Miele KM 5600, KM 5603, KM 5604, KM 5607, KM 5612 assembly instructions

...
Gebruiks- en montagehandleiding Keramische kookplaten
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 07 580 280nl - NL
2
Inhoud
Algemeen ........................................................5
Modellen .........................................................5
KM 5617 / KM 5618 .............................................11
Bedieningspaneel .................................................12
Kookzones .......................................................14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen............................15
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................23
Vóór het eerste gebruik............................................24
Eerste reiniging ...................................................24
Vóór gebruik .....................................................24
Principe van de kookzones.........................................25
Bediening .......................................................26
Principe van de bediening...........................................26
Inschakelen ......................................................27
Tabel vermogensstanden ...........................................28
Aankookautomaat .................................................29
Kookzonevergroting................................................31
Uitschakelen en restwarmte-indicatie ..................................32
De juiste pannen .................................................33
Tips om energie te besparen .......................................34
Timer ...........................................................35
Kookwekker ......................................................35
Kookzone automatisch uitschakelen ...................................36
Timerfuncties tegelijk gebruiken ......................................37
3
Inhoud
Beveiligingen ....................................................38
Vergrendeling instellingen / apparaat ..................................38
Veiligheidsuitschakeling ............................................40
Oververhittingsbeveiliging ...........................................41
Reiniging en onderhoud ...........................................42
Extra functies ....................................................44
Reset ...........................................................44
Programmering ...................................................45
Nuttige tips .....................................................47
Vermogen kookzone controleren ....................................51
Bij te bestellen accessoires ........................................53
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen.............................54
Kookplaten met randlijst / facetrand .................................59
Inbouwmaten .....................................................59
KM 5603 / KM 5612 / KM 5613.....................................60
KM 5607 / KM 5617 .............................................62
Inbouwen ........................................................63
Externe netaansluitkast .............................................66
Kookplaten zonder randlijst ........................................67
Inbouwmaten .....................................................67
Inbouwen ........................................................68
Elektrische aansluiting ............................................71
Aansluitkabel .....................................................72
Aansluitschema ...................................................73
Klantcontacten, typeplaatje, garantie ................................74
4
Modellen
KM 5600
Algemeen
abcd Gewone kookzones
e Bedieningspaneel
5
Algemeen
KM 5603
bc
ad
a Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
6
e
KM 5604
Algemeen
a Vario-kookzone (3-voudig)
bc Gewone kookzones
d Bedieningspaneel
7
Algemeen
KM 5607
a Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
8
KM 5612
Algemeen
abd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
9
Algemeen
KM 5613
a Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
10
KM 5617 / KM 5618
Algemeen
a Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
11
Algemeen
Bedieningspaneel
Kookplaten met kookzonevergroting
Kookplaten zonder kookzonevergroting
a
b
12
g h
d
c
Algemeen
Sensortoetsen
a Aan/Uit-toets kookplaat
b - Toetsen voor het instellen van de vermogensstand
- Voor de vergrendeling (bij apparaten met kookzonevergroting)
- Voor het instellen van de tijd (bij apparaten met timer)
c n Toets voor het vergroten van een kookzone
$ Toets voor de vergrendeling
d Toets voor het kiezen van een kookzone
e - Toets voor het kiezen van de timer
- Voor het wisselen tussen de timerfuncties
- Voor het kiezen van een uitschakeltijd (zie "Kookzone automatisch uitschake len")
Controlelampjes
f - Vergrendeling (bij apparaten zonder kookzonevergroting)
- Kookzonevergroting (bij apparaten met kookzonevergroting)
Kookzonedisplay
g
0 = kookzone klaar voor gebruik 1 t/m 9 = vermogensstand # = restwarmte F = foutmelding (zie "Veiligheidsuitschakeling") A = aankookautomaat bij instelling extra vermogensstanden
-
h Controlelampje aankookautomaat of weergave extra vermogensstanden (zie
"Programmering"), bijvoorbeeld voor kookzone rechts achter
Timerdisplay
i Tijd
j Controlelampje toewijzing kookzone, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
k Controlelampje kookwekker
l Controlelampje voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minu
ten
-
13
Algemeen
Kookzones
Kookzone KM 5600 KM 5612
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
y 18,0 1800 21,0 2200 w 14,5 1200 14,5 1200 x 21,0 2200 17,0 /
z 14,5 1200 14,5 1200
Totaal: 6400 Totaal: 7000
Kookzone KM 5603 / KM 5613 KM 5607 / KM 5617 / KM 5618
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
y 12,0 / 21,0 750 / 2200 12,0 / 21,0 750 / 2200 w 14,5 1200 14,5 1200 x 17,0 /
17,0 x 26,5
z 14,5 1200 18,0 1800
1500 /
2400
Totaal: 7000 Totaal: 7600
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
1500 /
17,0 x 26,5
C in cm Vermogen in
17,0 /
17,0 x 26,5
2400
Watt bij 230 V
1500 /
2400
Kookzone KM 5604
C in cm Vermogen in Watt bij 230 V
y 14,5 / 21,0 / 27,0 1050 / 1950 / 2700 x 18,0 1800 z 14,5 1200
Totaal: 5700
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig heid, gebruik en onderhoud.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
-
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
~
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Gebruik het apparaat voor het bereiden en warmhouden van ge
~
rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing! De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
-
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
~
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen.
~
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
~
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Het apparaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
~
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
Verstikkingsgevaar!
~
Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trek­ken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
-
-
-
Verbrandingsgevaar!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn in kast jes boven of achter het apparaat. De kinderen klimmen anders mis schien op het apparaat.
Verbrandingsgevaar!
~
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het apparaat kunnen trekken. Bij de vakhandel is een speciaal rek verkrijgbaar dat dit ge vaar verkleint.
16
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat
~
niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa
~
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd.
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een be­schadigd apparaat nooit in gebruik.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecte­ren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen komen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
-
-
-
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
~
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het ap paraat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig
~
heid gewaarborgd is.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
-
-
17
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
~
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert. Open nooit de ommanteling van het apparaat.
De garantie vervalt als het apparaat niet door een technicus
~
wordt gerepareerd die door Miele is geautoriseerd.
Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan
~
de veiligheidseisen voldoen. Defecte onderdelen mogen alleen door originele onderdelen worden vervangen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe
~
schakelklok of een systeem dat op afstand werkt.
Het apparaat mag uitsluitend door een vakman op het net worden
~
aangesloten. Als een beschadigde kabel moet worden vervangen, moet een speciale kabel worden gebruikt. Alleen een vakman mag de kabel aansluiten (zie "Elektrische aansluiting").
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het
~
apparaat spanningsvrij te worden gemaakt. Ga daarvoor als volgt te werk:
schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit of
draai de zekeringen van de huisinstallatie er geheel uit of
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Is de kookplaat voorzien van een communicatiemodule, dan moet
~
bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de kookplaat ook de communicatiemodule spanningsvrij worden ge maakt.
18
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken,
~
scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. U kunt anders een elektrische schok krijgen!
