display geeft de resttijd van
het gekozen programma aan. Het controlelampje van de voorprogrammering
gaat uit. Het controlelampje van de
"Start/Stop"-toets brandt.
Om te voorkomen dat kinderen
in aanraking komen met het reinigingsmiddel raden wij u aan het reinigingsmiddel pas vlak voor de start
van het programma te doseren, dus
voordat u op de Start/Stop-toets
drukt. Vergrendel de deur met de
kinderbeveiliging!
Programma starten vóór afloop van
de voorgeprogrammeerde tijd
U kunt het programma ook starten
voordat de voorgeprogrammeerde tijd is
afgelopen. Ga daarvoor als volgt te
werk:
Druk minstens één seconde op de
Start/Stop-toets.
Het controlelampje van de voorprogrammering gaat uit. Het controlelampje van de "Start/Stop"-toets gaat knipperen.
Druk nog een keer op de Start/Stop-
toets.
Het programma start. Het controlelampje van de "Start/Stop"-toets gaat branden.
43
Page 44
Extra functies
BrilliantLight
De afwasautomaat heeft binnenverlichting. Bij geopende deur gaat de verlichting na 15minuten automatisch uit.
U kunt de binnenverlichting ook definitief uitschakelen.
Beweeg de half geopende deur drie
keer achtereen snel heen en weer.
Open de deur slechts zo ver dat de
binnenverlichting wordt in- en uitgeschakeld.
Daarna is de binnenverlichting definitief
uitgeschakeld.
Om de verlichting weer in te schake-
len, beweegt u de half geopende deur
opnieuw drie keer snel heen en weer.
44
Page 45
Reiniging en onderhoud
Onderhoud
Om de levensduur van de automaat te
verlengen, adviseert Miele na 750be-
drijfsuren of minimaal eens per jaar
onderhoud te laten uitvoeren. Laat dit
onderhoud door Miele uitvoeren.
Het onderhoud omvat de volgende
punten:
– Elektrische veiligheid volgens de
daarvoor geldende regels
– Deurmechanisme en deurdichting
– Schroefkoppelingen en aansluitingen
in de spoelruimte
– Watertoe- en -afvoer
– Interne en externe doseersystemen
– Sproeiarmen
– Zeefcombinatie
– Zeefhuis met afvoerpomp en terug-
slagklep
– Alle rekken en inzetten
Alle oppervlakken zijn krasge-
voelig.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren
of aangetast worden als ze met verkeerde reinigingsmiddelen in aanraking komen.
Spoelruimte reinigen
Als u steeds de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt, is de spoelruimte
grotendeels zelfreinigend.
Mochten er toch kalk- of vetafzettingen
ontstaan, dan kunt u deze met een speciaal reinigingsmiddel verwijderen (verkrijgbaar bij Miele).
Als u vooral met lage temperaturen
werkt, kan kiem- en geurvorming optreden. Dit probleem kunt u voorkomen
door na ca. 20 programma's met een
lage temperatuur een "Intensief"-programma met reinigingsmiddel te laten
uitvoeren.
In het kader van het onderhoud:
– wordt een programma als testrun af-
gewerkt,
– wordt op lekkage gecontroleerd,
– worden alle veiligheidsrelevante
meetsystemen gecontroleerd (foutmeldingen),
– worden de veiligheidsvoorzieningen
gecontroleerd.
45
Page 46
Reiniging en onderhoud
Deurdichting en deur reinigen
Neem de deurdichtingen regelmatig
met een vochtige doek af en verwijder de etensresten.
Verwijder verontreinigingen die zich
aan de zijkanten van de deur bevinden. Deze vlakken maken niet deel uit
van de spoelruimte en worden niet
door de waterstralen bereikt.
Front reinigen
Verwijder verontreinigingen bij
voorkeur meteen.
Als verontreinigingen te lang inwer-
ken, kunt u ze soms niet meer verwijderen en kunnen de oppervlakken
verkleuren of aangetast worden.
Reinig het front met een schoon
sponsdoekje, afwasmiddel en warm
water. Wrijf het daarna met een zachte doek droog.
U kunt voor het reinigen ook een
schoon, vochtig microvezeldoekje
zonder reinigingsmiddel gebruiken.
Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet
worden gebruikt:
– soda-, ammoniak-, zuur- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder, schuurmiddel en reinigingssteen,
– oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen,
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
– reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten,
– ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde sponsjes en
borstels, zoals pannensponsjes,
– vlekkensponsjes,
– scherpe metalen schrapers,
46
– stoomreinigers.
Page 47
Reiniging en onderhoud
Zeven in de spoelruimte controleren
Op de bodem van de spoelruimte bevindt zich een zeefcombinatie. Deze
houdt het ergste vuil tegen dat in het afwaswater zit. Op deze manier wordt
voorkomen dat het vuil in het circulatiesysteem en via de sproeiarmen weer in
de spoelruimte terechtkomt.
Zonder de zeven mag de auto-
maat niet worden gebruikt!
De zeven kunnen na verloop van tijd
verstopt raken. Hoe lang dat duurt, is
afhankelijk van de mate van vervuiling
van het serviesgoed.
In het display verschijnt telkens na 50
programma's (fabrieksinstelling) de melding: Controleer de zeef.
U kunt de zeefcontrole uitschakelen of
instellen op een waarde tussen 30 en
60 programma's (zie "Menu 'Instellingen', Controle zeefcombinatie").
Controleer de zeefcombinatie.
Reinig de combinatie indien nodig.
Bevestig de melding na afloop met
de middelste toets.
Zeven reinigen
Schakel de automaat uit.
Ontgrendel de zeefcombinatie door
de grendel naar achteren te draaien
.
Neem de combinatie uit het apparaat
. Ontdoe de zeefcombinatie van
grove resten, spoel de combinatie onder stromend water goed af en gebruik daarbij eventueel een borstel.
Voorkom dat grove vuilresten in
het circulatiesysteem terechtkomen.
Het systeem zou hierdoor verstopt
kunnen raken.
In het display verschijnt kort het laatst
gekozen programma. Het bijbehorende
controlelampje brandt. Na kort tijd verschijnt de geschatte programmaduur.
47
Page 48
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van de zeef te kunnen reinigen, moet u deze eerst openen.
Doe dat door de greepjes van het
klepje naar elkaar toe te drukken (zie
pijlen) en het klepje open te klappen .
Reinig alle delen onder stromend wa-
ter.
Klap het klepje weer dicht en laat het
vastklikken.
Plaats de zeefcombinatie zo terug dat
deze plat tegen de bodem van de
spoelruimte aanligt.
Vergrendel de combinatie door de
greep zo ver van achter naar voren te
draaien, totdat de pijltjes naar elkaar
wijzen.
De zeefcombinatie moet zorgvul-
dig worden geplaatst en vergrendeld.
Anders komen de grove resten in het
circulatiesysteem terecht en raakt het
systeem verstopt.
48
Page 49
Sproeiarmen reinigen
Er kunnen verontreinigingen in de
sproeikoppen en lagering van de
sproeiarmen terechtkomen. Controleer
de sproeiarmen dan ook regelmatig
(eens per 4 - 6 maanden).
Schakel de automaat uit.
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
Trek de besteklade (indien aanwezig)
naar buiten.
Reiniging en onderhoud
Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal deze er af.
Druk de bovenste sproeiarm om-
hoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
Druk de middelste sproeiarm iets om-
hoog , zodat de tanden in elkaar
grijpen en schroef de sproeiarm er af
.
Trek het onderrek naar buiten.
Druk de verontreinigingen in de
sproeikoppen met een spits voorwerp
in de sproeiarm.
Spoel de sproeiarmen onder stro-
mend water goed af.
Plaats de sproeiarmen terug en con-
troleer of ze vrij kunnen ronddraaien.
49
Page 50
Nuttige tips
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de hulp
van een service-technicus hoeft in te roepen.
Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een storing of probleem te achterhalen en te verhelpen. Houdt u daarbij wel rekening met het volgende:
Dit apparaat mag alleen door Miele, een geautoriseerde Miele-vakhandelaar
of een gekwalificeerd vakman worden gerepareerd. Ondeskundig uitgevoerde
reparaties kunnen voor de gebruiker een groot gevaar opleveren.
Technische storingen
ProbleemOorzaak en oplossing
Het display blijft donker
en het Start/Stop-lampje knippert niet, nadat
de automaat met de
toets is ingeschakeld.
De automaat functioneert niet meer.
Stroomstoring tijdens
gebruik.
De stekker is niet ingestoken.
Steek de stekker in de contactdoos.
De zekering heeft gereageerd.
Controleer de zekeringen
(minimale sterkte: zie typeplaatje).
De zekering heeft gereageerd.
Controleer de zekeringen (minimale sterkte: zie ty-
peplaatje).
Neem contact op met Miele als de zekering op-
nieuw reageert.
Treedt er tijdens een programma een tijdelijke
stroomstoring op, dan hoeft u geen maatregelen te
nemen.
Het programma wordt vanaf het punt van de onderbreking voortgezet.
Komt tijdens de stroomstoring de temperatuur in de
spoelruimte onder de minimumwaarde die voor een
programmablok geldt, dan wordt het programmablok
herhaald.
Bij een stroomstoring van ≥20uur wordt het hele
programma herhaald.
50
Page 51
ProbleemOorzaak en oplossing
In het display verschijnt
een van de volgende
foutmeldingen:
Fout FXX
Waterproof
Voordat u de storing oplost:
Schakel de automaat met de toets uit.
Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Na enkele seconden:
Schakel de automaat weer in.
Kies het gewenste programma.
Druk op de Start/Stop-toets.
Verschijnt de foutmelding opnieuw, dan is er sprake
van een technische storing.
Neem contact op met Miele.
Het Waterproof-systeem heeft gereageerd.
Draai de waterkraan dicht.
Neem contact op met Miele.
Nuttige tips
51
Page 52
Nuttige tips
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer
ProbleemOorzaak en oplossing
In het display verschijnt
een van de volgende
foutmeldingen:
Open de kraan
Watertoevoer
Waterafvoer
De waterkraan is nog dicht.
Draai de waterkraan helemaal open.
Voordat u de storing oplost:
Schakel de automaat met de toets uit.
Er is een probleem met de watertoevoer.
Draai de kraan helemaal open en start het pro-
gramma opnieuw.
Reinig het zeefje in de watertoevoer (zie "Storingen
verhelpen").
De druk bij de wateraansluiting is lager dan 30kPa
(0,3bar).
Informeer bij een installateur naar de mogelijke oplossingen.
Voordat u de storing oplost:
Schakel de automaat met de toets uit.
Er is een probleem met de waterafvoer. Mogelijk bevindt zich nog water in de spoelruimte.
Reinig de zeefcombinatie (zie "Reiniging en onder-
houd").
Reinig de afvoerpomp (zie "Storingen verhelpen").
Reinig de terugslagklep (zie "Storingen ver-
helpen").
Verwijder eventuele knikken of lussen in de water-
afvoerslang.
52
Page 53
Algemene problemen met de afwasautomaat
ProbleemOorzaak en oplossing
De controlelampjes en
het display zijn donker.
Alleen het controlelampje "Start/Stop"
knippert langzaam.
Bij het openen van de
deur wordt de binnenverlichting niet ingeschakeld.
Het display geeft de volgende fout aan:
Deksel zoutreserv.
In het display verschijnt
tijdens een programma
de volgende fout:
Sproeiarm geblokk.
In het doseerbakje voor
het reinigingsmiddel
zijn na het afwasprogramma resten reinigingsmiddel achtergebleven.
Het klepje van het reinigingsmiddelreservoir
kan niet worden gesloten.
De controlelampjes en het display worden automatisch uitgeschakeld om energie te besparen (standby).
Druk op de toets . De stand-by-functie wordt
beëindigd.
De binnenverlichting is definitief uitgeschakeld.
Schakel de binnenverlichting weer in (zie "Extra
functies, BrilliantLight").