Veilig gebruik
-
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa
~
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.
Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de af-
~
zuigkap in brand vliegen.
Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materia-
~
len kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke producten daarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
Verhit kookgerei nooit leeg.
~
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
~
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen openbarsten. Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
Dek het apparaat nooit af met een afdekplaat, een doek, folie of
~
iets dergelijks. Als het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld of nog heet is, kan het betreffende materiaal vlam vatten, barsten of smelten.
-
-
Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
~
van het apparaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in aanraking komen met het hete apparaat. De isolatie van de kabel zou bescha digd kunnen raken.
-
19
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik geen serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie. Der
~
gelijke materialen smelten bij hoge temperaturen.
Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag u het
~
alleen gebruiken als de deur geopend is. Sluit de meubeldeur pas als de restwarmte-indicatie is gedoofd.
Wanneer u het apparaat gebruikt, wordt het zeer heet. Ook na het
~
uitschakelen blijft het dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator geeft aan of het apparaat nog heet is.
U kunt zich aan het hete apparaat branden. Gebruik daarom altijd
~
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoomvorming verbrandingen veroorzaken.
Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt ingeschakeld
~
of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op het apparaat heet worden. Andere materialen kunnen smelten of vlam vatten. Vochtige pandeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik het apparaat niet als werkblad. Schakel de kookzones na gebruik uit!
-
Als suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op
~
een hete kookzone terechtkomt en smelt, gaat u als volgt te werk: Vermeng suikerhoudende stoffen onmiddellijk met water. Schakel vervolgens de kookzone uit en verwijder de stoffen met een schra per, zolang de plaat nog heet is. Als u de stoffen eerst laat afkoelen, kan de keramische plaat beschadigd raken. Draag tijdens de reini ging ovenhandschoenen. Reinig de kookplaat met een reinigingsmiddel voor keramische pla ten, zodra de plaat is afgekoeld.
Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat bescha
~
digd raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
20
-
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
~
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlekken
~
door wrijving en krassen.
Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
~
krassen veroorzaken, als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera mische plaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kookgerei op het apparaat plaatst.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
~
licht voorwerp (zoals een zoutvaatje) kan scheuren of barsten ver­oorzaken.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
~
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sen­sortoetsen en de displays.
Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde apparaat kunnen
~
door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het apparaat nooit om er een ruimte mee te verwarmen.
-
Het bedieningspaneel en de lijst c.q. de rand (bij kookplaten met
~
een facetrand) kunnen onder invloed van de volgende factoren heet worden: lange bedrijfsduur, hoge vermogensstanden, grote pannen en het aantal kookzones dat in gebruik is.
Pannen van aluminium of met een aluminium bodem kunnen
~
glimmende vlekken veroorzaken. Dergelijke vlekken kunt u met het reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal verwijde ren (zie "Reiniging en onderhoud").
Om te voorkomen dat verontreinigingen inbranden, moet u deze
~
zo snel mogelijk verwijderen. Zorg dat ook de bodem van een te ge bruiken pan schoon, vetvrij en droog is.
-
-
21
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
-
22
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri aal remt de afvalproductie en het ge bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval
­doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw hande laar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
-
23
Vóór het eerste gebruik
Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw ge bruiksaanwijzing.
Eerste reiniging
Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.
^
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een voch
^
tige doek en wrijf het apparaat daarna weer droog.
Vóór gebruik
Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand): Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar zijn tussen de kookplaat en het werkblad. Deze spleet zal door het gebruik kleiner worden. De elektrische veiligheid van het apparaat is echter altijd gewaarborgd.
De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje, waardoor bij het eerste gebruik geurtjes kunnen ontstaan.
-
-
24
Als er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat niet dat het apparaat verkeerd is aangesloten of defect is. De geurtjes en de damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Principe van de kookzones
De gewone kookzones hebben één verwarmingsspiraal. De vario-kookzones en de braadzones hebben twee verwarmingsspiralen. Afhankelijk van het model kunnen de spiralen door een ring gescheiden zijn.
Alle kookzones hebben een oververhittingsbeveiliging (temperatuurbegrenzer) die voorkomt dat de keramische plaat oververhit raakt (zie ook de rubriek "Oververhittingsbe veiliging").
-
Gewone kookzone
Vario-kookzone
Als u een vermogensstand instelt, wordt de verwarming inge schakeld en kunt u de verwarmingsspiraal door de kera mische plaat heen zien.
Het vermogen van de kookzones is afhankelijk van de inge stelde vermogensstand en wordt elektronisch geregeld. De verwarming wordt daarbij regelmatig in- en uitgeschakeld.
a Oververhittingsbeveiliging
b Verwarmingsspiraal
a Technisch onvermijdelijk, geen defect
b Oververhittingsbeveiliging
-
-
-
c Buitenste verwarmingsspiraal
d Isolatiering
e Binnenste verwarmingsspiraal
25
Bediening
Principe van de bediening
De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact.
U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal.
De kookzones en de timer moeten "actief" zijn als u een ver mogensstand of tijd wilt instellen of wijzigen. Om een kookzone of de timer te activeren, moet u de toets van de betreffende kookzone of van de timer aantippen. Als u de toets heeft aangetipt, begint het betreffende display te knipperen. Zolang het display knippert, is de kookzone c.q. de timer "actief" en kunt u een vermogensstand of tijd instel len.
Houd het bedieningspaneel altijd vrij en schoon, anders reageren de toetsen niet of u activeert onbedoeld functies. Ook kan de kookplaat automatisch worden uitgeschakeld (zie de rubriek "Veiligheidsuitschakeling"). Zet nooit hete pannen op de toetsen om beschadiging van de elektronische onderdelen te voorkomen.
-
-
26
Inschakelen
Om de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de kookplaat inschakelen.
Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is!
Kookplaat inschakelen
Druk op de toets s.
^
In de displays van alle kookzones verschijnt een 0,inhet timerdisplay 00. Voert u daarna geen waarden in, dan wordt de kookplaat om veiligheidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen, vermogensstand instellen
^ Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.
De 0 in het display van die kookzone begint te knipperen.
^ Zolang de 0 knippert, kunt u met de toets - of + een vermo-
gensstand instellen.
Als u daarbij met - begint, kiest u koken met aankookauto­maat. Als u met + begint, kiest u koken zonder aan­kookautomaat (zie de rubriek "Aankookautomaat").
Bediening
De gekozen vermogensstand knippert gedurende enkele se conden en brandt daarna constant.
Vermogensstand wijzigen
^
Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.
De vermogensstand knippert.
^
Kies met de toets - of + de gewenste vermogensstand.
-
27
Bediening
Tabel vermogensstanden
Het apparaat heeft af fabriek 9 vermogensstanden. Als u fijner afgestemde vermo gensstanden wenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie "Programmering"). Bij de tussenstanden verschijnt een punt achter het getal.