Het deksel van het zoutreservoir zit niet goed dicht.
Sluit het deksel van het zoutreservoir.
Als het deksel tijdens het programma is opengesprongen:
Schakel de automaat met de toets uit en weer
in.
Start het programma opnieuw.
De middelste sproeiarm wordt door serviesgoed geblokkeerd.
Open de deur van de automaat en ruim het ser-
viesgoed dat de sproeiarm blokkeert anders in.
De sproeikoppen van de middelste sproeiarm zijn verstopt.
Schakel de automaat met de toets uit.
Vervolgens:
Reinig de sproeiarm (zie "Reiniging en onder-
houd").
Het doseerbakje was nog vochtig toen het middel
werd gedoseerd.
Zorg er bij het doseren van het reinigingsmiddel
voor dat het bakje droog is.
Er zijn resten reinigingsmiddel achtergebleven die de
sluiting blokkeren.
Verwijder de resten.
Nuttige tips
53
Page 54
Nuttige tips
ProbleemOorzaak en oplossing
Na afloop van het programma zit er vocht op
de binnenkant van de
deur en mogelijk ook op
de binnenwanden.
Na afloop van een programma zit er water in
de spoelruimte.
Sommige programma's
duren lang.
Ondanks de ingestelde
AutoOpen-functie blijft
de deur na het korte
programma gesloten en
is het serviesgoed
vochtig.
Dit is geen storing, maar normaal voor het droogsysteem.
U hoeft niets te doen. Het vocht verdampt na een
tijdje.
Voordat u de storing oplost:
Schakel de automaat met de toets uit.
De zeefcombinatie in de spoelruimte is verstopt.
Reinig de zeefcombinatie (zie "Reiniging en onder-
houd").
De afvoerpomp of de terugslagklep is geblokkeerd.
Reinig de afvoerpomp of de terugslagklep. Zie het
hoofdstuk: "Storingen verhelpen".
Er zit een knik in de afvoerslang.
Haal de knik uit de afvoerslang.
Dat is geen fout!
De speciale programma's duren langer.
Kies een ander programma (zie "Programma-overzicht").
Dat is geen fout!
Vanwege de geringe duur van het korte programma
is de AutoOpen-functie niet beschikbaar.
Om het droogresultaat te verbeteren, kan de naspoeltemperatuur worden verhoogd (zie "Menu 'Instellingen', Naspoeltemperatuur").
54
Page 55
Geluiden
ProbleemOorzaak en oplossing
Een knallend geluid uit
de spoelruimte.
Een rammelend geluid
uit de spoelruimte.
Knallende geluiden in
de waterleiding.
Een sproeiarm slaat tegen het serviesgoed aan.
Onderbreek het programma en verplaats het ser-
viesgoed dat de sproeiarm in de weg zit.
Het serviesgoed beweegt in de spoelruimte.
Onderbreek het programma en ruim het servies-
goed zo in dat het niet meer rammelt.
Er bevindt zich een voorwerp in de afvoerpomp dat er
niet hoort, bijvoorbeeld een kersenpit.
Verwijder dit voorwerp uit de afvoerpomp (zie "Af-
voerpomp en terugslagklep reinigen").
Dit wordt mogelijk veroorzaakt door de waterleiding
ter plaatse c.q. door een waterleiding met een te geringe diameter.
Dit heeft geen invloed op de werking van de afwasautomaat.
Neem eventueel contact op met een installateur.
Nuttige tips
55
Page 56
Nuttige tips
Een tegenvallend afwasresultaat
ProbleemOorzaak en oplossing
Het serviesgoed is niet
schoon.
Op glazen en bestek
ontstaan sluiers. Glaswerk krijgt een blauwe
glans. De afzettingen
kunnen worden afgewist.
Het serviesgoed is niet goed geplaatst. De waterstralen konden er niet bij.
Neem de aanwijzingen uit "Spoelgoed inruimen" in
acht.
Het gekozen programma was niet geschikt.
Kies een geschikt programma (zie "Programma-
overzicht").
Er is te weinig reinigingsmiddel gedoseerd.
Gebruik meer reinigingsmiddel.
Het reinigingsmiddel is niet geschikt voor de verontreiniging.
Ga over op een ander reinigingsmiddel.
De sproeiarmen zijn door servies geblokkeerd.
Verplaats het servies en draai de sproeiarmen een
keer met de hand.
De zeefcombinatie is niet schoon of niet goed geplaatst.
Als gevolg daarvan kunnen ook de sproeikoppen verstopt zijn.
Reinig de zeefcombinatie of plaats deze goed.
Reinig indien nodig ook de sproeikoppen (zie "Rei-
niging en onderhoud").
De terugslapklep is in geopende toestand geblokkeerd. Er is vuil water in de spoelruimte teruggestroomd.
Reinig de afvoerpomp en de terugslagklep (zie
"Storingen verhelpen").
Er is te veel naspoelmiddel gedoseerd.
Doseer minder naspoelmiddel (zie "Menu 'Instel-
lingen', Naspoelmiddel").
56
Page 57
ProbleemOorzaak en oplossing
Het serviesgoed wordt
niet droog of er zitten
vlekken op glazen en
bestek.
Er vormt zich een wit
laagje op het servies.
De glazen en het bestek
worden dof. De afzettingen kunnen worden afgewist.
De glazen krijgen een
bruin-blauwe kleur. De
aanslag kan niet worden afgeveegd.
Glazen worden dof en
verkleuren. De aanslag
is niet te verwijderen.
Er zitten nog theevlekken of lippenstift op het
servies.
Er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd of het reservoir is leeg.
Vul het reservoir, doseer meer naspoelmiddel of
neem een ander naspoelmiddel (zie "Naspoelmiddel").
Het serviesgoed is er te vroeg uitgehaald.
Haal het serviesgoed er later uit (zie "Bediening").
Er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd.
Doseer meer naspoelmiddel (zie "Menu 'Instel-
lingen', Naspoelmiddel").
Er zit geen zout in het zoutreservoir.
Vul regenereerzout bij (zie "Regenereerzout bijvul-
len").
U heeft bij het programmeren van de waterhardheid
een te lage waarde ingesteld.
Stel de juiste waarde in (zie "Menu 'Instellingen',
Waterhardheid").
Het reinigingsmiddel bevat stoffen die zich op de glazen hebben afgezet.
Ga direct over op een ander reinigingsmiddel.
De glazen kunnen niet in de afwasautomaat worden
afgewassen.
Koop glazen die wel geschikt zijn voor de afwas-
automaat.
De temperatuur van het gekozen programma is te
laag geweest.
Kies een programma met een hogere temperatuur.
De bleekwerking van het reinigingsmiddel is te gering.
Ga over op een ander reinigingsmiddel.
Nuttige tips
57
Page 58
Nuttige tips
ProbleemOorzaak en oplossing
Kunststof delen zijn
verkleurd.
Er zitten roestvlekken
op het bestek.
Natuurlijke kleurstoffen, bijvoorbeeld van wortels of
tomaten, kunnen hiervan de oorzaak zijn. De hoeveelheid reinigingsmiddel of de bleekwerking ervan is
voor deze kleurstoffen te gering geweest.
Gebruik meer reinigingsmiddel (zie "Bediening,
Reinigingsmiddel").
Delen die al verkleurd zijn, krijgen hun oorspronkelijke
kleur niet terug.
Nadat er regenereerzout is gedoseerd, is er geen programma gestart. Er zijn zoutresten in het gewone afwasproces terechtgekomen.
Start na het doseren van regenereerzout het pro-
gramma "Voorspoelen" (zonder spoelgoed).
De betreffende delen zijn onvoldoende roestbestendig.
Koop bestek dat geschikt is voor de afwasauto-
maat.
58
Page 59
Zeef in watertoevoer reinigen
Om de watertoevoerslang tegen verontreinigingen in het water te beschermen
is in de schroefkoppeling een zeefje ingebouwd. Wanneer het zeefje vuil is,
loopt er te weinig water in de spoelruimte.
De kunststof behuizing van de
wateraansluiting bevat een elektrisch
onderdeel.
Dompel de behuizing niet in vloeistoffen.
Advies
Bevat uw water veel bezinksel, dan raden wij u aan om een speciaal waterzeefje in de schroefkoppeling van de
watertoevoer aan te brengen. Een geschikt zeefje is leverbaar via de Mielevakhandelaar en rechtstreeks via Miele.
Storingen verhelpen
Pak het rubberen dichtingsringetje uit
de schroefkoppeling.
Trek het zeefje er met een combina-
tie- of punttang uit en reinig het.
Als u het zeefje verwijdert, mag de er-
achter gelegen regelaar voor de doorstroomhoeveelheid niet worden meegetrokken of verschuiven.
Zeefje reinigen
Haal de spanning van de automaat
door het apparaat uit te schakelen en
de stekker uit de contactdoos te trekken of de zekering eruit te draaien of
uit te schakelen.
Draai de waterkraan dicht.
Schroef de toevoerslang van de kraan
af.
Zet het zeefje en de dichting er weer
in. Let er daarbij op dat ze allebei
goed zitten.
Schroef de watertoevoerslang weer
aan de kraan. De schroefkoppeling
mag niet scheef zitten.
Draai de kraan open. Loopt er nog
water uit, dan heeft u de schroefkoppeling niet stevig genoeg aangedraaid of scheef op de kraan gedraaid. Zet de koppeling recht op de
kraan en schroef deze stevig vast.
59
Page 60
Storingen verhelpen
Afvoerpomp en terugslagklep
reinigen
Als er na afloop van een programma
nog water in de spoelruimte staat, is het
water niet weggepompt. De afvoerpomp en de terugslagklep zijn dan mogelijk door voorwerpen geblokkeerd. U
kunt deze voorwerpen eenvoudig verwijderen.
Haal de spanning van de automaat
door het apparaat uit te schakelen en
de stekker uit de contactdoos te trekken of de zekering eruit te draaien of
uit te schakelen.
Haal de zeefcombinatie uit de spoel-
ruimte (zie "Reiniging en onderhoud",
"Zeven reinigen").
Schep het water met een bekertje uit
de spoelruimte.
Onder de terugslagklep bevindt zich de
afvoerpomp (zie pijl).
Verwijder eventuele voorwerpen uit
de afvoerpomp. Pas op voor glassplinters! Draai met de hand aan het
loopwiel van de afvoerpomp om te
controleren of alles in orde is. Het
loopwiel draait daarbij niet soepel,
maar schoksgewijs.
Druk de vergrendeling van de terug-
slagklep naar binnen .
Til de terugslagklep omhoog en
spoel deze onder stromend water
goed af.
Verwijder alle voorwerpen die de te-
rugslagklep blokkeren.
60
Zet de terugslagklep weer zorgvuldig
op zijn plaats.
De vergrendeling moet beslist
vastklikken!
Reinig de afvoerpomp en de terugslagklep voorzichtig, om te voorkomen dat gevoelige onderdelen beschadigd raken.
Page 61
Bij te bestellen accessoires
Optimaal gebruik van de afwasautomaat
Om de afwasautomaat optimaal aan uw wensen te kunnen aanpassen, zijn bij de
Miele-vakhandelaar en bij Miele accessoires te bestellen.
U wilt...dan heeft u nodig...
... de afzonderlijke onderdelen van de
Miele-cappuccinatore afwassen
... extra bestek afwassen... een bestekkorfje dat in het onderrek
... glazen met lange steel afwassen... een glazenbeugel voor het onderrek
... een cappuccinatore-rek dat in het
bovenrek wordt geplaatst
wordt geplaatst
61
Page 62
Programma-overzicht
ProgrammaToepassingReinigingsmiddelen
Dosering op basis van Miele-rei-
nigingsproducten
Volg de aanwijzingen van de
Vakje I
fabrikant!