Bereidingsproces Vermogensstand*
instelling af fabriek
(9 vermogens-
standen)
Boter, chocolade, etc. smelten Gelatine oplossen Yoghurt maken
Saus maken van eigeel en boter Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Gerechten warmhouden die snel aankoeken Rijst wellen
Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of sauce hollandaise Rijstepap, havermoutpap maken Omelet, eieren zonder korstje bakken Fruit blancheren
Diepvriesproducten ontdooien Groente, vis stoven Deegwaren, noten wellen Graan wellen
Aankoken en doorkoken van grote hoeveelheden 5 5.
Vis, schnitzel, braadworst, eieren, etc. behoedzaam bakken (zonder oververhitting van het vet)
Pannenkoeken, rösti, etc. bakken 7 - 8 7 - 8.
Grote hoeveelheden water koken Aankoken
1-2 1-2.
1-3 1-3.
2-4 2-4.
3-5 3-5.
6-7 6-7.
8-9 8.-9
gewijzigde
instelling
(17 vermogens-
standen)
-
* De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen. Ze hebben betrekking op normale por ties voor 4 personen. Als u extra hoge pannen gebruikt, zonder deksel kookt of grotere hoeveelheden bereidt, moet een hogere stand worden ingesteld. Kies een lagere stand, als u kleinere hoeveelheden bereidt.
28
-
Aankookautomaat
Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen inge schakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand (doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand (zie tabel).
Bij een hoge doorkookstand is de aankooktijd relatief kort, omdat bij deze vermogensstanden meestal leeg serviesgoed voor het aanbraden wordt verhit.
Activeren
^
Het display van de kookzone knippert.
^ Stel met de toets - de gewenste doorkookstand in, bijvoor-
Gedurende de aankooktijd brandt er een controlelampje (een punt) rechts naast de doorkookstand. Daarna dooft dit lamp­je.
Als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Pro­grammering"), knipperen in het display afwisselend een A en de doorkookstand (gedurende de aankooktijd).
Bediening
-
Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.
beeld 6.
Deactiveren
Als u de doorkookstand wijzigt, wordt de aankookautomaat uitgeschakeld.
U kunt de aankookautomaat voortijdig uitschakelen.
^
Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.
De vermogensstand knippert.
^
Kies een andere vermogensstand.
29
Bediening
Doorkookstand* Aankooktijd in
minuten en
seconden (ca.)
1 1:20
1. 2:00
2 2:45
2. 3:25
3 4:05
3. 4:45
4 5:30
4. 6:10
5 6:50
5. 7:10
6 1:20
6. 2:00
30
7 2:45
7. 2:45
8 2:45
8. 2:45
9-
* De doorkookstanden met punt zijn alleen beschikbaar als
u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Pro grammering").
-
Kookzonevergroting
Bij gebruik van grote pannen kunt u bij sommige kookzones (zie "Algemeen") een tweede of derde verwarmingsring in schakelen.
Bediening
-
Als u de kookzone vergroot, brandt het betreffende controle lampje zo lang als de vermogensstand op het display knip pert. Zodra de vermogensstand continu brandt, dooft het controlelampje. Bij een 3-voudige vario-kookzone wordt geen onderscheid gemaakt tussen de tweede en de derde ring.
Als u een kookzone uitschakelt, wordt ook de kookzonever groting uitgeschakeld.
Vario-kookzone / braadzone
^ Druk op de toets van de betreffende kookzone.
^ Kies de gewenste vermogensstand.
^ Druk op de toets n. Doe dat zolang de vermogensstand
knippert.
Vario-kookzone (3-voudig)
^ Druk op de toets van de betreffende kookzone.
^ Kies de gewenste vermogensstand.
^ Druk op de toets n totdat het gewenste aantal
verwarmingsringen ingeschakeld is. Doe dat zolang de vermogensstand knippert.
Kookzonevergroting uitschakelen
-
-
-
^
Druk op de toets van de betreffende kookzone.
De vermogensstand en het controlelampje van de kookzone vergroting knipperen.
^
Druk zo vaak op de toets n totdat het controlelampje uit gaat.
-
-
31
Bediening
Uitschakelen en restwarmte-indicatie
Het uitschakelen van een kookzone
Druk 2x op de toets van de betreffende kookzone.
^
In het kookzonedisplay knippert gedurende enkele seconden een 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt kort daarna de restwarmte weergegeven.
Het uitschakelen van de kookplaat
Druk op de toets s.
^
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. In de displays van de kookzones die nog heet zijn, wordt de restwarmte weergege ven.
Restwarmte-indicator
De streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één voor één als de kookzone afkoelt. Het laatste streepje verdwijnt als de kookzone zover is afgekoeld dat u deze zonder gevaar kunt aanraken.
Raak een kookzone niet aan zolang de restwarmte­indicator brandt. Leg er ook geen hittegevoelige voor­werpen op. Doet u dat wel, dan bestaat het risico dat u zich brandt of dat voorwerpen vlam vatten!
-
32
Na een stroomstoring worden de streepjes knipperend weergegeven.
De juiste pannen
Het meest geschikt zijn metalen pannen met een dikke
bodem die koud iets naar binnen buigt. Als de bodem heet wordt, zet het materiaal uit en staat de pan vlak op de kookzone. De warmte wordt dan optimaal geleid.
koud heet
Minder geschikt is kookgerei van glas, keramiek of aarde
werk. Deze materialen geleiden de warmte niet goed.
Niet geschikt is kookgerei van kunststof of aluminiumfolie.
Deze materialen smelten bij hoge temperaturen.
– Pannen van aluminium of met een aluminium bodem kun-
nen glimmende vlekken veroorzaken. Dergelijke vlekken kunt u met het reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal verwijderen (zie "Reiniging en onderhoud").
– Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe
bodem kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
-
– Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlek-
ken door wrijving en krassen.
Houd er bij de aanschaf rekening mee dat pannenfabri kanten vaak de maximale diameter of de diameter aan de bovenkant vermelden. Van belang is echter alleen de (meestal kleinere) bodemdiameter.
-
33
Tips om energie te besparen
De diameter van de pan moet overeenkomen met die van
de kookzone of iets groter zijn, zodat geen energie verlo ren gaat.
te klein goed
Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die ma
nier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt.
zonder deksel met deksel
-
-
34
Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor een kleine pan op een kleine kookzone is minder energie nodig dan voor een grote, niet geheel gevulde pan op een grote kookzone.
Gebruik zo weinig mogelijk water en schakel na het aankoken of aanbraden op tijd terug naar een lagere ver mogensstand.
Schakel bij een lange bereidingstijd de kookzone al 5 tot 10 minuten voor het einde uit. U maakt dan optimaal ge bruik van de restwarmte.
Met een snelkookpan kunt u de bereidingstijd aanzienlijk verkorten.
-
-
Timer
Kookwekker
Instellen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn, als u de timer wilt ge bruiken.
De timer kan voor twee functies worden gebruikt:
- voor het instellen van een kookwekkertijd.
- voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
U kunt een tijd instellen van 1 minuut (01) tot 9 tijden boven 99 minuten (99) vindt de instelling plaats in stap pen van een half uur. Een half uur wordt aangegeven met een punt achter het cijfer.
Met de toets - verlaagt u de tijd van 9.^ tot 00. Met de toets + verhoogt u de tijd van 00 tot 9.^. Bij 2h en bij 99 volgt een stop. Om door te gaan, haalt u kort uw vinger van de toets en tipt u de toets daarna weer aan.
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt gedurende enkele seconden de waarde 00 in het timerdisplay. Tegelijk hoort u enkele seconden een akoestisch signaal. Tip de toets m aan, als u het signaal voortijdig wilt uitzetten.
^ Druk op de toets m.
In het timerdisplay knipperen 00 en het controlelampje van de kookwekker.
1
/2(9.^) uur. Bij
-
-
Wijzigen
Wissen
^
Druk zo lang op de toets - of + tot de gewenste tijd wordt weergegeven, bijvoorbeeld 15 minuten.
De ingestelde tijd loopt in minuten af. De resttijd kunt u in het timerdisplay aflezen.
^
Druk op de toets m.
^
Stel met de toets - of + de gewenste tijd in.
^
Druk op de toets m.
^
Druk tegelijk op de toetsen - en +.
35
Timer
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch wordt uitgeschakeld. Alle kookzones kunnen tegelijk worden geprogrammeerd.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal toegestane bedrijfsduur wordt de kookzone door de veiligheidsuitschakeling uitgeschakeld (zie de betreffende rubriek).
Stel voor de gewenste kookzone een vermogensstand in.
^
Druk op de toets m.
^
In het timerdisplay knipperen 00 en het controlelampje van de kookwekker.
^ Druk opnieuw op de toets m.
In het timerdisplay dooft het controlelampje van de kookwek­ker en een controlelampje voor de kookzonetoewijzing knip­pert.
^ Zijn meerdere kookzones ingeschakeld, druk dan zo vaak
op toets m tot het controlelampje van de gewenste kookzo­ne knippert, bijvoorbeeld rechts achter.
36
De controlelampjes van de ingeschakelde kookzones ver schijnen met de wijzers van de klok mee, beginnend bij links voor.
^
Druk zo lang op de toets - of + tot de gewenste tijd wordt weergegeven, bijvoorbeeld 15 minuten.
De ingestelde tijd loopt in minuten af. De resttijd kunt u in het timerdisplay aflezen.
Als u nog een kookzone automatisch wilt laten uitschakelen, voert u de beschreven handelingen nog eens uit.
-
Als u meerdere uitschakeltijden heeft geprogrammeerd, wordt de kortste resttijd weergegeven. Het controlelampje van de betreffende kookzone knippert. De andere controle lampjes branden continu. Als u die resttijden wilt laten weer geven, tip dan de sensortoets m zo vaak aan totdat het ge wenste controlelampje begint te knipperen.
Wijzigen
Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat het betreffende
^
controlelampje begint te knipperen.
Stel met de toets - of + de gewenste tijd in.
^
Timerfuncties tegelijk gebruiken
U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitschake­len" tegelijk gebruiken.
U heeft een of meer uitschakeltijden geprogrammeerd en wilt ook de kookwekker instellen: Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat het controlelampje van de kookwekker knippert.
Timer
-
-
-
U heeft de kookwekker ingesteld en wilt ook een of meer uitschakeltijden programmeren: Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat het controlelampje van de gewenste kookzone knippert.
Kort na de laatste invoer schakelt het timerdisplay over naar de kortste resttijd. Wilt u de resttijden laten weergeven die op de achtergrond aflopen, tip dan de sensortoets m zo vaak aan totdat het ge wenste controlelampje knippert.
Uitgaande van de kortste resttijd worden nu met de wijzers van de klok mee alle ingeschakelde kookzones en de kook wekker geselecteerd.
-
-
37
Beveiligingen
Vergrendeling instellingen / apparaat
Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling.
De vergrendeling van de instellingen activeert u als de kookplaat in gebruik is. Als de vergrendeling actief is, kan het apparaat alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kookzones en de instel
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
De kookzones, de kookplaat en de timer kunnen wel wor
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge schakeld.
De vergrendeling van het apparaat activeert u als de kook­plaat uitgeschakeld is. Als de vergrendeling actief is, kan het apparaat niet worden ingeschakeld en kan de timer niet wor­den bediend.
Het apparaat is zo geprogrammeerd dat u deze vergrende­ling handmatig moet activeren. U kunt de instelling zo wij­zigen dat de vergrendeling van het apparaat 5 minuten na het uitschakelen van de kookplaat automatisch plaatsvindt (zie ook "Programmering").
-
-
-
38
Als bij ingeschakelde vergrendeling een toets wordt aange­raakt die niet mag worden bediend, dan
verschijnt gedurende ca. 3 seconden in het kookzonedis play links voor L en rechts voor C.
is het akoestische signaal iets langer dan normaal (bij kookplaten met kookzonevergroting).
verschijnt het controlelampje (bij kookplaten zonder kook zonevergroting).
Beide vergrendelingen zijn na een stroomonderbreking uitgeschakeld.
-
-
Kookplaten zonder kookzonevergroting
Activeren
Druk zo lang op de sensortoets $ totdat het betreffende
^
controlelampje verschijnt en er een akoestisch signaal klinkt.
Na korte tijd gaat het controlelampje automatisch uit.
Deactiveren
Druk zo lang op de sensortoets $ totdat het controlelampje
^
uitgaat.
Kookplaten met kookzonevergroting
Activeren
^ Druk tegelijk op de toetsen - en +. Druk zo lang totdat u
een lang akoestisch signaal hoort.
Deactiveren
Beveiligingen
^ Druk tegelijk op de toetsen - en +. Druk zo lang totdat u
een akoestisch signaal hoort.
39
Beveiligingen
Veiligheidsuitschakeling
Als een kookzone te lang aanstaat
Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display ver schijnt de restwarmte-indicator.
Als u een kookzone weer wilt inschakelen, doet u dat zoals gebruikelijk.
-
Vermogensstand* Maximale
1/1. 10
2/2. 5
3/3. 5
4/4. 4
5/5. 3
6/6. 2
7/7. 2
8/8. 2
91
* De vermogensstanden met punt zijn alleen beschikbaar
als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Programmering").
Als er iets op het bedieningspaneel ligt
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als één of meer sensortoetsen langer dan 13 seconden bedekt zijn, bij voorbeeld als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of als er voorwerpen op liggen. In alle kookzonedisplays knippert een F. Tegelijk hoort u om de 30 seconden een akoestisch signaal (gedurende maxi maal 10 minuten).
bedrijfsduur in uren
-
-
40
^
Reinig het bedieningspaneel c.q. verwijder de voorwerpen.
Het signaal wordt uitgezet en de F dooft. U kunt de kookplaat weer in gebruik nemen.
Oververhittingsbeveiliging
Kookzones
Beveiligingen
Bedieningspaneel
Alle kookzones zijn voorzien van een oververhittingsbeveili ging (temperatuurbegrenzer). Deze schakelt de kookzone au tomatisch uit als de keramische plaat te heet wordt.