1)
Vakje II
1)
Kort
Universeel
Intensief
Glazen
Hygiëne
Kunststof
Bierglazen
ECO *)
Voorspoelen
Verse etensresten die nog niet zijn aangekoekt.20 - 25g
of 1 tablet
Voor normale, iets opgedroogde etensresten.20 - 25g
of 1 tablet
Voor ingebrande, aangekoekte, sterk opgedroogde, zetmeel- of eiwithoudende etensresten.
1)
10g20 - 25g
of 1 tablet
Een speciaal glazenprogramma.20 - 25g
of 1 tablet
Een speciaal hygiëneprogramma voor serviesgoed waaraan hoge hygiëne-eisen worden ge-
20 - 25g
of 1 tablet
steld.
Een speciaal kunststofprogramma.20 - 25g
of 1 tablet
Een speciaal bierglazenprogramma. De glazen
drogen na afloop niet op. U moet de glazen dus
20 - 25g
of 1 tablet
eventueel nog met de hand afdrogen.
Een energiebesparend programma met een relatief lange programmaduur.
20 - 25g
of 1 tablet
Voor het afspoelen van sterk vervuild serviesgoed. Bijvoorbeeld om vooraf grove verontreinigingen te verwijderen of om indrogen te voorkomen, als een compleet programma nog niet zinvol
is.
*) Dit programma is gezien het gecombineerde energie- en waterverbruik uiterst efficiënt als het gaat
om het reinigen van dit soort spoelgoed (vast programmaverloop, kan niet worden gewijzigd).
1)
zie "Bediening, Reinigingsmiddelen".
62
Page 63
Programmaverloop
Programma-overzicht
Voor-
spoelen
X
8min
X
8min
X
10min
ReinigenTussen-
spoelen I
X
X
65°C
1min
X
10s
X
65°C
10min
X
3min
X
75°C
10min
X
3min
X
50°C
1min
X
3min
X
75°C
10min
X
3min
X
50°C
1min
X
5min
X
50°C
1min
X
3min
X
48°C
45min
5min
X
koud
8min
Tussenspoelen
2)
II
(X)X
(X)X
(X)X
(X)X
(X)X
Naspoe-
len
65°C
30s
65°C
1,5min
65°C
1,5min
50°C
1min
70°C
3min
X
60°C
30s
X
5)
-
1min
X
45°C
10min
DrogenExtra
3)
3)
3)
X
3)
30min
X
45min
X
87min
drogen
(X)
Open
4)
(X)(X)(X)
(X)(X)(X)
(X)(X)(X)
(X)(X)
(X)
(X)
Auto
Extra wa-
ter
(X)
X = aflopende programmastappen
(X) = optionele extra programmastappen (zie "Extra instellingen, Extra functies")
2)
"Tussenspoelen II" kan alleen via de service-instellingen worden gekozen (Miele).
3)
Optionele temperatuurverhoging tot 75°C.
4)
Door de geringe programmaduur is de functie AutoOpen niet beschikbaar.
5)
Zonder naspoelmiddel en met koud water.
63
Page 64
Programma-overzicht
Programma
Kort
Universeel
Intensief
Glazen
Hygiëne
Kunststof
Bierglazen
Verbruik
6)
Duur
6)
Elektrische energieWater
Water koud
15°C
1,5kWh0,9kWh17l
1,6kWh1,0kWh17l
1,9kWh1,0kWh23l
1,0kWh0,4kWh17l
Water warm
55°C
Water koud
15°C
7)
22min
7)
35min
7)
52min
7)
22min
Water warm
55°C
17min
30min
46min
18min
2,0kWh1,1kWh23l86min80min
1,3kWh0,5kWh23l83min76min
0,7kWh0,4kWh17l19min17min
7)
7)
7)
7)
ECO *)
Voorspoelen
6)
De genoemde waarden zijn volgens EN50242 vastgesteld voor een aansluitwaarde van 8,3kW. In de
1,059kWh0,6kWh17l182min169min
0,03kWh0,03kWh6,5l11min11min
praktijk zijn door afwijkende omstandigheden duidelijke afwijkingen mogelijk.
De weergegeven programmaduur stelt zich in op de situatie bij u ter plaatse.
7)
De waarde heeft betrekking op de reinigingstijd zonder drogen.
64
Page 65
Miele Service
Reparaties
Als u een storing niet met de aanwijzingen uit deze gebruiksaanwijzing kunt
verhelpen, neem dan contact op met:
– Miele
– uw Miele-vakhandelaar of
– een gekwalificeerd bedrijf.
Voor een goede en vlotte afhandeling
moet Miele het type en serienummer
van het apparaat weten.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de rechter kant van de deur.
Programma-actualisering
(update)
Dankzij de update-functie kan de besturing van uw automaat worden aangepast aan nieuwe ontwikkelingen.
Alleen Miele kan een update uitvoeren.
Aanwijzingen voor keuringsinstituten
In een speciale brochure vindt u informatie over vergelijkende onderzoeken
en geluidsmetingen. Vraag de actuele
versie per e-mail aan via
– testinfo@miele.de
Vermeld bij uw bestelling uw adres,
alsmede het type en het serienummer
van de automaat (zie typeplaatje).
65
Page 66
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Alleen Miele, een door Miele ge-
autoriseerde vakhandelaar of een erkend vakman mag werkzaamheden
uitvoeren die betrekking hebben op
de elektrische aansluiting.
– De elektrische installatie moet vol-
gens de daarvoor geldende normen
(zoals NEN1010) zijn geïnstalleerd.
– De aansluiting op de contactdoos
dient aan alle voorschriften te voldoen. De contactdoos moet ook na
de plaatsing van het apparaat toegankelijk zijn. Bij reparaties of onderhoudswerkzaamheden kan dan eenvoudig een veiligheidscontrole worden uitgevoerd.
– Bij een vaste aansluiting dient een
hoofdschakelaar te worden geplaatst,
waarmee het apparaat met alle polen
van het net kan worden losgekoppeld. Deze hoofdschakelaar dient een
contactopening te hebben van minimaal 3mm en moet in de nulstand
vergrendelbaar zijn.
Omschakeling van de automaat is mogelijk volgens het bijgevoegde elektrische aansluitschema en het schakelschema.
Door omschakeling achteraf kunnen
de programmaduur en het energieverbruik toenemen.
Alleen met de instellingen af fabriek
kunnen de labelwaarden worden gerealiseerd.
De typeplaatjes (met de keurmerken)
bevinden zich achter op het apparaat
en op het binnenpaneel van de deur.
Het schakelschema wordt bij het apparaat geleverd.
Het omschakelschema bevindt zich op
het metalen sokkelpaneel achter het
kunststof sokkelpaneel.
Aarddraad aansluiten
Achter op de automaat bevindt zich een
speciale schroef voor het aansluiten
van de aarddraad.
– Het apparaat moet zijn geaard.
– Bij vervanging van de aansluitkabel
dient een originele Miele-kabel of een
geschikte kabel met kabeleindhul-zen te worden gebruikt.
– Voor de technische gegevens zie het
typeplaatje of het bijgevoegde schakelschema.
Deze automaat mag uitsluitend worden
gebruikt met de spanning, frequentie en
zekering die op het typeplaatje staan
aangegeven.
66
Page 67
Wateraansluiting
Het waterbeveiligingssysteem
van Miele
Bij correcte installatie van het Miele-waterbeveiligingssysteem (Waterproofsysteem) garandeert Miele voor de gehele levensduur van de automaat een
optimale bescherming tegen waterschade.
Watertoevoer
Het water in de automaat is geen
drinkwater!
– De automaat moet volgens de gel-
dende voorschriften op de waterleiding worden aangesloten.
– Het water dient minimaal te voldoen
aan de eisen van de Europese drinkwaterverordening. Een hoog ijzergehalte kan corrosie aan het spoelgoed
en aan het apparaat tot gevolg hebben. Bij een chloridegehalte van meer
dan 100mg/l neemt het corrosierisico voor het spoelgoed aanzienlijk
toe.
– De waterdruk (druk bij de wateraan-
sluiting) moet tussen de 30 en
1000kPa (0,3 en 10bar) liggen. Is de
waterdruk lager, dan verschijnt in het
display de foutmelding: Watertoevoer.
Zie het hoofdstuk: "Nuttige tips". Is
de druk hoger, dan moet een drukreduceerventiel worden ingebouwd.
– Voor de aansluiting is een kraan met
een 3/4 inch schroefkoppeling vereist.
Deze kraan moet goed toegankelijk
zijn, omdat u de watertoevoer moet
afsluiten als u de automaat niet gebruikt.
– De toevoerslang is ca. 1,5 m lang
(DN10 met 3/4 inch schroefkoppeling). De slang kan worden verlengd
met een bij te bestellen 1,5m lange,
flexibele metalen slang (drukbestendig tot 14000kPa/140bar). De zeef
en de regelaar voor de doorstroomhoeveelheid in de schroefkoppeling
mogen niet worden verwijderd.
– In bepaalde regio's (bijvoorbeeld in
de Alpen) zijn vanwege de specifieke
watersamenstelling afzettingen mogelijk. In dergelijke gevallen moet
voor het apparaat onthard water worden gebruikt.
– Een terugslagklep is niet vereist. Het
apparaat voldoet aan de Europese
normen voor de bescherming van
drinkwater.
67
Page 68
Wateraansluiting
Sluit de automaat alleen op een
volledig ontlucht leidingnet aan, om
schade aan het apparaat te voorkomen.
De watertoevoerslang mag niet
korter worden gemaakt of worden
beschadigd, omdat deze spanningvoerende onderdelen bevat (zie afbeelding).
68
Page 69
Wateraansluiting
Waterafvoer aansluiten
– In de afvoer van de afwasautomaat
bevindt zich een terugslagklep, zodat
geen vuil water via de afvoerslang
naar de automaat kan terugstromen.
– Het apparaat moet bij voorkeur op
een apart, ter plaatse aanwezig afvoersysteem worden aangesloten.
Als dat niet mogelijk is, adviseren wij
de automaat aan te sluiten op een sifon met twee kamers.
– De afwasautomaat is voorzien van
een flexibele afvoerslang van
ca.1,5m (diameter 22mm binnenwerks).
Voor de aansluiting van de slang worden slangklemmen bijgeleverd.
– De afvoerslang mag niet worden in-
gekort! De slang kan met een verbindingsstuk en een extra slang worden
verlengd. De afvoerslang mag maximaal 4m lang zijn en een opvoerhoogte van 1m niet overschrijden.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de
plaats van opstelling dieper dan de geleiding voor de wieltjes van het onderrek in de deur, dan moet de waterafvoer
worden belucht. Gebeurt dat niet, dan
kan het water tijdens een programma
door zuighevelwerking uit de spoelruimte stromen.
Ga voor het beluchten als volgt te werk:
Open de deur van de automaat hele-
maal.
– Het afvoersysteem moet een capaci-
teit hebben van minimaal 16l/minuut.
De afvoerslang moet zonder
knikken worden gelegd. Op de slang
mag geen druk of trekkracht worden
uitgeoefend.
Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal deze eraf.
Snijd de dop van de beluchtingsklep
in de spoelruimte eraf.
69
Page 70
Technische gegevens
Model
bedrijfsafwasautomaat
Hoogte845mm
Hoogte van de inbouwnisvanaf 845mm
Breedte598mm
Breedte van de inbouwnis600mm
Diepte570mm
Gewicht58kg
Spanning
Aansluitwaarde
Zekering
Stroomverbruik in de Uit-stand
Stroomverbruik in sluimerstand
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 1059/2010
MIELE
Identificatie van het modelPG 8082 SCi XXL
Nominale capaciteit in standaardcouverts voor de standaardcyclus14
Energie-efficiëntieklasse
A+++ (meest efficiënt) tot D (minst efficiënt)A+
Jaarlijks energieverbruik (AEc)
Energieverbruik van de standaardcyclus (Et)1,06 kWh
Gewogen energieverbruik in uitstand (Po)0,30 W
Opgenomen vermogen in de sluimerstand (Pl)2,00 W
Gewogen jaarlijks waterverbruik (AWc)
Droogefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Standaardprogramma waarop de informatie op het etiket en de productkaart be-
trekking heeft
Programmatijd voor de standaardcyclus182 min
Duur van de sluimerstand (Tl)
Geluidsemissie via de lucht49 dB(A) re 1 pW
Inbouwapparaat●
3
1
2
4
299 kWh/jaar
4.760 liter/jaar
ECO
10 min
● Ja, aanwezig
1
Gebaseerd op 280 standaardcycli met toevoer van koud water en het verbruik in de standen met een
laag opgenomen vermogen. Het werkelijke energieverbruik wordt bepaald door de wijze waarop het
apparaat wordt gebruikt.