Als de oververhittingsbeveiliging actief is, wordt de verwar ming ook op de hoogste vermogensstand in- en uitgescha keld.
Als de keramische plaat voldoende is afgekoeld, wordt de verwarming automatisch weer ingeschakeld.
De oververhittingsbeveiliging reageert als
u een kookzone inschakelt zonder dat er een pan op staat.
– u leeg kookgerei verhit.
– de bodem van de pan niet gelijkmatig op de kookzone
aansluit.
– de pan de warmte niet goed geleidt.
De elektronica van het bedieningspaneel is voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Deze beveiliging schakelt de kookplaat automatisch uit voordat de elektronica oververhit raakt.
In het display verschijnt de foutmelding FE37.
-
-
-
-
Als de elektronica voldoende is afgekoeld, verdwijnt de fout melding en kunt u de kookplaat weer in gebruik nemen.
De oververhittingsbeveiliging kan reageren als u meerdere kookzones gedurende lange tijd op een hoge vermogens stand gebruikt.
-
-
41
Reiniging en onderhoud
Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een
,
stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele apparaat na elk gebruik. Laat het apparaat eerst afkoelen. Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog. U voor komt zo kalkafzetting.
Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt:
– afwasmiddelen.
– soda-, alkali-, ammoniak-, zuur- of chloridehoudende reini-
gingsmiddelen.
– kalkoplossende reinigingsmiddelen.
– vlekken- en roestverwijderaars.
-
42
– schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, vloei-
baar schuurmiddel en reinigingssteen.
oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
reinigingsmiddelen voor afwasautomaten.
grill- en ovensprays.
glasreinigers.
schurende harde borstels en sponsjes (zoals pannen sponsjes) en gebruikte sponsjes die nog resten schuur middel bevatten.
vlekkensponsjes.
puntige voorwerpen (zodat de dichtingen tussen de keramische plaat en de lijst dan wel tussen lijst en werkblad niet beschadigd raken).
-
-
Reiniging en onderhoud
Gebruik voor het reinigen geen afwasmiddel. Met afwas middel worden niet alle verontreinigingen verwijderd. Er ontstaat dan een onzichtbaar laagje dat tot verkleuring van de keramische plaat leidt. Die verkleuring kan niet meer worden verwijderd. Reinig de kookplaat regelmatig met een speciaal reini gingsmiddel voor keramische platen.
Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper.
Reinig de kookplaat vervolgens met het Miele-reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal (zie ook "Bij te bestellen accessoires") of met een ander geschikt reinigingsmiddel voor keramische platen. Gebruik hierbij keukenpapier of een schone doek. Gebruik het reini­gingsmiddel niet op een hete kookplaat, omdat daardoor vlekken kunnen ontstaan. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Wis de kookplaat ten slotte met een vochtige doek af en wrijf de plaat weer droog. Verwijder alle reinigingsmiddelresten. De resten kunnen anders inbranden en de keramische plaat aantasten.
-
-
Vlekken van kalkresten, water en aluminium kunt u met het reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal verwijderen.
Komt suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of alumi niumfolie op een hete kookzone terecht, vermeng de suiker
houdende stoffen dan onmiddellijk met water. Schakel ver volgens de kookzone uit en verwijder de resten met een schraper, zolang de plaat nog heet is. Let op dat u daarbij uw handen niet brandt. Reinig de plaat verder als deze is afgekoeld. Ga daarbij te werk zoals in het voorgaande is beschreven.
-
-
43
-
Extra functies
Reset
Reset activeren
Uw apparaat heeft een reset-functie. Met deze functie kunt u alle instellingen van de programmering weer op de fabrieks instellingen zetten.
Schakel de kookplaat in.
^
Druk 10 seconden lang tegelijk op de toetsen van de kook
^
zones links voor en rechts voor.
-
-
44
Programmering
Extra functies
U kunt de programmering van uw apparaat wijzigen (zie ta bel). U kunt meerdere instellingen na elkaar wijzigen.
Na het oproepen van de programmering verschijnen in de kookzonedisplays P (programma), S (status) en getallen. Hiermee wordt de huidige instelling aangegeven.
Programmering oproepen
Druk terwijl de kookplaat uitgeschakeld is tegelijk op de
^
toetsen s en $ dan wel s en n. Druk zo lang totdat het betreffende controlelampje gaat knipperen.
Programma instellen, status instellen
^ Bij kookplaten met 4 of meer kookzones:
Druk op de toets van de kookzone links voor.
^ Bij kookplaten met 3 kookzones:
Druk op de toets van de kookzone links.
^ Kies met de toets + of - het gewenste programma.
^ Druk op de toets van de kookzone rechts voor.
^ Kies met de toets + of - de gewenste status (zie tabel).
Instellingen opslaan
-
^
Druk zo lang op de toets s totdat de weergave dooft.
Instellingen niet opslaan
^
Druk zo lang op de toets $ dan wel n totdat de weergave dooft.
45
Extra functies
Programma* Status** Instelling
P0Demo-stand en fabrieksin
stellingen
P2Aantal vermogensstanden S0 9 vermogensstanden
P4Akoestisch signaal bij be-
diening sensortoetsen
P5Akoestisch signaal timer S 0 Uit
P7Vergrendeling apparaat S0 Handmatige activering van de
P6.Reactiesnelheid sensor
toetsen
S 0 Demo-stand aan
­(na het inschakelen van de kook plaat verschijnt gedurende enkele seconden in het kookzonedisplay links voor "d" en rechts voor "E").
S1 Demo-stand uit
S 9 Fabrieksinstellingen herstellen
(1, 2, 3 ... tot 9)
S 1 17 vermogensstanden
(1, 1., 2, 2., 3 ... tot 9) Let op! De aankookfunctie is nu te her­kennen aan een A die afwisselend met de doorkookstand verschijnt.
S 0 Uit
S 1 Zacht
S2 Gemiddeld
S 3 Hard
S 1 Zacht, 10 seconden
S2 Gemiddeld, 10 seconden
S 3 Hard, 10 seconden
vergrendeling
S 1 Automatische activering van de
vergrendeling
-
S 0 Langzaam
S1 Normaal (300 ms)
S 2 Snel
-
* Een niet genoemd programma (een niet genoemde status) wordt niet gebruikt.
** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.
46
Nuttige tips
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voor komen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de hulp van een service-technicus hoeft in te roepen.
Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende:
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen wor
,
den uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker.
Probleem Oorzaak Oplossing
De kookplaat respec tievelijk de kookzo nes kunnen niet wor den ingeschakeld.
De vergrendeling is inge
-
schakeld.
-
-
De zekering heeft gerea­geerd.
Er is mogelijk een tech­nische storing geweest.
Schakel de vergrendeling
­uit (zie "Vergrendeling in stellingen / apparaat").
Controleer de zekeringen (minimale sterkte: zie type­plaatje).
Maak het apparaat ca. 1 minuut spanningsvrij. Doe dat als volgt:
– Schakel de hoofdschake-
laar van de huisinstallatie uit c.q. draai de desbe­treffende stop eruit of
-
-
-
schakel de aardlekscha kelaar uit.
Nadat de zekering, de hoofd- of de aardlekscha kelaar weer is ingescha keld, kunt u het apparaat weer normaal gebruiken. Waarschuw een elektricien of Miele als u de storing niet zelf kunt verhelpen.
-
-
-
47
Nuttige tips
Probleem Oorzaak Oplossing
Na het inschakelen van de kookplaat verschijnt gedurende enkele se conden in het kookzone display links voor "d"en rechts voor "E"). De kookzones worden niet heet.
Het apparaat wordt tij dens het gebruik vanzelf uitgeschakeld.
De verwarming van een kookzone wordt in- en uitgeschakeld.
-
-
De demo-functie is inge schakeld.
-
Waarschijnlijk was een kookzone te lang inge schakeld.
Bij een vermogensstand tussen 1 en 8: Dit is geen storing!
Bij vermogensstand 9: Dit is wel een storing! De oververhittingsbeveiliging van een kookzone is ge activeerd.
Schakel de demo-functie
­uit (zie "Programmering").
U hoeft niets te doen! U kunt de kookzones ge
­woon weer in gebruik ne men (zie "Veiligheids­uitschakeling").
U hoeft niets te doen! Het in- en uitschakelen van de verwarming is nor­maal. Het is het gevolg van de elektronische re­geling van het verwar­mingsvermogen (zie ook het hoofdstuk "Principe van de kookzones").
U hoeft niets te doen! Zodra de keramische plaat voldoende is afge
-
koeld, wordt de verwar ming automatisch weer ingeschakeld (zie "Over verhittingsbeveiliging").
-
-
-
-
-
48
Probleem Oorzaak Oplossing
Nuttige tips
Het apparaat wordt tij dens het gebruik uitge schakeld. In alle kook zonedisplays verschijnt een F en er klinkt een akoestisch signaal.
De inhoud van een pan begint niet of nauwe lijks te koken, terwijl de aankookautomaat inge schakeld is.
Er knipperen een of meer restwarmte-indicatoren.
-
-
-
Een of meer sensor toetsen zijn afgedekt,
-
bijvoorbeeld omdat u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of omdat er voorwerpen op liggen.
Er worden grote hoe veelheden verhit.
-
De pan geleidt de warmte niet goed.
Er is een stroomstoring geweest. De kookplaat is uitgeschakeld.
De restwarmte-indicatoren brandden op het mo­ment dat u de programmeringsfunctie activeerde.
Reinig het bedieningspaneel
­c.q. verwijder de voorwerpen (zie "Veiligheidsuitschakeling").
Gebruik voor het aankoken
­de hoogste vermogensstand en kies daarna handmatig een lagere stand.
U hoeft niets te doen! U kunt de kookplaat weer in gebruik nemen. Controleer voordat u dat doet eerst hoe ver de gerechten zijn.
U hoeft niets te doen! De weergave knippert totdat restwarmte voldoende is afgenomen of de kookzone wordt ingeschakeld.
U heeft de indruk dat het te lang duurt totdat de inhoud van een pan begint te koken.
Controleer het vermogen van de betreffende kookzone (zie het hoofdstuk "Vermogen kookzone controleren").
49
Nuttige tips
Probleem Oorzaak Oplossing
De gevoeligheid van de sensor toetsen is te groot of te klein.
In het kookzone display links ach ter verschijnt een F, in het display rechts achter een E en in de voorste displays cijfers.
links rechts
90Na het uitvoeren van een re-
91
92
93
37De oververhittingsbeveiliging
Alle andere
foutmeldingen.
De gevoeligheid van de sen sortoetsen is veranderd.
-
-
-
set of na een stroomstoring is de instelling veranderd. Dooft het display niet na 5 minuten, ga dan te werk zo­als rechts beschreven.
van het bedieningspaneel heeft gereageerd.
Er is een storing opgetreden in de elektronica.
Zorg eerst dat zon- of kunst
­licht niet direct op de kook plaat valt. De omgeving van de kookplaat mag echter ook niet te donker zijn.
Er mogen zich geen voor werpen op de kookplaat en de sensortoetsen bevinden. Verwijder eventueel kookgerei en reinig de kookplaat indien dat nodig is.
Onderbreek de stroomvoor ziening van de kookplaat ge­durende ca. 1 minuut.
Mocht het probleem daarna nog niet zijn verholpen, neem dan contact op met de afde­ling Klantcontacten.
U hoeft niets te doen! Zodra de foutmelding ver­dwijnt, kunt u de kookplaat weer in gebruik nemen (zie "Oververhittingsbeveiliging").
Onderbreek de stroomvoor ziening van de kookplaat ge durende ca. 1 minuut.
Neem contact op met de af deling Klantcontacten als het probleem zich na het herstel len van de stroomvoorziening weer voordoet.
-
-
-
-
-
-
-
-
50
Vermogen kookzone controleren
U kunt het vermogen van een kookzone controleren. Hiervoor moet u een pan met een bepaalde hoeveelheid water aan de kook brengen en de tijd meten.
Gebruik een roestvrijstalen of geëmailleerde pan (met deksel). De bodemdiameter moet overeenkomen met de diameter van de kookzone. De panbodem moet vlak of licht naar binnen gebogen zijn.
Bepaal de diameter en het vermogen van de te controleren kookzone (zie de ru
^
briek "Kookzones").
Vul de pan met de hoeveelheid water uit de tabel. Het water moet een tempera
^
tuur van ca. 20 °C hebben.
Plaats het deksel en zet de pan op de kookzone.
^
Kies de hoogste vermogensstand.
^
Meet de tijd totdat het water kookt.
^
Het vermogen van een kookzone is in orde als het water kookt binnen de tijd die in de tabel staat aangegeven.
De tijd kan aanzienlijk afwijken als
- er sprake is van onder- of overspanning.
- zeer koud water wordt gebruikt.
- een ongeschikte pan wordt gebruikt.
- geen deksel wordt gebruikt.
-
-
51
Vermogen kookzone controleren
C kookzone
in cm
10,0 600 0,5 11,0
12,0 700 / 750 1,0 13,0
14,5 1000 / 1100 1,0 9,0
14,5 1200 1,0 8,5
17,0 1500 1,5 9,5
18,0 1250 1,5 11,0
21,0 2000 2,0 10,5
21,0 2200 / 2300 2,0 9,5
23,0 2500 2,0 9,0
27,0 2700 3,0 13,0
27,0 3200 3,0 12,0
* Maximale tijd onder ongunstige omstandigheden.
Vermogen bij 230 V
in Watt
Waterhoeveelheid
in liters
Tijd*
in minuten
52
Bij te bestellen accessoires
Speciaal voor uw apparatuur levert Miele een uitgebreid as sortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en onder houdsmiddelen.
U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen:
De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal 250 ml
Voor het verwijderen van verontreinigingen, kalk- en alumini­umvlekken
-
-
Universeel microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdrukken en lichte verontrei nigingen
-
53
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
De aansluitkabel van de kookplaat Dit apparaat mag alleen door een erkend vakman worden ingebouwd en aangesloten. Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na de montage van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd.