2
Gebaseerd op 280 standaardcycli. Het werkelijke waterverbruik wordt bepaald door de wijze waarop
het apparaat wordt gebruikt.
3
Dit programma is geschikt voor het wassen van normaal bevuild tafelgerei, en is het meest efficiënte
programma wat het gecombineerd energie- en waterverbruik betreft.
4
indien de huishoudelijke afwasmachine is uitgerust met een stroombeheerfunctie
71
Page 72
Menu "Instellingen"
Menu "Instellingen" voor het
wijzigen van standaardwaarden
Menu "Instellingen" openen
Schakel de automaat met de toets
uit, als de automaat nog ingeschakeld is.
Houd de toets Start/Stop-toets inge-
drukt.
Schakel de automaat met de toets
in en houd de Start/Stop-toets nog
minimaal 4 seconden ingedrukt.
In het display verschijnt het eerste submenu van het instellingsmenu en alle
controlelampjes gaan branden.
Over de werking van het display zie
het betreffende hoofdstuk.
Kies het menupunt dat u wilt wijzigen.
De ingestelde opties in de submenu's
worden met een vinkje aangegeven.
Taal
Het display kan verschillende talen
weergeven.
Via het submenu Taal kunt u de taal
instellen die in het display moet verschijnen.
Kies de gewenste taal en bevestig uw
keuze met de middelste toets.
Het vlaggetje achter het woord Taal
dient als hulpmiddel voor het geval u
per ongeluk een taal kiest die u niet
kent.
Kies dan het menupunt waar het vlaggetje achter staat en zoek het submenu Taal .
72
Page 73
Menu "Instellingen"
Waterhardheid
De afwasautomaat heeft een waterontharder. U moet de ontharder op de waterhardheid van de aansluiting instellen.
– De automaat moet nauwkeurig wor-
den ingesteld op de waterhardheid in
uw regio.
– Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u vertellen welke hardheidsgraad
uw water heeft.
– Als de waterhardheid schommelt (bij-
voorbeeld tussen 17 en 25°d), programmeer dan altijd de hoogste
waarde (in dit geval 25°d).
Kies de gewenste waterhardheid en
bevestig uw keuze met de middelste
toets.
De ingestelde waterhardheid wordt met
een vinkje aangegeven.
°dmmol/l°fDisplay
10,221
20,442
30,553
40,774
50,995
61,1116
71,3137
81,4148
91,6169
101,81810
112,02011
122,22212
132,32313
142,52514
152,72715
162,92916
173,13117
183,23218
193,43419
203,63620
213,83821
224,04022
234,14123
244,34324
254,54525
264,74726
274,94927
285,05028
295,25229
305,45430
315,65631
325,85832
335,95933
346,16134
356,36335
366,56536
73
Page 74
Menu "Instellingen"
Naspoelmiddel
Voor een optimaal spoelresultaat kunt u
de naspoelmiddeldosering aanpassen.
U kunt de dosering instellen op een
waarde tussen ca.0-6ml.
Standaard wordt 3ml naspoelmiddel
gedoseerd.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
– Stel een grotere hoeveelheid in.
Vertoont het vaatwerk strepen of sluiers:
– Stel een kleinere hoeveelheid in.
Kies de gewenste hoeveelheid na-
spoelmiddel en bevestig uw keuze
met de middelste toets.
AutoOpen
Om de droging te verbeteren, wordt de
deur na afloop van een programma (met
uitzondering van "Voorspoelen", "Kort"
en "Bierglazen") automatisch op een
kier gezet (zie "Programma-overzicht").
Bij de programma's "Universeel", "Intensief" en "Glazen" wordt AutoOpen
alleen bij de aanvullende functie "Extra
drogen" geactiveerd (zie "Extra functies", "Extra drogen").
Bij het programma "ECO" wordt de
deur al tijdens de droogfase geopend.
U kunt deze functie ook uitschakelen.
Kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met de middelste toets.
Heeft u de functie "AutoOpen"
uitgeschakeld, maar wilt u de deur
na afloop van een programma toch
opendoen, doe de deur dan helemaal open.
Doet u dat niet, dan kunnen de randen van werkbladen door waterdamp
beschadigd raken, omdat de ventilator niet meer loopt.
74
Page 75
Optimalisatie stand-by
Enkele minuten nadat u voor het laatst
een toets heeft bediend en nadat het
programma-einde is bereikt, wisselt de
automaat naar de stand-by-modus. U
bespaart zo energie. Het display en de
controlelampjes worden uitgeschakeld
en alleen het controlelampje "Start/
Stop" knippert langzaam.
Als u de automaat na afloop van een
programma niet uitschakelt, wordt het
apparaat na enkele minuten in de
stand-by-modus helemaal uitgeschakeld.
U kunt de stand-by-optimalisatie ook
uitschakelen. Het display en de controlelampjes worden dan niet meer uitgeschakeld en de automaat zal pas na
ca.6 uur helemaal worden uitgeschakeld.
Het energieverbruik neemt hierdoor toe.
Menu "Instellingen"
Kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met de middelste toets.
Tijdens een programma wisselt de
automaat niet naar de stand-by-modus als u zout of naspoelmiddel
moet bijvullen of als er een foutmelding is.
75
Page 76
Menu "Instellingen"
Bijvulcontrole
De melding dat u zout of naspoelmiddel moet bijvullen, kunt u uitzetten, als u wilt dat de automaat ook
bij een tekort naar de stand-by-modus moet wisselen.