~
mag na het inbouwen niet in aanraking komen met de bodemplaat van het ap paraat en niet worden blootgesteld aan mechanische belastingen.
De op de volgende bladzijden aan
~
gegeven veiligheidsafstanden dienen nauwkeurig te worden aangehouden.
-
-
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
Dit apparaat mag niet op een
~
niet-stationaire locatie (zoals een boot) worden gebruikt.
Het is niet toegestaan de kookplaat
~
boven koelapparatuur, afwas-, was- en droogautomaten in te bouwen.
-
Alle maten zijn in mm aangegeven.
54
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand tot de tussenbo dem
Een tussenbodem onder de kookplaat is niet noodzakelijk.
Als zich onder het apparaat een tus senbodem bevindt, moet de afstand tussen de bovenkant van het werkblad en de bovenkant van de tussenbodem minimaal 110 mm zijn.
Tussen de achterkant van de tussenbo dem en de achterwand van de kast moet voor de doorvoer van de aansluit kabel een spleet van minimaal 10 mm worden gerealiseerd. Als de kookplaat een externe netaansluitkast heeft, moet de spleet minimaal 30 mm zijn.
-
-
Veiligheidsafstand boven het appa raat
-
-
Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de vei­ligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant is aangegeven. Is de betreffende informatie niet be­schikbaar (bijvoorbeeld bij een keuken­plank), dan moet de afstand bij licht ontvlambare materialen ten minste 760 mm bedragen.
-
Kies de grootste afstand als in de gebruiksaanwijzing of montage handleiding van verschillende appa raten (bijvoorbeeld een wokbrander of een elektrische kookplaat) ver schillende veiligheidsafstanden wor den genoemd voor plaatsing onder een afzuigkap.
-
-
-
-
55
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand zijkant / achterkant
Bij inbouw van de kookplaat mag zich aan de achterkant en aan één kant (rechts of links) een hoge keukenkast of een wand bevinden (zie afbeel dingen).
a Tussen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad dient de afstand minimaal 50 mm te zijn.
b Rechts van de uitsparing dient de afstand tot een ernaast geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge kast) of een wand minimaal 50 mm te zijn.
c Links van de uitsparing dient de af- stand tot een ernaast geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge kast) of een wand minimaal 50 mm te zijn.
-
Niet toegestaan!
Aan te bevelen!
56
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken.
Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Is de bekleding van niet brandbaar materiaal (zoals metaal, natuursteen en kera mische tegels), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm min de dikte van de bekleding zijn. Als de nisbekleding bijvoorbeeld 15 mm dik is, moet de minimale afstand 50 mm - 15 mm = 35 mm zijn.
Kookplaten zonder randlijst Kookplaten met randlijst/facetrand
-
-
a Wand
b Nisbekleding
maat x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
e Minimale afstand
bij brandbare materialen 50 mm bij niet brandbare materialen 50 mm - maat x
57
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Kookplaten met randlijst / facetrand
Dichting tussen kookplaat en werk blad
De dichting onder de rand van het ap­paraat is toereikend als afdichting tus­sen apparaat en werkblad.
Werkblad met tegels
-
De voegen a en het gearceerde ge deelte onder de rand moeten glad en vlak zijn, zodat de kookplaat gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van het apparaat voldoende afdicht.
-
Gebruik voor het afdichten nooit kit (bijvoorbeeld siliconenkit). Als de kookplaat moet worden ver wijderd, zouden het apparaat en het werkblad beschadigd kunnen raken.
58
-
Inbouwmaten
KM 5600
Kookplaten met randlijst / facetrand
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm
d Voorkant
59
Kookplaten met randlijst / facetrand
KM 5603 / KM 5612 / KM 5613
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm
d Voorkant
60
KM 5604
Kookplaten met randlijst / facetrand
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte kabeluitgang
d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm
e Kabelboom, L = 1550 mm
f Voorkant
61
Kookplaten met randlijst / facetrand
KM 5607 / KM 5617
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm
d Voorkant
62
Kookplaten met randlijst / facetrand
Inbouwen
De exacte positie van de klemveren en steunprofielen (alleen bij kookpla ten met facetrand) staan op de maat schets van de betreffende kookplaat.
Kookplaten met facetrand: De speciale afdichttape zorgt ervoor dat de kookplaat stevig in de uitspa ring ligt en niet verschuift. De spleet tussen de rand en het werkblad zal na verloop van tijd kleiner worden.
^ Maak de uitsparing in het werkblad
volgens de maatschets. Neem daar­bij veiligheidsafstanden in acht (zie ook "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen").
Werkblad van hout
De snijvlakken van houten werk
^
-
-
-
bladen moeten met speciale lak, sili conenkit of giethars worden afge werkt om te voorkomen dat het werk blad door vocht wordt aangetast. De gebruikte producten moeten hittebe stendig zijn.
De producten mogen niet op het werkblad terechtkomen.
-
-
-
-
-
^
Plaats de bijgeleverde klemveren en steunprofielen (alleen bij kookplaten met facetrand) op respectievelijk te gen de rand van de uitsparing (zie afbeeldingen).
^
Bevestig de klemveren a en de steunprofielen b met de bijgeleverde houtschroeven 3,5 x 25 mm.
-
63
Kookplaten met randlijst / facetrand
Werkblad van natuursteen
Voor het inbouwen moeten dubbelzij dig plakband (met een sterke kleef laag) en siliconenkit worden gebruikt (niet bijgeleverd).
-
-
^ Breng langs de zijranden en de on-
derkant van de klemveren en de steunprofielen siliconenkit aan.
^
Bevestig de klemveren en de steunprofielen (alleen bij kookplaten met facetrand) met dubbelzijdig plak band c.
De klemveren en steunprofielen moe ten op respectievelijk tegen de rand van de uitsparing worden geplaatst (zie afbeeldingen).
64
-
-
Kookplaten met randlijst / facetrand
Kookplaat positioneren
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar bene den.
Leg het apparaat losjes op de klem
^
veren.
Druk de kookplaat met beide handen
^
op de rand gelijkmatig naar beneden totdat het apparaat duidelijk vastklikt. De dichting van de kookplaat moet na het vastklikken goed op het werk blad aansluiten. Alleen zo kan een correcte afdichting worden gegaran deerd. Gebruik voor het afdichten nooit kit (bijvoorbeeld siliconenkit)!
Als de dichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, kan de hoekradius van het werkblad (ß R4) voorzichtig met een decou­peerzaag worden nabewerkt.
-
-
-
-
-
^ Sluit de kookplaat aan.
^
Controleer of het apparaat goed functioneert.
De kookplaat kan alleen met speci aal gereedschap weer uit het werk blad worden gelicht.
-
-
65
Kookplaten met randlijst / facetrand
Externe netaansluitkast
De aansluitkast kan op de volgende plaatsen worden aangebracht:
Los in de onderkast onder de kook
plaat.
– Aan een zijwand in de onderkast.
– Aan de wand achter de onderkast.
– In een kast ernaast.
Tussen de aansluitkast en de kook plaat, alsmede een andere warmte bron (fornuis, oven, etc.), dient een afstand te worden aangehouden van minimaal 150 mm.
Bevindt zich onder de kookplaat een tussenbodem, dan mag de aansluit kast beslist niet tussen de kookplaat en de tussenbodem worden ge plaatst.
-
-
-
-
-
66
Inbouwmaten
KM 5618
Kookplaten zonder randlijst
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte netaansluitkast met
aansluitkabel, L = 1440 mm
d Getrapte freesrand
Zie beslist de detailtekeningen voor de afmetingen van de uitsparing voor een natuurstenen werkblad.
67
Kookplaten zonder randlijst
Inbouwen
Kookplaten zonder randlijst zijn al leen geschikt voor inbouw in natuur stenen (graniet, marmer), massief houten en betegelde werkbladen. Indien kookplaten ook geschikt zijn voor inbouw in een glazen werkblad is dit vermeld in de rubriek "Inbouw maten". Informeer bij werkbladen van an dere materialen bij de betreffende fabrikant of het werkblad geschikt is voor inbouw van een kookplaat zon der randlijst.
De breedte (binnenwerks) van de onderkast moet minimaal zo groot zijn als de uitsparing in het werkblad (zie "Inbouwmaten"), zodat de kook­plaat ook na de inbouw van onderaf goed toegankelijk is. Een technicus moet de onderkant van de kookplaat kunnen verwijderen.
Deze kookplaat
kan rechtstreeks in een correct voor
-
-
-
-
-
bereid natuurstenen werkblad wor den geplaatst.
moet in een massief-houten, bete
geld en glazen werkblad met houten lijsten worden bevestigd. De lijsten worden niet bij het apparaat gele verd.
-
-
-
-
Als de kookplaat niet van onderaf toegankelijk is, moet de voegenkit bij onderhoudswerkzaamheden wor den verwijderd om de kookplaat te kunnen verwijderen.
68
-
Kookplaten zonder randlijst
Werkblad voorbereiden en kookplaat bevestigen
Werkblad van natuursteen
a Werkblad
b Kookplaat
c Voeg
Omdat voor de keramische plaat en de uitsparing in het werkblad een ze­kere tolerantie geldt, kan de voeg breedte c variëren (minimaal 1 mm).
Maak de uitsparing in het werkblad
^
volgens de afbeeldingen. Neem daarbij de veiligheidsafstanden in acht (zie ook "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen").
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar bene den.
Plaats en centreer de kookplaat b in
^
de uitsparing.
Sluit de kookplaat aan.
^
Controleer of het apparaat goed
^
functioneert.
^ Vul de voeg c met een geschikte,
hittebestendige siliconen-voegenkit (minimaal 160 °C).
Gebruik uitsluitend een voor natuur­steen geschikte siliconen-voegenkit. Neem de aanwijzingen van de kitfabrikant in acht.
-
-
-
69
Kookplaten zonder randlijst
Massief-houten / betegeld / glazen werkblad
a Werkblad
b Kookplaat
c Voeg
d Houten lijsten 13 mm
(niet bijgeleverd)
Maak de uitsparing in het werkblad
^
volgens de afbeeldingen. Neem daarbij de veiligheidsafstanden in acht (zie ook "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen").
Bevestig de houten lijsten d 7mm
^
onder de bovenkant van het werk blad (zie afbeelding).
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar bene den.
Plaats en centreer de kookplaat b in
^
de uitsparing.
^ Sluit de kookplaat aan.
^ Controleer of het apparaat goed
functioneert.
^ Vul de voeg c met een geschikte,
hittebestendige siliconen-voegenkit (minimaal 160 °C).
-
-
-
Omdat voor de keramische plaat en de uitsparing in het werkblad een ze kere tolerantie geldt, kan de voeg breedte c variëren (minimaal 1 mm).
70
Neem de aanwijzingen van de kitfabrikant in acht.
-
-
Gebruik bij natuurstenen tegels uit sluitend een voor natuursteen ge schikte siliconen-voegenkit.
-
-
Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektrici teitsnet worden aangesloten. Hierbij moeten de landelijke voorschriften en de voorschriften van het energie bedrijf in acht worden genomen. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van ondeskun dige installatie, onderhoudswerk zaamheden of reparaties.
-
-
-
Elektrische aansluiting
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
Aansluiting
-
Voordat u het apparaat aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en fre quentie) op het typeplaatje te verge lijken met de waarden van het elektrici teitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
-
-
-
Miele kan bovendien niet aanspra kelijk worden gesteld voor schade die is veroorzaakt door een ontbre­kende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Na plaatsing moet zijn gewaarborgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aangeraakt.
-
Spanning AC 230V/50Hz.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het aansluitschema.
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de EU-voorschriften en -richtlijnen voor Ne­derland geadviseerd om de huisinstal­latie van een aardlekschakelaar te voor­zien (30 mA).
71
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het apparaat moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De con tactopening in uitgeschakelde toe stand moet ten minste 3mmbedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en aardlekschakelaars.
Spanningsvrij maken
Moet het apparaat spanningsvrij wor den gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk:
Bij zekeringen:
Draai de zekering los en haal deze uit de houder.
Bij een zekeringsautomaat:
Druk op de testknop (rood) totdat de middelste knop (zwart) eruit­springt.
Bij een inbouwzekeringsautomaat:
(zelfuitschakelaar, min. type B of C) Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit).
-
-
Aansluitkabel
Het apparaat moet met een kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) vol gens het aansluitschema worden aan
-
gesloten. De kabel moet voldoende doorsnede hebben.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het aansluitschema.
De van toepassing zijnde aansluitwaar den vindt u op het typeplaatje.
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel moet worden ver­vangen, mag hiervoor alleen een kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden gebruikt. Een geschikte aan­sluitkabel is verkrijgbaar bij Miele. De aansluitkabel mag uitsluitend door een vakman worden vervangen. Deze is precies op de hoogte van de lande­lijke voorschriften en van de voorschrif­ten van het gemeentelijke energiebe­drijf en houdt zich daar strikt aan.
-
-
-
Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingescha keld.
72
De aansluitwaarden vindt u op het type plaatje.
De aarddraad moet worden vastge schroefd aan de aansluiting met
-
symbool -.
-
-
Aansluitschema
Elektrische aansluiting
73
Klantcontacten, typeplaatje, garantie
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
Miele.
De gegevens van Miele vindt u achter in deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Voor informatie over het Miele-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wenden tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het type­plaatje overeenkomen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwij­zing.
Garantie en garantievoorwaarden
De garantietermijn voor dit apparaat bedraagt 2 jaar. Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
74
75
KM 5600 / KM 5603 / KM 5604 KM 5607 / KM 5612 / KM 5613 KM 5617 / KM 5618
M.-Nr. 07 580 280 / 03nl - NL
Loading...