Het weergeven van foutmeldingen
kunt u niet uitzetten.
As u wilt dat de automaat ook bij een
tekort aan zout of naspoelmiddel naar
de stand-by-modus moet wisselen,
kunt u beide meldingen uitzetten.
Kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met de middelste toets.
Lichtsterkte
Voor de lichtsterkte van het display kunt
u uit zeven standen kiezen.
Kies de gewenste lichtsterkte en be-
vestig uw keuze met de middelste
toets.
Controle zeefcombinatie
U kunt het interval instellen voor de
melding dat de zeven moeten worden
gecontroleerd.
U kunt een waarde instellen tussen 30
en 60 programma's.
Standaard is een interval van 50 programma's ingesteld.
U kunt deze functie ook uitschakelen.
Kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met de middelste toets.
Externe DOS
Activeer de automatische dosering van
vloeibaar reinigingsmiddel als u een optionele externe doseermodule heeft
aangesloten.
Bij de DOS-module wordt een aparte
montagehandleiding geleverd.
Kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met de middelste toets.
Contrast
Voor het contrast van het display kunt u
uit zeven standen kiezen.
Kies het gewenste contrast en beves-
tig uw keuze met de middelste toets.
76
De instelling blijft actief, totdat u de
functie "Externe dosering" deactiveert.
Page 77
Menu "Instellingen"
Hoeveelheid reinigingsmiddel
Deze functie is pas zichtbaar als de
functie "Externe dosering" geactiveerd is.
Bij de dosering van vloeibaar reinigingsmiddel via een externe doseermodule
kunt u de dosering van het reinigingsmiddel in "ml" of "%" instellen (overeenkomstig de eenheid die de reinigingsmiddelenfabrikant hanteert).
– Weergave in ml
Standaard is 30ml ingesteld. U kunt
de dosering in stappen van 2ml instellen op een waarde tussen 10 100ml.
– Weergave in %
Standaard is 0,50% ingesteld. U
kunt de dosering in stappen van 0,03
- 0,04% instellen op een waarde tussen 0,17 - 1,67%.
Dosering instellen:
Houdt u zich bij de dosering aan de
aanwijzingen van de reinigingsmiddelenfabrikant.
Tijdens de programmafase "Reinigen"
stroomt ca. 6,5 l water in de automaat.
Voorbeeld:
De reinigingsmiddelenfabrikant adviseert 4ml (c.q. 0,07%) reinigingsmiddel per liter water:
6,5l x 4ml/l = 26 ml
(6,5l x 0,07%/l = 0,455%)
DOS ontluchten
Het doseersysteem van de afwasautomaat werkt alleen betrouwbaar als zich
geen lucht in het systeem bevindt.
U moet het doseersysteem ontluchten
als:
– u het doseersysteem voor het eerst
gebruikt,
– u het reservoir met het vloeibare rei-
nigingsmiddel niet tijdig heeft bijgevuld, waardoor het systeem is leeggezogen,
– u het reservoir vervangt.
Controleer vóór het ontluchten of
het reservoir met het reinigingsmiddel vol genoeg is en of de doseerlans
stevig in het reservoir geschroefd is.
Kies Start ontluchten en bevestig uw
keuze met de middelste toets.
Het ontluchten wordt gestart. In het display verschijnt de resterende tijd.
Meteen na het ontluchten wordt het
programma "Voorspoelen" aangeboden. Start het programma om reinigingsmiddel te verdunnen en weg te
spoelen dat eventueel in de automaat is
gestroomd.
Kies de gewenste hoeveelheid c.q.
concentratie en bevestig uw keuze
met de middelste toets.
77
Page 78
Menu "Instellingen"
Naspoeltemperatuur
Om de droging te ondersteunen, kan de
naspoeltemperatuur van sommige programma's worden verhoogd. Deze
functie is dus niet voor alle programma's beschikbaar (zie "Programmaoverzicht").
Kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met de middelste toets.
Extra water
Als u voor deze instelling kiest, stroomt
tijdens de reinigingsfasen extra water in
de automaat. Deze functie is niet voor
alle programma's beschikbaar (zie "Programma-overzicht").
Kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met de middelste toets.
Programmavoorkeuze
U kunt instellen, of bij het inschakelen
van de automaat het ECO-programma
of het laatst gekozen programma moet
worden aangeboden.
Handelaar
Alleen voor vakhandelaren!
De automaat heeft verschillende demoprogramma's voor de vakhandel.
– Demo spoelgeluiden:
Dit programma activeert de pompen
zodat de spoelgeluiden te horen zijn.
– Demo AutoOpen:
De deur gaat automatisch open.
Demo-modus inschakelen
Kies de gewenste optie.
Kies de optie Aan en bevestig uw
keuze met de middelste toets.
Sluit het instellingsmenu af.
Druk op de Start/Stop-toets. De de-
mo-modus wordt gestart.
Demo-modus uitschakelen
De demo-modus stopt automatisch na
één cyclus.
Kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met de middelste toets.
78
Page 79
Fabrieksinstelling
U kunt de gewijzigde instellingen weer
op de fabrieksinstelling zetten. De reset
geldt niet voor de geactiveerde externe
dosering en de ingestelde hoeveelheid
reinigingsmiddel c.q. de ingestelde concentratie.
Kies Reset en bevestig uw keuze met
de middelste toets.
Instellingsmenu sluiten
U kunt het instellingsmenu met Beëindi-
gen weer verlaten.
Kies Beëindigen en bevestig uw keuze
met de middelste toets.
In het display verschijnt kort het laatst
gekozen programma. Het bijbehorende
controlelampje brandt. Na kort tijd verschijnt de geschatte programmaduur.
Menu "Instellingen"
79
Page 80
Nederland:
Miele Professional
Postbus 166
4130 ED VIANEN
Telefoon afdeling Customer Service Professional (03 47) 37 88 84
Telefax (03 47) 37 84 29
E-mail: professional@miele.nl
Internet: www.miele-professional.nl